Sociale Geografie, Planologie en Demografie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sociale Geografie, Planologie en Demografie"

Transcriptie

1 Sociale Geografie, Planologie en Demografie Februari 2008

2 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus RA Utrecht Telefoon: Fax: Internet: QANU Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen. QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

3 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Voorwoord voorzitter visitatiecommissie 7 Deel I Algemeen Deel 9 1. De onderwijsvisitatie Sociale Geografie, Planologie en Demografie Het referentiekader van de visitatie SGPD Algemene bevindingen 3 Deel II De afzonderlijke opleidingsrapporten De bachelor- en masteropleiding Sociale Geografie en de bacheloren masteropleiding Planologie aan de Universiteit van Amsterdam De bacheloropleidingen Sociale Geografie en Planologie, en Technische Planologie alsmede de masteropleidingen Culturele Geografie, Economische Geografie, Vastgoedkunde, Planologie, Environmental and Infrastructure Planning, en Population Studies aan de RU Groningen De bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie, en de masteropleidingen Sociale Geografie en Planologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen De bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie, en de masteropleidingen Sociale Geografie, Planologie, en International Development Studies aan de Universiteit Utrecht De interuniversitaire masteropleiding Geographical Information Management and Applications (GIMA) van de Universiteit Utrecht, Technische Universiteit Delft, International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation en Wageningen Universiteit. 313 Bijlagen 341 Bijlage A: Curricula vitae van de leden van de visitatiecommissie Sociale Geografie, Planologie en Demografie 343 Bijlage B: Standaardprogramma van de visitatiecommissie Sociale Geografie, Planologie en Demografie 349 Bijlage C: Checklist voor de onderwijsvisitatie Sociale Geografie, Planologie en Demografie Bijlage D: Beoordelingsformulier kwaliteit afstudeerwerk 353 Bijlage E: Overzicht van de scores van de opleidingen per kwaliteitsonderwerp c.q. -facet 355 QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 3

4 4 QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

5 VOORWOORD Dit rapport is onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling van universitaire bachelor- en masteropleidingen in Nederland. Het doel van het rapport is om een betrouwbaar beeld te geven van de resultaten van de voor beoordeling voorgelegde opleiding, alsmede een terugkoppeling te geven naar de interne kwaliteitszorg van de betrokken organisaties en als basis te dienen voor de accreditatie van de betrokken opleiding door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). De stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) beoogt onafhankelijke, objectieve en kritische beoordelingen te laten plaatsvinden en opbouwende kritiek te leveren, zo veel mogelijk uitgaande van een gestandaardiseerde set van kwaliteitscriteria met oog voor specifieke omstandigheden. De visitatiecommissie Sociale Geografie, Planologie en Demografie van QANU heeft haar beoordeling van de bachelor- en masteropleidingen op het gebied van de Sociale Geografie, Planologie en Demografie met grote toewijding uitgevoerd. De opleidingen zijn beoordeeld op een grondige en zorgvuldige manier en binnen een duidelijk beoordelingskader. Wij verwachten dat de oordelen en de aanbevelingen in zorgvuldige overweging zullen worden genomen door de betrokken opleidingen, faculteitsbestu ren en Colleges van Bestuur. Wij zeggen dank aan de voorzitter en de leden van de visitatiecommissie voor hun bereidheid deel te nemen aan deze beoordeling en voor de toewijding waarmee ze hun taak hebben uitgevoerd. Ook gaat onze dank uit naar de staf van de betrokken afdelingen aan de universiteiten voor hun zorgvuldig voorbereide documentatie en hun medewerking aan deze beoordeling. Quality Assurance Netherlands Universities mr. C.J. Peels directeur drs. J.G.F. Veldhuis voorzitter bestuur QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 5

6 6 QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

7 Voorwoord voorzitter visitatiecommissie In 2002 schreef mijn voorganger, Christian Kesteloot, in zijn voorwoord van de rapportage over de onderwijsvisitatie Sociale Geografie, (Technische) Planologie en Demografie over de zware, maar ook aangename en leerrijke ervaring die de visitatie voor hem was geweest. Als ik terugkijk op de visitatie 2007 komen soortgelijke gevoelens bovendrijven. Een visitatiecommissie staat voor de taak zich in relatief korte tijd een totaalbeeld te vormen van een opleiding en daarop een beoordeling te baseren. De basis vormt een enorme hoeveelheid documentatie en uiteindelijk een toch maar beperkt aantal gesprekken. De gang van zaken en de uitkomst van de visitatie zijn gebonden aan een uitgebreid en strak QANU-kader dat de commissie bij tijd en wijle als knellend heeft ervaren. Vooral met de te hanteren indeling in, vaak overlappende en ongelijkwaardige, facetten en de wijze waarop de vierpuntsschaal van numerieke oordelen gehanteerd moet worden heeft de commissie geworsteld. Ook het, onvermijdbare, gegeven dat de bezoeken in de tijd nogal ver uiteen lagen was minder gelukkig. Ondanks dat het niet altijd gemakkelijk was, kijkt ook deze commissie terug op een voldoening gevende ervaring. Opnieuw hebben de commissieleden zelf veel geleerd en de sfeer tijdens de vergaderingen en bezoeken is steeds uitstekend geweest. Veel personen en instanties hebben bijgedragen aan het goede verloop van de visitatie. Het voorwoord is de geschikte plaats om hen te bedanken. Verreweg het meeste werk is verzet in de universiteiten, faculteiten, instituten en opleidingen die bij deze visitatie betrokken waren. Wij danken in de eerste plaats de lokale coördinatoren, die er voor gezorgd hebben dat de commissie haar werk goed gedocumenteerd en in een open sfeer en aangename omgeving heeft kunnen doen. En achter de coördinatoren staan natuurlijk de vele directeuren, coördinatoren, secretarissen, commissieleden en vertegenwoordigers studenten, docenten, bestuurders en ondersteuners die zowel bij de voorbereidingen als tijdens de bezoeken de commissie van alle noodzakelijke informatie hebben voorzien. De leden van de commissie kijken met veel voldoening terug op hun contacten met en bezoeken aan de opleidingen in Amsterdam, Groningen, Nijmegen en Utrecht. Het gedeelde oogmerk van de commissieleden en de gevisiteerde opleidingen, werken aan kwaliteitsverbetering, leidde tot nuttige en positieve discussies. De commissie had haar werk niet kunnen doen en zeker niet met de wenselijke kwaliteit zonder de uitgebreide en uitstekende ondersteuning en begeleiding van de QANU. Ed Lansink was het afgelopen jaar de steun en toeverlaat van de commissie en Frank Wamelink heeft hem op prima wijze vervangen bij het bezoek aan Utrecht. Het kunnen beschikken over een goed ingevoerde, attente, evenwichtige en sociaal vaardige secretaris is een noodzakelijke voorwaarde voor een goed functionerende commissie. Op dit punt hebben de commissieleden niets te klagen gehad. Ook de verzorging door de secretaris van de hotelaccommodaties, het vervoer en de culinaire avondprogramma s waren van uitstekend kwalitatief niveau. Ten slotte, maar zeker niet in de laatste plaats, wil ik mijn medecommissieleden heel nadrukkelijk danken voor al hun inspanningen. De Nederlandse en Vlaamse hoogleraren, de vertegenwoordiger uit het bedrijfsleven en de twee Nederlandse studenten lieten zich snel en gemakkelijk tot een prima team smeden. Daardoor kon er doelmatig en prettig gewerkt worden en was het goed mogelijk om tot algemeen gedragen conclusies te komen. Het voorzitterschap is in zo n situatie geen lastige opgave. Ik hoop dat ook deze visitatie, net als de voorgaande, die ik in de rol van docent en bestuurder heb meegemaakt, een bijdrage levert aan de bewaking en verbetering van de kwaliteit van de QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 7

8 opleidingen in de Sociale Geografie, Planologie en Demografie in Nederland. Het zijn opleidingen die terecht goed bekend staan en, in internationale verhoudingen, veel studenten trekken. Echter, alleen al de dynamiek van de maatschappij en het hoger onderwijs maakt dat we ons continu zullen moeten inspannen bijdetijds en op niveau te blijven. Een externe visitatie is daarbij een nuttig instrument. Niet meer, maar ook niet minder. Prof.dr. H.F.L. Ottens, voorzitter visitatiecommissie Sociale Geografie, Planologie en Demografie Utrecht, december QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

9 DEEL I: Algemeen Deel QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 9

10 10 QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

11 1. De onderwijsvisitatie Sociale Geografie, Planologie en Demografie 1.1. Inleiding Met het oog op de accreditatie van wetenschappelijke bachelor- en masteropleidingen door middel van externe kwaliteitsbeoordeling heeft de Stichting QANU in mei 2007 de visitatiecommissie Sociale Geografie, Planologie en Demografie ingesteld. In de periode juni tot en met oktober 2007 heeft deze commissie een bezoek gebracht aan die bachelor- en masteropleidingen op het gebied van de Sociale Geografie, Planologie en Demografie waarvoor QANU een opdracht tot visiteren had ontvangen van de betrokken universitaire Colleges van Bestuur (zie paragraaf 1.2.). De commissie heeft haar bevindingen vastgelegd in beoordelingsrapporten per universiteit. Deze zijn, in volgorde van de visitatiebezoeken, gebundeld in deel II van dit rapport. Ze hebben tot doel antwoord te geven op de vraag of de betrokken opleidingen naar het oor deel van de visitatiecommissie voldoen aan de criteria voor basiskwaliteit. Deel I van het rapport bestaat uit een algemene achtergrondbeschrijving van de visitatie (hoofdstuk 1), het gehanteerde referentiekader (hoofdstuk 2) en het oordeel van de commissie over een aantal aspecten die haar tijdens de visitatie bijzonder hebben getroffen, maar die vielen buiten het beoordelingskader van QANU (hoofdstuk 3: Algemene bevindingen) De betrokken opleidingen De volgende opleidingen zijn in het kader van deze visitatie bezocht: Universiteit van Amsterdam (14 en 15 juni 2007): de bacheloropleiding Sociale Geografie de bacheloropleiding Planologie de masteropleiding Sociale Geografie de masteropleiding Planologie RU Groningen (10, 11 en 12 september 2007): de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie de bacheloropleiding Technische Planologie de masteropleiding Culturele Geografie de masteropleiding Economische Geografie de masteropleiding Vastgoedkunde de masteropleiding Planologie de masteropleiding Environmental and Infrastructure Planning de masteropleiding Population Studies QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 11

12 Radboud Universiteit Nijmegen (27 en 28 september 2007): de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie de masteropleiding Sociale Geografie de masteropleiding Planologie Universiteit Utrecht (3, 4 en 5 oktober 2007): de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie de masteropleiding Sociale Geografie de masteropleiding Planologie de masteropleiding International Development Studies de masteropleiding Geographical Information Management and Applications (interuniversitair). De namen van de genoemde universiteiten worden in het vervolg van dit rapport in de bovengenoemde volgorde als volgt afgekort: UvA, RUG, RU en UU Samenstelling en taak van de commissie De samenstelling van de commissie is tot stand gekomen mede aan de hand van suggesties vanuit het landelijke disciplineoverleg DGP. Alle betrokken opleidingen en faculteitsbesturen zijn in de voorbereidingsfase in de gelegenheid geweest om bezwaar aan te tekenen tegen de door QANU voorgelegde conceptsamenstelling van de commissie, een en ander conform paragraaf C van het QANU-kader. Van deze gelegenheid is geen gebruikgemaakt. De visitatiecommissie Sociale Geografie, Planologie en Demografie bestond uit de volgende personen. Alle leden hebben deelgenomen aan alle bezoeken, tenzij bij de naam van een lid is aangegeven aan welk bezoek hij/zij heeft deelgenomen. prof.dr. H.F.L. Ottens emeritus hoogleraar Sociale Geografie (in het bijzonder met betrekking tot de geografische informatieverwerking) van de Universiteit Utrecht, voorzitter (UvA, RUG, RU); prof.dr. L. Albrechts gewoon hoogleraar bij het departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening (ASRO) aan de Katholieke Universiteit Leuven (UvA, RUG, RU); prof.dr. L.J. de Haan directeur van het Afrika-Studiecentrum, hoogleraar Ontwikkeling van Afrika aan de Universiteit Leiden; dhr. J.B. Maatman student aan de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen van de RU Groningen (UvA, RU, UU); prof.dr. Ph. De Maeyer hoofddocent Cartografie en GIS aan de Universiteit Gent (UU); ing. R.P. Marjot student aan de Faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht (RUG); mw. prof.dr. H.J. Page gewoon hoogleraar demografie aan de Universiteit Gent (RUG); 12 QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

13 prof.dr. J.A. van der Schee bijzonder hoogleraar Onderwijsgeografie aan het Onderwijscentrum van de Vrije Universiteit Amsterdam; dr. M.H. Stijnenbosch directeur en projectleider STOGO Onderzoek+Advies BV, Nieuwegein; prof.ir. J. Van den Broeck ere-hoogleraar bij het departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening (ASRO) aan de Katholieke Universiteit Leuven (UU). Tot secretaris van de commissie werd benoemd drs. G.H. Lansink, medewerker bureau QANU, Utrecht. Tijdens het visitatiebezoek aan de UU is hij vervangen door drs. F.J.M. Wamelink van het bureau QANU. Als bijlage A zijn de curricula vitae van de leden opgenomen. De commissieleden voor wie gold dat zij verbonden zijn aan een van de te visiteren universi teiten of voor wie dat tot recentelijk gold, hebben niet deelgenomen aan het visitatiebezoek aan de betreffende universiteit. Dit was van toepassing op prof. Ottens bij het bezoek aan de UU, voor dhr. Maatman voor het bezoek aan de RUG en voor dhr. Marjot voor het bezoek aan de UU. Bij het bezoek aan de RUG was prof.dr. H.J. Page toegevoegd als commissielid vanwege haar specifieke expertise op het gebied van Demografie. Tijdens het bezoek aan de UU is prof.ir. J. Van den Broeck opgetreden als vervanger van prof. Albrechts en heeft prof.dr. Ph. De Maeyer de plaats ingenomen van prof. Ottens mede vanwege zijn specifieke GIS-expertise. Alle leden hebben de start- en slotvergadering bijgewoond met uitzondering van prof. Van den Broeck die niet bij de startvergadering aanwezig was, en van prof. De Maeyer die verhinderd was om de slotvergade ring bij te wonen. Op grond van het instellingsbesluit van de commissie d.d. 23 mei 2007 was het de taak van de commissie om op basis van de door de faculteiten aan te leveren informatie en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken 1) een oordeel te geven over de verschillende kwaliteitsaspecten van de betrokken opleidingen, zoals beschreven in het QANU-kader van januari 2004; en 2) op basis daarvan vast te stellen of de opleidingen naar haar oordeel voldoen aan de criteria voor basiskwaliteit, en 3) de aspecten van de opleidingen te identificeren die naar haar oordeel voor verbetering vatbaar zijn Werkwijze van de commissie De commissie hield haar installatievergadering op 23 mei 2007 in Utrecht. Ze werd formeel geïnstalleerd namens het QANU-bestuur door de onderwijscoördinator van het bureau QANU, drs. F. Wamelink. Daaraan voorafgaande zijn van de zijde van QANU met nadruk de bepalingen in bijlage 2 van het QANU-kader met betrekking tot de onafhankelijkheid van de leden van een visitatiecommissie onder de aandacht gebracht van de leden. Als uitvloeisel daarvan is alle leden verzocht een onafhankelijkheidsverklaring te ondertekenen en aan de QANU ter beschikking te stellen. Alle leden hebben aan dit verzoek zonder voorbehoud gevolg gegeven en waar nodig ter vergadering een toelichting gegeven op hun specifieke positie ten opzichte van een van de te visiteren opleidingen. QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 13

14 Daarmee was de visitatie Sociale Geografie, Planologie en Demografie naar het oordeel van QANU omgeven met voldoende onafhankelijkheidswaarborgen. Vervolgens werden afspraken gemaakt op de volgende punten: de te volgen werkwijze; de globale dagindeling van de visitatiebezoeken; het vicevoorzitterschap van de commissie (te vervullen door prof. dr. L.J. de Haan); de verdeling in globale zin van aandachtsgebieden tussen de commissieleden; de verdeling van twaalf afstudeerwerken per bachelor- en masteropleiding; de vaststelling van de vanuit de QANU aangereikte checklist (zie bijlage C); de vaststelling van het door de commissie te hanteren referentiekader. Op basis van een door voorzitter en secretaris geformuleerd voorstel heeft de commissie in haar startvergadering een begin gemaakt met de bespreking van het in het visitatieprotocol voorziene referentiekader. Vanuit het landelijk disciplineoverleg was aangegeven dat het referentiekader van de vorige visitatiecommissie nog steeds een geschikt uitgangspunt vormde voor de komende visitatie. De commissie heeft echter, uitgaande van het vorige referentiekader, een nieuw, geactualiseerd kader opge steld dat is toegesneden op de bachelor-masterstructuur (zie ook het hoofdstuk Algemene bevindingen). Het kader is voorafgaand aan de visitatiebezoeken toegezonden aan de opleidingen. Bij de start van elk bezoek is eerst kort van gedachten gewisseld met de opleidingsvertegenwoordigers over de inhoud van het nieuwe kader. Op basis daarvan is in de slotvergadering van de commissie het kader definitief vastgesteld. Tijdens haar installatievergadering op 23 mei heeft de commissie ook de zelfstudies in oriënteren de zin besproken en werden per opleiding specifieke aandachtspunten geïnventariseerd, mede op basis van een door bureau QANU opgestelde verkennende analyse. Om te bevorderen dat tijdens het visitatiebezoek de gedachtewisseling tussen visitatiecommissie en opleidingsvertegen woordigers op zinvolle en efficiënte wijze gevoerd kon worden, besloot de commissie om: verzoeken om aanvullende informatie ruim van tevoren aan de te visiteren opleidingen te richten; sommige, meer principiële vragen al vooraf voor te leggen, zodat aan de zijde van de opleiding al enige reflectie en zonodig standpuntbepaling kon plaatsvinden; de gesprekspanels bestaande uit studenten vooraf te vragen om hun standpunt te bepalen op die facetten uit de zelfstudie die vooral voor studenten van belang zijn (zoals kwaliteitszorg, studeerbaarheid, toetsing en beoordeling, onderwijsvormen, kwaliteit staf, voorzieningen, et cetera). De commissie heeft goede ervaringen met deze aanpak opgedaan. De beschikbare tijd kon hierdoor tijdens de visitatiebezoeken optimaal worden besteed en de gedachtewisseling kon op gerichte wijze plaatsvinden, zonder dat daarmee de spontaniteit van de dialoog in gevaar kwam. Op basis van de conclusies, bereikt in de installatievergadering, is vanuit bureau QANU contact opgenomen met alle betrokken lokale visitatiecoördinatoren en is de voorbereiding van elk visitatiebezoek in onderling overleg tussen de lokale visitatiecoördinator en de secretaris van de visitatiecommissie ter hand genomen. Laatstgenoemde heeft daartoe ongeveer één maand voorafgaand aan elk visitatiebezoek een bezoek gebracht aan elke instelling. Daarbij werden 14 QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

15 concrete afspraken gemaakt over de invulling van het bezoek op basis van het globale dagprogramma dat de commissie had vastgesteld. Namens de commis sie is bij de voorbereiding van elk visitatiebezoek verzocht om tijdens het bezoek inzage te kunnen krijgen in het volgende informatiemateriaal: de gebruikte onderwijsliteratuur van de verplichte onderdelen; gebruikte dictaten, syllabi en readers; alle tentamenopgaven van de bacheloropleiding en van de verplichte onderdelen van de masteropleiding; een representatieve hoeveelheid voorbeelden van gemaakte en gecorrigeerde tentamens; richtlijnen en regelingen voor stages en scripties; de niet-opgevraagde afstudeerwerken; evaluatieverslagen van het onderwijs (inclusief jaaroverzichten); gebruikte handboeken kwaliteitszorg; notulen van de opleidingscommissie(s) en examencommissie; beleidsstukken (zoals ontwikkelingsplannen, strategienota s en kwaliteitsplannen). Ter bestudering vooraf werden opgevraagd: twaalf afstudeerwerken van zowel de bachelor- als de masteropleiding en het meest recente beschikbare mate riaal op het gebied van alumnionderzoeken en onderzoeken onder vertegenwoordigers van de beroepspraktijk. Ten slotte werd de visitatiecoördinator gevraagd om de mogelijkheid te creëren voor de leden van de visitatiecommissie om voorafgaand aan het bezoek in te loggen op de plaatselijke lokale elektronische leeromge ving, als waren zij een student van de opleiding. De visitatiebezoeken namen doorgaans twee dagen in beslag met uitzondering van de bezoeken aan de RU Groningen en de Universiteit Utrecht, waar de commissie een bezoek bracht van tweeënhalve dag vanwege de grotere beoordelingstaak aldaar (zie paragraaf 1.2. voor het aantal te visiteren opleidingen per universiteit). In alle gevallen werd op de eerste dag begonnen met een (nadere) bespreking in commissieverband van de zelfstudies en de afstudeerwerken. Uit de bij de zelfstudie gevoegde lijst van 25 meest recente afstudeer werken van de bachelor- en masteropleidingen had de commissie er ruim vóór het bezoek in totaal twaalf per opleiding geselecteerd en opgevraagd, waarbij was gelet op een goede spreiding naar specialisatie en gegeven eindcijfer. In het geval van de RU Groningen lag het aantal opgevraagde afstudeerwerken per masteropleiding iets lager (circa zeven per opleiding) vanwege het grote aantal masteropleidingen aldaar. Van de masteropleiding GIMA, gevisiteerd tijdens het bezoek aan de UU, waren alle zes afstudeerwerken beschikbaar. Deze zijn alle opgevraagd en bestudeerd. Als handreiking voor de beoordeling van het afstudeerwerk was de commissieleden vanuit QANU een lijst met beoordelings cri teria ter beschikking gesteld, die centraal stond tijdens de bespreking van het afstudeerwerk in commissieverband (zie bijlage D). Vanaf het eind van de ochtend op de eerste visitatiedag werden gesprekken gevoerd met verschillende instanties en personen, zoals de opstellers van de zelfstudie, de verantwoorde lijken voor kwaliteitszorg (studenten apart), de leden van de opleidingscommissie (studenten apart), verschillende groepen studenten (waarbij het aan henzelf was overgelaten wie namens hen met de commissie zou spreken), leden van de wetenschappelijke staf, vertegen woordigers van de examencommissie, studieadviseurs/-begeleiders, onderwijscoördinatoren, en opleidingsmanagement/facul teitsbestuur. Daar waar sprake is van een deeltijdopleiding of duale variant van een QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 15

16 opleiding heeft de commissie ook gesproken met studenten van deze opleiding. De commissie sloot de eerste visitatiedag af met een informele kennismakings bijeenkomst op de faculteit met vertegen woordigers van het College van Bestuur, het facul teitsbestuur en het opleidings management. Deze bijeenkomst kwam in de plaats van het traditio nele visitatiediner. Tijdens elk bezoek hield de commissie op de laatste visitatiedag een ruim van tevoren op brede schaal aangekondigd spreekuur, waar zowel studenten als docenten de gelegenheid kregen om een specifiek punt in een persoonlijk gesprek onder de aandacht van de commissie te brengen. Belangstellenden konden zich daarvoor rechtstreeks bij de secretaris van de commissie aanmelden. Bij geen van de visitatiebezoeken is van deze gelegenheid gebruikgemaakt. Bij alle bezoeken heeft de commissie een rondleiding van een uur gekregen om zich een beeld te kunnen vormen van de beschikbare faciliteiten. Ook hebben zij voorafgaand aan het bezoek kunnen inloggen op de elektronische leeromgeving van de opleidingen. Na afronding van de visitatiegesprekken heeft de commissie haar conclusies geformuleerd aan de hand van de checklist (zie bijlage C). Besloten werd om deze lijst collectief in te vullen, waardoor eventuele verschillen van inzicht direct konden worden besproken. De commissie is bij het toekennen van scores per facet uitgegaan van de in het QANU-kader beschreven vierpuntsschaal en van het uitgangspunt van QANU dat de score v (voldoende) wordt gegeven wanneer aan de basiskwaliteit wordt voldaan. In concreto heeft de commissie bij haar beoordeling de volgende vierpuntsschaal en definities gehanteerd. Excellent: Goed: Voldoende: Onvoldoende: best practice, kan (inter)nationaal als voorbeeld dienen de kwaliteit stijgt uit boven de basiseisen voldoet aan de basiseisen van het facet; datgene wat van een universitaire wetenschappelijke opleiding verwacht mag worden voldoet niet aan de basiseisen van het facet De QANU heeft als staand beleid uiterst terughoudend te zijn bij het toekennen van het oordeel excellent. Dat betekent dat de voorbeeldfunctie veeleer een internationale dan een nationale dient te zijn. De kwalificatie goed dient volgens de QANU spaarzaam te worden toegekend. Dit heeft als gevolg dat de kwalificatie voldoende een breed gebied beslaat. In rap portcijfers uitgedrukt ligt de ondergrens bij een mager zesje en de bovengrens bij een dikke zeven. De op grond van deze definities ingevulde scorelijst is de basis geweest voor de formule ring van de opleidingsrappor ten en voor de inhoud van de mondelinge rapportage met het voorlopige oordeel van de commissie aan het eind van de laatste visitatiedag. De concepttekst van de beoordelingsrapporten per opleiding en van het algemene deel van haar eind rapport heeft de commissie vastgesteld in haar slotvergadering op 21 november 2007 in Roosendaal. De in die vergadering vastgestelde conceptteksten zijn vervol gens voor commentaar op feitelijke onjuistheden aangeboden aan de betrokken faculteits be stu ren en opleidingen. De daarop ontvangen reacties zijn besproken in commissieverband en wanneer daartoe in haar ogen aanlei ding bestond, verwerkt in de formulering van de defini tieve tekst. De betrokken oplei dingen hebben in alle gevallen bericht ontvangen over de wijze waarop de commissie is omge gaan met de ontvangen commentaren. 16 QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

17 2. Het referentiekader van de visitatie Sociale Geografie, Planologie en Demografie Inleiding De visitatiecommissie Sociale Geografie, Planologie en Demografie (SGPD) heeft in haar eerste vergadering op 23 mei 2007 de vraag besproken welk domein spe cifiek referentiekader (zoals voorzien in par. C.2.1 van het QANU-kader) als uitgangspunt voor de komende beoordeling gebruikt zou moeten worden voor de onderwijsvisitatie in Van de kant van het landelijk disciplineoverleg DGP, waarin de onderwijsdirec teu ren van de betrokken opleidingen zijn vertegenwoordigd, is voorgesteld om voor het domeinspecifiek referentiekader van de visitatie 2007 het referentiekader van de visitatie 2002 als uitgangspunt te nemen, met als aanvulling opnieuw de eindtermen voor planologieopleidingen zoals geformuleerd door de werkgroep Onderwijs van de AESOP (zie bijlage 1 van het referentiekader). Ook de AESOP-eindtermen zijn niet gewijzigd sinds De commissie is van oordeel dat dit geen juiste benadering is voor het referentie kader voor de visitatie in Wel kunnen de bestaande stukken (dat wil zeggen inclusief de AESOP-eindtermen) richtinggevend zijn voor de aanduiding van het eindniveau van de masteropleidingen. Het referentiekader 2002 is volgens haar echter in een belangrijk opzicht deficiënt, doordat het uitgaat van de ongedeelde opleiding en geen indicatie van het niveau van de afgestu deerde bachelor bevat. Ook zijn de documenten uit de vorige visitatieronde niet afgestemd op de in de Dublin-descriptoren vastgelegde niveauaanduidingen (zie bijlage 2 van het referentiekader). Daarom heeft de visitatiecommissie besloten de bestaande teksten te actualiseren en enigszins bij te stellen zodat een hanteerbaar kader voor de visitatie 2007 beschikbaar komt. Zij meent echter dat dit een tijdelijke oplossing is en dat ernaar gestreefd zou moeten worden om in nationaal of internationaal ver band overeenstemming te bereiken over de formulering van de eindkwalificaties van de afgestudeerde bachelor en master van deze opleidingen. Op grond van de bespreking in de startvergadering heeft de commissie het refe rentiekader opgesteld dat in haar ogen geschikt is voor het beoordelen van de opleidingen. Het referentiekader is na de eerste vergadering aangebo den aan de bij de visitatie betrokken opleidingen, waarbij zij in de gelegenheid zijn gesteld om daarop te reage ren. Van een aantal opleidingen zijn suggesties ontvangen voor (kleine) aanpassingen. De commissie heeft deze meegenomen in haar eindbespreking van het visitatierapport. De hierna volgende tekst is het resultaat van die bespreking. 2. Wat mag van een afgestudeerde master in de sociale geografie, planologie of demografie verwacht worden? Van een afgestudeerde master in de sociale geografie, planologie of demografie mag het volgende worden verwacht: 1. Hij/zij heeft goede kennis van aard, de geschiedenis, de theorie en de methodologie van de vakken sociale geografie, respectievelijk de planologie, respectievelijk de demografie en hun toepassing in de praktijk. Het kunnen denken in tijdruimteperspectief en ruimtelijke schaalniveaus is daarbij essentieel. QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 17

18 2. Hij/zij heeft kennis van en inzicht in de diversiteit, complexiteit en dynamiek van maatschappelijke structuren, processen en gedragingen en van hun interacties met ruimtelijke, regionale en omgevingsystemen en kan deze toepassen voor nieuwe vraagstukken zoals globalisering en individualisering en in brede, vaak multidisciplinaire, contexten. 3. Hij/zij heeft het vermogen om de effecten van ruimtelijke ontwikkelingen en ingrepen te analyseren en evalueren. Daarbij moeten doelstellingen als ruimtelijke kwaliteit en duurzame ontwikkeling gehanteerd kunnen worden. Voor de verschillende opleidingen zijn de volgende accenten ten aanzien van de eisen 1, 2 en 3 van belang: Voor de opleiding Sociale Geografie: integrerend en synthetiserend vermogen, waarbij eveneens recht wordt gedaan aan regionale en ruimtelijke verscheidenheid en samenhang. De ontwikkelde sociaal-geografische kennis moet ingezet kunnen worden in de context van beleidsontwikkeling, beleidsevaluatie en/of educatie en voorlichting. Voor de opleiding Planologie: het creatief kunnen ontwikkelen van beleidsmaatregelen en het ontwerpen van ruimtelijke visies, concepten, programma s, strategieën, plannings- en beleidsprocessen en uitvoe ringsprojecten. Dit alles binnen een collaboratieve c.q. inter/ multidisciplinaire omgeving en met kennis van de relevante politieke, ambtelijke, institutioneel/juridische en economische-financiële contexten. Voor de opleiding Demografie: het vermogen om bevolkingsvraagstukken vanuit een brede sociaal-wetenschappelijke benadering te kunnen bestuderen. 4. Hij/zij heeft een reeks onderzoeksmatige en praktische vaardigheden (presen tatie, verslaggeving, kennis van moderne informatie- en communicatie tech no logie en relevante methoden en technieken voor onderzoek, ontwerp en beleid, werken in teamverband) verworven om adequaat in relevante maat schappelijke functies te kunnen optreden. De vaardigheden, methoden en technieken zijn toegesneden op de gekozen opleidingen en specialisaties. 5. Hij/zij heeft geleerd om kennis en inzichten in woord en geschrift te kunnen communiceren met de doelgroep waarop deze zich richten. 6. Hij/zij is in staat zelfstandig een origineel onderzoek op te zetten en uit te voeren binnen de sociale geografie, planologie of demografie. 7. Hij/zij heeft geleerd om zelfstandig problemen te herkennen, te definiëren, te analyseren, en op te lossen. 8. Hij/zij is in staat om in interdisciplinair teamverband ook in onderzoeks situaties samen te werken en daarbinnen de bijdrage vanuit zijn eigen vakgebied te onderkennen en te vertalen naar andere disciplines. 9. Hij/zij is in voldoende mate ingewerkt in relevante aanverwante disciplines. 10. Hij/zij is in staat om na zijn/haar afstuderen de ontwikkelingen in zijn eigen vakgebied te volgen evenals nieuwe ontwikkelingen in de samenleving en kan anticiperen op nieuwe, relevante trends en vraagstukken. 11. Hij/zij heeft een attitude ontwikkeld die het mogelijk maakt kritisch te reflec te ren op het eigen wetenschappelijke handelen. 12. Hij/zij kan het maatschappelijk effect en de ethische en waarden consequen ties van wetenschaps beoefening overzien en bijdragen aan het maatschap pelijk debat. 3. Wat mag van een afgestudeerde bachelor in de sociale geografie, planologie of demografie verwacht worden? Met verwijzing naar de beschrijving van het niveau van een afgestudeerde van een universitaire bacheloropleiding volgens de Dublin-descriptoren, is de commissie van oordeel dat 18 QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

19 van de afgestudeerde bachelor in de sociale geografie, planologie of demografie het volgende verwacht mag worden. 1. Hij/zij heeft basiskennis over het vak/de vakken sociale geografie, planologie en/of demografie en hun plaats binnen de gedrags- en maatschappij weten schappen en, indien relevant, de natuur- en technische wetenschappen. 2. Hij/zij beschikt op algemeen niveau over kennis, inzicht en (onderzoeks-/ontwerp-)vaardigheden die haar/hem in staat stellen om beroepen op het gebied van sociale geografie, planologie of demografie uit te oefenen op weten schap pelijk niveau, dan wel deel te nemen aan een relevante, gespecialiseerde wetenschappelijke vervolg opleiding. 3. Hij/zij is in staat om haar/zijn kennis, inzicht en vaardigheden in groepsverband toe te passen in de relevante beroepspraktijken en daarbij probleemoplossend te werk te gaan. 4. Hij/zij is in staat om relevante gegevens op wetenschappelijk verantwoorde wijze te verzamelen, te bewerken en te interpreteren gebaseerd op het afwegen van sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten. 5. Hij/zij is in staat informatie, kennis, ideeën en oplossingen die voortkomen uit wetenschap pe lijke en professionele activiteiten op de betreffende vakgebieden over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specia listen. 4. Wat mag van de bachelor- en masteropleidingen in de sociale geografie, planologie of demografie verwacht worden? Om goede afgestudeerden af te leveren die beschikken over de hierboven genoemde eindkwalificaties mag van de opleidingen verwacht worden dat zij: 1. studenten introduceren in de voornaamste historische en actuele inzichten en ontwikkelingen binnen het gehele veld der sociale geografie, planologie of demografie; 2. hen kennis laten maken met de voornaamste theoretische en methodologi sche grondslagen van deze disciplines; 3. studenten een stimulerende en doeltreffende leeromgeving bieden waaronder verstaan kunnen worden: mogelijkheden tot veldwerk/excursies/praktijk leer situaties, zelfwerkzaamheid, daarop aansluitende onderwijsvormen, aanspre kend materiaal, gebruik van moderne ICT-voorzieningen en duidelijke rol van de docent; 4. een helder beeld geven van de mogelijkheden tot vervolgopleiding en de latere beroepspraktijk; 5. bij een stage een duidelijk reglement bieden om wetenschappelijk karakter, niveau en begeleiding te waarborgen; 6. een adequaat systeem van studieloopbaanbegeleiding bieden; 7. studenten voldoende en relevante keuzemogelijkheden kunnen bieden bij de inrichting van hun studie, in het bijzonder waar het gaat om de overgang van bacheloropleiding naar masteropleiding; 8. als sluitstuk van de masterstudie van studenten vragen om zelfstandig een leeronder zoek met scriptie uit te voeren waarin hij/zij kan laten zien wat hij/zij aan kennis en vaardigheden heeft verworven en waarbij een adequate begeleiding van de kant van de opleiding is gegarandeerd; 9. een goed functionerend systeem van interne kwaliteitszorg onderhouden; 10. een evenwichtige verhouding tussen onderwijs en onderzoek kennen met een voldoende mate van verweving tussen beide; QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 19

20 11. een goed personeelsbeleid voeren, inclusief functioneringsgesprekken, deskundigheidsbevordering en een gelijkwaardige rol van onderwijs en onderzoek bij het carrièreperspectief van stafleden; 12. een adequate materiële infrastructuur bieden; 13. blijvend werken aan een vertrouwengevende en stimulerende relatie tussen studenten en docenten. 20 QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

21 BIJLAGE 1 Eindtermen voor planologieopleidingen, geformuleerd door de Werkgroep Onderwijs van de Association of European Schools of Planning (AESOP) Acquire due knowledge of: A B C D E F G the nature, purpose, theory and method of planning; the history of planning as an institution and a profession; the cultural differences in planning on a European and international level; developments in the natural and man made (economic and social) environment and knowledge of the impact of men s exploitation, i.e. possibilities for sustainable development; the political, legal and institutional context of planning practice both at the national and at the (evolving) international i.e. European level; the instruments and performance of instruments for implementing planning policies; specialised fields of planning; relationships across and between these fields. Develop practical competence in: H I J K L M N O P methods for problem definition and collaborative problem-solving in inter-disciplinary and multi-disciplinary settings; thinking in terms of concepts, instruments and measures and management of knowledge for practical application; techniques for data collection, for data analysis and synthesising, including modern information technology; valuing and managing the built and natural environment; anticipating future needs of society, including the appreciation of new trends and emerging issues in planning; methods for generating strategic planning proposals and the advancement of application; integrating aesthetic and design dimensions in planning proposals; devising plans, programmes and measures and guiding the implementation policies; written, oral and graphic communication. Develop an attitude i.e. a feeling for: Q R S T planning to be basically oriented towards solving the needs of society within a framework of sustainable development; the cultural imbedding of the manmade environment; the value dimension of planning; the ethical implications of planning. QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 21

22 BIJLAGE 2 Dublin-descriptoren 1. Bachelor De afgestudeerde bachelor: heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is; is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied; is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten; is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten; bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. 2. Master Students to whom a Master s degree is awarded have demonstrated knowledge and understanding that is founded upon and extends and/ or enhances that typically associated with Bachelor s level, and that provides a basis or opportunity for originality in developing and/or applying ideas, often within a research 1 context; can apply their knowledge and understanding, and problem solving abilities in new or unfamiliar environments within broader (or multidisciplinary) contexts related to their field of study; have the ability to integrate knowledge and handle complexity, and formulate judgements with incomplete or limited information, but that include reflecting on social and ethical responsibilities linked to the application of their knowledge and judgements; can communicate their conclusions, and the knowledge and rationale underpinning these, to specialist and non-specialist audiences clearly and unambiguously; have the learning skills to allow them to continue to study in a manner that may be largely self-directed or autonomous. 1 research is used to cover a wide variety of activities, with the context often related to a field of study; the term is used here to represent a careful study or investigation based on a systematic understanding and critical awareness of knowledge. 22 QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

23 3. Algemene bevindingen 3.1. Inleiding De leden van de commissie zijn unaniem positief gestemd over het bij de gevisiteerde opleidingen aangetroffen kwaliteitsbesef en -niveau. De sociaal-ruimtelijke universitaire opleidingen in Nederland kunnen zich prima meten met de betere opleidingen in deze disciplines in West- Europa. Het al enige decennia bestaande gegeven dat de vakken sociale geografie, planologie en demografie zowel wat betreft onderwijs, onderzoek als bedrijfsvoering internationaal goed scoren lijkt zich te bestendigen. Dat stemt tot tevredenheid. De commissie constateert met genoegen gedrevenheid en vernieuwingszin bij de opleidingen en aandacht voor een goede kwaliteitszorg. En dit is ook het geval bij het overgrote deel van de studenten, docenten, alumni en het ondersteunend personeel. Bovendien zijn in alle instellingen de faculteiten en de Colleges van Bestuur goede aanjagers en faciliteerders van onderwijsvernieuwing en -verbetering. Hoewel de ervaringen overwegend positief zijn, is de commissie ook op punten gestuit die nadere aandacht vragen van de opleidingen. Kwaliteitsbewaking is, zeker ook bij goede opleidingen, een belangrijke prioriteit. In de afzonderlijke rapportages, waar door hun aard meer nadruk ligt op de punten die verbetering behoeven dan op goed lopende zaken, komen de aandachtspunten uitgebreid aan de orde. Bij deze algemene bevindingen wil de commissie stilstaan bij een aantal waarnemingen, conclusies en/of suggesties van meer algemene aard. Ze hecht eraan te benadrukken dat deze op geen enkele wijze in de plaats kunnen treden van de conclusies ten aanzien van de afzonderlijke oplei din gen De inbedding en samenhang van de vakgebieden en opleidingen De Nederlandse traditie waarbij de opleidingen sociale geografie, planologie en demografie zowel inhoudelijk als bestuurlijk met elkaar optrekken is de afgelopen periode niet wezenlijk veranderd. Het is een concept dat in het verleden goed heeft gewerkt en dat ook zeker toekomstbestendig is. De vakken hebben een gemeenschappelijke basis en veel raakvlakken. Op het niveau van onderwijsinstituten is de samenwerking in elk van de bezochte instellingen nog intact. Op facultair niveau is er wel het nodige gewijzigd. In Amsterdam zijn de sociaal-ruimtelijke vakken nu ondergebracht bij een brede sociale faculteit van maatschappij- en gedragswetenschappen, in Nijmegen in een op beleid en management gerichte faculteit en in Utrecht in een gemengd natuur- en sociaal-wetenschappelijke Faculteit Geowetenschappen. Alleen in Groningen is een Faculteit Ruimtelijke Wetenschap pen blijven bestaan. De visitatiecommissie acht het voor de toekomst van het onderwijs in de sociaal-ruimtelijke wetenschappen van belang dat de drie vakgebieden gezamenlijk georganiseerd blijven in relatief autonome onderwijsorganisaties. Geografie, Planologie en Demografie zijn brede vakgebieden met, naast een eigen wetenschappelijke ontwikkeling, ook een nauwe band met de maatschappij. Dat is zowel de kracht als een zwakte van de disciplines. Deeldisciplines hebben gemakkelijk de neiging (te) ver op te schuiven in de richting van aanpalende vakken als economie en bedrijfskunde, sociologie, psychologie, bestuurswetenschappen en wiskunde. Op die overgangsgebieden tussen vakgebieden vinden vaak interessante nieuwe ontwikkelingen plaats en dat dient behouden te blijven. Maar de kern van het eigen vakgebied mag daar niet onder lijden. Zo zullen economen vrijwel altijd beter zijn in economie zijn dan geografen of QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 23

24 planologen. Maar de ruimtelijke wetenschappers kunnen juist vanuit de eigen disciplinaire kern belangrijke bijdragen leveren. Die eigen kern is gecentreerd rond de begrippen ruimte, regio en omgeving en daarmee rond integrale benaderingen. Alleen in onderwijs- en onderzoekscholen c.q. -instituten met voldoende breedte cq capaciteit is het mogelijk ook de kern en de eigenheid van de vakgebieden veilig te stellen. Als die instituten ook voldoende samenwerken is er een kwantitatieve en kwalitatieve capaciteit voorhanden die ook internationaal van betekenis is. Gezien de nieuwe en verschillende bestuurlijke inbeddingen zijn landelijk disciplineoverleg en samenwerking daarbij noodzakelijk. Deze samenwerking moet dan wel zo georganiseerd worden dat ook concurrentie intact blijft. Dat heet tegenwoordig wel samenwerken als conculega s. De nieuwe bestuurlijke onderbrenging van geografie, planologie en demografie biedt natuurlijk ook nieuwe mogelijkheden voor meer eigen profilering van de vakken in elk van de instellingen. En dat is een kans die gegrepen moet worden en kan leiden tot een veelkleuriger en daardoor aantrekkelijker palet van de sociaal-ruimtelijke vakken in Nederland Bachelor/master, rendementen en keuzevrijheid Bij de vorige onderwijsvisitatie in 2002 waren de opleidingen bezig met het voorbereiden van de invoering van de bachelor-masterstructuur. Deze visitatie wordt gekenmerkt door een evaluatie van de eerste operationele jaren van die structuur. In het Nederlandse universitaire onderwijs is besloten tot een snelle invoering van de bachelor-masterstructuur, veel sneller dan in het kader van de Bologna-afspraken noodzakelijk was. De reden daarvoor was vooral de concurrentie tussen de universiteiten, waarbij de mogelijkheid om te studeren volgens het bachelor-mastermodel als een attractiefactor voor nieuwe studenten werd gezien. Maar ook is de bachelor-masterconversie aangegrepen om kwalitatieve verbeteringen door te voeren. Vrijwel alle instellingen hebben de vernieuwingen centraal aangestuurd en ook hun kwaliteitszorg daarop aangepast. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de invoering van de bachelor-masterstructuur, met een relatief korte voorbereidings periode, heeft geleid tot een aantal aanvangsproblemen. De basisgedachte van de bachelor-masterstructuur zelfstandige bachelor- en masteropleidingen met elk eigen eindtermen en civiel effect en een duidelijk nieuw keuzemoment voor studenten na de bacheloropleiding is in de opzet en uitvoering van veel bachelor-masterprogramma s in Nederland maar beperkt terug te vinden. Veeleer wordt voor de eigen bachelorstudenten een reguliere doorstroom naar de eigen (aansluit)masters voorzien en bevorderd, en ook de meeste studenten blijken zo n route nog steeds als het meest gangbare studiepad te zien. Alleen nieuwe, specialistische masteropleidingen weten nogal eens een aanvullende instroom voor faculteiten te realiseren. Vaak betreft dat een instroom uit het hbo. Ook van omvangrijke overstap naar buitenlandse masteropleidingen en van buitenlandse studenten naar Nederlandse masters is (nog) geen sprake. Voor de reguliere sociaal-wetenschappelijke bachelor-masterprogramma s is bovendien de afstemming tussen een driejarige basisopleiding en een slechts eenjarige specialistische opleiding geen gemakkelijke zaak. Een en ander betekent dat de formele, van het Bologna-model afgeleide, eindtermen van veel opleidingen wringen met de werkelijke situatie. Bij de nu voor de deur staande revisies van de opleidingen zal dit een belangrijk punt van nadere overweging moeten zijn. Dat dit juist nu 24 QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie

25 geen gemakkelijke opgave is, blijkt uit de recent losgebarsten discussie rond karakter, niveau en rendement van de academische bacheloropleidingen. Een ander algemeen verschijnsel waarmee alle universiteiten te maken hebben is de discrepantie tussen de wens van de overheid om de studieduur te beperken en de voorkeur van veel studenten om studeren en werken, en niet zelden ook studeren en reizen of studeren en besturen, te combineren. Dat leidt tot problemen met de studierendementen. In de bachelorfase lijken aanpassingen op het punt van contacturen, studielasten en programmering van studieonderdelen zeker voor verbetering te kunnen zorgen. Hierdoor zullen studiehouding en rendementen vrij zeker positief beïnvloed worden. In de masterfase zal het moeilijker zijn de thans gangbaar geworden leefstijl van studenten bij te buigen. Overigens is ook een discussie over de (on)wenselijkheid dat masterstudenten meer dan een jaar voor hun opleiding uittrekken op zijn plaats. Uiteraard geldt daarbij de randvoorwaarde dat de relatie tussen bekostiging en inspanning voor de opleidingen niet nadelig uitwerkt. Goede afspraken tussen studenten en opleidingen over periode en plaats van de te leveren inzet en begeleiding zijn mogelijk een nuttig instrument. Daarbij moeten ook constructies die wat langer dan één kalenderjaar in beslag nemen mogelijk zijn. Ten slotte is de spanning tussen de eigen keuzevrijheid van de studenten en de zorg voor kwalitatief hoogwaar dige studiepaden en eindresultaten een derde algemeen punt van aandacht. Keuzevrijheid voor studenten is belangrijk, het levert een belangrijke bijdrage aan de motivatie voor de studie. Anderzijds kunnen te veel en/of verkeerde keuzen leiden tot studieprestaties die kwalitatief minder zijn dan zou moeten of kunnen. Vooral bij de vrijheid ten aanzien van het onderzoeksontwerp (in het bijzonder thematisch en methodisch) van het afstudeeronderzoek en de eindscriptie liggen gevaren op de loer. Uiteraard gaat het ook bij dit punt om het vinden van een goede balans. Als opleidingen zich dat bewust zijn en er zorgvuldig mee omgaan, zijn bevredigende oplossingen zeker te vinden Domeinspecifiek kader en benchmarking In hoofdstuk 2 is al aangegeven dat de leden van de visitatiecommissie van mening zijn dat de opleidingen meer hadden kunnen doen op het punt van het ontwikkelen van een gezamenlijk bijdetijds referentiekader voor de visitatie. Zo n referentiekader kan overigens meerdere doelen dienen en het proces om het samen te stellen zal het zicht op een duidelijke en actuele identificatie van de vakgebieden en de coördinatie van en samenwerking tussen de opleidingen, vooral naar de buitenwereld, bevorderen. Hetzelfde geldt ook ten aanzien van gerichte internationale vergelijkingen (benchmarks). Deze plaatsen de Nederlandse sociale geografie, planologie en demografie ten opzichte van soortgelijke opleidingen in het buitenland, waarbij met name de Angelsaksische landen, Vlaanderen, de (overige) grote buurlanden en vaak ook de Scandinavische landen de belangrijkste referentieregio s zullen moeten zijn. De internationale vergelijkingen kunnen een belangrijke informatiebron voor het referentiekader vormen. Daarbij gaat het niet alleen om syste matische eindtermen- en leerplanvergelijking maar vooral ook om de niveauvergelijkingen. De Nederlandse opleidingen zijn, het is bij deze visitatie gebleken, geen eenheidsworst. Er worden terecht eigen keuzen gemaakt en accenten gelegd. Voor de positie van de vakken is het echter belangrijk daarnaast ook een gezamenlijke iden titeit uit te dragen. QANU / Sociale Geografie, Planologie en Demografie 25

E-portfolio op de Radboud Universiteit: implementatie met een instellingsbrede aanpak en een opleiding specifieke uitwerking.

E-portfolio op de Radboud Universiteit: implementatie met een instellingsbrede aanpak en een opleiding specifieke uitwerking. E-portfolio op de Radboud Universiteit: implementatie met een instellingsbrede aanpak en een opleiding specifieke uitwerking. SURF Seminar: E-Portfolio s in het hoger onderwijs 1 juni 2018 Bea Edlinger,

Nadere informatie

Master Public Management (MPM)

Master Public Management (MPM) Programme-specific appendix to the Education and Examination Regulations (EER) 2015-2016 for the Master of Science Programme Master Public Management (MPM) BMS-OSC.2015.3097 1 Inhoudsopgave 1. Inhoud en

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015 Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 titel code week 1-7 colleges Introduction to Audiovisual Culture continue toetsing, wekelijks verschillende

Nadere informatie

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen.

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen. BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur 2014-2015 BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken 3 toetsweken 7 college- blok 1 weken blok 2 weken blok 3 Academisch schrijven

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen 22 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordeling van het bijzonder kenmerk ondernemen 5 2.1 Uitgangspunten voor de beoordeling van het bijzonder

Nadere informatie

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Conferentie Onderwijsinspectie, Amersfoort, 20 mei 2015 Sietze Looijenga, QANU In deze workshop: Hoe wordt in visitaties aandacht besteed aan

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding e taal en cultuur, 2014-2015 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel A en

Nadere informatie

2g. Opleidingsspecifieke bijlage bij de OER 2014-2015. Public Management (MPM)

2g. Opleidingsspecifieke bijlage bij de OER 2014-2015. Public Management (MPM) 2g. Opleidingsspecifieke bijlage bij de OER 2014-2015 voor de post-initiële Master opleiding Public Management (MPM) 1. Doel van de opleiding (OER art. 3.1 en onderwerp 1 NVAO accreditatiekader) 1a Profiel

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt: I. Kennis Basiskennis en inzicht: 1. kennis van en inzicht in het

Nadere informatie

Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015

Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015 Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015 BA 1 CIW Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken blok 1 weken blok 2 weken blok 3 3 toetsweken 7 college- hertoetsweek 2 toetsweken 7 college- hertoetsweek 2 toetsweken

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde 2014-2015

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde 2014-2015 Toetsplan Bacheloropleiding 2014-2015 BA 1 IK Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken 3 toetsweken 7 college- 2 blok 1 weken blok 2 weken blok 3 toetsweken blok 4 opdrachten schr. tent. schr. tent.

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Taal en Cultuur 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 week 1-7 colleges week 8/9/10, 20 week 11-16, 19 colleges week 21/22, 30 Griekse grammatica en LQG010P05

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wie zijn wij? Patrick van den Bosch Expert Kwaliteitszorg Patrick.vandenbosch@vluhr.be Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wouter Teerlinck Expert Kwaliteitszorg Wouter.teerlinck@vluhr.be

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG STUDENTEN DOEN UITSPRAKEN OVER DE ACADEMISCHE WERELD, HET VAKGEBIED EN HET BEROEPENVELD.. onderzoek niet zo saai als ik dacht werken in

Nadere informatie

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud:

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud en inrichting

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel bij de OER 2016-2017 Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam }nvao r n e d e rlcw d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie les Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Japan Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

HBO5 in Vlaanderen. Toelichting Noël Vercruysse 23 november 2011 Noel.vercruysse@ond.vlaanderen.be

HBO5 in Vlaanderen. Toelichting Noël Vercruysse 23 november 2011 Noel.vercruysse@ond.vlaanderen.be HBO5 in Vlaanderen Toelichting Noël Vercruysse 23 Noel.vercruysse@ond.vlaanderen.be De Feiten Decreet betreffende het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs van 30 april 2009 In

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

Public Administration Arbeidsmarkt

Public Administration Arbeidsmarkt Public Administration Maar liefst 33 masters staan voor je klaar als je je bachelor politicologie, bestuurskunde of internationale betrekkingen hebt gehaald. Maak daar maar eens een keuze uit. Ga je voor

Nadere informatie

December 2005. Pedagogische Wetenschappen

December 2005. Pedagogische Wetenschappen December 2005 Pedagogische Wetenschappen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 P.O. Box 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: +31 (0) 30 230 3100 Fax:

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning. nvao nederiands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 21 november 2016 onderwerp Definitief accreditatiebesluit (004107) bijlage 1 Intrekking en nieuwe vaststelling van het accreditatiebesluit

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD master city developer Ontwikkel een eigen visie Werk je in stedelijke gebiedsontwikkeling of herstructurering dan is de MCD opleiding voor jou een

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL Huizinga Instituut 2012-2016

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL Huizinga Instituut 2012-2016 De Colleges van Bestuur van: GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL Huizinga Instituut 2012-2016 de Erasmus Universiteit Rotterdam; de Radboud Universiteit Nijmegen; de Rijksuniversiteit Groningen;

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Taalwetenschap Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag

Samenvatting aanvraag Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing Nieuwe opleiding is): Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1 Verplaatsing bestaande opleiding Nevenvestiging

Nadere informatie

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN Inhoud Eindkwalificaties... 2 Afstudeerrichtingen... 3 Structuur van de opleiding... 3 Beroepsperspectief... 3 Excellentietraject... 4 Toelating en inschrijving...

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Italiaanse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Basisgegevens. Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Nieuwe opleiding. Nieuw Ad programma. Nieuwe hbo master. Nieuwe joint degree

Basisgegevens. Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Nieuwe opleiding. Nieuw Ad programma. Nieuwe hbo master. Nieuwe joint degree Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): X Nieuwe Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Universiteit

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Islamitische Theologie Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden April 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning. Ontwerp van accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Master of Science in de architectuur (master) van de Universiteit Antwerpen (na tijdelijke

Nadere informatie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen Kunstbeleid en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 3 88 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 304 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Mediastudies van de Universiteit van Amsterdam

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Mediastudies van de Universiteit van Amsterdam s e a ccr e ditati eorga ni sdt e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Mediastudies van de Universiteit van Amsterdam datum 31 maart 2014 onderwerp Definitief

Nadere informatie

Directeur onderwijsinstituut

Directeur onderwijsinstituut Directeur onderwijsinstituut Doel College van van Bestuur Zorgdragen voor de ontwikkeling van het facultair en uitvoering en organisatie van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

QANU maart 2007. Technische Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen

QANU maart 2007. Technische Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen QANU maart 2007 Technische Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax:

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,nvao ~ n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056 OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Godgeleerdheid Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

September 2007. Informatica

September 2007. Informatica September 2007 Informatica Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030 230 3129 E-mail: info@qanu.nl Internet:

Nadere informatie

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling September 2015 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappij 2019-2020 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong Toetsing en examinering bij accreditaties door Inge de Jong Inhoud 1. Aan welke eisen op het gebied van toetsing moet een opleiding voldoen? 2. Hoe kijkt een panel? 3. Hoe kan een opleiding goed duidelijk

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling van de masteropleiding

Onderwijs- en examenregeling van de masteropleiding vrije Universiteit amsterdam Faculteit der Exacte Wetenschappen Onderwijs- en examenregeling van de masteropleiding Computer Science Deel B Preambule In dit document wordt een A en een B gedeelte onderscheiden.

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER 2017-2018 Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal Vakbeschrijvingen derde jaar EBM: In het derde jaar volg je enkele verdiepende vakken, schrijf je de bachelorscriptie en heb je een vrije keuzeruimte. Je kunt deze ruimte invullen met keuzevakken (o.a.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Griekse en Latijnse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Studieloopbaan en Loopbaanorientatie Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Programma - Wat kan er in de opleiding - Hoe kies je? - Loopbaan oriëntatie en Studieloopbaankeuzes, binnen

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Tandheelkunde. Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit. Additionele beoordeling

Tandheelkunde. Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit. Additionele beoordeling Tandheelkunde Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Additionele beoordeling Verslag aanvullende beoordeling masteropleiding Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen pagina 2 van

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Versie 1.0.3, 1 mei 2012 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie