UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE FINANCIERING VAN HOOGTECHNOLOGISCHE START UPS IN BELGIË

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE FINANCIERING VAN HOOGTECHNOLOGISCHE START UPS IN BELGIË"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR FINANCIERING VAN HOOGTECHNOLOGISCHE START UPS IN BELGIË Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen Miguel Meuleman onder leiding van Prof. Dr. ir. S. Manigart

2 Ondergetekende Miguel Meuleman bevestigt hierbij dat onderhavige scriptie mag worden geraadpleegd en vrij mag worden gefotokopieerd. Bij het citeren moet steeds de titel en de auteur van de scriptie worden vermeld. II

3 WOORD VOORAF Deze licentiaatsverhandeling is tot stand gekomen dankzij de bereidwillige medewerking van alle ondernemers die mij de nodige informatie wilden verstrekken met betrekking tot de financiering van hun onderneming (zie bijlage 1). Met dank aan mijn broer en mijn vader voor de nodige kritische opmerkingen Met dank aan Katrien en mijn moeder voor het nodige geduld Met dank aan Prof. Dr. ir. S. Manigart Met bijzondere dank aan K. Baeyens Mei 2001 III

4 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF...III INHOUDSOPGAVE...IV LIJST MET DE TABELLEN... VIII LIJST MET DE FIGUREN...X LIJST MET DE GEBRUIKTE AFKORTINGEN...XI ALGEMENE INLEIDING...1 LITERATUURSTUDIE...3 Inleiding...3 HOOFDSTUK 1: HOOGTECHNOLOGISCHE, STARTENDE ONDERNEMINGEN: KENMERKEN EN IMPACT OP DE TOEGANG TOT FINANCIERING Inleiding Definitie van hoogtechnologische ondernemingen Kenmerken van hoogtechnologische ondernemingen Asymmetrische informatie en de toegang tot financiering...6 HOOFDSTUK 2: DE FINANCIËLE GROEICYCLUS VANUIT EEN THEORETISCH PERSPECTIEF Inleiding De financiële groeicyclus De financiële groeicyclus en kapitaalstructuur theorieën Inleiding Modellen gebaseerd op asymmetrische informatie Modellen gebaseerd op agency conflicten Product/markt benadering Modellen gebaseerd op corporate control Het oplossen van de kapitaalstructuurpuzzel...18 HOOFDSTUK 3: FINANCIERINGSKANALEN Inleiding Persoonlijke middelen als financieringskanaal Business angels Inleiding...23 IV

5 Business angels gedefinieerd De rol van business angels in de financiële groeicyclus De werkwijze van business angels Business angels vanuit het standpunt van de ondernemer Business angels versus meer traditionele externe financieringskanalen Business angels vanuit een theoretisch perspectief Venture Capital Inleiding Venture capital gedefinieerd Venture capital als onderscheiden financiële intermediair Werkwijze van venture capital verschaffers Venture capital versus business angels Venture capital vanuit een theoretisch perspectief Financiering via een andere onderneming Traditionele bankfinanciering Inleiding Bankfinanciering vanuit een theoretisch perspectief Asymmetrische informatie en kredietrantsoenering door banken Financiering door de overheid Financial Bootstrapping...44 Besluit...45 ONDERZOEKSRESULTATEN...46 Inleiding...46 HOOFDSTUK 4: METHODOLOGISCHE ASPECTEN EN BESCHRIJVING VAN DE STEEKPROEF Operationele definitie voor hoogtechnologisch ondernemingen De vragenlijst (zie bijlage 5) Opbouw van de steekproef Beperkingen Profiel van de bedrijven in de steekproef (zie bijlage 3) Profiel van de oprichters Kenmerken producten/diensten van de ondernemingen in de steekproef (bijlage 3) Problemen met betrekking tot de toegang tot financiering...55 V

6 HOOFDSTUK 5: FINANCIERING VAN HOOGTECHNOLOGISCHE, STARTENDE ONDERNE-MINGEN IN VLAANDEREN Financieringsbehoefte tijdens de oprichtingsfase De verschillende financieringskanalen tijdens de oprichtingsfase (zie bijlage 3) Inleiding Aangewende financieringskanalen tijdens de opstartfase Belang van de verschillende financieringskanalen Besluit Financieringsbehoefte tijdens de jaren na de opstartfase Financieringskanalen tijdens de jaren na de opstartfase Overzicht van het belang van de verschillende financieringskanalen tijdens de eerste twee jaar na de opstartfase...83 HOOFDSTUK 6: DE VERSCHILLENDE FINANCIERINGSKANALEN NADER BEKEKEN Financieringsmiddelen verschaft door de oprichters Financieringsmiddelen verschaft door vrienden en/of familie Financieringsmiddelen verschaft door business angels Financieringsmiddelen verschaft door venture capital maatschappijen Financieringsmiddelen verschaft door een andere niet-financiële onderneming Financieringsmiddelen verschaft door een universiteit Financieringsmiddelen verschaft door banken Financieringsmiddelen verschaft door de overheid De aangewende bootstrap methoden Besluit ALGEMEEN BESLUIT Inleiding Hoogtechnologische, startende ondernemingen en asymmetrische informatie De financiële groeicyclus en kapitaalstructuurtheorieën Financieringskanalen Besluit LIJST MET DE GERAADPLEEGDE WERKEN... XII BIJLAGEN... XXIII VI

7 Bijlage 1: Ondernemingen die meewerkten aan dit onderzoek... XXIV Bijlage 2: Hoogtechnologische sectoren volgens de EVCA (1998, blz. 187)...XXX Bijlage 3: Overzichtstabel ondernemingen in steekproef...xxxii Bijlage 4: Classificatie bedrijven... XXXVI Bijlage 5: De vragenlijst...xxxvii VII

8 Lijst met de tabellen Tabel 4-1: Aantal oprichters per onderneming (Bron: eigen onderzoek)...52 Tabel 4-2: Aantal patenten per onderneming (Bron: eigen onderzoek)...54 Tabel 5-1: Financieringsbehoefte tijdens de opstartfase opgesplitst naar sector (in duizenden Euro) (Bron: eigen onderzoek)...58 Tabel 5-2: Vergelijking van de financieringsbehoefte tijdens de opstartfase tussen niet spinoffs en spin-offs van een universiteit of een publiek onderzoekscentrum (in duizenden Euro) (Bron: eigen onderzoek)...59 Tabel 5-3: Vergelijking van de financieringsbehoefte tijdens de opstartfase tussen ondernemingen op basis van de technologieën waar de producten op gebaseerd zijn (in duizenden Euro) (Bron: eigen onderzoek)...59 Tabel 5-4: Vergelijking van de financieringsbehoefte tijdens de opstartfase tussen ondernemingen op basis van het huidige afzetgebied (in duizenden Euro) (Bron: eigen onderzoek)...60 Tabel 5-5: Aantal ondernemingen dat gebruik maakte van de aangegeven financieringskanalen tijdens de oprichtingsfase (Bron: eigen onderzoek)...62 Tabel 5-6: Aantal aangewende financieringskanalen tijdens de oprichtingsfase (Bron: eigen onderzoek)...63 Tabel 5-7: Vergelijking tussen spin-offs van een universiteit of publiek onderzoekscentrum en niet spin-offs wat betreft de aanwending van financieringskanalen tijdens de opstartfase (Bron: eigen onderzoek)...63 Tabel 5-8: : Vergelijking tussen bedrijven op basis van de aangewende technologieën wat betreft de aanwending van financieringskanalen tijdens de opstart fase (Bron: eigen onderzoek)...64 Tabel 5-9: Percentage van de initiële financieringsbehoefte voorzien door interne en externe financieringsbronnen tijdens de opstartfase (Bron: eigen onderzoek) a...65 Tabel 5-10: Vergelijking tussen de verschillende sectoren wat betreft de belangrijkste financieringsbron tijdens de opstartfase (Bron: eigen onderzoek) b...66 Tabel 5-11: Percentage van de initiële financieringsbehoefte voorzien door interne en externe financieringskanalen op basis van de financieringsbehoefte tijdens de opstartfase (Bron: eigen onderzoek)...68 VIII

9 Tabel 5-12: Vergelijking tussen de verschillende ondernemingen op basis van de financieringsbehoefte wat betreft de belangrijkste financieringsbron tijdens de opstartfase (Bron: eigen onderzoek)...68 Tabel 5-13 Vergelijking tussen spin-offs en niet spin-offs voor het percentage van de initiële financieringsbehoefte voorzien door interne en externe financieringskanalen a (Bron: eigen onderzoek)...69 Tabel 5-14: : Vergelijking tussen spin-offs van universiteiten of publieke onderzoekscentra en niet spin-offs wat betreft de belangrijkste financieringsbron (Bron: eigen onderzoek)...70 Tabel 5-15 Vergelijking tussen ondernemingen op basis van de technologie waarop het product gebaseerd is, wat betreft het percentage van de initiële financieringsbehoefte voorzien door interne en externe financieringskanalen a (Bron: eigen onderzoek)...71 Tabel 5-16: : Vergelijking tussen de verschillende bedrijven op basis van de toegepaste technologie wat betreft de belangrijkste financieringsbron (Bron: eigen onderzoek) Tabel 5-17: Fina ncieringsbehoefte tijdens de opstartfase, het eerste en het tweede jaar na de opstartfase opgesplitst volgens sector uitgedrukt in duizenden Euro (Bron: eigen onderzoek)...75 Tabel 5-18: Vergelijking tussen de verschillende sectoren wat betreft de belangrijkste financieringsbron tijdens de opstartfase en de twee volgende jaren na de opstartfase (Bron: eigen onderzoek)...78 Tabel 5-19: De rol van interne en externe financiering tijdens de opstartfase en de eerste twee jaar na de opstartfase opgesplitst volgens sector (Bron: eigen onderzoek)...78 Tabel 6-1: Financieringsbedrag ingebracht door de oprichters tijdens de opstartfase (Bron: eigen onderzoek)...86 Tabel 6-2: Aantal business angels waarmee de ondernemers in contact kwamen a (Bron: eigen onderzoek)...92 Tabel 6-3: Aantal aangesproken venture capital maatschappijen a (Bron: eigen onderzoek)...95 Tabel 6-4: Aantal verschillende venture capital maatschappijen die participeren per onderneming tijdens de opstartfase (Bron: eigen onderzoek)...96 Tabel 6-5: Aangewende bootstrap methoden (Bron: eigen onderzoek) IX

10 Lijst met de figuren Figuur 2-1: De financiële groeicyclus (Bron: Berger & Udell, 1998, blz. 623)...11 Figuur 5-1: Geïnvesteerde bedragen per financieringskanaal tijdens de opstartfase (in duizenden Euro) (Bron: eigen onderzoek)...67 Figuur 5-2: Geïnvesteerde bedragen per financieringskanaal tijdens het eerste jaar na de opstartfase (Bron: eigen onderzoek)...81 Figuur 5-3: Geïnvesteerde bedragen per financieringskanaal tijdens het tweede jaar na de opstartfase (Bron: eigen onderzoek)...82 Figuur 5-4: Belang verschillende financieringskanalen (Bron: eigen onderzoek)...83 Figuur 5-5: Belang interne en externe financieringskanalen (Bron: eigen onderzoek) X

11 Lijst met de gebruikte afkortingen O&O: onderzoek en ontwikkeling EVCA: European Venture Capital Association IMEC: Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum VIB: Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie BBA: Belgian Bioindustries Association IWT (-Vlaanderen): Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen KUL: Katholieke Universiteit Leuven VUB: Vrije Universiteit Brussel VS: Verenigde Staten VK: Verenigd Koninkrijk KHBO: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende XI

12 Algemene inleiding Risk, nevertheless, enters into the pattern in which entrepreneurs work. But it does so indirectly and at one remove: riskiness and every new thing is risky in a sense in which no routine action is- makes it more difficult to obtain the necessary capital and thus forms one of the obstacles entrepreneurs have to overcome and one of the instances of resistance of the environment which explain why innovations are not carried out smoothly and as a matter of course. (Schumpeter, 1939, blz. 79) Schumpeter (1911) benadrukte reeds in het begin van de 20 ste eeuw in zijn Mark I model het belang van hoogtechnologische, startende ondernemingen als voortrekkers van de economische groei. Hij benadrukte eveneens de rol van de vrije ondernemer. De stellingen van Schumpeter werden in de late jaren 90 opgerakeld om het Amerikaanse economische succes te verklaren. Ook in Europa dient volgens beleidsmakers, industriëlen en innovatieexperts, het starten van nieuwe en snel groeiende technologie-intensieve ondernemingen sterk worden aangemoedigd. Dit alles met als doel om innovatie, economische groei en hoogwaardige werkgelegenheid tot stand te brengen. Een gezonde financiering is cruciaal in de vroege ondernemingsstadia van hoogtechnologische, startende ondernemingen. Niet enkel het vinden van voldoende kapitaal, maar ook het vinden van de geschikte financiers, vormt voor vele ondernemers in hoogtechnologische sectoren een belangrijk aspect van het opstarten van een nieuw bedrijf. Hoogtechnologische, startende ondernemingen ondervinden additionele problemen met betrekking tot financiering in vergelijking met niet-hoogtechnologische ondernemingen. De belangrijkste reden hiervoor is de bijkomende risicofactor, die inherent is aan hoogtechnologische, startende ondernemingen, die potentiële financiers kan afschrikken. Dat hoogtechnologische, startende ondernemingen geen homogene groep vormen, werd reeds door een aantal auteurs benadrukt. Er bestaan immers substantiële verschilpunten tussen bedrijven onderling en een aantal sectoren, die de financiering van opstartende bedrijven aanzienlijk kan beïnvloeden. Het is dan ook belangrijk dat hier rekening mee gehouden wordt wanneer hoogtechnologische, startende ondernemingen bestudeerd worden. Daarnaast dient de wisselwerking tussen universiteiten en publieke onderzoekscentra enerzijds, en spin-offs 1

13 van deze instellingen anderzijds in beschouwing genomen te worden wanneer de financiering van hoogtechnologische, startende ondernemingen bestudeerd wordt. Deze instellingen spelen namelijk niet enkel een zeer belangrijke rol in de valorisatie en de creatie van kennis, maar spelen daarnaast rechtstreeks en onrechtstreeks een rol in het ondersteunen van de financiering van deze spin-offs. Het opzet van deze licentiaatsverhandeling is enerzijds nagaan hoe Vlaamse ondernemers het oprichten van een eigen hoogtechnologisch bedrijf financieren en anderzijds het waarom onderzoeken van de keuze van de oprichter voor één of meerdere financieringsbronnen. In tegenstelling met wat de titel doet vermoeden, beperkt dit onderzoek zich tot Vlaanderen. Tevens zal er nagegaan worden of er verschilpunten zijn tussen de verschillende sectoren onderling waarbij de nadruk ligt op de computergerelateerde en de biotechnologische sector. Er wordt eveneens onderzocht of er verschillen waarneembaar zijn in het financieringspatroon van ondernemingen die een spin-off zijn van een universiteit of een publiek onderzoekscentrum en ondernemingen die dit niet zijn. De basis van dit werk is een exploratief, kwalitatief onderzoek. Deze licentiaatsverhandeling is opgebouwd rond de resultaten van persoonlijke interviews met zevenentwintig ondernemers die de afgelopen vijf jaar zelf een onderneming in een hoogtechnologische sector hebben opgericht. In deze interviews werd gevraagd naar de financierings-patronen voor de start van het bedrijf en naar de invulling van de financieringsbehoeften in de eerste jaren na de oprichting. De licentiaatsverhandeling bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een literatuurstudie waarin een aantal theoretische aspecten worden besproken met betrekking tot de financiering van hoogtechnologische, startende ondernemingen. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste financieringskanalen tijdens de vroege ondernemingsstadia van hoogtechnologische, startende ondernemingen. In het tweede deel van deze licentiaatsverhandeling worden de resultaten van het onderzoek beschreven en getoetst aan een aantal andere studies. Eerste worden een aantal kenmerken beschreven van hoogtechnologische, startende ondernemingen in Vlaanderen. Ten tweede wordt het belang van de verschillende financieringskanalen besproken en de evolutie hiervan doorheen de tijd. Ten derde wordt de houding van de Vlaamse ondernemer ten aanzien van de verschillende financieringskanalen besproken. 2

14 Literatuurstudie Inleiding Alvorens nader in te gaan op de resultaten van het onderzoek, is het belangrijk om een aantal theoretische aspecten te bekijken van waaruit de resultaten van dit onderzoek kunnen geïnterpreteerd worden. Daarnaast wordt verwezen naar verschillende buitenlandse studies die aansluiten bij het onderwerp van deze licentiaatsverhandeling en een vergelijking toelaten met dit onderzoek. De literatuurstudie behandelt verschillende punten. Eerst worden hoogtechnologische ondernemingen en hun specifieke kenmerken omschreven. Ten tweede wordt nagegaan of de specifieke kenmerken van deze ondernemingen een invloed hebben op de toegang tot financiering. Ten derde wordt het belang van de verschillende financieringskanalen doorheen de levensfasen van hoogtechnologische ondernemingen kort omschreven. Vervolgens worden een aantal kapitaalstructuur theorieën beschreven aangezien deze ons een beter inzicht geven in de financiële groeicyclus en de rol van de verschillende financieringskanalen. Als laatste wordt een grondig overzicht gegeven van de belangrijkste financieringskanalen die hoogtechnologische, startende ondernemingen ter beschikking staan. Hoofdstuk 1: Hoogtechnologische, startende ondernemingen: kenmerken en impact op de toegang tot financiering 1.1. Inleiding Schumpeter (1911) was de eerste economist die het belang benadrukte van hoogtechnologische, startende ondernemingen als voortrekkers van de economische groei. Ook vandaag wordt algemeen het belang erkend van hoogtechnologische, startende ondernemingen. Een eerste vraag die men zich hierbij dient te stellen is hoe men hoogtechnologische ondernemingen definieert en welke kenmerken eigen zijn aan deze ondernemingen. Deze kenmerken kunnen immers een aantal belangrijke implicaties hebben op de financiering van deze ondernemingen. In perfecte kapitaalmarkten zijn er steeds middelen aanwezig voor de financiering van projecten met een positieve netto-contante waarde. Indien er evenwel kapitaalmarktimperfecties aanwezig zijn bestaat de mogelijkheid dat potentiële investeerders weigeren om 3

15 financiering te verschaffen. De onderliggende bronnen van deze imperfecties en de mechanismen die bestaan om deze imperfecties tegen te gaan, vormen de basis van verschillende theorieën met betrekking tot de financiering van hoogtechnologische, startende ondernemingen (FLUCK e.a., 1998, blz. 4). In deze paragraaf wordt eveneens nagegaan of hoogtechnologische, startende ondernemingen onderhevig zijn aan krediet- en kapitaalrantsoenering en wat de onderliggende oorzaken en mogelijke oplossingen hiervoor zijn Definitie van hoogtechnologische ondernemingen Wat is een hoogtechnologische onderneming? Vele onderzoeken hebben problemen ervaren met het definiëren van hoogtechnologische ondernemingen. Het Engelstalige begrip new technology based firms dat hier nauw bij aansluit, werd geïntroduceerd door Arthur D. Little (1977) midden de jaren zeventig: new technology based firms are independent firms established within the last 25 years for the purpose exploiting an invention or a technological innovation (A.D. LITTLE, 1977; in CLARYSSE e.a., 2000, blz. 12). Allen (1992, blz. 12) definieert een hoogtechnologische onderneming als een onderneming waarvan de producten of diensten in hoge mate afhankelijk zijn van wetenschappelijke of technologische kennis. Dit kunnen zowel nieuwe toepassingen zijn van vooruitstrevende technologieën om zo nieuwe producten of diensten te ontwikkelen, of een toepassing van een bestaande technologie op een innovatieve manier. Een andere definitie van Cooper (1986) wordt aangehaald door Struyf (1994, blz. 34): Een hoogtechnologisch bedrijf is een onderneming die de nadruk legt op O&O (onderzoek en ontwikkeling) of wiens voornaamste klemtoon ligt op de exploitatie van nieuwe technologische kennis. Vaak is deze onderneming opgestart door wetenschappers of ingenieurs en beschikt zij over een hoog percentage professionele en hoog gekwalificeerde werknemers. Een zeer brede definitie omvat alle ondernemingen in hoogtechnologische sectoren. Butchart (1987) omschrijft dit als sectoren met hogere dan de gemiddelde uitgaven voor O&O, als percentage van de totale verkopen of sectoren die proportioneel meer wetenschappers en ingenieurs tewerkstellen in vergelijking met andere sectoren. Ook de EVCA (European Venture Capital Association, 1998) relateert hoogtechnologische bedrijven met een aantal economische sectoren zoals bijvoorbeeld de elektronica sector. Granstrand (1998) werkt een theoretische benadering uit van hoogtechnologische ondernemingen waarbij de nadruk ligt op de invloed van technologie op de verschillende deelcomponenten van de onderneming. Oakey (1995, blz 122) stelt dat een te brede definitie niet zinvol is en dat het beter is om hoogtechnologische ondernemingen op een continuüm te plaatsten met aan het 4

16 ene uiteinde ondernemingen die fundamenteel, vooruitstrevend onderzoek doen, en aan het andere uiteinde ondernemingen die nieuwe technologieën imiteren. Ook Delapierre e.a. (1998) tonen aan dat een definitie van hoogtechnologische ondernemingen te breed is, om van praktische toepassing te zijn in studies Kenmerken van hoogtechnologische ondernemingen De meeste ondernemingen in hoogtechnologische sectoren hebben een aantal kenmerken gemeenschappelijk: (i) de waarde van de onderneming vloeit grotendeels voort uit groeiopties die gebaseerd zijn op intellectuele eigendomsrechten en wetenschappelijke kennis en die daarnaast moeilijk te waarderen zijn, (ii) deze ondernemingen beschikken over weinig materiële activa welke als onderpand kunnen dienen (iii) en ze brengen producten en/of diensten voort die gewoonlijk onderhevig zijn aan snelle veroudering en die weinig of geen reputatie verworven hebben in de markt (BANK OF ENGLAND, 2001, blz. 5). Westhead en Storey (1997, blz. 197) stellen dat deze kenmerken leiden tot aanzienlijk hogere risico s in vergelijking met niet-hoogtechnologische, startende ondernemingen. Het feit dat deze ondernemingen vaak opgericht worden door wetenschappers die weinig ervaring hebben met het opzetten van een nieuw bedrijf, verhoogt deze risico s (WESTHEAD & STOREY, 1997, blz. 197). Hoewel er een aantal gemeenschappelijke kenmerken zijn voor hoogtechnologische ondernemingen, bestaan er ook een aantal belangrijke verschilpunten tussen de hoogtechnologische sectoren onderling. Het is belangrijk dat deze verschilpunten in beschouwing genomen worden wanneer het financieringspatroon nader bestudeerd wordt (OAKEY, 1995). Een belangrijk onderscheid kan gemaakt worden tussen sectoren waar de initiële ontwikkelingskosten eerder laag zijn en de doorlooptijden kort zijn (zoals bijvoorbeeld de software industrie), en anderzijds sectoren waar de initiële ontwikkelingskosten zeer hoog zijn en de doorlooptijden zeer lang zijn (zoals bijvoorbeeld de biotechnologie industrie). Dit kan implicaties hebben voor de financiering van de onderneming. Zo zal de financieringsbehoefte voor biotechnologische bedrijven voornamelijk acuut zijn in de zeer vroege ondernemingsstadia. De specifieke kenmerken van hoogtechnologische ondernemingen kunnen een belangrijke invloed hebben op de toegang tot de verschillende financieringskanalen en op de 5

17 financieringsbeslissingen van hoogtechnologische, startende ondernemingen. In het volgende hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de toegang tot financiering voor hoogtechnologische, startende ondernemingen Asymmetrische informatie en de toegang tot financiering Een belangrijk kenmerk van jonge, startende ondernemingen is dat de informatie die ze verschaffen vaak te kampen heeft met een gebrek aan geloofwaardigheid en betrouwbaarheid. Het is immers zo dat deze ondernemingen meestal niet onderworpen worden aan de strikte discipline opgelegd door de kapitaalmarkten. De informatie die deze ondernemingen verschaffen is beperkt en bovendien worden de financiële staten niet onderworpen aan een strenge financiële controle. Ook is het zo dat ondernemers meestal beter geplaatst zijn om de risico s van hun projecten in te schatten dan de kapitaalverschaffers. Jonge, startende ondernemingen kenmerken zich dan ook door de aanwezigheid van asymmetrische informatie (BERGER & UDELL, 1998, blz. 616). Dit verwijst naar een situatie waarbij verschillende partijen niet over dezelfde toegang beschikken tot informatie. Deze informatie is niet enkel beperkt toegankelijk, ze is eveneens asymmetrisch verdeeld. Dit kan leiden tot een hogere kostprijs van kapitaal en tot kredietrantsoenering. Men maakt een onderscheid tussen twee soorten asymmetrische informatie (AMIT e.a., 1998, blz. 443). Enerzijds is er sprake van verborgen informatie welke voorkomt wanneer binnen een transactie de ene partij over belangrijke informatie beschikt waarvan de andere partij niet op de hoogte is. Zo zal een ondernemer die een nieuw product aan het ontwikkelen is veel beter in staat zijn de slaagkansen van het product in te schatten dan de kapitaalverschaffer. Er doen zich problemen voor aangezien de ondernemer de neiging heeft het product beter voor te stellen dan het in werkelijkheid is. Aldus wordt er verkeerde informatie doorgespeeld naar de kapitaalverschaffer. Dit kan leiden tot averechtse selectie 1. Dit houdt in dat ondernemers met projecten van lage kwaliteit precies diegenen zijn die het meest actief op zoek gaan naar financiering. Potentiële investeerders weten dit en zullen weigerachtig staan bij het verschaffen van financiering. Een mogelijke implicatie is dat potentiële financiers beslissen om geen fondsen meer ter beschikking te stellen. Op die manier is het mogelijk dat goede 1 Averechtse selectie vormt de vertaling van het Engelstalige begrip adverse selection. 6

18 projecten financiering geweigerd worden. Akerlof (1970) analyseerde dit probleem zeer diepgaand en in de literatuur wordt hiernaar verwezen als het lemons problem. Anderzijds spreekt men over verborgen actie. In deze situatie is het moeilijk of onmogelijk voor de ene partij om de belangrijke activiteiten van de andere partij te observeren. Zo zal het vaak moeilijk zijn voor een investeerder om na te gaan of de ondernemer de geldmiddelen aanwendt voor persoonlijke doeleinden of ondernemingsdoeleinden. Dit probleem wordt moreel risico 2 genoemd. Dit probleem doet zich dus voor wanneer de ondernemer de middelen aanwendt voor activiteiten die niet overeenstemmen met het doel waarvoor de gelden ter beschikking zijn gesteld. Omwille van de aard van de activiteiten en de kenmerken van hoogtechnologische, startende ondernemingen, is het probleem van asymmetrische informatie hier zeer acuut. De problemen van averechtse selectie en moreel risico die hiervan het gevolg zijn, zullen ertoe leiden dat het vaak zeer moeilijk is voor jonge, hoogtechnologische ondernemingen om zich te richten tot traditionele financieringskanalen. Deze idee wordt teruggevonden binnen de agency theorie die stelt dat financieringsproblemen hoofdzakelijk ontstaan door de aanwezigheid van asymmetrische informatie en de agency conflicten die hieruit voortvloeien. Agency conflicten tussen managers en investeerders kunnen de bereidwilligheid tot het verschaffen van aandelen en/of schuldkapitaal negatief beïnvloeden (LERNER, 1998, blz. 775). Hellmann en Stiglitz (2000, blz. 283) tonen modelmatig aan dat in een markt met asymmetrische informatie er zowel kredietrantsoenering als kapitaalrantsoenering kan plaatsvinden. Ze kwamen tot de verrassende vaststelling dat rantsoenering eigenlijk het gevolg kan zijn van de competitie tussen enerzijds schuldfinanciers en anderzijds de aandelenfinanciers. Indien bovenstaande marktimperfecties aanwezig zijn, bestaat dus de mogelijkheid dat positieve netto-contante waarde projecten onvoldoende geldmiddelen kunnen aantrekken of slechts beroep kunnen doen op bepaalde financieringsbronnen. De mate waarin de onderneming in staat is informatie over te brengen naar de investeerders, bepaalt de mogelijkheid om bovenstaande problemen te verhelpen (STIGLITZ & WEISS, 1981). Er bestaan een aantal mechanismen om dit te doen. 2 Moreel risico vormt de vertaling van het Engelstalige begrip moral hazard. 7

19 Ten eerste bestaat de mogelijkheid tot het verschaffen van zakelijke en/of persoonlijke waarborgen. Traditionele bankiers zullen dit vaak eisen en zullen hiernaast beperkende clausules inbouwen in de leenovereenkomsten. Stiglitz en Weiss (1981, blz. 402) tonen evenwel aan dat in bepaalde gevallen het opdrijven van de waarborgen de problemen van averechtse selectie niet verhelpt. Ook dient erop gewezen te worden dat het niet steeds mogelijk is om waarborgen te verstrekken. Hoogtechnologische, startende ondernemingen beschikken immers vaak over een grote proportie immateriële activa opgedaan via O&O, welke moeilijk kan dienen als potentiële waarborg (MANIGART & VAN HYFTE, 2000, blz 236). Ten tweede bestaat de mogelijkheid om de ondernemer te verplichten zelf een deel van het kapitaal in te brengen. Indien de ondernemer zelf een deel van zijn vermogen investeert, wijst dit erop dat hij gelooft in het project en dit is een positief signaal naar de buitenwereld toe. De signaaltheorie stelt dan ook dat kapitaal verschaft door de ondernemers een geloofwaardig signaal overbrengt naar externe kapitaalverschaffers (LELAND & PYLE, 1977). Persoonlijke waarborgen kunnen ook een positief signaal naar buiten toe brengen. Zo stellen Berger en Udell (1998, blz. 626) dat ondernemers vaak aansprakelijk zijn met hun totale vermogen voor de schulden die zij aangegaan zijn bij de banken. Ten derde kunnen investeerders zich specialiseren in het screenen, selecteren en opvolgen van projecten. Hierin schuilt dan ook de belangrijkste bestaansreden van de venture capital maatschappijen 3 (MANIGART & VAN HYFTE, 2000, blz. 236). Hierop wordt dieper ingegaan wanneer de venture capital maatschappijen worden besproken. Een laatste mogelijkheid bestaat erin een relatie op te bouwen met de kapitaalverschaffers om op die manier opportunistisch gedrag te vermijden, kosten verbonden met opvolging en screening te minimaliseren en de doelmatigheid van screening te maximaliseren. Dit brengt een aantal voordelen mee voor jonge, kleine ondernemingen zoals bijvoorbeeld een lagere financieringskost en een grotere beschikbaarheid van kapitaal (BERGER & UDELL, 1998, blz. 645). Hierop wordt verder ingegaan wanneer de bank als onderscheiden financier besproken wordt. 3 Venture capital maatschappijen creëren eveneens toegevoegde waarde in de ondernemingen waarin ze investeren (AMIT e.a., 1998). 8

20 Er bestaan dus verschillende mechanismen om problemen met betrekking tot asymmetrische informatie te verhelpen. Het bestaan van een financieringskloof kan erop wijzen dat deze mechanismen niet goed werken of onvoldoende zijn. Verschillende auteurs hebben nagegaan of er sprake is van een financieringskloof en de bevindingen zijn uiteenlopend. Cressy (1996, blz. 1266) komt in een grootschalig onderzoek in het VK (Verenigd Koninkrijk) tot de bevinding dat opstartende bedrijfjes in het algemeen niet onderhevig zijn aan kredietrantsoenering door banken. Storey en Westhead (1997, blz. 200) besluiten daarentegen dat hoogtechnologische, jonge ondernemingen beperkt worden in hun financiering en dat het aanbod van financiering binnen dit segment gekenmerkt wordt door imperfecties. Paleari en Giudici (2000, blz. 50) komen tot dezelfde bevindingen na een grootschalig onderzoek in Italië. Verschillende onderzoeken wijzen op de noodzaak tot overheidsinterventie wat betreft de risicokapitaalmarkt (AERNOUDT, 1999; LERNER, 1998). Dit impliceert dat er mogelijk marktimperfecties zijn die de financiering van hoogtechnologische ondernemingen beperken. De vraag of het al dan niet bestaan van een financieringskloof wijst op de onmogelijkheid van de bovenbesproken mechanismen om de problemen van asymmetrische informatie volledig te verhelpen is niet helemaal duidelijk. Zo spelen de risicoaversie van de kapitaalverschaffers, het gebrek aan vertrouwen van de banken in jonge ondernemingen, de ontwikkeling van de publieke kapitaalmarkten eveneens een belangrijke rol in de verklaring van een potentiële financieringskloof. Bij het bespreken van verschillende theorieën met betrekking tot de financiering van hoogtechnologische, startende ondernemingen zal er dus rekening moeten gehouden worden met bovenstaande elementen. Afwijkingen van de assumpties in het model vooropgesteld door Modigliani en Miller (1958) zullen dus prominent aanwezig zijn (BERGER & UDELL, 1998, blz. 660). Dit zal belangrijke implicaties hebben voor de manier waarop, hoogtechnologische, startende ondernemingen zich financieren. 9

21 Hoofdstuk 2: De financiële groeicyclus vanuit een theoretisch perspectief 2.1. Inleiding Naarmate een onderneming groeit en ouder wordt doorloopt ze een financiële groeicyclus waarin het belang van de verschillende financieringskanalen wijzigt doorheen de tijd. Deze groeicyclus kan geïnterpreteerd worden vanuit een aantal kapitaalstructuur theorieën. Asymmetrische informatie speelt hierbij een zeer belangrijke rol. In deze paragraaf wordt de financiële groeicyclus nader bekeken. Vervolgens zal dieper ingegaan worden op een aantal kapitaalstructuur theorieën en zal de link gelegd worden met de financiële groeicyclus De financiële groeicyclus De financiële groeicyclus vormt het vertrekpunt om een aantal relevante theorieën toe te lichten omtrent de financiering van hoogtechnologische, startende ondernemingen. De idee van een financiële groeicyclus die een onderneming doorloopt naarmate ze groeit en ouder wordt, vindt men terug bij verschillende auteurs (BERGER & UDELL, 1998; ROBERTS, 1991; MCCANN, 1991). De beschrijving van de financiële groeicyclus die volgt is gebaseerd op het werk van Berger en Udell (1998, blz ). Asymmetrische informatie speelt in hun beschrijving een belangrijke rol. Er dient opgemerkt te worden dat hun beschrijving niet specifiek gericht is op hoogtechnologische ondernemingen. Startende ondernemingen doorlopen een financiële groeicyclus waarbinnen de financieringsbehoeften en financieringsmogelijkheden wijzigen naarmate de onderneming groeit, ervaring opdoet en de informatie met betrekking tot haar activiteiten transparanter wordt. In figuur 2-1 liggen ondernemingen op een continuüm dat zowel rekening houdt met de grootte en de leeftijd van de onderneming, als de beschikbaarheid van informatie met betrekking tot de activiteiten die de onderneming verricht. 10

22 Zo zullen startende ondernemingen beroep doen op financiering van interne bronnen, handelskrediet en business angels. Interne bronnen kunnen zowel van de ondernemer als van familie en vrienden van de ondernemer zijn 4. Figuur 2-1: De financiële groeicyclus (Bron: Berger & Udell, 1998, blz. 623) Grootte van de onderneming Leeftijd van de onderneming Beschikbaarheid van informatie Zeer kleine ondernemingen, vaak zonder onderpand en zonder reputatie Kleine ondernemingen, mogelijk met een zeer groot groeipotentieel maar vaak zonder reputatie Middelgrote ondernemingen met een zekere reputatie en beschikbaar onderpand indien noodzakelijk Grote ondernemingen met gekend risico en reputatie Interne financiering Business angels Venture capital Publiek aandelenkapitaal Handelskrediet Commercial paper Korte termijn schulden bij financiële instellingen Middellange termijn schulden bij financiële instellingen Mezanninefinanciering Middellange termijn schulden via publieke kapitaalmarkt Private plaatsingen Lange termijn schulden via publieke kapitaalmarkt 4 Financiering verschaft door familie/vrienden en de oprichters wordt ook wel love money genoemd. 11

23 Naarmate de onderneming groeit zal ze zich beroepen op financiële intermediairs. Enerzijds kan ze zich financieren via venture capital maatschappijen door de uitgifte van aandelen. Anderzijds kan ze gebruik maken van schuldfinanciering verschaft door banken en investeringsmaatschappijen. Indien de onderneming blijft groeien, bestaat de mogelijkheid dat ze zich uiteindelijk richt tot de publieke kapitaalmarkt voor zowel de uitgifte van aandelenals schuldkapitaal. Belangrijk bij de figuur is dat deze enkel tracht een algemeen beeld te geven van de verschillende financieringsbronnen die belangrijk zijn naarmate de onderneming groeit. Zo zal de situatie voor elke individuele onderneming verschillend zijn. Eveneens is het zo dat de grootte, de leeftijd en de beschikbaarheid van informatie niet perfect gecorreleerd zijn. De punten waarbinnen bepaalde financieringsbronnen een belangrijke plaats innemen, zijn niet absoluut De financiële groeicyclus en kapitaalstructuur theorieën Inleiding Alvorens de verschillende financieringskanalen te bespreken, worden een aantal belangrijke theorieën toegelicht die belangrijk zijn om de financiële groeicyclus en de rol van de verschillende financieringskanalen tijdens de vroege ondernemingsfasen beter te begrijpen. Het is immers zo dat de kapitaalstructuur en de financieringskanalen sterk aan elkaar gelinkt zijn. Zo zullen venture capital maatschappijen hoofdzakelijk financiering verschaffen onder de vorm van aandelenkapitaal en traditionele banken zullen voornamelijk financiering verschaffen onder de vorm van schuldfinanciering. Binnen de financiële theorie worden verschillende modellen vooropgesteld om het financieringspatroon van ondernemingen te verklaren. Waarom zal een onderneming zich voornamelijk financieren met intern gegenereerde middelen? Waarom speelt aandelenfinanciering zo een belangrijke rol voor hoogtechnologische, startende ondernemingen? Waarom brengen de oprichters een deel van het kapitaal in? Een aantal kapitaalstructuur theorieën kunnen hier een mogelijk antwoord op geven. De theorieën die volgen, vertonen een zekere relevantie voor het geobserveerde financieringspatroon van jonge, hoogtechnologische ondernemingen. Een belangrijke opmerking bij de verschillende 12

24 theorieën is dat deze elkaar onderling niet uitsluiten. Hoewel de meerderheid van deze theorieën partiële benaderingen zijn, verschaffen ze nuttige inzichten in het financieringspatroon van startende, hoogtechnologische ondernemingen. Naarmate de onderneming groeit, zullen bepaalde theorieën aan belang winnen, terwijl andere theorieën aan belang moeten inboeten. 13

25 In navolging van Harris en Raviv (1991, blz. 299) worden vier verschillende benaderingen onderscheiden met betrekking tot de financieringsbeslissingen van hoogtechnologische, startende ondernemingen: De asymmetrische informatie benadering De agency benadering De product/input markt benadering De corporate control benadering Zoals hoger reeds aangegeven, zullen door kapitaalmarktimperfecties afwijkingen van de assumpties van Modigliani en Miller (1958) prominent aanwezig zijn. Dit zal zich sterkt uiten in de financieringsbeslissingen van jonge, hoogtechnologische ondernemingen Modellen gebaseerd op asymmetrische informatie Aangezien asymmetrische informatie een belangrijk kenmerk is van startende, hoogtechnologische ondernemingen, zijn een aantal theorieën met betrekking tot asymmetrische informatie bijzonder relevant in de verklaring van het financieringspatroon van startende, hoogtechnologische ondernemingen. Myers en Majluf (1984) tonen aan dat indien er sprake is van asymmetrische informatie, externen de waarde van de activa en dus het aandelenkapitaal van de onderneming, verkeerd waarderen. Indien ondernemingen nieuwe projecten willen financieren door nieuwe aandelen uit te geven, bestaat de mogelijkheid dat deze aandelen zodanig ondergewaardeerd worden dat de nieuwe aandeelhouders meer winnen dan de netto contante waarde van het project. Hierdoor wordt waarde onttrokken van de bestaande aandeelhouders en beslissen ze om het project niet te laten doorgaan. Dit probleem kan vermeden worden indien de onderneming het project kan financieren met financiële instrumenten die niet of minder ondergewaardeerd worden. Zo zullen intern gegenereerde middelen en schuldfinanciering met een lage risicograad niet ondergewaardeerd worden, zodat deze verkozen worden boven aandelenfinanciering. Myers (1984) verwijst hierbij naar een pikorde 5 waarbij ondernemingen ernaar streven nieuwe projecten in de eerste plaats te financieren met intern gegenereerde middelen. Wanneer de intern gegenereerde middelen uitgeput zijn, zal een beroep gedaan worden op schuldfinanciering. In laatste instantie zal de onderneming zich 5 Pikorde vormt de vertaling van het Engelstalige begrip pecking order. 14

26 eventueel financieren door de uitgifte van aandelen. Een andere belangrijke implicatie van dit model is dat ondernemingen met weinig groeivooruitzichten en die beschikken over grote cashflows lage schuldratios zullen hebben. Omgekeerd maakt dit model de voorspelling dat ondernemingen met grote groeivooruitzichten zich in hoge mate zullen financieren door schulden. Dit model stelt eveneens dat ondernemingen met relatief veel immateriële activa vaak geconfronteerd zullen worden met een onderinvesteringsprobleem, waardoor ze na verloop van tijd relatief meer gebruik zal maken van schuldfinanciering. Deze redenering geldt enkel indien verondersteld wordt dat een hoge mate van immateriële activa leidt tot problemen met asymmetrische informatie. Een belangrijk kenmerk van vele hoogtechnologische, startende ondernemingen is dat zij over relatief veel immateriële activa beschikken (OAKEY, 1995, blz. 20; BANK OF ENGLAND, 2001, blz. 5) en hoge groeivooruitzichten hebben (STOREY & TETHER, 1998, blz. 936). Deze theorie veronderstelt dan ook dat hoogtechnologische ondernemingen zich in de eerste plaatst financieren met intern gegenereerde middelen en in tweede instantie beroep zullen doen op schuldfinanciering (BERGER & UDELL, 1998, blz. 624). Uit een onderzoek van Himmelberg en Petersen (1994) blijkt dat hoogtechnologische, kleine ondernemingen voornamelijk intern gegenereerde middelen aanwenden voor het financieren van O&O. Deze resultaten sluiten dus aan bij het model van Myers en Majluf (1984). Verschillende modellen met betrekking tot averechtse selectie (MYERS & MAJLUF, 1984; KRASKER, 1986; NARAYANAN, 1988) stellen dat schuldfinanciering optimaal is nadat de interne middelen uitgeput zijn. Nachman en Noe (1994) zijn dieper ingegaan op het model van Myers en Majluf (1984) en hebben de beperkingen waaronder schuldfinanciering optimaal is preciezer omschreven. Leland en Pyle (1977) stellen dat ondernemers met economisch winstgevende projecten een hogere proportie van het aandelenkapitaal zullen bezitten. Op deze manier signaleren ze de kwaliteit van hun projecten naar de buitenwereld toe. Indien het aandelenbezit van de ondernemer stijgt, zal vanaf een bepaald ogenblik het nut van de ondernemer dalen omwille van de risicoaversie van de ondernemer. Bij goede investeringsprojecten zal deze afname echter kleiner zijn dan wanneer het investeringsproject van lage kwaliteit is. Ondernemers met goede projecten kunnen dus een grotere proportie van het aandelenkapitaal bezitten en dit vormt een positief signaal naar de buitenwereld toe. De observatie dat vele ondernemers een aanzienlijk deel van het kapitaal inbrengen in de vroege ondernemingsfasen, kan vanuit deze 15

27 theorie bekeken worden (GIUDUCI & PALEARI, 2000). In tegenstelling met Modigliani en Miller (1958) zal de kapitaalstructuur van de onderneming hier wel een gedeeltelijke invloed hebben op de waarde van de onderneming. Prasad e.a. (2000) hebben het model van Leland en Pyle (1977) verfijnd door er rekening mee te houden dat het vermogen van de ondernemer beperkt is Modellen gebaseerd op agency conflicten Een groot deel van de theorieën die een verklaring trachten te geven voor de kapitaalstructuurbeslissingen van de onderneming zijn gebaseerd op agency conflicten en de agency kosten die hieruit ontstaan. De grondleggers van de theorie hieromtrent zijn Jensen en Meckling (1976). Jensen en Meckling onderscheiden enerzijds conflicten tussen het management en de aandeelhouders en anderzijds conflicten tussen de aandeelhouders en de schuldverschaffers. In de transactiekostentheorie van Williamson (1988) is er sprake van conflicten tussen enerzijds het management en anderzijds de schuldverschaffers van de onderneming. Schuldfinanciering heeft hier als voordeel dat het management op een zeker moment kan gedwongen worden om de onderneming of bepaalde activa binnen de onderneming te liquideren. Het nadeel van deze afdwingbaarheid is dat de mogelijkheid bestaat dat activa geliquideerd worden die een grotere waarde hebben binnen de onderneming. Williamson (1988) komt dan ook tot de conclusie dat niet bedrijfsspecifieke activa gefinancierd moeten worden met schuldkapitaal. Omgekeerd gesteld worden bedrijfsspecifieke activa het best gefinancierd met aandelenkapitaal. In de context van hoogtechnologische ondernemingen in deze theorie zeer relevant. De ontastbaarheid en de specificiteit van de activa is een zeer belangrijk kenmerk van hoogtechnologische, startende ondernemingen (OAKEY, 1995, blz. 20). Vandaar dat aandelenfinanciering verschaft door venture capital maatschappijen en business angels mogelijk een belangrijke rol spelen in hoogtechnologische, startende ondernemingen. Stulz (1990) stelt dat de optimale kapitaalstructuur een afweging is tussen enerzijds het voordeel van schuldfinanciering in het belemmeren van investeringen die de waarde van de onderneming doen afnemen, en anderzijds het nadeel van schuldfinancieringen in het 16

28 blokkeren van waardecreërende investeringen 6. Stulz (1990) stelt dan ook dat naarmate ondernemingen over grotere groeivooruitzichten beschikken, zij zich met relatief meer aandelenkapitaal zullen financieren. Hoogtechnologische, startende ondernemingen kenmerken zich vaak door een snellere groei in vergelijking met de traditioneel startende ondernemingen (STOREY & TETHER, 1998, blz. 936; ALMUS & NERLINGER, 1999, blz. 150). Deze theorie impliceert dan ook dat hoogtechnologische ondernemingen relatief meer gebruik zullen maken van aandelenfinanciering. Myers (1977) kwam reeds veel vroeger tot deze bevindingen en stelde eveneens dat ondernemingen waarvan de waarde hoofdzakelijk bestaat uit immateriële investeringsmogelijkheden of groeiopties relatief meer gebruik zullen maken van aandelenfinanciering. Op die manier wordt belet dat waardecreërende investeringen geblokkeerd worden Product/markt benadering Theorieën gebaseerd op de product/markt benadering zijn relatief jong en grotendeels gebaseerd op concepten ontwikkeld binnen de theorie van industriële organisatie. Eén van de benaderingen binnen deze groep van theorieën legt de link tussen de kapitaalstructuur van de onderneming en de karakteristieken van het product of de inputfactoren. Zo benadrukken Hellmann en Puri (2000b) de interactie tussen de financiering en de productstrategie. Ze gaan empirisch na of opstartende bedrijven die innoveren relatief meer gebruik maken van venture capital verschaffers dan opstartende bedrijven die imiteren. Ze komen tot de vaststelling dat deze die innoveren meer kans hebben om venture capital te verkrijgen. Een mogelijke interpretatie van deze vaststelling is de empirische bevinding dat de aanwezigheid van venture capital een snellere marktintroductie van het product mogelijk maakt en dit in het bijzonder voor innoverende ondernemingen Modellen gebaseerd op corporate control Het concept corporate control is eveneens relevant binnen de financiering van hoogtechnologische, startende ondernemingen. Deze modellen houden er rekening mee dat contracten niet alle mogelijke situaties kunnen voorzien. Vandaar dat financiële instrumenten gebruikt worden om de stemrechten te verdelen in de onderneming (HART & MOORE, 6 In de literatuur wordt dit omschreven als the underinvestment problem. 17

29 1998). Zo zal de ondernemer een kapitaalstructuur vooropstellen door een afweging te maken tussen enerzijds de marginale kosten die verbonden zijn met het verwateren van zijn participatie indien nieuwe aandelen uitgegeven worden, en anderzijds de marginale kosten verbonden met nieuwe schuldfinanciering aangezien de kans op een faillissement hierdoor toeneemt. Op basis van de stemrechten verbonden met de verschillende financiële instrumenten, werkt Fluck (1999) modelmatig een dynamische theorie uit ter verklaring van de financiële groeicyclus van de onderneming. In tegenstelling tot het pikorde model van Myers en Majluf (1984), voorspelt de theorie van Fluck (1999) dat ondernemingen zich in de initiële financieringsronden regelmatig met aandelenkapitaal zullen financieren alvorens zich met schulden te financieren (FLUCK, 1999, blz. 32). Ook Myers (1984) hecht belang aan controlemechanismen binnen de ondernemingen. Hij stelt dat ondernemingen niet enkel in de eerste plaats een beroep doen op interne middelen omdat externe financiering kostelijk is, maar ook omdat ondernemingen een maximale autonomie willen bewaren t.a.v. banken en externe kapitaalmarkten. Uit een exploratief onderzoek van Manigart en Struyf (1997) bij hoogtechnologische, startende ondernemingen in België blijkt ook dat sommige ondernemers schuldfinanciering aangaan om op die manier de controle over de onderneming te behouden Het oplossen van de kapitaalstructuurpuzzel Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt, komen verschillende modellen tot dezelfde voorspelling wat betreft de kapitaalstructuurbeslissingen. Enkele modellen zoals bijvoorbeeld het model vooropgesteld door Stulz (1990) en het pikorde -model (MYERS & MAJLUF, 1984) doen tegenstrijdige voorspellingen. Het is dan ook belangrijk om de verschillende theoretische modellen vanuit de gepaste invalshoek te bekijken. Hoewel het pikorde -model (MYERS & MAJLUF, 1984) een populair model is binnen de financiering van hoogtechnologische, startende ondernemingen, is dit model niet in staat om op een volledige wijze het financieringspatroon van jonge, startende onderneming te verklaren. Dit wil niet zeggen dat asymmetrische informatie geen belangrijke rol speelt wat betreft de financiering van hoogtechnologische, startende ondernemingen. Het feit dat ondernemingen met potentieel hoge risico s en hoge groeivooruitzichten zich in eerste instantie voornamelijk financieren via business angels en venture capital maatschappijen alvorens externe schuldfinanciering aan te trekken, is volgens Berger en Udell (1998, blz. 624) te wijten aan het probleem van moreel risico dat hier zeer acuut is en een gevolg is van asymmetrische informatie. Asymmetrische informatie is dus zeer relevant wat betreft de financiering van hoogtechnologische, startende 18

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009-2010 DE INVLOED VAN HET STARTKAPITAAL OP DE GROEI VAN BELGISCHE BIOTECH STARTERS Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de

Nadere informatie

AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL DE VLAAMSE REGERING INZAKE DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING IN DE INDUSTRIE

AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL DE VLAAMSE REGERING INZAKE DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING IN DE INDUSTRIE AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL EN DE VLAAMSE REGERING INZAKE DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING IN DE INDUSTRIE AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL EN

Nadere informatie

BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering

BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering 2011 2012 Masterproef Private familiebedrijven en de keuze van financiering Promotor : Prof.

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Business Angel en Venture Capital financiering in de financiële groeicyclus van Belgische ondernemingen

Business Angel en Venture Capital financiering in de financiële groeicyclus van Belgische ondernemingen UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2011 2012 Business Angel en Venture Capital financiering in de financiële groeicyclus van Belgische ondernemingen Masterproef voorgedragen

Nadere informatie

Jouw persoonlijke financiering intake rapport

Jouw persoonlijke financiering intake rapport Jouw persoonlijke financiering intake rapport Jouw persoonlijke financiering intake rapport Gefeliciteerd! Je hebt de eerste stap gezet in The Funding Network van Symbid; de snelste en meest efficiënte

Nadere informatie

De Invloed van Overheidssteun op de Financiering van de Onderneming: Een Empirische Studie van het IWT

De Invloed van Overheidssteun op de Financiering van de Onderneming: Een Empirische Studie van het IWT UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2005-2006 De Invloed van Overheidssteun op de Financiering van de Onderneming: Een Empirische Studie van het IWT Scriptie voorgedragen

Nadere informatie

In de beleidsnota staat dat de Vlaamse kennisinstellingen opvallend veel samenwerken met de bedrijfswereld.

In de beleidsnota staat dat de Vlaamse kennisinstellingen opvallend veel samenwerken met de bedrijfswereld. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 127 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 17 november 2014 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Spin-offbedrijven - Stand van zaken Met betrekking

Nadere informatie

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,

Nadere informatie

TOEGANG TOT FINANCIERING

TOEGANG TOT FINANCIERING TOEGANG TOT FINANCIERING Opzet van de enquête De toegang tot financiering is essentieel voor het welslagen van een onderneming en een belangrijke factor voor economische groei in Europa na de economische

Nadere informatie

STORT UW GELD IN VLAANDEREN. BELEG IN HET ARKIMEDES-FONDS EN HELP ONDERNEMERS AAN GROEIKAPITAAL. Het kapitaal van Vlaanderen

STORT UW GELD IN VLAANDEREN. BELEG IN HET ARKIMEDES-FONDS EN HELP ONDERNEMERS AAN GROEIKAPITAAL. Het kapitaal van Vlaanderen STORT UW GELD IN VLAANDEREN. BELEG IN HET ARKIMEDES-FONDS EN HELP ONDERNEMERS AAN GROEIKAPITAAL. Het kapitaal van Vlaanderen Stort uw geld in Vlaanderen. Beleg in het ARKimedes Fonds en help jonge ondernemers

Nadere informatie

Groei stimuleren bij beloftevolle startende en groeiende ondernemingen door hen in contact te brengen met privéinvesteerders.

Groei stimuleren bij beloftevolle startende en groeiende ondernemingen door hen in contact te brengen met privéinvesteerders. www.ban.be Groei stimuleren bij beloftevolle startende en groeiende ondernemingen door hen in contact te brengen met privéinvesteerders. De business angels investeren naast kapitaal ook hun eigen knowhow,

Nadere informatie

AUHL RICHTLIJNEN BIJ HET OPRICHTEN VAN EEN SPIN-OFF

AUHL RICHTLIJNEN BIJ HET OPRICHTEN VAN EEN SPIN-OFF 1 AUHL RICHTLIJNEN BIJ HET OPRICHTEN VAN EEN SPIN-OFF Deze richtlijnen zijn steeds ondergeschikt en slechts aanvullend aan de bepalingen in het Decreet van 22/02/1995 betreffende de Deelname in spin-off

Nadere informatie

a) Hoeveel aanvraagdossiers werden in de periode 2009-2014 jaarlijks ingediend voor de Innovatiemezzanine? Over hoeveel ondernemingen gaat het?

a) Hoeveel aanvraagdossiers werden in de periode 2009-2014 jaarlijks ingediend voor de Innovatiemezzanine? Over hoeveel ondernemingen gaat het? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 702 van WILLEM-FREDERIK SCHILTZ datum: 7 juli 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Participatiemaatschappij Vlaanderen - Innovatiemezzanine

Nadere informatie

Ondernemerschap en tewerkstelling in België: gaan ze hand in hand?

Ondernemerschap en tewerkstelling in België: gaan ze hand in hand? Ondernemerschap en tewerkstelling in België: gaan ze hand in hand? Conclusies van het GEM-onderzoek naar groeigericht ondernemerschap 1 Jaarlijks wordt in Vlaanderen en België het GEM-onderzoek uitgevoerd.

Nadere informatie

HET GAAT NIET ALLEEN OM FINANCIERING, MAAR OM FINANCIERING, CAPACITEITSOPBOUW EN DUURZAAMHEID

HET GAAT NIET ALLEEN OM FINANCIERING, MAAR OM FINANCIERING, CAPACITEITSOPBOUW EN DUURZAAMHEID HET GAAT NIET ALLEEN OM FINANCIERING, MAAR OM FINANCIERING, CAPACITEITSOPBOUW EN DUURZAAMHEID Micro-, kleine en middelgrote ondernemingen financieren = werkgelegenheid en inkomen creëren In ontwikkelingslanden

Nadere informatie

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme www.bestboss-project.eu Grant Agreement No.: 2014-1-DE02-KA200-001608 Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese

Nadere informatie

DE IMPACT VAN DE ERVARING VAN VENTURE CAPITAL INVESTEERDERS OP DE VERDERE FINANCIERING VAN PORTEFEUILLEBEDRIJVEN

DE IMPACT VAN DE ERVARING VAN VENTURE CAPITAL INVESTEERDERS OP DE VERDERE FINANCIERING VAN PORTEFEUILLEBEDRIJVEN UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009 2010 DE IMPACT VAN DE ERVARING VAN VENTURE CAPITAL INVESTEERDERS OP DE VERDERE FINANCIERING VAN PORTEFEUILLEBEDRIJVEN Masterproef

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

EFFECTIEVE INKOOPSAMENWERKING MET AUTONOMIE- EN CONFEDERATIESTRUCTUREN

EFFECTIEVE INKOOPSAMENWERKING MET AUTONOMIE- EN CONFEDERATIESTRUCTUREN EFFECTIEVE INKOOPSAMENWERKING MET AUTONOMIE- EN CONFEDERATIESTRUCTUREN 9 SAMENVATTING Het Centraal Planbureau voorspelt dat de zorgkosten stelselmatig toenemen en dat ze op de lange termijn onbetaalbaar

Nadere informatie

Financieel Management

Financieel Management 3de bach TEW Financieel Management samenvatting : hoorcolleges aangevuld uit boek Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen 162 6,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011)

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Verkeerskundige interpretatie van de belangrijkste tabellen (Analyserapport) D. Janssens, S. Reumers, K. Declercq, G. Wets Contact: Prof. dr. Davy

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt.

Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt. Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt Bedrijven gebruiken bonden om investeringen te financieren of om fondsen te collecteren om schulden mee af te betalen Wat voor soort bonden zouden

Nadere informatie

MyMicroInvest: een invloedrijk 2016 legt de basis voor 2017.

MyMicroInvest: een invloedrijk 2016 legt de basis voor 2017. PERSBERICHT MyMicroInvest: een invloedrijk 2016 legt de basis voor 2017. Brussel, 16 Juni 2017 In 2016 bouwde MyMicroInvest zijn activiteiten verder uit en gaf het als marktleider vorm aan de markt. De

Nadere informatie

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 3 oktober 2007 OWB/FO/07/ augustus 2007

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 3 oktober 2007 OWB/FO/07/ augustus 2007 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 3 oktober 2007 OWB/FO/07/32649 Uw brief van 30 augustus 2007 Uw kenmerk 2060724160 Onderwerp

Nadere informatie

Vinci Rapport: Analyse van Deelname Nederlandse MKB bedrijven in Horizon2020 SME Instrument

Vinci Rapport: Analyse van Deelname Nederlandse MKB bedrijven in Horizon2020 SME Instrument Vinci Rapport: Analyse van Deelname Nederlandse MKB bedrijven in Horizon2020 SME Instrument Prof. Dr. Dries Faems, Rijksuniversiteit Groningen, d.l.m.faems@rug.nl Prof. Dr. Alberto Di Minin, Scuola Superiore

Nadere informatie

Eendagsvlieg of pionier: welke ondernemer redt onze economie?

Eendagsvlieg of pionier: welke ondernemer redt onze economie? Eendagsvlieg of pionier: welke ondernemer redt onze economie? Clarysse, B. (2004). Eendagsvlieg of pionier: welke ondernemer redt de economie? Antwerpen: Garant Uitgevers. Het geloof in getalenteerde ondernemers

Nadere informatie

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN,

Nadere informatie

De verdere financiering van met venture capital gefinancierde ondernemingen

De verdere financiering van met venture capital gefinancierde ondernemingen UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2008 2009 De verdere financiering van met venture capital gefinancierde ondernemingen Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de

Nadere informatie

Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank?

Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank? Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank? Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank? De voorbije jaren is het bankenlandschap

Nadere informatie

KAPITALE KANSEN SLIM GELD VOOR AMBITIEUZE ONDERNEMERS

KAPITALE KANSEN SLIM GELD VOOR AMBITIEUZE ONDERNEMERS KAPITALE KANSEN SLIM GELD VOOR AMBITIEUZE ONDERNEMERS Marcel Kleijn Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) 5 juli 2011 INHOUD Over de AWT Advies Kapitale kansen Financiering van innovatie

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren Frederik Verplancke onder leiding van Prof. dr. Gerrit

Nadere informatie

Finmix. Voor een gezonde en evenwichtige financieringsmix

Finmix. Voor een gezonde en evenwichtige financieringsmix Finmix Voor een gezonde en evenwichtige financieringsmix U start een innovatief project, u wilt als gazelleonderneming een groeisprong maken of plant een overname. Voor ambitieuze ondernemersprojecten

Nadere informatie

Bijlage 1: Beschrijving Seed Capital

Bijlage 1: Beschrijving Seed Capital Bijlage 1: Beschrijving Seed Capital Doel Het doel van de Seed-faciliteit is: De onderkant van de Nederlandse risicokapitaalmarkt zodanig stimuleren en mobiliseren, dat technostarters in hun kapitaalbehoefte

Nadere informatie

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub 2016 in een oogopslag Groeiende en 1 2016 was opnieuw een bijzonder jaar voor de farmaceutische sector in België. Ons land versterkte haar positie als speler

Nadere informatie

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub 2016 in een oogopslag 2016 was opnieuw een bijzonder jaar voor de farmaceutische sector in België. Ons land versterkte haar positie als speler van wereldformaat

Nadere informatie

INHOUD. Beknopte biografie van de auteurs. HOOFDSTUK 1 Draagwijdte van het financieel beheer 1. HOOFDSTUK 2 Inleiding tot de jaarrekening 19

INHOUD. Beknopte biografie van de auteurs. HOOFDSTUK 1 Draagwijdte van het financieel beheer 1. HOOFDSTUK 2 Inleiding tot de jaarrekening 19 INHOUD Beknopte biografie van de auteurs v HOOFDSTUK 1 Draagwijdte van het financieel beheer 1 1.1. Het financieringsvraagstuk 1 1.2. Draagwijdte, organisatie en stijgend belang van de financiële functie

Nadere informatie

Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk 4 mei Herman Daems

Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk 4 mei Herman Daems Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk 4 mei 2010 Na de financiële storm Hoe gaan we verder? Herman Daems Deze presentatie is onvolledig zonder de mondelinge toelichting. Gelieve niet te citeren zonder

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 STUDIE NAAR DE RELEVANTIE VAN MISSION STATEMENTS IN VLAAMSE

Nadere informatie

Dat is de klassieke theorie waarbij eigen middelen en financiële steun van de familie bij de start van een onderneming, de doorslag geven.

Dat is de klassieke theorie waarbij eigen middelen en financiële steun van de familie bij de start van een onderneming, de doorslag geven. TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID Infosessie Crowdfunding 14 november 2013 Dames en heren, Totnogtoe

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR LEVERAGE EN GROEI

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR LEVERAGE EN GROEI UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2001-2002 LEVERAGE EN GROEI Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen

Nadere informatie

Financieel Managment

Financieel Managment 2de bach HI Financieel Managment Examenvragen en oplossingen Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen 138 3,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Pagina 1 van

Nadere informatie

Uittocht uit de industrie onstuitbaar? Prof. Dr. J. Konings VIVES - KULeuven

Uittocht uit de industrie onstuitbaar? Prof. Dr. J. Konings VIVES - KULeuven Uittocht uit de industrie onstuitbaar? Prof. Dr. J. Konings VIVES - KULeuven Overzicht Stylized Facts Theoretisch kader Sterke en zwakke sectoren in Vlaanderen? De supersterren van de Vlaamse economie

Nadere informatie

EXTERNAL INVESTORS IN PRIVATE FAMILY FIRMS AN EXPLORATORY STUDY OF FAMILY FIRM HETEROGENEITY JEROEN NECKEBROUCK, SOPHIE MANIGART & MIGUEL MEULEMAN

EXTERNAL INVESTORS IN PRIVATE FAMILY FIRMS AN EXPLORATORY STUDY OF FAMILY FIRM HETEROGENEITY JEROEN NECKEBROUCK, SOPHIE MANIGART & MIGUEL MEULEMAN EXTERNAL INVESTORS IN PRIVATE FAMILY FIRMS AN EXPLORATORY STUDY OF FAMILY FIRM HETEROGENEITY JEROEN NECKEBROUCK, SOPHIE MANIGART & MIGUEL MEULEMAN Overzicht Controle in het familiebedrijf Governance en

Nadere informatie

Het businessmodel en de focus van kleinere banken in België Voorstelling Triodos Bank 1

Het businessmodel en de focus van kleinere banken in België Voorstelling Triodos Bank 1 Het businessmodel en de focus van kleinere banken in België Voorstelling Triodos Bank 1 Muriel Van Gompel - Director Retail Banking, Triodos Bank In 1980 zette Triodos Bank een ander bancair model in de

Nadere informatie

Omvorming naar de masteropleidingen

Omvorming naar de masteropleidingen Omvorming naar de masteropleidingen Herindiening van Masteropleiding Informatica - 120 studiepunten Juni 2004 I. Indiener 1. Faculteit / Gemeenschappelijke Raad - Onderwijscommissie WETENSCHAPPEN - Onderwijscommissie

Nadere informatie

ADVIES 77bis. Beleidsbrief 2001-2002 'Wetenschaps- en Technologisch Innovatiebeleid' HOOFDLIJNEN

ADVIES 77bis. Beleidsbrief 2001-2002 'Wetenschaps- en Technologisch Innovatiebeleid' HOOFDLIJNEN ADVIES 77bis Beleidsbrief 2001-2002 'Wetenschaps- en Technologisch Innovatiebeleid' HOOFDLIJNEN 24 januari 2002 VRWB-R/ADV-77bis 24 januari 2002 2/4 Advies op HOOFDLIJNEN bij de Beleidsbrief 2001-2002

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Korte jobs: springplank naar een duurzame baan?

Korte jobs: springplank naar een duurzame baan? Korte jobs: springplank naar een duurzame baan? Universiteit Gent Arbeidsmarktcongres Steunpunt Werk en Sociale Economie Leuven 17 December 2008 1. Inleiding Jeugdwerkloosheidsgraad (15-24 jaar) is bijzonder

Nadere informatie

In dit proefschrift staat het gebruik van financiële derivaten binnen het. risicomanagement van individuele ondernemingen centraal (corporate risk

In dit proefschrift staat het gebruik van financiële derivaten binnen het. risicomanagement van individuele ondernemingen centraal (corporate risk SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS In dit proefschrift staat het gebruik van financiële derivaten binnen het risicomanagement van individuele ondernemingen centraal (corporate risk management). In de afgelopen

Nadere informatie

Succesvol financieren

Succesvol financieren Informatieblad 06-07-14 Succesvol financieren Het is voor bedrijven nog steeds lastig om geld te lenen bij een bank. Maar u bent tegenwoordig voor een financiering niet meer alleen afhankelijk van de bank.

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stettina, Christoph Johann Title: Governance of innovation project management

Nadere informatie

Nationaal Congres Gastvrijheidszorg 12 juni 2014

Nationaal Congres Gastvrijheidszorg 12 juni 2014 Nationaal Congres Gastvrijheidszorg 12 juni 2014 ZORGONDERNEMERSCHAP ALS THERAPIE van medisch paternalisme naar consumentisme van Patiënt naar Klant prof. dr. L.H.L. Winter Zorgondernemerschap in vier

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2013-2045

Nadere informatie

Doe veilig zaken het is gedekt!

Doe veilig zaken het is gedekt! Doe veilig zaken het is gedekt! Vooruitgang brengt altijd risico s met zich mee Frederick B. Wilcox Waar ligt u s nachts wakker van? Zorgen over niet betaald worden? Geen bankkrediet verkrijgen? Cashflow

Nadere informatie

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010 TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010 CiTG, minor Mining and Resource Engineering Economie college 1: Grip op Geldstromen Dr.ir. Gerard P.J. Dijkema Energy & Industry Group December

Nadere informatie

Studie naar Innovatiegerichtheid en arbeidsmarktpositie van IWT doctorandi

Studie naar Innovatiegerichtheid en arbeidsmarktpositie van IWT doctorandi agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie 83 November 2014 Studie naar Innovatiegerichtheid en arbeidsmarktpositie van IWT doctorandi Sarah Botterman (GFK Belgium) Colofon Wilt u meer weten

Nadere informatie

De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht... Afdeling 1. Begrip due diligence...

De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht... Afdeling 1. Begrip due diligence... v De Bibliotheek Handelsrecht Larcier................................. Voorwoord bij de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht.............. i iii HOOFDSTUK I. HET BEGRIP DUE DILIGENCE, INLEIDING EN

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie

Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5

Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5 Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5 Bij de beoordeling van de dossiers wordt rekening gehouden met de omvang en het type

Nadere informatie

Het Participatiefonds Vlaanderen biedt vanaf 1 juli 2014 volgende kredietformules aan:

Het Participatiefonds Vlaanderen biedt vanaf 1 juli 2014 volgende kredietformules aan: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 244 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 15 januari aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Participatiefonds Vlaanderen - Starteo ParticipatieMaatschappij

Nadere informatie

Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse

Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse Enkele reflecties door: Prof. dr. Leo Sleuwaegen KU Leuven Brussel, 9 mei 2018 Opbouw Belang van BO Oorspronglanden Sectoren Ruimtelijke

Nadere informatie

Een eerste analyse van de economische impact van ARKimedes en Vinnof in Vlaanderen.

Een eerste analyse van de economische impact van ARKimedes en Vinnof in Vlaanderen. Een eerste analyse van de economische impact van ARKimedes en Vinnof in Vlaanderen. Rapport voor het Steunpunt Ondernemen en Internationaal Ondernemen Andy Heughebaert Universiteit Gent Sophie Manigart

Nadere informatie

De aandeelhouders samen zullen in deze situatie ( x 10%) registratierechten verschuldigd zijn die zij uit eigen zak moeten betalen.

De aandeelhouders samen zullen in deze situatie ( x 10%) registratierechten verschuldigd zijn die zij uit eigen zak moeten betalen. Naar aanleiding van de nakende verhoging van de roerende voorheffing op de liquidatiebonus, overwegen heel wat bedrijfsleiders om hun vennootschap te ontbinden en te vereffenen. Zij hebben nog tot en met

Nadere informatie

Najaarsseminar VAB Geld als Water

Najaarsseminar VAB Geld als Water Najaarsseminar VAB Geld als Water 7 november 2013 Lodewijk Kolfschoten Stelling 1 Mijn klanten willen alleen maar bankfinanciering Page 2 Crowdfunding Page 3 Wat is crowdfunding? Een alternatieve wijze

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N KMO beleid - BVBA Starter A04 Brussel, 22.10.2009 MH/MG/JDH ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over EEN WETSONTWERP TOT WIJZIGING VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN

Nadere informatie

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek SBO maatschappelijke finaliteit Prof. Dr. Ann Jorissen (UA) IWT, 11 januari 2010 1 Effective Governance of Private Enterprises: the influence

Nadere informatie

Graduation Document. General Information. Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences. Student Number

Graduation Document. General Information. Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences. Student Number Graduation Document Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences General Information Student Number 4106105 Student Name Nicky Joy Sargentini E. nickysargentini@gmail.com T. 06 10 56 52

Nadere informatie

Bedrijfsfinanciering: Van subsidie naar overheidsinstrumenten anno 2014

Bedrijfsfinanciering: Van subsidie naar overheidsinstrumenten anno 2014 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Ministerie van Economische Zaken Bedrijfsfinanciering: Van subsidie naar overheidsinstrumenten anno 2014 Roland Starmans Manager Product Ontwikkeling Bancair, Investment

Nadere informatie

De impact van de institutionele context op de mate van informele investeringen: een empirische studie

De impact van de institutionele context op de mate van informele investeringen: een empirische studie Universiteit Gent Faculteit Economie en Bedrijfskunde Academiejaar 2007 2008 De impact van de institutionele context op de mate van informele investeringen: een empirische studie Jan LAUREYS Masterproef

Nadere informatie

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzoek 18 IV. Probleemanalyse 19 V. Doel van het onderzoek

Nadere informatie

Technologieontwikkeling in de wegenbouw

Technologieontwikkeling in de wegenbouw Technologieontwikkeling in de wegenbouw - Hoe de rollen van de overheid het projectresultaat beïnvloeden - NL- Samenvatting van promotieonderzoek dr.ir JC Caerteling Deze dissertatie levert een bijdrage

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2018/16 Toekenning van gratis aandelen (Restricted Stock Units) als bonus. Advies van 11 juli 2018

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2018/16 Toekenning van gratis aandelen (Restricted Stock Units) als bonus. Advies van 11 juli 2018 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/16 Toekenning van gratis aandelen (Restricted Stock Units) als bonus Advies van 11 juli 2018 1 I. Inleiding II. Boekhoudkundige verwerking A. Erkenning

Nadere informatie

Financieel Forum Leuven 11 oktober 2010. Herman Daems

Financieel Forum Leuven 11 oktober 2010. Herman Daems Financieel Forum Leuven 11 oktober 2010 Banken en ondernemingen Op zoek naar een nieuwe relatie Herman Daems Deze presentatie is onvolledig zonder de mondelinge toelichting van de auteur. Gelieve dit document

Nadere informatie

Samenvatting. Zorgt het openstellen van de detailhandelssector voor buitenlandse concurrentie in een verbetering van de productiviteit?

Samenvatting. Zorgt het openstellen van de detailhandelssector voor buitenlandse concurrentie in een verbetering van de productiviteit? Samenvatting Dit proefschrift bestudeert de relatie tussen beleidshervormingen en productiviteitsgroei. Het beargumenteert dat het onderkennen van de diversiteit van bedrijven aan de basis ligt voor het

Nadere informatie

Hfst 6 : Solvabiliteit

Hfst 6 : Solvabiliteit Hfst 6 : Solvabiliteit De financiële draagkracht op LT wordt bekeken. Belangrijk voor de relatie tussen een onderneming en haar financiële instelling(en). 3 aspecten van solvabiliteit: 1. Statische solvabiliteit:

Nadere informatie

FNG NV Naamloze vennootschap Bautersemstraat 68A 2800 Mechelen. BTW BE RPR Antwerpen - afdeling Mechelen. (de "Vennootschap")

FNG NV Naamloze vennootschap Bautersemstraat 68A 2800 Mechelen. BTW BE RPR Antwerpen - afdeling Mechelen. (de Vennootschap) FNG NV Naamloze vennootschap Bautersemstraat 68A 2800 Mechelen BTW BE 0697.824.730 RPR Antwerpen - afdeling Mechelen (de "Vennootschap") BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR MET BETREKKING TOT HET

Nadere informatie

www.ban.be 1 Groei stimuleren bij beloftevolle startende en groeiende ondernemingen door hen in contact te brengen met privéinvesteerders. De business angels investeren naast kapitaal ook hun eigen knowhow,

Nadere informatie

ASYMMETRISCHE INFORMATIE BIJ BANKFINANCIERING KMO S.

ASYMMETRISCHE INFORMATIE BIJ BANKFINANCIERING KMO S. UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2001-2002 ASYMMETRISCHE INFORMATIE BIJ BANKFINANCIERING KMO S. Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van licentiaat in de

Nadere informatie

Cleantech Markt Nederland 2008

Cleantech Markt Nederland 2008 Cleantech Markt Nederland 2008 Baken Adviesgroep November 2008 Laurens van Graafeiland 06 285 65 175 1 Definitie en drivers van cleantech 1.1. Inleiding Cleantech is een nieuwe markt. Sinds 2000 heeft

Nadere informatie

COUNTRY PAYMENT REPORT 2015

COUNTRY PAYMENT REPORT 2015 COUNTRY PAYMENT REPORT 15 Het Country Payment Report is ontwikkeld door Intrum Justitia Intrum Justitia verzamelt informatie bij duizenden bedrijven in Europa en krijgt op die manier inzicht in het betalingsgedrag

Nadere informatie

Creëren van een innovatief Europa Verslag van de Onafhankelijke Expertengroep inzake O&O en innovatie, aangesteld na de top van Hampton Court

Creëren van een innovatief Europa Verslag van de Onafhankelijke Expertengroep inzake O&O en innovatie, aangesteld na de top van Hampton Court Creëren van een innovatief Europa Verslag van de Onafhankelijke Expertengroep inzake O&O en innovatie, aangesteld na de top van Hampton Court SAMENVATTING Januari 2006 Het volledige verslag is beschikbaar

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2003-2004 KAN DE 'PECKING ORDER-THEORIE' DE KAPITAALSTRUCTUUR VAN BELGISCHE ONDERNEMINGEN VERKLAREN? Scriptie voorgedragen tot het bekomen

Nadere informatie

De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem

De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem In dit artikel wordt de logica van de ISA s besproken in relatie met het interne controlesysteem. Hieronder worden de componenten van het interne

Nadere informatie

CBN-advies 137/4 - Renteloze vorderingen (schulden) en vorderingen (schulden) met een abnormaal lage rente, op meer dan één jaar

CBN-advies 137/4 - Renteloze vorderingen (schulden) en vorderingen (schulden) met een abnormaal lage rente, op meer dan één jaar CBN-advies 137/4 - Renteloze vorderingen (schulden) en vorderingen (schulden) met een abnormaal lage rente, op meer dan één jaar Overeenkomstig artikel 27bis, 2, eerste lid, litt. c) van het koninklijk

Nadere informatie

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD 13.08.2013 ESMA/2013/611

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD 13.08.2013 ESMA/2013/611 Richtsnoeren Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD 13.08.2013 ESMA/2013/611 Datum: 13.08.2013 ESMA/2013/611 Inhoud I. Toepassingsgebied 3 II. Definities 3 III. Doel 4 IV. Naleving

Nadere informatie

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10 1 INLEIDING SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. De monitor is het resultaat van een strategische samenwerking

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2005-2006

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2005-2006 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2005-2006 HET GEBRUIK VAN BOOTSTRAP FINANCIERING IN DE ICT- EN BIOTECHNOLOGIESECTOR Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad

Nadere informatie

BIJLAGE 1: Kader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan, zoals vermeld in artikel 4, 1, van het besluit

BIJLAGE 1: Kader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan, zoals vermeld in artikel 4, 1, van het besluit Bijlage bij het ministerieel besluit van 1 oktober 2013 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het

Nadere informatie

De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie ( )

De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie ( ) VIVES BRIEFING 2016/04 De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie (2001-2016) Wouter Wolfs Jef Smulders 1 DE EVOLUTIE VAN DE PARTIJFINANCIERING ROPESE UNIE (2001-2016) Wouter

Nadere informatie

Non Diffuse Point Based Global Illumination

Non Diffuse Point Based Global Illumination Non Diffuse Point Based Global Illumination Karsten Daemen Thesis voorgedragen tot het behalen van de graad van Master of Science in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Promotor: Prof. dr.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

1. Voorstelling Agentschap Ondernemen 2. Financieringsinstrumenten via overheid 3. Steunmaatregelen 4. Contact. Agentschap Ondernemen

1. Voorstelling Agentschap Ondernemen 2. Financieringsinstrumenten via overheid 3. Steunmaatregelen 4. Contact. Agentschap Ondernemen FINANCIERINGS- EN STEUNMAATREGELEN VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN STARTERSDAG UNIZO 18 mei 2011 Agentschap Ondernemen Ondernemingen actief informeren en adviseren over overheidsmaatregelen en stimuli, complementair

Nadere informatie

Algemene inleiding Reclame is vandaag de dag niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Bekende producenten brengen hun producten en diensten onder de aandacht van het grote publiek via verschillende

Nadere informatie

1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf

1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf 1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf 1.1. Onzekerheid van materieel belang Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op Toelichting X bij de financiële overzichten.

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

TRANSPARANTE EN UNIFORME FISCALITEIT OP DE WAARDE DIE ONDERNEMERS CREËREN VIA HUN VENNOOTSCHAP Anonieme bijdrage

TRANSPARANTE EN UNIFORME FISCALITEIT OP DE WAARDE DIE ONDERNEMERS CREËREN VIA HUN VENNOOTSCHAP Anonieme bijdrage TRANSPARANTE EN UNIFORME FISCALITEIT OP DE WAARDE DIE ONDERNEMERS CREËREN VIA HUN VENNOOTSCHAP Anonieme bijdrage De lage vennootschapsbelasting voor ondernemingen laat bedrijven toe om winst te maken.

Nadere informatie