In deze antwoordnota Milieu Effect Rapport windpark Noordoostpolder staan op pag. 3, vijfde alinea onjuiste data. Deze moet vervangen worden door:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "In deze antwoordnota Milieu Effect Rapport windpark Noordoostpolder staan op pag. 3, vijfde alinea onjuiste data. Deze moet vervangen worden door:"

Transcriptie

1 In deze antwoordnota Milieu Effect Rapport windpark Noordoostpolder staan op pag. 3, vijfde alinea onjuiste data. Deze moet vervangen worden door: Indien belanghebbenden argumenten hebben tegen de (ontwerp)vergunningen en het (ontwerp) inpassingsplan dienen deze (opnieuw) te worden ingediend tijdens de terinzagelegging van 18 t/m 29 juli 2010.

2 Antwoordnota MILIEU EFFECT RAPPORT WINDPARK NOORDOOSTPOLDER Mei 2010 Gemeente Noordoostpolder Provincie Flevoland Minister van Economische zaken

3 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Context en strekking van de antwoordnota 1.2 Verloop van de inspraakprocedure 1.3 Verloop van de adviesprocedure 1.4 Opzet van de antwoordnota 2. Antwoord op hoofdlijnen 2.1 Nut en noodzaak windenergie 2.2 Locatiekeuze 2.3 Economische effecten en schade 2.4 Geluid 2.5 Nautische Veiligheid 2.6 Stabiliteit dijken 2.7 Natuur 2.8 Landschappelijke en cultuurhistorische kenmerken 2.9 Monitoring- en evaluatieprogramma Bijlagen: 1. Antwoorden op unieke zienswijzen 2. Inspraakbundel 3. Toetsingsadvies Commissie voor de m.e.r. 4. Advies Provincie Fryslân 5. Advies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 6. Advies Gemeente Lemsterland 2

4 1 Inleiding 1.1 Context en strekking van de antwoordnota Een aantal private partijen heeft het initiatief genomen voor een grootschalig windpark in de Noordoostpolder en in het IJsselmeer. Dit windpark bestaat uit vijf afzonderlijke initiatieven (twee buitendijkse opstellingen van windmolens en drie binnendijkse opstellingen van windmolens). Voor het realiseren van dit plan is een ruimtelijk besluit (inpassingsplan) nodig en moeten Wet milieubeheer (Wm) -vergunningen en een vergunning op basis van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) worden verleend. Voor de Wm-vergunningen zijn Gemeente Noordoostpolder en Provincie Flevoland het bevoegd gezag, voor de Nbw-vergunning is Provincie Flevoland het bevoegd gezag en voor het inpassingsplan zijn de Ministers van VROM/EZ het bevoegd gezag. Het ruimtelijk besluit en de vergunningprocedures worden bij dit initiatief tegelijkertijd doorlopen. Dit is mogelijk omdat het initiatief onder de rijkscoördinatieregeling valt. Om besluitvorming over het inpassingsplan en de Wm-vergunning mogelijk te maken is een gecombineerd plan/besluit-milieueffectrapport (MER) opgesteld. Dit MER biedt inzicht in de milieugevolgen van het project en is daarmee een waardevol hulpmiddel voor de besluitvorming. Welke milieueffecten zijn onderzocht, en welke alternatieven zijn beschouwd wordt aangegeven in de richtlijnen, die op 20 juli en 27 september 2004 door respectievelijk de gemeenten Noordoostpolder en Lemsterland zijn vastgesteld. Het MER is op 3 november 2009 door Gemeente Noordoostpolder en door Provincie Flevoland aanvaard. Het MER heeft vervolgens van 12 november tot en met 23 december ter inzage gelegen. Tegelijkertijd is advies gevraagd aan een aantal wettelijke adviseurs en aan de Commissie voor de m.e.r. In deze antwoordnota geeft het bevoegd gezag (lees: Gemeente Noordoostpolder, Provincie Flevoland, Ministers van Economische Zaken en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) aan wat haar antwoord is op de ingebrachte zienswijzen en adviezen op het MER. Concluderend oordeelt het bevoegd gezag dat het MER voldoende informatie biedt om de besluitvorming op te baseren. Deze antwoordnota wordt ter inzage gelegd, tezamen met het ontwerpinpassingsplan en de ontwerpvergunningen. Indien belanghebbenden argumenten hebben tegen de (ontwerp)vergunningen en het (ontwerp)inpassingsplan dienen deze (opnieuw) te worden ingediend tijdens de terinzagelegging van 4 juni tot en met 15 juli De mogelijkheid om te zijner tijd in beroep te gaan staat alleen open voor diegenen die een zienswijze tegen het ontwerp hebben ingediend. 1.2 Verloop van de inspraakprocedure Het MER heeft van 12 november tot en met 23 december ter inzage gelegen. Een ieder is in deze periode in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze naar voren te brengen. Op het MER zijn 688 inspraakreacties binnengekomen. Een groot deel daarvan bestaat uit meervoudig ingediende, identieke zienswijzen. Het aantal unieke zienswijzen, waarbij de meervoudig ingediende zienswijzen voor één tellen, is uitgekomen op 66. Alle ontvangen reacties zijn geregistreerd en de insprekers is een ontvangstbevestiging toegezonden. Bureau Energieprojecten heeft deze inspraakreacties doorgezonden aan het bevoegd gezag en aan de Commissie voor de m.e.r. 3

5 1.3 Verloop van de adviesprocedure Het bevoegd gezag heeft de wettelijke adviseurs¹ om advies gevraagd op het MER. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), de Provincie Fryslân en Gemeente Lemsterland hebben hierop gereageerd (zie bijlagen). De adviezen van de RCE en de Provincie Fryslân hebben betrekking op het onderwerp Cultuur en Landschap. Het advies van Gemeente Lemsterland heeft betrekking op meerdere onderwerpen. In het navolgende hoofdstuk zal bij de respectievelijke onderwerpen inhoudelijk op de drie adviesbrieven worden ingegaan. De Commissie voor de m.e.r. (hierna de Commissie ) heeft alle zienswijzen en adviesbrieven ontvangen. Mede naar aanleiding van deze zienswijzen heeft de Commissie op een aantal punten om verduidelijking of aanvulling gevraagd aan de initiatiefnemer. De initiatiefnemer heeft daarop een aanvulling op het MER geschreven. Deze aanvulling behoort bij het MER en zal ter inzage worden gelegd tezamen met de ontwerpbesluiten en deze antwoordnota. Er kunnen geen zienswijzen meer worden ingebracht tegen deze aanvulling. Op 24 maart 2010 heeft de Commissie een toetsingsadvies uitgebracht over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop (zie bijlage). De Commissie is van oordeel dat in het MER en de aanvulling tezamen de essentiële informatie aanwezig is voor de besluitvorming over het Inpassingsplan en de Wm-vergunningen. Dit toetsingsadvies heeft het bevoegd gezag bij deze antwoordnota betrokken. Bij de beantwoording van de zienswijzen, zowel op hoofdlijnen als individueel, wordt waar relevant het advies van de Commissie genoemd. 1.4 Opzet van de antwoordnota De antwoordnota heeft een drieledige opzet: Een antwoord op hoofdlijnen, dat zich beperkt tot de hoofdlijnen van de zienswijzen en het advies van de Commissie, en waarin het bevoegd gezag ingaat op de drie adviesbrieven; Antwoorden op unieke zienswijzen (zie bijlage 1), met o op briefnummer alle unieke zienswijzen gerangschikt o per brief de argumenten (genummerd van a tot z) o per argument het antwoord van het bevoegd gezag, evt. met vermelding van advies van de Commissie De inspraakbundel (zie bijlage 2) met alle unieke zienswijzen en een verwijzingstabel waarin de nummers van gelijkluidende inspraakreacties gekoppeld zijn aan het nummer van unieke zienswijzen. 1. Wettelijke adviseurs zijn: Ministerie van LNV directie West, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Provincie Fryslân en gemeente Lemsterland. 4

6 2 Antwoord op hoofdlijnen 2.1 Nut en noodzaak windenergie Veel insprekers betwijfelen in hun zienswijzen het belang van dit energiepark voor de opgave voor (duurzame) energie. Insprekers zijn niet overtuigd van de baten (energie-opbrengst) van dit windpark. Zo wordt aangegeven dat de molens niet continu draaien omdat beperkende maatregelen worden opgenomen om geluidsoverlast en slagschaduw te voorkomen. Ook wordt de vraag gesteld of de kosten van het park (zowel in euro s als in CO2 (bij de productie en aanleg van windmolens)) opwegen tegen de baten. Insprekers zijn van mening dat een goede afweging tussen de verschillende vormen van duurzame energie ontbreekt. De Commissie heeft tijdens haar toetsing een aanvulling gevraagd op dit onderwerp. De initiatiefnemer heeft aanvullend alternatieve vormen van duurzame energie uitgewerkt. Het bevoegd gezag is van oordeel dat een nadere afweging tussen verschillende vormen van duurzame energie voor de besluitvorming van het windpark niet noodzakelijk is. Het initiatief sluit aan bij de doelstellingen van het Rijk ten aanzien van duurzame energie. Windenergie is één van de meest kosteneffectieve wijzen om duurzame energie op te wekken. Voor het opwekken van een zelfde hoeveelheid duurzame elektriciteit middels zonnepanelen is een zeer groot oppervlak aan zonnepanelen vereist en een veelvoud aan subsidie nodig. Het kabinet heeft daarom in het 'werkprogramma Schoon en Zuinig' uitgesproken dat de groei van hernieuwbare energie de eerstkomende jaren vooral zal komen van windenergie. Daarnaast worden ook andere vormen van duurzame energie door het kabinet gestimuleerd. 2.2 Locatiekeuze In veel zienswijzen wordt aangegeven dat voor dit project niet alleen locatiealternatieven binnen het IJsselmeergebied/ Noordpoostpolder moeten worden beschouwd. Dit windpark is van nationaal belang en dat betekent dat ook op nationale schaal alternatieve locaties moeten worden bekeken. Veel insprekers zijn van mening dat een windpark van deze omvang op zee thuishoort en niet op of nabij het vasteland kan. Insprekers geven aan dat de locatiekeuze niet gebaseerd is op een zuivere afweging van de meest geschikte locatie, maar dat de in de Noordoostpolder gevestigde initiatiefnemers leidend zijn geweest. De Gemeente Lemsterland adviseert bij de alternatieve locaties in het IJsselmeergebied/ Noordoostpolder beter te onderbouwen wat de afweging bij deze locaties is. De Commissie heeft met betrekking tot de locatieafweging een aanvulling gevraagd. Op basis van het MER en de aanvulling kan de Commissie zich voor dit specifieke project vinden in de aanpak van de afweging van de locaties binnen het IJsselmeergebied/ Noordoostpolder. Argumenten daarvoor zijn: De gekozen locatie is reeds vastgelegd in een aantal vastgestelde beleidsstukken; Er zullen verschillende geschikte windlocaties elders in het land gebruikt moeten worden om de nationale doelstelling te halen; Voor de uitvoerbaarheid is van belang dat de initiatiefnemers gebonden zijn aan de Noordoostpolder. Inzake de vergeleken locaties binnen het IJsselmeergebied/ Noordoostpolder stelt de Commissie vast dat uit de vergelijking duidelijk wordt dat alle onderzochte locaties milieueffecten kennen. Ook blijkt dat geen van de locaties per saldo evidente milieuvoordelen biedt. Het bevoegd gezag is van mening dat het MER en de aanvulling op het MER alle milieu-informatie biedt voor besluitvorming op dit punt. In lijn met de conclusie van de Commissie constateert het bevoegd gezag dat een windpark van deze omvang past in het Landschapsplan van de Noordoostpolder en het Omgevingsplan van de Provincie Flevoland. In de Nota Ruimte en in het Nationaal Waterplan is de locatie opgenomen als zoeklocatie voor windmolens. Het kabinet heeft in 5

7 het 'werkprogramma Schoon en Zuinig' aangegeven dat de komende vier jaar committering voor 2000 MW voor wind op land nodig is. Dat betekent dat alle beschikbare locaties op land moeten worden benut. Daarnaast werkt het kabinet ook aan de realisatie van windenergie op zee. Windenergie op zee vergt echter vooralsnog meer subsidie per hoeveelheid opgewekte duurzame elektriciteit en is daarom geen alternatief voor de locaties op land. Uitgaande van bovenstaande punten plus het feit dat het initiatief van lokale initiatiefnemers is, is het voldoende dat alleen alternatieve locaties in het IJsselmeergebied en in de Noordoostpolder in kaart zijn gebracht. Deze alternatieve locaties zijn voldoende onderbouwd. 2.3 Economische effecten en schade Blijkens de zienswijzen vinden veel insprekers de lusten en lasten van het windpark ongelijk verdeeld. Aan de ene kant worden er vragen gesteld over de participatie in het windpark. Aan de andere kant benoemen insprekers de negatieve effecten op bijvoorbeeld de waterrecreatie, de visserij of de landbouw. De Gemeente Lemsterland adviseert de effecten op recreatie en visserij beter in beeld te brengen. Veel insprekers geven aan schade te verwachten (waardedaling woning) en informatie over deze mogelijke schade in het MER te missen. Het bevoegd gezag is van mening dat de economische effecten in het MER voldoende zijn beschreven. In het MER wordt in paragraaf 9.3 ingegaan op de economische effecten en op de gebruiksfuncties recreatie en toerisme in paragraaf 9.12 en visserij in Met het doorlopen van de m.e.r.-procedure wordt verzekerd dat het milieubelang in de besluitvorming niet ondergeschikt raakt aan andere belangen zoals economische of stedenbouwkundige belangen. Economische belangen maken derhalve slechts deel uit van het MER voor zover deze relevant zijn voor het milieu. De situatieschets in paragraaf 4.3 en 9.3 van het MER zijn in dit licht bezien voldoende. Er wordt niet beoogd een uitputtende schets van de economische impact te geven. Een uitwerking van een schaderegeling hoort niet in een MER thuis. Op grond van hoofdstuk 6 van de Wet ruimtelijke ordening wordt er planschadevergoeding toegekend voor zover de schade redelijkerwijs niet voor rekening van de aanvrager (van de tegemoetkoming van de schade) behoort te blijven en voor zover de tegemoetkoming niet voldoende anderszins is verzekerd. Er is dus wettelijk gegarandeerd dat voor vergoeding in aanmerking komende schade ook daadwerkelijk zal worden vergoed. 2.4 Geluid De vrees voor een toename van geluidsbelasting komt in groot aantal zienswijzen naar voren. Veel zienswijzen gaan in op de nieuwe geluidsnorm die in het MER als referentie wordt gebruikt. Aangegeven wordt dat deze norm (de Europese Lden-norm) nog niet door het parlement is vastgesteld en door de Raad van State is goedgekeurd. De Gemeente Lemsterland geeft aan dat deze nieuwe norm niet kan worden toegepast. In de zienswijzen wordt de zorg uitgesproken dat met deze nieuwe norm de geluidsbelasting toe zal nemen, omdat met gemiddelden wordt gerekend en daarmee piekbelasting of nachtelijke geluid over het jaar zal worden uitgesmeerd. Insprekers geven aan zich zorgen te maken over de beleving van het geluid; het MER geeft onvoldoende inzicht in wat de windmolens qua geluidsbelasting gaan betekenen: wat is de werkelijke belasting in en rondom de woningen, wat betekent de optelsom van alle windmolens voor de beleving van het geluid, wat betekenen de extra hoge windmolens voor de beleving van het geluid, en wordt voldoende rekening gehouden met het nu stille achtergrondniveau? De Commissie geeft in haar toetsingsadvies aan dat het MER inzicht geeft in de geluidsbelasting door het windpark, waarbij ook inzicht in de cumulatie is meegenomen. Op basis van berekeningen is de geluidsbelasting in beeld gebracht. De Commissie heeft niet de aanvaardbaarheid van de norm getoetst. Zij toetst of het MER voldoende informatie bevat voor de besluitvorming, die moet plaats vinden op basis van vigerende wet- en regelgeving. De Commissie adviseert bij de besluitvorming over het inpassingsplan rekening te houden met de mogelijkheid dat cumulatie van geluid optreedt rond de locaties aan de Noorder- en Westermeerdijk. Het bevoegd gezag is in het inpassingsplan en in de Wm-vergunningen ingegaan op het aspect cumulatie. Bij de beoordeling van de optredende geluidniveaus wordt in het kader van de 6

8 vergunningen rekening gehouden met de cumulatie van het geluid veroorzaakt door alle vier nieuw aan te leggen parken samen. Bij toetsing aan de norm zal cumulatief moeten worden voldaan aan de betreffende norm. Deze systematiek sluit tevens aan bij het advies uit de Circulaire geluidhinder veroorzaakt door windturbines; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer. Daarnaast is in het MER een vergelijking van de huidige situatie en de toekomstige situatie gegeven. De beleving van geluidbelasting in de nacht wordt in de Lden meegewogen door bij de werkelijke niveaus 10 db op te tellen. Geluidbelasting in de nacht telt daardoor bij de toetsing aan de normstelling veel zwaarder mee dan dezelfde belasting overdag. Het is de verwachting dat deze norm in 2010 in het Activiteitenbesluit wordt opgenomen en daarmee is de norm dan landelijk geldend. 2.5 Nautische veiligheid In een aantal zienswijzen uiten insprekers hun bezorgdheid over de kans op aanvaring van schepen met de windmolens en naar de mogelijke gevolgen van deze aanvaringen op het milieu. Deze insprekers plaatsen een groot aantal inhoudelijke vraagtekens bij het MER op dit punt en zijn van mening dat het MER onvoldoende informatie biedt. De Commissie heeft de initiatiefnemers vragen gesteld over de berekening van de aanvaringskans van de scheepvaart met de windturbines. Dit heeft geleid tot een aanvulling op het MER. Noch het MER, noch de aanvulling daarop, geven naar het oordeel van de commissie MER nadere informatie over de mogelijke vervolg -effecten op het milieu. De commissie adviseert het bevoegd gezag om bij de besluitvorming stil te staan bij aanvaringsrisico s ( vervolg-effecten ) voor de natuur en de drinkwatervoorziening. De commissie acht een uitgebreide studie naar deze risico s niet zinvol, aangezien er te weinig gegevens beschikbaar zijn om deze goed uit te kunnen voeren. Wel adviseert de Commissie na te denken over preventieve maatregelen en een calamiteitenplan. De Commissie adviseert voorts om de aannemelijke aanvaringskans (eens in de tien jaar raakt een schip uit de vaargeul en raakt een windturbine) mee te nemen in de besluitvorming. Tevens adviseert de Commissie om een aantal punten over de scheepvaartveiligheidsvoorziening (SVV) in de besluitvorming te betrekken. Het bevoegd gezag heeft kennis genomen van de aanvulling op het MER. In bijlage J van het MER en in bijlage 2 van de aanvulling zijn de gevolgen voor de scheepvaartveiligheid naar de mening van het bevoegd gezag voldoende in beeld gebracht. In het MER is in paragraaf 5.8 en paragraaf 9.15 van het Algemeen Deel ingegaan op scheepvaartveiligheid. In de locatiespecifieke delen voor de buitendijkse windparken is eveneens ingegaan op de scheepvaartveiligheid. Daarbij is uitgegaan van de omstandigheden bij het windpark. Tijdens een noordwester storm zullen de voorgestelde maatregelen (radarreflectoren en sectorlichten) de situatie ter plaatse van de Rotterdamse Hoek extra goed waarneembaar maken zodat schippers alert zijn op het gebied. In de milieuvergunning voor het buitendijks opgestelde windturbinepark wordt een calamiteitenplan voorgeschreven, gericht op de handelingen ter voorkoming van vrijkomen en/of verdere verspreiding van milieugevaarlijke stoffen ingeval van een aanvaring. Onderdelen hiervan zijn onder meer protocollen voor alarmering relevante instanties, treffen van verontreinigingsreductie en bestrijdingsmaatregelen. Een calamiteitenplan is tevens onderdeel van de aanvraag voor de WBR-vergunning bij Rijkswaterstaat. Het is niet mogelijk om preventieve maatregelen voor het schoonhouden (vrij van obstakels) van de onderkant van de windturbines op te nemen in de Wm- en WBR-vergunning. Het bevoegd gezag gaat in het ontwerpinpassingsplan nader in op de scheepvaartveiligheid. De punten over de SVV zijn suggesties om met eenvoudige voorzieningen hetzelfde te bereiken. De SVV is gekozen door de initiatiefnemers op grond van uitgebreide adviezen en verwerkt in de aanvragen. De functie van de SVV is eerder het geleiden van de scheepvaart dan het afschermen van enkele winturbines. De adviezen over de SVV zijn voor kennisgeving aangenomen door het bevoegd gezag. 2.6 Stabiliteit dijken Veel zienswijzen gaan in op de stabiliteit van de dijken. De vrees bestaat dat bij de aanleg van windmolens of bij het in gebruik nemen (exploitatiefase) van de windmolens de stabiliteit van dijken wordt aangetast. Daarnaast is de verwachting dat door de aanleg van windmolens de kweldruk achter de dijken flink zal toenemen. Dit zal ten koste gaan van de kwaliteit van de landbouwgrond. Het MER biedt naar de mening van insprekers onvoldoende informatie op dit punt. 7

9 De Commissie geeft aan dat naar haar mening in het MER aan alle mogelijke bezwijkmechanismen van de waterkering aandacht is besteed. Voor de exploitatiefase onderschrijft de Commissie de algemene conclusie dat geen negatieve effecten van het windpark op de waterkering te verwachten zijn. Voor de aanlegfase geldt dit ook, maar daarbij gaat het onderzoek uit van een aantal aannames. De Commissie adviseert om deze aannames bij de besluitvorming verder te specificeren. Ook adviseert de Commissie om bij de aanleg van de windmolens nader in te gaan op de wijze van uitvoering, en maatregelen en voorzieningen op te nemen om de veiligheid te waarborgen. Het bevoegd gezag is van mening dat het MER voldoende de effecten in beeld heeft gebracht. In de keurontheffing is opgenomen dat er ter plaatse van alle binnendijkse windturbines sonderingen worden uitgevoerd voor de detailengineering van het fundament. Een risicoanalyse naar de effecten als meerdere heistellingen tegelijkertijd gebruikt worden, heeft geen toegevoegde waarde, omdat er tijdens de bouw wordt gemonitord. Hiervoor zal een monitoringsplan worden opgesteld. Bij overschrijding van kritische trillingsniveaus worden de heiwerkzaamheden geheel of gedeeltelijk stilgelegd en gemeld bij het Waterschap. Tevens zal het Waterschap één dag ter plaatse monitoren om de berekeningen te verifiëren. Met betrekking tot het optreden van kwel gaat het MER uit van een klein risico. Een afweging hierin zal in het besluitvormingstraject worden meegenomen. 2.7 Natuur In veel zienswijzen maken insprekers zich zorgen over de impact van het windpark op de natuur en dan met name over de negatieve effecten op de populaties vleermuizen en vogels. De vrees bestaat dat vleermuizen en vogels in aanvaring komen met de windmolens of daardoor gedesoriënteerd raken. De insprekers zijn van mening dat het MER daar onvoldoende en onvolledig onderzoek naar heeft gedaan. De Gemeente Lemsterland geeft aan dat voor de beoordeling van de ontheffingsaanvraag gebruik moet worden gemaakt van de in 2009 vastgestelde standaard voor vleermuisinventarisaties (vastgesteld door de Gegevensautoriteit Natuur). Voorts gaan insprekers in op de verstoring in de rust- en fourageergebieden in de randzone van het IJsselmeer. Insprekers zijn van mening dat door deze verstoring negatieve effecten op de populaties zullen optreden en zijn van mening dat het MER onvoldoende onderbouwing levert dat deze negatieve effecten niet op zullen treden. Insprekers wijzen erop dat het plangebied een Natura-2000 gebied is, waarvoor instandhoudings-doelstellingen zijn geformuleerd. De Commissie heeft bij de toetsing om een aanvulling gevraagd; de Commissie was van mening dat de beschrijving van de effecten op de instandhoudingsdoelstellingen te verspreid was opgenomen om kunnen beoordelen. De Commissie concludeert dat in de aanvulling op het MER voor het voorkeursalternatief de effecten overzichtelijk zijn opgenomen. De Commissie is van mening dat de effecten systematisch zijn nagelopen en dat op basis van de beschreven effecten terecht mag worden geconcludeerd dat het windpark niet leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken. De Commissie constateert dat enkele conclusies in het MER met onzekerheden zijn omgeven omdat nog leemten in kennis bestaan. In verband daarmee adviseert de Commissie een monitoringprogramma op te stellen en in dit programma op te nemen: - Vliegbewegingen van vogels tussen de Noordoostpolder en de steile bank, - Het effect van de opstelling bij de Noordermeerdijk op de vliegbewegingen van trekvogels tussen het foerageergebied in de Noordoostpolder en slaapplaats Steile Bank, - Het verwachte positieve effect van de scheepvaartveiligheidsvoorziening (SVV), - De gegevens van trektelpost Ketelbrug/ Kamperhoek, in relatie tot het aantal aanvaringsslachtoffers van trekvogels, en - Effecten op vleermuizen. De Commissie adviseert om na te gaan of de plaatsing van de windturbines binnen de lijnen langs de Noordermeerdijk geoptimaliseerd kan worden. Bijvoorbeeld door rekening te houden met de route van de vliegbeweging tussen het belangrijkste fourageergebied in de Noordoostpolder en de slaapplaats Steile Bank. Voorts adviseert de Commissie om de SVV vroegtijdig aan de leggen. Dit in verband met de periode die de beoogde natuurwaarden nodig hebben om zich hierachter te kunnen ontwikkelen. 8

10 Het bevoegd gezag constateert dat bij MER gebruik is gemaakt van een groot aantal wetenschappelijke studies naar de invloed van windmolens op de natuurlijke omgeving. Het bevoegd gezag is van mening dat het onderzoek in het MER zorgvuldig is gedaan. Het is op basis van de beschikbare informatie niet altijd mogelijk om exacte voorspellingen te doen, bijvoorbeeld over de aanvaringsrisico s. In de ontwerpnbw-vergunning is monitoring voor de eerste 3 jaar voorgeschreven. Het bevoegd gezag is van mening dat de vliegbeweging van vogels tussen de Noordoostpolder en de Steile Bank niet hoeft te worden gemonitoord. Uit de passende beoordeling blijkt dat er nauwelijks barrièrewerking optreedt. SOVON Vogelonderzoek Nederland doet al veel onderzoek naar de aantallen vogels op de Steile Bank. Het bevoegd gezag is van mening dat er geen nader onderzoek nodig is naar een optimalisatie van de lijnopstelling langs de Noordermeerdijk. Deze optimalisatie is strijdig met de eisen die de fabrikant stelt i.v.m. turbulentie en strijdig met de ruimtelijke voorwaarde ten aanzien van een gelijkmatige spreiding van de windmolens. In de ontwerpnbw-vergunning is opgenomen dat de SVV moet worden aangelegd voor de plaatsing van de eerste (buitendijkse) windmolen. In het monitoringprogramma is opgenomen dat de mate van verstoring van de vogels door de exploitatie van de windturbines en de ontwikkeling van de natuurwaarden achter de SVV en het gebruik hiervan door vogels wordt gevolgd. De gegevens van de trektelpost Ketelbrug/ Kamperhoek kunnen worden meegenomen in het monitoringsprogramma. Hier wordt geen apart voorschrift voor opgenomen omdat de Natuurbeschermingswetvergunning wordt afgegeven voor de aangewezen vogels die in de winter in het gebied verblijven en niet voor vogels die voorbij trekken. De effecten op vleermuizen worden in het monitoringsprogramma opgenomen. 2.8 Landschappelijke en cultuurhistorische kenmerken Het historisch aangezicht van Urk en de mogelijke aantasting daarvan wordt in veel zienswijzen genoemd. Ook wordt in veel zienswijzen aangegeven dat de opstelling van windmolens afbreuk doet aan het open landschap van de Noordoostpolder. De insprekers geven aan dat de visualisaties in het MER maar ten dele informatie bieden over het beeld dat zal ontstaan. Insprekers geven aan bepaalde gezichtspunten te missen. Ook wordt aangeven dat de visualisatie geen recht doen aan de spanning tussen de (kleinschalige) kenmerken van Urk enerzijds en de grote industriële lijnopstelling anderzijds. Anderen zien in de visualisaties een bevestiging van de aantasting van het aangezicht. Met name de hoogte van de windmolens en de opstelling in rijen zijn punten die in veel zienswijzen worden aangehaald. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft aangegeven dat in het MER voldoende informatie voor het bevoegd gezag verzameld is over de mogelijke effecten van de voorgenomen ingreep op de aanwezige cultuurhistorische waarde, om een besluit op te kunnen baseren. De Rijksdienst heeft een aantal (redactionele) detailopmerkingen en vraagt extra aandacht voor het ir. D.F. Woudagemaal. Dit gemaal met omgeving heeft de UNESCO-status. De Rijksdienst adviseert ook andere invalshoeken rond het ir. D.F. Woudagemaal (o.a. de IJsselmeerzijde) bij het MER te betrekken. Op die manier kan een completer beeld geschetst worden van mogelijke effecten op de ruimtelijke beleving. De Provincie Fryslân constateert dat het MER onvoldoende de effecten beschrijft van het windpark op het landschap. Meer specifiek ontbreekt in het MER een beschrijving van het karakter van het landschap van het IJsselmeer en de effecten van de windturbineopstellingen daarop. Het gaat hierbij o.a. om het open waterpanorama van het IJsselmeer dat beïnvloed wordt door de opstelling van de windturbines op de grens van land en water. Bij de effectbeschrijving van de turbineopstelling in het landschap (van de Noordoostpolder) wordt voorbij gegaan aan de karakteristieken van dit landschap (grootschaligheid, rechtlijnigheid, puntverdichtingen door erven, dijken, openheid en dan voornamelijk de schaal hiervan). Deze karakteristieken worden sterk beïnvloed door de schaal van de turbineopstellingen. In de effectbeschrijving wordt geen aandacht besteed aan onderdelen van turbineopstellingen zoals verdeelstations. Dit soort bijproducten kan echter wel leiden tot onrust in het landschap (verrommeling). De Provincie adviseert het MER aan te vullen met de aangegeven effectbeschrijvingen en een aantal visualisaties die meer recht doen aan de waarneming van het menselijk oog. 9

11 De Gemeente Lemsterland hecht er aan dat ook windmolens van maximaal 60 meter in de visualisaties worden opgenomen en adviseert het MER aan te vullen met meer beeldmateriaal dan de nu in het MER opgenomen twee visualisaties. De Commissie heeft geen aanvulling gevraagd op dit onderwerp. In reactie op de zienswijzen is door de initiatiefnemers echter op eigen initiatief een aanvulling opgesteld welke door de Commissie is meegenomen in haar beoordeling. De Commissie concludeert dat het MER en de aanvulling daarop een goed beeld geven van het aangezicht en de zichtbaarheid van het windpark. De Commissie constateert dat het MER hiermee voldoende (beeld)materiaal bevat om een indruk te geven van de effecten van de opstellingen. De Commissie constateert dat het rechtstreekse zicht op Urk vanaf het IJsselmeer en de Ketelbrug weliswaar geflankeerd zal worden door windmolens, maar dat Urk wel ongehinderd zichtbaar blijft. Door de maat, schaal en uitstraling van de turbines in de nabijheid van het dorp zal de beleving van Urk, en daarmee het markante beeld van het dorp en dorpsbos in de lage kantlijn, wel wijzigen. Het MER brengt dit naar het oordeel van de Commissie duidelijk in beeld. Het bevoegd gezag is van mening dat de aanvullingen op het MER op een aantal belangrijke punten essentiële informatie toevoegen. Het totaal van de beschrijvingen, visualisaties, viewsheds en de beoordeling van de visuele invloed bieden voldoende informatie over de effecten op landschappelijke en cultuurhistorische kenmerken voor de besluitvorming. Uit het samenspel van de informatie blijkt dat de windmolens een grote impact hebben op de omgeving. Dat windmolens die langzamer draaien een rustiger beeld opleveren is proefondervindelijk vastgesteld. Naar aanleiding van het vooroverleg over het inpassingsplan en de reacties op het MER is rekening gehouden met de maatschappelijke en cultuurhistorische waarden van Urk door op de locatie Westermeerdijk buitendijks aan zeven van de aangevraagde windturbines planologisch geen medewerking te verlenen. Dit betreft de vier windturbines nabij Urk van de meest westelijke lijn en de drie windturbines nabij Urk van de meest oostelijke lijn. Deze waren oorspronkelijk wel aangevraagd door de initiatiefnemers. De betreffende vergunningaanvragen zijn door de initiatiefnemers hier op aangepast. Met de keus voor deze turbines is aangesloten bij de functie die met name de Westermeerdijk deels heeft als uitloopgebied van Urk. Er lopen enkele verbindingspaadjes tussen de dijk en het noordelijke deel van de bebouwing van Urk en het Urkerbos. Tevens wordt hiermee deels tegemoet gekomen aan de weidse zichten over het water vanaf de dijk en vanuit Urk. Tot slot zal de flankering van Urk door windturbines enigszins afnemen en zal de skyline van Urk vanaf het IJsselmeer, komend vanuit het noorden, minder schuil gaan achter de lijnopstellingen van het middelste deelgebied. 2.9 Monitoring- en evaluatieprogramma Een aantal insprekers wijst er op dat een windpark van een dergelijke omvang nieuw is en derhalve effecten moeilijk kunnen worden voorspeld. Ook over de cumulatie van effecten is weinig bekend. Insprekers wijzen er op dat in het MER veel aannames worden gemaakt of conclusies uit wetenschappelijke studies worden getrokken. Het blijft naar de mening van de insprekers de vraag wat de praktijk zal opleveren. Ook de Commissie geeft aan dat er nog weinig tot geen ervaring is met een windpark van deze omvang. De Commissie benadrukt dan ook het belang van een monitoring- en evaluatieprogramma. Het bevoegd gezag heeft samen met de initiatiefnemers van de verschillende windturbineparken besloten om een integrale monitoring- en evaluatieprogramma voor de effecten op vogels en vleermuizen op te zetten en een integrale analyse daarvan op te stellen. De borging hiervan zal plaatsvinden in het kader van de vergunning volgens de Natuurbeschermingswet

12 Antwoordnota MILIEU EFFECT RAPPORT WINDPARK NOORDOOSTPOLDER Bijlage 1 Antwoorden op unieke zienswijzen Mei 2010 Gemeente Noordoostpolder Provincie Flevoland Minister van Economische zaken

13 Leeswijzer De Antwoordnota MER Windpark Noordoostpolder heeft een drieledige opzet - een antwoord op hoofdlijnen; - antwoorden op de unieke zienswijzen (bijlage 1); - een bundel met alle zienswijzen (bijlage 2) In deze bijlage 1 zijn alle antwoorden op de unieke zienswijzen opgenomen. Op het MER zijn 688 inspraakreacties binnengekomen. Een groot deel daarvan bestaat uit meervoudig ingediende, identieke zienswijzen. Het aantal unieke zienswijzen, waarbij de meervoudig ingediende zienswijzen voor één tellen, is uitgekomen op 66. Insprekers kunnen in de Inspraakbundel (bijlage 2) het nummer van hun inspraakreactie terugvinden. In de zienswijzen zijn insprekers met één of meerdere argumenten ingegaan op het MER. In deze bijlage zijn voor de zienswijzen 1 tot en met 66 al deze argumenten integraal overgenomen. De argumenten zijn aangeven met een cijfer/lettercombinatie (het eerste argument uit de eerste brief heeft nummer 1a). Het bevoegd gezag gaat per argument in op de beantwoording. Indien het argument identiek is aan een eerder argument, wordt naar de beantwoording van dit eerste argument verwezen. 2

14 Antwoorden op unieke zienswijzen Nr. Argument en antwoord 1 a Inspreker wil dat 1 windturbine bij de Rotterdamse hoek, 1e binnendijkse plaatsing, naar het meest noordelijke punt wordt verplaatst. Daarmee kan aantal windturbines gelijk blijven. Door verplaatsing van deze windturbine wordt de corridor verbreed. Volgens inspreker moet deze passage zo breed mogelijk worden gehouden om de vogeltrek zo min mogelijk te belemmeren. De plek van de huidige molen staat nu zeer dicht op natuurgebied "het Rotterdamse hoekbosje". Antwoord: In de Passende beoordeling (Bijlage 1, Aanvulling MER) wordt geconcludeerd dat ten aanzien van alle instandhoudingsdoelstellingen significante negatieve effecten zijn uitgesloten. Er is derhalve geen aanleiding om de corridor te verbreden. 2 a Locatie: Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar alternatieve locaties. De uitgevoerde onderzoeken zoals in het MER weergegeven beperken zich tot alternatieven in het IJsselmeergebied en alternatieven in de Noordoostpolder. Het Windpark Noordoostpolder wordt echter van nationaal belang geacht, waarom ook de Rijkscoördinatieregeling van toepassing is verklaard en een Rijksinpassingsplan wordt voorbereid (Algemeen Deel MER paragraaf 1.4). Mijns inziens dient dan ook op nationale schaal een afweging te worden gemaakt van mogelijke alternatieve locaties zowel op land als op zee. Dit is niet gebeurd. Antwoord: Het windmolenpark past in het beleid van de gemeente Noordoostpolder en provincie Flevoland. Het kabinet heeft in het 'werkprogramma Schoon en Zuinig' aangegeven dat de komende vier jaar committering voor 2000 MW voor wind op land nodig is. Voor het realiseren van deze doelstelling zijn meerdere windmolenparken in Nederland nodig. Het windpark in de Noordoostpolder is er daar één van. In 2.5 van het MER wordt een alternatievenonderzoek naar locaties gedaan, aangevuld in de Aanvulling MER. Ook de Commissie m.e.r. kan zich vinden in deze aanpak voor de locatieafweging. Het kabinet werkt ook aan de realisatie van windenergie op zee. 2 b Cultuurhistorie en landschap: het historisch aanzicht van Urk wordt ernstig bedreigd en ook het unieke karakter van de Noordoostpolder als open gebied wordt geweld aangedaan. Volgens het MER zijn de effecten op cultuurhistorie en archeologie beperkt. Deze uitspraak wordt niet dan wel onvoldoende onderbouwd. De cultuurhistorische en landschappelijke waarde van het beschermd dorpsgezicht van Urk wordt in paragraaf 5.6 van het Algemeen Deel met enkele korte zinsneden afgedaan. Louter met als argument dat de bescherming zich beperkt tot het dorp Urk en niet tot de omgeving. Naar de letter van de wet is dat wellicht correct, echter, vanaf het water wordt het dorpsgezicht van Urk dramatisch aangetast en het uitzicht vanaf Urk over het open water gaat richting het noorden en noordwesten ook verloren. Dat minister Plasterk zijn collega s van EZ en VROM heeft gevraagd bijzonder alert te zijn op de gevolgen voor de landschappelijke en cultuurhistorische waarden, ook buiten het directe plangebied, en die ten volle mee te wegen (brief Plasterk aan B&W van Urk d.d. 7 april 2009) heeft bij de opstelling van het MER kennelijk. geen enkele rol gespeeld. Omstandig wordt in dezelfde paragraaf uitgelegd wat de grote cultuurhistorische en landschappelijke waarde van de Noordoostpolder is (beleidsmatig beschermd door Nota Belvedere, Omgevingsplan Flevoland en Kwaliteitskaart Noordoostpolder-Urk). Het MER stelt dat windturbines invloed hebben op de relatie tussen lijnen en landschappelijke structuren en de ruimtelijke kwaliteit (paragraaf 5.6.2). Kennelijk wordt bedoeld: negatieve invloed. Hoe die moet worden beperkt wordt niet duidelijk. Slechts wordt gesteld dat de initiatiefnemers van het windpark op creatieve wijze inhoud willen geven aan 'behoud door ontwikkeling zoals Belvedere vereist. Ik vind dit verbijsterend. Een grote onderlinge afstand tussen de 3

15 Antwoord: molens heeft volgens het MER de voorkeur want dat heeft de minste invloed op de openheid van het polderlandschap (paragraaf 4.5.2). Ook dit is mijns inziens een niet onderbouwde suggestie, die strijdig is met gewoon boerenverstand. Het MER erkent dat het om een veronderstelling gaat, waarover de meningen kunnen verschillen. Videoanimatie moet een betere indicatie geven, echter deze is niet overtuigend. Het MER lijkt zelf al te twijfelen, want, zo lees ik, "als de windturbines dichter bij elkaar staan hebben ze meer een begrenzend effect in de beleving (Korte Samenvatting blz. 12). In gewoon Nederlands betekent dit volgens mij dat het dan echt een hek lijkt waar je achter woont. Maar wie garandeert mij dat ik dat gevoel straks niet heb, bij de grotere afstand? Ik wil dat graag met onafhankelijk onderzoek onderbouwd zien. Ook andere uitspraken worden niet onderbouwd, zoals de stelling dat het verschil in hoogte tussen de diverse typen molens nauwelijks waar te nemen is en de stelling dat grotere molens doordat ze langzamer draaien visueel een rustiger beeld geven. Voor zo n stelling zul je toch onderzoeksgegevens moeten overleggen en voor zover die er al zijn, zijn ze aanvechtbaar omdat een park van deze omvang en dit type enorme molens nog nergens bestaat. In de Aanvulling MER is een nadere beoordeling voor het effect op het beschermde dorpsgezicht van Urk opgesteld. Hieruit blijkt dat het rechtstreekse zicht op Urk vanaf het IJsselmeer en de Ketelbrug weliswaar geflankeerd wordt door windturbines, maar dat Urk wel ongehinderd zichtbaar blijft. Ook de Commissie m.e.r. heeft dit geconstateerd. De Commissie m.e.r. bevestigt in haar advies dat het MER voldoende materiaal bevat om een goed beeld te geven van het aanzicht en zichtbaarheid van het windpark. In de Nota Ruimte is opgenomen dat geen omheining mag plaatsvinden. Door het gat van ruim 1400 meter bij de Westermeerdijk en Noordermeerdijk zal van omheining geen sprake zijn. Belvedere gaat uit van ontwikkeling met behoud van bestaande historische en landschappelijke kwaliteiten. De huidige generatie windmolens passen niet in het relatief kleinschalige middengebied van de Noordoostpolder. Bij de locatiekeuze is daarom bepalend geweest dat windmolens van deze afmetingen alleen maar geplaatst kunnen worden in relatie tot grootschalige landschappelijke elementen. Een dijk is een landschappelijke element bij uitstek, dat in redelijke verhouding staat tot windmolens van deze omvang. Door aansluiting te zoeken bij de landschappelijke structuur van de begrenzing van Noordoostpolder wordt tegemoet gekomen aan Belvedere. De bestaande structuur wordt geaccentueerd. Door grote windmolens te plaatsen kan / moet worden volstaan met grotere afstanden tussen de turbines. Dat betekent dat letterlijk zowel landschappelijk, ecologisch, visueel als milieutechnisch meer ruimte wordt verkregen. Dat daardoor een vorm van markering van de grens tussen land en water wordt verkregen is onontkoombaar. Dat windmolens die langzamer draaien een rustiger beeld opleveren is proefondervindelijk vastgesteld. Blijft uiteraard dat een windmolenpark van deze afmetingen een grote impact heeft op de omgeving. 2 c Aardkundige waarden: er is geen rekening gehouden met de aardkundige waarde van De Vormt. Speciale aandacht vraag ik voor de aardkundige waarden (Algemeen Deel paragraaf 5.6.4). Het MER neemt het IJsselmeer niet mee, omdat dit niet is aangewezen als aardkundig waardevol gebied. Het is echter bij alle geologen bekend, en het zou dus ook bij de opstellers van het MER bekend moeten zijn, dat buitendijks een grote voortzetting ligt van het (wél genoemde) geologisch reservaat P. van der Lijn. Dit reservaat is van zeer grote, internationale waarde. De buitendijkse voortzetting, de Vormt genoemd, is al sinds de Middeleeuwen bij de scheepvaart berucht als steenrif door de enorme eindmorene-keien die hier liggen. Antwoord: De Vormt ligt ten zuiden van het windmolenopstelling Westermeerdijk buitendijks. Doordat er geen windmolens geplaatst worden op de Vormt, zal dit geen effecten hebben op de aardkundige waarden. 4

16 2 d Veiligheid dijken: er zijn onvoldoende garanties dat het Windpark in de bouwfase en in de gebruiksfase de stabiliteit van de dijken van de Noordoostpolder niet in gevaar brengt. Paragraaf 8 van het Algemeen Deel gaat in op de bouw van de molens. Het aantal funderingspalen per molen OP land bedraagt stuks (afhankelijk van het type molen), de diepte wordt meter. Te water worden drie mogelijke funderingstechnieken beschreven: monopile (enorme stalen buis die in de bodem wordt geheid), gravity base (zware betonnen constructie die wordt afgezonken) en damwandconstructie (van damwand wordt grote bouwput gemaakt, waarin fundament wordt gebouwd). De opstellers van het MER lijken te opteren voor deze laatste. In de beschrijving van deze opties vind ik geen woord over het effect van de bouwactiviteiten op de stabiliteit van de dijken en op de kwelstroom naar de polder. Paragraaf 9.14 rept wel over mogelijke effecten op de dijk, die zouden zijn onderzocht, met verwijzing naar bijlage F. Onder voorbehoud van incidenten zou er geen effect zijn. Echter, bestudering van bijlage F leert dat er met name tijdens de. bouwfase wel degelijk grote risico's bestaan voor enorme toename van kwelstromen, waardoor zelfs verdroging van het dijklichaam dreigt. In paragraaf 11.2 wordt aangegeven dat de initiatiefnemers tijdens de bouw trillingen willen monitoren. Vooraf wordt dus niets gedaan? En wat gebeurt er dan als er iets mis gaat? En hoe zit het met trillingen in de gebruiksfase? Worden die ook gemeten? Vanwege deze verschillende interpretaties van kennelijk hetzelfde vooronderzoek ben ik van mening dat er onvoldoende garanties zijn dat het Windpark geen nadelig effect heeft op de stabiliteit van de dijken van de Noordoostpolder, zowel in de bouwfase als in de gebruiksfase. In de regio Noordoostpolder-Urk wonen zo'n mensen beneden het IJsselmeerpeil. De veiligheid van al deze mensen mag niet in gevaar komen. Antwoord: De bouwactiviteiten van het windpark in het IJsselmeer hebben geen effect op de dijken vanwege de afstand van meer dan 500 meter van de dijk (dichtstbijzijnde windpark is gelegen op 530 meter afstand van de kust). Met betrekking tot kwelstromen is aangegeven dat het grondwaterniveau hoog is in de Noordoostpolder. Bij gebruikmaking van een ondergronds fundament kan in potentie veel grondwater vrij komen. In het MER is als alternatief aangegeven dat gebruik kan worden gemaakt van een bovengronds fundament (op maaiveld) waardoor van bemaling geen sprake is. Zoals aangegeven zijn de effecten in het MER onderzocht, ondermeer de optredende trillingen en de effecten van de kabel welke de dijk kruist. Borging hiervan in de besluitvormingsfase vindt plaats door het uitvoeren van trillingsmetingen in de bouwfase zodat gemonitord kan worden dat voldaan wordt aan de normen van het waterschap. Dit is onderdeel van de keurontheffing van het waterschap voor de binnendijkse windparken. Tijdens de bouw zullen de trillingen worden gemonitord, zodat kan worden ingegrepen indien ongewenste trillingsniveau's optreden. Dit is alleen mogelijk gedurende de bouw. In het geval dat ongewenste trillingsniveau's optreden wordt het heien stilgelegd. Uit het onderzoek dat nu vooraf is uitgevoerd blijkt overigens dat voor deze trillingsniveau's niet gevreesd hoeft te worden. Met betrekking tot trillingen in de gebruiksfase geldt, zoals in bijlage F van het MER is aangegeven, dat de trillingen van de turbine voor het grootste deel worden geabsorbeerd door de mast en het fundament (beide van beton). daarnaast is de afstand tot de dijk dermate groot dat trillingen in de bodem de dijk niet bereiken. 2 e Een ander aspect is dat de paden op de dijken niet alleen voor onderhoud in gebruik zijn, maar zijn ook als recreatief fietspad. Dit aspect wordt in het MER niet genoemd. Blijven deze fietspaden open voor het publiek? Antwoord: Het fietspad blijft bestaan in zijn huidige functie. Het fietspad over de Westermeerdijk maakt deel uit van het landelijke LF-netwerk. Deze vallen onder het beleid van het ministerie van LNV. 5

17 2 f Veiligheid scheepvaart: er is onvoldoende onderzoek gedaan naar het risico van een aanvaring van binnenvaartschepen en visserijschepen met een of meer molens en naar de mogelijke gevolgen van zo'n aanvaring voor het milieu. Volgens het MER is er geen gevaar voor de scheepvaart (binnenvaart/recreatie) en andersom leveren deze ook geen gevaar voor de molens op. Deze stelling wordt in paragraaf 9.15 onvoldoende onderbouwd. Zo wordt bijvoorbeeld benadrukt dat geen informatie voorhanden is om de kans op het uit de koers raken van een schip te bepalen. De gevolgen van mogelijke aanvaringen worden gebagatelliseerd, waarbij slechts ingegaan wordt op fysieke schade aan molens, schip en personeel. De mogelijke gevolgen voor het milieu worden niet genoemd. Wat te denken van een olieramp op het IJsselmeer? Verder wordt niet ingegaan op de veiligheid voor vissersschepen. Dit is toch een vorm van beroepsvaart die op de geplande locaties intensief wordt bedreven. IJsselmeerkotters opereren tot vlak onder de kust. Antwoord: In de locatiespecifieke delen voor Noordermeerdijk- en Westermeerdijk Buitendijks zijn de gevolgen voor het milieu beschreven in 5.7. Met betrekking tot de veiligheid voor vissersschepen geldt dat ruimte tussen de kust en de lijnopstellingen is gehouden om de IJsselmeerkotters ruimte te geven voor het opereren dicht onder de IJsselmeerkust, zie bijvoorbeeld ook 5.10 van de genoemde locatiespecifieke delen. Het daadwerkelijk opereren nabij of tussen de windturbines is ook toegestaan maar hiervan worden geen specifieke hogere risico's verwacht aangezien het aannemelijk is dat vissen of opereren nabij de windturbines tot voorzichtigheid leidt. Daarbij zijn de windturbines zichtbaar op de radar van het schip. Op de nautische veiligheid is in 9.15 van het Algemeen Deel van het MER ingegaan. In bijlage 2, Aanvulling MER, heeft het bureau HMC de aanvaringskans nader bepaald. Hiermee wordt inzicht geboden in de relevante kansen op aanvaring. De Commissie voor de m.e.r. vindt de gehanteerde berekeningsmethodiek om de kans te bepalen dat een schip tegen een windturbine aanvaart, niet bruikbaar voor dit initiatief. Wel vindt de Commissie de genoemde orde van grootte (eens in de circa 10 jaar) aannemelijk. De Commissie m.e.r. stelt in paragraaf 6.2 van haar advies -kortgezegdvast dat frontale aanvaringen niet zullen leiden tot lekkage en een uitgebreide studie niet zinvol is. 2 g Ook houdt het MER geen rekening met het effect van de lichtbundel van de Urker vuurtoren, die een bereik heeft van 31 kilometer. Zodra deze bundel op de windmolens valt, zal dat leiden tot slagschaduw en mogelijk een levensgevaarlijke situatie voor de scheepvaart in de vlakbij liggende vaargeul. Antwoord: De lichtbundel van de vuurtoren heeft een repeterend karakter. Schepen die in de vaargeul langs de windturbines varen zien zonder windturbines derhalve in een bepaalde frequentie het licht. Het varen langs de windturbines, welke op enkele honderden meters van elkaar staan, zal geen wezenlijk effect hebben op de waarneembaarheid van het licht van de vuurtoren. Ook zullen de windturbines niet leiden tot slagschaduw vanwege het repeterende karakter van de lichtbundel en de vaarbeweging van het schip. 2 h Economie: de gevolgen voor de regionale economie zijn onvoldoende onderzocht. Volgens het MER is het plan gunstig voor de economie, gelet op vereist onderhoud van het park en mogelijke participatie de bevolking. Echter, de negatieve economische effecten worden niet genoemd, zoals negatieve gevolgen voor watertoerisme en visserij. Slechts wordt gesteld dat daarop naar verwachting geen negatief effect is. Elke onderbouwing in dit verband ontbreekt. Ook is het de vraag wat een park vlak langs de vaargeul betekent voor de verdere ontwikkelingsmogelijkheden van de binnenvaart. Verwarrend is ook dat in paragraaf 11.2 (tabel 11.2) wordt aangegeven dat uit het oogpunt van nautische veiligheid de beroepsvaart verplicht wordt om gebruik te maken van de vaargeul, of de buitenzijde van de vaargeul (niet de kant van de windmolens). De recreatievaart mag ook niet tussen de windmolens doorvaren. Geldt dit ook voor de visserij? Zo ja, dan missen de IJsselmeervissers hun belangrijkste visgronden. Dat het MER in het Algemeen Deel onder paragraaf (leemten in kennis) stelt dat geen cijfers over visvangsten op locaties beschikbaar zij, kan geen argument zijn. Dan moet men beter onderzoek doen, bijvoorbeeld door de IJsselmeervissers te enquêteren. 6

18 Antwoord: In het MER wordt in 9.3 ingegaan op de economische effecten, en op de gebruiksfuncties recreatie en toerisme in 9.12 en visserij in Middels het doorlopen van de m.e.r.-procedure wordt verzekerd dat het milieubelang in de besluitvorming niet ondergeschikt raakt aan andere belangen zoals economische of stedenbouwkundige belangen. Economische belangen maken derhalve slechts deel uit van het MER voor zover deze relevant zijn voor het milieu. De situatieschetsen in 4.3 en 9.3 zijn in dit licht bezien voldoende. Er wordt niet beoogd een uitputtende schets van de economische impact te geven. 3 a Feitelijke bedrage aan onze energiebehoefte: de minimale bijdrage die windenergie levert aan onze feitelijke energiebehoefte. De investering die gemoeid is met het mogelijk realiseren van uw plannen staan in geen enkele economische verhouding tot de netto opbrengst die windenergie aan onze maatschappij levert. Kijkend naar MVO is de overheid met een dergelijke investering de verantwoordelijke weg op het gebied van MVO echt kwijt. De bijdrage die windenergie levert staat dus in geen enkele verhouding bij de meeropbrengst die toepassing van zonnepanelen leveren en de daarbij behorende investering. Kortom maatschappelijk onverantwoord om in windenergie in plaats van zonne-energie te investeren. Antwoord: Gezien het grote aantal zienswijzen met als basis de vraag (tweeledig): waarom windenergie en waarom op de gekozen locatie, is een aanvulling op de locatieonderbouwing gedaan. Daarbij is tevens aandacht geschonken aan de andere bronnen van duurzame energie. Ook de Commissie m.e.r. kan zich vinden in deze aanpak voor de locatieafweging. Windenergie is één van de meest kosteneffectieve wijzen om duurzame energie op te wekken. Voor het opwekken van een zelfde hoeveelheid duurzame elektriciteit middels zonnepanelen is een veelvoud aan subsidie en ruimte nodig. Het kabinet heeft daarom in het 'werkprogramma Schoon en Zuinig' uitgesproken dat de groei van hernieuwbare energie de eerstkomende jaren vooral zal komen van windenergie. Niettemin worden ook andere vormen van duurzame energie door het kabinet gestimuleerd. 3 voor onderwerpen 'locatie', 'cultuurhistorie en landschap', 'aardkundige waarden', 'veiligheid dijken', 'veiligheid scheepvaart' en 'economie' zie brief 2 4 a Toerisme: de gevolgen voor de toeristische sector zijn voldoende onderzocht. Een prangende vraag; is er onderzocht of toeristen, na realisatie van het park, (repeterend) terug zullen komen op Urk? Antwoord: Zie de beantwoording van 2h 4 voor onderwerpen 'locatie', 'cultuurhistorie en landschap', 'aardkundige waarden', 'veiligheid dijken', 'veiligheid scheepvaart' en 'economie' zie brief 2 5 a geluidsoverlast / woningwaarde daling: als bewoner dicht tegen het Urkerbos en op ongeveer een kilometer van de dijken, is de angst gegrond dat er geluidsoverlast en woningwaardedaling zal zijn. De normen voor geluidsvoortbrenging zijn voor windmolens verhoogd, waardoor het geluid ook harder zal zijn, en verder zal dragen. Mijn woning (Waaiershoek 13) staat vlak bij het Urkerbos, en op anderhalve kilometer van de kustlijn. Naar mijn mening is er onvoldoende onderzoek gepleegd naar de gevolgen die de geluidsoverlast op de gezondheid van de omwonenden, alsmede op de waarde van de woningen zal hebben. Antwoord: Bij de gehanteerde norm voor geluidsbelasting treedt slechts hinder op en hoeft voor gezondheidschade niet te worden gevreesd. In aanvulling op de beoordeling conform de Lden 47 db norm is in bijlage 7 van bijlage I van het MER de geluidsbelasting bepaald conform de huidige beoordelingsnormen. Op grond van hoofdstuk 6 van de Wet ruimtelijke ordening wordt er planschadevergoeding toegekend voor zover de schade redelijkerwijs niet voor rekening van degene die schade lijdt behoort te blijven en voor 7

19 zover de tegemoetkoming niet voldoende anderszins is verzekerd. Er is aldus wettelijk gegarandeerd dat voor vergoeding in aanmerking komende schade ook daadwerkelijk zal worden vergoed. 5 voor onderwerpen 'locatie', 'cultuurhistorie en landschap', 'aardkundige waarden', 'veiligheid dijken', 'veiligheid scheepvaart' en 'economie' zie brief 2 6 a De luchtstromen zullen drastisch veranderen met extreme regenbuien als de wind uit het oosten komt, en droogte in de zomer als de wind uit het westen komt. Antwoord: De realisatie van het windmolenpark is een van de maatregelen die helpen voorkomen dat het klimaat en daarmee de luchtstromen veranderen door vermindering van de CO2- uitstoot. De effecten van het windmolenpark op de CO2 uitstoot zijn onderzocht in het MER. 6 b IJsselmeer is een uniek natura-2000 gebied, waarin niet gebouwd mag worden! Antwoord: Op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 geldt er een vergunningplicht indien handelingen in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied worden verricht die - in het kort- de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Blijkens de Passende beoordeling (Bijlage 1, Aanvulling MER) zijn ten aanzien van alle instandhoudingsdoelstellingen significante negatieve effecten uitgesloten. 6 c Plan Lievense is veel beter. Antwoord: Plan Lievense betreft de opslag van (reeds opgewekte) energie. Met windmolens wordt duurzame energie opgewekt. Om die reden is het geen alternatief dat in het MER beschouwd wordt. 6 voor onderwerpen 'locatie', 'cultuurhistorie en landschap', 'aardkundige waarden', 'veiligheid dijken', 'veiligheid scheepvaart' en 'economie' zie brief 2 7 a Landschap: In de Nota Ruimte worden de kernwaarden van het IJsselmeergebied kort en krachtig beschreven: Horizon (openheid, duisternis, rust en ruimte). Onder duisternis wordt verstaan: niet verlichte gebieden of ruimten. In het IJsselmeergebied zijn in het buitengebied geen grote vaste lichtbronnen aanwezig. De duisternis wordt teniet gedaan omdat de turbines noodzakelijkerwijs verlicht worden. Deze 'kermis op het IJsselmeer' is van verre zichtbaar en maakt een einde aan de duisternis op en rond het IJsselmeer. Ook vormt deze een groot gevaar voor de scheepvaart op het IJsselmeer. Nautische zaken als boeien en specifieke verlichting kan wegvallen in de achtergrond. Het MER geeft niet aan hoe het verlies van duisternis ten gevolge van de verlichting van de turbines is te voorkomen. Rust is de afwezigheid van een overvloed aan (menselijke) bezigheden of activiteiten. In het IJsselmeergebied overheersen de geluiden die voortgebracht worden door de natuurlijke elementen (wind, golven, (vlieg)geluiden van vogels, enz.) Voorts is in de Nota Ruimte neergelegd dat een 'omheining' van de IJsselmeerkust bij realisering van een windpark moet worden voorkomen. De open ruimte bij de kust van de Noordoostpolder kenmerkt zich als de wijde watervlakte met de lucht daarboven, waarbij de kust van de Noordoostpolder op de scheidingslijn tussen water en lucht slechts een kleine verheffing vormt boven de waterspiegel. Een windpark met turbines tot zo'n 198 meter tiphoogte doet dit beeld van openheid volledig teniet. De visualisaties bij het MER bevestigen dit beeld van vernietiging van de open ruimte. De visualisaties geven duidelijk aan dat het windpark een omheining vormt waarmee het IJsselmeer abrupt wordt begrensd ter hoogte van de Noordoostpolder, van kilometers afstand te zien. (Zie bijvoorbeeld fotolocatie 12). Het MER geeft niet duidelijk aan hoe deze omheining van het IJsselmeer is te voorkomen. Aldus doet het windpark de bovenomschreven uitgangspunten uit de Integrale Visie IJsselmeergebied en de Nota Ruimte teniet. 8

20 Antwoord: In zowel de Nota Ruimte als in de Integrale visie IJsselmeergebied 2030 wordt aangegeven dat ontwikkelingen in het landschap zeker mogelijk zijn, als rekening wordt gehouden met bestaande kwaliteiten. In de Integrale visie IJsselmeergebied 2030 (2002) staat dat het IJsselmeergebied optimaal is toegerust om nieuwe ontwikkelingen te geleiden en te sturen. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met de kernkwaliteiten van het gebied (Horizon, Van nature aanwezige rijkdommen en Cultuur). Ook de Nota Ruimte geeft aan dat ruimtelijke kwaliteit juist wordt ontwikkeld en verbeterd door de ruimtevraag zorgvuldiger in lijn met bestaande patronen te accommoderen. Plaatsing van de windturbines in de NOP zal leiden tot een verandering in de beleving van het bestaande landschap. Die veranderingen kunnen positief (versterken van structuur en oriëntatie) of negatief (effect op openheid, rust en zichtbaarheid) zijn. Met deze bestaande kwaliteiten wordt rekening gehouden door de negatieve effecten duidelijk te beperken, onder andere door de windmolens zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen (qua vormgeving, draairichting, kleurstelling ed) (p. 238, deel 1). Het beleid in Noordoostpolder is er op gericht om de windmolens te concentreren aan de westelijke randen van het grondgebied. In de Nota Ruimte is opgenomen dat geen omheining mag plaatsvinden. Door het gat van ruim 1400 meter bij de Westermeerdijk en Noordermeerdijk zal van omheining geen sprake zijn. Eventuele verlichting betreft puntbronnen die de duisternis op en rond het IJsselmeer niet zullen beïnvloeden. Deze worden afgeschermd aan de onderzijde om uitstraling naar beneden te voorkomen. De verlichting zal zeker niet leiden tot het wegvallen van nautische verlichting welke is gericht op de scheepvaart. 7 b Om de hierboven beschreven kernwaarden van het IJsselmeergebied ter hoogte van de Noordoostpolder te behouden, is het nodig om in het MER meer alternatieve locaties voor het windpark te betrekken, bezien op landelijke schaal. Antwoord: Zie de beantwoording van 2a 7 c Overige, bij het windpark behorende, voorzieningen, zoals transformatorhuisjes, 4 meter brede onderhoudswegen, de funderingen e.d. horen ten dele bij een andere initiatiefnemer (Tennet), maar functioneel maken ze onderdeel uit van het park. De landschappelijke effecten van deze overige voorzieningen worden onvoldoende beschreven en niet gevisualiseerd. Antwoord: De transformatorhuisjes en wegen zijn ondergeschikt aan de visuele effecten van de windturbines. De fundamenten maken onderdeel uit van de turbines. In het MER zijn zorgvuldigde de landschappelijke effecten in beeld gebracht. 7 d Problemen met werkzaamheden aan dijken en met name veroorzaakte trillingen door werkzaamheden kunnen leiden tot instabiliteit van de dijken en daarmee grote problemen. Dit is aangetoond bij de werkzaamheden aan de "meeuwendam" nabij gemaal Vissering en de Urker sluis op Urk die enige jaren terug spontaan is ingestort ten gevolge van werkzaamheden waarbij trillingen voorkwamen. De Noord Oost Polder heeft hierdoor ernstig gevaar gelopen. Noodmaatregelen moesten direct worden genomen om ernstige doorbraken te voorkomen. Bij de werkzaamheden voor plaatsing van de windmolens is dit gevaar niet ondenkbaar. Het MER gaat hier niet op in. Antwoord: In bijlage F Watertoets, en bijlage F1 Trillingsrisicoanalyse is ingegaan op de te verwachting trillingenniveaus van de werkzaamheden. 7 e Daarnaast worden vele geclassificeerde stoffen vervoerd in binnenvaartschepen. In het MER wordt niet ingegaan op de externe veiligheid voor omwonenden en Urk die tijdens het vervoer per binnenvaartschip van de verschillende soorten geclassificeerde stoffen kunnen ontstaan bij aanvaringen of lekkage van de schepen. Ook wordt geen inzicht gegeven in de risicocontouren die hierdoor kunnen ontstaan. 9

MILIEU EFFECT RAPPORT WINDPARK NOORDOOSTPOLDER

MILIEU EFFECT RAPPORT WINDPARK NOORDOOSTPOLDER Inspraakreacties op MILIEU EFFECT RAPPORT WINDPARK NOORDOOSTPOLDER Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.bureau-energieprojecten.nl INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF 1 KENNISGEVING 2 MONDELINGE,

Nadere informatie

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies Waarom dit windpark? Inzet op energiebesparing en hernieuwbare energie 2020: 14% hernieuwbare energie 2023: 16% hernieuwbare energie Energieakkoord 2020: 6.000 Megawatt (MW) aan windenergie op land in

Nadere informatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen

Nadere informatie

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 augustus 2009 / rapportnummer 2130-60 1. OORDEEL OVER HET MER ENECO heeft het voornemen om een windpark in

Nadere informatie

Bijlage D WINDTURBINE OPSTELLING VARIANTEN

Bijlage D WINDTURBINE OPSTELLING VARIANTEN Bijlage D WINDTURBINE OPSTELLING VARIANTEN DICHTSTEBOLSTAPELING EN SCHAAKBORDOPSTELLING In de richtlijnen voor het MER is aangegeven dat voor de parken aan de Noordermeerdijk en de Westermeerdijk ook

Nadere informatie

Havenkwartier Zeewolde

Havenkwartier Zeewolde Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure

Nadere informatie

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Ter vergelijking: Wind op land kost tussen 8,5 en 9,6 cent per

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

Planning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West

Planning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West Planning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West April 2016 Start Besluit overheden uitvoeren Milieu-effectstudie (MES) Onderzoeksopzet Milieu-effectstudie door bureau Witteveen + Bos September

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies

Nadere informatie

Windpark Wieringermeer

Windpark Wieringermeer Windpark Wieringermeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 31 oktober 2014 / rapportnummer 2850 50 1. Oordeel over het aangevulde milieueffectrapport Windkracht Wieringermeer

Nadere informatie

Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad

Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad 2017/5525 Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 22 december 2016 / projectnummer: 2872 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 Windpark Fryslân Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 1. Oordeel over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport (MER) Windpark

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 maart 2011 / rapportnummer 2382 81 1. Oordeel over het MER De gemeente Midden-Drenthe is van plan een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 juli 2008 / rapportnummer 1995-62 1. OORDEEL OVER HET MER Maasvlakte Olie Terminal

Nadere informatie

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid)

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid) Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid) Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 3091 1. Oordeel over de milieueffectrapporten De Wet windenergie op zee

Nadere informatie

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid)

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid) Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 oktober 2016 / projectnummer: 3091 1. Oordeel over de milieueffectrapporten De Wet windenergie op zee maakt

Nadere informatie

Windpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem

Windpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem Windpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 6 juni 2017 / projectnummer: 3213 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Arnhem wil in een

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikelen 2.7 lid 2 en lid 3, 2.8 leden 3 en 9 en 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming

Nadere informatie

Windpark Delfzijl Zuid

Windpark Delfzijl Zuid Windpark Delfzijl Zuid Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 20 juni 2017 / projectnummer: 2667 1. Advies over het milieueffectrapport (MER) Initiatiefnemer 1 is van plan om Windpark Delfzijl-Zuid

Nadere informatie

Univé Rechtshulp Windmolenpark

Univé Rechtshulp Windmolenpark Univé Rechtshulp Windmolenpark 0156.07/18 Wij zijn er voor u! Door heel Nederland worden windmolenparken gerealiseerd of heeft de overheid de komst hiervan aangekondigd. Zo ook in uw omgeving. Waarom worden

Nadere informatie

Windpark Zeewolde. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 30 mei 2017 / projectnummer: 3089

Windpark Zeewolde. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 30 mei 2017 / projectnummer: 3089 Windpark Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 mei 2017 / projectnummer: 3089 1. Advies in het kort De Ontwikkelvereniging Zeewolde wil samen met de gemeente Zeewolde, de provincie

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar

Nadere informatie

BIJLAGE H VISUALISATIES

BIJLAGE H VISUALISATIES BIJLAGE H VISUALISATIES INHOUDSOPGAVE H1 H2 H3 H4 VISUALISATIES RAPPORTATGE TU DELFT KUNSTUITINGEN WINDPARK NOORDOOSTPOLDER VIEWSHEDS MER Bijlage H Visualisaties 1 oktober 2009 Definitieve rapportage Visualisaties

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010. Oostelijke randweg; afronding mer-procedure

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010. Oostelijke randweg; afronding mer-procedure Aan de raad AGENDAPUNT 3 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010 Oostelijke randweg; afronding mer-procedure Voorstel: 1. Het toetsingsadvies van de Commissie voor de mer over het milieueffectrapport (mer) oostelijke

Nadere informatie

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer Windvisie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 21 augustus 2014 / rapportnummer 2934 28 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De provincie Gelderland

Nadere informatie

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân Waarom windenergie? Steeds meer schone energie De overheid werkt aan een CO2-arme energievoorziening, die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is. Hierover zijn in het energieakkoord tussen Rijk en provincies

Nadere informatie

Houtskoolschets Windstreek 2011

Houtskoolschets Windstreek 2011 Windenergie in Fryslân, voorgeschiedenis Bij de evaluatie van Windstreek 2000 in 2008 hebben Provinciale Staten Gedeputeerde Staten gevraagd om nieuw beleid voor windenergie op te stellen. Houtskoolschets

Nadere informatie

19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE

19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT DIJKVERSTERKING OOSTELIJK FLEVOLAND 19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN AANBEVELINGEN VOOR DE BESLUITVORMING...2 2.1 Algemeen...

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Titel Bijlage A. Begrippenlijst Datum 10-11-2016 Auteur Anne Schipper Aanlegfase Fase gedurende welke activiteiten worden uitgevoerd die specifiek verband houden met het initiatief. Alternatieven Mogelijkheden

Nadere informatie

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd;

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd; Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006 Beleidsaanpassing windenergie inzake vrijwaring van de gemeenten Noordoostpolder en Urk en Markermeer, IJmeer en IJsselmeer. De paragrafen 5.7.1 en 7.3.4

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 10 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-014970 - gemeente Oude IJsselstreek Activiteit

Nadere informatie

Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland

Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 november 2014 / rapportnummer 2955 50 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Noord-Holland

Nadere informatie

Antwoordnota vooroverlegreacties inpassingsplan windenergie langs de dijken van de Noordoostpolder

Antwoordnota vooroverlegreacties inpassingsplan windenergie langs de dijken van de Noordoostpolder Antwoordnota vooroverlegreacties inpassingsplan windenergie langs de dijken van de Noordoostpolder Het concept-ontwerp inpassingsplan is in november 2009 overeenkomstig artikel 3.1.1. Bro naar de overlegpartners

Nadere informatie

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 maart 2015 / rapportnummer 2988 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Gelderland

Nadere informatie

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Het voorontwerp bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 heeft met de bijbehorende stukken met ingang van donderdag 3 oktober 2013 gedurende

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam.

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Inleiding Het ontwerp wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam en het ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere waarden geluid

Nadere informatie

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen.

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen. PER FALK COURIER Aan de gemeenteraad van Boxmeer Postbus 450 5830 AL BOXMEER Nijmegen, 25 oktober 2006 Ons kenmerk : 20041655 TL/cb Inzake : Boxmeer/Windenergie Doorkiesnummer : 024-382 83 94 Direct faxnummer:

Nadere informatie

Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk

Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 december 2012 / rapportnummer 2717 29 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Katwijk wil een

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kustzone Petten, gemeente Schagen

Bestemmingsplan Kustzone Petten, gemeente Schagen Bestemmingsplan Kustzone Petten, gemeente Schagen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 6 juni 2018 / projectnummer: 3143 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop

Nadere informatie

Waarom windenergie (op land)?

Waarom windenergie (op land)? Waarom windenergie (op land)? Steeds meer schone energie Dit kabinet kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Evenwichtige energiemix Om dit doel verantwoord

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18096623 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bedrijvenpark IBF Heerenveen Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het planmer voor de 2 e partiële herziening van het bestemmingsplan 11 juli 2013 / rapportnummer 2120 110 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014 Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014 Vragen naar aanleiding van introductie wethouder Wagemakers Hoe is de provincie tot de keuze van de twee locaties gekomen? In de provincie Zuid Holland wordt

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop 3 oktober 2002 1179-104 ISBN 90-421-1030-9 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Windpark Nieuwe Waterweg

Windpark Nieuwe Waterweg Windpark Nieuwe Waterweg Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 april 2014 / rapportnummer 2649 60 1. Oordeel over het MER De Wolff-Nederland-Windenergie (WNW), Wind&co en FMT BV willen een windpark

Nadere informatie

Registratienummer: Z / Vaststelling Reikwijdte en Detailniveau Windpark Haringvliet GO

Registratienummer: Z / Vaststelling Reikwijdte en Detailniveau Windpark Haringvliet GO Vaststelling Reikwijdte en Detailniveau Windpark Haringvliet GO Pagina 1 van 10 Inleiding Dit document vormt de vaststelling van het advies Reikwijdte en Detailniveau voor de m.e.r.- procedure voor windpark

Nadere informatie

Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht

Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 maart 2016 / projectnummer: 2910 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Dordrecht wil in

Nadere informatie

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bedrijvenpark IBF Heerenveen Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het PlanMER voor de 1 e partiële herziening van het bestemmingsplan 4 februari 2013 / rapportnummer 2120 93 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel

Nadere informatie

Golfbaan Cromvoirt. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 24 maart 2010 I rapportnummer 1633-93

Golfbaan Cromvoirt. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 24 maart 2010 I rapportnummer 1633-93 Golfbaan Cromvoirt Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 maart 2010 I rapportnummer 1633-93 1. OORDEEL OVER HET MER De familie Hendriks heeft het voornemen om een l8-holes golfbaan te realiseren

Nadere informatie

Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost

Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost Inleiding Het voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-0ost en de bijbehorende stukken

Nadere informatie

L.S. Wij adviseren nogmaals de heroverweging van de plaatsing van windturbines op zee. Met vriendelijke groet namens de BHWP

L.S. Wij adviseren nogmaals de heroverweging van de plaatsing van windturbines op zee. Met vriendelijke groet namens de BHWP L.S. De stichting BHWP heeft een zienswijze (nr B0038) ingediend i.v.m. de voorgestelde locatie Beerenplaat. Mevrouw I. van Mulligen heeft ons bevestigd dat deze locatie niet meer in het voorstel opgenomen

Nadere informatie

Windenergie Lage Weide.

Windenergie Lage Weide. Windenergie Lage Weide. Het project/plan De Gemeente Utrecht wil op het industriepark Lage Weide de realisatie van een windpark door energie-u ruimtelijk mogelijk maken. Het park krijgt een capaciteit

Nadere informatie

Vakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin

Vakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin Vakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 23 april 2012 / rapportnummer 2399 76 1. Oordeel over het MER De gemeente Oss en Holding Herperduin BV willen

Nadere informatie

Geachte heer/mevrouw,

Geachte heer/mevrouw, Gedeputeerde Staten van provincie Groningen Sint Jansstraat 4 9712 JN Groningen Onderwerp: Aanvulling Omgevingsvergunning Windpark Oostpolderdijk Projectnummer: C05057.000103.0100 Datum: 18-5-2017 Arcadis

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht voor het

Nadere informatie

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding 1 Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Versie: 25 april 2013 Opgesteld door: Windgroep Goeree-Overflakkee, gemeente Goeree-Overflakkee en provincie Zuid-Holland Aanleiding Waarom zijn

Nadere informatie

Waterkeringen Perkpolder

Waterkeringen Perkpolder Waterkeringen Perkpolder Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 maart 2012 / rapportnummer 2422 58 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zeeland en het Waterschap Scheldestromen willen de waterkeringen

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Structuurvisie Noord-Holland

Structuurvisie Noord-Holland Structuurvisie Noord-Holland Aanvullend toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 februari 2010 / rapportnummer 2214-68 1. OORDEEL OVER HET MER Het provinciebestuur van Noord-Holland heeft het voornemen

Nadere informatie

Bestemmingsplan Wijk aan Zee (gemeente Beverwijk)

Bestemmingsplan Wijk aan Zee (gemeente Beverwijk) Bestemmingsplan Wijk aan Zee (gemeente Beverwijk) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 juni 2017 / projectnummer: 3022 1. Advies over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Beverwijk wil

Nadere informatie

Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 juni 2008 / rapportnummer 1271-79 1. OORDEEL OVER HET MER In het zandwallengebied ten westen van Ouddorp op

Nadere informatie

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 17 augustus 2016 / projectnummer: 3103 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

Wie zit achter Windpark Fryslân?

Wie zit achter Windpark Fryslân? Inititatiefnemer, Windpark Fryslân, 2016 windpark Wie zit achter Windpark Fryslân? Het windpark is een initiatief van Windpark Fryslân B.V. windpark De initiatiefnemers hebben ook het Windpark Westermeerwind

Nadere informatie

Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2007 / rapportnummer 1757-126 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Thermische

Nadere informatie

BESCHIKKING: Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 8.3 van het bouwbesluit de gevraagde ontheffing te verlenen.

BESCHIKKING: Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 8.3 van het bouwbesluit de gevraagde ontheffing te verlenen. Gemeente Süclwest-frys\din Beschikking ontheffing bouwbesluit UV 20150497 Burgemeester en Wethouders hebben op 13 juli 2015 een verzoek ontvangen voor een ontheffing van het Bouv^besluit 2012. Het verzoek

Nadere informatie

Golfbaan Cromvoirt Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Golfbaan Cromvoirt Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Golfbaan Cromvoirt Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 maart 2010 / rapportnummer 1633-93 1. OORDEEL OVER HET MER De familie Hendriks heeft het voornemen om een 18-holes golfbaan te realiseren

Nadere informatie

Voorontwerpbestemmingsplan De Griend. Nota vooroverleg en inspraak. Hoofdstuk 1: Reacties artikel 3.1.1 Bro Hoofdstuk 2: Lijst ambtelijke wijzigingen

Voorontwerpbestemmingsplan De Griend. Nota vooroverleg en inspraak. Hoofdstuk 1: Reacties artikel 3.1.1 Bro Hoofdstuk 2: Lijst ambtelijke wijzigingen Voorontwerpbestemmingsplan De Griend Nota vooroverleg en inspraak Hoofdstuk 1: Reacties artikel 3.1.1 Bro Hoofdstuk 2: Lijst ambtelijke wijzigingen Inleiding Deze nota bevat de gemeentelijke reactie op

Nadere informatie

Ontsluiting Houten. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 18 mei 2011 / rapportnummer

Ontsluiting Houten. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 18 mei 2011 / rapportnummer Ontsluiting Houten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 mei 2011 / rapportnummer 2475 80 Oordeel over het MER Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht wil een nieuwe ontsluiting

Nadere informatie

Uitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 april 2005 / rapportnummer 1460-76 Toetsingadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding Land van Ooit Advies op grond van artikel

Nadere informatie

Pangea Parc te Epe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Pangea Parc te Epe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Pangea Parc te Epe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juli 2008 / rapportnummer 1444-70 1. OORDEEL OVER HET MER Zodiac Zoos heeft het voornemen het huidige dierenpark De Wissel binnen de

Nadere informatie

Herinrichting Neherkade Den Haag

Herinrichting Neherkade Den Haag Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de

Nadere informatie

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 januari 2010 / rapportnummer 2147-57 1. OORDEEL OVER HET MER Banken B.V. (dhr. N. van Roessel)

Nadere informatie

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R.

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. Verwerking van advies Commissie m.e.r. (5 september 2017 / projectnummer 3228) in MER # Advies Commissie m.e.r. Waar beschreven in MER? 1 Essentiële

Nadere informatie

Windpark Oostpolder Eemshaven

Windpark Oostpolder Eemshaven Windpark Oostpolder Eemshaven Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 26 juli 2017 / projectnummer: 3125 1. Advies over het milieueffectrapport (MER) Het project Waddenwind B.V. wil ten

Nadere informatie

Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080

Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080 Foodpark Veghel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 juli 2016 / projectnummer: 3080 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Veghel heeft het voornemen om in het gebied De

Nadere informatie

Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland

Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 7 juli 2014 / rapportnummer 2889 56 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 april 2013 / rapportnummer 2762 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Terneuzen stelt

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Windturbinepark Spui, gemeente Korendijk

Windturbinepark Spui, gemeente Korendijk Windturbinepark Spui, gemeente Korendijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 juni 2016 / projectnummer: 3003 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Zuid-Holland wil een

Nadere informatie

Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen

Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen Datum: 22 mei 2013 Plaats: Emmen 1. Inleiding Wakker Emmen vindt het belangrijk dat de mening van de burger wordt gehoord. Er is al een geruime tijd discussie binnen

Nadere informatie

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben.

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben. Directoraat-generaal, Visserij en Landelijk Gebied Behandeld door Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Datum 5 december 2018 Bijlage nummer 1 Horend

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

Windenergieopgave in 2020

Windenergieopgave in 2020 Voorkeursalternatief Windenergie A16 Kenniscafé door: Jeroen Dooper Marc v.d. Ven Erik Bruggink Jos van der Wijst Windenergieopgave in 2020 v Nationaal: resteert*: ß 6000 MW wind op land 2840 MW ß 4450

Nadere informatie

Heerhugowaard Stad van kansen

Heerhugowaard Stad van kansen Heerhugowaard Stad van kansen Raadsvergadering: 7 ^JPJ 2012 Besluit: oünrv roing ivoorstalnummer,

Nadere informatie

Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november

Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november 2018 1 21 november 2018 2 Onderwerpen 1. Welkom en introductie klankbordgroep 2. Voorstelrondje en verwachtingen 3. Status van project/proces 4. Toelichting

Nadere informatie

Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland

Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 april 2016 / projectnummer: 3049 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Brouwerseiland

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

Projectnummer: B02047.000077.0900. Opgesteld door: ir. G.K. Jobse; W.S. Schik. Ons kenmerk: 078702186:0.7. Kopieën aan:

Projectnummer: B02047.000077.0900. Opgesteld door: ir. G.K. Jobse; W.S. Schik. Ons kenmerk: 078702186:0.7. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Wijziging Landschappelijke beoordeling Windpark Dankzij de Dijken Arnhem,

Nadere informatie

Vleeskuikenhouderij Haambergweg 11 te Beringe, gemeente Peel en Maas

Vleeskuikenhouderij Haambergweg 11 te Beringe, gemeente Peel en Maas Vleeskuikenhouderij Haambergweg 11 te Beringe, gemeente Peel en Maas Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 juni 2015 / rapportnummer 2999 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De firma

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

ZIENSWIJZEN OP ONTWERPBESLUITEN WINDPARK NOORDOOSTPOLDER

ZIENSWIJZEN OP ONTWERPBESLUITEN WINDPARK NOORDOOSTPOLDER Inspraakbundel ZIENSWIJZEN OP ONTWERPBESLUITEN WINDPARK NOORDOOSTPOLDER Inspraakpunt Bureau Energieprojecten Postbus 223 2250 AE VOORSCHOTEN www.bureau energieprojecten.nl INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF. 1

Nadere informatie

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 18 november 2014 / rapportnummer 2941 18 1. Oordeel over het MER en de aanvulling

Nadere informatie

Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 januari 2008 / rapportnummer 1733-64 1. OORDEEL OVER HET MER Burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie