Het door ons Nederlanders geleden wisselverlies
|
|
- Ine ten Wolde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het door ons Nederlanders geleden wisselverlies De verkwanseling van de Nederlandse gulden bij de invoering van de euro en de desastreuze gevolgen daarvan versie d.d. 10 juli 2007 André ten Dam (initiatiefnemer Stichting Wisselverlies.nl) De Nederlandse gulden is in 1998/1999 veel te goedkoop omgewisseld voor de euro. Dat heeft in Nederland vanaf het jaar 2001 geleid tot een zeer fors koopkrachtverlies bij de Nederlandse consument en het bedrijfsleven. In de jaren 2001 tot en met 2005 is het Nederlandse Midden- en Kleinbedrijf als gevolg daarvan in grote problemen gekomen: in de meeste gevallen maakten winsten plaats voor rode cijfers en verdwenen vele tienduizenden arbeidsplaatsen. Bij het van start gaan van de nationale actie Wij willen ons geld terug, Alleen samen staan we sterk geeft de Stichting Wisselverlies.nl hier een analyse van wat er is gebeurd en ook indicatieve cijfers hoeveel ons Nederlanders het heeft gekost en.nog steeds kost. Hoewel het nu (medio 2007) met de Nederlandse economie gelukkig weer beter gaat, blijven er door de omwisseling van de Nederlandse gulden voor de euro helaas nog grote groepen consumenten in de kou staan. Groepen voor wie geen koopkrachtverbetering meer lijkt weggelegd. 1. De onderwaardering van de Nederlandse gulden eind jaren negentig van de vorige eeuw Met het zogenoemde Akkoord van Wassenaar (1982) werd er in Nederland tussen de overheid en de sociale partners de afspraak gemaakt om tot loonmatiging over te gaan teneinde de toen in het slop geraakte economie en de werkgelegenheid een impuls te geven. Als gevolg daarvan bleven in de daaropvolgende twee decennia de prijzen en inflatie in Nederland laag, versterkte Nederland zijn concurrentiepositie (zowel op de binnenlandse markt als op de exportmarkt) en werd het gestelde doel bereikt: economische ontwikkeling en werkgelegenheid. Die florissante ontwikkeling in Nederland stak in de jaren negentig van de vorige eeuw af bij de economische situatie in Duitsland (die de financiële klappen van de hereniging aldaar voor de kiezen kreeg) en praktisch alle overige Europese landen (die ook met hun economie worstelden). De hiervoor beschreven ontwikkelingen resulteerden vlak vóór de invoering van de (girale) euro in 1999 in een fors intrinsiek sterker geworden Nederlandse gulden ten opzichte van de buitenlandse valuta. Omdat de Nederlandse gulden - als enige van de aan het Europees Monetair Stelsel (EMS) deelnemende munten - binnen dat EMS toentertijd was gekoppeld aan de Duitse mark, werd dat echter niet vertaald in een hogere reële wisselkoers van de Nederlandse gulden: de gulden was toen dus fors ondergewaardeerd. Uit het inmiddels door de Stichting Wisselverlies.nl verrichte vooronderzoek is gebleken dat vlak vóór de invoering van de (girale) euro in de kleine en moeilijk toegankelijke kring van de economische en monetaire deskundigen op dat moment is gesteld dat Nederlandse gulden tussen de 12% en 20% was ondergewaardeerd. Dergelijke berekeningen worden gemaakt op basis van koopkrachtpariteiten (in het Engels: Purchase Power Parities of PPP's).
2 2 In april 1998 heeft onze toenmalige minister van Financiën echter op een Kamervraag geantwoord dat er van onderwaardering van de Nederlandse gulden géén sprake was. Tot voorjaar 2005 bleven zowel de minister van Financiën als De Nederlandsche Bank (DNB) dat ook stelselmatig ontkennen. 2. De Nederlandse gulden verkwanseld bij de invoering van de euro Medio 1998 zijn de bilaterale koersen (= de onderlinge wisselkoersen) definitief vastgesteld geworden van de munten die per 1999 aan de euro mee zouden doen. Op 31 december 1998 werd vervolgens de eerste officiële wisselkoers vastgesteld van de euro ten opzichte van de buitenlandse niet-euro valuta (zoals de Amerikaanse dollar). Dit gebeurde op basis van overleg tussen de Europese Centrale Bank (ECB) en de centrale banken van een aantal andere landen. Het medio 1998 vaststellen van de bilaterale koersen was cruciaal. Hierbij diende niet alleen nauwkeurig maar ook eerlijk te werk gegaan te worden: er was hier immers sprake van een onomkeerbare beslissing! Die bilaterale koersen zijn toen definitief vastgesteld op basis van de EMS-wisselkoersen. Die beslissing is door de Raad van Ministers van Europese Unie genomen, op voorstel van de Europese Commissie van de Europese Unie en na gegeven advies van de Europese Centrale Bank. Uit het inmiddels door de Stichting Wisselverlies.nl in 2006/2007 verrichte vooronderzoek is gebleken dat de EMS-wisselkoersen in 1997/1998 en dus de bilaterale euro-instapkoersen binnen kleine marges overeenkwamen met de intrinsieke wisselkoersen van de desbetreffende munten op basis van koopkrachtpariteiten. De enige uitzondering was de Nederlandse gulden die, door de koppeling aan de Duitse mark (zoals hiervoor onder 1 uiteengezet), fors was ondergewaardeerd (koopkrachtpariteitenrapport MeesPierson, augustus 1997). Opgemerkt dient hierbij te worden dat, aan de vooravond van de invoering van de (girale) euro, de verhouding tussen de intrinsieke waarde van de Duitse mark (als de meest zwaarwegende en toonaangevende van alle aan het EMS deelnemende munten) en de intrinsieke waarde van de Amerikaanse dollar (als de munt waarmee toentertijd de internationale wereldhandel plaatsvond) praktisch precies werd weergegeven door de reële wisselkoers tussen die twee munten (koopkrachtpariteitenrapport MeesPierson, augustus 1997). De Nederlandse gulden was toen dus ook fors ondergewaardeerd ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Ook dient hierbij opgemerkt te worden dat Nederland in 1997/1998, vlak vóór de invoering van de euro in 1999, ook gewoon tot revaluatie (= opwaardering) van de Nederlandse gulden had kunnen overgaan. Immers het Verdrag van Maastricht sloot uitsluitend een devaluatie (= afwaardering) van de munt op eigen verzoek van een aan de euro deelnemend land uit. Revaluatie van een munt was volgens het Verdrag dus gewoon mogelijk! Er kan dus met recht gesteld worden dat wij Nederlanders, bij de invoering van de euro, véél te weinig euro s teruggekregen hebben voor onze Nederlandse gulden.
3 3 3. Revaluatie van de gulden, de gemiste kans voor Nederland Middels onderwaardering van zijn munt kan een land ten opzichte van andere landen een voordeel creëren in zijn concurrentiepositie op de binnenlandse en op de exportmarkt, extra economische ontwikkeling en werkgelegenheid tot gevolg hebbende. Voor een land met een slechte economische situatie is onderwaardering van diens munt dus een probaat middel om de economie impulsen te geven. Echter een land dat in een overmatige economische bloei verkeert, dient juist afremmende maatregelen te nemen om te voorkomen dat de economie oververhit raakt en explodeert, met heftige prijsstijgingen en hoge inflatie tot gevolg. Een land met een (te) onstuimig bloeiende economie zou juist zijn munt moeten revalueren (= opwaarderen) om de economie weer in rustiger vaarwater alsmede zowel de economie als de werkgelegenheid, de inkomens en de koopkracht in een stabiele ontwikkeling te krijgen. Nederland bevond zich in 1997/1998 vlak vóór de invoering van de (girale) euro juist in een situatie van een op oververhitting afstevenende economie. In die jaren hebben zowel DNB als IMF en OESO Nederland daarvoor nota bene uitdrukkelijk gewaarschuwd en geadviseerd daartegen afremmende maatregelen te nemen! Zo niet, dan zou een hevige economische terugslag ons te wachten staan! Het moge dus duidelijk zijn dat het niet revalueren van de Nederlandse gulden in 1997/1998 op zijn zachtst gezegd ook de gemiste kans is geweest voor Nederland om de toen dreigende oververhitting van onze economie af te wenden. 4. De desastreuze economische gevolgen De gevolgen, waarvoor nog zo gewaarschuwd, bleven helaas niet uit. In de periode vanaf 2000 tot en met 2003 vlogen de prijzen en de inflatie omhoog, de onderwaardering van de Nederlandse gulden bij invoering van de euro in 1999 weer ongedaan makend. Daarbij is het niet gebleven: want als de prijzen en inflatie onstuimig stijgen, schieten die - volgens de economische wetten - altijd (ver) door het evenwicht heen. En dat allemaal hebben wij in Nederland toen helaas ook gezien. Van een goedkoop land met een goede concurrentiepositie op de binnenlandse en exportmarkt veranderde Nederland in een paar jaar tijd in een duur en zich uit de markt prijzend land. De economische groei in Nederland, die altijd ruim boven de economische groei van de andere eurolanden lag, dook naar beneden, zelfs ver onder de economische groei van de andere eurolanden, met als dieptepunt het jaar 2003 waarin de economie in Nederland zelfs kromp (met ook alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid)! Nederland veranderde in korte tijd van het beste in het slechtste jongetje van de klas. Als de inkomens van de mensen in Nederland nu nog maar evenredig waren gestegen met de prijsstijgingen en de renten op vermogen (spaarrekeningen e.d.) dat ook hadden gedaan, dan was tenminste de koopkracht van de mensen en de bedrijven nog op peil gebleven. En dan had het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) wat betreft hun winstresultaten ook nog enigszins ongeschonden uit de strijd kunnen komen. Maar, zoals vooraf was te verwachten, zijn de Nederlandse inkomens en de renten op vermogen in de periode helaas slechts zeer beperkt gestegen ten opzichte van de prijsstijgingen. De rente op vermogen is vanaf 2002 bovendien ook nog eens gedaald.
4 4 De gevolgen laten zich raden: een fors koopkrachtverlies en een ineenstorting van het MKB. En dat hebben we allemaal (burgers en MKB-ondernemingen) aan den lijve ondervonden. 5. Prijsstijgingen: de cijfers van het CBS óf de cijfers van HP/De Tijd? De jaren 1999 tot en met Prijsstijgingen? Koopkrachtverlies? Volgens de Nederlandse regering viel dat allemaal reuze mee, wijzend naar de inflatiecijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De knip was leeg? Volgens de regering en het CBS was dat helemaal niet zo, de mensen hielden gewoon de hand op de knip. We keken daarom, zo tegen het einde van de maand, nogmaals goed in onze knip, maar die was bij te veel mensen toch echt leeg: iedere maand duurde gewoon een week te lang! En niet omdat we de euro als een gulden uitgaven, zoals de overheid blijft beweren! Door een aantal instanties werd eens onderzoek gedaan. Het bekendste is dat van HP/De Tijd dat zowel in 1998 als in 2003 een zelfde prijsonderzoek heeft uitgevoerd, met als conclusie dat de prijzen in die periode met gemiddeld 49% zijn gestegen! Daarmee weer naar de regering, het CBS en zelfs ook naar De Nederlandsche Bank (DNB). Nee, HP/De Tijd snapt er niets van. Dat onderzoek zou niet representatief zijn voor de uitgaven van de Nederlander. Belangrijke uitgaven als kosten voor wonen, gas, water, elektra, (ziektekosten) verzekeringen, autobrandstoffen en gemeentelijke heffingen zijn niet opgenomen in het HP/De Tijd onderzoek. Zoals iedereen weet en ook door HP/De Tijd daarna gesteld, was dat maar goed ook, want anders was het door HP/De Tijd vastgestelde percentage van de gemiddelde prijsstijging nog hoger uitgevallen dan de hiervoor genoemde 49%! Uiteindelijk hebben de heer Nout Wellink (DNB) en de heer Willem Vermeend (hoogleraar economie aan de Universiteit van Groningen en voormalig staatssecretaris van Financiën) het toegegeven: de CBS-cijfers kloppen niet, althans het CBS-mandje is niet representatief voor de werkelijke prijsstijgingen. Op de website zijn onder Publicaties diverse artikelen opgenomen over de prijsstijgingen, de cijfers van HP/De Tijd en de cijfers van het CBS. Laten we dan toch ook eens verder kijken. Bijvoorbeeld naar de ontwikkeling van de huizenprijzen vanaf 1998 tot en met Volgens het Kadaster zijn die prijzen in die periode, waarin de rente zelfs is opgelopen, gestegen met maar liefst 65%! Kortom, voor de Stichting Wisselverlies.nl komen de cijfers van HP/De Tijd dus vooralsnog als de meest geloofwaardige over. En waarschijnlijk moeten die cijfers nog als terughoudend worden aangemerkt. De Stichting Wisselverlies.nl is van plan om naar de inflatiecijfers vanaf 1999 in Nederland nader onderzoek te (laten) doen. 6. Het wisselverlies van de Nederlandse burgers Hoewel dat geen gemakkelijke opgave is, heeft de Stichting Wisselverlies.nl voor een aantal groepen Nederlanders toch een berekening gemaakt en het koopkrachtverlies van een aantal groepen Nederlanders cijfermatig in beeld gebracht.
5 5 Als eerste kijken wij naar de zogenoemde inkomenssfeer. Wat betreft de bestedingen in Nederland (wij stellen die op 90% van het inkomen) dient dan als eerste gekeken te worden naar de koopkrachtontwikkeling en dus naar het verschil tussen de inkomensontwikkeling en de prijsontwikkeling in Nederland. Wat de inflatie/prijsontwikkeling in Nederland betreft, volgen wij dus voor de jaren 1999 tot en met 2003 de cijfers van HP/De Tijd en voor de jaren daarna volgen wij de OESO-cijfers met betrekking tot de euro zone (andere cijfers, buiten die van het CBS, zijn vooralsnog niet voor handen). Wat betreft de bestedingen in het buitenland (wij stellen die op 10% van het inkomen) dient vervolgens gekeken te worden enerzijds naar het percentage van de onderwaardering van de Nederlandse gulden bij invoering van de euro en anderzijds naar het verschil tussen de inkomensontwikkeling in Nederland en de prijsstijgingen in het buitenland. Het percentage van de onderwaardering stellen wij daarbij (voorzichtig) op 12% (hierbij gaan we uit van het koopkrachtpariteitenrapport van MeesPierson van augustus 1997). En wat de prijsstijgingen in het buitenland betreft, volgen wij ook hier de OESO-cijfers met betrekking tot de euro zone. De hiervoor genoemde gegevens passen wij vervolgens toe in onze rekenmethode waarbij wij de werkelijk toegepaste maar onjuiste instapkoers van de Nederlandse gulden in de euro (2,20371) afzetten tegen de fictieve, niet toegepaste maar wel meer juiste instapkoers (1,96760). Onze berekeningen hebben wij vervolgens uitgevoerd voor drie inkomensgroepen: de AOW-er, de CAO-werknemer en de gepensioneerde zelfstandige met een periodieke lijfrente zonder inflatiecorrectie. De uitkomsten zijn zeer opzienbarend. Eigenlijk ook weer niet, omdat die uitkomsten min of meer naadloos aansluiten bij het gevoel dat wij Nederlanders al jaren hebben. A. De AOW-er - Koopkrachtverlies 1999 t/m 2007 : 149% huidig inkomen (2007) - Structureel koopkrachtverlies : 24% huidig inkomen (2007) B. De CAO-werknemer - Koopkrachtverlies 1999 t/m 2007 : 164% huidig inkomen (2007) - Structureel koopkrachtverlies : 27% huidig inkomen (2007) C. De gepensioneerde zelfstandige met een periodieke lijfrente (zonder inflatiecorrectie) - Koopkrachtverlies 1999 t/m 2007 : 252% huidig inkomen (2007) - Structureel koopkrachtverlies : 39% huidig inkomen (2007) Als tweede kijken wij naar de zogenoemde vermogenssfeer (spaarrekeningen e.d.). Hiervoor hebben wij een vergelijkbare rekenexercitie uitgevoerd als bij het inkomensverlies, met dien verstande dat wij ons hebben beperkt tot de berekening van het koopkrachtverlies van een spaartegoed per 31 december 1998 in Nederlandse guldens dat volledig wordt uitgegeven in één van de jaren vanaf 1999 tot en met Dat koopkrachtverlies is opgelopen tot 33% in 2007.
6 6 De hiervoor genoemde cijfermatige uitkomsten zijn (met de toegepaste rekenmethoden) na te slaan op de website De vraag moet vervolgens gesteld worden of de hiervoor genoemde koopkrachtcijfers ook representatief zijn voor het door ons geleden wisselverlies? Met andere woorden zijn er misschien ook andere invloeden geweest? Te denken daarbij valt aan het onder Kabinet Kok (Paars II) aanjagen van de economie door het doen van extra bestedingen, de - met de invoering van het nieuwe belastingstelsel in doorvoeren van lastenverlichting van 5 miljard euro en de BTW-verhoging in De voorlopige conclusies van het door de Stichting Wisselverlies.nl uitgevoerde vooronderzoek geven aan dat mogelijke andere invloeden beperkt van omvang zijn in relatie tot de ondergewaardeerde Nederlandse gulden bij invoering van de euro. De Stichting Wisselverlies.nl is van plan om naar het geleden en nog verder te leiden wisselverlies van de burgers nader onderzoek te (laten) doen. Iedere munt heeft natuurlijk ook zijn keerzijde. Uit het vorenstaande kan derhalve ook geconcludeerd worden dat mensen met schulden, aangegaan vóór 1999 en besteed in de periode 1999-begin 2000, wellicht goedkoop uit zijn geweest. Die zouden dan dus in de vermogenssfeer geen wisselverlies hebben geleden maar een wisselwinst hebben geïncasseerd. Echter, voor die mensen geldt helaas dat de aflossingen van en renten op schulden betaald moeten worden van het inkomen (dat bovendien maar voor een deel wordt aangewend voor betaling van renten en aflossingen) waarin juist enorme en jaarlijks terugkerende klappen zijn gevallen. Die wisselwinst wordt dus uiteindelijk weer meer dan ongedaan gemaakt! 7. Het wisselverlies van de Nederlandse bedrijven Omdat bij de berekening van het wisselverlies van de Nederlandse bedrijven er veel invloeden/variabelen zijn (geweest), hebben wij ons in dit stadium er niet aan gewaagd een berekening daarvan te maken. Er kan wel gesteld worden dat de Nederlandse bedrijven, naast het inkomensverlies en vermogensverlies vergelijkbaar aan dat van de Nederlandse consument, met de volgende ontwikkelingen te maken hebben (gehad): - In de jaren 1999 en 2000 hebben de bedrijven in de toen onstuimige binnenlandse economie volgens het vraag en aanbod principe eerst hun winsten zien toenemen. - Met name het MKB heeft daarna, in de jaren 2001 tot en met 2004, door het koopkrachtverlies van de Nederlandse consument, een geweldige draai om hun oren gekregen, de winsttoename in de jaren 1999 en 2000 weer ruim ongedaan makend. - In de jaren 2002 tot en met 2005 heeft het MKB daardoor een harde sanering en efficiëntie maatregelen moeten doorvoeren om het hoofd boven water te houden. Helaas is dat laatste veel MKB-bedrijven niet gelukt. - De Nederlandse bedrijven hebben daardoor en tevens door de in 2004 doorgevoerde loonmatiging vanaf 2006 weer de weg omhoog weten te vinden. - Nederland zit daardoor thans eindelijk weer in een goede economische situatie die volgens OESO zelfs naar oververhitting neigt.
7 7 De diverse sectorale winstgegevens over de desbetreffende jaren, verzameld door (we durven het bijna niet te zeggen) het CBS, bevestigen de hiervoor genoemde stellingen. De Stichting Wisselverlies.nl is van plan om ook naar het geleden en eventueel nog verder te leiden wisselverlies van het MKB nader onderzoek te (laten) doen. 8. Het wisselverlies van de Staat der Nederlanden De Staat der Nederlanden is er in 1999, wat betreft de hoogte van de staatsschuld, natuurlijk goed uitgesprongen. Ook de belastingopbrengsten (met name wat betreft de winstbelastingen) in 1999 en 2000 laten naar verwachting een wisselwinst zien. Maar wij schatten in dat die euforie in de jaren vanaf 2002 geheel is omgeslagen, de eventuele initiële wisselwinst weer meer dan ongedaan makend. Immers, de belastingopbrengst gaat hand in hand met de winstposities van de bedrijven en de inkomensposities van de burgers. En de koopkracht van de overheid is ook afhankelijk van de prijsontwikkelingen in de maatschappij. Tot slot noodzaakt een slechte economische situatie een overheid ook tot het doen van veel extra uitgaven. Indien het de Nederlandse regering in met de ondergewaardeerde instap van de Nederlandse gulden in de euro - voor ogen gestaan zou hebben om de staatskas en haar koopkracht te spekken, heeft zij zich dus lelijk in haar eigen voet geschoten : Nederland richt zich weer op, maar dat geldt helaas niet voor iedereen Inmiddels zijn we aanbeland in juli De economie draait weer naar behoren en biedt voor werknemers perspectief op koopkrachtverbetering. Maar geldt dat ook voor iedereen? Het zou natuurlijk zuur zijn als bijvoorbeeld de AOW-ers met een structureel wisselverlies blijven opgezadeld. Dat hebben de mensen, die ons land vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw hebben opgebouwd, niet verdiend!
PERSVERKLARING: Nieuwspoort donderdag 21 juni 2007
PERSVERKLARING: Nieuwspoort donderdag 21 juni 2007 1. WELKOM Van harte welkom bij de persconferentie van de Stichting Wisselverlies.nl, die de start aankondigt van de nationale actie gericht op het krijgen
Nadere informatieJe Daalder nog maar een Gulden waard
Je Daalder nog maar een Gulden waard Wordt de Euro prijsstijging in de doofpot gestopt? Presentatie over het economisch onderzoeksrapport De Wisselverlieszaak: Analyse en schadeberekening van mei 2009,
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieDe Wisselverlieszaak: Ontkenning is niet meer mogelijk!
Memorandum van antwoord De Wisselverlieszaak: Ontkenning is niet meer mogelijk! Commentaar en reactie op de brief d.d. 3 september 2007 van de minister van Financiën aan de Tweede Kamer inzake Stichting
Nadere informatieJe Daalder nog maar een Gulden waard
Dinsdag 30 maart 2010 Seminar Waarde - Rotterdam School of Management (Erasmus Universiteit Rotterdam) Je Daalder nog maar een Gulden waard Wordt de Euro-prijsstijging in de doofpot gestopt? door André
Nadere informatieRollenspel centraal akkoord (2x)
Rollenspel centraal akkoord (2x) 1 Algemeen Een zestal leerlingen spelen tijdens dit rollenspel het onderhandelingsproces voor een centraal akkoord na. Zij moeten hierbij rekening houden met een gegeven
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Euro
Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en
Nadere informatieDe Wisselverlieszaak: Analyse en schadeberekening
De Wisselverlieszaak: Analyse en schadeberekening Hoe de Nederlandse burgers en bedrijven ernstig benadeeld zijn én nog steeds worden, als gevolg van de in 1998 door de Europese Unie (EU) onjuist vastgestelde
Nadere informatieUw koopkracht in de toekomst
Een goed gesprek over Uw koopkracht in de toekomst Nadenken over de toekomst. Dat is wat ons kantoor dagelijks doet. De toekomst van u, en die van de andere relaties van ons kantoor. De ene keer gaat het
Nadere informatieToetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase
Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere
Nadere informatieExamen HAVO - Compex. economie 1
economie 1 Examen HAVO - Compex Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 23 mei totale examentijd 2,5 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 19 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet
Nadere informatieValutamarkt. fransetman.nl
euro in dollar wisselkoers Wisselkoers (ontstaat op valutamarkt) Waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt Waardoor kan de vraag naar en het aanbod van veranderen? De wisselkoers van de euro in
Nadere informatieEindexamen havo economie oud programma 2012 - I
Opgave 1 Beleggingen leiden tot inkomensverschillen Aangetrokken door voorspoedige ontwikkelingen op de effectenbeurs, zijn in een land de mensen steeds meer gaan beleggen in aandelen en obligaties. Mede
Nadere informatieBeursdagboek 24 Mei 2013.
Beursdagboek 24 Mei 2013. Loopt Abenomics nu al op zijn laatste benen! Tijd 10:30 uur. Het was afgelopen nacht in Japan een angstige sessie voor de handelaren. Na eerst een winst van drie procent vlogen
Nadere informatieNaslagwerk Economie van Duitsland. Hoofdstuk 8: Financiële stelsel. 8.1 Overzicht
Naslagwerk Economie van Duitsland 8.1 Overzicht Het Duitse bankenstelsel is anders georganiseerd dan in de meeste andere landen. Naast een centrale bank, de Bundesbank, de reguliere zaken en retailbanken
Nadere informatieoverwegingen dringend noodzakelijk!"
Interview irect nadat we met euro's gingen betalen, vielen de prijsstijgingen op. Vooral in de horeca waren de prijzen fors hoger. Net niet verdubbeld maar toch... Toen de conversiekoersen (zie tabel)
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2008-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) primair bij (2) directe
Nadere informatieBesluit van P.M., houdende wijziging van het Besluit paspoortgelden in verband met de aanpassing van de tarieven per 1 januari 2019
Besluit van P.M., houdende wijziging van het Besluit paspoortgelden in verband met de aanpassing van de tarieven per 1 januari Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatie2018D19763 LIJST VAN VRAGEN
2018D19763 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de brief van de Minister van Financiën van 16 februari 2018 met zijn toelichting op de opbouw van het Nederlandse handelsoverschot
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Bankzaken 1 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: De inflatie van 1,6% is een gemiddelde waarin de
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
or** ir ir * ie *ür* COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.12.1998 COM( 1998) 732 def. 98/0353 (CNB) Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de omrekeningskoersen tussen de euro
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2012 tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.00 uur oud programma economie Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60 punten te behalen.
Nadere informatieONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN
ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 15 534 Wisselkoersarrangement Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage, 20
Nadere informatie6, Het verband tussen de euro en de ecu De ecu. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december keer beoordeeld
Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december 2001 6,3 18 keer beoordeeld Vak Economie De euro in de praktijk. Hoofdstuk 1: De euro. 1.1 Begrip. Sinds 1 januari 1999 hebben de deelnemers aan de Europese
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een
Nadere informatie5,8. Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december keer beoordeeld
Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december 2007 5,8 10 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuur Deze praktische opdracht gaat over conjunctuur. Ik beantwoord een aantal vragen in mijn
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieHet IBO-rapport: " Inkomen en vermogen van ouderen: analyse en beleidsopties"
Het IBO-rapport: " Inkomen en vermogen van ouderen: analyse en beleidsopties" Belangrijkste conclusies in het IBO-rapport: 1) De gemiddelde inkomens- en vermogenspositie van de ouderen is sterker gestegen
Nadere informatieEindexamen economie pilot havo 2009 - I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 ja Een voorbeeld van een juiste
Nadere informatieVeel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen
Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen 1. De kwartaalcijfers van de pensioenfondsen zijn negatief. Hoe komt dat? Het algemene beeld is dat het derde kwartaal, en dan in het bijzonder de maand
Nadere informatieHieronder vindt u de belangrijkste sheets uit de presentatie van Mr. Drs. J. Wijn, zoals deze zijn vertoond tijdens de 'ABN AMRO blikt
Hieronder vindt u de belangrijkste sheets uit de presentatie van Mr. Drs. J. Wijn, zoals deze zijn vertoond tijdens de 'ABN AMRO blikt vooruit'-bijeenkomsten, gehouden tussen 21 en 28 september 2010. Een
Nadere informatieRapport Wisselverlieszaak staat nog steeds als een huis
Rapport Wisselverlieszaak staat nog steeds als een huis Overgenomen van Me Judice - Economen in het publieke debat d.d. 25 augustus 2009 Geschreven door Harry Geels en André ten Dam Reactie op artikel
Nadere informatieExamen VWO. economie. Voorbeeldopgaven Phillipscurve. voorbeeldopgaven Phillipscurve
Examen VWO 2017 Voorbeeldopgaven Phillipscurve economie voorbeeldopgaven Phillipscurve Opgave 1 Langs de glijbaan omhoog? Met het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 ondervonden veel banken wereldwijd
Nadere informatieExamen HAVO - Compex. economie 1 Compex
economie 1 Compex Examen HAVO - Compex Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 31 mei Totale examentijd 3 uur 20 06 Vragen 1 tot en met 21 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij
Nadere informatieHoofdstuk 24 Valutamarkt
Hoofdstuk 24 Valutamarkt Open vragen 24.1 Een valutahandelaar van een bank die in dollars handelt, krijgt op een gegeven moment de volgende gegevens op zijn beeldscherm (we gaan ervan uit dat het verschil
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 1 vrijdag 27 mei 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2011 tijdvak 1 vrijdag 27 mei 13.30-16.00 uur economie Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 57 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieAan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Plaats en datum: Den Haag, 18 maart 2016 Betreft: Schriftelijke vragen in het kader van de voorbereiding op het plenaire debat over de effecten
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Een
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieLesbrief Jong en Oud 3 e druk
Hoofdstuk 1. 1.16 C. School of baantje 1.17 a. 200/ 10 = 20 keer. b. Zie figuur. c. Zie figuur. d. 15 keer naar de bioscoop kost hem 150. Er blijft dan nog 50 over voor tijdschriften. Hij kan nog 50/5
Nadere informatie1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen?
1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? Het pensioenfonds staat er financieel niet goed voor. De twee belangrijkste oorzaken: 1. Nederlanders worden steeds ouder. Met name de laatste
Nadere informatie= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.
1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-I
Opgave 1 Hoge druk op de arbeidsmarkt Gedurende een aantal jaren groeide de economie in Nederland snel waardoor de druk op de arbeidsmarkt steeds groter werd. Het toenemende personeelstekort deed de vrees
Nadere informatieeconomie 1 Compex Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.
Examen HAVO 2007 tijdvak 1 maandag 21 mei totale 13.30 examentijd - 16.003 uur economie 1 Compex Vragen 1 tot en met 20 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1 (nieuwe stijl)
Economie 1 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 18 mei 13.30 16.00 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 63 punten te behalen; het examen bestaat uit 34 vragen.
Nadere informatieStatistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012
Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren
Nadere informatieBron: Reuters, Shiller, MSCI, IBIS. Bron: Reuters, Shiller, S&P, IBIS
In deze nieuwsbrief gaan wij in op de extra risico s die de afgelopen maanden naar voren zijn gekomen. Wij zullen vooral stilstaan bij de wensen die de nieuwe Italiaanse regering heeft en op de handelsbelemmeringen
Nadere informatieGoede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte
Nadere informatieARTIKELEN SPAARRENTE FORS LAGER, INFLATIE STIJGT VERDER
ARTIKELEN SPAARRENTE FORS LAGER, INFLATIE STIJGT VERDER ARTIKEL 1 Ook in juli 2013 worden de spaarrente's verder verlaagd Bron: financieel Dagblad d.d. 7 augustus 2013 De rentestijging op de kapitaalmarkt
Nadere informatieValutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS
Valutamarkt De euro op koers Havo Economie 2010-2011 VERS 2 Hoofdstuk 1 : Inleiding Opdracht 1 a. Dirham b. Internet c. Duitsland - Ierland - Nederland - Griekenland - Finland - Luxemburg - Oostenrijk
Nadere informatieMKB in grote steden: aanhaken bij het landelijke beeld
M200903 MKB in grote steden: aanhaken bij het landelijke beeld drs. M. van Leeuwen Zoetermeer, februari 2009 Grootstedelijk MKB Uit eerder onderzoek van EIM 1 blijkt dat het vertrouwen van het MKB in de
Nadere informatie3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016
Kwartaalbericht 3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016 Samenvatting cijfers per 30 september 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,7% Beleidsdekkingsgraad: 99,1% Belegd vermogen: 24,3 miljard Rendement 2016 t/m
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-II
Opgave 1 CAO-overleg: loon of werk? Bij de CAO-onderhandelingen voor een komend jaar in de industrie wordt uitgegaan van de volgende prognose: inflatie 2,3% stijging arbeidsproductiviteit in de industrie
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieEindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen
Eindterm VWO Domein E Wisselkoers Domein E Wisselkoers Eindterm 19: e valuta (van e bepaald land): De vraag naar e valuta wordt bepaald door: a) Export op de lopde reking (van de betalingsbalans) Het buitland
Nadere informatiePrijzen stabiel vergeleken met november; inflatie 2015 is -0,5 procent
Centraal Bureau voor de Statistiek Inlichtingen: (+599 9) 461 1031 fax 461 1696 Adres: Fort Amsterdam z/n E-mail: info@cbs.cw Website: www.cbs.cw Persbericht Willemstad, 10 februari 2016 Consumentenprijzen
Nadere informatieProfielwerkstuk Economie De euro en de gevolgen voor de werkgelegenheid
Profielwerkstuk Economie De euro en de gevolgen voor de werkgelegenheid Profielwerkstuk door een scholier 2839 woorden 6 maart 2002 6,2 126 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Op 1 Januari 2002 was
Nadere informatieIk ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;
Werkstuk door een scholier 2376 woorden 29 november 2001 7,3 29 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn
Nadere informatieExamen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl
Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit
Nadere informatieExamen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)
Economie 1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 17 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 65 punten te behalen; het examen bestaat uit
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2007-II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatie2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement
Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2002-II
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 0,15 Een voorbeeld van een juiste verklaring
Nadere informatiewww.schuldinfo.nl Pagina 1
Wijziging beslagvrije voet volgens wetsvoorstel wwb Behandeling wetsvoorstel 6 oktober 2011, Tweede kamer ( ) Het hoofdprincipe, die onafhankelijkheid van ouders, vind ik cruciaal. Je ziet dat wat nu gebeurt,
Nadere informatieEindexamen economie havo 2011 - I
Opgave 1 AWBZ-zorgen Havo-leerling Dick besluit voor economie een profielwerkstuk te maken over de stijgende uitgaven van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Hieronder staan drie delen van
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat consumenten (bepaalde) aankopen naar voren halen, wanneer ze een hoge / hogere inflatie in de komende periode verwachten. 2 maximumscore 2 Een
Nadere informatieDe erfenis van Rutte en financieel-economische alternatieven investeren voor een sociale economie
De erfenis van Rutte en financieel-economische alternatieven investeren voor een sociale economie Bastiaan van Apeldoorn Partijraad 24/09/16, Amersfoort 30 jaar neoliberalisme: 30 jaar scheefgroei 1. Uit
Nadere informatieSteeds meer vijftigers financieel kwetsbaar
Maart 215 stijgt naar 91 punten Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar De is in het eerste kwartaal van 215 gestegen van 88 naar 91 punten. Veel huishoudens kijken positiever vooruit en verwachten
Nadere informatieVroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.
Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding
Nadere informatieKNVG en NVOG tot Tweede Kamer: Steun wetsvoorstel 50PLUS
KNVG en NVOG tot Tweede Kamer: Steun wetsvoorstel 50PLUS De gepensioneerdenorganisaties KNVG en NVOG zien het wetsvoorstel van 50PLUS om tijdelijk een bodem te leggen in de rekenrente waarmee pensioenfondsen
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 102,4 100 = 101,4866 1,49% 100,9 Voor het antwoord:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 22126 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IXA (Nationale Schuld) voor het jaar 1991 (wijziging samenhangende
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale
Nadere informatie1 van :27
1 van 14 6-3-2017 15:27 In zijn serie over de eurozone staat Edin Mujagic stil bij iets wat economen de onmogelijke drie-eenheid noemen. Wat voor inzichten verschaft dat concept ons in de discussie over
Nadere informatieAntwoorden Lesbrief Waar voor je geld
Antwoorden Lesbrief Waar voor je geld Deze lesbrief (derde druk, 2015) is een uitgave van De Nederlandse Bank en tot stand gekomen met medewerking van Gerrit Gorter en Han van Spanje (VECON). 1. Prijzen
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 9 december 2013 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2002-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
Nadere informatieDe voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.
Pensioenonderwerpen Aan de orde is het VAO Pensioenonderwerpen (AO d.d. 06/11). Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.
Nadere informatieEindexamen havo economie oud programma I
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat mensen met een hoog
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur
Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven
Nadere informatieExamen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl
Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 1 VHBO Tijdvak 2 Donderdag 18 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit
Nadere informatieDe Wisselverlieszaak: Structureel koopkrachtverlies!
De Wisselverlieszaak: Structureel koopkrachtverlies! Me Judice, d.d. 11 september 2009 Geschreven door: Harry Geels en André ten Dam Onderwerpen: Europese integratie, Monetair Beleid, Recht en Economie
Nadere informatiep1 = 20 euro p2 =10 euro Budget = 100 euro Stel budgetvergelijking op en teken budgetlijn Budgetvergelijking: B = 20q 1 + 10q 2 Budgetlijn.
1. Wat zijn behoeften? 2. Waarom is er sprake van schaarste bij behoeften? 3. Leg uit waarom netto-baten een beter begrip bij te keuzen maken dan baten. 4. Leg met een voorbeeld uit wat alternatief aanwendbaar
Nadere informatieWijnimport Nederland naar regio
DO RESEARCH Wijnimport Nederland naar regio Sterke opmars wijn uit Chili Jeroen den Ouden 1-10-2011 Inleiding en inhoudsopgave Pagina I De invoer van wijn in Nederland 1 II De invoer van wijn naar herkomst
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale Handel
Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg
Nadere informatieBarneveld en de Recessie
Barneveld en de Recessie 1 Totstandkoming December 2008: actualisatie van risico s gemeente Het proces vanaf december 2008 tot nu toe Landelijke ontwikkelingen en daarna vertaling naar Barneveld Bespreekstuk
Nadere informatie