Een bachelordiploma behalen in het Vlaams hoger onderwijs Een verkennend onderzoek betreffende de generatiestudenten van en

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een bachelordiploma behalen in het Vlaams hoger onderwijs Een verkennend onderzoek betreffende de generatiestudenten van 2004-2005 en 2005-2006"

Transcriptie

1 E bachelordiploma behal in het Vlaams hoger onderwijs E verknd onderzoek betreffde de geratiestudt van Diane Smedts, Georges Van Landeghem & Jan Van Damme

2

3 T E bachelordiploma behal in het Vlaams hoger onderwijs A E verknd onderzoek betreffde de geratiestudt van Diane Smedts, Georges Van Landeghem & Jan Van Damme Promotor coördinatieteam: J. Van Damme, B. De Fraine, I. Nicaise, K. Verschuer & P. Van Petegem Overige promotor: P. Ghesquière, P. Ongha, R. Janss, F. Laevers, M. Valcke & L. Verschaffel Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs Vorming, in het kader van het programma Steunpunt voor Beleidsrelevant Onderzoek 2011 SSL-rapport SSL/OD1/ Datum oplevering eerste versie: 11 februari 2011 Datum publicatie: 25 februari 2011

4 Voor meer informatie over deze publicatie: Steunpunt SSL, onderzoeksdomein Studie- schoolloopban van leerling studt Auteurs: Adres: Dekstraat 2, 3000 Leuv Tel.: of Fax: Website: Copyright (2011) Steunpunt SSL p/a Parkstraat 47, 3000 Leuv Niets uit deze uitgave mag word verveelvoudigd /of opbaar gemaakt zonder uitdrukkelijk te verwijz naar de bron. No part of this material may be made public without an explicit referce to the source. De verantwoordelijkheid voor dit rapport berust volledig bij de auteurs vertolkt niet noodzakelijk de officiële visie van de Vlaamse Overheid.

5 Inhoudstafel Inhoudstafel... I Lijst van tabell... II Lijst van grafiek... III 1. Inleiding Populatieschets Effectieve studieduur tot het bachelordiploma Factor die samhang met het behal van e bachelordiploma Geslacht, aanvangsleeftijd, onderwijsvorm SO vorm hoger onderwijs Hogeschool academische bachelor Hogeschool professionele bachelor Universiteit Studierichting secundair onderwijs studiegebied hoger onderwijs Conclusies...60 Bijlag I

6 Lijst van tabell Tabel 1: Perctage gediplomeerd naar studierichting SO vorm van hoger onderwijs 2004 Tabel 2: Perctage gediplomeerd naar studierichting SO studiegebied 2004 Tabel 3: Parameterschatting voor het logistische regressiemodel per vorm hoger onderwijs cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Tabel 4: Parameterschatting voor het logistische regressiemodel voor studiegebied van Wetschap Technologie Biomedische Wetschapp cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Tabel 5: Parameterschatting voor het logistische regressiemodel voor studiegebied van Humane Wetschapp cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar II

7 Lijst van grafiek Grafiek 1: Aantal geratiestudt Grafiek 2: Perctage mannelijke studt Grafiek 3: Leeftijd Grafiek 4: Onderwijsvorm secundair onderwijs Grafiek 5: Verdeling over studierichting ASO per vorm hoger onderwijs cohorte 2004 Grafiek 6: Verdeling over studierichting ASO per vorm hoger onderwijs cohorte 2005 Grafiek 7: Verdeling over vorm hoger onderwijs per studierichting ASO cohorte 2004 Grafiek 8: Verdeling over vorm hoger onderwijs per studierichting ASO cohorte 2005 Grafiek 9: Verdeling over studierichting KSO per vorm hoger onderwijs cohorte 2004 Grafiek 10: Verdeling over studierichting KSO per vorm hoger onderwijs cohorte 2005 Grafiek 11: Verdeling over vorm hoger onderwijs per studierichting KSO cohorte 2004 Grafiek 12: Verdeling over vorm hoger onderwijs per studierichting KSO cohorte 2005 Grafiek 13: Studiegebied academisch gerichte bacheloropleiding aan hogeschool Grafiek 14: Studiegebied professioneel gerichte bacheloropleiding aan hogeschool Grafiek 15: Studiegebied academisch gerichte bacheloropleiding aan universiteit Grafiek 16: Perctage gediplomeerd naar vorm van hoger onderwijs Grafiek 17: Perctage gediplomeerd naar geslacht Grafiek 18: Perctage gediplomeerd naar aanvangsleeftijd Grafiek 19: Perctage gediplomeerd naar onderwijsvorm SO Grafiek 20: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in academische bacheloropleiding aan hogeschool cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 21: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in academische bacheloropleiding aan hogeschool ASO-cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 22: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in academische bacheloropleiding aan hogeschool ASO-cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 23: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in academische bacheloropleiding aan hogeschool KSO-cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar III

8 Grafiek 24: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in academische bacheloropleiding aan hogeschool KSO-cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 25: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in academische bacheloropleiding aan hogeschool TSO-cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 26: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in academische bacheloropleiding aan hogeschool TSO-cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 27: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in academische bacheloropleiding aan hogeschool BSO-cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 28: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in academische bacheloropleiding aan hogeschool BSO-cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 29: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in professionele bacheloropleiding cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 30: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in professionele bacheloropleiding ASO-cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 31: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in professionele bacheloropleiding ASO-cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 32: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in professionele bacheloropleiding KSO-cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 33: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in professionele bacheloropleiding KSO-cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 34: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in professionele bacheloropleiding TSO-cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 35: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in professionele bacheloropleiding TSO-cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 36: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in professionele bacheloropleiding BSO-cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar IV

9 Grafiek 37: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in professionele bacheloropleiding BSO-cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 38: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart aan universiteit cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 39: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart aan universiteit ASO-cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 40: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart aan universiteit ASO-cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 41: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart aan universiteit TSO-cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 42: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart aan universiteit TSO-cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 43: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in studiegebied Wetschapp aan universiteit cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 44: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in studiegebied Toegepaste Wetschapp aan universiteit cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 45: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in studiegebied Geeskunde aan universiteit cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 46: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in studiegebied Biomedische Wetschapp aan universiteit cohorte 2004: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 47: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in studiegebied Wetschapp aan universiteit cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 48: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in studiegebied Toegepaste Wetschapp aan universiteit cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 49: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in studiegebied Geeskunde aan universiteit cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar V

10 Grafiek 50: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in studiegebied Biomedische Wetschapp aan universiteit cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 51: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in studiegebied Recht, notariaat, criminologische wetschapp aan universiteit cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 52: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in studiegebied Politieke sociale wetschapp aan universiteit cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar Grafiek 53: Geobserveerde versus voorspelde perctages gediplomeerde bachelors gestart in studiegebied Psychologie pedagogische wetschapp aan universiteit cohorte 2004 detail: kans op behal van bachelordiploma in maximaal 5 jaar VI

11 1. Inleiding De bedoeling van dit rapport is na te gaan in welke mate het behal van e bachelordiploma in het Vlaamse hoger onderwijs samhangt met geslacht, leeftijd, vooropleiding studiegebied. In eerste instantie zal e beeld geschetst word van de populatie. Die bestaat uit alle geratiestudt die in het hoger onderwijs aanvatt in e universiteit of e hogeschool van de Vlaamse Gemeschap. Voor het academiejaar wordt geratiestudt als volgt gedefinieerd: e studt die zich inschrijft in het eerste jaar van e basisopleiding waar het gaat om de eerste inschrijving van deze studt in het hoger onderwijs in Vlaander die op 1 februarie nog is ingeschrev. Voor het academiejaar geldt de volgde definitie: e studt die zich voor het eerst inschrijft met e diplomacontract voor e professioneel of academisch gerichte bachelor in het Vlaams hoger onderwijs op 1 februari 2006 nog is ingeschrev.1 De beschrijving van de populatie geeft e antwoord op de volgde vrag. In welke mate opter geratiestudt voor e academisch of e professioneel gerichte bacheloropleiding aan e hogeschool of voor e opleiding aan de universiteit? Voor welk studiegebied schrijv ze in? Wat is de verdeling van de (sub)populatie(s) naar geslacht? Hoe oud zijn de geratiestudt? In welke onderwijsvorm van het secundair onderwijs, ASO, KSO, TSO of BSO, behaald ze hun diploma van secundair onderwijs? Welke studierichting hebb ze gevolgd? Vervolgs komt het perctage gediplomeerd bod. Die perctages word bekek naar vorm van hoger onderwijs, geslacht, leeftijd onderwijsvorm van het secundair onderwijs. In de volgde paragraaf wordt door middel van e logistische regressie onderzocht of in welke mate de kans op het behal van e bachelordiploma meebepaald wordt door geslacht, leeftijd, vooropleiding studiegebied. Tot slot word de belangrijkste bevinding van dit onderzoek samgevat. In dit rapport belicht we de gegevs dus vanuit het hoger onderwijs. E analyse van dezelfde gegevs vanuit de groep leerling eind secundair onderwijs wordt in e andere publicatie opgom. Informatie daarover kan via volgd adres aangevraagd word: jan.vandamme@ped.kuleuv.be. Graag dank we het departemt Onderwijs, Afdeling Hoger Onderwijs voor het aanlever van het databestand

12 2. Populatieschets In deze paragraaf wordt de populatie beschrev naar vorm van hoger onderwijs, geslacht, leeftijd vooropleiding. De kmerk van de vooropleiding die aan bod kom zijn de onderwijsvorm de studierichting waarin het diploma secundair onderwijs behaald werd. Tot slot wordt ook de verdeling van de studt over de studiegebied hoger onderwijs gegev. De verdeling word weergegev aan de hand van histogramm. Wanneer er weinig verschil is tuss de twee cohortes geratiestudt wordt in de beschrijvde tekst ge onderscheid gemaakt tuss beide. Is er wel e groot verschil, dan word beide besprok of word de belangrijkste verschill aangegev. De tabell met cijfergegevs zijn opgom in de bijlag. Tijds het academiejaar war geratiestudt ingeschrev in het hoger onderwijs. Grafiek 1 geeft de absolute aantall per vorm van hoger onderwijs. De omreking naar perctages leert ons dat ruim de helft (54,2%) van het totaal aantal geratiestudt opteert voor e professionele bacheloropleiding (PB). De academische bacheloropleiding (AB) in de hogeschol trekt 13,1% van de geratiestudt aan. E derde van de geratiestudt start het hoger onderwijs aan e universiteit. In het academiejaar bedraagt het totaal aantal geratiestudt Dit is e stijging met 3,9% tegover het voorgaande academiejaar. De stijging is het grootst aan de universiteit (+ 6,9%). Het aantal geratiestudt in e professionele bacheloropleiding stijgt met 4,0%. Het aantal geratiestudt in academisch bacheloropleiding aan hogeschol daalt met 3,9%. Die verschuiving do het aandeel van de academische bacheloropleiding aan de hogeschol in de geratiestudt dal met 1 proctpunt het aandeel van de universiteit stijg met 0,9 proctpunt. Het aandeel van de professionele bacheloropleiding blijft constant (bijlage 6.1). Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Aantal Grafiek 1: Aantal geratiestudt 2

13 De mannelijke studt vertegwoordig ongeveer 45% van de populatie geratiestudt voor beide academiejar. Grafiek 2 toont dat het perctage mannelijke studt verschilt naargelang de vorm van hoger onderwijs. Het is het grootst in de academische bacheloropleiding aan de hogeschol (58%) het kleinst in de professionele bacheloropleiding (42%). Aan de universiteit situeert het perctage mannelijke geratiestudt zich rond 45% (bijlage 6.1). Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit 70,0 60,0 58,5 57,9 Perctage 50,0 40,0 30,0 44,8 42,0 42,3 45,2 20,0 10,0 0, Grafiek 2: Perctage mannelijke studt De leeftijdsverdeling van de geratiestudt verschilt naargelang de vorm van hoger onderwijs naargelang het geslacht (Grafiek 3). Universiteitsstudt zijn globaal gom jonger dan hogeschoolstudt vrouwelijke studt zijn doorgaans jonger dan mannelijke studt. Van de mannelijke hogeschoolstudt in professionele bacheloropleiding is voor beide academiejar e kleine 52% 18 jaar of jonger, in de academische bacheloropleiding is dat 68,2%. Van de mannelijke universiteitsstudt is 77,2% 18 jaar of jonger. Bij de vrouwelijke hogeschoolstudt bedrag die perctages respectievelijk 66,4%, 74,0% 85,5%. De verschill tuss beide academiejar zijn klein (bijlage 6.2). 3

14 Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Perctage > < 18 Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Grafiek 3: Leeftijd Uit grafiek 4 blijkt dat er e groot verschil is tuss de vorm van hoger onderwijs met betrekking tot de onderwijsvorm waarin het diploma secundair onderwijs behaald werd. Van de mannelijke hogeschoolstudt die e academische bacheloropleiding volg, heeft 57,4% e diploma van algeme secundair onderwijs (ASO), bij de professionele bacheloropleiding is dat ruim e kwart van de mannelijke universiteitsstudt heeft 88% e ASO-diploma. Voor de vrouwelijke studt bedrag die perctages respectievelijk 63,3%, 38,9% 91,0%. Van de mannelijke hogeschoolstudt in e academische bacheloropleiding heeft 27,6% e diploma van technisch secundair onderwijs (TSO). In de professionele bacheloropleiding is dat 60,9%. Voor de vrouwelijke hogeschoolstudt bedrag die percages respectievelijk 12,7 44,9%. TSO-diploma s kom aan de universiteit aanzilijk minder voor: 6,8% van de mannelijke 3,6% van de vrouwelijke universiteitsstudt heeft e TSO-diploma. Geratiestudt met e diploma van kunstsecundair onderwijs (KSO) kom het meest frequt voor in academische bacheloropleiding aan hogeschol. Bij de mannelijke geratiestudt van die opleiding hebb zij e aandeel van 5,7% bij de vrouwelijke geratiestudt gaat het om 10,7%. Gediplomeerd van het beroepssecundair onderwijs (BSO) die e opleiding hoger onderwijs aanvatt, opter het meest frequt voor e professionele bacheloropleiding. Zij hebb er e aandeel van 5,0% in de mannelijke van 6,6% in de vrouwelijke populatie. De cijfers voor het academiejaar zijn quasi dezelfde (bijlage 6.3). 4

15 Man Vrouw Man Vrouw Perctage Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Onbekd BSO TSO KSO ASO Hogeschool Hogeschool AB PB Universiteit Hogeschool Hogeschool Universiteit AB PB Grafiek 4: Onderwijsvorm secundair onderwijs 2 We bekijk nu per vorm van hoger onderwijs hoe de instroom verdeeld is over de verschillde studierichting in het secundair onderwijs. Dit geeft e beeld van de samstelling van de populatie van geratiestudt naar studierichting. Omwille van de overzichtelijkheid do we de analyse per onderwijsvorm secundair onderwijs. Grafiek 5 6 gev respectievelijk voor de cohortes van 2004 van 2005 de verdeling van de geratiestudt over de studierichting van het ASO voor elk van de drie vorm van hoger onderwijs. Het aantal studt afkomstig uit het ASO in elk van die vorm van hoger onderwijs vormt dus telks 100%. Hieruit blijkt dat in de academische bacheloropleiding aan de hogeschol de grootste perctages ASO-studt afkomstig zijn uit de studierichting wetschapp-wiskunde, economie-moderne tal economie-wiskunde. De professionele bacheloropleiding recruter vooral uit economie-moderne tal mswetschapp. Van de universiteitsstudt komt de grootste groep uit wetschapp-wiskunde. Op de tweede plaats komt Latijn-wiskunde. 2 Onbekd wordt hier gebruikt als verzamelnaam voor de diploma s secundair onderwijs behaald in het buitland of vóór 1996 behaald in de Vlaamse Gemeschap. 5

16 Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Perctage Economie-moderne tal Economie-wiskunde Grieks-Latijn Grieks-wetschapp Grieks-wiskunde Latijn-moderne tal Latijn-wetschapp Latijn-wiskunde Mswetschapp Moderne tal-wetschapp Moderne tal-wiskunde Rudolf Steinerpedagogie Sport-wetschapp Wetschapp-topsport Wetschapp-wiskunde Yeshiva Grafiek 5: Verdeling over studierichting ASO per vorm hoger onderwijs cohorte Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Perctage Economie-moderne tal Economie-wiskunde Grieks-Latijn Grieks-wetschapp Grieks-wiskunde Latijn-moderne tal Latijn-wetschapp Latijn-wiskunde Mswetschapp Moderne tal-wetschapp Moderne tal-wiskunde Rudolf Steinerpedagogie Sport-wetschapp Wetschapp-topsport Wetschapp-wiskunde Yeshiva Grafiek 6: Verdeling over studierichting ASO per vorm hoger onderwijs cohorte

17 De grafiek 7 8 gev voor respectievelijk de cohorte per studierichting ASO hoe de geratiestudt verdeeld zijn over de vorm hoger onderwijs. Deze badering draagt minder bij tot de populatieschets van de geratiestudt. Zij vertrekt eerder vanuit de voor het tertiair onderwijs kiezde studt: voor welke vorm van hoger onderwijs opteert hij gegev de studierichting die hij volgt. We overlop de belangrijkste vaststelling lat daarbij de studierichting met minder dan 50 geratiestudt buit beschouwing. In ge kele studierichting opter de studt overwegd voor e academische bacheloropleiding aan e hogeschool. Het meest frequt wordt die keuze gemaakt door leerling uit economie-wiskunde moderne tal-wiskunde. E professionele bacheloropleiding wordt het meest frequt gekoz door leerling in de studierichting mswetschapp (64,2%) economie-moderne tal (57,3%). De universiteit wordt het meest gekoz door studt die Latijn /of Grieks volgd door leerling uit wetschapp-wiskunde. Voor leerling uit moderne tal-wiskunde, moderne tal-wetschapp economie-wiskunde is het overwicht van e opleiding aan e universiteit minder groot. Toch opteert ook in die studierichting de grootste groep (soms zelfs de meerderheid) ervoor om naar de universiteit te gaan. 100 Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Perctage Economie-moderne tal Economie-wiskunde Grieks-Latijn Grieks-wetschapp Grieks-wiskunde Latijn-moderne tal Latijn-wetschapp Latijn-wiskunde Mswetschapp Moderne tal-wetschapp Moderne tal-wiskunde Rudolf Steinerpedagogie Sport-wetschapp Wetschapp-topsport Wetschapp-wiskunde Yeshiva Grafiek 7: Verdeling over vorm hoger onderwijs per studierichting ASO cohorte

18 Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Perctage Economie-moderne tal Economie-wiskunde Grieks-Latijn Grieks-wetschapp Grieks-wiskunde Latijn-moderne tal Latijn-wetschapp Latijn-wiskunde Mswetschapp Moderne tal-wetschapp Moderne tal-wiskunde Rudolf Steinerpedagogie Sport-wetschapp Wetschapp-topsport Wetschapp-wiskunde Yeshiva Grafiek 8: Verdeling over vorm hoger onderwijs per studierichting ASO cohorte 2005 Het cijfermateriaal met betrekking tot de ASO-studierichting is opgom in bijlage 6.4. In bijlage 6.5 wordt het aantal geratiestudt per BSO-studierichting per vorm hoger onderwijs gegev. Gezi het aantal leerling uit het BSO dat start in e academische bacheloropleiding, zowel aan e hogeschool als aan e universiteit, klein is het aantal leerling dat opteert voor e professionele bacheloropleiding uit e zeer uitelopd gamma van studierichting komt, is het weinig zinvol perctages te berek of de verdeling grafisch voor te stell. De studierichting van het BSO die het grootste aantal studt lever aan academische bacheloropleiding aan e hogeschool zijn kantooradministratie gegevsbeheer publiciteit illustratie. De grootste aantall in de professionele bacheloropleiding zijn afkomstig uit kantooradministratie gegevsbeheer uit kinderzorg. Aan de universiteit komt het grootste aantal uit kantooradministratie gegevsbeheer. Voor het kunstsecundair onderwijs gaan we op dezelfde manier tewerk als voor het ASO. Eerst komt de verdeling over de studierichting per vorm hoger onderwijs aan bod (grafiek 9 10, bijlage 6.6). Daarna volgt de verdeling per studierichting over de vorm hoger onderwijs (grafiek 11 12). De grootste bijdrag tot het aantal geratiestudt in academische bacheloropleiding aan e hogeschool word geleverd door de studierichting vrije beeldde kunst, toegepaste beeldde kunst, beeldde vorming architecturale vorming. In de professionele bacheloropleiding zijn architecturale binnhuiskunst, vrije beeldde kunst, toegepaste beeldde kunst woordkunst-drama het best vertegwoordigd. Met betrekking tot de universiteit dit opgemerkt dat het aantal KSO-gediplomeerd dat de stap naar de universiteit zet klein is. Het hoeft dan ook niet te verwonder dat de verdeling over de studierichting voor de universiteit sterk verschilt tuss de twee cohortes. 8

19 Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Perctage Architecturale binnhuiskunst 0 Architecturale kunst Architecturale vorming Artistieke opleiding Audiovisuele kunst Audiovisuele vorming Ballet Beeldde vorming Binnhuiskunst Dans kunst Muziek Toegepaste beeldde kunst Vrije beeldde kunst Woordkunst-drama Grafiek 9: Verdeling over studierichting KSO per vorm hoger onderwijs cohorte Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Perctage Architecturale binnhuiskunst 0 Architecturale kunst Architecturale vorming Artistieke opleiding Audiovisuele kunst Audiovisuele vorming Ballet Beeldde vorming Binnhuiskunst Dans kunst Muziek Toegepaste beeldde kunst Vrije beeldde kunst Woordkunst-drama Grafiek 10: Verdeling over studierichting KSO per vorm hoger onderwijs cohorte

20 Door het feit dat elke studierichting van het KSO slechts e relatief klein aantal studt aan het hoger onderwijs levert, verton hun verdeling over de vorm hoger onderwijs nogal wat schommeling. De gegevs lijk er op te wijz dat leerling uit architecturale vorming, muziek, toegepaste beeldde kunst vrije beeldde kunst eerder opter voor e academische bacheloropleiding aan e hogeschool. Leerling uit architecturale binnhuiskunst uit woordkunst-drama lijk overwegd te kiez voor e professionele bacheloropleiding. Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Perctage Architecturale binnhuiskunst 0 Architecturale kunst Architecturale vorming Artistieke opleiding Audiovisuele kunst Audiovisuele vorming Ballet Beeldde vorming Binnhuiskunst Dans kunst Muziek Toegepaste beeldde kunst Vrije beeldde kunst Woordkunst-drama Grafiek 11: Verdeling over vorm hoger onderwijs per studierichting KSO cohorte 2004 Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Perctage Architecturale binnhuiskunst 0 Architecturale kunst Architecturale vorming Artistieke opleiding Audiovisuele kunst Audiovisuele vorming Ballet Beeldde vorming Binnhuiskunst Dans kunst Muziek Toegepaste beeldde kunst Vrije beeldde kunst Woordkunst-drama Grafiek 12: Verdeling over vorm hoger onderwijs per studierichting KSO cohorte

21 In het technisch secundair onderwijs is, net als in het beroepssecundair onderwijs, het aantal studierichting zeer groot. Uit sommige studierichting gaan heel veel studt naar het hoger onderwijs, andere studierichting lever slechts kele leerling aan het hoger onderwijs. Om die red is het weinig zinvol de data voor te stell in grafiek. De aantall word gegev in bijlage 6.7. We beperk ons in de beschrijving tot de grotere studierichting. De grootste aantall in de academische bacheloropleiding aan hogeschol kom uit de richting industriële wetschapp techniek-wetschapp. In de professionele bacheloropleiding kom de studt vooral uit de richting sociale technische wetschapp, handel, boekhoud-informatica, secretariaat-tal, elektromechanica, informaticabeheer, gezondheids- welzijnswetschapp lichamelijke opvoeding sport. Bij de universiteitsstudt treff we vooral studt uit handel, techniek-wetschapp industriële wetschapp aan. In de volgde reeks grafiek komt, achterevolgs voor elke vorm van hoger onderwijs afzonderlijk, de verdeling van de geratiestudt over de verschillde studiegebied in het hoger onderwijs aan bod. De cijfergegevs voor de cohortes staan in respectievelijk bijlage Grafiek 13 geeft e beeld van de verdeling van de geratiestudt van de academische bacheloropleiding aan de hogeschol over de studiegebied. In werd het studiegebied industriële wetschapp technologie nautische wetschapp opgesplitst in twee studiegebied, namelijk industriële wetschapp technologie erzijds nautische wetschapp anderzijds. Omwille van de vergelijkbaarheid van de twee cohortes werd de aantall voor beide studiegebied opgeteld voor de cohorte Dat studiegebied is het grootste binn de academisch gerichte bacheloropleiding aan de hogeschol neemt 27 à 28% van de geratiestudt voor zijn reking. Op de tweede de derde plaats kom handelswetschapp bedrijfskunde respectievelijk audiovisuele beeldde kunst. Maar ook toegepaste taalkunde architectuur nem elk nog meer dan 10% van de geratiestudt van de academische bacheloropleiding aan hogeschol voor hun reking. 11

22 Toegepaste taalkunde Productontwikkeling Muziek podiumkunst Ind. wet. techn.; naut. wet. Handelswetschapp bedrijfskunde Gezondheidszorg Biotechniek Audiovisuele beeldde kunst Architectuur Perctage Grafiek 13: Studiegebied academische gerichte bacheloropleiding aan hogeschool Bij de professioneel gerichte bacheloropleiding is handelswetschapp bedrijfskunde het grootste studiegebied met ongeveer 30% van de geratiestudt (grafiek 14). Daarna volgt onderwijs met ongeveer e kwart van de geratiestudt. De studiegebied sociaal-agogisch werk, industriële wetschapp technologie nautische wetschapp (samgevoegd voor de cohorte 2005, zie supra) gezondheidszorg zijn aan elkaar gewaagd qua omvang. Zij ontvang elk jaarlijks zowat 13% van de geratiestudt van de professionele bacheloropleiding. Sociaal-agogisch werk Onderwijs Muziek podiumkunst Ind. wet. techn.; naut. wet. Handelswetschapp bedrijfskunde Gezondheidszorg Biotechniek Audiovisuele beeldde kunst Architectuur Perctage Grafiek 14: Studiegebied professioneel gerichte bacheloropleiding aan hogeschool 12

23 Bij de academisch gerichte bacheloropleiding aan de universiteit is recht, notariaat criminologische wetschapp het studiegebied dat het meest in trek is bij de geratiestudt. Het heeft e aandeel van 13 à 14% wordt op de voet gevolgd door economische toegepaste economische wetschapp met 12 à 13%. Verder is er nog één studiegebied dat ongeveer 10% van de geratiestudt rekruteert dat is psychologie pedagogische wetschapp. Wijsbegeerte moraalwetschapp Wetschapp Verkeerskunde Toegepaste wetschapp Toegepaste biologische wetschapp Tandheelkunde Taal- letterkunde Sociale gezondheidswetschapp Recht; notariaat crimin. wetsch. Psychologie pedagogische wets. Politieke sociale wetschapp Godgeleerdheid; godsdistw. kerk.rec Geschiedis Geeskunde Gecombineerde studiegebied (BAMA) Farmaceutische wetschapp Economische toeg.economische wets. Diergeeskunde Biomedische wetschapp Bewegings- revalidatiewetschapp Archeologie kunstwetschapp Perctage Grafiek 15: Studiegebied academisch gerichte bacheloropleiding aan universiteit In de bijlag 6.10 tot met 6.15 wordt voor de verschillde vorm van hoger onderwijs de verdeling van de geratiestudt over de studiegebied per studierichting van het secundair onderwijs gegev. 13

24 3. Effectieve studieduur tot het bachelordiploma In dit onderdeel wordt beschrev hoe het perctage gediplomeerd varieert naargelang het geslacht, de leeftijd de vooropleiding. De perctages gediplomeerd word gegev per vorm van hoger onderwijs waarin de geratiestudt startte. Daarna komt het perctage gediplomeerd per studierichting secundair onderwijs per vorm van hoger onderwijs aan bod. Tot slot word die perctages verder uitgesplitst naar het studiegebied in het hoger onderwijs waarin de geratiestudt startte. Voor de geratiestudt die startt in het academiejaar beschikk we over het perctage gediplomeerd na 3, na 4 na 5 jaar studie. Voor de geratiestudt van hebb we het perctage gediplomeerd na 3 na 4 jaar studie. Die perctages word per cohorte per vorm hoger onderwijs gegev in grafiek 16. Van de geratiestudt gestart in e academisch gerichte bacheloropleiding in e hogeschool behaalde 39,9% na 3 jaar studie e bachelordiploma; 23,0% van de geratiestudt had er e jaar meer voor nodig 10,4% had er twee jaar meer voor nodig. In totaal behaalde dus 73,3% e bachelordiploma binn de 5 jaar. 62,9% van de geratiestudt gestart in e professioneel gerichte bacheloropleiding behaalde e bachelordiploma binn de vijf jaar: 40,1% na 3 jaar, 16,7% na 4 jaar 6,1% na 5 jaar. Bij de starters aan de universiteit behaalde 46,8% na 3 jaar e bachelordiploma nog es 21,7% behaalde e bachelordiploma na 4 jaar 10,7% na 5 jaar. Ruim 79% heeft dus binn de 5 jaar e bachelordiploma op zak. Voor de geratiestudt van ligg de perctages gediplomeerd na 4 jaar 2 à 3 proctpunt lager dan bij de geratiestudt van ,0 70,0 10,4 10,7 Perctage 60,0 50,0 40,0 30,0 23,0 6,1 16,7 21,7 22,1 16,0 21,6 5 jaar 4 jaar 3 jaar 20,0 39,9 40,1 46,8 37,8 39,1 45,3 10,0 0,0 Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Grafiek 16: Perctage gediplomeerd naar vorm van hoger onderwijs 14

25 Aan de hand van grafiek 17 stell we vast dat de perctages gediplomeerd na 3 jaar studie voor de vrouwelijke studt systematisch hoger ligg dan voor de mannelijke studt (zie ook bijlage 6.16). Naargelang het academiejaar bedraagt het verschil 6,6 tot 11,3 proctpunt voor de studt gestart in e academisch gerichte bacheloropleiding aan e hogeschool. Het bedraagt 8,1 tot 12,8 proctpunt met betrekking tot de professioneel gerichte bacheloropleiding 12,5 tot 13,7 proctpunt met betrekking tot de universiteit. Bij het perctage studt dat na het vierde jaar e bachelordiploma behaalt, zijn de verschill kleiner. Ze bedrag maximaal 2,8 proctpunt het verschil is steeds in het voordeel van de vrouwelijke studt. Het perctage studt dat na het vijfde jaar e bachelordiploma haalt, ligt hoger voor de mannelijke dan voor de vrouwelijke studt. Het verschil bedraagt maximaal 2,9 proctpunt Perctage Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw 5 jaar 4 jaar 3 jaar Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Grafiek 17: Perctage gediplomeerd naar geslacht In eerder onderzoek (zie Inleiding) toonde Jan Van Damme aan dat de slaagkans in het eerste jaar hoger onderwijs hoger is voor studt die op leeftijd instrom dan voor studt die instrom met vertraging. Omdat leerling uit het beroepssecundair onderwijs het diploma secundair onderwijs behal indi ze met succes het zevde jaar BSO beëindig, strom zij dus pas e jaar later op leeftijd in. Om consequt te zijn in de interpretatie van de leeftijd met betrekking tot op leeftijd instrom, werd de leeftijd van geratiestudt uit het BSO met één jaar verminderd. Om niet te verwarr met de kalderleeftijd wordt die nieuwe variabele in wat volgt de aanvangsleeftijd goemd. Met betrekking tot de leeftijd (grafiek 18 bijlage 6.17) kan in het algeme gesteld word dat het perctage geratiestudt dat binn de drie jaar e bachelordiploma behaalt, daalt naarmate de aanvangsleeftijd stijgt. Dezelfde vaststelling geldt na 4 na 5 jaar studie. Van de cohorte die startte in e academische bacheloropleiding aan e hogeschool heeft 85,2% van de minder dan 18-jarig binn de vijf jaar e 15

26 bachelordiploma. Bij de 18-jarig is dat 82,9%, bij de 19-jarig 59,3%, bij de 20-jarig 33,9% bij de studt met e aanvangsleeftijd hoger dan 20 jaar 31,1%. Voor studt die startt in e professioneel gerichte bacheloropleiding bedrag de perctages respectievelijk 79,5%, 72,6%, 52,7%, 35,3% 33,3%. Voor de studt die startt aan de universiteit noter we respectievelijk 86,8%, 86,4%, 58,0%, 32,4% 23,4%. Hierbij merk we op dat het verschil tuss de groep van 18 jaar van minder dan 18 jaar niet zo groot is. Ook tuss de groep van 20 jaar van ouder dan 20 jaar is het verschil doorgaans klein al vorm de studt gestart aan de universiteit daar e uitzondering op. De grote verschill, namelijk 20 tot bijna 30 proctpunt, situer zich tuss de groep met e aanvangsleeftijd van 18 jaar, van 19 jaar van 20 jaar < > 20 < > 20 < > 20 < > 20 < > 20 < > 20 Perctage 5 jaar 4 jaar 3 jaar Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Grafiek 18: Perctage gediplomeerd naar aanvangsleeftijd Het perctage gediplomeerd is in elke vorm van hoger onderwijs het grootst voor geratiestudt met e ASO-diploma (grafiek 19 bijlage 6.18). Studt uit het kunstsecundair uit het technisch secundair onderwijs behal binn dezelfde tijd, dit ongeacht de vorm hoger onderwijs waarin ze start, minder frequt e bachelordiploma dan de ASO-studt. We illustrer dit met kele onderzoeksresultat. De perctages die we vermeld zijn afronding gebaseerd op de data van beide cohortes sam. Ongeveer 45% van de geratiestudt uit het ASO die start in academisch gerichte bacheloropleiding aan e hogeschool behaalt in 3 jaar e bachelordiploma één studiejaar extra doet dat perctage oplop tot ongeveer 70%. Voor KSO-studt bedrag die perctages respectievelijk 31% 50%; voor TSO-studt gaat het om ongeveer 30% respectievelijk 50%. Mak we dezelfde vergelijking voor studt die start in e professionele bacheloropleiding dan blijkt dat 56% van de ASO-studt na drie jaar e bachelordiploma behaald heeft 73% heeft dat diploma binn de vier jaar verworv. Bij de KSO-studt gaat het om respectievelijk 29% 47% bij de TSO-studt om respectievelijk 34% 51%. Voor de studt die start aan e universiteit geldt het 16

27 volgde: 50% van de ASO-studt heeft na drie jaar e bachelordiploma 72% heeft het binn de 4 jaar; bij de KSO-studt gaat het om respectievelijk 19% 37% bij TSOstudt om 11% 30%. Bij de studt die start in e hogeschoolopleiding is het verschil tuss KSO TSO niet zo groot als aan de universiteit. KSO-studt die start in e academisch gerichte bacheloropleiding do het beter dan TSO-studt. In de professioneel gerichte bacheloropleiding is het net omgekeerd. Het perctage studt uit het BSO dat na 3 jaar e bachelordiploma behaalt, is het laagst. Dat dit perctage jaarlijks vrij sterk schommelt, hangt sam met de kleinere studtaantall. Van de BSO-studt die beginn aan e universiteit zijn er niet zo veel die e bachelordiploma in de wacht slep. Zo behaald 6 BSO-studt op 47 gestart in e bachelordiploma: één na 3 jaar, één na 4 jaar vier na 5 jaar Perctage ASO KSO TSO BSO Onbekd ASO KSO TSO BSO Onbekd ASO KSO TSO BSO Onbekd ASO KSO TSO BSO Onbekd ASO KSO TSO BSO Onbekd ASO KSO TSO BSO Onbekd 5 jaar 4 jaar 3 jaar Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit Grafiek 19: Perctage gediplomeerd naar onderwijsvorm SO In tabel 1 wordt voor e aantal grote studierichting van het secundair onderwijs voor de cohorte 2004 het perctage gediplomeerd gegev per vorm van hoger onderwijs waarin de geratiestudt startte. Hieruit blijkt erzijds dat er tuss de studierichting grote verschill zijn in het perctage gediplomeerd. Anderzijds zijn de perctages gediplomeerd voor ezelfde studierichting soms ook heel verschilld naargelang de vorm van hoger onderwijs. De gegevs voor alle studierichting voor cohorte 2005 zijn opgom in de bijlag 6.19 tot met

28 Tabel 1: Perctage gediplomeerd naar studierichting SO vorm van hoger onderwijs 2004 Studierichting Perctage gediplomeerd N Na 3 jaar In 4e jaar In 5e jaar Totaal na 5 jaar Hogeschool: academisch gerichte bacheloropleiding ASO Economie-moderne tal 33,0 29,9 11,8 74,7 625 Latijn-wiskunde 68,1 16,3 4,8 89,2 166 Wetschapp-wiskunde 58,1 19,7 9,7 87,5 762 BSO Kantooradministratie gegevsbeheer 16,7 16,7 18 KSO Architecturale binnhuiskunst 35,0 25,0 5,0 65,0 20 Toegepaste beeldde kunst 34,7 19,4 8,3 62,5 72 Vrije beeldde kunst 24,7 14,6 9,0 48,3 89 TSO Boekhoud-informatica 25,3 28,6 7,7 61,5 91 Handel 14,5 18,1 13,3 45,8 83 wetschapp 49,3 23,6 10,7 83,6 347 Sociale technische wetschapp 28,2 10,3 7,7 46,2 39 Techniek-wetschapp 41,6 24,8 9,9 76,2 101 Hogeschool: professioneel gerichte bacheloropleiding ASO Economie-moderne tal 55,7 18,0 5,9 79, Latijn-wiskunde 73,8 8,7 6,3 88,9 126 Wetschapp-wiskunde 66,4 15,1 5,1 86,6 491 BSO Kantooradministratie gegevsbeheer 13,1 5,4 3,6 22,1 467 KSO Architecturale binnhuiskunst 33,3 18,7 2,7 54,7 75 Toegepaste beeldde kunst 32,8 13,8 1,7 48,3 58 Vrije beeldde kunst 30,8 16,9 9,2 56,9 65 TSO Boekhoud-informatica 36,7 18,7 5,8 61,3 909 Handel 35,9 17,9 7,0 60, wetschapp 65,0 14,1 3,4 82,5 206 Sociale technische wetschapp 32,0 20,8 8,4 61, Techniek-wetschapp 46,7 17,6 8,5 72,8 375 Universiteit ASO Economie-moderne tal 28,5 29,3 14,7 72, Latijn-wiskunde 67,3 18,2 6,9 92, Wetschapp-wiskunde 57,6 22,0 9,6 89, BSO Kantooradministratie gegevsbeheer 3,3 3,3 6,7 13,3 30 KSO Toegepaste beeldde kunst 0,0 25,0 12,5 37,5 8 Vrije beeldde kunst 22,2 22,2 9 TSO Boekhoud-informatica 9,5 16,7 26,2 52,4 42 Handel 7,2 11,6 13,8 32,6 138 wetschapp 27,3 21,2 22,7 71,2 66 Sociale technische wetschapp 7,0 16,3 7,0 30,2 43 Techniek-wetschapp 29,0 18,8 13,0 60,

29 Binn elke vorm van hoger onderwijs kunn de gegevs zoals in tabel 1 de bijlag 6.19 tot met 6.24 verder uitgesplitst word naar het studiegebied waarin de geratiestudt start. E selectie van die combinatiemogelijkhed wordt gegev in tabel 2. De tabel beperkt zich tot de studierichting opgom in tabel 1 tot die studiegebied waarin minimaal 50 geratiestudt startt. Uit tabel 2 blijkt duidelijk dat het perctage gediplomeerd niet alle sterk kan variër naargelang de studierichting SO de vorm van hoger onderwijs (zie tabel 1) maar ook naargelang het studiegebied waarin gestart wordt. De volledige tabel voor beide cohortes wordt gegev in de bijlag 6.25 tot met Tabel 2: Perctage gediplomeerd naar studierichting SO studiegebied 2004 Studierichting Studiegebied Perctage gediplomeerd N Na 3 jaar In 4e jaar In 5e jaar Totaal na 5 jaar Hogeschool: academisch gerichte bacheloropleiding ASO Economie-moderne tal Handelswetschapp 36,4 29,8 9,9 76,1 352 bedrijfskunde Economie-moderne tal Toegepaste taalkunde 22,6 33,5 17,1 73,2 164 Latijn-wiskunde Ind. wet. techn.; 62,0 22,0 4,0 88,0 50 naut. wet. Wetschapp-wiskunde Architectuur 47,3 21,6 17,6 86,5 74 Wetschapp-wiskunde Ind. wet. techn.; 58,5 19,7 10,0 88,2 518 naut. wet. KSO Toegepaste beeldde kunst Audiovisuele 35,7 18,6 8,6 62,9 70 beeldde kunst Vrije beeldde kunst Audiovisuele 24,7 14,6 9,0 48,3 89 beeldde kunst TSO Boekhoud-informatica Handelswetschapp 21,7 35,0 3,3 60,0 60 bedrijfskunde wetschapp Ind. wet. techn.; 50,9 23,1 10,9 85,0 320 naut. wet. Techniek-wetschapp Ind. wet. techn.; 38,8 26,9 13,4 79,1 67 naut. wet. Hogeschool: professioneel gerichte bacheloropleiding ASO Economie-moderne tal Gezondheidszorg 60,9 20,9 3,9 85,7 230 Economie-moderne tal Handelswetschapp 61,0 15,2 5,5 81, bedrijfskunde Economie-moderne tal Ind. wet. techn.; 35,5 20,4 6,5 62,4 93 naut. wet. Economie-moderne tal Onderwijs 46,0 20,4 7,6 74,0 604 Economie-moderne tal Sociaal-agogisch werk 57,3 20,2 6,0 83,5 267 Wetschapp-wiskunde Gezondheidszorg 78,9 9,4 1,6 89,8 128 Wetschapp-wiskunde Handelswetschapp 60,3 17,9 7,7 85,9 78 bedrijfskunde Wetschapp-wiskunde Ind. wet. techn.; 68,0 14,7 2,7 85,3 75 naut. wet. Wetschapp-wiskunde Onderwijs 60,3 19,9 7,8 87,

30 Tabel 2 (vervolg) Studierichting Studiegebied Perctage gediplomeerd N Na 3 jaar In 4e jaar In 5e jaar Totaal na 5 jaar BSO Kantooradministratie Handelswetschapp 11,0 4,5 3,5 19,0 200 gegevsbeheer bedrijfskunde Kantooradministratie Onderwijs 17,1 5,5 4,9 27,4 164 gegevsbeheer Kantooradministratie Sociaal-agogisch werk 12,1 7,6 3,0 22,7 66 gegevsbeheer TSO Boekhoud-informatica Handelswetschapp 39,6 16,9 5,9 62,5 573 bedrijfskunde Boekhoud-informatica Ind. wet. techn.; 23,0 21,6 5,4 50,0 74 naut. wet. Boekhoud-informatica Onderwijs 27,2 24,7 6,8 58,6 162 Boekhoud-informatica Sociaal-agogisch werk 43,3 16,7 6,7 66,7 60 Handel Gezondheidszorg 47,3 14,3 2,2 63,7 91 Handel Handelswetschapp 36,4 17,0 7,7 61,1 839 bedrijfskunde Handel Ind. wet. techn.; 34,2 12,3 6,8 53,4 73 naut. wet. Handel Onderwijs 34,3 20,8 5,8 61,0 428 Handel Sociaal-agogisch werk 31,0 17,4 10,3 58,7 155 Ind. wet. techn.; 77,1 10,7 1,5 89,3 131 wetschapp naut. wet. Sociale technische Biotechniek 25,0 19,6 12,5 57,1 56 wetschapp Sociale technische Gezondheidszorg 42,6 15,9 10,5 69,0 390 wetschapp Sociale technische Handelswetschapp 13,0 22,2 10,2 45,4 108 wetschapp bedrijfskunde Sociale technische Onderwijs 30,5 22,9 6,4 59,8 706 wetschapp Sociale technische Sociaal-agogisch werk 29,9 22,3 9,0 61,3 431 wetschapp Techniek-wetschapp Gezondheidszorg 55,5 15,5 7,3 78,2 110 Techniek-wetschapp Ind. wet. techn.; 44,2 20,4 10,6 75,2 113 naut. wet. Techniek-wetschapp Onderwijs 33,3 22,2 9,7 65,3 72 Universiteit ASO Economie-moderne tal Economische 25,0 31,8 16,1 72,9 192 toeg.economische wets. Economie-moderne tal Geschiedis 42,5 19,2 6,8 68,5 73 Economie-moderne tal Politieke sociale 32,5 32,0 14,9 79,4 194 wetschapp Economie-moderne tal Recht; notariaat 26,3 24,0 16,7 67,0 312 crimin. wetsch. Economie-moderne tal Taal- letterkunde 26,1 35,8 12,7 74,

31 Tabel 2 (vervolg) Studierichting Studiegebied Perctage gediplomeerd N Na 3 jaar In 4e jaar In 5e jaar Totaal na 5 jaar Universiteit (vervolg) ASO (vervolg) Latijn-wiskunde Biomedische 51,9 29,6 9,3 90,7 54 wetschapp Latijn-wiskunde Economische 69,0 14,7 6,6 90,4 197 toeg.economische wets. Latijn-wiskunde Farmaceutische 64,6 26,2 6,2 96,9 65 wetschapp Latijn-wiskunde Geeskunde 87,0 7,3 0,8 95,1 123 Latijn-wiskunde Lichamelijke 53,5 18,3 9,9 81,7 71 opv.;revalidatiewet. kin Latijn-wiskunde Politieke sociale 66,7 21,0 3,7 91,4 81 wetschapp Latijn-wiskunde Psychologie 81,7 13,1 2,6 97,4 153 pedagogische wets. Latijn-wiskunde Recht; notariaat 67,2 15,7 9,8 92,6 204 crimin. wetsch. Latijn-wiskunde Taal- letterkunde 72,5 14,3 7,7 94,5 91 Latijn-wiskunde Toegepaste biologische 67,2 22,4 5,2 94,8 58 wetschapp Latijn-wiskunde Toegepaste 51,9 29,3 9,1 90,4 208 wetschapp Latijn-wiskunde Wetschapp 54,2 24,6 14,4 93,2 118 Wetschapp-wiskunde Biomedische 46,9 34,6 10,3 91,8 243 wetschapp Wetschapp-wiskunde Diergeeskunde 51,9 24,0 13,5 89,4 104 Wetschapp-wiskunde Economische 66,2 15,4 7,9 89,4 331 toeg.economische wets. Wetschapp-wiskunde Farmaceutische 63,8 21,7 9,2 94,7 152 wetschapp Wetschapp-wiskunde Geeskunde 82,3 7,9 4,7 94,9 316 Wetschapp-wiskunde Lichamelijke 60,0 21,2 10,6 91,8 170 opv.;revalidatiewet. kin Wetschapp-wiskunde Politieke sociale 64,4 12,3 5,5 82,2 73 wetschapp Wetschapp-wiskunde Psychologie 65,9 17,4 8,4 91,6 167 pedagogische wets. Wetschapp-wiskunde Recht; notariaat 50,4 25,2 9,4 85,0 127 crimin. wetsch. Wetschapp-wiskunde Toegepaste biologische 61,1 22,6 10,4 94,1 270 wetschapp Wetschapp-wiskunde Toegepaste 47,8 29,0 10,8 87,6 582 wetschapp Wetschapp-wiskunde Wetschapp 47,9 23,9 12,6 84,3 549 In de bijlag 6.25 tot met 6.30 word per vorm van hoger onderwijs de perctages gediplomeerd naar studiegebied naar studiegebied geslacht gegev. 21

32 4. Factor die samhang met het behal van e bachelordiploma Om te onderzoek of in welke mate het geslacht, de aanvangsleeftijd, de onderwijsvorm de studierichting van het secundair onderwijs de vorm het studiegebied van het hoger onderwijs samhang met de kans op het behal van e bachelordiploma wordt gebruik gemaakt van de logistische regressie. 3 De data van studt waarvoor de onderwijsvorm secundair onderwijs onbekd is, word niet opgom in de analyses. De aanvangsleeftijd wordt hier gecodeerd in drie categorieën: de studt die op leeftijd zitt of jonger zijn, de studt die één jaar vertraagd inschrijv de studt die meer dan één jaar vertraagd instrom. Voor de studt uit het ASO, het KSO het TSO komt dit overe met de categorieën jonger dan 19 jaar, 19 jaar ouder dan 19 jaar. Voor de studt uit het BSO gaat het om de categorieën jonger dan 20 jaar, 20 jaar ouder dan 20 jaar. Zoals eerder toegelicht, is de logica die hierachter zit dat BSO-studt moet slag in e zevde jaar om e diploma van secundair onderwijs te krijg. Normaliter zijn ze dus e jaar ouder vooraleer zij het hoger onderwijs kunn aanvatt. In e eerste onderdeel wordt de samhang met het geslacht, de aanvangsleeftijd, de onderwijsvorm secundair onderwijs de vorm van hoger onderwijs bestudeerd. In het tweede gedeelte kom ook de studierichting van het secundair onderwijs het studiegebied van het hoger onderwijs aan bod. 4.1 Geslacht, aanvangsleeftijd, onderwijsvorm secundair onderwijs vorm van hoger onderwijs Voor de data van de geratiestudt werd heel wat analyses uitgevoerd waarbij onder andere zowel het effect van de selectiemethode het behal van het diploma als dichotome variabele of als variabele met vier antwoordalternatiev (niet, na 3 jaar, na 4 jaar, na 5 jaar) bestudeerd werd. De analyses werd uitgevoerd zowel op het databestand met alle vorm van hoger onderwijs sam als voor de drie vorm van hoger onderwijs afzonderlijk. Op basis van de resultat van al die analyses, zowel qua fit als qua interpreteerbaarheid, wordt ervoor geopteerd hier de resultat van de afzonderlijke analyses voor de drie vorm van hoger onderwijs te rapporter. De logistische regressie wordt telks toegepast op het volledige model. Dit houdt in dat geslacht, aanvangsleeftijd, onderwijsvorm secundair onderwijs alle interacties als onafhankelijke variabel in het model opgom word. De dichotome variabele al dan niet e bachelordiploma behal in maximaal 5 jaar wordt gebruikt als afhankelijke variabele. 3 Proc Logistic, SAS versie

33 4.2 Hogeschool academische bachelor Bij de hogeschoolstudt die in e academisch gerichte bacheloropleiding start, lever de onderwijsvorm secundair onderwijs, de aanvangsleeftijd, het geslacht de interactie tuss de onderwijsvorm secundair onderwijs de beide andere variabel e betekisvolle bijdrage in de voorspelling van de kans op het al dan niet behal van e bachelordiploma in maximaal 5 jaar. Het model verklaart 21,09% van de variantie (maxrescaled R²=0,2109). Het effect van de aanvangsleeftijd (X²=67,0; df=2; p<0,0001) is groter dan dat van de onderwijsvorm secundair onderwijs (X²=44,0; df=3; p<0,0001) de interactie 4 tuss onderwijsvorm secundair onderwijs de aanvangsleeftijd (X²=32,8; df=6; p<0,0001). De overige effect zijn veel kleiner: de interactie tuss onderwijsvorm secundair onderwijs geslacht heeft e X²-waarde van 10,4 (df=3 p=0,0156) het effect van geslacht laat e X²-waarde van 6,3 (df=1 p=0,0118) noter. In de logistische regressie op de data van de geratiestudt van wordt de kans voorspeld op het al dan niet behal van e bachelordiploma in maximaal 4 jaar. De aanvangsleeftijd blijkt de belangrijkste voorspeller. Verder speelt de onderwijsvorm e belangrijke rol. Het effect van geslacht is niet significant. Wel levert de interactie tuss geslacht onderwijsvorm e bijdrage tot de voorspelling. In tabel 3 gev we naast de parameterschatting voor de hogeschoolstudt die in 2004 aan het hoger onderwijs startt in e academische bacheloropleiding ook de schatting voor de twee andere vorm van hoger onderwijs. Uit de parameterschatting voor de academisch gerichte bacheloropleiding aan e hogeschool blijkt dat de kans op het behal van e bachelordiploma het grootst is voor studt uit het ASO het kleinst voor studt uit het BSO. Studt met e KSOvooropleiding do het minder goed dan ASO-studt beter dan TSO-studt. Uit de parameterschatting voor de leeftijdcategorieën blijkt dat de kans op het behal van e bachelordiploma daalt bij stijgde aanvangsleeftijd. 4 Indi e interactie tuss twee variabel significant is, impliceert dit dat de voorspelde waarde meebepaald wordt door de combinatie van de waard op beide variabel. We gev e voorbeeld. In de logistische regressie voor de academisch gerichte bacheloropleiding aan hogeschol is er naast e hoofdeffect van onderwijsvorm SO van aanvangsleeftijd ook e interactie-effect van die twee variabel. Dat impliceert dat de kans om e bachelordiploma te behal niet kel afhankelijk is van de onderwijsvorm SO (namelijk of e geratiestudt uit het ASO, BSO, KSO of TSO komt) van zijn aanvangsleeftijd (namelijk op leeftijd, met één of meer jaar vertraging gestart), maar ook met de combinatie van beide (bijvoorbeeld uit het ASO én op leeftijd gestart). Dit wordt duidelijk bij het kijk naar de parameterschatting in tabel 1. We vergelijk twee geratiestudt die op leeftijd start waarvan e uit het ASO komt de andere uit het KSO. De voorspelde diplomakans zal groter zijn voor de geratiestudt uit het ASO omdat de geschatte parameterwaarde voor ASO (0,5999) groter is dan voor KSO (0,1775). De geschatte parameterwaarde voor de interactie OT*ASO (0,4700) is groter dan voor OT*KSO (-0,3130). Dit betekt dat de geschatte diplomakans voor e geratiestudt uit het ASO die op leeftijd start groter is dan op basis van de hoofdeffect van onderwijsvorm SO aanvangsleeftijd kan verwacht word. De geschatte diplomakans voor e geratiestudt uit het KSO die op leeftijd start is daarteg kleiner dan op basis van de beide hoofdeffect kan verwacht word. 23

OVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs...

OVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs... HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS - BEKNOPT /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ACADEMIEJAAR 2016-2017 OVERZICHT Inleiding...

Nadere informatie

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot 2009 G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon T lager onderwijs tot 2009 Auteurs:

Nadere informatie

Geef je opleiding een STEM

Geef je opleiding een STEM Geef je opleiding een STEM Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen - Limburg 2011-2012 Onderzoek naar de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Alle schoolverlaters van 2011 worden 1 jaar lang gevolgd (tot

Nadere informatie

Je wil studeren aan een hogeschool of universiteit. Op het internet kan je hierover alle informatie vinden die je nodig hebt.

Je wil studeren aan een hogeschool of universiteit. Op het internet kan je hierover alle informatie vinden die je nodig hebt. EEN OPLEIDING KIEZEN Je wil studeren aan een hogeschool of universiteit. Op het internet kan je hierover alle informatie vinden die je nodig hebt. Wat moet je doen? 1. Lees de instructie en de zoektips

Nadere informatie

Studiesucces generatiestudenten in

Studiesucces generatiestudenten in Studiesucces generatiestudenten in 2007-2008 Inleiding Naar aanleiding van de nieuwe databank DHO hebben we besloten om de klemtoon niet langer voornamelijk op het registreren van gegevens te leggen. Ook

Nadere informatie

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H.

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Knipprath T Value added of primary schools with high proportions of minority

Nadere informatie

ANTWOORD. Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN

ANTWOORD. Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN Hoger onderwijs Werkstudenten Onder

Nadere informatie

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven 1. Referentie Referentie Duqué, H. (1998). Zittenblijven en schoolse vertraging in het Vlaams onderwijs. Een kwantitatieve analyse 1996-1997. Onuitgegeven onderzoeksrapport, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting. G. Van Landeghem, M. Goos & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting. G. Van Landeghem, M. Goos & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting G. Van Landeghem, M. Goos & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

Determinanten van de differentiële slaagkansen in het hoger onderwijs

Determinanten van de differentiële slaagkansen in het hoger onderwijs Determinanten van de differentiële slaagkansen in het hoger onderwijs Kristel Rombaut o.l.v. Bea Cantillon en Gerlinde Verbist Mei 2006 CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID HERMAN DELEECK UNIVERSITEIT ANTWERPEN-

Nadere informatie

DE STRUCTUUR VAN HET HOGER ONDERWIJS

DE STRUCTUUR VAN HET HOGER ONDERWIJS Het hoger onderwijs in Vlaanderen kent twee soorten onderwijs: het hoger professioneel onderwijs en het academisch onderwijs. Je kan een opleiding volgen aan een hogeschool of aan een universiteit. Bron:

Nadere informatie

1. Evolutie graduates in MST (Maths, Science & Technology) in hoger onderwijs (Vlaamse gemeenschap)

1. Evolutie graduates in MST (Maths, Science & Technology) in hoger onderwijs (Vlaamse gemeenschap) BIJLAGE: cijfergegevens 1. Evolutie graduates in MST (Maths, Science & Technology) in hoger onderwijs (Vlaamse gemeenschap) Onderstaande tabel toont diplomacijfers ( graduates ) zoals ze jaarlijks worden

Nadere informatie

Een goede opleiding werkt baanbrekend

Een goede opleiding werkt baanbrekend Een goede opleiding werkt baanbrekend Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen 2007-2008 Persconferentie 19 mei 2009 Een goede opleiding werkt baanbrekend Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen

Nadere informatie

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten HOGER ONDERWIJS Studenten A Hoger beroepsonderwijs 1 cursisten HBO5 verpleegkunde (1) 3 inschrijvingen in de specifieke lerarenopleiding (1) 1 inschrijvingen naar finaliteit (1)(2) go vgo ogo Totaal cursisten

Nadere informatie

PERSCONFERENTIE HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS

PERSCONFERENTIE HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS PERSCONFERENTIE HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS DUIDING BIJ DE SLIDES 1 STUDENTEN ALGEMENE DUIDING - In de tabellen en grafieken is enkel informatie opgenomen over initiële bachelor- en masteropleidingen. Het

Nadere informatie

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten BASISONDERWIJS Leerlingen HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten A Hoger beroepsonderwijs 1 cursisten HBO5 verpleegkunde (1) 3 inschrijvingen in de specifieke lerarenopleiding van het volwassenenonderwijs

Nadere informatie

STEM monitor april 2015 RITA DUNON

STEM monitor april 2015 RITA DUNON STEM monitor 2015 30 april 2015 RITA DUNON Doelstellingen STEM-actieplan STEM-actieplan 2012-2020 streeft op middellange termijn naar: Meer starters en afgestudeerden in STEM-opleidingen en richtingen

Nadere informatie

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX Leerlingen BSO Slaagkansen hoger

Nadere informatie

De wederzijdse onderwijsparticipatie van Nederlanders aan het Vlaams onderwijs

De wederzijdse onderwijsparticipatie van Nederlanders aan het Vlaams onderwijs De wederzijdse onderwijsparticipatie van Nederlanders aan het Vlaams onderwijs schooljaar 2010-2011 Toelichting Situering Dit rapport geeft een analyse van de mate waarin Nederlandse leerlingen en studenten

Nadere informatie

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Onderwijs en vorming Samenvatting 73.609 leerlingen (2012) 16.981 kleuters 26.537 kinderen in het lager

Nadere informatie

Studieaanbod in de eerste graad A-stroom. Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Studieaanbod in de eerste graad A-stroom. Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs Studieaanbod in de eerste graad A-stroom Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs juli 2015 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 6 2 Situering... 7 3 Leerlingenaantallen

Nadere informatie

Technisch onderwijs West-Vlaanderen Werkt 3, 2009

Technisch onderwijs West-Vlaanderen Werkt 3, 2009 West-Vlaanderen Werkt 3, 2009 in West-Vlaanderen dr. Marie Van Looveren sociaaleconomisch beleid, WES Jongeren uit het gewone secundair onderwijs kunnen na de eerste graad kiezen voor één van de volgende

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

B.S.T. Beperkte statistische telling van de studenten in het hoger onderwijs op 31 oktober 2003. Academiejaar 2003-2004

B.S.T. Beperkte statistische telling van de studenten in het hoger onderwijs op 31 oktober 2003. Academiejaar 2003-2004 B.S.T. Beperkte statistische telling van de studenten in het hoger onderwijs op 31 oktober 2003 Academiejaar 2003-2004 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap departement Onderwijs Inhoudsopgave Hoger onderwijs

Nadere informatie

Naar de 2 de graad secundair onderwijs

Naar de 2 de graad secundair onderwijs Naar de 2 de graad secundair onderwijs 2018-2019 Waarom is deze keuze belangrijk? Inhoud 1. Hoe kiezen? 2. Studieaanbod 3. Hulpbronnen 1. Hoe kiezen? 1. Jezelf goed inschatten 2. Weten wat er te kiezen

Nadere informatie

Eerder stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr 510 van 16 juli 2015) over de eerste sessie van het toelatingsexamen in juli 2015.

Eerder stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr 510 van 16 juli 2015) over de eerste sessie van het toelatingsexamen in juli 2015. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 557 van ANN BRUSSEEL datum: 9 september 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Toelatingsexamen arts en tandarts -

Nadere informatie

Bijlage 3 bij het verslag POC LO&BW 15/10/2014. Doorstroom binnen de bachelor LO&BW

Bijlage 3 bij het verslag POC LO&BW 15/10/2014. Doorstroom binnen de bachelor LO&BW Bijlage 3 bij het verslag POC LO&BW 15/10/2014 Doorstroom binnen de bachelor LO&BW Vooraf: enkele citaten De instroom van scholieren uit het ASO en TSO bij de Vlaamse universiteiten blijft stijgen, maar

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

Vraag nr. 220 van 27 mei 2005 van mevrouw VERA JANS. het 7e specialisatiejaar Thuis- en Bejaardenzorg,

Vraag nr. 220 van 27 mei 2005 van mevrouw VERA JANS. het 7e specialisatiejaar Thuis- en Bejaardenzorg, Vraag nr. 220 van 27 mei 2005 van mevrouw VERA JANS Opleiding verpleegkunde In- en uitstroom Zowel het federaal als het Vlaams sociaal akkoord voorzien in de creatie van bijkomende jobs. Een groot aantal

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J.& De Fraine B. Promotor: B. De Fraine Research paper SONO/2018.OL1.1/09 Gent, januari 2018 Het Steunpunt

Nadere informatie

HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS - ADDENDUM KERNCIJFERS M.B.T. STUDENTEN, FINANCIERING EN PERSONEEL IN HET HOGER ONDERWIJS

HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS - ADDENDUM KERNCIJFERS M.B.T. STUDENTEN, FINANCIERING EN PERSONEEL IN HET HOGER ONDERWIJS HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS - ADDENDUM KERNCIJFERS M.B.T. STUDENTEN, FINANCIERING EN PERSONEEL IN HET HOGER ONDERWIJS DECEMBER 2011 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 2 Voorwoord... 3 Studenten... 4 Inleiding...

Nadere informatie

Onderwijs SAMENVATTING

Onderwijs SAMENVATTING Onderwijs SAMENVATTING 88.343 leerlingen basis- en secundair onderwijs schooljaar 2016-2017 In verhouding meer leerlingen TSO (bijna 1 op 4 van de lln. SO) en BSO (1 op 5) dan Vlaanderen 17.820 studenten

Nadere informatie

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education Goos, M., Van Damme, J. Onghena, P., & Petry, K. T First-grade retention: Effects on children

Nadere informatie

HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS - ADDENDUM KERNCIJFERS M.B.T. STUDENTEN, FINANCIERING EN PERSONEEL IN HET HOGER ONDERWIJS

HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS - ADDENDUM KERNCIJFERS M.B.T. STUDENTEN, FINANCIERING EN PERSONEEL IN HET HOGER ONDERWIJS HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS - ADDENDUM KERNCIJFERS M.B.T. STUDENTEN, FINANCIERING EN PERSONEEL IN HET HOGER ONDERWIJS DECEMBER 2012 INHOUDSTAFEL Inhoudstafel... 2 Inleiding... 3 Studenten... 4 Inleiding...

Nadere informatie

STEM monitor Juni 2016

STEM monitor Juni 2016 monitor Juni 2016 Inleiding In het -actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien dat de doelstellingen van het -actieplan worden opgevolgd aan de hand van een indicatoren. Hiervoor werd de

Nadere informatie

Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs

Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs Deel 1 SCHOOLBEVOLKING 1 Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs LEIDRAAD NAAR DE TABELLEN 1. Contracten Aantal inschrijvingen per soort contract... 223 2. Diplomacontracten Aantal inschrijvingen met een diplomacontract

Nadere informatie

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Integratie - Populariteit (sociale ontwikkeling) heeft

Nadere informatie

Onderwerp: Verplichte heroriëntering van onsuccesvolle studenten na één academiejaar Datum: 9 november 2014

Onderwerp: Verplichte heroriëntering van onsuccesvolle studenten na één academiejaar Datum: 9 november 2014 Standpuntnota Studievoortgang in strikte zin Onderwerp: Verplichte heroriëntering van onsuccesvolle studenten na één academiejaar Datum: 9 november 2014 Status Document voor Redacteur RvB-lid / Interne

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research

Nadere informatie

Vraag nr. 746 van 9 augustus 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 746 van 9 augustus 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 76 van 9 augustus 0 van PAUL DELVA Academische Inschrijvingen Brussel Ik verwijs

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet

Nadere informatie

NAAR DE DERDE GRAAD ASO

NAAR DE DERDE GRAAD ASO NAAR DE DERDE GRAAD ASO Overgang na de tweede graad Een aantal nieuwe richtingen Uitgebreidere keuzemogelijkheden Vast voor jaar Attesten na de tweede graad A-attest B-attest: clausulering voor richting(en)

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Zwaar bewolkt met opklaringen

Zwaar bewolkt met opklaringen Arbeidsmarkttopic Zwaar bewolkt met opklaringen De aansluiting met de arbeidsmarkt van allochtone schoolverlaters van nabij bekeken VDAB Studiedienst - november 2008 Zwaar bewolkt met opklaringen De aansluiting

Nadere informatie

31/08/2016. Opleiding voedings- en dieetkunde. Opleiding V&D. Fase1. Wat betekent MonStuR voor Voedings- en dieetkunde?

31/08/2016. Opleiding voedings- en dieetkunde. Opleiding V&D. Fase1. Wat betekent MonStuR voor Voedings- en dieetkunde? Opleiding voedings- en dieetkunde Wat betekent MonStuR voor Voedings- en dieetkunde? Opleiding V&D Fase1 Fase 1: Voeding bij gezonde mensen Fase 2: Voeding bij ziekte Fase 3: Voeding bij bijzondere doelgroepen

Nadere informatie

Genderspecifieke studiekeuze in het hoger onderwijs

Genderspecifieke studiekeuze in het hoger onderwijs Genderspecifieke studiekeuze in het hoger onderwijs Ilse Laurijssen & Ignace Glorieux Onderzoeksgroep TOR - Vrije Universiteit Brussel Studiedag SSL: 'Hoger onderwijs: kiezen en winnen? X www.steunpuntssl.be

Nadere informatie

Tweede en derde graad ASO

Tweede en derde graad ASO Tweede en derde graad ASO Economie Eigenheid: wordt in twee paketten aangeboden: met meer moderne talen of met meer wiskunde het vak economie bestaat uit algemene economie en bedrijfswetenschappen (daar

Nadere informatie

Peiling wiskunde in de derde graad secundair onderwijs

Peiling wiskunde in de derde graad secundair onderwijs Peiling wiskunde in de derde graad secundair onderwijs Voorstelling resultaten 22 oktober 2015 Overzicht Peiling wiskunde eerste graad A-stroom Peiling wiskunde tweede graad aso Peiling wiskunde derde

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers April 2017 Inhoud 1 Het algemene beeld 2 2 Start van de studie: uitvallers 4 3 Start van de studie: wisselaars 5 4 Afsluiting van de studie: studiesucces

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting. G. Van Landeghem & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting. G. Van Landeghem & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting G. Van Landeghem & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

Op stap naar. Het secundair onderwijs. Vrij CLB Roeselare Kattenstraat Roeselare

Op stap naar. Het secundair onderwijs. Vrij CLB Roeselare Kattenstraat Roeselare Op stap naar Het secundair onderwijs Onderwijsloopbaanbegeleiding een opdracht van het CLB Proces begeleiding Aanvullend aan de school Op vraag Kiezen roept veel vragen op 1. Vragen naar informatie 2.

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 426 van 9 april 2014 van ANN BRUSSEEL

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 426 van 9 april 2014 van ANN BRUSSEEL VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 426 van 9 april 2014 van ANN BRUSSEEL Geïntegreerde lerarenopleiding Aandacht

Nadere informatie

De middenschool is ten einde. Iedereen vertrekt naar een andere school

De middenschool is ten einde. Iedereen vertrekt naar een andere school De middenschool is ten einde Iedereen vertrekt naar een andere school Een stapsgewijs proces Een gezamenlijk proces Leerling Ouders School CLB STAP 1: werken aan keuzerijpheid Wie ben ik? Rapportonderzoek

Nadere informatie

De aanvangsjaren in het secundair onderwijs. Een eerste bundeling van resultaten van het LOSO-project

De aanvangsjaren in het secundair onderwijs. Een eerste bundeling van resultaten van het LOSO-project De studieloopbaan van Vlaamse jongeren. Het secundair-onderwijssysteem doorgelicht op basis van longitudinaal onderzoek. (Project nr. 89.10)(LOSO-project) Onderzoeksproject op initiatief van de Vlaamse

Nadere informatie

nr. 510 van ANN BRUSSEEL datum: 16 juli 2015 aan HILDE CREVITS Toelatingsexamen arts en tandarts - Slaagpercentages

nr. 510 van ANN BRUSSEEL datum: 16 juli 2015 aan HILDE CREVITS Toelatingsexamen arts en tandarts - Slaagpercentages SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 510 van ANN BRUSSEEL datum: 16 juli 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Toelatingsexamen arts en tandarts - Slaagpercentages

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs April 2016 Feiten en cijfers 2 Het algemene beeld Start van de studie uitval en wisselaars Tal van inspanningen bij hogescholen

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN STEM monitor 2015 SITUERING In het STEM-actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien in een algemene monitoring van het actieplan op basis van een aantal indicatoren. De STEM monitor geeft

Nadere informatie

Leerlinperceptievragenlijst Secundair Onderwijs: overzicht items per schaal in de verschillende versies Schaal Items Itemnr. 0910 Itemnr.

Leerlinperceptievragenlijst Secundair Onderwijs: overzicht items per schaal in de verschillende versies Schaal Items Itemnr. 0910 Itemnr. Leerlinperceptievragenlijst Secundair Onderwijs: overzicht items per schaal in de verschillende versies Schaal Items Itemnr. 0910 Itemnr. 1011 Bron item Academisch zelfconcept taal Marsh Ik haal goede

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

Wat na het secundair onderwijs?

Wat na het secundair onderwijs? Wat na het secundair onderwijs? WICO Campus Sint- Hubertus 15 oktober 2013 Inleiding Ø Verder studeren: een noodzaak na ASO. Een diploma Hoger Onderwijs verhoogt je kansen aanzienlijk op de arbeidsmarkt.

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008-147-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008-147- Vlaams Parlement Vragen en Antwoorden Nr.2 November 2008 47 VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTERPRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

NAAR SCHOOL IN VLAANDEREN

NAAR SCHOOL IN VLAANDEREN NAAR SCHOOL IN VLAANDEREN Je leest een tekst over de organisatie en de structuur van het onderwijs in Vlaanderen. Wat moet je doen? 1. Kijk naar de woordenlijst op blad 1 (deze pagina) 2. Lees eerst de

Nadere informatie

De grote stap naar het secundair onderwijs 2014-2015

De grote stap naar het secundair onderwijs 2014-2015 De grote stap naar het secundair onderwijs 2014-2015 DE GROTE STAP NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS http://www.klasse.be/tvklasse/ 12751-Naar-het-secundair DE GROTE STAP NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS Hoe kiezen?

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR24052017 contactpersoon Daniël Rijckborst telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen e-mail d.rijckborst@avans.nl

Nadere informatie

Aandachtspunten schooljaar

Aandachtspunten schooljaar Aandachtspunten schooljaar 2013-2014 Oorspronkelijk meegedeeld in Actualisering Bekwaamheidsbewijzen gewoon secundair onderwijs vanaf 1 september 2013 referentie : SO/2013/03 Publicatiedatum : (29/07/2013,

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Ter voorbereiding van het academiejaar waren de resultaten als volgt:

Ter voorbereiding van het academiejaar waren de resultaten als volgt: VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Vraag nr. 26 van 10 september 2014 van ANN BRUSSEEL Toelatingsexamen arts

Nadere informatie

Studieaanbod SGKSO Vlaamse Ardennen *

Studieaanbod SGKSO Vlaamse Ardennen * Studieaanbod SGKSO Vlaamse Ardennen * Eerste graad / Eerste jaar Eerste graad / Tweede jaar Tweede graad Derde graad Derde graad / Derde leerjaar 1A 1A Gezinstechnieken 1A Industriële Wetenschappen 1A

Nadere informatie

Studieaanbod Turnhout Arendonk

Studieaanbod Turnhout Arendonk Studieaanbod 2009-2010 Turnhout Arendonk infomoment (i) opendeur (o) tijdstip SCCA Sint-Claracollege Kloosterbaan 5 2370 Arendonk tel. 014 67 85 72 info@sintclara.be www.sintclara.be 23-02-2010 (i) 25-04-2010

Nadere informatie

Studieaanbod binnen het studiegebied Fotografie

Studieaanbod binnen het studiegebied Fotografie Studieaanbod binnen het studiegebied Fotografie Screening van de studierichtingen in het studiegebied Fotografie in het voltijds secundair onderwijs 23 april 2015 Inhoudstafel Inleiding... 4 1 Beeld van

Nadere informatie

JONGEREN UIT DE WESTHOEK IN PROFESSIO- NEEL EN ACADEMISCH HOGER ONDERWIJS: ONDERZOEK NAAR PARTICIPATIE EN MOTIVATIE

JONGEREN UIT DE WESTHOEK IN PROFESSIO- NEEL EN ACADEMISCH HOGER ONDERWIJS: ONDERZOEK NAAR PARTICIPATIE EN MOTIVATIE JONGEREN UIT DE WESTHOEK IN PROFESSIO- NEEL EN ACADEMISCH HOGER ONDERWIJS: ONDERZOEK NAAR PARTICIPATIE EN MOTIVATIE EINDRAPPORT JANUARI 2010 STUDIE UITGEVOERD VOOR HET WERKINGSGEBIED VAN RESOC WESTHOEK

Nadere informatie

Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen

Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen Naar aanleiding van de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen zijn de tabellen met betrekking tot de len en de studieduur voor het onderwijsvisitatieprotocol

Nadere informatie

Starten in het secundair onderwijs

Starten in het secundair onderwijs Starten in het secundair onderwijs Een overzicht Inleiding Structuur van het secundair onderwijs Wat verandert er in de toekomst? PAUZE Verhalen van kinderen Een goede schoolkeuze Waarmee rekening houden?

Nadere informatie

Wat na campus Collegestraat?

Wat na campus Collegestraat? De informatie die u in dit bundeltje terugvindt, is een samenvatting van de gegevens die voor heel verzameld zijn in verband met het verder studeren én de gegevens die wij voor de leerlingen van het Sint-Jozefscollege

Nadere informatie

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs Stafdienst Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL +32 2 507 06 19 www.katholiekonderwijs.vlaanderen Analyse septembertelling schooljaar 2018-2019 18 september 2018 Bijna 743 000 leerlingen en hun ouders kiezen voor

Nadere informatie

vrij katholiek onderwijs schooljaar Resultaten van de spoedtelling

vrij katholiek onderwijs schooljaar Resultaten van de spoedtelling ALGEMEEN ONDERWIJSBELEID vrij katholiek onderwijs schooljaar 21213 Resultaten van de spoed D e Cel Gegevensbeheer van de Dienst Informatica heeft in samenspraak met de Verbonden en de diocesen opnieuw

Nadere informatie

aantal zorg- STEM aantal lichte STEM

aantal zorg- STEM aantal lichte STEM Indicatoren I. Instroom (studiekeuze) a. Secundair onderwijs Indicator I.S: Studiekeuze voor in secundair onderwijs. Percentages leerlingen die studiekeuze maken en percentage meisjes in de categorie 1

Nadere informatie

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden.

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 168 van GRIET COPPÉ datum: 23 december 2014 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Bachelor in de Verpleegkunde - In- en

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na vijf jaar 38 procent met hbo-diploma Onderwijs... 2 Hbo-rendement tot voor kort dalend... 3 Wo-rendement stijgt... 4 Mbo ers in Onderwijs hoger rendement dan havisten... 6 Vrouwen halen hoger rendement

Nadere informatie

Vlaanderen is onderwijs & vorming. STEM monitor. juni 2016 DEPARTEMENT ONDERWIJS & VORMING.

Vlaanderen is onderwijs & vorming. STEM monitor. juni 2016 DEPARTEMENT ONDERWIJS & VORMING. Vlaanderen is onderwijs & vorming monitor juni 2016 DEPARTEMENT ONDERWIJS & VORMING www.onderwijs.vlaanderen.be 1 Inleiding In het -actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien dat de doelstellingen

Nadere informatie

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Leerplichtige leerlingen

Nadere informatie

Aantal uitgereikte diploma's voor het academiejaar 2003-2004 ingedeeld per cyclus, studiegebied, nationaliteit en geslacht - per universiteit

Aantal uitgereikte diploma's voor het academiejaar 2003-2004 ingedeeld per cyclus, studiegebied, nationaliteit en geslacht - per universiteit Academiejaar 2004-2005 UNIVERSITAIR ONDERWIJS Aantal uitgereikte diploma's voor het academiejaar 2003-2004 ingedeeld per cyclus, studiegebied, en geslacht - per universiteit Katholieke universiteit Brussel

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN Zitting 2008-2009 25 maart 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN Zie: 2158 (2008-2009) Nr. 1: Ontwerp van decreet 5571 OND 2 AMENDEMENT Nr. 1 Artikel 7 In a), tweede

Nadere informatie

Aanvraagformulier toelatingsprocedure Faculteit Theologie en Religiewetenschappen

Aanvraagformulier toelatingsprocedure Faculteit Theologie en Religiewetenschappen AANVRAAGFORMULIER TOELATINGSPROCEDURE FACULTEIT THEOLOGIE EN RELIGIEWETENSCHAPPEN NEDERLANDSTALIG PROGRAMMA 2014-2015 Bachelor met verminderde studieomvang Certificaat voor het godsdienstonderwijs Rechtstreekse

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 DE TRIATLON SECUNDAIR ONDERWIJS, HOGER. Barbara Dessein ONDERWIJS, ARBEIDSMARKT. Kort samengevat

Hoofdstuk 9 DE TRIATLON SECUNDAIR ONDERWIJS, HOGER. Barbara Dessein ONDERWIJS, ARBEIDSMARKT. Kort samengevat DE TRIATLON SECUNDAIR ONDERWIJS, HOGER ONDERWIJS, ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 Barbara Dessein Kort samengevat In dit hoofdstuk wordt het secundair en hoger onderwijs bestudeerd als aanloop naar de arbeidsmarkt.

Nadere informatie

Jong geleerd is fel gegeerd

Jong geleerd is fel gegeerd Jong geleerd is fel gegeerd Schoolverlaters een jaar lang gevolgd VDAB Databeheer & -analyse (2003), Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen, 18de longitudinale studie, juni 2001-juni 2002 1 Jonge mensen

Nadere informatie

Vraag nr. 112 van 22 november 2012 van GOEDELE VERMEIREN

Vraag nr. 112 van 22 november 2012 van GOEDELE VERMEIREN VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 112 van 22 november 2012 van GOEDELE VERMEIREN Hoger onderwijs Werkstudenten

Nadere informatie

HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ACADEMIEJAAR 2017-2018 OVERZICHT Overzicht... 2 Inleiding...

Nadere informatie

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van

Nadere informatie

Studieaanbod. 1 e graad DBG HDC HHH HHK MIN PAR SAL. 1 e leerjaar A. 1 e leerjaar B. 2 e leerjaar Basisopties. 2 e beroepsvoorbereidend leerjaar

Studieaanbod. 1 e graad DBG HDC HHH HHK MIN PAR SAL. 1 e leerjaar A. 1 e leerjaar B. 2 e leerjaar Basisopties. 2 e beroepsvoorbereidend leerjaar Studieaanbod 1 e graad DBG HDC HHH HHK MIN PAR SAL STR o 1 e leerjaar A Aanvulling Fr, Wi en/of projectwerk o Aanvulling Wi + Hotel - voeding Aanvulling Wi + STEM * Klassieke studiën o 1 e leerjaar B 2

Nadere informatie

Op Stap naar het SO 0

Op Stap naar het SO 0 Op Stap naar het SO 0 We staan stil bij Verandering troef! Een goede keuze maken De structuur van het secundair onderwijs Nieuwtjes Veranderen of overstappen? Op voorwaarde Een A-, B- of C-attest? Wat

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Info brochure 6 de leerjaar

Info brochure 6 de leerjaar Info brochure 6 de leerjaar VCLB AALST Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding vzw Vrij Gezondheidscentrum 410980882 Langestraat 12-9300 AALST Tel. 053 78 85 10 e-mail: info@vclbaalst.be Beste ouder, Beste

Nadere informatie