oor IN NAAM DER KONINGIN GROSSE GERËCHTSHOF AMSTERDAM Sector civicl recht Nevcnzittingsplaats Amhem

Transcriptie

1 L7/07 ' 09 VRI 16:J4 FAli.07J MR T oor aïtest IN NAAM DER KONINGIN GROSSE GERËCHTSHOF AMSTERDAM Sector civicl recht Nevcnzittingsplaats Amhem zaaknurnmer gereclrtshof gg7 (zaaknumnier rcchtbanlc Utrecht (sector kanton, locaíie Amersfoort): AC ) arrest van de eerstc civiele karner van 16 juui 200g inzake de besloten ven nootschap mct beperkíe aansprake I ijkireid Witlox Juristen sinds V,, gevestigd te's-hertogenbosch, appellantc, advocaat rar ï-m.c.a. Reinders Folmcr, tegen; A.A. Dijkhorst, wonende te Veenendaal, geihtimeerdc, advocaat nu M-T- Spetter. I. fíet geding in eerstc aanleg Voor het gcding in cerste aanleg verwijst het hof naar dc inhoucl van het vonnis van 30 janrrari 2008 dat de rechtbalk Utrecht, sector kalton, locatie Amersfoor! tussen appellante ' (hierna ook te noemcn: Witlox) als eiscres en geïntimcerde (hierna ook te noemcn: Dijkhorst) als gedaagde heeft gowezeni vàn dat vonnís is een fotokopie aan dit arrcst gehecht. 2. I-Iet geding in hoger bcroep 2.1' Witlox heeft bij cxploot van29 april 2008 Dljkhorst aangezegd vàn voornoomd vonnis van 30 januari 2008 in hoger beroep te komen, met dagvaarding van Dijkhorst voor dit hof. 2.2 Bij memorie van grieven heeft ï[itlox twee gríeven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en toegelichf heeft zij bewiis aangeboden en een nicuwe productie in het geding gcbracht. Bij dezelfdc memode heeft zij haar vorclering in hooftlsorn verrneerderd cn de grondslag voor hàar vorderingen aalrgevuld. Naar hot hof begrijpt hccft Witlox gevorderd dat het hof, blj arrcst uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis waárvan beroep zal vernietigen en Dijkhorst alsrrog zrl veroordelen tot betaling van een bedrag primair van Ê, 4.27s,15 cn subsidiair van 4.500,-, te vermeerdererr met do \ryettelíjke rente vanaí'dc dag dcr dagvaarding in ecrste aanleg tot aan de dag der alg,chele vokloening, met veroorrdeling van Dijkhorst in de kosten van beide instanties.

2 17/07 ' 09 VRI 16:38 FAli 0ZJ trír \TITLOI Er oo+ zaaknumner 200 0Q7.991 bladz 2-3 Bij memoric van antwoord ireeft Dijkhorst verweer gevoerd en heeft zij bewijs aangeboden. Zijhaeïï geconcludeerd dat het hof Witlox in al haar vorderingeniet ontvankelijk zal verklarcn, althans haar dcze vordelingafl zal ontzeggen, srrbsidiair de vordering zal toewijzen tot een door (hct hof leest) hot hof in goedo justitie te bepalen beclrag, zonder dít arrest uitvoerbaar lrij voorraad te verklaren, althans aan de uitvoerbaarvorklaring de voorwêaídc zal verbinden dat Witlox zekerheid stelt tot cen bedrag van 5.000,-, a.lthans tot sen door het hof te bepalcnbedrag, mct veroordeling van Witlox in cle kosten van [bcdocld zal zijnr] lret hoger beroep. Bij dezelfde mcmorie heeft Dijkhorsi: bezwaar gemaaktegerr dc vermeerdering van eis en aanvulling van gronden Daarna heeft Witlox een aktc uitlating met betrekkíng tot bezwaaí tcgcn vermeerdering van cis genomen. 2.5 Vervolgeus hebben partijen de stukken voor het wijzen vafl arr st aan het hof overgelegd en heeft het hofarrest bepaald. 3. I)e vaststarnde feiten De kantonrechter hecft in het bestrcden vonnis ven 30 janueri 2008 onder 1 ( l.l tot cn m t 1.6) feiten s.gtgesteld. Aalgezien daartegen gecn grievort zijn aangcvoerd of bezwarcn zijn geui\ zal het hof in hoger beroep ook van die ftiten uitgaan. 4. De motivering yrn de beslissing in hoger beroep 4-l Het geschii beheft dc vraag of ÍWitlox rog een beclrag van Dijkhorst te vorderen heeft en zo ja, wclk bedrag en op welke gpnd. 4.2 Allereerst client hct hof zich uit te laten over het bc:zwaar van Dijkhorst tegen de vcnneerdering van eis door Witlox- Dit bezwaar wordt verworpen. V/itlox heeft haar eis imme,rs - Èonform HR 20 juni 2008, LfN BC bij rnemorie van gsieven vcrrneerderd. Het door Dijkhorst aangevoefde berwaar dat de eísvermeerdering strijd met de goede procesorde z,.ou zijn omclat Witlox deze vermeerderirrg onvoldoende heeft gespecificccrd en thans een prirrraire én een SUbsidiaire vordering instelt (in plaats van het in dc appeldagvazu'ding gcvorderde bcdrag van 3.123,75) treft geen doel. Witlox he eft voldoendc gespecificcerd welkc bedragen zij thans op weike gronden van Dijkhorst vcrrdcr! zodat Dijkhorst niet in haar verdecligirrg is geschabd. 4,2 Witlox hecft haar vordering primair gebascerd op het bepaalde in artikel 7:411 Burgerlijk Wctboek (BW) juncto artikel 7:406 BW, Nu Dijkhorst de tussen hen geslotcn overeenkomst van opdracht voortijdig heeft beeindigd, heeft Witlox recht op Ioon respcctievelijk op vergoeding van de door haar gernaakte onkostcn. Witlox bcrckent ltaar primair te vorderen bedrag als volgt. De totale schadevcrgocding díe zii voor Dijkhorst heef[ gercaliseerd bcdraagt ,- (zijnde 8.000,- conform het betalingsvoorstel van de gemachtigdc var de (vorzekeraar van de) arrnsprakelijke partii GRM (hicnra de noemcn GRM) veirrccrderd met hct aan Dijkhorst uitgckeerde voorschot van 2.500;). Op grond van de - via de Stichtirrg Ongevallen- en Lctselschade Nederland - met Dijkhorst overccngckomen resultaatsaflrankelijke beloningsaíbplaak hceft zij rccht op 750Á van genoemd bedrag vnn I , wat inclusief BTW neerkomt op ecrr bedrag van ,75. Dit be<lrag dient vervolgens verhoogd te worden met I.15 i,40 aatr getnaakte onkosten- IJc

3 17/07 ' 09 vri 16:35 FAX IÍR IYITLOX E oos zaaknummer blad 3 totale vordering beclraagt de rhalve C 4.215,15. Subsidiair baseeé Witlox haar vorderíng op door Dijkhorst gcpleegde wanprestatie. Volgens Witlox heeft DijkJrorst de tussen hen gesloten overeenkomst van opdracht zonclcr geldige reden voortijdig beëindigd- Zou DijkJrorst deze ovmecnkomst zijn nagekoncn, dan zou Witlox recht hebben gehad op het door GRM aan buítengerechtelijke kostcn aangeboden bedrag van 7.500,-. Dit bedrag dient vermindcrd te worden met het recd-q door haar ontvangcn bedrag van 3.000,- zodat een vordering van 4.500,- resteort. Dijkhorst daarentegen stelt zich primair (,p hct standpunt dat zij niet mecr &an V/itlox is verschuldigd dan 25Yo van het bcrcikte resultaat (zijnde het voorschot van 2.500,-), dcrhalve maximaal e 625,-. Zelfs als zou het bereikte rosultáal niet op 2.500,- maar op het aanvankelijk aangeboden bedrag van 8-000,- (waarín het voorschot van 2-500,- is inbegrepcn) moeteu worden gestcld en Witiox aldus recht zou hebben op 2.000,- dan nog is zij niets aan Witlox verschuldigd omdat laatstgenoemde reeds 3.000,- hceft ontvangen. Hetzelfde geldt indien niet van de hierboven rrermelde resultaatsgcrichte beloning moet worden uitgegaan, maaí van een redelljk loon als bedoeld in artikcl 7:411 BW. IIet rccds door Wítlox ontyangen bedrag van 3.000,- is als een dergclijk loon te beschouwen. 4.3 Met gpief I klaagt Witlox erover dat de kantonrechter in rcchtsoverweging 3.3 tcn onrechte heeft overwogen dat het resultaat dat Witlox voor Drjkhorst heeft bereikt uit ccn voorschot op de schadevergocding van 2.500,- bestaat. Deze grief faalt omdst dc kantonraclrter op dit punt niet haar eigen oordeel, maar eeu stelling van Dijkhorst weergeeft. 4.4 Met grief II verwijt Witlox de kantonrcchtcr dat zíj in rcchtsoverweging 3,6 hecft overwogen dat - uitgaande van een te realiseren schade-uitkcriug van 8.000,- - een honorarium van 1.500,- als redelijk moet wordcn aangcmerkt- Het hof oordeelt hierover als volgl De tussen paéijen gesloten overeenkomst moct worden gekwalificeerd als een overeenkomst van opdracírt als bedoeld in artikel 7:400 BW. Op grond van aíikel 7:408 BW kon Dljkhorste allen tijde de overcenkomst opzcggcn, zonder dat zij schadevergoeding was verschuldigd. Zij heeft de overeenkomst met Witlo.t dan ook rechtsgeldig tusscntíjds kunnen opzeggell. De subsidiaire vordering van Witlox - dic haar grondslag vindt in ecn beweerde wanprestatie van Dijkhorst door haar beëindiging van de overeenkomst - dient reeds daarom afgewezen te worden. Ook anderszins heeft Witlox onvoldoende onderbouwd welke gedragingen van Dijkhorstjegens haar wanprestatie zouden oplcvercn. Op grond van artíkel 7:41 I BW heeft de opdrachtnemer - Witlox - bij tusscntijdse bee\índiging recht op een naar redclijkhcíd vast tc stcllen decl vên hct loon. Partijen hebben hierover geen afspraken gemaakt. Ter bepaling van dit loon ligt het in de rede aansluiting te zockcn bij hetgeen partijen over het honorarium van Witlox zijn overeengekomen. Partijen zijtr overeengekomen dat Witlox ecn honorarium zou ontvangen ter hoogte van een vast percentage van de totale schade'uitkering (zie voor deze resultaatsafhankelijke beloningsafspraak producties I en 4 inleidende dagvaarding). Vervolgens dient bcoordeeld te wordcn wat in dit verband onder de term "totale schade-uitkering" moet wr:rdcn verstflan. Zoals hierboven weergegeven verstart V/itlox hieronder l0-500,- en gaat l)rjkhorst uit van een bedrag van 2.500,-. Naar het oordcol van het hof dient redelijkerwijs te worden uitgegaal van het coflcrcte voorstcl van CRM dat ten tijde van de opzcgging door Dijkhorst voorlag. Tmmeru, had Dijk.lrorst de overeenkomst nict trrsscrrtíjds bcëindigd, dan had Witlox rccht gehad op 25% van dc aangeboden schade-uítkering. Pafiljen verschillen van rnening over dc vraag of het reeds door Dijkhorst ontvangen voorschot vau 2.500,-, deel uitmaakt van het door GRM aangcboden bedrag aan schade-uittering van 8.000,- of dat Witlox voor Dijkhorst een

4 L7 / 07 U9 VKI IU : JU IAÀ U / J OYUIUU / lll1 lllllurr tll vuu zàaknummer blad 4 totale schade-uitkcring van ,- had wetcn tc bcwerkstclligen. Uit de brief van GRM aan Willox van I novernbsr?005(productíe B inleidende dagvaarding) blijkt dat hct reeds door Dijkhorst onívangen voorschot is verdisconteerd in de totale schade-uitkering van ,-: (...) De totale schade bedraagt op basis van mijn uitgangspunten 8.000,00. Mijn opdrachtgeefster heefi aen IA4t cliëïtle 2.500,00 bevootschot, rcdal tet'definitiet'e regelilry een slotbe,taling van 5.500,00 resteert". Dit betekent dat ten tijdc van het voorstel van GRM, S/itlox voor Dijkirorst een totale schade-uitkering van 8.000,- had weten te realisered. I\4ede in het iicht vau de omstandigheidat de opvolgcnd advocaat van Dijkhorst uitcindcl[ik ccn slotuitkering van t heeft weten te bcwcrkstclligen. is het rcdeliik dat V/itlox aan honoràrium recht heeft op 25Yo va:n 8-000,- oxclusiof BTW, Zoals ovorccngckomcn (zic producties I en 3 inleidende dagvaarding) dicnt dit bedrag vcrme rdcrd tc worden mot BTW, hetgeen rcsultecfi in ecn hedrag van 2.380,-- Laatstgenoemd bedrag dient ingevolge artikel 7:406 lid 1 BW verhoogd te wordcn mct de door Witlox gemaakte onkosten ter hoogfe ván een (naar de omvang niet betwist) bedrag van 1.151,40. Gclct op cle formulering van de kostenafspraak (waarin sprake is van slechts het "honorarium") moet imrners worden aangenornen dat deze kosten nict in de prijsafspraak begrepen z1in. zodtt 'Witlox - rtu die kosten ook niet door de veruckcraar eiin vcrgocd, behoudens het nog te noemen voorschot - aanspraak heeft op vergoeding daarvan" Het voorgaurde houdt in dat Witlox op gtond vart de overeenkomst met Dijkhorst in totaal rccht heeft op een bedrag van 3.531,40, waarop in mindering dient te komen het rceds aaíi hasí door GRM betaalde voorschot. I{ierovcr mcrkt het hof nog op dat Witlox nict (mecr) heeft bestrcden dat dit reeds uitgekeerde voorschot in rnindering strekí op het he"sr nog toekomende loon. Slotsom De slotsom luidt dat gricf II slaagl zodat het bestredeu vonnis moet worden vemietigd. Het hofziet aanleiding de kostcn van hct hogcr heroep aldus te conlpcuseren dat iedere partij haar eigen kosten draa.gt. 5. I)e beslissing Hct hof, recht doende in hoger beroep: vernietigt het ttlssen partljen geweze n vonuis van de rechtbaflk Utrccht, sector kanton, locatie Amersfoort van 30 januari 2008 en doet opnieurv reclrt; bcpaalt dat Witlox rccht hccft op bctaling door Dijkhorst van een bedrag van , waarop in mindcring dícnt te koínen hct reeds aan Witiox dool GRM betaalde voorschot; veroordeelt Dijkhorst tot betaling van het verschil voor zoveí dit voorschot lagcr is clan het beclrag van 3.531,40, te vermeerderen met de wetíelijke rento ovcr dat bcdtag vanaf de dag der dagvaarding in eerste aanleg tot de dag dcr voldoening; veroorcleelt Dijkhorst irr de kostcn van dc cerstc aanleg, tot aan deze uitspruak aan de zijde van Witlox begroot op voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief en op 283,3 i voor verschotten. Compenscert dc kosten van het hoger beroep aldus dat iedere partij haar eigen kostcn draagt,

5 L7/07 '09 VRI 16:36 FAX MR \YITLOT Eooz_ zaaknumm er blad 5 wljst af het meer of auders gevorderde; verlclaart dit arrest uítvoerbaar bii vooraad- Dit arrest is gcwezen door mrs A- Smeeïïg-van Hees, V. van den Brink en A.A. van Rossum err is in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter opcnbare terechtzitting van l6 juni ffié Uitgegelen voor eerste gfosse aan mr.'i &- dtzs l}oul.a.vz > advocaat voor tpilcor \ua-sir^ De Griffíervan het eerpcëtshof te Amsterdam, nevenzittingsplaats AHNHEM B.u.