Presentatie Warmtewet. Marijn Huijbers VBTM Advocaten

Transcriptie

1 1 Presentatie Warmtewet Marijn Huijbers VBTM Advocaten

2 Beschermingsinstrumenten Warmtewet 2 Maximumprijs Leveringsovereenkomst Verplichting tot zo nauwkeurig mogelijk meten Bescherming tegen afsluiten Aansluiting laagdrempelige geschillencommissie Toezicht ACM

3 3 Wat is een warmtenet? Definitie: 1) het geheel van tot elkaar behorende, met elkaar verbonden leidingen, bijbehorende installaties en overige hulpmiddelen, 2) dienstbaar aan het transport van warmte, 3) behoudens voor zover deze leidingen, installaties en hulpmiddelen zijn gelegen in een gebouw of werk van een verbruiker of van een producent en strekken tot toeof afvoer van warmte ten behoeve van dat gebouw. Gebouw = een appartement. De gemeenschappelijke installatie is een warmtenet.

4 4 Leverancier en verbruiker Wie is de leverancier? Degene die zich bezighoudt met de levering van warmte aan een verbruiker (art 1 sub h Warmtewet). Wie is verbruiker? Een persoon die warmte afneemt van een warmtenet en een aansluiting heeft van maximaal 100 kilowatt. Geen onderscheid tussen consument of bedrijf. Aansluitwaarde: Warmtewet werkt tot aansluitingen van maximaal 100 kw

5 5 Onzelfstandige woonruimte onder Warmtewet? Site ACM: Wie zijn verbruikers volgens de Warmtewet? Onder de Warmtewet vallen alle warmteverbruikers met een aansluiting op een warmtenet tot en met 100 kw. Volgens artikel 1 lid d van de warmtewet zou een centrale verwarming in een huis ook een warmtenet zijn. Dit is echter niet de bedoeling van de wet, daarom is er een uitzondering gemaakt voor de installatie van een producent of verbruiker. Voor bewoners van een onzelfstandige woonruimte geldt dat zij niet zijn aangesloten op een warmtenet. Zij zijn aangesloten op een installatie van een verbruiker. Zij zijn dan ook niet aan te merken als verbruiker in de zin van de Warmtewet.

6 Leveringsovereenkomst 6 Per 1 januari 2014 dient de leverancier volgens de Warmtewet met iedere Verbruiker een schriftelijke leveringsovereenkomst te sluiten waarin is geregeld: a. omschrijving van de te leveren goederen en diensten; b. de overeengekomen kwaliteitsniveaus: c. de prijzen en voorwaarden waaronder de goederen en diensten worden geleverd; d. voorwaarden voor opschorting of beëindiging overeenkomst;

7 Leveringsovereenkomst 7 e. compensatiebedrag bij een ernstige storing in de levering; f. terugbetalingsregelingen bij niet voldoen aan overeengekomen kwaliteitsniveaus; g. toegang tot een onafhankelijke geschillencommissie. NB: schriftelijke leveringsovereenkomst is geen constitutief vereiste : er bestaat ook een overeenkomst m.b.t. de levering van warmte tussen leverancier en verbruiker als die niet op schrift staat.

8 Leveringsovereenkomst 8 Omdat het in de praktijk ondoenlijk is om met alle zittende huurders een leveringsovereenkomst aan te gaan, wordt geadviseerd om ten aanzien van de zittende huurders de huurovereenkomst als leveringsovereenkomst aan te merken en te volstaan met toezending van een overzicht van de verplichte gegevens. Bij de leveringsovereenkomst horen algemene leveringsvoorwaarden.

9 Maximumprijs 9 Een Leverancier mag voor de levering van warmte vanaf 1 januari 2014 niet meer in rekening brengen dan de componenten zoals deze zijn vastgelegd in de Warmtewet, waaronder de door de ACM vast te stellen maximumprijs.

10 10 Maximumprijs Op basis van de Warmtewet mogen vanaf 1 januari 2014 de volgende kosten in rekening worden gebracht bij de levering van warmte: - De door de ACM vastgestelde maximumprijs voor de levering van warmte, opgebouwd uit een vast tarief (het vastrecht, voor 2014 vastgesteld op 254,= per jaar) en een variabel tarief (prijs per Gj; voor 2014 vastgesteld op 24,03); - Redelijke kosten voor het ter beschikking stellen van een warmtewisselaar (door leverancier vast te stellen, redelijkheid kan door geschillencommissie worden gecheckt, ACM rekent met een bedrag van ca. 214,=); - Een maximaal tarief voor de meting van warmteverbruik (voor 2014 vastgesteld op 24,54 per jaar).

11 Verschil Warmtewet - Servicekosten 11 Warmtewet gaat uit van een maximumprijs op basis van het NMDA-beginsel, niet van werkelijke kosten. Verbruiker heeft o.b.v. Warmtewet geen aanspraak op afrekening naar werkelijke kosten, maar op een tarief dat ligt onder het maximumtarief. Leverancier kan gemiddeld tarief vaststellen voor gehele bezit (op basis van werkelijke kosten totale bezit).

12 Verwarmen gemeenschappelijke ruimtes 12 De kosten voor het verwarmen van gemeenschappelijke ruimtes mogen apart in rekening worden gebracht; deze vallen niet onder het maximumprijs van de ACM.

13 Aanpassen puntenwaardering verwarmde ruimtes zelfstandige woonruimte 13 Het Besluit huurprijzen woonruimte bepaalde tot 1 januari 2014 dat 2 punten worden toegekend per verwarmd vertrek, ongeacht de verwarmingswijze. Vanaf 1 januari 2014 geldt voor verwarmde vertrekken waarbij warmte geleverd wordt op basis van het Warmtebesluit dat per vertrek een waardering van 1 ½ punt wordt toegekend.

14 Aanpassen puntenwaardering verwarmde ruimtes zelfstandige woonruimte 14 Nota Bene: de Huurcommissie geeft in haar Handleiding behorende bij het waarderingsstelsel voor zelfstandige woonruimte aan dat per overige ruimte een waardering van ¾ punt in plaats van 1 punt dient te worden toegepast, indien de Warmtewet van toepassing is. Dit volgt echter niet uit het Warmtebesluit.

15 Onderscheid verbruikers 15 Een leverancier mag geen ongerechtvaardigd onderscheid maken tussen verbruikers.

16 Correctiefactoren (bv. op basis van ligging) 16 Vanaf 1 januari 2014 dient het warmteverbruik van de Verbruiker zo individueel mogelijk te worden toegerekend aan diens eigen verbruik. Dit betekent (onder meer) dat toepassing van correctiefactoren bij het doorbereken van warmte, bijvoorbeeld op basis van de ligging van een appartement binnen een complex, niet meer zijn toegestaan.

17 Compensatie 17 Verbruikers kunnen vanaf 1 januari 2014 aanspraak maken op compensatie bij ernstige storingen (storingen langer dan 4 uur) en ingeval de geleverde warmte niet aan de overeengekomen kwaliteitsniveaus voldoet. Vraag: actief compenseren, oftewel zelf uitkeren, ook zonder verzoek verbruiker (= standpunt ACM) of passief compenseren, oftewel pas compensatie uitkeren als verbruiker hierom verzoekt. Compensatie: 35 euro voor 4-8 uur, daarna 20 euro per 4 uur.

18 18 Storingsregistratie Vanaf 1 januari 2014 dient iedere Leverancier een storingsregistratie bij te houden en deze op geschikte wijze te publiceren. De leveringsvoorwaarden gaan daarbij uit van publicatie op de website. De ACM hanteert 2 mogelijke aanvangsmomenten voor een storing: de 1 e melding van een verbruiker of de eigen signalering door Leverancier.

19 Melding werkzaamheden 19 Werkzaamheden aan de installatie waarbij de warmtelevering wordt onderbroken dienen vanaf 1 januari 2014 minimaal 3 dagen van te voren aan de Verbruikers te worden medegedeeld. Wordt geen tijdige mededeling gedaan, dan wordt de onderbreking aangemerkt als een storing, waarbij compensatie dient te worden uitgekeerd (bij een duur van langer dan 4 uur).

20 20 Aansluiting zorginstelling > 100 Kw Levering van producent aan zorginstelling valt niet onder de Warmtewet, levering van zorginstelling aan cliënt wel. Zorginstelling geen bescherming, cliënt wel: maximum prijs; compensatie; Bemetering; afrekening.

21 Aansluiting zorginstelling > 100 Kw 21 Art. 2 lid 8 Warmtewet Een producent aangesloten op een warmtenet is verplicht op verzoek van de leverancier te onderhandelen over het beschikbaar stellen van warmte tegen redelijke prijzen en voorwaarden.

22 Jaarlijkse specificatie 22 De leverancier dient zijn afnemers jaarlijks een specificatie te verschaffen, waarin het individuele warmteverbruik wordt weergegeven in Gigajoules.

23 Wijzigingen 23 Wijzigingen in de tarieven of in de voorwaarden dienen op toereikende wijze aan de verbruikers bekend te worden gemaakt.

24 Bemetering 24 Uitgangspunt van de Warmtewet is dat vanaf 1 januari 2014 alle Verbruikers moeten beschikken over een individuele Gj-meter. Indien dit technisch onmogelijk of financieel niet redelijk is, kan gekozen worden voor de plaatsing van een warmtekostenverdeler ( meter op de radiator ). Is ook dit technisch onmogelijk of financieel niet redelijk, dan kan gekozen worden voor een voor verbruikers inzichtelijke kostenverdeelsystematiek.

25 Bemetering 25 Indien de Leverancier een meter ter beschikking stelt die op afstand uitleesbaar is, kan een verbruiker de meter weigeren en dient de Leverancier een niet op afstand uitleesbare meter ter beschikking te stellen. Een Leverancier leest meetgegevens van een Verbruiker niet op afstand uit, indien een Verbruiker hierom verzoekt.

26 Onderzoek meter/verdeling 26 Verbruikers kunnen aanspraak maken op een onafhankelijk onderzoek naar de werking van de warmtekostenverdeler of de toegepaste kostenverdeelsystematiek. De kosten van het onderzoek naar de toegepaste kostenverdeelsystematiek worden door Verbruiker en Leverancier ieder voor de helft gedragen, de verdeling van de kosten voor het onderzoek naar de werking van de verdelers is afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek.

27 27 Omrekenen gas naar Gj bij blokverwarming Het is bij blokverwarming niet verplicht om een GJ meter te installeren in het ketelhuis. Het verbruik kan omgerekend worden van gas naar warmte in GJ. Omdat omrekening minder nauwkeurig is, dient (volgens de ACM) bij omrekening rekening gehouden worden met: - de kwaliteit van gas, - de leidingverliezen en - het brandstofrendement van de betreffende ketel.

28 Aansluiting geschillencommissie 28 Leveranciers dienen per 1 januari 2014 aangesloten te zijn bij een onafhankelijke geschillencommissie die snel, eenvoudig, transparant en goedkoop is.

29 Aanmelding net(ten) 29 Een leverancier dient zo spoedig mogelijk zijn net(ten) aan te melden bij de ACM. Een meldformulier is te vinden op

30 Boekhouding 30 De Leverancier dient vanaf 1 januari 2014 een boekhouding bij te houden die op betrouwbare en inzichtelijke wijze vorm gegeven informatie bevat over de integrale kosten en opbrengsten die verband houden met de levering van warmte en het verrichten van de aansluiting.

31 Afsluiting levering 31 De leverancier dient bij afsluiting van de levering van warmte vanaf 1 januari 2014 de voorwaarden in acht te nemen zoals die zijn vastgelegd in de Warmteregeling. Deze zien op bescherming van een kwetsbare verbruiker.

32 Verplichting tot informatieverstrekking 32 Leveranciers dienen op verzoek aan de ACM de door haar gewenste informatie en inlichtingen te verschaffen en medewerking te verlenen.