Actieplan duurzaamheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Actieplan duurzaamheid"

Transcriptie

1 Actieplan duurzaamheid Afdeling Wegen Provincie Utrecht december 2009

2

3 Actieplan duurzaamheid Afdeling Wegen dossier : C3679 registratienummer : MD-SU versie : definitief Provincie Utrecht december 2009 DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

4

5 SAMENVATTING

6

7 1 AANLEIDING, VRAAGSTELLING EN AFBAKENING Aanleiding Duurzaamheid is een belangrijk thema dat hoog op de maatschappelijke agenda staat. De afdeling Wegen van de provincie Utrecht houdt zich bezig met enerzijds beheer & onderhoud en anderzijds reconstructie & aanleg van de provinciale (water)wegen. De afdeling wordt geconfronteerd met een aantal ontwikkelingen. Zo heeft het bestuur van de provincie doelstellingen rondom duurzaamheid vastgesteld. Verder worden van binnen en van buiten de provincie aan de afdeling vragen gesteld over duurzaamheid. De afdeling beantwoordt deze vragen nu ad hoc. Deze ontwikkelingen hebben erin geresulteerd dat de afdeling Wegen een Actieplan duurzaamheid heeft ontwikkeld. Dit Actieplan maakt voor de eigen medewerkers van de afdeling, voor anderen binnen de provincie Utrecht en voor de buitenwereld duidelijk wat de afdeling Wegen nu aan duurzaamheid doet en in de toekomst zal gaan doen. Vraagstelling In het Actieplan duurzaamheid is antwoord gegeven op de volgende vragen: Onderwerp Beantwoorde vragen Inventariseren 1. Wat doet de afdeling Wegen nu al aan duurzaamheid? 2. Wat moet de afdeling Wegen gaan doen als gevolg van vastgestelde doelstellingen? 3. Waar wil de afdeling Wegen zelf nog extra op inzetten (eigen ambities)? Genereren 1. Welke maatregelen geven invulling aan de vastgestelde doelstellingen? 2. Welke maatregelen geven invulling aan de eigen ambities van de afdeling Wegen? Selecteren 1. Welke van de maatregelen die invulling geven aan de vastgestelde doelstellingen (en eigen ambities) voert de afdeling Wegen nu nog niet uit? 2. Hoe worden deze nieuwe maatregelen beoordeeld op kosten, technische uitvoerbaarheid en duurzaamheidwinst? 3. Wat is voor deze nieuwe maatregelen de termijn, het draagvlak binnen de afdeling Wegen en de afhankelijkheid van andere afdelingen? 4. Welke 5 maatregelen (3 beheer en 2 aanleg) worden geselecteerd voor uitwerking? Uitwerken 1. Wat houdt elke geselecteerde maatregel in detail in en hoe vertaalt zich dat in besteksteksten? Verankeren 1. Hoe de geselecteerde maatregelen te verankeren in de organisatie: hoe op te nemen in het werkproces? 2. Hoe kunnen de overige maatregelen in z n algemeenheid in de organisatie verankerd worden? Afbakening Het Actieplan duurzaamheid gaat over maatregelen bij aanleg, reconstructie en beheer & onderhoud van de provinciale (water)wegen. Het is gericht op maatregelen in de uitvoering: maatregelen die in de uitvoering van (water)wegenbouwprojecten genomen kunnen worden. Het gaat dus niet om maatregelen op het provinciehuis ; daarvoor loopt het project Hier en Nu. Openbare verlichting blijft buiten beschouwing, hiervoor wordt een separaat plan opgesteld. Het Actieplan is ontwikkeld samen met de afdeling Wegen. Het project is uitgevoerd door een projectteam met daarin Dinie van Voorst, Ed Milder, Frans Stafleu en Wim Wijsman met ondersteuning van DHV. Medewerkers van de afdeling Wegen zijn betrokken door onder andere 15 interviews, 2 werksessies, een overleg met deskundigen en diverse ad hoc contacten. Deze samenvatting bevat de hoofdpunten van het Actieplan duurzaamheid. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 SAMENVATTING - 1 -

8

9 2 WIJ DOEN HET GEWOON! Medewerkers hebben een concreet beeld van duurzaamheid De medewerkers van de afdeling Wegen blijken een divers - maar concreet - beeld van duurzaamheid in hun dagelijkse praktijk te hebben. Men denkt bij duurzaamheid vooral aan duurzaam materiaalgebruik, energiebesparing en opwekking, de natuurlijke omgeving en de menselijke leefomgeving (zie ook figuur). Bij deze thema s kan men heel concreet aangeven hoe duurzaam te handelen; bij bijvoorbeeld duurzaam materiaalgebruik wordt aangegeven dat vrijkomend materiaal zo veel mogelijk moet worden hergebruikt. Naast voornoemde thema s werden ook nog enkele losstaande associaties en ideeën genoemd als Cradle tot Cradle en Toekomstgericht bouwen. Het concrete beeld leidt tot het nemen van vele duurzame maatregelen in het dagelijks werk Momenteel worden binnen de afdeling al tientallen duurzame maatregelen genomen. De meeste maatregelen zijn gericht op duurzaam materiaalgebruik en de natuurlijke omgeving. Vaak toegepaste maatregelen zijn flora en faunavoorzieningen, toepassen van stil asfalt, hergebruik van niet teerhoudend asfalt en spettermarkering. De meeste maatregelen zijn gericht op aanleg, reconstructie en beheer & onderhoud. Het betreffen met andere woorden vooral maatregelen die je altijd kunt nemen. Een enkele maatregel heeft betrekking op het team GEO. De duurzame maatregelen zijn niet echt verankerd Meer dan de helft van de genoemde duurzame maatregelen wordt structureel ( altijd ) toegepast; een aantal maatregelen wordt ad hoc ( soms ) genomen. Structurele maatregelen zijn vastgelegd in beleidsstukken, richtlijnen en/of het moederbestek. Van de meeste structurele maatregelen en alle ad hoc maatregelen is echter niet bekend of en zo ja waar deze zijn vastgelegd. De duurzame maatregelen zijn zodanig geïntegreerd in de werkprocessen dat de medewerkers niet weten of en zo ja waar deze zijn vastgelegd: We doen het gewoon. Te nemen acties: Voor de verankering: zie hoofdstuk 4 van deze samenvatting. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 SAMENVATTING - 3 -

10

11 3 WAAR MOETEN EN WILLEN WIJ MEE AAN DE GANG? 100% duurzaam inkopen Het bestuur van de provincie Utrecht heeft de afgelopen jaren diverse doelstellingen rondom duurzaamheid vastgesteld. De meest relevante doelstelling die op de afdeling Wegen afkomt, is het streven van het provinciaal bestuur om per 2010 volledig duurzaam in te kopen. Omdat de afdeling veel werken, diensten en producten inkoopt, heeft zij hiermee rechtstreeks te maken. Volledig duurzaam inkopen betekent 100% toepassing van de zogenaamde minimumeisen van SenterNovem. Onderstaande tabel geeft aan hoe de afdeling in 2010 wil omgaan met deze minimumeisen en in hoeverre zij momenteel al hieraan voldoet (in de huidige gang van zaken). Relevante productgroep Gladheidbestrijding Groenvoorziening Kunstwerken Uitbesteding werktuigen Riolering Straatmeubilair mobiele Verkeersregelinstallaties Waterbouwkundige constructies Wegen Reiniging Ruimte Openbare Toepassing minimumeisen De afdeling gaat in 2010 de minimumeisen Gladheidbestrijding toepassen voor haar inkopen. De afdeling voldoet nu al aan deze minimumeisen. Geen minimumeisen geformuleerd. De afdeling gaat in 2010 de minimumeisen Kunstwerken toepassen voor haar inkopen. De afdeling voldoet nu al deels aan deze minimumeisen en voorziet geen problemen om volledig te gaan voldoen. De afdeling gaat in de loop van 2010 de minimumeisen Uitbesteding mobiele werktuigen toepassen voor haar inkopen. De afdeling voldoet nu nog niet aan deze minimumeisen. De afdeling gaat in de loop van 2010 de minimumeisen Riolering toepassen voor haar inkopen. De afdeling voldoet nu al deels aan deze minimumeisen. De afdeling gaat in 2010 de minimumeisen Straatmeubilair toepassen voor haar inkopen. De afdeling voldoet nu al aan deze minimumeisen. De afdeling gaat in 2010 de minimumeisen Verkeersregelinstallaties toepassen voor haar inkopen. De afdeling voldoet nu al aan deze minimumeisen. De afdeling gaat in 2010 de minimumeisen Waterbouwkundige constructies toepassen voor haar inkopen. De afdeling voldoet nu al deels aan deze minimumeisen en voorziet geen problemen om volledig te voldoen. De afdeling gaat in 2010 de minimumeisen Wegen toepassen voor haar inkopen. De afdeling voldoet nu al aan deze minimumeisen. De afdeling gaat in 2010 de minimumeisen Reiniging Openbare Ruimte toepassen voor haar inkopen. De afdeling voldoet nu al deels aan deze minimumeisen en voorziet geen problemen om volledig te voldoen. Aan de minimumeisen die geformuleerd zijn voor de productgroepen Kunstwerken, Uitbesteding mobiele werktuigen, Riolering, Waterbouwkundige constructies en Reiniging Openbare Ruimte wordt in de huidige gang van zaken nog niet (volledig) voldaan. Voor de productgroepen Kunstwerken, Waterbouwkundige constructies en Reiniging Openbare Ruimte worden er geen problemen verwacht om in 2010 aan de minimumeisen te gaan voldoen. Voor de productgroepen Uitbesteding mobiele werktuigen en Riolering wordt aangeraden de markt op de hoogte te stellen van het voornemen om minimumeisen te gaan stellen aan de in te zetten machines. Verwachting is dat in de loop van 2010 ook voor deze twee productgroepen aan de minimumeisen kan worden voldaan. Te nemen acties: Medewerkers die te maken hebben met het inkopen van werken, diensten en producten binnen bovenstaande productgroepen op de hoogte brengen van de minimumeisen die zij moeten hanteren; De markt op de hoogte stellen van het voornemen om in het kader van duurzaam inkopen in de loop van 2010 minimumeisen te gaan stellen aan de in zetten machines; Voor de verankering: zie hoofdstuk 4 van deze samenvatting. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 SAMENVATTING - 5 -

12 Maatregelen die invulling geven aan de andere relevante doelstellingen Andere relevante doelstellingen die op de afdeling afkomen liggen op het gebied van klimaat en energie, materialen, water, natuur en leefomgeving en duurzame mobiliteit. Om verder invulling aan deze doelstellingen te geven zijn maatregelen bedacht. Er zijn in eerste instantie vele tientallen maatregelen benoemd. Voor een deel bleken dit maatregelen die bij andere afdelingen thuishoren. Ook werden procesmaatregelen genoemd. Uiteindelijk zijn 18 duurzame maatregelen overgebleven die de afdeling in haar uitvoering kan nemen. Het gaat om de volgende maatregelen (korte termijn, tenzij aangegeven): Tijdens aanleg/reconstructie weg in veengebied moet zo veel mogelijk voorkomen worden dat het veen in aanraking komt met zuurstof (bijv. door het af te dekken met zeil); Energie uit asfalt (lange termijn maatregel); Geluidschermen voorzien van zonnepanelen voor het opwekken van duurzame energie; Wegen iets verhoogd aanleggen, zodat er mogelijkheden voor retentiebekkens ontstaan; Infoborden op zonnepanelen; (Reparatie) asfalt op basis van koolzaadolie; Lage energie asfalt; Onderhoudsvrij/arm materiaal toepassen (bijv. platen ipv tegels bij bushaltes); Vrijkomend maaisel nuttig gebruiken (meer op sturen) (lange termijn maatregel); Meer groen langs de weg (CO 2) en soort beplanting aanpassen; Toepassen van niet uitloogbare AVI-slakken voor fundering; Grondbaggerspecie gebruiken voor ophoging/eigen doeleinden (lange termijn maatregel); Bruinkoolvliegas (of vergelijkbaar) in cement toepassen; Kunststof gebruiken in kleine kunstwerken; Bermverharding van gerecycled kunststof in plaats van beton; Toepassing granulight ipv menggranulaat; Ecologische inrichting van rotondes; Verminderen fijn stof tijdens de bouw. Daarnaast is naar voren gekomen dat de huidige manier van onkruidbestrijding van de provincie (borstelen) niet meer gebaseerd is op de meest recente kennis. Hier is een heroverweging op zijn plaats. Te nemen acties: Bedachte maatregelen die bij andere afdelingen thuishoren communiceren naar deze afdelingen; Uitwerken van de 18 duurzame maatregelen (zie ook hierna); Onderzoeken van de beste oplossing voor onkruidbestrijding. Maatregelen waar wij al op korte termijn mee aan de slag willen Van de 18 duurzame maatregelen heeft de afdeling besloten 5 maatregelen gedetailleerd uit te werken om op korte termijn met deze maatregelen aan de slag te kunnen gaan. De volgende maatregelen zijn uitgewerkt: (Reparatie) asfalt op basis van koolzaadolie; Toepassen van energiezuinig asfalt; Toepassen van (gerecycled) kunststof; Onderhoudsvrij/arm materiaal toepassen; Toepassen van granulight als lichtgewicht ophoogmateriaal. Te nemen acties: Besluiten tot daadwerkelijke toepassing van deze 5 maatregelen en dit communiceren in de afdeling; Voor verankering: zie hoofdstuk 4 van deze samenvatting. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid SAMENVATTING

13 4 HOE WILLEN WIJ HET VERANKEREN? Voor de maatregelen die nu al door de afdeling Wegen (ad hoc of structureel) worden genomen, de minimumeisen duurzaam inkopen en de 5 nieuwe maatregelen die de afdeling wil oppakken is het de vraag hoe deze te verankeren. Opnemen in de Normalisatie Normalisatie (en Moederbestek) vormen voor de afdeling het collectieve geheugen. Doel van de werkgroep Normalisatie is om dingen vast te leggen die niet in andere formele stukken zijn vastgelegd. Opnemen in het Moederbestek Moederbestek (en Normalisatie) vormen voor de afdeling het collectieve geheugen. Het Moederbestek wordt gebruikt om een bestek te maken; vanuit het Moederbestek wordt een projectspecifiek bestek voor de markt samengesteld. De personen van de werkgroep Normalisatie en van het Moederbestek zien mogelijkheden om de duurzame maatregelen in de Normalisatie en het Moederbestek op te nemen. Hun voorstel is om de duurzame maatregelen uit het Actieplan duurzaamheid in de werkgroep Normalisatie samen met de personen van het Moederbestek te bespreken en per maatregel te beslissen of deze opgenomen kan worden en wat de beste plek is. Voorwaarde is wel dat het Actieplan duurzaamheid is vastgesteld door het management. Koppelen aan de op te stellen werkprocessen In 2010 wil de afdeling haar eigen werkprocessen opstellen met de proceseigenaren. Hieraan kunnen de duurzame maatregelen gekoppeld worden door middel van checklists: afvinklijstjes om in de verschillende fasen van een project af te vinken of de dan relevante duurzame maatregelen zijn meegenomen, bijvoorbeeld bij het ontwerp en bij het bestek. Presenteren aan de medewerkers Naast het op papier vastleggen van de duurzame maatregelen, is het nodig de medewerkers hiervan op de hoogte te stellen. Dit kan door het Actieplan duurzaamheid te presenteren bij de verschillende teams. Beleidsmatig ondersteunen: Actieplan vaststellen Duurzaamheid zal in projecten pas echt van de grond komen als de staande organisatie duurzaamheid beleidsmatig ondersteunt. Met name kleine projecten zijn hiervan afhankelijk. Middels dit Actieplan duurzaamheid is beleid voor duurzaamheid voor de afdeling Wegen vormgegeven. Zaak is wel dit vast te stellen. Benoemen van een aanspreekpunt Benoem één persoon specifiek voor duurzaamheid. De belangrijkste taken van deze persoon zijn: Bijhouden van de ontwikkelingen rondom duurzaamheid in de Grond-, Weg- en Waterbouw; Eerstelijns aanspreekpunt voor vragen over duurzaamheid; vanuit afdeling, vanuit management, vanuit bestuur en vanuit andere afdelingen; Stimuleren en toetsen van de toepassing van de bewezen duurzame maatregelen in projecten; Stimuleren en toetsen van de toepassing van de minimumeisen duurzaam inkopen. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 SAMENVATTING - 7 -

14 Instellen werkgroep innovatieve maatregelen Er is binnen de afdeling duidelijk behoefte aan een platform voor innovatieve maatregelen. Het gaat dan om maatregelen die nog niet uitgekristalliseerd zijn, bijvoorbeeld omdat ze nog niet technisch bewezen zijn. Voor dergelijke maatregelen is er nu geen platform; er is geen plek waar deze innovatieve maatregelen opgepakt kunnen worden. Gedacht kan worden aan een werkgroep: deze houdt innovatieve maatregelen bij en kijkt of de afdeling er iets mee moet doen, bijvoorbeeld een onderzoek of een pilot uitvoeren. Te nemen acties: Duurzame maatregelen opnemen in Normalisatie of Moederbestek; Duurzame maatregelen koppelen aan de op te stellen werkprocessen; Actieplan duurzaamheid presenteren aan de medewerkers; Actieplan duurzaamheid vaststellen; Benoemen van één aanspreekpunt voor duurzaamheid; Instellen van een werkgroep voor innovatieve maatregelen. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid SAMENVATTING

15 HOOFDRAPPORT

16

17 INHOUD BLAD 1 AANLEIDING EN VRAAGSTELLING Aanleiding Vraagstelling Uitgangspunten en afbakening Gevolgde aanpak Leeswijzer 5 2 INVENTARISEREN: DOELSTELLINGEN EN AMBITIES Selecteren relevante doelstellingen Doelstellingen provincie Utrecht Doelstelling(en) met betrekking tot klimaat en energie Doelstelling(en) met betrekking tot materialen Doelstelling(en) met betrekking tot leefomgeving Doelstelling(en) met betrekking tot duurzame mobiliteit Doelstelling(en) met betrekking tot duurzaam inkopen Doelstelling(en) met betrekking tot duurzaamheid in het werkproces Ambities afdeling Wegen 14 3 INVENTARISEREN: NULMETING Opzet nulmeting Beeld bij duurzaamheid Kennis van duurzaamheid rondom wegen op nationaal en internationaal niveau Hulpmiddelen bij duurzaamheidvraagstukken Duurzaamheid in het dagelijks werk 21 4 GENEREREN Genereren van maatregelen Klimaat en energie Materialen Water, natuur en leefomgeving Duurzame mobiliteit Duurzaam inkopen Duurzaamheid in het werkproces 33 5 SELECTEREN Beoordelen van de nieuwe maatregelen Beoordeling nieuwe maatregelen Tussenstap: voorselectie door projectteam Selectie van vijf maatregelen voor uitwerking De overige kansrijke maatregelen 38 6 UITWERKEN Uitwerken van de 5 geselecteerde maatregelen (Reparatie) asfalt op basis van koolzaadolie Toepassen van energiezuinig asfalt Toepassen van (gerecycled) kunststof 49 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT - 1 -

18 6.5 Onderhoudsvrij/arm materiaal toepassen Toepassen van granulight als lichtgewicht ophoogmateriaal 57 7 VERANKEREN Verankeren van de gevonden duurzame maatregelen Bewezen duurzame maatregelen Geselecteerde maatregelen Overige verankeringmogelijkheden Innovatieve maatregelen 66 8 COLOFON 67 BIJLAGEN Bijlage 1: Criteria duurzaam inkopen afdeling Wegen Bijlage 2: Bedachte maatregelen anderen Bijlage 3: Beoordeling nieuwe maatregelen 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

19 1 AANLEIDING EN VRAAGSTELLING 1.1 Aanleiding Duurzaamheid is een belangrijk thema dat hoog op de maatschappelijke ladder staat. De provincie Utrecht heeft duurzaamheid tot het centrale thema van haar toekomstverkenning 2040 gemaakt. Het gaat bij duurzaamheid om het vinden van een balans tussen de drie P s: people, planet en profit. De afdeling Wegen van de provincie Utrecht houdt zich bezig met enerzijds beheer & onderhoud en anderzijds reconstructie & aanleg van de provinciale (water)wegen. De afdeling wordt geconfronteerd met een aantal ontwikkelingen rondom duurzaamheid, waarvan de belangrijkste zijn: Het bestuur van de provincie Utrecht heeft een aantal doelstellingen rondom duurzaamheid vastgesteld. Zo hebben Gedeputeerde Staten vastgesteld dat gestreefd dient te worden naar 100% duurzaam inkopen (inkoop/aanbesteding van diensten, werken en producten) per Ook de afdeling Wegen moet met deze doelstellingen aan de slag; Van binnen en van buiten de provincie worden aan de afdeling Wegen vragen gesteld over duurzaamheid. De afdeling beantwoordt deze vragen nu ad hoc. Bovenstaande ontwikkelingen hebben erin geresulteerd dat de afdeling Wegen een Actieplan duurzaamheid wil ontwikkelen, met daarin vooral concrete, uitvoeringsgerichte maatregelen die zij moet nemen om te kunnen voldoen aan de provinciale doelstellingen. Het Actieplan duurzaamheid maakt voor de eigen medewerkers van de afdeling, voor de medewerkers van andere afdelingen binnen de provincie Utrecht en voor de buitenwereld duidelijk wat de afdeling Wegen aan duurzaamheid doet en in de toekomst zal gaan doen. 1.2 Vraagstelling Op basis van bovenstaande luidt de centrale vraag als volgt: Hoe ziet het Actieplan duurzaamheid van de afdeling Wegen eruit? Om deze centrale vraag te kunnen beantwoorden, is antwoord nodig op een aantal onderzoeksvragen: Inventariseren: 1. Wat doet de afdeling Wegen nu al aan duurzaamheid? 2. Wat moet de afdeling Wegen gaan doen als gevolg van vastgestelde doelstellingen? 3. Waar wil de afdeling Wegen zelf nog extra op inzetten (eigen ambities)? Genereren: 1. Welke maatregelen geven invulling aan de vastgestelde doelstellingen? 2. Welke maatregelen geven invulling aan de eigen ambities van de afdeling Wegen? Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT - 3 -

20 Selecteren: 1. Welke van de maatregelen die invulling geven aan de vastgestelde doelstellingen (en eigen ambities) voert de afdeling Wegen nu nog niet uit? 2. Hoe worden deze nieuwe maatregelen beoordeeld op kosten, technische uitvoerbaarheid en duurzaamheidwinst? 3. Wat is voor deze nieuwe maatregelen de termijn, het draagvlak binnen de afdeling Wegen en de afhankelijkheid van andere afdelingen? 4. Welke 5 maatregelen (3 beheer en 2 aanleg) worden geselecteerd voor uitwerking? Uitwerken: 1. Wat houdt elke geselecteerde maatregel in detail in en hoe vertaalt zich dat in besteksteksten? Verankeren: 1. Hoe de geselecteerde maatregelen te verankeren in de organisatie: hoe op te nemen in het werkproces? 2. Hoe kunnen de overige maatregelen in z n algemeenheid in de organisatie verankerd worden? 1.3 Uitgangspunten en afbakening Het Actieplan duurzaamheid is vooral gericht op het vertalen van de vastgestelde doelstellingen rondom duurzaamheid van de provincie Utrecht naar te nemen maatregelen door de afdeling Wegen. Uitgangspunt daarbij voor de afdeling is dat de medewerkers van de afdeling met de maatregelen aan de slag zullen moeten en dus is acceptatie en betrokkenheid bij de totstandkoming van het Actieplan duurzaamheid belangrijk. Daarnaast is uitgangspunt dat de keuzes wat wel en niet op te nemen in het Actieplan duurzaamheid helder en navolgbaar worden gemaakt, zodat het uitgelegd kan worden aan onder andere de politiek, de andere afdelingen binnen de provincie Utrecht en de buitenwereld. Het Actieplan duurzaamheid kent de volgende afbakening: Het gaat over maatregelen bij aanleg, reconstructie en beheer & onderhoud van de provinciale (water)wegen; Het is gericht op maatregelen in de uitvoering: maatregelen die in de uitvoering van wegenbouwprojecten genomen kunnen worden. Het gaat dus niet om maatregelen op het provinciehuis ; daarvoor loopt het project Hier en Nu ; Openbare verlichting blijft buiten beschouwing, omdat hiervoor een eigen plan wordt opgesteld. 1.4 Gevolgde aanpak Om tot het Actieplan duurzaamheid te komen zijn 5 fasen doorlopen: 1. Inventariseren; 2. Genereren (van maatregelen); 3. Selecteren (van maatregelen); 4. Uitwerken (van geselecteerde maatregelen); 5. Verankeren. In onderstaand schema is per fase aangegeven welke vragen centraal stonden en welke werkzaamheden zijn uitgevoerd. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

21 TE BEANWOORDEN VRAGEN WERKZAAMHEDEN (PER VRAAG) FASE 1 INVENTARISEREN 1. Wat doet de afdeling Wegen nu al aan duurzaamheid? 2. Wat moet de afdeling Wegen gaan doen als gevolg van vastgestelde doelstellingen, zoals 100% duurzaam inkopen in 2010? 3. Waar wil de afdeling Wegen zelf nog extra op inzetten (eigen ambities)? 1. Circa 15 telefonische interviews 2. Deskresearch provinciale stukken 3. Circa 15 telefonische interviews FASE 2 GENEREREN 1. Welke maatregelen geven invulling aan de vastgestelde doelstellingen, zoals 100% duurzaam inkopen? 2. Welke maatregelen geven invulling aan de eigen ambities van de afdeling Wegen? 1. Deskresearch + werksessie (nr. 1) 2. Deskrearch + werksessie (nr. 1) FASE 3 SELECTEREN 1. Welke van de maatregelen die invulling geven aan de vastgestelde doelstellingen (en eigen ambities) voert de afdeling Wegen nu nog niet uit? 2. Hoe worden deze nieuwe maatregelen beoordeeld op kosten, technische uitvoerbaarheid en duurzaamheidwinst? 3. Wat is voor deze nieuwe maatregelen de termijn, het draagvlak binnen de afdeling Wegen en de afhankelijkheid van andere afdelingen? 4. Welke 5 maatregelen (3 beheer en 2 aanleg) worden geselecteerd voor uitwerking? 1. Analyse op basis van fase 1 en 2 2. Deskresearch 3. Deskresearch 4. Werksessie (nr. 2) FASE 4 UITWERKEN 1. Wat houdt elke geselecteerde maatregel in detail in en hoe vertaalt zich dat in besteksteksten? 1. Deskresearch en werksessie/overleg (nr. 3) met deskundigen FASE 5 VERANKEREN 1. Hoe de geselecteerde maatregelen te verankeren in de organisatie: hoe op te nemen in het werkproces? 2. Hoe kunnen de overige maatregelen in z n algemeenheid in de organisatie verankerd worden? 1. Deskresearch + werksessie (nr. 2) 2. Deskresearch + werksessie (nr. 2) 1.5 Leeswijzer Voor de indeling van dit rapport is aangesloten bij de fasering van de aanpak: Inventariseren Doelstellingen en ambities Hoofdstuk 2 Nulmeting Hoofdstuk 3 Genereren Bestaande maatregelen bij doelstellingen en ambities Hoofdstuk 4 Mogelijke extra maatregelen bij doelstellingen en ambities Selecteren Beoordeling mogelijke extra maatregelen Hoofdstuk 5 Selectie maatregelen voor uitwerking Uitwerken 5 Geselecteerde maatregelen Hoofdstuk 6 Verankeren Verankeren duurzame maatregelen Hoofdstuk 7 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT - 5 -

22

23 2 INVENTARISEREN: DOELSTELLINGEN EN AMBITIES Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de vastgestelde doelstellingen rondom duurzaamheid van de provincie Utrecht die relevant zijn voor de afdeling Wegen. Tevens is een overzicht opgenomen van de eigen ambities van de medewerkers van de afdeling Wegen. 2.1 Selecteren relevante doelstellingen Het bestuur van de provincie Utrecht heeft de afgelopen jaren diverse doelstellingen rondom duurzaamheid vastgesteld. Uit de door de provincie aangeleverde relevante documenten zijn in dit hoofdstuk de vastgestelde doelstellingen opgenomen die: Relevant zijn voor afdeling Wegen. Dit betekent dat de doelstellingen betrekking hebben op aanleg, reconstructie en/of beheer & onderhoud van de provinciale (water)wegen; Gericht zijn op de uitvoering van wegenbouwprojecten. Het gaat dus niet om doelstellingen op het provinciehuis (interne provinciale bedrijfsvoering); Een zekere mate van concreetheid bezitten. Er moet een vertaalslag gemaakt kunnen worden naar wat de doelstellingen betekenen voor de afdeling Wegen; de doelstellingen moeten niet te algemeen geformuleerd zijn. Bij voorkeur zijn de doelstellingen kwantitatief. Daarnaast zijn de doelstellingen met betrekking tot openbare verlichting buiten beschouwing gelaten, omdat deze buiten bereik van dit onderzoek vallen (zie paragraaf 1.3 Uitgangspunten en afbakening). Een overzicht van de resulterende doelstellingen is in de volgende paragraaf per thema beschreven. Sommige doelstellingen hebben betrekking op meerdere thema s. Er is in dat geval gekozen om de doelstelling te plaatsen onder het thema waar de doelstelling het meest op van toepassing is. Vervolgens zijn de provinciale doelstellingen vertaald naar concrete doelstellingen voor de afdeling Wegen. 2.2 Doelstellingen provincie Utrecht Doelstelling(en) met betrekking tot klimaat en energie Het thema klimaat en energie heeft betrekking op de planet -kant van duurzaamheid. Om duurzaam om te gaan met klimaat en energie moet het energiegebruik zoveel mogelijk beperkt worden (bijvoorbeeld het beperken van lokale transportkilometers of het gebruik van zuinige energiebronnen). Ook het gebruik en/of het opwekken van duurzame energie leidt tot het duurzaam omgaan met klimaat en energie. Tenslotte vormt klimaatadaptatie, het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering een belangrijk aspect van duurzame omgang met klimaat en energie. In het Provinciaal Milieubeleidspan, het beleidsstuk Klimaat op Orde, het Provinciaal Waterplan en het beleidsstuk SMPU+ staan de provinciale doelstellingen met betrekking tot klimaat en energie beschreven. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT - 7 -

24 Doelstelling(en) Bron Vastgesteld op Er vindt een afname in het energieverbruik en een toename van de opwekking en toepassing van duurzame energie plaats in de provincie Utrecht. Door middel van financiële stimulering en bevordering van kennisoverdracht wil de provincie een bijdrage leveren in de reductie van de jaarlijkse CO 2 uitstoot van ton per 2011, oplopend tot ton in Terugdringen van broeikasgassen en een klimaatbestendige en daarmee toekomstbestendige, gezonde en veilige leefomgeving. Versnellen van initiatieven gericht op beperken van en omgaan met de gevolgen van klimaatverandering. Provinciaal Milieubeleidsplan Provinciaal Milieubeleidsplan Klimaat op orde Nadelige effecten van klimaatverandering opvangen. Klimaat op orde De gevolgen van overstroming moeten worden beperkt. In 2010 is de CO2-uitstoot door verkeer en vervoer in de provincie 0,22 Mton minder dan in Provinciaal Waterplan 10 maart 2009 door Gedeputeerde Staten 10 maart 2009 door Gedeputeerde Staten 19 mei 2008 door Gedeputeerde Staten 19 mei 2008 door Gedeputeerde Staten Nog vast te stellen SMPU+ 18 februari 2008 door Provinciale Staten De provincie Utrecht draagt bij aan de nationale doelstellingen met betrekking tot de reductie van broeikasgassen, toepassing van duurzame energie en energiebesparing door zichzelf ten doel te stellen het energieverbruik in de provincie te reduceren en opwekking en toepassing van duurzame energie te stimuleren. De provincie Utrecht droeg in 2006 circa 5,2% bij aan de totale CO 2-uitstoot van Nederland. Momenteel bedraagt het aandeel duurzame energie in de provincie Utrecht circa 1%. Op 14 januari 2009 hebben het Rijk en het IPO het Klimaat en energieakkoord Rijk-IPO ondertekend. De doelstellingen in dit akkoord luiden: 30 procent minder broeikasgassen in 2020 (ten opzichte van 1990), 20 procent toepassing duurzame energie en 20 procent energiebesparing. Dit is (nog) niet overgenomen door het bestuur van de provincie Utrecht. Hoewel er thans diverse maatregelen worden genomen om de CO 2-uitstoot te reduceren (mitigatie), zijn de gevolgen van de klimaatverandering reeds merkbaar. Het KNMI heeft verschillende toekomstscenario s opgesteld voor Nederland. Nederland zal zich om de veiligheid en de leefbaarheid te handhaven moeten aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. Ook de provincie Utrecht heeft zich tot doel gesteld de nadelige effecten van klimaatverandering op te vangen (adaptatie). Vertaling doelstelling(en) klimaat en energie naar de afdeling Wegen Energie besparen Terugdringen van uitstoot broeikasgassen Toepassen en opwekken van duurzame energie Aanpassen aan klimaatverandering 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

25 2.2.2 Doelstelling(en) met betrekking tot materialen In het Provinciaal Milieubeleidspan staat de provinciale doelstelling met betrekking tot materialen beschreven. Doelstelling(en) Bron Vastgesteld op Het bevorderen van nuttige toepassing van afval en secundaire grondstoffen. Provinciaal Milieubeleidsplan maart 2009 door Gedeputeerde Staten Een duurzame organisatie bevordert de nuttige toepassing van afval en secundaire materialen. Vertaling doelstelling(en) materialen naar de afdeling Wegen Nuttig toepassen van afval en secundaire grondstoffen Doelstelling(en) met betrekking tot leefomgeving Een duurzame leefomgeving biedt voldoende kwaliteitsniveau, gezien vanuit de behoeften van de mens en vanuit de behoeften van de natuur. Schade dient zoveel mogelijk beperkt en/of hersteld te worden of te worden gecompenseerd. Met betrekking tot de GWW vallen thema s als luchtverontreiniging, geluidshinder en verkeersveiligheid onder het thema leefomgeving. Onder het thema leefomgeving vallen ook sociale aspecten als het bevorderen van het welzijn van de medemens. Tenslotte behoort dierenwelzijn ook tot het thema leefomgeving. In het Provinciaal Milieubeleidsplan en in het beleidsstuk SMPU+ staan ambities met betrekking tot de leefomgeving beschreven. Om deze ambities te behalen heeft de provincie doelstellingen opgesteld. Zowel de ambities als de doelstellingen, die voor het Actieplan duurzaamheid relevant zijn, zijn hieronder beschreven. De ambities en doelstellingen met betrekking tot hinderlijk licht zijn buiten beschouwing gelaten, omdat openbare verlichting buiten bereik van dit onderzoek valt. Ambitie(s) doelstelling(en) Bron Vastgesteld op Het verbeteren van de Utrechtse luchtkwaliteit, leidend tot een zodanige luchtkwaliteit in Utrecht dat de effecten op volksgezondheid en vegetatie minimaal zijn. Het verder verminderen van de geluidhinder. Verminderen van de emissies (locatie- aspecifiek) Vermindering blootstelling Effectieve monitoring Externe integratie Grenswaarden uit Wet Luchtkwaliteit en Nationaal Milieubeleidsplan worden gerealiseerd Reductie geluidhinder langs provinciale wegen. Samenwerken met andere bronbeheerders Wat stil is moet stil blijven (stiltegebieden) Provinciaal Milieubeleidsplan maart 2009 door Gedeputeerde Staten SMPU+ 18 februari 2008 door Provinciale Staten Provinciaal Milieubeleidsplan maart 2009 door Gedeputeerde Staten In 2015 zijn er maximaal 500 SMPU+ 18 februari 2008 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT - 9 -

26 De provincie Utrecht streeft naar geen (of een zo laag mogelijk) gezondheids- en milieuhygiënisch risico door verontreinigde (water)bodem en verontreinigd grondwater en een zo optimaal mogelijke afstemming van het gewenste ruimtegebruik op de eigenschappen en kwaliteit van bodem en (grond)water. Verbeteren van de veiligheid van het verkeers- en vervoersysteem voor gebruikers en omwonenden Vermindering van de negatieve effecten van verkeer en vervoer op de kwaliteit van de leefomgeving. woningen met een geluidhinder van 63 db(a) of meer In 2020 is het percentage inwoners dat ernstige geluidshinder door verkeer ervaart met 65% gereduceerd t.o.v Optimaal afstemmen van bodemgebruik en eigenschappen en kwaliteit van de bodem Op niveau beschermen van de bodem Gebiedsgerichte bodemsanering volgens het schema In 2015 is het watersysteem kwantitatief op orde Ontwikkelen van duurzame robuuste watersystemen In 2015 zijn bij provinciale wegen in kwetsbare gebieden de benodigde maatregelen genomen om verontreiniging van bodem en oppervlaktewater door afspoeling of calamiteiten te voorkomen. In 2020 zijn er 50% minder dodelijke verkeersslachtoffers dan in 2002; Daarnaast zijn er in % minder ziekenhuisgewonden dan in De tussendoelen voor 2101 zijn 35% minder verkeersdoden en 12% minder ziekenhuisgewonden t.o.v In 2010 is de oversteekbaarheid van provinciale wegen in kernen verbeterd, evenals de sociale veiligheid van fietsverbindingen en van haltes voor het openbaar vervoer. In 2015 is 75% van de fysieke barrières binnen de ecologische hoofdinfrastructuur voor zover veroorzaakt door provinciale wegen opgelost t.o.v door Staten Provinciale SMPU+ 18 februari 2008 door Provinciale Staten Provinciaal Milieubeleidsplan maart 2009 door Gedeputeerde Staten SMPU+ 18 februari 2008 door Provinciale Staten SMPU+ 18 februari 2008 door Provinciale Staten SMPU+ 18 februari 2008 door Provinciale Staten 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

27 Vertaling doelstelling(en) leefomgeving naar de afdeling Wegen Verbeteren luchtkwaliteit Verminderen geluidhinder Zo veel mogelijk beperken van bodem- /water-verontreiniging; Afstemmen van ruimtegebruik op eigenschappen en kwaliteit van bodem/water Verbeteren van de veiligheid van het verkeers- en vervoersysteem voor gebruikers en omwonenden Beperken van negatief effect door verkeer op kwaliteit van leefomgeving Verminderen van de emissies Verminderen blootstelling door scheiden van bronnen en ontvangers Effectief monitoren Externe integratie door aan te sluiten bij andere programma s en projecten Grenswaarden uit Wet Luchtkwaliteit en Nationaal Milieubeleidsplan realiseren Reduceren geluidhinder langs provinciale wegen Samenwerken met andere bronbeheerders Stiltegebieden handhaven Optimaal afstemmen van bodemgebruik en eigenschappen en kwaliteit van de bodem Bescherming van bodem en oppervlaktewater, zodat functies als drinkwatervoorziening en de ecologische functie, behouden blijven. Indien bodemsaneringen plaats moeten vinden op plaatsen waar (water)wegen/kunstwerken liggen, werkt de afdeling Wegen mee aan de sanering. Het systeem m.b.t. het baggeren van de Eem is in 2015 op orde De Eem is een duurzame, robuuste rivier, die zelfstandig in staat is extremen op te vangen Minder doden en gewonden door veiliger verkeersysteem Verbeteren sociale veiligheid van fietspaden en bushaltes Grotendeels oplossen van fysieke barrières binnen de ecologische hoofdinfrastructuur door toedoen van wegen Doelstelling(en) met betrekking tot duurzame mobiliteit Onder duurzame mobiliteit wordt naast het bevorderen van schoon en zuinig vervoer het bevorderen van de verkeersdoorstroming en bereikbaarheid verstaan. Er is een overlap tussen de onderwerpen van duurzame mobiliteit en de onderwerpen van klimaat en energie en leefomgeving. Indien deze doelstellingen direct betrekking hebben op de leefomgeving, zijn deze ondergebracht in paragraaf Doelstelling(en) met betrekking tot leefomgeving. In het beleidsstuk Klimaat op orde en in het beleidsstuk SMPU+ staan de provinciale doelstellingen met betrekking tot duurzame mobiliteit beschreven. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

28 Ambities Doelstelling(en) Bron Vastgesteld op Provincie Utrecht wil een belangrijke bijdrage leveren aan het rijden op schone brandstoffen en zet in op aardgas (i.p.v. biobrandstof). Realisatie van doelmatig verkeerssysteem om bereikbaarheid te waarborgen. Verbetering van de veiligheid van het verkeers- en vervoersysteem voor gebruikers en omwonenden. Vermindering van de negatieve effecten van verkeer en vervoer op de kwaliteit van de leefomgeving. Verbeteren kwaliteit van openbaar vervoer Realisatie van doelmatig en comfortabel netwerk van fietspaden en fietsverbindingen voor met name korte reisafstanden Een optimale benutting van het autonetwerk door de inzet van Dynamische Verkeersmanagement (DVM) Klimaat op orde mei 2008 door Gedeputeerde Staten SMPU+ 18 februari 2008 door Provinciale Staten Zie Leefomgeving SMPU+ 18 februari 2008 door Provinciale Staten Zie Leefomgeving SMPU+ 18 februari 2008 door Provinciale Staten De provincie Utrecht zet zich in voor duurzame mobiliteit om enerzijds de CO 2-uitstoot te reduceren en anderzijds de luchtkwaliteit te verbeteren. Rijden op aardgas draagt bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Vertaling doelstelling(en) duurzame mobiliteit naar de afdeling Wegen Inzet voertuigen op aardgas Realisatie van doelmatig verkeerssysteem om bereikbaarheid te waarborgen. Verbeteren kwaliteit van openbaar vervoer Realisatie van doelmatig en comfortabel netwerk van fietspaden en fietsverbindingen Inzet van Dynamische Verkeersmanagement Doelstelling(en) met betrekking tot duurzaam inkopen SenterNovem heeft voor (bijna) alle inkopen en aanbestedingen, die overheidsinstanties doen, criteria met betrekking tot duurzaamheid opgesteld. De criteria die van toepassing zijn op de inkopen en aanbestedingen van de afdeling Wegen zijn beschreven in bijlage De SenterNovem criteria zijn aan verandering onderhevig, omdat nieuwe technologische ontwikkelingen en veranderingen in de markt, nieuwe inzichten in duurzaam inkopen kunnen geven. In bijlage 1 staan de criteria beschreven zoals die op 5 augustus 2009 staan gepubliceerd op de website van SenterNovem. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

29 In het B-stuk Duurzaam inkopen staat de provinciale doelstelling met betrekking tot duurzaam inkopen beschreven. Doelstelling(en) Bron Vastgesteld op De provincie Utrecht streeft ernaar om per 2010 volledig duurzaam in te kopen. B-stuk Duurzaam inkopen 3 juli 2007 door Gedeputeerde Staten Gedeputeerde Staten heeft met haar klimaatbesluit in 2007 een belangrijke aanzet voor duurzaam inkopen gegeven. In de provinciale organisatie wordt duurzaam inkopen thans al zo veel mogelijk in praktijk gebracht, terwijl samen met andere provincies en het Rijk beleid wordt ontwikkeld om duurzaam inkopen structureel te verankeren in de bedrijfsvoering van de provincie. Provincies hebben minimaal 50 procent duurzaam inkopen in 2010 als doel gesteld. De provincie Utrecht streeft ernaar om per 2010 volledig duurzaam in te kopen. Hierbij vormen de minimumeisen van SenterNovem de leidraad. In bijlage 1 zijn de SenterNovem criteria voor de afdeling Wegen verder uitgewerkt. De provincie streeft ernaar om per 2010 volledig duurzaam in te kopen; dit betekent 100% toepassing van de minimumeisen van SenterNovem. Omdat de afdeling Wegen zelf diverse inkopen en aanbestedingen verricht, heeft zij hiermee direct te maken. Om te voldoen aan de doelstelling zal de afdeling in 2010 alle minimumeisen in haar inkopen en aanbestedingen moeten toepassen. Vertaling doelstelling(en) duurzaam inkopen naar de afdeling Wegen 100% toepassen van de minimumeisen van SenterNovem zoals weergegeven in bijlage Doelstelling(en) met betrekking tot duurzaamheid in het werkproces In een duurzaam werkproces wordt duurzaamheid nauw betrokken bij alle beslissingen die de afdeling neemt. Het gaat hierbij om beslissingen met betrekking tot de uitvoering van (water)wegenbouwprojecten. Beslissingen met betrekking tot werkzaamheden op het provinciehuis zelf vallen buiten het bereik van dit onderzoek. In het Provinciaal Milieubeleidsplan en in het beleidstuk In actie voor duurzaamheid! staan de provinciale doelstellingen met betrekking tot het werkproces beschreven. Doelstelling(en) Bron Vastgesteld op In 2011 is duurzaamheid een geïnternaliseerde afweging binnen de provincie voor zowel extern als intern beleid. Duurzaamheid tot een belangrijk afwegingscriterium maken voor al onze beslissingen en acties. Provinciaal Milieubeleidsplan In actie voor duurzaamheid! Actieplan duurzaamheid door Gedeputeerde Staten door Gedeputeerde Staten Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

30 Onder het motto Utrecht: klaar voor de toekomst! werkt de provincie Utrecht aan een toekomstbestendige provincie. Duurzame ontwikkeling is daarbij het sleutelbegrip. Bij alle acties en beslissingen, die de provincie neemt, worden de drie pijlers van duurzaamheid (People, Planet, Profit) als belangrijk afwegingscriterium gebruikt. 2.3 Ambities afdeling Wegen De provincie heeft doelstellingen, maar daarnaast heeft de afdeling Wegen ook eigen ambities. Op basis van vijftien telefonische interviews met medewerkers van de afdeling Wegen zijn deze ambities in kaart gebracht. In de figuur (op de volgende pagina) zijn de ambities die aan de orde zijn gekomen in de interviews samengevat. Ambities versus provinciale doelstellingen Hoewel uit de interviews blijkt dat het merendeel van de medewerkers de provinciale doelstellingen niet of beperkt kent, sluit een aantal ambities wel aan bij de provinciale doelstellingen. Er is echter wel een hiaat tussen de provinciale doelstellingen en de eigen ambities. Ook hebben de medewerkers ambities die betrekking hebben op onderwerpen die niet in de provinciale doelstellingen zijn opgenomen. Zo worden er ambities genoemd met betrekking tot dierenwelzijn en veiligheid. Ambities in de vorm van concrete maatregelen Opvallend is dat bijna alle ondervraagden één of meerdere ambities hebben om de uitvoerende werkzaamheden te verduurzamen. Hoewel het enthousiasme voor duurzaamheid bij de medewerkers groot lijkt te zijn, wordt ook aangegeven dat er nog wel inspanning verricht moet worden om draagvlak binnen de gehele afdeling te creëren. Over het algemeen worden de ambities van de medewerkers van de afdeling Wegen geformuleerd in de vorm van concrete maatregelen. Maatregelen met betrekking tot materialen, klimaat en energie en de omgeving worden het vaakst genoemd. Er worden maatregelen genoemd als het toepassen van bruinkoolvliegas in cement, het gebruiken van nieuwe bindmiddelen en meer gebruiken van secundaire grondstoffen, maar ook bijvoorbeeld het toepassen van zelfvoorzienende VRI s. Eenderde van de geïnterviewden zou graag inzetten op meer creativiteit en innovatie, bijvoorbeeld in de vorm van stil asfalt met een lange levensduur. Ook het selecteren van de aannemer op afstand en duurzaamheidgedrag en het meenemen van onderhoudskosten bij de keuzes die er gemaakt worden in het ontwerp- en aanbestedingsproces worden genoemd. Overige ambities zijn in de vorm van maatregelen om de interne bedrijfsvoering te verduurzamen door bijvoorbeeld het creëren van draagvlak bij de medewerkers in de organisatie. Ambities met betrekking tot verduurzaming van het provinciehuis vallen buiten het bereik van dit onderzoek en zullen derhalve niet verder worden meegenomen in dit rapport. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

31 Figuur: Ambities van de medewerkers van de afdeling Wegen op het gebied van duurzaamheid in hun dagelijks werk. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

32

33 3 INVENTARISEREN: NULMETING Dit hoofdstuk geeft aan wat de afdeling Wegen nu al doet aan duurzaamheid, de zogenaamde nulmeting. 3.1 Opzet nulmeting De nulmeting is primair uitgevoerd door middel van interviews. Er zijn 15 telefonische interviews gehouden met personen van de afdeling Wegen. In de interviews is vooral gevraagd welke maatregelen voor duurzaamheid momenteel al worden genomen. Vervolgens zijn de uitkomsten in het projectteam gepresenteerd, besproken en aangevuld. Verwachting is dat het zo ontstane beeld representatief is voor de huidige situatie. 3.2 Beeld bij duurzaamheid Bij het verduurzamen van een organisatie is draagvlak voor duurzaamheid bij de medewerkers van de organisatie essentieel. Het is daarom belangrijk dat alle medewerkers een helder beeld hebben van wat duurzaamheid betekent en waarom het belangrijk is om duurzaamheid te integreren in de werkzaamheden. Allereerst is daarom onderzocht welk beeld de medewerkers van de afdeling Wegen hebben bij duurzaamheid in zijn algemeenheid en bij duurzaamheid in het dagelijks werk. Het beeld bij duurzaamheid in het algemeen Het beeld dat de medewerkers van de afdeling Wegen hebben bij duurzaamheid in zijn algemeenheid heeft voornamelijk betrekking op materialen en energiegebruik. Associaties bij duurzaamheid zijn bij bijna alle geïnterviewden sterk gerelateerd aan hun werk. Zo denken zij aan kwalitatief hoogwaardig materiaal dat lang mee gaat en geen schadelijke stoffen bevat, aan hergebruik van materialen, aan materiaal dat onderhoudsarm is en aan beperking van materiaalgebruik en afval. Daarnaast wordt aan meer algemene begrippen als milieuvriendelijk, toekomstgericht, beter voor leefomgeving en duurzaam inkopen gedacht. Enkele ondervraagden dachten bij duurzaamheid in het algemeen ook aan aspecten in het huishouden als spaarlampen en het scheiden van afval. In de figuur op de volgende pagina is weergegeven welke thema s aan de orde zijn gekomen in de interviews. Hierbij geldt dat hoe groter de tekst in de denkwolk is weergegeven, des te vaker de associatie genoemd is. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

34 Figuur: Het beeld dat medewerkers van de afdeling Wegen hebben bij duurzaamheid in het algemeen. Het beeld bij duurzaamheid in het dagelijks werk Op de vraag waar werknemers van de afdeling wegen aan denken bij duurzaamheid binnen hun dagelijkse werkzaamheden is het gebruik van materialen het meest gehoorde antwoord. De geïnterviewden denken daarbij vooral aan het hergebruiken van (vrijkomende) materialen en het voorkomen van onnodig gebruik van primaire materialen. Naast materialen werden het beperken van de vraag naar energie in de vorm van elektriciteit (OV, VRI), transportbrandstoffen (diesel) en als gevolg van materiaalgebruik (aluminium) veel genoemd. In algemene zin werd ook vaak gerefereerd aan ideeën gericht op het beschermen van de natuurlijke omgeving en het verbeteren van de leefomgeving. Hieronder zijn de meest voorkomende associaties verder toegelicht. In de figuur op de volgende pagina zijn de resultaten uit de interviews samengevat. Ook hier geldt dat hoe groter de tekst in de denkwolk is weergegeven, des te vaker de associatie genoemd is. Duurzaam materiaalgebruik Bijna de helft van de medewerkers noemde het omgaan met materialen als belangrijk aspect van duurzaamheid in hun dagelijkse werkzaamheden. Hierbij werd het hergebruiken van (vrijkomende) materialen opvallend vaak genoemd. Evenals het gebruik van secundaire in plaats van primaire materialen. Aanvullend werd vaak ook gerefereerd aan de inzet van 'duurzame' hernieuwbare materialen zoals gecertificeerd hout. Energiegebruik en -opwekking Veel van de ondervraagden noemden energiebesparing of duurzame energieopwekking als belangrijke associatie bij duurzaamheid in hun dagelijkse werkzaamheden. Energieopwekking zou bijvoorbeeld kunnen door energie uit asfalt te gaan winnen, VRI's of lantarenpalen te voorzien van PV-panelen of groene stroom in te kopen. Energiebesparing kan gerealiseerd worden door zuiniger om te gaan met materieel. Tot slot werd ook energiebesparing in de productieketens van materialen genoemd. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

35 Natuurlijke omgeving Beperken van milieuschade werd in algemene zin als belangrijk aspect voor duurzaamheid in het dagelijkse werk genoemd. Of in andere woorden: rekening houden met de ecologie en met het landschap. Onkruidbestrijding werd binnen dit kader vaker als voorbeeld aangehaald. Niet bestrijden of het toepassen van duurzame technieken en middelen werden als alternatieven aangedragen. Kwaliteit leefomgeving Werknemers associeerden duurzaamheid in hun dagelijks werk ook met de kwaliteit van de leefomgeving. Hierbij werd het beperken van geluidsoverlast voor zowel eigen werknemers als omwonenden genoemd. Maar ook de slechte luchtkwaliteit is volgens medewerkers een aandachtspunt bij dit thema. Tot slot werd ook de toegankelijkheid van bushaltes genoemd als belangrijk element voor de kwaliteit van de leefomgeving voor gebruikers. Algemene beelden Naast bovengenoemde associaties werden ook nog voorbeeldideeën genoemd die lastiger onder te brengen zijn. Zo werd de woon-werk afstand van aannemers genoemd als belangrijk aspect voor duurzaamheid. Hiermee kunnen veel transportkilometers worden voorkomen. Toekomstgericht bouwen was volgens één van de ondervraagden een belangrijk aspect van duurzaamheid bij zijn dagelijkse werk. Bij de afdeling GEO zou het gebruik van PEN computers duurzamer zijn dan analoge kaarten. Tot slot werd ook Cradle to Cradle genoemd als inspirerend duurzaamheidsperspectief. Figuur: Het beeld dat medewerkers van de afdeling Wegen hebben bij duurzaamheid in het dagelijks werk. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

36 3.3 Kennis van duurzaamheid rondom wegen op nationaal en internationaal niveau Ook is onderzocht of de medewerkers op de hoogte zijn van hoe duurzaamheid in de GWW op (inter)nationaal niveau wordt aangepakt. Hoe duurzaamheid rondom wegen op nationaal en internationaal niveau benaderd wordt, is de meeste geïnterviewden niet precies bekend. Opvallend is dat de meeste geïnterviewden een opsomming geven van een aantal duurzaamheidmaatregelen, waarvan zij weten dat die op (inter)nationaal niveau worden toegepast. Nationaal niveau Een derde van de geïnterviewden meent dat duurzaamheid rondom wegen op nationaal niveau wordt benaderd door duurzaam inkopen. Opvallend is dat de medewerkers wel weten dat er in de toekomst duurzaam ingekocht moet gaan worden, maar dat zij vaak niet kunnen aangeven wanneer dat precies is en hoe zij dat precies in hun eigen werkzaamheden moeten gaan toepassen. Er wordt aangegeven dat er behoefte is aan begeleiding bij de vertaling van het begrip duurzaam inkopen naar de praktijk. Naast duurzaam inkopen worden milieubeleidsplannen en actieplannen genoemd als manieren waarop duurzaamheid rondom wegen op nationaal niveau benaderd wordt. Ook het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen en het stellen van geluidsnormen worden genoemd. Internationaal niveau Op internationaal niveau geeft bijna de helft van de geïnterviewden aan dat zij niet weten wat er precies speelt rondom duurzaamheid in de GWW. Een aantal geïnterviewden weet dat er op internationaal niveau CO 2-reductie doelstellingen zijn en dat er aandacht is voor milieu en leefomgeving en het gebruik van niethernieuwbare grondstoffen. Tweemaal werd het Kyoto-verdrag als internationale benadering van duurzaamheid rondom wegen genoemd. 3.4 Hulpmiddelen bij duurzaamheidvraagstukken Ook is gevraagd welke hulpmiddelen ter ondersteuning bij duurzaamheidvraagstukken de medewerkers kennen. Indien de medewerkers van de afdeling Wegen hulp nodig hebben bij duurzaamheidvraagstukken in hun dagelijks werk, worden diverse hulpmiddelen ingeschakeld. In veel gevallen worden collega s, zowel intern als extern, benaderd voor hulp. Ook op internet blijkt veel informatie over duurzaamheid in de GWW te vinden. Vanuit de provincie zijn er tevens diverse hulpmiddelen (al dan niet verplicht) beschikbaar. Het gaat om beleidsstukken als de Eemvisie en het VRI-beleid, maar ook de duurzaamheidsladder en de provinciale website worden regelmatig geraadpleegd. Tenslotte leveren vakbladen, de media en SenterNovem nuttige informatie bij duurzaamheidvraagstukken. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

37 3.5 Duurzaamheid in het dagelijks werk Als laatste is in de nulmeting gevraagd welke concrete maatregelen er binnen de afdeling nu al worden genomen op het gebied van duurzaamheid. Wettelijke maatregelen zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Uit de interviews kwamen uiteenlopende maatregelen met betrekking tot duurzaamheid naar voren, die nu al worden genomen. In de tabel op de volgende pagina is een overzicht van de genoemde maatregelen weergegeven. Momenteel worden er binnen de afdeling Wegen al tientallen maatregelen genomen op het gebied van duurzaamheid. De maatregelen flora en faunavoorzieningen, toepassen van stil asfalt, hergebruik van niet teerhoudend asfalt en spettermarkering werden het vaakst genoemd. De meeste maatregelen zijn gericht op materialen (29%) en natuur en water (31%). Het kan overigens zo zijn dat een maatregel aan meerdere thema s bijdraagt. Zo heeft een maatregel als spettermarkering betrekking op het thema materialen (er wordt materiaal gebruikt dat langer mee gaat), het thema leefomgeving/sociaal (spettermarkering is veiliger, omdat het beter zichtbaar is en spettermarkering bevat minder toxische stoffen, waardoor het werken met dit materiaal geen slechte invloed heeft op de gezondheid) en het thema natuur en water (er spoelen geen toxische stoffen de bodem/grondwater in). De meeste maatregelen zijn gericht op aanleg, reconstructie en beheer & onderhoud. Het betreffen met andere woorden vooral maatregelen die je altijd kunt nemen, of je nou met aanleg, reconstructie of beheer & onderhoud bezig bent. Een enkele maatregel heeft betrekking op het team GEO. Meer dan de helft van de genoemde maatregelen wordt als structureel benoemd; een aantal maatregelen wordt ad hoc genomen. Structurele maatregelen zijn vastgelegd in beleidsstukken, richtlijnen en/of het moederbestek. Maar van de meeste structurele maatregelen is niet bekend of en zo ja waar deze zijn vastgelegd. De maatregelen zijn zodanig geïntegreerd in de werkprocessen dat de medewerkers niet weten of en zo ja waar deze zijn vastgelegd: We doen het gewoon. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

38 Tabel: Maatregelen die de afdeling Wegen nu al neemt op het gebied van duurzaamheid. 1,2 Maatregel Aantal keer genoemd Thema Soort werkzaamheid Soort maatregel Vastgelegd Klimaat en energie Materialen Toepassen van duurzaam hout: hout met FSC of vergelijkbaar keurmerk 3 x (x) x x x x DO-ladder Geleiderails van hout 1 x x x x x N.v.t. Flora- en faunavoorzieningen (bijv. uittredeplaatsen, dassentunnels en paddentrappen) 4 x x x x x N.v.t. Toepassen granulaten in wegfundering 2 x (x) x x x x Moederbestek Toepassen van stil asfalt (m.u.v. kruispunten) 4 x x x x x Eigen beleidsstuk Landelijk voorschrift; Hergebruik van niet teerhoudend asfalt 4 x (x) x x x x moederbestek Geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij onkruidbestrijding 2 x (x) x x GS Waarde geven aan baggerslib/vrijkomende materialen vervallen aan aannemer 2 x x x x Niet bekend Rijsnelheid afhankelijk strooien 1 x x x Niet vastgelegd Actie-wagen op zonne-energie 1 x x x x x N.v.t. Inzetten van PEN-computers ipv analoge kaarten 1 x x x x Niet vastgelegd Carpoolen en poolauto's als medewerkers naar locatie moeten 2 x x x x x x Niet vastgelegd Richtlijnen afdeling Bermverharding met doorgroeiverharding (bijv. grastegels) 1 x x x x x (ahv richtlijnen CROW) Richtlijnen afdeling Toepassen van duurzame materialen (bijv. trottoirbanden) 3 x (x) x x x x (ahv richtlijnen CROW) Zo min mogelijk kappen en verwijderen van flora 1 x x x x x Landelijk beleid Damwanden van staal ipv AZB (Eem) 2 x x x Afspraak van waterschap en provincie Zonnecellen voor voeding lichtmasten, VRI's, meterkasten, e.d. 1 x x x x x N.v.t. Aankoop en groene inrichting 'overhoeken' 1 x x x x x Niet bekend Spettermarkering (beter zichtbaar, gaat langer mee). Thermoplast structureel, spetter ad hoc. 4 x x x x x x x Niet bekend Bestrating middengeleiders van beton met opdruk 1 x x x x Normalisatie Werkvergunningen voor buitenlandse werknemers bij aannemer 1 x x x x x Niet bekend Hergebruik baggerslib 1 x x x x N.v.t. Alle bomen/obstakels op 6 meter van de kant van de wegverharding (of obstakels beveiligen) 1 x x x x x CROW ontwerpeis Ecologisch bermbeheer 1 x x x Niet bekend Toepassen van wachttijdvoorspellers voor fietser 1 x x x x x x Niet bekend In bestekken eisen van keuringscertificaten m.b.t. VRI beleid "Geregelde energiezuinigheid en functionaliteit 1 x (x) x x x x Kwaliteit" VRI's afstellen om centra te ontlasten 1 x x x N.v.t. VRI beleid "Geregelde VRI's afstellen op vrachtverkeer 1 x x x Kwaliteit" Donkerte toepassen waar dat beter is voor de natuur 1 x x x x x x N.v.t. Wegontwerp in overeenstemming met ondergrond (bijv. op veen 'meebewegend' ontwerp) 1 x x x Niet bekend Inrichting van weg moet aansluiten bij functie van weg (bijv. erfontsluitingsweg met verkeersdrempels) 1 x x x x x Niet bekend Schadelijke stoffen verwijderen bij opbreken 1 x x x x x x x Niet bekend Werken zo bouwen dat ze aanpasbaar zijn 1 x x x N.v.t. Gladheidsbestrijding via GPS door optimale dosering 1 x x x x In bestelling Infiltreren regenwater en run-off (bijv. via wadi's, infiltratieriolen) 3 x x x x N.v.t. Waterzuivering m.b.v. riet (helofytenfilter) 1 x x x x N.v.t. Bushaltes aantrekkelijk maken, bijvoorbeeld door voorzien van informatieborden met reizigersinformatie (op zonne-energie), ABRI's en fietsenstalling 1 x x x Leefomgeving/sociaal Natuur en water Duurzame mobiliteit Duurzaam inkopen Voorbereidingsproces Aanleg Reconstructie Beheer&onderhoud Geo Ad hoc Structureel Project bushaltes opknappen Streven naar een gesloten grondbalans 1 x x x Niet bekend Ontwerp volgens LCA-benadering 2 (x) x x x x N.v.t. Gebruik van grindvervangers (bijv.staalslakken) in beton 1 x (x) x x x x N.v.t. Epoxycoatings over brugleuningen over rivieren 1 x (x) x x x Beleid van waterschap Eisen aan onderhoud machines van aannnemers -> certificaten 1 x (x) x x x Niet bekend 1 Maatregelen met x bij duurzaam inkopen hebben betrekking op de selectiecriteria, minimumeisen en contractbepalingen van SenterNovem; maatregelen met een (x) bij duurzaam inkopen hebben betrekking op de gunningscriteria van SenterNovem. 2 Een overzicht van alle SenterNovem criteria waar de afdeling Wegen mee te maken heeft, is weergegeven in bijlage december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

39 4 GENEREREN Dit hoofdstuk bevat de bestaande en de nieuwe maatregelen die invulling geven aan de voor de afdeling Wegen relevante doelstellingen en de eigen ambities van de afdeling. 4.1 Genereren van maatregelen Om invulling aan de voor de afdeling Wegen relevante doelstellingen en ambities te geven moeten maatregelen worden genomen. Voor een deel betreffen dit maatregelen die in de praktijk reeds worden toegepast. Maar er kunnen ook nieuwe maatregelen worden genomen om de doelstellingen of de eigen ambities verder in te vullen. In de volgende paragrafen is per thema beschreven welke doelstellingen en ambities er zijn voor het betreffende thema, welke maatregelen de afdeling nu al neemt en welke maatregelen additioneel genomen kunnen worden. Sommige maatregelen helpen invulling te geven aan verschillende doelstellingen en/of ambities; deze komen dan terug bij meerdere doelstellingen/ambities. De maatregelen die betrekking hebben op openbare verlichting en maatregelen op het provinciehuis vallen buiten het bereik van dit onderzoek en worden derhalve niet meegenomen. Voor deze thema s zijn aparte projecten opgesteld. In de nulmeting is in beeld gebracht welke maatregelen in de huidige praktijk al worden toegepast. Nieuwe maatregelen zijn door middel van een werksessie in beeld gebracht. Deze werksessie werd gehouden met circa 25 personen van de afdeling Wegen en circa 5 personen van afdelingen die nauw samenwerken met de afdeling Wegen: de afdeling mobiliteit, de afdeling bodem en water, de afdeling groen en de afdeling milieu. De maatregelen die tijdens deze werksessie naar voren zijn gekomen zijn gefilterd aan de hand van de volgende criteria: De maatregelen moeten relevant zijn voor de afdeling Wegen: de maatregelen dienen gericht te zijn op de aanleg, reconstructie, beheer en/of onderhoud van provinciale (water)wegen; De maatregelen dienen uitvoeringsgericht te zijn: maatregelen die in de uitvoering van wegenbouwprojecten genomen kunnen worden. Het gaat dus niet om maatregelen op het provinciehuis ; daarvoor loopt het project Hier en Nu ; De maatregelen moeten bijdragen aan de vastgestelde provinciale doelstellingen en/of eigen ambities van de afdeling Wegen; Maatregelen m.b.t. openbare verlichting worden buiten beschouwing gelaten. Tijdens de werksessie is een aantal maatregelen naar voren gekomen, die wel bijdragen aan de vastgestelde provinciale doelstellingen en/of eigen ambities, maar niet direct van toepassing zijn op de afdeling Wegen. In bijlage 2 is een overzicht van deze maatregelen gegeven. De afdeling Wegen zou de afdelingen waarop deze maatregelen wel van toepassing zijn kunnen attenderen op deze mogelijkheden. Naast de werksessie zijn aanvullend nog nieuwe maatregelen voor de afdeling door middel van een inventarisatie in beeld gebracht. Voor deze inventarisatie is gebruikt gemaakt van het IPO/CROW project Meerjarig Projectplan Duurzaam Wegbeheer. In het kader van dat project is bij provincies een inventarisatie gemaakt van duurzame maatregelen die worden toegepast. In de volgende paragrafen zijn de vastgestelde provinciale doelstellingen, eigen ambities, bestaande maatregelen en mogelijke extra maatregelen per duurzaamheidthema opgenomen. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

40 4.2 Klimaat en energie Doelstelling(en) Er vindt een afname in het energieverbruik en een toename van de opwekking en toepassing van duurzame energie plaats in de provincie Utrecht. Door middel van financiële stimulering en bevordering van kennisoverdracht wil de provincie een bijdrage leveren in de reductie van de jaarlijkse CO 2 uitstoot van ton per 2011, oplopend tot ton in Terugdringen van broeikasgassen en een klimaatbestendige en daarmee toekomstbestendige, gezonde en veilige leefomgeving. Versnellen van initiatieven gericht op beperken van en omgaan met de gevolgen van klimaatverandering. Nadelige effecten van klimaatverandering opvangen. De gevolgen van overstroming moeten worden beperkt. In 2010 is de CO2-uitstoot door verkeer en vervoer in de provincie 0,22 Mton minder dan in Eigen ambitie(s) Toepassen van klimaatneutrale VRI s Meer gebruik van zonne-energie Energie uit asfalt Toepassen van koud asfalt Bestaande maatregelen (nulmeting) Actie-wagen op zonne-energie (ad hoc) Carpoolen en poolauto's als medewerkers naar locatie moeten (structureel) Zonnecellen voor voeding lichtmasten, VRI's, meterkasten, e.d. (ad hoc) In bestekken eisen van keuringscertificaten m.b.t. energiezuinigheid en functionaliteit (structureel) Donkerte toepassen waar dat beter is voor de natuur (ad hoc) Eisen aan onderhoud machines van aannnemers -> certificaten (structureel) Mogelijke extra maatregelen (werksessie, met aanvulling uit IPO/CROW project) Tijdens aanleg/reconstructie weg in veengebied moet zo veel mogelijk voorkomen worden dat het veen in aanraking komt met zuurstof (bijv. door het af te dekken met zeil) Energie uit asfalt Geluidschermen voorzien van zonnepanelen voor het opwekken van duurzame energie Bij beweegbare kunstwerken de energie voor de beweging opwekken uit het water Wegen iets verhoogd aanleggen, zodat er mogelijkheden voor retentiebekkens ontstaan Infoborden op zonnepanelen (Reparatie) asfalt op basis van koolzaadolie Lage energie asfalt Onderhoudsvrij/arm materiaal toepassen (bijv. platen ipv tegels bij bushaltes) Vrijkomend maaisel nuttig gebruiken (meer op sturen) Meer groen langs de weg (CO2) en soort beplanting aanpassen 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

41 4.3 Materialen Doelstelling(en) Het bevorderen van nuttige toepassing van afval en secundaire grondstoffen. Ambitie(s) Toepassen bruinkoolvliegas in cement Vrijkomend materiaal lokaal inzetten Nieuwe bindmiddelen gebruiken Meer gebruik secundaire grondstoffen Oprichten/gebruiken van grondbank Bestaande maatregelen (nulmeting) Toepassen van duurzaam hout: hout met FSC of vergelijkbaar keurmerk (structureel) Geleiderails van hout (ad hoc) Toepassen granulaten in wegfundering (structureel) Hergebruik van niet teerhoudend asfalt (structureel) Waarde geven aan baggerslib/vrijkomende materialen vervallen aan aannemer (structureel) Inzetten van PEN-computers ipv analoge kaarten (structureel) Toepassen van duurzame materialen (bijv. trottoirbanden) (structureel) Damwanden van staal ipv AZB (Eem) (structureel) Spettermarkering (beter zichtbaar, gaat langer mee) (thermoplast structureel, spetter ad hoc.) Hergebruik baggerslib (ad hoc) Streven naar een gesloten grondbalans (structureel) Werken zo bouwen dat ze aanpasbaar zijn (ad hoc) Schadelijke stoffen verwijderen bij opbreken (structureel) Gladheidsbestrijding via GPS voor optimale dosering (ad hoc) Gebruik van grindvervangers (bijv.staalslakken) in beton (ad hoc) Mogelijke extra maatregelen (werksessie, met aanvulling uit IPO/CROW project) (Reparatie) asfalt op basis van koolzaadolie Toepassen van niet uitloogbare AVI-slakken voor fundering Grondbaggerspecie gebruiken voor ophoging/eigen doeleinden Bruinkoolvliegas (of vergelijkbaar) in cement toepassen Kunststof gebruiken in kleine kunstwerken Altijd gebruik maken van grond uit grondbank Kunstwerken: beton in plaats van staal Bermverharding van gerecycled kunststof in plaats van beton Vrijkomend maaisel nuttig gebruiken (meer op sturen) Toepassing granulight ipv menggranulaat Safecote strooien Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

42 4.4 Water, natuur en leefomgeving Ambitie(s) Het verbeteren van de Utrechtse luchtkwaliteit, leidend tot een zodanige luchtkwaliteit in Utrecht dat de effecten op volksgezondheid en vegetatie minimaal zijn. Het verder verminderen van de geluidhinder. De provincie Utrecht streeft naar geen (of een zo laag mogelijk) gezondheids- en milieuhygiënisch risico door verontreinigde (water)bodem en verontreinigd grondwater en een zo optimaal mogelijke afstemming van het gewenste ruimtegebruik op de eigenschappen en kwaliteit van bodem en (grond)water. Verbeteren van de veiligheid van het verkeers- en vervoersysteem voor gebruikers en omwonenden Vermindering van de negatieve effecten van verkeer en vervoer op de kwaliteit van de leefomgeving. Doelstelling(en) Verminderen van de emissies (locatie- aspecifiek) Vermindering blootstelling Effectieve monitoring Externe integratie Grenswaarden uit Wet Luchtkwaliteit en Nationaal Milieubeleidsplan worden gerealiseerd Reductie geluidhinder langs provinciale wegen. Samenwerken met andere bronbeheerders Wat stil is moet stil blijven (stiltegebieden) In 2015 zijn er maximaal 500 woningen met een geluidhinder van 63 db(a) of meer In 2020 is het percentage inwoners dat ernstige geluidshinder door verkeer ervaart met 65% gereduceerd t.o.v Optimaal afstemmen van bodemgebruik en eigenschappen en kwaliteit van de bodem Op niveau beschermen van de bodem Gebiedsgerichte bodemsanering volgens het schema In 2015 is het watersysteem kwantitatief op orde Ontwikkelen van duurzame robuuste watersystemen In 2015 zijn bij provinciale wegen in kwetsbare gebieden de benodigde maatregelen genomen om verontreiniging van bodem en oppervlaktewater door afspoeling of calamiteiten te voorkomen. In 2020 zijn er 50% minder dodelijke verkeersslachtoffers dan in 2002; Daarnaast zijn er in % minder ziekenhuisgewonden dan in De tussendoelen voor 2101 zijn 35% minder verkeersdoden en 12% minder ziekenhuisgewonden t.o.v In 2010 is de oversteekbaarheid van provinciale wegen in kernen verbeterd, evenals de sociale veiligheid van fietsverbindingen en van haltes voor het openbaar vervoer. In 2015 is 75% van de fysieke barrières binnen de ecologische hoofdinfrastructuur voor zover veroorzaakt door provinciale wegen opgelost t.o.v december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

43 Eigen ambitie(s) Donkerte toepassen Beperken van jerrycans met benzine bij pleziervaart Verbeteren van luchtkwaliteit Gladheidsbestrijding via GPS Inzetten op onderhoudsarme weg qua onkruidbestrijding Bestaande maatregelen (nulmeting) Flora- en faunavoorzieningen (bijv. uittredeplaatsen, dassentunnels en paddentrappen) (ad hoc) Toepassen van stil asfalt (m.u.v. kruispunten) (structureel) Geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij onkruidbestrijding (structureel) Rijsnelheid afhankelijk strooien (structureel) Bermverharding met doorgroeiverharding (bijv. grastegels) (structureel) Zo min mogelijk kappen en verwijderen van flora (structureel) Aankoop en groene inrichting 'overhoeken' (structureel) Spettermarkering (beter zichtbaar, gaat langer mee) (thermoplast structureel, spetter ad hoc.) Bestrating middengeleiders van beton met opdruk (structureel) Werkvergunningen voor buitenlandse werknemers bij aannemer (structureel) Alle bomen/obstakels op 6 meter van de kant van de wegverharding (of obstakels beveiligen) (structureel) Ecologisch bermbeheer (structureel) Donkerte toepassen waar dat beter is voor de natuur (ad hoc) Wegontwerp in overeenstemming met ondergrond (bijv. op veen 'meebewegend' ontwerp) (structureel) Inrichting van weg moet aansluiten bij functie van weg (bijv. erfontsluitingsweg met verkeersdrempels) (structureel) Schadelijke stoffen verwijderen bij opbreken (structureel) Infiltreren regenwater en run-off (bijv. via wadi's, infiltratieriolen) (ad hoc) Gladheidsbestrijding via GPS voor optimale dosering (ad hoc) Waterzuivering m.b.v. riet (helofytenfilter) (ad hoc) Epoxycoatings over brugleuningen over rivieren (structureel) Bushaltes aantrekkelijk maken, bijv. door voorzien van informatieborden met reizigersinformatie (op zonne-energie), ABRI's en fietsenstalling (structureel) Mogelijke extra maatregelen (werksessie, met aanvulling uit IPO/CROW project) Wegen iets verhoogd aanleggen, zodat er mogelijkheden voor retentiebekkens ontstaan (Reparatie) asfalt op basis van koolzaadolie Lage energie asfalt Materiaal voor toplaag inzetten dat zo weinig mogelijk spatwater geeft om de atmosferische depositie te beperken) Onderhoudsvrij/arm materiaal toepassen (bijv. platen ipv tegels bij bushaltes) Toepassing granulight ipv menggranulaat Safecoat strooien Meer groen langs de weg (CO2) en soort beplanting aanpassen Ecologische inrichting van rotondes Verminderen fijn stof tijdens de bouw Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

44 4.5 Duurzame mobiliteit Ambities Doelstelling(en) Provincie Utrecht wil een belangrijke bijdrage leveren aan het rijden op schone brandstoffen en zet in op aardgas (i.p.v. biobrandstof). Realisatie van doelmatig verkeerssysteem om bereikbaarheid te waarborgen. Verbetering van de veiligheid van het verkeers- en vervoersysteem voor gebruikers en omwonenden. Verbeteren kwaliteit van openbaar vervoer Realisatie van doelmatig en comfortabel netwerk van fietspaden en fietsverbindingen voor met name korte reisafstanden Een optimale benutting van het autonetwerk door de inzet van Dynamische Verkeersmanagement (DVM) Zie Leefomgeving Vermindering van de negatieve effecten van verkeer en vervoer op de kwaliteit van de leefomgeving. Eigen ambitie(s) Eisen aan materiaal/grondvervoer Zie Leefomgeving Bestaande maatregelen (nulmeting) Carpoolen en poolauto's als medewerkers naar locatie moeten (structureel) VRI's afstellen om centra te ontlasten (ad hoc) VRI's afstellen op vrachtverkeer (structureel) Mogelijke extra maatregelen (werksessie, met aanvulling uit IPO/CROW project) Duurzaam inkopen Doelstelling De provincie Utrecht streeft ernaar om per 2010 volledig duurzaam in te kopen. 100% duurzaam inkopen betekent voor de afdeling Wegen dat de minimumeisen van SenterNovem 100% moeten worden toegepast bij de inkopen en aanbestedingen. Voor de relevante productgroepen staan de minimumeisen die van toepassing zijn voor de afdeling Wegen hierna beschreven. Tevens is aangegeven bij de minimumeisen in hoeverre de afdeling momenteel al voldoet (in de huidige gang van zaken). 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

45 Gladheidsbestrijding Minimumeisen: 1. De inschrijver werkt volgens een onderhoudsplan van het in te zetten van strooimaterieel, welke is gebaseerd op CROW 270 (zie bijlage I en III van het SenterNovem criteriadocument Gladheidsbestrijding). Afdeling voldoet. 2. Dooimiddelen voldoen minimaal aan de samenstellingseisen zoals genoemd in de Standaard RAW Bepalingen, aanvulling 2008 (zie bijlage 2 van het SenterNovem criteriadocument Gladheidsbestrijding). Afdeling voldoet. Groenvoorziening Minimumeisen: Voor deze productgroep zijn geen minimumeisen gesteld. Grondwerken, Bouwrijp maken terrein en Sanering/Bodemreiniging Miniumumeisen: Voor deze specifieke productgroepen zijn minimumeisen van toepassing zoals geformuleerd in de productgroepen: Zware motorvoertuigen (Uitbesteding) Mobiele voertuigen Transportdiensten Kunstwerken Miniumumeisen: 1. Het ontwerp en de ontwerpdetaillering van constructies met hout voldoen aan onderstaande duurzaamheidsprincipes: Voor zover bekend heeft de afdeling de laatste 15 jaar geen nieuwe houten bruggen gebouwd. De antwoorden betreffen de bestaande houten bruggen en hebben betrekking op de onderhoudsfase en niet de ontwerpfase. Voor constructies die worden blootgesteld aan weer en wind: Er wordt geen gebruik gemaakt van filmvormende verfsystemen op houten oppervlakken. Nee, er wordt wel gebruik gemaakt van filmvormende verfsystemen. Kopse vlakken van hout zijn afgeschermd van vocht. Nee. De constructie is zo ontworpen dat er geen (hemel)water kan blijven staan. Ja. Bij de toepassing van een houten vlak tegen een ander vlak wordt een afstand tussen deze vlakken aangehouden van minimaal 8 mm. Niet altijd. Voor constructies die worden blootgesteld aan grond en/of water: Er wordt geen hout in de constructie toegepast waar contact is met de grond. Navraag leert dat deze eis buiten beschouwing gelaten kan worden. Hout tot XX cm boven de waterspiegel wordt niet ingeklemd. Navraag leert dat deze eis buiten beschouwing gelaten kan worden. 2. Het ontwerp en de ontwerpdetaillering van staalconstructies voldoen aan de volgende duurzaamheidsprincipes: De staalconstructie is zo ontworpen dat er geen(hemel)water in kan blijven staan en vuil zich kan ophopen. Ja. In de staalconstructie zijn scherpe randen afgerond. Grotendeels ja. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

46 3. Indien steenachtige afvalstoffen worden gebroken dan moet het breken conform BRL 2506 plaatsvinden. Teerhoudend asfalt(granulaat) moet worden afgevoerd naar een op basis van de Wet Milieubeheer vergunde be- en verwerkingsinrichting in Nederland voor de thermische reiniging van het teerhoudend materiaal. Ja. (In het geval van een tijdelijke inrichting, die niet onder de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit valt) Op de locatie van uitvoering moeten voorzieningen zijn getroffen om verschillende soorten afvalstoffen ten gevolge van de werkzaamheden gescheiden op te slaan dan wel gescheiden af te voeren. Ook voor het gescheiden opslaan van vrijkomende secundaire grondstoffen moeten op de locatie van uitvoering voorzieningen worden getroffen. Voor zover bekend nog niet meegemaakt, maar het is een logisch proces. Uitbesteding mobiele werktuigen Minimumeisen: 1. De bij uitvoering van werkzaamheden in te zetten mobiele dieselwerktuigen voldoen minimaal aan de emissie-eisen overeenkomend met de fasen uit onderstaande tabel. Nee. Vermogen kw Vermogen kw Gebruik binnen Gebruik binnen < 8 uur per etmaal Fase II bebouwde kom Gebruik > 8 uur per etmaal Fase II met roetfilter Gebruik buiten Gebruik binnen < 8 uur per etmaal Fase I bebouwde kom Gebruik > 8 uur per etmaal Fase I Gebruik binnen Gebruik binnen < 8 uur per etmaal Fase II met roetfilter bebouwde kom Gebruik > 8 uur per etmaal Fase II met roetfilter Gebruik buiten Gebruik binnen < 8 uur per etmaal Fase I bebouwde kom Gebruik > 8 uur per etmaal Fase II Riolering Minimumeisen: 1. Opgegraven en vrijgekomen materialen van riolering dienen ontdaan van aanhangend vuil en grond en vrij van chemische verontreiniging, te worden afgevoerd naar een erkend en voor dit werk gecertificeerde verwerker. Twijfel. 2. Verwerken/afvoeren van vrijkomende stoffen: a. Indien steenachtige stoffen worden gebroken dan moet het breken conform de BRL 2506 plaatsvinden. Is wet- en regelgeving. Afdeling voldoet, maar niet opgenomen in moederbestek. b. Teerhoudend asfalt(granulaat) moet worden afgevoerd naar een op basis van de Wet Milieubeheer vergunde be- en verwerkingsinrichting in Nederland voor de thermische reiniging van het teerhoudend materiaal. Is wet- en regelgeving. Afdeling voldoet, maar niet opgenomen in moederbestek. c. (In het geval van een tijdelijke inrichting, die niet onder de Wet Milieubeheer en het activiteitenbesluit valt) Op de locatie van uitvoering moeten voorzieningen zijn getroffen om verschillende soorten afvalstoffen ten gevolge van de werkzaamheden gescheiden op te slaan dan wel gescheiden af te voeren. Ook voor het gescheiden opslaan van vrijkomende secundaire grondstoffen moeten op de locatie van uitvoering voorzieningen worden getroffen. Is wet- en regelgeving. Afdeling voldoet, maar niet opgenomen in moederbestek. 3. De voor de uitvoering van de opdracht in te zetten voertuigen zwaarder dan kg voldoen tenminste aan de Euro 3-norm. Nee. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

47 4. De voor de uitvoering van de opdracht in te zetten dieselvoertuigen zwaarder dan kg, beschikken over de volgende voorziening voor beperking van emissie van fijnstof: Nee. Roetfilter affabriek. Indien roetfilter affabriek niet leverbaar is: retrofit of een installatie met een ten minste gelijkwaardige werking. 5. De bij uitvoering van werkzaamheden in te zetten mobiele dieselwerktuigen voldoen minimaal aan de emissie-eisen overeenkomend met de fasen uit de volgende tabel: Nee. Vermogen kw Vermogen kw Gebruik binnen Gebruik binnen < 8 uur per etmaal Fase II bebouwde kom Gebruik > 8 uur per etmaal Fase II met roetfilter Gebruik buiten Gebruik binnen < 8 uur per etmaal Fase I bebouwde kom Gebruik > 8 uur per etmaal Fase I Gebruik binnen Gebruik binnen < 8 uur per etmaal Fase II met roetfilter bebouwde kom Gebruik > 8 uur per etmaal Fase II met roetfilter Gebruik buiten Gebruik binnen < 8 uur per etmaal Fase I bebouwde kom Gebruik > 8 uur per etmaal Fase II Straatmeubilair Minimumeisen: 1. Onderdelen van hout zijn niet behandeld met op koperverbindingen gebaseerde verduurzamingsmiddelen. Ja. 2. Voor straatmeubilair waarvan meer dan 5 % van de massa van het eindproduct uit kunststoffen bestaat, moet van de totale hoeveelheid kunststoffen tenminste 90% (gewichtsprocenten binnen een product)) gerecycled materiaal zijn. Voor straatmeubilair is dit post-consumer materiaal, bij speeltoestellen mag ook pre-consumer materiaal gebruikt worden. Post-consumer wil zeggen dat het de fabriek waar het kunststof wordt geproduceerd heeft verlaten. Bij pre-consumer is dit niet het geval (bijv. snijafval bij de productie). Ja. 3. Kunststoffen onderdelen met een gewicht groter dan of gelijk aan 25 gram en een, voor markering, beschikbaar oppervlak van minstens 2 cm2 worden zichtbaar gemarkeerd met een symbool of afkorting zoals beschreven in ISO of ISO Uitgezonderd zijn onderdelen waarvan de markering vanwege technische redenen niet mogelijk is. Ja. 4. Het VOS gehalte (excl. water) voor verven met een spreidend vermogen van ten minste 15 m2/l en voor vernissen die worden toegepast op hout, bedraagt maximaal 250 g/l (met een dekkracht van 98%). Voor de overige verfproducten (vernissen, houtbeitsen, vloercoatings, vloerverven en verwante producten) is dat maximaal 180 g/l. Ja. Verkeersregelinstallaties Miniumumeisen: 1. Diminrichting in regeltoestel: Ja. a. Bij nieuwbouw moet een regeltoestel met diminrichting toegepast worden, conform paragraaf 2, lid 4 van de Regeling Verkeerslichten van 28 augustus b. Bij bestaande VRI-installaties moet een diminrichting worden toegepast als dit technisch mogelijk is, zonder meerkosten, en als de roodlicht- en lampbewaking blijven functioneren. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

48 2. Energiezuinige lichtbronnen: Ja. a. Bij nieuwbouw of complete vervanging van VRI s worden klasse II lichtbronnen, zoals bedoeld in de Grensvlakdefinitie Uitgave 3-2, januari 2004 van de ASTRIN (association traffic industries in the Netherlands), geïnstalleerd. b. Bij bestaande VRI s worden klasse II lichtbronnen, zoals bedoeld in de Grensvlakdefinitie Uitgave 3-2, januari 2004 van de ASTRIN, geïnstalleerd als het regeltoestel de technische mogelijkheden hiervoor heeft. Het regeltoestel is geschikt als het beschikt over een diminrichting en als de roodlicht- en lampbewaking blijven functioneren. Als het regeltoestel niet geschikt is voor toepassing van klasse II lichtbronnen kan de klasse I lichtbronnen geïnstalleerd worden, zoals bedoeld in de hiervoor genoemde Grensvlakdefinitie van de ASTRIN. 3. Bij nieuwbouw of complete vervanging van scheepvaartseinen moeten Led2-lampen (of lampen met een vergelijkbare energiezuinigheid en levensduur, zoals beschreven in de specificaties op met 2 dimstanden en een HR dimtrafo worden geïnstalleerd. Ja. Waterbouwkundige constructies Miniumumeisen: 1. Het ontwerp en de ontwerpdetaillering van constructies met hout voldoen aan onderstaande duurzaamheidsprincipes: Voor constructies die worden blootgesteld aan weer en wind: Er wordt geen gebruik gemaakt van filmvormende verfsystemen op houten oppervlakken. Nee, er wordt wel gebruik gemaakt van filmvormende verfsystemen. Kopse vlakken van hout zijn afgeschermd van vocht. Nee. De constructie is zo ontworpen dat er geen (hemel)water kan blijven staan. Ja. Bij de toepassing van een houten vlak tegen een ander vlak wordt een afstand tussen deze vlakken aangehouden van minimaal 8 mm. Niet altijd. Voor constructies die worden blootgesteld aan grond en/of water: Er wordt geen hout in de constructie toegepast waar contact is met de grond. Navraag leert dat deze eis buiten beschouwing gelaten kan worden. Hout tot XX cm boven de waterspiegel wordt niet ingeklemd. Navraag leert dat deze eis buiten beschouwing gelaten kan worden. 2. Het ontwerp en de ontwerpdetaillering van staalconstructies voldoen aan de volgende duurzaamheidsprincipes: De staalconstructie is zo ontworpen dat er geen(hemel)water in kan blijven staan en vuil zich kan ophopen. Ja. In de staalconstructie zijn scherpe randen afgerond. Grotendeels ja. 3. Indien steenachtige afvalstoffen worden gebroken dan moet het breken conform BRL 2506 plaatsvinden. Teerhoudend asfalt(granulaat) moet worden afgevoerd naar een op basis van de Wet Milieubeheer vergunde be- en verwerkingsinrichting in Nederland voor de thermische reiniging van het teerhoudend materiaal. Ja. (In het geval van een tijdelijke inrichting, die niet onder de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit valt) Op de locatie van uitvoering moeten voorzieningen zijn getroffen om verschillende soorten afvalstoffen ten gevolge van de werkzaamheden gescheiden op te slaan dan wel gescheiden af te voeren. Ook voor het gescheiden opslaan van vrijkomende secundaire grondstoffen moeten op de locatie van uitvoering voorzieningen worden getroffen. Voor zover bekend nog niet meegemaakt, maar het is een logisch proces. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

49 Wegen Miniumumeisen: 1. Verwerken/afvoeren van vrijkomende stoffen: Indien steenachtige stoffen worden gebroken dan moet het breken conform de BRL 2506 plaatsvinden. Is wet- en regelgeving. Afdeling voldoet, maar niet opgenomen in moederbestek. Teerhoudend asfalt(granulaat) moet worden afgevoerd naar een op basis van de Wet Milieubeheer vergunde be- en verwerkingsinrichting in Nederland voor de thermische reiniging van het teerhoudend materiaal. Is wet- en regelgeving. Afdeling voldoet, maar niet opgenomen in moederbestek. (In het geval van een tijdelijke inrichting, die niet onder de Wet Milieubeheer en het activiteitenbesluit valt) Op de locatie van uitvoering moeten voorzieningen zijn getroffen om verschillende soorten afvalstoffen ten gevolge van de werkzaamheden gescheiden op te slaan dan wel gescheiden af te voeren. Ook voor het gescheiden opslaan van vrijkomende secundaire grondstoffen moeten op de locatie van uitvoering voorzieningen worden getroffen. Is wet- en regelgeving. Afdeling voldoet, maar niet opgenomen in moederbestek. Reiniging Openbare Ruimte Minimumeisen: 1. Als bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, moet er worden gewerkt volgens de laatst geldende integrale versie van de DOB-methodiek (Duurzaam OnkruidBeheer op verhardingen). Afdeling voldoet, want er wordt geen gebruikt gemaakt van bestrijdingsmiddelen (afdeling doet het met borstelen, maar gaat dat waarschijnlijk wel heroverwegen). 2. Graffitiverwijdering van andere objecten dan gevels moet gebeuren met een hogedrukwaterreiniger (met eventueel het gebruik van reinigingsmiddelen) voorzien van een scheidingssysteem waardoor het vuile water opgevangen wordt en daarna verwerkt kan worden. Bijvoorbeeld met een waterrecyclesysteem dat het reinigingswater opvangt, filtert en hergebruikt. Nee. 4.7 Duurzaamheid in het werkproces Doelstelling(en) In 2011 is duurzaamheid een geïnternaliseerde afweging binnen de provincie voor zowel extern als intern beleid. Duurzaamheid tot een belangrijk afwegingscriterium maken voor al onze beslissingen en acties. Eigen ambitie(s) Meer creativiteit en innovatie Onderhoudskosten meenemen bij keuzes aanleg Selectie aannemer op afstand/gedrag Toekomstgericht bouwen Meer integrale bestekken Bestaande maatregelen (nulmeting) Inzetten van PEN-computers i.p.v. analoge kaarten (structureel) Ontwerp volgens LCA-benadering (ad hoc) Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

50 Mogelijke extra maatregelen (werksessie) Integrale afweging in vroege fase Projecten integraal uitvoeren (ook met Rijkswaterstaat), zodat de verkeershinder beperkt blijft (verschillende werkzaamheden in dezelfde periode) TCO meenemen in afwegingen In vroege fase duurzaamheidsladder meenemen Duurzaamheidsmeter opstellen en gebruiken Stimuleren van duurzame denktank Samenwerken met leveranciers/afstemmen met markt Verbeteren afstemming beheerders In aanbesteding duurzaamheid waarderen (bijv. middels EMVI) Opstellen Calamiteitenplan Milieubeoordeling potentiële projecten Maatregelen bij overschrijding norm Normalisatie aanpassen aan Actieplan Moederbestek aanpassen aan Actieplan 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

51 5 SELECTEREN Dit hoofdstuk geeft een beoordeling van de nieuwe maatregelen die invulling geven aan de voor de afdeling Wegen relevante doelstellingen en de eigen ambities van de afdeling. Aan de hand van de beoordeling is een selectie gemaakt van vijf maatregelen. 5.1 Beoordelen van de nieuwe maatregelen In hoofdstuk vier is besproken welke maatregelen de afdeling Wegen reeds neemt om de vastgestelde provinciale doelstellingen en eigen ambities te behalen. Tevens is in hoofdstuk 4 beschreven welke extra maatregelen de afdeling zou kunnen nemen om aan deze doelstellingen en ambities bij te dragen. In dit hoofdstuk worden deze mogelijke nieuwe maatregelen beoordeeld aan de hand van een zestal criteria. Vervolgens is er in een werksessie met een kleine twintig medewerkers van de afdeling Wegen (en een vertegenwoordiger van de afdeling mobiliteit) een selectie van vijf maatregelen gemaakt voor verdere uitwerking. De mogelijke nieuwe maatregelen zijn beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: 1) Duurzaamheidswinst Voor elke maatregel is onderzocht op welke duurzaamheidthema s winst geboekt wordt. Hierbij is een kwalitatieve inschatting gemaakt met de volgende schaal: -- groot negatief effect op het specifieke duurzaamheidthema - negatief effect op het specifieke duurzaamheidthema 0 geen of beperkt effect op het specifieke duurzaamheidthema + positief effect op het specifieke duurzaamheidthema ++ groot positief effect op het specifieke duurzaamheidthema 2) Technische haalbaarheid Voor elke maatregel is onderzocht of deze technisch bewezen is; er worden geen experimentele technieken opgenomen. Hierbij is ook gekeken of andere provincies de techniek al toepassen. Per maatregel is een kwalitatieve inschatting gemaakt met de volgende schaal: - techniek nog niet bewezen + techniek bewezen 3) Kosten Bij voorkeur zijn de maatregelen kostenverlagend, kostenneutraal of licht kostenverhogend. Per maatregel is een kwalitatieve inschatting gemaakt van de kosten van realisatie en de kosten van beheer en onderhoud. Voor deze kwalitatieve beoordeling is onderstaande schaal gehanteerd: -- aanzienlijke kostenverlaging - beperkte kostenverlaging 0 geen of marginaal kostenverschil + beperkte kostenverhoging ++ aanzienlijke kostenverhoging +/- kostenverschil sterk situatie-afhankelijk Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

52 4) Termijn Voor elke maatregel is onderzocht op welke termijn de maatregel geïmplementeerd kan worden. Hierbij is een kwalitatieve inschatting gemaakt met de volgende schaal: korte termijn de maatregel kan binnen een half jaar geïmplementeerd worden lange termijn implementatie van de maatregel kan pas na minimaal een half jaar plaats vinden 5) Samenwerking/afhankelijkheid andere afdelingen/derden Voor elke maatregel is onderzocht of er een samenwerking met en/of afhankelijkheid is van andere afdelingen/derden. Indien dit het geval is, is beschreven om welke afdeling/derden dit gaat. 6) Draagvlak Voor elke maatregel is ingeschat of er draagvlak bij de medewerkers van de afdeling Wegen is voor de betreffende maatregel. Hierbij is onderstaande indeling gehanteerd: - er is geen draagvlak voor de betreffende maatregel + er is wel draagvlak voor de betreffende maatregel? het is niet bekend of er draagvlak is voor de betreffende maatregel Bij het uitvoeren van de beoordelingen zijn onderstaande bronnen gebruikt: Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW Biomassa scan provincie Utrecht, 2004 Energiewinning uit weginfrastructuur, ECN, E.P. Weijers, 2007 Proef bermverharding Overijssel, P. Overkamp, 2004 Vereniging tot Bevordering van Werken in Asfalt Meerjarig Projectplan Duurzaam Wegbeheer (IPO/CROW) Rijkswaterstaat: Dienst Weg en Waterbouwkunde Diverse adviseurs van DHV BECO BAM wegen ZNAC Esha-Groningen MCA Lankhorst Mouldings Martens en Van Oord Alterra: Proef met duurzaam groenbeheer in Groningen: licht uit bermmaaisel (2009) SenterNovem: Energie uit asfalt (VIVACE) 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

53 5.2 Beoordeling nieuwe maatregelen In bijlage 3 is de beoordeling van de nieuwe maatregelen aan de hand van de criteria uit paragraaf 5.1 weergegeven. 5.3 Tussenstap: voorselectie door projectteam De mogelijke nieuwe maatregelen zijn beoordeeld aan de hand van een zestal criteria. Voordat tot selectie van vijf maatregelen daaruit werd overgegaan, heeft het projectteam een aantal mogelijke nieuwe maatregelen laten afvallen. Afvallende maatregel Bij beweegbare kunstwerken de energie voor de beweging opwekken uit het water Materiaal voor toplaag inzetten dat zo weinig mogelijk spatwater geeft (om de atmosferische depositie te beperken) Altijd gebruik maken van grond uit grondbank Kunstwerken: beton ipv staal Safecote strooien Reden afvallen Techniek nog niet bewezen. Techniek in ontwikkeling. De afdeling gebruikt geen ZOAB op de provinciale wegen, omdat: Qua geluidreductie werkt ZOAB alleen voor wegen 100 km/uur en hoger en die heeft de provincie niet; Op de provinciale wegen is veel landbouwverkeer en ZOAB is daarvoor niet geschikt; Op kruispunten is wringend verkeer en ZOAB is daarvoor niet geschikt. Vanuit duurzaamheid is het niet altijd de beste oplossing om gebruik te maken van grond uit de grondbank. Het meest duurzaam is om een werk uit te voeren met een gesloten grondbalans. Als dat niet lukt de benodigde grond van zo dichtbij mogelijk halen en dat hoeft niet per se de grondbank te zijn. Het is niet een absoluut gegeven om vanuit duurzaamheid altijd beton in plaats van staal te gebruiken. Biedt vooral duurzaamheidvoordeel ten opzichte van droog strooien, maar de provincie strooit al nat. Zout strooien kan op twee manieren: droog en nat. Een nadeel van droog strooien is dat de strooiauto niet zo hard mag rijden (40km/h max), anders waait het achter de auto weg. Een tweede punt is dat een droge zoutkorrel de neiging heeft om door te stuiteren, m.a.w. het risico is groot dat het naast de weg in de berm terechtkomt. Bij nat strooien wordt aan het zout pekelwater toegevoegd. Dat zorgt ervoor dat het natte zout blijft plakken op de weg, het wegstuiteren is nagenoeg niet meer aan de orde en de strooisnelheid kan omhoog (75-80 km/h). Een nadeel is wel dat je over een menginstallatie moet beschikken of over voorraadtanks Natriumchloride (=pekel). Safecote is een product dat bestaat uit zout waarvan de korrel is omhuld met een soort coating. Het voordeel is dat je niet over een menginstallatie of voorraadtanks hoeft te beschikken, het is milieuvriendelijk want minder corrosie van metalen delen van voertuigen en wegmeubilair. Maar omdat de provincie nat strooit zijn de voordelen niet zo groot. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

54 5.4 Selectie van vijf maatregelen voor uitwerking De selectie van vijf maatregelen voor uitwerking is door middel van een werksessie gedaan. Deze werksessie werd gehouden met een kleine twintig medewerkers van de afdeling Wegen (en een vertegenwoordiger van de afdeling mobiliteit). In twee subgroepen is eerst op basis van de beoordeling van de mogelijke nieuwe maatregelen (paragraaf 5.2) een voorselectie van vijf maatregelen gemaakt. Vervolgens is in een plenaire bespreking uit deze voorselecties een selectie van vijf maatregelen gemaakt. De volgende vijf maatregelen zijn geselecteerd voor uitwerking 2 : (Reparatie) asfalt op basis van koolzaadolie; Toepassen van energiezuinig asfalt; Toepassen van (gerecycled) kunststof; Onderhoudsvrij/arm materiaal toepassen; Toepassen van granulight als lichtgewicht ophoogmateriaal. In het volgende hoofdstuk zijn deze vijf maatregelen uitgewerkt. 5.5 De overige kansrijke maatregelen De mogelijke nieuwe maatregelen die niet zijn geselecteerd voor uitwerking zijn op zichzelf wel kansrijke duurzame maatregelen. Deze kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: maatregelen voor de korte en maatregelen voor de lange termijn. Hieronder zijn deze opgenomen. Hierbij geldt dus dat voordat deze maatregelen kunnen worden ingevoerd een uitwerking moet plaatsvinden conform de vijf geselecteerde maatregelen. Maatregelen voor de korte termijn Tijdens aanleg/reconstructie weg in veengebied moet zo veel mogelijk voorkomen worden dat het veen in aanraking komt met zuurstof (bijv. door het af te dekken met zeil); Geluidschermen voorzien van zonnepanelen voor het opwekken van duurzame energie; Wegen iets verhoogd aanleggen, zodat er mogelijkheden voor retentiebekkens ontstaan; Infoborden op zonnepanelen; Toepassen van niet uitloogbare AVI-slakken voor fundering; Bruinkoolvliegas (of vergelijkbaar) in cement toepassen; Meer groen langs de weg (CO 2) en soort beplanting aanpassen; Ecologische inrichting van rotondes; Verminderen fijn stof tijdens de bouw. Maatregelen voor de lange termijn Energie uit asfalt; Grondbaggerspecie gebruiken voor ophoging/eigen doeleinden; Vrijkomend maaisel nuttig gebruiken (meer op sturen). 2 De benaming van de maatregelen is hier en daar aangepast ten opzichte van de tot nu toe gehanteerde benaming, bijvoorbeeld: Lage energie asfalt -> Toepassen van energiezuinig asfalt. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

55 6 UITWERKEN In dit hoofdstuk zijn de 5 geselecteerde maatregelen uitgewerkt. 6.1 Uitwerken van de 5 geselecteerde maatregelen De vijf maatregelen die tijdens de werksessie zijn geselecteerd zijn uitgewerkt. Eerst is er op basis van deskresearch een concept gemaakt, welke vervolgens is besproken met deskundigen van de provincie. Naar aanleiding hiervan zijn de concepten aangepast. Per maatregel zijn grofweg de volgende onderwerpen behandeld: Omschrijving van de maatregel: wat houdt de betreffende maatregel in? Duurzaamheidsvoordelen: wat zijn de voordelen vanuit duurzaamheid gezien van de betreffende maatregel? Toepassingen: wanneer de betreffende maatregel toe te passen en wanneer niet? Financieel: wat zijn de kosten ten opzichte van de traditionele maatregel? Besteksteksten: hoe de betreffende maatregel op te nemen in het bestek? Proces: hoe de betreffende maatregel op hoofdlijnen te verankeren (hierop wordt in meer detail ingegaan in hoofdstuk 7 Verankeren)? Bronnen: welke informatiebronnen zijn gehanteerd? 6.2 (Reparatie) asfalt op basis van koolzaadolie Omschrijving Rephalt 3 op basis van koolzaadolie wordt ook wel eco rephalt genoemd (ook: bio rephalt). Asfalt op basis van koolzaadolie is eco asfalt (ook: bio asfalt). Het vormt een plantaardige toplaag, opgebouwd uit steen, zand, vulstof en een plantaardig bindmiddel op basis van koolzaadolie in plaats van bitumen op basis van aardolie. Rephalt/asfalt op basis van koolzaadolie bezit fysische en mechanische eigenschappen die beter zijn dan die van de klassieke bitumineuze afdeklagen. Dankzij de lagere temperaturen 4 voor het fabriceren en aanbrengen levert dit aanzienlijke baten qua energieverbruik en leefmilieu op. 3 Rephalt is vakjargon voor reparatieasfalt. 4 Leverancier Esha Infra Solutions meldt een bereidingstemperatuur van de koolzaadolie van de omgevingstemperatuur en een verwerkingstemperatuur van circa 150º voor eco asfalt. Leverancier MCA meldt ook een bereidingstemperatuur van de koolzaadolie van de omgevingstemperatuur en een verwerkingstemperatuur gelijk aan de omgevingstemperatuur voor eco rephalt. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

56 Eco asfalt wordt sinds 2004 in Frankrijk gebruikt en de resultaten zijn algemeen gezien zeer positief. In Nederland is Rijkswaterstaat vorig jaar begonnen met het toepassen van eco rephalt op enkele proefvakken. Dit lijkt vooralsnog positief uit te pakken. Op de A67 zijn deze zomer (2009) openstaande naden in ZOAB, die zijn ontstaan door vorstschade, met succes gerepareerd. Direct na de reparatie zijn de stroefheid (SRT) en waterdoorlatendheid (Becker) gemeten. Het bleek dat de stroefheid goed was en dat de reparatie net zo waterdoorlatend was als ZOAB. Gemeente Groningen, gemeente Heerhugowaard en de provincies Friesland, Groningen, Gelderland en Flevoland voeren ook reeds reparaties met asfalt op basis van koolzaadolie uit (eco rephalt). De provincie Gelderland schrijft het voor voor het vullen van boorgaten. Voor eco rephalt en eco asfalt zijn er verschillende leveranciers: MCA in Zutphen en Esha Infra Solutions in Groningen. Beide voeren dezelfde producten van de fabrikant Vialit. Duurzaamheidsvoordelen Gebruik van hernieuwbare grondstoffen (koolzaadolie) in plaats van fossiele grondstoffen (aardolie); Er vindt een aanzienlijke CO 2-reductie plaats door: o de opname van CO 2 uit de atmosfeer door de koolzaadplanten o door de lagere productietemperatuur 4 o koude verwerkingstemperatuur (omgevingstemperatuur) Uit een analyse van Esha Infra Solutions volgt dat bij de productie van een ton bij eco asfalt per saldo een reductie plaats vindt van 0,3 kg CO 2, terwijl bij conventioneel asfalt per saldo een productie plaats vindt van 14,5 kg CO 2. Dit betekent dat bij de toepassing van koolzaadasfalt de totale balans CO 2 emissie vrijwel neutraal is (zie onderstaande grafiek). Grafiek: Vergelijking CO 2 emissie (Bron: Esha Infra Solutions). 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

57 Volgens MCA levert een 25 kilogram (een emmer) eco rephalt een CO 2-reductie van 4 kilogram, een 5 kilogram (een blik) eco voegvulling een CO 2-reductie van 8 kilogram, een vierkante meter koudgespoten betonafdichting een CO 2-reductie van 2,5 kilogram en 25 kilogram slemlaag een CO 2- reductie van 10 kilogram. De vraag is wel of bij de calculaties voldoende rekening is gehouden met de CO 2-emissie van machines en transport, waardoor de reductie minder groot zou kunnen zijn. De emmers en blikken worden bij MCA namelijk vanuit Oostenrijk geïmporteerd (idem Esha Infra Solutions). In ieder geval wordt de CO 2 in de koolzaadolie blijvend opgenomen in het asfaltproduct (komt niet meer vrij). Asfalt o.b.v. koolzaadolie bestaat uit afbreekbare grondstoffen, is oplosmiddelenvrij en recyclebaar; Gering verbruik; de restanten kunnen opnieuw gebruikt worden; Ecoasfalt is duurzaam bestand tegen spoorvorming en slijtage en kan makkelijk worden hersteld; Eco rephalt wordt gekenmerkt door een goede stabiliteit. Het percentage bindmiddel in eco rephalt is hoger dan in conventioneel asfalt (7% in eco asfalt tegenover 4-6% in conventioneel asfalt), waardoor de levensduur van eco rephalt langer is en de reparaties definitief zijn.; Asfalt op basis van koolzaadolie is bestand tegen strooizout; Asfalt op basis van koolzaadolie is goed kleurhoudend; Reparaties met eco rephalt zijn harder en sterker dan reparaties met conventioneel asfalt, doordat het percentage bindmiddel hoger ligt dan bij conventioneel asfalt (7% tegenover 4-6%). Eco rephalt smelt in tegenstelling tot conventioneel asfalt niet bij hoge temperaturen. Het is een definitieve herstelling; Eco rephalt hardt snel uit (± na 1 uur bij 20ºC), waardoor de weg snel weer kan worden vrij gegeven; Bij de verwerking van het asfalt ontstaan geen schadelijke fluxoliedampen; Minder stank en geluidsoverlast bij productie. Esha Infra Solutions zal in het voorjaar van 2010 een test gaan doen met koud eco asfalt (bij omgevingstemperatuur bereid). Hiervan laten ze ook een levenscyclusanalyse (LCA) maken. Toepassingen Eco rephalt kan worden toegepast bij reparatie van gaten, naden en scheuren in asfaltdeklagen en betonnen deklagen. De provincie Gelderland schrijft eco rephalt voor als middel om de gaten van asfaltboorkernen te vullen. Eco rephalt heeft een korrelgrootte van 2 of 4 mm doorsnee. Indien de te repareren scheurtjes dunner zijn dan 2 mm, kan voegmiddel op basis van koolzaadolie worden toegepast. Eco rephalt kan bij alle verkeersklasses, inclusief zwaar verkeer, worden toegepast, alsmede bij wringend verkeer. De provincie Flevoland heeft bij reparaties in een turborotonde bij Harderwijk gebruik gemaakt van eco rephalt (van MCA). De verwerking vindt plaats zonder verwarming, dus bij omgevingstemperatuur. Het verhardingsproces van eco rephalt wordt geactiveerd door het oppervlak te besprenkelen met water. Hierdoor kan het mengsel ook aangebracht worden onder vochtige omstandigheden en kan het snel na verdichting bereden worden door het verkeer. De omgevingstemperatuur dient volgens Esha Infra Solutions wel boven het vriespunt te liggen. MCA meldt dat verwerking ook bij lagere temperaturen mogelijk is. Indien de temperatuur lager dan -10ºC is, dient er te worden afgestrooid met zand. Het eco rephalt hardt dan vanzelf uit door de luchtvochtigheid. De uithardingtijd is bij lagere temperaturen wel wat langer. De koude toepassing is eenvoudig, waardoor één persoon de werken kan uitvoeren. Eco rephalt kan overdekt worden met een ander omhulde steenslag. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

58 Eco rephalt wordt door MCA geleverd in kunststof emmers van 25 kg. Het verbruik is 25 kg voor een oppervlakte van 1 m 2 met een laagdikte van 1cm. Dit komt overeen met 2 tot 2,5 kg per liter volume (na verdichting). Indien er sprake is van grootschalige reparaties (meer dan 5 tot 10 ton asfalt nodig), kan MCA de bindmiddelen o.b.v. koolzaadolie leveren aan een asfaltcentrale in Nederland, alwaar het wordt gemengd met de stenen van hier tot eco asfalt. De meeste Nederlandse asfaltcentrales hebben tegenwoordig tanks voor speciaal bitumen. Bovendien kan het materiaal tijdelijk worden opgeslagen. Voegmiddel op basis van koolzaadolie wordt door MCA geleverd in blikken van 5 kg. Voor reparaties van 5-8 lopende meters is circa 1 kg REFUG 2K (merknaam van het voegmiddel van MCA) benodigd. Dit is uiteraard afhankelijk van breedte en diepte. Bij bredere voegen of scheuren kan REFUG 2K gemengd worden met een fijne steenslag. Met REFUG 2K behandelde voegen of scheuren kunnen, afhankelijk van de temperatuur, circa 30 minuten na behandeling vrijgegeven worden voor het verkeer. Na ongeveer 2 weken voldoet de REFUG 2K aan alle vereisten die gelden voor warm verwerkbare voegvullingsproducten. MCA is leverancier van Reaktiv-producten. Hun assortiment omvat asfalt voor reparaties, voegvulling, koud te spuiten betonafdichting en een product voor slemlagen op beton of asfalt. De productlijn van Esha Infra Solutions met koolzaadolietoepassing heet Eco-Periphalt. Het is verkrijgbaar in de volgende varianten: 1) Eco-Periphalt 45A Speciaal 5 is geschikt voor alle soorten asfalt waaronder dunne, geluidsarme asfalt-deklagen; 2) Eco-Periphalt HZ90 is geschikt voor het hoogwaardig hergebruiken van ZOAB-frees; 3) Eco-Periphalt REG is geschikt voor het ter plaatse verjongen van verouderd asfalt; 4) Eco-Periphalt voor warm gesproeide slijtlagen. Esha Infra Solutions levert bij voorkeur in volle vrachten (30 ton). De minimale afname is ca. 15 ton, wat goed is voor ca. 350 ton asfalt (ongeveer een halve dagproductie). 5 Ecopave is een product en handelsnaam van Dura Vermeer Infrastructuur bv, dat wordt gemaakt met Esha Eco- Periphalt 45A speciaal. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

59 Om een indicatie te verkrijgen van de levensduur van het Ecopave mengsel zijn splijt- en cantabro proeven uitgevoerd. Om de watergevoeligheid te bepalen zijn de proeven zowel vóór als na kunstmatig verouderen (retainen) uitgevoerd. Hierbij is de retaining procedure conform PrEN gehanteerd. Ook zijn er korte (RTFOT) en lange duur (PAV) verouderingsproeven op het ECO-Periphalt 45A Speciaal uitgevoerd. Als referentie is steeds een conventioneel polymeer gemodificeerde bitumen meegenomen in het onderzoek. Uit de resultaten van de proeven is geconcludeerd dat de toevoeging geen negatief effect heeft op de levensduur van het mengsel. De retain index van de splijt proef is zelf groter dan 100%. Ecopave is als dunne deklaag onder andere toegepast op een drietal wegen in de gemeente Groningen. Eco asfalt wordt nog niet heel veel in Nederland toegepast. Wel in het buitenland. Eco asfalt werd in Frankrijk ontworpen en wordt er vandaag al op tal van landelijke wegen gebruikt. In tegenstelling tot asfalt op basis van aardolie is de variante op basis van koolzaadolie nauwelijks vervuilend. Het aanbrengen van de wegbedekking kan bovendien met minder gesofisticeerde en dure machines. De provincie Utrecht zou dit als proefproject kunnen oppakken. Financieel De kosten van eco asfalt van Esha Infra Solutuions is per ton 2 tot 4 euro duurder ten opzichte van conventioneel asfalt. De levensduur van de producten met koolzaadolie is daarentegen iets langer. MCA levert eco rephalt in kunststof emmers van 25 kg voor 32,50. Ter vergelijking: dezelfde hoeveelheid conventioneel (oplosmiddelhoudend) reparatieasfalt kost 15,= tot 20,=. Reparaties met eco rephalt hebben echter een veel langere levensduur. Indien grootschalige reparaties uitgevoerd moeten worden, is het voordeliger om de bindmiddelen op basis van koolzaadolie in een Nederlandse asfaltcentrale toe te laten voegen aan de stenen tot eco asfalt. Het omslagpunt ligt circa bij 5 tot 10 ton. Een blik REFUG van MCA met een inhoud van 5 kg kost 22,50. De provincie Gelderland ziet bij gebruik van eco-bitumen voor het opvullen van de gaten van boorkernen geen toename van de kosten. De aannemers hanteren een vast bedrag per kern, die varieert per aannemer. Het vulmiddel bedraagt hierbij maar een klein deel van de totale kosten van het boren. Besteksteksten Reparatieasfalt wordt door de afdeling Wegen van de provincie Utrecht rechtstreeks ingekocht (buiten een bestek om). Alleen bij grotere reparaties worden bestekken opgesteld. De onderstaande tekst kan dan in het bestek worden opgenomen: Inrichting van het onderzoek naar de samenstelling en eigenschappen van het asfalt Lid 05 Vervangen regel 2 met gietasfalt tot en met regel 3 hebben door: met REPHALT (1-component systeem zonder oplosmiddelen) vullen (bron: Rijkswaterstaat) Indien een merknaam genoemd wordt, dient er altijd of gelijkwaardig te worden toegevoegd i.v.m. de concurrentiepositie. Proces Opnemen in normalisatie en/of moederbestek en checklist. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

60 Bronnen Provincie Gelderland Rijkswaterstaat MCA (voor opgenomen figuur bij Toepassingen ) Verkeersnet.nl ( ) Milieuzorgoverheden.nl Vialit.de H.K.V. Ochten B.V. Esha Infra Solutions Roularta (voor opgenomen figuur bij Omschrijving ) Cobouw 6.3 Toepassen van energiezuinig asfalt Omschrijving Lage Energie Asfalt Beton (LEAB) is een door BAM Wegen B.V. ontwikkeld asfaltmengsel, bedoeld voor onder- en tussenlagen van asfaltconstructies. Het mengsel is voor wat betreft de mengseleigenschappen volledig gelijkwaardig aan steenslagasfaltbeton. Het grote verschil met het conventionele steenslagasfaltbeton is dat dankzij de toepassing van een schuimbitumentechniek de productietemperatuur rond de 100 graden Celsius ligt in plaats van de circa 165 graden Celsius bij het conventionele steenslagasfaltbeton. Dit levert een aanzienlijke energiebesparing op (tot maximaal 40%) en daarmee ook een reductie van de CO 2-emissie van 25 tot 40%. Bovendien wordt er in LEAB inmiddels 50 procent asfaltgranulaat hergebruikt, wat geen invloed heeft op de kwaliteit. De samenstelling van LEAB is identiek aan conventioneel, op +/- 165 graden Celsius geproduceerd, steenslagasfaltbeton: steenslag, zand, zwakke vulstof, bitumen en asfaltgranulaat. LEAB is een continue gegradeerd asfaltmengsel en valt, met uitzondering van de productietemperatuur, onder de werkingssfeer van NEN-EN De eigenschappen van LEAB zijn gelijk aan die van conventioneel steenslagasfaltbeton. LEAB wordt momenteel geproduceerd in de asfaltcentrales ZNAC in Breda en ACB in Amsterdam. In 2010 zal ook de centrale in Helmond LEAB produceren. Naast LEAB bestaat een ander energiezuinig asfaltbeton, dat geproduceerd wordt bij graden Celsius: Lage Temperatuur Asfalt (LT-Asfalt ). Vooralsnog wordt dit geproduceerd in de Asfaltfabriek Roermond B.V.. Bij deze leverancier zijn er vanuit de provincie Utrecht vooralsnog vraagtekens bij de kwaliteit van dit product en de duurzaamheid ervan in verband met het lage percentage hergebruik van asfaltgranulaat. Er wordt maximaal slechts 30% asfaltgranulaat gebruikt, terwijl LEAB voor 50% uit asfaltgranulaat bestaat. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

61 Duurzaamheidsvoordelen Energiebesparing tot maximaal 40% door lagere productietemperatuur; Hierdoor 25-40% CO 2-reductie (4 kg/ton) 6 ; Vanwege deze lagere productietemperatuur is het asfalt sneller afgekoeld, waardoor de weg eerder vrijgegeven kan worden; In LEAB wordt 50% asfaltgranulaat hergebruikt; Verbeterde arbeidsomstandigheden tijdens asfalteren; Toepassing recycling gewoon mogelijk; Tijd tussen productie en verwerking < 6 uur; LEAB kan geproduceerd worden in conventionele centrales. Bouw van nieuwe centrales is dus niet noodzakelijk. De milieueffecten van LEAB zijn bepaald conform NEN 8006 en aantoonbaar in een MRPI-certificaat. Toepassingen LEAB is bedoeld voor onder- en tussenlagen van asfaltconstructies. De samenstelling van LEAB is identiek aan conventioneel, op +/- 165 graden Celsius geproduceerd, steenslagasfaltbeton. De eigenschappen van LEAB zijn gelijk aan die van conventioneel steenslagasfaltbeton. Zowel de stijfheid, de watergevoeligheid als de weerstand tegen vermoeiing en de spoorvorminggevoeligheid van LEAB zijn gelijkwaardig aan warm bereide asfaltmengsels. Na de invoering van CE-markering in maart 2008 is op LEAB een typeonderzoek uitgevoerd volgens de nieuwe regelgeving. In dat kader werden onder andere stijfheid, vermoeiing en de weerstand tegen permanente vervorming (spoorvorming) bepaald. Uit dit onderzoek blijkt dat er, net als uit onderzoeken bij conventioneel asfaltbeton, een zekere spreiding is in de eigenschappen van alle beproefde LEABmengsels. BAM Wegen B.V. garandeert echter minimaal een waarde eps-6 voor LEAB. De asfaltdikte van LEAB is daarmee even groot of zelfs kleiner (zoals het demonstratievlak van Rijkswaterstaat in de A2 bij Everdingen-Everdingen) dan conventioneel asfaltbeton. LEAB kan samen met conventioneel asfaltbeton worden toegepast. Omdat LEAB iets stugger is dan conventioneel asfaltbeton dient de instelling van de wals iets te worden aangepast. Door de iets stuggere eigenschappen van LEAB, is LEAB minder geschikt bij de aanleg van kleinschalige wegvlakken (bijv. kruisingsvlakken), waarbij veel handwerk verricht moet worden. De eis voor weerstand van vermoeiing van LEAB is door BAM Wegen B.V. gesteld op 90 µm/m. De eis is vooruitlopend op de plannen van het CROW om ook voor steenslagasfaltbeton de eis op deze waarde te stellen. Momenteel wordt gewerkt aan deze verificatie en op korte termijn zullen de aangepaste tabellen voor de Standaard worden vastgesteld. LEAB wordt breed in Nederland toegepast; er zijn vele projecten gerealiseerd. Onlangs is de provincie Noord-Holland bijvoorbeeld gestart met groot onderhoud aan de provinciale weg N244 waarbij LEAB wordt toegepast (zie de figuur op de volgende pagina). De provincie Utrecht heeft vijf jaar geleden een meter lang proefvak LEAB aangelegd op de N212. Dit ligt er nog steeds goed bij. 6 Indien de afstand tussen de LEAB asfaltcentrale en de projectlocatie meer dan circa 100 km groter is dan die tussen de dichtstbijzijnde asfaltcentrale en de projectlocatie, dan wordt volgens BAM de CO 2-reductie door gebruik van LEAB teniet gedaan door de extra verreden transportkilometers. Met andere woorden: er moet voor LEAB niet meer dan 100 km worden omgereden. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

62 Financieel Momenteel is LEAB in aanschaf even duur als conventioneel steenslagasfaltbeton. Naar verwachting zullen de aanschafkosten op termijn zelfs goedkoper worden, omdat de productie goedkoper zal worden (vooral door minder energiegebruik). Momenteel zijn de productiekosten nog relatief hoog vanwege hoge investeringen in het aanpassen van de centrales. Besteksteksten 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

63 31 TECHNISCHE BEPALINGEN WEGVERHARDINGEN II BEGRIPPEN ASFALTVERHARDINGEN ASFALTBETON-SCHUIMBITUMEN 01. Onder asfaltbeton-schuimbitumen wordt verstaan een asfaltbeton waarin het bindmiddel in verschuimde toestand wordt gedoseerd met als doel het asfaltbeton te produceren bij lagere temperaturen dan de EVT-waarde van het bitumen EISEN EN UITVOERING ASFALTVERHARDINGEN EISEN AAN DE UITVOERING: BEREIDING VAN ASFALT 01. Tijdens de productie van asfaltbeton-schuimbitumen moet de mengseltemperatuur, gemeten conform NEN-EN /C1 lager dan 110ºC zijn EISEN AAN DE UITVOERING: VERWERKING VAN ASFALT-ALGEMEEN 01. Indien een asfaltlaag van asfaltbeton-schuimbitumen moet worden afgestrooid met steenslag of brekerzand moet dit mechanisch en gelijkmatig over het gehele oppervlak gebeuren na de eerste walsovergang BOUWSTOFFEN ASFALTBETON-SCHUIMBITUMEN 01. In aanvulling op het bepaalde in artikel lid 01 van de Standaard moet specie voor asfaltbetonschuimbitumen voldoen aan het bepaalde in NEN-EN , met in achtneming van het bepaalde in de navolgende leden. 02. Het bepaalde in Temperatuur van het mengsel van NEN-EN is niet van toepassing De samenstelling en eigenschappen van asfaltbeton-schuimbitumen moeten voldoen aan het bepaalde in Functionele eisen van NEN-EN Het bepaalde in Empirische eisen van NEN-EN is niet van toepassing De korrelverdeling als bedoeld in van NEN wordt bepaald met behulp van de basis zeefset plus set 1 volgens van NEN-EN Voor de weerstand tegen afslijting door spijkerbanden volgens van NEN-EN geldt categorie AbrANR (geen eis). 06. Het bepaalde in Weerstand tegen permanente vervorming van NEN-EN (wielspoorproef) is niet van toepassing In asfaltbeton-schuimbitumen moet ten minste 50% (m/m) van het mineraal aggregaat worden vervangen door asfaltgranulaat. In afwijking van het bepaalde in artikel lid 02 van de Standaard moet de korrelvorm van het grof mineraal aggregaat van asfaltgranulaat voor asfaltbeton-schuimbitumen voldoen aan categorie C50/30, volgens NEN-EN Voor asfaltbeton-schuimbitumen bitumen 70/100 toepassen. 7 Binnen Nederland voldoen alleen LT-asfalt en LEAB aan deze bepaling. 8 Afstrooien is alleen noodzakelijk als (tijdelijk) verkeer moet worden toegelaten. De bestekspost bepaalt alleen hoe afgestrooid moet worden, niet dat afgestrooid moet worden. 9 Lid 02 maakt het mogelijk de mengtemperatuur te verlagen. De mengtemperatuur moet dan afhankelijk van het type bitumen minimaal 150 of 160 zijn. 10 Lid 03 is voor alle asfaltbetonmengsels in de Standaard (art lid 02) opgenomen. 11 Lid 06 is voor alle asfaltbetonmengsels in de Standaard (art lid 05) opgenomen. 12 Dit betekent enerzijds dat er asfaltgranulaat toegepast moet worden (en dus niet het CO2-voordeel ten koste gaat van de mogelijkheid voor hergebruik), anderzijds dat er laagwaardig materiaal (veel rond/ongebroken materiaal) toegepast mag worden. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

64 31 27 MEET- EN VERREKENMETHODEN ASFALTVERHARDINGEN MEETMETHODE HOEVEELHEIDSBEPALING: HOEVEELHEDEN ASFALT 01. In de aan te brengen verhardingen de volgende hoeveelheden asfalt verwerken: 25 kg/m2 voor elke 10 mm voorgeschreven laagdikte van asfaltbeton-schuimbitumen. De aanbesteding van LEAB is aandachtspunt in het kader van de aanbestedingsregels. LEAB is een innovatief product dat door BAM Wegen B.V. ontwikkeld is. Er zijn geen andere aanbieders van asfalt die werken met dezelfde techniek. Wel zijn er andere aanbieders van energiezuinig asfalt, onder andere LT- Asfalt ). Binnen een openbare aanbesteding zijn er dan grofweg 2 manieren om aan te besteden: Functioneel aanbesteden. Dus het gewenste resultaat van energiezuinigheid functioneel omschrijven, waar vervolgens meerdere partijen hun best op kunnen doen om te voldoen; Gunnen op Waarde. Dus een aanbieder die energiewinst boekt daarvoor belonen. Dit kan ertoe leiden dat een aannemer met een andere oplossing komt die nog energiezuiniger is dan toepassing van energiezuinig asfalt. Dat is echter niet erg, omdat het doel van energiezuinigheid bereikt wordt. Dit kan binnen de EMVI-methodiek. Volgens Europees aanbestedingsregels dienen Werken van boven de circa 5 miljoen via een openbare Europese aanbesteding te lopen. Onder de circa 5 miljoen geldt het eigen aanbestedingsbeleid van de provincie Utrecht. Hiervan mag worden afgeweken in incidentele gevallen, bijvoorbeeld in het kader van een proefproject. Ook is er de mogelijkheid om er een directielevering van te maken. Het Werk dat aanbesteed wordt bevat dan meer onderdelen dan alleen asfaltering en als het asfaltdeel minder dan de hiervoor genoemde circa 5 miljoen blijft, kan dat als directielevering worden voorgeschreven. Er zijn ook nog diverse andere combinaties. Gebruikelijk is om voor een project waar de wens bestaat om energiezuinig asfalt toe te passen, een op maat gesneden oplossing te maken waarbij de hiervoor genoemde factoren een rol spelen (moet een openbare Europese aanbesteding gevolgd worden? Is het onderdeel van een groter project? etc.). Proces Opnemen in normalisatie en/of moederbestek en checklist. Bronnen ZNAC BAM Wegen B.V. (onder andere voor opgenomen figuur en besteksteksten) LT-Asfalt SenterNovem Provincie Noord-Holland (onder andere voor opgenomen figuur bij Toepassingen ) 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

65 6.4 Toepassen van (gerecycled) kunststof Omschrijving Gebruik van (gerecycled) kunststof in de Grond-, Weg- en Waterbouw brengt grote duurzaamheidsvoordelen met zich mee. Op deze plek wordt een beschrijving gegeven van het toepassen van (gerecycled) kunststof in kleine kunstwerken (voetgangers- en fietserbruggen), damwanden, beschoeiingen, steigers en bermverhardingen. Er is een focus aangebracht op voetgangers- en fietserbruggen, omdat de provincie de komende jaren vijf kleine kunstwerken zal gaan vervangen. In kleine kunstwerken, zoals fietser- en voetgangersbruggen, wordt (gerecycled) kunststof toegepast in plaats van hout, beton en/of staal. Er zijn verschillende leveranciers op de Nederlandse markt die kunststof bruggen leveren. De afbeelding links hieronder is bijvoorbeeld een kunststofbrug in Wognum, geproduceerd van gerecycled kunststof (KLP 13 ) van Lankhorst Recycling Products). De brug rechts hieronder is bijvoorbeeld een kunststofbrug van Fibercore, een leverancier van vezelversterkte kunststof producten (in de verdere beschrijving composiet genoemd) voor de civiele sector. Hoewel het materiaal van Fibercore geen gerecyclede grondstof is, blijkt uit levenscyclusanalyse-studies (LCA-studies) dat de milieu-impact van deze kunstwerken aanzienlijk lager is dan die van kunstwerken van beton of staal. Ook damwanden, beschoeiingen, steigers en bermverhardingen zijn geschikt voor toepassing van kunststof. Fabrikant en leverancier Lankhorst Recycling Products biedt ter illustratie onder andere de volgende producten voor de Grond-, Weg- en Waterbouw: palen, planken, balken, grondversteviging, straatmeubilair, steigers, bruggen, beschoeiingen, gordingen, wrijfstijlen en rioolputten. Leverancier Gampet Plastics BV levert ter verdere illustratie onder meer taludbekleding, faunapassages, natuurtrappen, bermverhardingen, scheidingsbalken, beschoeiingen, steigers, damwanden, wrijfgording, planken, palen en balken. 13 KLP is de merknaam van het gerecycled kunststof product van Lankhorst Recycling Products. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

66 Duurzaamheidsvoordelen Gerecycled kunststof is een secundair materiaal 14 ; Kunststof is niet geïmpregneerd en staat dus geen giftige stoffen af aan de omgeving; Kunststof is lichtgewicht (dus minder transportemissies en beter werkbaar); Kunststof loogt niet in of uit, dus contact met grond-/oppervlaktewater is geen probleem; De levensduur van kleine kunstwerken van gerecycled kunststof is langer dan die van houten kunstwerken (meer dan 50 jaar). NB: Dit berust op berekeningen en laboratoriumproeven, maar niet op praktijkervaringen aangezien kunststof toepassingen iets van de laatste tientallen jaren is 15 ; Composiet (vezelversterkte kunststof) bruggen van Fibercore hebben een oneindige levensduur, omdat het materiaal niet vermoeid. NB: Dit berust op berekeningen en laboratoriumproeven, maar niet op praktijkervaringen aangezien kunststof toepassingen iets van de laatste tientallen jaren is (zie vorig voetnoot). Uit LCA-studies van BECO blijkt dat de composietbrug beter scoort dan bruggen van staal of beton; De levensduur van kunststof beschoeiingen, steigers, damwanden, wrijfgordingen, planken, palen en balken is naar schatting circa 30 jaar. Firma Haasnoot Bruggen, een leverancier van kunststof bruggen, meldt dat de levensduurverwachting van hun kunststof brugdelen zelfs 60 jaar is. NB: Dit berust op berekeningen en laboratoriumproeven, maar niet op praktijkervaringen aangezien kunststof toepassingen iets van de laatste tientallen jaren is (zie vorige voetnoot); Kunststof is stroef (ook bij regen). Een slijtlaag is overbodig; Kunststof geeft, in tegenstelling tot (hard)hout, geen splinters; Kunststof vergt weinig onderhoud (grote besparing op schilderkosten). Algen hechten niet aan het materiaal en kunststof rot niet; Kunststof is zeer taai; temperatuurdalingen hebben slechts een gering effect. Wel wordt geadviseerd om het materiaal te verwerken bij temperaturen boven het vriespunt. Fibercore kunstwerken worden juist sterker bij lagere temperaturen; Kunststof is bestendig tegen de meeste vormen van vandalisme, zoals graffiti 16 en brand 17 ; Kunststof is UV-bestendig door de toevoeging van UV stabilisatoren en resistent of zeer goed bestendig tegen zuur (afhankelijk van de ph) en zout 18 ; De kunststof van Lankhorst Recycling Products is aan het einde van de levensduur altijd weer recyclebaar (Lankhorst heeft zichzelf een terugnameplicht gesteld). Fibercore is momenteel aan het onderzoeken hoe hun materiaal gerecycled zou kunnen worden. Uit LCA-studies blijkt dat de milieu-impact van composiet (niet-gerecyclede kunststof) bruggen drie tot vijf keer lager is dan die van betonnen of stalen bruggen. De milieu-impact van volledig gerecyclede kunststofbruggen is nog lager. Lankhosrt Recycling Product is momenteel bezig met het uitvoeren van een LCA-studie. Ook uit LCA-studies in de Grond-, Weg- en Waterbouw van DHV blijkt steeds weer dat gerecyclede kunststoffen toepassingen goed scoren qua milieuduurzaamheid. 14 Fabrikant en leverancier Lankhorst Recycling Products gebruikt als grondstof gebruikt landbouwfolie uit Noord- Nederland, pampers en schoon industrieel afval uit Nederland en West-Europa (m.n. uit Duitsland). Gampet Plastics BV maakt gebruik van gerecycled PP, PE en plastic afkomstig uit verpakkingsmateriaal. 15 Proeven testen de eigenschappen van het materiaal tot 40 gebruiksjaren. Er blijkt geen enkele degradatie van het materiaal te zijn. Hoogstwaarschijnlijk heeft het materiaal dus een veel langere levensduur. Fabrikant en leverancier Lankhorst Recycling Products geeft 40 jaar garantie op haar producten. 16 Graffiti is met een hogedrukspuit te verwijderen, mits het op korte termijn eraf wordt gespoten. 17 Volgens NEN 6065 valt KLP in klasse 3. Uit onderzoek van TNO blijkt KLP wel meer te roken dan hout, maar de vrijkomende gassen zijn niet giftiger dan bij een houtbrand. 18 Kunststof van Lankhorst Recycling Products wordt wegens zijn chemische resistentie o.a. toegepast bij DSM. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

67 Toepassingen (Gerecycled) kunststof kan worden toegepast in de Grond-, Weg- en Waterbouw. Kleine kunstwerken als voetgangers- en fietserbruggen (tot circa 12 meter) zijn zeer geschikt om in kunststof uit te voeren (eventueel versterkt met vezel of staal). Indien de overspanningen groter moeten zijn dan 12 meter, kan gekozen worden voor stalen liggers of composiet. Ook damwanden, beschoeiingen, steigers, bermverhardingen, palen, planken, balken, grondversteviging, straatmeubilair, gordingen, wrijfstijlen, rioolputten, taludbekleding, faunapassages, natuurtrappen en scheidingsbalken zijn geschikt voor toepassing van kunststof. Zwaardere kunstwerken kunnen in composiet worden uitgevoerd. Lankhorst Recycling Products levert kunststof beschoeiingen tot 1.50 meter grondwerende constructie. Indien de afmetingen groter dan 1.50 meter moeten zijn, levert Lankhorst Recycling Products damwanden met combinatiepalen: naaldhouten palen omhuld door een kunststof laag (zie onderstaande figuur). Bepaalde kunststoffen kunnen licht werken door temperatuurverschillen. KLP van Lankhorst Recycling Products zet maximaal 1,5 mm uit per meter plank per 10ºC. Door het te bewapenen met glasvezel of staal wordt deze werking opgeheven. De gemeente Purmerend meldt dat kruiend ijs geen enkel probleem bleek voor de met kunststof uitgevoerde beschoeiingen. Blootstelling aan zonlicht heeft nauwelijks effect op het materiaal. Wel kan na vele jaren buitengebruik de kleur iets lichter worden en het oppervlak van het materiaal iets ruwer aanvoelen. Lankhorst Recycling Products voegt UV-stabilisatoren toe aan het materiaal ter voorkoming van verkleuring. Het plaatsen van kunststof palen en damwanden vindt net als hout plaats d.m.v. drukken of trillen (afhankelijk van de grond samenstelling). Op een harde zandlaag is drukken lastig. Gebruik van een spuitlans (dus m.b.v. water ruimte maken) kan dan een oplossing zijn. Heien heeft niet de voorkeur omdat er op deze manier onzichtbare schade kan ontstaan aan het kunststof, omdat de kunststof de hei energie absorbeert. De bewerking van kunststof producten kan op dezelfde wijze als die van hout gebeuren. Wel moet er rekening gehouden worden dat men een paal niet aan slechts een zijde bijschaaft, omdat er dan kans is dat deze krom gaat staan. Voorkeur heeft het derhalve om van beide zijden een evenredig deel weg te halen. Boren, zagen, schroeven (best met spaanplaatschroeven) en nieten (maar liever niet bij constructieve verbindingen) zijn goed toe te passen technieken. Lassen is mogelijk door middel van opsmelten tot graden. Spijkeren kan, maar in praktijk is voorboren beter. Lijmen leidt in het algemeen niet tot een bevredigend resultaat. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

68 Aandachtspunt is het opvangen van schilfers (bijvoorbeeld door boren) bij het realiseren van de toepassing. Door de lagere stijfheid van kunststof t.o.v. hout, staal en beton is de maximale overspanning van een 100% gerecycled kunststof kunstwerk 5 meter. Indien de kunststof wordt gewapend met glasvezel of met staal zijn grotere overspanningen haalbaar (< 12 meter). Fibercore levert composiet (glasvezelgewapende kunststof) bruggen met overspanningen tot 25 meter. Bij het ontwerp dient naast de elasticiteit van het materiaal ook rekening te worden gehouden met de kruip. Deze treedt met name de eerste maanden op en is daarna vrijwel nul. De gemeente Medemblik heeft onlangs een oude damwand vervangen voor een nieuwe kunststof damwand. Omdat de damplanken iets minder stijf zijn, werd vooraf gedacht dat de plaatsing problemen met zich mee zou brengen. Dit bleek echter niet het geval te zijn. Composiet komt momenteel nog niet goed naar voren in DuboCalc, omdat de database nog niet goed gevuld is. SenterNovem is momenteel druk bezig om de database te vullen, zodat composiet wel goed naar voren komt in DuboCalc. Kunststof bermverhardingen zijn beschikbaar. De onlangs opgerichte werkgroep Bermverharding van de provincie Utrecht kan dit meenemen bij de keuze die zij maakt. Er zijn vele verschillende kunststof bermverhardingen verkrijgbaar op de markt. Afhankelijk van het programma van eisen, kan de juiste bermverharding worden ingezet. Mits goed gefundeerd, is kunststof bermverharding geschikt voor zwaar materieel (bermverharding van Lankhorst Recycling Products draagt 350 ton/m 2 en een aslast van 20 ton). De kunststof bermverhardingen van Lankhorst Recycling Products bestaan uit losse platen die eenvoudig aan elkaar te klikken zijn. De Universiteit Utrecht heeft het grasveld voor de faculteit Diergeneeskunde onderlegd met kunststof graskanttegels, zodat dit als calamiteitenroute gebruikt kan worden. Provincie Overijssel heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar verschillende soorten bermverhardingen, waaronder diverse kunststof bermverhardingen. Zie: ( Provincie Utrecht heeft m² kunststof graskanttegels laten plaatsen langs de N414 Baarn- Bunschoten. Gekozen is voor het model met rammelstrook. De ervaringen hiermee zijn (zeer) positief. Kunststof damwanden langs de Eem behoren voor de provincie Utrecht niet tot de mogelijkheid, omdat in de Eemvisie (samen met het Waterschap) is vastgelegd dat deze van staal dienen te zijn. Financieel De aanschafkosten van kleine kunststof kunstwerken en andere kunststof constructies zijn vergelijkbaar met die van betonnen of stalen kunstwerken. De aanschafkosten zijn licht hoger dan die van kwalitatief goed hout. Ter indicatie: een kunststof brug met een overspanning van 5 meter kost bij Lankhorst Recycling Products circa 7.000,- euro. De onderhoudskosten van kunststof constructies liggen echter lager, omdat deze niet geschilderd hoeven te worden. Ook rot kunststof niet. Wel dient de kunststof af en toe te worden schoongespoten en moeten de bouten van kunststof kunstwerken eens in de paar jaar strakker worden aangedraaid. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

69 De aanschafkosten van glasvezelcomposiet liggen relatief hoog vergeleken met beton en staal. Maar de onderhoudskosten liggen daarentegen, net als die van gerecycled kunststof kunstwerken, relatief laag. In Haven Rotterdam heeft Fibercore een composietbrug geleverd, die circa ,- in aanschaf kostte en een levensduur heeft van meer dan 50 jaar. De conventionele stalen variant zou ,- hebben gekost. Deze zou na 25 jaar moeten worden gestraald en geconserveerd, hetgeen ook circa ,- kost. Daarna kan de brug dan weer 25 jaar meegaan. Voor een periode van 50 jaar kost de kunststof variant dus ,- en de stalen variant ,-.. Plaatsing van kunststof constructies geschiedt volgens vergelijkbare technieken als plaatsing van houten constructies (zie voor uitgebreidere informatie Toepassingen ). De kosten hiervoor zijn derhalve vergelijkbaar met die bij houten constructies. Indien er bij drukken in een harde zandlaag gebruik moet worden gemaakt van een spuitlans, brengt dit wel extra kosten met zich mee. Voor alle kunststof constructies geldt dat door het lage gewicht van het materiaal er gewerkt kan worden met licht materieel wat scheelt in de kosten. Bovendien wordt het aantal transportbewegingen hierdoor omlaag gebracht, wat ook scheelt in de kosten. De firma Haasnoot Bruggen, leverancier van kunststofbruggen, geeft een garantie van 10 jaar op de kunststof brugdelen. Lankhorst Recycling Products geeft een garantie van 40 jaar af. Infracore Inside geeft 50 jaar garantie op de composiet constructies. Besteksteksten Neem in de bestekstekst de merknaam (bijv. KLP, Gampet of Infracore KLP ) of vergelijkbaar op. Indien gewenst kan de kwaliteitseis kunststof met een natuurlijke uitstraling worden opgenomen. Infracore pleit om in de besteksteksten een functionele omschrijving op te nemen in plaats van de merknaam of vergelijkbaar. Het is, volgens Gampet Plastics BV, erg moeilijk om standaard besteksteksten aan te leveren voor kunststof bruggen. De samenstelling van de constructie is afhankelijk van de overspanning en de belasting. Op dit moment is Gampet Plastics BV voor de gemeente Purmerend een aantal standaard situaties aan het uitwerken. Deze standaardbestekken zijn echter nu nog niet gereed. Ook Lankhorst Recycling Products en Infracore zijn bezig met het opstellen van standaardbesteksteksten. Deze zijn momenteel ook nog niet gereed. Lankhorst meldt dat de besteksteksten binnen drie maanden te downloaden zijn van hun website ( Proces Opnemen in normalisatie en/of moederbestek en checklist. Bij het vervangen of plaatsen van kleine dingen, zoals een kleine kunststof voetgangers- of fietsersbrug zijn de aanbestedingen vaak onderhands. De gemeente Medemblik stuurt bijvoorbeeld bij het vervangen van kleine houten bruggen een werkomschrijving naar de huisaannemer, die het technische ontwerp uitwerkt. Ook de leveranciers van kunststofbruggen werken vaak vanuit een programma van eisen van de klant het technisch ontwerp inclusief tekening en sterkteberekening uit en bouwen de constructie, die zij vervolgens kant-en-klaar aanleveren. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

70 Bronnen Lankhorst Recycling Products Gemeente Medemblik Gemeente Purmerend Gemeente Dronten Gemeente Uitgeest Gampet Plastics BV Fibercore-Europe/Infracore Inside Haasnoot Bruggen Nederlandse Rubber-, Lijm- en Kunststofindustrie (NRK) 6.5 Onderhoudsvrij/arm materiaal toepassen Omschrijving Als specifiek wordt gekeken naar materialen die onderhoudsvrij/arm zijn dan komt eigenlijk steeds kunststof naar voren. Voor toepassingen waarvoor kunststof niet geschikt is, zoals bestrating, zijn er verschillende mogelijkheden. Hieronder is bij Toepassingen globaal aangegeven hoe dan tot een onderhoudsvrije/arme oplossing voor de bestrating te komen. Kunststof vergt weinig onderhoud en kan breed binnen de Grond-, Weg- en Waterbouw worden toegepast. Het mindere onderhoud in vergelijking met andere materialen zit er vooral in dat kunststof niet hoeft te worden geschilderd of gecoat en bestendig is tegen de meeste vormen van vandalisme, zoals graffiti en brand. Uit LCA-studies in de Grond-, Weg- en Waterbouw blijkt steeds weer dat (gerecyclede) kunststoffen toepassingen goed scoren qua milieuduurzaamheid. Op kunststof wordt hier verder niet ingegaan, zie daarvoor de maatregel Toepassen van (gerecycled) kunststof. Over onderhoudsvrij/arm ontwerpen en aanleggen van bestrating zijn de afgelopen jaren verschillende documenten verschenen. Door CROW is de publicatie Ontwerpvoorbeelden onkruidwerende verhardingen opgesteld (deze is overigens niet te bestellen via de website). Daarnaast is er ook de CROW-publicatie 258 Onkruidbeheer op verharding. welke een praktisch overzicht van alle gangbare beheermethoden, de relevante regelgeving en de belangrijke aandachtspunten voor onkruidbeheer in de praktijk geeft. Door DOB is een document opgesteld met preventieve maatregelen in de ontwerp- en aanlegfase om onkruidgroei op verhardingen zoveel mogelijk te voorkomen. Ook de Universiteit van Wageningen heeft onderzoek hiernaar gedaan. Duurzaamheidsvoordelen Een onkruidvrij/arm ontwerp en dito aanleg geeft minder inzet van mensen en middelen; Afhankelijk van de gekozen beheermethode leidt dit tot: o bij onkruidbestrijding middels branden: minder CO 2-uitstoot (minder rijden voertuigen, minder branden); o bij chemische onkruidbestrijding: minder chemische middelen in de bodem en het water; o bij mechanische onkruidbestrijding: minder CO 2-uitstoot (minder rijden voertuigen), minder vervuiling met stukjes borstel. 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

71 Toepassingen Een weldoordachte inrichting van de openbare ruimte is het startpunt voor het voorkomen van onkruidgroei op verhardingen. Door in de ontwerpfase van de openbare ruimte te inventariseren wat het nut en noodzaak van verhardingen gaat zijn, neemt de kans op niet efficiënte verhardingen af. Met andere woorden: vraag je steeds af of verharding nodig is. Na het afsluiten van de ontwerpfase van de openbare ruimte komt de constructieve invulling van de verharding aan bod. Ook hierbij is het belangrijk om te bepalen hoe onkruidgroei zoveel mogelijk beperkt kan worden. Dit kan bijvoorbeeld door toepassing van grotere eenheden, bij bushaltes bijvoorbeeld toepassen van betonplaten in plaats van stenen, zie volgende figuur. Indien gewenst kunnen grotere eenheden van een print worden voorzien. Andere maatregel is om passtukken te gebruiken rond palen, straatmeubilair, etc.. Figuur: Invloed van type verharding en voegvulling op de ontwikkeling van onkruiden (Bron: DOB Preventiedocument). Na het ontwerpen wordt de verharding aangelegd. Van belang hierbij is bijvoorbeeld ervoor te zorgen dat verhardingselementen strak tegen elkaar komen te liggen. Als voor stenen wordt gekozen is het meest onderhoudsvrij/arm betonstraatstenen of klinkers met vulling geomix of lijm, zie nevenstaande figuur. De funderingslaag moet worden afgestemd op de gebruiksdruk. Bekend is dat veel verhardingen onvoldoende gefundeerd worden, bijvoorbeeld busperrons en voetpaden, waardoor beschadiging kan ontstaan en onkruid zich kan vestigen. Zie voor andere maatregelen die in het ontwerp en in de aanlegfase genomen kunnen worden de hiervoor genoemde publicaties. Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid 17 december 2009 HOOFDRAPPORT

72 De ervaringen van de provinciale medewerkers van de afdeling Wegen met gebruik van beton(platen) zijn niet zo positief. In vergelijking met het gebruik van klinkers is gebruik van beton(platen) als verharding erg duur, moet het werk langer afgezet worden, zijn ze weinig flexibel, treedt scheurvorming op en ontstaat een niet waterdoorlatende laag. De medewerkers zijn dan ook voorstander van het gebruik van klinkers. Zeker nu er oplossingen op de markt zijn om met gebruik van klinkers onkruidwerende verhardingen te realiseren, zie vorige en volgende figuur. Er zijn verschillende leveranciers die onkruidwerende verhardingen met klinkers aanbieden, zoals De Hamer en Sruyk Verwo. Er zijn daarnaast vele leveranciers die onkruidwerende voegvulling aanbieden. Figuur: Klinkers met voegvulling (links) en klinkers met standaard brekerzand (rechts), twee jaar na aanleg (Bron: DOB Preventiedocument). Onkruidwerende verhardingen (met klinkers) moeten daar toegepast worden waar nodig en dus zeker niet overal. Daar waar nodig zijn de plekken die bij de provincie in beheer zijn en waar onkruidgroei optreedt. Dit zijn de bekende plekken waar meestal niet veel wordt gelopen, zoals vluchtheuvels. Ook bij bushaltes kan het toegepast worden. De provincie gaat de komende tijd honderden haltes reconstrueren. Voor de halteplaats zelf kunnen klinkers met voegvulling worden toegepast, maar ook voor de opstelplaats van de bus. Bijkomend voordeel is dat de klinkers met voegvulling vast liggen en dus niet gebruikt kunnen worden voor vandalisme. Financieel Afhankelijk van uitgewerkt ontwerp. Niet op voorhand te benoemen. Heel algemeen kunnen de realisatiekosten iets hoger uitpakken en de onderhoudskosten lager. Besteksteksten Afhankelijk van uitgewerkt ontwerp. Niet op voorhand te benoemen. Proces Opnemen in normalisatie en/of moederbestek en checklist. Bronnen DOB Preventiedocument CROW (voor opgenomen figuur bij Omschrijving ) 17 december 2009 Provincie Utrecht/Actieplan duurzaamheid HOOFDRAPPORT

Voortgang CO 2 -reductiedoelstellingen

Voortgang CO 2 -reductiedoelstellingen Voortgang CO 2 -reductiedoelstellingen t/m 2011 DHV B.V. Juni 2012 definitief Voortgang CO 2 -reductiedoelstellingen t/m 2011 dossier BA4118-100-108 registratienummer : Beheer CO 2-Prestatieladder niveau

Nadere informatie

Hoe kijkt de Nederlander tegen het aankomende klimaat- en energieakkoord aan? Nathalie Vermeij 2 mei 2018 H5285

Hoe kijkt de Nederlander tegen het aankomende klimaat- en energieakkoord aan? Nathalie Vermeij 2 mei 2018 H5285 Hoe kijkt de Nederlander tegen het aankomende klimaat- en energieakkoord aan? Nathalie Vermeij 2 mei 2018 H5285 Inhoudsopgave 1 De bekendheid met en het belang van het klimaat- en energieakkoord 5 2 Drijfveren

Nadere informatie

Duurzaamheid, Energie en Milieu

Duurzaamheid, Energie en Milieu Duurzaamheid, Energie en Milieu In de uitvoeringsagenda duurzaamheid van de gemeente staat: Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van huidige generaties zonder de mogelijkheden

Nadere informatie

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE WATER- SCHAPPEN & ENERGIE Resultaten Klimaatmonitor Waterschappen 2014 Waterschappen willen een bijdrage leveren aan een duurzame economie en samenleving. Hiervoor hebben zij zichzelf hoge ambities gesteld

Nadere informatie

Initiatief Duurzaam GWW

Initiatief Duurzaam GWW Status Definitief Versie/revisie 1.0 Datum Opdrachtnemer Opgesteld door Gecontroleerd door Jeroen Winkelmolen John Liebrecht Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 1.1 Visie op samenwerken aan Duurzaamheid met

Nadere informatie

W & M de Kuiper Holding

W & M de Kuiper Holding 1 juli t/m december 2017 1 Pagina 2 van 6 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Overzicht -emissie gegevens 3 Vergelijking met voorgaande jaren 4 3 -gerelateerd gunningsvoordeel 4 4 Doelstellingen 4 Voortgang

Nadere informatie

W & M de Kuiper Holding

W & M de Kuiper Holding 2 januari t/m juni 2018 2 Pagina 2 van 6 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Overzicht -emissie gegevens 3 Vergelijking met voorgaande jaren 4 3 -gerelateerd gunningsvoordeel 5 4 Doelstellingen 5 Reductiedoelstellingen

Nadere informatie

CO 2 Reductie doelstellingen

CO 2 Reductie doelstellingen CO 2 Reductie doelstellingen Gebr. Griekspoor BV Innovatief Proactief Duurzaam Betrokken Nieuw-Vennep 5 november 2013 Dilia van der Want. Afdeling KAM Akkoord directie: Datum: Handtekening: 0.0 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Voortgang CO 2 Reductie doelstellingen

Voortgang CO 2 Reductie doelstellingen Voortgang CO 2 Reductie doelstellingen M. van der Spek Hoveniers BV Benthuizen 30-10-2015 Hendrik-Jan Konijn Akkoord directie: Datum: Handtekening: 0.0 Inhoudsopgave 0.0 Inhoud 1.0 Inleiding 2.0 Referentie

Nadere informatie

Duurzame ontwikkeling:

Duurzame ontwikkeling: Duurzaam Tynaarlo Duurzame ontwikkeling: Een ontwikkeling die kan voorzien in de behoeften van de huidige generaties zonder die van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. (Our common future 1987)

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie

Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie Mouwrik Waardenburg b.v. Steenweg 63 4181 AK WAARDENBURG tel. 0031 418 654 620 fax 0031 418 654 629 www.mouwrik.nl Opgesteld d.d.: Januari 2015 Revisie:

Nadere informatie

Gemeenteraad. Motie. Datum : 30 juni : ChristenUnie, CDA, Gemeentebelangen. : Duurzaamheid in Hoogeveen

Gemeenteraad. Motie. Datum : 30 juni : ChristenUnie, CDA, Gemeentebelangen. : Duurzaamheid in Hoogeveen Gemeenteraad Motie Datum : 30 juni 2016 Fractie Onderwerp : ChristenUnie, CDA, Gemeentebelangen : Duurzaamheid in Hoogeveen De raad van de gemeente Hoogeveen in vergadering bijeen op 30 juni 2016, Constateert

Nadere informatie

: Verantwoord en Duurzaam verlichten. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 1

: Verantwoord en Duurzaam verlichten. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 1 S T A T E N V O O R S T E L Datum : 21 augustus 2007 Nummer PS : PS2007MME03 Afdeling : Mobiliteit Commissie : MME Registratienummer : 2007JNT202790i Portefeuillehouder : J.H. Ekkers Titel : Verantwoord

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. CO2 prestatieladder

Energiemanagement actieplan. CO2 prestatieladder Energiemanagement actieplan CO2 prestatieladder Opgesteld door : Karin van Roode en Yonni van der Vlies Datum : 12 maart 2015 Versie : 1.1 Goedgekeurd door Paraaf : Harry van Roode : Datum: 12 maart 2015

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. CO2 prestatieladder. Datum : 17 december 2013

Energiemanagement actieplan. CO2 prestatieladder. Datum : 17 december 2013 Energiemanagement actieplan CO2 prestatieladder 2013 Opgesteld door : J. Out / B. Rodenburg Datum : 17 december 2013 Inleiding Ten behoeve van de certificering conform de CO2 prestatieladder is dit energiemanagement

Nadere informatie

2B4 Managementverklaring. Datum : 3 okt Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie :

2B4 Managementverklaring. Datum : 3 okt Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie : 2B4 Managementverklaring Datum : 3 okt. 2017 Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie : 2017.1 MANAGEMENTVERKLARING CO2 Een van de doelstellingen van het Fens Beheer B.V. is het zo goed mogelijk

Nadere informatie

Duurzaam inkopen, gewoon doen!

Duurzaam inkopen, gewoon doen! Duurzaam inkopen, gewoon doen! Duurzaam Inkopen, 27 januari 2010 ir. Mark Hoogbergen Adviseur Agenda 1 Introductie 4 Criteria 2 Waarom 5 Aan de slag 3 Doelstelling > Menu extra s Agentschap NL Als het

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven 2015-2016 CO 2 -prestatie

Sector- en keteninitiatieven 2015-2016 CO 2 -prestatie Sector- en keteninitiatieven 2015-2016 CO 2 -prestatie Mouwrik Waardenburg b.v. Steenweg 63 4181 AK WAARDENBURG tel. 0031 418 654 620 fax 0031 418 654 629 www.mouwrik.nl Opgesteld d.d.: Januari 2016 Revisie:

Nadere informatie

Nieuwsbrief CO2-Prestatieladder. Q1, Q2 en Q3 2017

Nieuwsbrief CO2-Prestatieladder. Q1, Q2 en Q3 2017 sbrief CO2-Prestatieladder Q1, Q2 en Q3 2017 Wij hebben als Kleywegen groep de CO2-Prestatieladder geïmplementeerd. De CO2-Prestatieladder is een instrument dat bedrijven helpt bij het reduceren van CO2.

Nadere informatie

CO₂ Prestatieladder Energiemanagement actieplan

CO₂ Prestatieladder Energiemanagement actieplan 2015 CO₂ Prestatieladder Energiemanagement actieplan Goedgekeurd door: H. van Wijk Auteurs: Y. van der Vlies & L. van Wijk Bedrijf: H. van Wijk transport- en Handtekening: aannemersbedrijf & H. van Wijk

Nadere informatie

Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst

Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst Infomoment Ranst 23 september 2015 20u 1 Ranst timing 1. Voorstelling project aan schepencollege + goedkeuring: 12/2 2. werkgroep energie & klimaat: 19/3

Nadere informatie

CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Invalshoek D; Participatie Projectburo B.V.

CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Invalshoek D; Participatie Projectburo B.V. CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Invalshoek D; Participatie 05-2019 Projectburo B.V. Inhoudsopgave Inleiding... 3 Sector- en keteninitiatieven... 3 Deelname aan initiatieven... 4 Branchevereniging

Nadere informatie

VNG Raadsledencampagne

VNG Raadsledencampagne Duurzaam Drimmelen VNG Raadsledencampagne Klimaat niet zonder de Raad Invloed raadsleden Borging beleid Collegiaal bestuur Collegeakkoord 2010-2014 Duurzame ontwikkeling: Een ontwikkeling die kan voorzien

Nadere informatie

MVO Programma

MVO Programma 2017-2020 Inleiding Jan Bakker heeft zich de afgelopen jaren sterk ontwikkeld in de agrarische sector en de grond-, wegen waterbouw. We zijn gegroeid en geprofessionaliseerd, maar met behoud van onze eigen

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie

Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie Cable Partners B.V. Venneveld 34 4705 RR ROOSENDAAL tel. 0031 165 523 000 fax 0031 165 520 033 www.cablepartners.nl Opgesteld d.d.: Mei 2014 Revisie:

Nadere informatie

In actie voor duurzaamheid!

In actie voor duurzaamheid! In actie voor duurzaamheid! Ontwerp Actieplan Duurzaamheid Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d. 5 februari 2008 1 Inleiding Duurzaamheid: een verantwoordelijkheid van iedereen Duurzaamheid

Nadere informatie

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring CO2 Prestatieladder Opgesteld door: R. Louis (Kader) Kader, bureau voor kwaliteitszorg b.v. Bedrijvenpark Twente 301 7602 KL Almelo Tel: 0546 536 800 Datum: 21-1-2019 Versie: 1.0 Status: Definitief Inhoudsopgave

Nadere informatie

Provinciaal blad 2010, 79

Provinciaal blad 2010, 79 ISSN 0920-105X Provinciaal blad 2010, 79 Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264154 houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie

Nadere informatie

DEELNAME AAN INITIATIEVEN VERSIE: 01 21/05/2013

DEELNAME AAN INITIATIEVEN VERSIE: 01 21/05/2013 Heereweg 1a 2161 AB Lisse 0252-417788 DEELNAME AAN INITIATIEVEN VERSIE: 01 21/05/2013 Conform niveau 3 op de CO 2-prestatieladder 2.0 Status Versie/ Datum Opgesteld Geautoriseerd Akkoord (werkvoorbereider)

Nadere informatie

Resultaten van ons duurzaamheidsbeleid

Resultaten van ons duurzaamheidsbeleid Resultaten van ons duurzaamheidsbeleid In 2013 zijn we van start gegaan met de implementatie van ons duurzaamheidsbeleid en onderstaand ziet u de doelstellingen uit onze duurzaamheidsverklaring en de behaalde

Nadere informatie

Rapportage VHG MVO Wijzer

Rapportage VHG MVO Wijzer Rapportage VHG MVO Wijzer Van Dijk Groenvoorzieningen BV juni 202 Gegenereerd op 26-0-202 - pagina van voor Van Dijk Groenvoorzieningen BV Rapportage VHG MVO Wijzer Van Dijk Groenvoorzieningen BV Maatschappelijk

Nadere informatie

Duurzaam inkopen groenvoorziening

Duurzaam inkopen groenvoorziening Duurzaam inkopen groenvoorziening Joop Spijker Bijeenkomst Praktijknetwerken Onkruidbestrijding Utrecht Houten, 8 december 2008 Inhoud 1. Duurzaam inkopen (algemeen) 2. Productgroep Groenvoorziening 3.

Nadere informatie

Energie Management ACTIE Plan

Energie Management ACTIE Plan 1. Inleiding Het Energie Management ACTIE Plan (EMAP) geeft weer hoe binnen Schulte en Lestraden B.V. de zogenaamde stuurcyclus (Plan-Do-Check-Act) wordt ingevuld om de prestaties en doelstellingen van

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

Memo. extern. Geachte Mevrouw / Heer,

Memo. extern. Geachte Mevrouw / Heer, Van Spijker Infrabouw B.V. Aan: Externe belanghebbende van Van Spijker Infrabouw B.V. Van: Ester van Spijker / Gerrit Plaggenmars CC: Datum: 14 november 2016 Betreft: Voortgangsrapportage CO 2-prestatieladder,

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Datum: Januari 2013 Bezoekadres Dorpsstraat 20 7683 BJ Den Ham Postadres Postbus 12 7683 ZG Den Ham T +31 (0) 546 67 88 88 F +31 (0) 546 67 28 25 E

Nadere informatie

MVO-rapportage. van Kesselwegenbouw bv

MVO-rapportage. van Kesselwegenbouw bv MVO-rapportage van Kesselwegenbouw bv Rijnstraat 76-4191cm Geldermalsen - Opgesteld met MVO-zelfscan van Bouwend Nederland - Pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding... 4 Medewerkers... 5 Veiligheid... 5 Gezondheid...

Nadere informatie

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016 1 edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016 2 Inleiding Voor u ligt het de evaluatie van het Duurzaamheidsuitvoeringsplan 2015: het edup

Nadere informatie

Vragenlijst met scores in procenten

Vragenlijst met scores in procenten Vragenlijst met scores in procenten Het percentage tussen haakjes is het aandeel respondenten dat de vraag heeft beantwoord. De gemeente Amersfoort wil als stad in 2030 CO2-neutraal te zijn. Dit betekent

Nadere informatie

Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen De Meeuw Nederland Industrieweg 8 Postbus 18 5688 ZG Oirschot T +31 (0)499 57 20 24 F +31 (0)499 57 46 05 info@demeeuw.com www.demeeuw.com De Meeuw en MVO Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord

Nadere informatie

Memo. extern. Geachte Mevrouw / Heer,

Memo. extern. Geachte Mevrouw / Heer, Van Spijker Infrabouw B.V. Aan: Externe belanghebbende van Van Spijker Infrabouw B.V. Van: Ester van Spijker / Gerrit Plaggenmars CC: Datum: 2 februari 218 Betreft: Voortgangsrapportage CO 2-prestatieladder,

Nadere informatie

Maatschappelijk Verantwoord Inkopen

Maatschappelijk Verantwoord Inkopen Maatschappelijk Verantwoord Inkopen Actieplan september 2017 Actieplan gemeente Alkmaar 1 Inleiding De overheid koopt per jaar voor ongeveer 73,3 miljard euro in en heeft daarmee een belangrijke invloed

Nadere informatie

Paragraaf duurzaamheid

Paragraaf duurzaamheid Paragraaf duurzaamheid Paragraaf duurzaamheid Wij hebben als gemeentelijke organisatie een voorbeeldfunctie en zorgen ervoor dat de gemeentelijke organisatie energieneutraal wordt voor 2030. Voor de gemeente

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven 2014-2016 CO 2 -prestatie

Sector- en keteninitiatieven 2014-2016 CO 2 -prestatie Sector- en keteninitiatieven 2014-2016 CO 2 -prestatie Cable Partners B.V. Venneveld 34 4705 RR ROOSENDAAL tel. 0031 165 523 000 fax 0031 165 520 033 www.cablepartners.nl Opgesteld d.d.: Mei 2015 Revisie:

Nadere informatie

CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Invalshoek C; Communicatie Projectburo B.V.

CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Invalshoek C; Communicatie Projectburo B.V. CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Invalshoek C; Communicatie 05-2019 Projectburo B.V. Inhoudsopgave Inleiding... 3 Belanghebbenden... 4 Interne belanghebbende(n)en... 4 Externe belanghebbende(n)en...

Nadere informatie

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. www.oranje-bv.nl. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. www.oranje-bv.nl. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015 Ketenanalyse project Kluyverweg Oranje BV Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0 Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015 Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager Autorisatiedatum: 3-12-2015 Naam

Nadere informatie

DUURZAAMHEID, KLIMAATVISIE EN REGIONALE ENERGIE STRATEGIE. Bijeenkomst gemeenteraad 5 februari 2019

DUURZAAMHEID, KLIMAATVISIE EN REGIONALE ENERGIE STRATEGIE. Bijeenkomst gemeenteraad 5 februari 2019 DUURZAAMHEID, KLIMAATVISIE EN REGIONALE ENERGIE STRATEGIE Bijeenkomst gemeenteraad 5 februari 2019 PROGRAMMA 1. Inleiding (Daan Russchen) 2. Startnotitie Klimaatvisie (Jur Marringa/Roland Roijackers) 3.

Nadere informatie

CO2-reductieplan Kuurman

CO2-reductieplan Kuurman CO2-reductieplan Kuurman Auteur: MRO, RVD Januari 2017 Inhoud CO2-reductieplan Kuurman... 1 Inhoud... 2 1 Inleiding... 3 1.1 Leeswijzer... 3 2 Energiebeoordeling... 4 2.1 Identificatie verbruikers... 4

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven

Sector- en keteninitiatieven Sector- en keteninitiatieven Conform 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1 Onderzoek naar initiatieven en toelichting op de actieve deelname aan het initiatief van Zwatra B.V. Auteur(s): R. Egas, directie & CO 2-functionaris,

Nadere informatie

Het grondstofpaspoort

Het grondstofpaspoort Het grondstofpaspoort Samen werken aan een circulaire economie Alliander & Duurzaam ondernemen In de transitie naar een duurzame samenleving is het van belang om samen te zoeken naar houdbare oplossingen,

Nadere informatie

Datum : 15 augustus 2006 Nummer PS : PS2006WEM07 Dienst/sector : WEM/MSM Commissie : WEM. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag.

Datum : 15 augustus 2006 Nummer PS : PS2006WEM07 Dienst/sector : WEM/MSM Commissie : WEM. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. S T A T E N V O O R S T E L Datum : 15 augustus 2006 Nummer PS : PS2006WEM07 Dienst/sector : WEM/MSM Commissie : WEM Registratienummer : 2006WEM003406i Portefeuillehouder: J. Binnekamp Titel : Provinciaal

Nadere informatie

Circulair aanbesteden. 24 januari 2017 Sarah Naipal

Circulair aanbesteden. 24 januari 2017 Sarah Naipal Circulair aanbesteden 24 januari 2017 Sarah Naipal Waar gaan we het over hebben? Kort de noodzaak voor de transitie naar een circulaire economie Onze uitgangspunten De verschillende fasen van een circulair

Nadere informatie

J.A. Boer BV CO2 reductiedoelstellingen 2016. Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0

J.A. Boer BV CO2 reductiedoelstellingen 2016. Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 J.A. Boer BV CO2 reductiedoelstellingen 2016 Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Doelstellingen 3 2 Subdoelstellingen 4 2.1. Subdoelstelling brandstofverbruik

Nadere informatie

5.C D.1 Sector- en ketenbetrokkenheid. Pagina van 10

5.C D.1 Sector- en ketenbetrokkenheid. Pagina van 10 5.C.1 + 3.D.1 Sector- en ketenbetrokkenheid Pagina van 10 1 Documentversie: 1.0 Datum: Mei 2016 Contactpersoon: Arnoud Fokkens, arnoud.fokkens@ziut.nl, tel: 06-52.54.10.83 Goedgekeurd door: Dhr. H. ten

Nadere informatie

Ambities voor openbare verlichting

Ambities voor openbare verlichting Ambities voor openbare verlichting Energiebesparingsdoelstellingen Energieakkoord 5 maart 2014 SER Energieakkoord voor Duurzame groei 6 september 2013 gepresenteerd Basis voor een breed gedragen, robuust

Nadere informatie

Communicatieprogramma NL, CO2 reductie Royal HaskoningDHV

Communicatieprogramma NL, CO2 reductie Royal HaskoningDHV Communicatieprogramma NL, CO2 reductie Royal HaskoningDHV juni 2013 Communicatieprogramma NL, CO2 reductie Royal HaskoningDHV dossier : registratienummer : versie : classificatie : juni 2013 HaskoningDHV

Nadere informatie

rapportage CO₂-footprint initiatieven 2013 Gebroeders van der Poel B.V.

rapportage CO₂-footprint initiatieven 2013 Gebroeders van der Poel B.V. Gebroeders van der Poel B.V. 1 Inhoud: 1 Inleiding 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Betrokkenen 3 1.3 Doelstelling 3 2 Inventarisatie sector- en keteninitiatieven 4 3 Rapportage management overleg 5 3.1. Algemeen

Nadere informatie

Energie Management ACTIE Plan

Energie Management ACTIE Plan 1. Inleiding Het Energie Management ACTIE Plan (EMAP) geeft weer hoe binnen A-GARDEN.V. de zogenaamde stuurcyclus (Plan-Do-Check-Act) wordt ingevuld om de prestaties en doelstellingen van het energiemanagement

Nadere informatie

Milieu Management V1.4

Milieu Management V1.4 V1.4 Milieu Management Pagina 1 van 6 V1.4 Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN 3 2. INLEIDING 3 3. DOELSTELLING 3 4. BEPALEN PRIORITEITEN 3 5. INKOOP 4 6. MANAGEMENT INFORMATIE 4 7. COMMUNICATIE 5 8. EVALUATIE 6

Nadere informatie

1 e half jaar 2015. Carbon Footprint. J.M. de Wit Groenvoorziening BV. Carbon footprint J.M. de Wit Groenvoorziening BV.

1 e half jaar 2015. Carbon Footprint. J.M. de Wit Groenvoorziening BV. Carbon footprint J.M. de Wit Groenvoorziening BV. Carbon Footprint 1 e half jaar 2015 J.M. de Wit Groenvoorziening BV Pagina 1 van 13 Carbon footprint J.M. de Wit Groenvoorziening B.V. Bedrijfsgegevens Bedrijf: J.M. de Wit Groenvoorziening BV Bezoekadres:

Nadere informatie

Document: Energiemanagementplan

Document: Energiemanagementplan Energiemanagementplan Certificering op CO 2 -prestatieladder CO 2 -prestatieladder Niveau 3 Auteur(s): Mevrouw C.K. Kloens De heer D. Slothouber 23 oktober 2013 (revisie 1.0) Definitief rapport Inhoudsopgave:

Nadere informatie

Beleidsplan MVO 2015-2017

Beleidsplan MVO 2015-2017 Beleidsplan MVO 2015-2017 CB Concreet Duurzaam April 2015 Inleiding Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) speelt een belangrijke rol binnen de prestatie- en groeistrategie van Cementbouw. Als een

Nadere informatie

Beleggen in duurzaam vastgoed

Beleggen in duurzaam vastgoed Beleggen in duurzaam vastgoed Beleggers kunnen via Triodos Vastgoedfonds in duurzaam vastgoed investeren. Het fonds belegt voornamelijk in kantoren die duurzaam gebouwd zijn en duurzaam beheerd worden.

Nadere informatie

Ab Arbo-advisering i en duurzaamheid + MVO

Ab Arbo-advisering i en duurzaamheid + MVO Ab Arbo-advisering i en duurzaamheid + MVO Esther Loozen Atze Boerstra (Stanley Kurvers) NvvA Symposium 2010 1 Programma Introductie door Esther Loozen Korte inleiding over duurzaamheid+ MVO door Atze

Nadere informatie

CO2-Prestatieladder Participatieplan Invalshoek D: Participatie

CO2-Prestatieladder Participatieplan Invalshoek D: Participatie Titel: CO2-Prestatieladder Participatieplan Rapport: CO2-2014/R-05; rev. 0; d.d. 07-04-2015 Auteur: J.A.C. van Dijk Verificateur: A.L.J. Timmermans Vervolgblad : 1 van 4 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2

Nadere informatie

Inventarisatie en bijdrage aan Sectorinitiatieven Verkade Vlaardingen B.V.

Inventarisatie en bijdrage aan Sectorinitiatieven Verkade Vlaardingen B.V. Inventarisatie en bijdrage aan Sectorinitiatieven Verkade Vlaardingen B.V. 1. INVALSHOEK D: PARTICIPATIE Stichting SKAO vraagt middels de CO 2 -Prestatieladder om deelname aan een sector- of keteninitiatief.

Nadere informatie

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory. Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory. Een uitdagend klimaat 20 20 2020 In 2020 moet de uitstoot van CO 2 in de EU met 20% zijn teruggebracht ten opzichte van het 1990 niveau.

Nadere informatie

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Riolering. Versie 7 mei 2015

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Riolering. Versie 7 mei 2015 Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Riolering 1. Scope/afbakening Onder de productgroep Riolering valt het geheel aan werken, diensten of leveringen gericht op de inzameling

Nadere informatie

Rapportage VHG MVO Wijzer

Rapportage VHG MVO Wijzer Rapportage VHG MVO Wijzer Aardoom Hoveniers B.V. 9 april 202 Gegenereerd op 9-04-202 - pagina van 0 voor Aardoom Hoveniers B.V. Rapportage VHG MVO Wijzer Aardoom Hoveniers B.V. Maatschappelijk verantwoord

Nadere informatie

: Maatschappelijk verantwoord inkopen en duurzaam gww Versie : 2.0

: Maatschappelijk verantwoord inkopen en duurzaam gww Versie : 2.0 Actieplan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen en duurzaam GWW 2.0 2017-2020 Waterschap Rijn en IJssel Onderwerp : Maatschappelijk verantwoord inkopen en duurzaam gww 2.0 2017-2020 Versie : 2.0 Status Opgesteld

Nadere informatie

Memo Scope 1 32 % Scope 2 5 % Scope 3 6 %

Memo Scope 1 32 % Scope 2 5 % Scope 3 6 % Van Spijker Infrabouw B.V. Aan: Externe belanghebbende van Van Spijker Infrabouw B.V. Van: Ester van Spijker / Gerrit Plaggenmars CC: Datum: 6 april 2016 Betreft: Voortgangsrapportage CO 2-prestatieladder,

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

20 Tinten Groen. Communicatieplan t.b.v. CO2-prestatieladder Certificering. Datum : Augustus 2016

20 Tinten Groen. Communicatieplan t.b.v. CO2-prestatieladder Certificering. Datum : Augustus 2016 plan t.b.v. CO2-prestatieladder Certificering 20 Tinten Groen Datum : Augustus 2016 plan Cor Millenaar B.V. / G-center B.V. 2015 2016 Versie 2 2016 pag. 1. INHOUDSOPGAVE Pag. 1. Inleiding 3 2. doelstellingen

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie Sector- en keteninitiatieven 2016-2017 CO 2 -prestatie Mouwrik Waardenburg b.v. Steenweg 63 4181 AK WAARDENBURG tel. 0031 418 654 620 fax 0031 418 654 629 www.mouwrik.nl Opgesteld d.d.: Januari 2017 Revisie:

Nadere informatie

Communicatieplan Energie- & CO 2

Communicatieplan Energie- & CO 2 Communicatieplan Energie- & CO beleid Versie 9 - Januari 013 Akkoord Directie: Inhoud: 1. Inleiding 1.1 Ambitie 1. Aansluiting op de marktontwikkelingen 1.3 Doelstellingen en voorgenomen acties in 01 1.4

Nadere informatie

Balans van de Leefomgeving

Balans van de Leefomgeving Balans van de Leefomgeving 14 september 2010 Maarten Hajer Agenda 2 In vogelvlucht Successen Resterende problemen Inzoomen op grote dossiers, inclusief beleidsopties Gevolgen van economische crisis Successen:

Nadere informatie

CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Autorisatie: Bedrijf Functie Naam Handtekening Datum Opsteller Vermeulen Groep KAM-manager C. Adriaanse 25-06-2018 Controle Vermeulen Groep KAM-manager C. Adriaanse 25-06-2018 Vrijgegeven

Nadere informatie

Energie Management Actieplan 2015

Energie Management Actieplan 2015 Energie Management Actieplan 2015 Aannemingsbedrijf K. Dekker B.V. Opgesteld door: Gecontroleerd door: Vrijgave door: D. Blank H. Groenenberg A.A. Kirstein Versie: Juni 2015 Energie management actieplan

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Aannemingsbedrijf K. Dekker B.V. Opgesteld door: Gecontroleerd door: Vrijgave door: D. Blank H. Groenenberg M.J.M. Stoop Versie: augustus 2014 1 Voorwoord In onze missie staat

Nadere informatie

Energie audit verslag 2014 en management actieplan 2015

Energie audit verslag 2014 en management actieplan 2015 Energie audit verslag 2014 en management actieplan 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Energie auditverslag 2014... 4 Bedrijfsgrootte en organisatiegrenzen... 4 Inzicht... 5 CO2 Emissies onderverdeeld naar

Nadere informatie

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan, 22 Augustus 2014 1 Voorwoord Duurzaamheid is geen trend, het is de toekomst. Het is niet meer weg te denken

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Keiser Holding B.V. Auteur(s): Marko Keiser, CO2-functionaris, Keiser

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Boomkwekerij Gebr. Van den Berk B.V. Auteur(s): R.H.J.M. Raaijmakers,

Nadere informatie

Voortgangsrapportage September 2017

Voortgangsrapportage September 2017 Voortgangsrapportage September 2017 Status: definitief Versie: 1.0 Datum: 18-09-2017 Onderneming: Holding Gebr. Van Esch B.V. hierna genoemd VAN ESCH BEDRIJVEN, bestaande uit: J. van Esch b.v. Gebroeders

Nadere informatie

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Door de vastgestelde energie- en klimaatdoelstelling binnen Europa om in 2050 energieneutraal te zijn, is het voor de hele samenleving maar met name voor bedrijven

Nadere informatie

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V.

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V. CO2-Prestatieladder Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V. Auteurs: De heer R.J.M. de Boer (Schilderwerken De Boer Obdam B.V.) De heer R.J. van Stralen (Schilderwerken De Boer

Nadere informatie

Energie management actieplan

Energie management actieplan Energie management actieplan Gebr. Beentjes GWW, 05 mei 2015 Datum: 05-05 -2015 Blad 2 van 9 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Bedrijfsbeschrijving Gebr. Beentjes GWW B.V... 4 1.1 Organogram... 4 1.2 Werkzaamheden...

Nadere informatie

Verkeersregelinstallaties

Verkeersregelinstallaties Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Verkeersregelinstallaties 1. Scope/afbakening De productgroep Verkeersregelinstallaties (VRI s) omvat de actieve regelinrichtingen voor de

Nadere informatie

ACTIEPLAN MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD INKOPEN EN DUURZAAM GWW

ACTIEPLAN MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD INKOPEN EN DUURZAAM GWW ACTIEPLAN MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD INKOPEN EN DUURZAAM GWW Opbouw van ons actieplan Speerpunten: Acties: Samenwerking voortzetten en uitbouwen Iedereen bewust maken Verder vooruit kijken Wat blijven

Nadere informatie

Voortgangsrapportage ketenstudies ZOAB en ML- TRAC Rasenberg Wegenbouw

Voortgangsrapportage ketenstudies ZOAB en ML- TRAC Rasenberg Wegenbouw Voortgangsrapportage ketenstudies ZOAB en ML- TRAC Rasenberg Wegenbouw tbv hercertificering niv. 5 op de CO2- Prestatieladder (2015) Deelrapport Rasenberg Wegenbouw B.V. maart 2015 Voortgangsrapportage

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven

Sector- en keteninitiatieven Sector- en keteninitiatieven Conform 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1 Onderzoek naar initiatieven en toelichting op de actieve deelname aan het initiatief van M. Koning Auteur(s): Mark Koning en Peter van der Weide,

Nadere informatie

CO2 prestatieladder niveau 5

CO2 prestatieladder niveau 5 CO2 prestatieladder niveau 5 Ordina vindt duurzaam ondernemen belangrijk. Dit betekent dat Ordina in de eigen bedrijfsvoering streeft naar een goed evenwicht tussen economische, ecologische en sociale

Nadere informatie

Energie management actieplan

Energie management actieplan Energie management actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Gebr. Dalmulder Infra Auteur(s): C.J.J. Dalmulder, directeur & CO 2-functionaris

Nadere informatie

CO2 reductiedoelstellingen niveau 5

CO2 reductiedoelstellingen niveau 5 CO2 reductiedoelstellingen niveau 5 Aannemingsbedrijf van der Meer B.V. Benthuizen 19 november 2014 J. van der Meer. Afdeling KAM Akkoord directie: Datum: Handtekening: 0.0 Inhoudsopgave 0.0 Inhoud 1.0

Nadere informatie

CO2-participatieplan CO2-prestatieladder Trede 3 Van der Zanden Holding BV

CO2-participatieplan CO2-prestatieladder Trede 3 Van der Zanden Holding BV CO2-participatieplan CO2-prestatieladder Trede 3 Van der Zanden Holding BV 1. Participatieplan niveau 1, 2 en 3 Op de eerste niveaus stimuleert participatie het bedrijf om optimaal gebruik te maken van

Nadere informatie

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017 1 edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017 2 Inleiding Voor u ligt het de evaluatie van het Duurzaamheidsuitvoeringsplan 2016: het edup

Nadere informatie

MKI score van wegen aanleg en onderhoud

MKI score van wegen aanleg en onderhoud MKI score van wegen aanleg en onderhoud Inleiding Duurzaam gebruik van materialen & grondstoffen is onder te verdelen in twee hoofdonderwerpen: Keuze voor materialen & grondstoffen. Hierbij spelen aspecten

Nadere informatie

Bureau Waardenburg B.V. Communicatieplan Bijlage C Bij Energiemanagement actieplan

Bureau Waardenburg B.V. Communicatieplan Bijlage C Bij Energiemanagement actieplan Bureau Communicatieplan Bijlage C Bij Energiemanagement actieplan CULEMBORG, DECEMBER 2014, VERSIE 1 BUREAU WAARDENBURG B.V. Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Belanghebbenden (stakeholders) 3 2.1 Interne doelgroepen

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan

Energiemanagement actieplan Energiemanagement actieplan Versie 2018.1 Datum: 11-01-2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Reductiemogelijkheden 4 2.1 Brandstof 4 2.2 Electra en warmte 4 2.3 Projecten 5 3. CO2 reductie a.d.h.v. maatregelen

Nadere informatie