Het leven van alledag met een insulinepomp
|
|
- Julia de Ruiter
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het leven van alledag met een insulinepomp Inleiding Je hebt diabetes mellitus en gaat mogelijk over op een insulinepomp of je hebt al een insulinepomp. De kinderdiabetesverpleegkundige heeft je informatie gegeven over hoe je met deze insulinepomp in diverse situaties de glucoseregulatie zo goed mogelijk kunt regelen. Alle informatie is in deze folder voor jou gebundeld. Je kunt deze folder gebruiken als naslagwerk en bij problemen. Vragen Als je vragen hebt over onderwerpen in deze folder, of over zaken die niet in deze folder behandeld worden kun je contact opnemen met jouw kinderdiabetesverpleegkundige. Dit kan tijdens je volgende poliklinisch contact met de kinderdiabetesverpleegkundige, maar je kunt ook altijd bellen of een sturen naar De kinderdiabetesverpleegkundige is bereikbaar op telefoonnummer , vraag of je doorverbonden wordt met sein Voor dringende vragen kun je 24 uur per dag bellen naar het ziekenhuis: en vragen naar de dienstdoende kinderdiabetesdienst. Je wordt dan doorverbonden met de kinderdiabetesverpleegkundige of met de dienstdoende kinderarts voor diabetes. Indien er zich technische problemen voordoen met de insulinepomp die je zelf niet kunt oplossen kun je het beste rechtstreeks contact opnemen met het alarmnummer van de leverancier van jouw insulinepomp. Het telefoonnummer zit bij de gebruiksaanwijzing van de insulinepomp. Deze informatie is alleen bedoeld voor mensen die insuline gebruiken door middel van een insulinepomp. Indien je insuline op een andere manier gebruikt dan is de hier beschreven informatie niet op jouw situatie van toepassing. De pomp Draag de pomp dicht op het lichaam voor een constante temperatuur. Voorkom grote temperatuurverschillen. Bij het instellen op de pomp wordt eerst de nacht goed ingesteld, daarna de dag. De langwerkende insuline van het penschema werkt mogelijk nog ongeveer 3-5 dagen door na overstap op de pomp. Daardoor is er een risico op het krijgen van een hypoglycemie tijdens de eerste paar dagen van de instelperiode. In verband met het instellen op een goed bolus- en basaalschema is het nodig dat je de eerste periode een 8-puntscurve prikt: N NO VL NL VA NA VS Nacht (ergens tussen uur). Het streven is om uiteindelijk een basaal-bolusverhouding te krijgen van 30-70% of 40-60%. Dit is per patient verschillend maar per dag dient de totale basale hoeveelheid nooit meer te zijn dan de totale bolushoeveelheid. Bij ziekte/koorts kan de basaaldosering zo nodig tijdelijk worden verhoogd tot %. Het is altijd verstandig om de insulinepomp te verzekeren. Er zijn leveranciers die in deze behoefte voorzien en ook de DVN heeft een eigen verzekering voor insulinepompen. Informeer bij je kinderdiabetesverpleegkundige omtrent de mogelijkheden. Bij vocht in de pomp: alles afkoppelen en de pomp ondersteboven op de verwarming laten drogen. Aandrijfstang niet terugdraaien, anders komt er vocht in de pomp en raakt hij defect. Pagina 1 van 6
2 Bij technische problemen kan er contact met de pompfabrikant worden opgenomen, zij helpen je dan verder of leveren desnoods een nieuwe pomp (koeriersdienst). Een batterijklepje van een pomp dient minimaal 1 x per jaar vervangen te worden. Adapter (Accu-Chek pomp) dient 1 x per 3 maanden vervangen te worden. Hiervoor zijn ook speciale servicepacks beschikbaar waar een adapter, batterijklepje en batterijen in zitten. Reservoirdop (Animas pomp) dient 1x per jaar verwisseld te worden, bij vaak dragen met zwemmen 2 x per jaar. Animas is waterdicht! Voor iedere pomp is er gratis software beschikbaar om deze uit te kunnen lezen op de computer. De gebruikersmogelijkheden verschillen onderling nogal. Dit maakt het raadzaam om met je kinderdiabetesverpleegkundige te overleggen wat je hierin belangrijk vindt. Mogelijk beïnvloedt dit de pompkeuze. Het naaldje/canule Het heeft de voorkeur om de eerste periode, indien mogelijk, te starten met een stalen naaldje van 6 mm. Dit geeft minder littekenweefsel en er onstaan geen verstoppingsalarmen doordat het naaldje afgeknikt wordt. Een stalen naald dient 1 x per 2 dagen verwisseld te worden. Op den duur kan in onderling overleg worden over gegaan op een Teflon canule 6 mm. Voordeel is dat deze maar 1 x per 3 dagen verwisseld hoeft te worden. In principe is de gehele buik geschikt om een naald in te brengen behalve ter hoogte van de broekriem. Prik het naaldje minimaal 2 à 3 cm. van de navel verwijderd. De naald kan zittend of staand ingebracht worden, bij voorkeur met een daarvoor bestemd inbrenghulpmiddel. Deze zorgt ervoor dat een naald altijd met dezelfde snelheid ingebracht wordt. Ook de billen en bovenbenen zijn prima plaatsen om een naaldje in te brengen, zeker wanneer er weinig buikvet is. Het is vooral van belang dat er goed afgewisseld wordt tussen de insteekplaatsen zodat er zo min mogelijk kans bestaat op het ontstaan van littekenweefsel of andere onderhuidse beschadigingen (lipo s). Je hoeft de huid niet te desinfecteren; normaal hygienisch werken door bij voorbeeld dagelijks te wassen met een ph-neutrale zeep is voldoende. Alcohol droogt de huid uit en wordt daarom afgeraden. Voor het inbrengen van de naald was je de handen met zeep. Afhankelijk van de naald die is geadviseerd, prik je loodrecht of in een hoek van graden. Onder normale omstandigheden kan een stalen naald 2 dagen blijven zitten op dezelfde plaats en een Teflon canule 3 dagen. Bij sommige systemen is het aan te raden de naalden in de koelkast te bewaren. De Teflon canule zit dan strakker om de naald (minder kans op opstropen) en de koude naald verdooft enigszins. Wanneer het inbrengen soms pijn doet kun je van tevoren ook de huid verdoven met een ijsklontje. Als er tijdens het aanprikken een bloedinkje ontstaat moet je de naald terugtrekken en op een andere plaats een nieuwe naald inbrengen. Eventueel bloed in de katheter dien je eruit te spoelen met insuline voordat je een nieuwe naald inbrengt. Bij voorkeur naald (en eventueel systeem) verwisselen voor het geven van een bolus zodat je zeker weet dat alles goed is ingebracht. Ter controle wordt geadviseerd om 1,5-2 uur na inbrengen van een nieuwe naald de bloedglucose te bepalen. Voor het slapen gaan een nieuwe naald inbrengen is geen goede optie omdat je dan 1-2 uur erna geen glucose controle meer hebt. Als een naald na inbrengen pijn blijft doen (> 10 min.) dan zit deze waarschijnlijk niet goed en dien je meteen een nieuwe in te brengen. Indien er problemen zijn met het inbrengen van de naald is het mogelijk om de insteekopening te verdoven met Emla -zalf. Hiervoor dien je een recept te vragen aan de kinderarts. Bij huidproblemen die niet zijn op te vangen met betere hygiëne kan een medicinale zalf eventueel een oplossing zijn. Je kunt ph-neutrale zeepprodukten gebruiken, bijvoorbeeld Dermolin of wondfolies aanbrengen op de huid ter bescherming tegen de pleister. Cavilon spray of WBF skin barrier is een huidbeschermer die als een filmpje op de huid ligt en waar doorheen geprikt kan worden. Pagina 2 van 6
3 De pleister hecht ook beter bij gebruik van deze spray of doekje. Ook de huid wassen met Hibiscrub is een mogelijkheid. Overleg het gebruik hiervan met je kinderdiabetesverpleegkundige. Vaak worden deze produkten echter niet vergoed of heb je hier een speciale machtiging voor nodig, vraag dit na bij de apotheek of je zorgverzekeraar. Chloorhexidine crème 1% FNA kan op recept ter preventie van ontstekingen voorgeschreven worden. Bij ontstekingen kan door een arts eventueel Fucidine crème op recept voorgeschreven worden. Ook Bactroban zalf is dan een goede optie. Gebruik dit laatste kortdurend. Wanneer er een medische indicatie is voor gebruik van produkten dan wordt het vaak wel vergoed. De katheter Controleer regelmatig of er geen luchtbelletjes in de katheter zitten, vooral als de bloedglucose hoog is. Kleine belletjes tot een lengte van 0,5 cm zijn acceptabel, maar dat is afhankelijk van de basaalstand. Bespreek dit bij twijfel met je kinderdiabetesverpleegkundige. Als de bellen groter zijn, verwijder dan de naald of koppel hem los en druk de lucht met insuline uit de catheter. Dit doe je met de functie katheter vullen. Breng dan de naald op een nieuwe plaats in of sluit hem weer aan. Vervang de katheter 1 à 2 keer per week. Meestal tegelijk met een ampul. Verwissel de systemen bij voorkeur s ochtends (tijdens het douchen is de oude naald makkelijker te verwijderen); je hebt dan een schone huid. Dit vermindert de kans op infecties en de pleister plakt beter. Soms loopt er bloed terug in de katheter. Verwissel zonodig de katheter en breng de naald op een nieuwe plaats in. Controleer de bloedglucose na 1,5-2 uur. Bij een lage basaalstand (bijvoorbeel 0,025 0,05 0,1) dient de katheter eerder verwisseld te worden dan de ampul leeg is. Insuline kan namelijk klonteren. Bij snel loslaten van de pleister is het aan te raden om een lus in de katheter te leggen en deze mee te plakken zodat de naald er niet snel wordt uitgetrokken. Deze lus wordt dan met een pleister (bv. Tegaderm) vastgeplakt. Overleg dit met je kinderdiabetesverpleegkundige. Bij de pompen van Accu-Chek kun je met de draaisleutel voor de batterij ook de katheter van de adapter afkoppelen. De insteekopening Als de insteekopening pijn doet, breng je de naald op een nieuwe plaats in. Probeer zoveel mogelijk te roteren. Als de huid rond de naald rood, warm en gezwollen is kan dat door een plaatselijke infectie komen: dit leidt tot hogere bloedglucosewaarden en dus tot ontregeling; de insulineopname zal verstoord raken. Jeuk wordt meestal veroorzaakt door een pleister. Verwissel deze voor een nieuwe en/of probeer anders eventueel een andere pleister uit (Opsite i.v.3000, Tegaderm, enz.) Het jeuken kan ook veroorzaakt worden door een naald die te lang op dezelfde plaats zit. Cavilon beschermt tegen pleisterallergie. Je leverancier van diabeteshulpmiddelen kan mogelijk proefpakketjes bezorgen. Gebruik geen geparfumeerde zeep of lotion op de huid van de buik, maar ph-neutrale produkten. De insulineampullen Voorkom dat er lucht in de insulineampullen komt door de ampul op kamertemperatuur/lichaamstemperatuur te brengen voor je hem in de pomp stopt. Advies is om hem een dag van tevoren uit de koelkast te halen. Je kunt meerdere ampullen tegelijk klaarmaken en er een paar op kamertemperatuur bewaren. Maar de werkzaamheid van insuline die bewaard wordt op kamertemperatuur is na 4-6 weken niet meer gegarandeerd. Insuline verliest ook zijn werking als deze bevriest. Als dit gebeurt moet je de insuline weggooien. Pagina 3 van 6
4 Temperaturen tot 40 0 C zijn geen probleem. Echter als de ampullen gedurende 2-3 weken op deze temperatuur bewaard zijn, beginnen zij hun werkzaamheid te verliezen en kunnen ze beter worden weggegooid. Stel de insuline in de ampul nooit bloot aan direct zonlicht, dit onafhankelijk van de temperatuur. Wanneer de pomp wordt afgekoppeld, leg deze dan in de schaduw. Ook zijn hiervoor speciale tasjes verkrijgbaar waarin de pomp en insuline op de juiste temperatuur blijft. Wanneer en hoelang kan de pomp worden afgedaan Direct na een maaltijd waarbij een maaltijdbolus is gegeven kan de pomp gedurende 2 uur bij Humalog of NovoRapid worden stop gezet. Wanneer dit langer duurt, dien je de bloedglucose te controleren. Bij waarden boven 7,0 mmol/l spuit je zo nodig (ultra)kortwerkende insuline bij met de insulinepen als je de pomp nog niet inbrengt of aansluit, of koppel de pomp even aan om daarmee een bolus te geven. Zonder bolus kan een pomp ongeveer 1 uur afgekoppeld worden. Bij het loskoppelen van de pomp: de pomp altijd door laten lopen, dus de pomp niet afzetten. Dit doordat de druk van de pomp afneemt en de insuline wat terugloopt in het infuussysteem. Koppel je de pomp dan weer aan is er gedurende korte tijd geen insuline aanwezig in het infuussysteem. Op het moment dat je de pomp weer aansluit altijd de katheter weer ontluchten als er insuline teruggelopen is in de katheter. Bepaal een bloedglucose en bolus zo nodig extra insuline bij.. De kinderdiabetesverpleegkundige leert je eventueel terugrekenen naar een penschema zodat je altijd terug kunt keren naar gewone subcutane injecties. Dit zou bijvoorbeeld tijdens bepaalde vakanties een optie kunnen zijn; houd wel rekening met opnieuw zoeken naar een goed schema. Overleg in geval van (tijdelijk) stoppen met de pomptherapie altijd met kinderdiabetesverpleegkundige en/of kinderarts! Als je Humalog of NovoRapid in de pomp hebt en je wilt de pomp langer dan 1 uur afdoen, houd dan rekening met het tijdstip van de laatste bolus en bepaal hoe lang de pomp losgekoppeld kan zijn. Reizen/vakantie Neem contact op met de kinderdiabetesverpleegkundige voor de nodige extra adviezen. Denk aan een medicijnenpaspoort, voldoende voorraad insuline en toebehoren voor de pomp. Sluit naast de reisverzekering een waardeverzekering af voor de pompen; afhankelijk van de ziektekostenverzekering. Informeer bij de zorgverzekeraar hoe hiermee om te gaan. De DVN en sommige leveranciers hebben ook een extra verzekering voor insulinepompen. Neem altijd een reserve bloedglucosemeter mee op vakantie evenals een reservepomp. Deze laatste kun je aanvragen bij de fabrikant van je insulinepomp uiterlijk 3 weken voorafgaand aan je vakantie. Belangrijk voor de douane: bij fouilleren waarschuwen dat je een pomp draagt. Bij je kinderdiabetesverpleegkundige kun je een douaneverklaring krijgen. Neem de insulinepen, naaldjes en eventueel het penschema mee. Denk aan het verzetten van de klok in je pomp bij tijdsverschil op je vakantiebestemming. Bij weekendjes weg/logeerpartijen: neem eventueel een reservepomp mee en stel deze van tevoren in. Binnen de Benelux garanderen de insulinepompfabrikanten een snelle levering van een reservepomp mocht je eigen pomp kapot gaan. Douchen/zwemmen Je kunt met sommige pompen zwemmen of douchen (Animas/Omnipod). Voor andere pompen zijn speciale plastic zakjes te verkrijgen bij je hulpmiddelenleverancier. Het wordt echter aangeraden om tijdens het zwemmen of douchen de pomp af te koppelen. Wanneer je de pomp toch aangekoppeld hebt gelaten deze na afloop goed afspoelen in verband met bijtende stoffen zoals chloor, badschuim en dergelijke. Het plastic zakje na gebruik afspoelen en goed laten drogen. Pagina 4 van 6
5 Sporten en lichamelijke inspanning De pomp kan beschermd worden door een sportguard (= speciaal pomptasje) Het tijdstip van sporten is belangrijk. Er moet dan rekening gehouden worden met de bolus voor de maaltijd en de basaalstand tijdens en na het sporten. Tijdens wintersport de pomp dragen onder de kleren om bevriezen van de insuline te voorkomen. Pomp bij voorkeur afdoen bij water- en contactsporten. Niet bij iedere pomp wordt waterdichtheid gegarandeerd. Indien langdurig zwemmen zonder pomp dan kan 1-2 uur later de gemiste insuline bijgebolust worden. Niet sporten indien: De bloedglucosewaarde < 3,5 mmol/l is. De bloedglucosewaarde > 15 mmol/l is en er sprake is van meer dan 0,7 ketonen. Check de oorzaak van de verhoogde bloedglucose (zie hyperglycemische ontregeling) en onderneem de bijbehorende acties. Houd met sporten ook rekening met de duur en de intensiteit van de sport. Zet de pomp zo nodig uit of pas een tijdelijke basaalverlaging toe. Controleer na afloop ook altijd de bloedglucose en houd er rekening mee dat de geleverde inspanning nog uren kan nawerken met als mogelijk gevolg een (nachtelijke) hypo. Ook hier kan een tijdelijke basaalverlaging nuttig zijn. Voorbeeldschema: Type inspanning Duur inspanning Lichte inspanning (wandelen/winkelen) Matige inspanning minuten (bv schoolgym) Zware inspanning maximaal 30 minuten Zware inspanning > 30 minuten Glucose voor start Koolhydraten Insulineaanpassing < 5 mmol/l 7,5 gram schoolkind Basaal stand 50% 15 gram volwassenen > 5-10 mmol/l - Basaal stand 50% > 10 mmol/l - Basaal stand 50 + ½ correctie bolus < 8 mmol/l gram Pomp los maximaal 1 uur 8-10 mmol/l - Pomp los maximaal 1 uur > 10 mmol/l - ½ correctie bolus - Pomp los maximaal 1 uur + van tevoren bolus + avond nacht basaal 20-40% lager Per 30 minuten zware Tijdens en na inspanning inspanning basaal 25-40% ( ook in de gram schoolkind nacht) gram volwassenen Overleg altijd met je kinderdiabetesverpleegkundige of kinderarts wat voor jou de beste adviezen zijn. Draagmogelijkheden. Het is niet altijd zeker dat alles vergoed wordt van de geboden draagmogelijkheden. Informeer bij je hulpmiddelenleverancier welke vergoedingen zij bieden.dit kan jaarlijks veranderen. Op internet vind je afbeeldingen van draagmogelijkheden en je kinderdiabetesverpleegkundige zal ze waarschijnlijk ook kunnen tonen. Sommige pompfabrikanten hebben ook nog een folder met draagmogelijkheden beschikbaar ter inzage. Pagina 5 van 6
6 Elektrische apparatuur. Bij een MRI (scan gemaakt in het ziekenhuis voor onderzoek) zal de pomp moeten worden afgekoppeld. Houd hier dan rekening mee. Radarinstallaties en elektrische centrales kunnen verstoringen geven. Kom niet te dichtbij. Controlepoortjes in winkel geven geen problemen. Op vliegvelden incidenteel wel. Voorraad thuis Zorg ervoor dat je onderstaande materialen thuis op voorraad hebt. Kathetersystemen Pompnaalden Zonodig douchezakje en/of afplakmateriaal Insuline voor pomp (check houdbaarheid!) Insulinepen + (U)KW-insuline + pennaalden GlucaGen en reserve-recept Voldoende zelfcontrolematerialen Batterijen pomp en/of afstandbediening (Combo, PDM) Adapter pomp (Accu-Chek, Animas) Ampullen/reservoirs indien deze zelf gevuld moeten worden Voldoende Pods (Omnipod) Let op de vervaldatum van GlucaGen, batterijen en eventuele medicamenten die je niet zo vaak gebruikt!! Evaluatie voorlichting Bent u van mening dat in deze folder bepaalde informatie ontbreekt, onduidelijk of onjuist is, dan horen wij dit graag. U kunt dit aangeven bij het Patiëntenvoorlichtingsbureau. Telefoonnummers en adressen Kinderdiabetesverpleegkundige T: E: kinderdiabetes@elkerliek.nl Patiëntenvoorlichting T: E: pvb@elkerliek.nl Elkerliek ziekenhuis voorlichting@elkerliek.nl Locatie Helmond Wesselmanlaan HA Helmond Locatie Deurne Dunantweg CB Deurne Locatie Gemert Julianastraat DB Gemert model ag 0813 versie 1.0 Pagina 6 van 6
De poliklinische instelling van de insulinepomp
De poliklinische instelling van de insulinepomp Inleiding. Je hebt Diabetes mellitus en gaat hiervoor een insulinepomp gebruiken. De kinderdiabetesverpleegkundige heeft je informatie gegeven over de instellingsfase
Nadere informatieInsulinepomptherapie. Interne geneeskunde
Insulinepomptherapie U heeft van uw internist en /of diabetesverpleegkundige het advies gekregen over te gaan op insulinepomptherapie omdat de instelling van uw diabetes niet goed is ondanks optimale zelfregulatie.
Nadere informatiePraktische informatie voor insulinepompgebruikers
Praktische informatie voor insulinepompgebruikers Deze folder bevat praktische informatie voor de insulinepompgebruikers. Hoe te handelen bij: Het verwisselen van de naald/katheter - Haal een ampul insuline
Nadere informatieInsulinepomp- therapie bij kinderen
Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een
Nadere informatieInsulinepomptherapie. Adviezen en instructies. gemini-ziekenhuis.nl
Insulinepomptherapie Adviezen en instructies gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 3 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 4 Geen effect
Nadere informatieInsulinepomp- therapie bij kinderen
Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en insulinepomp. Algemene informatie voor kind en ouders
Kind met diabetes en insulinepomp Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INSULINEPOMP ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Een insulinepomp is een apparaatje dat gebruikt
Nadere informatieInformatie voor omnipodgebruikers
Informatie voor omnipodgebruikers Deze folder bevat praktische informatie voor de omnipod-gebruiker. Met het woord pod in deze folder bedoelen we het apparaatje (insulinereservoir, canule en pomp ineen)
Nadere informatieInformatie voor de insulinepompgebruiker
Informatie voor de insulinepompgebruiker Inhoudsopgave Algemene zaken bij gebruik van de insulinepomp blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte)
Nadere informatiePraktische handleiding voor de gebruiker van de insulinepomp
Praktische handleiding voor de gebruiker van de insulinepomp Insulinepomp Een insulinepomp is een elektronisch toedieningssysteem voor insuline. Met de pomp wordt getracht het fysiologische insuline-afgiftepatroon
Nadere informatieInsulinepomptherapie Adviezen en instructies.
Insulinepomptherapie Adviezen en instructies www.nwz.nl Inhoud Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 5 Wat doet u bij een defecte
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Pompeducatie. bij insulinepomptherapie
PATIËNTEN INFORMATIE Pompeducatie bij insulinepomptherapie 2 PATIËNTENINFORMATIE Inhoud 1. Thuis dient u in voorraad te hebben... 5 2. Bloedglucosecontroles... 5 3. Hyperglycaemie > 13,9 mmol/l (hoge bloedglucosewaarden)...
Nadere informatieINSULINEPOMP OMNIPOD. Het infuussysteem:
INSULINEPOMP OMNIPOD De insulinepomp Het Omnipod systeem bestaat uit 2 delen, nl de pod en een Personal Diabetes Manager (hierna genoemd als PDM) De PDM is tevens de bloedsuikermeter. In de pod zit een
Nadere informatieInformatie voor de omnipodgebruiker
Informatie voor de omnipodgebruiker Inhoudsopgave Informatie voor de omnipodgebruiker blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 4 Hoe te handelen bij een (onverwachte) hoge glucose blz
Nadere informatieWat je moet weten over je insulinepomp
Wat je moet weten over je insulinepomp gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Hoe kun je de diabetesverpleegkundige en dokter bereiken? 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Zo verwissel je de infusie-set,
Nadere informatieInformatie. Insulinepomptherapie bij kinderen. Begeleidingstraject
Informatie Insulinepomptherapie bij kinderen Begeleidingstraject Inleiding Je hebt diabetes mellitus en je hebt een insulinepomp of wilt hiervoor een insulinepomp gaan gebruiken. Beginnen met insulinepomptherapie
Nadere informatieInsulinepomptherapie. Interne geneeskunde
Insulinepomptherapie U heeft van uw internist en /of diabetesverpleegkundige het advies gekregen over te gaan op insulinepomptherapie omdat de instelling van uw diabetes niet goed is ondanks optimale zelfregulatie.
Nadere informatieAandachtspunten bij gebruik van een insulinepatchpomp
Aandachtspunten bij gebruik van een insulinepatchpomp U gaat overstappen van een behandeling met insuline injecties op een insulinepatchpomp. De insulinepomp, CSII, is een hulpmiddel voor mensen met diabetes
Nadere informatieHandleiding voor de insulinepomp Voor kinderen
Handleiding voor de insulinepomp Voor kinderen Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2013 pavo 0953 Inleiding Jij gaat starten met je insulinepomptherapie. Je hebt inmiddels al veel informatie en adviezen
Nadere informatieLeven met een insulinepomp
Leven met een insulinepomp Interne Geneeskunde Inleiding In overleg met uw internist en diabetesverpleegkundige is besloten dat u een insulinepomp krijgt. We onderscheiden twee soorten pompen. Een patchpomp
Nadere informatieAandachtspunten bij gebruik van een insulinepomp
Aandachtspunten bij gebruik van een insulinepomp U gaat overstappen van een behandeling met insuline injecties op een insulinepomp. De insulinepomp, CSII, is een hulpmiddel voor mensen met diabetes die
Nadere informatieInsulinepomptherapie; patchpomp
Insulinepomptherapie; patchpomp U heeft van uw internist en /of diabetesverpleegkundige het advies gekregen over te gaan op insulinepomptherapie omdat de instelling van uw diabetes niet goed is ondanks
Nadere informatieInformatie voor de omnipodgebruiker
Informatie voor de omnipodgebruiker Inhoudsopgave Algemene zaken bij gebruik van de omnipod blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 4 Hoe te handelen bij een (onverwachte) hoge glucose
Nadere informatieINSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G)
INSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G) 1. De insulinepomp Een insulinepomp is een klein, draagbaar apparaatje dat 24 uur per dag snelwerkende insuline afgeeft. Het heeft ongeveer de afmetingen van een
Nadere informatieVOORBEREIDEN POMPTHERAPIE
VOORBEREIDEN POMPTHERAPIE 1176 Inhoudsopgave Starten met een pomp... 3 Voor- en nadelen van een insulinepomp... 3 Insulinepomptherapie... 4 Voorwaarden... 4 Gang van zaken: start pomptraject... 5 Dagelijks
Nadere informatieInformatie. Insulinepomptherapie begeleidingstraject
Informatie Insulinepomptherapie begeleidingstraject Inleiding U heeft diabetes mellitus en u heeft een insulinepomp of gaat hiervoor een insulinepomp gebruiken. De diabetesverpleegkundige heeft u informatie
Nadere informatieInsulinepomptherapie
Insulinepomptherapie In deze brochure kunt u alles lezen over InsulInepomptherapIe en een goed beeld krijgen van de voor- en nadelen. ook worden begrippen die te maken hebben met InsulInepomptherapIe uitgelegd.
Nadere informatieHandleiding voor gebruikers insulinepomp. Voor volwassenen
Handleiding voor gebruikers insulinepomp Voor volwassenen Inleiding U gaat starten met een insulinepomptherapie en heeft inmiddels al veel informatie en adviezen gekregen. Om alles thuis nog eens rustig
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Reizen met diabetes. Vakantietips en paklijst
PATIËNTEN INFORMATIE Reizen met diabetes Vakantietips en paklijst Vakantietips 1. Advies voor de diabetesmaterialen Neem voor de vakantieperiode ruim voldoende materiaal mee (zie paklijst). Verdeel uw
Nadere informatieRichtlijnen insulinepomptherapie
Interne geneeskunde Richtlijnen insulinepomptherapie bij insuline-resistentie In deze folder staan praktische richtlijnen voor het starten en gebruiken van de insulinepomp. Heeft u na het lezen van de
Nadere informatieBloedglucose In overleg met uw diabetesteam zal worden bepaald hoe vaak u uw bloedglucose moet controleren.
Pompdagboek 2 POMPDAGBOEK Als Mediq Direct Diabetes richten wij ons volledig op mensen met diabetes. Wij leveren een compleet assortiment op het gebied van diabeteshulpmiddelen, insuline en overige doorlopende
Nadere informatieInsuflon canule. Info voor ouders of verzorgers
Insuflon canule Info voor ouders of verzorgers Een insuflon is een canule (plastic buisje) die in de vetlaag onder de huid wordt ingebracht en waardoor insuline toegediend kan worden. De informatie in
Nadere informatiewww.diabetesopschool.nl
Informatie begeleiding schoolkamp Deze informatie is bestemd voor mensen die een schoolkamp begeleiden waaraan een kind met diabetes deelneemt. Als begeleiders weten hoe zij moeten handelen in bepaalde
Nadere informatieInformatie. Diabetes en gebruik FreeStyle Libre
Informatie Diabetes en gebruik FreeStyle Libre Inleiding U heeft diabetes mellitus en u gaat gebruik maken van Flash Glucose Monitoring (FGM) oftewel sensortherapie met de Freestyle Libre. De informatie
Nadere informatieDiabetesvoorlichting Spuitinstructie bij diabetes mellitus
Diabetesvoorlichting Spuitinstructie bij diabetes mellitus Waarom insuline Uw internist heeft met u besproken dat u behandeld gaat worden met insuline. Insuline zorgt ervoor dat uw bloedglucosespiegel
Nadere informatieInformatie. Diabetes en nuchter zijn voor onderzoek of operatie. Richtlijnen insuline
Informatie Diabetes en nuchter zijn voor onderzoek of operatie Richtlijnen insuline Inleiding U heeft diabetes mellitus en gebruikt hiervoor insuline. Binnenkort heeft u een afspraak in het ziekenhuis
Nadere informatieDiabetes Mellitus Insulinepomptherapie
Diabetes Mellitus Insulinepomptherapie Inleiding Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII), ook wel insulinepomptherapie genoemd: wie komt er voor in aanmerking,
Nadere informatieRichtlijnen insulinepomp/
Interne geneeskunde Richtlijnen insulinepomp/ POD therapie, bij insuline-afhankelijke diabetes mellitus Inleiding In deze folder staan praktische richtlijnen voor het starten en gebruiken van de insulinepomp.
Nadere informatieINSULINEPOMPTHERAPIE. Richtlijnen
INSULINEPOMPTHERAPIE Richtlijnen 1 MD Richtlijnen insulinepomptherapie.indd 1 03-12-2008 10:10:14 IN DEZE RICHTLIJNEN KUNT U ALLES LEZEN OVER INSULINEPOMPTHERAPIE EN EEN GOED BEELD KRIJGEN VAN DE VOOR-
Nadere informatieRichtlijnen bij insulinepomptherapie
INTERNE GENEESKUNDE Richtlijnen bij insulinepomptherapie versie: insuline-resistentie (INT-124 uitgave februari 2009) Inleiding Voor u ligt de brochure Richtlijnen bij insulinepomptherapie. Deze brochure
Nadere informatiePATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE
PATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE 2 INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE Algemeen Middels deze folder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren over insulinepomptherapie.
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp
Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp WAT TE DOEN BIJ ONTREGELING VAN EEN KIND MET DIABETES MELLITUS EN EEN INSULINEPOMP INLEIDING Het toedienen van de juiste
Nadere informatieUROLOGIE. Nefrostomiekatheter BEHANDELING
UROLOGIE Nefrostomiekatheter BEHANDELING Nefrostomiekatheter Na overleg met uw uroloog hebt u tijdelijk of blijvend een nefrostomiekatheter gekregen. De verpleegkundige zal u uitleggen hoe u de katheter
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Insulinepomptherapie bij diabetes mellitus
Insulinepomptherapie bij diabetes mellitus INSULINEPOMPTHERAPIE BIJ DIABETES MELLITUS VOORBEREIDING OP DE INSULINEPOMPTHERAPIE WAT IS EEN INSULINEPOMP? Een insulinepomp is een klein apparaatje met snelwerkende
Nadere informatieAdviezen bij insulinepomptherapie
Interne Geneeskunde Adviezen bij insulinepomptherapie Deze folder is bestemd voor mensen met diabetes die gebruik maken van een insulinepomp. De informatie is aanvullend op de mondelinge informatie die
Nadere informatieRichtlijnen bij insulinepomptherapie
INTERNE GENEESKUNDE Richtlijnen bij insulinepomptherapie versie: insuline-afhankelijke diabetes mellitus (INT-123 uitgave februari 2009) Inleiding Voor u ligt de brochure Richtlijnen bij insulinepomptherapie.
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders
Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Suprapubische katheter
PATIËNTEN INFORMATIE Suprapubische katheter 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over de suprapubische katheter. Wij adviseren u deze informatie zorgvuldig
Nadere informatieVerwijderen van de galblaas (cholecystectomie)
Verwijderen van de galblaas (cholecystectomie) Inleiding Deze brochure geeft u informatie over de galblaasoperatie (cholecystectomie). Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders
Nadere informatieWerkboek Diabetes en zelfregulatie
Werkboek Diabetes en zelfregulatie Inleiding Dit werkboek is bedoeld voor diabetespatiënten die in overleg met hun diabetesverpleegkundige gaan werken met zelfregulatie. Het doel van zelfregulatie is het
Nadere informatieInstructie zelf toedienen methotrexaat (MTX) door patiënt of mantelzorger
Instructie zelf toedienen methotrexaat (MTX) door patiënt of mantelzorger In overleg met uw behandelend arts is besloten zelf onderhuids (subcutaan) te gaan injecteren met methotrexaat (MTX). In deze
Nadere informatieDiabetes mellitus insulinepomp therapie
Diabetes mellitus insulinepomp therapie Inleiding Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomp therapie genoemd: wie komt er voor in aanmerking,
Nadere informatieDiabetes mellitus insulinepomp therapie
Diabetes mellitus insulinepomp therapie Inleiding Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomp therapie genoemd: wie komt er voor in aanmerking,
Nadere informatieEen suprapubische catheter
Een suprapubische catheter Albert Schweitzer ziekenhuis januari 2015 pavo 0107 Inleiding De uroloog heeft met u besproken dat u een suprapubische catheter gaat krijgen. In deze folder willen wij u informeren
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij pomptherapie
Zelfregulatie bij pomptherapie ZELFREGULATIE BIJ POMPTHERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie. Zelfregulatie is het zelfstandig aanpassen van de bolusinsuline aan
Nadere informatieInsulinepomptherapie Adviezen bij ontregeling
In deze brochure worden punten beschreven waarop u moet letten als u een insulinepomp gebruikt. De diabetesverpleegkundige heeft dit met u besproken. In deze brochure kunt u de informatie nalezen. Hoge
Nadere informatiePatiënteninformatie. Insulinepompwijzer. Informatie over belangrijke aspecten bij de start van insulinepomptherapie
Patiënteninformatie Insulinepompwijzer Informatie over belangrijke aspecten bij de start van insulinepomptherapie Inhoudsopgave Bladzijde Inleiding 5 Materiaalkeuze 5 Voorbereiding 6 Het oefenen met de
Nadere informatiePrikinstructie Menopur
Prikinstructie Menopur Hoe prikt u Menopur? Een injectie Menopur maakt u zelf klaar, waarna u het middel inspuit in de buikplooi. Eén ampul Menopur bevat 75 eenheden (IE). Deze folder beschrijft de prikinstructie
Nadere informatieAandachtspunten bij pompgebruik.
Aandachtspunten bij pompgebruik. 1. Algemeen. Zorg er altijd voor een noodkit bij te hebben met daarin het volgende: Reservekatheter, reservespuit, reservenaald, serter, reservebatterijen en insuline voor
Nadere informatieWat te doen bij hoge bloedglucosewaarden. 3 Maatregelen bij hoge bloedglucosewaarden: 5 6. Wat te doen bij lage bloedglucosewaarden.
Voordelen van een insulinepomp: verbetering van bloedglucosewaarden meer vrijheid door eenvoudig bijsturen van uw bloedglucose meer vrijheid in het eetpatroon minder schommelingen waardoor u zich wat beter
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes
Kind met diabetes KIND MET DIABETES INLEIDING Bij uw kind is diabetes mellitus geconstateerd door de kinderarts. Uw kind zal in de meeste gevallen een paar dagen worden opgenomen op de kinderafdeling.
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose. 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Bijstel-schema hypoglycemie 4 Voorkomen
Nadere informatieDiabetespatiënt. adviezen na een hernia-operatie. leefregels bij gebruik van insulinepomp. ZorgSaam
Diabetespatiënt adviezen na een hernia-operatie leefregels bij gebruik van insulinepomp ZorgSaam 1 2 Leefregels bij het gebruik van een insulinepomp Wat u moet weten bij insulinepomptherapie. U heeft van
Nadere informatieMaag-Darm-Leverziekten. Instructie zelf toedienen van Methotrexaat (MTX)
Afdeling: Maag-Darm-Leverziekten Onderwerp: Instructie zelf toedienen van Methotrexaat (MTX) Zelf toedienen van Methotrexaat door patiënt of mantelzorger In overleg met uw behandelend arts is besloten
Nadere informatiePompdagboekje. Glucoin SPAAR JE GLUCOINS!
Pompdagboekje Glucoin SPAAR JE GLUCOINS! 5 Gluky; jouw diabetesvriend Gluky is jouw diabetesvriend bij Mediq Direct Diabetes. Ook leert Gluky je beter begrijpen wat diabetes is en kun je door Glucoins
Nadere informatieSporten met diabetes
Sporten met diabetes Inleiding Sport en beweging hebben invloed op de bloedsuikerwaarden. Voor iedereen is de invloed hiervan op de diabetesregulatie anders. In deze folder leest u een aantal basisadviezen
Nadere informatieInsuline pomptherapie. Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII)
Insuline pomptherapie Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomptherapie genoemd: u leest wie er
Nadere informatieDeze folder informeert u over de verzorging van de Broviaccatheter
Verzorging van de Broviac-catheter in de thuissituatie Deze folder informeert u over de verzorging van de Broviaccatheter in de thuissituatie. Uw kind mag naar huis na de ziekenhuisopname, maar dient de
Nadere informatieMethotrexaat (MTX) toedienen Instructiefolder voor kinderen en jongeren met ziekte van Crohn of colitis ulcerosa
Methotrexaat (MTX) toedienen Instructiefolder voor kinderen en jongeren met ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Informatiefolder Instructiefolder NNIC folder MTX instructie- kinder uitgave juni 2015 Deze
Nadere informatieSuprapubische catheter
Suprapubische catheter 1 Inleiding In overleg met uw uroloog zal er bij u een suprapubische blaaskatheter ingebracht worden. Het doel van deze katheter is om de urine-afvloed uit de blaas te waarborgen
Nadere informatiehoe bereidt u zich voor op het onderzoek?
hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? richtlijnen voor patiënten: met diabetes mellitus () die voor het onderzoek nuchter moeten zijn Waarom deze folder? Deze folder is bestemd voor patiënten met diabetes
Nadere informatieInterne geneeskunde. ipro continue bloedsuikermeting
Afdeling: Onderwerp: Interne geneeskunde ipro continue bloedsuikermeting 1 Wat houdt de ipro in? De ipro is een systeem dat continu uw bloedsuikerwaarden kan meten. Het doel hiervan is om zo een beter
Nadere informatieAdalimumab (Humira ) toedienen Instructiefolder
Adalimumab (Humira ) toedienen Instructiefolder Instructiefolder NNIC folder Humira instructie- kind uitgave juni 2015 Deze folder is tot stand gekomen door samenwerkende IBD verpleegkundigen binnen het
Nadere informatieSporten met diabetes. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Sporten met diabetes Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Sport en beweging hebben invloed op de bloedsuikerwaarden. Voor iedereen is de invloed hiervan op de diabetesregulatie
Nadere informatieMethotrexaat (MTX) toedienen
Methotrexaat (MTX) toedienen Instructiefolder voor kinderen en jongeren met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Waarom deze folder? Je dokter heeft met je gesproken over het gebruik van methotrexaat
Nadere informatieNefrostomiekatheter. Wat is een nefrostomiekatheter. Doel. Voorbereiding ingreep. De ingreep
In overleg met uw arts is besloten om bij u een nefrostomiekatheter in te brengen. In deze folder vindt u meer informatie over de nefrostomiekatheter. Wat is een nefrostomiekatheter Een nefrostomiekatheter
Nadere informatieAanpassen diabetesmedicatie tijdens voorbereiding voor gastroscopie die vóór 12.00 uur plaatsvindt
Aanpassen diabetesmedicatie tijdens voorbereiding voor gastroscopie die vóór 12.00 uur plaatsvindt Diabetespolikliniek Beter voor elkaar 2 Inleiding U heeft deze folder ontvangen zodat u uw diabetesmedicatie
Nadere informatieAlles over insulinepomptherapie
Alles over insulinepomptherapie INHOUD Wat is een insulinepomp? 4 De basale insuline Een maaltijdbolus Voor- en nadelen van insulinepomptherapie ten opzichte van insulinepentherapie 6 Voor wie is een insulinepomp
Nadere informatiewww.diabetesopschool.nl
Afsprakenbrief insulinepomp Beste leerkracht en/of begeleider*, Ons kind,, heeft diabetes type 1. Het is belangrijk dat ons kind op school goed begeleid wordt. In bijgaande documenten staat de belangrijkste
Nadere informatieAls u diabetes hebt en nuchter moet zijn voor een onderzoek of operatie
Informatie voor patiënten Als u diabetes hebt en nuchter moet zijn voor een onderzoek of operatie insuline z Vooraf 1 U hebt diabetes mellitus (suikerziekte) en komt binnenkort naar het ziekenhuis voor
Nadere informatieDiabetes en ketonen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Diabetes en ketonen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Mensen met diabetes type 1 hebben een grotere kans op het krijgen van een zogeheten ketoacidose. Bij een
Nadere informatieVerzorging nierkatheter nefrostomie katheter
Verzorging nierkatheter nefrostomie katheter Polikliniek urologie U heeft zojuist een slangetje in uw nier gekregen om de urine weg te laten lopen. Dit slangetje wordt een nierkatheter of nefrostomie katheter
Nadere informatieKies voor eenvoud. De eerste insulinepatchpomp nu zelfs nog kleiner!
Kies voor eenvoud. De eerste insulinepatchpomp nu zelfs nog kleiner! Het insulinemanagementsysteem zonder infuussets, met slechts twee onderdelen Klein, lichtgewicht en waterdicht: de Pod Intuïtief en
Nadere informatieInformatie suprapubische katheter
Informatie suprapubische katheter U krijgt binnenkort een suprapubische katheter. De uroloog heeft u verteld waarom een suprapubische katheter bij u ingebracht gaat worden. Het inbrengen van de katheter
Nadere informatieMethotrexaat. Voorlichting en spuitinstructie
Methotrexaat Voorlichting en spuitinstructie Inhoud Toedienen van Methotrexaat 3 Methotrexaat onderhuids toedienen 3 Benodigdheden 3 Werkwijze 4 Bewaren van Methotrexaat 7 Naaldencontainer 7 Als u een
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij intensieve therapie
Zelfregulatie bij intensieve therapie ZELFREGULATIE BIJ INTENSIEVE THERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie bij intensieve insulinetherapie. Zelfregulatie is het zelfstandig
Nadere informatieDiabetes en bewegen. Esther Pekel, diabetes diëtist Misja Sprengers, verpleegkundig specialist diabetes
Diabetes en bewegen Esther Pekel, diabetes diëtist Misja Sprengers, verpleegkundig specialist diabetes Kahoot! Diabetes en bewegen: wat weet jij ervan? Ga naar de Kahoot! app of kahoot.it https://kahoot.it
Nadere informatieInformatie suprapubische katheter
Informatie suprapubische katheter Informatie voor patiënten F0271-3415 januari 2011 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose. 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Bijregel-schema hypoglycemie 4
Nadere informatieDiabetes type 1 en sport
Diabetes type 1 en sport informatie voor kinderen tussen de 12 en 18 jaar afdeling diëtetiek Het beoefenen van sport is goed voor iedereen, dus ook voor jou. Het is wel belangrijk om goed op te letten
Nadere informatieVakantie en diabetes. Poli Kinderdiabetes Route 78
00 Vakantie en diabetes Poli Kinderdiabetes Route 78 Zoals je wellicht weet is diabetes een ziekte die gevoelig is voor vrijwel elke verandering in je leefomstandigheden. Op reis gaan is zo'n verandering.
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. De diabeteszorg in het Refaja ziekenhuis
De diabeteszorg in het Refaja ziekenhuis DE DIABETESZORG IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING Diabetes mellitus is een veel voorkomende chronische ziekte die gekenmerkt wordt door een te hoge bloedglucosewaarde.
Nadere informatieZelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
Zelfregulatie U heft suikerziekte (diabetes mellitus) en gebruikt daarvoor twee of vier maal per dag insuline. In overleg met uw arts heeft u besloten dat u zelf uw diabetes mellitus gaat regelen (zelfregulatie).
Nadere informatieDiabetescentrum. Locatie VUmc. Insulinepomptherapie
Diabetescentrum Locatie VUmc Insulinepomptherapie Amsterdam UMC Diabetescentrum 3 Inhoud Algemene doelstelling van insulinepomptherapie: Een verbeterde glucoseregulatie en een verhoging van de kwaliteit
Nadere informatieNefrostomie katheter. Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis
Nefrostomie katheter Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis Inleiding In overleg met uw arts is besloten bij u een nefrostomie katheter in te brengen. Dit is een dun slangetje dat via de huid in uw
Nadere informatieIk ben voel ziek me niet lekker
Diabetesstrip Ik ben voel ziek me niet lekker Ik voel Ik me ben niet ziek lekker. Ik voel me moe, moet vaak plassen en veel drinken, zie wazig en val af. 2 Gluky heeft diabetes Naar het ziekenhuis Naar
Nadere informatieInsuline pomptherapie. Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII)
Insuline pomptherapie Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomptherapie genoemd: u leest wie er in
Nadere informatiePTC-drain Radboud universitair medisch centrum
PTC-drain U heeft gehoord dat u een percutane galwegdrain (PTC-drain) krijgt. Maar wat is een PTC-drain? Hoe wordt deze drain geplaatst? Hoe moet u deze thuis verzorgen? En waar moet u op letten? Dat
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Voorkomen van hypoglycemie bij lichamelijke
Nadere informatieWat moet u doen voorafgaand aan de injectie?
Instructie Hoe prikt u Cetrotide? Een injectie Cetrotide maakt u zelf klaar, waarna u het middel inspuit in de buikplooi. Eén verpakking bevat een ampul met een bolletje 25 mg Cetrotide poeder, een spuit
Nadere informatie