Stepping Stones 3 vmbo b. Stonesvertalingen

Transcriptie

1 Stepping Stones 3 vmbo b Stonesvertalingen Vierde editie Noordhoff Uitgevers, Groningen auteurs Anne van Diemen Ton van Drongelen Martine Evers Joost Geeraedts Jorienke van t Veen Albert Wouters eindredactie Laura van der Westerlaken Noordhoff Uitgevers bv 1

2 Chapter 1 Stone 1 Zo toon je interesse in iemand How are you? What's wrong? What's the matter? Why are you smiling? You look a bit down. Why? What has happened to you? Is your friend sad? Hoe gaat het met je? Wat is er mis? Wat is er aan de hand? Waarom lach je? Je kijkt een beetje somber. Waarom? Wat is er met je gebeurd? Is je vriendin verdrietig? en zo vertel je wat er aan de hand is I have never been better. I don't feel very well. My lip hurts. My piercing is infected. Nothing. Why? I feel great! I was thinking about my friend. He's so funny! I did something very stupid. I have bumped my head! It's very painful. Yes, she is. Her mother is in hospital. Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld. Ik voel me niet zo goed. Mijn lip doet pijn. Mijn piercing is ontstoken. Niets. Waarom? Ik voel me geweldig! Ik zat aan mijn vriend te denken. Hij is zo grappig. Ik heb iets heel doms gedaan. Ik heb mijn hoofd gestoten. Het is erg pijnlijk. Ja. Haar moeder ligt in het ziekenhuis. Noordhoff Uitgevers bv 2

3 Stone 2 Zo zeg je hoe je je voelt en waarom I'm angry. I feel bad. I'm in a good mood. I'm glad, because I won a lot of money. I'm sad, because someone stole my bike. I feel great, because I passed my exam. Ik ben boos. Ik baal. Ik ben in een goede bui. Ik ben blij, omdat ik veel geld heb gewonnen. Ik ben verdrietig, omdat iemand mijn fiets heeft gestolen. Ik voel me geweldig, omdat ik geslaagd ben voor mijn examen. Zo leef je met iemand mee I feel sorry for you. I am glad to hear that. Don't worry. How wonderful! You will get over it. Don't take it so hard. Ik vind het erg voor je. Ik ben blij dat te horen. Maak je geen zorgen. Wat geweldig! Je komt er wel overheen. Neem het niet zo zwaar op. Noordhoff Uitgevers bv 3

4 Stone 3 Zo vraag je naar iemands uiterlijk of karakter What does he look like? What's your brother wearing? What's he wearing? Was she pretty? What's he like? What's she like? Hoe ziet hij eruit? Wat heeft je broer aan? Wat heeft hij aan? Was ze mooi? Wat is hij voor iemand? Wat is zij voor iemand? en zo beschrijf je iemand He's tall and has black curly hair. He's handsome. He is wearing jeans and trainers. He is wearing a suit and tie. No, she was not attractive. Yes, she looked stunning He is really romantic. She is very nice and cheerful. Hij is lang en heeft zwart krullend haar. Hij is knap. Hij draagt een spijkerbroek en sportschoenen. Hij draagt een pak en een stropdas. Nee, ze was niet aantrekkelijk. Ja, ze zag er ongelooflijk mooi uit. Hij is echt romantisch. Zij is erg aardig en opgewekt. Noordhoff Uitgevers bv 4

5 Stone 4 Zo geef je iemand advies If I were you, I would drink water. If I were you, I wouldn't eat too much chocolate. You should exercise more. You shouldn't eat them too often. Why don't you stop smoking? Why don't you go to bed earlier? Als ik jou was, zou ik water drinken. Als ik jou was, zou ik niet te veel chocolade eten. Je zou meer moeten bewegen. Je zou ze niet te vaak moeten eten. Waarom stop je niet met roken? Waarom ga je niet vroeger naar bed? Noordhoff Uitgevers bv 5

6 Chapter 2 Stone 5 Zo stel je vragen over apparaten en producten Have you checked the spark plugs? What's that switch for? Which of these drills is the best? What can you do with a blender? How can I install this computer? Do you need special tools for this? How does the timer of this oven work? Heb je de bougies gecontroleerd? Waar is die schakelaar voor? Welke van deze boormachines is de beste? Wat kun je met een blender doen? Hoe kan ik deze computer installeren? Heb je hier speciaal gereedschap voor nodig? Hoe werkt de tijdklok van deze oven? en zo geef je antwoord Of course, I have. You can switch the lights on or off with that switch. This one is the best. You can make smoothies with it. Don't ask me. I haven't got a clue. Yes, you do. You need a small screwdriver. Press this black button and select the time. Ja, natuurlijk heb ik dat gedaan. Je kunt het licht aan- of uitdoen met die schakelaar. Dit is de beste. Je kunt er smoothies mee maken. Dat moet je mij niet vragen. Ik heb geen idee. Ja. Je hebt er een kleine schroevendraaier voor nodig. Druk op deze zwarte knop en stel de tijd in. Noordhoff Uitgevers bv 6

7 Stone 6 Zo geef je kenmerken van apparaten en producten What size is it? It's 15 centimetres long / high / wide. What's it made of? It's made of rubber / plastic / wood / metal / glass. What shape is it? It's round / square / rectangular. What colour is it? It's yellow / green / red / blue / silver. What does it weigh? It weighs 135 grams / pounds / kilos. What does it run on? It runs on rechargeable batteries / electricity. Wat is de maat? Het is 15 centimeter lang / hoog / breed. Waar is het van gemaakt? Het is van rubber / plastic / hout / metaal / glas gemaakt. Wat voor vorm heeft het? Het is rond / vierkant / rechthoekig. Wat voor kleur heeft het? Het is geel / groen / rood / blauw / zilver. Wat weegt het? Het weegt 135 gram / pond / kilo. Waar werkt het op? Het werkt op oplaadbare batterijen / elektriciteit. Noordhoff Uitgevers bv 7

8 Stone 7 Zo waarschuw je iemand Protect your ears! The noise is very loud. Don't touch the frying pan! It's very hot! Wear a helmet! It's for your own safety. Watch out! There's a car coming. Be careful! It's very fragile. Be careful! It's very slippery. Mind the step! Don't take any risks! Beware of the dog! Bescherm je oren! Het geluid is erg hard. Raak de koekenpan niet aan. Hij is erg heet! Draag een helm! Het is voor je eigen veiligheid. Kijk uit! Er komt een auto aan. Wees voorzichtig! Het is erg breekbaar. Wees voorzichtig! Het is erg glad. Pas op het afstapje! Neem geen risico's! Pas op voor de hond! Noordhoff Uitgevers bv 8

9 Stone 8 Zo geef je instructies Read the instructions carefully. Switch on your e-book, please. Replace the batteries. Use a memory stick to store these documents. Enter your password. Put your books on the table. Lees de instructies nauwkeurig. Zet je e-book aan, alsjeblieft. Vervang de batterijen. Gebruik een usb-stick om deze documenten op te slaan. Voer je wachtwoord in. Leg je boeken op tafel. Noordhoff Uitgevers bv 9

10 Chapter 3 Stone 9 Zo stel je vragen over wat iemand leuk vindt Do you like this show? Does your sister love that new TV show? Are you interested in large music festivals? Is he interested in acting? What about that new musical. Is it any good? Do you like going to the fun-fair? Does he like to play the guitar? Vind je deze show leuk? Houdt je zus van die nieuwe tv-show? Ben je geïnteresseerd in grote muziekfestivals? Is hij geïnteresseerd in toneelspelen? Hoe zit het met die nieuwe musical? Is het wat? Ga je graag naar de kermis? Speelt hij graag gitaar? en zo reageer je erop Yes, I do. It's great. No, she doesn't. Yes, I am. I love them. No, he isn't. Yes, it is. It's splendid. No, I don't. Yes, he does and he's really good at it. Ja. Hij is geweldig. Nee. Ja. Ik ben er dol op. Nee. Ja. Hij is schitterend. Nee. Ja, en hij is er echt goed in. Noordhoff Uitgevers bv 10

11 Stone 10 Zo stel je vragen over films en tv-series en zo reageer je What is the title of the TV series? The title is CSI Miami. What is it about? It's about finding murderers. What kind of TV series is it? It is an American police series. Where is it set? It's set in Florida. Which actors are in it? David Caruso and Emily Procter are in it. Wat is de titel van de tv-serie? De titel is CSI Miami. Waar gaat het over? Het gaat over het vinden van moordenaars. Wat voor soort tv-serie is het? Het is een Amerikaanse politieserie. Waar speelt het zich af? Het speelt zich af in Florida. Welke acteurs spelen er in mee? David Caruso en Emily Procter spelen erin mee. Noordhoff Uitgevers bv 11

12 Stone 11 Zo vraag je naar meer bijzonderheden... What kind of films are you looking for? What kind of game shows do you like? Are there any seats available? Are there any tickets left? Can you tell me more about your performance? Could you tell me more about the concert? Wat voor films zoek je? Wat voor soort spelletjesprogramma's vind jij leuk? Zijn er nog zitplaatsen beschikbaar? Zijn er nog kaartjes over? Kun je me meer vertellen over jullie optreden? Zou je me meer kunnen vertellen over het concert? en zo reageer je I am looking for adventure films. I like game shows with big cash prizes. Yes, there are some seats available. No, there aren't any tickets left. Our performance had a spectacular end. The concert was great. I danced all night! Ik ben op zoek naar avonturenfilms. Ik hou van spelletjesprogramma's met grote geldprijzen. Ja, er zijn nog wat zitplaatsen beschikbaar. Nee, er zijn geen kaartjes meer. Onze voorstelling had een spectaculair einde. Het concert was geweldig. Ik heb de hele nacht gedanst! Noordhoff Uitgevers bv 12

13 Stone 12 Zo vraag je hoe laat iets begint of eindigt en zo reageer je What time does the film start? It starts at a quarter to nine. What time does the concert end? The concert ends at eleven pm. When will the show be broadcast on TV? It will be broadcast on Saturday 14 November at 9 pm. Hoe laat begint de film? Hij begint om kwart voor negen. Hoe laat is het concert afgelopen? Het concert is om elf uur 's avonds afgelopen. Wanneer zal de show worden uitgezonden op tv? Hij zal op zaterdag 14 november om negen uur 's avonds worden uitgezonden. Noordhoff Uitgevers bv 13

14 Chapter 4 Stone 13 Zo vraag je om een mening Do you agree? What do you think of my new shoes? Do you think he's right? What's your opinion about this? Did you like the biology trip? Ben je het ermee eens? Wat vind je van mijn nieuwe schoenen? Denk je dat hij gelijk heeft? Wat is jouw mening hierover? Vond je het biologie-uitstapje leuk? en zo geef je je mening Yes, I do. Yes, I agree with you. No, I don't. I disagree. They're really great! I'm sorry, I don't like them. Yes, I do. He's right. No, I think he's wrong. No, I don't think so. I think it's important! No, I didn't. It was just a waste of time. Ja. Ja, ik ben het met je eens. Nee. Ik ben het er niet mee eens. Ze zijn echt prachtig! Het spijt me, ik vind ze niet mooi. Ja. Hij heeft gelijk. Nee, volgens mij heeft hij ongelijk. Nee, ik denk het niet. Ik vind het belangrijk! Nee. Het was alleen maar tijdsverspilling. Noordhoff Uitgevers bv 14

15 Stone 14 Zo zeg je dat je wel of niet geïnteresseerd bent I'm interested in animal care. I'm not interested in gardening. This sounds interesting. That sounds boring. I'd like to know more about farm work. Farm work doesn't interest me. Please tell me more about your job as a gardener. I'd like to have some information about recycling. I'd like to find out more about growing flowers. I'd like to look after animals. Ik ben geïnteresseerd in dierenverzorging. Ik ben niet geïnteresseerd in tuinieren. Dit klinkt interessant. Dat klinkt saai. Ik wil graag meer weten over werken op de boerderij. Werken op de boerderij interesseert me niet. Vertel me alsjeblieft meer over je werk als tuinman. Ik wil graag wat informatie over hergebruik. Ik wil graag meer weten over bloemen kweken. Ik zou graag voor dieren willen zorgen. Noordhoff Uitgevers bv 15

16 Stone 15 Zo zeg je dat iets is gebeurd I've just cleaned the bird cages. I've talked to the zookeeper. I have followed a zookeeper training programme. The animals have played in the pool. The zookeepers have explained how the animals live. Jessica has finished her interview. I've bought tickets for all of us. She has written an article about elephants. You've given them a lot of food. The penguins have had fish. Ik heb zojuist de vogelkooien schoongemaakt. Ik heb met de dierenverzorger gesproken. Ik heb een opleiding tot assistent dierenverzorging gevolgd. De dieren hebben in het bad gespeeld. De dierenverzorgers hebben uitgelegd hoe de dieren leven. Jessica is klaar met haar interview. Ik heb kaartjes voor ons allemaal gekocht. Ze heeft een artikel over olifanten geschreven. Je hebt ze veel voer gegeven. De pinguïns hebben vis gehad. Noordhoff Uitgevers bv 16

17 Stone 16 Zo zeg je dat je hulp nodig hebt I need a lot of help. William needs your assistance. This farmer needs many hands. Sheila needs a helping hand. We need your support. Ik heb veel hulp nodig. William heeft jouw hulp nodig. Deze boer heeft veel hulp nodig. Sheila heeft een helpende hand nodig. Wij hebben jullie steun nodig. Noordhoff Uitgevers bv 17

18 Chapter 5 Stone 17 Zo vergelijk je dingen Her bike is cheaper than your bike. This football player is better than I am. His Dutch is worse than mine. That shop sells the cheapest televisions. This is the best job I've had in years! He's the worst salesman I know. This computer game is more popular than that one. That's the most expensive moped he's ever bought. Your mobile phone looks like mine. Her sweater is as expensive as three of my sweaters! Haar fiets is goedkoper dan jouw fiets. Deze voetballer is beter dan ik. Zijn Nederlands is slechter dan dat van mij. Die winkel verkoopt de goedkoopste televisies. Dit is het beste baantje dat ik in jaren heb gehad! Hij is de slechtste verkoper die ik ken. Dit computerspelletje is populairder dan dat computerspelletje. Dat is de duurste brommer die hij ooit gekocht heeft. Jouw mobieltje lijkt op het mijne. Haar trui is even duur als drie van mijn truien! Noordhoff Uitgevers bv 18

19 Stone 18 Zo zeg je dat je iets wel of niet belangrijk vindt I think it's important to help other people. Ik vind het belangrijk om andere mensen te helpen. I think it's important to have friends, because you can have fun together. Ik vind het belangrijk om vrienden te hebben, omdat je dan lol kunt hebben samen. I think it's important to go to school, because you have to learn things. Ik vind het belangrijk om naar school te gaan, omdat je dingen moet leren. I don't think it's important to do it now. Ik vind het niet belangrijk om het nu te doen. I don't think it's important to go on holiday every year. Ik vind het niet belangrijk om elk jaar op vakantie te gaan. It is important to enjoy your work. Het is belangrijk om van je werk te genieten. Breakfast is the most important meal. Het ontbijt is de belangrijkste maaltijd. It's important to exchange things, because it saves money. Het is belangrijk om dingen te ruilen, omdat het geld bespaart. New clothes are not important to me. Second-hand clothes are fine. Nieuwe kleren zijn niet belangrijk voor mij. Tweedehands kleren zijn prima. Football is very important to me. Voetbal is erg belangrijk voor mij. Noordhoff Uitgevers bv 19

20 Stone 19 Zo praat je over bezit en waarde These Italian floor tiles are very expensive. My uncle's second-hand car is cheap. John's father owns a restaurant. Kyle's sister has an enormous house. He has an Internet company. I own many CDs. We have lots of money. They have no money. They're broke. The price of this newspaper is two dollars and ten cents. These chocolate bars cost one pound and fifty pence. Deze Italiaanse vloertegels zijn erg duur. De tweedehands auto van mijn oom is goedkoop. De vader van John bezit een restaurant. De zus van Kyle heeft een enorm groot huis. Hij heeft een internetbedrijf. Ik heb veel cd's. Wij hebben heel veel geld. Zij hebben geen geld. Ze zijn blut. De prijs van deze krant is twee dollar en tien cent. Deze chocoladerepen kosten één pond en vijftig pence. Noordhoff Uitgevers bv 20

21 Stone 20 Zo zeg je of je iets wel of niet kunt I can shop for hours. Tamara can type very fast. Tom can't write a business letter. Wesley can't deal with money. They can cook very well. Ik kan urenlang winkelen. Tamara kan heel snel typen. Tom kan geen zakelijke brief schrijven. Wesley kan niet met geld omgaan. Zij kunnen erg goed koken. Noordhoff Uitgevers bv 21

22 Chapter 6 Stone 21 Zo voer je een telefoongesprek Good afternoon, Edith speaking. Could you hold the line, please? Good morning, Hillside Hospital. Can I help you? I'm afraid he's out right now. Can I take a message? I'm sorry. I think you've got the wrong number. Can I speak to Susan, please? Hi, it's me, Jennifer. Is Maud in? Hello. Can you put me through to your boss, please? This is Jimmy's voic . Please leave a message after the beep. Goedemiddag, je spreekt met Edith. Blijft u even aan de lijn, alstublieft? Goedemorgen, Hillside Ziekenhuis. Kan ik u helpen? Ik ben bang dat hij er nu niet is. Kan ik een boodschap aannemen? Het spijt me. Ik denk dat u een verkeerd nummer hebt gedraaid. Kan ik Susan spreken, alstublieft? Hoi, ik ben het, Jennifer. Is Maud thuis? Hallo. Kunt u me met uw baas doorverbinden, alstublieft? Dit is de voic van Jimmy. Spreek je bericht in na de pieptoon, alsjeblieft. Noordhoff Uitgevers bv 22

23 Stone 22 Zo vraag je naar iemands werk... What kind of job do you have? Where do you work? When do you work? What do you like about your job? How much do you earn? Wat voor baantje heb je? Waar werk je? Wanneer werk je? Wat vind je leuk aan je werk? Hoeveel verdien je? en zo vertel je over je werk I am a shop assistant. I am a stable boy / girl. I deliver newspapers. I work in a supermarket in Churchstreet. I work at a riding-school in Merlington. I work from eight to five. I only work on Saturdays. Ì like dealing with customers. I like brushing the horses. I get three pounds an hour. Ik ben winkelbediende. Ik ben staljongen / -meisje. Ik bezorg kranten. Ik werk in een supermarkt in Churchstreet. Ik werk op een manege in Merlington. Ik werk van acht tot vijf. Ik werk alleen op zaterdag. Ik vind omgaan met klanten leuk. Ik vind paarden borstelen leuk. Ik krijg drie pond per uur. Noordhoff Uitgevers bv 23

24 Stone 23 Zo praat je over gewoontes I seldom start working early. We usually have breakfast at eight o'clock. They never work on Sundays. He always delivers the paper at six o'clock in the morning. She normally works eight hours a day. Jane regularly goes to the market. My brother often helps me with my homework. I work at a bakery every Saturday. The nurse checks on the patients every hour. We go to France every summer. They visit their grandmother every Sunday afternoon. Ik ga zelden vroeg aan het werk. Wij ontbijten meestal om acht uur. Ze werken nooit op zondag. Hij bezorgt de krant altijd om zes uur 's morgens. Zij werkt normaal gesproken acht uur per dag. Jane gaat regelmatig naar de markt. Mijn broer helpt me vaak met mijn huiswerk. Ik werk elke zaterdag in een bakkerij. De verpleegster controleert de patiënten elk uur. Wij gaan elke zomer naar Frankrijk. Zij bezoeken hun oma elke zondagmiddag. Noordhoff Uitgevers bv 24

25 Stone 24 Zo vertel je over je dromen en plannen I hope to become a car mechanic. I dream of working at a flower shop. I am going to work at an office when I've finished school. This summer I am working at a theme park. Ik hoop automonteur te worden. Ik droom ervan in een bloemenwinkel te werken. Ik ga op kantoor werken als ik klaar ben met school. Deze zomer ga ik in een themapark werken. Noordhoff Uitgevers bv 25