Jaarverslag ROC van Flevoland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag 2014. ROC van Flevoland"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2014 ROC van Flevoland

2 ROC van Flevoland Bezoekadres Straat van Florida PA Almere Postadres Postbus AC Almere Telefoon Fax Internet matchpoint@rocflevoland.nl Kamer van Koophandel Lelystad S

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding en leeswijzer Voorwoord College van Bestuur Verslag Raad van Toezicht Profiel ROC van Flevoland Juridische structuur, interne organisatiestructuur en personele bezetting Organogram ROC van Flevoland Kerncijfers Missie, visie en strategie Missie Kernwaarden Route Strategische doelen Onderwijs Onderwijsontwikkeling mbo Macrodoelmatigheid Entree-opleidingen Doorstroom vo mbo LOB, loopbaanoriëntatie en begeleiding Doorstroom mbo hbo Gediplomeerd en dan?!? Taal en rekenen in het mbo Internationalisering Ondernemerschap Sport Passend Onderwijs Project CRASH, mbo-studenten leren reanimeren Verdraaid goed onderwijs Volwassenonderwijs VaVo Kwaliteit van het onderwijs Analyses, verbeteringen en onderzoek Onderwijsinspectie mbo Auditorganisatie Verzuimcontroles, absentiemelding en aanpak verzuim Bestrijding voortijdig schoolverlaten

4 11. Studenten Studentenaantal mbo Resultaten mbo Prestaties in relatie tot andere ROC s Deelnemersaantal Educatie Tevredenheid studenten mbo Veiligheid Medewerkers Inleiding en uitgangspunten Personele bezetting en verhouding PP / SP Benoemingen / wijzigingen directies Ziekteverzuim Professionalisering Mobiliteit Tevredenheid medewerkers Cao-ontwikkelingen Beheersing van uitkeringen na ontslag Governance en samenwerkingsrelaties Governance Klachten en afhandeling Vertrouwenspersoon medewerkers Zeggenschap studenten Zeggenschap medewerkers Tevredenheid bedrijven beroepspraktijkvorming (bpv) Krachtenbundeling ROCvF - ROCvA Onderwijs - arbeidsmarkt Marktpositie en marktaandeel Bedrijfsvoering Huisvesting ICT Onderwijsinformatie Invoering EduArte Bijlagen Jaarverslag Samenstelling van het Bestuur in Samenstelling 2014 Raad van Toezicht Rooster van aftreden RvT

5 16.4 Verklarende begrippen en afkortingen Financieel Jaarverslag 2014 ROC van Flevoland Financiële resultaat Continuïteitsparagraaf Staat van baten & lasten en balans Toelichting op de prognose van de Staat van baten & lasten en balans Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten over Kasstroomoverzicht over Toelichting behorende bij de jaarrekening Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten Overige gegevens Bijlagen bij de jaarrekening Controleverklaring

6 1. Inleiding en leeswijzer Voor u ligt het geïntegreerd jaardocument 2014 van het ROC van Flevoland (hierna ROCvF), bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening. In het geïntegreerd jaardocument legt het Bestuur verantwoording af over het jaar Het document beschrijft de ontwikkelingen in 2014, de resultaten die zijn bereikt en de activiteiten die daarvoor zijn ondernomen. Tevens geeft het jaardocument een beeld van ROCvF en de inrichting van het instituut. Naast dit volledige jaardocument wordt nog een jaarkrant uitgebracht. Deze jaarkrant is specifiek bedoeld voor de relaties van het ROC en van de MBO Colleges. Naast de algemene gegevens zoals kengetallen over aantal studenten, medewerkers, rendement en bestrijding vsv wordt specifiek aandacht besteed aan elk MBO College. Het thema van ROCvF was voor 2014 studenten en leerlingen weten wat het verschil maakt'. Met dit thema benadrukt het Bestuur de belangrijke rol die studenten kúnnen spelen bij verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en de ondersteuning. Het roept op tot dialoog met studenten voor reflectie op het geboden onderwijs en om informatie te krijgen voor verbetering ervan. Het thema staat niet op zichzelf, maar is representatief voor de koers van de afgelopen jaren waarin de rol van medewerkers en studenten centraal staat. Het jaarverslag begint met het verslag van het Bestuur en het verslag van de Raad van Toezicht (hierna RvT) over het jaar ROCvF werkt nauw samen met het ROC van Amsterdam (hierna ROCvA). Vanuit die samenwerking wordt het toezicht op beide ROC s uitgevoerd door één RvT. Na een korte schets van ROCvF wordt de juridische structuur en de interne organisatiestructuur geschetst met het organogram van ROCvF en de kerncijfers over de belangrijkste resultaten van Daarna wordt in het jaarverslag ingegaan op de realisatie van de meerjarenstrategie, de koers en de strategische doelen voor In aparte hoofdstukken wordt vervolgens aandacht besteed aan het onderwijs, de mbo-studenten, vo-leerlingen en overige deelnemers, de medewerkers, de kwaliteit van het onderwijs, governance, de bedrijfsvoering, de samenwerkingsrelaties en de marktontwikkelingen. Bij elk hoofdstuk wordt een korte beschrijving gegeven van de werkwijze en de resultaten in 2014 ten opzichte van de beoogde doelen en wordt tevens een vooruitblik gegeven voor De rapportage over risicomanagement is opgenomen In het financieel verslag In de bijlagen wordt de samenstelling van het Bestuur en de RvT in 2014 vermeld, inclusief het rooster van aftreden van de leden van de RvT. Tenslotte is een lijst met verklarende begrippen opgenomen. Na het jaarverslag volgt de jaarrekening met het financieel verslag, de financiële verantwoording van de specifieke regelingen en de financiële resultaten over 2014.Ook hier zijn enkele bijlagen bijgevoegd, namelijk de (meerjarige) doelsubsidies Ministerie OCW, het overzicht van verbonden partijen, de nota Helderheid 2010 en een bijlage met de segmentatie naar onderwijssoorten. 6

7 2. Voorwoord College van Bestuur Studenten weten wat het verschil maakt Wij maken als grootste MBO-instelling in Flevoland dagelijks het verschil. Het verschil door juist de inwoners van Flevoland op te leiden tot een succesvolle medewerker, zelfstandig ondernemer of student in het hbo. Voor de aansluiting op de arbeidsmarkt kijken we over de grenzen van Flevoland heen en richten we ons op de economische ontwikkeling in de Metropool Groot Amsterdam, waar Almere en Lelystad deel vanuit maken. Immers, meer dan 50% van de beroepsbevolking in Flevoland werkt buiten Flevoland. De intensieve samenwerking met de opleidingen van ROC van Amsterdam werpt daarbij zijn vruchten af. Dit geldt actueel nadrukkelijk voor Lelystad, waar Airport Lelystad als nevenvestiging van Schiphol tot verdere ontwikkeling komt en wij hierop in gezamenlijkheid inspelen met specifieke opleidingen. Ons nieuwe logo en onze nieuwe naam accentueren onze positie: ROC van Flevoland. De MBO-Colleges Almere en Lelystad zijn nu lokaal onze herkenbare en kleinschalig georganiseerde scholen met de focus op regulier MBO-onderwijs. Volwasseneducatie is afgebouwd tot hetgeen de gemeenten structureel willen bekostigen, de relatief kleine vavo is geïntegreerd met die van ROC van Amsterdam en de bedrijfsopleidingen buiten Flevoland zijn gestopt. Onze onderwijsresultaten zijn beter dan het landelijk gemiddelde en als het gaat om de toegevoegde waarde van onze opleidingen voor jongeren, die uit de scholen voor voortgezet onderwijs komen, staan we landelijk in de top. Deze positie geldt ook voor het percentage studenten dat doorstudeert naar een hoger niveau in het mbo of in het hbo. Dit kenmerkt onze instelling: werk maken van Flevolands talent en vooral jongeren uitdagen het hoogst haalbare diploma te halen. De onderwijsinspectie heeft dit bevestigd en het onderwijs als voldoende tot goed beoordeeld. De titel van de kaderbrief 2014 was: studenten weten wat het verschil maakt. Ik ervaar dat steeds weer als ik met hen spreek, en ook werkgevers worden enthousiast van hun veelal heldere inbreng. De leden van onze centrale studentenraad hebben zich in 2014 actief gestort op het verhogen van de tevredenheid van de medestudenten. Enerzijds omdat ze vinden dat de medestudenten trotser mogen zijn op de goede resultaten van hun school en anderzijds omdat ze zelf scherp weten te benoemen waarmee tevredenheid verhoogd kan worden. Ga het verschil maken in tijdig, studentgericht en eenduidig verstrekken van informatie, lieten ze mij weten. Zij zijn hierover in de MBO Colleges de dialoog aan gegaan en hebben tevens concrete oplossingen aangedragen. Ik waardeer dat zeer omdat ze daarmee een cultuur stimuleren om continu met de studenten in gesprek te zijn over de ervaren kwaliteit en gewenste verbetering. Het verschil maken voor iedere individuele student: mooier kan een docent het niet maken. Ronald Wilcke, Voorzitter College van Bestuur 7

8 3. Verslag Raad van Toezicht 2014 Tevreden met behaalde resultaten Opdracht en werkwijze Raad van Toezicht Integraal toezicht De missie van ROC van Amsterdam én ROC van Flevoland is: investeren in mensen, om een brug te slaan naar werk, vervolgopleiding en samenleving. De Raad van Toezicht (RvT) heeft als opdracht toezicht te houden op het beleid en de activiteiten van de Raad van Bestuur (RvB) van de Koepelstichting ROCvA-ROCvF en waar nodig te adviseren of kritisch mee te denken. Dit alles met het oogmerk de maatschappelijke doelstellingen en de daaruit vloeiende onderwijsdoelstellingen te helpen verwezenlijken. Het toezicht vindt plaats op alle aspecten van de betrokken instellingen. De kwaliteit van onderwijs en een gezonde financiële bedrijfsvoering staan structureel op de agenda. In 2014 richtte de aandacht van de RvT zich daarnaast vooral op het onderwerp macrodoelmatigheid, (de doorontwikkeling van) de krachtenbundeling van ROCvA en ROCvF, de integriteitscode, studenttevredenheid en de verdere ontwikkeling van de resultaatverantwoordelijke teams. Toetsingskader De Raad van Toezicht gebruikt de Branchecode goed bestuur in het mbo als leidraad voor zijn toezichthoudende taak. In het jaarlijkse managementcontract tussen RvT en RvB waren voor 2014 de volgende thema s opgenomen: kwaliteit van onderwijs (jaarresultaat en staat van de instelling) financiën organisatieontwikkeling (studenttevredenheid en macrodoelmatigheid) De hoofdelementen van de koers voor 2014: Focus op verhoging van tevredenheid van studenten/ leerlingen, medewerkers en stakeholders, door: het voeren van de dialoog met studenten/ leerlingen, stakeholders en collega s; borging van kwaliteit door planmatig en cyclisch werken volgens PDCA. Doorzetten van verbetering van de onderwijskwaliteit en verhoging van de prestaties. Professionalisering, met het accent op de ontwikkeling van eigen competenties. Doelgroep-specifiek profileren van het onderwijs (entree, mbo 2+3, mbo 4, vo, VAVO, Educatie), onder meer door succesvolle aansluiting op werk of vervolgonderwijs. Positionering (het beeld naar buiten en de herkenbaarheid in de gebouwen en de leercultuur in het vo). Sturing op de verhouding onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel. Informatievoorziening en vergaderfrequentie Kernvragen voor de Raad van Toezicht zijn elk jaar: waar staan ROCvA (inclusief VOvA) en ROCvF en de stichting als geheel en welke verbeterpunten zijn er? Welke koers kiest de Raad van Bestuur en kunnen de bestuursleden die goed onderbouwen? Om de toezichtrol naar behoren te kunnen vervullen, laat de RvT zich uitgebreid informeren door de RvB: Een belangrijke informatiebron zijn de Quadrimester-rapportages (Q-rapportages) die de voortgang per doelstelling laten zien. In de informatievoorziening neemt de RvB ook benchmarks mee, zoals die van de MBO Raad. 8

9 De ROC s binnen de vier grote steden in Nederland (G4) hebben een speciale benchmark die wordt geraadpleegd. Daarnaast wordt onder meer gebruik gemaakt van gegevens van studenten, gemeten met de JOB Monitor en de interne studenttevredenheidsmonitor. Ook beschikt ROCvA - ROCvF over een interne benchmark die sturingskracht geeft op alle niveaus in de organisatie. De interne benchmark laat de prestaties per MBO-team zien e n de onderlinge verhouding van de prestaties van alle teams van ROCvA - ROCvF, op het gebied van: jaarresultaat tevredenheid van: studenten, ouders, bedrijven/ instellingen voortijdige schooluitval (vsv) De RvT wint zelf ook informatie in: Zo is de RvT lid van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI) en het Platform voor Raden van Toezicht van mbo-instellingen. De RvT spreekt eens per jaar met de OR van ROC van Flevoland en de OR van ROC van Amsterdam. De RvT spreekt eens per jaar met studenten (CSR ROCvA en SR ROCvF). De RvT bezoekt de jaarlijkse interne managementconferentie. De jaarlijkse themabijeenkomst van de RvT en de RvB was in 2014 gewijd aan Toekomstgericht mbo in de metropoolregio en vond plaats op MBO College Hilversum. Deze bijeenkomsten geven gelegenheid om nader kennis te maken met de directie en het college zelf. De RvT bezocht onder andere het Student Succes Centrum, waar studenten terecht kunnen met vragen rondom opleiding, loopbaanbegeleiding en vragen over o.a. studiefinanciering. De vergaderfrequentie in 2014: Het jaar begon met een ingelaste vergadering om de RvT uitgebreid te informeren over de examenfraude bij de opleiding Juridische Dienstverlening (niveau 4) van MBO College Zuid. De RvT kwam zes keer bijeen voor een reguliere vergadering. Hiernaast kwam de Onderwijscommissie vijf keer bijeen, de Auditcommissie vijf keer, de Remuneratie- commissie vier keer, de Agendacommissie zes keer en de Governancecommissie e e n keer. De commissies bestaan elk uit twee RvT-leden die zich laten informeren door het bestuur en directie. Evaluatie van de RvT Ook de werkwijze en onderlinge samenwerking van de leden van de RvT wordt getoetst. De Toezichtacademie (van Capgemini) heeft begin 2014 een evaluatie uitgevoerd en kwam met positieve aanbevelingen om de positie en meerwaarde van de RvT verder te versterken. Onderwerpen / thema s in 2014 Elk onderwerp dat de Raad van Toezicht bespreekt, heeft direct of indirect te maken met de kwaliteit van onderwijs en daarmee uiteindelijk met het welslagen van de missie van ROCvA- ROCvF. Zoals elk jaar was ook 2014 weer een bewogen jaar: met als dieptepunt een geval van examenfraude en hoogtepunten als de benoeming van twee ROCvA-docenten als Leraar van het Jaar (een docent van VOvA en een docent van MBO College Hilversum). Tal van zaken en thema s kwamen uitgebreid aan bod. Van gemeten onderwijskwaliteit tot gezond financieel beleid en van studenttevredenheid tot de betekenis van macrodoelmatigheid voor samenwerking met andere instellingen. Een overzicht: 9

10 Verbetering onderwijsrendement In 2010 werd de kwaliteit van onderwijs opgenomen in de beleidscyclus, in de vorm van een risicoanalyse die tijdens de Q-gesprekken van de RvT wordt geagendeerd. Met de prestatiebox beschikken de teams binnen de MBO Colleges over een krachtige tool om de prestaties zelf te verbeteren. De resultaten worden minimaal driemaal per kalenderjaar besproken en verantwoord, waarbij meteen aan de orde komt welke verbeteracties worden ingezet. Met de teams wordt besproken hoe zij hun prestaties kunnen verbeteren om voor studenten het verschil te maken. Voor het vijfde jaar op rij is er vooruitgang geboekt op zowel het jaar- als het diplomaresultaat. Bij ROCvA steeg het jaarresultaat van 68,1% naar 70,7% en het diplomaresultaat van 69,4% naar 72,8%. Bij ROCvF steeg het diplomaresultaat an 74,2% naar 76,3% en bleef het jaarresultaat min of meer gelijk: 74,0% ten opzichte van 74,2% vorig jaar. De RvT stelde vast dat de norm op alle niveaus is gehaald, behalve op niveau 3 bij ROCvA. De eerder ingezette verbetering van de vsv-cijfers zette dit jaar niet door. Voor 2013/ 2014 kwam het vsv-resultaat bij ROCvA uit op (ten opzichte van in het jaar ervoor). Door de verscherpte normering vanuit OCW ligt dit getal 25,5% boven de vsv-taakstelling. De RvB verklaarde dit onder andere doordat nu de zware gevallen nog over zijn, vooral op niveau 1 en niveau 3-4. ROCvF telde 299 voortijdig schoolverlaters en kwam daarmee 7,9% boven de verscherpte norm uit. Hier concentreerden de problemen zich vooral op niveau 1. Om voortijdig schoolverlaten zo goed mogelijk te voorkomen, hebben de RvB en de RvT besproken dat in 2015 onder andere wordt ingezet op een goede uitwisseling van kennis tussen de MBO Colleges over de aanpak van uitval. Kwaliteitsborging en onderwijsverbetering In 2013 beoordeelde de Onderwijsinspectie de kwaliteitsborging bij ROCvA als voldoende. De sturingsinformatie, onder andere ontsloten in de prestatieboxen en de interne benchmark, was op alle niveaus toereikend. ROCvF scoorde in het onderzoek onvoldoende, waarop de RvB de dialogen met de teams en directies heeft aangescherpt, waarbij de focus op examinering en kwaliteitsborging ligt. De RvT is tevreden met het resultaat van alle heronderzoeken door de Onderwijsinspectie in 2014, waaruit blijkt dat ook ROCvF nu voldoende scoort. Wel blijft de aandacht voor een verdere verbeteringsslag nodig. De RvT toont zich verheugd dat acties voor onderwijsverbetering niet alleen worden ingegeven door de nieuwe kwalificatiedossiers of Focus op vakmanschap, maar vooral ook door de noodzakelijke ontwikkeling in de branches waar we voor opleiden en de veranderende eisen vanuit het hbo. Na vele jaren van omvangrijke reorganisaties en gedwongen herplaatsingen is de RvT bovendien opgetogen dat er langzaam maar zeker meer ruimte komt om mensen op kwaliteit te werven. Studenttevredenheid en -betrokkenheid Een van de speerpunten voor 2014 was een grotere studenttevredenheid en daarom ook meer betrokkenheid van studenten. De RvT maakte in 2014 op een positieve manier kennis met studenten van de CSR. Samen met de CSR zijn door de RvB speerpunten en acties bepaald. Dat studenttevredenheid meer onder de aandacht van elk afzonderlijk team valt, wordt als een positieve ontwikkeling gezien. De RvT adviseerde dit zelfs als missie neer te leggen. De RvT is tevreden over de toegenomen dialoog met studenten en de betrokkenheid van de teams als het gaat om studenttevredenheid, maar stelt dat aandacht hier ook in 2015 nodig blijft. 10

11 Integriteitscode Juridische Zaken heeft een integriteitscode opgesteld voor ROCvA-ROCvF met gedragscodes voor bestuur, directie en medewerkers en wat de te nemen stappen zijn als de integriteitscode wordt geschonden. De code is vastgesteld door de RvT met de procesafspraak dat de RvB ervoor zorgt dat het document gaat leven bij mensen door het te bespreken binnen de organisatie. Integriteitsissues die iets zeggen over de cultuur in de ROC s worden eenmaal per jaar besproken met de RvT. De RvB meldt het de RvT direct als er een integriteitsissue is met een van de directeuren of bestuurders. Interne macrodoelmatigheid De Wet Macrodoelmatigheid regelt twee dingen: een betere aansluiting op de arbeidsmarkt een doelmatiger spreiding van opleidingen Deze lijn vanuit het Ministerie van OCW is door de RvB ook intern vertaald; een Model Toegepaste Macrodoelmatigheid (TOMADO) is ontwikkeld om per domein en per CREDO (opleiding) te kunnen zien hoe het is gesteld met: de aansluiting op de arbeidsmarkt de omvang, ontwikkeling en betaalbaarheid van de opleiding de kwaliteit en het rendement de relevantie De RvT waardeert de interessante manier om de interne doelmatigheid te benaderen. Verkenningsgesprekken met ROC TOP In het kader van de macrodoelmatigheid heeft het Ministerie van OCW gevraagd of ROCvA gesprekken aan wilde gaan met het in dezelfde regio gevestigde ROC TOP. De RvT ondersteunt het voeren van open gesprekken met partners in de regio. In de loop van 2014 zijn op verschillende niveaus gesprekken gevoerd. De lijn van RvB en RvT is een samenwerking met bestuurlijke borging. Klein binnen groot Het gekozen organisatiemodel Klein binnen groot zorgt voor actieve en betrokken teams die in hoge mate resultaatverantwoordelijk zijn. De RvT is verheugd dat de RvB er ook in 2014 weer in is geslaagd de overhead zo laag mogelijk te houden, zodat er zoveel mogelijk geld naar het primaire proces kon gaan. Zeker ook in vergelijking met G4-ROC s slagen we daar goed in. Hoge medewerker tevredenheid is wat de RvT betreft een van de noodzakelijke pijlers van de kwaliteit van onderwijs. In 2014 is het startsein gegeven aan de door de RvT ondersteunde pilot Onderwijs ontregeld. Bij dit project om docenten weer meer regie in handen te geven, zijn ook OCW en de Onderwijsinspectie betrokken. De deelnemende docenten tonen zich tot tevredenheid van de RvT enthousiast. Krachtenbundeling ROCvA-ROCvF De ingezette krachtenbundeling ROCvA-ROCvF wierp ook in 2014 weer zijn vruchten af, omdat deze voldoet aan de uitgangspunten: behouden en borgen van bestuurskracht inrichten/ verdergaand stimuleren van resultaatverantwoordelijke teams borgen van het concept Klein binnen groot borgen van de fiscale eenheid De RvT ondersteunt de koers van de RvB en adviseerde: te blijven nagaan of keuzes uit het verleden nog steeds valide zijn; zeker te stellen dat de keuze bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van onderwijs; 11

12 de eigen ingezette lijn te volgen en tegelijk het proces van de politiek niet uit het oog te verliezen. Financiën Een gezonde financiële bedrijfsvoering is voor RvB en RvT belangrijk en staat in de Auditcommissie structureel op de agenda. Het beleid is erop gericht zoveel mogelijk middelen voor het primaire proces aan te wenden en daarin slagen ROCvA en ROCvF opvallend goed ten opzichte van collega-instellingen. De lasten huisvesting en ICT en ook de personeelskosten van de andere secundaire processen zijn relatief gezien gedaald. ROCvA sluit het jaar af met een positief resultaat. Vastgesteld wordt dat het jaar 2015 voor ROCvA een financiële breuklijn in de tijd markeert, zowel op macro- als microniveau. Voorgaande jaren werden gedomineerd door kostenreducties (zoals de reorganisatie) in combinatie met niet gefinancierde groei in studentenaantallen (T-2). De in 2015 ontstane financiële ruimte vraagt om nieuw strategisch beleid. Gedurende het jaar bestond er zorg over de financiële situatie bij ROCvF. De grootste zorg betrof de groei van de studentenaantallen. Het financiële resultaat van ROCvF is positiever dan begroot en biedt een gezond perspectief voor de komende jaren. Examenfraude In januari 2014 werd fraude geconstateerd bij het team Juridische Dienstverlening niveau 4 van MBO College Zuid met vier schoolexamens Recht. De RvT is tevreden over hoe de RvB het voorval beheersbaar heeft gehouden. De RvT heeft zich goed laten informeren over het verloop van het proces en leerpunten besproken. Omdat deze leerpunten niet alleen gelden voor ROCvA en ROCvF, maar voor alle ROC s in Nederland, zijn ook de leden van de MBO Raad geïnformeerd. De Onderwijsinspectie oordeelde na onderzoek positief over de adequate acties van het bestuur en concludeerde dat passende maatregelen zijn getroffen voor de langere termijn. De RvT concludeerde met de RvB dat menselijke fouten nooit uit te sluiten zijn, maar dat in elk geval alles is gedaan om herhaling van examenfraude te voorkomen. VOvA De RvT heeft kennis genomen van het Regionaal Plan Onderwijs waarin alle huisvesting staat waarvoor de Gemeente Amsterdam verantwoordelijk is en dat elke vier jaar door de onderwijsbesturen wordt vastgesteld. Voor ROCvA/ VOvA geldt dat alle gewenste locaties en onderwijsaanbod zijn toebedeeld. De RvT moedigt aan om multifunctioneel naar elk nieuwbouwconcept te kijken, zodat een gebouw voor meerdere functies geschikt kan zijn. Dit maakt het opstellen van een programma van eisen niet eenvoudiger, maar de flexibiliteit kent ook veel voordelen. Dit advies is meegenomen. VOvA heeft door demografische ontwikkelingen te maken met een lichte daling van het aantal leerlingen. De RvT heeft daarom geadviseerd de nadruk te leggen op het vergroten van het marktaandeel in plaats van het aantal leerlingen. Samenstelling Raad van Toezicht Ferry Houterman (vanwege het wettelijke einde van zijn zittingstermijn) en Paul van Maanen (vanwege zijn nieuwe functie als voorzitter CvB bij ROC Midden Nederland) kondigden in 2014 hun vertrek aan. De RvT had daardoor de opdracht twee nieuwe RvT-leden te werven voor de portefeuilles Financiën en Onderwijs. Door een extern bureau is gezocht is naar mensen (m/v) die naast gedegen ervaring op een van de gevraagde terreinen, beschikken over een breed netwerk (bij voorkeur in de metropoolregio Amsterdam/ Almere) en een politieke antenne hebben. Eind 2014 zijn deze kwaliteiten gevonden in Kenaad Tewarie 12

13 (benoemd per 1 december 2014 op Financiën) en Renate Litjens (benoemd per 1 januari 2015 op Onderwijs). Anita Arts en Ronald Ootjers zijn eind 2014 herbenoemd. Besluiten en activiteiten Een overzicht van de besluiten door de Raad van Toezicht in 2014: goedkeuring jaarrekening en jaarverslag ROCvA en ROCvF 2013 toekenning variabele beloning RvB-leden over 2013 honorering bestuursleden wordt niet aangepast, maar blijft 90% van het maximum jaarbedrag reparatie nabestaandenpensioen RvB goedkeuring begroting ROCvA en ROCvF 2015 contract RvT - RvB 2015 verkoop gebouwen voormalig Stadstimmertuinen 1-3 en 2 in Amsterdam verkoop gebouw Vaartweg in Lelystad aankoop perceel Vijzelweg in Lelystad vaststelling Integriteitscode ROCvA-ROCvF goedkeuring nevenfunctie Edo de Jaeger herbenoeming Anita Arts en Ronald Ootjers benoeming Kenaad Tewarie als lid van de RvT (portefeuille Financiën) benoeming Renate Litjens als lid van de RvT (portefeuille Onderwijs) Overige activiteiten: functioneringsgesprekken met leden RvB (360⁰ feedback) voortgang volgen van de reorganisatie van ROC van Flevoland besprekingen Q-rapportages (inhoud, samenstelling, doelgroepen) bespreking notitie Risicomanagement bespreking invoering Focus op Vakmanschap bespreking aanwijzingsbevoegdheid Minister van OCW in het geval van wanbeheer bespreking aankomende verlaging van maximale topinkomens in het openbaar bestuur advies om de Leraren van het Jaar ook als interne ambassadeurs in te zetten voorbespreking onderwerpen 2015 (o.a. nieuw strategisch meerjarenplan en invoering passend onderwijs) 13

14 4. Profiel ROC van Flevoland 2014 ROCvF biedt opleidingen middelbaar beroepsonderwijs (hierna: mbo) aan op vier niveaus: - niveau 1: assistent niveau (Entree); - niveau 2: basis beroepsbeoefenaar; - niveau 3: vak functionaris; - niveau 4: middenkaderfunctionaris / middenkaderspecialist. In totaal worden circa 150 opleidingen mbo uitgevoerd, met in 2014 nog maatwerktrajecten voor vavo en voor mbo, deze laatste bij het organisatieonderdeel Business College. In 2014 is besloten om de focus helemaal te leggen op reguliere mbo opleidingen die gericht zijn op de doelgroepen in Flevoland. De bbl opleidingen voor bedrijven buiten Flevoland zijn daarom in 2014 afgebouwd. Ook is besloten om het vavo onder te brengen bij het vavo van ROC van Amsterdam. Reden daarvoor was dat de gemeenten geen extra budget meer beschikbaar stelden voor het in stand houden van een breed aanbod, en de scholen voor voortgezet onderwijs steeds minder leerlingen gebruik lieten maken van de zogenaamde Rutte-regeling. Het aantal deelnemers in het vavo was, in relatie tot het beschikbare budget, niet meer in verhouding om een kwalitatief goed, en breed aanbod te realiseren. In 2014 is de uitvoering van de opleidingen nog wel in Almere gecontinueerd, maar nu als nevenvestiging van het vavo van ROCvA. ROCvF voert in opdracht van de gemeenten nog educatietrajecten uit voor volwassenen. Dit is na de wetswijzigingen vanuit de overheid nog maar een relatief kleine unit. Zolang de gemeenten bereid zijn hier meerjarig garanties op af te geven blijft ROCvF dit doen. Met de breedte van dit aanbod speelt ROCvF in op de specifieke vraag van de partners in de provincie Flevoland. Een jonge provincie met weinig historie waarin relatief vrij veel jongeren wonen en circa 50% van de beroepsbevolking buiten de provincie werkt omdat er onvoldoende werkgelegenheid binnen Flevoland aanwezig is. Voor de aansluiting op de arbeidsmarkt richt ROCvF zich nadrukkelijk op de werkgelegenheid en economische ontwikkeling binnen de Metropool Groot Amsterdam. Hierin wordt intensief samengewerkt met het ROC van Amsterdam. ROCvF richt zich bewust op de vraag en de doelgroepen uit de gemeenten Almere, Lelystad en Dronten en wil dit kwalitatief steeds beter doen. Dit komt ook tot uiting in de verandering in naamgeving die in 2014 is geïmplementeerd: ROC Flevoland is getransformeerd naar ROC van Flevoland. Actieve werving buiten de gemeenten in Flevoland vindt niet plaats, omdat dit gebieden zijn waar andere ROC s al een aanbod voor hebben. Dit heeft wel consequenties voor de wijze van organiseren van het onderwijs, omdat een breed aanbod gevraagd wordt en gelijktijdig het voedingsgebied gedeeld moet worden met andere ROC s die wel actief werven in Flevoland. Daarnaast zijn in 2014 de twee MBO Colleges van ROCvF nadrukkelijk gepositioneerd als scholen binnen de eigen lokale gemeenschap. De teams binnen ieder College krijgen nadrukkelijk professionele ruimte om het College een eigen identiteit te geven en met het specifieke aanbod het eigen College te profileren. In het MBO College Almere en MBO College Lelystad wordt beroepsonderwijs aangeboden aan vooral jongeren en is er vooral sprake van initieel onderwijs. Het aandeel studenten ouder dan 23 jaar is gedaald naar ongeveer 17% van het totaal. Om de doelstelling van het verder terugdringen van het voortijdig schoolverlaten (hierna: vsv) te realiseren, is het ROC preciezer geworden bij de intake en de toelating van ongediplomeerde leerlingen uit het voortgezet onderwijs (hierna: vo). Het aantal studenten bedroeg in 2014 ruim mbostudenten (5.285). Het afbouwen van het Business College heeft geleid tot een daling van 548 BBL-studenten. Eind december 2014 waren er 507 medewerkers in dienst van het ROC. Het aandeel studenten op niveau 3 en 4 is nadrukkelijk gestegen tot rond de 75%, het aandeel studenten niveau-2 is gedaald tot omstreeks 20%. 14

15 ROCvF kenmerkt zich met 45% studenten van niet-westerse afkomst nadrukkelijk als grote stads ROC. Qua percentage staat het in vergelijking met alle MBO-instellingen op de vijfde plaats. Met de doorstroom van studenten naar een hoger niveau staat ROCvF landelijk aan de top, in de landelijke benchmark mbo 2013 op de zesde plaats. De organisatie is binnen Flevoland in staat om relatief veel studenten op te leiden naar een hoger niveau dan op grond van de vooropleiding verwacht kon worden. Dit is een meerwaarde voor Flevoland waarin relatief veel laag opgeleide inwoners wonen. Het aantal studenten in de opleidingen in de economische sector omvat bijna 50% van het totaal, dat in de technische sector is gedaald naar minder dan 20%. Het aandeel in de sector Zorg & Welzijn is redelijk stabiel. ROCvF is op een kleinschalige manier georganiseerd. Een student of deelnemer heeft vrijwel alleen te maken met de onderwijsafdeling en de docenten van de eigen opleiding. Alle voltijds studenten kunnen sport beoefenen en kunnen kiezen uit een gevarieerd aanbod van badminton en korfbal tot duiken en golf. Ook voor het personeel bestaan mogelijkheden voor sportbeoefening. Het ROC Topsportplan maakt het mogelijk voor studenten om op hoog niveau te sporten en tegelijkertijd onderwijs op maat te volgen. Alle beroepsopleidingen besteden aandacht aan ondernemerschap. Niet alleen om een eigen bedrijf te beginnen, maar ook om een werknemer te worden met een ondernemende spirit. Studenten krijgen de kans op een buitenlandse ervaring, er zijn mogelijkheden voor een buitenlandse stage en er zijn internationale uitwisselingsprogramma s met verschillende scholen in Europa. ROCvF heeft veel contact met bedrijven en instellingen in en om Flevoland. Zo kunnen wij aan iedere student een passende stageplaats aanbieden. Organisatorische eenheden Studenten / leerlingen (per ) bol bbl / bol deeltijd totaal MBO College Almere MBO College Lelystad Business College Totaal mbo Vavo 156 Educatie

16 5. Juridische structuur, interne organisatiestructuur en personele bezetting De Stichting ROCvF houdt de van overheidswege bekostigde onderwijsinstelling ROCvF in stand en is gebonden aan de bepalingen in de Wet Educatie Beroepsonderwijs, de Nota Helderheid en alle overige bepalingen die van toepassing zijn op onderwijsinstellingen in de mbo-sector. In 2008 hebben ROCvA en ROCvF het initiatief genomen om op een groot aantal gebieden intensief met elkaar te gaan samen werken en hierdoor hun krachten te bundelen. Om deze krachtenbundeling te realiseren heeft Stichting ROCvF samen met Stichting ROCvA de Koepelstichting ROC van Amsterdam - ROC van Flevoland opgericht. Op 13 januari 2009 hebben ROCvF, ROCvA en de Koepelstichting ROCvA-ROCvF een strategische samenwerkingsovereenkomst gesloten waarin afgesproken is om de krachten te bundelen met inachtneming van de uitgangspunten zoals vastgelegd in o.a. het besluitvormingsdocument Krachtenbundeling. Organisatiestructuur van de Krachtenbundeling Raad van Toezicht = toezichthouder houden Raad van Bestuur = bestuurder Koepel = Bestuurder RvT Koepel = Bestuurder RvT College van Bestuur bestuur = Bevoegd gezag CMR OR / WMR ROCvA ROCvA ROC vanamsterdam Stichting ROC van Amsterdam Koepelstichting Domeinen Domeinen Diensten Koepel = RvT Bestuurder Koepel = Bestuurder RvT College van van bestuur Bestuur = r = Bevoegd gezag gezag MR OR ROCF ROCvF Stichting ROC Flevoland ROC van Flevoland Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 16

17 Inrichting bestuur en toezicht Koepelstichting ROCvA - ROCvF De Koepelstichting is bestuurder van zowel Stichting ROCvF als van Stichting ROCvA. De Koepelstichting heeft twee organen, te weten de RvT en de RvB. De RvB kent een Algemeen Bestuur (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB). Raad van Toezicht De RvT heeft tot taak integraal toezicht te houden op het beleid van het algemeen bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar verbonden rechtspersonen. De Raad van Bestuur De RvB van de Koepelstichting bestond in 2014 uit vier leden: de heer E.C.M. de Jaeger, voorzitter (Dagelijks Bestuur). de heer R.C.A. Wilcke, vicevoorzitter (Dagelijks Bestuur). de heer R.J.W. Winter, lid. de heer G. Vreugdenhil, lid. De RvB vertegenwoordigt de Koepelstichting als bestuurder van Stichting ROCvF en Stichting ROCvA. Het bestaan van de Koepelstichting borgt dat beide ROC s structureel kunnen samenwerken. Die samenwerking vindt vooral plaats op die terreinen waarop dat voor de ondersteuning van het onderwijs doelmatig en noodzakelijk is, maakt het mogelijk richting het bedrijfsleven en de lokale overheid de krachten te bundelen en borgt de menselijke maat van het onderwijs en de zelfstandigheid van de beide onderwijsinstellingen. Doel van de Koepelstichting De Koepelstichting heeft als doel het bevorderen van de (bestuurlijke) samenwerking tussen de Stichting ROCvF en de Stichting ROCvA en de door deze twee stichtingen in stand gehouden bijzondere instellingen voor beroepsonderwijs en educatie onder meer door het bevorderen van gezamenlijk overleg, afstemming, kennisuitwisseling en (bestuurlijk) initiatief. In de uitwerking van samenwerking betekent dit dat er ondersteunend wordt gestuurd vanuit gemeenschappelijk beleid, gericht op uniforme inrichting van de ondersteunende organisatie en met identieke normeringen ten aanzien van inzet van personeel en de doorbelasting van kosten voor het bestuursapparaat en de centrale diensten. De Stichting ROC van Flevoland. Stichting ROCvF heeft een civielrechtelijk bestuurder, te weten de Koepelstichting. Daarnaast heeft de onderwijsinstelling op basis van de WEB twee organen, een College van Bestuur en een Raad van Toezicht (RvT). Het CvB bestaat uit het minimum aantal personen, namelijk één te weten: de voorzitter de heer R.C.A. Wilcke. Het CvB is als bevoegd gezag bij uitsluiting belast met de wettelijke taken en bevoegdheden opgenomen in de WEB. De RvT van Stichting ROCvF bestaat uit dezelfde personen als de RvT van Stichting ROCvA en de RvT van de Koepelstichting ROCvA-ROCvF. Deze leden hebben tot taak het houden van toezicht op het beleid van zowel het CvB als de Bestuurder, te weten de Koepelstichting ROCvA-ROCvF. 17

18 Zelfstandigheid onderwijsinstelling ROCvF na de krachtenbundeling en eigen verantwoordelijkheid college van bestuur A. Ten aanzien van onderwijs Samenwerking met Stichting ROC van Amsterdam vindt plaats binnen de daaraan door de wet en de Minister van OCW gestelde eisen en beperkingen. Dit houdt in dat de onderwijsinstelling ROC van Flevoland te allen tijde ten minste de kern van het curriculum van elk van de door haar aangeboden opleidingen zelf zal verzorgen. Stichting ROC van Flevoland is ten aanzien van de door haar in stand gehouden onderwijsinstelling zelf verantwoordelijk voor alle wettelijke verplichtingen bijvoorbeeld met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs, de positie van de deelnemer en de doelmatigheid. Het College van Bestuur van de onderwijsinstelling ROC van Flevoland legt over de (borging van de) kwaliteit van het onderwijs als bevoegd gezag zelfstandig verantwoording af aan de Raad van Toezicht en aan de minister van OCW. B. Ten aanzien van bekostiging De bekostiging die toegekend wordt voor het verzorgen van onderwijs aan een bij de onderwijsinstelling ROCvF ingeschreven student blijft binnen het ROCvF en wordt gebruikt ter aanwending van het onderwijs en alle direct daarmee verband houdende kosten. Het College van Bestuur van de onderwijsinstelling legt over de rechtmatigheid van de verkrijging van de bekostiging en over de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding daarvan zelfstandig verantwoording af aan de Raad van Toezicht en aan de minister van OCW. Organisatorische eenheden van het ROC van Flevoland A. MBO Colleges Het CvB heeft binnen de onderwijsinstelling ROCvF twee organisatorische eenheden (MBO Colleges) ingericht, te weten MBO College Almere en MBO College Lelystad. De Voorzitters van de MBO Colleges zijn namens het CvB verantwoordelijk voor de onderwijskundige leiding en de uitoefening van de daarmee samenhangende algemene leiding en dagelijkse gang van zaken op het betreffende MBO College. Onderwijskundig overleg tussen de MBO Colleges vindt plaats binnen de domeinen. Binnen deze uitwerking van de samenwerking handelt ieder MBO College en ieder team zelfstandig ten aanzien van haar opdracht voor het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs en tevreden stakeholders. B. Domeinen Elk MBO College heeft een directie waarvan de voorzitter tevens domeinregisseur is van één van de onderwijskundige domeinen. De domeinen kennen vier kerntaken: examinering en daarbinnen specifiek de kwaliteit van de examenproducten, afstemming en standaardisering tussen de opleidingen binnen het domein, kennis van en relatie met de branche en marktbewerking en innovatie. C. Centrale diensten Het bestuur en het CvB worden ondersteund door zeven centrale diensten, te weten de Bestuursdienst, de dienst Facilitair Bedrijf, de dienst Financiën, de dienst HRM, de dienst ICT, de dienst PR, Communicatie & Marketing en de dienst Onderwijsinformatie. De ondersteunende centrale diensten werken voor alle MBO Colleges in beide ROC s volgens uniforme processen en met een eenduidige op elkaar afgestemde aansturing. Per 1 januari 2015 zijn alle medewerkers in dienst van de stichting ROC van Amsterdam en huurt ROCvF deze diensten in. 18

19 Concernverhoudingen Stichting ROCvF heeft een houdstermaatschappij, te weten ROC Flevoland Holding BV. Deze houdstermaatschappij heeft 2 dochtermaatschappijen, te weten: ROC Cars BV Dit is een handel in en reparatie van personenauto s en lichte bedrijfsauto's. Dit bedrijf is opgericht met het doel het (doen) ontwikkelen en uitoefenen van een garagebedrijf, zulks in het kader van actief praktijkleren door studenten van het ROCvF en wel in de vorm van een leerwerkbedrijf. Traint BV Dit is een instituut gespecialiseerd in het aanbieden van bedrijfsopleidingen en trainingen. Activiteiten zijn onder meer het (doen) verzorgen van onderwijs, opleidingen, trainingen, adviseringen en coaching, het ontwikkelen van opleidingen, cursussen en methoden. 19

20 6. Organogram ROC van Flevoland. 20

21 7. Kerncijfers (bedragen x 1.000) Financieel ( ) Totale baten Totale lasten Totale genormaliseerde lasten (exclusief vrijval / dotatie voorziening herstructurering) Resultaat boekjaar Genormaliseerd resultaat boekjaar (exclusief vrijval / dotatie voorziening herstructurering) Eigen vermogen Balanstotaal Solvabiliteitsratio (%) *) Liquiditeit (%) **) Rentabiliteit (%) ***) -1,5-14,2 0,4-0,4 Rijksbijdrage / totale baten (%) 91,0 90,3 85,5 83,9 Personele lasten / totale lasten (%) 75,6 77,3 72,2 76,6 Materiële lasten / totale lasten (%) 24,4 22,7 27,8 23,4 Totale genormaliseerde lasten / aantal studenten/deelnemers/leerlingen ( ) Aantal studenten/deelnemers/leerlingen per 1 oktober MBO Educatie VAVO Totaal Deelnemersstijging/-daling MBO -6,4% +0,5% -1,7% -9,1% MBO diploma s Rendementen onderwijs (in %) Jaarresultaat 71,1 74,2 70,9 63,0 Diploma resultaat 72,8 74,2 71,4 64,0 VSV-ers 6,9 6,0 9,5 11,8 *) Solvabiliteit: eigen vermogen in % van het totaal vermogen. **) Liquiditeit: totaal vlottende activa als aandeel in vlottende passiva. ***) Rentabiliteit: genormaliseerd resultaat in % van het eigen vermogen. 21

22 8. Missie, visie en strategie 8.1 Missie De missie van ROCvF luidt: Ik investeer in mensen om een brug te slaan naar werk, vervolgopleiding en samenleving. De missie is bewust in de ik vorm geformuleerd om het belang en de verantwoordelijkheid van iedere medewerker te benadrukken. In de visie van het Bestuur zijn de medewerkers de stuwende en bepalende kracht in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en de facilitering daarvan. Samenwerkend in teams, met een grote mate van verantwoordelijkheid voor de eigen resultaten, vormen de medewerkers de spil in het bereiken van een hoge kwaliteit van het onderwijs. Ook de visie is daarop geënt: Wij verzorgen onderwijs dat je uitdaagt je te ontwikkelen tot gewaardeerd vakman, actief burger en succesvol student. Het streven naar verbetering van de kwaliteit van het onderwijs is vertaald in de ambitie om in 2015 tot de vijf beste ROC s van het land te behoren. Kwaliteit wordt daarbij uitgedrukt in jaarresultaat en diplomaresultaat, in tevredenheid en in het minimaliseren van voortijdige schooluitval. Bij tevredenheid gaat het om de waardering voor ons onderwijs door de studenten en leerlingen, door de bedrijven en instellingen waarvoor wij opleiden, door het toeleverend en afnemend onderwijs, door ouders en medewerkers. Verbetering van deze resultaten wordt aangepakt vanuit de gedachte dat dit bereikt kan worden door structureel planmatig en cyclisch te werken waarbij voortdurend de resultaten goed in beeld zijn en worden geanalyseerd op mogelijkheden tot verbetering, wat weer de basis vormt voor planvorming voor verdere verbeterstappen. De gebieden waarop en met behulp waarvan deze verbetering kan worden bereikt zijn geformuleerd in de vier P s : Presteren, Professionaliseren, Profileren en Positioneren: Bij verbetering van de prestaties gaat het om: hogere kwaliteit, hogere tevredenheid en een verbetering van het rendement, gecombineerd met een lagere voortijdige uitval. Onder professionaliseren verstaan wij het werken aan een hoger niveau van kennis en vaardigheden van alle medewerkers, de houding van ieder om zich permanent te scholen en te verbeteren, mede door systematische feedback, en het onderhouden en optimaliseren van het eigen vakmanschap. Het profileren houdt in dat sprake is van herkenbaarheid (voor studenten, ouders, toeleverend en vervolgonderwijs) van opleidingen en van niveaus. Met positionering wordt bedoeld dat wij onze MBO Colleges in onderscheidende gebouwen huisvesten, waar sprake is van herkenbare beroepspraktijk en een prettig leerklimaat. Voor realisering van deze ambitie wordt gekozen voor een integrale aanpak. De doelstellingen en de richting van de strategie, verwoord in de vier P s, worden gerealiseerd door medewerkers die zich betrokken voelen bij de kwaliteitsverbetering, eigenaarschap ervaren en werken vanuit gemeenschappelijk kernwaarden. Deze kernwaarden worden in het eigen team en voor ieder individueel vertaald naar de persoonlijke werksituatie. 22

23 De integrale aanpak wordt weergegeven in onderstaande figuur, de gouden driehoek. Centraal in de gouden driehoek staat het model van Marzano. 1 De prestaties en de ontwikkeling van de student centraal, de beïnvloedende factoren op studentniveau, schoolniveau en vooral op docentniveau daaromheen met de rol van leiderschap, getekend als een alles omvattende kring. De student centraal en erkenning van het belang van vakbekwame en inspirerende docenten worden in het beleid prominent uitgelicht. Een punt van de driehoek wordt gevormd door de strategische doelen samengevat in de vier P s. Een andere hoek wordt gevormd door de kernwaarden die richting geven aan het gedrag van medewerkers en studenten. De derde hoek wordt gevormd door eigenaarschap en betrokkenheid van onze medewerkers. Zonder deze aspecten zal het niet lukken in onze organisaties stappen vooruit te zetten. Deze termen zijn representatief voor de beweging (c.q. gedachtengoed) Route 66. Vanaf maart 2011 kennen wij deze beweging binnen ROCvF. Een aantal collega s heeft, geïnspireerd door voorbeelden van excellente organisaties, het voortouw genomen in het vergroten van betrokkenheid en eigenaarschap van professionals in ons ROC. Deze beweging heeft in de periode na 2011 aantal resultaten en inzichten opgeleverd. Nieuwe werkvormen die verstarrende kaders doorbreken zijn ontwikkeld, en opnieuw is gezocht naar de drijfveren van onze organisatie. Hiervoor is de missie geherformuleerd en zijn de volgende kernwaarden geformuleerd: Ambitieus; Aandachtig; Betrouwbaar; Prettig; Daadkrachtig. In de hoofdstukken 10 en 11 wordt nader ingegaan op de resultaten en daarmee de prestaties die in 2014 zijn geleverd. Professionalisering komt aan de orde in hoofdstuk Op positionering en profilering wordt in hoofdstuk 8.2 ingegaan. De ontwikkelingen in 2014 ten aanzien van kernwaarden en Route 66 worden hierna vermeld. 1 Onderzoek van R.J. Marzano wijst uit dat de invloed die de school heeft op de leervorderingen en de ontwikkeling van studenten tot 67% bepaald kán worden door goede docenten. 23

24 In september 2014 heeft het Bestuur bij haar zelfevaluatie geconcludeerd dat de meerjarenstrategie heeft opgeleverd dat de basiskwaliteit van het onderwijs en van de organisatie is verbeterd en nu op orde is. Op alle onderdelen van de gouden driehoek hebben we belangrijke voortgang geboekt. De kernwaarden zijn bekend en worden op veel terreinen in praktijk gebracht. Eigenaarschap & betrokkenheid is op vele manieren bevorderd. Ook aan de top van de gouden driehoek zien we bij de vier P s goede vorderingen ten aanzien van het profileren van opleidingen en soms zelfs grote vorderingen ten aanzien van het positioneren in nieuwe gebouwen, het professionaliseren van medewerkers en het presteren in de vorm van hogere rendementen en een goede bestrijding van het voortijdig schoolverlaten. Ook al zijn daarbij de taakstellingen niet behaald, de prestaties zijn indrukwekkend. Toch is het Bestuur van mening dat er onvoldoende reden is om volledig tevreden te zijn. De tevredenheidsscores bij studenten, bij medewerkers en bij bedrijven/instellingen zijn te laag, gerekend naar landelijke gemiddeldes en vooral gemeten naar onze ambitie. Al in februari 2014 constateerde het Bestuur dat een impuls nodig is voor een sprong in kwaliteit voor substantiële verbetering van de prestaties. Deze kwaliteitssprong is opgenomen in de kaderbrief voor 2015 en betreft elk MBO College en in principe elk team. Bij elk afzonderlijk team ligt de vraag om te bezien waarop zij wezenlijk kunnen verbeteren. Die sprong dient in de cijfers in de interne benchmark tot uitdrukking te komen in een 0,5 punt stijging in de overallscore voor de teams die nu onder de 6,5 zitten. De opdracht aan de directies van de MBO Colleges is om in overleg met de teams te bezien op welke onderdelen een sprong te realiseren is. Voor 2015 is in de kwaliteitssprong het doel, om te bereiken dat elk team op zijn manier bijdraagt aan de ambitie om bij de beste ROC s van het land te behoren. In het gesprek over hoe de kwaliteitssprong te realiseren wordt als referentiekader het model van de S-curves van Peter Robertson toegepast op elk organisatieonderdeel. De S-Curve is een denkwijze om de natuurlijke ontwikkeling van een organisatie enigszins te benaderen als jaargetijden. Daarbij komt nieuwe ontwikkeling niet vanzelf, zoals in de natuur, maar is het, om nieuwe ontwikkeling en groei mogelijk te maken, noodzakelijk om voor het punt van het afsterven (winter) over te springen op een nieuwe wijze van denken en doen, en dus van een anders functionerende organisatie. Hoewel er ook per team ontwikkelingsverschillen zijn en er nog teams zijn bij wie het schip nog onvoldoende op orde is, kan het denken in de S- curves helpen om meer toekomstgericht te werken en niet alleen vanuit het verleden te projecteren. Een belangrijke winst bij deze besprekingen is dat de dialoog wordt gevoerd tussen dienstverlening en onderwijs over wat nodig is bij de kwaliteitssprong. In september is het gesprek gevoerd tussen het Bestuur, de voorzitters van de directies van de MBO Colleges en de directeuren van diensten naar aanleiding van de brief van minister Bussemaker d.d. 2 juni Vooral de mogelijkheid om de ROC s in te richten volgens het model van de gemeenschap van MBO Colleges was hier onderwerp van gesprek. Geconcludeerd is dat het concept van MBO Colleges als onderdeel van een gemeenschap van MBO Colleges met een duidelijk onderwijskundig leiderschap bij de directies, een organisatievorm is die nu al door ROCvF in haar samenwerking met ROCvA wordt ingevuld. MBO Colleges als aparte identiteiten waarin de onderwijsteams de herkenbare eenheden vormen (klein binnen groot). De krachtenbundeling met ROCvA kan in het perspectief van de combinatie van gemeenschappen van MBO Colleges worden gezet. De brief van de minister biedt mogelijkheden om de uitdagingen te beantwoorden die het Bestuur heeft geschetst in de presentatie: naar een toekomstgericht ROC in de metropool regio Amsterdam, de krachtenbundeling voorbij. Daarbij gaat het om: een verdere profilering van MBO Colleges (een onderscheidend gezicht in hun omgeving), macrodoelmatigheid 24

25 het realiseren van de kwaliteitssprong. De keuze van het Bestuur voor de inrichting van de organisatie en de ontwikkeling in relatief zelfstandige MBO Colleges lijkt een afspiegeling van het denken van de minister. De brief van de minister besteed aandacht aan het onderwijskundige leiderschap van de MBO directeur en legt hier ook verantwoordelijkheid voor kwaliteit. In ROCvF wil het Bestuur nog een stap verder: de onderwijsteams zijn de eigenaar van de onderwijskwaliteit. In de dialoog tussen het Bestuur en de voorzitters van MBO Colleges over de toekomstige inrichting van het ROC is duidelijk gekozen voor voortzetting van de huidige ontwikkeling naar een gemeenschap van MBO Colleges onder het motto: we gaan er naar leven. Een laatste belangrijk strategisch onderwerp 2014 betrof de wijze van samenwerking in Almere (en Amsterdam) met de collega s van ROC Top. Gekozen is voor een coöperatieve houding waarin op de gebieden Zorg en Welzijn en Entree naar inhoudelijke samenwerking is gezocht. De bestuurlijke constructie is daarbij niet leidend, maar het gezamenlijk vinden van de juiste antwoorden op de vragen van studenten en bedrijven/instellingen in de regio Almere - Amsterdam. Intussen zijn in 2014 de voorbereidingen getroffen voor het proces van het formuleren van een volgende fase in de meerjarenstrategie voor Meer dan bij de vorige strategische ronde willen we in dit proces studenten en bedrijven/instellingen tot een bijdrage uitnodigen Kernwaarden Het ontwikkelen van het werken vanuit gemeenschappelijke kernwaarden vindt plaats in verschillende fasen: Het verklaren van de waarden: medewerkers kennen de kernwaarden en de achterliggende gedachte. Het laden in gedrag: medewerkers vertalen de kernwaarden naar concreet eigen gedrag. Het beleven in de praktijk: medewerkers richten hun gedrag in volgens de kernwaarden. Het verankeren in de organisatie: de kernwaarden zijn verankerd in de structuren, werkwijzen en (HR-) instrumenten van de organisatie. Het jaar 2012 was het jaar van bepalen en verklaren van de kernwaarden, 2013 van laden en 2014 van het ervaren en beleven. De fasen zijn niet strikt gescheiden. Zo is met het ontwerp van de 360º-feedback al rekening gehouden met de kernwaarden, waarmee het een voorbeeld is van fase vier, de verankering in instrumenten. Ook bestaan tempoverschillen tussen de MBO Colleges. Tenslotte is de aanpak per MBO College afhankelijk van de keuzes die de directie daarin maakt. In het najaar van 2013 is bij MBO College Lelystad en bij de centrale diensten onderzocht in welke mate medewerkers de kernwaarden kennen (kennis), het belang hiervan inzien (houding) en de kernwaarden al waarmaken in de praktijk (gedrag). De onderzoeksresultaten zijn input voor overleg in de teams om de volgende stappen te bepalen. De rapportage is begin 2014 opgeleverd. Op basis daarvan worden de volgende stappen gedefinieerd en uitgevoerd. Uit het onderzoek kwam naar voren dat kennis van en houding ten opzichte van de kernwaarden hoog zijn en positief. Medewerkers willen ermee aan de slag. Gemiddeld 77% 25

26 van alle respondenten kent de kernwaarden. Opvallend hoog is de bereidheid (93%) van alle respondenten om met de kernwaarden te werken in de dagelijkse praktijk. Het bijwonen van een workshop kernwaarden versterkt het enthousiasme en de bereidheid om mee te werken aan het versterken van de organisatie. Vooral de eigen rol wordt zichtbaar na het bijwonen van een workshop. De medewerkers benoemen het cruciale belang van voorbeeldgedrag en stimulans of het enthousiasme van leidinggevenden. Mede door de gekozen strategie om elk MBO College haar eigen koers te laten bepalen in het waarmaken van de kernwaarden lopen de MBO Colleges vrij ver uit elkaar. Meer dan de helft (57%) zegt de samenhang niet te begrijpen tussen R66, 4 P s en de kernwaarden. De gouden driehoek is (nog) niet voldoende bekend bij respondenten Vooruitblik In 2015 wordt het werken met kernwaarden doorgezet, waarbij betrokkenheid van studenten gewenst is. De studentenraad van ROCvF heeft in 2104 al een workshop kernwaarden gevolgd. In de loopt van 2015 wordt een interne communicatiecampagne opgezet met al beoogde opbrengst inzicht binnen en transparantie tussen de MBO Colleges over de mate waarin kernwaarden herkend en ervaren worden. Het doel van 2014 is opnieuw het doel voor 2015, het herkennen door de studenten van de kernwaarden in het gedrag van alle medewerkers van ROCvF Route 66 Ook in 2014 is gewerkt aan het invoeren van het gedachtegoed van Route 66 en de specifieke benaderingswijze van vraagstukken volgens de theorie U 2. Route 66 is de werknaam voor een beweging in ROCvF die ontstaan is in het najaar van In die periode ontstond bij Bestuur en management een gevoel of niet een andere wijze van denken en doen in onze organisatie nodig was om te komen tot verhoging van resultaten en kwaliteit met - in de toekomst - minder beschikbare middelen. In de jaren daarna hebben diverse activiteiten in het kader van Route 66 plaatsgevonden. Maart 2011 was een belangrijke mijlpaal in de beweging Route66. Een voltallig MT onderschreef samen met de directeuren van de centrale diensten de gepresenteerde uitgangspunten en de benaderingswijze van vraagstukken via de Theorie U. Het geheel werd benoemd als richting gevend voor implementatie van de meerjarenstrategie. In de periode daarna is op verschillende wijze en door een toenemend aantal personen gewerkt aan verder invoering en verspreiding van zowel gedachtegoed als methodiek. Het werken volgens gemeenschappelijke kernwaarden is een van meest in het oog springende activiteiten die is opgepakt. Ook de belangrijke rol van het individu, het kunnen verkrijgen van eigenaarschap en het nemen van verantwoordelijkheid zijn in vele vormen terug te vinden. Alleen al in de destijds geherformuleerde missie: ik investeer in mensen. Ook andere elementen zijn in meer of mindere mate gemeengoed geworden in de organisatie: de centrale rol van het team, het belang van de ondersteuning, de mens als cruciale factor, het belang van het voeren van het gesprek, het kwetsbaar durven opstellen, het onderkennen van het belang van deeloplossingen, etc. etc. In veel aspecten wordt vorm gegeven aan klein binnen groot, een belangrijke pijler van de sturingsfilosofie. Het team is de eenheid waarop verantwoording plaats vindt. Sturing vindt plaats op het niveau van het MBO College. Resultaten van teams zijn helder en transparant en verdwijnen niet (meer) in de anonimiteit van het gemiddelde van het MBO College. De 2 De Theorie U van O. Scharner betreft een benaderingswijze van vraagstukken waarbij ervan wordt uitgegaan dat naarmate de verkenning van het vraagstuk diepgaander is, en de persoonlijke verbinding sterker, de oplossing van het vraagstuk krachtiger en effectiever zal zijn. 26

27 RvB stelt zich op de hoogte van de situatie in de teams door de jaarlijkse teambezoeken waar successen en belemmeringen centraal staan. Met dezelfde doelstelling worden gesprekken gevoerd met de centrale studentenraad. Informatie uit de gesprekken wordt gebruikt bij het ontwerp van verdere stappen voor realisatie van de ambitie. Het klimaat in de organisatie is veranderd. Het bestuur kijkt anders, minder hiërarchisch naar de organisatie, er is meer sprake van aandacht. De dialoog wordt belangrijk geacht, met studenten, maar ook met de teams in de vorm van de genoemde teamgesprekken. De rol van de directies en met name de voorzitters is veranderd, schotten tussen functies worden doorbroken. Er is ontwikkeling in het platter maken van de organisatie. De ideeën vanuit Route66 worden nu breed gedragen. Er is ruimte geschapen, er is meer gelegenheid om initiatief te nemen. Een voorbeeld is wellicht de pilot Verdraaid goed onderwijs die heeft kunnen ontstaan in het klimaat dat is gecreëerd. Niet alle veranderingen zijn direct te relateren aan Route66 maar een feit is dat er veel is veranderd in de afgelopen jaren en dat Route66 daar duidelijk een steentje aan heeft bijgedragen. Overeind staat dat er nog veel moet gebeuren. In ieder verandertraject zijn meerdere factoren belangrijk. Bij Route66 wordt uitgegaan van het model van Robertson waarin vijf factoren worden onderscheiden: alignment, communicatie, emotie, consistentie en kritische massa. 3 We constateren dat in onze veranderingsbeweging vooral het element kritische massa, het volume, dat wil zeggen: voldoende aanhang, nog aandacht behoeft. In de afgelopen jaren zijn daar meerdere activiteiten op ondernomen, met als laatste initiatief de trajecten groepen Route66 Experience waar ruim 110 medewerkers aan hebben deelgenomen. De reacties van de deelnemers waren lovend en enthousiast. Enkele citaten uit de evaluatie zijn in dit jaarverslag opgenomen (zie kader). De vervolgactiviteiten worden in ieder geval gericht op verbreding van de beweging. Dit zal op verschillende manieren vorm krijgen, variërend van het verzorgen van trajecten tot het in beeld brengen van het netwerk van collega s die met activiteiten (ALG s) bezig zijn. 4 Bij de Experience trajecten is duidelijk geconstateerd dat er bij medewerkers behoefte bestaat aan het ontmoeten van collega s met overeenkomstige ideeën of vraagstukken om die gezamenlijk uit te werken. Activiteiten zullen, nog meer dan tot nu toe, worden verbonden met andere ontwikkelingen, zoals de implementatie van risicomanagement en het handelen volgens de integriteitscode. De rol van studenten zal prominenter worden bij ontwerp en implementatie en ten slotte zal meer aandacht worden besteed aan de rol van de leidinggevenden bij het veranderproces. Ook in het aanstaande traject van inrichting van de meerjarenstrategie voor de komende jaren zullen de uitgangspunten van Route66, in samenhang met de overige elementen van de koers, in het ontwerptraject worden meegenomen. Route66 Experience, enkele citaten uit de evaluatie. Een zeer voedende 5 dagen met veel variatie. We hebben in Hilversum met onze ALG al voortgang geboekt, dit was anders niet gebeurd, denk ik. Het was een cadeau dit programma, nu verder met dit voort te zetten en om te zetten in een cadeau voor het ROC van Amsterdam en wie weet ook voor het ROC van Flevoland. 3 De S curve van Peter Robertson: Ontsnappen uit S-catraz - Always Change A Winning Team. (Robertson: 2003). 4 ALG: Action Learning Groups. Kleine groepen medewerkers die al werkend, en in onderlinge samenwerking, een gemeenschappelijk thema verder uitwerken. 27

28 Ik vond het een cadeautje deze 5 dagen. Ik heb ontzettend fijne collega's ontmoet, het groepsgebeuren was mooi. De reis naar binnen heeft mij erg veel positieve energie gegeven. Wat ben ik blij dat ik bij het ROC werk en ik zal iedereen aanraden ook de Theory U dagen te gaan volgen. Zitten geweldige elementen in, ben echt op persoonlijk en professioneel vlak veel verder gekomen dan ik vooraf had kunnen bedenken (wel gehoopt, overigens). Ik heb het gevoel dat ik de rest van mijn leven op deze ervaring verder kan bouwen. Uiteraard zijn er elementen in het programma die mij minder aanspreken (eigenlijk alleen "communicatie en verbinding, dit komt omdat ik de docente te oppervlakkig vond), maar in het algemeen heeft het nieuwe bronnen bij mij aangeboord die vermoed, maar nog niet aangesproken waren. Ik wil het ROCVA danken voor deze mogelijkheid en voor deze zeer waardevolle ervaring! Het is indrukwekkend hoe veel ik geleerd heb. Ik vind dat jullie een geweldig programma bieden en ik vind dat het ROC hiermee een bewonderenswaardige keuze maakt. Hoe houden we dit levend en in ontwikkeling? 8.2 Strategische doelen 2014 Om de ambitie te realiseren worden door het Bestuur ieder jaar kaders en doelen geformuleerd in de jaarlijkse kaderbrief. De titel van de kaderbrief voor 2014 leidde: studenten en leerlingen weten wat het verschil maakt'. Hiermee geeft het Bestuur het belang aan van de rol die studenten en leerlingen kúnnen spelen bij verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het gesprek met studenten kan leiden tot inzichten hoe onderwijs aantrekkelijker en uitdagender te maken waardoor absentie en voortijdige schooluitval verminderen en de resultaten zullen verbeteren. Het motto van de kaderbrief daagt iedere medewerker uit daar in het dagelijkse gedrag vorm aan te geven. Voor 2014 zijn de volgende strategische doelen geformuleerd: - Focus op de kwaliteitssprong, verbetering van onderwijskwaliteit en verhoging van de prestaties; - Focus op verhoging van tevredenheid van studenten, externe stakeholders en collega s. - Professionalisering; - Profilering van het onderwijs (entree, mbo niveau 2-3, mbo niveau 4); - Positionering; (herkenbaarheid naar buiten en in de gebouwen) - Sturing op de verhouding PP / SP. In de verschillende hoofdstukken van dit jaarverslag zal op de resultaten van deze doelstellingen worden ingegaan. In dit hoofdstuk wordt een korte duiding gegeven. Focus op de kwaliteitssprong, verbetering onderwijskwaliteit en verhoging van de prestaties; Hiervoor waren in 2014 de onderstaande aspecten benoemd: Minimale basiskwaliteit is het voldoen aan het waarderingskader van de onderwijsinspectie; Substantiële verbetering op de onderstaande indicatoren: o Jaarresultaat o Tevredenheid van studenten o Tevredenheid van medewerkers o Tevredenheid van praktijkopleiders van bpv bedrijven o Voortijdige schooluitval. Realisatie van een kwaliteitssprong bij elk team. 28

29 Kennisdeling door teams. Aanpak van de kwaliteitssprong door de onderstaande werkwijze: o Bij elke team van, en inzicht in de ontwikkeling van de resultaten o Het in beeld brengen van de te maken sprong en het formuleren van een doelstelling. o Formuleren van gewenste interventies. De resultaten verbeteren, de basiskwaliteit is op orde. Het tempo van verbetering is echter te laag om de ambitie te realiseren. Kennis en bewustzijn van de resultaten, planmatige aanpak op basis van kennis en inzichten, onder andere door kennisdeling wordt gezien als een effectieve aanpak om een kwaliteitssprong te realiseren. Dit alles op teamniveau. Focus op verhoging van tevredenheid van studenten, externe stakeholders en collega s. Als sleutel voor realisatie hiervan wordt onderwijs van hoge kwaliteit en een goede organisatie ervan gezien. Onderwijs dat uitdaagt en goed is georganiseerd, waarbij goed wordt gecommuniceerd en waarbij wordt geluisterd naar de behoeften van studenten. Studenten weten welke factoren dat bepalen. Van iedere medewerker wordt nieuwsgierigheid en actieve interesse voor de mening van studenten verwacht. Zij zijn de dragers van informatie voor verbetering van de kwaliteit en verhoging van de resultaten. Daarnaast wordt, opnieuw, expliciet het planmatig en cyclisch werken volgens pdca gezien als werkwijze die leidt verbetering van werkwijze en producten. Profilering van het onderwijs (entree, mbo niveau 2-3, mbo niveau 4); Vorm geven aan de eigenheid van de verschillende onderwijssoorten die ook verschillende groepen studenten bedienen. Zorgen dat het onderwijs past bij de behoeften en de kenmerken van elke doelgroep. Professionalisering; Al meerdere jaren is het uitgangspunt dat goede mensen onvervangbaar zijn. Goede medewerkers kunnen worden verkregen door werving, en zeker ook door scholing. Van alle medewerkers wordt verwacht dat zij zich voortdurend zullen (bij)scholen. Hierover worden afspraken gemaakt. Daarnaast wordt reflectie op het eigen handelen en feedback van collega s en studenten gezien als effectieve methodes om uitvoering van de werkzaamheden te verbeteren. Het instrument van de 360 gaden feedback is ondersteunend hierbij, het gesprek over de uitvoering is zo mogelijk nog een belangrijker middel. Positionering; (herkenbaarheid naar buiten en in de gebouwen) Het creëren van een eigen identiteit zowel naar buiten als in de gebouwen. Een identiteit die herkenbaarheid bewerkstelligt waardoor gebruikers als studenten, het beroepenveld en de collega s zich thuis voelen en waardoor ze geïnspireerd worden. Het onderwijsportfolio van elke MBO College is een belangrijke factor bij het bewerkstelligen van deze positionering. Regionale partners worden betrokken bij het vorm geven en het regelmatig evalueren van identiteit en portfolio. Sturing op de verhouding PP / SP. Het realiseren en bewaken van zoveel mogelijk medewerkers werkzaam in het primaire proces, dat wil zeggen bij het verzorgen van onderwijs is ook in 2014 een aandachtspunt gebleven bij de koers van het Bestuur. Gestuurd wordt op minimaal 70% van de personele inzet voor onderwijsuitvoerende medewerkers en maximaal 30% voor ondersteuning op instituutsniveau. Een ontwikkeling daarbij is het benoemen door de teams welke medewerkers dusdanig nauw met het onderwijs verbonden ondersteunende taken uitvoeren, dat zij feitelijk bij de onderwijsuitvoering behoren. 29

30 9. Onderwijs 9.1 Onderwijsontwikkeling mbo De ontwikkeling van het onderwijs in het mbo vindt plaats volgens de onderwijsagenda die in samenwerking met ROCvA is opgesteld en gezamenlijk wordt uitgevoerd. Door alle MBO Colleges en door de domeinen wordt gewerkt aan invulling van de verschillende thema s. In 2014 bestonden er twee centrale platforms waarin onderwijsthema s worden geagendeerd, het Expertteam van programmamanagers van de domeinen en het overleg van de directeuren onderwijs van de MBO Colleges (DOOR). Dit betekent een verandering ten opzichte van 2013 toen er nog een onderwijsboard bestond in plaats van het overleg van de directeuren onderwijs. Sinds 10 maart 2014 is het overleg Directeuren Onderwijs actief. Onder voorzitterschap van de portefeuillehouder onderwijs van de RvB komen de directeuren onderwijs van de MBO Colleges bijeen om kennis te delen, ervaringen uit te wisselen en standpunten voor te bereiden op het gebied van de onderwijsontwikkeling. Het overleg heeft tot doel om het onderwijskundig leiderschap binnen de MBO Colleges te versterken nu in de komende twee jaar de opleidingen opnieuw ingericht gaan worden en veel leiderschap noodzakelijk is. Besproken onderwerpen zijn: De acties op het gebied van examenbeveiliging De inrichting van EduArte (nieuw registratie- en studentenvolgsysteem) De inrichting van de keuzedelen in de nieuwe kwalificatiedossiers De resultaten op het gebied van voortijdig schoolverlaten De inrichting van Entree, m.n. de afstemming in de uitgangspunten voor de diverse MBO Colleges Inrichten van het proces van herijken van de onderwijsstandaarden vanuit een gezamenlijke visie op het ontwerp van de opleidingscurricula binnen de nieuw in te voeren kwalificatiedossiers. Kansen vanuit Focus op Vakmanschap. Arbeidsmarktrelevantie. Met name niveau-2 vraagt veel aandacht. Daarnaast zijn verschillende pregnante vraagstukken ter hand genomen door zogenaamde combiteams van programmamanagers van domeinen en directeuren onderwijs. Zij verdiepen zich in het vraagstuk en doen voorstellen voor ontwerp en uitvoering aan het Bestuur en aan het MT. Vanaf 1 augustus 2014 worden de studenten opgeleid onder de nieuwe wet Doelmatige leerwegen en modernisering bekostiging, die de verkorting van mbo opleidingen niveau 4 van 4 naar 3 jaar, en de intensivering van het onderwijs beoogt. Daarbij worden de opleidingen ontzien waarvan nu al duidelijk is dat ze per augustus 2016 wettelijk nominaal (weer) in 4 jaar moeten worden aangeboden. Op 4 maart 2014 heeft de minister duidelijkheid gegeven over de herziening van de kwalificatiestructuur in het middelbaar beroepsonderwijs. Het doel van de herziening is een aanzienlijke vermindering van het aantal kwalificatiedossiers en het vergroten van de samenhang binnen de dossiers. Daarnaast is het doel te komen tot een overzichtelijker en doelmatiger opleidingsaanbod en wil de minister bereiken dat de student makkelijker en beter kan kiezen. Ook de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt dient door de nieuwe structuur te verbeteren. De opbouw van de kwalificatiedossiers, waarop alle onderwijsprogramma s in het mbo zijn gebaseerd, is voor alle opleidingen hetzelfde: basisdeel, profieldelen en keuzedelen. 30

31 De verplichte invoeringsdatum is 1 augustus Aan opleidingen die eerder ervaring willen opdoen wordt de gelegenheid geboden om op vrijwillige basis op 1 augustus 2015 te starten met de nieuwe dossiers. Eind november is besloten dat enkele nieuwe kwalificatiedossiers als voorloper al per 1 augustus 2015 ingevoerd zullen worden. Luchtvaardienstverlening (niveau 4), Sociaal Werk (niveau 4), Pedagogisch Werk (niveau 3 en 4) De overige opleidingen volgen per 1 augustus De belangrijkste focus voor de verdere onderwijsverbetering is de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers in het schooljaar waardoor alle opleidingen hun onderwijsprogramma moeten herschrijven. Wij benutten dit tevens om de huidige complexe examinering bij veel opleidingen te vereenvoudigen. Daarnaast geven de kaders van Focus op Vakmanschap handvatten voor de onderwijsteams om de voortgaande modernisering van het onderwijs ter hand te nemen. We kiezen ervoor om deze herziening van de kwalificatiestructuur te beschouwen als het aangrijpingspunt voor een noodzakelijke verbetering van de kwaliteit van de onderwijsprogramma s en niet als een louter technische operatie. Aanpassingen zijn noodzakelijk in het kader van de ontwikkelingen in de branches waarvoor wordt opgeleid, de veranderende eisen vanuit het HBO waar gemiddeld 50% van de studenten niveau 4 verder wil studeren, en de verwachting van studenten om gedegen, uitdagender en moderner beroepsonderwijs. Hiermee zijn de acties voor onderwijsverbetering verbonden aan de kwaliteitssprong in de onderwijsteams van de MBO Colleges. In het najaar van 2014 is in het overleg van directeuren onderwijs, het overleg van de programmamanagers en in het over leg van het centrale MT, een aanpak ontwikkeld voor de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur. We hebben geen centrale dienst onderwijsontwikkeling en werken soms met een tijdelijke projectdirecteur, zoals bij invoering van de referentieniveaus taal & rekenen in het mbo, en bij de inrichting van het onderwijsinformatiesysteem EduArte. Bij de herziening van de nieuwe kwalificatiedossiers, waarbij alle opleidingen een nieuw curriculum moeten samenstellen, hebben de voorzitters van de directies, respectievelijk de domeinregisseurs, aan de RvB voorgesteld om bewust niet met een projectdirecteur te werken, maar het eigenaarschap vanaf het begin in de lijn te houden. Daarmee zijn de voorzitters in hun rol als domeinregisseur in deze fase eigenaar van de aansturing van de ontwerpfase, het ontwerp van het casco van de curricula van dezelfde opleidingen in een domein, die op meerdere MBO Colleges worden uitgevoerd. Als deze fase voorbij is start de ontwikkelfase van de opleidingen in de MBO Colleges, onder leiding van de directeuren onderwijs. Voor het ontwerp van het casco van het nieuwe onderwijsprogramma werken we per domein, onder verantwoordelijkheid van de domeinregisseurs, met ontwikkelteams bestaande uit ontwikkeldocenten uit de verschillende MBO Colleges en de programmamanager van het domein. Specialistische kennis wordt zo aan de voorkant van het ontwerp gedeeld en benut. Gelijktijdig wordt via de ontwikkeldocenten die uit de teams op de Colleges komen de verbinding met alle opleidingsteams geborgd. Na het ontwerp van het casco zullen de teams onder verantwoordelijkheid van de directies in de MBO Colleges het ontwerp passend maken voor de eigen gewenste situatie. Voor afstemming van de planning van alle activiteiten is door de domeinregisseurs de zogenaamde strokenplanning opgesteld die op het MT van 17 december is vastgesteld. Vanuit deze planning bewaken zij gezamenlijk de uitvoering. 31

32 Voor de verschillende taakgroepen die zijn ingericht is het zo duidelijk wat zij moeten opleveren, aan wie, en wanneer. Ook de besluitvorming met betrekking tot de verschillende aspecten is in de tijd vastgelegd. Verder is een besluit genomen over de middelen voor facilitering van het herontwerp, waarbij gekozen is voor het model: ontwerpen door het domein (een casco/grof ontwerp) en ontwikkelen door de ontwikkelteams die zo dicht mogelijk tegen de onderwijsteams aan leunen. Voor de eerste fase van het ontwerpen is een bedrag van uitgetrokken uit een voorschot op de middelen kwaliteitsverbetering. Onderwijsconferentie Op 22 oktober jl. vond de interne onderwijsconferentie Goed onderwijs maken we samen plaats met de leden van de RvB, alle directeuren van de MBO Colleges, directeuren van de centrale diensten en de programmamanagers domeinen. De conferentie was geïnitieerd door de RvB om vanuit gezamenlijke en gedeelde visieontwikkeling te komen tot uitwerkingen in de onderwijsagenda. Op een informele en betrokken wijze zijn in enkele rondetafelgesprekken de geagendeerde vraagstukken verder verkend en is informatie uitgewisseld. De onderwerpen waren: Entree, visie op niveau 2, ontregelen van het onderwijs, keuzedelen en Route 21. Dit laatste project is gericht op het verstevigen van het onderwijs met behulp van nieuwe media, gericht op de vaardigheden van de 21 e eeuw. Ook de wens om tot een geactualiseerd kwaliteitskader voor goed onderwijs te komen waarmee we de normen en waarden tussen de MBO Colleges verbindend definiëren is besproken. Ten aanzien van dit laatste punt is een project opgezet waarbij in de eerste fase een inventarisatie wordt gemaakt van de bestaande standaarden, inclusief de standaarden 2.0, waarna deze worden beoordeeld op compleetheid en actualiteitswaarde. Op basis van deze beoordeling zullen deze standaarden in 2015 worden bijgesteld en mogelijk worden aangevuld of worden vervangen. Na verwerking van de verschillende aanvullingen is een aantal voorstellen ter besluitvorming voorgelegd aan de RvB en aan het MT. besluitvorming of aan de voorwaarden is voldaan en de voorlopers daadwerkelijk per 1 augustus 2015 kunnen gaan starten besluitvorming over verdere stappen voor de inrichting van het onderwijs met keuzedelen besluitvorming over de visieontwikkeling voor het beroepsonderwijs op niveau 2 en de invulling van de diverse scenario s die hier mogelijk zijn (afhankelijk van de branche waarvoor wordt opgeleid en afhankelijk van de kenmerken van de doelgroep) besluitvorming over het starten met het combinatiedossier Dienstverlening op niveau 2 per 1 augustus De RvB stelde na de conferentie vast dat we in de afgelopen jaren behoorlijke stappen hebben gezet, waardoor dit soort interne gesprekken op goed niveau vanuit gevoel van eigenaarschap en betrokkenheid gevoerd kan worden. Expertiseteam programmamanagers. Het expertiseteam bestaat uit de programmamanagers van de domeinen. Het is een platform voor kennisdeling op de vier kerntaken van het domein: Examinering en standaardisering Ontwikkeling van strategische relaties Marktbewerking en kennis van de arbeidsmarkt Innovatie De programmamanagers van de domeinen zijn in 2014 op diverse gebieden actief geweest. Examinering, waaronder het vraagstuk van beveiliging van examenproducten. 32

33 Aanvragen bij regionale investeringsfondsen voor projecten op het gebied van onderwijsvernieuwing. Voorbereidingen voor de nieuwe kwalificatiedossiers (m.n. in landelijk verband). Een eerste gedachtebepaling over de inrichting van de keuzedelen, samen met de directeuren onderwijs. Route21. Modernisering van invulling van onderwijstijd. Aansluitend op de vernieuwingen in de onderwijsteams met behulp van het gebruik van nieuwe media. In samenspraak met de dienst ICT wordt gewerkt aan enkele onderwijsateliers/platforms waar docenten kennis delen en hun deskundigheid vergroten ten aanzien van hun vak en de nieuwe media. Route21 noemen we dit traject, dat behulpzaam wil zijn met het vormgeven aan het beroepsonderwijs van de 21 e eeuw. De inrichting van bedrijfsadviesraden per domein voor de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, van operationeel tot en met strategisch niveau. De inrichting van de Entree voorziening voor ongediplomeerde leerlingen. Visieontwikkeling ten aanzien van niveau 2. In 2014 is Passend Onderwijs ingevoerd. Hierover wordt in een apart hoofdstuk gerapporteerd Macrodoelmatigheid Per januari 2014 is, in samenwerking met ROCvA, begonnen met het in beeld brengen van de macrodoelmatigheid van elk onderwijsteam met behulp van het intern ontwikkelde instrument TOMADO. Binnen vier kwadranten - arbeidsmarkt, omvang, kwaliteit en maatschappelijke relevantie is per team een totaalscore opgebouwd die een beeld geeft van de mate van interne macrodoelmatigheid van een onderwijsteam. Deze score is geanalyseerd door de programmamanager en de domeinregisseur van het domein waarbinnen het team actief is. De analyse leidt tot een advies hoe om te gaan met de twee goed te beïnvloeden factoren, kwaliteit en omvang, en mogelijk hoe om te gaan met de minder beïnvloedbare factoren. Voor de betreffende MBO Colleges kan dan op basis van dit advies een aanscherping van het onderwijsportfolio worden gemaakt. In juni 2014 heeft een interne conferentie over macrodoelmatigheid plaatsgevonden over de resultaten en bevindingen tot dan toe. In de periode tot november 2014 zijn er vanuit de domeinen adviezen met betrekking tot macrodoelmatigheid opgesteld en voorgelegd aan het Bestuur over de vraag welke opleidingen het beste op welke plaatsen binnen ROCvF en ROCvA kunnen worden neergezet. Het Bestuur heeft op 25 november besloten dat in de periode tot en met maart 2015 iedere directie van elk MBO College met de portefeuillehouder van het Bestuur overlegt over hun conclusies ten aanzien van het bestaande onderwijsportfolio en van het gewenste profiel van het MBO College. Op 15 april 2015 vindt een gezamenlijke vlootdag plaats met alle 33

34 voorzitters en het Bestuur over het totale beeld, gericht op toekomstbestendige onderwijsportfolio s van alle MBO Colleges. Een extra element in de meningsvorming zijn de markt- en business aantrekkelijkheidsanalyses (MABA) waarbij ook de marktaandelen van de concurrentie in de analyse worden betrokken. De besluiten over de onderwijsportfolio s van de MBO Colleges vormen de basis voor de regionale rondes die vanuit het ministerie van OCW worden gestart. Ondertussen hebben de analyses in 2014 al geleid tot enkele veranderingen van het portfolio van de beide MBO Colleges. De opleiding Podium Techniek niveau 4 bij MBO College Almere is beëindigd en wordt niet meer aangeboden. Bij MBO College Lelystad zijn de opleidingen Mobiliteit niveau 4, Verkoopadviseur Mobiliteitsbranche en Bouw Infra niveau 2 en 3 beëindigd. De opleidingen Secretariaat niveau 3-4 en Sociaal Agogisch Werk zijn verplaatst naar Almere waar nu nog Sociaal Maatschappelijk Dienstverlener, Sociaal Cultureel Werk en Onderwijsassistent wordt aangeboden. Bij de opleidingen Handel worden nog drie opleidingen aangeboden: Verkoper, niveau 2, Verkoopchef, niveau 3 en Filiaalmanager niveau 4. De opleidingen Ondernemer Detailhandel en Commercieel Medewerker Binnendienst en Vestigingsmanager Groothandel worden niet meer aangeboden. Naast beëindiging en verplaatsing is in 2014 de nieuwe opleiding Engineering niveau 4 gestart in verband met vraag vanuit de regionale arbeidsmarkt. Conform de branchecode zijn er geen nieuwe opleidingen gestart die concurrerend zijn met opleidingen die door andere ROC s in die regio worden aangeboden. Ondertussen is het gemeengoed dat bij de studie-informatie voor toekomstige studenten een bijsluiter zit met informatie over de kansen op stage en werk met de betreffende opleiding Entree-opleidingen Voor de Entree-opleidingen was met ingang van het schooljaar 2014 / 2015 een nieuw kwalificatiedossier beschikbaar. Het bestuur heeft besloten dat de niveau 1-opleidingen van ROCvF per over gaan op het Entreedossier. Bij beide MBO Colleges zullen dan Entree-opleidingen worden aangeboden. In 2014 zijn de voorbereidingen voor het werken met dit nieuwe dossier verder gegaan. Bij deze voorbereidingen voor de invoering van Entree werkt ROCvF nauw samen met ROCvA. Hierbij wordt gewerkt vanuit de gemeenschappelijke uitgangspunten die in 2013 zijn geformuleerd. (zie jaarverslag over 2013) Het nieuwe kwalificatiedossier Entree valt buiten de huidige domeinen en buiten de bestaande examenstructuur. Daarom is ervoor gekozen Entree als apart domein toe te voegen. Entree zal zich profileren als een domein op doelgroep, dat samenhang zal aanbrengen tussen de Entree-opleidingen over onderwerpen lopend van intake en onderwijsinhoud, tot bindend studieadvies. Niet alle jongeren zonder diploma hoeven noodzakelijkerwijs naar Entree. De keuze Entree of mbo is instellingsbeleid. ROCvF en ROCvA hebben voor de volgende uitgangspunten gekozen: - Leerlingen uit het Praktijkonderwijs (PrO) blijven bij voorkeur ingeschreven bij het PrO, in combinatie met een dag BBL bij het ROC en examinering bij het ROC. - Ongediplomeerde jongeren uit vmbo basis en vmbo kader komen in een Entree-opleiding 34

35 - Ongediplomeerde jongeren afkomstig uit vmbo-theoretisch of havo komen in een specialistische intake. Een toelatingsonderzoek en de mate van overbelastheid bepalen of de jongere in aanmerking komt voor Entree of voor mbo niveau 2 of 3. - Jongeren met een overgangsbewijs naar 4 havo/vwo gaan naar mbo niveau 3 of 4. Kenmerkend voor Entree is de inbedding in de lokale context. Met de (gemeenten in de regio worden afspraken gemaakt over toeleiding en eventuele uitval van de ongediplomeerde doelgroep Doorstroom vo mbo ROCvF hecht veel belang aan een gestructureerde samenwerking met het toeleverende en het afnemende onderwijs. Dit wordt gedaan door afstemming van het curriculum, de ondersteuning van het keuzeproces van de leerling en student, en door warme overdracht. Binnen ROCvF bestaan al jaren goed functionerende overlegstructuren tussen po, vo en het mbo. Deze zijn gericht op doorlopende leerwegen en op doorlopende zorg en werken vanuit de gedachte van gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de betreffende jongeren. In 2014 is bijzondere aandacht besteed aan het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op loopbaanoriëntatie (LOB). De stichting Gewoon Anders is in Almere een belangrijke spil om, nu ook weer bij de invoering van Passend Onderwijs, de schoolbesturen met elkaar te verbinden aan de doelstelling om zoveel mogelijk jongeren met ambulante begeleiding in het regulier onderwijs te houden. Daarmee is Almere van oudsher uniek in haar aanpak. Vmbo-scholen en mbo-opleidingen werken samen bij de uitvoering van oriëntatie activiteiten ten behoeve van een goede keuze van de vmbo-leerlingen voor een mbo-opleiding. Het aanbod van ROCvF is toegankelijk via Het gehele jaar worden er ter voorbereiding van de overstap van vmbo naar mbo oriëntatieactiviteiten aangeboden onder de noemer Alvast mbo. Het project Alvast mbo is een belangrijk instrument om de implementatie van een soepele overgang van vo naar mbo vorm te geven. Belangrijke doelen van het project zijn ondersteuning bij het ontwikkelen van loopbaancompetenties en reflecterend vermogen bij jongeren ten behoeve van het voorkomen van voortijdige schooluitval. De teams organiseren daarvoor diverse zogenaamde ervaringsactiviteiten waar vmbo-jongeren aan kunnen deelnemen, zoals het meelopen in lessen of stages. Deze ervaringen worden gebruikt in de LOB-gesprekken in het vmbo. In is in samenwerking met ROCvA met ca vmbo leerlingen gestart met het event Meet the student. In de eerste helft van 2014 hebben bij ROCvF zo n 600 leerlingen gebruik gemaakt van oriëntatieactiviteiten van mbo opleidingen In augustus 2014 zijn de 60 vmbo leerlingen gestart in de vakmanschapsroute die in 2013 samen met de Almeerse Scholengroep is aangevraagd bij het ministerie van OCW. 5 Per augustus 2016 kunnen zij worden verwacht in het mbo. Het experiment vakmanschapsroute is onderdeel van de verkenning van de positie van niveau 2, de relatie met Entree en de samenwerking met vmbo. De samenwerking wordt gezien als een belangrijk instrument om studenten aan te trekken. In maart zijn namens de RvB de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio s waar ROCvF onderwijs verzorgt middels een brief geïnformeerd over invoering van Focus op Vakmanschap. In de brief worden de verschillende veranderingen toegelicht en wat dit betekent voor leerlingen van het vo die per 1 augustus 2014 naar ROCvF kwamen. Ingegaan 5 De vakmanschapsroute, een vervolg op het VM2-project is een experiment dat ruimte geeft aan vmbo en mboopleidingen om samen het beroepsgerichte deel van het vmbo vorm te geven. Door flexibilisering van het vmboexamen, een naadloze overgang van vmbo naar mbo en door programmatische aansluiting worden leerlingen sneller naar niveau 2 van het mbo geleid. 35

36 wordt op de vooropleidingseisen, op veranderingen in het toelatingsbeleid en op de invoering van Passend Onderwijs. De directies van de beide MBO Colleges hebben de opdracht om het overleg hierover met de decanen van het voortgezet onderwijs in hun regio of gemeente te intensiveren. Vooral in de maanden mei, juni en juli zijn hebben de veranderingen van de opleidingseisen en daarmee ook van het toelatingsbeleid van mbo opleidingen geleid tot extra vragen over de intake en het toelatingsbeleid. In november en december 2014 hebben de MBO Colleges Almere en Lelystad deelgenomen aan twee bijeenkomsten met de vo-scholen in Almere en Lelystad om te komen tot verdere vormgeving van de doorlopende leerlijnen. Deze bijeenkomsten hebben geresulteerd in een voorstel tot het loopbaandossier vmbo ten behoeve van de intake bij het mbo. In de periode september tot en met december 2014 hebben de evenementen Studie Experience, Meet the Student en de voorbereiding op Almere On Stage plaatsgevonden:. Ook de uitwerking van het leren van TOPSPORT op niveau 4 heeft in deze periode bijzondere aandacht gekregen, evenals het thema loopbaangesprekken volgens de methodiek van Kuijpers en Meijers LOB, loopbaanoriëntatie en begeleiding De MBO Colleges Almere en Lelystad hebben in 2014 nauw samengewerkt met de voscholen in Flevoland om een gezamenlijke visie op loopbaanoriëntatie en begeleiding te ontwikkelen. In deze visie staan naast de vijf onderscheiden loopbaancompetenties ook het inrichten van een krachtige leeromgeving centraal. 6 Kernbegrippen in het geheel zijn: praktijkgestuurd, dialogisch en keuzemogelijkheden in het leerprogramma. De visieontwikkeling met het vo is eind 2014 op strategisch niveau afgerond, maar op tactisch en operationeel niveau nog volop in ontwikkeling. Veel aandacht krijgt het inpassen in de bestaande begeleidingslijn en de daarbij gevoerde gesprekken vanaf intake tot doorstroom naar hbo of naar arbeidsmarkt. Zowel bij het vo als bij het mbo zijn docenten geschoold in het voeren van loopbaangesprekken conform de methodiek van Meijers en Kuijpers. Hiermee is in Almere een doorlopende begeleidingslijn vo-mbo in gang gezet. In de periode september-december 2014 zijn bij MBO College Almere 3 teams geschoold. Bij MBO College Lelystad is eveneens de visie op LOB verder vorm gegeven. Vanaf begin 2014 is gewerkt aan het ontwikkelen en uitvoeren van een gezamenlijk LOB-programma met de vo scholen Doorstroom mbo hbo Op 4 februari 2014 is het regionaal convenant mbo-hbo ondertekend door de bestuurders van de twaalf onderwijsinstellingen van het regionaal netwerk mbo-hbo Noord-Holland en Flevoland. Daarmee zijn op bestuurlijk niveau afspraken gemaakt over de ontwikkeling van een generieke doorstroommodule mbo-hbo en het realiseren van gezamenlijke voorlichtingsen begeleidingsprogramma s (loopbaanoriëntatie en begeleiding). Iedere mbo-instelling in deze regio is nu eigenaar geworden van een domein waarin deze module door docenten mbo en hbo verder inhoudelijk wordt uitgewerkt. Er is voor ROCvF en ROCvA een gezamenlijke projectleider aangesteld die rapporteert aan het Bestuur over de voortgang van de implementatie. 6 De betreffende loopbaancompetenties zijn: motievenreflectie, kwaliteitenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken. 36

37 Voor uitvoering van het convenant is op 24 april een themamiddag georganiseerd, waar 80 vertegenwoordigers van alle betrokken instellingen van gedachten hebben gewisseld over de inhoud, vorm en positie van deze te ontwikkelen doorstroommodule. De resultaten zijn gebruikt als input voor invulling van de module. In juni is in het bestuurlijk overleg van het regionaal netwerk een voorstel voor invulling van deze module met ingang van het schooljaar Samenwerking ROCvF Windesheim Flevoland. In 2013 hebben ROCvF en Windeheim Flevoland een samenwerkingsconvenant gesloten om meer studenten mbo-hbo binnen Flevoland, en in het bijzonder in Almere, op te leiden en te behouden. Op basis van deze afspraken hebben in 2014 ca. 90 studenten van de niveau 4 opleidingen in het domein MEA in het voorlaatste jaar van hun opleiding een algemeen oriëntatietraject studeren op het hbo gevolgd. Daarnaast hebben 36 studenten van de niveau 4 opleidingen Welzijn in het laatste jaar van hun opleiding colleges gevolgd van het cluster Zorg en Onderwijs van Windesheim Flevoland. De ICT opleidingen van ROCvF hebben een vergelijkbaar traject gevolgd. In september zijn deze activiteiten en de samenwerking geëvalueerd. Windesheim Flevoland heeft in 2014 aanvragen ingediend voor de AD-programma s Officemanagement en Ondernemen. Bij toekenning zullen deze per september 2015 van start gaan. De aanvraag van een derde AD, Calculator/Werkvoorbereider voor de bouw, is in voorbereiding. Met steun van de gemeente Almere heeft Windesheim Flevoland in samenwerking met CAH Vilentum een haalbaarheidsonderzoek gestart naar het realiseren van een samenhangend aanbod van AD-programma s. De opzet van een Regionaal (of Stedelijk) Associate College naar model van de Rotterdam Academy is daarbij nadrukkelijk een optie Gediplomeerd en dan?!? In januari 2014 is de tweede fase van het project Gediplomeerd en dan?!? gestart (voorheen School Ex 2.0 ). Op basis van de resultaten van de eerste fase, mei - december 2013, is door de RvB besloten twee pijlers toe te voegen en deze met de eerste pijler als overkoepelend project te organiseren onder de naam Gediplomeerd en dan?!?. De drie pijlers zijn: School Ex 2.0; Het programma van OCW van maart 2013 met de onderstaande twee doelen: o Stimuleren van jongeren om door te leren in, of te kiezen voor een opleiding met een goed arbeidsmarktperspectief. o Doorgeleiden naar de ketenpartners zoals gemeentes, van gediplomeerde jongeren die besluiten om niet door te leren en nog geen baan hebben. De samenwerking met de ketenpartners met als doel de studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op hun vervolgstap. Het onderzoek naar mogelijkheden van het opzetten van alumnibeleid. Doelstelling van het gehele project is dat ROCvF een actueel, valide en compleet beeld heeft van de vervolgstappen van (oud-) studenten. De focus bij de uitvoering is gelegd op de exit-begeleidingsgesprekken en de doorgeleiding naar het UWV/leerwerkloket. Studenten kunnen op een digitaal enquêteformulier aangeven of zij een begeleidingsgesprek willen bij het vinden van een passende opleiding of bij het vinden van werk. Het project is uitgevoerd in nauwe samenwerking met ROC van Amsterdam. De resultaten zijn soms in totaliteit weergegeven. In januari 2015 is besloten dat het project wordt voortgezet in 2015 ondanks het wegvallen van de financiering door OCW. 37

38 Pijler 1 School Ex De doelgroep betreft alle studenten die in het kalenderjaar 2014 zijn opgegaan voor diplomering. Middels een digitale enquête is deze groep bevraagd over hun vervolgstap na het afronden van hun studie. Op 31 december 2014 waren er enquêtes ingevuld. ROCvF enquêtes (71%). ROCvA enquêtes (74%) en Daarnaast weten we van studenten dat zij in 2014 een diploma hebben behaald, géén enquête hebben ingevuld, maar wel zijn gaan doorstuderen binnen ROCvF/ROCvA. In totaal weten we van (84%) van de examenstudenten wat hun volgstappen zijn. Van de respondenten zijn in de periode 21 oktober 31 december, studenten benaderd door een callcenter. De doelgroep betrof studenten die in januari september een diploma hebben behaald, géén enquête hebben ingevuld en géén vervolgstudie bij ROCvF of ROCvA zijn gestart. Van deze groep is dus niet de intentie vastgelegd maar de feitelijke situatie. Van deze respondenten zoekt 7% nog werkt, 40% heeft werk gevonden en 42% doet een vervolgstudie buiten ROCvF of ROCvA. De resterende 11% doet iets anders of weet het nog niet (3%). Het ROC heeft (on)bewust een belangrijke rol bij het verkrijgen van werk, 31% van de studenten die werken, hebben dit verkregen via de school (ROCvF 38%, ROCvA 30%). Er waren tot eind 2014 extra gelden beschikbaar voor uitvoering van het programma. Voor elke enquête wordt door het ministerie een vergoeding gegeven. De hoogte van de vergoeding wordt uiterlijk september 2015 door de minister vastgesteld. Het verzamelen van feitelijke cijfers over wat studenten na hun diplomering zijn gaan doen en hoe succesvol ze zijn geven we prioriteit omdat dit benut kan worden in de kwaliteitsontwikkeling van de opleidingen. Het (landelijke) project School-Ex is in december 2014 succesvol afgesloten. ROCvF en ROCvA weten van 84% van de in 2014 gediplomeerde studenten (9.193) wat hun vervolgstap is: werken of doorleren. Deze informatie is beschikbaar het niveau van de instelling, het MBO College en de opleiding. Daarnaast is bekend hoe deze studenten werk hebben gevonden: zelf gevonden, of via school. Ook weten we of de student hulp wil bij het zoeken naar werk. Pijler 3 Alumni beleid Na gesprekken met verschillende partijen is besloten om een mogelijk alumnibeleid verder uit te werken volgens het model van de Haagse Hogeschool. Dit model gaat uit van een netwerk met een centrale alumni database die ten dienste staat van de teams die alumniactiviteiten willen ontwikkelen. Brede invoering van alumnibeleid geven we nog geen prioriteit. 38

39 Samenvatting School Ex resultaten 2014 ROCvF Vervolgstap (n=1.464) Doorleren HBO 19% 281 BOL 41% 601 BBL 9% 131 Totaal 69% 1013 Werken Werken 15% 229 Werk zoeken 9% 128 Totaal 24% 357 Overig Weet het nog niet 4% 51 Iets anders doen 2% 43 Totaal 6% 94 Werk en ondernemerschap Werk gekregen via de school (n=229) 38% 86 Zelfstandig ondernemerschap 7 26% 58 (n=222) Hulpvragen Vinden van werk (n=128) 26% 34 Vinden juiste vervolgopleiding 1% 15 (n=1013) Ondersteuning algemeen 8 (n=94) 20% 19 Alumni Wil contact houden 14% 206 Vervolg in 2015 In 2015 is er geen vergoeding per enquête vanuit het ministerie. Desondanks is in januari 2015 besloten om het verzamelen van gegevens over de vervolgstappen van de examenstudenten in 2015 voor te zetten. Er is prioriteit gegeven aan pijler 1. Deze gegevens leveren sturings- en verantwoordingsinformatie op, waarmee, in samenwerking met onze ketenpartners, beter de verbinding kan worden gelegd met de arbeidsmarkt. Inzicht in de vervolgstappen van de examenstudenten past ook in externe ontwikkelingen zoals het nieuwe toetsingskader van de inspectie en de ontwikkelingen rondom de macrodoelmatigheid Taal en rekenen in het mbo Schets van de context: - Alle mbo-studenten niveau 4 nemen vanaf najaar 2014 verplicht deel aan het landelijke Centraal Examen (CE) taal. Vanaf 2015 wordt deelname aan het CE rekenen verplicht. Voor mbo-studenten niveau 2 en 3 start het invoeringstraject CE een jaar later. - Er is een doorlopende leerlijn vastgesteld van po tot wo. Voor het mbo betekent dit dat mbo-studenten niveau 4 voor Nederlandse taal en rekenen aan het 3F niveau moeten voldoen en de mbo studenten niveau 2 en 3 aan niveau 2F. - Het project taal en rekenen is op 31 december 2014 afgerond - In 2015 is ondersteuning beschikbaar in de vorm van de Servicegroep taal en rekenen. 7 Gevraagd aan studenten die als vervolgstap hebben aangegeven; werk zoeken, iets anders doen of weet nog niet 8 Studenten die als vervolgstap hebben aangegeven iets anders te gaan doen of het nog niet weten 39

40 De verhoging van de niveaus Nederlands en rekenen is in ROCvF sinds 2010 ingericht als een centraal gecoördineerd project in nauwe samenwerking met ROC van Amsterdam. Bij de eerste pilot examens COE in 2012 lagen de resultaten onder het landelijk gemiddelde waarbij rekenen nog lager scoorde dan Nederlands. In de afgelopen jaren is hard gewerkt aan verbetering en afstemming van de programma s, scholing van docenten en inrichting van het toets en exameninstrumentarium. Resultaatoverzichten zijn beschikbaar op ROC-, college- en team-niveau. Hierdoor kan gericht gestuurd worden op verdere verbetering. Alle MBO Colleges beschikken voor de instellingsexamens over een gestandaardiseerd exameninstrument, de TOA van bureau ICE. In alle MBO Colleges zijn deskundige en gefaciliteerde toetsleiders en inhoudelijk deskundige taal- en reken experts aanwezig als aanspreekpunt voor collega s. In veel colleges zien we vakgroepen ontstaan waarin verder aan professionalisering gewerkt wordt. Eind 2014 is het project taal en rekenen met de slotconferentie Wat werkt in de klas?' afgesloten. Met interne en externe gasten zijn de opbrengsten gedeeld: Voorbeelden vanuit MBO Colleges hoe taalgericht beroepsonderwijs in de praktijk uitgewerkt kan worden. Professionalisering van taal - en rekendocenten. In alle MBO Colleges heeft dit een vaste plek in het trainingsaanbod gekregen. o In alle MBO Colleges zijn taalassessoren opgeleid o Er is een interne training voor rekendocenten ingericht o Er zijn examenfunctionarissen getraind als vaststeller en constructeur zodat we op termijn beschikken over voldoende interne deskundigheid om onze eigen (taal)examens te construeren, vast te stellen en te evalueren. o Er zijn door de projectgroep centrale expertbijeenkomsten georganiseerd waarin inspiratie, kennis en goede voorbeelden uit Colleges gedeeld werden. De MBO Colleges hebben door resultaatoverzichten zicht op de voortgang van de niveauverhoging en de examenlogistiek op College-, team- en studentniveau. Elk College heeft op basis daarvan eigen prioriteiten gesteld De dienst onderwijsinformatie is ingericht om de diploma s en resultaatlijsten taal en rekenen te leveren De dienst ICT is ingericht op het ondersteunen van de MBO Colleges bij de digitale Centrale- en Instellingsexamens o Er is functioneel beheer beschikbaar en een getrainde helpdesk voor de examenapplicaties. De examenorganisatie en -logistiek per MBO College functioneren goed. o Deskundige toetsleiders en contactpersonen zijn gefaciliteerd en zijn intern en extern aanspreekpunt voor het uitvoeren van de wettelijk taken. o De platformbijeenkomsten op roc-niveau zorgen voor afstemming tussen de colleges en de centrale diensten, voor evaluatie en bijstelling van organisatie en logistiek. Uit de resultaatoverzichten blijkt dat Het taal- en rekenniveau van de studenten langzaam stijgt langzaam. De lichte achterstand ten opzichte van het landelijk gemiddelde zien we langzaam kleiner worden. De extra inzet van docenten en de investeringen in de professionalisering van docenten blijkt dus te werken. Vooruitblik 2015 Het project is afgerond, de projectgroep is opgeheven, verdere implementatie ligt bij de MBO Colleges. Voor ondersteuning hiervan is de Servicegroep taal en rekenen gevormd. De servicegroep werkt vraaggestuurd op basis van vragen vanuit de MBO Colleges. 40

41 Specifiek wordt ondersteuning van examencommissies geboden bij het toepassen en implementeren van de (uiterst complexe) regelgeving. De gefaseerde invoering van de slaag-zakregeling en de voortdurende bijstellingen vanuit het ministerie maken dat dit ingewikkeld is en tijd vraagt om op collegeniveau deskundigheid en routine op te bouwen. Daarnaast is de kennis en het netwerk van de servicegroep beschikbaar voor de professionalisering van medewerkers. Het professionaliseringsmodel dat is gehanteerd voor Nederlandse taal en rekenen, wordt in 2015 ook ingezet voor docenten MVT. Een nieuwe taak voor de servicegroep is het organiseren van een kwalitatieve verbeterslag van de examens MVT door screening van de examens en, waar nodig, het doorvoeren van aanpassingen, samen met constructeurs. Er is met CITO een certificeringsroute ingericht voor examenfunctionarissen MVT die worden opgeleid als vaststeller en constructeur. Voor de implementatie van taal en rekenen in de MBO Colleges is in 2015 minimaal eenzelfde budget als in 2014 beschikbaar Internationalisering Internationalisering is een profielkenmerk van ROCvF. Studenten en medewerkers worden in staat gesteld om via internationale uitwisseling of stage kennis te maken met de wijze van werken in het buitenland. Het eigenaarschap van Europese uitwisseling ligt altijd bij het betreffende team. De betreffende docent is projectleider en schrijft ook de eventuele subsidie aanvraag. De coördinator Internationalisering kan begeleiden bij de aanvraag van subsidies voor internationale uitwisseling. Aanvragen voor subsidies voor internationale stages worden altijd verzorgd door deze coördinator. In het schooljaar zijn de projecten met Denemarken-Duitsland en Turkije afgesloten. Alle eindrapportages zijn goedgekeurd en de restsubsidies om docenten stagebezoeken binnen Europa te laten afleggen zijn betaald. Met ingang van januari 2015 is de facilitering voor centrale ondersteuning teruggebracht tot 04 fte voor het begeleiden van Europese stages en het verzorgen van de subsidiestromen. Voor de stages is tot juni beschikbaar. Een nieuwe subsidie voor wordt aangevraagd bij het CINOP Ondernemerschap Ondernemerschap is één van de profielkenmerken van ROCvF. Al enige jaren is het een structureel onderdeel in het curriculum. Alle studenten krijgen een lesprogramma in het ondernemend zijn. Bij de opleidingen op niveau 3 en 4 kunnen studenten een eigen studentenbedrijf, een College Company, starten. Aan starters (studenten) met een eigen bedrijf wordt eerste hulp bij starten aangeboden Sport Sinds 2004 is Sport en Bewegen is een ander profielkenmerk van het ROCvF. Er wordt gewerkt vanuit de onderstaande beleidsuitgangspunten: 1. ROCvF stelt zich ten doel om de gezondheid van haar medewerkers te stimuleren door het aanbieden van bewegingsactiviteiten. 2. ROCvF biedt voor studenten opleidingen Sport en Bewegen aan op niveau 2, 3 en ROCvF heeft in alle BOL opleidingen Bewegen en Sport opgenomen. 4. ROCvF biedt topsporters de mogelijkheid om onderwijs op maat te volgen. Daarbij biedt ROCvF medewerkers mogelijkheden om te sporten en wordt er deelgenomen aan diverse sportprojecten. Er vindt centrale regie plaats op sport en bewegen en op de diverse sportprojecten. 41

42 In 2014 hebben alle eerstejaars studenten in de BOL opleidingen sport en bewegen in hun programma gehad. Van de tweede- en derdejaars heeft 50% deelgenomen aan programma s sport en bewegen. Veel studenten van de opleidingen Sport en Bewegen zijn in 2014 ingezet bij de organisatie en uitvoering van verschillende sportprojecten en sportdagen binnen hun toekomstige werkvelden. De studenten kunnen hierbij ervaring opdoen bij sportgerelateerde evenementen en de organisatoren worden geholpen bij de uitvoering. Op deze manier zijn ook studenten ingezet bij interne assessments en open dagen van ROCvF. In alle gevallen waren de opdrachtgevers meer dan tevreden over onze studenten. Sport & Recreatie niveau 2 is binnen het nieuwe kwalificatiedossier Dienstverlening dat start in 2016, en wellicht al in 2015,, toegevoegd aan de niveau 2 opleidingen Helpende Zorg en Welziin, Horeca en Facilitaire Dienstverlening. Hierdoor zullen de niveau 2 studenten van de opleiding Sport & Bewegen opleiding breder opgeleid worden. Verwacht wordt dat ze met deze bredere startkwalificatie een groter perspectief hebben op de arbeidsmarkt. Naast de reguliere lessen lichamelijke oefening hebben in 2014 bij ROCvF de volgende activiteiten plaatsgevonden: - Uitvoering van de leefstijl- en fitheidstest voor studenten. - Invoering van thema gerelateerde lessen. - Deelname aan landelijke mbo toernooien voor studenten. - Opleiding en begeleiding van talenten en topsporters. ROCvF heeft de status van Olympische steunpuntschool. Er is een topsportcoördinator voor de uitvoering van het topsportbeleid voor heel ROCvF. Als gevolg van het wegvallen van subsidies en de krappe financiële situatie in 2014 zijn personeelssport en in sporten in vrije tijd door studenten op een lager pitje komen te staan Passend Onderwijs De wet Passend Onderwijs is op 1 augustus 2014 in werking getreden en vervangt de Leerling Gebonden Financiering (LGF). Passend Onderwijs staat voor passende begeleiding en zorg aan iedere student die dat nodig heeft voor een gelijke kans op succes. De Wet Gelijke Behandeling is leidend. Na aanmelding kent de school een zorgplicht voor plaatsing van een kandidaat op een passende plek (onder andere door regionale samenwerking). De onderwijsinstelling krijgt een vast (zorg)budget, waarmee het alle benodigde interne en externe begeleiding indiceert en organiseert. De onderwijsinstelling is voor de buitenwereld transparant over haar begeleidingsmogelijkheden en benoemt in een onderwijs ondersteuningsprofiel haar basiszorg en haar zorgbreedte. De invoering van Passend Onderwijs wordt bij ROCvF vorm gegeven binnen de bestaande overlegstructuren zoals bijvoorbeeld door de stuurgroep 'Zorg en Ondersteuning. In Almere wordt voortgebouwd op de bestaande structuur met de stichting Gewoon Anders. Samen met de stichting Passend Onderwijs waarin ROCvF participeert worden voorbereidingen getroffen om Passend Onderwijs in te voeren. De participerende partijen in Flevoland werken vanuit het uitgangspunt om voor leerlingen die zorg nodig hebben deze zorg zo dicht mogelijk bij de leerling te organiseren. Leerlingen met zorgbehoefte worden nu al zoveel mogelijk opgevangen binnen het reguliere onderwijs met de interne zorg die door de school kan worden geboden waarbij nauw wordt aange- 42

43 sloten bij de zorg van de samenwerkende externe instanties. Intern is in de beide Matchpoints specialistische expertise aanwezig zowel ten behoeve van de instroom, bijvoorbeeld bij specialistische intake, als gespecialiseerde begeleiding tijdens de opleiding. In de periode voor augustus 2014 zijn in de voorwaardelijke sfeer voorbereidingen getroffen voor de uitvoering. De teams hebben ondersteuningsprofielen opgesteld van hun mogelijkheden van ondersteuning, de specialistische kennis is ondergebracht bij een van de beide Matchpoints. De beide Matchpoints zijn eind 2014 identiek ingericht volgens het model dat bij ROCvA wordt gehanteerd. Verder zijn er afspraken gemaakt met externe gespecialiseerde ondersteuningsinstellingen voor benodigde specialistische hulp. Voor overkoepelende expertise en coördinatie voor het gehele ROC is het Expo gevormd, het expertisecentrum passend onderwijs. Het Expo fungeert als ROC breed informatie- en expertisecentrum voor Passend Onderwijs. De middelen die in 2014 zijn vrijgekomen zijn op basis van het aantal studenten dat in aanmerking komt voor leerlinggebonden financiering(lgf) toegedeeld aan Matchpoints van de MBO Colleges. Er is ROC breed een scholingsaanbod ingericht waar docenten, intakers en studieloopbaanbegeleiders zich kunnen bekwamen in de benodigde vaardigheden die nodig zijn voor de toelating en begeleiding van studenten met een beperking. De scholing kan individueel worden gevolgd, maar ook in company worden ingekocht. De benodigde administratieve registratie die onderwijs aan studenten met een beperking met zich mee brengt is in het informatiesysteem EduArte geregeld. Ook is er een bijlage bij de onderwijsovereenkomst opgesteld waarin formeel het recht op ondersteuning en mogelijk op ondersteunende middelen is vastgelegd. In het schooljaar is sprake van een toename van zo n 25% studenten waarvoor een ondersteuningsplan is opgesteld. Voor een deel komt dat door de grotere bekendheid met studenten met een beperking, voor een deel omdat zich meer studenten aanmelden die recht hebben op extra voorzieningen. Verwacht wordt dat dit aantal nog verder zal toenemen in de komende jaren tot misschien wel een toename met 50% ten opzichte van de periode voor augustus De activiteiten van het Expo ontwikkelen zich, naast de specialistische intake en de opvang en plaatsing van crisisleerlingen meer op de opvang van speciale doelgroepen, zoals de Entree leerlingen, en op de pro-screening van leerlingen uit het praktijkonderwijs. Ook is er in Amsterdam overleg gestart om te komen tot de inrichting van een stedelijke voorziening. De ontwikkeling in de toekomst richt zich op het beter toerusten van de teams met name door middel van kennis over onderwijs aan studenten met beperkingen en op het efficiënt organiseren van specialistische hulp, hetzij intern georganiseerd, hetzij ingekocht bij externe instanties. Aan de hand van de ervaringen en de evaluaties wordt elk jaar beoordeeld hoe de beschikbare middelen het meest effectief kunnen worden ingezet. In 2015 leveren de verschillende LEC s een evaluatie van de resultaten van het eerste jaar, gekoppeld aan een verbeterplan voor het scholjaar De evaluatie en het verbeterplan vinden plaats op basis van het format voor de ondersteuningsplannen die worden gehanteerd. In het tweede en derde jaar van de uitvoering worden door het Expo audits uitgevoerd om de effectiviteit van de aanpak in beeld te brengen en aanbevelingen te formuleren voor de fase daarna. 43

44 Project CRASH, mbo-studenten leren reanimeren ROCvF is in januari 2014 in samenwerking met ROCvA gestart met de uitvoering van het project CRASH een initiatief van de Nederlandse Reanimatie Stichting (NRS). In 2013 zijn hiervoor de voorbereidingen getroffen (zie jaarverslag over 2013). Het project geeft uitvoering aan de gezamenlijke ambitie van de NRS en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologen om heel Nederland hartveilig te maken. CRASH staat voor Cursus Reanimeren voor Alle Studenten in Holland. De reanimatielessen worden, afhankelijk van de mbo-opleiding de binnen het reguliere curriculum of binnen de lessen burgerschap aangeboden en bestaan uit een e-learning module en een praktijktraining. In de periode van 1 januari tot juli 2014 hebben in totaal bij ROCvF en ROCvA 413 studenten van acht verschillende opleidingen deelgenomen aan het project en het reanimatiebewijs ontvangen. De studenten maken eerst kennis met de theorie door middel van een e-learning module reanimatie. Als ze deze succesvol hebben afgerond krijgen ze de praktijktraining door gecertificeerde instructeurs van de Nederlandse Reanimatieraad (NRR). Er zijn in totaal circa acht opleidingen en zestien docenten bij betrokken geweest. Bij MBO College Almere zijn zes docenten van het team Zorg & Gezondheid opgeleid als instructeur. In december heeft overleg plaatsgevonden met de Nederlandse vereniging voor Cardiologie (NVVC) en de Nederlandse Reanimatiestichting over de voortgang van het project. Met het NVVC is afgesproken om in 2015 samen met ROCvA het resterende deel van de licenties voor het e-learning deel van de reanimatie training te gebruiken en de samenwerking met een jaar te verlengen. In december 2014 zijn nog eens ca. 120 studenten van de opleidingen Sport & Bewegen gestart met de e-learning module met als doel het behalen van het reanimatiebewijs. De studenten zijn zeer tevreden over de training. De score in de evaluatie is gemiddeld 8,5 Met de NRS wordt overlegd hoe de reanimatietraining structureel in het curriculum kan worden aangeboden met erkenning van deze inspanning door maatschappij en arbeidsmarkt. Bij het MBO College Almere zijn zes docenten van het team Zorg & Gezondheid opgeleid als instructeur met de bedoeling om de training gemakkelijker en goedkoper in te passen in het curriculum Verdraaid goed onderwijs. In de laatste jaren is veel oog geweest voor de organisatie die nu staat. Een resultaat gerichte organisatie met de basis op orde. Meer en meer is het nodig om de inzet en de energie te focussen op goed onderwijs voor elke student. Handelen vanuit dit perspectief biedt mogelijkheden om een kwaliteitssprong te maken. Minder het voldoen aan de kaders als drijvende kracht maar meer de kansen die onderwijsteams de student kunnen bieden. Dit zonder de kaders uit het oog te verliezen, die hebben betekenis, maar zijn niet primair leidend voor het onderwijzen. Niet de plancyclus staat centraal, maar goed onderwijs en de plancyclus helpt daarbij. Niet de indicatoren van de benchmark op zich zijn zalig makend maar de focus op goed onderwijs. Onderwijs dat draait om de student. Met onderwijsteams als het hart van het onderwijs, die eigenaar zijn van dit onderwijs, die in verbinding staan met de student, het werkveld en de omgeving die er toe doet. Met een organisatie die dit faciliteert. Waar leren voor iedereen plezier is en soms ook gewoon hard werken. Gewoon verdraaid goed onderwijs. Het realiseren van goed onderwijs zal zich al vanzelf zal vertalen naar positieve indicatorwaardes, maar biedt ook meer dan dat: energie, passie, eigenaarschap. Het Bestuur volgt vanuit bovenstaande gedachtegang de voortgang en de resultaten van een pilot bij ROCvA waar bij enkele teams wordt onderzocht in hoeverre een andere manier van organiseren en werken kan leiden tot kwalitatief beter onderwijs. Er wordt gewerkt vanuit de volgende visie: stel de relatie docent-student centraal in alles wat we doen, maak de docent 44

45 hiervoor verantwoordelijk en geef hem het vertrouwen en de regelruimte om deze op een professionele wijze in te vullen. De betrokken teams krijgen de vrijheid af te wijken van in- en externe regels. Ze ontwikkelen hun eigen maatstaf voor de kwaliteit van onderwijs. Met deze maatstaf als uitgangspunt wordt bestaande regelgeving tegen het licht gehouden en waar nodig aangepast. De pilot wordt uitgevoerd in overleg met het ministerie, de onderwijsinspectie en de gemeente Amsterdam. Een klankbordgroep met daarin onder meer een vertegenwoordiging van het ministerie, de onderwijsinspectie en bureau leerplicht begeleidt de pilot en bewaakt de voortgang. Er is vanuit het Bestuur, maar ook vanuit het ministerie behoefte aan validatie van de ontwikkelingen en resultaten. Naar aanleiding hiervan is in november 2014 aan de bureaus Eridanos, Synthetron en het Welten Instituut van de Open Universiteit. opdracht gegeven een kwalitatief onderzoek uit te voeren naar de resultaten van de pilots. Naast de kwantitatieve gegevens wordt geprobeerd om inzicht in de kwaliteiten van de verandering te krijgen. De resultaten uit dit onderzoek worden opgeleverd in de zomer van Volwassenonderwijs 2014 was een relatief rustig jaar voor het team en de studenten van de afdeling Educatie van ROC van Flevoland. Het budget dat door de gemeenten Almere, Lelystad en Dronten in het kader van de WEB wordt ingezet, is ten opzichte van 2013 nauwelijks gewijzigd. Het deelnemersaantal is nagenoeg gelijk aan 2013, namelijk 692 deelnemers verspreid over 5 locaties. Met spanning wordt uitgekeken naar de ontwikkelingen rond de intrede van de marktwerking in Ter voorbereiding daarvan is contact gezocht met de collega s van Educatie in Amsterdam. Tijdens een gemeenschappelijk overleg is gebrainstormd over nieuwe mogelijkheden en nieuwe producten. De gemeenten hebben uitgesproken meer aandacht te willen schenken aan laaggeletterdheid en analfabetisme. Het team heeft nagedacht over de rol die educatie op de korte en de middellange termijn kan spelen, bijvoorbeeld in samenwerking met het project taal voor het Leven. Bij het Business College heeft, als gevolg van het besluit om te stoppen met de activiteiten geen nieuwe instroom meer plaats gevonden. Het afbouwen van de lopende trajecten is in 2014 volgens plan verlopen, de studenten hebben het onderwijs en de begeleiding gekregen die die ze nodig hebben. De verwachting is dat, rekening houdend met enige vertragers, er per september 2015 geen studenten meer zullen zijn ingeschreven bij het Business College. Het aantal BBL-studenten is door de afbouw van het Business College significant gedaald VaVo In 2014 heeft het Bestuur, op advies van de directie van het MBO College Almere, besloten de voorgestelde herpositionering van het Vavo door te voeren en de afdeling Vavo van ROCvF met ingang van het schooljaar onder te brengen bij het Joke Smit College van ROCvA. De overgang brengt voor de deelnemers verschillende voordelen met zich mee, zoals de mogelijkheid van lessen overdag, een breder aanbod, ruimere begeleiding op vakniveau en meer faciliteiten voor de studieloopbaanbegeleiding. Door het dalend aantal deelnemers werd het moeilijker het aanbod in de breedte en de studieloopbaanbegeleiding goed te organiseren. 45

46 Op de locatie Almere vindt nog wel uitvoering plaats. Per 1 oktober stonden daar 159 deelnemers ingeschreven. Daarvan wordt 82% bekostigd uit de rijksfinanciering. 18% van de leerlingen is jonger dan 18 jaar en wordt bekostigd via de Rutte-regeling. Ontwikkeling aantal studenten vavo Aantal per jaar op 1 oktober ,6% -7,3% -10,5% -6,9% -26,3 % 13,6% Bron: noise (tot ) EduArte Resultaten vavo. Per niveau zien de examenresultaten er als onderstaand uit: Mavo 89% 84% 72% 90% Havo 89% 89% 81% 80% Vwo 93% 82% 71% 80% Bron: ROCvF, EduArte Gemiddeld CE- cijfer over alle vakken en alle leerlingen: Schooljaar VMBO T CE HAVO CE VWO CE 2010 / ,63 5,45 5, / ,98 5,86 5, / ,12 6,19 5, / ,40 5,77 5,53 Bron: ROCvF, EduArte De verschillen tussen het centraal examen (CE) en het schoolexamen (SE) bedroegen voor vmbo t +0,12, voor havo -0,39 en voor vwo -1,18. Volgens de regelgeving mag het verschil CE niet groter zijn dan 0,5. Voor het vmbo-t en de havo blijft het verschil binnen de marge. Voor het vwo is het verschil van -1,18 te groot. Als mogelijke oorzaak hiervan wordt het geringe aantal deelnemers per vak gezien, gemiddeld 2,5 deelnemer. 46

47 10. Kwaliteit van het onderwijs 10.1 Analyses, verbeteringen en onderzoek Onderwijsinspectie mbo De analyse van de kwaliteit van het mbo-onderwijs vindt structureel plaats op instituutsniveau, op het niveau van het MBO College en op teamniveau. Eenmaal per jaar wordt op het niveau van het gehele ROC, op basis van de rendementen, een risicoanalyse uitgevoerd. De focus ligt daarbij op die opleidingen waarvan de rendementen onder de norm liggen. Bij beide MBO College worden, na analyse van de resultaten, door de directies, in nauwe samenspraak met de teams, verbeterplannen en acties geformuleerd en uitgevoerd. Deze analyses vormen daarmee de input voor de jaarplannen en verbeterplannen van de teams. De teams krijgen in oktober een overzicht van de resultaten van al hun opleidingen van het schooljaar daarvoor met de opdracht deze te analyseren en zo nodig te komen tot verbeteracties. Daarnaast krijgen de teams tweemaal per jaar de resultaten van het interne tevredenheidsonderzoek onder studenten eveneens met de opdracht voor analyse en mogelijk het ondernemen van verbeteracties. Onderzoek door de onderwijsinspectie. In mei en juni 2013 hebben onderzoeken van de onderwijsinspectie plaatsgevonden. De kwaliteit van vijf opleidingen is beoordeeld, evenals de kwaliteit van de borging van kwaliteit op instellingsniveau. De kwaliteit van de borging op instellingsniveau is bij ROCvF in 2014, na heronderzoek, als voldoende beoordeeld. Er werden bij ROCvF geen financiële risico's geconstateerd. N.a.v. dit kwaliteitsonderzoek (KO) in 2013 is in 2014 nader onderzoek uitgevoerd bij de volgende onderdelen van ROCvF. - Bij het vavo van ROCvF. Dit onderzoek heeft plaats gevonden met als beoordeling voldoende. - Ten aanzien van het tijdig melden van verzuim bij ROCvF. Dit onderzoek heeft eveneens plaats gevonden met als beoordeling voldoende. - bij vijf opleidingen van ROCvF (Artiest / Marketing & Communicatie / Pedagogisch Werk / Maatschappelijke Zorg). Ook dit onderzoek heeft plaatsgevonden en is volledig, en als voldoende afgerond verklaard, op basis van de eigen kwaliteitsborging en -verantwoording. De onderwijsinspectie vond eigen nader onderzoek niet meer nodig. Het Bestuur is zeer tevreden met deze beoordelingen en ziet deze als een bevestiging dat de verbetering van de kwaliteit zich in goede zin ontwikkelt, en dat de inrichting en aansturing van de kwaliteitszorg deugdelijk is ingericht. Vanuit het onderzoek in 2013 zijn Onderzoeken Kwaliteitsverbetering (OKV) aangekondigd voor het najaar van 2014 bij de hieronder vermelde opleidingen. In november en december 2014 hebben 9 OKV s plaatsgevonden bij 4 mbo opleidingen. De opleidingen zijn bij de voorbereiding begeleid onder meer door afname van audits door externe auditoren. In mei en juni 2014 zijn in opdracht van het Bestuur bij 3 opleidingen van ROCvA externe audits uitgevoerd op de kwaliteit van de examinering. De resultaten van de audits gaven voldoende vertrouwen in een positieve uitkomst van de OKV s. 47

48 Resultaten van de Onderzoeken Kwaliteitsverbetering van de onderwijsinspectie. Opleiding MBO College Onderwijs Examinering Borging Helpende Zorg en Welzijn niveau 2 bol Lelystad n.v.t. voldoende voldoende Mediavormgeving niveau 4 bol Almere voldoende voldoende onvoldoende* Administratief Medewerker niveau 2 bol Almere voldoende voldoende onvoldoende* Onderwijsassistent niveau 4 bol Almere n.v.t. n.v.t. voldoende Schoonheidsspecialist niveau 3 bol Zuid n.v.t. voldoende n.v.t. (*) Bij de opleidingen Mediavormgeving en Administratief Medewerker geeft de inspectie aan dat op de gebieden onderwijs en examinering grote verbeteringen zijn geconstateerd. Om de ingezette verbeteringen volledig in de processen te borgen is meer tijd nodig dan in de periode tot de OKV s beschikbaar was. In 2015 voert de inspectie een nieuw OKV uit Auditorganisatie Het Bestuur heeft in het najaar van 2014 opdracht gegeven een organisatie op te zetten voor de uitvoering van interne audits bij de onderwijsteams. Dit besluit is voortgekomen uit een aanbeveling van de regiegroep examinering waarin de betroken directieleden verzocht hebben om opnieuw een structureel systeem van interne audits te introduceren over alle aspecten waarop de onderwijsinspectie de kwaliteit van het onderwijs beoordeelt: examinering en diplomering, onderwijs, en kwaliteitsborging. Recente onderzoeken door de onderwijsinspectie hebben duidelijk gemaakt hoe belangrijk de inspectie beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs door middel van audits vindt. Een andere belangrijke overweging is dat het Bestuur zich op basis van deze audits proactief zelf kan verwittigen van de kwaliteit van het onderwijs in de teams. Het doel van de organisatie van interne audits is om systematisch en regelmatig onderling auditen binnen de instellingen mogelijk te maken, waarbij de kwaliteit van het onderwijs door onafhankelijke collega s buiten het betreffende MBO College wordt beoordeeld. Daarvoor wordt gewerkt met een vaste pool van deskundige, interne auditoren en volgens een planning waarbij elk team één keer per drie jaar een audit op onderwijs, examinering en op kwaliteitsborging krijgt. In het schooljaar 2014 / 2015 is gestart met de uitvoering van deze interne audits. Het huidige aantal beschikbare auditoren is te gering om aan de vraag naar audits te kunnen voldoen. Om te komen tot voldoende auditoren en om de deskundigheid te garanderen wordt er scholing georganiseerd voor nieuwe auditoren, en bijscholing van de al beschikbare auditoren. Dit traject van professionalisering en kennisdeling is gestart in januari 2015 en loopt tot het einde van het kalenderjaar Besloten is om in deze fase ook externe auditoren mee te laten kijken bij de uitvoering van de audits om juist de normerende beoordeling meer accent te geven. In het verleden werd bij de interne audits veel accent op de beoordeling van het proces gelegd. 48

49 10.3 Verzuimcontroles, absentiemelding en aanpak verzuim Bij MBO College Almere en Lelystad hebben alle inspanningen ertoe geleid dat in 2014 bij alle opleidingen het melden van verzuim voldeed aan het wettelijk kader. De verzuimprocedures zijn nu alle ingericht volgens een gestandaardiseerd verzuimprotocol met ruimte voor de MBO Colleges om invulling te geven aan de eigen verzuimaanpak. Procedures en werkprocessen zijn met de invoering van EduArte geüniformeerd voor beide MBO Colleges. Voor correcte uitvoering hiervan zijn in 2014 alle betrokken medewerkers geschoold. Voortdurende monitoring van de ontwikkeling van het verzuim en het snel nemen van maatregelen bij constatering van toename ervan vormen de basis voor adequate bestrijding. In toenemende mate wordt dit uitgevoerd in samenwerking met externe instanties zoals Bureau Leerplicht, RBL, RMC en Ingrado, een koepel van leerplichtorganisaties en, waar mogelijk, met de ouders. In het kader van de aanpak 18+ is vanaf 1 oktober 2014 dezelfde termijn voor het melden van verzuim gehanteerd als voor 18- namelijk al na 16 klokuren in plaats van na vier weken aaneengesloten verzuim. Het aantal verzuimmeldingen is hierdoor enorm toegenomen. Een complicerende factor voor de aanpak van verzuim bij 18+ studenten is dat er geen wettelijke handhavingsmogelijkheden zijn die kunnen worden ingezet om verzuim bij deze doelgroep te reduceren. Voorbeelden van acties die worden ondernomen om het verzuim terug te dringen zijn: Spreekuur op locatie van een arts van de GGD in november en december bij de afdelingen handel en administratie na een plotselinge toename van het ziekteverzuim, en het gericht oproepen van een 18 tal studenten met uitzonderlijk hoog ziekteverzuim. Tweemaandelijks overleg met gemeenten over de aanpak van de harde kern verzuimers met als speerpunten voor 2014 / 2015: de aanpak van 18+, verbeteren van de kwaliteit van verzuimmeldingen en terugkoppelingen, preventieve verzuimspreekuren, het bespreken in het warme overdrachtsoverleg tussen gemeente en MBO-College Almere van alle leerlingen die in het convenantjaar 2014 / 2015 uitgeschreven worden, en tot slot het proces van last minute inschrijvingen in september Regelmatig huisbezoek in de gemeentes Almere en Lelystad van de harde kern verzuimers 18+ samen met het MBO College. Het resultaat hiervan was dat 41 % van deze jongeren in de daarop volgende twee maanden weer regelmatig aanwezig was. Een opvangklas waar studenten worden opgevangen die regelmatig te laat komen. Een TOP-50 lijst (Lelystad) van studenten die veelvuldig verzuimen. In overleg met de gemeente en Stichting Welzijn, wordt getracht deze studenten bij de les te houden. Een preventieve verzuim spreekuur door RMC/leerplicht en de inzet van de GGD-arts Onderzoek naar mogelijkheden om verzuim terug te dringen door gesprekken met leerlingen, ouders en docenten om activiteiten te ontwikkelen die ertoe leiden dat jongeren beter op school te houden zijn. Vergroting van de ouderbetrokkenheid (Lelystad, Hilversum) o.a., door ouders van 18+ jongeren uit te nodigen om bij verzuimgesprekken aanwezig te zijn. 49

50 Monitoring van de ontwikkeling van het verzuim en het snel nemen van maatregelen bij constatering van toename ervan. Samenwerking met externe instanties zoals Bureau Leerplicht, RBL, RMC en Ingrado, een koepel van leerplichtorganisaties Bestrijding voortijdig schoolverlaten In het kader van de bestrijding van voortijdig schoolverlaten worden door het ministerie jaarlijks taakstellingen opgesteld. Hierbij worden de uitvalcijfers gerelateerd aan het aantal studenten en wordt onderscheid gemaakt naar niveau. De taakstellingen ten aanzien van de maximale uitval zijn jaarlijks verzwaard. (zie tabel) Niveau 1 Niveau 2 Niveau / ,5 % 13,5 % 4,25 % 2013 / ,5 % 11,5 % 3,50 % 2014 / ,5 % 10,0 % 2,75 % Alleen bij het behalen van deze taakstellingen (op instellingsniveau) wordt prestatiesubsidie vsv toegekend. De taakstellingen worden binnen ROCvF vertaald naar de beide MBO Colleges en daarbinnen naar de teams. Dit betekent dat alle teams een vsv taak hebben op basis van het aantal studenten en het niveau van de studenten. De voortgang op het voorkomen van vsv maakt deel uit van zowel de Q-gesprekken tussen RVB en directie als de rapportagegesprekken tussen directie en opleidingsmanagers. Maandelijks ontvangen de directies nominatieve overzichten van de uitval. De vsv resultaten over het schooljaar 2013 / 2014 zagen er als volgt uit: Niveau Niveau Niveau Totaal aantal taakstelling % tov taakstelling 136,8% 112,8% 93,0% 107,9% Uit de voorlopige vsv cijfers over convenantjaar 2013 / 2014 blijkt dat ROCvF 299 vsv ers telt, 7,9 % boven de taakstelling van 277. (bron: DUO). ROCvF heeft hiermee een uitvalpercentage van 6.9 % t.o.v. 6 % in de voorlopige cijfers over 2012 / Hoger dan de taakstelling, maar betere resultaten dan bij de grootstedelijke ROC s in de G4 en in de agglomeratie Amsterdam: Zadkine 8,7%, Mondriaan (8,0 %, ROC Leiden( 7,9 % en Albeda (7.8 %), ROCvA (7,8 %) Bij niveau 3-4 is de beoogde taakstelling van een maximale uitval van 3,5 % behaald met een uitvalpercentage van 3,4 %. Bij niveau 1 is de taakstelling niet behaald. Ook landelijk is het beoogde resultaat van een maximale uitval van 27,5 % niet behaald met een percentage van 32,2%. Onderzocht wordt in hoeverre de ketensamenwerking van MBO College Almere met het vo, de gedifferentieerde aanpak Entree, debet is aan deze overschrijding bij niveau 1. Bij deze ketensamenwerking worden studenten op basis van cognitie geplaatst en kunnen zij op verschillende locaties een Entree-opleiding volgen: bij het MBO College Almere, bij het voortgezet onderwijs en bij het Praktijkonderwijs. Deze studenten zijn ingeschreven bij het MBO College Almere. 50

51 Ook bij niveau 2 is beoogde taakstelling niet behaald. Wel is er sprake van een daling ten opzichte van de definitieve cijfers over 2012 / ROCvF heeft een inhaalslag gemaakt op niveau 2. In voorgaande convenantjaren lag het uitvalpercentage ver boven het landelijk gemiddelde. ROCvF heeft eerder door bureau Kessel en Smit een onderzoek op niveau 2 laten uitvoeren met de centrale vraag welke interventies noodzakelijk zijn om een inhaalslag te maken. De conclusies en aanbevelingen zijn vertaald in een plan van aanpak, dat zijn vruchten al heeft afgeworpen. ROCvF ontwikkelt op bestuurlijk niveau beleid om de uitval op niveau 2 in de toekomst te verminderen. Hierbij staan de aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt en het ontwikkelen van domeinoverstijgende niveau 2 opleidingen centraal, met het benutten van de kracht van het collectief, de samenwerking tussen vo, mbo, gemeenten en bedrijfsleven. Per MBO College zien de vsv-resultaten over 2013 / 2014 er als volgt uit: MBO College MBO College vavo/bc Totaal Almere Lelystad vsv t/m september taakstelling 2013 / % tov taakstelling 99,5% 133,3% 71% 107,9% MBO College Almere is binnen de taakstelling gebleven, evenals het Business College. MBO College Lelystad heeft de taakstelling niet behaald. De directie analyseert samen met de programmamanager vsv en de gemeente de onderliggende oorzaken, waarna het vsvbeleid mogelijk wordt bijgesteld. Het algemene beeld is dat de MBO Colleges onverminderd bovenop de schooluitval zitten. Een belangrijke constatering is ook dat er goed zicht is op de werkelijkheid achter de cijfers, bijvoorbeeld een scherp beeld van hoeveel en welke jongeren zich na de zomer alsnog weer voor een opleiding gaan inschrijven en dan van de vsv-lijst verdwijnen. Overzicht vsv-resultaten over de afgelopen jaren: 2009 / / / / / ,9% 11,8 % 9,5% 6 % 6,9 % Bron: DUO Vooruitblik 2015 Gezien de verzwaring van de taakstelling in het convenantjaar 2014 / 2015 is het maar zeer de vraag of ROCvF deze taakstelling weet te realiseren. Over de periode 1 oktober 2014 t/m januari 2015 zien we het volgende beeld. MBO College Almere MBO College Lelystad VSV t/m januari Taakstelling 2014 / Percentage t.o.v. de taakstelling 58,2% 82,8 % We zien dat de MBO Colleges fors inzetten op het herplaatsen van studenten binnen het instituut. MBO College Almere heeft in de laatste drie maanden van studenten herplaatst, MBO College Lelystad 34. Verder is door beide MBO Colleges extra ingezet op het verder ontwikkelen van het preventief verzuimbeleid. De samenwerking met de gemeenten is geïntensiveerd gericht op het terugdringen van het ongeoorloofd verzuim dat de laatste tijd was toegenomen. 51

52 Ook is extra inzet gepleegd op het verder ontwikkelen van de Plusvoorziening. Een deel van de jongeren valt nog steeds uit vanwege multiproblematiek. Naast het werken aan het verbeteren van de (onderwijs)kwaliteit, stond in het najaar van 2014 de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt in relatie tot Entree en niveau 2 hoog op de agenda. De colleges onderzoeken hoe de kracht van de samenwerking met vo, gemeenten en bedrijfsleven ten volle kan worden benut. In Lelystad wordt dit vormgegeven in de ketenaanpak Kwetsbare jongeren, waarbij het jongerenloket een belangrijk instrument is om potentiele uitvallers maatwerk te bieden en toe te leiden naar een passende leer- en/of werkomgeving. Een tweede onderdeel van deze aanpak is ENTREE-Arbeid. Een belangrijk doel hiervan is het bieden van training en begeleiding in de meest passende leer- en werkomgeving, waarbij het behalen van een arbeidskwalificatie met zicht op duurzame arbeid en zelfredzaamheid, voorop staat. 52

53 11. Studenten 11.1 Studentenaantal mbo 2008 AT 2009 AT 2010 AT 2011 AT 2012 AT 2013 AT 2014 BT Aantallen per jaar op 1 oktober ,9% 3,6% -9,1% -1,7% 0,2% -6,1% Bron: ROCVF EduArte. BT = Beleidsstelling (intern) Percentage mbo-studenten per 1 oktober 2014, per niveau niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 totaal % 3,4% 21,4% 27,4% 47,8% 100 % ,9 % 25,1 % 32,2 % 39,8 % % in ,9% 21,8% 29,3% 46,0% % in 2013 Bron: ROCVF EduArte Percentage mbo-studenten per 1 oktober 2014, per leerweg bbl bol-deeltijd bol totaal ,285 % 10,4% 0,7% 88,9% 100 % ,8 % 4,1 % 73,1 % % in ,1% 1,9% 77,9% % in 2013 Bron: ROCVF EduArte Na de accountantscontrole in juni 2015 zal het vermelde aantal studenten definitief worden vastgesteld. Gezien de huidige stand van zaken van de studentenadministratie wordt niet verwacht dat het aantal nog naar beneden zal worden bijgesteld. Het aantal studenten is gedaald ten opzichte van Dit wordt vrijwel geheel veroorzaakt door de beëindiging van Business College en betreft voornamelijk studenten BBL. De directies van de beide MBO Colleges signaleren een ontwikkeling dat jongeren meer geneigd zijn in Flevoland onderwijs te willen volgen dan voorheen. Het blijft een uitdaging om het grote aantal jongeren dat de brug over trekt, te interesseren voor het onderwijs dat door ROCvF wordt aangeboden. De beoogde nieuwbouw in Almere Poort wordt gezien als een grote kans om meer studenten uit Flevoland te behouden voor onderwijs bij ROCvF. Er is sprake van een behoorlijke verschuiving van de BBL naar de BOL met een dito positief gevolg voor de bekostiging. Een andere verschuiving is een toename van het aandeel studenten op niveau 4. Het aandeel studenten niveau 1 en 2, de voa geïndiceerden, bedroeg 23,2% Ontwikkeling aantal diploma's mbo Totaal ROCVF Bron: noise (tot 2011 / 2012) en EduArte (2012 / 2013 / 2014) Aantal diploma s per niveau niveau niveau niveau niveau Bron: noise (tot 2011 / 2012) en EduArte (2012 / 2013 / 2014) 53

54 11.2 Resultaten mbo Jaarresultaat mbo 2009 / / / / Jaarresultaat 61,8 % 63,0 % 70,9 % 74,2% 71,1% Bron: DUO Diplomaresultaat mbo 2009 / / / / Diplomaresultaat 62,9% 64,0% 71,4% 74,2% 72,8% Bron: DUO Zowel het jaarresultaat als het diplomaresultaat zijn in het schooljaar 2013 / 2014 gedaald ten opzichte van het schooljaar daarvoor, maar is nog wel hoger dan het jaar daarvoor. De daling deed zich niet op alle niveaus voor. Bij niveau 1 en niveau 3 was sprake van een stijging, de resultaten bij niveau 2 en 4 liepen terug. Deze ontwikkeling is scherp in beeld. Mogelijke oorzaken worden bij de gebruikelijke jaarlijkse risicoanalyse achterhaald en navenant zullen er maatregelen worden genomen. Jaarresultaat mbo per niveau 2009 / / / / niveau 1 75,5% 80,8% 79,1% 78,3% 80,8% niveau 2 56,1% 60,9% 69,6% 73,6% 66,3% niveau 3 58,4% 59,3% 69,0% 70,6% 74,2% niveau 4 65,3% 62,1% 69,6% 76,7% 74,0% Bron: ROCVF: EduArte Interne doorstroom naar een hoger mbo-niveau niveau gediplomeerden (1) doorstromers (2) percentage opstromers niveau ,1% niveau ,8% Niveau ,7% Totaal 13 / ,6% Totaal 12 / ,8% Totaal 11 / ,8% Bron: ROCVF: EduArte (1) Aantal gediplomeerden in schooljaar 2013 / 2014 (2) Aantal gediplomeerden dat na diplomering is ingeschreven op een hoger niveau per In de onderstaande tabel wordt het gemiddelde jaarresultaat van ROCvF vergeleken met die van de G4 instellingen, gezien de in veel opzichten overeenkomstige situatie waarin ROCvF werkzaam is 9. Jaarresultaat ROCvF ROCvA ROC Zadkine ROC Albeda ROC Mondriaan ROC Midden-Ned. ROC Top / ,8 % 63,4 % 60,2 % 60,4 % 66,8 % 68,7 % 59,8 % 2010 / ,0 % 66,1 % 58,1 % 58,6 % 68,2 % 65,8 % 63,3 % 2011 / ,9 % 67,4 % 64,8% 62,9% 67,1% 67,8% 60,6% 2012 / ,2% 68,1% 70,4% 66,5% 68,8% 68,1% 68,2% 2013 / ,1% 69,2% 64,9% 68,4% 68,1% 73,2% 69,5 Bron: DUO 9 G4: de ROC s in de vier grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. 10 De resultaten over 2011 / 2012 en 2012 / 2013 zoals vermeld in de kolom ROC Top betreffen ROC TOP, het onderdeel van het voormalige ROC Amarantis dat opleidingen verzorgt in Almere en Amsterdam. De resultaten van de jaren daarvoor betreffen ROC Amarantis. 54

55 Het jaarresultaat van ROCvF over 2013 / 2014 was, evenals in de twee voorgaande jaren hoger dan het resultaat van de meeste G4 ROC s. Alleen ROC Midden Nederland scoorde met 73,2% hoger. In het schooljaar in 2010 / 2011 presteerden nog vier van de zes vermelde ROC s. Prestatiebox, risicoanalyses en interne benchmark. De rendementscijfers worden per team gepresenteerd in een prestatiebox. Hierin is per opleiding aangegeven wat over een periode van drie jaar de rendementscijfers zijn, evenals de resultaten van de tevredenheidsmetingen bij studenten, praktijkopleiders en medewerkers en de ontwikkeling van het voortijdig schoolverlaten. Mede op basis van de analyse van deze informatie formuleren de teams verbeterplannen voor het komende schooljaar of stellen de bestaande plannen bij. In 2014 is voor de vierde maal een interne benchmark gepubliceerd, een ranking list van alle mbo teams op basis van hun jaarrendement en tevredenheidsscores. Het doel van deze benchmark is om de teams een beeld te geven van de betekenis van hun prestaties en om hen te stimuleren deze te verbeteren Prestaties in relatie tot andere ROC s Het jaarresultaat van alle ROC s in Nederland is in de afgelopen jaren gestegen. Uit de in mei 2014 verschenen sectorrapportage studiesucces van de MBO Raad over de resultaten van het schooljaar blijkt dat het gemiddeld jaarresultaat van alle ROC s in dat jaar opnieuw is toegenomen, ditmaal met 2,6% tot 72,0%. In 2012 bedroeg de stijging 1,7%. Het jaarresultaat van ROCvF over het jaar (bron DUO) is afgenomen ten opzichte van het jaar daarvoor en ligt nu onder het landelijk gemiddelde. In vergelijking met zes anders ROC s in grootstedelijke gebieden behaalt ROCvF nog een bijzonder goed resultaat en scoort, ná ROC Midden Nederland het beste van dit zevental. Kenmerken van de studentenpopulatie. ROC s hebben in het algemeen een heterogene studentenpopulatie. Dit geldt in het bijzonder voor de ROC s in de Randstad. Landelijk is bijvoorbeeld het aantal studenten uit APC gebieden bij ROC s gemiddeld 18,4% en daarmee beduidend lager dan in de randstad. De kenmerken van ROCvF komt in de richting van die van de grootstedelijke ROC s. Zowel 55

56 bij het percentage studenten met een niet westerse achtergrond als woonachtig in een achterstandsgebied volgt ROCvF met een gering verschil de ROC s uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Over het algemeen leidt een hoger percentage studenten uit APC gebieden en van niet westerse herkomst tot een wat lager jaarresultaat. In de praktijk blijkt dat extra inspanningen bij de onderwijsuitvoering en de loopbaanbegeleiding dit effect enigszins kunnen corrigeren. In de breedte van de organisatie wordt hier dan ook op ingezet Deelnemersaantal Educatie Aantal deelnemers Educatie per jaar Aantal per jaar op 1 oktober ,6% - 31,1% - 44,0% -50% -4,4% Bron: ROCvF: EduArte De afname van het aantal deelnemers is, evenals in 2013 het gevolg van de afbouw van de programma s voor inburgering en verlaging door de gemeentes van het budget voor educatie. Het aantal deelnemers aan educatietrajecten is afhankelijk van het beleid van de gemeenten. Bij ongewijzigd beleid zal het aantal deelnemers naar verwachting vrij stabiel blijven Tevredenheid studenten mbo ROCvF meet regelmatig haar resultaten om met deze informatie het onderwijs en de dienstverlening te verbeteren. Een onderdeel daarvan is meting van de tevredenheid van de studenten door afname van enquêtes en door gesprekken met de studenten. Eenmaal per twee jaar wordt deelgenomen aan de landelijke JOB monitor. Daarnaast wordt elk jaar tweemaal een eigen studenttevredenheidsonderzoek afgenomen. De teams analyseren hun uitkomsten en formuleren verbeteringen. In alle MBO College, en dikwijls in elk team, worden enkele malen per jaar ronde tafel gesprekken gevoerd waarbij met studenten wordt gesproken over de resultaten van de onderzoeken en over de ervaringen van studenten met het onderwijs. Het Bestuur bespreekt de resultaten met de CSR. Voor 2014 was als doelstelling geformuleerd dat de studenten minimaal een 7,0 geven voor hun tevredenheid over hun opleiding en dat minimaal 70% van de mbostudenten aangeeft dat het onderwijs hen uitdaagt. Deze doelstellingen zijn ambitieus. Bij ROCvF is met een cijfer van 6,7 over de tevredenheid over de opleiding de doelstelling nog niet behaald. De tevredenheid over de uitdaging van het onderwijs wijkt nog behoorlijk negatief af ten opzichte van de doelstelling. Ook het landelijk gemiddelde bij de JOB monitor ligt met 53% ruim onder dit percentage. Toch handhaaft het Bestuur deze doelstelling en richt zich op het realiseren van een kwaliteitssprong ten aanzien van verbetering van de tevredenheid van studenten. In 2014 is de JOB Monitor opnieuw afgenomen. De definitieve resultaten zijn op 17 juni 2014 beschikbaar gesteld. 56

57 Respons definitief: ROCvF Landelijk ,6 % 27,4 % ,7 % 41,7 % ,9 % 51,1 % De respons is ruim 8% gestegen tot boven de 40% maar blijft nog wel onder het landelijke percentage. Deze was landelijk ruim 9% hoger dan in Het lukt de MBO Colleges nog onvoldoende om studenten die volledig op BPV zijn te stimuleren de enquête in te vullen. JOB monitor. Ontwikkeling van de tevredenheid over opleiding en over school JOB Monitor ROCvF Landelijk Cijfer school Cijfer opleiding De RvB stelt vast dat de tevredenheid landelijk en bij ROCvF licht is toegenomen. In de maanden rond de zomervakantie heeft elk onderwijsteam met studenten gesproken over de resultaten van het afgenomen onderzoek. Ook is gesproken met de centrale studentenraad (CSR). De CSR van ROCvF heeft voor op basis van de uitkomsten besloten om de volgende acties te continueren of te starten: - Met directies te spreken over terugkeer van toegangscontrole tot gebouwen, - Met directies te spreken over tijdigheid en juistheid van informatie, - Continueren boekenactie, - Hulp bij handicap (maatwerk), De RvB en de voorzitters van de MBO Colleges onderschrijven deze verbeterpunten. Voor de realisatie van het terugbetalen van niet gebruikte studieboeken is in samenwerking met de beide CSR en een procedure vastgesteld die van toepassing is bij beide ROC s. In 2014 is ook, voor de zesde maal, het interne onderzoek naar tevredenheid onder mbo studenten afgenomen, de STO-1-6. Ook bij dit onderzoek was de respons beduidend hoger dan bij het vorige onderzoek, 47,8%, (was 35,1%). Belangrijke vragen bij het onderzoek, en vergelijkbaar met het JOB onderzoek, zijn de vragen naar de tevredenheid over de school en over de opleiding. De tevredenheid wordt hierbij uitgedrukt in een rapportcijfer. Vergeleken met 2013 zien de scores van het interne onderzoek er als volgt uit: Rapportcijfer voor tevredenheid over opleiding en school uit STO 2014 en STO 2013 Tevredenheid over de opleiding Tevredenheid over de school MBO College STO 2014 STO 2013 STO 2014 STO 2013 Almere 6,2 6,2 5,5 5,4 Lelystad 6,3 6,0 5,7 5,8 De tevredenheid over de opleiding is toegenomen bij MBO College Lelystad en gelijk gebleven bij MBO college Almere. 57

58 De tevredenheid over de school is daarentegen toegenomen bij MBO College Almere, maar afgenomen bij MBO College Lelystad. Vergelijking STO-1-6 met JOB-monitor Tevredenheid over opleiding en school op het aggregatieniveau van het ROC. Cijfer tevredenheid over de school Cijfer tevredenheid over de opleiding ROCvF Landelijk STO n.v.t. STO n.v.t. JOB STO n.v.t. STO n.v.t. JOB De RvB stelt vast dat in 2014 de tevredenheid is toegenomen zowel bij de STO als bij de JOB. De score van het STO-onderzoek is lager dan de tevredenheid bij de JOB-monitor Dit verschil is het gevolg van de correctie bij de JOB op de resultaten van de uiteindelijke respons waarbij de kenmerken van responderende studenten worden gecorrigeerd op de kenmerken van de totale populatie De resultaten van de STO en de JOB geven dezelfde ontwikkeling weer ten aanzien van toename van de tevredenheid, en van de thema s waarop nog laag wordt gescoord: Onderwijs / Rooster / Informatievoorziening De beantwoording van de open vraag uit de STO-1-6 enquête geeft een beeld van de oorzaken waarom deze drie thema s laag scoren. Studenten gaven aan dat zij tevreden zijn over hun docenten, maar dat het gegeven onderwijs best wel wat uitdagender mag zijn. Ze zijn ontevreden over de roosterwijzigingen en de communicatie daarover. De opmerkingen over de informatievoorziening betroffen vaak het ontbreken van informatie en het krijgen van niet eenduidige informatie. Elk onderwijsteam heeft inmiddels met haar studenten gesproken over de resultaten van het afgenomen onderzoek en over de achterliggende redenen van lage scores. De RvB heeft de resultaten besproken met de centrale studentenraad (CSR). De CSR heeft opnieuw zelf een fact-flyer uitgebracht waarin ze de resultaatontwikkeling over meerdere jaren laat zien en daarmee actief communiceert met de studenten. Verhoging van de tevredenheid, de dialoog daarover met de studenten, ook door de docenten zelf, en het werken aan de eerder geformuleerde verbeterpunten, blijft een belangrijk aandachtspunt voor alle geledingen van beide ROC s. Verbeterpunten zijn: - Investeer in informatievoorziening naar studenten en ouders. - Laat docenten klantgerichter met studenten communiceren; - Gebruik mobiele apparatuur om studenten te informeren over roosterwijzigingen; - Betaal voorgeschreven, niet gebruikte studieboeken, terug; - Betrek studenten bij de sollicitatiegesprekken met nieuwe docenten; Eerstejaars studenten. In 2104 is in november en december het tweejaarlijks onderzoek uitgevoerd naar de tevredenheid van de eerstejaarsstudenten. Het onderzoek is samen met het interne tevredenheidsonderzoek (STO) onder alle studenten uitgevoerd. Er zijn 7 extra vragen toegevoegd die alleen bestemd waren voor eerstejaarsstudenten. 58

59 De extra vragen aan eerstejaarsstudenten gingen onder meer over het oriëntatieproces, de redenen voor de keuze van de student, toetsing van de verwachtingen en de eerste ervaringen, toekomstplannen en ambities van de studenten. De vragen waren aangepast, waardoor een vergelijking met 2012 niet overal mogelijk was. De algemene vragen van het STO zijn ook apart geanalyseerd voor de eerstejaarsstudenten. Uit de analyse blijkt dat eerstejaarsstudenten over het algemeen tevredener zijn dan studenten die al langer op school zitten. De verschillen zijn echter niet heel groot. De eerstejaars studenten zijn bevraagd op de onderstaande thema s. Wanneer gaan studenten op zoek naar een vervolgopleiding? 27% van de studenten bij ROCvF gaat na 1 juli zoeken. In 2012 was dit nog 21%. Dit wordt beschouwd als een ongunstige ontwikkeling. Er is minder tijd voor een zorgvuldig oriëntatieproces en late aanmeldingen leggen extra druk op de schoolorganisatie. Bij welke scholen hebben studenten zich aangemeld voor de opleiding? Bij ROCvF worden ROC van Amsterdam (13%), Landstede en Deltion na het ROCvF genoemd. ROCvF ondervindt in de eigen regio behoorlijke concurrentie van andere ROC s. Welke informatiebronnen spelen de grootste rol bij de keuze voor de opleiding? Familie is de belangrijkste informatiebron voor eerstejaarsstudenten. Vergeleken met vorige metingen is het belang van familie toegenomen. Wat zijn de belangrijkste redenen om te kiezen voor een opleiding? Het vooruitzicht op een baan (50%) was de belangrijkste reden om te kiezen voor een opleiding. Ook in 2012 was dit de belangrijkste reden. Arbeidsmarktrelevantie is een belangrijke overweging voor studenten. Daarnaast worden in volgorde van belangrijkheid de onderstaande redenen genoemd. o In de buurt van mijn huis o Praktijklessen o Sfeer op schol (gezelligheid) o School staat goed bekend o Modern schoolgebouw. o Modern schoolgebouw Brengt de opleiding tot nu toe wat ze er van verwacht hadden?* 45% van de studenten gaf aan dat de opleiding meestal of altijd brengt wat ze er van verwacht hadden. Dat is meer dan in Oók meer studenten dan in 2012, namelijk 16% gaven aan dat de opleiding weinig of veel te weinig brengt. In 2012 was dit 11%. Gaan studenten de opleiding afmaken? De meeste studenten (87%), evenveel als in 2012, gaf aan de opleiding waarschijnlijk of zeker af te willen gaan maken. Het aantal studenten dat aangaf de opleiding zeker af te gaan maken is hoger dan in Toen 60% tegen 65% in Zowel in 2012 als in 2014 gaf 4% van de studenten aan dat ze de opleiding zeker of waarschijnlijk niet gaan afmaken.. 59

60 Wat gaan studenten doen na hun opleiding? Minder studenten gaven aan dat ze na de opleiding een hbo-opleiding willen gaan volgen In 2014: 31%, in 2012: 34%. Meer studenten wilden een andere mbo-opleiding gaan doen. In 2014: 24%, in 2012: 16%. Minder studenten gaven aan te willen gaan werken. In 2014: 19%, in 2012: 24%. Tevredenheid eerstejaarsstudenten ten opzichte van alle studenten. Het cijfer voor de opleiding en school is hoger bij eerstejaarsstudenten dan bij de overige studenten. Conclusies en aanbevelingen. De directies hebben naast de bovenstaande, algemene resultaten ook een meer gedetailleerd overzicht van de resultaten bij hun MBO College ontvangen. In elke college worden aan de hand van de resultaten en de aanbevelingen passende acties ondernomen. De onderstaande aanbevelingen zijn voor de MBO Colleges opgesteld. Stimuleer leerlingen sterker om op tijd te beginnen met de oriëntatie en aanmelding en neem bijvoorbeeld de onderstaande maatregelen: o Zorgvuldige uitvoering van Kernprocedure II o Uitvoering van het Aanvalsplan VO dat in 2014 in ontwikkeling was. o Goede bereikbaarheid tijdens de zomervakantie voor informatie over opleidingen, intakes en inschrijvingen. Betrek ouders nog actiever in het oriëntatie proces Gezien het feit dat veel eerstejaarsstudenten aangeven dat familie de belangrijkste informatiebron is, kan dit een belangrijke factor zijn bij verbetering van het oriëntatieproces.. Zorg dat de informatie over de opleidingen goed aansluit op de keuzemotieven van de studenten, bijvoorbeeld vooruitzicht op een baan. Nog meer aandacht voor het scheppen van een realistisch opleidingsbeeld. Hoe sterker de opleiding aansluit op de verwachting, hoe tevredener de student. Zorg dat de opleidingstrajecten goed blijven aansluiten op doorstroom naar een hoger opleidingsniveau Het aantal studenten dat aangeeft door te willen stromen naar het hbo is gedaald, maar aangezien in veel gevallen de kansen op de arbeidsmarkt groeien bij een hoger opleidingsniveau, blijft het zaak om doorstroom naar een hoger mbo niveau, mhbotrajecten en andere initiatieven om de doorstroom binnen het mbo en naar het hbo te stimuleren Veiligheid Het Bestuur beschouwt veiligheid in en rond de school als een belangrijk factor in de organisatie. Een veilig leer- en werkklimaat is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van mensen, de productiviteit en het werkplezier en daarmee voor de kwaliteit en de continuïteit van de organisatie. ROCvF organiseert de beleidsvorming en uitvoering van veiligheid in samenwerking met het ROC van Amsterdam. Er is een centrale regiegroep ingericht waarin het Bestuur, enkele directieleden van MBO Colleges en van corporate diensten, de persvertegenwoordiger en de centrale veiligheidsregisseur. Deze voert regie op de beleidsvorming en de uitvoering daarvan. Beide MBO Colleges hebben een veiligheidscoördinator voor coördinatie van de uitvoering van het 60

61 veiligheidsbeleid. Om de zes weken is er afstemmingsoverleg tussen de veiligheidsregisseur en de veiligheidscoördinatoren o.a. over de besluiten van de regiegroep. In 2014 is de regiegroep breder samengesteld om sociale veiligheid organisatorisch een goede plek te geven. Het in 2013 functionerende platform veiligheid bleek daarvoor te smal vertegenwoordigd Naast de regiegroep veiligheid bestaat er een centrale Arbocommissie die zich bezig houdt met het beleid en de controle op de uitvoering van veiligheid, gezondheid en welzijn. Onderwerpen die hierbij onder meer aan de orde komen zijn de risico-inventarisatie en evaluatie, de incidentregistratie, het ziekteverzuim, de bhv-organisatie en ontruimingsoefeningen. Beide MBO Colleges hebben daarnaast een eigen Arbocommissie. Op beide MBO Colleges is in 2014 een crisis / communicatieteam ingericht. Ook zijn diverse systemen duidelijker gepositioneerd waardoor er geen onduidelijkheden meer bestaan over verantwoordelijkheden bij storingen. Fysieke veiligheid Het voornemen voor 2014 om alle certificaten en vergunningen op te slaan in het programma Planon is gerealiseerd. In nauwe samenwerking met de interne afdeling Beheer en Onderhoud zijn voor alle locaties de ontruimings- en gebruiksmeldingsplattegronden geactualiseerd. Waar van toepassing is bij gemeenten een nieuwe gebruiksmelding gedaan. De veiligheidscoördinatoren plaatsen nu zelf de collegegebonden certificaten en controles in Planon. Incidenten in 2014 Fysieke veiligheid. In 2014 zijn er geen onveilige situaties of incidenten gemeld ten aanzien van gebouwtechnische zaken. Alle controles door externe controleurs zoals de brandweer zijn met een positief resultaat afgerond, met hier en daar enige op- en aanmerkingen. Het Incident Registratie Systeem (IRS) kende in 2014 teveel storingen en is überhaupt ingewikkeld om in te vullen. In 2015 zal een voorstel worden geformuleerd om een eenvoudiger systeem te gaan gebruiken dat ook aan Planon gekoppeld kan worden. Sociale veiligheid: Het aantal meldingen verdachte zaken rond de gebouwen is afgenomen. Uit de JOB enquête 2014 blijkt dat het gevoel van veiligheid bij studenten in onze gebouwen in het algemeen stabiel is gebleven maar nog enigszins achterblijft bij het landelijk gemiddeld. Resultaten ten aanzien van veiligheid uit de JOB enquête JOB enquête ROCvF 3,6 3,7 Landelijk 3,8 3,8 (de resultaten zijn weergegeven in een 5 puntenschaal) Het gevoel van veiligheid ligt 0,1 onder het landelijk gemiddelde. Voor een ROC met een populatie die vergelijkbaar is me die in een grootstedelijk gebied is dat een heel goede score. Bovendien is het resultaat in de afgelopen jaren nog verbeterd. De regiegroep veiligheid heeft aan het JOB onderzoek een vijftal vragen laten toevoegen over: veiligheid op school en de stage/werkplek, het (digitaal) worden gepest, getreiterd of 61

62 bedreigd en het lastigvallen met ongewenst seksueel gedrag. De scores op deze vragen waren goed met als laagste een 3,9 en als hoogste een 4,8, op een 5 puntenschaal. In navolging van de in 2013 ingezette lijn worden crisis/communicatieteams preventief sneller actief gemaakt om eventuele onrust snel te kunnen inventariseren en mogelijke vragen van pers direct te kunnen beantwoorden. Voornemens en doelen voor 2015: Om de regiegroep en veiligheidsregisseur vanuit de juiste uitgangspunten te laten opereren is de notitie Veiligheid DE norm in de maak. Deze zal in het eerste half jaar van 2015 worden vastgesteld en leidraad zijn bij beleidsvoornemens, jaarplanning en actieplannen rond veiligheidsaspecten. In 2015 zal het bestaande beleid ten aanzien van cameratoezicht worden geactualiseerd op basis van de in de loop der tijd ingevoerde-, en mogelijk geworden ict toepassingen. 62

63 12. Medewerkers 12.1 Inleiding en uitgangspunten Het strategisch HRM beleid heeft als uitgangspunt dat een goede onderwijskwaliteit staat of valt met het werken met goede mensen. HRM levert voor de realisatie van de strategische doelen vooral een bijdrage aan de P van Professionalisering. In 2014 is de lijn voortgezet van het Plan van Aanpak Professionalisering waarvoor in 2012 en 2013 al flinke aanzetten aan zijn gegeven. Hierin staat hoe de verdere professionalisering van de medewerkers gerealiseerd gaat worden in de periode tot Voor onze scholen is het van levensbelang om bij alle veranderingen en bij het realiseren van onze strategische doelen en ambities, over voldoende en vooral ook over goed gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers te kunnen beschikken. Professionalisering en middellange personeelsplanning zijn instrumenten waarmee het realiseren van deze doelstelling kan worden ondersteund. Om deze ondersteuning zo goed mogelijk te doen en bij te dragen aan het versterken van de kwaliteit van onze medewerkers, heeft de ontwikkeling van deze instrumenten in 2014 dan ook hoge prioriteit gekregen. Uitgangspunt voor de beleidsacties is dat de ontwikkeling van aanbodgericht naar vraaggericht onderwijs vraagt om flexibiliteit in de personeelsvoorziening en verbreding van de inzetbaarheid van onze medewerkers. Hierbij hebben we sterk de overtuiging dat de individuele kwaliteit van onze medewerkers het verschil maakt. Beleidsuitgangspunten en ontwikkelingen HRM Tot en met 2013 hebben we vrijwel elk jaar te maken gehad met reorganisaties en herplaatsingen van boventalligen in de organisatie. De strategie van 2013 was nog sterk gericht op het in evenwicht brengen van mensen en middelen. In 2014 zijn we meer in control geraakt en is er ruimte ontstaan voor realisatie van de professionaliseringsagenda. Wij zien 2014 als een brugjaar, waarin we ons goed voorbereid hebben op de inzet van nieuwe instrumenten, zoals de bekwaamheidsprofielen, de gesprekscyclus en de 360 feedback, en het portaal Hart voor Talent voor loopbaan en scholing, om daar in 2015 goed mee te kunnen werken. De omslag van reorganiseren naar werven betekent ook dat wij een aantal nieuwe instrumenten hebben ontwikkeld om het recruitmentproces professioneler en effectiever te maken. De focus van de thema s is in 2014 geüpdatet naar: Personeelsplanning Recruitment & Arbeidsmarktcommunicatie Professionele beroepshouding Inzetbaarheid 12.2 Personele bezetting en verhouding PP / SP Per 31 december 2014 waren 507 medewerkers werkzaam bij ROCvF in een bezetting van in totaal 417,3 fte. Daarnaast waren er nog twee Lio ers (leraren in opleiding) werkzaam met een totale formatie van 1,0 fte. De vermelde aantallen zijn exclusief stagiairs. Ten opzichte van is dat een vermindering met 44 medewerkers en 43,2 fte. In 2013 was sprake van een vergelijkbare vermindering, toen respectievelijk met 48 medewerkers met een omvang van 41,9 fte. 63

64 Aantal medewerkers 2014 Totaal Man Vrouw PP SP ROCvF totaal % 42% 58% 72% 28% Naast dit aantal medewerkers waren er 2 LIO ers in dienst, met een omvang van 1,0 fte. Aantal fte s per 31 december 2014: Eenheid WTF totaal WTF PP WTF SP Aandeel SP Norm MBO College Almere 262,3 209,8 52,5 20,0% 21% MBO College Lelystad 97,6 73,9 23,8 24,3% 21% Business College 1,8 0,0 1,8 100,0% 21% Educatie 11,2 9,2 2,1 18,2% 21% Totaal MBO Colleges en Educatie 372,9 292,8 80,1 21,5% 21% Centrale diensten 44,4 2,7 41,7 93,9% 100% Overig ROCvF 0,0 0,0 0,0 100% Totaal Centrale Diensten 44,4 2,7 41,7 93,9% 100% Totaal ROCvF 417,3 295,5 121,8 29,2% 30% De uitgangspunten van het formatiebeleid zijn: Verhouding Primair proces / Secundair proces op ROC-niveau: 70 / 30 Verhouding Primair proces / Secundair proces per MBO College: 79 / 21 De verdeling tussen mannen en vrouwen bleef in 2014 vrijwel gelijk. Het aandeel medewerkers in ondersteunende processen is verminderd tot 29,2% tegen 30,7% in Daarmee is deze verhouding in 2014 binnen de gestelde norm van maximaal 30% op ROC niveau gekomen. Voor een professionele bedrijfsvoering is het van belang dat periodiek de arbeidsplaatsenplanning zowel kwantitatief als kwalitatief wordt geanalyseerd om tijdig te kunnen sturen. In september 2014 is het kwantitatieve meerjarenformatieplan afgerond. Vooral als gevolg van de uitstroom van ouderen wegens pensionering ontstaat er in de vermelde periode een vervangingsvraag van in totaal 59 fte, 41 fte bij het primaire proces en 18 fte bij de ondersteunende processen. Voor het eerst in jaren is er geen sprake meer van reorganisaties zoals bijvoorbeeld bij het volwassenenonderwijs. Dit biedt de kans het grootste gedeelte van de vacatures naar eigen keuze in te vullen en bewust te gaan werken aan verjonging van het personeelsbestand en aan het verhogen van de kwaliteiten van de medewerkers ten behoeve van betere resultaten en het realiseren van de kwaliteitssprong. We kunnen meer invloed uitoefenen op het niveau van de docenten, instructeurs en ondersteunende medewerkers, maar ook op de verhouding van medewerkers in vaste en in tijdelijke dienst. In de eerste drie maanden van 2015 wordt de vermelde vervangingsvraag op teamniveau bij elk MBO College kwalitatief uitgewerkt ten behoeve van gerichte recruitment en selectie. Op grond van deze uitwerkingen wordt er door de dienst HRM in de maanden april en mei 2015 een integraal kwalitatief meerjarenformatieplan opgesteld. De verwachting is dat we hiermee de komende jaren zowel een kwalitatieve slag (sterkere teams en meer jongere medewerkers), als een verlaging van de GPL kunnen realiseren. De verhouding PP-SP heeft in de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling laten zien. De gerichte sturing heeft effect gesorteerd. Juist in een tijd van toenemende verantwoordingsen regeldruk zijn we toch in staat geweest de SP formatie dicht naar de gewenste normen terug te brengen. 64

65 12.3 Benoemingen / wijzigingen directies Per 1 november 2014 is de positie van directeur onderwijs bij MBO College Almere vacant gekomen in verband met de benoeming per die datum van mevrouw I. Komen als projectdirecteur van onder meer EduArte. Per 1 april 2015 start mevrouw S. Olivier als de nieuwe directeur onderwijs bij MBO College Almere Ziekteverzuim Overzicht verzuimpercentages inclusief en exclusief extra langdurig verzuim (langer dan 52 weken). Inclusief extra langdurig verzuim Exclusief extra langdurig verzuim ROC van Flevoland totaal 7,0 6,9 8,1 6,9 5,9 6,1 6,0 6,8 6,7 4,9 MBO College Almere 6,9 7,1 8,7 7,1 5,6 6,2 6,1 7,1 6,9 4,8 MBO College Lelystad 7,1 5,5 8,5 7,0 5,5 5,9 4,3 7,5 6,9 5,4 Educatie 10,3 16,1 9,7 9,5 7,3 1,4 14,1 6,4 9,3 4,9 Corporate 7,3 5,2 5,4 4,6 4,9 7,1 4,8 4,9 4,6 3,6 Ten opzichte van 2013 is er in 2014 sprake van een lichte stijging van het totale ziekteverzuim, van 6,9% naar 7,0%. De daling die zich in 201 voordeed heeft zich in 2014 niet voortgezet. Het totale verzuimpercentage blijft opnieuw ruim boven de streefnorm van 5%. Daarentegen daalde het totale percentage ziekteverzuim bij MBO College Almere, als enige eenheid waar zich een daling voordeed. Als enkele specifiek genoemde oorzaken worden gezien: - Een nog relatief lage verzuimdrempel. Er wordt aan gewerkt om deze te verhogen - Werkverdeling behoeft aandacht, het rooster van docenten zit redelijk vol en geeft een hoge ervaren werkdruk - Soms is er nog weinig sprake van een aanspreekcultuur. Het is nodig om deze verder aan te scherpen Op centraal niveau zijn onderstaande acties ondernomen om het verzuim te verlagen: - Gestart met Raet verzuimmanager. Hierdoor kunnen de stappen volgens de wet Poortwachter goed gevolgd worden en wordt het verzuimdossier in één systeem opgebouwd. Ook de Arbodienst gaat hierin werken met een afgeschermde omgeving voor de medische gegevens. - Besloten is om eigen risicodrager te worden voor de ziektewet per Dit is financieel gezien erg voordelig. Bureau Aon is ingeschakeld om de hoogte van de uitkeringen te berekenen en de opvolging van de zieke medewerkers te doen. - Evalueren van de gemaakte afspraken met de Arbodienst ArboNed. Er is een centraal contract met daarin mogelijkheden om het contract specifiek in te vullen per MBO College. - Tijdens het interne case management overleg worden effectieve werkwijzen uitgewisseld. Hierdoor leren de Colleges onderling van elkaar wat wel, en wat niet goed werkt. - Aanbod met betrekking tot verlaging van het ziekteverzuim op Hart voor Talent Op decentraal niveau zijn onder andere onderstaande acties ondernomen om het verzuim te verlagen. Niet alle vermelde acties worden op bij elk MBO College toegepast: 65

66 - Training vanuit de Arbodienst gericht op aanpak van het grijze verzuim en het verhogen van de verzuimdrempel - Workshop psychisch verzuim gegeven door de Arbodienst - Studiedag waarbij je kunt deelnemen aan een workshop Energie in het werk. - Het verzuimbeleid is opnieuw geformuleerd en de samenwerking tussen P&O, de leidinggevende en de Arbodienst is geïntensiveerd - Drie beleids-smt s per jaar voor alle leidinggevenden - Aanpakken van thema s uit het medewerkeronderzoek, en met name efficiënt werken en rolduidelijkheid Professionalisering Een professionele beroepshouding is voor iedere medewerker in onze organisatie een vereiste en wordt steeds belangrijker. Dit kan het verschil maken tussen een gemiddelde en een goede organisatie. Managers kunnen deze houding stimuleren door verbetering van de aanspreekcultuur, goede functionerings- en beoordelingsgesprekken, bevorderen van goede onderwijsprestaties in het team en door binnen de financiële kaders maximaal te presteren. In de CAO en in het professioneel statuut wordt hier veel belang aan gehecht. Docenten worden gestimuleerd om feedback te vragen en te reflecteren op hun eigen ontwikkeling (onder meer door 360 feedback). De verdere ontwikkeling van iedere medewerker is een belangrijke factor voor de kwaliteitsverbetering die wij nastreven. Ieder wordt gevraagd verantwoording af te leggen over wat hij of zij aan professionalisering heeft gedaan; in het functioneringsgesprek en vanaf 2017 ook in het Lerarenregister. Ontwikkeling van vakinhoudelijke en didactische vaardigheden en van samenwerking in het team wordt gestimuleerd door studiedagen en scholingen. Binnen ROCvF worden onder centrale regie en in samenwerking met ROCvA de onderstaande activiteiten voor professionalisering uitgevoerd. Daarnaast is nog sprake van activiteiten door de MBO Colleges en van individuele scholingsactiviteiten. HR-instrumenten In 2013 zijn voorbereidingen getroffen voor een update van een aantal instrumenten na instemming van de OR voor de inzet ervan. In 2014 is de ontwikkeling en update van deze instrumenten uitgevoerd waardoor professionalisering nu optimaal ondersteund kan worden. Iedere functie is nu voorzien van een bekwaamheidsprofiel die zijn opgenomen in het personeelsinformatiesysteem Raet. De bekwaamheden zijn opnieuw beschreven, waarbij rekening is gehouden met de kernwaarden en de nieuwe bekwaamheidseisen in de wet BIO. De beschrijving van de bekwaamheden bestaat uit gedragskenmerken op 4 niveaus. Deze gedragskenmerken zijn de basis voor de 360 feedback ronde. Doel van de 360 feedback is dat iedere medewerker onderzoekt hoe hij of zij zich verder kan ontwikkelen. De professionaliseringstrajecten worden in samenwerking met ROC van Amsterdam uitgevoerd. Bij de onderstaande aantallen medewerkers is geen onderscheid gemaakt tussen de medewerkers van de beide instellingen. Professionalisering docenten Twee docenten hebben de cursus Coach in het onderwijs afgesloten en 3 schoolopleiders zijn gecertificeerd en opgenomen in het beroepsregister van het VELON (Vereniging van Lerarenopleiders Nederland). Schoolopleiders begeleiden stagiaires, zij-instromers en nieuwe docenten. 12 docenten hebben deelgenomen aan de training Coachend begeleiden van studenten welke in januari 2015 wordt afgerond met een certificaat. Pedagogisch Didactisch Getuigschrift (PDG) 66

67 De dienst HRM organiseert, coördineert en begeleidt trajecten voor zij-instromers. Ook in 2014 zijn onbevoegde docenten (zij-instromers) aangesteld en in de gelegenheid gesteld het Pedagogisch Didactisch Getuigschrift ten behoeve van de BVE te behalen. In 2014 is 21 keer een GITP-test aangevraagd. Daarvan hadden 13 deelnemers aantoonbaar hbo werk- en denkniveau. Vijf deelnemers hebben de test niet op hbo niveau afgesloten. Drie keer is afname niet uitgevoerd, eenmaal omdat de kandidaat toch over een hbo diploma bleek te beschikken, vanwege uitstel, of het komen te vervallen van de aanvraag. Assessorentraining Om er voor te zorgen dat er voldoende docenten zijn om het PDG-eindassessment af te nemen is in 2014 een verkort traject aangeboden aan bevoegde docenten die voldoende hebben aan een basiscursus. Aan dit verkorte traject hebben 7 docenten succesvol deelgenomen. In juni 2014 hebben 27 van de 28 deelnemers die in 2013 zijn gestart met PDG-trajecten het certificaat behaald. Eén deelnemer is gestopt en in september 2014 opnieuw gestart. In 2014 zijn twee groepen nieuwe deelnemers gestart met in totaal 34 deelnemers. Daarvan hebben zeven deelnemers in december 2014 het certificaat behaald. Enkele deelnemers zijn voortijdig gestopt vanwege het aflopen van hun arbeidsovereenkomst. Naar verwachting zullen de overige deelnemers het certificaat in maart 2016 in ontvangst kunnen nemen. Het nieuwe traject duurt als gevolg van het landelijke herontwerp 18 maanden in plaats van 10 zoals daarvoor. Begeleiding docenten in opleiding Ook in 2014 is een training Werkbegeleider aangeboden aan docenten die docenten in opleiding, zoals zij-instromers, en studenten van de lerarenopleiding begeleiden. Aan deze training hebben 12 deelnemers deelgenomen. Deeltijd lerarenopleiding In 2014 is besloten dat zowel de registratie als de bekostiging van deelnemers aan de deeltijd lerarenopleiding de verantwoordelijkheid is van het MBO College waar de medewerker werkzaam is. Er vindt geen centrale registratie meer plaats waardoor ook niet gerapporteerd kan worden hoeveel personen hier aan hebben deelgenomen. Lerarenbeurs In 2014 hebben 43 docenten de lerarenbeurs aangevraagd waarvan 34 een beurs toegekend hebben gekregen. De lerarenbeurs kon in 2014 alleen aangevraagd worden voor bachelor en masteropleidingen bij OCW erkende instituten. Niet meer voor korte cursussen. Negen docenten zijn uiteindelijk niet gestart of hebben de opleiding niet afgemaakt. Certificering rekendocenten In begin 2014 is vastgesteld dat certificering een voorwaarde is om rekenles te mogen geven. De certificering is gebaseerd op aantoonbaar 3F niveau en een assessment didactiek. Zonder certificaat kan iemand na 1 januari 2015 niet meer ingezet worden voor rekenles. In 2014 hebben er twee trajecten gelopen voor certificering van rekendocenten. LB-scholing Na de uitvoering van de pilots in 2013 zijn de 3 ontwikkelde modules voor de scholing van LB-docenten opgenomen in het reguliere scholingsaanbod. De scholing is niet gekoppeld aan promotie, maar is speciaal ontworpen voor docenten die zich willen ontwikkelen binnen hun LB-functie. De twee modules Onderwijskunde en Didactiek en Kwaliteitszorg en Examinering gaan begin 2015 weer van start. De module Coachend begeleiden van studenten is in de tweede helft van 2014 gevolgd door 6 docenten. 67

68 LC-scholing De grote hausse van de LC-scholing is voorbij. Nog zo n 160 docenten nemen deel aan de LC-scholing lichting met mogelijkheid om post HBO te diplomeren in oktober Onze eigen LC-scholing is in 2014 gevalideerd door het Lerarenregister en zal daarom meetellen bij de verantwoording van het voldoen aan de nascholingsverplichtingen. Scholing Examinering: de Quest for Fair Play en e-learning. Sinds 2012 staat de kwaliteit van examinering breed in de belangstelling. In nauwe samenwerking met ROCvA zijn scholingstrajecten opgezet voor verbetering ervan. In het eerste jaar heeft het minimaal voldoen aan de landelijke standaarden centraal gestaan. Het tweede jaar was gericht op borging van processen en procedures. In 2014 is extra aandacht besteed aan de professionaliteit van de Team Examen Commissies (TEC.). Ook vanuit OC&W kwam de vraag om extra aandacht te besteden aan professionalisering van examenfunctionarissen, inclusief de kwaliteit van de uitvoering van examentaken. Onze ambitie was dat de TEC s van elkaar zouden kunnen leren, elkaar op ideeën zouden brengen, elkaar zouden helpen en elkaar zouden kunnen informeren over hun visie en inzichten. Hierbij is gekozen voor het inzetten van een innovatieve leeroplossing, het: Beleven=leren, een leermethode door middel van een online game, ontwikkeld door het adviesbureau SENS. De leerdoelen werden geïntegreerd in een pakkende verhaallijn en de competentie werd aangewakkerd door spelelementen en prijzen. De online game speelde zich af op het social media platform van LinkedIn. De TEC s konden met een geringe tijdsinvestering op elke plaats en via elke computer meedoen. Hun kennis van de procedures werd getoetst door dilemma s in de vorm van filmpjes. De TEC-leden moesten reageren op de praktijksituaties die daarin werden nagespeeld en aangeven hoe dit opgelost zou moeten worden. Door onderstaande QR-codes te scannen is het mogelijk één van de dilemma's en de oplossing daarvan te bekijken: De online game over examinering is op 23 mei 2014 afgesloten met een webinar. De finale is gewonnen door de TEC van het team Brood & Banket van MBO College Centrum van ROCvA. Zij wonnen een reis naar Londen. Er is een filmpje gemaakt over de Quest om ook degenen die er niet aan deelgenomen hebben een indruk te kunnen geven. Het materiaal van de Quest is gebruikt om een e- learning module voor TEC-leden te maken. Ten slotte hebben we een boekje gemaakt waarin de hele Quest (inclusief alle bijdragen van TEC-leden) is na te lezen. Door middel van het scannen van QR-codes kunnen ook de filmpjes bekeken worden. Daarnaast zijn er nog twee e-learning modules ten behoeve van Examinering ontwikkeld: de module Introductie Examinering voor nieuwe docenten en de module Rollen in de BPV ten behoeve van de beoordeling door praktijkbegeleiders van onze studenten tijdens hun stage in de bedrijven. Alle modules zijn vanaf begin 2015 te volgen via het portaal Hart voor Talent. 68

69 Hart voor Talent Tijdens de managementconferentie op Valentijnsdag 2014 is het nieuwe portaal Hart voor Talent gelanceerd. Hart voor Talent is te vinden via Portaal voor Talent. Het portaal bestaat uit een loopbaandeel en een scholingsdeel. Voorbeelden van activiteiten die gedaan kunnen worden zijn: het lezen van artikelen, filmpjes bekijken, boekentips raadplegen, vragenlijsten of testjes invullen, een actieplan maken, de e-coach raadplegen. Alles wat een medewerker doet op het loopbaangedeelte is vertrouwelijk en kan niet door iemand anders worden bekeken. Alleen als iemand expliciet aangeeft bepaalde informatie te willen delen, kan het door anderen worden gezien. Op het scholingsgedeelte is een aanbod van ruim 60 relevante trainingen en scholingsmogelijkheden te vinden. Per training staat er een uitgebreide beschrijving, inclusief informatie over de doelgroep, de inhoud, de prijs, etc. Iedereen die wil deelnemen aan een scholing kan zich hier digitaal aanmelden. De leidinggevende van de betreffende persoon krijgt dan automatisch via de mail het verzoek om de aanvraag goed te keuren. Om dit mogelijk te maken is Hart voor Talent gekoppeld aan het Personeelsinformatiesysteem Raet. In de eerste helft van 2014 zijn de kinderziektes in het gebruik verholpen. Na de zomervakantie 2014 was Hart voor Talent volledig operationeel. In 2015 wordt de volgende stap in het gebruik van Hart voor Talent het opnemen van de geplande scholingen van alle MBO Colleges. Lerarenregister Onder het motto Een professionele docent is geregistreerd hebben wij in 2014 in het kader van de Registerpilot de volgende punten als focus genomen: o Het creëren van draagvlak en betrokkenheid voor het Lerarenregister, ervoor zorgen dat het Lerarenregister een natuurlijke plek krijgt in het proces van professionalisering o De manier waarop wij de registratie van onze docenten kunnen bevorderen o De rol die 360 feedback en zelf-assessment instrumenten kunnen spelen bij reflectie en het bepalen van ontwikkeldoelen. o De manier waarop wij meer van onze professionaliseringsactiviteiten kunnen valideren. Omdat het Lerarenregister pas in 2017 wettelijk van start gaat, hebben we nog niet veel aandacht aan de communicatie besteed en ons voornamelijk gericht op vraagstukken rond de inrichting van het register. In 2014 hebben 4 docenten zich vrijwillig geregistreerd. De dienst HRM onderzoekt in 2015 of het actief gebruik van de mogelijkheden van Hart voor Talent mee kan tellen als professionaliseringsactiviteit voor het Lerarenregister. Management Development De 17 e groep van de Leergang Managementvaardigheden voor docenten met coördinerende taken en potentieel leidinggevenden is op 22 mei 2014 afgesloten met de certificering van 10 deelnemers. De 4 e groep van het Management Development Programma voor opleidingsmanagers is op 28 maart 2014 afgesloten, waarbij 14 deelnemers een certificaat ontvingen en hun leerervaringen en projectopbrengsten hebben toegelicht in rondetafelgesprekken. Het programma is daarna geëvalueerd. Besloten is om over te gaan naar een andere opzet. De dienst HRM ontwikkelt samen met een aantal voorzitters van MBO Colleges een nieuw programma dat aansluit bij de ontwikkeling in de organisatie naar zelfstandigheid, autonomie en leiderschap in de MBO Colleges. Het wordt een gezamenlijk traject voor hoofden van dienst en opleidingsmanagers, waarbij naast onderwijskundig leiderschap andere vragen rond leiderschap in het programma worden opgenomen. Het nieuwe programma zal in 2015 van start gaan. 69

70 12.6 Mobiliteit ROCvF heeft, in samenwerking met ROCvA, een mobiliteitsbureau ingericht dat zich richt op het bieden van loopbaan- en outplacementbegeleiding aan alle (boventallige) medewerkers en uitkeringsgerechtigden van de organisatie en het bewaken van de formatie door het beheren van de vacatures. De werkzaamheden richten zich op drie verschillende gebieden: instroom (recruitment), doorstroom (loopbaanontwikkeling en professionalisering), en uitstroom (herplaatsing en outplacement). Daarnaast heeft HRM voor mobiliteit en loopbaan ook een taak in het bewaken van de formatie door het beheren van de vacatures. Uitstroom Evenals in de afgelopen jaren is aandacht besteed aan het begeleiden van boventallige medewerkers en uitkeringsgerechtigden van werk naar werk. Het aantal medewerkers dat in aanmerking kwam voor herplaatsing en/of outplacement was in 2014 sterk minder dan in voorgaande jaren vanwege de verminderde noodzaak om te reorganiseren. De begeleiding naar een (andere) functie binnen of buiten de organisatie bestond o.a. uit individuele contacten, groepsbijeenkomsten, workshops en jobsearch. Waar mogelijk zijn de interne vacatures benut om medewerkers te plaatsen. Doorstroom In 2014 is aan alle medewerkers een digitale omgeving beschikbaar gesteld waar zij zelf aan de slag kunnen met hun professionalisering, opleiding, loopbaanontwikkeling en vitaliteit. Hart voor talent. Na de introductie en een wat aarzelende start zien we dat steeds meer medewerkers de digitale omgeving kunnen vinden. In 2015 zal extra aandacht worden besteed om het gebruik van het portaal te stimuleren en daarmee de professionalisering van medewerkers. Evenals voorgaande jaren is op verzoek van medewerkers of leidinggevenden loopbaanbegeleiding geboden in de vorm loopbaangesprekken, workshop of training. In 2015 zal dit worden gecontinueerd en zullen de mogelijkheden extra aandacht onder de aandacht worden gebracht. Instroom Als gevolge van de toenemende personeelsvraag in de komende jaren wordt recruitment een belangrijk onderdeel van de HR-functie. Na jaren van reorganiseren ontstaat er ruimte voor de MBO Colleges om nieuwe medewerkers aan te trekken. Deze ontwikkeling vraagt om het versterken en anders inrichten van het recruitmentproces. De verwachting is dat in de komende jaren moeilijker zal worden om tijdig de goede mensen te vinden voor vacatures. Door tijdig de werving en selectie te verbeteren wordt hierop geanticipeerd. HRM voor mobiliteit en loopbaan vervult hierbij een spilfunctie als coördinatiepunt van de verschillende activiteiten en het benutten van de verschillende (social) media (o.a. LinkedIn) om vacatures bekend te maken en kandidaten te actief te werven. In 2014 zijn de voorbereidingen getroffen om de werving en selectie van nieuwe medewerkers te versterken en kunnen realiseren. ROCvF zal zich gericht gaan positioneren en profileren als onderscheidend werkgever door mogelijkheden voor professionalisering, loopbaanmogelijkheden, arbeidsvoorwaarden (kaders voor belonen), teamgericht werken, Talent Pool en goede roosters om piekbelasting te verminderen. Dit is noodzakelijk omdat niet alleen onze personeelsvraag in de komende jaren toeneemt, maar ook die van de omringende ROC s. 70

71 Vacatures in Aantal vacaturemeldingen Ingevuld met interne kandidaten Ingevuld boventalligen 11 2 Ingevuld uitkeringsgerechtigden 1 3 Ingevuld verlenging/mutatie Externe kandidaten Niet bekend of in behandeling 8 2 Waar mogelijk zijn de vacatures ingevuld met boventallige medewerkers en uitkeringsgerechtigden. Veel vacatures zijn ingevuld door het verlengen van tijdelijke aanstellingen. Voor het eerst zien we dat voor beide instellingen meer vacatures worden ingevuld met externe kandidaten. De verwachting is dat deze trend zich in 2015 zal voortzetten. Vooruitblik 2015 De hiervoor geschetste werkwijze wordt in 2015 voortgezet. Om medewerkers te faciliteren om zelf aan de slag te gaan met hun loopbaan- en professionaliseringsvragen wordt extra aandacht besteed aan de mogelijkheden die de organisatie daarvoor biedt. Vanuit mobiliteit en loopbaan zijn dit, naast een aanbod van digitale mogelijkheden en e-coaching, een aanbod van workshops, een loopbaancheck en de mogelijkheid voor een individueel loopbaangesprek. In het bijzonder zal in 2015 aandacht besteed worden aan het voeren van zogenoemde verjaardagsgesprekken waarin medewerkers worden uitgenodigd om te reflecteren op hun loopbaan. Anders dan in de voorgaande jaren zullen de loopbaanadviseurs meer aanwezig zijn op de MBO Colleges. Verder zal in 2015 de aandacht gericht zijn op het versterken van de recruitmentfunctie door ondersteuning van de MBO Colleges bij de werving van nieuwe medewerkers, door de inzet van verschillende (digitale) middelen, het opbouwen en beheer van een talentpool en door activiteiten die bijdragen aan de bekendheid en het imago van de organisaties als aantrekkelijke werkgevers Tevredenheid medewerkers Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek Van werkdruk naar werkplezier in 2013 is nader onderzoek gedaan naar de werkdruk. Het blijkt dat dit dikwijls eerder een spreidingsprobleem is dan een piekbelastingsprobleem. Veel medewerkers staan bijzonder veel of juist bijzonder weinig uren voor de klas. Dit betekent dat we veel gerichter werk gaan maken van een evenwichtiger werkverdeling. De cao biedt daarvoor ook ruimte. Met de OR zijn afspraken gemaakt over onze interne toepassing van de kaders die de cao stelt over de werkverdeling. Onder de titel Grip op je werk zijn drie varianten afgesproken die teams kunnen hanteren. Teams kiezen aan de hand van een beoordeling van de taak/werk volwassenheid van het team welke variant voor hen het meest passend is. Door een rechtvaardige werkverdeling zal werkdruk kunnen veranderen in werkplezier en dat maakt dat wij ons kunnen onderscheiden ten opzichte van andere ROC s, waarvoor wij beter in staat zullen zijn te komen tot een goede invulling van de toekomstige personeelsvraag. De eerder genoemde plots bij ROCvA over het terugdringen van de regeldruk en het effect hiervan op de werkdruk (zie verdraaid goed onderwijs ), wordt met interesse gevolgd op ervaringen en resultaten. In 2014 is een start gemaakt met de voorbereiding voor het nieuwe medewerkeronderzoek dat begin 2015 uitgezet gaat worden. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het bureau Effectory dat is uitgekozen door de MBO Raad waardoor de resultaten kunnen worden 71

72 vergeleken met de gehele MBO sector. De eerste resultaten die bij het verschijnen van dit jaarverslag bekend waren, wezen op een substantiële verhoging van de tevredenheid van de medewerkers Cao-ontwikkelingen In augustus 2014 is de nieuwe CAO-MBO van kracht geworden. De belangrijkste wijzigingen hadden betrekking op de duurzame inzetbaarheid van alle werknemers en de werkverdeling van met name mede werkers werkzaam in het primaire proces. De regelingen BAPO verlof zijn vervallen ten gunste van een nieuwe regeling Seniorenverlof. Daarin is onder andere plaats voor een Persoonlijk budget van 50 uur voor alle werknemers. Ten aanzien van de inzetbaarheid en werkverdeling van medewerkers PP is er, in de docententaak, een minimum percentage voor voorbereiding en nazorg afgesproken in het geval de werkverdeling tot stand is gekomen volgens de zogenaamde toedelingsoptie. In het schooljaar zal de nieuwe CAO voor wat betreft de werkverdeling volledig in werking treden. De cao-bepalingen rondom de werkverdeling bleken tot veel discussies te leiden. Het beleid rondom de werkverdeling heeft mede daarom extra aandacht gekregen in de vorm van een aparte beleidsnotitie, genaamd Grip op je werk. Deze beleidsnotitie is begin 2015 vastgesteld. Dit betekent dat het Bestuur en de OR overeenstemming hebben bereikt over het beleid rondom de werkverdeling. Per 1 januari 2015 wordt de nieuwe Wet Werk en Zekerheid van kracht. In de tweede helft van 2014 is veel aandacht besteed aan de analyse en interpretatie van de wijzigingen en de (voorbereiding van de) invoer daarvan. De Dienst HRM heeft bijeenkomsten georganiseerd voor alle P&O ers en PSA-medewerkers om hen te informeren over alle wijzigingen en om gezamenlijke werkafspraken te maken over de implementatie. De wijzigingen, werkafspraken en adviezen zijn door de dienst HRM samengevat in twee handreikingen, één over de cao MBO en één over de Wet Werk en Zekerheid. De hoofden P&O hebben een belangrijke rol gespeeld in de verdere communicatie over de inhoud van deze handreikingen binnen het eigen MBO College Beheersing van uitkeringen na ontslag De beheersing van de ontslaguitkeringen heeft in 2014 op dezelfde manier plaatsgevonden als in voorgaande jaren: Beperking van de instroom (met uitzondering van reorganisaties en reducties). Tweejaarlijkse toetsing op de rechtmatigheid van de ontslaguitkering door Dienst HRM. Inschakeling van het Mobiliteitsbureau van Dienst HRM, gericht op het beperken van de ontslaguitkeringen door herplaatsing en outplacementactiviteiten. 72

73 13. Governance en samenwerkingsrelaties 13.1 Governance Het Bestuur van ROCvF en de RvT werken binnen de branchecode die door de BVE-sector is opgesteld, Goed bestuur in het mbo, en binnen de overige Governance elementen in de wettelijke regelgeving over jaarverslaglegging in het onderwijs. 11 Voor de verslaglegging over 2014 is gebruik gemaakt van de checklist van de MBO Raad die de elementen van zowel regelgeving als branchecode omvat. Het Bestuur heeft geconstateerd dat in 2014 aan alle genoemde punten uit de checklist wordt voldaan. Verantwoording over de overige punten zoals vermeld in de checklist, en daarmee in de branchecode, vindt op verschillende punten in dit jaarverslag en in de jaarrekening plaats. In deze paragraaf over Governance wordt specifiek ingegaan op de sturing van de organisatie en het beheersen en toezicht houden, op de afhandeling van klachten, de zeggenschap van studenten en medewerkers, de tevredenheid van bedrijven beroepspraktijkvorming en de samenwerkingsrelaties. De sturing van de organisatie, het beheersen en toezicht houden werd ook in 2014 vormgegeven door het werken volgens een vaste beleidscyclus. Op basis van de meerjarenstrategie geeft het Bestuur in de jaarlijkse kaderbrief aan welke doelen voor dat kalenderjaar centraal staan en binnen welke kaders wordt gewerkt. Alle organisatieonderdelen formuleren op basis hiervan in een jaarplan hun doelen, de beoogde resultaten en de acties om die te bereiken. Driemaal per jaar vinden hierover verantwoordingsgesprekken, de zogenaamde Q- gesprekken, plaats tussen het Bestuur en de voorzitters van directies van de MBO Colleges, en met de voorzitter van MBO College Almere in zijn verantwoordelijkheid als regisseur van een domein. 12 Deze cyclus van gesprekken over de resultaten van in jaarplannen geformuleerde doelen en acties vindt ook plaats in de beide MBO Colleges tussen de directies en de opleidingsmanagers. Enkele cruciale resultaten worden vastgelegd in managementcontracten. Het Bestuur sluit een managementcontract met de beide voorzitters van de MBO Colleges en met de directeuren van de centrale diensten. Daarnaast sluit het Bestuur een managementcontract met de RvT. Centrale thema s in de cyclus van verantwoordingsgesprekken zijn de financiële realisatie, de kwaliteit van het onderwijs en personele aspecten als professionalisering, ziekteverzuim en de verhouding tussen medewerkers in het onderwijsproces en in de ondersteunende processen. Maandelijks brengt de dienst Financiën een financiële rapportage uit zodat de actuele financiële situatie voortdurend goed in beeld is. Voor de kwaliteit van het onderwijs wordt eenmaal per jaar een risicoanalyse uitgevoerd op instituutsniveau naar aanleiding van het jaarresultaat en het diplomaresultaat. In 2014 is daarnaast, voor het derde jaar, op teamniveau een inschatting gepresenteerd van de kwaliteit van het onderwijs, van de examinering en van de kwaliteitsborging. Deze inschatting wordt gemaakt door de opleidingsmanager in samenspraak met de directies van de MBO Colleges. Ze wordt, onderbouwd met een analyse en met vermelding van mogelijke acties die naar aanleiding daarvan zijn geformuleerd, aangeboden aan- en besproken met het Bestuur. Deze analyse 11 Branchecode Goed bestuur in het mbo, d.d Q-gesprekken vinden plaats per quadrimester (periode van 4 maanden). 73

74 op zowel instituutsniveau als op teamniveau leidt tot verbeterplannen die, afhankelijk van de actie, eveneens op zowel teamniveau, het niveau van het MBO College, als op ROC niveau kunnen worden uitgevoerd. Verdere informatie voor het verkrijgen van een beeld van de kwaliteit van het onderwijs komt uit de tevredenheidsmetingen onder studenten, medewerkers en beroepenveld, eventueel inspectieonderzoek en uit audits. Alle informatie wordt op teamniveau of per opleiding geleverd om de teams in staat te stellen verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteitsverbetering. Naast het vragen naar de tevredenheid over de kwaliteit van het onderwijs worden enkele groepen stakeholders nadrukkelijk betrokken bij kwaliteitsverbetering. ROCvF onderscheidt de volgende stakeholders: - medewerkers; - studenten / leerlingen / deelnemers; - bedrijven en instellingen, kenniscentra, VNO-NCW, MKB, bedrijfsleven per gemeente, Kamer van Koophandel, branches, Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs; - het onderwijsveld, partnerscholen en toeleverende en afnemende scholen - (vmbo / havo / vwo en hbo); - de overheid, gemeenten, stadsdelen, ministerie OCW. Voor participatie van de studenten, vertegenwoordigers van het werkveld en van de medewerkers in de ontwikkeling en kwaliteitsverbetering van het onderwijs is structureel overleg ingericht. Met studenten wordt overlegd door middel van ronde tafelgesprekken gevoerd en overleggen van klassenvertegenwoordigers. In elk MBO College is een SR ingericht en voor het gehele ROC bestaat een CSR. Inspraak van medewerkers is geborgd door de aanwezigheid van de OR. Bij elk MBO College is een Onderdeelcommissie (OC) geïnstalleerd die de zeggenschap op collegeniveau behartigt. Gemiddeld iedere 14 dagen vindt overleg plaats tussen het CvB en het DB van de OR. Daarnaast informeert het Bestuur zich over de stand van zaken in de teams door de jaarlijkse teamgesprekken. Elk jaar voert de portefeuillehouder van het Bestuur een open gesprek met twee teams van elk MBO College. De gesprekken hebben een open karakter en zijn informerend en signalerend van karakter. De teams brengen het Bestuur op de hoogte van ontwikkelingen, mogelijke zorgen en knelpunten, er is ruim gelegenheid voor het stellen van vragen of het uiten van kritiek. Tegelijkertijd informeert het Bestuur het team, aan de hand van de punten die door het team aan de orde worden gesteld, over het gevoerde beleid, de ontwikkelingen voor de nabije toekomst en de daarbij behorende informatie. Met het beroepenveld worden per domein op operationeel niveau bedrijfsadviescommissies (BAC s) en werkveldcommissies gevormd. Hier wordt de inhoud van het onderwijs besproken, in het bijzonder van de examinering maar ook de arbeidsmarktbehoefte, de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de plannen van de betreffende teams Klachten en afhandeling ROCvF werkt met een formele klachtenprocedure. De procedure is opgenomen in het studentenstatuut en wordt ieder jaar met de studenten gecommuniceerd. Ook via de website kunnen klachten worden ingediend. Voor klachten bij examens bestaat een aparte procedure. Landelijk bestaat in opdracht van de minister de Ombudslijn mbo waar via de site van de nationale Ombudsman, klachten over het mbo kunnen worden gemeld. In 2014 zijn bij de Ombudslijn mbo drie klachten ingediend over ROCvF, twee over MBO College 74

75 Almere, een over MBO College Lelystad. Twee klachten hadden betrekking op de uitschrijving uit het onderwijs, de derde klacht ging over de communicatie tijdens het onderwijs. Twee klachten zijn in 2014 afgehandeld, de derde in Ten slotte bestaat in ROCvF een klokkenluidersregeling. In 2014 is hiervan geen gebruik gemaakt. In 2014 zijn 70 klachten binnengekomen, 45 bij MBO College Almere en 25 bij MBO College Lelystad. In 2013 werden er 72 klachten ingediend tegen 86 in (Aard van de) klachten 2014 MBO College Almere Totaal Onderwijs Examinering Begeleiding Informatie Hulp bij vragen Rooster Aansluiting onderwijs / bpv Sfeer Veiligheid Benadering Anders (Aard van de) klachten 2014 MBO College Lelystad Totaal Onderwijs Opleiding Docent Examinering Matchpoint Uitschrijving Stage Doorstroming Administratie Gedrag De afname in 2013 heeft zich in 2014 doorgezet. Het merendeel van de klachten betrof bij beide MBO Colleges het onderwijs en de docenten. Uit onderzoek naar de tevredenheid van studenten blijkt nog steeds dat de studenten vragen om meer uitdagend onderwijs. Voor het derde jaar op rij waren er geen klachten over de sfeer en de veiligheid. Sinds begin november 2014 is er voor ROCvF een ombudsman werkzaam. (voor 0,3 fte.). Hiermee is aan het formele klachtrecht in de lijn de klachtmogelijkheid via de ombudsman toegevoegd. De ombudsman opereert onafhankelijk van bestuur en directie en richt zich op onderwijsgerelateerde klachten over procedures en regelingen waarbij studenten of medewerkers zich benadeeld voelen. Dit zogeheten brede klachtrecht omvat geen klachten in bejegening en behandeling van de persoon, het smalle klachtrecht, dat het werkterrein is van de vertrouwenspersoon. De ombudsman van ROCvF heeft periodiek overleg met de ombudsman van ROCvA en de vertrouwenspersoon die voor beide ROC s werkzaam is. Hierbij komen ook klachten aan de orde die op het snijvlak zitten van het brede en het smalle klachtrecht. Voor 2015 zal specifieke aandacht liggen op het verkrijgen van inzicht in trends en ontwikkeling bij de ingediende klachten om te komen tot een algemeen strategisch advies opdat oorzaken van klachten niet alleen incidenteel en individueel, maar juist collectief kunnen worden opgelost. 75

76 13.3 Vertrouwenspersoon medewerkers ROCvF kent vertrouwenspersonen voor medewerkers en studenten. In 2014 hadden 4 medewerkers van ROCvF een taak als vertrouwenspersoon voor studenten en leerlingen. Eind 2014 was er één vacature. Daarnaast kent ROCvF één vertrouwenspersoon voor medewerkers die ongewenst gedrag op de werkvloer ervaren. De vertrouwenspersonen voor studenten en de vertrouwenspersoon voor medewerkers werken vanuit het reglement voor vertrouwenspersonen. Zij houden zich bezig met ongewenste omgangsvormen, discriminatie, geweld en pesten zowel fysiek als misbruik van digitale media. Gewerkt wordt vanuit de gedragscode die is opgesteld voor studenten en medewerkers. Deze gedragscode staat op internet en op het intranet. Het bestaan ervan, evenals de aanwezigheid van de vertrouwenspersonen, wordt vermeld in de studiegidsen. Medewerkers zullen alleen een melding van ongewenst gedrag maken als zij erop vertrouwen dat het indienen van een klacht of melding geen gevolgen heeft voor hun functie of positie in de organisatie. Geconstateerd wordt dat melder sneller de stap nemen om met de vertrouwenspersoon in gesprek te gaan, vermoedelijk door de toenemende confrontatie in het privéleven met misstanden van ongewenst gedrag, en de ervaring van toename van ongewenst gedrag via de social media. De vertrouwenspersoon richt zich tot de melder, de medewerker die ongewenste omgangsvormen op de werkvloer heeft ervaren. De vertrouwenspersoon luistert, spiegelt en probeert de vragen van de melder te beantwoorden, de melder te steunen en te adviseren met volledige in acht neming van de privacy. De interne gedragscode en de kernwaarden van de organisatie steunen ons om met elkaar de dialoog aan te gaan als wij ongewenst gedrag beleven. Door de dialoog ontstaat er ruimte voor vertrouwen en groei van kennis in ons zelf, in elkaar, en in de organisatie. De melders delen hun persoonlijk verhaal met de Vertrouwenspersoon en spreken hun zorg uit over wat zij op de werkvloer beleven. De inventarisering van de meldingen en de mogelijke signalering van onveiligheid in de organisatie worden besproken met het Bestuur. In 2015 zullen, in samenwerking met ROCvA, gezamenlijk 13 vertrouwenspersonen voor studenten geschoold worden als vertrouwenspersoon nieuwe stijl die dan daardoor volledig gecertificeerd zijn als vertrouwenspersoon volgens de landelijke richtlijnen van vertrouwenspersonen Zeggenschap studenten ROCvF heeft sinds april 2011 een centrale studentenraad (CSR). Naast de CSR bestaat in de beide MBO Colleges een decentrale SR. Zowel de CSR als de SR hebben een van de medewerkers van ROCvF als coach. De CSR bestaat uit 9 leden en vergadert elke twee weken. Een aantal malen per jaar voert de CSR overleg met het Bestuur, met de beide directies, de ondernemingsraad en met de 76

77 RvT. De contacten met de studenten worden onderhouden door in contact te blijven met de studentenraden van de opleidingen. De CSR organiseert tweemaal per jaar een themabijeenkomst voor alle studentenraadsleden, centraal en van de opleidingen. Een aantal keer per schooljaar komen de CSR van ROCvF en van het ROC van Amsterdam bijeen om gezamenlijke onderwerpen uit te wisselen. De CSR werkt met een jaarplanning die gekoppeld is aan de jaarplanning van ROCvF. Op grond van deze jaarplanning kunnen CSR-leden vrijstelling vragen voor lessen en stageactiviteiten. In 2014 werden de onderstaande acties ondernomen. Januari Bijeenkomst met de voorzitter van de MBO Raad, leden van het Bestuur en met de CSR van ROCvA over de thema s Focus op Vakmanschap en verhoging van de urennorm. Opstellen van miniboekjes met informatie over de resultaten van ROCvF en verspreiding bij opleidingsmanagers om uit te delen aan studenten en in gesprek te gaan over de JOB-enquête. Gesprekken met directies van Almere en Lelystad over rookbeleid en veiligheid op school. Plan voor veiligheidsbeleid door CSR ingediend bij directie Almere. Begroting doorgenomen met beide directies. Februari Afronding inventarisatie boekenactie. Maart Uitreiking keurmerk door JOB. Valentijnsactie uitgevoerd en speerpunten gedeeld met directies. Afspraken met directie MBO College Lelystad voor deelname van de CSR aan gesprekken met Kubus. In gesprek met het Bestuur over: gebruik van tablets door CSR-leden, het reductieplan voor ROCvF n.a.v. vragen van de CSR, aanbevelingen door de CSR om de respons van de JOB-monitor te verhogen, boekje voor studenten met resultaten van ROCvF cijfers. Bij dit overleg zijn afspraken gemaakt over gemaakt over contact met de RvT. In de financiële administratie is een aparte kostenplaats voor de CSR opgenomen.. Zelfevaluatie ten aanzien van het functioneren van de CSR Mei Conferentie Ledenvergadering JOB Diner met het Bestuur en een lid van de RvT. In gesprek met het Bestuur over speerpunten vanuit CSR naar aanleiding van de JOBmonitor, over omgaan met klachten door ROCvF en over communicatie over roosterwijzigingen. Verder, terugkoppeling van resultaten JOB-monitor naar studenten. Juni Instemming door de CSR over wijzigingen in OOK en POK. Zelfevaluatie van functioneren van leden van de CSR Juli De CSR werkt mee aan de hete pepers actie voor het vinden van een baan voor afgestudeerden. september Werving van nieuwe leden voor de CSR. Voortzetting van bespreken van veiligheidsplan met directie Almere. oktober verkiezingen nieuwe leden CSR installatie nieuw CSR-leden door het Bestuur. Actie boekengeld terug bij niet gebruikte boeken is vastgesteld door het Bestuur. november 77

78 CSR-leden in contact met het voortgezet onderwijs in Lelystad over de opzet van studenteninspraak Punten overleg met het Bestuur: deelname aan demonstratie Stop het Leenstelsel en afspraken daarover met het Bestuur, resultaten van het inspectieonderzoek, de toekomstige gemeenschap van MBO Colleges en de mogelijkheden en wenselijkhedne van een gezamenlijke CSR, de adviesvraag betreffende de vakantieregeling. December Aanzet nieuw huishoudelijk reglement 13.5 Zeggenschap medewerkers Medewerkers van ROCvF zijn vertegenwoordigd door de ondernemingsraad (OR). Deze telt zeven leden. In 2014 hebben acht formele overleggen plaatsgevonden tussen de OR en het Bestuur. Er bestaat structureel overleg tussen DB OR en het Bestuur. CvB ROCvF en CvB ROCvA overleggen vijf keer per jaar gezamenlijk met de DBvoorzitters van OR ROCvF en OR ROCvA. In 2014 is het Bestuur een dagdeel uitgenodigd bij een tweedaagse van de gezamenlijke OR ROCvA en OR ROCvF Er hebben twee gezamenlijke vergaderingen plaatsgevonden tussen de OR, de centrale studentenraad en het Bestuur over de gang van zaken in de school. Een lid van de RvT bespreekt periodiek de gang van zaken binnen de organisatie met (een afvaardiging van) de OR. De onderstaande onderwerpen zijn besproken tussen OR en het Bestuur: - Reductieplan MBO College Almere; - Beëindiging Business College; - Kaderbrief Focus op vakmanschap - JOB monitor - Alcoholbeleid - Onderwijsinspectieonderzoeken en daaruit voortvloeiende verbeterplannen; - Pilot 360 feedback bij functionering / beoordelingsgesprekken; - Overdracht VAVO - Jaarrekening 2014; - Benchmarkgegevens en de positie van ROCvF daarin. - Implementatietraject CAO BVE - Studentenaantallen - Gemeenschappelijke diensten - Meerjaren formatie - Begroting Onderwijsagenda - Werkkostenregeling - Grip op je werk In 2014 zijn twee themabijeenkomsten georganiseerd over de vakantie- en werktijdenregeling en medezeggenschap op het niveau MBO College 78

79 13.6 Tevredenheid bedrijven beroepspraktijkvorming (bpv) Ook in 2014 hebben alle teams van ROCvF het jaarlijkse onderzoek naar de tevredenheid van de praktijkopleiders in de beroepspraktijkvorming afgenomen. Het was voor de derde maal dat dit digitaal uitgezette onderzoek is uitgevoerd. De vragenlijst bestaat uit twintig vragen over de thema s informatievoorziening, bereikbaarheid, professionaliteit begeleiding, competenties van de student en examinering. De resultaten waren als volgt.. Cluster vragen Informatievoorziening vooraf Verwachtingen van praktijkopleider zijn duidelijk BPV begeleider telefonisch bereikbaar BPV begeleider per bereikbaar Aantal contactmomenten met BPV begeleider Begeleiding door BPV begeleider Deskundigheid van BPV begeleider Voorbereiding van student Beroepshouding van de student Kennisniveau van de student Aansluiting theorie op praktijk Kwaliteit van de opdrachten Uitvoerbaarheid van de opdrachten Betrokkenheid van het bedrijf bij vormgeving BPV Rol bedrijf bij beoordeling Vertrouwen in examinering Tevredenheid over eindgesprek Algeheel rapportcijfer (10 puntenschaal) De score zijn, met uitzondering van het algehele rapportcijfer afgezet op vijfpuntenschaal. Het algehele rapportcijfer is afgezet op een tienpuntenschaal. Over de gehele linie is er sprake van verbetering. Geen enkele score was lager dan in Bij 14 van de 17 aspecten de score hoger dan in Ook het algehele rapportcijfer is gestegen, zelfs met 0,7 punt. Rapportcijfer per college MBO College Rapportcijfer Almere 7,0 6,3 Lelystad 7,3 6,1 ROCvF 7,0 6,3 Beide MBO Colleges hebben een score van 7,of hoger. Deze resultaten waren hoger dan in Elk MBO College bespreekt de rapportage met vertegenwoordigers van haar relaties beroepspraktijkvorming om een specifieker beeld te krijgen van punten waarover nog ontevredenheid bestaat en waar de samenwerking kan worden verbeterd. Naast de scores worden daarbij ook de opmerkingen van de praktijkopleider besproken. 79

80 13.7 Krachtenbundeling ROCvF - ROCvA ROCvF en ROCvA bundelen vanaf 1 januari 2009 hun bestuurlijke krachten in een overkoepelende organisatie. Met name voor ROCvF maakte de schaalgrootte van de organisatie het feitelijk onmogelijk om te voldoen aan de voortdurend noodzakelijke innovatie van de organisatie, het onderwijs alsook van de onderliggende informatiesystemen, in relatie tot de dynamiek van de omgeving waarin het beroepsonderwijs opereert. Deze samenwerking is in 2012 geëvalueerd. Een aanbeveling uit het onderzoek was om de samenwerking voort te zetten. In 2014 heeft Het Bestuur met ondersteuning van het notarisbureau Van Doorne een mogelijke aanpassing van de juridische structuur onderzocht, specifiek de omzetting van de Koepelstichting in een coöperatie (UA). Hierover wordt gerapporteerd in hoofdstuk 5 van dit jaarverslag. In 2014 heeft met name de laatste fase van de integratie van de corporate diensten zijn beslag gekregen door per 1 januari 2015 de diensten van ROCvF, met daarbij alle medewerkers van die diensten, onder te brengen bij ROCvA. Deze overgang heeft plaatsgevonden met instemming van de beide ondernemingsraden en overeenkomstig de afspraak met de inspectie omzetbelasting om de integratie ook organisatorisch vorm te geven. In eerdere fasen, mede uitgevoerd in 2014, was de inhoudelijke afstemming al gerealiseerd en was, voor de overgang, de kostenverhouding in ROCvF in overeenstemming gebracht met de verhoudingen zoals die in ROCvA bestaan. Ook was de integratie al fysiek vorm gegeven door de medewerkers van de verschillende diensten op 1 locatie te concentreren. De gehele operatie heeft geleid tot reductie van de kosten en vergroting van de kwaliteit op de verschillende gebieden waarop de diensten ondersteunen Onderwijs - arbeidsmarkt De relatie met de arbeidsmarkt wordt op verschillende niveaus vorm gegeven. De teams overleggen op operationeel niveau met bedrijven en instellingen over de uitvoering van het onderwijs, waaronder de beroepspraktijkvorming. De domeinen en de directies van de MBO Colleges overleggen via de bedrijfsadviescommissies (BAC) over ontwikkelingen in de branches en in het onderwijs. Het doel is elkaar te infomeren, te adviseren en inspireren om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te optimaliseren. In de verantwoordingsgesprekken zijn de inrichting van de BAC s en de punten die voortkomen uit deze overleggen een vast agendapunt. In 2013 is bij alle domeinen een top 20 onderscheiden om goed te kunnen bepalen welke bedrijven relevant zijn voor bespreking van thema s op het gebied van aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt en arbeidsmarktrelevantie. Tot begin 2014 participeerde ROCvF in het Provinciaal Platform Arbeidsmarkt (PPA). In dit platform ontmoetten overheden (provincie, gemeenten), onderwijs (mbo-, hbo- en voinstellingen), ondernemers (VNO/NCW, LTO) en andere instellingen (UWV, kenniscentra, Technocentrum, Zorgwel Flevoland) elkaar. Het platform, dat 10 jaar heeft bestaan, is in het voorjaar 2014 opgeheven. Er kan worden geconstateerd dat de ontwikkelingen in Flevoland in toenemende mate onderdeel gaan uitmaken van de ontwikkeling van de metropoolregio Amsterdam. Overleg zal dan ook meer in de platforms die daarvoor zijn ingericht plaats gaan vinden. Uit de jaarlijkse monitor over de arbeidsmarktontwikkeling in Flevoland blijkt dat er sprake is van groei in werkgelegenheid in Flevoland, vooral in de sectoren horeca en toerisme. 80

81 14. Marktpositie en marktaandeel De belangrijkste herkomstgemeentes / regio s voor ROCvF zijn vanzelfsprekend Almere, Lelystad, Dronten en Zeewolde. In de gemeente Almere wonen studenten, in de gemeenten Lelystad, Dronten en Zeewolde studenten, waarvan in de gemeente Lelystad. Op basis van door DUO / CFI gepubliceerde 1 oktobertellingen 2014 kan worden geconstateerd dat het marktaandeel van ROCvF in 2014 gelijk is gebleven. ROCvF trekt vrijwel geen studenten uit de regio s buiten Flevoland zoals bijvoorbeeld uit de Gooi & Vechtstreek. Andersom is de trek substantieel. In Almere bijvoorbeeld is ROCvF wel marktleider maar het marktaandeel is maar 50,9%. Van de potentiële studenten gaat 24,4% naar ROCvA en 7,1% naar ROC TOP. Ook in Lelystad is ROCvF marktleider maar met een nog geringer marktaandeel van 40 % 13. ROCvF heeft derhalve te maken met een sterke concurrentie in haar verzorgingsgebied die in de loop der jaren sterker is geworden. In 2007 heeft ROC TOP (voorheen Asa en Amarantis) een vestiging geopend in Almere en in 2011 heeft ROC Landstede een vestiging geopend in Lelystad. Samen met Deltion College verzorgde Landstede in 2013 in deze twee plaatsen en in Dronten onderwijs aan ruim mbo studenten. Vooral MBO College Lelystad heeft relatief veel marktaandeel verloren. Dit is nog versterkt door de sluiting van de vestiging in Dronten en de opening van de Hanzelijn. Maatregelen die zijn genomen en in de toekomst worden doorgezet zijn verbetering van het imago door goede resultaten, een evenwichtiger opbouw van de schoolpopulatie door verhoudingsgewijs meer studenten op niveau 3 en 4 en een meer kritische en gerichte plaatsing van studenten niveau 2. Dit laatste heeft in de afgelopen jaren wel weer geleid tot een toename van de uitstroom van niveau 2 studenten naar ROC s buiten Flevoland. In de toekomst moet de nieuwe huisvesting in Almere Poort een belangrijke bijdrage leveren aan de wervingskracht van ROCvF. Ook de nieuwe huisstijl is een factor in deze ontwikkeling. Marktaandelen. Studentenaantallen en marktaandelen ROCvF 2014 / 2015 t.o.v / Het betreft hier ongewogen aantallen studenten. De aantallen kunnen enigszins afwijken van de aantallen formeel bekostigde studenten die in de jaarverslagen staan vermeld. 13 Bron: DUO/CFI, februari 2015, 1 oktobertellingen van alle ROC s. 81

82 Jaar Ontwikkeling Marktaandeel Instelling 2013/ /2015 aantal % 2013/ /2015 ROCvA ,6% 18,9% 19,4% ROCvF ,5% 4,0% 3,9% ROC MN ,7% 12,9% 12,4% Deltion ,4% 9,5% 9,8% Friese Poort ,8% 9,4% 9,4% Horizon ,1% 8,1% 8,0% Nova ,4% 8,0% 7,8% Landstede ,4% 7,8% 7,9% Leiden ,7% 6,1% 6,4% MBO A'foort ,0% 4,9% 4,8% Regio ,4% 3,9% 3,7% ROC Top ,3% 3,5% 3,4% MBO Utrecht ,4% 3,1% 3,1% Totaal ,2% 100% 100% Bron: bestand DUO-CFI, bew erkt door afdeling Marketing, februari /2015 is referentietelling, 2013/2014 is bekostigingstelling Het marktaandeel van ROCvF is de afgelopen 5 jaar gedaald. In 2010/2011 had ROCvF een aandeel van 4,3%. Dit is gedaald naar 3,9% (-0,4). De grootste daling in de afgelopen 5 jaar is te zien bij het Nova College. Het marktaandeel daalt van 8,7% naar 7,8% (-0,9). Ook ROC Midden Nederland laat een forse daling zien (-0,8). ROC Top is gestart in 2012/2013 met een marktaandeel van 3,9%. Dit aandeel is gedaald naar 3,4% (-0,5). Vanaf 2010/2011 is er een dalende trend te zien in het aantal studenten in de regio. Het aantal is in 2014/2015 ten opzichte van 2010/2011 gedaald met -3,1% ( studenten). Marktleider is ROCvA met een aandeel van 19,4%, gevolgd door ROC Midden Nederland met 12,4% (-0,5) en het Deltion College met 9,8% (+0,3). De grootste stijger in de regio is eveneens ROCvA met een toename van het aandeel met 0,5% ten opzichte van 2013/2014. ROC Midden Nederland laat de grootste daling in marktaandeel zien. In 2014 is een onderzoek gedaan naar de verhouding tussen aanmelding van studenten en daadwerkelijk starten met een opleiding, de zogenaamde afhaakanalyse. In 2013 was dit niet mogelijk in verband met de met de overstap naar Eduarte. Een vergelijking met vorig jaar is daardoor niet mogelijk. Voor de opleidingen die in september 2014 bij het ROCvF gestart zijn, kwamen in totaal aanmeldingen binnen. Hiervan hebben (41,6%) studenten zich daadwerkelijk ingeschreven. Bij aanmelders heeft de aanmelding niet geleid tot een inschrijving. Het afhaakpercentage voor is daarmee 58,4%. Het afhaakpercentage bij MBO College Almere ligt iets lager dan het instellingsgemiddelde (57,1%). Bij MBO College Lelystad ligt dit percentage iets hoger (61,8%). 82

83 15. Bedrijfsvoering 15.1 Huisvesting Het huisvestingsprogramma is in 2014 opnieuw uitgevoerd binnen de gestelde normen van maximaal 9% van de lump sum en een tarief van 102,50 per m 2 bruto vloeroppervlak. Ook de inhoudelijke doelstellingen voor 2014 werden gerealiseerd. Strategisch Huisvestingsplan Het strategisch huisvestingsplan is geactualiseerd op basis van de gesprekken met de directies van de MBO Colleges. De meerjarenraming behorend bij het Strategisch Huisvestingsplan is geënt op de. componentenmethode. De taxatieronde voor alle nieuwbouwpanden en voor de bestaande panden is in 2014 afgerond. Eind 2014 zijn plannen ontwikkeld voor een fundamentele aanpak van de locatie aan de Straat van Florida in Almere. De huur van de locatie Louis Armstrongweg Almere is opgezegd per maart 2017, de expiratiedatum. Deze locatie zal dan definitief worden verlaten. De hier gevestigde opleidingen verhuizen naar de locatie Straat van Florida Almere of naar de beoogde nieuwbouw in Almere Poort. Definitieve besluitvorming door de Raad van Toezicht over de beoogde nieuwbouw in Almere Poort is geagendeerd voor het overleg in april Het strategisch huisvestingsplan is als aparte bijlage opgenomen (paragraaf 16.5). Nieuwbouw en renovatie In de zomerperiode is op de locatie aan de Straat van Florida de brandveiligheid geoptimaliseerd. Vastgoedtransacties In de laatste maanden van 2014 is met de gemeente Almere een akkoord gesloten over een grondruil aan de Straat van Florida die bewerkstelligt dat de officiële kadastrale grenzen en de werkelijke kavelgrenzen met elkaar overeenstemmen. Na de levering door ROCvF van de locatie Vaartweg aan de gemeente Lelystad is de gemeente gestart met verwijdering van de opstallen aan de ruillocatie Vijzelweg in Lelystad. De overdracht aan ROCvF van het lege terrein vindt plaats in het voorjaar van Signing Eind 2014 is een integraal signingproject gestart waarbij alle locaties van ROCvF worden voorzien van de nieuwe huisstijl. Het project is Europees aanbesteed. Het loopt door tot in het voorjaar ICT De dienst ICT werkt vanuit de missie ICT doet het gewoon. Bij innovaties en inrichting van beheer is dit in de komende jaren het uitgangspunt voor Dienst ICT was een jaar waarin voor ICT veel concrete resultaten zijn bereikt, conform de beschreven plannen in het activiteitenplan Op het gebied van infrastructuur is er een omvangrijke uitrol geweest van een krachtiger WIFI netwerk. Ook zijn alle vestigingen nu 83

84 aangesloten op een zeer snel glasvezelnetwerk en is de internetsnelheid flink opgeschroefd (naar 10 Gb). De bronsystemen Raet, Eduarte en Magister (VOVA) zijn nu voeding voor het systeem van Identity Management (wie mag er inloggen). Vraagsystemen maken gebruik van die informatie en beschikken daardoor altijd over actuele studenten en personeel. Bijna docenten zijn voorzien van een tablet om te gebruiken in de lessen en voor de aanwezigheidsregistratie. Met de nieuwe standaard printomgeving kunnen gebruikers veilig printen. Daarnaast is een nieuwe scanomgeving gerealiseerd die ingezet wordt bij het verder digitaliseren van processen. Voor kaartmanagement is een vereenvoudiging en een standaardisatie doorgevoerd. Hierdoor zijn de totale kosten voor toegangsbeheer afgenomen. De veiligheid rond het digitale gebruik van applicaties en systemen is vastgelegd in een beleidsnotitie en bijbehorende activiteitenplan. In 2014 zijn, als onderdeel daarvan, de gedragsregels vastgesteld. Alle gebruikers van EduArte loggen nu veilig in met een digipass: naast de loginnaam en een sterk wachtwoord is dit een extra beveiliging, bijvoorbeeld met betrekking tot het invoeren van cijfers. Sharepoint is verder uitgerold. De focus lag enerzijds op het implementeren van de Onedrive en de Teamsites als opslagmedium in de cloud voor personeel en voor teams. Anderzijds hebben alle MBO Colleges een intranetsite gebouwd in Sharepoint. Het nieuwsdeel daarvan is in 2014 beschikbaar gekomen. Bij het uitrollen van het nieuwe design zal ook de content beschikbaar komen. In 2015 zal de gepersonaliseerde pagina voor personeel en studenten worden gerealiseerd (mijn documenten, mijn cijfers, mijn applicaties etc). De dienst ICT heeft daarvoor, onder eigen regie, circa 170 cursussen verzorgd voor de medewerkers. Deze bijscholing loopt in 2015 door. Landelijk is de gehele MBO-sector in 2014 formeel aangesloten bij SURF. In de komende 2 jaar zal geleidelijk alle software via SURF besteld kunnen worden. Het internet werd al afgenomen via SURF. Voor 2015 en daarna neemt het gebruik van de cloud verder toe. Via internet komt steeds meer beschikbaar. Ook zal de gebruiker in toenemende mate steeds meer een eigen device gaan gebruiken. Voor studentenwerkplekken betekent dat een ingrijpende reductie en voor de docent een andere didactische aanpak. De dienst ICT wil daarbij intensiever gaan ondersteunen Onderwijsinformatie De dienst Onderwijsinformatie bestaat uit de clusters Studentenzaken en Informatievoorziening. Studentenzaken verzorgt de registratie van alle gegevens van de student in opleiding. Dit cluster werkt met decentrale bureaus Studentenzaken die gelokaliseerd zijn op de MBO Colleges. Hiervoor is gekozen om de teams optimaal te kunnen ondersteunen. Het cluster Informatievoorziening is verantwoordelijk voor het functioneel beheer, het informatiemanagement en de rapportage van de onderwijslogistiek. De beide clusters zijn in de jaren 2012 en 2013 ingericht en operationeel geworden. In 2014 is verder gewerkt aan stroomlijning van processen en werkwijzen van de kernregistratie van gegevens rond de studenten. Daarbij is in 2014 de inrichting het ondersteunende informatiesysteem op alle nieuwe ontwikkelingen gekomen als gevolg van de invoering van Focus op Vakmanschap. 84

85 Belangrijke componenten hiervan zijn de consequenties van de invoering van de Entree opleidingen, met het daarbij horende toelatingsbeleid, de voorbereiding op het nieuwe bekostigingsmodel, de cascadebekostiging en de inrichting van het vernieuwde onderwijs en de bijbehorende examinering, als gevolg van het vorm geven van de nieuwe kwalificatiedossiers. Met name deze laatste ontwikkeling zal zeker in 2015 nog een behoorlijke inspanning met zich meebrengen. Ten slotte was voor 2014 de invoering van EduArte een belangrijke en omvangrijke operatie. (zie 15.4) 15.4 Invoering EduArte ROCvF heeft in samenwerking met ROCvA gekozen voor de invoering van EduArte, een onderwijslogistiek systeem ter ondersteuning van vooral administratieve processen in het onderwijs en de bedrijfsvoering. Na de volledige uitrol zal het pakket integraal gebruikt worden voor de volgende processen: Digitaal aanmelden en intake Studentenadministratie Presentieregistratie en koppeling met verzuimloket Facturering van Wettelijk Cursus Geld Beheren van kwalificerende structuren Beheren van ontwikkelingsgerichte structuren Registreren van toets- en examenresultaten en diplomeren Loopbaanbegeleiding Zorg & ondersteuning EduArte is sinds 27 mei 2013 operationeel bij ROCvF. De processen ten aanzien van registratie en verantwoording, zoals inschrijving, mutaties en diplomering functioneren goed. De processen ten aanzien van het studentenvolgsysteem en de studentenbegeleiding moeten nog worden ingericht. Zoals verwacht zijn we na de eerste inrichting en het live gaan tegen verschillende dingen aangelopen. Dat is een normaal proces. In deze eerste fase was de beheerorganisatie nog niet ingericht waardoor er tekort aan ondersteuning was. In maart 2014 is de inrichting van de beheerorganisatie gestart. Dit verloopt langzaam als gevolg van de vele andere werkzaamheden, waaronder die voor verbetering van de kwaliteit, en door krapte in de personeelsomvang, als gevolg van reductie. De impact van de invoering van EduArte is erg fors. Het raakt het hart van het onderwijs en van de bedrijfsvoering. De invoering betekent een omvangrijke hoeveelheid werk en vraagt om grote flexibiliteit van de medewerkers. Het doel, een systematiek waarbij alle informatie over studenten, voor onderwijs en bedrijfsvoering, op één plek te vinden is, vergt een bepaalde mate van standaardisatie en compliance tot aan elke individuele docent. Iedereen moet mee doen. Het doen van nut en noodzaak van invoering is een belangrijk aspect van het project. De eerste reacties zijn positief. Ondanks dat alles nog niet perfect verloopt, is er sprake van brede verwachting dat de invoering een grote verbeterstap zal betekenen in het besef dat de gehele invoering een proces is dat enkele jaren kan duren. Bij de start van het schooljaar 2014 / 2015 is de projectorganisatie uitgebreid met een beheer- en ontwikkelteam voor verdere inrichting en implementatie van EduArte in het onderwijs. Het resultaat over 2014 is dat vooral de onderdelen van EduArte die door de onderwijsteams worden gebruikt ( diplomering, begeleiding en ondersteuning), ingericht zijn, en klaar staan om in gebruik genomen te worden. 85

86 Vanwege de omvang van ROCvA is besloten om de uitrol in twee fasen op te knippen. Per 6 mei zijn voor alle MBO Colleges in één keer de onderstaande functionaliteiten live gebracht: Digitaal aanmelden en intake (met een koppeling naar de website van ROCvA) Studentenadministratie Presentieregistratie (op basis van de roosters uit GP-Untis) Koppeling met verzuimloket van DUO Diplomeren De implementatie van het intakeproces is op een aantal MBO Colleges moeizaam verlopen. Vanuit het project is onvoldoende onderkend welke impact aan verandermanagement dit voor sommige colleges vergde. Gezamenlijk is dit door de betreffende MBO Colleges en de projectleiding aangepakt en opgelost. Een aspect dat speelde betrof het verkrijgen van een certificaat van DUO voor het verzuimloket. Kern van het probleem was dat DUO geen gezamenlijk certificaat voor ROCvF en ROCvA wilde verstrekken. Na intensief overleg met de direct betrokkenen van DUO is dit inmiddels opgelost. In onderstaande tabel is op hoofdlijnen aangegeven welke onderdelen in 2014 operationeel waren en bij welke de inrichting was voltooid voor implementatie in Onderdeel Bevat Realisatie Studentenadministratie Registratie deelnemers Ingevoerd Digitaal aanmelden en Intake Aanbod van opleidingen is digitaal beschikbaar Ingevoerd Intake proces deels ondersteund door Eduarte Uitbreiding ondersteuning door Eduarte vanaf februari 2015 (specialistische intake) Aan-en afwezigheidregistratie Digitaal registreren aanwezigheid Ingevoerd Automatische koppeling met verzuimloket Diplomeren (1) Diploma komt uit Eduarte, resultatenlijst uit Ingevoerd Trajectplanner Diplomeren (2) Resultaatstructuren en slaag-zakregeling kwalificerende deel van opleidingen in Eduarte Ingevoerd Conversie examenresultaten Trainingen teams invoeren examenresultaten en kandidaat stellen Examenresultaten worden gepubliceerd via Selfservice app. Begeleiding studenten (1 e lijn) Ondersteuning van studenten (2 e lijn) Intake (2), doorontwikkeling Loopbaanbegeleiding en pluscoaching Inventarisatie, registratie en verwijzing extra begeleiding en ondersteuning van studenten BPV coördinatie en begeleiding Administratieve ondersteuning voor LEC s Specialistische intake Trajecten aanmaken voor aanbod van ondersteuningstrajecten voor studenten Werken met de trajecten Educatie Studentenadministratie Aan-en afwezigheidregistratie Verwerking van resultaten Document management systeem (DMS) Kaartmanagement systeem (KMS) Oude document archiefsystemen zijn overgezet naar EduArte Oude kaartsystemen zijn vervangen door een nieuw systeem Conversie heeft uitloop naar februari 15 Ingericht, implementatie MBO Colleges 2015 Ingericht december 2014 Implementatie MBO Colleges 2015 december 2014 Ingevoerd Ingevoerd 86

87 Onderdeel Bevat Realisatie Digipass Alle medewerkers moeten inloggen om in Eduarte ingericht 14 te kunnen werken ( beveiliging) live jan. 15 Facturatie facturering wettelijk cursusgeld vanuit Eduarte Ingevoerd Om de beveiliging van EduArte te verbeteren is een token gekoppeld aan uitvoering van de processen. Hierbij krijgt elke ROC medewerker die toegang moet hebben tot EduArte een apparaatje (token) dat via een pincode geactiveerd kan worden. Naast het gebruikelijke inloggen met de gebruikersnaam en een wachtwoord is dan ook een code van dit persoonlijke token nodig. Vooruitblik 2015 Het jaar 2015 zal in het teken staan van het volledig in gebruik nemen van EduArte door de onderwijsteams. De doelstelling is om samen met de MBO Colleges EduArte zo in te richten dat de onderwijsorganisatie professioneel ondersteund wordt in de administratieve processen in het primaire proces. Het in gebruik nemen van EduArte is een kans om administratieve processen in het onderwijs van de verschillende teams van het MBO College effectiever in te richten cq in lijn te brengen met elkaar. Voor de medewerkers van ROCvF is een trainingstraject ingericht gericht op het doornemen van de vernieuwingen in de inrichting en voor uitbreiding van de kennis over het gebruik van de applicatie. In 2015 worden nog de onderstaande onderdelen van EduArte die voor het Onderwijs van belang zijn, in ontwikkeling genomen. Toets- en examenlogistiek. Onderwijsportaal, een gebruiksvriendelijke interface voor docenten en studenten) De voorbereidingen om te komen tot uitrol in het eerste kwartaal van 2015, hebben plaatsgevonden. ROCvF gaat tegelijk met ROCvA werken in de nieuwe (soms aangepaste) omgeving. Vanaf maart 2015 werken alle MBO Colleges van beide ROC s met een zelfde inrichting in EduArte. 87

88 16. Bijlagen Jaarverslag Samenstelling van het Bestuur in 2014 De heer drs. Edo C. M. de Jaeger (1958) Voorzitter College van Bestuur ROC van Amsterdam Voorzitter Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam - ROC van Flevoland Portefeuille: Strategische positionering en beleid Strategische relaties Interne en externe governance Bestuurs-, algemene- en juridische zaken Veiligheid / de Veilige School MBO Colleges: o MBO College Airport o MBO College Amstelland o MBO College Lelystad o MBO College Zuid o Business College Domeinen: o Luchthaven o Logistiek o Sport o Mode & Uiterlijke Verzorging o Kunst & Cultuur Diensten: o PR, Marketing & Communicatie o Bestuursdienst Maatschappelijke functies - Voorzitter Samenwerkingsverband ROC van Nederland (merknaam ROC4NL.EU) - Lid Politieonderwijsraad en Voorzitter Commissie Horizontale Afstemming en Verantwoording (de Commissie HAV is vanaf 2014 operationeel) - Lid Dagelijks en Algemeen Bestuur stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) - Lid van het Bestuur van Luchtvaart College Schiphol (v/h Stichting Schiphol College) - Lid Algemeen Bestuur Amsterdam Netwerk Council - Lid Raad van Advies van Topsport Amsterdam - Ambassadeur Olympisch Stadion - Adjudant van HM de Koningin in buitengewone dienst, honorair lid van de hofhouding - Reserveofficier (luitenant-kolonel) Garderegiment Jagers 88

89 De heer Ronald C.A. Wilcke (1953) Vicevoorzitter Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam - ROC van Flevoland Voorzitter College van Bestuur ROC van Flevoland Portefeuille: Strategisch onderwijsbeleid mbo Domeinontwikkeling Kwaliteitszorg Strategische relaties: mbo-hbo Human Resources MBO Colleges: o MBO College Centrum o MBO College West o MBO College Westpoort / Noord o MBO College Zuidoost Domeinen: o Horeca, Bakkerij & Facilitair o Toerisme & Recreatie o Zorg & Welzijn o Techniek & Technologie o Mobiliteit o Handel & Ondernemen Dienst: o HRM Maatschappelijke functies - Voorzitter bestuur Stichting Sportservice Flevoland en Olympisch Netwerk (tot ) - Voorzitter Bedrijfstakgroep Motorvoertuigen-, Carrosserie- en Tweewielertechniek van de MBO Raad - Voorzitter Benoemingsadviescommissie MBO Raad - Lid Raad van Toezicht en Voorzitter commissie onderwijs, onderzoek en contractactiviteiten Noordelijke Hogeschool Leeuwarden - Lid bestuur de Nieuwe Meso - Lid Stuurgroep Human Capital van de Amsterdam Economic Board (vanaf ) - Lid Amsterdam Logistic Board - Lid bestuur Innovam (Bevam) - Lid bestuur JINC - Lid Kerngroep Jeugd gemeente Almere 89

90 De heer Ricardo J.W. Winter (1951) Lid Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam ROC van Flevoland Gedelegeerd bestuurder Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA) Portefeuille onderwijs: vo, vavo, vmbo mbo, mbo-1 / Entree-opleidingen, kwetsbare jongeren strategische relaties, m.n. vo voor het totale werkgebied ROC van Amsterdam-ROC van Flevoland en VO Raad vsv-beleid en zorgstructuur Maatschappelijke functies - Voorzitter Btg HTVF (bedrijfstakgroep Horeca, Toerisme & Recreatie, Voeding en Facilitaire Dienstverlening van de MBO Raad) - Lid Bestuur Stichting Innovatieve TeamStages - Lid Raad van Toezicht van Circus Elleboog - Lid Raad van Toezicht Jongerenencultuurfonds - Lid Bestuur Kenwerk - Lid Bestuur OSVO: behalve penningmeester ook verantwoordelijk voor de portefeuille arbeidsmarkt en personeelsbeleid - Lid Bestuur Samenwerkingsverband VO Amsterdam De heer Gerrit Vreugdenhil (1955) Lid Raad van Bestuur Koepelstichting ROC van Amsterdam ROC van Flevoland Portefeuillehouder bedrijfsvoering Portefeuille: Financiën ICT Student en onderwijsinformatie Huisvesting Facilitair Planning en control (waaronder interne- en externe verantwoording) MBO Colleges: o MBO College Almere o MBO College Hilversum Domeinen: o Marketing, Economie & Administratie o Veiligheid o Media & Vormgeving o ICT Diensten: o Financiën o ICT o Onderwijsinformatie o Facilitair 90

91 Maatschappelijke functies - Voorzitter van de Raad van Toezicht van Amaris Zorggroep in de Gooi en Vechtstreek en Eemland - Voorzitter Btg ESB&I - Lid Raad van Toezicht Stichting Prisma te Almere - Lid Raad van Toezicht van Stichting ex:plain - Lid bestuur Stichting ECABO - Penningmeester van een klein pensioenfonds 16.2 Samenstelling 2014 Raad van Toezicht Mevrouw mr. G.H. Faber Voorzitter Raad van Toezicht Voorzitter Governancecommissie Lid Remuneratiecommissie Maatschappelijke functies - Burgemeester gemeente Zaanstad Voorzitter Veiligheidsregio Zaanstreek - Waterland Voorzitter Stichting Marketing Zaanstreek *) gebonden aan de functie van Burgemeester gemeente Zaanstad - Voorzitter Adviescommissie Ruimtelijke ontwikkeling van de Provincie Noord-Holland - Voorzitter Bestuur Stichting Nationaal Brandweer Monument - Voorzitter Raad van Toezicht Reumafonds - Lid Politiediversiteitsraad - Voorzitter Veiligheidsberaad/Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) - Lid Politie Onderwijsraad - Bestuurslid Nederlandse Rode Kruis Mevrouw drs. J.C.H.G. Arts Vicevoorzitter Raad van Toezicht Voorzitter Remuneratiecommissie Lid Onderwijscommissie (a.i. periode tot )1 september 2014 tot 1 januari 2015) Maatschappelijke functies - Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Flevoziekenhuis Bestuurder Flevozorg BV *) gebonden aan de functie van vz. RvB St. Flevoziekenhuis - Lid Raad van Toezicht NOS - Lid Raad van Advies SEO Economisch Onderzoek te Amsterdam - Lid Higher Education Development Board van Windesheim Flevoland - Auditor Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ) - Lid Comité van aanbeveling Verenging Dutch Health Hub - Lid Comité van aanbeveling Stichting Annemieke Timmerman 91

92 De heer ir. F.P. Bijdendijk Lid Raad van Toezicht Voorzitter Auditcommissie Maatschappelijke functies: - Onafhankelijk consultant - Voorzitter Bestuur Stichting Nationaal Renovatie Platform (NRP) te Rotterdam - Voorzitter Bestuur Voedselbank Amsterdam te Amsterdam - Lid Raad van Toezicht Stichting Cordaan te Amsterdam - Lid van de Raad van Commissarissen Wonam BV te Amsterdam De heer F.I.M. Houterman, Directeur Houterman Management Consultancy BV (lid RvT tot en met ) Lid Raad van Toezicht Lid Governancecommissie Lid Auditcommissie Maatschappelijke functies - Lid Raad van Toezicht BNN VARA Omroep - Lid Raad van Toezicht CNV Publieke Zaak - Lid Raad van Toezicht waarborgfonds Kinderopvang/Ruimte Onderwijs - Lid Raad van Toezicht Metropole Orkest - Lid Raad van Toezicht Jongeren Cultuurfonds Commissariaten - Rabobank Amsterdam - Amsterdam RAI - Hampshire Hotel Group - Tahal / GTC (Kardan Group) De heer E.P. van Maanen (afgetreden per 1 september 2014) Lid Raad van Toezicht Voorzitter Onderwijscommissie Maatschappelijke functies - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Leiden - Lid Adviesraad Expertisecentrum Handicap + Studie - Lid Raad van Toezicht Scholengemeenschap Schoonoord te Zeist - Lid Raad van Toezicht LFB De heer drs. R.C.Th. Ootjers Lid Raad van Toezicht Lid Onderwijscommissie Maatschappelijke functies - Fractievoorzitter CDA Staten van Noord Holland - Voorzitter Stichting Oude Hollandse Kerken 92

93 De heer drs. K. Baldewpersad Tewarie RA (Lid RvT m.i.v ) Lid Raad van Toezicht Lid Auditcommissie Maatschappelijke functies: Huidige functies: - Consultant Dasym Investment Strategies - Voorzitter van de jury van The Other Network, jaarlijkse verkiezing van de multiculturele zakenman van het jaar - Lid van de auditcommissie van de FNV - Lid van Raad van Toezicht en Lid Auditcommissie Reumafonds Nederland Voormalige functies: - CFO VION Food - CFO/CIO Euretco Holding B.V - CFO en lid van de hoofddirectie van Laurus NV - Voorzitter Raad van Advies Jones lang Lasalle - Lid van het Bestuur Stichting NOTS Investments, actief op gebied van microkredieten - Lid van het Bestuur van Stichting Suikeroom, participatiefonds om multiculturele ondernemers op weg te helpen - Adviseur van St. India RUN 16.3 Rooster van aftreden RvT 2014 Een lid Raad van Toezicht treedt volgens rooster, doch uiterlijk vier jaar na zijn benoeming, af en is eenmaal herbenoembaar. Naam Benoemd 1 e herbenoeming Aftredend en niet herbenoembaar dhr. F.I.M. Houterman* dhr. ir. F.P. Bijdendijk mw. mr. G.H. Faber mw. drs. J.C.H.G. Arts** dhr. drs. R.C.Th. Ootjers** dhr. E.P. van Maanen***) Dhr. drs. K.B. Tewarie RA *) dhr. F.I.M. Houterman is per afgetreden conform het rooster van aftreden **) mw. drs. J.C.H.G. Arts en dhr. drs. R.C.Th. Ootjers zijn per herbenoemd ***) dhr. E.P. van Maanen is per afgetreden i.v.m. zijn benoeming als voorzitter College van Bestuur bij ROC Midden Nederland 93

94 16.4 Verklarende begrippen en afkortingen Afkorting / Begrip AD ALG APCG AT BAR BBL BOL BOT BPV BVO BYO CE COE CRASH CSR DEC DMO DOOR DUO DWI E&I EduArte Entree ERP Expo FoV FTE G4 GPL HRM HvA IRS JOB Job Monitor LB en LC LCS LEC LGF LOB Definitie Associate Degree. Een formele graad in het hoger beroepsonderwijs. Na succesvolle voltooiing van deze 2-jarige opleiding kan een student na twee jaar een hbo-bachelor behalen. Action learning groups. Groepen die al werkende en in onderlinge samenwerking een gemeenschappelijk thema uitwerken. Armoedeprobleemcumulatiegebieden of Probleemcumulatiegebieden. Op postcode onderscheiden gebieden waarin op drie criteria een drempelwaarde wordt overschreden: scholen met studenten uit deze regio s ontvangen extra middelen om achterstanden te bestrijden Accountantstelling: telling aantal studenten na accountantscontrole Bedrijfsadviesraad. Beroepsbegeleidende leerweg, werken gecombineerd met leren. Beroepsopleidende leerweg Begeleide onderwijstijd. Beroepspraktijkvorming Bruto vloeroppervlak Bring Your Own Device: werknemers en studenten maken gebruik maken van hun eigenapparatuur bij het werk of de studie. Centraal examen, landelijk examen. Centraal Ontwikkelde Examens (taal en rekenen) (landelijk) Cursus Reanimeren voor Alle Studenten in Holland Centrale Studentenraad Domeinexamencommissie: verantwoordelijk voor de examenproducten Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling: dienst van de gemeente Amsterdam Overleg van de directeuren onderwijs van de MBO Colleges. Dienst uitvoering onderwijs. Dienst van het ministerie van OCW die o.a. de formele kengetallen t.a.v. rendement en vsv vaststelt. Dienst Werk en Inkomen: dienst van de gemeente Amsterdam Educatie en Inburgering: organisatorische eenheid van ROCvA Administratiepakket voor ondersteuning van de processen rond de studentenadministratie, de onderwijscatalogus, de aan- en afwezigheidsregistratie en het studentenvolgsysteem. Onderwijsniveau voor studenten zonder diploma van het vmbo, gericht op doorstroom naar niveau 2 van het mbo of op doorstroom naar de arbeidsmarkt. Enterprise Resource Planning: computersoftware ter ondersteuning van alle processen ten aanzien van de bedrijfsvoering en de onderwijslogistiek binnen ROCvA-ROCvF Expertisecentrum Passend Onderwijs Focus op Vakmanschap: wetgeving voor mbo van ministerie OCW Full Time Equivalent: rekeneenheid waarmee de omvang van een functie of de personeelssterkte wordt uitgedrukt De vier grote steden in Nederland: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Gemiddelde personeelslast. Human Resource Management Hogeschool van Amsterdam Incident Registratiesysteem voor registratie van incidenten t.a.v. veiligheid. Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs Landelijk tevredenheidsonderzoek van de JOB onder studenten mbo. Leraar B en leraar C. Functies van docenten. Stichting Luchtvaart College Schiphol Loopbaanexpertisecentrum Leerling gebonden financiering. Financiële middelen voor ondersteuning van studenten met een beperking. Loppbaanoriëntatie en begeleiding. 94

95 LWO Leerwegondersteunend onderwijs MAB Markt- en businessaantrekkelijkheidsanalyse. Analyse van het marktaandeel van het ROC en de concurrerende instellingen in het verzorgingsgebied. Matchpoint Steunpunt voor MBO Colleges van ROCvF voor intake en specialistische begeleiding. MEC MBO College Examencommissie: verantwoordelijk voor de organisatie van de examens en toezicht houdend op de TEC s MT Managementteam. O2 Ondernemerschap OR Ondernemingsraad PAO Platform Arbeidsmarkt Onderwijs: overlegplatform in Amsterdam PDG Pedagogisch Didactisch Getuigschrift. Document dat de bevoegdheid verleend voor docent LB, afsluiting van de zogenaamde BVE-cursus PP Primair proces. Onderwijsuitvoerende activiteiten. PRC&M Public Relations, Communicatie en Marketing: centrale dienst van ROCvA en ROCvF PrO Praktijkonderwijs: voortgezet onderwijs voor geïndiceerde leerlingen met een IQ van 80 of lager Q1, Q2, Q3 Quadrimester. Periode van 4 maanden, ritme van de verantwoordingsgesprekke. QR code Quick Respons code. Tweedimensionale streepjescode om snel toegang tot informatie te verschaffen. REC Regionale Expertise Centra. Opleidingsinstituten voor leerlingen met een specifieke begeleidingsbehoefte. RMC Regionaal Meld en Coördinatiepunt Route21 Groep medewerkers van het ROC die werken onderwijsontwikkeling gericht op vaardigheden van de 21 e eeuw, met toepassing van nieuwe media. Route66 Beweging in het ROC van medewerkers gericht op verdere ontwikkeling van de organisatie vanuit een andere wijze van benadering van vraagstukken. RR Referentieraming, voorlopige telling in oktober op basis van eigen gegevens RvT Raad van Toezicht SBB Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven SchoolEx2.0 Programma van OCW gericht op het stimuleren van jongeren om door te leren of te kiezen voor een opleiding met een goed arbeidsmarktperspectief. SE Schoolexamen. SP Secundair proces. Activiteiten ondersteunend aan het onderwijs. STO Studententevredenheidsonderzoek. Intern onderzoek naar tevredenheid van studenten. TEC Team examencommissie Theory U Theorie van O. Scharner waarbij ervan wordt uitgegaan dat diepgaandere verkenning van een vraagstuk, en een persoonlijke verbinding ermee leidt tot betere oplossingen. TOA Toolkit Onderwijs en Arbeidsmarkt: een digitale toetsenbank voor het meten van onder andere taal en rekenvaardigheden TOMADO Model van het ROC om de arbeidsmarktrelevantie van een opleiding in beeld te brengen VAVO Voortgezet Algemeen Onderwijs voor Volwassenen VOA Voorbereidende onderwijsactiviteiten. VOvA Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam VSO Voortgezet Speciaal Onderwijs: onderwijs voor leerlingen met beperkingen VSV Voortijdig Schoolverlaten WTF Werktijdfactor: term om een deeltijd aan te duiden in het Nederlandse onderwijs. Een volledige aanstelling betekent een wtf van 1,0. 95

96 17. Financieel Jaarverslag 2014 ROC van Flevoland 17.1 Financiële resultaat Het jaar 2014 is afgesloten met een klein negatief resultaat (-/- 0,1 miljoen). Dit is 0,7 miljoen hoger dan de begrotingsdoelstelling. De vorig jaar ingezette maatregelen om in 2015 te komen tot een sluitende exploitatie hebben zich deels in 2014 reeds gemanifesteerd waardoor in 2014 al een beter resultaat dan begroot kon worden bereikt. De solvabiliteit verbetert zich hierdoor van 25,6% naar 27,8%. En ook de liquiditeit (current ratio) verbetert van 0,9 naar 1,0. Het jaar 2014 is het jaar geweest van de afbouw van Business College. De MBO Colleges hebben zich toegelegd op het aanpassen van de personeels- en huisvestingskosten aan het lagere activiteitenniveau. Met ingang van het schooljaar zijn de deelnemers van het VAVO in Almere ingeschreven bij ROCvA in casu het Joke Smit College. Het onderwijs wordt dit schooljaar nog verzorgd op de locatie in Almere onder de verantwoordelijkheid van de directie van het Joke Smit College. Vanaf 1 augustus 2015 treden, na een kwantitatieve personele reductie, de overgebleven medewerkers in dienst bij ROCvA. De kosten die zijn geboekt ten laste van de voorziening herstructurering bedragen 1,3 miljoen. Het wachtgeld dat gedoteerd is ten gunste van de voorziening herstructurering bedraagt 1,2 miljoen. Per saldo is de voorziening herstructurering derhalve afgenomen met circa 0,1 miljoen. Prognoses maken duidelijk dat een dotatie van 0,05 miljoen benodigd is om de voorziening toereikend te maken om de lasten in de komende jaren te kunnen dekken. Deze additionele dotatie is in de jaarcijfers verwerkt. Het financiële resultaat 2014 van ROCvF bedraagt -/- 0,1 miljoen (begroot -/- 0,8 miljoen). Zoals reeds gedurende het jaar 2014 geconstateerd konden de negatieve resultaten van de MBO Collleges (ten opzichte van begroting) worden gecompenseerd door het niet uitgeven van (intern gereserveerde) beleids- en innovatiegelden. Voorts waren de resultaten van enkele centrale diensten hoger dan begroot. In het resultaat van Facilitair Bedrijf is tevens het boekverlies in verband met de verkoop van de Vaartweg ( 0,3 miljoen) opgenomen. De verslaggevingsregels schrijven voor dat dit boekverlies door het resultaat loopt; de herwaardering van de Vijzelweg loopt via het eigen vermogen (eveneens 0,3 miljoen). Tevens is er sprake van aanvullende baten: loon- en prijscompensatie ( 0,2 miljoen) en een post vanuit de componentenmethode ( 0,3 miljoen) en aanvullende lasten: afboeken van de voorbereidingskosten Almere Poort (belang 0,5 miljoen). Het jaar 2015 Het jaar 2015 staat aan de vooravond van het herzien van de meerjarenstrategie in het teken van een kwaliteitssprong. Deze sprong voorwaarts is niet alleen mogelijk, het is ook noodzakelijk. Door de toenemende dynamiek in de maatschappij is de opdracht van het onderwijs niet om stil te staan, maar om volledig mee te bewegen. En verder te springen dan de maatschappij verwacht. Om deze sprong in kwaliteit mogelijk te maken in steeds complexer wordende verhoudingen zal een continue verbetering van de professionaliteit van mensen en middelen uitgangspunt zijn. 96

97 De begroting 2015 reflecteert de financiële uitkomst van keuzes die het bestuur heeft gemaakt voor het jaar Tegelijkertijd vormen ze het financiële kader voor nog te maken keuzes. Door groei van het macrobudget komen meer financiële middelen beschikbaar voor het onderwijs. De kwaliteitsmiddelen maken een extra impuls mogelijk. Tegelijkertijd wordt er geïntensiveerd en worden kwalificatiedossiers herzien. De extra middelen zijn naar verwachting echter niet structureel. De extra middelen worden dus zodanig ingezet dat: er een zichtbare sprong wordt gemaakt in onderwijsrendementen; het onderwijs zoveel mogelijk wordt gefaciliteerd; de professionaliteit/kwaliteit van personeel en processen omhoog gaat; dit niet ten koste gaat van de flexibiliteit in de bedrijfsvoering en begroting; en de financiële huishouding structureel op orde blijft. Financieel begroot ROCvF een resultaat van 2,0 miljoen. Dit resultaat wordt veroorzaakt door de bekostigingssystematiek vanuit het Rijk. Dit is de zogenoemde t-2 systematiek waarbij de bekostiging wordt ontvangen op basis van de deelnemersaantallen van 2 jaar eerder (in het VAVO 1 jaar eerder). Derhalve worden in 2015 baten ontvangen voor Business College ( 1,6 miljoen) terwijl Business College inmiddels afgebouwd is en voor VAVO ( 0,6 miljoen) terwijl VAVO studenten inmiddels, zoals beschreven, bij VAVO Amsterdam zijn ingeschreven is het laatste jaar dat in deze mate baten worden ontvangen voor deze concernonderdelen. Educatie binnen ROCvF begroot conform de rentabiliteitsdoelstelling van 1%. De beide MBO Colleges leveren een sluitende begroting, conform de verwachting in de begroting De genomen maatregelen in 2013 en 2014 hebben tot dit resultaat geleid. Beide MBO Colleges kennen een groeistrategie. De door hen ingeschatte compensatie voor groei overschrijdt het centraal gereserveerde bedrag voor groei (te weten 1,5% van de input- en huisvestingsbekostiging) met 0,2 miljoen. Derhalve is een aparte reservering voor dit bedrag opgenomen om de MBO Colleges volledig te kunnen compenseren voor hun groei. Baten 2014 De baten van ROCvF bestaan voor een groot gedeelte uit de overheidsbijdragen van het Rijk en de gemeenten. Deze bijdragen bedroegen in ,3% van de totale baten (2013: 94,9%). In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de baten ten opzichte van de begroting 2014 en realisatie 2013 weergegeven. bedragen x EUR realisatie 2014 begroting 2013 realisatie mutatie t.o.v. begroot mutatie t.o.v Rijksbijdragen OCW ,0% ,9% ,3% ,7% ,4% Overige overheidsbijdragen ,3% ,4% ,6% ,1% ,5% Deelnemersbijdragen 592 1,3% 298 0,7% 455 1,0% ,7% ,1% Contractactiviteiten 81 0,2% 167 0,4% 676 1,5% ,5% ,0% Overige baten ,2% 748 1,7% ,7% ,1% ,6% ,0% ,0% ,0% 591 1,3% ,2% De totale baten zijn ten opzichte van 2013 met 2,2% afgenomen. De daling is hoofdzakelijk zichtbaar bij de Rijksbijdragen OCW (afnemende lumpsumbekostiging door krimp 0,5 miljoen) en binnen de contractactiviteiten. Ten opzichte van de begroting zijn de baten gestegen met 1,3% en zijn op onderdelen nog wat verschillen zichtbaar. Het verschil in de Rijksbijdragen hangt samen met een dubbel begrote post Taal & Rekenen. Het verschil in de overige overheidsbijdragen wordt 97

98 veroorzaakt door afnemende gemeentelijke baten Educatie enerzijds en een stijging van de baten van overige subsidiënten anderzijds. Lasten 2014 Bij de lasten is 0,4% afname zichtbaar ten opzichte van de begroting en 8,0% afname ten opzichte van voorgaand jaar. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling in de lasten ten opzichte van begroting 2014 en realisatie 2013 weergegeven. bedragen x EUR realisatie 2014 begroting 2013 realisatie mutatie t.o.v. begroot mutatie t.o.v Personeelslasten ,6% ,5% ,8% ,9% ,8% Additionele dotatie voorziening herstructurering 0 0,0% 0 0,0% ,0% ,0% Afschrijvingen ,1% ,3% ,8% ,0% ,5% Huisvestingslasten ,7% ,7% ,3% ,0% ,6% Overige instellingslasten ,7% ,4% ,6% ,0% 29 0,5% ,0% ,0% ,0% ,4% ,0% De afname in de personele lasten wordt veroorzaakt door de afbouw van Business College en de besparingsmaatregelen en reductie bij de beide MBO Colleges. Zoals eerder vermeld was voor 2014 geen materiële aanvullende dotatie benodigd aan de voorziening herstructurering. De daling binnen de afschrijvingen kent een drietal oorzaken: Verhoging van de activeringsgrens ultimo 2013 waardoor aanschaffingen onder deze activeringsgrens nu niet meer worden afgeschreven (realisatie 2014 versus realisatie 2013 en realisatie 2014 versus begroting 2014); Invoering van de componentenmethode wat de afschrijvingstermijn van bepaalde huisvestingscomponenten heeft verlengd (realisatie 2014 versus realisatie 2013); Prioritering waardoor een aantal (huisvestings-)projecten niet zijn gestart of niet tijdig gereed zijn gekomen, waardoor de afschrijvingskosten lager zijn (realisatie 2014 versus begroting 2014). De stijging binnen de huisvestingslasten, zowel ten opzichte van begroting als ten opzichte van voorgaand jaar, wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het eerder beschreven boekverlies op de Vaartweg ( 0,3 miljoen). De stijging van de overige instellingslasten ten opzichte van begroting hangen met name samen met het afboeken van de voorbereidingskosten Almere Poort ( 0,5 miljoen). Nettoresultaat 2014 Het exploitatieresultaat 2014 (-/- 0,1 miljoen) is 0,7 miljoen hoger dan begroot. In 2013 was het exploitatieresultaat met -/- 3,0 miljoen, 3,0 miljoen lager dan begroot. Indien het resultaat echter werd genormaliseerd voor de additionele dotatie aan de voorziening herstructurering ad 1,7 miljoen, betrof het genormaliseerde, netto resultaat -/- 1,3 miljoen, wat 1,3 miljoen lager was dan begroot. In onderstaande tabel is de opbouw van het nettoresultaat 2014 weergegeven ten opzichte van begroting: 98

99 Bedragen x Exploitatieresultaat boekjaar volgens begroting -837 Extra baten diverse subsidiënten 585 Totaal extra baten 585 Lagere lasten 183 Hogere financiële lasten -65 Totaal extra lasten 118 Netto resultaat boekjaar Financieel beleid en financiële indicatoren ROCvF heeft in het strategisch financieel beleid een aantal financiële prestatie indicatoren opgenomen die worden gebruikt bij de interne sturing van de organisatie. Hieronder allereerst een samenvatting van de huidige stand van deze indicatoren op basis van enerzijds de jaarrekening 2014 en anderzijds de verwachtingen voor de toekomst ( ) vanuit de business case zoals zeer recent opgesteld ten behoeve van de investering in Almere Poort/Buiten. Deze business case is goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Vervolgens worden de indicatoren en de prestatie ten opzichte van de norm uiteengezet per indicator. Ratio's ROCvF Exploitatie Rentabiliteit -0,3% 4,3% 1,0% 1,0% Personeelslasten in % baten 76% 65% 67% 68% Financierbaarheid Solvabiliteit II (incl. voorzieningen) 45% 53% 36% 37% Solvabiliteit I (excl. voorzieningen) 28% 34% 24% 25% Interest Coverage Ratio 5,84 14,55 4,24 4,81 Current Ratio 1,0 0,8 1,4 0,7 Current ratio incl. rc faciliteit 1,0 0,9 1,3 0,8 Debt Service Coverage Ratio 1,2 3,2 (0,2) 1,7 Loan to value 33% 28% 66% 55% Rentabiliteit: De rentabiliteit is gedefinieerd als het exploitatieresultaat, uitgedrukt in percentage van de totale baten. Het toezichtkader van de onderwijsinspectie hanteert als norm een rentabiliteit van meer dan 0%. Intern binnen ROCvF wordt gestuurd op een percentage van 1%. Zoals te zien in de tabel wordt deze norm vanaf 2015 behaald. De forse rentabiliteit in 2015 wordt voornamelijk veroorzaakt door de bekostigingssystematiek vanuit het Rijk. Dit is de zogenoemde t-2 systematiek waarbij de bekostiging wordt ontvangen op basis van de deelnemersaantallen van 2 jaar eerder (in het VAVO 1 jaar eerder). Derhalve worden in 2015 baten ontvangen voor Business College ( 1,6 miljoen) terwijl Business College inmiddels afgebouwd is en voor VAVO ( 0,6 miljoen) terwijl VAVO studenten inmiddels bij VAVO Amsterdam zijn ingeschreven is het laatste 99

100 jaar dat in deze mate baten worden ontvangen voor deze concernonderdelen. Vanaf 2016 is geraamd dat het interne normpercentage van 1% wordt behaald. Personeelslasten in % van de totale baten: Doelstelling is om van elke euro aan baten een maximaal percentage ten goede te laten komen aan personeel. ROCvF hanteert een percentage van 70% van de baten wat ten goede moet komen aan personele lasten. Dit betreft alle personele lasten inclusief externe inhuur en overige personele lasten. Zoals te zien in de tabel wordt deze norm in 2014 (ruim) behaald. De forse daling in 2015 wordt veroorzaakt door de overheveling van de medewerkers van de centrale diensten van ROCvF naar ROCvA. Daarna is het streven om dit percentage te laten toenemen. Dit is ook zichtbaar in de cijfers voor Verwachting is dat ultimo 2018/2019 het aandeel zich bevind aan de onderkant van de norm. Om te voorkomen dat de begroting te veel wordt vastgelegd met vaste lasten (waaronder salarissen van vast personeel) wordt eveneens gestuurd op een flexibele schil (tijdelijke arbeidscontracten, inhuur, etc.) van 15%. Solvabiliteit I en II: Voor de solvabiliteit worden in het toezichtkader van de onderwijsinspectie twee definities gehanteerd. Solvabiliteit I: eigen vermogen, uitgedrukt in percentage van het totaal vermogen en solvabiliteit II: eigen vermogen, vermeerderd met voorzieningen als percentage van het totaal vermogen. Het toezichtkader van de onderwijsinspectie hanteert als norm een solvabiliteit van minimaal 30% voor beide ratio s. De interne norm van ROCvF sluit hierbij aan. Zoals in de tabel zichtbaar is, behaalt ROCvF in 2015 op beide definities de norm. In 2016, zwaartepunt van de investering in Almere Poort, waardoor het totaal vermogen in verhouding tot het eigen vermogen veel toeneemt, wordt aan de solvabiliteit II norm wel voldaan, maar aan de solvabiliteit I norm niet. Deze stijgt echter weer vanaf Interest coverage ratio: Deze ratio geeft aan hoe vaak de rentelast van een jaar kan worden betaald uit de operationele kasstroom en is hiermee van belang voor onze financierbaarheid en onze financiers. De gedachte is dat het ROCvF een dusdanig duurzame kasstroom genereert dat de verplichtingen vanuit de leningenportefeuille op korte en lange termijn gedragen kunnen worden zonder dat dit invloed heeft op de bewegingsruimte om extra te investeren indien noodzakelijk. De onderwijsinspectie heeft hier nog geen normering voor vastgesteld. Intern is de norm gesteld op 3,0. ROCvF voldoet voor 2014 en de toekomstige jaren aan deze norm, ondanks de investering in Almere Poort. Liquiditeit current ratio: De liquiditeit wordt genormeerd via de indicator current ratio, dat wil zeggen in hoeverre kunnen de kortlopende schulden op korte termijn worden betaald uit de kortlopende bezittingen. Het toezichtkader van de onderwijsinspectie hanteert als norm een current ratio van minimaal 0,5. De interne norm van ROCvF sluit hierbij aan. Zoals in de tabel zichtbaar is, behaalt ROCvF de norm over de gehele periode. Ultimo 2015 was de stand van de liquide middelen 7,4 miljoen positief (2013: 6,8 miljoen positief). De stichting heeft daarnaast nog een, thans niet gebruikte, rekening courant faciliteit bij het Ministerie van Financiën van 4,5 miljoen. Het impact van het beschouwing nemen van deze faciliteit bij de berekening van de current ratio wordt ook in bovenstaande tabel toegelicht. Debt-Service coverage ratio: Deze ratio geeft aan hoe vaak de rente en aflossingsverplichtingen kunnen worden betaald uit de operationele kasstroom. De gedachte is dat het ROCvF een dusdanig duurzame 100

101 kasstroom genereert dat de verplichtingen vanuit de leningenportefeuille op korte en lange termijn gedragen kunnen worden. De operationele kasstroom moet dan (minimaal) voldoende zijn om de rentelasten en de benodigde aflossingen te dragen. De onderwijsinspectie heeft hier nog geen normering voor vastgesteld. Intern is de norm gesteld op 1,5 om toch nog enige bewegingsruimte te behouden. ROCvF voldoet voor 2015 aan deze norm. In 2016 wordt de norm eenmalig niet behaald door het zwaartepunt van de investering in Almere Poort. Vanaf 2017 wordt de norm weer behaald. Loan to value: Deze indicator normeert de (langlopende) financiering als een percentage van de waarde van de gefinancierde vaste activa (gebouwen en terreinen). Het geeft aan welk deel van de vaste activa ROCvF maximaal wilt financieringen met (langlopend) vreemd vermogen. De vaste activa, veelal onderwijsvastgoed, wordt hierbij normaliter gewaardeerd op bedrijfswaarde. Dat wil zeggen de waarde bij gecontinueerd gebruikt voor onderwijsdoeleinden. De onderwijsinspectie heeft hier nog geen normering voor vastgesteld. Intern is de norm gesteld op maximaal 50%. De achtergrond hiervan is dat de externe financiering op ons bezit niet hoger mag zijn dan de marktwaarde bij herbestemming. Zoals in bovenstaande tabel zichtbaar is, voldoet ROCvF voor 2014 en 2015 aan de norm, wordt deze norm in 2016 niet behaald vanwege het zwaartepunt van de investering in Almere Poort en ontwikkelt deze indicator zich daarna weer positief. Treasury en financiering ROCvF voldoet aan het Besluit Beleggen en Belenen. ROCvF heeft een treasury-statuut en een meerjarenfinancieringsplan. Het treasury-beleid is gericht op besturing en beheersing, de verantwoording en het toezicht op de financiële vermogenswaarden en geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s. In dit kader heeft ROCvF maandelijks de monitoring uitgevoerd op de financiële baten en lasten, de liquiditeitspositie en de debiteurenpositie. In de toelichting op de langlopende schulden in de jaarrekening is een overzicht opgenomen van de lopende financieringen, waaronder de overeenkomst met het Ministerie van Financiën inzake schatkistbankieren (inclusief de looptijden en de rentevaste perioden). ROCvF heeft in 2014 beleningen nog beleggingen uitgezet. ROCvF heeft een treasurycommissie. Het afgelopen jaar heeft deze commissie met name ingezet op het toevoegen van ROCvF in het werkende stramien van ROCvA qua beheersing van de kasstromen. Uitdagingen voor 2015 liggen in het ook toevoegen van VOvA in dit stramien, in het toevoegen van een rolling forecast en in het verbeteren van de toelichting op het gebied van treasury in de Q rapportages (ratio s, indicatoren). Risicoanalyse en risicomanagement In 2014 is voortgebouwd op de lijn die in 2013 is ingezet. In dat jaar heeft visievorming plaatsgevonden, is de stand van zaken onderzocht door KPMG met een advies voor verdere inrichting, zijn er uitgangspunten geformuleerd en is er een schets opgesteld voor verdere aanpak. Als belangrijke uitgangspunten van risicomanagement zijn in 2013 geformuleerd: - Risico s zijn niet volledig uit te bannen. - Risicomanagement dient gericht te zijn op het voorkomen van verrassingen en niet zozeer op het voldoen aan de regels. - Een goede inrichting van de organisatie en het goed uitvoeren van het werk voorkomt de meeste risico s. - Risicomanagement is een structureel element van ieders werkzaamheden en kan daarmee worden teruggebracht tot het individuele niveau. - Duidelijkheid bij iedere medewerker van zijn / haar verantwoordelijkheden is daarmee een voorwaarde voor goed uitvoeren van werkzaamheden en daarmee voorkomen van risico s. 101

102 - Ontevredenheid is een belangrijke indicator voor het signaleren en identificeren van risico s en tegelijkertijd een belangrijk sturingsmechanisme om risico s te beperken. - In 2014 is hier aan toegevoegd dat risicomanagement ook het voorkomen van het missen van kansen omvat. De in 2013 geformuleerde aanpak is in 2014 verder geconcretiseerd. De kenmerken ervan zijn - Positionering als een natuurlijk en vanzelfsprekend element van de werkzaamheden van iedere medewerker en heldere communicatie van het belang van risicomanagement. - Derhalve geen aparte dienst of afdeling risicomanagement maar het thema als structureel onderdeel van ieders werkzaamheden. - Deze inrichting sluit aan bij de besturingsfilosofie, het stimuleren van eigenaarschap en betrokkenheid op individueel niveau. - Het werken vanuit gemeenschappelijke kernwaarden wordt voortzetten om de binding met de doelen van de organisatie te versterken en daardoor de risico s voortkomend uit gedrag van medewerkers te verminderen. - Risicomanagement is opgenomen in de verantwoordingscyclus en is een element bij de gesprekscyclus van functioneren en beoordelen. - Tevredenheid wordt gebruikt als indicator voor succes en van potentiële risico s, en daarmee als sturingsmechanisme voor het verminderen of voorkomen van risico s. In 2014 is de verbinding gemaakt van risicomanagement met het realiseren van de beoogde kwaliteitssprong. Van ieder team is in beeld gebracht waar het team staat in zijn ontwikkeling, welke kansen er zijn voor verdere ontwikkeling en welke risico s er bestaan voor stagnatie of terugval. Deze inventarisatie is onderwerp van gesprek geweest in de dialoog in de MBO Colleges en tussen de directies en het Bestuur. Op basis daarvan zijn op teamniveau acties geformuleerd en uitgevoerd. De agendapunten bij de verantwoordingsgesprekken tussen de directies en het Bestuur worden besproken vanuit risicomanagement, in de vorm van het identificeren van mogelijke kansen of bedreigingen. Op directieniveau is risicomanagement, in combinatie met de kwaliteitssprong, tweemaal het thema geweest bij een gezamenlijk overleg tijdens de Vlootdagen. Hierbij is aandacht besteed aan de voornaamste mogelijke risico s die worden onderscheiden en aan het gedragsaspect. Deze onderwerpen vallen voor een deel samen. Gedrag wordt als een van de voornaamste risico s benoemd, naast financiën, imago en ontevredenheid. Elementen van gedrag die risico s met zich mee kunnen brengen en naar voren komen zijn: onvoldoende bewustzijn of besef van mogelijke risico s, onvoldoende betrokkenheid bij de organisatie of het werk, en een tekort schietende aanspreekcultuur. De algemene lijn voor de aanpak die hieruit wordt getrokken is hoe het individu te bereiken en welk leiderschap daarvoor nodig is. Bij de Vlootdagen is ingezoomd op het aspect van dilemma s die in de praktijk spelen en waar iedere medewerker wordt geconfronteerd, en op het leiderschap dat wordt vereist ten aanzien van risicomanagement; het bewerkstelligen van zorgvuldig, alert en loyaal gedrag. Geconstateerd wordt dat sturingsfilosofie en het bestaande instrumentarium voldoende zijn om adequaat risicomanagement uit te voeren. De inspanningen zijn gericht op verbetering van de kwaliteit en de toepassing ervan, bijvoorbeeld door het voortzetten van het werken vanuit kernwaarden, het verder ontwikkelen van reflectie en feedback, onder andere door inzet van de 360 graden methodiek, verhoging van de kwaliteit van de gesprekscycli en het doorzetten van het bevorderen van eigenaarschap en betrokkenheid. De volgende risico s worden onderkend: Nieuwe bekostigingsvoorwaarden en verdeelstaven (Focus op Vakmanschap) 102

103 Vanaf 2015 is de nieuwe bekostigingssystematiek in werking getreden wat wil zeggen dat de rijksbijdrage voor het eerst volgens de nieuwe bekostigingsregels is berekend. De aangenomen onderliggende wet richt zich op het doelmatiger inrichten van mbo-opleidingen en de modernisering van de mbo-bekostiging. Voor de jaren 2015 tot en met 2018 is nog voorzien in een overgangsbekostiging om te zorgen voor een geleidelijk overgang naar het nieuwe bekostigingsmodel. Onduidelijk is nog hoe de financiële uitwerking zal zijn van het nieuwe model (waaronder de cascade) op de afzonderlijke MBO Colleges. In 2015 zullen deze effecten na ontvangst van de bestanden op deelnemer niveau in beeld worden gebracht en worden doorgerekend. Vanuit de berekeningen van het Ministerie ten behoeve van de berekening van de overgangsbekostiging lijkt het impact op ROCvF negatief (2015: 0,3 miljoen (80%)). Risico bestaat dat er sprake zal zijn van een krimp in de bekostiging waarbij gestuurd zal moeten worden op het opbouwen van een flexibele schil evenals het in evenwicht houden van incidentele baten en lasten. Daarnaast zal ondernemerschap moeten worden gestimuleerd waarbij onder andere bij het aantrekken van nieuw personeel aandacht gegeven dient te worden. Ook zal de sturing er op gericht moeten zijn de studentaantallen minimaal stabiel te houden. Financieringsrisico De financierbaarheid van ROCvF is afhankelijk van de financiële positie en de verwachte ontwikkelingen daarin. ROCvF financiert de noodzakelijke investeringen zoveel als mogelijk vanuit de operationele kasstroom. Voor de financiering van grote investeringsprojecten zal echter aanvullende financiering nodig zijn. De borging (door OCW, door sectorfonds BVE en/of andere partijen) kan een knelpunt vormen. Hier wordt bewust op gestuurd door het leveren van goed onderwijs en het onderhouden van goede relaties met alle stakeholders. Nieuwe kwalificatiedossiers De invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers geeft iedere opleiding de kans het curriculum en de examinering te herzien. Hiermee wordt tevens de kans gecreëerd op aantrekkelijker onderwijs met een hoger rendement en minder uitval. Onduidelijkheid bestaat nog over welke kosten hiermee gepaard gaan. Hiertoe zijn middelen gereserveerd voor de ontwikkelgroep. De onderwijsverbeteringen die doorgevoerd moeten worden zullen tot stand moeten komen door een samenwerking tussen domeinen, MBO Colleges en onderwijsteams. Personeelsbestand Binnen ROCvF is sprake van een vergrijzing van het personeelsbestand (de vraag naar personeel voor de jaren bedraagt 59 fte). Enerzijds biedt dit mogelijkheden om het personeelsbestand te verjongen en de mogelijkheid om de flexibiliteit in het personeelsbestand te waarborgen en de gemiddelde personele last te verlagen. Anderzijds verdwijnt veel kennis en kan kwalitatieve frictie ontstaan. Voor de handhaving van de flexibele schil is het van belang dat de ruimte zich de komende jaren wel voordoet. Tevens wordt het steeds lastiger om voldoende kwalitatieve medewerkers aan te trekken. Ook bij andere ROC s zal dit risico zich voordoen. Het opbouwen van een strategisch personeelsbeleid en inzetten van specifieke scholing waar nodig is daarom van groot belang. Wachtgeldverplichtingen De in gang gezette reorganisaties beperken weliswaar het exploitatierisico op lange termijn, maar veroorzaken tegelijkertijd grote wachtgeldverplichtingen. ROCvF is immers, net als alle andere ROC s, eigen risicodrager inzake wachtgeld. Vanuit het Rijk wordt hiervoor jaarlijks binnen de lumpsum een bedrag ontvangen (2014: 1,2 miljoen). De afgelopen jaren blijkt dat de kosten die ROCvF maakt hoger liggen dan deze wachtgeldvergoeding. ROCvF anticipeert hierop door een voorziening voor de wachtgeldvergoedingen te vormen. Het risico is dat deze voorziening te laag is. 103

104 Posten in de jaarrekening met grote mate van schattingselementen Binnen het ROC wordt een voorziening aangehouden voor reorganisatie- en uitkeringsverplichtingen. De voorziening betreft geschatte toekomstige uitgaven voor WW-uitkeringen en bovenwettelijke uitkeringen (voor zover deze voor rekening van ROCvF komen) van voormalige medewerkers, en voor verder voor ontslaguitkeringen en afkoopsommen van huidige medewerkers die ontslagen zijn, alsmede bijkomende kosten voor omscholing en juridische bijstand. De berekening van de voorziening herstructurering is gebaseerd op de bestaande sociale plannen waarvoor instemming van de OR is verkregen. De belangrijkste uitgangspunten bij de berekening zijn: 1. De kosten voor WW (wettelijk) zijn per persoon geschat op basis van de informatie die het UWV verstrekt. Deze informatie is op individueel niveau en voorziet in de geplande einddatum van de uitkering. De onttrekking uit deze voorziening is op basis van de werkelijke kosten. De dotatie wordt gebaseerd op een inschatting van de te verwachten kosten. Rekening is gehouden met mogelijke wachtgeldaanspraken van medewerkers waarmee een vaststellingsovereenkomst is afgesloten en van medewerkers met een tijdelijk dienstverband waarvan per 31 december bekend is dat het contract niet verlengd zal worden. Er wordt geen rekening gehouden met de kans dat iemand ander werk vindt. 2. De kosten voor WW (bovenwettelijk) bestaat uit een tweetal componenten, te weten: Het eigen risico van het ROC waarin de kosten per persoon zijn geschat en een collectief deel voor ontslagen vóór en tot De onttrekking uit deze voorziening is op basis van de werkelijke kosten. De dotatie wordt gebaseerd op de door WW-Plus gemaakte inschatting/prognose. Deze prognose dekt een looptijd van 2015 t/m Voor de bepaling van de voorziening van het ROC wordt voor een horizon van 5 jaar vooruit de kosten meegenomen; 3. De kosten voor prepensioenen zijn per persoon geschat op basis van de gemaakte afspraken en de facturen van ABP. Deze regeling is ultimo 2014 komen te vervallen en dit betekent dat geen nieuwe instroom is in deze regelingen. Het jaar 2014 is hiermee tevens het laatste jaar waarin gelden worden onttrokken als gevolg van deze regelingen; 4. De kosten voor ontslaguitkeringen, afkoopsommen, omscholing en geschillen worden, voor zover mogelijk, geschat per persoon. De onttrekking uit deze voorziening is op basis van de werkelijke kosten. De dotatie wordt gebaseerd op een inschatting van de te verwachten kosten. Voor wat betreft de loonkosten is dit op basis van de huidige loonkosten, rekening houdend met individuele vertrekregelingen en/of pensioneringen. Overige kosten worden voor zover mogelijk geschat op basis van ervaringscijfers. De horizon voor de kosten is vastgesteld op vijf jaar ( ) in de toekomst. In het verleden is de inschatting gemaakt dat deze horizon overeenkomt met het gemiddelde gebruik van de uitkeringen. Inmiddels is het technisch mogelijk gemaakt door WW-plus om verder in de toekomst te prognosticeren. De betrouwbaarheid van de schattingen wordt wel minder naarmate verder in de toekomst wordt geprognosticeerd. Hierbij is men afhankelijk van individuele factoren als afstand tot de arbeidsmarkt, opleiding, leeftijd, arbeidsvoorwaarden alsmede algemene economische omstandigheden en werkgelegenheid. Vooralsnog zijn er geen indicaties die aanleiding geven om de horizon te wijzigen. Om inzicht te geven in de mate van schattingsonzekerheid, is berekend welke impact het zou hebben indien de horizon 6 of 7 jaar zou zijn. De uitkomsten hiervan zijn: - Horizon 6 jaar: Extra dotatie van circa EUR 0,7 mln; ( ten opzichte van 5 jaar ) - Horizon 7 jaar: Extra dotatie van circa EUR 0,6 mln. ( ten opzichte van 6 jaar ) 104

105 De extra dotaties aan de voorziening hebben uitsluitend betrekking op uitgangspunten 2 en 4. Waardering vastgoed De gebouwen en terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Deze activa worden duurzaam door de Stichting gebruikt. Periodiek wordt overwogen of sprake is van bijzondere waardeverminderingen aan de hand van de zogenoemde impairment triggers die de verslaggevingsregels benoemen. ROCvF heeft de intentie deze gebouwen niet te verlaten en voor onderwijsdoeleinden te gebruiken. Indicaties van deelnemers(groei) de komende jaren zijn positief en de bezetting van de gebouwen is goed. Voorts kunnen de huidige en toekomstige afschrijvingslasten gedekt worden door toekomstige opbrengsten (bron: meerjarenhuisvestingsplan). Derhalve geen indicaties van waardevermindering. Gebouwen en terreinen die buiten gebruik gesteld zijn, zijn gewaardeerd tegen actuele waarde gebaseerd op berekeningen van externe taxateurs. Binnen ROCvF betreft dit de grond aan de Vijzelweg die getaxeerd is op basis van een actueel taxatierapport. Waardering boven de kostprijs wordt opgenomen in de herwaarderingsreserve. Wet- en regelgeving Wet- en regelgeving binnen het onderwijs is sterk veranderend en vaak complex. ROCvF vergewist zich door deelname aan diverse gremia en cursus- en studiedagen van de vele veranderingen en neemt actie waar nodig. Het vermelden waard in dit kader zijn de (Europese) aanbestedingsregels. Deze maken onderdeel uit van het Beleidsplan inkoop en van de interne beleidsregels. Projecten waarvoor een aanbestedingsplicht geldt, worden geleid door de centrale afdeling Inkoop waar de juist expertise omtrent de (Europese) aanbestedingsregels aanwezig is. De afdeling Inkoop stelt een jaarkalender op waarop alle aanbestedingen staan vermeld die voor dat betreffende jaar gepland staan. Na een aanbesteding geldt de verplichting voor de gehele organisatie om zich te committeren aan de afgesloten overeenkomst. Deze verplichting wordt tevens gefaciliteerd door het lopende project om meer en meer te komen tot (digitale) vastlegging van de bestelling waardoor binnenkomende facturen automatisch gematcht en geboekt worden en de nadruk verschuift van autorisatie van de factuur naar autorisatie van de bestelling / volledigheid van de verplichtingen. Overige maatregelen van controle betreffen contractregisters en interne analyses. 105

106 17.2 Continuïteitsparagraaf Ontwikkeling studentenaantallen ROCvF De (gewogen) aantallen zijn gebaseerd op de accountantstellingen (tot en met 2013). De forse stijging tussen 2012 en 2013 hangt samen met de verhoging van de prijsfactoren voor met name techniekopleidingen. In de Rijksbekostigingsbrief 2015 heeft het ministerie van OCW de deelnemersaantallen inclusief deze nieuwe prijsfactoren aan de instellingen teruggekoppeld. De raming 2014 is gebaseerd op de interne, zogenoemde, beleidstelling. Dit is de telling die ROCvF aan de accountant voorlegt ter controle. De groei vanaf 2015 en verder is gebaseerd op de verwachte groei van de macro-aantallen volgens het Ministerie van OCW, zoals afgegeven in de Rijksbegroting. Het procentuele groeipercentage laat een voorzichtige groei zien. In de meerjarenbegroting wordt er echter van uitgegaan dat ROCvF geen hogere groei zal hebben dan de andere mbo instellingen en wordt derhalve niet geanticipeerd op een hoger niveau van de Rijksbekostiging (lumpsum). De Rijksbekostiging voor 2015 is uiteraard gebaseerd op ontvangen beschikkingen. De demografische en economische ontwikkelingen van de regio zijn zodanig dat niet verwacht wordt dat op korte termijn een krimp in studentenaantallen zal optreden. De MBO Colleges zijn goed gepositioneerd en gefundeerd in de regio. De onderwijskwaliteit is in zijn algemeenheid op orde. De stijging van de Rijksbijdrage in het volgende overzicht wordt derhalve niet verklaard door de lumpsum, maar door de aangekondigde stijging in de additionele middelen voor kwaliteitsafspraken (Studiewaarde (voorheen Studiesucces) en BPV). Het relatief hoge bedrag in 2015 hangt, zoals eerder beschreven, samen met Business College en VAVO. 106

107 17.3 Staat van baten & lasten en balans (x 1.000) Staat baten en lasten Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen College-, cursus en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Totaal baten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening (x 1.000) Balans Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Totaal activa Algemene reserve Bestemmingsreserve pubiek 271 Resultaat boekjaar Totaal eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva Solvabiliteit 28% 34% 24% 25% Current ratio 1,0 0,8 1,4 0,7 107

108 17.4 Toelichting op de prognose van de Staat van baten & lasten en balans De voorgaande tabel is voor het jaar 2014 gebaseerd op de jaarrekening 2014 en voor de jaren gebaseerd op de business case zoals zeer recent opgesteld ten behoeve van de investering in Almere Poort/Buiten. Deze business case is goedgekeurd door de Raad van Toezicht op 1 april Omdat bij het opstellen van de meerjarenbegroting nog geen rekening was gehouden met de investering in Almere Poort/Buiten achten wij het raadzaam, gezien de materiële impact van deze investering, de continuïteitsparagraaf met deze informatie te updaten. Dit leidt alleen tot een afwijking in het eigen vermogen tussen 2014 en 2015, omdat bij het opstellen van de business case met een eerdere versie van de jaarrekening is gewerkt. Financieringsstructuur Ter financiering van de investering in Almere Poort/Buiten, zichtbaar binnen de materiële vaste activa is uitgegaan van een langlopende lening (30 jaar, rentevast) van 16 miljoen ineens op te nemen in De financierbaarheid van deze investering is mede afhankelijk van de steun van alle betrokken maatschappelijke partners. Door de met ingang van 2015 positieve exploitatieresultaten wordt het eigen vermogen versterkt en voldoet ROCvF aan de interne norm van 1% rentabiliteit. De forse rentabiliteit in 2015 wordt voornamelijk veroorzaakt door de bekostigingssystematiek vanuit het Rijk. Dit is de zogenoemde t-2 systematiek waarbij de bekostiging wordt ontvangen op basis van de deelnemersaantallen van 2 jaar eerder (in het VAVO 1 jaar eerder). Derhalve worden in 2015 baten ontvangen voor Business College ( 1,6 miljoen) terwijl Business College inmiddels afgebouwd is en voor VAVO ( 0,6 miljoen) terwijl VAVO studenten inmiddels bij VAVO Amsterdam zijn ingeschreven is het laatste jaar dat in deze mate baten worden ontvangen voor deze concernonderdelen. De ultimo 2014 bestaande herwaarderingsreserve (bestemmingsreserve publiek) volgt uit de herwaardering van de Vijzelweg. De omvang van de voorzieningen (met name personele) blijft naar verwachting stabiel. Huisvesting Het ROC van Flevoland hanteert een gedetailleerd strategisch huisvestingsplan. Daarin is de optimale huisvestingssituatie aangegeven, hetgeen inhoudt: de meest geschikte gebouwen, op de meest geschikte plaats voor de MBO Colleges afzonderlijk en het ROC van Flevoland als geheel. Het ROC van Flevoland nam (nog) geen nieuwbouw in gebruik, maar stootte wel ruimte af. De grootste wijziging was de afstoot in 2014 van m2 overtollig eigendom aan de Vaartweg in Lelystad. Het Strategisch Huisvestingsplan is in 2014 een nieuwe fase ingegaan: het is geactualiseerd op basis van de prognoses voor de jaren Voor het ROC van Flevoland wordt een groei in het aantal studenten verwacht van 3% per jaar gedurende de komende 5 jaar. Op basis hiervan zijn de plannen voor nieuwbouw in Almere Poort in 2017/2018 weer nieuw leven ingeblazen, financieel geholpen door de beëindiging van het huurcontract voor de Louis Armstrongweg per april Naast nieuwbouw in Poort is een forse facelift voorzien van de locatie Straat van Florida. In Lelystad wordt een traject ingezet dat beoogt via samenwerking met andere partijen, met name het voortgezet onderwijs in de stad, de gebouwbenutting van het Agorawagenplein te verbeteren. Na de bovengenoemde mutaties bestaat bijna al het onroerend goed van ROC van Flevoland uit eigendomspanden. Slechts voor specifieke doeleinden wordt gehuurd. Het gaat 108

109 hier met name om sportaccommodatie. Na de nieuwbouw Poort zal vooral een beroep gedaan worden op de dan bijna naastgelegen sporthal en zwembad in Poort. In financieel opzicht blijft gelden dat de centrale uitgaven (eigenaarslasten) voor huisvesting niet boven 9% van de lumpsum bekostiging vermeerderd met additionele middelen uitkomen. Dit is expliciet beleid. In het ROC van Flevoland is het beleid gericht op het zo snel mogelijk bereiken van deze doelstelling. De (ver)nieuwbouwplannen gaan dan ook hand in hand met monitoring van de prognose. Zoals in het verleden zal door middel van halfjaarlijkse actualisering van de financiële meerjarenraming worden geborgd dat de huisvesting niet uit de pas gaat lopen ten opzichte van de studentenaantallen. Minstens zo belangrijk als de kwantiteit is de kwaliteit van de gebouwen. Belangrijk onderdeel van de kwaliteit vormen de klimaatvoorzieningen licht, ventilatie, warmte en geluid. Op dit terrein is het beleid gericht op het bereiken van minimaal het niveau Frisse Scholen klasse C. Op veiligheidsgebied ligt het accent op het optimaliseren van de sociale veiligheid, naast het blijvend borgen van de fysieke veiligheid. Een laatste onderdeel van de kwaliteit is de signing. Op dat gebied is vermeldenswaardig dat via een groot project in de nieuwe huisstijl zichtbaar gemaakt wordt op de gebouwen. Personele bezetting ROCvF Personele bezetting in fte Beroepsonderwijs Management/directie Onderwijzend personeel Overige medewerkers Het meerjarenformatieplan dat in september 2014 gereed is gekomen gaat uit van de volgende kwantitatieve conclusies ten aanzien van de personeelsvraag in de periode : Frictievraag: om te kunnen voldoen aan de normering dat minimaal 70% van de baten wordt ingezet voor personele lasten: 0 fte; Frictievraag: om te kunnen voldoen aan de normering dat van de totale loonsom minimaal 70% van de arbeidsplaatsen (fte s) wordt ingezet voor onderwijsuitvoerend personeel (PP) en maximaal 30% van de arbeidsplaatsen voor onderwijsondersteunend en management personeel: 1 fte dient te verschuiven van SP naar PP. Vervangingsvraag als gevolg van leeftijd / uitstroom: 72 fte (waarvan 51 PP en 21 SP). En voorts is de afname als gevolg van afbouw Educatie 13 fte (waarvan 11 PP en 2 SP). Concluderend moet er totaal geworven worden in de planperiode: = 59 fte. In bovenstaande tabel zijn deze conclusies verwerkt en voorts ook de overgang van het personeel van de Centrale diensten van ROCvF naar ROCvA per 1 januari

110 De verhouding PP/SP heeft in de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling laten zien. De SP formatie ligt dichtbij de normering. Gezien de uitstroom in ook het SP zal het in de komende jaren mogelijk worden de normering op een natuurlijke wijze te bereiken. Nieuwe onderwijsontwikkelingen als Focus op Vakmanschap en de invoering van nieuwe verbrede kwalificatiedossiers geven mede richting aan de concrete invulling van de wervingsvraag en de inzetbaarheid (zowel kwantitatief als kwalitatief) van medewerkers. Het formatiebeleid kent, naast de reeds genoemde, de volgende kaders: Voor de MBO Colleges geldt een verdeling van minimaal 79% van de fte s in PP en maximaal 21% van de fte s in eigen SP; Het SP in onder te verdelen in de volgende categorieën: direct onderwijsondersteunend personeel (12%) en indirect onderwijsondersteunend personeel en management (18%); Elke MBO College heeft een flexibele schil van minimaal 15% in haar lerarenformatie; Elke leraar of andere PP functionaris wordt voor minimaal 50% van zijn arbeidstijd ingezet op primaire onderwijstaken en/of activiteiten; In het kader van een evenwichtige en rechtvaardige lessentaak verdeling in een team, en in het kader van werkdruk spreiding wordt een (fulltime) leraar maximaal ingezet op 28 lessen * 45 minuten * 40 weken (850 klokuren) en minimaal op 480 klokuren; een parttime leraar wordt naar rato van de betrekkingsomvang op lessen ingezet; Ieder MBO College formuleert een personeelsplan waarin onder andere is opgenomen hoe men de uitstroom van pensionerende leraren en de instroom van jonge leraren gaat reguleren, met mede de opdracht om de GPL te beheersen. Op basis van het meerjarenformatieplan en de kwantitatieve conclusies die daaruit voortkomen, zijn de organisatieonderdelen nu bezig met een eigen meerjarenformatieplan om hieraan een nadere, ook kwalitatieve, invulling te geven. In 2015 zullen deze plannen worden samengevoegd om tot een ROCvF-breed, meerjaren, beleidsrijk, formatieplan te komen. Risicobeheersing en controlesysteem Zie risicoanalyse en risicomanagement, vanaf blz Belangrijkste risico s en onzekerheden Zie risicoanalyse en risicomanagement, vanaf blz Rapportage RvT Zie Jaarverslag onder Verslag Raad van Toezicht, blz. 8 Nota Helderheid 2014 Hieronder worden de thema s van Helderheid per thema toegelicht. 1. Uitbesteding Binnen ROCvF wordt slechts in beperkte mate de onderwijstaak uitbesteed aan derden. In het verslagjaar 2014 is door Business College een bedrag van onderwijs uitbesteed aan OVD Educatieve Uitgeverij, TeleTrain en Erkend Opleiden. 2. Overzicht inzet van Rijksbijdrage investeringen in private activiteiten In het verslagjaar 2014 zijn geen uitgaven gedaan voor private activiteiten. Alle private activiteiten zijn ondergebracht in de ROC Flevoland Holding B.V./Traint B.V. In deze vennootschappen vinden slechts beperkt activiteiten plaats. 110

111 3. Eigen fonds les- en cursusgelden, niet uit Rijksbijdrage De stichting heeft geen fonds met betrekking tot les- en cursusgelden. In een aantal gevallen wordt het wettelijk cursusgeld niet betaald door de student zelf maar door derden (bedrijven of instellingen). Dit geschiedt, conform de voorschriften, via een schriftelijke machtiging van de student zelf. 4. Studenten die ROCvF na 1 oktober relatief snel hebben verlaten In totaal hebben in de periode van 2 oktober t/m 31 december Studenten de instelling verlaten, waarvan 56 met en 404 studenten zonder diploma. In dezelfde periode hebben zich 17 studenten ingeschreven zonder dat daarvoor bekostiging wordt ontvangen. Overzicht van de studenten die na 1 oktober zijn ingeschreven voor een opleiding zonder dat daarvoor bekostiging wordt ontvangen (periode t/m ), het betreft studenten die wel onderwijs volgen maar waarvoor geen bekostiging wordt ontvangen: 111

112 5. Overzicht geïntegreerde trajecten educatie- en beroepsonderwijs Van de studenten op 1 oktober 2014 inschreven in het beroepsonderwijs volgt 1 deelnemer gelijktijdig een traject in het Volwassenonderwijs. 6. Overzicht overstap tijdens het schooljaar naar andere opleiding/leerweg binnen de instelling Ten gevolge van de invoering van het competentiegerichte onderwijs waarbij studenten in de loop van het jaar kiezen voor een uitstroomprofiel is het aantal studenten dat overstapt naar een andere opleiding de afgelopen jaren sterk toegenomen. Feitelijk gaat het om dezelfde opleiding. In totaal zijn 825 studenten overgestapt naar een andere opleiding. 7. Overzicht voor welke bedrijven / organisaties maatwerktrajecten zijn georganiseerd In 2014 zijn geen maatwerktrajecten uitgevoerd waarbij een derde- een bedrijf of een andere organisatie een bijdrage betaalt voor het op maat snijden van trajecten voor eigen personeel. 8. Overzicht van de horizontale, in de tijd verspreide, stapeling van diploma s Onderzocht is of horizontale, in de tijd verspreide, stapeling van diploma s voorkomt. Diploma s op een lager niveau dan de opleiding die gevolgd is komen alleen voor als de student wordt uitgeschreven voor de opleiding op het hogere niveau en de eindtermen behorend bij de verwante opleiding op het lagere niveau zijn gehaald. De examencommissie heeft dat in voorkomende gevallen vastgesteld. Van de studenten die een diploma hebben ontvangen op een lager niveau en na diplomering nog waren of zijn inschreven in een opleiding op een hoger niveau is vastgesteld dat ze al eerder in de opleiding op het lagere niveau waren ingeschreven. Feitelijk zijn zij begonnen aan de opleiding op het hogere niveau terwijl zij de opleiding op het lagere niveau formeel nog moesten afronden. In beide gevallen is geen sprake van strategisch gedrag gericht op winstmaximalisatie. Het belang van de student (het behalen van een diploma) staat in beide gevallen voorop. Van de studenten waar in 2014 een voor bekostiging in aanmerking komend diploma is uitgereikt, is aan 159 studenten al in een voorafgaand jaar een bekostigd diploma uitgereikt, in bijna alle gevallen (157 studenten) is een diploma uitgereikt op een hoger 112

CVI-Managementconferentie IJzersterk 2013

CVI-Managementconferentie IJzersterk 2013 CVI-Managementconferentie IJzersterk 2013 1 Slim krachten bundelen, vanuit klein binnen groot Edo de Jaeger vz. RvB ROCvA en ROCF vz CvB ROCvA Ronald Wilcke vice vz RvB ROCvA en ROC F en vz. CvB ROC F

Nadere informatie

Jaarverslag 2014. ROC van Amsterdam

Jaarverslag 2014. ROC van Amsterdam Jaarverslag 2014 ROC van Amsterdam ROC van Amsterdam Bezoekadres Fraijlemaborg 141 1102 CV Amsterdam Postadres Postbus 2584 1000 CN Amsterdam Telefoon 020-579 1000 Fax 020-579 1001 Internet http://www.rocva.nl

Nadere informatie

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT. bij

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT. bij DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT bij ROC van Amsterdam - Flevoland 2 DE ORGANISATIE Het ROC van Amsterdam Het ROC van Amsterdam

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. : ROC van Flevoland

Jaarverslag 2013. : ROC van Flevoland Jaarverslag 2013 ROC van Flevoland Uitgave : ROC van Flevoland Kenmerk : Jaarverslag 2013 ROCvF Vastgesteld door het College van Bestuur : 02-06-2014 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht : 02-06-2014

Nadere informatie

DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE. ROC van Flevoland

DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE. ROC van Flevoland DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE ROC van Flevoland ROC van Flevoland Het Regionaal Opleidingen centrum van Flevoland behoort tot een van de ruim 40 ROC s van ons land. Inspelend op de veranderende

Nadere informatie

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LEDEN RAAD VAN TOEZICHT. bij

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LEDEN RAAD VAN TOEZICHT. bij DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE Voor de positie van LEDEN RAAD VAN TOEZICHT bij ROC van Amsterdam-Flevoland 2 DE ORGANISATIE Het ROC van Amsterdam Het ROC van Amsterdam

Nadere informatie

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van. Lid RAAD VAN TOEZICHT HRM & Onderwijs

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van. Lid RAAD VAN TOEZICHT HRM & Onderwijs DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE Voor de positie van Lid RAAD VAN TOEZICHT HRM & Onderwijs bij ROC van Amsterdam-ROC van Flevoland 2 DE ORGANISATIE Het ROC van Amsterdam

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. : ROC van Amsterdam

Jaarverslag 2013. : ROC van Amsterdam Jaarverslag 2013 ROC van Amsterdam Uitgave : ROC van Amsterdam Kenmerk : Jaarverslag 2013 ROCvA Vastgesteld door het College van Bestuur : 02-06-2014 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht : 02-06-2014

Nadere informatie

Jaarverslag 2012. : ROC van Amsterdam

Jaarverslag 2012. : ROC van Amsterdam Jaarverslag 2012 ROC van Amsterdam Uitgave : ROC van Amsterdam Kenmerk : Jaarverslag 2012 ROCvA Vastgesteld door de Raad van Toezicht : 28-06-2013 Goedkeurende accountantsverklaring : 28-06-2013 Aangeboden

Nadere informatie

Jaarverslag 2012. : ROC Flevoland

Jaarverslag 2012. : ROC Flevoland Jaarverslag 2012 ROC Flevoland Uitgave : ROC Flevoland Kenmerk : Jaarverslag 2012 ROCF Vastgesteld door de Raad van Toezicht : 28-06-2013 Goedkeurende accountantsverklaring : 28-06-2013 Aangeboden bij

Nadere informatie

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden: Concretisering Code Goed Bestuur voor Onderwijs Primair Inleiding De leden van de PO-Raad hebben in 2010 de Code Goed Bestuur vastgesteld als leidraad voor goed bestuur in het primair onderwijs. Het bestuur

Nadere informatie

Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA

Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA VOORWOORD In dit verslag van obs de Delta treft u op schoolniveau een verslag aan van de ontwikkelingen in het afgelopen schooljaar in het kader van de onderwijskundige ontwikkelingen,

Nadere informatie

Aandacht voor jouw ambitie!

Aandacht voor jouw ambitie! Aandacht voor jouw ambitie! ROC Rivor is hét opleidingscentrum van regio Rivierenland. Wij bieden een breed scala aan opleidingen, cursussen en trainingen voor jongeren en volwassenen. Toch zijn we een

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR Toezichtkader Raad van Toezicht SGR Vastgesteld door de Raad van Toezicht van SGR op 14 april 2015 Inleiding Vanaf 2011 zijn bij de SGR de functies van bestuur en intern toezicht gescheiden. Deze functiescheiding

Nadere informatie

Jaarverslag 2011. ROC Flevoland

Jaarverslag 2011. ROC Flevoland Jaarverslag 2011 ROC Flevoland 1 ROC Flevoland Bezoekadres: Straat van Florida 1 1334 PA Almere Postadres: Postbus 30131 1303 AC Almere Tel. 036-5495900 Fax. 036-5495999 Internet: http://www.rocflevoland.nl/

Nadere informatie

Intern toezichtkader PVO Walcheren

Intern toezichtkader PVO Walcheren Intern toezichtkader PVO Walcheren Februari 2015, intern toezichtkader stichting PVO Walcheren Pagina 1 Voorwoord Dit toezichtkader is tot stand gekomen in het kader van de vorming van het nieuwe samenwerkingsverband

Nadere informatie

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Visie en Toezicht Conform artikel 2 lid 2 van

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF Inleiding De raad van toezicht van Laverhof heeft de wettelijke taak toezicht te houden op de besturing door de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Laverhof

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort FUNCTIEPROFIEL Opdrachtgever: Functienaam: Deskundigheid Noorderpoort Lid Raad van Toezicht Sociale domein 1. ORGANISATIE Noorderpoort Noorderpoort bereidt jongeren en volwassenen voor op hun rol in de

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie Nr. 214 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo. 25 november 2018/definitieve versie/toezichtkader/raad van Toezicht Stichting Bravoo

Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo. 25 november 2018/definitieve versie/toezichtkader/raad van Toezicht Stichting Bravoo 1 Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo 2 3 1 Inleiding De Raad van Toezicht van Stichting Bravoo houdt als intern toezichthouder integraal toezicht op de gang van zaken binnen de stichting

Nadere informatie

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 TECHNUM in vogelvlucht Wat is Technum Welke participanten Waarom noodzakelijk Waar we voor staan Wat onze ambities zijn TECHNUM Zelfstandige onderwijsvoorziening

Nadere informatie

PROFIEL. Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs. Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland

PROFIEL. Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs. Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland PROFIEL Lid Raad van Toezicht profiel Onderwijs Stichting Regio College Zaanstreek - Waterland PublicSpirit drs. Marylin E.A. Demers Senior consultant Amersfoort, november 2015 Organisatie & context Het

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Vakinstelling SVO Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 68095 Onderzoeksnummer : 289306 Periode onderzoek : Mei 2016-November 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

BIJLAGE E: PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD VAN TOEZICHT

BIJLAGE E: PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD VAN TOEZICHT BIJLAGE E: PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD VAN TOEZICHT In de zelfevaluatie Raad van Toezicht worden de volgende onderwerpen besproken, met behulp van een vragenlijst: De mate waarin de Raad van Toezicht

Nadere informatie

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 E. (Edward) Moolenburgh Directeur VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een scheiding

Nadere informatie

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader 1 Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool 2 INLEIDING 3 De Raad van Toezicht van De Haagse Hogeschool formuleert in dit de inhoudelijke uitgangspunten van zijn toezicht en de manier waarop hij daaraan invulling

Nadere informatie

VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG

VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG VERENIGING VAN TOEZICHTHOUDERS IN ONDERWIJSINSTELLINGEN VTOI januari 2016 Checklist verantwoording RvT in het jaarverslag Pagina

Nadere informatie

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE 8 februari 2017 1 Inleiding In deze toezichtvisie geven wij als de Raad van Toezicht van het Nova College aan waarom wij toezicht houden, wat we daarmee willen

Nadere informatie

IN hoofdlijnen Jaarverslag 2012

IN hoofdlijnen Jaarverslag 2012 IN hoofdlijnen Jaarverslag 212 Kijk voor de volledige versie op www.rockopnh.nl Gewoon een goede school Kwalitatief goed onderwijs als basis 212 was een overgangsjaar voor wat betreft het strategisch beleidsplan

Nadere informatie

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018 Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018 Preambule Dit reglement is een directiestatuut in de zin van artikel 32 van

Nadere informatie

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan! Het vmbo van de toekomst Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan! Voorstellen Mirjam Bosch, plv. directeur CSV Veenendaal Dennis Heijnens, adviseur bij Actis Advies Programma deelsessie

Nadere informatie

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting SHON (4523828)/30709

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting SHON (4523828)/30709 ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER Stichting SHON (4523828)/30709 Utrecht, 9 april 2015 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de omvang van de financiële buffer per 31 december

Nadere informatie

Hierbij vindt u het antwoord op vragen van het lid Van den Hul (PvdA) over grote problemen bij ROC Top (ingezonden 27 juni 2018).

Hierbij vindt u het antwoord op vragen van het lid Van den Hul (PvdA) over grote problemen bij ROC Top (ingezonden 27 juni 2018). >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG.. Middelbaar Beroeps Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT

HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT INLEIDING Sinds 24 oktober 2011 is het Raad van Toezichtmodel bij de Meerwaarde operationeel. De dagelijkse leiding is vanaf die datum in handen van een eenhoofdig

Nadere informatie

Profiel leden Raad van Toezicht Ingrado

Profiel leden Raad van Toezicht Ingrado Profiel leden Raad van Toezicht Ingrado Februari 2017 1 1. Inleiding Ingrado is een landelijke opererende vereniging waarvan de gemeenten en de RMC-regio s lid zijn. Binnen die gemeenten en regio s zijn

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

Profiel Raad van Toezicht. Stichting de Woonmensen/ KWZA

Profiel Raad van Toezicht. Stichting de Woonmensen/ KWZA Profiel Raad van Toezicht Stichting de Woonmensen/ KWZA KP 14 november 2012 1 Inleiding Uitgangspunt voor de bezetting van de Raad van Toezicht is, dat deze bestaat uit generalisten die gezamenlijk een

Nadere informatie

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie :

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie : RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij ROC van Amsterdam Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 40833 Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie

Nadere informatie

Jaarverslag 2011. ROC van Amsterdam

Jaarverslag 2011. ROC van Amsterdam Jaarverslag 2011 ROC van Amsterdam Versie 1.0 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht op 14 mei 2012 1 ROC van Amsterdam Fraijlemaborg 141 1102CV Amsterdam Postadres: Postbus 2584 1000CN Amsterdam Tel. 020-5791000

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht. 12 november 2014, versie 2.0

Toezichtkader Raad van Toezicht. 12 november 2014, versie 2.0 Toezichtkader Raad van Toezicht 12 november 2014, versie 2.0 Besluit Raad van Toezicht d.d. 29 oktober 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding p.3 De verschillende rollen van CvB en RvT p.3 Toezicht en bestuur

Nadere informatie

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT Sector: ESB&I Gevalideerd door: de paritaire commissie ECABO Vaststellingsdatum: 7 oktober 2014 Examenprofielnummer: EXPRO.16 1 Inleiding

Nadere informatie

TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN HET ROC VAN FLEVOLAND EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS. Utrecht, maart 2016 Kenmerk:

TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN HET ROC VAN FLEVOLAND EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS. Utrecht, maart 2016 Kenmerk: TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN HET ROC VAN FLEVOLAND EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS Utrecht, maart 2016 Kenmerk: 4765491 INHOUD 1 Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Wettelijk kader

Nadere informatie

Reglement intern toezicht

Reglement intern toezicht Reglement intern toezicht De raad van toezicht van de Stichting Scala College en Coenecoop College besluit gelet op richtlijn 23 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 en artikel 2 lid 1

Nadere informatie

Jaarverslag 2012 Dienst P&O ROC West-Brabant

Jaarverslag 2012 Dienst P&O ROC West-Brabant Dienst Personeel & Organisatie Jaarverslag 2012 Jaarverslag 2012 Dienst P&O ROC West-Brabant Maart 2013 Dienst P&O Jaarverslag Dienst P&O 2012 Pagina 1 Voorwoord Voor de Dienst P&O was 2012 een bewogen

Nadere informatie

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Vastgesteld door het college van bestuur op 4 januari 2016 Positief advies beleidsoverleg 13 oktober 2015 Goedgekeurd door de raad van toezicht 18 december 2015

Nadere informatie

Profielschets leden van de raad van toezicht

Profielschets leden van de raad van toezicht Profielschets leden van de raad van toezicht Competentieprofiel voor de raad van toezicht behorend bij de statuten van Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden 23 mei 2016 Preambule In het licht van good

Nadere informatie

Profiel leden Raad van Toezicht vereniging Ingrado

Profiel leden Raad van Toezicht vereniging Ingrado Profiel leden Raad van Toezicht vereniging Ingrado Vastgesteld tijdens Algemene Vergadering 18 april 2019 2 1. Inleiding Ingrado is een landelijke opererende vereniging waarvan de gemeenten en de RMC-regio

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting ROC TOP Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 42625 Onderzoeksnummer : 289366 Periode onderzoek : Jan -Oktober 2016 Datum vaststelling : November 2016

Nadere informatie

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK SCHOOLONTWIKKELPLAN 2017-2021 SAMEN UNIEK Instemming van de medezeggenschapsraad: 23 januari 2017 1 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Missie... 4 3. Visie... 4 4. Zes pijlers... 5 5. Kernwaarden en ambities...

Nadere informatie

Geert van der Tang, directeur VTOI-NVTK Woensdag 7 november 2018

Geert van der Tang, directeur VTOI-NVTK Woensdag 7 november 2018 Geert van der Tang, directeur VTOI-NVTK Woensdag 7 november 2018 Opbouw VTOI-NVTK Kaders van bestuur en toezicht Gemeenschappelijk doel Inrichten effectieve overlegstructuur Afronding VTOI-NVTK VTOI-NVTK

Nadere informatie

DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM. Reglement. Raad van Toezicht. november 2018

DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM. Reglement. Raad van Toezicht. november 2018 DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM Reglement Raad van Toezicht november 2018 Vastgesteld door de RvT in de vergadering van 19 november 2018 Inleiding Binnen de Stichting Dierenopvangcentrum Amsterdam II (Stichting)

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ROC A12 Onderwijsassistent, 93500 Veiligheid en vakmanschap (Aankomend medewerker grondoptreden), 95081 Ondernemer detailhandel,

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht

Reglement Raad van Toezicht Reglement Raad van Toezicht ter uitvoering van artikel 14, lid 3, van de statuten van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Ermelo Begrippen In dit reglement wordt onder Raad verstaan

Nadere informatie

T O E Z I C H T S K A D E R

T O E Z I C H T S K A D E R T O E Z I C H T S K A D E R Eindversie; vastgesteld door bestuur SWV PO de Meierij d.d. 4 februari 2016 Preambule Het Toezichthoudend bestuur past de Code Goed Onderwijsbestuur toe zoals deze is opgesteld

Nadere informatie

functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht

functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht geleding datum advies selectie en 26-09-2014 benoemingscommissie RvT advies CvB/MT 29-09-2014 voorgenomen besluit raad van toezicht 27-11-2014 advies

Nadere informatie

Korte versie beleidsplan

Korte versie beleidsplan Korte versie beleidsplan 2015 2019 Voorwoord In dit strategisch beleidsplan Ieder talent blijft tellen beschrijft de Stichting Archipel Scholen de richting waarin de organisatie zich de komende vier jaar

Nadere informatie

De LOB-scan voor mbo

De LOB-scan voor mbo 35 BIJLAGE 3 De LOB-scan voor mbo De LOB-scan Doel van de LOB-scan is om zicht te krijgen op hoe Loopbaanontwikkeling en -begeleiding (LOB) in jullie onderwijsinstelling er op dit moment voor staat. De

Nadere informatie

Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht?

Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht? VTOI, 17 april 2015 Workshop Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht? clemens.geenen@dyade.nl 1 Programma 1. Toezichtplan 2. Wat is de relatie tussen kwaliteit

Nadere informatie

Functieprofiel Raad van Toezicht

Functieprofiel Raad van Toezicht Functieprofiel Raad van Toezicht Opgesteld: november 2014 Vastgesteld: 25 november 2014 Functieprofiel Raad van Toezicht SALTO 1 Functieprofiel Raad van Toezicht SALTO Organisatieschets In 2001 zijn de

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019)

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Pagina 1 van 5 Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Artikel 1. Algemeen De Raad van Toezicht van de Stichting Gereformeerde Scholengroep,

Nadere informatie

Aanvullend Reglement Raad van Toezicht Vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d. (2 oktober 2012)

Aanvullend Reglement Raad van Toezicht Vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d. (2 oktober 2012) Aanvullend Reglement Raad van Toezicht Vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d. (2 oktober 2012) Algemeen De raad van toezicht van de Stichting Gereformeerde Scholengroep, statutair gevestigd te Groningen,

Nadere informatie

Datum 8 juli 2016 Betreft Antwoord op schriftelijke vragen van lid Jadnanansing (PvdA) over het bericht Mbo-student negatief over lessen

Datum 8 juli 2016 Betreft Antwoord op schriftelijke vragen van lid Jadnanansing (PvdA) over het bericht Mbo-student negatief over lessen >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Auditdienst Rijk Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Veel gestelde vragen over het verbeterplan bpv. Over het inleveren van het verbeterplan BPV

Veel gestelde vragen over het verbeterplan bpv. Over het inleveren van het verbeterplan BPV Veel gestelde vragen over het verbeterplan bpv Over het inleveren van het verbeterplan BPV 1. Moet het verbeterplan bpv hard copy ingeleverd worden of digitaal? A: Het verbeterplan bpv moet uiterlijk op

Nadere informatie

Instruerend Bestuur Quickscan en checklist

Instruerend Bestuur Quickscan en checklist Instruerend Bestuur Quickscan en checklist Stade Advies BV Kwaliteit van samenleven Quickscan Instruerend Bestuur (0 = onbekend; 1 = slecht; 2 = onvoldoende; 3 = voldoende; 4 = goed; 5 = uitstekend) 1.

Nadere informatie

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 E. (Edward) Moolenburgh Directeur VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2 1. Dit formulier is bedoeld om te checken of een

Nadere informatie

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT werkveld datum Instemming/advies GMR Vaststelling RvT Vastgesteld CvB Organisatie 28-11-2012 n.v.t. 28-11-2012 n.v.t. Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT Inhoudsopgave 1. Procedure zelfevaluatie Raad van

Nadere informatie

TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT

TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT PROFIELSCHETS TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT SPECIFIEK PROFIEL: EXPERTISE IN ORGANISATIEONTWIKKELING EN HRM SPECIFIEK PROFIEL: EXPERTISE IN ONDERNEMERSCHAP (BEDRIJFSLEVEN) OPENBARE SCHOLENGROEP VLAARDINGEN

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU. Leidse instrumentmakers School te Leiden

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU. Leidse instrumentmakers School te Leiden ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU Leidse instrumentmakers School te Leiden Fijnmechanische techniek (Researchinstrumentmaker) 4255204/4 BRIN: 02OV Onderzoeksnummer:

Nadere informatie

Transitieverklaring van ROC Leiden, ID College, ROC Mondriaan en Nova College

Transitieverklaring van ROC Leiden, ID College, ROC Mondriaan en Nova College Transitieverklaring van ROC Leiden, ID College, ROC Mondriaan en Nova College 1. Achtergrond en perspectief De ernstige financiële problemen van het ROC Leiden noodzaken tot een nieuw perspectief voor

Nadere informatie

LEFIER PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN MAART 2014. Profielschets raad van commissarissen Lefier ten behoeve van de werving 1

LEFIER PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN MAART 2014. Profielschets raad van commissarissen Lefier ten behoeve van de werving 1 LEFIER PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN MAART 2014 Profielschets raad van commissarissen Lefier ten behoeve van de werving 1 PROFIEL RAAD VAN COMMISSARISSEN 1. Kerntaken van de raad van commissarissen

Nadere informatie

Invoering entreeopleiding

Invoering entreeopleiding Invoering entreeopleiding Inleiding De entreeopleiding is geïntroduceerd in het kader van het actieplan Focus op Vakmanschap. Focus op Vakmanschap kent een tweetal pijlers: doelmatige leerwegen en modernisering

Nadere informatie

Overleg met de Toezichthouder

Overleg met de Toezichthouder Overleg met de Toezichthouder Handreiking Goede Medezeggenschap Handreiking goede medezeggenschap Overleg met de toezichthouder Inleiding Deze handreiking goede medezeggenschap is onderdeel van een reeks

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ROC MONDRIAAN

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ROC MONDRIAAN REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ROC MONDRIAAN Inhoudsopgave Preambule 2 0. Definities 2 1. Status en werkingsduur 3 2. Vergaderingen 3 3. Informatievoorziening 3 4. Evaluatie 4 5. Taakverdeling 4 6. Commissies

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs

Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs Inleiding. Vanaf 1 augustus 2011 zijn bij De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal

Nadere informatie

Check code goed bestuur VO

Check code goed bestuur VO Check code goed bestuur VO E. (Edward) Moolenburgh Directeur emoolenburgh@vbs.nl VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD 1. Check code goed bestuur VO 3 VBS Verbindend

Nadere informatie

Beleidskader agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam

Beleidskader agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam Beleidskader 2017 agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam College van Bestuur, vastgesteld 06-12-2016 Inleiding We hebben inmiddels het tweede jaar van ons meerjarenbeleidsplan

Nadere informatie

twee nieuwe leden waaronder een beoogd voorzitter

twee nieuwe leden waaronder een beoogd voorzitter Vacature twee leden Raad van Toezicht waaronder een beoogd voorzitter Stichting Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Noord-Holland De Stichting De Stichting Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Noord-Holland (SVVONH),

Nadere informatie

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit Reglement College van Bestuur Onderwijsstichting Esprit Amsterdam, vastgesteld, na goedkeuring door de Raad van Toezicht op 4 december 2015, door het College van Bestuur in haar vergadering van 7 december

Nadere informatie

Wervingsprofiel. Lid Raad van Toezicht. 19 juli Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences

Wervingsprofiel. Lid Raad van Toezicht. 19 juli Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Wervingsprofiel Lid Raad van Toezicht 19 juli 2019 Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Voor meer informatie over de functie Marcel ten Berge, senior adviseur Leeuwendaal Telefoon

Nadere informatie

Dit is het ROC van Twente. Onderwijsvisie

Dit is het ROC van Twente. Onderwijsvisie in feiten en cijfers Dit is het ROC van Twente ROC van Twente is dé onderwijsinstelling voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in de regio Twente. Ruim 2000 medewerkers verzorgen beroepsopleidingen,

Nadere informatie

Bestuursreglement Stichting Regionaal Opleidingencentrum ID College versie 20 januari 2015

Bestuursreglement Stichting Regionaal Opleidingencentrum ID College versie 20 januari 2015 Bestuursreglement Stichting Regionaal Opleidingencentrum ID College versie 20 januari 2015 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht d.d. 20 januari 2015 1 Bestuursreglement Stichting Regionaal Opleidingencentrum

Nadere informatie

PROFIELSCHETS VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT

PROFIELSCHETS VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT PROFIELSCHETS VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT 1. Beschrijving van de aard en de omvang van de stichting Bij de bepaling van de omvang en samenstelling van de Raad van Toezicht wordt rekening gehouden met

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU AOC Terra Plaats : Groningen BRIN nummer : 01NJ Onderzoeksnummer : 290340 en 290341 Datum onderzoek : 10 t/m 27 oktober 2016

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht. Auteur Raad van Toezicht

Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht. Auteur Raad van Toezicht Auteur Raad van Toezicht Inlichtingen Sandra Vermuelen, secretaris RvT Sandra.vermeulen@hu.nl Datum 23 mei 2017 Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht Versie Vastgesteld

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Beleid Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) 2013 en 2014 Portefeuille J. Nieuwenburg Auteur Mevr. J. van der Meer Telefoon 5115091 E-mail: jmeer@haarlem.nl SZ/JOS Reg.nr.2012/486546

Nadere informatie

Functieprofiel. VOORZITTER EN LID RAAD VAN TOEZICHT Fidarda - SKOD

Functieprofiel. VOORZITTER EN LID RAAD VAN TOEZICHT Fidarda - SKOD bezoekadres Stationsstraat 29 a 9401 KW Assen postadres Postbus 479 9400 AL Assen telefoon (0592) 30 84 58 fax (0592) 33 15 35 e-mail info@ypsylon.nl KvK Friesland 56.48.77.54 www.ypsylon.nl Functieprofiel

Nadere informatie

Inleiding. Onze rollen

Inleiding. Onze rollen Toezichtvisie Inleiding Met invoering van de herzieningswet toegelaten instellingen per 1 juli 2015 en de nieuwe governancecode woningcorporaties per 1 mei 2015, is het speelveld voor woningcorporaties

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Organisatie Januari 2012 nvt 18 Januari 2012 Zelfevaluatie Raad van Toezicht Organisatie/Zelfevaluatie Inhoudsopgave 1. PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD

Nadere informatie

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 E. (Edward) Moolenburgh Directeur VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2 1. Hoeveel leden telt uw intern toezicht? 2. Wat

Nadere informatie

Beleidsplan 2018 Stichting Combiwel Amsterdam

Beleidsplan 2018 Stichting Combiwel Amsterdam Beleidsplan 2018 Stichting Combiwel Amsterdam Beleidsplan 2018 Stichting Combiwel Amsterdam Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Gegevens organisatie... 3 1.1 Algemene gegevens... 3 1.2 Contactgegevens:...

Nadere informatie

De motor van de lerende organisatie

De motor van de lerende organisatie De motor van de lerende organisatie Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn

Nadere informatie

Profiel. Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën & ICT. Stichting BOOR

Profiel. Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën & ICT. Stichting BOOR Profiel Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën & ICT Stichting BOOR 1 Stichting BOOR Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën en ICT Organisatie BOOR verzorgt het openbaar

Nadere informatie

Bouwen aan excellentie. vroeg beginnen!

Bouwen aan excellentie. vroeg beginnen! WELKOM Bouwen aan excellentie vroeg beginnen! First LEGO League Bouwen aan excellentie een tussenstand Sturingsprincipe Deltion ruimte leegte RUST kaders versus ON RUS T chaos Verbinden van trots en besef

Nadere informatie

Voorwoord. AERES MBO ALMERE Jaarresultaat 2017 Pagina 2 van 11

Voorwoord. AERES MBO ALMERE Jaarresultaat 2017 Pagina 2 van 11 Jaarresultaat 2017 Voorwoord Aeres MBO Almere, voorheen Groenhorst mbo Almere, biedt groene mbo-opleidingen aan voor de gebieden Animal, Design, Outdoor, Toegepaste biologie en Food. AERES MBO ALMERE Jaarresultaat

Nadere informatie

ROC. Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD. gewoon een goede school 2016 / 17. Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2016 op

ROC. Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD. gewoon een goede school 2016 / 17. Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2016 op ROC Kop van Noord-Holland ROC IN BEELD gewoon een goede school 2016 / 17 Kijk voor het geïntegreerd jaardocument 2016 op www.rockopnh.nl Kwaliteit van en voor leerlingen Een belangrijke maatstaf in de

Nadere informatie

Reglement van de Raad van Toezicht

Reglement van de Raad van Toezicht Van de besluit gelet op richtlijn 23 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 en artikel 11 lid 4 van de statuten van de stichting tot vaststelling van het onderstaande Reglement van de Raad

Nadere informatie