Editoriaal. Illegale beroepsuitoefening. Ondersteuning van kleine structuren. Pacioli INHOUD
|
|
- Andreas Baert
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BIBF Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten INHOUD p. 1/ Editoriaal p. 2/ Btw verkoop van een personenwagen welke heffing : bevestiging van de Minister p. 3/ Btw nieuw gebouw en/of zakelijke rechten erop optionele occasionele onderwerping p. 7/ De fiscale maatregelen in de wet van 14 april 2011 p. 10/ Mogelijkheden voor kleine verenigingen om zich te onderwerpen aan de boekhoudkundige verplichtingen opgelegd aan grote verenigingen p. 12/ Ontwerpadvies CBN: waardeverminderingen op handelsvorderingen gedekt door een kredietverzekering Editoriaal Beste confrater, Het nieuwe Bureau van het BIBF werd op 17 mei 2011 geïnstalleerd. Zoals de traditie het wil, stelt de nieuwe Voorzitter bij die gelegenheid de grote lijnen voor van het beleid dat hij de komende vier jaar in samenwerking met de andere leden van het Bureau en met de nieuwe Nationale Raad wil voeren. Dit is de boodschap die ik U alvast als nieuwe Voorzitter wil meegeven. Ik zou er in de eerste plaats op willen wijzen dat een organisatie zoals de onze functioneert op basis van de ervaring en de goede wil van diegenen die hebben aangeboden om zich daarvoor in te zetten. Het is op basis daarvan dat het BIBF is kunnen ontstaan en groeien. Ik wil dan ook graag mijn voorganger Etienne VERBRAEKEN en Ondervoorzitter Maria PLOUMEN danken voor het werk dat zij geleverd hebben en de ervaring die zij ten dienste gesteld hebben zowel van het Instituut als van hun confraters om te bouwen aan de toekomst van ons beroep. In mijn vorige mandaat als penningmeester heb ik het Instituut en zijn verschillende organen al door en door leren kennen. Ik bevind me dus op bekend terrein en ik ben van plan om het werk dat ik begonnen was voort te zetten, meer bepaald op het vlak van een betere communicatie en van een ruimere bekendmaking van ons beroep, bij het grote publiek, onder studenten maar ook en vooral bij de ondernemingen. Pacioli Onze nieuwsbrief Pacioli, die in 2010 van lay-out veranderde, blijft dé spreekbuis bij uitstek naar de leden van het BIBF, maar ook naar partners in de politieke, sociale en economische wereld waarin ons vakblad ruim verspreid wordt. Daarom zal Pacioli dus teksten van hoge kwaliteit blijven publiceren, geschreven door auteurs met een grote reputatie in hun vakgebied. Maar daarnaast zullen er af en toe ook meer algemene artikelen in staan over economische en financiële zaken die ons beroep kunnen aanbelangen. Ik zou ook graag hebben dat de nieuwsbrief het raderwerk en de werking van ons Instituut zichtbaarder maakt en dat het onze leden materiaal aanreikt waarmee zij technisch en deontologisch kunnen bijblijven in hun beroep. Als onze confraters beter weten welke fouten ze moeten vermijden en welke risico s ze lopen, zullen ze op die manier inderdaad steeds de juiste houding kunnen aannemen (geval van tuchtuitspraak). Toelichting bij voorbeelden van schadegevallen in verband met de verzekering burgerlijke beroepsaansprakelijkheid zullen ook aan bod komen want zo kunnen de enen leren uit de fouten en tegenslag van de anderen. Illegale beroepsuitoefening De illegale uitoefening van het beroep van boekhouder is een echte plaag voor ons beroep. En dat is niet overdreven. Zonder opleiding of erkenning en zonder enige beroepsverzekering vormen illegale boekhouders een waar gevaar voor hun klanten en voor het beroep in het algemeen. Ik ben heel vastbesloten om daar samen met de bevoegde diensten van het Instituut onverbiddelijk in te zijn. Ondersteuning van kleine structuren Veel van onze confraters hebben het soms moeilijk om hun taken te vervullen bij gebrek aan personeel, informatica, financiële middelen (omdat de honoraria niet betaald worden, ). Een reflectie over de middelen die we zouden kunnen inzetten om hen te helpen, bijvoorbeeld vormingen P Afgiftekantoor 9000 Gent X Tweewekelijks Verschijnt niet in juli 1
2 waarin ze leren hoe ze hun kantoor zo rendabel mogelijk kunnen runnen, is dan ook aan de orde. Permanente dialoog en samenwerking met de administratie Het Instituut was al nauw betrokken bij de gesprekken over de invoering van nieuwe toepassingen inzake E-governement en administratieve vereenvoudiging. We blijven uiteraard ter beschikking van alle administraties om hun specifieke knowhow op het vlak van E-governement en administratieve vereenvoudiging toe te passen. Het BIBF zal voorts een betrouwbare en deskundige partner van de administratie blijven in alle boekhoudkundige, fiscale en juridische dossiers die onze ondernemingen en ons Instituut aanbelangen en in alle initiatieven met betrekking tot het (sociaal) statuut van de zelfstandige ondernemer. Maar als vertegenwoordiger van zijn leden zal het Instituut ook de nadruk leggen op de uitdagingen die we in ons beroep dagelijks moeten aangaan. De beroepsverenigingen De beroepsverenigingen zijn de ogen en oren van het BIBF op het terrein. Zij staan rechtstreeks in contact met hun leden en kunnen het Instituut helpen in de afstemming van zijn beleid op de dagelijkse praktijk. Daarom dring ik er op aan meer met de beroepsverenigingen samen te werken inzake permanente vorming, waar ze ook een essentiele rol in spelen, én in de uitbouw van de toekomst van het beroep, waar ik het praktische werk en het denkwerk dat al tijdens de vorige legislatuur verricht is nog verder wil uitdiepen. Internationaal De wereld verandert en aangezien onze toekomst zich in een Europese context situeert, moet het Instituut mee evolueren met de toenemende internationalisering van ons beroep. Dat wil zeggen dat we de uitwisseling en contacten met onze Europese confraters moeten bevorderen. Relatie met de andere Instituten van economische beroepsbeoefenaars We gaan de constructieve samenwerking die altijd al tussen de drie Instituten (BIBF, IAB en IBR) bestaan heeft nog verder uitbreiden en uitdiepen. Ik ben van oordeel dat we bepaalde projecten samen kunnen aanpakken en dat we gezamenlijke belangen samen kunnen verdedigen bij politici en administraties. *** Ik hoop dat wij het vertrouwen dat u in uw nieuwe vertegenwoordigers hebt gesteld waard zullen zijn. Uiteraard kan u met uw vragen, verwachtingen en bekommernissen altijd komen aankloppen bij het Bureau, de mandatarissen van de verschillende organen van het Instituut en alle toegewijde medewerkers van het BIBF. Mijn grootste bekommernis is en blijft de kwaliteit van de dienst die wij verlenen, als partners en adviseurs van onze cliënten, maar steeds in alle onafhankelijkheid, die we bij de uitoefening van ons beroep moeten bewaren. Btw verkoop van een personenwagen welke heffing : bevestiging van de Minister Jean-Marie CONTER Voorzitter BIBF We publiceerden in Pacioli nr. 310 een artikel over de toepassing van btw bij de doorverkoop van geïnvesteerde bedrijfsvermogens, waarbij de belastingplichtige recht heeft op de aftrek van de voorbelasting. Sommige confraters stelden zich vragen bij de gegrondheid van deze tekst: «Beoordeling van de bestemming voor het bedrijf in hoofde van een belastingplichtige, natuurlijke persoon, met recht op aftrek Bij de verkoop van een bedrijfsvermogen, wordt deze natuurlijke persoon beschouwd als een «als zodanig handelende» belastingplichtige voor het gedeelte bestemd voor zijn bedrijfsvermogen en als niet-belastingplichtige voor het gedeelte bestemd voor zijn privévermogen. Voorbeeld : Een natuurlijke persoon, belastingplichtige, met recht op aftrek, verkoopt een wagen die hij voor 6/7 voor zijn beroepsvermogen bestemd had. De prijs die hij bij de verkoop van dat voertuig verkrijgt, is voor 6/7 onderhevig aan btw. De overige 1/7 wordt als handeling van een particulier beschouwd en is vrijgesteld van btw.» Het zijn meer bepaald deze laatste twee regels die door sommigen in vraag werden gesteld. We legden de problematiek voor aan Minister van Financiën, Didier Reynders die als volgt antwoordde: 2
3 «Uit het arrest Bakcsi (H.v.J., zaak C-415/98, 8 maart 2001) blijkt onmiskenbaar dat wanneer een belastingplichtige ervoor gekozen heeft om een bedrijfsmiddel dat hij zowel voor beroepsdoeleinden als voor privédoeleinden gebruikt gedeeltelijk in zijn bedrijfsvermogen op te nemen, de verkoop van dat goed slechts gedeeltelijk onderworpen is aan de btw, meer bepaald ten belope van het gedeelte van het goed dat in het bedrijfsvermogen opgenomen is, met dien verstande dat de belastingregeling die van toepassing is op de verkoop van een bedrijfsmiddel door een belastingplichtige geenszins verbonden is aan de btw-aftrekken die deze laatste verricht heeft voor de uitgaven gedragen met het oog op de exploitatie van dat goed (onderhoud en herstelling, bijvoorbeeld). Het voornemen van de belastingplichtige om een bedrijfsmiddel slechts gedeeltelijk voor het vermogen van zijn bedrijf te bestemmen, houdt evenwel in dat dit goed niet voor zijn totale waarde in de boekhouding van het bedrijf opgenomen mag worden, wat veronderstelt dat enkel een belastingplichtige/natuurlijke persoon die een privévermogen bezit, zich kan beroepen op de gevolgen van het arrest Bakcsi, met uitsluiting van de rechtspersonen. Voor zover dit nuttig is, voegen we er nog aan toe dat de mogelijkheid om enkel het gedeelte van het goed dat voor de economische bedrijvigheid bestemd is aan de btw te onderwerpen echter niet in aanmerking genomen kan worden, gelet op de specifieke regels die op dat vlak gelden voor de onroerende goederen.» De tekst van de heer Yvon Colson zoals gepubliceerd in Pacioli was dus correct. Btw nieuw gebouw en/of zakelijke rechten erop optionele occasionele onderwerping (Parlementaire vraag/antwoord nr. 227 van 18 januari 2011) 1. Probleemstelling De parlementaire vraag had voornamelijk betrekking op de btw-gevolgen van het afsluiten van een verkoopbelofte (in de plaats van een klassiek verkoopcompromis of een klassieke onderhandse verkoopovereenkomst), vóór de authentieke verkoopakte in verband met de overdracht van een nieuw gebouw (en/of de zakelijke rechten daarop) wordt verleden. Deze parlementaire vraag/antwoord behelst feitelijk de hele problematiek van de optionele occasionele onderwerping in verband met onroerende goederen. Deze materie betreft alle personen die geen projectontwikkelaar zijn. Voor de occasionele onderwerping komen onder meer in aanmerking : gewone belastingplichtigen die periodieke aangiften indienen; belastingplichtigen die onderworpen zijn aan bijzondere regelingen op grond waarvan ze geen aangiften moeten indienen (belastingplichtigen vrijgesteld op grond van artikel 56 van het Btw-Wetboek, forfaitaire landbouwers onder de regeling van artikel 57 van het Btw-Wetboek, sommige binnenschippers, depothouders van wasserijen, ververijen en stomerijen, opkopers van recuperatiemateriaal, door artikel 44 van het Btw-Wetboek vrijgestelde belastingplichtigen, ); alle niet-belastingplichtigen (de openbare overheden, de loon- en weddetrekkenden, de gepensioneerden, ). We nemen de gelegenheid te baat om (nog eens) een overzicht te geven van deze btw-aspecten, waarvan de financiële gevolgen helemaal niet te verwaarlozen zijn. Onder nummer 4 worden een aantal becijferde toepassingen voorgesteld. 2. Vervreemding van een nieuw gebouw, met inbegrip van de zakelijke rechten erop, door een occasionele belastingplichtige 2.1. De basisbegrippen In de regel is onderwerping aan de btw verplicht zodra de voorwaarden van artikel 4 van het WBTW vervuld zijn : «eenieder die in de uitoefening van een economische activiteit geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die in dit Wetboek zijn omschreven, ongeacht op welke plaats de economische activiteit wordt uitgeoefend». Om ten volle de hoedanigheid van belastingplichtige die btw aanrekent met recht op aftrek van de voorbelasting te kunnen uitoefenen, mag de door artikel 4 voormeld beoogde belastingplichtige niet onder één van de vrijstellingen van artikel 44 van hetzelfde Wetboek (artsen, notarissen, ziekenhuizen, enz.) vallen, en ook niet onder de bijzondere rege- 3
4 lingen, in hoofdzaak bepaald door de artikelen 56 en 57 van het WBTW (vrijgestelde belastingplichtigen, landbouwers onder de bijzondere landbouwregeling), noch onderworpen zijn aan een bijzondere afwijkende regeling (krantenbezorgers, depothouders van wasserijen,, opkopers van recuperatiemateriaal, binnenschippers, ). In uitzonderlijke gevallen zijn er ook occasionele belastingplichtigen, met name personen die de hoedanigheid van belastingplichtige, inzonderheid met recht op aftrek van de voorbelasting, kunnen bekomen voor alleenstaande onroerende handelingen die normaliter niet onder het begrip economische activiteit, noch geregelde activiteit vallen. Binnen het bestek van dit artikel zullen we het niet hebben over de andere bijzondere situaties van occasionele onderwerping (waaronder de intracommunautaire levering van nieuwe vervoermiddelen, de optie voor de onderwerping van bepaalde handelingen inzake de inning, de verwerking en de betaling, ), maar zullen we ons uitsluitend beperken tot de optionele occasionele onderwerping in de vastgoedsector. In de vastgoedsector kunnen nieuwe gebouwen occasioneel en optioneel aan de btw worden onderworpen, door alle personen die het wensen (en geen projectontwikkelaars zijn, aangezien deze automatisch belastingplichtige zijn op grond van artikel 4 voormeld), ten einde de onroerende handelingen onder het toepassingsgebied van de btw te brengen zodat de vervreemding van onroerende goederen onder de categorie van de voor de verkoop bestemde «handelsgoederen» valt. Ook de vestiging, overdracht of wederoverdracht van zakelijke rechten op nieuwe gebouwen kan optioneel aan de btw worden onderworpen. Sinds 1 januari 2011 kunnen ook de bijhorende terreinen aan de btw worden onderworpen (zie 2.5.) Wat is een «gebouw» voor de toepassing van de btw? Volgens artikel 1, 9 WBTW moet onder een gebouw worden verstaan ieder bouwwerk dat vast met de grond is verbonden. Daaruit volgt dat het begrip «gebouw» niet beperkt wordt tot de gebouwen waaraan een kadastraal inkomen kan worden toegekend als gebouwd onroerend goed. Zijn onder andere ook bouwwerken voor de toepassing van de btw, wegen, voetpaden, openbare verlichtingspalen, geasfalteerde oppervlakten (bijvoorbeeld opritten, wegen, parkeerterreinen, sportvelden, enz. die aan het begrip «met de grond verbonden» beantwoorden), onderaardse leidingen, in een terrein ingebedde zwembaden, enz Wat is een «zakelijk recht» voor de toepassing van de btw? Overeenkomstig artikel 9, 2 WBTW worden hier bedoeld, de andere zakelijke rechten dan het eigendomsrecht die aan de rechthebbende de bevoegdheid verschaffen om een onroerend goed te gebruiken (uitgezonderd het recht van erfpacht in het kader van de onroerende financieringshuur in de zin van artikel 44, 3, 2, b) van het Wetboek). In de praktijk komen we geregeld de vestiging van een recht van vruchtgebruik, erfpacht, opstal, enz. tegen, inzonderheid door een natuurlijke persoon ten gunste van een rechtspersoon die hij controleert Wat is een «nieuw gebouw» voor de toepassing van de btw? Volgens artikel 44, 3, 1, a) en b) WBTW, zijn onderworpen aan de btw, de levering van gebouwen, wanneer hun vervreemding wordt verricht uiterlijk op 31 december van het tweede jaar volgend op het jaar van de eerste ingebruikneming of de eerste inbezitneming van deze goederen. Binnen het bestek van dit artikel beschouwen we enkel de handelingen verricht door personen wier economische activiteit niet bestaat in de geregelde verkoop van gebouwen en de zakelijke rechten daarop (niet-belastingplichtigen inbegrepen) en die, onder de sub 2.6. uiteengezette voorwaarden inzake optie en kennisgeving, aanspraak maken op occasionele onderwerping. De zakelijke rechten worden, bij vestiging, overdracht of wederoverdracht ervan, op dezelfde wijze als de «gebouwen» behandeld. Wanneer deze periode verstreken is (31 december van het tweede jaar volgend op het jaar van de eerste ingebruikneming of de eerste inbezitneming), verliest het gebouw zijn hoedanigheid van «nieuw». Dan valt het onder het stelsel van de registratierechten. Maar wanneer aan een oud gebouw aanpassingen, verbouwingen enz. van een zekere omvang worden verricht, kan het voorkomen dat dit gebouw voor de toepassing van de btw als nieuw wordt beschouwd (bijvoorbeeld, de ingrijpende werken waardoor het «oud» gebouw de kenmerken van een «nieuw» gebouw krijgt, inzonderheid omdat, onder bepaalde voorwaarden, de kostprijs van de werken 60 % van de verkoopwaarde van het gebouw, geschat na de werken, bereikt) Wat is een aan de btw onderworpen «terrein»? Sinds 1 januari 2011 kan, volgens artikel 1, 9 WBTW, ook een terrein binnen het toepassingsgebied van de btw vallen, als het door eenzelfde persoon wordt overgedragen tegelijk met het gebouw waartoe het behoort. Met andere woorden moet de overdracht van de twee goederen (gebouw en terrein), behoudens bijzondere omstandigheden, op hetzelfde tijdstip en door dezelfde persoon gebeuren. De administratie kan wel enige tolerantie betonen (zie besl. nr. ET van 28 oktober 2010). 4
5 2.6. Wat is een optionele occasionele belastingplichtige? Welke persoon? Alle personen die geen projectontwikkelaar zijn zoals bedoeld door artikel 12, 2 kunnen, voor de occasionele vervreemding van een nieuw gebouw (terrein en zakelijke rechten inbegrepen zie 2.3. en 2.5.), de hoedanigheid van belastingplichtige claimen. Aldus worden bedoeld : belastingplichtigen die periodieke aangiften indienen, behalve de projectontwikkelaars, voor de onroerende goederen die zij aanhouden voor de uitoefening van hun economische activiteit (een kleinhandelaar in algemene voedingswaren voor zijn handelsruimte, een boekhoudprofessional voor zijn kantoorgebouw,...); niet aan de indiening van periodieke aangiften onderworpen belastingplichtigen voor de vervreemding van bedrijfsmatige onroerende goederen (een landbouwer onder de forfaitaire regeling die een opslagplaats verkoopt, een vrijgestelde belastingplichtige voor de verkoop van zijn handelsruimte, een arts voor de overdracht van zijn medische praktijk, een notaris bij de overlating van zijn kantoor, ); niet-belastingplichtigen die handelen binnen het beheer van hun privaat onroerend vermogen (een gepensioneerde, een ambtenaar, een werknemer, een belastingplichtige voor het privégedeelte van zijn gebouw,...) Welke optie? Ten aanzien van de Staat Overeenkomstig artikel 1, 1 van het KB nr. 14 heeft eenieder die een occasionele onroerende handeling verricht, wanneer alle andere voorwaarden vervuld zijn (nieuw gebouw, bedoelde zakelijke rechten, ), ten aanzien van die alleenstaande handeling de hoedanigheid van belastingplichtige, op voorwaarde dat hij, vooraleer de overeenkomst met betrekking tot die handeling wordt gesloten, bij het btwcontrolekantoor waaronder hij ressorteert, een verklaring in tweevoud indient waarin hij zijn bedoeling uitdrukt een gebouw te vervreemden, een zakelijk recht op een gebouw te vestigen, een dergelijk recht over te dragen of weder over te dragen, met voldoening van de btw Ten aanzien van de medecontractant De hoedanigheid van occasioneel belastingplichtige is ook afhankelijk van een kennisgeving aan de medecontractant van zijn bedoeling de vervreemding te doen met betaling van de btw. Deze kennisgeving bestaat in de vermelding in de eerste akte die tussen hen titel vormt van de vervreemding van het gebouw, de vestiging, de overdracht of wederoverdracht van een zakelijk recht op een dergelijk gebouw (KB nr. 14, art. 1, 2 ). De besproken parlementaire vraag/antwoord preciseert dat, niettegenstaande de verkoopbelofte op zich beschouwd niet kan aangemerkt worden als een eerste akte die de titel vormt van de overeenkomst tot vervreemding, vestiging, overdracht of wederoverdracht, de bedoeling van de partijen om de handeling aan de btw te onderwerpen, toch in de verkoopbelofte zal worden vastgelegd (vermelding bedoeld om de handeling aan de btw-regeling te onderwerpen) Wat zijn de gevolgen van de «vervreemding onder de btw-regeling»? Btw verschuldigd op de betaalde prijs Aangezien de handeling onder de btw-regeling valt, is deze belasting verschuldigd over de door de occasionele belastingplichtige verkregen prijs (in België gelegen gebouw) Door de occasionele belastingplichtige aftrekbare btw Deze belastingplichtige kan de belasting geheven van de handelingen die strekken of bijdragen, naargelang van het geval, tot de oprichting of de verkrijging van het gebouw dat wordt vervreemd of waarop het zakelijk recht wordt gevestigd in aftrek nemen. De aftrek geldt eveneens voor de belasting geheven van de handelingen die rechtstreeks tot doel hebben het gebouw te vervreemden of het met het zakelijk recht te bezwaren (KB nr. 14, art. 4 ) Bijzondere aangifte De occasionele belastingplichtige moet, binnen de maand vanaf de datum waarop de belasting op de verkregen prijs over de volledige maatstaf van heffing verschuldigd wordt, in drievoud een bijzondere aangifte indienen (KB nr. 14, art. 2). Daartoe mag nooit de normale periodieke aangifte die door een aangifteplichtige wordt worden gebruikt, zelfs als het betrokken gebouw uitsluitend zal gebruikt worden voor de economische activiteit van deze belastingplichtige. Deze bijzondere aangifte vermeldt de belasting die verschuldigd is op de door de occasionele belastingplichtige verkregen prijs, alsook de belasting die hij kan aftrekken (zie ) Door de «occasionele» belastingplichtige aan de Staat te betalen saldo De uiteindelijk verschuldigde belasting moet worden voldaan binnen de termijn die gesteld is voor het indienen van de bijzondere aangifte (zie ) Aan de «occasionele» belastingplichtige terug te geven saldo Als het saldo van de bijzondere aangifte het gevolg is van een overschot aan aftrekbare btw ten opzichte van de op de vervreemdingsprijs verschuldigde btw, betaalt de Staat dit belastingkrediet rechtstreeks aan de occasionele belastingplichtige terug. 5
6 Dergelijke toestand is niet uitzonderlijk. De praktijk wijst nogal eens uit dat de verkoopprijs lager uitvalt dan de prijs die voor de oprichting werd betaald. Het komt immers geregeld voor dat een koper een voordelige financiële deal denkt te sluiten door minder geld te besteden aan de aankoop van een gebouw dat ontworpen is volgens keuzen die hem zijn ontgaan, dan aan een gebouw waarvan hij, door zijn actieve inbreng van bij het ontwerp, de oprichting kon controleren en daarbij zijn eigen wensen concretiseren (zie een aantal becijferde voorbeelden onder punt 4) Herziening van de aftrek voor een «gewone» belastingplichtige Toestand in zijn voordeel Wanneer een belastingplichtige de voorbelasting geheven van de oprichting, de aankoop, van een in zijn economische activiteit geïnvesteerd onroerend goed heeft kunnen aftrekken, bevestigt het feit dat dit bedrijfsmiddel onder de btw-regeling wordt verkocht definitief de op het bedrijfsgedeelte verrichte aftrek (KB nr. 3, art. 10, 1, 4 ). Bij gemengd gebruik (zowel beroepsmatig als privé) van het gebouw, moest de aftrek, van in het begin, trouwens beperkt worden tot het voor het economisch vermogen aangewend gedeelte. De niet-aftrekbaarheid van de btw op het privégedeelte wordt bevestigd door artikel 45quinquies WBTW, dat sinds 1 januari 2011 van toepassing is. Wanneer de totaliteit van het gemengd gebouw onder de btw-regeling wordt verkocht, in het kader van deze occasionele onderwerping, wordt de bij aanvang niet-aftrekbare btw op het privégedeelte, bij de vervreemding dus volledig aftrekbaar. Bijgevolg wordt de totaliteit van het gemengde gebouw van alle voorbelasting gezuiverd Toestand in zijn nadeel stelsel van de registratierechten Als de vervreemder nalaat de optie te lichten om het gebouw onder de btw-regeling over te dragen, valt de vervreemding normaliter onder de regeling van de registratierechten. Een eerste gevolg daarvan is dat de btw die initieel bij de oprichting, de aankoop, enz. werd afgetrokken wegens de economische aanwending van het gebouw en/of het zakelijk recht erop, moet worden teruggestort ten belope van de nog niet verstreken jaren van het vijftienjarig herzieningstijdvak van dit bedrijfsmiddel (gecombineerde toepassing van de artikelen 6, lid 1, 9, 1 en 10, 1, 4 KB nr. 3). Een tweede nadelig gevolg is het feit dat voor het gebouw dat voor het privévermogen werd gebruikt (geheel of slechts ten dele in het geval van gemengd gebruik), de btw geheven van het privégedeelte onherroepelijk ten laste van de vervreemder blijft. We verwijzen de lezer naar de voorbeelden onder punt Algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling Wanneer de artikelen 11 en 18, 3 WBTW van toepassing zijn wegens de overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling, moet de oorspronkelijk afgetrokken btw ten name van de overdrager niet herzien worden, voor zover het betrokken gebouw in de overdracht is vervat. Het is bij de overnemer dat de herziening van de aftrek zou kunnen worden doorgevoerd. 3. Globale beschouwingen Zoals bij alle optionele fiscale situaties, leidt de keuze ervoor tot een financieel voordeel. Het voordeel kan uitsluitend verworven worden door de vervreemder, of gecumuleerd, gecombineerd, verdeeld,... worden tussen de partijen. Per slot van rekening betreft het contractuele modaliteiten waarover afspraken kunnen gemaakt worden. Een omstandig onderzoek van alle financiële gevolgen van de optionele occasionele onderwerping in de vastgoedsector, is binnen het bestek van dit artikel niet uitvoerbaar. Toch geven we onder punt 4 enkele voorbeelden. 4. Enkele voorbeelden Opmerkingen vooraf We houden rekening met een eenvormig btw-tarief van 21 %, zowel inkomend als uitgaand. De werking van het btw-stelsel houdt in dat de verkoper aan de koper het totaalbedrag van de op de verkoop verschuldigde btw moet aanrekenen. De ten name van de occasionele belastingplichtige verschuldigde en aftrekbare btw komt vervolgens tot uiting in de bijzondere aangifte, beoogd onder punt Niet-belastingplichtige vervreemder Een echtpaar, werknemers, laat een woning oprichten tegen de prijs van euro, 21 % btw excl. Na enige tijd verkopen ze het gebouw dat voor de toepassing van de btw nog altijd nieuw is, onder de regeling van de occasionele onderwerping. De prijs die ze ervoor ontvangen is euro. De drijfveer van de verkoop is irrelevant (echtscheiding, speculatie, financiële moeilijkheden, familiale of beroepsredenen,...). Het door de Staat aan het echtpaar terug te betalen en uit de bijzondere aangifte, beoogd onder punt , voortvloeiend saldo is als volgt samengesteld : verschuldigde belasting : ( %) (aftrekbare belasting : %) = euro. Mochten de verkopers niet voor de occasionele onderwerping hebben geopteerd, hadden ze hun huis moeten verkopen onder de regeling van de registratierechten (normaliter 6
7 ten laste van de kopers) en hadden ze op zijn minste een «verlies» geleden van 21 % btw op euro (de kostprijs van de bouw), hetzij een fiscale kost van euro Vervreemder is belastingplichtige met recht op aftrek gemengd gebruik van het gebouw Een belastingplichtige met recht op aftrek van de voorbelasting koopt een nieuw appartement met toepassing van de btw op een maatstaf van heffing van euro, in meer 21 % btw. Het gebouw wordt ten belope van 20 % aangewend voor de economische activiteit, terwijl het resterend gedeelte voor privégebruik dient. De initiële aftrek wordt toegestaan ten belope van : % = % = euro. Het appartement wordt een jaar later opnieuw verkocht onder de regeling van de occasionele onderwerping tegen euro, btw 21 % excl. Aan de ene kant blijft de oorspronkelijk afgetrokken btw van euro door de verkoper verworven. Maar de, bij de aankoop, niet-aftrekbare btw op het privégedeelte wordt bij de verkoop volledig aftrekbaar, namelijk: % = % = euro. Het saldo van de bijzondere aangifte (zie ) bedraagt : verschuldigde belasting : % = ) (aftrekbare belasting : % = ), hetzij een door de occasionele belastingplichtige aan de Staat te betalen saldo van euro (af te nemen van de van de koper ontvangen btw van ). In het geval de verkoper de optie om de hoedanigheid van occasioneel belastingplichtige te bekomen niet had gelicht, zou hem dat met een fiscale kost van euro hebben opgezadeld, hetzij : een herziening van de oorspronkelijk afgetrokken btw ten bedrage van /15 of euro; de niet-aftrekbaarheid van de btw op het privégedeelte ten belope van euro Koper is belastingplichtige met recht op aftrek Als we de in punt 4.2 en 4.3 vermelde bedragen hernemen voor een koper die een belastingplichtige met recht op aftrek van de voorbelasting is, geeft de onroerende verwerving die volledig wordt aangewend voor zijn economische activiteit hem het recht de btw geheven van de aankoop, hetzij in casu euro, volledig af te trekken. Zodoende wordt de volledige fiscale kost te zijnen name weggewerkt. Yvon COLSON Extern medewerker van het BIBF De fiscale maatregelen in de wet van 14 april 2011 Wet van 14 april 2011 Op 6 mei 2011 werd in het Belgisch Staatsblad de wet van 14 april 2011 houdende diverse bepalingen gepubliceerd. Deze wet bevat een aantal fiscale maatregelen waarvan de meest in het oog springende de versoepeling van het bankgeheim en de invoering van een minnelijke schikking in fiscale zaken zijn. We bespreken deze twee maatregelen en daarnaast ook de wijzigingen i.v.m. de dbi-aftrek, de aftrek van zgn. overdreven interesten, de aannemersregistratie, de gemeentelijke opcentiemen op buitenlandse roerende inkomsten, de elektronische aangifte en het fiscaal identificatienummer. Bankgeheim Het fiscaal bankgeheim houdt in dat de fiscus in principe aan een bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling (hierna: een bank) geen inlichtingen mag vragen over haar klanten met de bedoeling om die klanten te belasten. Op dit principe zijn er twee uitzonderingen. Ten eerste geldt dit bankgeheim niet wanneer de belastingplichtige bezwaar indient tegen een aanslag (art. 374, tweede lid WIB 1992) Ten tweede kan het bankgeheim worden opgeheven indien een onderzoek bij de bank zelf concrete elementen aan het licht brengt die het bestaan of de voorbereiding van een mechanisme van belastingontduiking kunnen doen vermoeden. Een daartoe door de Minister aangeduide ambtenaar kan dan een ambtenaar met ten minste de graad van inspecteur toestaan om de inlichtingen over de klant aan de bank te vragen (art. 318 WIB 1992). De bestaande uitzonderingen op het bankgeheim blijven behouden, maar worden wel uitgebreid. Een ambtenaar met de graad van ten minste inspecteur kan voortaan ook gemachtigd worden om bij een bank elke inlichting op te vragen die nuttig kan zijn voor het bepalen van de belastbare inkomsten van de klant wanneer de fiscus : 7
8 over één of meer aanwijzingen van belastingontduiking beschikt naar aanleiding van een onderzoek bij de klant zelf (in plaats van bij de bank); of zich voorneemt om de belastingplichtige indiciair te taxeren; of een vraag heeft gekregen van een belastingadministratie uit een andere EU-lidstaat of van een staat waarmee België een dubbelbelastingverdrag met wederzijdse bijstand heeft afgesloten. In de parlementaire voorbereiding kunt u (niet-limitatieve) lijsten vinden van gegevens die volgens de wetgever al dan niet aanwijzingen zijn van belastingontduiking. Aanwijzingen van belastingontduiking zijn bv. het feit dat bepaalde aankopen niet in de boekhouding terug te vinden zijn, het bezitten van een bankrekening in het buitenland zonder dat dit wordt vermeld in de aangifte personenbelasting, het opstellen van valse facturen,... Geen aanwijzingen van belastingontduiking zijn bv. de loutere laattijdige indiening van de aangifte, fouten in aftrekbare bestedingen, het niet aangeven van voordelen van alle aard,... Merk op dat de vraag van een buitenlandse administratie met een aanwijzing van belastingontduiking wordt gelijkgesteld. Vooraleer het bankgeheim kan worden opgeheven moet de controleur die het onderzoek voert wel eerst een vraag om inlichtingen hebben gestuurd aan de belastingplichtige. In die vraag om inlichtingen moet ook duidelijk vermeld zijn dat het bankgeheim kan worden opgegeven indien de belastingplichtige de gevraagde inlichtingen niet verstrekt. Bovendien moet de controleur de belastingplichtige een kennisgeving sturen van de aanwijzing(en) van belastingontduiking die het opheffen van het bankgeheim rechtvaardigen. De kennisgeving moet aangetekend worden verstuurd, en gelijktijdig met de vraag om inlichtingen die aan de bank wordt gestuurd. Zijn de rechten van de schatkist in gevaar, dan mag die kennisgeving achteraf gebeuren, uiterlijk 30 dagen na het verzenden van de vraag om inlichtingen aan de bank. Volgens de letterlijke tekst van de wet moet de fiscus de kennisgeving ook sturen wanneer hij het bankgeheim wil laten opheffen omdat hij indiciair wil taxeren. Dit is eigenaardig omdat strikt genomen er in dat geval geen aanwijzingen van belastingontduiking nodig zijn om het bankgeheim te doorbreken. Weliswaar is volgens de parlementaire voorbereiding een belangrijk indiciair tekort dat de belastingplichtige niet kan verklaren ook een aanwijzing van belastingontduiking, maar de vraag is dan waarom de wet het voornemen van de fiscus om indiciair te taxeren als aparte rechtsgrond voor het doorbreken van het bankgeheim vermeldt. Anders gezegd zien we niet goed in hoe de fiscus op basis van de letterlijke wettekst het bankgeheim kan doorbreken wegens het voornemen om indiciair te taxeren, indien hij het indiciair tekort niet eveneens beschouwt als een aanwijzing van belastingontduiking. Bij de Nationale Bank wordt een centraal aanspreekpunt georganiseerd. Alle banken zijn verplicht om aan dit centraal aanspreekpunt de identiteit van de klanten en de nummers van de rekeningen en de contracten door te geven. De fiscus kan daar dan navragen bij welk bank(en) de belastingplichtige klant is (indien de belastingplichtige weigert om deze informatie te verstrekken) en daarna zijn vragen aan deze banken stellen. Gewijzigde wetsartikels : art. 322, (nieuwe) 2 en (nieuw) art. 333bis WIB 1992 Inwerkingtreding: 1 juli 2011 Minnelijke schikking Wie een fiscale overtreding begaat, kan ook nog een strafrechtelijke sanctie krijgen wanneer de overtreding is begaan met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden (art WIB 1992; art bis WBTW, art octies W.Reg). Dit maakt dat enerzijds fiscale regularisatie niet altijd evident is, omdat ook na een akkoord met de fiscus over de ontdoken belastingen een strafproces mogelijk blijft. Anderzijds moet de fiscus in fraudezaken met een strafrechtelijk luik soms jaren wachten op zijn geld, en loopt hij zelfs het risico uiteindelijk achter het net te vissen wegens bv. verjaring of overschrijding van de redelijke termijn. Voortaan kan de procureur des Konings in een fiscale strafzaak een minnelijke schikking voorstellen aan de belastingplichtige, indien hij meent dat hij voor een overtreding, een wanbedrijf of een misdaad die vatbaar is voor correctionalisering, enkel een geldboete of een geldboete met verbeurdverklaring moet vorderen, en nadat de belastingplichtige de belastingplichtige de ontdoken belastingen, inclusief de interesten, heeft betaald en de fiscus daarmee heeft ingestemd. Het voorstel van minnelijke schikking houdt in dat de belastingplichtige een door de procureur te bepalen som stort aan de FOD Financiën. Gaat de belastingplichtige op dit voorstel in (hij is daartoe niet verplicht), dan wordt hij niet langer strafrechtelijk vervolgd (de strafvordering wordt zgn. gestuit ). Merk op dat de belastingplichtige weliswaar geen recht heeft op de minnelijke schikking en dat het formele initiatief van de procureur moet komen, maar dat volgens de parlementaire voorbereiding niets de verdachte belet om zijn bereidheid tot het sluiten van een minnelijke schikking aan het parket te kennen te geven. De minnelijke schikking is mogelijk voor alle belastingen, behalve voor de Douane en Accijnzen (daarvoor bestaat al een aparte regeling). Ze kan ook nog worden afgesloten indien er al een onderzoeksrechter is aangesteld of zelfs als de strafzaak al bij de rechtbank of het hof aanhangig is gemaakt, indien de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde zijn bereidheid te kennen geeft de aan een ander veroorzaakte schade te vergoeden, en voor zover er 8
9 nog geen vonnis of arrest is uitgesproken dat kracht van gewijsde heeft verkregen. Gewijzigde wetsartikels: art. 216bis Wetboek van Strafvordering Inwerkingtreding: tien dagen na publicatie, zijnde 16 mei 2011 Dbi-aftrek Eén van de voorwaarden voor de dbi-aftrek was dat de aandelen waarop de dividenden betrekking hebben de aard van financiële vaste activa moeten hebben (art. 202, 2, eerste lid, 2 en tweede lid WIB 1992). Deze voorwaarde wordt geschrapt omdat ze strijdig wordt geacht met de moeder-dochterrichtlijn. Gewijzigde wetsartikels : art. 202, 2, eerste lid, 2 en tweede lid WIB 1992 Inwerkingtreding: 1 januari 2011 Aftrek van overdreven interesten Interesten zijn maar aftrekbare beroepskosten voor zover ze niet meer bedragen dan de marktrente (art. 55 WIB 1992). Deze aftrekbeperking geldt echter niet voor interesten die worden betaald aan bepaalde instellingen, meer bepaald banken, verzekeringsmaatschappijen, (art. 56 WIB 1992). Artikel 56 WIB 1992 wordt geherformuleerd. In de eerste plaats wordt de terminologie aangepast aan de gewijzigde financiële wetgeving. Verder worden enerzijds de uitzonderingen uitgebreid met een aantal buitenlandse instellingen, om tegemoet te komen aan kritiek van de Europese Commissie. Tot slot wordt er aan het artikel een paragraaf toegevoegd die stelt dat de uitzonderingen op de aftrekbeperking niet gelden indien de instelling waaraan de interest wordt betaald rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden is (in de zin van artikel 11 W.Venn.) met de onderneming die de interest betaalt. Gewijzigde wetsartikels : art. 56 WIB 1992 Inwerkingtreding: interest betaald of toegekend vanaf 1 januari 2011 Aannemersregistratie Om recht te geven op de belastingverminderingen wegens renovatie van een woning in een zone voor positief grootstedelijk beleid (art , lid 3, 4 WIB 1992) en wegens renovatie van een socale huurwoning (art , lid 3, 3 WIB 1992) vereiste de wet tot nu toe dat de renovatiewerken werden uitgevoerd door een geregistreerde aannemer. Hetzelfde gold voor de aftrek van verbouwingskosten om de belastbare meerwaarde te berekenen bij een snelle verkoop van een gebouw (art. 90, 10 WIB 1992). De verplichting om met een geregistreerde aannemer te werken, is in strijd met de Europese regels inzake vrijheid van diensten. De voorbije jaren werd die verplichting dan ook meer en meer geschrapt uit de fiscale wetgeving. Nu gebeurt dat dus ook met de laatste drie, hierboven vermelde situaties. Binnenkort wordt overigens de volledige regeling inzake registratie van aannemers afgeschaft. Gewijzigde wetsartikels : art. 101, 2, lid 3, a WIB 1992, art , lid 3, 4 WIB 1992 en art , lid 3, 3 WIB 1992 Inwerkingtreding : voor werken die worden uitgevoerd vanaf 1 januari 2011 Gemeentelijke opcentiemen op rechtstreeks in het buitenland geïnde roerende inkomsten Op buitenlandse roerende inkomsten die via een Belgische tussenpersoon worden geïnd, wordt roerende voorheffing ingehouden, van 25 % of 15 %, en deze voorheffing is bevrijdend. De belastingplichtige hoeft niets meer aan te geven. Op buitenlandse roerende inkomsten die rechtstreeks in het buitenland worden geïnd, wordt geen roerende voorheffing ingehouden. Dergelijke inkomsten moet de belastingplichtige wel nog in zijn aangifte personenbelasting vermelden. De roerende inkomsten worden dan belast tegen een afzonderlijk tarief van 15 % of 25 %, maar dit tarief moet nog worden verhoogd met de gemeentelijke opcentiemen. Het Europees Hof van Justitie heeft echter in het arrest-dijkman (H.v.J., 1 juli 2010) geoordeeld dat de ongelijke behandeling van roerende inkomsten naargelang ze al dan niet via een Belgische tussenpersoon worden betaald strijdig is met de vrijheid van kapitaalverkeer. Bij de berekening van de gemeentelijke opcentiemen op de aangegeven inkomsten worden de roerende inkomsten uit een andere lidstaat van de EER waarop geen roerende voorheffing is ingehouden en die geen beroepskarakter hebben, uit de berekeningsbasis verwijderd. 9
10 Gewijzigde wetsartikels : art. 466 WIB 1992 Inwerkingtreding : aanslagjaar 2011 Elektronische aangifte Belastingplichtigen die hun aangifte personenbelasting indienen via Tax-on-Web moesten tot nu toe aanduiden dat zij geen papieren aangifte meer wensten te ontvangen. Voortaan geldt de omgekeerde regel. Wie zijn aangifte elektronisch indient, krijgt in de toekomst standaard geen papieren aangifte meer, tenzij hij daar uitdrukkelijk om heeft gevraagd. Gewijzigde wetsartikels : art. 308, 3, tweede lid WIB 1992 Inwerkingtreding : aanslagjaar 2012 Fiscaal identificatienummer De administratie der directe belastingen kent aan belastingplichtigen een fiscaal identificatienummer toe. Voor natuurlijke personen is dit nummer gelijk aan hun identificatienummer in het Rijksregister van de natuurlijke personen (dit is het zgn. nationaal nummer dat vermeld wordt op de achterkant van de identiteitskaart); voor rechtspersonen en voor natuurlijke personen die niet in het Rijksregister zijn ingeschreven laat de wet het aan de Koning over om het fiscaal identificatienummer vast te stellen. Voor natuurlijke personen blijft het fiscaal identificatienummer in principe gelijk aan het nationaal nummer, maar wanneer die natuurlijke personen beschikken over een ondernemingsnummer, wordt dit nummer voortaan ook als fiscaal identificatienummer gebruikt voor alles wat hun ondernemingsactiviteit aanbelangt. Voor rechtspersonen stemt het fiscaal identificatienummer overeen met hun ondernemingsnummer (maar dat is nu ook ook al zo). Gewijzigde wetsartikels : art. 308, 3, tweede lid WIB 1992 Inwerkingtreding : 1 januari 2012 Varia Voor de volledigheid vermelden we nog dat de wet van 14 april 2011 behalve de hier besproken maatregelen nog enkele fiscale bepalingen bevat (bv. uitbreiding van toepassingsgebied van sommige regels van België/de EU naar de EER, wijzigingen in de belasting van niet-inwoners, ), die we echter wegens hun minimaal belang voor de praktijk buiten beschouwing hebben gelaten. Felix VANDEN HEEDE Fiscaal jurist Mogelijkheid voor kleine verenigingen (1) om zich te onderwerpen aan de boekhoudkundige verplichtingen opgelegd aan grote verenigingen (1) Kleine verenigingen en stichtingen voeren een vereenvoudigde boekhouding die minstens betrekking heeft op de mutaties in contant geld of op de rekeningen 2. Het stelsel van de vereenvoudigde boekhouding wordt door een koninklijk besluit geregeld 3. 1 Verenigingen en stichtingen. 2 Artikel 17, 2 van de wet van 27 juni 1921 op de verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen, gewijzigd door de wet van 2 mei 2002 (BS 11 december 2002). 3 Koninklijk besluit van 26 juni 2003 betreffende de boekhouding van Kleine verenigingen en stichtingen kunnen evenwel beslissen zich vrijwillig te onderwerpen aan de boekhoudkundige verplichtingen van grote verenigingen en stichtingen. De voorwaarden voor deze onderwerping zijn geregeld door bovenvermeld koninklijk besluit 4. Uit deze bepalingen kan worden afgeleid dat de onderwerping van de kleine vereniging of de kleine verenigingen en stichtingen, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 15 september 2006 en 27 september 2009 (BS 11 juli 2003, 12 oktober 2006 en 12 oktober 2009). 4 Artikel 15 van het koninklijk besluit van 26 juni
11 stichting aan het boekhoudkundig stelsel van de grote vereniging of stichting niet vermoed wordt maar dat ze ondubbelzinnig en expliciet moet vermeld worden door het bestuursorgaan in de toelichting bij de neergelegde jaarrekening. Nochtans hebben sommigen beweerd (op seminaries of in geschriften) dat eens de kleine vereniging of stichting haar boekhouding op computer voert door middel van een programma dat dubbel boekhouden gebruikt, deze vereniging of stichting zich daardoor onderwerpt aan de boekhoudkundige verplichtingen van de grote vereniging of stichting. Meer nog, dezelfde bronnen hebben verklaard dat de kleine verenigingen of stichtingen in dit geval hun jaarrekening moesten neerleggen, weliswaar op de griffie van de rechtbank van koophandel, maar door gebruik te maken van het model van de jaarrekening voorgesteld door de Nationale Bank van België. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen is over dit dubbel probleem ondervraagd en heeft een advies gepubliceerd dat orde op zaken stelt 5. Wij ontleden hierna dit advies en geven onze commentaar. 1. Kleine verenigingen en stichtingen en «dubbel boekhouden» Volgens het oordeel van de Commissie kan een kleine vereniging of stichting die vrijwillig haar boekhouding volgens de regels van het dubbel boekhouden voert, niet worden geacht zich te willen onderwerpen aan de boekhoudkundige verplichtingen van grote verenigingen of stichtingen. Daartoe is een uitdrukkelijke beslissing nodig en die beslissing moet worden vermeld en verantwoord in de toelichting bij de jaarrekening en de belangrijkste gevolgen voor de vereniging of stichting opgegeven worden. Indien de boekhouding van een kleine vereniging of stichting vrijwillig wordt gevoerd volgens de gebruikelijke regels van het dubbel boekhouden moet er ook voldaan worden aan de verplichtingen om de verrichtingen die betrekking hebben op mutaties in contant geld of op rekeningen, zonder vertraging, getrouw en volledig en naar tijdsorde in te schrijven in een ongesplitst dagboek 6. Commentaar Niets kan de kleine vereniging of stichting beletten haar financiële mutaties te registreren met behulp van een aangepast computerprogramma dat werkt volgens de regels van het dubbel boekhouden. Het programma zal diverse hulpjournalen produceren waarvan het verplicht financieel dagboek. Nadien brengt het programma de boekingen over naar rekeningen kosten en opbrengsten alsook naar rekeningen crediteuren en debiteuren. Ten slotte zal het programma de gegevens verzamelen nodig voor het opstellen van de jaarrekening van kleine verenigingen en stichtingen. De balans maakt het opstellen mogelijk van de «Staat van uitgaven en ontvangsten» en levert meerdere gegevens voor de 5 Advies CBN 2011/1 van 8 december Artikel 2 van het koninklijk besluit van 26 juni «Staat van het vermogen». Andere gegevens kunnen buiten de boekhouding worden gehouden, onder andere de investeringen en afschrijvingen, de rechten en verplichtingen. Door het gebruik van een boekhoudprogramma in dubbel boekhouden heeft de vereniging of stichting haar boekhouding aangepast aan de aard en de omvang van haar activiteiten 7 en ze houdt het wettelijk verplicht enig dagboek door middel van een geïnformatiseerd systeem 8. Het verslag aan de Koning van het koninklijk besluit van 26 juni 2003 verklaart : «Overigens zou de verplichting tot inachtneming van sommige wettelijke of regelgevende, inzonderheid fiscale (bv. btw) of zelfs contractuele bepalingen ertoe kunnen leiden dat kleine verenigingen of stichtingen opteren voor een meer uitgewerkte boekhouding.» 9 Deze meer uitgewerkte boekhouding kan bestaan in het gebruik van een geïnformatiseerd systeem in dubbel boekhouden. Beweren dat het gebruik van een computerprogramma met dubbel boekhouden inhoudt dat de kleine vereniging of stichting zich onderwerpt aan het stelsel van de grote verenigingen of stichtingen is gewoonweg een verwarring tussen de gebruikte middelen om een eenvoudige boekhouding te voeren en de inhoud van die boekhouding zelf. Het is verder een boekhouding in dubbel boekhouden verwarren met een volledige boekhouding. 2. Model jaarrekening Aan de Commissie werd gevraagd of een kleine vereniging of stichting die zich vrijwillig onderwerpt aan de boekhoudkundige verplichtingen opgelegd aan grote verenigingen en stichtingen haar jaarrekening dient neer te leggen volgens het model voorgesteld door de Nationale Bank. Indien een kleine vereniging zich vrijwillig heeft onderworpen aan de boekhoudkundige verplichtingen opgelegd aan grote verenigingen, dient zij het geheel van de bepalingen toe te passen die gelden voor grote verenigingen. Zulks leidt evenwel niet tot de verplichting de jaarrekening neer te leggen bij de Nationale Bank van België 10. De verplichting om neer te leggen bij de Nationale Bank van België vloeit immers niet voort uit de bepalingen van het koninklijk besluit van 19 december maar wel uit de artikelen 17, 6 en 37, 6 van de wet van 27 juni 1921 voor wat betreft grote en zeer grote verenigingen of private stichtingen. Voor kleine verenigingen en private stichtingen en voor alle stichtingen van openbaar nut vloeit de plicht van neerlegging bij de griffie voort uit artikelen 26novies, 1, 5 en 31, 3 van de wet van 27 juni De jaarrekening van kleine verenigingen en private stichtingen en van alle stichtingen van openbaar nut moeten neergelegd worden bij de griffie van de 7 Artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 juni Artikel 2, 2 van het koninklijk besluit van 26 juni Alinea 8 van het Verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 26 juni Alinea 18 van het Verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit 26 juni Koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhouding van grote en zeer grote verenigingen en stichtingen (BS 30 december 2003). 11
12 rechtbank van koophandel. Voor deze neerlegging is het model voorgesteld door de Nationale Bank van België niet vereist. De Commissie steunt vervolgens haar advies op het antwoord van de Minister van Justitie op een parlementaire vraag. Hierna de doorslaggevende passages van dit antwoord : «Ingeval de kleine vereniging of stichting ervoor kiest haar boekhouding te voeren en haar jaarrekening op te stellen conform de regels die van toepassing zijn op de grote en zeer grote verenigingen en stichtingen moeten uiteraard de rekeningen opgemaakt overeenkomstig die regels, volgens het volledige of verkorte schema bedoeld in het koninklijk besluit van 19 december openbaar worden gemaakt, met andere woorden worden opgenomen in het dossier dat ter griffie is geopend. Ingeval zij zulks wenst, maar zij is daartoe niet verplicht, kan zij bovendien haar overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 december 2003 opgestelde rekeningen bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België neerleggen. De rekeningen kunnen 13 met het oog op de openbaarmaking ervan door neerlegging ter griffie of bij de Nationale Bank van België worden voorgesteld volgens een van de standaardschema s verkort of volledig die de Balanscentrale voor de grote en zeer grote verenigingen heeft ontwikkeld, dan wel op een wijze die beter overeenstemt met de boekhoudkundige handelswijze van de vereniging of stichting 14.» Commentaar Het woord «kunnen» op het einde van de laatste zin vraagt geen verdere commentaar tenzij moet worden opgemerkt dat de Nationale Bank van België voor de vrijwillige neerlegging bij haar door een kleine vereniging of stichting, het genormaliseerd model niet vereist. Daarentegen is het laatste gedeelte van de zin wel vatbaar voor interpretatie. Wat moet verstaan worden door «...dan wel op een wijze». Betekent dit volle vrijheid voor het vrijwillig neer te leggen model bij de Nationale Bank van België door een kleine vereniging of stichting? Tenzij de minister de specifieke gevallen bedoelt van de verenigingen of stichtingen waarvoor de boekhoudkundige verplichtingen geregeld zijn door afzonderlijke besluiten of reglementaire voorschriften. De exacte interpretatie van het einde van het antwoord van de minister is wellicht een bijkomende parlementaire vraag waard. Michel VANDER LINDEN Erebedrijfsrevisor Ontwerpadvies CBN: waardeverminderingen op handelsvorderingen gedekt door een kredietverzekering De Commissie voor Boekhoudkundige Normen publiceert een ontwerpadvies over waardeverminderingen op handelsvorderingen gedekt door een kredietverzekering. Dit advies behandelt de mate waarin op verzekerde handelsvorderingen waardeverminderingen kunnen worden geboekt alsook de boekhoudkundige gevolgen van de tussenkomst van de kredietverzekeraar. Het is niet uitgesloten dat de Commissie de tekst van dit ontwerpadvies aanpast na afloop van de publieke raadpleging. Geïnteresseerden kunnen hun opmerkingen overmaken aan de Commissie voor Boekhoudkundige Normen per post (Commissie voor Boekhoudkundige Normen, c/o Federale Overheidsdienst Economie, North Gate III, Koning Albert II-laan, 16, 1000 Brussel) of per (cnc.cbn@cnc-cbn. be), en dit ten laatste tegen 30 juni Koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhouding van grote en zeer grote verenigingen en stichtingen (BS 30 december 2003). 13 Onderstreept door de auteur. 14 Vraag nr. 741 van Mevr. Trees Pieters van 6 juli 2005, zittingsperiode 51, bulletin V&A 104 van 26 december Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Verantwoordelijke uitgever : Jean-Marie CONTER, B.I.B.F. Legrandlaan 45, 1050 Brussel, Tel. 02/ , Fax. 02/ info@bibf.be, URL : http: // Redactie : Gaëtan HANOT, Geert LENAERTS, Xavier SCHRAEPEN, Jean-Marie CONTER, Chantal DEMOOR. Adviesraad : Professor P. MICHEL, Professor Emeritus, Universiteit Luik, Professor C. LEFEBVRE, Katholieke Universiteit Leuven. Gerealiseerd in samenwerking met kluwer 12
Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )
stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159
Nadere informatieArt. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen
K.B. nr. 10 KONINKLIJK BESLUIT NR. 10 VAN 29 DECEMBER 1992, MET BETREKKING TOT DE UITOEFENINGSMODALITEITEN VAN DE KEUZEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 15, 5, DERDE LID EN 25TER, 1, TWEEDE LID, 2, TWEEDE LID,
Nadere informatieGewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.
Beslissing BTW nr. E.T.119.318 dd. 28.10.2010 Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari 2011. Eerste commentaar. 1. Inleiding Ingevolge de wijzigingen van het Btw-Wetboek
Nadere informatieVoor het deel dat niet werd opgenomen in het bedrijfsvermogen heeft hij, op definitieve wijze, geen enkel recht op aftrek.
BIJLAGE 1 VOORBEELDEN Voorbeeld 1 (bij punt 2.1. van deze circulaire) Een belastingplichtige heeft een gebouw laten oprichten (prijs 300.000, excl. btw) en beslist om dat gebouw op te nemen in zijn bedrijfsvermogen
Nadere informatieVERVREEMDEN VAN EEN NIEUW GEBOUW MET BTW
VERVREEMDEN VAN EEN NIEUW GEBOUW MET BTW Van vele ondernemingen maken de bedrijfsgebouwen nog steeds een belangrijk actief uit. Voor de ondernemer zal de toepassing van registratierechten of van BTW de
Nadere informatieBetekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN
Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN Rooster 00 - Verkoop van goederen tegen 0-tarief: dagbladen, tijdschriften, pre-paid telefoonkaarten, recuperatiestoffen, tabaksfabrikaten.
Nadere informatievan de heren Dirk Van Mechelen, Jan Peumans, Koen Van den Heuvel, Ludo Sannen, Filip Watteeuw en Lode Vereeck
stuk ingediend op 789 (2010-2011) Nr. 1 9 november 2010 (2010-2011) Voorstel van decreet van de heren Dirk Van Mechelen, Jan Peumans, Koen Van den Heuvel, Ludo Sannen, Filip Watteeuw en Lode Vereeck houdende
Nadere informatieAANGIFTE (Artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 14, van 3 juni 1970)
Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de FISCALITEIT Sector btw (Stempel van de dienst) Vak bestemd voor de administratie Aangifte ontvangen onder nr.... Dossiernummer:... Dossier
Nadere informatieInhoudstafel. Woord vooraf 13. Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15
Inhoudstafel Woord vooraf 13 Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15 1. Het recht op aftrek 15 1.1. Algemene draagwijdte van het recht op aftrek (artikel
Nadere informatieOverzicht. 1. Wat is BTW?
ABC VAN DE BTW Overzicht 1. Wat is BTW? 2. Waar wordt de BTW geregeld? 3. Wie valt onder die regelgeving? 4. Wat wordt belast? 5. Hoeveel bedraagt de belasting? 6. Administratieve verplichtingen 7. Bijzondere
Nadere informatieDe bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters
De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters De verplichting tot indiening van een bijzondere btw-aangifte (formulier nr. 629) is opgenomen in artikel 53ter van het Btw-Wetboek. Deze aangifte
Nadere informatieBeslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen
Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen De uitreiking van de factuur, vooraleer het belastbaar feit zich heeft voorgedaan, is geen oorzaak
Nadere informatieDe meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten).
De meerwaarden Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). Als het onroerend goed voor beroepsactiviteiten wordt
Nadere informatieOverzicht. 1. Wat is BTW?
ABC VAN DE BTW Overzicht 1. Wat is BTW? 2. Waar wordt de BTW geregeld? 3. Wie valt onder die regelgeving? 4. Wat wordt belast? 5. Hoeveel bedraagt de belasting? 6. Administratieve verplichtingen 7. Bijzondere
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/14 De boekhoudkundige verwerking van de uitgestelde belastingen bij gerealiseerde meerwaarden waarvoor de uitgestelde belastingregeling geldt en bij
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten Advies van 7 november 2012 I. Onderwerp van het advies 1. In het artikel 31, 1 van de Vierde Europese Richtlijn
Nadere informatieDUIDING VAN DE PROBLEMATIEK
Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing BTW nr. E.T.127.884 d.d. 05.10.2015 Reisbureaus Verzekeringen
Nadere informatiePolitiek compromis over getrapt systeem fiscaal bankgeheim
Fiscoloog 2011, afl. 1241, 3-6 9 maart 2011 Auteur: Filip Smet, advocaat Politiek compromis over getrapt systeem fiscaal bankgeheim Vorige week werd in de Commissie Financiën een compromis bereikt tussen
Nadere informatiePraktische gids btw-plicht notaris
Praktische gids btw-plicht notaris Patrick WILLE Managing Partner THE VAT HOUSE cvba (Het BTW Huis), VAT House Services nv, VAT Applications nv President VAT Forum cv Docent VUB, Professor Fiscale Hogeschool,
Nadere informatieAftrek van btw en positieve herzieningen van de btw bij verkoop van vervoermiddelen. Stefan Ruysschaert
Aftrek van btw en positieve herzieningen van de btw bij verkoop van vervoermiddelen Stefan Ruysschaert Basisbegrippen Het begrip economische activiteit (art. 4 W.BTW) De notie misbruik (art. 1, 10 W.BTW)
Nadere informatieAftrek voor risicokapitaal
Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR
Nadere informatieFAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt?
FAQ - TAX REFORM 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? Hiervoor moet men in twee stappen te werk gaan. In eerste instantie moeten de intresten op «staatsbons
Nadere informatieBTW OP VERKOOP VAN GROND
BTW OP VERKOOP VAN GROND Sinds 1 januari 2011 is de verkoop van grond in bepaalde gevallen onderworpen aan btw in plaats van aan registratierechten. Dit is het geval wanneer een terrein dat bij een nieuw
Nadere informatieEEN geslaagd PROjECT!
A & D Boekhoudkantoor, Klapstraat 58, 1790 Teralfene Tel 0473.821367 www.infoboekhouden.be DE BOEKHOUDER-FISCALIST BIBF: Uw PARTNER VOOR EEN geslaagd PROjECT! Een brochure van het Beroepsinstituut van
Nadere informatieAuteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp
Auteur Federale Overheidsdienst Financiën minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/582.830 (AOIF 17/2008). AFTREKBARE BESTEDING. Aftrek voor enige eigen woning. INTEREST VAN EEN HYPOTHECAIRE LENING.
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Verenigingen en Stichtingen Verwerving door de erfpachthouder van het met een erfpacht bezwaard onroerend goed (verwerving tréfonds) Hereniging
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 11/08/2015
Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Vertaling C-332/15-1 Zaak C-332/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juli 2015 Verwijzende rechter: Tribunale di Treviso / Italië Datum
Nadere informatieAuteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp
Auteur Federale Overheidsdienst Financiën http://minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/586.459 (AOIF 43/2007). Aftrek voor enige woning. Belastingvermindering voor het lange termijnsparen. Kapitaalaflossing
Nadere informatieSPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE
Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) De aangifte moet,
Nadere informatieDe Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,
KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE
Nadere informatiea) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider
Home > Recente wijzigingen > FAQ Btw Deeleconomie FAQ Btw Deeleconomie Betreft de mogelijkheid tot het ruilen en het delen van ruimtes, goederen of werktuigen tussen particulieren via een elektronisch
Nadere informatieWijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010
PERSMEDEDELING Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010 De Heer Didier Reynders, Vice-premier en Minister van Financiën, deelt mee dat de richtlijn 2008/8/EG van de
Nadere informatiede uit hun aard onroerende goederen, de andere bedrijfsmiddelen en de diensten die op grond van artikel 48, 2, aan de herziening zijn onderworpen
Home > Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten BTW Directie I/7 Wetswijziging op 1 januari
Nadere informatieDe inkomsten uit de deeleconomie
De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen
Nadere informatieEindelijk meer duidelijkheid over het verlaagd btw-tarief voor scholenbouw
Eindelijk meer duidelijkheid over het verlaagd btw-tarief voor scholenbouw Achtergrond Met ingang van 1 januari 2016 is er een verlaagd btw-tarief van 6% voor scholenbouw van toepassing. Het verlaagd tarief
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk: Ons kenmerk: Bijlage: III.21/721.40.067/358/06 model-document Contactpersoon : E-mail: Tel.: Fax: Frank VERDUYN Call Center
vda Brussel Burgemeesters Provinciegouverneurs Instellingen en Bevolking Bevolking Arrondissementscommissarissen Uw brief van Uw kenmerk: Ons kenmerk: Bijlage: III.21/721.40.067/358/06 model-document Contactpersoon
Nadere informatieBankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) BIJKOMENDE INFORMATIE
R Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de Fiscaliteit AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) De aangifte moet, behoorlijk ingevuld,
Nadere informatieCirculaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten
Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Erkende ondernemingslokketten verrichten zowel taken van openbare dienst of van algemeen belang als een aantal adviserende
Nadere informatieHelsen & partners bvba / Fiduciaire Helsen bvba 1 Privacy en bescherming van de persoonsgegevens.
Helsen & partners bvba / Fiduciaire Helsen bvba 1 Als boekhoudkantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens. In dit kader
Nadere informatieWetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.
Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. TOELICHTING De kaaimantaks is een doorkijkbelasting in de personen- en de rechtspersonenbelasting waarbij inkomsten ontvangen door een juridische
Nadere informatie'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid
9 april 2014 'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid Ivan Massin, Deloitte Belgium, Indirect tax Gepubliceerd in: Fiscoloog, n 1381, p. 7, BIBLO Een 'vooraf erkende persoon' is
Nadere informatieBelastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling.
Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/1 Circulaire nr. Ci.RH.421/579.072 (AOIF Nr. 60/2010) dd 10.09.2010 Vennootschapsbelasting Belasting van niet-inwoners vennootschappen
Nadere informatiepagina 1 van 5 Beslissing Btw nr. E.T.129.030/3 dd. 02.02.2016 FOD Financiën, 04/02/2016, www.fisconetplus.be Context Belasting over de toegevoegde waarde > 17 - B.T.W. tarieven Algemene Administratie
Nadere informatieHof van Cassatie van België
25 OKTOBER 2013 F.12.0198.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0198.F SUPER MARCHÉ SOVET nv, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door
Nadere informatieImprimer le(s) document(s)[nl]
Page 1 of 17 Home > Recente wijzigingen > Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten BTW - Directie
Nadere informatieBTW: voordeel van alle aard voor voertuigen. belasting gekoppeld aan de regels van aftrekbaarheid
BTW: voordeel van alle aard voor voertuigen belasting gekoppeld aan de regels van aftrekbaarheid 1. Probleemstelling De vaststelling van een voordeel van alle aard vloeit meer bepaald voort uit het privé-gebruik
Nadere informatieBTW. Academiejaar 2009-2010 samenvatting - Jeroen De Mets 1
BTW 1. INLEIDING...2 A. DEFINITIE...2 B. OUD EN NIEUW STELSELSTELSEL...2 2. DE BTW-PLICHTIGE VAN RECHTSWEGE...2 3. DE TOEVALLIGE BTW-PLICHTIGE...3 4. DE BELASTBARE FEITEN...3 A. ALGEMEEN...3 B. OVERZICHT...4
Nadere informatieLexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!
EXTERNE PUBLICATIES // 18.07.2015 Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! Auteurs: Stijn Lamote, Anouck Sandra Meerwaarden verwezenlijkt door
Nadere informatie2 Levering van goederen
2 Levering van goederen Oefening 1: leveringen 1 plaats van levering: de plaats van aanvang van het vervoer, Gent; tijdstip van levering: 4 november, tijdstip van aankomst. 2 plaats van levering: waar
Nadere informatieVOORAFGAANDE OPMERKING
FOD Financiën Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW/Taxatieprocedure en Verplichtingen Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing Btw nr. E.T.126.003
Nadere informatieAuteur. Onderwerp. Datum
Auteur FOD Financiën Onderwerp 19 vragen en antwoorden omtrent de fiscale aftrek voor de enige eigen woning Datum februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit
Nadere informatieIAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie
Nummer 4 16 29 februari 2004 IAB-Info Inhoud 16e jaargang Beroep c Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen Deze bijdrage strekt ertoe een overzicht te bieden van zowel de
Nadere informatieToepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven
Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven Beslissing BTW nr. E.T. 116.111 dd. 21.02.2011 Verrichten van onderzoekswerk, met inbegrip van klinische proeven, verricht door artsen
Nadere informatieBRUS. Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor. ~~I~D. bergstr
~~I~D. bergstr BRUS EN Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor Niets uit deze opgave, inclusief de specifieke vormgeving, mag door middel van elektronische of andere middelen, met inbegrip van automatische informatiesystemen,
Nadere informatieFiscaalrechtelijke aandachtspunten asset deals. Olivier De Keukelaere
Fiscaalrechtelijke aandachtspunten asset deals Olivier De Keukelaere Overzicht Inkomstenbelasting BTW Registratierechten Successierechten 2 Overzicht Inkomstenbelasting BTW Registratierechten Successierechten
Nadere informatieDe BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie
De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie BTW BASISREGELS (Artikelen 4, 50, 1, 53, 1 en 56bis van het Btw-Wetboek) PRINCIPE De natuurlijke persoon die geregeld diensten verricht in het kader
Nadere informatiePrivacy en bescherming van de persoonsgegevens.
Privacy en bescherming van de persoonsgegevens. A & D Boekhoudkantoor staat in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens en in dit kader
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... v HOOFDSTUK 1. BTW-PLICHT...1 1. BTW-plicht in het algemeen...1 1.1. De rol van de belastingplichtige...1 1.2. Definitie van de belastingplichtige...1 1.3. Gevolgen van de belastingplicht...4
Nadere informatieHoe een btw- vraagstuk oplossen?
Woord vooraf Hoe een btw- vraagstuk oplossen? Bij het correct oplossen van een btw- vraagstuk in het kader van het zaken doen met het buitenland volgt men best volgend stappenplan dat stap voor stap tot
Nadere informatieFiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten
Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten 03.12.2008 1 Inleiding INHOUD I. Inbreng in natura 1. Inbreng van losse bestanddelen - In hoofde van de inbrenger - In hoofde van de inbrenggenietende
Nadere informatieNieuwsbrief 2009-10 Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten
Nieuwsbrief 2009-10 Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten 1. Principe Vanaf 1 januari 2010 wijzigen de regels inzake plaatsbepaling bij grensoverschrijdende diensten
Nadere informatieHet optrekken van een gebouw door een aannemer voor privé-gebruik, bestemd voor verkoop en/of verhuur bespreking in PB en BTW.
Het optrekken van een gebouw door een aannemer voor privé-gebruik, bestemd voor verkoop en/of verhuur bespreking in PB en BTW. 1. BTW De BEROEPSOPRICHTER is de persoon die geregeld onder bezwarende titel
Nadere informatieBTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1
BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1 BTW IN DE PAARDENSECTOR TWEE UITZONDERINGEN Reeds vele jaren dringt de Belgische Confederatie van het Paard er bij de overheid op aan om voor de paardensector
Nadere informatieRelevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen
Nadere informatie1 van 8 21/11/ :21
Federale Overheidsdienst Financiën Versie 3.1.7 Fisconetplus 21/11/2011, 12:20 Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Home > Recente wijzigingen > Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Document
Nadere informatieDeel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7
Deel I. Inleiding.... 1 Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen..... 7 Hoofdstuk 1. Inleiding.... 9 Hoofdstuk 2. Categoriee n dubbele belasting.........
Nadere informatieFederale Overheidsdienst FINANCIEN
Federale Overheidsdienst FINANCIEN BELASTINGEN EN INVORDERING Administratie der Douane en Accijnzen DOUANEPROCEDURES BTW-EENHEID D.I. 580.11 D.D. 277.999 Brussel, 7 november 2007. Omdeling door de gewestelijke
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/14 De boekhoudkundige verwerking van de uitgestelde belastingen bij gerealiseerde meerwaarden waarvoor de uitgestelde belastingregeling geldt en bij
Nadere informatieAbnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?
Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen
Nadere informatieContactcenter van de Federale Overheidsdienst Financiën: tel (normaal tarief) AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige
Ondernemingsnummer:... Contactcenter van de Federale Overheidsdienst Financiën: tel. 0257 257 57 (normaal tarief) AFSCHRIFT te bewaren door de belastingplichtige AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/02 Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling. Advies van 21 maart
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/02 Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling Advies van 21 maart 2018 1 I. Inleiding 1. Met onderhavig advies verduidelijkt de Commissie
Nadere informatieWetgeving. De fiscale bemiddelingsdienst: Wet van 25.04.2007 houdende diverse bepalingen (Art. 116-131)
Didier Reynders, Vice-premier Ministre et Ministre des Finances Vice-eersteminister en Minister van Financiën Wetgeving De fiscale bemiddelingsdienst: Wet van 25.04.2007 houdende diverse bepalingen (Art.
Nadere informatieVoorwoord 9. I. Omschrijving van het begrip investering of bedrijfsmiddel 11
INVBTW_DO_13001.book Page 3 Friday, September 6, 2013 1:24 PM INHOUDSTAFEL Voorwoord 9 I. Omschrijving van het begrip investering of bedrijfsmiddel 11 1. Boekhoudkundige omschrijving 11 1.1. Algemeen 11
Nadere informatieFederale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de Fiscaliteit
Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de Fiscaliteit Bestemd voor de Administratie Datum van ontvangst van de aangifte: AANGIFTE VAN DE TAKS OP DE EFFECTENREKENINGEN 1 voor de referentieperiode
Nadere informatieLigging van de woning
Afbraak en heropbouw van gebouwen: wanneer is het verlaagd BTW-tarief van 6 % van toepassing? Inhoudsopgave Ligging van de woning... Afbraak bij de heropbouw van een privéwoning... Komen dus niet in aanmerking
Nadere informatieHet wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus
Het wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus William Wils, accountant De vzw en de fiscus Rechtspersonenbelasting Belasting over de toegevoegde waarde Schenkingsrechten Registratierechten Rechtspersonenbelasting
Nadere informatieDe vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen
Hoofdstuk 9 De vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen 9.1 Aangifteverplichting Belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de P.B., de Ven. B., de R.P.B. en de meeste B.N.I.'ers zijn
Nadere informatieOvereenkomst tussen advocaat en private cliënt 1
Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1 Tussen : hierna te noemen de advocaat (of het advocatenkantoor) en hierna te noemen de cliënt(en) 2 Wordt het volgende overeengekomen : 1. Voorwerp van
Nadere informatieWat zijn de belangrijke nieuwigheden?
Buitenlandse rekeningen dienen aangegeven én gemeld te worden aan het Centraal Aanspreekpunt ten laatste bij de indiening van de aangifte personenbelasting inkomsten 2014 Sinds aanslagjaar 1997 was de
Nadere informatieInhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. BTW-Wetboek. Uitvoeringsbesluiten. Inhoudsopgave
Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE BTW-Wetboek Wet 3 juli 1969 tot invoering van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij wet 28 december 1992 (B.S.,
Nadere informatieDe zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Wingene, Oude Bruggestraat 99 a, met als het ondernemingsnummer
1 Privacy en bescherming van de persoonsgegevens. Inleiding : Als boekhoudkantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/14 Verenigingen en Stichtingen Verwerving door de erfpachthouder van het met een erfpacht bezwaard onroerend goed (verwerving tréfonds) Hereniging
Nadere informatieBTW en grond. Guido De Wit IFA 15 februari BTW en grond. Regeling vóór Grond
Guido De Wit IFA 15 februari 2011 Regeling vóór 2011 Grond > BTW was nooit verschuldigd op verkoop van grond (ook als tezamen met gebouw). > Op verkoop van grond waren alleen registratierechten verschuldigd.
Nadere informatieVEELGESTELDE VRAGEN (FAQ)
VEELGESTELDE VRAGEN (FAQ) Q1 Wat is een bijkomende heffing op roerende inkomsten? Q2 Wie is onderhevig aan de bijkomende heffing op roerende inkomsten? Q3 Hoe wordt de bijkomende heffing op roerende inkomsten
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden De Europese Ministerraad hechtte op 25 juli 1985 zijn goedkeuring
Nadere informatieBoekhoudkundige verwerking van waardeverminderingen op handelsvorderingen, gedekt door een kredietverzekering
Boekhoudkundige verwerking van waardeverminderingen op handelsvorderingen, gedekt door een kredietverzekering dr. Stijn Goeminne, Hogeschool Gent, Faculteit Handelswetenschappen & Bestuurskunde Het valt
Nadere informatieTitel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst
Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Samenvatting : Commentaar over de forfaitaire beroepskosten op winst ingevoerd door de wet van 26.03.2018
Nadere informatieWetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.
Nadere informatieDeel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11. Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13
Inhoudstafel Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11 Stefan Ruysschaert Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13 Hoofdstuk 2. Hoe wordt het vruchtgebruik correct gewaardeerd?
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING
Bestemd voor de Administratie Datum van ontvangst van de aangifte:.. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING
Nadere informatieDe zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Torhout, Ieperleestraat 1 met als ondernemingsnummer
Privacyverklaring Privacy en bescherming van de persoonsgegevens Als boekhoudkantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens
Nadere informatieONTWERP VAN DECREET. houdende invoering van een bijzonder vast recht voor minnelijke ontbinding of vernietiging van koopovereenkomsten
Stuk 1344 (2007-2008) Nr. 1 Zitting 2007-2008 10 oktober 2007 ONTWERP VAN DECREET houdende invoering van een bijzonder vast recht voor minnelijke ontbinding of vernietiging van koopovereenkomsten 3370
Nadere informatieInstelling. Onderwerp. Datum
Instelling Cel voor Financiële Informatieverwerking Onderwerp Toelichtingsnota bestemd voor advocaten Datum 24 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document
Nadere informatieArtikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten
Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 140/1 1. In afwijking van artikel 131, wordt van het schenkingsrecht vrijgesteld:
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/XX Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2017/XX Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling Ontwerpadvies van 25 oktober 2017 I. Inleiding 1. Met onderhavig advies verduidelijkt
Nadere informatieREGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN RWANDA EN BELGIE INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT
REGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN RWANDA EN BELGIE INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN EN NAAR HET VERMOGEN Artikel 1 Wettelijke grondslag
Nadere informatieHof van Cassatie van België
31 JANUARI 2014 F.12.0197.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0197.F C. E., Mr. Xavier Thiébaut, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van
Nadere informatieBURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST
BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
Nadere informatieUittreksel uit Belgisch staatsblad dd Verlaging BTW nieuwbouw voor facturen van tot
10 FEBRUARI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van
Nadere informatieWETSARTIKELEN DIE VERWIJZEN NAAR DE SANCTIES DIE WORDEN OPGELEGD BIJ NIET- OF LAATTIJDIGE INDIENING VAN STUKKEN
WETSARTIKELEN DIE VERWIJZEN NAAR DE SANCTIES DIE WORDEN OPGELEGD BIJ NIET- OF LAATTIJDIGE INDIENING VAN STUKKEN Dit document werd opgesteld om gemakkelijk de wetsartikelen te kunnen terugvinden die nodig
Nadere informatie