Research voor Beleid Schipholweg AZ Leiden telefoon fax

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Research voor Beleid Schipholweg 13-15 2300 AZ Leiden telefoon 071-525 37 37 fax 071-525 37 02 www.researchvoorbeleid.nl"

Transcriptie

1 Research voor Beleid Schipholweg AZ Leiden telefoon fax Als u vragen heeft naar aanleiding van dit rapport kunt u contact opnemen met de afdeling Communicatie en bibliotheek van Research voor Beleid Holding. telefoon reportcenter@rvbh.nl

2 B2380 Vrouwelijke zelfstandigen en de combinatie van arbeid en zorg Eindrapport Dit onderzoek is uitgevoerd door Research voor Beleid in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eva Mandos Christine Kuiper Jaap Bouwmeester B2380 Leiden, 31 juli 2001

3 VOORWOORD In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Research voor Beleid een onderzoek uitgevoerd naar de belemmeringen van vrouwelijke zelfstandigen bij het combineren van arbeid en zorg. Dit onderzoek bestond uit twee fasen. Dit eindrapport bevat de uitkomsten van zowel de eerste, exploratieve fase als de tweede, toetsende fase. Het rapport geeft een beeld van de knelpunten die vrouwelijke zelfstandigen ervaren bij het combineren van arbeid en zorg. Verder is er aandacht voor de factoren die mede bepalen in welke mate er sprake is van knelpunten. Op basis hiervan ontstaat ook inzicht in verschillen tussen zelfstandigen en werknemers en tussen groepen van zelfstandigen. Het rapport is als volgt opgebouwd. Het eerste hoofdstuk bevat een beschrijving van de achtergrond en het doel van het onderzoek en de onderzoeksopzet. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van problematische situaties en de factoren die hierbij een (belemmerende) rol spelen. In het derde hoofdstuk komt de omvang van de problematiek aan de orde en de mate waarin de ervaren knelpunten samenhangen met kenmerken van de werk- en privé-situatie. In hoofdstuk 4 is beschreven wat de behoeften van vrouwelijke zelfstandigen zijn aan ondersteunende maatregelen vanuit de overheid om de combinatie van arbeid en zorg te faciliteren. Het afsluitende hoofdstuk bevat zowel een samenvatting als conclusies Dit onderzoek uitgevoerd door Christine Kuiper en Eva Mandos onder projectleiding van ondergetekende. Het onderzoek is vanuit het ministerie begeleid door mw. dr. H. Groenendijk van de Directie Arbeidsverhoudingen en mw. dr. M. Keizer van de directie Analyse en Onderzoek. Jaap Bouwmeester Projectleider arbeidsmarkt en sociale zekerheid Leiden, 30 juli 2001

4 INHOUDSOPGAVE Pag. 1 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek Beleidsinitiatieven voor het combineren van arbeid en zorg De positie van zelfstandigen Doel van het onderzoek en onderzoeksvragen Analysekader: zelfstandigen in een combinatiemodel Opzet van het onderzoek 6 2 Belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg Inleiding Knelpunten bij de zorg voor kinderen Aard van de problematiek Achtergrond van de problematiek Gevolgen van de problematiek Knelpunten bij het verlenen van mantelzorg Aard van de problematiek Achtergrond van de problematiek Gevolgen van de problematiek Knelpunten rond zwangerschap en kraamtijd 23 3 Omvang van de knelpunten Inleiding Arbeids- en privé-situatie van vrouwelijke zelfstandigen Algemene kenmerken Arbeidsituatie Privé situatie Algemene knelpunten arbeid en zorg Knelpunten in de zorg voor kinderen Gebruik kinderopvang Knelpunten rond het verlenen van mantelzorg Knelpunten in de periode van zwangerschap en kraamtijd Ervaren knelpunten in relatie tot de arbeids- en privé-situatie Werkgerelateerde factoren Persoonsgebonden factoren 56 4 Oplossingen Inleiding Algemene maatregelen Specifieke oplossingen voor zelfstandigen Verwachtingen ten aanzien van oplossingen 61 5 Samenvatting en conclusies 65 Bijlage 1 Enkele gegevens over zelfstandigen in Bijlage 2 Organisatie sleutelinformanten en checklist 73 Bijlage 3 Groepsgesprekken 75 Bijlage 4 De vragenlijst 79

5

6 1 1 ACHTERGROND EN DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK 1.1 Beleidsinitiatieven voor het combineren van arbeid en zorg Het thema Arbeid, zorg en inkomen neemt in het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie een prominente plaats in. Hoewel de laatste decennia de verdeling tussen arbeid en zorg in Nederland ingrijpend is veranderd, bestaat er ook bij de huidige generatie werkenden behoefte aan een andere verdeling van werk en privé ; mannen willen minder werken, vrouwen willen meer werken en beiden willen een gelijkwaardiger verdeling van huishoudelijke en zorgtaken 1. De overheid heeft ervoor gekozen bij het stimuleren en faciliteren van de herverdeling van taken uit te gaan van het zogenoemde combinatiemodel. Dit model gaat uit van de gedachte dat vrouwen en mannen in staat worden gesteld de op dat moment in hun leven aanwezige behoeften aan arbeid, inkomen, persoonlijke ontwikkeling en zorgtaken zelf te kunnen vervullen. Hiermee wijkt het combinatiemodel af van het traditionele kostwinnersmodel (waarbij de man het deel arbeid en inkomen voor zijn rekening neemt en de vrouw met name zorgtaken vervult) en het uitbestedingsmodel (waarbij een voltijdbaan voor vrouwen en mannen de norm is, en zorgtaken worden uitbesteed aan derden). De afgelopen jaren is een brede discussie gevoerd over wenselijke bijdragen van de overheid om vrouwen en mannen te ondersteunen bij het verwezenlijken van dit combinatiemodel 2. Concreet zijn er aan aantal regelingen en voorzieningen ontwikkeld (of zijn in voorbereiding) zoals de verlofregelingen in het wetsvoorstel Wet arbeid en zorg, de Wet aanpassing arbeidsduur en uitbreiding van (vergoeding van) kinderopvangvoorzieningen. Daarnaast wordt de ontwikkeling van nieuwe initiatieven gestimuleerd bijvoorbeeld in het kader van de stimuleringsmaatregel experimenten dagindeling. 1.2 De positie van zelfstandigen Een belangrijk deel van de ontwikkelde en voorgestelde regelingen heeft betrekking op een wettelijk recht om de tijd die men besteedt aan betaalde arbeid incidenteel of structureel aan te passen. Concreet gaat het dan om het recht op specifieke vormen van verlof en het recht op aanpassing van de arbeidsduur. Deze regelingen zijn daarmee vooral bedoeld voor werknemers en niet voor zelfstandigen. Bij zelfstandigen is immers geen sprake van een traditionele werkgever-werknemer verhouding. Zelfstandigen zijn hun eigen baas en kunnen in sterkere mate dan werknemers zelf beslissen over hun arbeidstijden en arbeidsduur. 1 Meerjarennota emancipatiebeleid Van vrouwenstrijd naar vanzelfsprekendheid, Directie Coördinatie Emancipatiebeleid, Den Haag, maart 2000; Meerjaren Beleidsplan Emanciaptie, november Zie de discussienota Op weg naar een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg van maart 1999 (Kamerstukken II, 1998/99, )

7 2 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek Vergeleken met werknemers hebben zelfstandigen meer mogelijkheden om hun werk- en privésituatie naar eigen behoefte in te vullen. Een wettelijk recht op verlof is daarom bij zelfstandigen niet aan de orde. Dat betekent echter niet dat de overheid geen faciliterende rol zou kunnen spelen voor zelfstandigen. Vergeleken met werknemers gelden voor zelfstandigen juist een aantal factoren die het moeilijker kunnen maken om arbeid en zorg te combineren. Mede gezien de omvang van de groep zelfstandigen (in 1999 was circa 11% van de werkzame beroepsbevolking zelfstandig) 1 wil de overheid nagaan of er behoefte is aan (aanvullende) maatregelen om ook deze groep mannen en vrouwen te ondersteunen in het combineren van arbeid en zorg. Hierbij speelt ook mee dat de overheid het zelfstandig ondernemerschap wil stimuleren, en hierbij bijzondere aandacht wil geven aan specifieke knelpunten voor vrouwelijke ondernemers Doel van het onderzoek en onderzoeksvragen In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is reeds een vooronderzoek uitgevoerd om zicht te krijgen op belemmeringen bij zelfstandigen. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat zelfstandigen in beperkte mate belemmeringen ondervinden, en voor een groot deel zelf de nodige voorzieningen kunnen treffen om arbeid en zorg te combineren. Het onderzoek was echter beperkt van opzet en met name het aantal in het onderzoek betrokken vrouwen was gering 3. Het ministerie achtte het dan ook wenselijk een uitgebreider onderzoek te laten uitvoeren waarin met name de situatie van vrouwelijke zelfstandigen in beeld wordt gebracht. Het doel van het onderhavige onderzoek kan daarmee als volgt worden geformuleerd: In beeld brengen in welke mate vrouwelijke zelfstandigen belemmeringen ervaren bij het combineren van arbeid en zorg, en in welke mate behoefte bestaat aan overheidssteun bij het verminderen van deze belemmeringen. Het onderzoek dient informatie op te leveren op basis waarvan het kabinet eventueel en zonodig voorstellen kan formuleren ter ondersteuning van zelfstandigen bij het combineren van arbeid en zorg. Naast informatie over (de aard en de mate van) belemmeringen, wordt daartoe ook informatie verzameld over (de aard en omvang van) de behoefte aan overheidssteun. 1 Bron: Enquête beroepsbevolking 1999, CBS, Voorburg/Heerlen, Meerjarennota emancipatiebeleid Van vrouwenstrijd naar vanzelfsprekendheid, Directie Coördinatie Emancipatiebeleid, Den Haag, maart Juist omdat het zelfstandig ondernemerschap vrouwen de vrijheid geeft om hun eigen tijd in te delen, en ze niet te maken krijgen met een glazen plafond, wil de overheid het (vrouwelijk) ondernemerschap stimuleren. 3 Bij het vooronderzoek waren 84 vrouwen betrokken.

8 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek 3 Hiertoe zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: Belemmeringen Welke belemmeringen ondervinden vrouwelijke zelfstandigen bij het combineren van arbeid en zorg? Hoe groot is de groep vrouwelijke zelfstandigen die problemen ervaart in het combineren van arbeid en zorg? Zijn er bepaalde groepen zelfstandigen (branche/beroep/sector) te onderscheiden die meer of minder belemmeringen ervaren? Welke factoren zijn van invloed op het ervaren van belemmeringen (branche/beroep/sector/inkomen/flexibiliteit/aantal personen in dienst/partner/kinderen)? Oplossingen Welke voorzieningen en regelingen zijn reeds (of komen binnenkort) beschikbaar voor zelfstandigen en voor werknemers? Aan welke type (aanvullende) overheidsondersteuning bij het wegnemen van belemmeringen hebben (groepen van) vrouwelijke zelfstandigen behoefte? Hoe groot is de groep / zijn de groepen van vrouwelijke zelfstandigen die behoefte hebben aan (aanvullende) overheidsondersteuning? Doelgroep Het onderzoek richt zich op vrouwelijke zelfstandigen. Dit zijn voor het merendeel vrouwen die werkzaam zijn in hun eigen bedrijf. Daarnaast gaat het om vrouwen die meewerken in het bedrijf van hun partner en vrouwen die werkzaam zijn als vrij beroepsbeoefenaar zonder arbeidsovereenkomst. De doelgroep is in het kader van dit onderzoek beperkt tot vrouwen werkzaam in bedrijven zonder personeel of met een zeer beperkt aantal personeelsleden (maximaal 10). Directeur/eigenaren van middelgrote en grote ondernemingen (en meewerkende partners in deze bedrijven) vallen buiten de doelgroep van dit onderzoek. Daarnaast is het belangrijk op te merken dat het onderzoek gericht is op vrouwen die op dit moment als zelfstandige werkzaam zijn. Vrouwen die gestopt zijn met hun werkzaamheden als zelfstandige behoren niet tot de doelgroep van dit onderzoek.

9 4 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek 1.4 Analysekader: zelfstandigen in een combinatiemodel Dit onderzoek is gebaseerd op het onderstaande analysemodel. In dit model is globaal weergegeven welke factoren van invloed zijn op belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg. Behoefte aan combinatie arbeid en zorg Privé-situatie Arbeidssituatie Belemmeringen Regelingen en voorzieningen Gerealiseerde combinatie arbeid en zorg Uitgangspunt is dat iedereen een bepaalde behoefte heeft aan het combineren van arbeid en zorg, werk en privé. In hoeverre men hierbij belemmeringen ondervindt, is afhankelijk van de privé-situatie en de arbeidssituatie. De privé- en de arbeidssituatie zijn enerzijds bepalend voor de diverse taken die men wil combineren (bijvoorbeeld zorg voor kinderen) en anderzijds voor de mogelijkheden om deze taken uit te voeren (bijvoorbeeld inkomen en een ondersteuningsnetwerk). Uit de spanningen tussen werk en privé komen de belemmeringen voort die een ideale combinatie van zorg en arbeid in de weg staan. Regelingen en voorzieningen kunnen een bijdrage leveren aan het verminderen of wegnemen van deze belemmeringen, waardoor een bepaalde mate van combinatie van arbeid en zorg kan worden gerealiseerd. In het model is gearceerd weergegeven op welke gebieden zich de belangrijkste verschillen zullen voordoen tussen werknemers en zelfstandigen: namelijk in de arbeidssituatie en de toegang tot regelingen en voorzieningen. Regelingen en voorzieningen Regelingen met betrekking tot een recht op verlof zijn in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten omdat deze bij voorbaat niet relevant zijn voor zelfstandigen. Financiële regelingen of regelingen die betrekking hebben op de toegang tot (zorg)voorzieningen zijn wel in het onderzoek betrokken.

10 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek 5 Arbeidsituatie Verondersteld wordt dat verschillende kenmerken van de arbeidsituatie van invloed kunnen zijn op de mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren. Hierbij gaat het om de volgende aspecten: Kenmerken van de organisatie: omvang starter of gevestigd Kenmerken van de functie: hiërarchische positie in de organisatie (top, midden, lager) aard van de functie (lijn/staf; verantwoordelijkheden) Werktijden: flexibiliteit in arbeidstijden arbeidsduur Het inkomen wordt daarnaast ook tot een relevant aspect van de arbeidssituatie gerekend. Alhoewel er uiteraard aanzienlijke verschillen tussen zelfstandigen onderling bestaan, wordt ten behoeve van dit onderzoek in eerste instantie uitgegaan van een gemiddelde zelfstandige. In hoofdstuk drie zal blijken in hoeverre de kenmerken van de arbeidsituatie van belang zijn en hoe zelfstandigen op deze punten van elkaar verschillen. Over het algemeen lijkt de combinatie tussen arbeid en zorg makkelijker als de arbeidstijden flexibel zijn (zelf tijd indelen) en de arbeidsduur gering is. Zelfstandigen zijn flexibeler in hun werktijden en arbeidsduur dan werknemers, maar hebben een andere positie dan de gemiddelde werknemer waardoor vervanging moeilijker is, met name in kleine bedrijven. Cijfers over laten de volgende verschillen zien tussen vrouwelijke zelfstandigen en vrouwelijke werknemers: Vrouwelijke zelfstandigen werken gemiddeld meer uur per week dan vrouwelijke werknemers. Vrouwelijke zelfstandigen hebben gemiddeld een hoger beroepsniveau dan vrouwelijke werknemers. Privé-situatie In bijlage 1 is te zien dat er ook een aantal verschillen zijn in persoonskenmerken van zelfstandigen en werknemers. Vrouwelijke zelfstandigen hebben vaker kinderen en vaker een partner dan vrouwelijke werknemers. Vrouwelijke zelfstandigen hebben gemiddeld een hogere leeftijd dan werknemers. Om een volledig beeld te geven van de situatie van zelfstandigen wordt daarom ook (beperkt) aandacht geschonken aan dit onderdeel van het model. 1 Zie respectievelijk tabel 1 en tabel 3 in bijlage 1

11 6 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek 1.5 Opzet van het onderzoek Het onderzoek bestaat uit twee fasen: een (kwalitatieve) exploratieve fase en een (kwantitatieve) toetsende fase. De exploratieve fase is bedoeld om door middel van groepsgesprekken en interviews met sleutelinformanten een beeld te krijgen van de belemmeringen van vrouwelijke zelfstandigen bij het combineren van zorgtaken met het ondernemerschap. Ook biedt de eerste fase inzicht in de eventuele mogelijkheden deze belemmeringen weg te nemen. Op basis van de exploratieve fase is een voorlopige inschatting gemaakt van de aard en omvang van de problematiek en de eventuele verschillen tussen groepen van zelfstandigen. In de toetsende fase zijn de bevindingen uit de eerste fase getoetst door middel van een telefonische enquête onder vrouwelijke zelfstandigen. Het primaire doel van de tweede fase is het kwantificeren van de resultaten uit de exploratieve fase. Dit betekent dat is vastgesteld hoeveel vrouwelijke zelfstandigen bepaalde belemmeringen ondervinden en hoe groot de daaraan gerelateerde behoefte is aan aanvullende regelingen en voorzieningen. Het is daarbij mogelijk om (meer dan in de eerste fase) rekening te houden met verschillende achtergrondkenmerken (zoals persoonkenmerken, kenmerken van de privé-situatie en kenmerken van de werksituatie). Onderzoeksactiviteiten exploratieve fase In de exploratieve fase zijn 15 interviews gehouden met vertegenwoordigers van belangenverenigingen en brancheorganisaties en twee groepsgesprekken met vrouwelijke zelfstandigen. Daarnaast is door middel van deskresearch enige aanvullende informatie verzameld over de doelgroep en wet- en regelgeving op het gebied van de combinatie van arbeid en zorg. Interviews met sleutelinformanten Bij het werven van respondenten voor de interviews is zowel gezocht naar organisaties die gericht zijn op vrouwelijke zelfstandigen (belangenverenigingen en netwerken) als naar brancheorganisaties van de vijf sectoren waarin veel vrouwelijke zelfstandige werkzaam zijn. Dit zijn de volgende sectoren: 1. Handel 2. Cultuur en overige dienstverlening 3. Gezondheids- en welzijnszorg 4. Landbouw en visserij 5. Zakelijke dienstverlening De opzet was om vijf interviews af te nemen met vertegenwoordigers van niet-sectorale organisaties en tien (2x5) interviews met vertegenwoordigers van sectorale organisaties. Het is niet mogelijk gebleken geheel aan deze opzet te voldoen. Veel brancheorganisaties zijn namelijk uitsluitend vakinhoudelijk gericht. Het vraagstuk van de combinatie van arbeid en zorg is hier geen thema waaraan aandacht wordt besteed en vertegenwoordigers van deze organisaties konden dan ook geen beeld schetsen van de belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg bij hun doelgroep.

12 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek 7 Bij de niet sectorale organisaties gaat het om (2) algemene organisaties voor zelfstandigen, een aantal (3) organisaties die vrouwelijke starters ondersteunen en om (3) netwerken van vrouwelijke ondernemers. De bereidheid onder deze organisaties om deel te nemen aan dit onderzoek was erg groot. Hierbij moet echter opgemerkt worden dat deze netwerken een niet geheel representatieve afspiegeling vormen van de vrouwelijke zelfstandigen. In deze netwerken lijkt een oververtegenwoordiging te bestaan van hoger opgeleide vrouwen die veelal in de zakelijke dienstverlening werkzaam zijn. De organisaties waarmee de 15 interviews zijn afgenomen zijn als volgt te typeren: Zelfstandigen algemeen 2 (Vrouwelijke) Starters 3 Netwerk vrouwelijke zelfstandigen 3 Sectoraal: gezondheidszorg 2 Sectoraal: landbouw 2 Sectoraal: overig 2 Overig 1 Eén van de interviews is telefonisch afgenomen. De overige interviews hebben face-to-face plaatsgevonden. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de geïnterviewde instellingen en de bij de interviews gehanteerde checklist. Groepsgesprekken met vrouwelijke zelfstandigen De werving van deelnemers voor de groepsgesprekken heeft voor een belangrijk deel plaatsgevonden via de organisaties die voor de interviews zijn benaderd. Hierbij is getracht deelnemers met verschillende kenmerken en achtergronden te werven aan de hand van de volgende aspecten: sector/beroep gezinssamenstelling (met een voorkeur voor mensen met kinderen) grootte bedrijf (met en zonder personeel) starter/gevestigd (zowel starters als gevestigde zelfstandigen) In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de kenmerken van de deelnemers aan de groepsgesprekken en de checklist die bij de groepsgesprekken is gehanteerd. In het overzicht is te zien dat de deelnemers variëren op bovengenoemde kenmerken, maar vrijwel allemaal een hogere opleiding hadden (HBO/WO) en daarmee geen representatieve afspiegeling zijn van vrouwelijke zelfstandigen 1. Een van de gesprekken heeft plaatsgevonden in Groningen. Het betrof hier zeven zelfstandigen die zijn aangesloten bij de Stichting Vrouwennetwerk (SVN). Het tweede gesprek heeft plaatsgevonden bij Research voor Beleid in Leiden. Ook hier hebben zeven vrouwelijke zelfstandigen aan deelgenomen. 1 Er waren wel respondenten geworven met een lager opleidingsniveau, maar de bereidheid deel te nemen aan een groepsgesprek is bij deze groep mensen lager.

13 8 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek Het doel van deze groepsgesprekken was om de bevindingen uit de interviews in te vullen met concrete persoonlijke ervaringen en, door mensen met verschillende achtergronden samen te laten discussiëren, meer zicht te krijgen op overeenkomsten en verschillen tussen zelfstandigen. Onderzoeksactiviteiten kwantitatieve fase De kwantitatieve fase had tot doel de uitkomsten uit de exploratieve fase te toetsen en te kwantificeren. Dit betekent dat is vastgesteld hoeveel vrouwelijke zelfstandigen bepaalde belemmeringen ondervinden en hoe groot de behoefte aan aanvullende regelingen en voorzieningen is. Hiertoe is een telefonische enquête uitgevoerd onder duizend vrouwelijke zelfstandigen. Respons In totaal zijn 2125 respondenten benaderd. In een derde van de gevallen was er sprake van een weigering of is het gesprek voortijdig afgebroken. De redenen voor weigering waren voornamelijk de bekende motieven als geen tijd en geen zin, persoonlijke redenen en meer algemene weerstand tegen enquêtes in het algemeen. Tabel 1.1 Responsoverzicht Aantal % Geslaagd gesprek % Voldoet niet aan criteria/ geen zelfstandige meer % Uitval door stratificatie 68 3% Weigering % Gesprek afgebroken 15 1% Totaal aantal benaderingen % De totale bruto respons bedroeg 67%. Doordat een deel van de respondenten niet behoorde tot de doelgroep en een deel van de gesprekken is afgebroken na het stellen van een aantal screeningsvragen, komt de bruikbare respons uit op 999 respondenten, dat is 47% van de benaderingen. Weging Om te zorgen voor voldoende spreiding van de respondenten over de relevante sectoren, is een stratificatie toegepast. Hiertoe zijn zes sectoren onderscheiden en is per sector een minimum aantal respondenten geënquêteerd. Door deze stratificatie naar sector was een weging van de uitkomsten naar dit kenmerk achteraf noodzakelijk.

14 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek 9 Tabel 1.2 Stratificatie en weging Respons Populatie Weging (a) (b) (c) (c/d) Aantal Percentage Percentage Factor Handel % 20% 1,18 Zakelijke dienstverlening % 14% 0,78 Gezondheids- en welzijnszorg % 16% 0,84 Landbouw en visserij % 14% 0,82 Cultuur en overige dienstverlening % 17% 1,06 Horeca 38 ) Industrie 22 ) Bouwnijverheid 20 ) Vervoer en communicatie 30 ) overig 14% 20% 1,43 Onderwijs 20 ) Financiële instellingen 3 ) Delfstoffenwinning 2 ) Totaal % 100% - In het volgende hoofdstuk worden de problematische situaties en de factoren die daar een rol bij spelen uiteengezet. De inhoud van dit hoofdstuk is gebaseerd op interviews en groepsgesprekken met vrouwelijke zelfstandigen. In het derde hoofdstuk wordt de omvang van de problematiek besproken. Ook wordt aandacht besteed aan de mate waarin de ervaren knelpunten samenhangen met de kenmerken van de arbeids- en privé-situatie van de vrouwelijke zelfstandigen. Hoofdstuk 4 gaat vervolgens in op de wijze waarop de overheid vrouwelijke zelfstandigen kan ondersteunen. Het rapport wordt afgesloten met een samenvatting en conclusies.

15 10 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek

16 11 2 BELEMMERINGEN BIJ HET COMBINEREN VAN ARBEID EN ZORG 2.1 Inleiding In het analysekader (paragraaf 1.4) zijn een aantal clusters weergegeven die van invloed zijn op de mate waarin arbeid en zorg zijn te combineren. Deze clusters van beïnvloedende c.q. belemmerende factoren komen terug in de beschrijving van de resultaten van de exploratieve fase. Hiertoe is in de eerste plaats nagegaan welke zorgsituaties lastig te combineren zijn met het werk 1. Daarna volgt een analyse van de kenmerken van de prive-situatie, de arbeidsituatie en de beschikbaarheid van regelingen en voorzieningen die deze situatie meer of minder lastig maken. Daarbij wordt tevens beschouwd in hoeverre de belemmeringen gerelateerd zijn aan de positie als zelfstandige en wat de verschillen zijn tussen groepen van zelfstandigen. Uit de interviews en groepsgesprekken is gebleken dat belemmeringen rond het combineren van arbeid en zorg zich concentreren rond een aantal zorgtaken. Dit zijn in de eerste plaats de verzorging van kinderen en in de tweede plaats zorg voor zieke familieleden (mantelzorg). Knelpunten rond zwangerschap en kraamtijd werden minder expliciet genoemd. Naast structurele of meer langdurige zorgtaken, zijn ook incidentele zorgtaken als knelpunten benoemd. Ook deze hebben veelal te maken met de verzorging van kinderen en familie of partner. In de navolgende paragrafen zijn de verschillende knelpunten uitgebreider beschreven. 2.2 Knelpunten bij de zorg voor kinderen Gevraagd naar welke zorgtaken problemen kunnen opleveren in de combinatie met werk, geven alle respondenten aan dat de verzorging van (jonge) kinderen de meeste aandacht vraagt. In veel gevallen is dit ook het enige waar men spontaan aan refereert. Bij de combinatie van arbeid en zorg denken de meeste mensen dus vooral aan de combinatie van arbeid en kinderen. Het regelen van goede kinderopvang wordt dan ook gezien als de randvoorwaarde voor het goed kunnen functioneren als zelfstandige Aard van de problematiek Knelpunten die bij de verzorging van kinderen ontstaan, hebben meer specifiek betrekking op het ontbreken van opvang voor kinderen gedurende de tijd die men aan werk besteedt. Bij kinderen van 0 tot 4 jaar gaat het dan om dagopvang, bij kinderen in de basisschoolleeftijd vooral om buitenschoolse opvang en buitenschoolse activiteiten. Bij kinderen van 12 jaar en 1 Er is hierbij dus gekozen voor een invalshoek waarin de arbeidssituatie als uitgangssituatie wordt beschouwd, als gevolg waarvan knelpunten kunnen ontstaan in zorgtaken. Deze opzet (in plaats van andersom) vergemakkelijkt een vergelijking met werknemers.

17 12 Belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg ouder worden de knelpunten minder groot, maar is er ook behoefte aan toezicht en activiteiten na schooltijd. Naast deze structurele zorgtaken, kunnen ook knelpunten ontstaan in geval van calamiteiten zoals ziekte. Eenvoudig gezegd ervaren zelfstandigen belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg als ze niet in staat zijn de juiste kinderopvang te realiseren. Dit heeft te maken met: 1. de beschikbaarheid van kinderopvang 2. de daarmee gepaard gaande kosten en 3. de mate waarin de opvang aansluit bij de behoefte van de zelfstandige. Om dit te illustreren worden hieronder verschillende vormen van opvang besproken met hun (door vrouwelijke zelfstandigen genoemde) voor- en nadelen. Reguliere kinderopvang Reguliere opvang in kinderdagverblijven en instellingen voor buitenschoolse opvang heeft als voordeel dat er kwaliteitswaarborgen zijn en de kosten deels aftrekbaar zijn. Deze vorm van opvang sluit echter vaak niet aan bij de behoefte van zelfstandigen. Reguliere kinderopvang wordt als te inflexibel ervaren door zelfstandigen, zowel wat betreft de openingstijden (zelfstandigen werken niet standaard in kantoortijden), als wat betreft de mogelijkheid om afhankelijk van de werkdruk meer of minder gebruik te maken van de opvang. Ook de kosten zijn voor velen een probleem. Ten opzichte van werknemers zijn zelfstandigen ook duurder uit doordat er geen werkgeversbijdrage is. Daarnaast zijn bij vrijwel alle instellingen voor reguliere opvang ouders verplicht een vast aantal dagdelen per week af te nemen, meestal ook nog op vaste dagen. Zelfstandigen die wisselend gebruik maken van de opvang, moeten ook betalen voor de dagdelen of periodes dat ze geen gebruik maken van de opvang. Daarnaast is het een probleem dat er vaak geen plaatsen beschikbaar zijn. Reguliere kinderopvang gaat volgens veel zelfstandigen te veel uit van een werknemerssituatie. Naast de eerder genoemde inflexibiliteit gaat het dan ook om de berekening van de ouderbijdrage. Die gaat uit van een vast jaarinkomen terwijl zelfstandigen vaak een wisselend inkomen hebben. De ouderbijdrage kan daardoor, achteraf gezien, te hoog zijn. Bij bepaalde groepen zelfstandigen is reguliere kinderopvang helemaal geen optie, omdat die gewoon niet beschikbaar is. Dit geldt vooral voor zelfstandigen in de agrarische sector die veelal op het platteland zijn gevestigd. Ook wat de buitenschoolse opvang betreft zijn er knelpunten in de beschikbaarheid en kosten. Daarnaast worden door de geïnterviewde ook kanttekeningen gezet bij de kwaliteit van de buitenschoolse opvang. Men vindt het vaak te chaotisch en er zouden teveel personeelswisselingen plaatsvinden. Deze vorm van opvang sluit dus niet altijd aan bij persoonlijke opvattingen over goede opvang. Oppas aan huis Onder de zelfstandigen blijkt een grote voorkeur te bestaan voor oppas aan huis. Dit heeft als groot voordeel dat de opvang aangepast is aan de individuele arbeidssituatie. De opvang kan meer flexibel worden ingericht dat wil zeggen aangepast aan werktijden en werkpieken waardoor men minder gebonden is aan vaste breng- en ophaaltijden. Ook bij calamiteiten zoals ziekte van het kind is een oppas thuis een betere oplossing dan reguliere kinderopvang die vaak geen zieke kinderen accepteert.

18 Belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg 13 Behalve vanwege een aantal praktische voordelen, blijken veel zelfstandigen (maar niet alleen zelfstandigen) ook vanuit persoonlijke opvattingen een sterke voorkeur te hebben voor opvang aan huis. Zij zijn van mening dat dit (zowel voor het kind als de ouders) minder stresssituaties oplevert bijvoorbeeld omdat men minder aan vaste tijden is gebonden (een vergadering loopt nou eenmaal wel eens uit, waardoor je ook nog eens in de file terecht kan komen), de kinderen na schooltijd met hun eigen vriendjes kunnen spelen en de thuissituatie meer geborgenheid biedt dan een kinderdagverblijf of naschoolse opvang. Oppas aan huis is echter niet voor iedereen mogelijk. Deze vorm van opvang is met name voorbehouden aan mensen met een hoog (gezins-)inkomen, mede omdat de kosten van particuliere opvang aan huis niet aftrekbaar zijn van de belasting. Wanneer men meerdere kinderen heeft, kan oppas aan huis echter al snel goedkoper worden dan een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Voor oppas aan huis zijn de zelfstandigen vooral aangewezen op het zwarte circuit. Nadeel hiervan is onder andere dat er geen kwaliteitswaarborgen zijn. Een specifieke vorm van oppas aan huis die verschillende geïnterviewde zelfstandigen als oplossing zien is het gebruik van een au-pair. Dit is ook goedkoper dan een reguliere (betaalde) oppas aan huis omdat een deel van de kosten in natura wordt uitbetaald (kost en inwoning). Nadeel is wel dat het altijd om een tijdelijke situatie gaat. Daarnaast moet men ook de ruimte hebben om iemand in huis op te nemen. Hierdoor is deze vorm van opvang ook weer vooral geschikt voor mensen met een hoog inkomen. Een andere vorm van oppas aan huis is oppas door familieleden. Met name bij allochtonen blijkt dit veel te worden gebruikt, maar bijvoorbeeld ook in de agrarische sector waar familie vaak dicht in de buurt woont. Toenemend knelpunt is wel dat steeds meer grootouders zelf ook betaalde arbeid verrichten en daardoor minder beschikbaar zijn als oppas. Bovendien willen veel (vooral autochtone) zelfstandigen niet te vaak een beroep doen op familie. Deze vorm van opvang wordt dan ook met name in geval van calamiteiten ingezet. Gastouderschap Na oppas aan huis is kinderopvang door gastouders voor veel zelfstandigen een goede oplossing. Het kan dan zowel gaan om formele gastouders als particuliere/informele gastouders. Ook hier speelt het probleem dat geregistreerde (formele) gastouders slechts beperkt beschikbaar zijn. Bij informele gastouders zijn er geen kwaliteitsborgen en zijn de kosten niet aftrekbaar. Gastouderschap als kinderopvang heeft een aantal dezelfde voordelen als een oppas aan huis (meer individuele afspraken mogelijk, ook opvang bij ziekte en calamiteiten). Een bijkomend voordeel is dat het minder duur is dan oppas aan huis. Opvang door de zelfstandige zelf Niet alle zelfstandigen besteden de zorg voor hun kinderen uit. Het komt ook regelmatig voor dat men thuis werkt of het kind (vooral bij zeer jonge kinderen) mee naar het werk neemt. Een van de argumenten om als zelfstandige te werken is juist dat men thuis kan werken en zodoende beschikbaar blijft voor de kinderen. Met name in geval van calamiteiten is dit een handige oplossing. Toch zijn hier ook nadelen aan verbonden. Van mensen die thuis werken wordt bijvoorbeeld verwacht dat ze een aantal bijvoorbeeld huishoudelijke taken er wel even bij kunnen doen. Ook ervaren sommigen thuis werken als minder professioneel.

19 14 Belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg Het kan, met name in geval van onvoorziene situaties, een uitkomst zijn om een kind mee te nemen naar het werk. In bepaalde sectoren is dit niet mogelijk, maar een box in de winkel of de stal komt regelmatig voor. Men loopt hierbij echter het risico dat men niet aan een aantal veiligheidseisen voldoet. Overigens geldt voor vrijwel alle zelfstandigen dat ze ook thuis werken. Ondernemer ben je immers niet van 9 tot 5. De verantwoordelijkheid voor het draaiende houden van de onderneming duurt 24 uur per dag. Ook mensen die overdag buitenshuis werken, zijn vaak in de avonduren, als de kinderen slapen, nog aan het werk Achtergrond van de problematiek In bovenstaande paragraaf is aangegeven dat de aard van de knelpunten bij het combineren van een eigen bedrijf met kinderen vooral gelegen is in problemen rond de beschikbaarheid en betaalbaarheid van kinderopvang, en de mate waarin kinderopvang aansluit bij de behoefte van de zelfstandige. Hierin zijn al een aantal factoren genoemd, die de mate waarin er sprake is van knelpunten beïnvloeden. Deze factoren zijn hieronder schematisch weergegeven. Hierin is ook aangegeven op welke factoren de gemiddelde zelfstandige zal afwijken van de gemiddelde werknemer. Factoren Algemeen maatschappelijk - Gebrek aan reguliere kinderopvangplaatsen Nee - Verkorting van schooltijden/uitval van lessen Nee Privé-situatie - Aanwezigheid partner die ook zorgtaken op zich neemt Nee - Ondersteuningsnetwerk voor opvang bij calamiteiten Nee - Opvattingen over kinderopvang Nee Arbeidssituatie Verschil met werknemers - Inkomen Nee/ja (bepaalde groepen zelfstandigen) - Flexibiliteit in werktijden Ja - Piek/seizoensbelasting Ja - Bedrijfsgrootte Ja - Starter/gevestigd Ja Regelingen en voorzieningen - Kosten kinderopvang: bijdrage werkgeversdeel Ja - Kosten kinderopvang: aftrekbaarheid particuliere opvang Nee, maar oppas aan huis past meer bij de behoefte van zelfstandigen Op basis van deze factoren is wordt in de tweede fase van het onderzoek getoetst wat de omvang van de problematiek is bij vrouwelijke zelfstandigen. Wanneer een zelfstandige aan een aantal kenmerken voldoet, kan het probleem meer of minder groot zijn. De verschillende factoren worden hieronder nader beschreven, voor zover het gaat om factoren waarop zelfstandigen afwijken van werknemers.

20 Belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg 15 Inkomen Het inkomen van zelfstandigen kan van invloed zijn op het al dan niet ervaren van knelpunten op arbeid- en zorgterrein. Zo kan voor zelfstandigen met een laag inkomen kinderopvang te duur te zijn. Het inkomen hangt voor een groot deel samen met de sector waarin men werkzaam is. Met name in de detailhandel en de agrarische sector zijn de inkomens relatief laag. In bijvoorbeeld de zakelijke dienstverlening liggen de inkomens over het algemeen hoger. Daarnaast moeten zelfstandigen in bijvoorbeeld de detailhandel meer uren werken om het inkomen te genereren: zij hebben dus ook meer uren kinderopvang nodig. Gegevens over het inkomen van zelfstandigen zijn op dit moment niet voldoende beschikbaar. Wel is bekend dat circa 34% van de vrouwelijke zelfstandigen werkzaam is in de sectoren handel en landbouw en 14% in de zakelijke dienstverlening. Al met al hebben mensen met een hoog inkomen meer mogelijkheden om de zorg voor de kinderen uit te besteden. Daarnaast hebben zij wellicht minder kinderopvang nodig dan mensen werkzaam in een sector waar de inkomens laag liggen (omdat deze mensen meer uren moeten werken). Wanneer kinderopvang kan worden uitbesteed, is de combinatie van arbeid en zorg makkelijker. Flexibiliteit in werktijden en piekbelasting Naast het inkomen is vooral ook de aard van de werkzaamheden van invloed op de mate waarin de combinatie van arbeid en kinderen knelpunten oplevert. Meer specifiek gaat het daarbij om de tijden waarop men de werkzaamheden voor het eigen bedrijf kan uitvoeren. Wanneer de werktijden niet overeenkomen met reguliere werktijden (c.q. openingstijden van reguliere opvang) zal het moeilijker zijn passende kinderopvang te vinden. De werktijden hangen voor een deel ook weer samen met de sector waarin men werkzaam is. Zelfstandigen in de agrarische en recreatie sector hebben bijvoorbeeld veelal te maken met piekdrukte in bepaalde seizoenen. Hun behoefte aan kinderopvang is hierdoor ook wisselend. Een ander sprekend voorbeeld vormen de werktijden van artsen en verloskundigen. Zij moeten vaak 24 uur per dag beschikbaar zijn en kunnen elk moment van huis weggeroepen worden. Dat kan alleen maar als er dan opvang is voor de kinderen. Vrouwen met een adviesbureau kunnen daarentegen hun werktijden veel meer zelf plannen en uitvoeren op een tijdstip dat hen gelegen komt. Ook bij deze groep komt het echter regelmatig voor dat er ad hoc ongeplande werkzaamheden moeten worden verricht om een opdracht zeker te stellen. Bedrijfsgrootte Zelfstandigen met personeel (ZMP-ers) zijn wat flexibeler dan zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers). Zij kunnen onderdelen van hun werkzaamheden, bijvoorbeeld in geval van calamiteiten, makkelijker overdragen aan een ander waardoor het werk niet in het gedrang komt. Zij hebben ook meer mogelijkheden om bijvoorbeeld tijdens schoolvakanties zelf ook vakantie op te nemen. Zij kunnen met andere woorden een deel van de arbeid uitbesteden, waardoor ze zelf de zorgtaken kunnen uitvoeren.

21 16 Belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg Starter/gevestigd Een ander veel aangeroerd verschil tussen zelfstandigen is dat tussen starters en gevestigde zelfstandigen. Er wordt zelfs gezegd dat het onmogelijk is een bedrijf te starten wanneer je ook de zorg voor jonge kinderen hebt. Dan is het alsof je als het ware twee kinderen hebt. Het opstarten van een bedrijf vergt veel inspanningen. Een starter zal juist in de beginfase veel tijd moeten besteden aan het werk om een klantenkring of product op te bouwen. Ook ongeplande ad hoc werkzaamheden zijn dan niet te vermijden. Een nieuwe opdrachtgever wil je niet laten lopen, ook al heb je eigenlijk geen tijd. In bepaalde sectoren (zoals wederom de detailhandel en de agrarische sector) zijn daarnaast ook veel financiële investeringen nodig die weer van invloed zijn op het inkomen. Het duurt vaak een aantal jaren voordat er überhaupt winst wordt gemaakt. Een adviesbureau is daarentegen (financieel gezien) veel eenvoudiger op te starten (met een bureau, computer, telefoon en fax kun je aan de slag). De arbeidssituatie is daarmee bij starters, met name in bepaalde sectoren, lastiger dan de arbeidssituatie van gevestigde zelfstandigen. Regelingen en voorzieningen De huidige regelingen over kinderopvang ervaren veel zelfstandigen als ontoereikend voor het oplossen van knelpunten rondom de combinatie van arbeid en zorg. Het gaat dan met name om de bepaling dat uitsluitend kosten voor reguliere formele kinderopvang aftrekbaar zijn voor de belasting. Dit terwijl veel zelfstandigen juist graag gebruik maken van niet reguliere kinderopvang omdat deze beter aansluit bij hun arbeidssituatie. De kosten van reguliere kinderopvang zijn daarnaast voor zelfstandigen hoger dan voor veel werknemers doordat er geen bijdrage is van de werkgever 1. De toegankelijkheid van kinderopvang is in financieel opzicht zelfstandigen dan ook kleiner dan voor werknemers. Daarnaast reserveren kinderopvanginstellingen vaak plaatsen voor bedrijven. Zo kan het voorkomen dat er wel plek is, maar deze plek niet door een zelfstandige kan worden gebruikt. Stereotypering Op basis van het bovenstaande is een aantal typeringen van zelfstandigen te maken. De meest kwetsbare zelfstandige is een alleenstaande starter met een laag inkomen, jonge kinderen, werkzaam in (bijvoorbeeld) de detailhandel die geen personeel in dienst heeft. Aan de andere kant van het spectrum staat de hoger opgeleide, goed verdienende organisatieadviseur die een partner met inkomsten heeft, veel zorgtaken kan uitbesteden en een of meerdere personeelsleden in dienst heeft. Het volgende citaat gaat over de situatie van startende zelfstandigen met een laag inkomen: Vrouwen moeten (met name bij kinderen tot 12 jaar) ten minste een of twee mensen hebben waarop ze kunnen terugvallen, anders beginnen ze niet eens aan een eigen bedrijf of raden wij dit af. De oplossing is voor deze vrouwen vaak een informeel netwerk: met name binnen de familie en in mindere mate buren, kennissen of oppas aan huis. Het gaat dan om niet betaalde of zwart betaalde oppas. Reguliere kinderopvang is geen optie omdat het te duur is en niet flexibel genoeg is. Er wordt dus ook maar beperkt gebruik gemaakt van de fiscale regeling. 1 Zelfstandigen kunnen geen gebruik maken van de fiscale maatregelen die gelden voor werkgevers (de kosten van de werkgeversbijdrage voor de kinderopvang van werknemers kunnen dan voor een groot deel worden afgetrokken van het bedrijfsrendement).

22 Belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg 17 Zelfs met deze aftrek is het nog te duur. En de aftrek geldt niet voor informele opvang, terwijl dat juist vaak gebruikt wordt. Citaat van een zelfstandige personeelsadviseur: Ik ben van mening dat, als je een kind neemt, je er ook voor moet zorgen. Ik vind het zelf vervelend als mijn kinderen in een leeg huis thuiskomen. Dit vinden de kinderen zelf ook niet leuk, maar soms is het niet te vermijden. Ik probeer dan ook om een uur of vier thuis te zijn. Dit is lastig, want de telefoon rinkelt door. Ik wil het eten ook niet afraffelen. Meestal kan ik om een uur of tien weer met het werk verder, als de kinderen op bed liggen. Citaat van een adviesbureau voor startende ondernemers uit een bijstandsituatie: De detailhandel is het meest lastig voor vrouwen om arbeid en zorg te combineren. Zij moeten een goed thuisfront hebben. De allochtone vrouwen in deze groep zoeken de oplossing vaker in box in winkel. In deze groep wordt dat meer geaccepteerd, ook door klanten. Autochtonen daarentegen willen vaak niet te veel steunen op familie. Voelen zich daar anders schuldig over Gevolgen van de problematiek Op basis van het voorgaande kan voorlopig worden geconcludeerd dat de aard van de problematiek rond arbeid en zorg voor zelfstandigen niet anders is dan voor werknemers: kinderopvang moet beschikbaar en betaalbaar zijn en passen bij de arbeidssituatie en persoonlijke voorkeuren. Daar staat tegenover dat de mate waarin deze combinatie als knelpunt wordt ervaren afhankelijk is van een aantal factoren. Ten aanzien van deze factoren zijn er wel verschillen tussen zelfstandigen en werknemers; (reguliere) kinderopvang is minder beschikbaar, de kosten (van reguliere opvang) zijn hoger en reguliere opvang past minder goed bij de arbeidssituatie van zelfstandige. Daarnaast zijn er ook verschillen tussen groepen van zelfstandigen. De knelpunten zijn groter bij zelfstandigen met een laag inkomen, een hoge en of periodiek wisselende arbeidsduur en irreguliere werktijden. Deze kenmerken komen vooral voor in de detailhandel en de agrarische sectoren. Starters en zelfstandigen zonder personeel hebben het daarbij extra moeilijk. Daarnaast zijn de gevolgen van knelpunten voor zelfstandigen zeer groot. Wanneer zelfstandigen onvoldoende de zorg voor kinderen kunnen combineren met een eigen bedrijf kan dit een aantal consequenties hebben. In de eerste plaats kan het betekenen dat vrouwen afzien van de start van een eigen bedrijf. Zelfstandigen blijken nogal eens te onderschatten wat er allemaal komt kijken bij het opstarten van een eigen bedrijf en hebben soms een onrealistisch beeld van de mogelijkheden om dit te combineren met de zorg voor kinderen. Vrouwen kiezen over het algemeen toch wel voor een type bedrijf dat te combineren valt. Maar er zijn ook wel naïevelingen die na de geboorte van een kind heel graag iets met kinderen willen (bijvoorbeeld een winkel met kinderkleding) en zich niet realiseren dat dat helemaal niet te combineren is

23 18 Belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg In de tweede plaats kan men besluiten minder tijd te besteden aan het eigen bedrijf en alles (tijdelijk) op een lager pitje te zetten. Dit betekent dat het bedrijf minder groot wordt dan zou kunnen. Vrouwen kiezen hier vaak wel bewust voor: zij passen hun werkzaamheden aan hun levensfase aan. Ten derde kan het in het uiterste geval voorkomen dat men geheel moet stoppen met de werkzaamheden omdat het niet(meer) te combineren is met de zorg voor kinderen. Een voorbeeld hiervan wordt gegeven in het volgende citaat over verloskundigen: Er zijn zelfs vrouwen die stoppen met hun praktijk omdat het hebben van kinderen en een praktijk niet te combineren is. Dat terwijl er al te weinig verloskundigen zijn. Probleem van deze doelgroep zit hem met name in het 24 uur per dag ad hoc beschikbaar moeten zijn. Soms worden er veel kinderen geboren en dan hebben ze het heel druk, soms is er een dag niets te doen. Dat maakt plannen van oppas e.d. onmogelijk. Ten vierde is een meer persoonlijk gevolg dat vrouwen zich schuldig kunnen voelen jegens hun kinderen of partner. Dit kan mede van invloed zijn op de beslissing om minder te werken of helemaal niet meer verder te gaan met het bedrijf. De volgende twee citaten gaan over dit dilemma waar veel vrouwen mee te maken krijgen: Vrouwen willen het vaak een ieder naar de zin maken en alles goed doen voor zowel de gasten, de kinderen als de huishouding. Veel vrouwen hebben veelal een schuldgevoel omdat ze te weinig tijd voor iedereen hebben. De problemen doen zich voor op het vlak van zowel kinderen als familie waarmee men een hechte band heeft. Met name voor starters is het frustrerend: het thuisfront merkt als eerste op dat de vrouw verminderd beschikbaar is. Vrouwen voelen zich hier vaak schuldig over. Overigens komt het tenslotte ook voor dat vrouwen er voor kiezen helemaal geen kinderen te krijgen, omdat ze verwachten dat dit niet te combineren is met hun werk. Dit is waarschijnlijk een uitzonderlijke situatie, maar komt in bepaalde beroepsgroepen wel voor: Je kunt er van uit kan gaan dat alle verloskundigen zich afvragen of ze wel een kind kunnen nemen. 2.3 Knelpunten bij het verlenen van mantelzorg Na de zorg voor kinderen noemen vrouwelijke zelfstandigen de zorg voor zieke familieleden, met name ouders, als belangrijk knelpunt bij de combinatie van arbeid en zorg. Onder mantelzorg kunnen verschillende vormen van zorg worden geschaard. Deze zorg varieert in duur en intensiteit. Voorbeelden zijn: Palliatieve zorg (zorg voor stervenden) waarbij iemand bijvoorbeeld voor enkele weken zeer intensieve zorg verleent en veel aanwezig is bij het familielid. Continue zorg waarbij een familielid bijvoorbeeld in huis komt wonen en dagelijks zorg nodig heeft, of waarbij iemand regelmatig langs gaat bij het familielid om zorg te verlenen. Incidentele zorg waarbij iemand voor een korte periode zorg verleent, bijvoorbeeld na een ziekenhuisopname. De verschillende vormen van mantelzorg hebben met elkaar gemeen dat er een periode tijd wordt besteed aan mantelzorg, waardoor er minder tijd beschikbaar is voor arbeidstaken en overige zorgtaken. In die zin is het vergelijkbaar met de zorg voor kinderen (het kost tijd) maar

24 Belemmeringen bij het combineren van arbeid en zorg 19 anders dan bij de zorg voor kinderen gaat het in veel gevallen niet om een situatie waarbij een structurele oplossing nodig is (zoals kinderopvang) maar meer om een tijdelijke situatie Aard van de problematiek De knelpunten die kunnen optreden bij ziekte van familieleden zijn te verdelen in twee soorten. Enerzijds gaat het om het beroep dat op zelfstandigen wordt gedaan om mantelzorg te verlenen. Anderzijds gaat het om de knelpunten die optreden wanneer de zelfstandige daadwerkelijk mantelzorg gaat verlenen. In de meeste gevallen (althans, die tijdens het onderzoek aan de orde zijn gesteld) betreft het de zorg voor één van de ouders. Het beroep op mantelzorg Veel van de zelfstandigen geven aan dat er te makkelijk van wordt uitgegaan dat vrouwen de zorg voor zieke ouders op zich nemen. Wanneer een ouder bijvoorbeeld enige tijd in het ziekenhuis heeft doorgebracht, en nog niet in staat is zelfstandig te wonen, gaat het ziekenhuis er automatisch van uit dat één van de kinderen tijdelijk de zorg op zich zal nemen. Zelfstandigen (en werknemers) zijn natuurlijk niet verplicht aan dit verzoek te voldoen, maar zien zich wel geconfronteerd met de vraag en vinden het soms moeilijk hier afwijzend op te reageren. De achterliggende oorzaak van dit knelpunt is in de eerste plaats een tekort aan professionele zorg in verpleeghuizen en van de thuiszorg en dergelijke. De keuze om zelf de zorg te verlenen of dit uit te besteden is daardoor niet echt een keuze. Vervolgens gaan maatschappelijke rolpatronen en verwachtingen een rol spelen. Wanneer een ouder zorgbehoevend is, wordt er meestal een beroep gedaan op de kinderen. Hiervoor worden dan weer vooral vrouwen (de dochters) aangesproken. Uit praktisch oogpunt zoekt men dan naar degene die het meest thuis is of haar tijd het meest zelf kan indelen. Via dit mechanisme kan het beroep op vrouwelijke zelfstandigen om mantelzorg te verlenen groter zijn dan het beroep op mannen of vrouwen die als werknemer werkzaam zijn. Deze maatschappelijke verwachtingen spelen op verschillende niveaus: bij zorginstellingen (zoals ziekenhuizen en huisartsen), maar ook bij ouders, andere familieleden en bij de kinderen zelf. Ziekenhuizen en dergelijke gaan er te gemakkelijk van uit dat je je zieke moeder wel kunt opvangen na verblijf in een ziekenhuis. Voor zelfstandigen komt daar nog bij dat het moeilijker is een dag (of langer) vrij te nemen. Dat heeft onmiddellijk consequenties voor je inkomen. Uiteraard verlenen mensen niet alleen mantelzorg vanwege een druk van buiten of omdat er geen professionele zorg beschikbaar is. Veel mensen willen dit ook graag zelf doen. Verlenen van mantelzorg Wanneer een zelfstandige besluit voor kortere of langere tijd mantelzorg te verlenen, heeft zij een extra taak die zij moet inpassen in haar overige (arbeid- en zorg) taken. De oplossing hiervoor is veelal schipperen en goede afspraken maken, bijvoorbeeld met de partner maar ook met andere familieleden (zoals broers en zussen) om de zorgtaken te verdelen. Schipperen wil zeggen: het beste er van maken. Dit betekent concreet: het aanpassen van afspraken en planningen.

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Martijn Souren Ongeveer 7 procent van de werknemers met een verleent zelf mantelzorg. Ze maken daar slechts in beperkte mate gebruik van aanvullende

Nadere informatie

Zoals u in de SCP-brief heeft kunnen lezen, gaat deze vragenlijst over de gevolgen van de Wet kinderopvang op de opvang van uw kinderen.

Zoals u in de SCP-brief heeft kunnen lezen, gaat deze vragenlijst over de gevolgen van de Wet kinderopvang op de opvang van uw kinderen. SCP 9037702384 - Hoe het werkt met kinderen Bijlage Vragenlijst 2-1 INLEIDING Zoals u in de SCP-brief heeft kunnen lezen, gaat deze vragenlijst over de gevolgen van de Wet kinderopvang op de opvang van

Nadere informatie

Kinderopvang in aandachtswijken

Kinderopvang in aandachtswijken Kinderopvang in aandachtswijken Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Barneveld,

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Respons... 3 1.4 Representativiteit...

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

JONGE MOEDERS EN HUN WERK

JONGE MOEDERS EN HUN WERK AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES (AIAS) UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM JONGE MOEDERS EN HUN WERK Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren,

Nadere informatie

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

1. Inleiding 2. Analyse 2.1. Een derde van de ouders geeft aan minder te gaan werken

1. Inleiding 2. Analyse 2.1. Een derde van de ouders geeft aan minder te gaan werken 1. Inleiding Vorig jaar kondigde de regering grote bezuinigingen aan op de kinderopvang. De bezuinigingen lopen op tot 774 miljoen in 2015. In 2012 snijdt de regering met zo'n 400 miljoen euro in de kinderopvang.

Nadere informatie

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden Enquête Mantelzorg en dementie 2014 Vooraf In juli 2014 vroegen wij onze leden naar hun ervaringen met mantelzorg in het algemeen, en mantelzorg

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Inleiding Met de transities in het sociale domein in 2015 zijn de voorwaarden en criteria voor het verkrijgen van huishoudelijke hulp

Nadere informatie

Alice de Boer Saskia Keuzenkamp. OCW 28 april 2009

Alice de Boer Saskia Keuzenkamp. OCW 28 april 2009 Mantelzorg: m/v verschillen Alice de Boer Saskia Keuzenkamp OCW 28 april 2009 Opbouw: twee vragen Wie helpt wie, met wat, hoeveel en welke gevolgen? Hoe combineren mantelzorgers arbeid en zorg? Verschillen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 oktober 2013

PERSBERICHT Brussel, 23 oktober 2013 PERSBERICHT Brussel, 23 oktober 2013 Bijna 38 % van de werkende bevolking combineert een job met kinderen jonger dan 15 jaar Resultaten van een speciale module over de combinatie werk en gezin Van alle

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN - eindrapport - Drs. Janneke Stouten Dr. Marga de Weerd

Nadere informatie

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,

Nadere informatie

Welke opvangmogelijkheden zijn er in principe voor kinderen van inburgeraars?

Welke opvangmogelijkheden zijn er in principe voor kinderen van inburgeraars? INBURGERING EN KINDEROPVANG/VVE Welke opvangmogelijkheden zijn er in principe voor kinderen van inburgeraars? (1)Formele opvang onder de Wet kinderopvang (kinderen van 0-4 jaar) Onderscheid wordt gemaakt

Nadere informatie

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap J. Mevissen, L. Heuts en H. van Leenen SAMENVATTING Achtergrond van het onderzoek Het verschijnsel zelfstandige zonder personeel (zzp er) spreekt tot de verbeelding.

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17

Nadere informatie

Reacties op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden

Reacties op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden Reacties op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden Op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden hebben de volgende organisaties - op verzoek of

Nadere informatie

1. Resultaten van het onderzoek

1. Resultaten van het onderzoek 1. Resultaten van het onderzoek 1.1 Respons De gegevens voor het onderzoek zijn verzameld door middel van een schriftelijke vragenlijst. Deze vragenlijst is verstuurd naar mantelzorgers die bekend zijn

Nadere informatie

Verordening Individuele Voorzieningen. Een onderzoek onder leden van Digipanel Haarlem

Verordening Individuele Voorzieningen. Een onderzoek onder leden van Digipanel Haarlem Verordening Individuele Voorzieningen Een onderzoek onder leden van Digipanel Haarlem Onderzoek en Statistiek Haarlem, november 2009 1 Colofon Opdrachtgever: Samensteller: Gemeente Haarlem Programmabureau

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Wat is er in uw situatie veranderd dat u juist nu naar het loket komt?

Wat is er in uw situatie veranderd dat u juist nu naar het loket komt? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 9. Startvraag A B C D E F G H Start van het proces: Klant komt in het loket Startvraag Waar kan ik u mee helpen? Antwoord van de klant De klant vertelt zijn verhaal in zijn eigen

Nadere informatie

Mantelzorgers en werk. Samenvattend rapport Kenmerk: November 2016

Mantelzorgers en werk. Samenvattend rapport Kenmerk: November 2016 Mantelzorgers en werk Samenvattend rapport Kenmerk: 20450 November 2016 1 Inhoudsopgave Geschreven voor Inleiding 3 Conclusies 5 Resultaten Mantelzorg, werk en belasting 7 Ondersteuning mantelzorgers 13

Nadere informatie

Onderzoeksmogelijkheden voor de gevolgen van het opnemen van ouderschapsverlof

Onderzoeksmogelijkheden voor de gevolgen van het opnemen van ouderschapsverlof TNO-rapport Onderzoeksmogelijkheden voor de gevolgen van het opnemen van ouderschapsverlof Datum 29 juni 2009 Auteurs Dr. D.L. Ooms Dr. M.J. Huiskamp Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag

Nadere informatie

Op 28 januari 2016 was de enquête door 939 zelfstandigen ingevuld, waaronder 324 mannen en 615 vrouwen. ROFIEL VAN DE RESPONDENTEN

Op 28 januari 2016 was de enquête door 939 zelfstandigen ingevuld, waaronder 324 mannen en 615 vrouwen. ROFIEL VAN DE RESPONDENTEN Juli 2016 56% van de zelfstandigen besteedt meer dan 50 uur per week aan de eigen zaak. Er is een groot verschil tussen mannen en vrouwen. 55% van de mannelijke zelfstandigen geeft aan dat zijn partner

Nadere informatie

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (datum), Directie

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Zorgen voor Anderen. WOMEN Inc 5-12-2014. Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069

Zorgen voor Anderen. WOMEN Inc 5-12-2014. Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069 Zorgen voor Anderen WOMEN Inc Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069 5-12-2014 Inhoudsopgave Klik op icoon om naar het hoofdstuk te gaan

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren

Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren Christianne Hupkens De meeste werknemers zijn tevreden met de omvang van hun dienstverband. Ruim zes op de tien werknemers tussen de 25 en 65 jaar wil niet

Nadere informatie

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen.

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen. SAMENVATTING 1. Doel en onderzoeksopzet De invoering van de Wet kinderopvang per 1 januari 2005 heeft veel veranderingen gebracht voor de gebruikers van formele kinderopvang in kinderdagverblijven (KDV),

Nadere informatie

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Rapportage Juli 2013 Meer informatie: info@wijzeringeldzaken.nl Samenvatting (1/3) 1. Veel 17-jarigen maken de indruk verstandig om te gaan

Nadere informatie

Alles op een rij over: Alle veranderingen voor je verlof in 2015

Alles op een rij over: Alle veranderingen voor je verlof in 2015 Alles op een rij over: Alle veranderingen voor je verlof in 2015 In 2015 gelden er uitgebreidere regelingen voor verlof en arbeids tijden. De overheid hoopt dat je daardoor meer regie krijgt over je inkomen.

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

waardering Zwolle Jonge mantelzorgers (jonger dan 18 jaar) zijn in de onderzoeken van de gemeente niet meegenomen,

waardering Zwolle Jonge mantelzorgers (jonger dan 18 jaar) zijn in de onderzoeken van de gemeente niet meegenomen, Zwolle Rapportage Mantelzorg in beeld Resultaten uit onderzoeken onder mantelzorgers 2012 en 2014 De gemeente Zwolle wil de positie van de mantelzorger versterken en hun taak verlichten. Met de komst van

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

Enquête Kinderopvang

Enquête Kinderopvang Enquête Kinderopvang VRAGENLIJST KINDEROPVANG VOOR U GAAT INVULLEN... Bedankt dat u wilt werken aan het onderzoek. Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 20 minuten duren. Deze vragenlijst gaat over

Nadere informatie

Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman

Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman FSU Oktober 2011 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Verantwoording...4 Conclusies...5 De cijfers op een rij.9 Knelpunten/oplossingen 15 Positieve punten.16

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Zicht op geld - Vakantiegeld Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

Zicht op geld - Vakantiegeld Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015 Zicht op geld - Vakantiegeld Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden ABN AMRO April 2015 Vakantiegeld 3 Op vakantie 8 Verantwoording onderzoek 13 2 Vakantiegeld Zicht op geld April

Nadere informatie

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken

Nadere informatie

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 METINGEN 2004 EN 2006 B. Bieleman A. Kruize COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010 Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de Nibud, 2010 Inleiding In dit rapport staan de resultaten beschreven van een peiling onder lezers van De Telegraaf over hun kennis en gedrag omtrent de. De

Nadere informatie

pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans

pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans In maart 2014 heeft PGGM haar leden gevraagd naar hun persoonlijke balans: wat betekent persoonlijke balans voor

Nadere informatie

Vacatures in de industrie 1

Vacatures in de industrie 1 Vacatures in de industrie 1 Martje Roessingh 2 De laatste jaren is het aantal vacatures sterk toegenomen. Daarentegen is in de periode 1995-2000 het aantal geregistreerde werklozen grofweg gehalveerd.

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 420 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding naar

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

SBO-LEERLINGEN EN KINDEROPVANG

SBO-LEERLINGEN EN KINDEROPVANG SBO-LEERLINGEN EN KINDEROPVANG SBO-LEERLINGEN EN KINDEROPVANG - eindrapport - Marga de Weerd Linda van Middelkoop Regioplan Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20 531 53 15 Fax :

Nadere informatie

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins M200916 Parttime van start drs. A. Bruins Zoetermeer, 24 september 2009 Parttime van start Van de startende ondernemers werkt een kleine meerderheid na de start fulltime in het bedrijf. Een op de vier

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

Feiten en cijfers mantelzorg (en werk) Maak werk van mantelzorg. januari 16

Feiten en cijfers mantelzorg (en werk) Maak werk van mantelzorg. januari 16 Feiten en cijfers mantelzorg (en werk) Maak werk van mantelzorg januari 16 1 Maatschappelijke ontwikkelingen Door de vergrijzing neemt de vraag naar zorg toe. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Btw, een hele zorg Een onderzoek naar de fiscale aspecten van arbeidsmobiliteit in de sector zorg & welzijn

Btw, een hele zorg Een onderzoek naar de fiscale aspecten van arbeidsmobiliteit in de sector zorg & welzijn Btw, een hele zorg Een onderzoek naar de fiscale aspecten van arbeidsmobiliteit in de sector zorg & welzijn Managementsamenvatting De arbeidsmarkt in de sector zorg en welzijn is sterk in beweging. Zorg-

Nadere informatie

Enquête Kinderopvang

Enquête Kinderopvang Enquête Kinderopvang VRAGENLIJST KINDEROPVANG VOOR U GAAT INVULLEN... Bedankt dat u wilt werken aan het onderzoek. Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 15 minuten duren. Deze vragenlijst gaat over

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Vakantiewerk in het mkb 2004

Vakantiewerk in het mkb 2004 Vakantiewerk in het mkb 2004 Koninklijke Vereniging MKB-Nederland Delft, 3 augustus 2004 Contactpersoon: dhr. drs. A. van Delft : 015 21 91 255, e-mail: delft@mkb.nl Copyright Koninklijke Vereniging MKB-Nederland,

Nadere informatie

ZORGEN VOOR MORGEN Over woonkeuzes en zorgen voor elkaar

ZORGEN VOOR MORGEN Over woonkeuzes en zorgen voor elkaar ZORGEN VOOR MORGEN Over woonkeuzes en zorgen voor elkaar Interpolis 7-9-2015 Doel- en probleemstelling 7-9-2015 2 Samenvatting en conclusies (1/6) De overheid is verantwoordelijk voor de zorg voor ouderen,

Nadere informatie

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Martine Mol De geboorte van een heeft grote invloed op het arbeidspatroon van de vrouw. Veel vrouwen gaan na de geboorte van het minder werken.

Nadere informatie

Van meedenken met naar beslissen voor

Van meedenken met naar beslissen voor Van meedenken met naar beslissen voor Morele problemen bij zorgbeslissingen van familieleden en mantelzorgers voor verminderd beslissingsvaardige ouderen in de thuissituatie Een onderzoek i.h.k.v. het

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting In hoofdstuk 9 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is uitgebreider

Nadere informatie

Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever?

Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever? Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever? In januari 2016 zal de Wet flexibel werken in werking treden. Door de invoering van deze wet worden de mogelijkheden voor werknemers om flexibel

Nadere informatie

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ouderschapsverlof Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ruim een kwart van de werknemers in Nederland die in 24 recht hadden op ouderschapsverlof, hebben daarvan gebruik gemaakt. nemen veel vaker ouderschapsverlof

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Samenvatting Hfst 5. Trendvragen financiële situatie Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Het zijn

Nadere informatie

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 Datum: 31 Mei 2013 Opdrachtgever: FNV Jong Onderzoeksbureau: YoungVotes TM (DVJ Insights) Contactpersoon FNV Jong: Esther de Jong, Kim Cornelissen Contactpersoon YoungVotes:

Nadere informatie

Kinderopvang in de Drechtsteden

Kinderopvang in de Drechtsteden Kinderopvang in de Drechtsteden Ouders over kinderopvang en hun betrokkenheid daarbij Inhoud: 1. Samenvatting en conclusies 2. Gebruik van kinderopvang 3. Tevredenheid over kinderopvang 4. Ouderbetrokkenheid

Nadere informatie

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrondkenmerken

Samenvatting. Achtergrondkenmerken Samenvatting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste bevindingen van de monitor pgb nieuwe stijl beschreven. Eerst komen de achtergrondkenmerken van de budgethouders aan de orde. Daarna gaan we in op

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Hoe denken zelfstandigen over een arbeidsongeschiktheidsverzekering?

Hoe denken zelfstandigen over een arbeidsongeschiktheidsverzekering? Hoe denken zelfstandigen over een arbeidsongeschiktheidsverzekering? Rapportage Kenmerk: 20107 Juni 2015 Inhoudsopgave Geschreven voor Inleiding 3 Conclusies 5 Resultaten Huidige voorziening 7 Verplichtstelling

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2017 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2017 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 maart 2018

Nadere informatie

Sandwichgeneratie in de gemeente Haaren

Sandwichgeneratie in de gemeente Haaren Sandwichgeneratie in de gemeente Haaren Onderzoek naar omvang, knelpunten en ondersteuningsbehoefte Februari 2017 drs. W. Jeeninga, onderzoeker GGD Hart voor Brabant drs. M. Scholtens, functionaris gezondheidsbeleid

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Sociale zekerheid in de crisis

Sociale zekerheid in de crisis M201003 Sociale zekerheid in de crisis drs. M.E. Winnubst Zoetermeer, 26 februari 2010 Sociale zekerheid in de crisis Een ondernemer kan vanwege verschillende oorzaken een inkomensterugval meemaken. Zwangerschap,

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Monitor Werkgeversbijdragen Kinderopvang

Monitor Werkgeversbijdragen Kinderopvang Monitor Werkgeversbijdragen Kinderopvang Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Marieke Vossen

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Kabinetsplannen: informatie voor werkende ouders

Kabinetsplannen: informatie voor werkende ouders Kabinetsplannen: informatie voor werkende ouders Let op: Het voorstel over de vaste toeslag van de overheid is opgenomen in het Belastingplan 2007. De Eerste Kamer moet hier nog mee akkoord gaan. De percentages

Nadere informatie

HOE U DE SAMENWERKING MET THUISZORGMEDEWERKERS VERBETERT

HOE U DE SAMENWERKING MET THUISZORGMEDEWERKERS VERBETERT HOE U DE SAMENWERKING MET THUISZORGMEDEWERKERS VERBETERT Tips voor mantelzorgers die voor thuiswonende ouderen zorgen ZORGNETWERK VAN EEN KWETSBARE OUDERE Team van verpleegkundigen en verzorgenden Partner

Nadere informatie

Onderzoek Behoefte van werknemers aan een inzetbaarheidstest

Onderzoek Behoefte van werknemers aan een inzetbaarheidstest Onderzoek Behoefte van werknemers aan een inzetbaarheidstest Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Representativiteit 4 2 Resultaten 5 2.1 Werken tot aan het pensioen 5 2.2 Aandacht

Nadere informatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 43. Financiële situatie Samenvatting Circa tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, ruim een kwart komt net rond en kan moeilijk

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2 (Summary in Dutch) Het proefschrift Dit proefschrift is geschreven rondom de vraag hoeveel uur per week werkende mensen willen werken. Hierbij schenken we aandacht aan twee aspecten. 1 Het eerste aspect

Nadere informatie