Het effect van nitriet op fosfaataccumulerende organismen in een pilootschaal SBR.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het effect van nitriet op fosfaataccumulerende organismen in een pilootschaal SBR."

Transcriptie

1 Hogeschool West-Vlaanderen Departement PIH Graaf Karel De Goedelaan Kortrijk Universiteit Gent Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Coupure Links Gent Het effect van nitriet op fosfaataccumulerende organismen in een pilootschaal SBR. Promotoren: dr. ir. Stijn Van Hulle. dr. ir. Gürkan Sin. Prof. dr. ir. Peter Vanrolleghem. I

2 Voorwoord. Na een lange zoektocht Hierbij zou ik Prof. Van Rolleghem en het ganse BIOMATH team willen bedanken voor het aanbieden van een stageplaats. Dankzij mijn promotoren Stijn Van Hulle en Gürkan Sin werd het mogelijk dit project tot een goed einde te brengen. Hierbij wil ik alle andere personen bedanken die mij geholpen hebben voor het bekomen van dit afstudeerproject. II

3 Inhoudstafel. Voorwoord...II Lijst van afkortingen... VI Lijst van figuren....vii Lijst van tabellen... IX Inleiding Hoofdstuk 1: Het actief slibproces Inleiding Samenstelling van actiefslib Conventioneel actiefslib systeem Reactiemechanismen in actief slibsystemen CZV-verwijdering Stikstofverwijdering Nitrificatie Denitrificatie Overzicht stikstofverwijdering Fosforverwijdering...13 Hoofdstuk 2: Sequencing Batch Reactor Inleiding Systeembeschrijving SBR Varianten Hoofdstuk 3: Fosfaataccumulerende organismen Inleiding Principe van gestimuleerde biologische fosfaatverwijdering.[5] Aërobe fosfaatverwijdering Anoxische fosfaatverwijdering Metabolisme van EBPR Cel intern metabolisme in de anaërobe fase Cel intern metabolisme in de aërobe / anoxische fase Microbiologie van EBPR III

4 3.5. Beïnvloedende factoren op het EBPR-proces De koolstofbron Invloed van de ph Invloed van de Slibverblijftijd. (Solids Retention Time) Invloed van de anaërobe Hydraulic Retention Time. (HRT) Invloed van de temperatuur Effect van nitraat op EBPR...44 Hoofdstuk 4: Pilootschaal SBR Systeemweergave en cyclusbeschrijving Controleapparatuur On-Line - apparatuur Data-acquistie systeem Off-Line - apparatuur...51 Hoofdstuk 5: Experimenten op PAO s Experimentele voorstelling Principeweergave Initiële condities Figuurweergave Berekeningen en resultaten Experimenteel onderzoek ph-controle Temperatuurscontrole Chemicaliëndosering Diffusor Hoofdstuk 6: Monitoring van SBR Inleiding Monitoring Influent CZV (Chemische zuurstofvraag) Totale stikstof Actief Slib SVI (slibvolume-index)...63 IV

5 MLSS (Mixed Liquor Suspended Solids) en MLVSS (M. L. Volatile S. S.) Effluent Totale CZV en opgeloste CZV Stikstofverwijdering Fosfaatverwijdering Experimenten.(meetcampagne) Stikstofverloop Fosfaatverloop Aanwezigheid van nitriet in het SBR systeem...73 Hoofdstuk 7: Effect van nitriet op PAO s Inleiding Experimentele variabelen (setup) Staalname CZV- hoeveelheid Effect van wassen ATU en azide Resultaten Overzicht experimenten Algemene beschrijving van de fosfaatopname onder drie verschillende elektronen-acceptoren Zuurstof Nitraat Nitriet Effect van nitriet op fosfaataccumulerende organismen Vergelijking SBR-systeem en experimenten Aanpassing van de PAO s aan nitrietaanwezigheid Aërobe fosfaatopname in aanwezigheid van nitriet Anoxische fosfaatopname met nitriet als electron-acceptor Anoxische fosfaatopname met nitraat en nitriet als electronacceptor Besluit: Perspectieven: Referentielijst... XI V

6 Lijst van afkortingen. SBR: EBPR: PAO: COD: CZV: VI: PAO: BOD: BZV: ASI: DAC: AS: DO: ORP: TSS: MLVSS: SVI: TKN: VVZ: SCFA: PHA: PHB: PHV: GAO: NADP: ATP: ADP: AMP: SRT: HRT: OHO: FISH: Sequencing Batch Reactor. Enhanced Biological Phosphorus Removal. Fosfaataccumulerende organismen. Chemical Oxygen Demand. Chemische Zuurstof Vraag. Virtual Instrument. Fosfaataccumulerende organismen. Biological Oxygen Demand. Biologische Zuurstof Vraag. Actief Slib Installatie. Data-Acquisitie Systeem. Actief Slib. Dissolved Oxygen. Oxidatie-Reductie Potentiaal. Total Suspended Solids. Mixed Liquor Volatile Suspended Solids. Slib Volume Index. Totale Kjeldahlstikstof. Vluchtige Vetzuren. Short Chain Fatty Acids. PolyHydroxyAlkanoaten. Poly-beta-HydroxyButyraat. Poly-beta-HydroxyValeraat. Glycogeen Accumulerende Organismen. Nicotinamide-Adenine Dinucleotide Fosfaat. Adenosinetrifosfaat. Adenosinedifosfaat. Adenosinemonofosfaat. Solids Retention Time. Hydraulic Retention Time. Ordinaire Heterotrofen. Fluorescerende In situ Hybridisatie. VI

7 Lijst van figuren. Figuur II.1.1.: Schema van een conventioneel actief slibinstallatie (ASI)..7 Figuur II.1.2.: Mechanisme van de biochemische oxidatie 9 Figuur II.1.3.: Omzettingsmogelijkheden van stikstof.13 Figuur II.2.1.: Schematische weergave van een SBR-reactor.15 Figuur II.3.1: Schematische weergaven van het verloop van de concentratie van verschillende constituenten van EBPR onder anaërobe en aërobe condities 19 Figuur II.3.2. Model van het metabolisme in de cel gedurende de anaërobe fase..25 Figuur II.3.3.: Een conceptueel biochemisch model voor de anaërobe opname van organisch substraat en de omzetting tot PHA door PAO s.27 Figuur II.3.4.: Model van het metabolisme in de cel gedurende de aërobe/ anoxische fase 29 Figuur II.3.5. Schematische voorstelling van de TCA cyclus.31 Figuur II.3.6. PHA samenstelling bij acetaat opname..37 Figuur II.3.7. PHA samenstelling bij propionaat opname 37 Figuur II.3.8.: Het effect van de ph op de precipitatie van fosfaat. (Initial Ca/P ratio:3.33).39 Figuur II.3.9.: Fosforkarakateristieken van EBPR bij verschillende temperaturen..42 Figuur II.3.10.: COD karakteristiek van EBPR bij verschillende temperaturen 43 Figuur II.3.11.: Transformatie van de relevante materialen in de anoxische fase door een toevoeging van nitraat.45 Figuur II.3.12.: Het effect van verschillende initiële ladingshoeveelheden van nitraat.46 Figuur III.4.1.: Schematische weergaven van de SBR 48 Figuur III.5.1.: Experimentele opstelling voor fosfaatopname - en afgifte experimenten.52 Figuur III.5.2. Voorbeeld van een experiment 54 Figuur IV.6.1.: Verloop van CZV van het nieuwe en het oude influent.61 Figuur IV.6.2.: Verloop van de totale stikstof van het nieuwe en het oude influent.62 Figuur IV.6.3.: Verloop van SVI.63 Figuur IV.6.4.: Verloop van MLSS en MLVSS..64 Figuur IV.6.5.: Verloop van totale CZV en opgeloste CZV 66 VII

8 Figuur IV.6.6.: Verloop van nitraat, nitriet en ammoniumstikstof 67 Figuur IV.6.7.: Verloop van orthofosfaat en totale fosfaatfosfor.68 Figuur IV.6.8.: Verloop van ammonium-, nitriet- en nitraatconcentratie gedurende een cyclus in de SBR 70 Figuur IV.6.9.: Verloop van ortho-fosfaatconcentratie gedurende een cyclus in de SBR.72 Figuur IV.6.10.: Monod model: verband tussen de groeisnelheid en de zuurstofconcentratie 73 Figuur IV.7.1.: Verloop van ortho-fosfaat concentratie in de anaërobe fase (met plateau).78 Figuur IV.7.2.: Ortho-fosfaat opname met zuurstof als electron-acceptor 86 Figuur IV.7.3.: Ortho-fosfaat opname met nitraat als electron-acceptor..87 Figuur IV.7.4.: Ortho -fosfaatopname met nitriet als electron-acceptor.88 Figuur IV.7.5. : Ortho-fosfaat en nitraat concentratie in het effluent van de SBR 89 Figuur IV.7.6.: MLVSS en SVI waarden van het actief slib in de SBR..90 Figuur IV.7.7. : Overzicht van de fosfaatafgifte parameters van de verschillende experimenten..90 Figuur IV.7.8.: Overzicht van de fosfaatopname parameters van de verschillende experimenten..91 Figuur IV.7.9..: Aërobe fosfaatopname met 2,5 ; 5 ; 7,5 en 10 mg NO 2 -N/l 94 Figuur IV.7.10: Twee hypothesen waarbij PAO s wel en niet verder worden onderverdeeld 96 Figuur IV.7.11: Anoxische fosfaatopname met nitriet als electron-acceptor: respectievelijk 10 en 20 mg NO 2 -N/l.98 Figuur IV.7.12.: Anoxische fosfaatopname met nitraat en nitriet als electron-acceptor.99 VIII

9 Lijst van tabellen. Tabel II.3.1.: fosfaat afgifte/acetaat opname ratios 36 Tabel II.3.2.: Calciumfosfaat fasen..38 Tabel II.3.3.: Verschillende fracties van intracellulair materiaal in de cel 40 Tabel III.4.1.: Overzicht van de verschillende fasen per cyclus 49 Tabel III.4.2.: Overzicht van de verschillende parameters die bepaald worden voor respectievelijk influent, effluent en actief slib.51 Tabel III.5.1.: Gebruikte chemicaliën (discontinue dosering) en hun concentraties.57 Tabel IV.7.1: Parameters van de experimenten uitgevoerd met slibstaal: A: eerste aërobe fase; B: tweede aërobe fase..76 Tabel IV.7.2.: Parameters van de experimenten: Reactor A: niet gewassen; Reactor B: gewassen 79 Tabel IV.7.3.: Effect van Azide op aërobe fosfaatopname:reactor A: ATU Reactor B: ATU en 2 mg azide.. 80 Tabel IV.7.4.: Overzicht van de experimenten: Fosfaatafgifte.83 Tabel IV.7.5.: Overzicht van de experimenten: Fosfaatopname.84 Tabel IV.7.6.: Fosfaatopname karakteristieken onder 3 verschillende electron-acceptoren: Reactor A: zuurstof, Reactor B: nitraat, Reactor C: nitriet.95 IX

10 X

11 Deel I Inleiding. 1

12 Inleiding. Inleiding. Het eindwerk werd uitgevoerd aan de Universiteit Gent, Faculteit bioingenieurswetenschappen, Departement Toegepaste Wiskunde, Biometrie en Procesregeling.(BIOMATH) Het onderzoek dat door Biomath verricht wordt spitst zich toe op de studie van complexe systemen in diverse disciplines door middel van modellering en simulaties. De disciplines omvatten waterkwaliteit, bioproces- technologie, voedingstechnologie, het beheer van het softwareproces, milieutechnologie, medische wetenschap, procesbeheersing, productieplanning, verkeerscontrole, landbouwtechnologie, enz. De basis van deze studies is een duidelijk uitgewerkte modelbouw en simulatie methodologie die voorschrijft hoe numerieke analyse, computerwetenschap, statistiek, biometrie, controletheorie, experimenteel ontwerp, systemenanalyse, kunstmatige intelligentie, enz. in de analyse, ontwerp, optimalisering en controle van complexe systemen dient toegepast te worden. Tegenwoordig is er slechts weinig onderzoek dat zich toespitst op biologisch fosforverwijdering, waardoor er nog heel wat vragen en onduidelijkheden zijn. Hierdoor zijn er ook heel wat tegenstrijdigheden te vinden in de literatuur wat soms tot verwarring leidt. Door het onderzoek en werken aan de thesis is het dan ook de bedoeling om de materie wat nader toe te lichten. Het doel van de thesis bestaat er dan ook in om een inzicht te verkrijgen in verschillende aspecten van afvalwaterbehandeling. Dit inzicht spitst zich toe op twee grote aspecten.: ten eerste de werking van de sequencing batch reactor (SBR) met daarbij de te volgen methodologie voor opvolging ervan (monitoring); ten tweede inzicht krijgen in EBPR (enhanced biological phosphorus removal), meer bepaald het effect van nitriet op de fosfaatopname bij PAO s (fosfaataccumulerende organismen). Het doel van de monitoring van de SBR bestaat erin de algemene processen die zich in de SBR voordoen te onderkennen, zoals daar zijn nitrificatie, denitrificatie, fosfaatverwijdering, CZV (chemische zuurstofvraag)-verwijdering, Deze kennis werd verkregen door de interpretatie van de verschillende meetgegevgens van het influent, 2

13 Inleiding. effluent en actief slib met daarbij de opvolging van de meetgegevens op de VI (Virtual Instruments). Bij de studie van EBPR wordt er door middel van literatuurstudie inzicht verkregen in het systeem. Dit inzicht is dan ook nodig voor de batchexperimenten. Bij de literatuurstudie wordt er voornamelijk gefocust op het metabolisme, de microbiologie en de beïnvloedende factoren op het EBPR-proces. Uit de experimenten en aan de hand van de literatuurstudie is het de bedoeling om het effect van nitriet op de fosfaatopname bij PAO s te onderkennen. De thesis is, voortvloeiend uit de doelstelling, opgebouwd uit drie grote delen. Het eerste deel bestaat uit een literatuurstudie omtrent: ten eerste het actief slibproces, ten tweede de SBR en ten derde de biologische fosfaatverwijdering, waarin het principe, metabolisme, e.d nader worden besproken. In het tweede deel worden de materialen en methoden van zowel SBR-monitoring als van de gedane experimenten besproken. Het derde en laatste deel bevat de resultaten van de SBR-monitoring en van de experimenten die het effect van nitriet op PAO s moet verduidelijken. 3

14 Deel II Literatuurstudie. 2

15 Hoofdstuk 1: Het actief slibproces. Hoofdstuk 1: Het actief slibproces Inleiding. Het actiefslib proces, ontwikkeld in Engeland door Ardern en Lockett in 1914, is zo genoemd omdat het de productie van een geactiveerde massa van micro-organismen inhoudt. Het actiefslib proces is de meest gebruikt biologische afvalwaterbehandelingsmethode, die veel toegepast wordt bij huishoudelijke en industriële afvalwaterbehandeling. Een SBR maakt ook nuttig gebruik van dit actiefslib proces, zodanig dat het noodzakelijk is dit nader toe te lichten Samenstelling van actiefslib. Het actiefslib proces is een kunstmatige biologische zuiveringsmethode die tot op heden als de zuiveringsmethode bij uitstek gebruikt wordt [1]. Tijdens het actiefslib proces wordt het binnenkomend afvalwater vermengd met een geconcentreerde suspensie bacteriën (het actief slib) die verantwoordelijk is voor de afbraakprocessen. Het belangrijkste kenmerk van actiefslib is de aanwezigheid van micro-organismen, die opgelost voedsel over hun lichaamsoppervlak of celmond opnemen en daardoor bijdragen tot het zuiveren van het afvalwater. De belangrijkste micro-organismen zijn: Bacteriën: Bacteriën zijn eenvoudige, kleurloze, eencellige organismen die oplosbaar voedsel gebruiken en geschikt zijn voor zelfreproductie zonder zonlicht. Als verteerders vervullen zij een onontbeerlijke ecologische rol zoals het verteren van organische stof in de stabilisatie van organisch afval in afvalwaterzuiveringsinstallaties. Zij zijn de oorzaak van de actief slib groei in huishoudelijke afvalwaterbehandeling. In een slibvlok kan een grote verscheidenheid aan bacteriën worden gevonden. 5

16 Hoofdstuk 1: Het actief slibproces. Protozoa: Deze klasse organismen is erg rijk aan soorten. Het voedsel bestaat in hoofdzaak uit de bacterieflora, die zich in het slib heeft ontwikkeld (successie in de voedselketen). Rotatoren: Deze organismen worden in het algemeen slechts aangetroffen in een laag belaste, goed werkende actief slibinstallatie. Aanwezigheid van raderdiertjes is een teken van een effluent met een lage BZV (biologische zuurstof vraag). Ook Ciliaten kunnen een bepaalde indicatieve waarde hebben ten aanzien van de BZV van het effluent. Flagellaten zijn gewoonlijk in geringe mate aanwezig in effluent met een BZV vanaf circa 30 mg/l. Water is het belangrijkste component van slib. De hoeveelheid water hangt af van de slibsoort (primair-, secundair- of tertiair slib) en de manier van stabilisatie (aëroob, anaëroob). Ruw slib bevat 93% tot 99 % water. De tweede belangrijke component is de droge stof. Dit bestaat uit organische en anorganische bestanddelen. Naast de belangrijkste componenten bevat het slib een grote verscheidenheid aan sporencomponenten die van het afvalwater gescheiden zijn. Het inzetten van actiefslib is een veel toegepaste methode in de afvalwaterzuivering. Dit systeem bestaat uit verschillende configuraties maar kan telkens worden terug gebracht tot een eenduidig geheel, namelijk het conventioneel actief slibsysteem Conventioneel actiefslib systeem. Het conventioneel actiefslib systeem bestaat uit twee grote eenheden, namelijk een beluchtingsbekken en een nabezinktank. In het beluchtingsbekken wordt het voorbehandelde water gemengd met actief slib en wordt het intens belucht omdat de afbraakprocessen zuurstof verbruiken. In de nabezinktank wordt het actief slib gescheiden van het gezuiverde afvalwater door sedimentatie. Een gedeelte van het bezonken slib wordt als retourslib teruggezonden naar het beluchtingsbekken en het andere deel (spuislib) wordt verder behandeld. (zie figuur II.1.1.) 6

17 Hoofdstuk 1: Het actief slibproces. mechanisch behandeld influent effluent aërobe tank bezinkingstank retourslib spuislib Fig. II.1.1.: Schema van een conventioneel actiefslib installatie (ASI). Het doel van deze basistechniek is met name om CZV (Chemische zuurstof vraag) te verwijderen en daarmee de waarden voor CZV en BZV tot een acceptabele waarde te brengen, of het effluent geschikt te maken voor verder behandeling. Actief slib systemen werden oorspronkelijk ontwikkeld voor de verwijdering van organische koolstofverbindingen (CZV), door combinatie van een aërobe reactor en een nabezinktank. Omdat het effluent van de zuiveringsinstallaties door de jaren heen ook aan strengere lozingsnormen voor de nutriënten N en P moest voldoen, werden geleidelijk aan meer ingewikkelde reactorconfiguraties gebouwd, waarbij naast de traditionele aërobe reactor ook anaërobe en anoxische zones werden voorzien. Het inbouwen van anoxische en anaërobe zones is nodig om geschikte procescondities te scheppen waarbij naast afbraak van de organische belasting ook biologische verwijdering van de nutriënten N en P mogelijk wordt. 7

18 Hoofdstuk 1: Het actief slibproces Reactiemechanismen in actief slibsystemen. In dit onderdeel worden de verschillende reactiemechanismen besproken. Het gaat hierbij om de 3 belangrijkste mechanismen die voorkomen in een actief slibsysteem. Het doel is om een goede effluentkwaliteit te bekomen waarbij deze verwijderingsprocessen van cruciaal belang zijn CZV-verwijdering. COD (Chemical Oxygen Demand) of CZV (chemische zuurstofvraag) is de hoeveelheid zuurstof die per liter verontreinigd water nodig is om de organische stoffen volledig af te breken (via oxidatie). De eenheid van CZV is mg O 2 /l. Micro-organismen gebruiken organische verbindingen, zoals suikers, vetten of eiwitten, alcoholen en vetzuren om er hun energie uit te halen. Dit doen ze door deze verbindingen te oxideren met zuurstof (meestal), via een reeks omzettingen. Uiteindelijk worden de meeste verbindingen omgezet tot CO 2 en H 2 O. Biomassa bestaat voor circa 12% uit stikstof, zodat met het slib ook stikstof van het afvalwater wordt afgescheiden. De verwijdering van organische stof uit het afvalwater vindt plaats door twee mechanismen, namelijk: - Adsorptie is het vasthechten van opgeloste stof aan het celmateriaal. - Absorptie is het oplossen van de geadsorbeerde deeltjes waardoor ze door de celwand in de bacteriecel terechtkomen. Nadat de substraatstoffen in de interne cel zijn terechtgekomen, vinden de volgende omzettingen (figuur II.1.2.) plaats: 8

19 Hoofdstuk 1: Het actief slibproces. dissimilatie + O 2 CO H O NH energie SUBSTRAAT endogene ademing assimilatie energie nieuw celmateriaal reservestoffen afbreekbaar celmateriaal voor her-synthese niet afbreekbaar celmateriaal Fig. II.1.2.: Mechanisme van de biochemische oxidatie. De eerste omzetting bestaat uit de afbraak van organische verbindingen. Een gedeelte van de organische stof wordt door de bacteriën als voedsel verteerd. De energie, die vrijkomt bij deze afbraakprocessen, is nodig voor de levensprocessen van de bacteriecel, te weten voortbeweging, voorplanting en vorming van nieuw celmateriaal. afbraakproces wordt aangeduid met dissimilatie. Dit De tweede omzetting bestaat uit de vorming van celmateriaal en de opslag van reservestoffen. De bacteriecel is in staat een ander deel van de afvalstoffen om te zetten in reservestoffen, zoals een zetmeel en vetten. Deze reservestoffen kunnen bij ongunstige voedingstoestand weer als voeding voor de cel dienen. Dit opbouwproces wordt aangeduid als assimilatie. Hierin komt de dissimilatie in de grootste mate voor waardoor het grootste deel van het organisch materiaal geoxideerd wordt. In dit systeem is het van belang rekening te houden met de bacteriemassa ten opzichte van de beschikbare hoeveelheid substraat. Indien dit erg groot is treedt er een soort voedseltekort op en zullen de opgeslagen reservestoffen met bijvoorbeeld zuurstof worden verteerd. Dit verteringsproces wordt endogene ademhaling genoemd. Het is een proces waarmee de bacteriemassa zichzelf weer reduceert. [2] 9

20 Hoofdstuk 1: Het actief slibproces Stikstofverwijdering. Stikstof kan in oppervlaktewater onder verschillende vormen voorkomen. Ten eerste is er de organische stikstof. Deze is gebonden aan organisch materiaal. Een voorbeeld hiervan is R 3 -C-NH 3. Ook komt een groot deel van de stikstof voor onder de vorm van ammoniakale stikstof (NH 4 -N). Deze beide vormen samen worden ook de totale Kjeldahlstikstof (TKN) genoemd. Tenslotte bevat het water ook nitraat- en nitrietstikstof die bij te hoge concentraties kunnen schadelijk zijn voor de mens, dier en plant. [2] Nitrificatie. Nitrificatie is een biologisch proces waarbij ammoniakale stikstof wordt geoxideerd tot nitraatstikstof door twee groepen chemo-lithotrofe bacteriën. De eerste groep, in het algemeen soorten uit het geslacht Nitrosomonas, oxideren ammonium tot nitriet, dat op zijn beurt wordt geoxideerd tot nitraat door de tweede groep, gewoonlijk voorgesteld door Nitrobacter sp. NH O 2 NO H + + H 2 O +275 kj (Nitrosomonas) r1.1. NO O 2 NO kj (Nitrobacter) r1.2. De energie die bij die oxidaties vrijkomt, wordt gebruikt voor de synthese van celmateriaal uit CO 2. Die energie is relatief beperkt en aangezien celproductie veel energie vereist, is de celopbrengst vrij laag. Het zuurstofverbruik is een belangrijk aspect wat betreft het ontwerpen van beluchtingssystemen en het opstellen van effluentnormen. Uit r3.1 volgt dat 4,57 g O 2 nodig is voor de oxidatie van 1 g NH + 4. Een deel van de stikstof wordt echter ingebouwd in nitrificerende biomassa. In de praktijk wordt de zuurstofvraag voor nitrificatie (NZV) gegeven door (3.1). NZV=4.33(Ni Ne) (1.1) 10

21 Hoofdstuk 1: Het actief slibproces. Met : Ni : totale hoeveelheid nitrificeerbare stikstof (g/l) in het influent. Dit is de TKN zonder de hoeveelheid stikstof die wordt gebruikt voor de celsynthese. Als vuistregel geldt dat voor de synthese van 1 kg biomassa 50 g stikstof nodig is. - Ne: effluent ammoniumconcentratie (g/l) Naast de opgeloste zuurstofconcentratie spelen ook de ph en de temperatuur een belangrijke rol in het nitrificatieproces. In eerste instantie is de evenwichtsligging van ammonium in water afhankelijk van de ph volgens onderstaande reactievergelijking: NH 3 + H 2 O NH OH - r1.5. Bij hogere ph zal, afhankelijk van de temperatuur, het ammonium hoofdzakelijk aanwezig zijn als NH 3, dat toxisch is voor de nitrificerende bacteriën. Deze bacteriën kunnen zich aan een ph van 5,5 aanpassen, zodat nitrificatie in een licht zuur milieu mogelijk is, maar dan wel met een sterk gereduceerde nitrificatiesnelheid. Plotselinge ph dalingen ( ) inhiberen nitrificatie, maar hebben geen toxisch effect. Van zodra de ph opnieuw stijgt, evolueert de nitrificatie terug naar haar optimum. In waterig midden staat CO 2 in evenwicht met bicarbonaat volgens reactie 3.6. H 2 O + CO 2 H 2 CO 3 H + + HCO 3 - r1.6. Deze reactievergelijking gecombineerd met r3.1. en r3.2. geeft een meer uitgebreide nitrificatiereactie: NH O HCO 3 - NO CO H 2 O r1.7. Uit deze reactie volgt dat door oxidatie van ammonium HCO 3 - omgezet wordt in CO 2, waardoor de ph daalt. Deze ph-daling wordt echter gedeeltelijk gecompenseerd doordat het gevormde CO 2 gedurende de beluchting opnieuw uit het water verdwijnt. Doch zelfs wanneer de CO 2 continu verdreven wordt, kan de ph sterk van haar optimale waarde afwijken indien de alkaliteit van het water onvoldoende is om neutralisatie te bewerkstellingen. Dosering van alkalisch reagerende stoffen kan in dergelijke gevallen 11

22 Hoofdstuk 1: Het actief slibproces. een noodzaak zijn. Deze situatie zal echter frequenter voorkomen in afvalwaterbehandeling dan in de behandeling van rivierwater. Het nitrificatieproces is in vergelijking met de aërobe afbraak van organische componenten veel temperatuurgevoeliger. De optimale temperatuur voor nitrificatie bedraagt ongeveer 30 C. Beneden de 5 C is de activiteit van de nitrificerende bacteriën te verwaarlozen Denitrificatie Denitrificatie is het proces waarbij nitraat fungeert als electronenacceptor in de terminale ademhalingsketen en zo wordt omgezet in stikstofgas dat vrijkomt in de atmosfeer. NO - 3 NO - 2 NO N 2 O N 2 r1.8. Organotrofe aërobe micro-organismen winnen energie uit reducerende equivalenten door de overdracht van elektronen van een organische verbinding naar zuurstof. Zuurstof fungeert dan als electronenacceptor. Is zuurstof niet aanwezig, dan zal de meerderheid van de bacteriën overgaan op fermentatie. Organische verbindingen dienen dan als electronenacceptor en substraatfosforylatie levert energie. Bepaalde organotrofen zijn echter in staat om nitraat of nitriet te gebruiken als electronenacceptor. Daarbij kom nog steeds voldoende energie vrij om electronentransport-fosforylatie toe te laten. 5 C 6 H 12 O NO H + 12 N CO H 2 O MJ r C 6 H 12 O O 2 30 CO H 2 O MJ r1.10. Dit proces wordt anoxische respiratie genoemd. De belangrijkste genera daartoe in staat zijn Pseudomonas, Alcaligenes, Acinetobacter, Hyphomicrobium en Thiobacillus. Ze gebruiken bij voorkeur zuurstof, maar in afwezigheid ervan modificeren ze het cytochroomsysteem en gebruiken ze nitraat. [2] 12

23 Hoofdstuk 1: Het actief slibproces Overzicht stikstofverwijdering. Algemeen kan men de stikstofverwijdering, beginnend bij de bacteriële decomposistie van organische stikstof en eindigend bij de denitrificatie (en vorming van onschadelijk stikstofgas), weergeven in figuur II.2.3. Organische stikstof (proteïnen, ureum) Bacteriële decompositie en hydrolyse Ammonium stikstof Assimilatie Organische stikstof (bacteriële cellen) Organische stikstof (netto groei) O 2 Lyse en auto-oxidatie Nitrificatie Nitriet - (NO 2 ) O 2 Nitriet Denitrificatie Stikstofgas (NO - ) (N ) 3 2 Organische koolstof Fig. II.1.3.: Omzettingsmogelijkheden van stikstof Fosforverwijdering. Voor dit reactiemechanisme wordt er verwezen naar hoofdstuk 3. Daar zal dit onderdeel verder worden besproken. 13

24 Hoofdstuk 2.: Sequencing Batch Reactor. Hoofdstuk 2: Sequencing Batch Reactor Inleiding. Sequenching Batch Reactoren (SBR) bestaan al sinds Later werden ze vervangen door continue actief slib installatie (ASI), omdat deze beter bestuurbaar waren. Met de verbeterde besturingstechniek van tegenwoordig en de verhoogde eisen waaraan het effluent moet voldoen worden SBR-systemen steeds populairder Systeembeschrijving SBR. Een SBR-systeem kan uit verschillende eenheden bestaan. Het systeem bevat in ieder geval: - een toevoer van afvalwater. (Vulfase) - een beluchting- of mengsysteem..(reactiefase) - een gravitaire bezinking..(sedimentatiefase) - een afvoer voor effluent..(decantatiefase) - een afvoer van slib (Spuifase) Bovendien kan een mengsysteem voorzien zijn en kunnen buffertanks deel uitmaken van het systeem. In een SBR worden achtereenvolgens in de tijd de diverse zuiveringsprocessen uitgevoerd in eenzelfde bekken. Dit in tegenstelling tot het conventioneel systeem waarbij de verschillende stappen in afzonderlijke tanks plaatsvindt. Het tijdsinterval tussen het beëindigen van de effluentafvoer en het beëindigen van de volgend effluentafvoer noemt met een cyclus. 14

25 Hoofdstuk 2.: Sequencing Batch Reactor. Iedere cyclus is onderverdeeld in een serie processen. Vullen, intermitterend beluchten, bezinken en afvoeren is een standaard cyclus. (figuur II.2.1.) infuent effluent lucht slib vulfase (menging & belichting) reactiefase (menging & belichting) sedinetatiefase afvoer Fig. II.2.1.: Schematische weergave van een SBR-reactor. Tijdens de vulfase worden er drie verschillende procedures toegepast, namelijk: - vullen waarbij er geen beluchting en geen menging is - vullen met gelijktijdige menging - vullen met gelijktijdige aëratie 2.3. Varianten. Het algemeen SBR-systeem kan onderverdeeld worden in drie varianten (naargelang de vulstrategie), namelijk: - Continue aanvoer van afvalwater - Discontinue aanvoer zonder buffering (waarvoor 2 reactoren voorzien moeten worden) - Discontinue aanvoer met buffering Continu belaste systemen bestaan uit één of meer reactoren. Bij één reactor wordt tijdens de afvoer ook water aangevoerd, zodat speciale voorzieningen nodig zijn, bijvoorbeeld de toepassing van duikschotten. Andere oplossingen zijn ofwel een buffer of twee reactoren waardoor een continue belasting mogelijk gemaakt wordt. Bij de toepassing van bijvoorbeeld twee parallelle reactoren wordt het afvalwater eerst in de eerste tank geleid, en daarna in de tweede. Voor betere bezinkingseigenschappen van 15

26 Hoofdstuk 2.: Sequencing Batch Reactor. het slib, of bij toepassing van denitrificatie, wordt in het begin van de vulfase soms geen menging toegepast. Daarvoor dient het water onder in het slibbed te worden aangevoerd. In de derde procesvariant worden bijvoorbeeld twee reactoren gevoed vanuit een buffer. Door snel te vullen kan snel een hoge concentratie organische afvalwatercomponenten worden behaald. Hierdoor wordt een goed bezinkbaar slib verkregen. De volgorde van anaërobe, anoxische en aërobe fasen voor CZV-verwijdering en biologische fosforverwijdering, denitrificatie en nitrificatie kan dan onafhankelijk van de hydraulische belasting worden ingesteld. Gelijklopend met de vulstrategie kan het SBR-systeem ook onderverdeeld worden in twee strategieën voor het bedrijven van de cyclus: - met een constant maximumvolume - met een constante cyclusduur Het cyclusverloop verschilt bij maximale en minder dan maximale belasting. Zo zal er bij een constant maximumvolume een wachtfase zijn als de belasting lager is dan de maximale belasting. Bij een constante cyclusduur zal bij een lager dan maximaal debiet niet het maximale volume gehaald worden. Vanuit het oogpunt van een overzichtelijke bedrijfsvoering wordt de voorkeur gegeven aan een constante cyclusduur. Een SBR is daarom bij uitstek geschikt voor afvalwaterstromen die batchgewijs vrijkomen. In een SBR kunnen verschillende biologische processen zoals nitrificatie, denitrificatie en fosfaatverwijdering na elkaar uitgevoerd worden. Hierbij worden CZV, stikstof en fosfor verwijderd. Vanwege de sequentiële bezinkcyclus heeft een SBR over het algemeen een iets lager bezinkingsrendement in vergelijking met een conventioneel actiefslib systeem. Enkele voordelen van een sequencing batch reactor: - Een SBR is zeer flexibel en geschikt voor uiteenlopende afvalwatersamenstellingen. - De sturing van een SBR is relatief eenvoudig. - Retourslib is hier niet van toepassing. - De SBR neemt minder plaats in dan klassieke actiefslib systemen.[3] 16

27 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen. Hoofdstuk 3: Fosfaataccumulerende organismen Inleiding. In dit hoofdstuk worden de verschillende aspecten van gestimuleerde biologische fosfaatverwijdering besproken. Hierbij wordt vertrokken van de algemene principes van gestimuleerde fosfaatverwijdering, waarbij zowel microbiologische als biochemische aspecten aan bod komen, om te eindigen met het effect van nitriet op de fosfaatopname van fosfaat accumulerende organismen (PAO). Fosfor is een macronutriënt dat noodzakelijk is voor alle levende cellen. Het is een bepalend nutriënt met betrekking tot de groei van algen en andere planten in wateren. Bacteriën en vele andere organismen gebruiken orthofosfaat om organisch fosfaat aan te maken en solid-phase structuren te bouwen. Het is dan ook een belangrijke component van adenosine trifosfaat, nucleïnezuren (DNA en RNA) en fosfolipiden in celmembranen. In zowel prokaryoten als eukaryoten kan fosfor opgeslagen worden als polyfosfaten. In natuurlijke omstandigheden is de fosforconcentratie in water in balans, dit wil zeggen dat de toegelaten hoeveelheid van het product goed overeenkomt met de behoefte ernaar in het ecologische systeem. Indien de inbreng van fosfor in oppervlaktewater veel hoger is dan de hoeveelheid dat het systeem kan omzetten, ontstaan er problemen door te hoge concentraties aan fosfor. The UK Environment Agency definieert eutrofiëring dan ook als volgt: "The enrichment of waters by inorganic plant nutrients which results in the stimulation of an array of symptomatic changes. These include the increased production of algae and/or other aquatic plants, affecting the quality of the water and disturbing the balance of organisms present within. Such changes may be undesirable and interfere with water uses." [4]. Het verrijken van oppervlakte water met anorganische nutriënten resulteert in een stimulatie van een reeks van symptomatische veranderingen. Deze veranderingen zijn de stijgende toename van algen en/of andere waterplanten die de kwaliteit van het 17

28 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen. oppervlaktewater beïnvloeden en zodoende het evenwicht van systeem wijzigen. Dergelijke veranderingen kunnen ongewenst zijn en het gebruik van water beïnvloeden. Door het reeds lange tijd lozen, zowel op industrieel als agrarisch vlak, van fosfaat en nitraat door de mens is er een zodanig grote hoeveelheid in het milieu terecht gekomen dat een vermindering van de uitstoothoeveelheid op korte termijn geen noemenswaardig effect zou hebben op de eutrofiëring. Daarom is er een efficiënte verwijdering nodig van fosfaat uit afvalwater, namelijk de biologische fosfaatverwijdering. In de praktrijk wordt er echter veelal gebruik gemaakt van chemische fosfaatverwijdering. Chemische fosfaatverwijdering berust op het principe van chemische precipitatie. Hierbij wordt ortho-fosfaat gebonden met een metaalion afkomstig van een metaalzout waarbij niet oplosbare metaalfosfaten gevormd worden. Colloïdiaal gebonden fosfaat wordt gedestabiliseerd en zal tevens een neerslag vormen in bijvoorbeeld de voorbezinktank. Voor het chemisch precipiteren van fosfaten worden voornamelijk ijzerzouten en aluminiumzouten gebruikt. Het grote nadeel hierbij is de kost van de chemicaliën die hiervoor noodzakelijk zijn. De huidige rioolwaterzuiveringsinstallaties worden zodanig ontworpen dat een biologische fosfaatverwijdering mogelijk is. Verder onderzoek is daarom noodzakelijk. 18

29 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen Principe van gestimuleerde biologische fosfaatverwijdering.[5] Verschillende mechanismen werden reeds voorgesteld om de gestimuleerde opname van fosfor door micro-organismen uit te leggen. (EBPR= enanced biological phosphorus removal) Er is aangetoond dat, voor de biologische fosfaatverwijdering in afvalwaterzuiveringsinstallaties, de biomassa eerst door een zuurstofloze en nitraatvrije zone moet passeren (namelijk een anaërobe fase) vooraleer in een fase te komen waar een electronenacceptor aanwezig is (namelijk een anoxische fase, waar nitraat aanwezig is of een aërobe fase, waar zuurstof aanwezig is). De zuurstofloze en nitraatvrije zone kunnen worden verwezenlijkt door een extra reactor, het eerste deel van een plug flow reactor of een deel van de cyclus in een sequencing batch reactor(sbr). Bij de verdere bespreking zal figuur II.3.1. een leidraad vormen voor de verschillende parameters die zich tijdens het proces voordoen. Anaërobe fase Aërobe fase concentratie acetaat fosfaat PHA glycogeen Fig. II.3.1: Schematische weergaven van het verloop van de concentratie van verschillende constituenten van EBPR onder anaërobe en aërobe condities.[5] tijd 19

30 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen. De biologische fosfaatverwijdering werkt op basis van een anaërobe en aërobe/anoxische cyclus met substraattoevoeging (influent) in de anaërobe fase. Wanneer het afvalwater de anaërobe fase binnenkomt, zullen bepaalde organismen, namelijk poly-fosfaat accumulerende bacteriën (PAO s), deze koolstofbron accumuleren als een intern opgeslagen polymeer, namelijk PolyHydroxyAlkanoaten (PHA s). De meest voorkomende vormen van PHA s zijn: Poly-beta-HydroxyButyraat (PHB) en Poly-beta-HydroxyValeraat (PHV). De energie nodig om dit polymeer op te slaan is afkomstig van de afbraak van glycogeen en de hydrolyse van een intern energierijk fosforketen, namelijk poly-fosfaat (poly-p). Daar poly-fosfaat wordt afgebroken naar ortho-fosfaat voor energievoorziening, zal de fosfaatconcentratie in de anaërobe fase dan ook stijgen. De anaërobe fase dient dan ook opgevolgd te worden door een zuurstof of nitraatrijke fase, namelijk een anoxische fase (anoxische fosfaatverwijdering) of een aërobe fase (aërobe fosfaatverwijdering). Gedurende deze fase wordt de opgeslagen PHB geconsumeerd voor het produceren van energie: ten eerste voor de groei, ten tweede voor de opname van ortho-fosfaat uit de vloeibare fase en ten derde voor de aanvulling van glycogeen en polyfosfaat (Figuur III.3.1.). Er wordt aangenomen dat de anaërobe fase voor een unieke en positieve omgeving zorgde voor de PAO s, zo kunnen ze de noodzakelijke hoeveelheid koolstof opslaan zonder competitie met andere organismen aan te gaan [6]. Verder onderzoek leverde echter het bewijs dat andere organismen, namelijk Glycogeen Accumulerende Organismen (GAO s), de mogelijkheid bezitten om de koolstofbron op te slaan en zodoende te wedijveren met de PAO s in zulke systemen. [7] Glycogeen is een zetmeelachtig polymeer van glucosesubeenheden. Glycogeenkorrels zijn over het algemeen kleiner dan PHB korrels, en kunnen enkel via elektronenmicroscopie worden waargenomen. Daartegenover is de lichtmicroscopie ook een techniek voor het detecteren van glycogeen, omdat de cel rood-bruin kleurt indien het met verdunde jodium werd behandeld, dit ten gevolge van glycogeen-jodium reactie [5]. 20

31 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen Aërobe fosfaatverwijdering In de beginfase van het onderzoek naar EBPR was alle aandacht gericht op de aërobe processen. Een verband tussen de anaërobe processen en de aërobe processen werd nog niet gevonden. De aërobe fosfaatopname (vroeger overplus of luxury uptake genoemd [8]) werd aanzien als het gevolg van stress condities waarin het actief slib zich bevond. Nu is het bewezen dat de aërobe processen, gebruik van PHA, aanvulling van glycogeen en fosfaatopname verbonden zijn aan de anaërobe processen Anoxische fosfaatverwijdering. Vlekke et al. (1988) [9] was de eerste die de denitrificerende capaciteit van PAO s bewees in Sequencing Batch Reactors. Hij deed dit door gebruik te maken van een anaërobeanoxische opeenvolging in plaats van een anaërobe-aërobe opeenvolging. Hierbij werd een volledige fosfaatverwijdering verwezenlijkt. Er is bewijs geleverd dat nitraat niet zo efficiënt fosfaat verwijderd als zuurstof, omdat meer opgeslagen koolstof (PHB) werd gebruikt voor een zelfde hoeveelheid fosfaat te verwijderen. De experimenteel bepaalde waarde voor fosfaatopname is opmerkelijk lager voor de anoxische opname dan voor de aërobe opname. Onder bepaalde omstandigheden kan dit echter sterk verschillen ( verdere uitwerking zie hoofdstuk 7). Het gebruik van nitraat i.p.v. zuurstof in PAO-slib heeft enkele belangrijke voordelen. De EBPR kan aanzien worden als een van de beste methodes voor het eutrofiëringsprobleem. Daartegenover staat dat de EBPR in combinatie met biologische stikstofverwijdering (oxidatie van NH + 4 tot NO en vervolgens reductie van NO 3 tot stikstofgas) een groot nadeel heeft in afvalwater met een lage C/N verhouding, namelijk dat CZV de limiterende factor is bij fosfaatafgifte en denitirificatie. Daarom moet een meer efficiënt gebruik van CZV voor het gelijktijdig verwijderen van stikstof en fosfor worden voorzien. De denitrificerende capaciteit van PAO s zou een oplossing voor dit probleem (CZVlimitatie) kunnen zijn: PAO s hebben de capaciteit hebben om nitraat i.p.v. zuurstof als electronen-acceptor te gebruiken, zonder een extra hoeveelheid koolstof (substraat) voor denitrificatie te moeten toevoegen. Een ander voordeel voor het gebruik van nitraat als electronen-acceptor i.p.v. zuurstof is dat er een geringere slibproductie (40 %) ontstaat. 21

32 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen. Hierbij stelde men ook vast dat er in de meeste gevallen een betere SVI (slib volume index) bekomen was waardoor er een snellere gravitaire bezinking ontstaat.[10] Soms kan ook het gebruik van nitriet als electronen-acceptor worden aangewend in plaats van nitraat en daaropvolgend ook zuurstof (verder uitwerking zie hoofdstuk 7). 22

33 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen Metabolisme van EBPR. Om het principe van gestimuleerde biologische fosfaatverwijdering goed te begrijpen is een duidelijk inzicht in het metabolisme gedurende de aërobe en anaërobe condities noodzakelijk. Deze worden dan ook verder afzonderlijk besproken waarbij we vertrekken van een algemene toelichting inzake metabolisme en de hieraan gekoppelde functies. De verschillende processen gedurende de anaërobe en aërobe condities vragen natuurlijk energie. Deze energie, nodig voor het behoud van de populatie (bacteriën) en voor de synthese van celbestanddelen, wordt verkregen via celmetabolisme. Dit houdt de transformatie in van bepaalde bestanddelen binnen de cel. Metabolisme is dan ook de kernmogelijkheid van een levend organisme om moleculen te organiseren in specifieke structuren en chemische reacties uit te voeren in systematische sequenties. De energiebronnen zijn de nutriënten die afkomstig zijn uit het milieu. Deze nutriënten worden getransformeerd in de cel, door een serie van opeenvolgende enzymatische reacties, ook wel metabolische wegen genoemd. Deze metabolische wegen hebben twee functies: (1) het verstrekken van precursoren van celbestanddelen en (2) het leveren van energie voor synthese en andere energiebehoevende processen. [11] Algemeen kan men stellen dat de transformatie van bestanddelen in de cel, vertrekkende van eenvoudige nutriënten zoals glucose, VVZ (vluchtige vetzuren) of zelfs aromatische componenten, vereenvoudigd kan worden tot drie grote fasen. - Ten eerste de afbraak of catabolisme van de nutriënten in kleinere fragmenten (levert energie). - Ten tweede de vorming of het bouwen van blokken. - Ten derde de productie van polymere macromoleculen (nucleïnezuren, proteïnen, reservemateriaal) waaruit de cellen bestaan. 23

34 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen. De twee laatste fasen van de biosynthese van het celmateriaal worden ook wel anabolisme genoemd (aanmaak bouwstenen). Omdat anabolisme resulteert in de biochemische synthese van nieuw materiaal wordt dit ook biosynthese genoemd. Biosynthese is een proces dat energie nodig heeft. Er zijn drie bronnen van energie, namelijk licht, anorganisch materiaal en organisch materiaal. In de cel gebeurt de overdracht van elektronen in oxidatie-reductie reacties via één of meerdere intermediairen (carriers). De totale energieopbrengst verandert hierbij niet. Algemeen kan men stellen dat er twee groepen van elektronencarriers zijn, namelijk de oplosbare (diffusie) en de membraan-geassocieerde electronencarriers. Een voorbeeld van oplosbare dragers zijn NAD + (nicotinamide-adenine dinucleotide) en NADP + (NADfosfaat) Energie die vrijkomt bij oxidatie-reductie reacties moet opgeslagen worden om verder aangewend te worden voor andere celfuncties. Daartoe wordt de energie getransfereerd naar verschillende hoge-energie fosfaatbindingen. Deze verbindingen dienen als intermediairen bij de conversie van de energie naar nuttige arbeid toe. Energiebehoevende processen in de cel worden dan ook mogelijk gemaakt door de deelname van adenosinetrifosfaat (ATP), dit is de belangrijkste hoge-energie fosfaatverbinding. ATP is de chemische vorm waarin energie, verkregen door fotosynthese, ademhaling of fermentatie, kan worden gebruikt door de cellen. ATP is de universele overdrager van energie tussen energieproducerende en energiebehoevende reacties. De pyrofosfaatbanden tussen de fosfaatgroepen zijn energierijk en bij afsplitsen van deze fosfaatverbindingen komt energie vrij. Hierdoor verkrijgen we de overgang van ATP naar ADP (adenosinedifosfaat) naar AMP (adenosinemonofosfaat)[11]. 24

35 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen Cel intern metabolisme in de anaërobe fase. Het onderstaande model (figuur II.3.2) geeft goed de veranderingen binnenin de cel weer waarbij de verschillende omzettingen telkens worden besproken. VFA 1C-mol 0,5+α 2 cel-onderhoud VFA PHA NADH ATP 0,33 Gly 0,25 α 2 PP 0,25 fosfaat Fig. II.3.2. Model van het metabolisme in de cel gedurende de anaërobe fase. [12] Gedurende de anaërobe condities worden Volatile Fatty Acid (VFA), ook wel vluchtige vetzuren genoemd (VVZ), uit het influent opgenomen door fosfaataccumulerende organismen. Deze vluchtige vetzuren worden binnenin de cel opgeslagen als polyhydroxyalkanoaten (PHA). Indien de vluchtige vetzuren in het influent voornamelijk uit acetaat (HAc) bestaan, zal het meest voorkomende opgeslagen product uit polyhydroxybuteraat (PHB) bestaan. De anaërobe opname en opslag van acetaat gaat enkel door indien er voldoende energie aanwezig is. Deze energie wordt gegenereerd door degradatie van glycogeen en polyfosfaat (PP) dat zich in de cel bevindt. Door de degradatie van poly-fosfaat in de cel wordt er in de bulkvloeistof een verhoogde concentratie van ortho-fosfaat waargenomen. Dit wordt dan ook als parameter aanzien voor de bepaling van de aanwezigheid van fosfaataccumulerende organismen in het slib. 25

36 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen. Om het systeem goed te kunnen duiden wordt hieronder het model stochiometrisch verder uitgewerkt [12]. Het metabolisch model is gebaseerd op de vorming en degradatie van de opgeslagen componenten in de cel, die bij de verschillende reacties van belang zijn. Deze componenten omvatten poly-hydroxyalkanoaten (PHA), glycogeen en poly-fosfaat (PP). We beschouwen de acetaatopname als een actieve transportatie van het acetaation door het celmembraan. Dit is echter een beschouwing en wordt in een uitbreiding op einde van 2.3. kort weergegeven. In de anaërobe stochiometrie gebruikt men verschillende symbolen die berusten op de efficiëntie van bepaalde reacties (of deelprocessen). Zo heeft men de efficiëntie waarmee het transport van acetaat door het celmembraan gebeurt vastgelegd in een symbool, namelijk α 1. α 1 is afhankelijk van de ph en heeft een specifieke waarde tussen 0 en 0,5 mol ATP/ mol C. [12] Hierbij moet ook worden vermeld dat α 2 de efficiëntie weergeeft waarmee ATP geproduceerd wordt vanuit de hydrolyse van polyfosfaat. α 2 heeft algemeen een waarde van 1 mol ATP/P-mol. De basis van het metabolische model bestaat uit drie overheersende reacties die hier weliswaar vereenvoudigd worden weergegeven: Acetaat opname: CH 2O + ( + α 1) ATP + NADH 2 CH1.5O0.5 + H 2O r azijnzuur PHA Polyfosfaat degradatie: HPO + α + r H 2O 2 ATP H 3PO4 polyfosfaat fosfaat NADH 2 productie : CH10 / 6O5 / 6 + H 2O CH1.5O0.5 + CO2 + NADH 2 + ATP r glycogeen PHA 26

37 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen. Het proces van opname en omzetting van vluchtige vetzuren (over het algemeen aangenomen als acetaat) naar PHA gebeurt aan de hand van drie grote stappen, namelijk: 1. Transport van acetaat/azijnzuur door het celmembraan. 2. Omzetting van acetaat naar Acetyl-CoA. 3. Omzetting van Acetyl-CoA naar PHA. Voor het verder toelichten van de rol van glycogeen binnen het metabolische proces, de vorming van PHA en de energiehuishouding wordt hieronder een conceptueel biochemisch model weergegeven (figuur II.3.3.). <glycolyse> {gereduceerde energieproductie} externe substraten {energieverbruik} {energieproductie} glycogeen phosphenolpyruvaat pyruvaat acetyl - Coa {H} {H} {energieverbruik} oxaloacetaat succinyl-coa propionyl-coa 3HV unit (PHA) <PHA formatie> {gereduceerd energieverbruik} <succinaat - propionaat pad> {gereduceerd energieverbruik} externe substraten {energieverbruik} Fig. II.3.3.: Een conceptueel biochemisch model voor de anaërobe opname van organisch substraat en de omzetting tot PHA door PAO s.[14] Uit onderzoek geleverd door Satoh et al. [13] bleek dat wanneer acetaat anaëroob opgenomen werd door PAO-rijk slib er significante hoeveelheden 3-hydroxyvaleraat (3HV) aanwezig waren in het geproduceerde PHA. Een 3HV eenheid van PHA is gemaakt uit een acetyl-coa molecule en een propionyl-coa molecule. Daardoor kan er worden geconcludeerd dat er een mechanisme zou moeten bestaan dat propionyl-coa produceert naast acetyl-coa. Satoh et al.[13] nemen aan dat het ging om een gedeeltelijke 27

38 Hoofdstuk 3.: Fosfaataccumulerende organismen. omzetting van pyruvaat naar propionyl-coa. Indien pyruvaat wordt gemetaboliseerd door de succinaat-propionaat-pathway wordt er reductie-energie geconsumeerd. Door de ideeën te combineren, van enerzijds de degradatie van glycogeen voor de voorziening van reductie-energie met acetyl-coa productie en anderzijds de succinaat-propionaat-pathway voor de consumptie van reductie-energie met propionyl-coa productie, kan men tot een geïntegreerd biochemisch model komen voor de anaërobe opname van verschillende koolstofbronnen door PAO s. [14] In het model speelt glycogeen een belangrijke rol, namelijk het glycogeen dat in de cel is opgeslagen functioneert als regulator van de redox balans in de cel. Omzetting van glycogeen naar acetyl-coa en CO 2 levert reductie-energie, terwijl omzetting naar propionyl-coa via de succinaat-propionaat-pathway reductie-energie consumeert. De functie van het opgeslagen glycogeen, om de redox balans te handhaven, blijkt dan ook essentieel te zijn voor de anaërobe opname van verschillende organische substraten en zo ook de werking van PAO s in EBPR-processen. Zowel polyfosfaat als glycogeen zijn noodzakelijk voor de anaërobe opname van organisch substraat door PAO s. Beide kunnen dan ook de limiterende factor zijn binnen de anaërobe substraat opname. 28

Hogeschool West-Vlaanderen Departement PIH Industrieel Ingenieur Milieukunde

Hogeschool West-Vlaanderen Departement PIH Industrieel Ingenieur Milieukunde Hogeschool West-Vlaanderen Departement PIH Industrieel Ingenieur Milieukunde Het effect van nitriet op fosfaataccumulerende organismen in een pilootschaal SBR. Niville Kwinten Promotor: Van Hulle Stijn,

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I Anammox In deze opgave staat een bacteriële omzetting van ammoniumionen met nitrietionen centraal, de zogenoemde anammoxreactie. Bij deze opgave horen twee tekstfragmenten die zijn afgedrukt in de bijlage

Nadere informatie

Optimalisatie biologische afvalwaterzuivering

Optimalisatie biologische afvalwaterzuivering Optimalisatie biologische afvalwaterzuivering Innovatieve Stikstofverwijdering In Slachthuisafvalwater ir. Marc Feyten 24/03/2016 Onze referenties zijn onze visitekaartjes www.aaqua.be 2 1. Problematiek

Nadere informatie

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme

Nadere informatie

Nutriënten: stikstof, fosfor. Assimilatie: opbouw van levend materiaal

Nutriënten: stikstof, fosfor. Assimilatie: opbouw van levend materiaal Nutriënten: sleutelrol bij de groei van organismen en het functioneren van ecosystemen Jos Verhoeven Assimilatie: opbouw van levend materiaal In de eerste plaats: Fotosynthese! 6 CO 2 + 6 H 2 O C 6 H 12

Nadere informatie

PHA productie uit Organische reststromen. BIONND THE FUTURE. 8 mei 2014 Henk Doddema

PHA productie uit Organische reststromen. BIONND THE FUTURE. 8 mei 2014 Henk Doddema PHA productie uit Organische reststromen. BIONND THE FUTURE 8 mei 2014 Henk Doddema Meer dan 300 soorten bacteriën kunnen PHA s maken en opslaan in hun cellen Rhodomonas sp. Halomonas sp. Alcaligenes (nu

Nadere informatie

Celademhaling & gisting

Celademhaling & gisting Celademhaling & gisting Tekst voor de leerlingen V. Rasquin - 1 - DISSIMILATIE - TEKST VOOR DE LEERLINGEN celademhaling & GISTING Wij weten dat heel wat processen endergonisch zijn (ze vergen energie).

Nadere informatie

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek LTO42 Toets 5.1 Boek: Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk, Blz 321-324, Blz 328-332, Blz 336-345)

Nadere informatie

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal)

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) LTO42 Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk,

Nadere informatie

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Slibverwerking. 1 Inhoud... 1

Slibverwerking. 1 Inhoud... 1 1 Inhoud 1 Inhoud... 1 2 Slibverwerking... 1 2.1 Biologische afvalwaterzuivering en slibproductie... 1 2.2 Slibverwerking... 2 2.3 Enkele voorbeelden van een slibverwerkingsketen... 4 2.3.1 Biologische

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Celstofwisseling I Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Inleiding 1-12 Deze module gaat over de omzetting van voedsel in energie

Nadere informatie

STIKSTOF & FOSFOR CURSUSBOEK NIEUWEGEIN

STIKSTOF & FOSFOR CURSUSBOEK NIEUWEGEIN STIKSTOF & FOSFOR CURSUSBOEK NIEUWEGEIN 2017 Stichting Wateropleidingen, Oktober 2017 Nieuwegein Versie 6.1 Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van

Nadere informatie

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Organische vracht continue on-line bewaken Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Waardeketen Organische stoffen TOC/CZV correlatie Inhoud Afvalwater karakteristiek zuivel-industrie Redenen om

Nadere informatie

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Zwevende stof vormt een complex mengsel van allerlei verschillende deeltjes, en speelt een belangrijke rol

Nadere informatie

Ecosysteem voedselrelaties

Ecosysteem voedselrelaties Ecosysteem ecologie Ecosysteem voedselrelaties Oceanen: voedselweb + energiestromen Ga naar Mypip.nl en open de oefening 3 voedselketen - voedselweb Doe de oefening en maak vervolgens de aangeleverde vragen.

Nadere informatie

Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling

Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling Wat is stofwisseling? Wat is stofwisseling? Stofwisseling of metabolisme is het geheel van chemische processen in een levend organisme of in levende cellen Een organisme

Nadere informatie

BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo

BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van foto

Nadere informatie

De afvalwaterzuivering als energiefabriek

De afvalwaterzuivering als energiefabriek De afvalwaterzuivering als energiefabriek Joop Colsen Energiebesparing op RWZI s anno 2010 www.colsen.nl info@colsen.nl Introductie (1) Afvalwaterzuivering levert energie op: Door vergisting van biomassa

Nadere informatie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Prof. ir. Hans van Dijk 1 Afdeling Watermanagement Sectie Gezondheidstechniek Inhoud hydrologische kringloop kwalitatief 1. regenwater 2. afstromend/oppervlaktewater. infiltratie

Nadere informatie

Full scale de-ammonificatie in de waterlijn

Full scale de-ammonificatie in de waterlijn Full scale de-ammonificatie in de waterlijn 1 Met DEMON en EssDe Harm Baten Hoogheemraadschap van Rijnland Annette Buunen - Grontmij Nederland B.V. (part of Sweco) Full scale de-ammonificiatie in de waterlijn

Nadere informatie

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106.

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106. Examentrainer Vragen Fotosynthese Vanuit tussenproducten van de fotosynthese worden niet alleen koolhydraten gevormd, maar ook vetten, vetzuren, aminozuren en andere organische zuren. Dag- en seizoensgebonden

Nadere informatie

1.7 Innovatie Afsluitend... 16

1.7 Innovatie Afsluitend... 16 Inhoudsopgave 1 Inleiding en kader... 1 1.1 Waterzuivering: verleden, heden en toekomst... 1 1.2 Wie is verantwoordelijk voor de afvalwaterzuivering?... 3 1.3 Financiën en functioneren... 5 1.4 Belanghebbenden...

Nadere informatie

Stikstofbeheer en ph in recirculatie teeltsystemen

Stikstofbeheer en ph in recirculatie teeltsystemen capita selecta Stikstofbeheer en ph in recirculatie teeltsystemen Door M. Verdegem en E. Eding, Visteelt en Visserij, Wageningen Universiteit. Vis zet eiwit in het voer om in o.a. ammoniak en ammonia.

Nadere informatie

Methanobrevibacter Methanospirillum. Methanosarcina Methanocaldococcus. Methanotorris. Methanosaeta. Methanothermus

Methanobrevibacter Methanospirillum. Methanosarcina Methanocaldococcus. Methanotorris. Methanosaeta. Methanothermus Methanobrevibacter Methanospirillum Methanosarcina 13. 6 Methanocaldococcus Methanotorris Methanosaeta Methanothermus Grote % GC spreiding, = grote fylogenetische heterogeniteit Andere electronen acceptoren

Nadere informatie

Microbiology & Biochemistry (MIB-10306, microbiologie deel)

Microbiology & Biochemistry (MIB-10306, microbiologie deel) Microbiology & Biochemistry (MIB-10306, microbiologie deel) 1. Morfologie (vorm, grootte, onderdelen) a. Teken schematisch de doorsnede van een bacterie en benoem 10 structuren. vacuole met reservestoffen,

Nadere informatie

Demonamiddag 11 september 2012

Demonamiddag 11 september 2012 Demonamiddag 11 september 2012 Behandeling van spuiwater Telen zonder spui = Problematiek van spuiwater aan de bron aanpakken! Indien toch spuiwater: Volume beperken en behandelen alvorens te lozen. Normen

Nadere informatie

a. 38 b. 38 c. 0 d. 36/38

a. 38 b. 38 c. 0 d. 36/38 Microbiologiedeel: Hieronder staan vier vragen die de stijl en diepgang hebben van de vragen van het microbiologiedeel zoals ze op het tentamen gevraagd kunnen worden. 1.a. Hoeveel ATP kan de gram negatieve

Nadere informatie

Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp

Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp Inleiding voor de docent: Onverwachte gaten in het curriculum en in BINAS In deze opdracht gaat de aandacht naar de samenhang tussen de processen die een

Nadere informatie

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken. Begrippenlijst door Lauke 1056 woorden 23 oktober 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Begrippen biologie hoofdstuk 2 Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling Antwoorden door een scholier 1478 woorden 16 februari 2009 5,6 56 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie voor jouw Havo 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten

Mitochondriële ziekten Mitochondriële ziekten Stofwisseling NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de mitochondriële

Nadere informatie

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter Water en kooldioxide zijn qua hoeveelheid de belangrijkste bouwstoffen voor planten. Van andere voedingsstoffen hebben ze minder nodig, al zijn die wel

Nadere informatie

AWZI Schiphol. Ervaringen met het DEMON-proces. Marthe de Graaff. 22 mei 2019

AWZI Schiphol. Ervaringen met het DEMON-proces. Marthe de Graaff. 22 mei 2019 AWZI Schiphol Ervaringen met het DEMON-proces Marthe de Graaff 22 mei 2019 AWZI Schiphol In eigendom vanaf 2004 3.000 5.000 m 3 /d afvalwater van: Passagiers Bedrijven Schiphol terrein Catering Fecaliën

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen. Broeikasgassen meten in wijn. 1 Uitgeverij Malmberg. Lees de volgende tekst.

Examentrainer. Vragen. Broeikasgassen meten in wijn. 1 Uitgeverij Malmberg. Lees de volgende tekst. Examentrainer Vragen Broeikasgassen meten in wijn Lees de volgende tekst. Sterk toegenomen verbranding van organische stoffen leidt tot een verhoging van de concentratie CO 2 in de atmosfeer. Er is op

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Zie Basisscheikunde voor het hbo bij https://www.syntaxmedia.nl/basisscheikunde-voor-het-hbo Uitwerkingen van de opgaven uit: Hoofdstuk 15 Milieu en veiligheid bladzijde 1 Opgave 1 Welke schade veroorzaakt

Nadere informatie

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar 17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume

Nadere informatie

Waterplanten en Waterkwaliteit

Waterplanten en Waterkwaliteit Waterplanten en Waterkwaliteit Leon van den Berg Moni Poelen Monique van Kempen Laury Loeffen Sarah Faye Harpenslager Jeroen Geurts Fons Smolders Leon Lamers Platform Ecologisch Herstel Meren Vrijdag 11

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

I feel goo o d! De wetenschap achter helder water voor tropische zoetwateraquaria

I feel goo o d! De wetenschap achter helder water voor tropische zoetwateraquaria I feel goo o d! De wetenschap achter helder water voor tropische zoetwateraquaria Philips ontwikkelde dit Zuiveringsapparaat voor tropische aquaria in samenspraak met aquarium- en waterexperts. Wetenschappelijke

Nadere informatie

KRW symposium 9 mei Epe. Anammox in de hoofdstroom: een quantum leap in stikstofverwijdering!

KRW symposium 9 mei Epe. Anammox in de hoofdstroom: een quantum leap in stikstofverwijdering! 1 KRW symposium 9 mei Epe Anammox in de hoofdstroom: een quantum leap in stikstofverwijdering! rwzi Dokhaven locatie pilotinstallatie 2 3 RWZI Dokhaven Grootste RWZI WSHD 560.000 v.e. 150 Capaciteit ca.

Nadere informatie

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING INHOUD Voorwoord 13 Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19 Deel 1. LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING 21 1. Inleiding

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Gisten zijn ééncellige organismen. Er zijn veel verschillende soorten gisten, waarvan Saccharomyces cerevisiae, oftewel bakkersgist, de bekendste is. Gisten worden al sinds de

Nadere informatie

Productie van groene energie uit afval en afvalwater: rentabiliteit door duurzaamheid

Productie van groene energie uit afval en afvalwater: rentabiliteit door duurzaamheid Productie van groene energie uit afval en afvalwater: rentabiliteit door duurzaamheid The cycle 2010 29/04/2010 Brouwerij Duvel Breendonk Hans van Soest Zaakvoerder vansoest@enprotech.be Globale aanpak

Nadere informatie

TECHNISCHE GEGEVENS ASTERIA 750 WATERZUIVERINGSSTATION

TECHNISCHE GEGEVENS ASTERIA 750 WATERZUIVERINGSSTATION TECHNISCHE GEGEVENS ASTERIA 750 WATERZUIVERINGSSTATION ASTERIA 750 De Asteria waterzuiveringen zijn ontworpen voor het zuiveren van huishoudelijk type afvalwater berekend op een debiet van 150 liter /

Nadere informatie

XIII. Samenvatting. Samenvatting

XIII. Samenvatting. Samenvatting XIII In dit werk wordt de invloed van dimethyldisulfide (DMDS) en van zeven potentiële additieven op het stoomkraken van n-hexaan onderzocht aan de hand van experimenten in een continu volkomen gemengde

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 14 Chemische processen bladzijde 1 Opgave 1 Wat denk je, zijn de volgende processen continuprocessen of batch-processen? a productie van verschillende soorten medicijnen b productie van verschillende

Nadere informatie

Tabel 1 - Waterkwaliteit voor een aantal parameters (indien geen eenheid vermeld is de eenheid in mg/l). aeroob grondwater

Tabel 1 - Waterkwaliteit voor een aantal parameters (indien geen eenheid vermeld is de eenheid in mg/l). aeroob grondwater Oefenopgaven Zuivering Vraag 1 In de onderstaande tabel staan de analyses van het ruwe water van drie zuiveringsstations gegeven. Het betreft een aeroob grondwater, een oppervlaktewater (directe zuivering)

Nadere informatie

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 Samenstellers Afdeling

Nadere informatie

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen

Nadere informatie

Encounters with Oxygen. Aerobic Physiology and H2O2 Production of Lactobacillus johnsonii R.Y. Hertzberger

Encounters with Oxygen. Aerobic Physiology and H2O2 Production of Lactobacillus johnsonii R.Y. Hertzberger Encounters with Oxygen. Aerobic Physiology and H2O2 Production of Lactobacillus johnsonii R.Y. Hertzberger Samenvatting (voor breed publiek) Melkzuurbacteriën zijn belangrijke organismen in het leven van

Nadere informatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Fysiologie les 2 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Archaea en hyperthermofielen De levende organismen op onze aarde kunnen verdeeld worden in twee groepen, de prokaryoten en de eukaryoten. Eukaryote cellen hebben een celkern, een

Nadere informatie

Quiz 2015. Experimentenwedstrijd Antwoorden. Playful Science 9

Quiz 2015. Experimentenwedstrijd Antwoorden. Playful Science 9 Experimentenwedstrijd Antwoorden. Playful Science 9 1. De energie voor de samentrekking van skeletspieren wordt geleverd door ATP. Spieren hebben slechts een kleine hoeveelheid ATP in voorraad. Eenmaal

Nadere informatie

Eindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest

Eindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest eindrapport : BIM-2005 aantal blz. : 5 blz : 1 Eindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest - 2005 1. Staalname Staaknames werden uitgevoerd op: 19/05/05;

Nadere informatie

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Vlaamse MilieuMaatschappij www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Samenstellers Afdeling

Nadere informatie

- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur

- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

Regulation of pyruvate catabolism in Escherichia coli: the role of redox environment

Regulation of pyruvate catabolism in Escherichia coli: the role of redox environment UvA-DARE (Digital Academic Repository) Regulation of pyruvate catabolism in Escherichia coli: the role of redox environment de Graef, M.R. Link to publication Citation for published version (APA): de Graef,

Nadere informatie

Verkorte ZAHN- WELLENS test voor afvalwaters

Verkorte ZAHN- WELLENS test voor afvalwaters Verkorte ZAHN- WELLENS test voor afvalwaters februari 2010 Pagina 1 van 7 WAC/V/B/005 INHOUD 1 INLEIDING... 3 2 PRINCIPE... 3 3 BIODEGRADATIEVOORWAARDEN... 3 4 TESTVOORWAARDEN... 3 5 MATERIAAL... 4 5.1

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting door Fabienne 1166 woorden 24 oktober 2017 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

SAMENVATTING 141 Aminozuren zijn bouwstenen voor de synthese van eiwitten die nodig zijn voor de groei van een organisme. De synthese van aminozuren kost energie dat wordt gewonnen uit de voedingstoffen

Nadere informatie

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held Inkuilproces Proces bij het inkuilen: In de kuil ondergaat het gewas een biochemisch proces onder invloed van micro-organismen Een

Nadere informatie

vwo energie en materie 2010

vwo energie en materie 2010 vwo energie en materie 2010 De Noordzee Allerlei activiteiten en ingrepen van de mens hebben effect op het ecosysteem van de Noordzee. Zo is de aanvoer van zouten toegenomen door de landbouw en als gevolg

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Stofwisseling

Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting door een scholier 1466 woorden 13 juni 2006 5,6 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Thema 1 Stofwisseling Doelstelling

Nadere informatie

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN LEVENSGEMEEN SCHAPPEN 1 E e n e i g e n h u i s, e e n p l e k o n d e r d e z o n Waarom groeien er geen klaprozen op het sportveld? Waarom leven er geen kwallen in de IJssel? Kunnen struisvogels wel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied

Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied Hoofdstuk 8 Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Het menselijk lichaam heeft er 10 14 oftewel rond de 100 biljoen, terwijl bacteriën

Nadere informatie

Inhoud De oxidatiesloot: succesvolle Nederlandse ontwikkeling

Inhoud De oxidatiesloot: succesvolle Nederlandse ontwikkeling Biologische waterzuivering de oxydatiesloot, geschiedenis met een grote toekomst Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen WATER AND SANITATION FOR ALL 60e Vakantiecursus in Drinkwatervoorziening

Nadere informatie

Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie

Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Elektronen-transportketen 1. Van enkele processen in

Nadere informatie

1. De relativiteit van de effluentkwaliteit

1. De relativiteit van de effluentkwaliteit 1. De relativiteit van de effluentkwaliteit 1. Water zuiveren = normen nastreven Basis uitdaging voor meeste sectoren (Nieuwe wetgeving: micropolluenten, ZM, ) 2. Filosofie van Pantarein, water zuiveren

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten Stofwisseling

Mitochondriële ziekten Stofwisseling Mitochondriële ziekten Stofwisseling Deze folder maakt deel uit van een serie over mitochondriële aandoeningen. In deze folder leest u meer over de stofwisseling. De stofwisseling is niet eenvoudig daarom

Nadere informatie

2 De zuivering van afvalwater Typen bedrijfsafvalwater De zuivering in vogelvlucht Afsluiting 21

2 De zuivering van afvalwater Typen bedrijfsafvalwater De zuivering in vogelvlucht Afsluiting 21 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Waterverontreiniging: aard en omvang 9 1.1 Oorzaken van de waterverontreiniging 9 1.2 Om welke stoffen gaat het? 10 1.3 Kengetallen van waterverontreiniging 12 1.4 Afsluiting

Nadere informatie

DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life

DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je,

Nadere informatie

De Weende-analyse bij veevoeding. Scheikunde voor VE41, Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans

De Weende-analyse bij veevoeding. Scheikunde voor VE41, Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE41, 2017-2018 Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans Weende-analyse: DS-gehalte Droge stof (DS): Het materiaal dat overblijft als, door verwarming

Nadere informatie

Bacteriële ijzer reductie

Bacteriële ijzer reductie Bacteriële ijzer reductie Een aantal bacteriën zijn in staat om ferri ijzer te reduceren. Dit gebeurt bv in sedimenten van meren. Dit gereduceerde ijzer kan dan worden getransporteerd over zelfs grote

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

Scheikundige begrippen

Scheikundige begrippen Scheikundige begrippen Door: Ruby Vreedenburgh, Jesse Bosman, Colana van Klink en Fleur Jansen Scheikunde begrippen 1 Chemische reactie Ruby Vreedenburgh Overal om ons heen vinden er chemische reacties

Nadere informatie

2 Achtergrondinformatie van het EssDe -proces Het EssDe -proces is een alternatief voor de conventionele stikstofverwijderingsroute 1.

2 Achtergrondinformatie van het EssDe -proces Het EssDe -proces is een alternatief voor de conventionele stikstofverwijderingsroute 1. Notitie Referentienummer Datum Kenmerk Versie 5 12 juli 2015 334159 Betreft Beschrijving EssDe en energiebalans t.b.v. MER oplegnotitie 1 Inleiding Vanwege het feit dat de gekozen oplossing voor de renovatie

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting De gist Saccharomyces cerevisiae is bij de meeste mensen bekend onder de naam bakkersgist. De bekendste toepassing van deze gist is het gebruik voor het rijzen van brood, maar

Nadere informatie

Achtergronden bij het Metabolaspel

Achtergronden bij het Metabolaspel Achtergronden bij het Metabolaspel Colofon Naar idee: dr. M. Lopes Cardozo, Universiteit Utrecht prof. dr. M.C.E. van Dam Mieras, Universiteit Leiden Projectleiding: J. Berkhout, Open Universiteit Nederland

Nadere informatie

Archaebacteriën. Eubacteriën. Eukaryoot

Archaebacteriën. Eubacteriën. Eukaryoot H5n 10-09-2001 16:41 Pagina 100 Samenvatting De gist Saccharomyces cerevisiae is bij de meeste mensen bekend als bakkersgist en wordt behalve voor het bereiden van brood onder andere ook gebruikt voor

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord 13. Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19

INHOUD. Voorwoord 13. Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19 INHOUD Voorwoord 13 Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19 Deel 1. LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING 23 1. Inleiding

Nadere informatie

Memo. Datum 21 december 2016 Aantal pagina's 5 Van Bas van der Zaan. Doorkiesnummer +31(0)

Memo. Datum 21 december 2016 Aantal pagina's 5 Van Bas van der Zaan. Doorkiesnummer +31(0) Memo Aantal pagina's 5 Van Bas van der Zaan Doorkiesnummer +31(0)88335 7179 E-mail bas.vanderzaan@deltares.nl Onderwerp Samenvatting onderzoek thermische verwarming van de bodem voor stimulatie biologische

Nadere informatie

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding 2.2 De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE31-VE41, 2018-2019 Auteur: E. Held; bewerkt door H. Hermans : Hoofdstuk 2 De Weende-analyse (presentatie) 1 Bij het oprispen boeren komt methaan (CH4)

Nadere informatie

Meerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin

Meerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin Meerkeuzevragen Fotosynthese, celademhaling en gisting V. Rasquin MEERKEUZEVRAGEN FOTOSYNTHESE 1. Een brandende kaars dooft vlug onder een glazen stolp. Plaatst men naast de kaars ook een plant onder de

Nadere informatie

4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat

4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat a. bij de hydrolyse van ATP warmte vrijkomt b. de hydrolyse van ATP de entropie doet toenemen c. ATP sterk bindt aan het substraat van enzymen d. ATP thermodynamisch

Nadere informatie

Investigations on the Nitrogen Cycle in the Coastal North Sea H. Fan

Investigations on the Nitrogen Cycle in the Coastal North Sea H. Fan Investigations on the Nitrogen Cycle in the Coastal North Sea H. Fan Samenvatting Dit proefschrift gaat over de stikstofcyclus in het Nederlandse kustgebied, waarbij zowel de waterkolom als het sediment

Nadere informatie

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN BOUWSTENEN VAN HET LEVEN Pearson Basisboek Biologie 10voorBiologie VWO Hoofdstuk 1 L. Grotenbreg (MSc.) Bouwstenen van het leven Organische moleculen, groot of klein, bevatten chemische energie en zijn

Nadere informatie

In het artikel worden een aantal stoffen genoemd die men aan kauwgom kan toevoegen om daarmee het tandbederf tegen te gaan.

In het artikel worden een aantal stoffen genoemd die men aan kauwgom kan toevoegen om daarmee het tandbederf tegen te gaan. Antizuurkauwgom Lees eerst bron 1 Antizuurkauwgom. In het artikel worden een aantal stoffen genoemd die men aan kauwgom kan toevoegen om daarmee het tandbederf tegen te gaan. 1. In het artikel wordt het

Nadere informatie

WORKSHOP KOSTENEFFICIËNT WATERMANAGEMENT AQUARAMA - TNAV. Donderdag 20 april 2006

WORKSHOP KOSTENEFFICIËNT WATERMANAGEMENT AQUARAMA - TNAV. Donderdag 20 april 2006 WORKSHOP KOSTENEFFICIËNT WATERMANAGEMENT AQUARAMA - TNAV Donderdag 20 april 2006 Efficiënte aërobe zuivering van afvalwater in de voedingsindustrie Stefaan Deboosere TREVI NV Dulle-Grietlaan 17/1 B-9050

Nadere informatie

(Fermenteren) ECP technologie beschrijving. Proces: Anaerobe (Droge) vergisting

(Fermenteren) ECP technologie beschrijving. Proces: Anaerobe (Droge) vergisting ECP technologie beschrijving Proces: Anaerobe (Droge) vergisting (Fermenteren) Functie : Het produceren van biogas uit GFT (Groente, Fruit & Tuin afval) en anderere relatief drogesubstraten zoals bermaaisel

Nadere informatie

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495. Voorstel. Het college stelt u voor om

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495. Voorstel. Het college stelt u voor om VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 9 Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495 In D&H: 16-07-2013 Steller: Tonny Oosterhoff In Cie: BMZ 03-09-2013 Telefoonnummer: (030) 6345726

Nadere informatie

Waar leven is, zijn ook Enzymen

Waar leven is, zijn ook Enzymen Waar leven is, zijn ook Enzymen De verschillende functies van de Enzymen zijn ontelbaar veelzijdig, net zo als bij Microorganismen, maar Enzymen zijn geen Micro organismen. Het betreft hier dus geen levende

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 106 Samenvatting Samenvatting Actieve sportpaarden krijgen vaak vetrijke rantsoenen met vetgehalten tot 130 g/kg droge stof. De toevoeging van vet verhoogt de energiedichtheid van voeders.

Nadere informatie