WADDENDIJK 2.0. Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Plan van Aanpak

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WADDENDIJK 2.0. Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Plan van Aanpak"

Transcriptie

1 WADDENDIJK 2.0 Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Plan van Aanpak POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak - 1 april 2014

2 AKKOORD OPDRACHTGEVER AKKOORD PROJECTMANAGER NAAM Jannes Krol NAAM Ate R. Wijnstra FUNCTIE Programmamanager FUNCTIE Projectmanager DATUM 31 maart 2014 DATUM 31 maart 2014 HANDTEKENING HANDTEKENING PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 2 van 45

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Projectdefinitie Aanleiding Werkwijze en uitgangspunten nhwbp Beschrijving waterkeringen dijkring Voorlopige veiligheidsopgave Fasering en onderdelen van de projectoverstijgende verkenning Randvoorwaarden en uitgangspunten Samenwerkingsorganisatie voor het (n)hwbp Governance Hoogwaterbeschermingsprogramma Samenwerkingsorganisatie dijkring IPM-model Escalatiemodel Omgeving Inleiding Omgevingsmanagement Stakeholders en issues Inventarisatie oplossingsrichtingen Conditionering Hydraulische randvoorwaarden en nieuwe normering Algemeen Samenhang met lopende onderzoeken en andere projecten Onderzoek (her)toetsing Onderzoek ontwerpaspecten Nadere analyse veiligheidsopgave Innovaties Productinnovaties Procesinnovaties Communicatie Producten communicatie POV-fase Projectbeheersing Kwaliteitsborging Planning Raming (kosten en uren) Risicobeheersing Documentatie en informatie Meerjarige doorkijk Bijlagen PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 3 van 45

4 1. Inleiding De Waterwet schrijft voor dat de primaire waterkeringen iedere zes jaar getoetst moeten worden om te bezien of ze voldoen aan de wettelijke normen voor de waterveiligheid. Als de waterkering niet aan de norm voldoet, moeten er verbeteringsmaatregelen worden genomen. In de derde toetsing, die in de periode 2006 tot en met 2011 is uitgevoerd, zijn een aantal dijkvakken van dijkring 6 (zie 2.3) afgekeurd. In totaal voldoet ruim 105 km waterkering langs IJsselmeer, Waddenzee en Dollard niet aan de normen. De verbetermaatregelen die voortvloeien uit de derde toetsing en toekomstige toetsingen zijn/worden opgenomen in het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Het HWBP heeft een voortrollend karakter; ieder jaar wordt een nieuwe programmering voor de volgende zes jaar opgesteld. De hoofddoelstelling van het nhwbp is om de gedefinieerde projecten niet alleen sober en doelmatig maar ook sneller en goedkoper te realiseren. In het Waddengebied speelt een groot aantal ontwikkelingen. Het ligt daarom voor de hand om eerst een aantal zaken voor het gehele gebied te onderzoeken en vast te stellen, om pas daarna op projectniveau de verkenning te starten. Een projectoverstijgende verkenning (POV) is daarvoor een geschikt middel. Een projectoverstijgende verkenning is een aparte fase die vooraf gaat aan de projectverkenningen. De notitie Innovatiekansen voor 1e programma bij het HWBP bevat een lijst met potentiële innovaties voor het eerste programma. Het doel van de Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken (verder aangeduid als POV) is om vast te stellen of deze innovaties meerwaarde opleveren voor de zeven gedefinieerde projecten (zie bijlage 1). In een kansenscan zijn voor het Waddengebied o.a. de volgende kansen benoemd: Hydraulische belasting: het nauwkeuriger en locatiespecifiek bepalen van de hydraulische belasting leidt vrijwel overal tot reductie van de ontwerpbelasting en dus tot een minder ingrijpende versterkingsmaatregel; Productinnovaties: met productinnovaties kan de versterkingsmaatregel goedkoper en/of sneller worden uitgevoerd; Procesinnovaties: met procesinnovaties wordt de waarde van de versterkingsmaatregel verhoogd. Deze kansen kunnen leiden tot mogelijke oplossingsrichtingen. Na het verzamelen van alle mogelijke oplossingsrichtingen worden deze beoordeeld door een commissie, om tot een selecte groep kansrijke oplossingsrichtingen te komen. Deze kansrijke oplossingen worden opgenomen in het plan van aanpak voor fase 2. diverse oplossingsrichtingen start POV selectie mogelijke oplossingsrichtingen selectie kansrijke oplossingsrichtingen bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Fase 1 Fase 2 Het eindresultaat van de POV verschilt wezenlijk van dat van een projectverkenning. Het belangrijkste verschil is dat de POV niet leidt tot een voorkeursalternatief, maar duidelijkheid geeft over een aantal kansrijke en bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen en de wijze waarop deze in de projectverkenningen meegenomen worden. De resultaten van de POV worden meegenomen in PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 4 van 45

5 de verkenningen op projectniveau, met als meerwaarde o.a. tijdwinst, groter draagvlak, toekomstvastheid ( adaptief deltamanagement ) en reductie van de levenscycluskosten. De POV kan dus worden gezien als onderzoeksprogramma. Tijdens de startbijeenkomst in het najaar van 2013 werd geconstateerd dat de beschikbare tijd voor het opstellen van een plan van aanpak te beperkt was om een complete omgevings- en stakeholderanalyse uit te kunnen voeren. Het besluit was daarom om de POV in twee fasen op te delen. Het plan van aanpak POV-fase 1 beschrijft de geplande activiteiten voor Voor het bepalen van deze activiteiten zijn gesprekken gevoerd met de zes belangrijkste (clusters van) stakeholders: Taskforce Deltatechnologie, Deltaprogramma Waddenzee/Programma naar een Rijke Waddenzee, Deltaprogramma Veiligheid, Rijkswaterstaat Noord-Nederland, de provincies en de gemeenten langs de wadden. POV-fase 1 (2014) bestaat uit een uitvoerige omgevings- en stakeholderanalyse (hoofdstuk 4), het selecteren van kansrijke onderzoeken en oplossingsrichtingen en het opstellen van een plan van aanpak voor POV-fase 2 ( ). Lopende en actuele onderzoeken (Hoofdstuk 5) en enkele productinnovaties (hoofdstuk 6) zijn beoordeeld. Enkele kansrijke zijn opgenomen in het PvA en starten in Het onderzoeksprogramma van het Deltaprogramma Waddengebied loopt in 2014 af. Eén van de onderzoeken in dit programma is dat naar kansrijke oplossingsrichtingen voor de Waddenzeekust. Het Deltaprogramma Waddengebied heeft de ambitie een duurzame waterveiligheid te garanderen en tegelijkertijd kansen te creëren voor robuuste en veerkrachtige natuur en voor duurzaam gebruik. Van belang is dat de erfenis van deze stakeholder niet verloren gaat en geborgd wordt bij de verdere uitwerking van de POV. Bij deze verdere uitwerking is het Deltaprogramma Waddengebied dan ook nauw betrokken. Tevens wordt nauw samengewerkt met de Taskforce Deltatechnologie (TFDT). De TFDT zorgt voor toegang tot de kennis en expertise van het bedrijfsleven. De TFDT wil met haar inzet een bijdrage leveren aan het vertrouwen tussen de opdrachtgever(s) en het bedrijfsleven en help het Hoogwaterbeschermingsprogramma bij het beantwoorden van de vraag op welke manier het programma beter, sneller en goedkoper gerealiseerd kan worden. In de POV staan het nader vaststellen van het veiligheidsprobleem en het onderzoeken en selecteren van kansrijke oplossingsrichtingen centraal. Dit plan van aanpak (PvA) voor fase 1 maakt inzichtelijk: welke werkwijze wordt gehanteerd om te komen tot kansrijke oplossingsrichtingen; hoe de organisatie en de besluitvorming van de POV wordt vormgegeven; wat de planning en de kosten zijn van de POV. De producten die worden opgeleverd in 2014 zijn: issue- en stakeholdersdossier communicatieplan met communicatiestrategie rapport gevolgen WTI2011 tussenrapport onderzoek steenzettingen; ( eindrapportage 2015) overzicht kansrijke oplossingsrichtingen (input fase 2); plan van aanpak voor fase PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 5 van 45

6 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de aanleiding voor de projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken, de werkwijze van het HWBP, de bestaande waterkeringen van dijkring 6, de voorlopige veiligheidsopgave en fasering en geeft een overzicht van de onderdelen van de projectoverstijgende verkenning. Hoofdstuk 3 gaat nader in op de governance van het Hoogwaterbeschermingsprogramma en de organisatie van de samenwerking tussen de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân voor het HWBP. Hoofdstuk 4 beschrijft de aanpak om te komen tot een overzicht van oplossingsrichtingen op basis van de input door de stakeholders. In hoofdstuk 5 en 6 zijn enkele onderzoeken en technische oplossingsrichtingen uitgewerkt die in 2014 worden opgestart. De aanpak van het onderdeel Communicatie staat beschreven in hoofdstuk 7 en in hoofdstuk 8 wordt nader ingegaan op de projectbeheersing en de kostenraming. Uitgebreide achtergrondinformatie is te vinden in de bijlagen PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 6 van 45

7 2. Projectdefinitie Dit hoofdstuk beschrijft de aanleiding voor de Projectoverstijgende Verkenning (POV) Waddenzeedijken, de werkwijze van het HWBP, de bestaande waterkeringen van dijkring 6, de voorlopige veiligheidsopgave en fasering en geeft een overzicht van de onderdelen van de projectoverstijgende verkenning. 2.1 Aanleiding Het doel van de Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken (verder aangeduid als POV) is om vast te stellen of de mogelijke innovaties die in de notitie Innovatiekansen voor 1e programma benoemd zijn inderdaad meerwaarde opleveren voor de gedefinieerde projecten (zie bijlage 1). In een kansenscan zijn voor het Waddengebied onder andere de volgende kansen benoemd (de codes verwijzen naar de overeenkomstige codes in de notitie Innovatiekansen voor 1e programma bij het nhwbp, zie bijlage 1): Hydraulische belasting: het nauwkeuriger en locatiespecifiek bepalen van de hydraulische belasting leidt vrijwel overal tot reductie van de ontwerpbelasting en dus tot een minder ingrijpende versterkingsmaatregel (WD4 en WD5); Productinnovaties: met productinnovaties kan de versterkingsmaatregel goedkoper worden uitgevoerd (grasdijk, WD3, andere steentypen, WD2); Procesinnovaties: met procesinnovaties wordt de waarde van de versterkingsmaatregel verhoogd (gebruik voorland, MKK3 of multifunctioneel gebruik, MFK5). Deze kansen kunnen leiden tot diverse oplossingsrichtingen. Na het verzamelen in fase 1 van alle oplossingsrichtingen worden de kansrijke oplossingsrichtingen geselecteerd. Fase 1 staat dus in het teken van het ophalen en verzamelen van diverse oplossingsrichtingen bij de stakeholders. Door het Deltaprogramma Wadden is al veel voorwerk gedaan. Samen met enkele stakeholders gaan we de diverse oplossingsrichtingen beoordelen op basis van heldere criteria. De meest kansrijke oplossingsrichtingen worden verder uitgewerkt in het PvA voor fase 2. Het POV levert uiteindelijk kansrijke oplossingsrichtingen op voor dijkring 6, die mogelijk ook toegepast kunnen worden voor andere dijktrajecten in Nederland. Het is aan de bestuurders van de individuele waterschappen om te kiezen welke kansrijke oplossingrichtingen in de verkenningsfase van de afzonderlijke projecten zij locatiespecifiek willen uitwerken. Door deze aanpak in dijkring-6-verband te doorlopen wordt voorkomen dat elk waterschap voor zich oplossingsrichtingen moet inventariseren. Het eindresultaat van de POV verschilt wezenlijk van dat van een projectverkenning. Het belangrijkste verschil is dat de POV niet leidt tot een voorkeursalternatief, maar duidelijkheid geeft over een aantal kansrijke bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen voor dijkring 6 en de wijze waarop deze in de projectverkenningen meegenomen worden. Het POV kan dus worden gezien als onderzoeksprogramma. De resultaten van de POV worden meegenomen in de verkenningen op projectniveau. De meerwaarde bestaat uit tijdwinst, een steviger draagvlak, toekomstvastheid en reductie van de levenscycluskosten. De POV wordt uitgevoerd in dijkring-6-verband, een samenwerking tussen de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 7 van 45

8 2.2 Werkwijze en uitgangspunten nhwbp De te nemen verbetermaatregelen zijn onderdeel van het HWBP. Om de beheersbaarheid van het HWBP te vergroten is op projectniveau een zorgvuldige en transparante voorbereiding en (bestuurlijke) besluitvorming nodig. Daarom doorloopt ieder HWBP-project in principe drie fasen: de verkenningsfase, de planuitwerkingsfase en de realisatiefase. Per fase stellen de beheerders een plan van aanpak en een kostenraming op. De minister van Infrastructuur en Milieu geeft vervolgens een subsidiebeschikking af die 90% van de vooraf ingeschatte projectgebonden kosten dekt. Voor projectoverstijgende verkenningen geldt een subsidie van 100%. Dit plan van aanpak (verder aangeduid als PVA) dient als onderbouwing van de nhwbpsubsidieaanvraag voor de projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Fase 1. Er wordt een voorschot van 100% van de vooraf ingeschatte kosten gevraagd, afrekening vindt plaats op basis van de werkelijke gemaakte kosten. 2.3 Beschrijving waterkeringen dijkring 6 De primaire waterkeringen van dijkring 6 heeft vier beheerders: Rijkswaterstaat Directie Midden- Nederland, waterschap Noorderzijlvest, waterschap Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân. In totaal beheren deze organisaties 231 km categorie-a-keringen, 49 km categorie c-keringen en 29 waterkerende kunstwerken. Tabel 1: Overzicht waterkeringen dijkring 6 (Waddenzee en IJsselmeer) Beheerder Categorie a (km) Categorie c (km) Kunstwerken (stuks) Waterschap Hunze en 27,40 23,00 12 Aa s Waterschap 64, Noorderzijlvest Wetterskip Fryslân 137,92 26,70 6 Rijkswaterstaat 1, IJsselmeergebied Totaal 231,22 49,30 29 Het waterschap Hunze en Aa's beheert de waterkering langs de Dollard en de Eems, vanaf het sluizencomplex in Nieuw Statenzijl tot aan Delfzijl. Het waterschap Noorderzijlvest is beheerder van de primaire waterkering langs de Waddenzee, de Eems en de Dollard, vanaf Delfzijl tot aan de spuisluizen bij Lauwersoog. Wetterskip Fryslân beheert de primaire kering van Lauwersmeer tot de Afsluitdijk en van de Afsluitdijk tot Lemmer, en de scheidingsdijk tussen Friesland, de Noordoostpolder en Overijssel, van Lemmer landinwaarts richting Oldemarkt. Rijkswaterstaat Dienst IJsselmeergebied is de beheerder van de Afsluitdijk. De Afsluitdijk is een verbindende waterkering van de categorie b. De Afsluitdijk maakt over een lengte van 1 km ook deel uit van dijkring 6. (zie afbeelding 1, pagina 10) De waterkeringen in dijkring 6 kenmerken zich door een klassieke opbouw. Het buitentalud is opgebouwd uit diverse steenzettingen (basalt, basalton, koperslakblokken, betonblokken en Noorse steen) en asfalt. Het bovenste deel van het buitentalud, de kruin en het binnentalud zijn veelal bekleed met gras, doorgroeistenen en klinkers. Er zijn ook volledig groene dijken en dijken met voorlanden in het gebied PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 8 van 45

9 2.4 Voorlopige veiligheidsopgave Hieronder volgt een beknopte beschrijving van de veiligheidsopgave naar aanleiding van de derde toetsing. Voor een uitgebreidere beschrijving wordt verwezen naar bijlage 2. De derde toetsing heeft plaatsgevonden volgens het Voorschrift Toetsen op Veiligheid 2006 (inclusief addenda). Er is gebruik gemaakt van de Hydraulische Randvoorwaarden 2006 (HR2006) die door het Rijk beschikbaar zijn gesteld. Op basis van deze derde toetsing kreeg dijkring 6 het oordeel voldoet niet aan de norm. De aftoetsing heeft met name plaatsgevonden op het hoofdspoor Stabiliteit (ST), met als belangrijkste deelsporen: macrostabiliteit buitenwaarts (STBU), macrostabiliteit binnenwaarts (STBI) en bekleding (STBK), waaronder steen-, asfalt- en grasbekledingen. Op het hoofdspoor Hoogte (HT) is een gering deel afgetoetst. Over circa 106 km voldoen de waterkeringen niet aan de norm. Dit is 38% van de totale lengte aan keringen van categorie a en c, zie tabel 2 en 3. Tabel 2: Overzicht toetsingsoordeel op hoofdspoor Hoogte voor dijkring 6 (Waddenzee en IJsselmeer) Hoofdspoor Hoogte (HT) Voldoet (km) Voldoet niet (km) Nader onderzoek (km) Totaal (km) Friesland Categorie a-keringen 136,55 0,80 137,35 Categorie-c-keringen 23,70 27,30 Groningen Categorie a-keringen 91,27 2,60 93,87 Categorie-c-keringen 22,00 22,00 Totaal 277,12 3,40 0,00 280,52 Tabel 3: Overzicht toetsingsoordeel op hoofdspoor Stabiliteit voor dijkring 6 (Waddenzee en IJsselmeer) Hoofdspoor Stabiliteit (ST) Voldoet (km) Voldoet niet (km) Nader onderzoek (km) Totaal (km) Friesland Categorie-a-keringen 71,00 62,55 2,90 137,35 Categorie-c-keringen 27,30 27,30 Groningen Categorie-a-keringen 50,90 42,97 93,87 Categorie-c-keringen 22,00 22,00 Totaal 172,10 105,52 2,90 280,52 Opmerking: de dijkvakken met een aftoetsing op het hoofdspoor Hoogte zijn ook afgetoetst op het hoofdspoor Stabiliteit. Totaal heeft 105,52 km dijk het oordeel voldoet niet. In Friesland zijn het vooral bekledingen van steen, asfalt en gras die als onvoldoende sterk beoordeeld worden. In Groningen zijn dijken afgetoetst op bekleding (steen, gras en asfalt), zettingsvloeiing/macrostabiliteit en dijkhoogte. Verder voldoen in totaal 11 kunstwerken niet aan de norm. Hiervan liggen er 7 in een categorie-a-kering en 4 in een categorie-c-kering. In het volgende kaartje zijn de afgekeurde dijkvakken in rood weergegeven PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 9 van 45

10 Afbeelding 1: Veiligheidsoordeel dijkring 6 In dijkring 6 zijn op basis van de aftoetsingen 20 versterkingsprojecten gedefinieerd, zie onderstaand overzicht. Het project Vierhuizergat is al in 2012 gerealiseerd. Tabel 4: Gedefinieerde dijkversterkingsprojecten dijkring 6 WS P-code Projectnaam Dijkring Lengte (km) POV (km) WF 28A Schiermonnikoog Waddenzeedijk 1 3,90 WF 28B Makkum 6 0,20 WF 28C Workum Laaxum 6 2,70 WF 28E Zurich Koehool 6 18,05 18,05 WF 28F Koehool West Holwerderpolder 6 14,40 14,40 WF 28G West Holwerderpolder Lauwersmeerdijk 6 8,75 8,75 WF 28H Lauwersmeerdijk 6 3,80 3,80 WF 28I Laaxum 6 4,55 WF 28J Lemsterhoek 6 4,75 WF 28K Lemmer 6 1,45 NZV 18A Delfzijl - Eemshaven 6 11,50 11,5 NZV 18B Eemshaven 6 2,00 2,00 NZV 18C Emmapolder 6 0,80 0,80 NZV 18D Lauwersmeerdijk 6 7,80 7,80 NZV 18E Haven - Lauwersoog 6 0,12 0,12 NZV 18F Vierhuizergat (gerealiseerd) 6 0,90 HAA 17A Delfzijl - Chemiepark 6 3,45 3,45 HAA 17B Chemiepark - Punt van Reide 6 4,78 4,78 HAA 17C Punt van Reide - Kerkhovenpolder 6 4,48 4,48 HAA 17D Kerkhovenpolder - Duitsland 6 7,14 7,14 Totaal 105,52 87,07 Het project Schiermonnikoog en de gedefinieerde projecten langs het IJsselmeer vallen buiten de directe opgave van de POV. De overige 13 projecten (blauw gearceerd) vallen binnen het directe studiegebied van de POV, lengte 87,07 km PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 10 van 45

11 2.5 Fasering en onderdelen van de projectoverstijgende verkenning Het eindresultaat van de POV verschilt wezenlijk van dat van een projectverkenning. Het belangrijkste verschil is dat de POV niet leidt tot een voorkeursalternatief, maar duidelijkheid geeft over een aantal kansrijke bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen en de wijze waarop deze in de projectverkenningen meegenomen worden. Tijdens de startbijeenkomst in het najaar van 2013 werd geconstateerd dat de beschikbare tijd voor het opstellen van een plan van aanpak te beperkt was om een complete omgevings- en stakeholderanalyse uit te kunnen voeren. Het besluit was daarom om de POV in twee fasen op te delen. POV-fase 1 (2014) bestaat uit een uitvoerige omgevings- en stakeholderanalyse, het selecteren van kansrijke onderzoeken en oplossingsrichtingen en het opstellen van een plan van aanpak voor POV-fase 2 ( ). De POV gaat uit van de kansen die benoemd zijn in kansenscan (zie 2.2). In de POV zijn dan ook drie hoofdonderdelen te onderscheiden: 1. Hydraulische randvoorwaarden: het nauwkeuriger en locatiespecifiek bepalen van de hydraulische belasting van de waterkeringen (hoofdstuk 5); 2. Productinnovaties: onderzoek doen naar mogelijke innovaties op het gebied van bekledingen. Reeds verrichte onderzoeken worden geïnventariseerd en beoordeeld op bruikbaarheid, nieuwe onderzoeken worden geïnitieerd (hoofdstuk 6); 3. Procesinnovaties: onderzoek doen naar het gebruik van voorland, het multifunctioneel gebruik van de kering en andere dijkconcepten. Dit onderdeel heeft een duidelijke relatie met het lopende Deltaprogramma Waddengebied. Directe afstemming met dit programma, de diverse belangengroeperingen, de markt en de verschillende bestuurlijke gremia in het Waddengebied is daarbij essentieel (hoofdstuk 3 en 4). Het eindproduct van de POV-fase 2 is een rapportage waarin helder en navolgbaar het onderzoeksproces, de beoordeling en de eventuele tussentijdse keuzes zijn beschreven. Het resultaat is een verzameling van bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen, die op projectniveau als uitgangspunten gebruikt worden. Indien relevant, wordt per onderwerp aangegeven in welke projecten deze oplossingsrichtingen van toepassing zijn. Het plan van aanpak POV-fase 1 beschrijft de geplande activiteiten voor Voor het bepalen van deze activiteiten zijn gesprekken gevoerd met de zes belangrijkste (clusters van) stakeholders: Taskforce Deltatechnologie, Deltaprogramma Waddenzee, Deltaprogramma Veiligheid, Rijkswaterstaat Noord-Nederland, de provincies en de gemeenten. Lopende en actuele onderzoeken en pilots zijn beoordeeld, de kansrijke zijn opgenomen in het PVA. 2.6 Randvoorwaarden en uitgangspunten Voor de POV gelden de volgende randvoorwaarden en uitgangspunten: De POV voert een verkenning uit voor het Waddenzeegebied, vanaf de Afsluitdijk tot en met de Dollard, i.c. de grens met Duitsland. De afgetoetste kunstwerken worden niet meegenomen, omdat de verbetermaatregelen zeer beperkt zijn (actualiseren bedieningsvoorschriften en kleine aanpassingen van constructieve onderdelen). De gedefinieerde projecten voor het IJsselmeergebied en Schiermonnikoog vallen buiten de directe scope van de POV, maar de uitkomsten van de POV kunnen toepasbaar zijn voor deze en andere projecten in Nederland. Veel van de projecten in het Waddenzeegebied worden na 2020 opgestart, kansrijke oplossingsrichtingen moeten t.z.t. waarschijnlijk worden bijgesteld PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 11 van 45

12 Voor verrekening van de uren van de waterschappen wordt gebruik gemaakt van de integrale loonkosten plus, conform de Handleiding Overheidstarieven PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 12 van 45

13 3. Samenwerkingsorganisatie voor het (n)hwbp Dit hoofdstuk beschrijft de governance van het Hoogwaterbeschermingsprogramma en de organisatie van de samenwerking tussen de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân voor het nhwbp. De POV Waddenzeedijken is het eerste project dat in deze samenwerking wordt opgepakt. 3.1 Governance Hoogwaterbeschermingsprogramma De hoofdlijn voor de governance is dat de minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) verantwoordelijk is voor het programma en dat de beheerders verantwoordelijk zijn voor de afzonderlijke projecten. Op programmaniveau ligt de focus op de doelmatigheid van het programma als geheel. De minister legt hierover verantwoording af aan de Tweede Kamer. Op projectniveau ligt de focus op de doelmatigheid van de maatregelen. De portefeuillehouder van het waterschap legt hierover verantwoording af aan het waterschapsbestuur. De samenhang tussen programma en projecten is echter groot: de projecten dragen bij aan het realiseren van de programmadoelen en de activiteiten en producten op programmaniveau dragen bij aan de projectdoelen. Stuurgroep Het Hoogwaterbeschermingsprogramma wordt aangestuurd door een stuurgroep, bestaande uit het ministerie van IenM en de waterschappen. De stuurgroep is verantwoordelijk voor de strategische aansturing van het programma en van de aansturing van de ambtelijke opdrachtnemer (de programmadirectie), binnen de kaders van het Bestuursakkoord Water en de wet- en regelgeving waarin de afspraken van dit bestuursakkoord zijn verankerd. De stuurgroep is eindverantwoordelijk voor het programma, stuurt de programmadirectie aan en beslist. De samenstelling van de stuurgroep is in lijn met de afspraken uit het Bestuursakkoord Water. Het Rijk wordt zowel in de beleidsrol als in de uitvoerende rol op het hoogste niveau vertegenwoordigd, waarbij binnen het Rijk de DG Rijkswaterstaat als trekker fungeert. Voor de waterschappen geldt dat de portefeuillehouder Waterkeringen in het bestuur van de Unie van Waterschappen samen met één dijkgraaf de waterschappen als collectief vertegenwoordigt. Programmadirectie De programmadirectie is als ambtelijk opdrachtnemer gemandateerd door de stuurgroep, en hiermee bevoegd voor de uitvoering van zijn taken binnen de vigerende wet- en regelgeving en het programmaplan. Het directieteam bestaat uit een programmadirecteur, een directeur programmeren en samenwerking en een directeur bedrijfsvoering. Afbeelding 2: Bedrijfsvoering Opdrachtgevers beheerders PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 13 van 45

14 Uniecommissie Waterkeringen Ter voorbereiding van de stuurgroep dienen twee parallelle sporen. Voor de bestuurlijke onderwerpen ter uitvoering van het Bestuursakkoord Water en de Waterwetgeving bereidt de Uniecommissie Waterkeringen van de Unie van Waterschappen de standpuntbepaling van de portefeuillehouder/dijkgraaf voor over beleidsmatige onderwerpen. De werkgroep Waterkeringen van de Unie van Waterschappen vervult een adviserende rol voor de commissie. De bestuurlijke c.q. beleidsmatige voorbereiding binnen IenM van besluiten in de stuurgroep kan plaatsvinden in de reguliere bilaterale overleggen tussen DG RW en DG RWS. Directeurenoverleg Voor de uitvoering en doorontwikkeling van het programma treedt een gezamenlijk directeurenoverleg als adviseur van de stuurgroep op. Het directeurenoverleg heeft het mandaat van de stuurgroep om alle op de doelmatige uitvoering van het programma gerichte beslissingen voor te bereiden en producten vast te stellen. De eindverantwoordelijkheid blijft bij de stuurgroep. De samenstelling van het directeurenoverleg is in lijn met de samenstelling van de stuurgroep: het Rijk wordt vertegenwoordigd door de directeur Algemeen Waterbeleid en Waterveiligheid, de stafdirecteur Netwerkontwikkeling Rijkswaterstaat en een hoofdingenieur-directeur HID van Rijkswaterstaat. De waterschappen bepalen hun vertegenwoordiging aan de hand van de opgave aan maatregelen, regionale spreiding, mate van financiering en de verbinding met bestaande overleggen. Daarnaast neemt de directeur van de staf Deltacommissaris deel. Het voorzitterschap van het directeurenoverleg is belegd bij één van de secretarissen-directeuren van de waterschappen. Programmabeheersingsoverleg Het programmabeheersingsoverleg is samengesteld uit de stafdiensten van het Ministerie van IenM (FMC, HBJZ), de ADR, de bestuursstaf Rijkswaterstaat, de beleidsdirectie Ruimte en Water en waterschappen. Voorzitterschap en secretariaat berusten bij de programmadirectie. Het programmabeheersingsoverleg is het afstemmings- en voorbereidingsoverleg ten dienste van de programmadirectie en het directeurenoverleg. Auditcomité In de loop van 2014 richt de programmadirectie een auditcomité in, in lijn met de regeling Grote Projecten van het Ministerie van IenM. 3.2 Samenwerkingsorganisatie dijkring 6 De kern van het samenwerkingsmodel voor dijkring 6 is: samenwerken met behoud van de eigen (bestuurlijke) verantwoordelijkheden. Het Integraal Project Management (IPM)-team POV bestaat uit vertegenwoordigers uit de drie waterschappen. Ieder teamlid is daarbij verantwoordelijk voor de verbinding met de eigen organisatie. Besluiten worden gezamenlijk opgesteld, de projectmanager overlegt en stemt af met de opdrachtgever. De besluiten worden binnen de afzonderlijke waterschappen (bestuurlijk) besproken en vervolgens gezamenlijk bestuurlijk afgestemd. Bestuurlijke organisatie dijkring 6 De drie portefeuillehouders van de besturen van de waterschappen vormen gezamenlijk de stuurgroep POV Waddenzeedijken (POV-W). Deze stuurgroep overlegt 4 keer per jaar. In dit overleg worden de voortgang van het programma en de eventuele bestuurlijke aandachtspunten binnen het project besproken. Iedere portefeuillehouder is gemandateerd en trekt een van de drie pijlers van de POV, te weten: Hydraulische belasting (portefeuillehouder Wetterskip Fryslân) Productinnovatie (portefeuillehouder waterschap Hunze & Aas) Procesinnovatie (portefeuillehouder waterschap Noorderzijlvest) PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 14 van 45

15 Hiermee is de participatie van elk waterschap bestuurlijk geborgd. Het eindresultaat van de POV-W verschilt wezenlijk van dat van een projectverkenning. Het belangrijkste verschil is dat de POV-W niet leidt tot een voorkeursalternatief, maar duidelijkheid geeft over een aantal kansrijke bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen. Besluitvorming over de voorkeursvariant vindt plaats in de individuele waterschappen. Voor het bestuurlijke draagvlak bij provincies, gemeenten en waterschappen voor kansrijke oplossingen in het gebied wordt voorlopig gebruik gemaakt van de nog bestaande bestuurlijke stuurgroep Deltaprogramma Waddengebied. Daarnaast worden ook andere bestaande bestuurlijke structuren benut (zie tabel 5 voor een overzicht van bestaande bestuurlijke stuurgroepen). Het Deltaprogramma Waddengebied zit in een afbouwfase. Tijdens de POV-fase 1 wordt gezamenlijk beoordeeld of voor de POV-fase 2 een nieuwe bestuurlijke stuurgroep ingericht moet worden. De uitkomst wordt opgenomen in het Plan van Aanpak fase 2. Tabel 5: Overzicht van bestaande bestuurlijke stuurgroepen Samenwerking Bestuurlijke structuur Deelnemers Opmerkingen Dijkring 6 Deltaprogramma Waddengebied prov., gem, ws-en werkgroep stopt eind 2014 Bestuurlijk overleg van de ws-en 2 keer per jaar waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân Friesland De Nieuwe Afsluitdijk prov., gem, ws projectplan voorjaar 2014 gereed regulier regulier regulier regulier Streekagenda Noordwest Streekagenda Noordoost Streekagenda Zuidwest Bestuurlijk overleg provincie Groningen Bestuurlijk Overleg Lauwersmeer (BOL) Marconi (Maritieme Concepten In beeld) Bestuurlijk overleg provincie Bestuurlijk overleg gemeenten prov., gem, ws prov., gem, ws prov., gem, ws prov., ws prov., gem, ws-en prov., gem, ws-en gem, ws-en gem, ws-en regulier regulier regulier regulier Directeurenoverleg (landelijk) Voor de uitvoering en doorontwikkeling van het programma treedt een Landelijk Directeurenoverleg gezamenlijk directeurenoverleg als adviseur van de stuurgroep op. Het directeurenoverleg heeft het mandaat van de stuurgroep om alle op de Wim Brenkman doelmatige uitvoering van het programma gerichte beslissingen voor te bereiden en producten vast te stellen. Hierbij kan gedacht worden aan: overall capaciteits- en kwaliteitsplanning voor het programma; doorontwikkeling van het programma; bemensing programmadirectie en HR; efficiënte inzet van menskracht van de waterschappen en gezamenlijke inzet van schaarse deskundigheid vanuit de markt; handreiking voor beheerders t.a.v. functieprofielen, verkenningen, planuitwerkingen, realisatie en opleidingen PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 15 van 45

16 Namens dijkring 6 neemt Wim Brenkman (secretaris-directeur Waterschap Noorderzijlvest) deel aan het Directeurenoverleg. Directeurenoverleg (regionaal) Tweemaal per jaar vindt er overleg plaats tussen de programmadirectie en secretarissen-directeuren van dijkring 6 over de voortgang en Regionaal Directeurenoverleg Wim Brenkman bijzonderheden. Namens dijkring 6 nemen deel (secretarissen-directeuren) Harm Kupers, Wim Brenkman en Micha van Akkeren, opdrachtgever Jannes Krol en projectmanager Ate Wijnstra. Opdrachtgever dijkring 6 De rol van opdrachtgever namens de drie waterschappen wordt ingevuld door Jannes Krol (programmamanager HWBP, Wetterskip Fryslân). Hij is het aanspreekpunt voor de projectmanager van de POV en Hij zorgt samen met de projectmanager van de POV voor de onderlinge afstemming tussen de waterschappen. Hiervoor raadpleegt hij de managers van Noorderzijlvest en Hunze en Aa s, te Opdrachtgevers beheerders Jannes Krol weten: Jelmer Kooistra en Tineke Cnossen. Hiermee wordt geanticipeerd op samenwerking in de projecten, die voor dijkring 6 in de komende jaren moeten worden opgepakt vanuit de landelijke programmering. De afstemming vindt 4 keer per jaar plaats en omvat het bevorderen van de onderlinge samenwerking, de capaciteitsplanning, de opleiding in verschillende disciplines, planning, bewaken van de voortgang aan de hand van projectrapportages en het eenduidig informeren van de afzonderlijke besturen. IPM-team POV Voor de organisatie van de POV wordt integraal projectmanagement volgens het IPM-model gehanteerd. Het IPM-model is door Rijkswaterstaat ontwikkeld. De vijf rollen binnen IPM onderscheiden zich ten opzichte van elkaar, maar nog belangrijker: kennen in het kader van de samenwerking relaties en afhankelijkheden. Het IPM-model kent vijf rollen: projectmanager, technisch manager, omgevingsmanager, manager projectbeheersing en contractmanager. Het IPMteam kan specifieke kennis intern dan wel extern aanwenden. Het IPM-team is als volgt samengesteld: Tabel 6: Invulling Integraal projectmanagementteam (IPM-team) IPM-team rol Medewerker Verantwoordelijk voor verbinding eigen waterschap Projectmanager Ate Wijnstra X Manager projectbeheersing Jeroen van Dijk Omgevingsmanager Marja Pals Technisch manager Jan Lammers X Contractmanager Jan Hateboer X Projectassistent Esther Verkerk Het IPM-team POV bestaat uit vertegenwoordigers van de drie waterschappen. Ieder teamlid is verantwoordelijk voor de verbinding met de eigen organisatie. Ieder besluit wordt gezamenlijk opgesteld. De projectmanager overlegt en stemt af met de opdrachtgever in het kader van de samenwerking. Daarna wordt het binnen de afzonderlijke waterschappen besproken en vervolgens gezamenlijk (bestuurlijk) geaccordeerd PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 16 van 45

17 Afbeelding 3: Samenwerking dijkring 6 Commissie Waterkeringen Dijkgraven en portefeuillehouders Opdrachtgever IPM-team Noorderzijlvest PM OM CM TM Hunze en Aa s PB 1 e schil 2 e schil Wetterskip Fryslân Het IPM-team komt driewekelijks bijeen om de operationele voortgang af te stemmen. Daarnaast worden er themabijeenkomsten georganiseerd voor verkenning of verdieping op specifieke onderwerpen en vraagstukken. Ieder teamlid (rolhouder) stuurt een eigen team aan waarin adviseurs en specialisten vanuit de drie waterschappen zitten (eerste schil). Binnen ieder waterschap is een tweede schil van adviseurs en specialisten op afroep beschikbaar. De tweede schil bestaat feitelijk uit de waterschaporganisaties. De IPM-teamleden uit de drie waterschappen zorgen voor de verbinding met de eigen organisatie door middel van klankbordgroepen. Op cruciale momenten worden themabijeenkomsten georganiseerd voor bijvoorbeeld beheer-, planvormings- of beleidsonderwerpen. 3.3 IPM-model De projectmanager is primair verantwoordelijk voor het bereiken van het projectresultaat binnen de vooraf gestelde randvoorwaarden ten aanzien van tijd en geld. Hij wordt hierop aangesproken door de opdrachtgever: dijkring 6. De projectmanager stuurt het IPM-team aan, bewaakt de onderlinge raakvlakken binnen het team en zorgt voor het samenbindend leiderschap dat de spelers tot een team bindt en het teamgevoel versterkt. De projectmanager is de spin in het web, de natuurlijke sparringpartner en de intermediair tussen opdrachtgever, lijn en project. De technisch manager is verantwoordelijk voor de technisch-inhoudelijke inbreng in het project. Om dit goed te kunnen invullen hoeft de technisch manager niet over diepgaande technische kennis te beschikken, maar wel over vakinhoudelijke proceskennis. Juist in de verkenningsfase is generalistische, vakinhoudelijke proceskennis vereist. De technisch manager is verantwoordelijk voor de technische bijdrage aan de processen die vallen onder de verantwoordelijkheid van de contractmanager, de omgevingsmanager en de manager projectbeheersing. Hierbij is de continue aandacht voor risicomanagement van belang. De omgevingsmanager is verantwoordelijk voor de interactie met de omgeving om het project gerealiseerd te krijgen binnen de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke randvoorwaarden. In dit PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 17 van 45

18 verband verzorgt de omgevingsmanager met zijn team het opstellen van bestuursovereenkomsten, het doorlopen van de diverse planologische procedures en het verkrijgen van vergunningen, en alle procedures voor het (ver)leggen van kabels en leidingen, vastgoedzaken, schadebehandeling en milieutechnische, archeologische en explosievenonderzoeken. De omgevingsmanager houdt zich in de verkenningsfase bezig met de maatschappelijke inbedding in het project en is daarmee intermediair tussen de (project)organisatie en haar omgeving. De contractmanager is verantwoordelijk voor de beheersing van het hele proces van contractvoorbereiding, aanbesteding en contractuitvoering richting verschillende marktpartijen. In dit proces wordt het inkoopplan opgesteld met aanbestedingsstrategie en contractvorm, wordt de daadwerkelijke contractering begeleid (met de daarbij horende aanbestedings- en contractdocumenten), wordt op basis van de nhwbp-vereisten het contractbeheersingsplan opgesteld en wordt de contractuitvoering begeleid. Ook hier is nauwe samenwerking met de andere onderdelen binnen het project essentieel. De contractmanager is ook degene die de dagelijkse contacten onderhoudt en zo nodig de onderhandelingen voert met de marktpartijen. De manager projectbeheersing is verantwoordelijk voor de beheersing van het project op de aspecten tijd/planning, geld/budget, kwaliteit, scope en risicobeheersing. De manager projectbeheersing is ook verantwoordelijk voor de voortgangsrapportages en documentbeheersing. De manager projectbeheersing is zowel toetsend (primair op het functioneren van het systeem en de interne processen van het project) als ondersteunend, en is daarmee een belangrijke sparringpartner voor de andere kernrollen. Het IPM-team wordt ondersteund door een projectassistent. De rol van projectassistent is in beginsel projectgebonden, zeker bij de grotere en complexere investeringsprojecten. De projectassistent is daarmee een continue en verbindende factor in de afwikkeling van het project. Hij is verantwoordelijk voor de onderlinge afstemming van de afspraken, voor het bewaken van de operationele voortgang (deelproducten, vergunningen, persberichten, projectgebonden correspondentie) en voor de kwaliteit van de vastlegging van de projectdocumentatie en vervult de loketfunctie van het project voor interne disciplines en externe belanghebbenden en organisaties. Zo is de projectassistent medeverantwoordelijk voor de integrale projectbeheersing. Afbeelding 4: IPM-model PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 18 van 45

19 3.4 Escalatiemodel Tijdens de uitvoering van de POV staan periodiek de volgende overleggen gepland: IPM team vergadert drie wekelijks; 4 keer per jaar een voortgangsoverleg tussen de projectmanager en de gedelegeerde interne opdrachtgever; 2 keer per jaar een overleg tussen de interne opdrachtgevers en hun collega-afdelingshoofden; 2 keer per jaar een overleg tussen de gedelegeerde interne opdrachtgever en de gedelegeerde interne directeur; 4 keer per jaar een overleg van de verantwoordelijke bestuurders met de interne opdrachtgever en de projectmanager. Bij al deze overleggen staat bewaking en voortgang van de POV centraal. Binnen deze reguliere overleggen kan escalatie door de opvolgende schijf (de stuurgroep) opgelost worden. Als er geen overeenstemming kan worden bereikt binnen de stuurgroep dan wordt de volgende de-escalatielijn gevolgd: De interne opdrachtgever informeert de gedelegeerde directeur; de gedelegeerde directeur informeert de collega directeuren; de individuele directeuren informeren het eigen dagelijks bestuur PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 19 van 45

20 4. Omgeving 4.1 Inleiding Tijdens de POV-fase 1 worden mogelijke oplossingsrichtingen verzameld, gefilterd en beoordeeld, om vervolgens tot een selecte groep kansrijke oplossingsrichtingen te komen. Behalve kansrijk moeten de oplossingsrichtingen ook sober en doelmatig zijn. De input hiervoor wordt geleverd door stakeholders in de projectomgeving en in de markt. Over het filteren en beoordelen van de oplossingsrichtingen hebben al oriënterende gesprekken plaatsgevonden met de zes (clusters van) stakeholders die volgens de huidige inschatting de belangrijkste zijn. Eén van deze partijen is het Deltaprogramma Wadden. Dit heeft de afgelopen jaren veel onderzoek verricht naar mogelijke oplossingsrichtingen en veel stakeholders in het Waddengebied gesproken. De uitkomsten van het onderzoek door Deltaprogramma Waddengebied naar oplossingen voor de toekomst worden alle meegenomen. Daarnaast willen de waterschappen Hunze en Aa s, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân de markt, bestaande uit enerzijds advies- en ingenieursdiensten, kennis- en opleidingsinstituten en anderzijds de aannemers, tijdig betrekken bij de mogelijke oplossingsrichtingen. Bij het opstellen van dit plan van aanpak is het advies van Taskforce Deltatechnologie over de mogelijke marktbenadering meegenomen. Bij de beoordeling van de kansrijke oplossingsrichtingen worden het Deltaprogramma Waddengebied en de Taskforce Deltatechnologie betrokken. De volgende producten worden in 2014 geleverd: 1. Issuedocument en Stakeholdersdocument 2. Overzicht oplossingsrichtingen De Omgevingsmanager is de primaire verantwoordelijke voor het leveren van deze producten. Zij geeft leiding aan de Projectgroep Omgevingsmanagement, die gevormd wordt uit medewerkers van de drie waterschappen. Afbeelding 5: Schematische weergave van de resultaten van de omgevingsanalyse PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 20 van 45

21 4.2 Omgevingsmanagement Met betrekking tot omgevingsmanagement is gekozen voor de aanpak van het Strategisch Omgevings Management (SOM). Bij deze aanpak ligt de focus op het bouwen van duurzame relaties met de stakeholders. De belangen van alle partijen spelen een grote rol. Luisteren naar elkaar, inleven en gezamenlijk oplossingen zoeken waar iedereen iets aan heeft (Mutual Gains = win-win) staat aan de basis van deze relatie. Openheid is te allen tijde noodzakelijk. Verschillende grote projecten met gevoelige, maatschappelijk relevante informatie (bijvoorbeeld Maasvlakte 2 1 ) zijn succesvol verlopen door te werken met deze methode. Door vertrouwen en openheid ontstaat op termijn een duurzame relatie waarin beide partijen bereid zijn in oplossingen te denken. Proactief omgaan met weerstand in de omgeving verkleint de kans op overschrijding van planning en budget in latere fasen. Wanneer je er bijvoorbeeld voor kiest om informatie weg te houden van belanghebbenden is de kans aanzienlijk dat dit later in het proces vertraging veroorzaakt. Bijvoorbeeld omdat een partij die niet betrokken of gehoord is de weg naar de rechter zoekt. Dit wordt door Covey 2 beschreven als de economie van vertrouwen: vertrouwen = snelheid en kosten. De praktijk leert dat aanhoudende klachten uit de omgeving binnen drie tot vijf jaar doorwerken in maatregelen of restricties van vergunningsverleners 1. Daarnaast kan SOM in de marktbenadering leiden tot product- en procesinnovaties door de dialoog met de omgeving (zie 4.3). De SOM-aanpak betekent dat in POV-fase 1 veel tijd geïnvesteerd moet worden in het in kaart brengen van alle stakeholders en hun belangen. Het is noodzakelijk om de stakeholders te leren kennen door middel van ontmoetingen, praten met en luisteren naar elkaar. Deze aanpak vergt in het begin van het traject meer tijd dan een traditionele positionele aanpak, echter verderop in het proces werpt dit zijn vruchten af. Het is de wens van de waterschappen in de POV om transparanter te zijn over het werk en de keuzes in waterschapsland. Meer maatschappelijke betrokkenheid tonen aan de omgeving is van belang en dat vraagt om de SOM-aanpak. Meer contact met stakeholders hebben is noodzakelijk voor betere onderlinge verhoudingen. In plaats van alleen informeren (zenden), daadwerkelijk (interactief) communiceren. Deze transparante aanpak is relatief nieuw en vindt langzaam zijn weg. Dit vraagt echter wel dezelfde denkslag bij alle interne stakeholders (zie 4.3 Stakeholders). 4.3 Stakeholders en issues De definitie van een stakeholder luidt volgens het Handboek Strategisch OmgevingsManagement: een persoon of organisatie die invloed ondervindt (positief of negatief) of invloed kan uitoefenen op een specifieke organisatie, een overheidsbesluit, een nieuw product of project. Invloed ondervinden of uitoefenen gebeurt op basis van belangen. Hoe groter het belang, hoe meer invloed een stakeholder heeft of ondervindt. De belangen per stakeholder worden duidelijk aan de hand van issues. Alle zaken die spelen in en rondom het project of de omgeving worden geïnventariseerd in een issuelijst en de betrokken stakeholders worden hieraan gekoppeld. De POV kent veel belangrijke interne en externe stakeholders. Nog niet alle stakeholders zijn benoemd in dit PVA Interne stakeholders De interne stakeholders zijn allesbepalend aan de basis van het project en bij de wijze van werken. Hoewel de drie betrokken waterschappen ieder een eigen bestuur en cultuur hebben, moet er allereerst bestuurlijk draagvlak zijn bij alle drie voor de aanpak en de uitvoering van de POV-fase 1. Vervolgens moet bij de verschillende projectmedewerkers en bij de betrokken medewerkers zowel het project als de SOM-aanpak geaccepteerd en omarmd worden. Hierbij speelt het cultuurverschil 1 Marc Wesselink: Handboek Strategisch Omgevingsmanagement, casus Maasvlakte 2. 2 Covey: The speed of Trust PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 21 van 45

22 binnen de drie waterschappen een belangrijke rol. De samenwerking is nieuw en iedere projectmedewerker komt vanuit een ander waterschap en loopt tegen andere zaken aan. Daarbij komt dat er ook binnen de waterschappen verschillende belangen spelen. Belangrijk is dat alle interne stakeholders van de waterschappen het belang inzien van de SOM-aanpak. Dat ze bereid zijn om te onderhandelen met respect en vanuit interesse en wederzijds vertrouwen. Dit begint al bij de interne relaties en onderlinge standpunten en belangen. Hier wordt rekening mee gehouden in het ontwikkelen van een communicatiestrategie. Bestuurlijke stakeholders Voor de precieze governance voor het sturen, het verwachtingenmanagement en het toezicht op prestaties van de Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken verwijzen we naar hoofdstuk 3. In deze paragraaf wordt kort toegelicht hoe en wanneer we de betrokken besturen informeren in fase 1 van de POV-W. Dit om te zorgen dat alle bestuurlijk belanghebbenden op de hoogte zijn van de voortgang van de POV en dat ze tijdens het proces eventuele risico s kunnen signaleren en kunnen meedenken over oplossingsrichtingen. Het uiteindelijke resultaat moet geen verrassing zijn. Het eindresultaat van de overstijgende verkenning verschilt wezenlijk van dat van een projectverkenning. Het belangrijkste verschil is dat de POV-W niet leidt tot een voorkeursalternatief, maar duidelijkheid geeft over een aantal kansrijke bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen. Besluitvorming over de voorkeursvariant vindt plaats bij de individuele waterschappen. Twee keer per jaar is er een voortgangsoverleg met het programmabureau van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hierin worden de voortgang, de planning, de financiën en de mogelijke risico s besproken. Binnen dijkring 6 komt een stuurgroep uit het dagelijks bestuur (DB) van de verschillende waterschappen vier keer per jaar (eens per kwartaal) samen om bijgepraat te worden over de voortgang, planning, financiën en de actuele risico s binnen de Projectoverstijgende Verkenning. De stuurgroepleden krijgen een mandaat vanuit de DB s. Een programmadirecteur van het Hoogwaterbeschermingsprogramma is bereid hierbij aanwezig te zijn als dit noodzakelijk wordt geacht. Daarnaast worden de portefeuillehouders van de verschillende waterschappen intensief betrokken bij de voortgang van en de keuzes binnen de POV. Zij zullen tussentijds op de hoogte gehouden worden middels één-op-één gesprekken met het IPM-teamlid van het desbetreffende waterschap. Zij zullen ook gevraagd worden om aanwezig te zijn bij formele bijeenkomsten met stakeholders als vertegenwoordiger van de POV. Voor de bestuurlijke gedragenheid van kansrijke oplossingen in het gebied (provincie, gemeenten en waterschappen) wordt voorlopig gebruik gemaakt van de nog bestaande bestuurlijke stuurgroep Deltaprogramma Waddengebied. Daarnaast worden ook andere bestuurlijke structuren per waterschap benut (zie tabel 5 in 3.1 voor een overzicht van deze bestuurlijke structuren). Het Deltaprogramma Waddengebied zit in een afbouwfase. Tijdens de POV-fase 1 wordt gezamenlijk beoordeeld of voor de POV-fase 2 een nieuwe bestuurlijke stuurgroep ingericht moet worden. De uitkomsten worden opgenomen in het Plan van Aanpak fase 2. Interne opdrachtgever en escalatiemodel De rol van opdrachtgever namens de drie waterschappen wordt ingevuld door Wetterskip Fryslân (Jannes Krol). Hij is het aanspreekpunt voor de projectmanager van de POV van waterschap Noorderzijlvest (Ate Wijnstra). De interne opdrachtgever zorgt samen met de projectmanager van de POV voor de onderlinge afstemming tussen de waterschappen. Hiervoor raadpleegt hij de PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 22 van 45

23 managers van Hunze en Aa s en Noorderzijlvest (te weten: Jelmer Kooistra en Tineke Cnossen). Hiermee wordt geanticipeerd op een samenwerking in de projecten, die in dijkring 6 in de komende jaren moeten worden opgepakt vanuit de landelijke programmering. De afstemming omvat het bevorderen van de onderlinge samenwerking, de capaciteitsplanning, de opleiding in verschillende disciplines, planning, bewaken van de voortgang aan de hand van projectrapportages en het eenduidig informeren van de afzonderlijke besturen. De verantwoordelijke bestuurders vergaderen 4 keer per jaar samen met de interne opdrachtgever en de projectmanager. Als er geen overeenstemming kan worden bereikt binnen de stuurgroep dan wordt als volgt geëscaleerd: De interne opdrachtgever informeert de gedelegeerde directeur; de gedelegeerde directeur informeert de collega directeuren; de individuele directeuren informeren het eigen DB Externe stakeholders Het belangrijkste doel tijdens de POV-fase 1 is om de (externe) stakeholders in kaart te brengen die invloed hebben op of kennis hebben van kansrijke oplossingsrichtingen. De volgende deelgroepen van stakeholders zijn van belang: bestuurlijke partijen marktpartijen, zoals aannemers, adviesbureaus kennisinstituten, zoals hoge scholen en universiteiten belangenpartijen, zoals (belangen)verenigingen, projectgroepen, omwonenden van een dijkgebied, natuurverenigingen, agrariërs, overheidsinstanties, gas- en zoutwinningsbedrijven etc. waterschappen Er hebben al oriënteren gesprekken plaatsgevonden met de volgens de huidige inschatting belangrijkste zes stakeholdergroepen. Dit zijn (al dan niet geclusterd): Deltaprogramma Waddengebied en het Programma naar een Rijke Waddenzee Taskforce Deltatechnologie Rijkswaterstaat Noord-Nederland provincies Friesland en Groningen de gemeenten aan de Waddenzeedijk (dijkring 6) In deze PVA-fase is bekend dat er al meerdere projecten geweest zijn waar grotendeels dezelfde stakeholders bij betrokken waren. Het Deltaprogramma Waddengebied is hier de belangrijkste van. In de POV-fase 1 zijn vervolggesprekken met het Deltaprogramma Waddengebied voorzien, voor verdere kennisuitwisseling, eventuele overdracht van lopende onderzoeken en om een compleet beeld van de stakeholderomgeving te creëren. Het wiel is al uitgevonden en dat hoeft niet opnieuw. De keuze om dit in POV-fase 1 op te pakken is gemaakt uit tijds- en zorgvuldigheidsoverweging. Ten tijde van het opstellen van dit plan van aanpak voor POV-fase 1 zijn nog niet alle stakeholders en hun standpunten en belangen bekend. Producten voor stakeholdermanagement POV-fase 1 In de POV-fase 1 wordt een uitgebreid issuedocument gemaakt met daarin een issuedossier, gevuld op basis van kennis van het team en openbare informatie. Verder wordt in dit document een omgevingsmonitor opgenomen, waarin alle issues een beschrijving krijgen met aandachtspunten, potentiële indieners, redeneerlijn indiener, bron, wat wijzigt ter voorkoming, acties, beheer/ status acties. Ook wordt een uitgebreid stakeholderdocument opgesteld met een stakeholderanalyse en een analysetabel standpunten en belangen. Hierin worden de stakeholders en gekoppelde issues PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 23 van 45

24 beschreven, maar ook het belang en participatieniveau van de stakeholder. Het participatieniveau is relevant om de strategie per stakeholder te bepalen, om vervolgens de dialoog aan te gaan, tevens de afsluiting van fase 1. De participatieniveau s zijn trapsgewijs: Informeren, Communiceren, Betrekken, Participeren, Consensus en Empowerment (zie afbeelding 6). Hoe belangrijker de stakeholder, hoe meer betrokkenheid. Afbeelding 6: Participatieladder uit Handboek strategisch omgevingsmanagement, Marc Wesselink Proces stakeholdermanagement tijdens POV-fase 1 De interne stakeholders zijn het startpunt. Het hele team, inclusief de eerste schil, plant halfjaarlijks een informatie-/voortgangssessie. Verder worden de interne stakeholders geïnformeerd in periodieke overleggen. Zo zullen de IPM-leden hun eerste schil periodiek informeren. Ook worden de portefeuillehouders regelmatig bijgepraat. Daarnaast zijn er de bestuurlijke overleggen (zie 4.3.1). Met de input uit deze sessies is de beschreven aanpak waar nodig bij te sturen. Dit is van belang om de werkwijze juist te verantwoorden en om gedragen kansrijke oplossingsrichtingen te oogsten. Om te zorgen dat we niet verzanden in het aantal externe stakeholders in deze grote fysieke en complexe Waddenomgeving wordt in POV-fase 1 eerst een issue-analyselijst gemaakt (zie voorbeeld bijlage 3a) die start met 5 issues. Aan deze issues worden stakeholders gekoppeld. Dit gebeurt in de vorm van een analysetabel standpunten en belangen (bijlage 3b). Vervolgens worden deze stakeholders geanalyseerd op dezelfde manier als de issues (bijlage 3a). Vanuit de analyse wordt per stakeholder de hoogte op de participatieladder bepaald. De analyse toetsen we aan de analyse die het Deltaprogramma Waddengebied eerder maakte, om zeker te zijn dat we de juiste boodschappen te pakken hebben en geen stakeholders missen. Aangezien de deadline voor de uitkomsten van POV-fase 1 december 2014 is en er een vertraging van drie maanden is opgelopen, is het noodzakelijk om gelijktijdig met bovenstaande analyses gesprekken met stakeholders te starten. Daarnaast worden de belangrijkste stakeholders ook uitgenodigd voor een evenement over oplossingsrichtingen in de drie hoofdsporen (hydraulische belasting, product innovaties en proces innovaties). Hierbij bestaat het risico dat de voorbereiding nog niet helemaal klaar is voordat de eerste stakeholders aan tafel zitten. In deze gevallen is de strategie om open te zijn over het proces tot nu toe, om zo juist ook informatie van de stakeholders zelf te krijgen om de documenten verder mee aan te vullen. De voorbereiding van deze gesprekken bestaat uit een snelle analyse van de stakeholder op basis van algemeen bekende informatie plus de stakeholderinformatie van het Deltaprogramma Waddenzee. De issue- en stakeholderdocumenten vormen de basis voor de strategie per (cluster) stakeholder(s). De toetsing van de bepaalde strategie vindt plaats in een gesprek met de individuele stakeholders. Hierin ligt de focus op het belang van de stakeholder. Dit gesprek is het (nieuwe) begin van de stakeholderdialoog en moet dus goed voorbereid worden. Alles is van belang, van setting tot selectie van aanwezigen, en van toon tot houding. In de POV-fase 2 ( ) speelt de dialoog met stakeholders een grote rol. Transparant zijn en contact blijven houden is cruciaal voor het vervolgproces met de stakeholders en kost tijd PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 24 van 45

25 Om constant zicht te hebben op de issues die spelen in de verkenning worden de documenten wekelijks bijgewerkt. Het zijn levende documenten. De veranderingen worden gerapporteerd in de omgevingsmonitor. Prioriteit van een issue en belangen van de gekoppelde stakeholders blijven zo inzichtelijk en up-to-date. Het participatieniveau en de strategie kunnen daar voortdurend op aangepast worden. Tabel 7: Issue- en stakeholdersdocument Issue- en stakeholdersdocument Scope onderzoek - Opstellen issue- en stakeholdersdocument - Gesprekken stakeholders/meerdaags evenement - Verzamelen input kansrijke oplossingsrichtingen Verwacht resultaat - (Dynamisch) document waarin opgenomen: issues en stakeholders, standpunten en belangen, strategie - Document met input van stakeholders voor kansrijke oplossingsrichtingen - Input PVA fase 2 Trekker / uitvoerder POV Waddenzeedijken Kosten voor middelen ,- Tijdsbesteding (uren / doorlooptijd) 1706 uur / 9 maanden Planning (uitvoering PvA) April - december Inventarisatie oplossingsrichtingen Tijdens POV-fase 1 worden mogelijke oplossingsrichtingen uit de stakeholderomgeving verzameld en beoordeeld om tot een selecte groep kansrijke oplossingsrichtingen te komen. Afbeelding 7: Globale planning diverse oplossingsrichtingen start POV selectie mogelijke oplossingsrichtingen selectie kansrijke oplossingsrichtingen bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Fase 1 Fase 2 Verder wordt in fase 1 de marktverkenning voorbereid door een marktprotocol te ontwikkelen met (juridische) kaders, waarbinnen de markt zich veilig voelt om kennis te delen. Het marktprotocol wordt samen met de andere Projectoverstijgende Verkenningen van het HWBP, de Taskforce Deltatechnologie én de markt opgesteld. De feitelijke marktverkenning vindt plaats in fase 2 (2015). In het plan van aanpak voor fase 2 worden de kansrijke oplossingsrichtingen uit de omgeving nader uitgewerkt. De initiatiefnemers van de verschillende oplossingsrichtingen worden hierbij betrokken. De uitvoering hiervan staat gepland voor de jaren 2015 t/m PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 25 van 45

26 Bestaande oplossingsrichtingen Het onderzoeksprogramma van het Deltaprogramma Waddengebied loopt in 2014 af. Eén van de onderzoeken die door dit programma is gedaan, is een onderzoek naar kansrijke oplossingsrichtingen voor de Waddenzeekust. Het Deltaprogramma Waddengebied heeft de ambitie een duurzame waterveiligheid te garanderen en tegelijkertijd kansen te creëren voor robuuste en veerkrachtige natuur en voor duurzaam gebruik. Het programma deed onderzoek naar multifunctionele oplossingen voor de toekomst, naar veiligheidsmaatregelen die ook een positief effect hebben op de natuurlijke processen en op de kenmerkende abiotiek en biotiek van het Waddengebied, die het gebied uniek in de wereld maken. Van belang is dat de erfenis van deze stakeholder niet verloren gaat en een plaats krijgt bij de verdere uitwerking van de POV. Naast de input vanuit Deltaprogramma Waddengebied is ook interessante oplossingsrichtingen van andere stakeholders binnen de projectomgeving te verwachten. Deze input verzamelen we door contact met de projectomgeving te leggen. Denk hierbij aan belangenverenigingen, projectgroepen, omwonenden van een dijkgebied, natuurverenigingen, agrariërs, overheidsinstanties etc. De stakeholderanalyse tekent een compleet beeld van de stakeholderomgeving. Bij de stakeholders wordt vervolgens het verzoek neergelegd om mee te denken over mogelijke oplossingsrichtingen die beoordeeld kunnen worden als kansrijk. Uitvoering in POV-fase 1 Tijdens POV-fase 1 wordt de stakeholdersomgeving intensief bevraagd. Het Deltaprogramma Waddengebied (DPW) en het Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) zijn een belangrijke stakeholdercluster. Deze verbindt ook weer veel andere stakeholders in het Waddengebied. Daarom organiseren we gezamenlijk met DPW en PRW een evenement waarbij de belangrijkste stakeholders uit onze analyse én de stakeholders van Deltaprogramma Waddengebied de uitgenodigd worden om mee te denken over mogelijke oplossingsrichtingen binnen de veiligheidsopgave. Uit de zo gezamenlijk opgestelde groslijst mogelijke oplossingsrichtingen worden vervolgens de kansrijke richtingen geselecteerd. Daarnaast worden lokale stakeholders, kennisinstituten en marktpartijen geïnformeerd over de POV-W. Gedurende de POV-fase 1 wordt de expertise van de uitvoerende markt vroegtijdig betrokken bij de kansrijke oplossingsrichtingen die de stakeholders aandragen. Vroeg betrekken van de markt kan leiden tot een sobere en doelmatige aanpak, kwaliteitswinst, kostenbesparing en/of versnelling. In fase 2 wordt de markt actief benaderd om mee te denken over uitwerking van de kansrijke oplossingsrichtingen. Bij het opstellen van dit plan van aanpak is het advies van de Taskforce Deltatechnologie over marktbenadering meegenomen (zie bijlage 4: Adviesrapport Taskforce Deltatechnologie). Marktverkenning De waterschappen Hunze en Aa s, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân willen naast de input van stakeholders uit de omgeving ook de input van andere waterschappen en marktpartijen verzamelen, filteren en beoordelen. In fase 1 wordt de marktverkenning voorbereid door een marktprotocol te ontwikkelen waarin (juridische) kaders zijn opgenomen, waarbinnen de markt zich veilig voelt om kennis en innovaties te delen. Het marktprotocol wordt samen met de andere projectoverstijgende verkenningen, de Taskforce Deltatechnologie én de markt opgesteld. De belangrijkste marktpartijen bestaan uit enerzijds advies- en ingenieursdiensten en kennis- en opleidingsinstituten en anderzijds de aannemers. De feitelijke marktverkenning vindt plaats in fase 2 (2015). Beoordeling van mogelijke oplossingsrichtingen Na het selecteren van de mogelijke oplossingsrichtingen moeten deze worden beoordeeld om tot een selecte groep kansrijke oplossingsrichtingen te komen (zie afbeelding 7 p.26). Leidend principe daarbij is het adaptief deltamanagement: de juiste stappen zetten op het juiste moment PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 26 van 45

27 Vóór de zomer van 2014 worden beoordelingscriteria opgesteld, die uitgaan van de afgetoetste dijkvakken van dijkring 6. De veiligheidsopgave en de uitgangspunten van het Hoogwaterbeschermingsprogramma zijn hierbij leidend. De projecten moeten sober en doelmatig en sneller en goedkoper worden uitgevoerd. De beoordelingscommissie beoordeelt in fase 1 op basis van de vooraf gestelde criteria de kansrijke oplossingsrichtingen. In deze commissie zullen diverse disciplines van de verschillende waterschappen deelnemen en externen, waaronder een afvaardiging vanuit Deltaprogramma Waddengebied. De commissiesamenstelling wordt op korte termijn verder uitgewerkt. De kansrijke oplossingen worden gemotiveerd voorgedragen aan de besturen van de waterschappen. In het plan van aanpak voor fase 2 ( ) worden ze nader uitgewerkt. De initiatiefnemers worden hierbij betrokken. De uitvoering staat gepland voor de jaren 2015 t/m Niet kansrijke oplossingsrichtingen worden gemotiveerd afgewezen in fase Conditionering Conditionering is afgeleid van het begrip conditie, in de betekenis van voorwaarde. Het begrip conditionering wordt steeds vaker gebruikt als aanduiding voor een aantal voorbereidende processen bij projecten. Deze condities (voorwaarden) moeten vervuld zijn voordat een project in uitvoering kan gaan. Tot de conditionering behoren onder andere de volgende processen: aanvragen vergunningen en ontheffingen in het kader van beheer verleggen van in de ondergrond aanwezige kabels en/of leidingen milieukundig bodemonderzoek en uitvoeren van bodemsanering geotechnisch onderzoek archeologisch onderzoek planologische aanpassingen ecologisch onderzoek onderzoek naar niet-gesprongen conventionele explosieven De Waddenzee is een uniek gebied; de status op de Unesco Werelderfgoedlijst, de bijzondere flora en fauna en de bijbehorende wet- en regelgeving zoals Natura 2000, de PKB Waddenzee, de Natuurbeschermingswet en de verplichting tot milieu-effectrapportage (MER) kunnen van grote invloed zijn op de uitwerking van een oplossingsrichting tijdens een individuele projectverkenning. Conditionering en planoverstijgende verkenning gaan eigenlijk niet goed samen. In 2014 worden alle mogelijke oplossingsrichtingen verzameld. We weten nu nog niet welke oplossingsrichtingen bestuurlijke voorkeur hebben en in individuele projecten ze worden toegepast. Onze visie op conditionering in de Projectoverstijgende Verkenning is in deze paragraaf opgenomen. Gebiedsontwikkelingen en meekoppelkansen In het Waddengebied is een groot aantal ontwikkelingen gaande. Het ligt daarom voor de hand om eerst met de stakeholders in het gebied om de tafel te gaan, mogelijke oplossingsrichtingen te bespreken en hierbij mogelijke koppelingen vast te stellen. Als de bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen bekend zijn, worden tijdens POV-fase 2 (2015 t/m 2017) de bestuurlijk gedragen kansrijke oplossingsrichtingen getoetst aan gebiedsontwikkelingen en wordt ook gekeken of er meekoppelkansen zijn. Er wordt dan onderzocht of een gebiedsgerichte aanpak (samen met andere partijen) voor de diverse oplossingsrichtingen wenselijk of mogelijk is. Eventuele meekoppelkansen worden dan ook meegenomen. Voor meekoppelen geldt het uitgangspunt van het HWBP: er mag geen sprake zijn van vertraging of verhoging van de kosten als gevolg van het koppelen met andere initiatieven PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 27 van 45

28 Functies en waarden De POV kiest ervoor om eerst de bestuurlijk gedragen kansrijke oplossingsrichtingen te selecteren in fase 1 en vervolgens verder te gaan met het uitwerken van de functies en waarden in fase 2 ( ), eventueel in pilots. De functies en waarden zijn immers pas te specificeren als de diverse kansrijke oplossingsrichtingen geselecteerd zijn en we voor ogen hebben waar we deze mogelijk kunnen toepassen in dijkring 6. In de projectverkenningen wordt een advies gegeven over de periode van uitvoering van de onderzoeken en de mogelijke uitvoerder. Bij eventuele pilots zullen we de functies en waarden die van toepassing zijn uitwerken. De belangrijkste functies en waarden voor het Waddengebied in z n algemeenheid worden hieronder kort benoemd. Bij al die functies en bijzondere waarden van het gebied hoort een heel web van juridische regelingen voor bescherming en beheer. Op overige conditioneringaspecten zoals kabels en leidingen, Niet Gesprongen Explosieven (NGE) en Externe veiligheid gaan we in dit Plan van Aanpak niet in. Deze horen bij een uitvoeringslocatie en zullen tijdens de verkenningsfase van een project gedaan worden. Waddenzeebeheer Onder het begrip beheer valt in het Waddengebied een groot scala aan activiteiten. Het gaat om natuurbeheer, maar ook om waterbeheer, vergunningverlening, handhaving en toezicht, promotie, educatie, herstelmaatregelen, ontwikkelprogramma s. Eigenlijk om alle activiteiten die nodig zijn om de beleidsdoelstellingen voor de Waddenzee voor natuur en mensen te bereiken. De uitvoering van het beheer is deels in handen van de overheid, deels in handen van particuliere stichtingen, ondernemers en boeren. Bijvoorbeeld: Natuurbeheer voor de Waddenzee wordt uitgevoerd door Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de Provinciale Landschappen, particuliere oevereigenaren en de Waddenunit van het ministerie van Economische Zaken. Natuurbeheer in combinatie met landbouw wordt uitgevoerd door boeren op de eilanden en langs de waddenkust. Water- en kustbeheer worden uitgevoerd door het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de waterschappen. Het beheer van de openbare ruimte en infrastructuur wordt uitgevoerd door gemeenten, havenschappen, provincies en ministeries. Alle beheerders werken samen in de Beheerraad Waddenzee. De Beheerraad heeft twee kaarten samengesteld, één met de eigendomsgegevens en één waarop staat wie waar het beheer uitvoert. Het beheer is erop gericht de beleidsdoelstellingen voor de Waddenzee voor iedereen zichtbaar in de praktijk te realiseren. Die beleidsdoelstellingen worden daarom vertaald naar beheerplannen en die weer naar maatregelenprogramma s. Natuur De natuur in het Waddengebied wordt beschermd door het internationale Ramsarverdrag en door Europese richtlijnen, zoals de Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000) en de Kaderrichtlijn Water. Verder is de Waddenzee onderdeel van de Natuurnetwerk Nederland (EHS). Het gebied staat ook op de Werelderfgoedlijst van Unesco. De duinen van de eilanden Texel en Schiermonnikoog zijn aangewezen als Nationaal Park. Natuurbeheer in het gebied wordt bepaald door de PKB Waddenzee, een nationaal beleidsstuk om economische ontwikkeling te combineren met natuur- en milieubehoud in het gebied. In de PKB Derde Nota Waddenzee is het rijksbeleid voor de Waddenzee voor de periode vastgelegd. Met de verscheidene PKB's bevordert de overheid duurzame ontwikkeling door toezicht op de omvang van visserij, gasboringen, recreatie en toerisme en militaire activiteiten. De PKB Waddenzee kreeg een versterkte wettelijke status toen het grootste deel van de Waddenzee in 1993 werd aangewezen als Staatsnatuurmonument in het kader van de PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 28 van 45

29 Natuurbeschermingswet. Beide zijn namelijk met instemming van de Tweede Kamer aan elkaar gekoppeld. De PKB is bindend voor alle nationale, regionale en lokale overheden. De PKB is bindend voor alle nationale, regionale en lokale overheden. Bovendien is sinds enkele jaren ook een verplichting tot milieu-effectrapportage (MER) van kracht voor activiteiten in het Waddengebied. Landschap, cultuurhistorie en archeologie Het waddengebied bestaat uit een ondiep, gedeeltelijk afgesloten deel van de Noordzee, de Waddenzee, begrensd door kwelders en een reeks duineilanden, de Waddeneilanden. De Waddenzee maakt deel uit van het grootste getijdengebied in Europa, dat zich uitstrekt van Den Helder tot het Deense Esbjerg, een gebied met uitgestrekte slikken, zandbanken en geulen. Het grootste deel van de Waddenzee en van de onbewoonde eilanden is natuurreservaat krachtens de Natuurbeschermingswet en de PKB Waddenzee. Het gebied is van internationaal belang omdat het de kraamkamer is van de Noordzee, een rust-, rui- en voedselgebied voor miljoenen trekvogels, en een broedgebied voor duizenden vogels, zeehonden en vele andere diersoorten. Het gebied valt onder Europese bescherming als deel van het Natura 2000-netwerk. Maar het is en dat geldt met name voor de Waddeneilanden ook een belangrijk recreatiegebied voor Nederland en Duitsland. De omvang van het gebied is circa ha; het natuurreservaat is circa ha groot. De Waddenzee beschikt over een rijkdom aan archeologisch en cultuurhistorisch waardevolle elementen, zoals: historische scheepswrakken verdronken en ondergeslibde nederzettingen en ontginningssporen zeedijken en de daaraan verbonden historische sluizen landaanwinningswerken systeem van stuifdijken systeem van historische vaar- en uitwateringsgeulen kapen Vanwege de unieke cultuurhistorische en natuurlijke waarden is een deel van de Waddenzee in 2009 opgenomen op de Unesco Werelderfgoedlijst. Uniek zijn de dynamiek van het gebied (landschappen in alle fases van ontwikkeling) en de grote variëteit aan planten en dieren door de wisselende omstandigheden op het wad (onder andere getijden en menging van zoet en zout water). De cultuurhistorische waarden binnen het gebied vallen onder de juridische bescherming van onder andere het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Bodem en grondwater In het Waddengebied daalt de bodem op verschillende plekken door de winning van gas en steenzout. Deze bodemdaling treedt heel geleidelijk op, over een groot oppervlak. Er wordt al jaren veel onderzoek gedaan naar de gevolgen van deze bodemdaling voor natuur, landschap, landbouw, infrastructuur en gebouwen. Voor wat betreft de bodem van de Waddenzee is het beschermingsregiem van de Monumentenwet van toepassing. De Wet Milieubeheer gaat over milieuonderwerpen die samenhangen met de kwaliteit van lucht, bodem en leefomgeving. De Wet kent milieubeschermingsgebieden. De term is in de plaats gekomen van vroegere benamingen als stiltegebied, grondwaterbeschermingsgebied en bodembeschermingsgebied. De hele Waddenzee is milieubeschermingsgebied in het kader van de Wet Milieubeheer. Dat hebben de provincies Groningen, Friesland en Noord-Holland vastgesteld in hun Provinciale Milieuverordening PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 29 van 45

30 Effectenonderzoek In fase 2 van deze POV wordt een inschatting gemaakt welke onderzoeken voor de kansrijke oplossingsrichtingen noodzakelijk zijn met het oog op de in het gebied aanwezige waarden en functies. Hierbij wordt in tabelvorm een advies gegeven over de periode van uitvoering (project verkenning) t.a.v. de onderzoeken en de mogelijke uitvoerder Dit wordt gedaan in tabelvorm per oplossingsrichting. (Zie tabel 8) Tabel 8: Voorbeeld van advies over de benodigde onderzoeken voor oplossingsrichting A Omgevingsaspect Onderzoeken Nodig? Periode van uitvoering Natuur en Ecologie -- Zeker/ waarschijnlijk/ mogelijk Landschap -- Archeologie en - cultuurhistorie Bodem en grondwater - Kabels en leidingen - Niet gesprongen - explosieven (Advies) Uitvoering door Intern/ adviesbureau e.d PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 30 van 45

31 5. Hydraulische randvoorwaarden en nieuwe normering De hydraulische randvoorwaarden in het Waddengebied bevatten nog veel onzekerheden en zijn nog volop in ontwikkeling. In dit hoofdstuk zijn de onderzoeken benoemd waarop tijdens de looptijd van de POV antwoorden moeten komen. De uitkomsten zijn van belang bij de beoordeling van de oplossingsrichtingen die in de fase 2 nader worden uitgewerkt. Op basis van de output van de gesprekken met de stakeholders (hoofdstuk 4) worden eventueel vervolg onderzoeken gedefinieerd voor fase 2 van de POV. Er worden twee soorten onderzoeken onderscheiden: onderzoeken die een (her)toetsend karakter hebben (o.a. WTI2011, WTI2017/nieuwe normering) en onderzoeken die een rol spelen bij het ontwerpen (o.a. invloed voorland, invloed schermdijk, invloed bodemligging). De onderzoeken met een (her)toetsend karakter worden in fase 1 uitgevoerd. De onderzoeken met een ontwerpend karakter worden in fase 2 uitgevoerd. De afgetoetste dijkvakken zijn uitgangspunt voor de uit te voeren onderzoeken. 5.1 Algemeen In het Waddengebied komen extreme weersituaties voor die niet (volledig) zijn verdisconteerd in de bestaande rekenmodellen (o.a. Hydra-K Wadden). Daarnaast zijn er specifieke omstandigheden in het Waddengebied die een significante invloed kunnen hebben op de door het model berekende waardes van golfaanval en golf- en windopzet en daarmee op de toets-/ontwerpeisen van de keringen. Deze specifieke omstandigheden zijn o.a.: veranderende bodemligging door verschuiving van platen en geulen (sedimentatie- en erosie patronen) relatief lage waterdieptes gecombineerd met hoge windkracht lokale sterke stromingen traag reagerend systeem door smalle geulen voor water aan- en afvoer tussen de eilanden Nieuwe meetgegevens en kennisontwikkeling hebben inmiddels geleid tot aanpassing van bestaande rekenmodellen. De onderzoeken zijn echter nog niet voltooid. De resultaten kunnen nog leiden tot wijziging in de ontwerpcondities voor de dijken. De meest recente inzichten zijn vastgelegd in het Wettelijk Toets Instrumentarium 2011 (WTI 2011). Binnen het Deltaprogramma wordt gewerkt aan een nieuwe normering waarbij de kans op een dijkdoorbraak en de gevolgen daarvan leidend zijn. De komende jaren wordt dit vertaald naar een nieuw toetsinstrumentarium WTI Samenhang met lopende onderzoeken en andere projecten WTI 2017 In het kader van de ontwikkelingen van het WTI 2017 wordt door de dienst Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL) van Rijkswaterstaat de komende jaren gewerkt aan: hydraulische randvoorwaarden Wadden: update statistiek (wind, waterstand) bepalen onzekerheden hydraulische randvoorwaarden: Waqua en SWAN golfonderzoek Wadden: o golf-stromings-interactie o golfdoordringing Waddenzee o dieptegelimiteerde golfgroei o golfgroei korte strijklengtes bepalen regio specifieke maatgevende stormen tijdsafhankelijk belastingmodel (winddraaiing) verkenning hydraulische randvoorwaarden Zeehavens PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 31 van 45

32 Deltaprogramma Waddengebied In het kader van het Deltaprogramma Waddengebied is al een belangrijke stap gezet naar het verkrijgen van kennis over de mogelijke invloed van kwelders 3 op de hydraulische belasting van een waddenzeedijk. Bekend is dat de golfreducerende werking van kwelders en slikken in belangrijke mate afhankelijk is van de optredende waterstanden. De aan- of afwezigheid en slijtvastheid van een kwelder is daarmee medebepalend voor de belasting van een kering en zo ook voor de potentiële schade en herstelkosten. De vraag die nog speelt is in welke mate kwelders nog meetellen bij extreme omstandigheden. Nader onderzoek hiernaar is noodzakelijk om te kunnen komen tot inzetbaarheid van kwelders bij dijkverbeteringen. In de POV worden deze ontwikkelingen nauwlettend gevolgd o.a. d.m.v. frequent overleg met het DGRW/WVL en het Deltaprogramma Waddengebied. 5.3 Onderzoek (her)toetsing Gevolgen WTI2011 De scope van de POV is gebaseerd op de toetsresultaten van de derde toetsronde. Hiervoor is gebruikgemaakt van het WTI Inmiddels is het WTI 2011 vrijgegeven. Om te kunnen komen tot realistische oplossingen en te voldoen aan het principe sober en doelmatig, is het van belang om inzicht te krijgen in het actuele veiligheidsprobleem. Hiertoe wordt in 2014 een analyse uitgevoerd van de gevolgen van het WTI 2011 op basis van de beschikbare gegevens en vigerende technische rapporten. De afgekeurde dijkvakken worden, op alle toetssporen, opnieuw getoetst met het WTI Tabel 9: Gevolgen WTI 2011 Scope onderzoek Hertoetsing afgekeurde dijkvakken op alle toetssporen Verwacht resultaat Actueel beeld van de veiligheidsopgave Trekker / uitvoerder POV / extern Kosten Tijdsbesteding (uren / doorlooptijd) 200 uur / 8 maanden Planning april november 2014 Nieuwe normering en proeftoetsing met het WTI 2017 Voor de toetsronde van 2017 zijn niet langer de overschrijdingskansen, maar de overstromingskansen het uitgangspunt. Hierbij gaat het om de kans dat een waterkering echt bezwijkt. De kans hierop hangt af van een groot aantal factoren, zoals de duur en hoogte van de waterstand, de golfhoogte en -richting, de waterspanningen in de kering, de bodemopbouw en de eigenschappen van de grond. Rijkswaterstaat actualiseert in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu het instrumentarium voor de vierde toetsingsronde (WTI 2017). Dat gebeurt op basis van nieuwe kennis, inzichten uit onderzoek en ervaringen met het vorige toetsinstrumentarium. In 2014 worden de Deltabeslissingen genomen, o.a. over de nieuwe normering. De eventuele gevolgen van de nieuwe normering voor de veiligheidsopgave voor dijkring 6 worden nader onderzocht in de POV-fase 2. In bijlage 5 is een nadere beschouwing van de nieuwe normering gegeven. In het kader van de nieuwe normering worden in 2014 een aantal proeftoetsingen uitgevoerd. Voor enkele (deel)vakken neemt de POV deel aan dit onderzoek. 3 Rapport: Een Dijk van een Kwelder, een verkenning naar de golfreducerende werking van kwelders (januari 2012) PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 32 van 45

33 Tabel 10: Proeftoetsingen WTI 2017 Scope onderzoek Hertoetsing afgekeurde dijkvakken Verwacht resultaat Inzicht in de effecten van de nieuwe normering op de toetsing Trekker / uitvoerder POV / extern Kosten Tijdsbesteding (uren / doorlooptijd) 400 uur / 8 maanden Planning april november Onderzoek ontwerpaspecten De onderzoeken die een rol spelen bij het ontwerpen (o.a. invloed voorland, invloed schermdijk, invloed bodemligging) worden mede bepaald door de stakeholders in het gebied. Op dit moment zijn de volgende onderwerpen in beeld. Invloed voorland op golfbelasting Het is niet duidelijk wat de voorlandwerking van de kwelders onder extreme omstandigheden is. In welke mate reduceren kwelders de golven dan nog? Effect van schermdijken In welke mate hebben havendammen en schermdijken effect op de belasting op de achterliggende waterkeringen? Een onderzoek moet hier meer duidelijkheid verschaffen. Effect van bodemligging op hydraulische belasting Bekend is dat de bodemligging van de Waddenzee continu aan verandering onderhevig is. De rekenmodellen die bepalend zijn voor de hydraulische randvoorwaarden gaan echter uit van een statische bodemligging. Op sommige locaties is het van belang om inzicht te krijgen in de actuele en toekomstige ligging van geulen en zandplaten. Het onderzoek richt zich op het effect van de (variabele) bodemligging op hydraulische belasting. De onderzoeken met een ontwerpend karakter worden in fase 2 uitgevoerd. 5.5 Nadere analyse veiligheidsopgave De nadere analyse van de veiligheidsopgave vindt plaats als de resultaten van de benodigde onderzoeken en bijbehorende interpretatie bekend zijn. Deze analyse is voorzien voor de POV-fase 2 en geeft duidelijkheid over de lengte waarover een veiligheidsprobleem zich uitstrekt. Uit de onderzoeken kan bijvoorbeeld naar voren komen dat een dijkvak dat nu sec is afgekeurd op bekleding, ook niet voldoet qua kruinhoogte. Ook bestaat de mogelijkheid dat toepassing van de nieuwe normering ertoe leidt dat verbetering van een bepaald traject niet meer noodzakelijk is om te voldoen aan de nieuwe norm PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 33 van 45

34 6. Innovaties Dit hoofdstuk beschrijft de product- en procesinnovaties. Inmiddels zijn er twee onderzoeken gestart m.b.t. de productinnovaties, te weten steenzettingen en asfaltbekledingen. Deze concrete onderzoeken zijn geïnitieerd door Bureau Zeeweringen/RWS/Deltares respectievelijk RWS/Stowa/ENW/Deltares, en zijn als laaghangend fruit meegenomen in deze fase van de POV. Op basis van de output van de gesprekken met de stakeholders (hoofdstuk 4) en marktbenadering kunnen eventuele nieuwe initiatieven worden opgenomen in fase 2. Voor dit onderdeel wordt nauw samengewerkt met de Taskforce Deltatechnologie. De voorgestelde onderzoeken zijn nog niet uitgewerkt in concrete projectvoorstellen. Landelijk hebben de waterschappen de opgave om de versterkingsprojecten die zijn voortgekomen uit de derde toetsronde sneller en goedkoper te realiseren (ten opzichte van het HWBP2 en het programma Ruimte voor de rivier). Dit kan worden bereikt door het beter benutten van bestaande kennis en implementeren van product- en procesinnovaties in de projecten. Voldoende handelingsvrijheid voor overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen aan de voorkant van het proces in combinatie met een aantal concrete handvatten en richtlijnen voor de uitvoering van projecten zijn daarbij essentieel. Hoe dit te bereiken is, is verwoord in de notitie Innovatiekansen voor 1e programma (bijlage 1). In het kader van de innovatiestrategie zijn de kansen en belemmeringen voor innovaties geïnventariseerd aan de hand van lopende ontwikkelingen en initiatieven. De kansen en belemmeringen zijn vervolgens ingedeeld naar de MIRT-fasen: verkenningsfase, planuitwerkingsfase, realisatiefase en beheer- en onderhoudsfase. Aan de verkenningsfase zijn onder andere de navolgende beschikbare en kansrijke innovaties toebedeeld: Multifunctioneel ruimtegebruik / deltadijk / overslag- dan wel overloopbestendige dijk Bouwen met de natuur (benutten vooroever) Beperken ruimtebeslag (vormvaste concepten als INSIDE-technieken) Als belemmeringen voor het beter toepassen van technische innovaties in projecten zijn genoemd: Nieuwe kennis en innovatie staan per definitie niet in voorschriften, er zijn geen duidelijke uitgangspunten en spelregels voor innovatieve projecten (overheid en bedrijfsleven). Er zijn geen spelregels voor het accepteren van nieuwe kennis en innovaties buiten vastgestelde kaders en leidraden (beheerder en bedrijfsleven). Er vindt geen modelmatige afweging plaats op basis van levensduurkosten, een integrale benadering van oever en dijk ontbreekt. Het gevolg is dat de belastingbetaler duurder uit is (overheid). Om innovatie te stimuleren is ervoor gekozen om in de verkenningsfase voorbereidend praktijkonderzoek voor 100% te vergoeden. Hierbij is de kanttekening geplaatst dat dit moet bijdragen aan het sneller en goedkoper realiseren van het hele programma. Kennis en innovatie kennen veel verschillende betekenissen. Innovatie betreft niet alleen productinnovaties, maar ook procesinnovaties. In de POV wordt op beide sporen ingezet. 6.1 Productinnovaties Productinnovaties hebben betrekking op een waterkering of een (functioneel) onderdeel van een waterkering waarvoor uitvoeringsmethoden, toets- en/of ontwerpregels nog niet beschreven zijn in een vastgesteld voorschrift, Eurocode, leidraad of technisch rapport. Onderscheid wordt gemaakt in nieuwe kennis, productinnovaties en uitvoeringsinnovaties. Het uitbreiden en ontsluiten van ervaringen en wetenschappelijk onderzoek spelen hierbij een belangrijke rol PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 34 van 45

35 Het Rijk stuurt op innovaties voor het efficiënter toetsen, ontwerpen, versterken en beheren van waterkeringen. Veel innovaties ontstaan door initiatieven vanuit het bedrijfsleven en kennisinstellingen. In de POV moet worden verkend of er initiatieven zijn die in ieder geval haalbaar, realistisch en overstijgend toepasbaar zijn. M.a.w. geen locatiegebonden oplossingen. Daarnaast moet worden onderzocht wat van deze initiatieven het effect en de efficiëntie is om aan te kunnen tonen of e.e.a. kan leiden tot innovatieve producten. In de POV wordt in eerste instantie breed gekeken naar ideeën en initiatieven voor de verbeteringsopgave. Zodra alle initiatieven zijn opgehaald, worden deze beoordeeld. De kans bestaat dat er onderzoeken, ontwikkelingen of initiatieven worden geïdentificeerd die als zeer kansrijk worden beoordeeld, maar die niet passen binnen de kaders van deze POV of geen zekere winst opleveren. Dan wordt gekeken of ze in een ander programma buiten de POV een plaats kunnen krijgen. Een nevendoel van deze methode is om de omgeving in de breedste zin van het woord bewust te laten worden van de opgaven die voor ons liggen en hiermee draagvlak te creëren voor het vervolgtraject. Voor de verkenning van de initiatieven wordt o.a. gebruikgemaakt van de gesprekken met de stakeholders en benadering van de markt. Zie hiervoor hoofdstuk 4. De waterkeringen in dijkring 6 kenmerken zich door een klassieke opbouw. Het buitentalud is opgebouwd uit diverse steenzettingen (basalt, basalton, koperslakblokken, betonblokken en Noorse steen) en asfalt. Het bovenste deel van het buitentalud, de kruin en het binnentalud zijn veelal bekleed met gras, doorgroeistenen en klinkers. Ook zijn er volledig groene dijken en dijken met voorlanden in het gebied. In Friesland zijn het vooral bekledingen van steen, asfalt en gras die als onvoldoende sterk beoordeeld worden. In Groningen zijn dijken afgetoetst op bekleding (steen, gras en asfalt), zettingsvloeiing/macrostabiliteit en dijkhoogte. Derhalve is er in deze fase van de POV eerst gekeken naar de faalmechanismen binnen de dijkring en naar innovaties op het gebied van bekledingen waarvan de resultaten op korte termijn kunnen worden verwacht en die producten opleveren die een vrijwel zekere winst opleveren voor de projecten, en daarna ook direct toepasbaar zullen zijn. In POV-fase 1 zijn inmiddels drie kansrijke initiatieven met betrekking tot productinnovatie opgenomen, te weten: steenzettingen asfaltbekledingen brede groene dijk Steenzettingen De golfoploopreductie van steenzettingen, eventueel in combinatie met andere maatregelen, is van belang bij het oplossen van een onvoldoende kruinhoogte. Door het in rekening kunnen brengen (mee laten wegen) van de specifieke stabiliteit van steenzettingen kunnen deze efficiënter aangelegd worden en kunnen toekomstige renovaties van reeds aangelegde steenzettingen worden uitgesteld (uitstel van afkeuring door in rekening kunnen brengen van verborgen sterkte). Hiervoor is grootschalig modelonderzoek noodzakelijk in de Deltagoot van Deltares. Dit onderzoek is gaande. De proeven in de bestaan uit: stabiliteitsproeven conform het, bijna genormeerde, standaard proevenprogramma voor de sterkte oploopproeven op Hillblocks en dambordconfiguraties PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 35 van 45

36 Het onderzoek is mede geïnitieerd door het bureau Zeeweringen. Dat heeft veel ervaring met zuilen (onderzoek, ontwerp en uitvoering). Opdrachtgever voor dit onderzoek is DG RWS (J.H. Donkers). Uitvoerende partij is Deltares. De POV maakt onderdeel uit van het team dat het onderzoek begeleid. Tabel 11: Onderzoek steenzettingen Scope onderzoek Uit te voeren onderzoek(en) Verwacht resultaat Het verkrijgen van meer kennis van de verschillende typen steenzettingen, zowel qua stabiliteit als qua golfremming, met als doel toekomstige dijkverbeteringen beter afgewogen te kunnen uitvoeren Stabiliteits- en oploopproeven Efficiëntere aanleg van steenzettingen; hierdoor kan naar verwachting in het nhwbpprogramma een besparing worden geboekt van ca. 40M. Tevens winst te boeken voor omgeving en milieu (duurzaamheid) Bureau Zeeweringen / Trekker / uitvoerder Kosten / bijdrage vanuit POV Tijdsbesteding (uren Totaal ca. 20 maanden/ 420 uur (t/m 2014: 240 uur /2015: 180 uur) - / doorlooptijd) Planning 2013, 2014 en 2015 Afhankelijk van het verloop van het onderzoek in relatie tot het aantal verschillende blokken van leveranciers/producenten die getest moeten gaan worden, wordt naar verwachting het onderzoek begin volgend jaar (2015) afgerond en zullen aansluitend de resultaten van het onderzoek worden gepubliceerd. Asfaltbekledingen Op zee- en meerdijken ligt er in Nederland 500 km asfaltbekleding. Deze bekleding is in het verleden vaak toegepast omdat deze sterk is, relatief goedkoop is en snel is aan te leggen. Veel asfaltbekledingen (80%) zijn ouder dan 30 jaar en beginnen mankementen te vertonen. Een aantal kilometers asfalt is inmiddels afgekeurd en er volgt de komende jaren meer, gezien de leeftijdsopbouw van het areaal. Het onderzoek richt zich op het verbeteren van twee typen gangbare asfaltdijkbekleding, te weten waterbouwasfaltbeton (dicht mengsel) en open steenasfalt. De innovatie betreft, onder meer, het verbeteren van het asfaltmengsel en de aanlegmethode. Tevens wordt onderzocht in welke mate en hoe (hoogwaardig) het oude asfaltmateriaal kan worden gerecycled. Hier kan geleerd worden van ontwikkelingen in de wegenbouw. Er is ook aandacht voor de onderlaag onder het asfalt. Kan het onderliggende zand beter worden verdicht, of kan er gewerkt worden met een funderingslaag (bijvoorbeeld van asfaltpuin) die niet te doorlatend is? Ten gevolge van veroudering ontstaan scheuren in het asfalt die kunnen leiden tot uitspoeling van het onderliggende zand. Er wordt nagedacht over maatregelen om dit tegen te gaan. Aanleg van een funderingslaag onder de asfaltbekleding is een mogelijkheid. Door proefvakken aan te leggen moet worden aangetoond of de aanlegkwaliteit en de duurzaamheidsprognose zijn verbeterd. Conform de LCC-methodiek moet uiteindelijk worden aangetoond dat asfalt beter scoort dan een gezette steenbekleding en daarmee een sneller (qua aanleg) en goedkoper alternatief is voor dijkbekledingen PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 36 van 45

37 Tabel 12: Onderzoek asfaltbekledingen Scope onderzoek Uit te voeren onderzoek(en) Verwacht resultaat Het toepasbaar maken van beschikbare kennis vanuit de wegenbouw op asfaltmengsels en de aanlegmethode ervan op dijken Aanleggen van proefvakken Aantonen van verbetering van kwaliteit en duurzaamheid waterbouwasfalt. Bij toepassing van deze verbeterde mengsels kan een kostenbesparing worden gerealiseerd van 50 33% t.o.v. steenbekledingen. RWS/Stowa/ENW/Deltares Trekker / uitvoerder Kosten / bijdrage POV Tijdsbesteding (uren 24 maanden / uur (2014:264 uur, 2015: 200 en 2016: 196 uur) / doorlooptijd) Planning 2014, 2015 en 2016 In deze eerste fase van de POV wordt nader overleg gevoerd met de initiërende partijen over welke onderdelen van het totaal onderzoek echt nodig zijn en zo meerwaarde (kunnen) opleveren voor de POV. Daarnaast moet worden bekeken welke rol de POV in dat traject kan gaan vervullen. Gezien de fase waarin dit onderzoek op dit moment zit en de gehele looptijd wordt dit onderwerp in fase 2 van de POV ( ) nader uitgewerkt. Brede Groene Dijk Op verschillende trajecten van dijkring 6 is bij de derde toetsing de grasbekleding als onvoldoende beoordeeld. Binnen het Deltaprogramma Waddengebied is onderzoek gedaan naar innovatieve dijken in het Waddengebied. Een van deze innovatieve dijken is een Brede Groene Dijk. Uit de pilotstudie Groene Dollard Dijk ook uitgevoerd in opdracht van het Deltaprogramma Waddengebied is het volgende gebleken: Een Brede Groene Dijk is een veilige, innovatieve dijk, die op locaties met aangrenzende kwelders naar verwachting goedkoper is dan een traditionele dijk met een harde bekleding, die prachtig in het unieke landschap past en waarvoor een breed draagvlak bestaat. Maar er zijn nog verschillende vragen die nader moeten worden verkend om de meerwaarde van deze Brede Groene Dijk binnen de gehele dijkring 6 te kunnen vaststellen. Een van de onderzoeksvragen die moet worden beantwoord is of de Brede Groene Dijk kan worden gerealiseerd met klei die wordt gewonnen door gebruik te maken van het slibvangend vermogen van kwelders. De verkenning van de kansen van een Brede Groene Dijk sluit aan op de innovatie GRAAG (Graven, Rijpen, Aanleggen, Aangroeien, Graven) die in oktober 2013 bij het nhwbp is ingediend. Het onderzoek richt zich op de kwaliteit van de klei op de aan de dijk grenzende kwelders en de geschiktheid om hiermee - eventueel na rijping een Brede Groene Dijk aan te leggen. Door benutting van lokaal beschikbare klei hoeft deze niet van elders te worden getransporteerd. Zo kunnen aanzienlijke kostenbesparingen worden gerealiseerd (inschatting 0,5 M per km). Naast kostenvoordelen heeft een Brede Groene Dijk meerwaarde voor natuur en landschap. De benutting van klei uit de hoge kwelder leidt, door verlaging (verjonging), tot het terugzetten van de vegetatie-successie, waardoor een meer soortenrijke kwelder ontstaat (meerwaarde Kaderrichtlijn water (KRW) en Natura 2000, en voor landschap en recreatieve beleving) en reduceert de stikstofverrijking (sluit aan bij PAS-maatregel). Na afgraving kunnen gebieden gaan fungeren als slibvang, wat bijdraagt aan het verminderen van het slibprobleem in de Eems-Dollard en mogelijk baggerbezwaren in het aangrenzende vaarwaters en havens kan reduceren. Daarbij hoogt het gebied op en zo kan op langere termijn weer nieuwe klei worden gewonnen. In alle gevallen dient een Brede Groene Dijk landschappelijk aantrekkelijk te zijn en een eigen waarde te hebben PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 37 van 45

38 Het onderzoek moet leiden tot een praktisch toepasbare en duurzame cyclische koppeling van veiligheid en kwelderverjonging door middel van kleiwinning. Op dit moment worden de totale kosten voor de onderzoeken en pilots geraamd op 1.25 M 1.45M. De totale bijdrage hierin voor de POV wordt geraamd op ca M. Tabel 13: Onderzoek kleiwinning op kwelders Scope onderzoek Onderzoek naar de geschiktheid van kleimateriaal vanaf de kwelders/schorren voor toepassing in dijken Uit te voeren onderzoek(en) Veldproeven en laboratoriumonderzoek naar de fysische eigenschappen en effectieve bewerkingen van het materiaal Verwacht resultaat Gewonnen klei vanaf de kwelders/schorren blijkt (na bewerking) geschikt voor toepassing in dijklichamen en kan een besparing opleveren tot 0.50M per km dijk Trekker / uitvoerder Consortium GRAAG Kosten / bijdrage POV / Tijdsbesteding (uren / 24 maanden / 460 uur (2014:184 uur, 2015: 138 uur en 2016: 138 uur) doorlooptijd) Planning 2014, 2015 en 2016 Tijdens POV-fase 1 wordt onderzoek gedaan naar de geschiktheid van de klei en wordt bepaald welke onderdelen echt nodig zijn en verder moeten worden uitgezocht om een te meerwaarde hebben voor de POV. Eén van deze onderdelen is bijvoorbeeld dat er bij gebleken geschiktheid, veldproeven moeten worden opgezet om te bepalen hoeveel klei er vanaf de kwelders kan worden gewonnen en op welke wijze. Ook de juridische aspecten die hierbij een rol spelen zullen nader moeten worden onderzocht. In het Plan van Aanpak Fase 2 (2015 e.v.) zullen deze onderdelen worden opgenomen en verder geconcretiseerd. 6.2 Procesinnovaties Bij procesinnovaties gaat het o.a. over de koppeling van innovatieve dijkconcepten aan ambities voor natuur, recreatie en (lopende) gebiedsontwikkelingen. In het Deltaprogramma Waddengebied zijn een aantal dijkconcepten als kansrijk benoemd: overslagbestendige dijk, rijke dijk, dijk met biobouw, standaarddijk met innovatieve elementen, overstroombare dijk, robuuste dijk, oeverdijk, standaarddijk met kwelderwal en parallelle dijken. In de Eemsdelta wordt onderzocht of de meerlaagse veiligheid een meer kosteneffectieve oplossing is dan dijkversterking. In 2014 vindt een verdiepingsslag met de omgeving en de markt plaats. Voor details over dit proces wordt verwezen naar hoofdstuk PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 38 van 45

39 7. Communicatie In dit hoofdstuk wordt de aanpak van het onderdeel Communicatie beschreven. Voor de communicatie met de stakeholders wordt een individuele- of clusterstrategie geschreven (zie 4.3). In 2014 wordt een strategisch communicatieplan opgesteld in samenwerking met de communicatieafdelingen van de waterschappen. Betrokkenheid van de communicatieafdelingen van de waterschappen is voor het slagen van dit project van groot belang. Zij zijn een belangrijke interne stakeholder omdat zij de toegang naar zowel de interne organisatie (bestuur en medewerkers) hebben, als kennis van de externe omgeving. De SOM-aanpak (beschreven in hoofdstuk 4) is sterk gerelateerd aan het werkgebied communicatie, daarom is het belangrijk dat deze afdelingen goed aangesloten zijn. Zij opereren in de projectomgeving en weten van actuele ontwikkelingen en mogelijke meekoppelkansen. Daarnaast is het goed om gebruik te maken van de ervaring en deskundigheid van de communicatieafdelingen bij het formuleren van een communicatiestrategie. Ze worden actief betrokken bij de totstandkoming van de communicatiestrategie en het plan met de invulling van middelen en activiteiten. De Projectgroep Omgevingsmanagement is echter leidend in het proces, omdat de individuele communicatie met stakeholders de verantwoordelijkheid is van de omgevingsmanager (zie 4.3). Deze kent de inhoud tot in detail en kan dus de belangen en standpunten schetsen. Belangrijk in dit gezamenlijke traject is daarom het uitspreken van de individuele belangen en verwachtingen (van waterschappen, communicatieafdelingen, Projectgroep Omgevingsmanagement) om zo tot een geschikte rol- en taakverdeling te komen. De taken en verantwoordelijkheden worden benoemd en verdeeld om misverstanden verderop in het proces te voorkomen. 7.1 Producten communicatie POV-fase 1 In de POV-fase 1 wordt een communicatieplan opgesteld, in nauwe samenwerking met de afdelingen van de waterschappen. In dit plan zijn de algemene communicatiedoelstellingen en - strategie van het project beschreven, verschillende scenario s en mogelijke communicatieacties, kansen en risico s. Verder wordt in het plan beschreven welke acties gezamenlijk worden uitgevoerd en welke individueel (Projectgroep Omgevingsmanagement en separate afdelingen communicatie van de deelnemende waterschappen). Er wordt een duidelijke rolverdeling geformuleerd. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden beschreven. Dit plan wordt in de eerste maanden van 2014 geschreven, gelijktijdig met het opstellen van het stakeholdersdossier (zie 4.3). Input vanuit dit dossier is relevant voor het communicatieplan. Vervolgens wordt de strategie in 2014 in uitvoering gebracht. Tabel 14: Strategisch communicatieplan Scope onderzoek Opstellen Strategisch Communicatieplan Uit te voeren onderzoek(en) n.v.t. Verwacht resultaat Strategisch Communicatieplan Trekker / uitvoerder POV Waddenzeedijken Kosten / bijdrage POV communicatiemiddelen 5000,- Tijdsbesteding (uren / doorlooptijd) alle waterschappen 300 uur / 9 maanden Planning April Dec PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 39 van 45

40 8. Projectbeheersing Wetterskip Fryslân is penvoerder namens dijkring 6, voert het financiële beheer en geeft opdrachten aan derden. De waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa s houden een eigen urenadministratie bij en declareren periodiek de geboekte uren volgens een afgesproken uurtarief. Voor de interne projectbeheersing wordt gewerkt volgens de systematiek zoals deze bij Wetterskip Fryslân gehanteerd wordt voor alle investeringsprojecten. Voor de rapportage naar de programmadirectie wordt gebruik gemaakt van het format van de programmadirectie. Voor de projectbeheersing wordt gebruik gemaakt van het Dashboard zoals dat in gebruik is bij Wetterskip Fryslân. Ten behoeve van de beheersing heeft het projectmanagement de beschikking over het projectinformatiesysteem, waarin de volgende onderwerpen zijn opgenomen: planning; actualiteit; risico s en beheersmaatregelen; prestaties (scope); krediet (=budget) en cashflow prognose; financieel overzicht (verplichtingen, boekingen en einde-werk-inschatting voor kosten en uren). In bijlage 6 is het dashboard Programmamanagement nhwbp weergegeven. Een deel van dit reeds bestaande dashboard is vanaf 1 juli 2013 gebruikt voor de POV-activiteiten binnen Wetterskip Fryslân. Bij de start van de POV-fase 1 wordt een nieuw dashboard ingericht. 8.1 Kwaliteitsborging Procedures en audits Om de kwaliteit van de werkprocessen te borgen wordt in de eerste helft van 2014 een procedurehandboek opgesteld. Hierin worden de belangrijkste procedures uitgewerkt, waaronder: besluitvormingsprocedure, onder mandaat, kwaliteitsborging producten, document- en versiebeheer. Om de interne processen te toetsen en waar nodig te verbeteren, worden interne audits uitgevoerd. Voor het uitvoeren van deze interne audits wordt begin 2014 een auditplan opgesteld. De insteek is om 2 keer per jaar een interne audit te laten uitvoeren. De onderwerpen voor deze audits worden in het auditplan opgenomen. Dit auditplan wordt door de opdrachtgever vastgesteld. Kwaliteit projectorganisatie Vanuit de dijkring-6-organisatie zijn medewerkers vrijgemaakt om een professioneel IPM-team te kunnen vormen. Het kennisniveau van de projectorganisatie en het verder groeien in de rollen wordt uitgebouwd door uitwisseling van kennis en ervaring met andere waterschappen. Daarnaast wordt er actief deelgenomen aan de door de programmadirectie aangeboden opleidingsmogelijkheden en gebruik gemaakt van facilitatie. Scope In dit plan van aanpak is de projectdefinitie beschreven. In de voortgangsrapportages richting de interne opdrachtgever, de besturen en de programmadirectie nhwbp wordt gerapporteerd over de scope. Bij scopewijzigingen wordt hierover apart met de programmadirectie gesproken en consequenties in tijd en geld worden inzichtelijk gemaakt ten behoeve van besluitvorming bij herbeschikkingsmomenten PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 40 van 45

41 Gehanteerde kaders en handreikingen Voor het opstellen van dit plan van aanpak zijn de volgende versies gehanteerd: Referentiekader nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma, :A d.d. 11 april 2013; Handreiking verkenning, werkversie 1 d.d. 24 juli 2013; Concept regeling subsidies hoogwaterbescherming 2014, geen versienr. Toegestuurd aan DB d.d ; Concept Handreiking subsidiabele kosten verbetering primaire waterkeringen, juli 2013; Concept Kaders en templates Hoogwaterbeschermingsprogramma, 9 september 2013; Rolprofielen IPM van de expertgroep projectmanagement d.d Planning Het doel van de planning is het beheersen en sturen van het project op het aspect tijd. De planning is ook een vast agendapunt in het periodieke overleg van het IPM-team. De detailplanning wordt bijgehouden in MS project, waarvan maandelijks een update wordt uitgevoerd. De planning is nu nog in excelformat. In Q worden deze vertaald naar een MS-projectplanning, waarbij ook de tijdrisico s uit het risicoregister worden toegevoegd. Met deze MS-projectplanning zullen de afhankelijkheden in de diverse sporen direct zichtbaar worden gemaakt. In de Subsidieregeling nhwbp wordt de PPI (Project Planning Infrastructuur) methodiek voorgeschreven als planningsmethodiek. Een probabilistische planning is een planning waarbij de prognose van de uiteindelijke doorlooptijd van het project en de trefzekerheid (uitgedrukt in een marge met bijbehorende betrouwbaarheid) berekend worden. In bijlage 7 is voor fase 1 de planning opgenomen voor de looptijd van het totale project. Deze is nu nog in excelformat. Om te controleren of de einddatum van de verkenning en het totale project nog reëel is, wordt de PPI-planning in Q volledig opgezet op basis van het bijgevoegde excelformat en 2 keer per jaar geactualiseerd. Dit gebeurt onder andere op basis van het herziene risicodossier, de actuele voortgang en nieuwe inzichten m.b.t. geraamde doorlooptijden. Wijzigingen van de planning worden in het IPM-team besproken. Indien doorlooptijden wijzigen, wordt dit aan de opdrachtgever, het bestuur en de Programmadirectie gerapporteerd voor zover deze significante invloed hebben op de cruciale mijlpalen. Aan het eind van de POV-fase 1 vindt een uitgebreide PPIsessie plaats ten behoeve van het plan van aanpak voor de planuitwerking/realisatie fase Raming (kosten en uren) Voor de POV is een raming opgesteld volgens de SSK-systematiek voor de totale looptijd voor het project. Hierbij is voor een aantal onderdelen gebruikgemaakt van niet uitgewerkte ramingen. We gaan er van uit dat in de POV naast de Onderzoeken steenzetting, asfaltbekleding en brede groene dijk nog 4 onderzoeken uitgevoerd gaan worden. In de begroting is zijn deze 4 onderzoeken opgenomen voor het gemiddelde bedrag van de andere 3 onderzoeken. Deze 7 onderzoeken zijn ook begroot, zowel voor wat betreft de onderzoekskosten als de begeleidingsuren. Ook de personeelsinzet van de drie waterschappen (ca uur) en de kosten van inhuur van expertise zijn opgenomen in de SSK-raming. Voor verrekening van de uren van de waterschappen wordt gebruikgemaakt van de integrale loonkosten plus, conform de Handleiding Overheidstarieven. De totale raming komt uit op 6,97 miljoen (zie bijlage 8). Hierbij is rekening gehouden met een risico-opslag conform het memo van HWBP (d.d ) betreffende risicoreservering PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 41 van 45

42 De totale geraamde kosten zijn als volgt verdeeld over de jaren: Tabel 15: De totale geraamde kosten verdeeld over de jaren: Periode Bedrag t/m ,06 miljoen ,83 miljoen ,94 miljoen ,14 miljoen Totaal 6,97 miljoen We gaan ervan uit dat er per kalenderjaar 2 maal bevoorschot wordt. Driemaandelijks wordt de voortgang van de kredietbesteding en uitputting capaciteit intern besproken(dashboardgesprek). Hierover wordt 4 keer per jaar in de managementrapportage t.b.v. de directie en bestuur gerapporteerd en in de voortgangsrapportage aan de Programmadirectie (volgens het nog aan te leveren format). In najaar 2014 wordt de begroting geactualiseerd t.b.v. de beschikking voor het Plan van Aanpak fase 2. De te volgen procedures rondom administratieverplichtingen en afhandeling facturen worden in het procedurehandboek vastgelegd. 8.4 Risicobeheersing Risicomanagement neemt binnen de nhwbp-projecten een belangrijke plaats in. Door de risicoverdeling zoals die met het rijk is afgesproken in de subsidieregeling, is de beheerder verantwoordelijk voor de beheersing van praktisch alle risico s. Een goede risicobeheersing is cruciaal om het project binnen scope, geraamde tijd en kosten uit te voeren. Met risicoanalyses wordt inzichtelijk gemaakt wat de belangrijkste risico s zijn die het projectresultaat (uitgedrukt in tijd en geld) kunnen bedreigen. Op basis hiervan wordt besloten welke beheersmaatregelen getroffen moeten worden. Daarnaast helpt het expliciet maken van deze risico s ook in de communicatie met de opdrachtgever(s). De knelpunten worden ook voor hen goed inzichtelijk en zij kunnen op basis hiervan besluiten welke stappen gezet gaan worden. Het bewust accepteren van risico s is hierbij ook een mogelijkheid. Het gaat erom dat iedereen weet welke risico s bewust worden aangegaan en voor welke risico s maatregelen getroffen moeten worden. Risicomanagement helpt bij het focussen op de hoofdzaken binnen de projecten. Het belangrijkste resultaat van risicomanagement ligt in het vergroten van het risicobewustzijn bij de mensen die betrokken zijn bij het project en het verkrijgen van inzicht in kansen en bedreigingen die van invloed zijn op de realisatie van het project. Inventarisatie, actualisatie en vastlegging Het risicodossier wordt 4 keer per jaar compleet geactualiseerd. Dit wordt gedaan op basis van risicobijeenkomsten met ten minste het IPM-team en de inhoudelijk deskundigen die in die fase van de verkenning goed zicht hebben op potentiële risico s en beheersmaatregelen. Elke IPM-rolhouder is verantwoordelijk voor het signaleren en beheersen van de risico s binnen zijn werkgebied. Elk geïnventariseerd risico krijgt een uniek nummer en wordt belegd bij één van de IPM-rolhouders. De manager projectbeheersing en risicomanager ondersteunt hierbij door bijeenkomsten te organiseren, gesprekken te voeren en de verslaglegging rondom de risico s te organiseren. De risico s met consequenties voor tijd en geld zijn input voor de PPI en de SSK-raming en worden direct en herkenbaar door vertaald PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 42 van 45

43 Ten minste één keer per 6 weken staat risicomanagement op de agenda van het IPM-teamoverleg. Hier worden risicovolle onderwerpen geagendeerd en de top 5 risico s in tijd en geld besproken en de uitgevoerde en uit te voeren beheersmaatregelen. Tevens komt de uitputting van de risicoreservering aan de orde. Deze is in de begroting meegenomen onder benoemde risico s en onvoorzien. Deze uitputting wordt apart geregistreerd in een register. Het risicomanagement wordt ook terugkerend besproken tijdens de voortgangsgesprekken met de opdrachtgever. In de managementrapportage, die 4 keer per jaar t.b.v. de directie en bestuur wordt opgesteld, is risicomanagement een vast onderdeel. Hier wordt gecommuniceerd over de toprisico s en de uitputting van de risicoreservering. In de voortgangsrapportages aan de Programmadirectie worden eveneens de toprisico s benoemd, waarbij expliciet gemaakt wordt of de programmadirectie verantwoordelijk is voor de gevolgen bij het realiseren van een risico, of dat de waterschappen verantwoordelijk zijn. Het complete overzicht met actuele risico s voor de verkenningsfase is vastgelegd in het risicodossier, zie ook bijlage 9. De volgende risico s zijn het eerste kwartaal als de belangrijkste binnen dit project onderkend: POV mislukt omdat de markt niet met nieuwe ideeën komt; beschikbaar budget voor onderzoeken (HRVW, steenzetting en asfalt is niet toereikend; uitkomsten onderzoeken zijn niet toepasbaar; beoordeling kansrijke oplossingen stagneert door te late start stakeholdersanalyse; trage of geen besluitvorming m.b.t. Waddengebied ten gevolgen van de vele overheden die een rol spelen in het Waddengebied. Met beheersmaatregelen als het opstellen van heldere uitvraag, duidelijke begrotingen en een goede beheersing, worden deze risico s zo goed mogelijk gemanaged. 8.5 Documentatie en informatie Voor de uitvoering van de verkenning is een grote hoeveelheid aan informatie nodig. In deze informatieparagraaf wordt daarom beschreven hoe deze wordt verkregen en vastgelegd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de volgende soort informatie: documenten, ruimtelijke informatie en sturingsinformatie. Documentaire informatievoorziening Veel documenten worden via mail uitgewisseld en in de projectenmap gearchiveerd. Documenten op basis waarvan besluiten worden genomen, vastgelegde afspraken, contractdocumenten en voortgangsrapportages aan het bestuur en stakeholders worden geregistreerd en vastgelegd in het postsysteem (Corsa) conform de vigerende systematiek bij Wetterskip Fryslân. Ruimtelijke informatie Voor de uitvoering van de projecten van het programma nhwbp is diverse ruimtelijke (geografische) informatie nodig. Dit zijn o.a. gegevens van legger- en beheerregister, eigendomsgegevens, gegevens van vergunningen en toetsingen. De informatie wordt grotendeels door de drie waterschappen gegenereerd vanuit bestaande informatie. Daarnaast wordt een deel van de informatie betrokken van externe partijen. Uitwisseling van informatie met andere organisaties Binnen het programma nhwbp wordt veel informatie uitgewisseld met derden. Mogelijk is er behoefte aan een locatie waar bestanden eenvoudig met derden kunnen worden gedeeld. Uitgezocht moet worden op welke wijze hierin kan worden voorzien PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 43 van 45

44 In het najaar van 2014 wordt de uitwisseling van informatie geëvalueerd en waar nodig verbeterd. Doel is dat ieder lid van de projectorganisatie snel bij alle relevante informatie kan komen en er een adequaat versiebeheer is. 8.6 Meerjarige doorkijk Conform de vigerende kaders wordt er voor de gehele looptijd van de POV (zowel voor de 1 e als voor de 2 e fase) één beschikking afgegeven in Naar aanleiding van de definitieve vaststelling van het plan van aanpak fase 2 POV kunnen er aanpassingen komen op deze beschikking PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 44 van 45

45 Bijlagen Bijlage 1: Notitie Innovatiekansen voor 1e programma Bijlage 2: Veiligheidsopgave resultaten 3e toetsing. Bijlage 3: Stakeholders Bijlage 4: Eerste advies Taskforce Deltatechnologie (TFDT) Bijlage 5: Nieuwe normering Bijlage 6: Dashboard Bijlage 7: Planning Bijlage 8: Projectraming Bijlage 9: Risicodossier PvA POV WADDENDIJKEN.doc Pagina 45 van 45

46 Bijlage 1: Notitie Innovatiekansen voor 1e programma Bijlagen bij POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak POV-W

47 Bijlage: Innovatiekansen voor 1 e programma Bijlage nhwbp 2013/186 Ambitie en uitgangspunten Op 4 december 2012 heeft de stuurgroep ingestemd met de kennis- en innovatiestrategie van het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nhwbp). Het doel van deze strategie is om het programma slimmer, sneller en doelmatiger uit te voeren. In 2013 is het eerste concept programma gereed gekomen en zijn concrete projecten gedefinieerd op basis van urgentie. De ambitie voor de projecten is om het productievolume (in km/ jaar) te verhogen en de kosten per km (in / jaar) te reduceren. Het uitdagen van bedrijfsleven en kennisinstellingen om met innovaties te komen bij de start van de verkenningen, in combinatie met een aantal concrete handvatten en richtlijnen voor de uitvoering van projecten, zijn daarbij essentieel. De innovatiestrategie heeft betrekking op het beter toepassen van bestaande en nieuwe kennis en het implementeren van product- en procesinnovatie in de uitvoeringsprojecten. In deze notitie noemen we dit verder innovaties maar omvat dus meer dan enkel technische innovaties. Voor het succesvol benutten van innovaties staan de volgende uitgangspunten centraal: a. Innovaties koppelen we aan projectoverstijgende of reguliere verkenningen (dus geen apart innovatieprogramma naast projecten). b. Businesscases zijn het middel om potentiële innovaties te laten landen in projecten. c. Keringbeheerder is opdrachtgever van (projectoverstijgende) verkenning d. Businesscases worden ontwikkeld vanuit de gouden driehoek (kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid). Businesscases In 2013 zijn de volgende businesscases uitgevoerd: 1. Businesscase Piping 2. Businesscase Waddenzee (hoogte en bekleding) 3. Businesscase Macrostabiliteit (o.a. Dijken op veen) 4. Businesscase Zettingsvloeiing 5. Businesscase Multifunctionele keringen (voorland) 6. Businesscase Kunstwerken 7. Businesscase Slim programmeren (verkleinen versterkingsopgave) De uitwerking van de businesscases heeft geresulteerd in een eerste groslijst van 32 potentiële kennis- en productinnovaties (bijlage 1). Met deze innovaties wordt verwacht het programma slimmer, sneller en doelmatiger uit te kunnen voeren. Bij het opstellen van deze lijst met potentiële innovaties is nauw samengewerkt en aangesloten bij lopende kennis- en innovatieprogramma s zoals RWS Corporate Innovatie Programma, Stichting IJkdijk, Flood Control, WTI 2017, Vereniging van Waterbouwers en Topsector Water (Taskforce Deltatechnologie). Het bleek lastig om de businesscase Kunstwerken verder te concretiseren omdat basisinformatie ontbrak. Deze case is voorlopig afgevallen. Het programmabureau kiest ervoor om samen met de keringbeheerders de benodigde basisinformatie eerst te verzamelen en het probleem nader te analyseren. Na deze tussenstap kan de businesscase in een later stadium worden uitgewerkt in 1

48 samenwerking met bedrijfsleven en kennisinstellingen. Hiervoor is ook de tijd omdat in het eerste programma de aanpak van kunstwerken niet het meest urgent zijn. De businesscase Slim programmeren is een apart geval. De procesinnovaties uit deze case kunnen niet worden gekoppeld aan projecten maar dragen wel bij aan een meer doelmatig en slimmer programma. De innovaties uit deze case zullen een plek krijgen in het referentiekader en de handreikingen zoals nu worden opgesteld. Kansenscan Via een kansenscan is de kansrijkheid van de 32 potentiële kennis- en productinnovaties ingeschat op basis van expertoordeel en kengetallen. Dit leidt tot een overzicht van kansrijke innovaties bij de start van de verkenningen van projecten (zowel regulier als projectoverstijgend). In figuur 1 staat de uitkomst van de kansenscan. De kansrijkheid van de innovatie is gebaseerd op de relatieve prestatie (risico en draagvlak), het aantal dijkvakken waarbij de innovatie in potentie kan worden ingezet en de potentiële kostenbesparing van de innovatie. De prestatie van een innovatie (y-as) is gebaseerd op de beoordeling van een aantal aspecten m.b.t. technische haalbaarheid, effectiviteit, meerwaarde en draagvlak. Het financiële rendement van de innovatie (x-as) is een functie van aantal km s te versterken dijkvakken en de potentiële kostenbesparing van de innovatie t.o.v. traditionele maatregel (bijvoorbeeld het aanleggen van een berm bij bestrijden van piping in landelijk gebied). Figuur 1 Resultaat kansenscan businesscases (groen = koppelen reguliere verkenningen, geel = projectoverstijgende verkenning en rood = even niets doen) In de scan is onderscheid gemaakt tussen de innovaties uit de businesscases Macrostabiliteit (vierkant), Piping (ruit), Zettingsvloeiing (rondjes), Multifunctionele keringen (driehoek) en 2

49 Waddenzee (flippertje). De codes in de figuur corresponderen met de 32 potentiële innovaties zoals opgenomen in bijlage 1. Uit de figuur kunnen vier kwadranten worden onderscheiden. Bij elke kwadrant hoort een ander handelingsperspectief. Voor het slimmer, sneller en doelmatiger realiseren van het programma zijn de potentiële innovaties met een hoog investeringsrendement het meest interessant (kwadrant II en III). Dit zijn de innovaties die in de figuur rechts van de verticale streep staan. Kwadrant I: Alleen voor specifieke projecten meerwaarde In dit kwadrant bevinden zich de innovaties met een laag financieel rendement met relatieve hogere prestatie. Dit zijn innovaties die leiden tot meer ruimtelijke kwaliteit en meervoudig gebruik van de dijk (multifunctionaliteit). Deze innovaties kunnen alleen worden toegepast in specifieke projecten. Op programmaniveau zal dit niet leiden tot grote kostenbesparingen. Het rendement van deze innovaties kan worden vergroot door cofinanciering via andere belanghebbenden. Kwadrant II: Direct toepassen in project (laag hangend fruit) in dit kwadrant bevinden zich de innovaties die een relatieve hogere prestatie en in potentie een hoog rendement hebben. Door het beperkte risico kunnen deze innovaties direct opgenomen worden in reguliere verkenningen, waarbij de innovatie op een beperkt aantal dijkvakken ingezet kan worden. Als er relatief veel dijkvakken zijn waarbij de innovatie kan worden ingezet dan is een projectoverstijgende verkenning zinnig. Kwadrant III: Breed onderzoeken (inclusief testen en valideren) Door de relatief lage prestatie, als gevolg van (technische) onzekerheden of aan gebrek van draagvlak, is het risico voor de innovaties in dit kwadrant relatief groot. Echter, door het hoge financiële rendement zijn deze innovaties op programmaniveau wel erg interessant. Voor deze innovaties is het nodig om voorbereidend praktijkonderzoek te doen. Bijvoorbeeld door het uitvoeren van praktijkproeven in projectoverstijgende verkenning. In dit praktijkonderzoek kunnen productinnovaties verder worden getest en gevalideerd en kan het (bestuurlijk) draagvlak voor de innovatie worden gezocht. Kwadrant IV: niet oppakken Innovaties in dit kwadrant hebben relatief lage prestatie en een laag rendement. Het risico is voor het programma nog te groot om de innovatie te dragen. Deze innovaties vallen dus af voor eerste het eerste programma Conclusies Uit de kansenscan volgt een groot aantal innovaties die in potentie veel kunnen bijdragen aan het slimmer, sneller en doelmatiger realiseren van het programma. Geconcludeerd wordt dat: Iedere businesscase kan leiden tot een kostenbesparing voor het programma van 10 tot 50 miljoen. Uitzondering zijn de potentiële innovaties uit de businesscase Multifunctionele keringen. Deze leiden maximaal tot een besparing van 10 miljoen. Rondom piping bestaan veel kansen voor innovatie. Sommige productinnovaties zoals waterontspanners (P5) en filterconstructies (P7) zijn in het verleden al eens toegepast. Met andere productinnovaties (vb geotextiel, P4) is nog minder ervaring opgedaan. Hiervoor is nog een aanzienlijke inspanning nodig om aan te tonen dat deze innovaties uitvoerbaar en efficiënt 3

50 zijn. Investeringen in deze maatregelen hebben niettemin voor het programma een groot rendement. De meeste winst wordt behaald door het ontwerp niet te baseren op de generieke pipingregel maar gebruik te maken van een pipingmodel waarmee rekening kan worden gehouden met locatiespecifieke omstandigheden (P3). Gegeven de totale opgave van het programma en de maatschappelijke urgentie is een projectoverstijgende verkenning nodig. Langs de Waddenzee staat een groot aantal dijkvakken op de groslijst waarbij de bekleding en / of hoogte onvoldoende zijn. De omvang van het probleem bij de Waddenzeedijken biedt voldoende ruimte voor innovaties. Het nauwkeuriger (locatiespecifiek) bepalen van de hydraulische belasting (WD4 en WD5) leidt vrijwel overal tot reductie van de ontwerpbelasting (en dus een kleinere versterkingsmaatregel). Met productinnovaties (grasdijk, WD3, andere steentypen, WD2) kan de maatregel goedkoper worden uitgevoerd terwijl procesinnovaties (gebruik voorland, MKK3 of multifunctioneel gebruik, MFK5) de waarde van de maatregel kan verhogen. Aanbeveling is om deze innovatiekansen uit te werken in een projectoverstijgende verkenning. De businesscase Macrostabiliteit beschrijft veel productinnovaties (o.a. Inside technieken, MS6, korte damwanden, MS5) en kennisontwikkelingen (sterkte veen, zonering, ongedraineerd rekenen, MS1) die bijna gereed zijn om in een project toe te passen. Voor een enkel project zijn de risico s (tijd/geld/kwaliteit) te groot om de nieuwe kennis of innovatie te implementeren. Deze risico s kunnen worden verkleind in een projectoverstijgende verkenning. Aangezien er op dit moment veel ontwikkelingen rondom macrostabiliteit zijn (CIP, KIS, HWBP2, WTI2017), is het aan te bevelen om het komende jaar met betrokkenen een roadmap op te stellen waarin wordt aangegeven hoe nieuwe inzichten door het uitvoeren van projecten voor het totale programma toepasbaar kan worden gemaakt. Deze roadmap kan later leiden tot een projectoverstijgende verkenning. De businesscase Zettingvloeiing beschrijft een aantal ontwikkelingen rondom nieuwe kennis en productinnovaties. De meest belovende productinnovaties (verdichting ZV5 en versterkt sediment, ZV4) zijn echter onvoldoende uitontwikkeld om al in projecten toe te passen terwijl de opgave rondom zettingvloeiing onvoldoende groot is om deze innovaties in een project overstijgende verkenning verder uit te werken. Toepassen van nieuwe kennis, die voor het WTI 2011 is en voor het WTI 2017 wordt ontwikkeld, kan met weinig inspanning leiden tot kleinere opgave voor projecten. In de praktijk zijn veel succesverhalen bekend over multifunctionele waterkeringen. Toepassing van multifunctionele keringen is echter sterk afhankelijk van de lokale situatie. In de meeste gevallen zijn daarbij de kostenbesparingen gering. Wel is sprake van een sterke toename van de waarde van de maatregel (MFK2 t/m MFK5). In de verkenningen van projecten dient de multifunctionele keringen als reëel alternatief te worden meegenomen. Een projectoverstijgende verkenning ligt niet voor de hand. 4

51 Voorstel implementatie innovaties in projecten Om bovenstaande kansrijke innovaties (kwadranten II en III uit figuur 1) in de projecten van het 1 e programma te laten landen, stelt het programmabureau het volgende voor: Voor het eerste programma in te zetten op de projectoverstijgende verkenning Piping (inclusief grondonderzoek), Waddenzee en Centraal Holland. De beschikbare kennisinnovaties voor Waddenzee (WD4, WD5), Macrostabiliteit (MS1a, MS1b en MS2), Zettingsvloeiing (ZV1, ZV2) te ontsluiten naar de projecten die gaan starten met verkenningen en hen te vragen wat ze nodig hebben om deze kennis te gebruiken. Nu geen grootschalig grondonderzoek op te starten vanuit programmabureau en vooralsnog geen projectoverstijgende verkenningen voor Kunstwerken en Macrostabiliteit op te starten. Wel deze zaken vanuit programmabureau komend jaar op achtergrond voorbereiden in samenwerking met keringbeheerders, kennisinstellingen en bedrijfsleven zodat we binnen enkele jaren een voortvarende start kunnen maken. Bedrijfsleven, kennisinstellingen en keringbeheerders uitdagen ieder jaar nieuwe businesscases te ontwikkelen en in te dienen bij programmabureau voor de vaststelling van het nieuwe programma. Programmabureau beoordeelt op basis van bovenstaande kansenscan opnieuw de kansrijkheid van ingediende businesscases en geeft stuurgroep een advies hoe de kansrijke innovaties te laten landen in het 2 e programma Voor innovaties uit kwadrant 3 faciliteiten vanuit programmabureau ontwikkelen voor testen en valideren van nieuwe technieken. Voorstel is om samen met programma HWBP-2 proefvakken aan te bieden aan bedrijfsleven (waterbouwers, advieurs en ICT-ers) en hun uit te dagen te komen met gevalideerde toepassingen (inclusief toetsregels) die bijdragen aan sneller, slimmer en doelmatiger realiseren van programma. Het testprogramma wordt in eerste instantie gekoppeld aan de opgave uit de projectoverstijgende verkenning Piping en Waddenzee (zie figuur), maar op termijn zullen ook verbindingen met de andere innovaties worden gelegd. Het programmabureau vraagt waterschappen om potentiële proefvakken uit HWBP-2 en nhwbp aan te melden. 5

52 Bijlage 1: groslijst potentiële innovaties voor 1 e programma code Beschrijving innovatie P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7 WD1 WD2 WD3 Optimaliseren ontwerp door rekening te houden met geologische processen, heterogeniteit van de ondergrond en tijdsafhankelijkheid van zowel de belasting als het pipingproces zelf. Combinatie monitoring en LCC analyse. Door monitoren kan meer informatie over de ondergrond worden verkregen waardoor de pipingmaatregel kleiner kan worden uitgevoerd. Integrale pipinganalyse. Op dit moment zijn de ontwerpregels gebaseerd op een deelproces van piping, te weten kanaalvorming onder de dijk. Voordat kanaalvorming kan optreden moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan, zoals opbarsten van de deklaag en overschrijding van het zogenaamde heave-criterium, waarbij vervloeiing van het zand als gevolg van verticale stroming opreedt. Daarnaast leidt niet in alle gevallen kanaalvorming tot een doorbraak. Door naar het totale pipingproces te kijken is het op sommige locaties niet nodig een maatregel te treffen. Toepassen van een verticaal ingebouwd geotextiel. Door een verticaal geotextiel in het grensgebied tussen watervoerend zandpakket en afdekkende kleilaag aan te brengen kan geen doorgaande kanaalvorming plaatsvinden. Het principe is numeriek uitgewerkt en getest met een laboratorium en full scale test in de IJkdijk. Waterontspanners. Door de stijghoogte in het watervoerende zandpakket te verlagen is er onvoldoende aandrijvend potentiaal voor het op gang brengen van het pipingproces aanwezig. Deze techniek is inmiddels op meerdere locaties in Nederland toegepast (Opijnen, Jaarsveld) DMC buis. Door de stijghoogte met een horizontale drain in het zand te verlagen is er onvoldoende aandrijvend potentiaal voor piping. Voordeel van deze techniek is dat het drainagevermogen actief gestuurd kan worden. Filterconstructie. Door toepassen van een innovatieve filterconstructie wordt het uitspoelen van zand en daarmee het optreden van piping voorkomen. Deze techniek is al eerder in Nederland toegepast (Spijkse dijk) maar er zijn voorbehouden voor wat betreft het benodigde extra onderhoud en de verwachte kweltoename. Het toepassen van andere materialen (Basalton, Hydroblock en Ronaton, Hillblocks en C-fixal) dan Betonzuilen bij vervanging van steenbekledingen kan leiden tot kostenbesparing. Het toepassen van dijkbekledingen met een golfreducerende rol bij waterkeringen met onvoldoende sterkte steenbekledingen in combinatie met Hoogte te kort. Het toepassen van flauwer ondertalud met grasmat en dikkere kleibekleding (groene dijk) i.p.v. harde bekleding. Lopende ontwikkelingen WTI 2017 Flood control 2100 WTI 2017 CIP, IJkdijk, initiatief Rivierenland Best practices CIP, IJdijk, Flood Control 2015 Best practices CIP onderzoek Hillblock, PBZ, WTI 2017 CIP onderzoek Hillblock, PBZ Groene Dollarddijken, DP Wadden 6

53 WD4 WD5 MS1a MS1b MS2 MS3 MS4 Vertaling van hydraulische belastingen op uitvoerlocaties, die typisch op meter van de teen van de kering liggen, naar de teen van de kering tbv opname in sterkte model. Invoeren van tijdinformatie en ruimtelijke correlatie in de verschillende bealstingmodellen. Met name het eerste wordt thans niet of via een zeer schematische weergave van het tijdverloop in rekening gebracht. Optimaliseren traditioneel ontwerp (berm/taludverflauwing) met nieuwe kennis en inzichten sterkte veen, ongedraineerd rekenen en waterspanningen in dijken. Kennis en rekenmodellen die de laatste jaren in de verschillende onderzoeksprogramma s is ontwikkeld kan worden gebruikt Door toepassen inzichten en kennis uit Dijken op Veen en WTI 2017 kan de sterkte van veen en slappe (organische) klei beter worden bepaald. Ander speerpunt hierbinnen betreft nieuwe kennis en inzichten betreffende waterspanningen in dijken. Optimaliseren traditioneel ontwerp door gebruik nieuwe stabiliteitsmodellen (Bishop c en phi 0, Spencer van der Meij) en bijbehorende modelfactoren. Deze aspecten kunnen ook als onderdeel van het ontwerpinstrumentarium worden opgepakt. Het ontwerpinstrumentarium (Technisch rapport macrostabiliteit: TRMD) is echter nog nergens belegd. Hetzelfde geldt voor enkele andere in het TRMD weergegeven zaken. Zonering en reststerkte:optimaliseren traditioneel ontwerp door verder uitwerken veiligheidsfilosofie (zonering/ reststerkte). Niet elke afschuiving leidt tot falen van de dijk. Er is altijd sprake van reststerkte, na het afschuiven van het binnentalud van een dijk, maar dit is afhankelijk van de plaats aan de binnenzijde waar de afschuiving plaatsvindt Op basis van reststerkte onderzoek (binnen SBW Golfoverslag) kan de zoneringsmethode (benutten overhoogte en overbreedte en daarbij ook restbreedte) worden verbeterd waardoor de methode ook voor golfoverslagdebieten > 0.1 l/m/s kan worden toegepast. Hierdoor kan in voorkomende gevallen veel winst worden behaald. Dit aspect kan ook als onderdeel van het ontwerpinstrumentarium worden opgepakt (SBW Golfoverslag).(Resultaten worden medio september 2013 verwacht) Optimalisering door monitorings- en rekentechniekeng: De laatste jaren is een enorme stap gezet in de ontwikkeling van monitorings- en rekentechnieken. Door deze technieken voor ontwerp en uitvoering van dijkversterkingen in te zetten kan het ontwerp worden geoptimaliseerd en de uitvoeringstijd worden verkort. Als de technieken worden afgestemd op processen voor inspectie, toetsen, ontwerp en calamiteitenbestrijding is een enorme efficiëntie te halen bij het beheer van waterkeringen. Optimaliseren damwandontwerpen generiek:in vergelijking tot de toepassing van traditionele ontwerpen is voor de toepassing van constructieve maatregelen zoals damwandconstructies minder kennis en ervaring. In de huidige praktijk worden vaak niet gevalideerde en conservatieve uitgangspunten gehanteerd. Nieuwe kennis, en betere/eenduidiger methodes en richtlijnen kunnen worden gebruikt. WTI 2017 WTI 2017 SBW 2011, WTI 2017, Dijken op Veen, Marker-meerveen ontrafeld SBW 2011, WTI 2017 Floodcontrol 2015 / 2100, IJkdijk, Livedike, DAM, DDSC Corrosieonderzoek HWBP2, Best practices (staffelen, buispalen, ) SBW 2017 (Treem), ontwerprichtlijn stabiliteitschermen 7

54 MS5 MS6 MS7 Onder andere vanuit HWBP2 (bijv. corrosietoeslag) en WTI 2011 (bijv. ontwikkeling TREEM en ontwerprichtlijn stabiliteitschermen) zijn de laatste tijd diverse onderzoeken uitgevoerd ter invulling van kennisleemten. Optimaliseren damwandontwerpen locatie specifiek met korte damwanden en waterontspanners: In het verleden is veel onderzoek gedaan naar korte damwanden (damwanden die meters onder het maaiveld worden afgewerkt, als o.a. kostenbesparend alternatief voor lange verankerde damwanden (1). Deze kunnen effectief zijn in gebieden waar een zandlaag met hoge waterspanningen opdrijven veroorzaakt. Ondanks gevalideerde methode (uitgevoerde centrifugeproef) dient voor uitvoering de inbreng methode nog nader te worden onderzocht. Inside technieken(dijkdeuvels, MIP, Dijkvernageling): Binnen Inside zijn diverse innovatieve technieken, Dijkdeuvels, MIP en Dijkvernageling beproefd. De technieken zijn nog niet uitontwikkeld. Daarbij wordt opgemerkt dat bij Waterschap Rivierenland de aanbesteding van de dijkversterking KIS is gestart. Dit is een functionele aanbesteding waar bijzondere waterkerende constructies door de aannemer moeten worden ontworpen en geïnstalleerd. Een aanbieder mag hier ook met een aanbieding komen met 'niet bewezen' technieken, waarvoor speciale toetsings- en acceptatieprocedures zijn opgesteld. Geotextielen/Geogrids:Geotextielen / geogrids worden in de wegenbouw veelvuldig toegepast. Voor waterkeringen kan hiermee de macro-stabiliteit worden verhoogd. Toepassing wordt in ieder geval gezien tijdens de uitvoering. Daar waar minder ruimte voor dijkversterking is, bijvoorbeeld a.g.v bebouwing wordt verwacht dat geogrids een kosteneffectieve oplossing kan zijn. Best practices, onderzoek korte damwanden Inside, KIS, HWBP2 onbekend MS8 Versterkt sediment voor macrostabiliteit: Belgie ZV1 ZV2 ZV3 ZV4 Kennis en rekenmodellen die de laatste jaren voor het WTI 2011/2017 is ontwikkeld, maar niet gebruikt in de toetsing, kan worden gebruikt voor het beter in kaart brengen van het probleem. (Betreft uitvoering gedetailleerde toets, deze is in SBW toets ontwikkeld en is nog niet opgenomen in de vigerende VTV)) Zettingsvloeiingen treden met name op los in losgepakt zand. Met nieuwe onderzoekstechnieken kunnen deze losgepakte zandlagen beter worden geïdentificeerde en gekarakteriseerd. Denk hierbij aan Innovatieve sensoren. (Betreft geavanceerde toets, hiervoor zijn in de vigerende VTV nauwelijks handvatten gegeven. Ook dit is in concept TR Zettingsvloeiing nieuw geïntroduceerd. Steenbestortingen. Door na te gaan op welke wijze steenbestortingen het risico op zettingsvloeiing reduceren, kan deze maatregel mogelijk worden geoptimaliseerd. Een innovatieve, alternatieve methode voor steenbestorting is het toepassen van versterkt sediment als taludstabilisatie. SBW 2011, WTI 2017, TUD, FP7 (MPMDREDGE) SBW 2011, WTI 2017, CIP 2013 Oosterschelde CIP ZV5 Een innovatieve, alternatieve methode voor steenbestorting is het toepassen van het verdichten van het talud door middel van trilnaalden CIP 8

55 MFK1 MFK2 MFK3 MFK4 MFK5 Hybride kustversterkingen A. Scheveningen, Noordwijk, Katwijk, dijk-in-duin: combinatie van onderwateroever, strandophoging, verborgen hard bekleed dijktalud onder smal duin. B. Zwakke Schakel Noord-Holland, zachte oplossing. C. Zwakke Schakel Zeeuws Vlaanderen: combinatie veiligheid + recreatie / natuur. Oeverdijk Hoorn Edam Amsterdam A. In samenhang met recreatieve inrichting. B. In samenhang met natuurlijke inrichting. Voorlanden als golfremmer A. Dijksectie Broekerhaven, dijkversterking Enkhuizen Hoorn, 25 meter breed nieuw voorland à 2 meter kruinverlaging. B. Zoals A. meerdere voorbeelden bekend. Building with nature A. Grote zandmotor langs Delflandse Noordzeekust. B. Kleine zandmotor langs Friese IJsselmeerkust. C. Golfremmende werking griendbos Kop van t Land (Eiland van Dordrecht). Eco-engineering Waddenzee A. Zandige dijk Prins Hendrikpolder Texel. B. Deltaprogramma Waddengebied stimulatie kweldervorming. C. Kwelderwal Delfzijl. Zwakke Schakels HWBP2 HWBP1 BWN HWBP2 9

56 Bijlage 2: Veiligheidsopgave resultaten 3 e toetsing Bijlagen bij POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak POV-W

57 Verbeteropgave kustbescherming Waddengebied (scope) Op basis van de toetsing van de primaire waterkeringen door de waterkeringbeheerders geven de provincies een veiligheidsoordeel. Het oordeel van de provincies Groningen en Fryslân op basis van de derde toetsingsronde is dat dijkring 6 niet aan de norm voldoet. Waterschap Hunze en Aa s Het waterschap Hunze en Aa's is op basis van het technisch oordeel en het beheerdersoordeel voor alle beoordelingssporen en dijkvakken tot een veiligheidsoordeel (VO) gekomen. Met uitzondering van de Uitwateringssluis Nieuw Statenzijl en de Keersluis Munterzijl hebben ook alle kunstwerken een veiligheidsoordeel gekregen. Voor de twee genoemde kunstwerken is de eindscore op 'Geen oordeel' blijven steken. (In de oplegnotitie inzake de verlengde 3e toetsing is aangetoond dat ook bovengenoemde kunstwerken voldoen aan de eisen voor de primaire kering). Het uiteindelijke resultaat van de toetsing van de primaire waterkering van het waterschap Hunze en Aa's is, dat 21,5 km van de 27,4 km niet aan de norm voldoet (78,5%). Voor het waterschap Hunze en Aa's is bij de verbetertrajecten het uitgangspunt dat voorkomen moet worden dat een dijkvak binnen enkele jaren meermaals wordt belast met een dijkversterking, om de overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Voorts wil het waterschap per dijktraject onderzoeken of er zwaarwegende argumenten zijn om geen integrale dijkversterking uit te hoeven voeren, maar een verbeteringswerk per beoordelingsspoor. Waterschap Noorderzijlvest Het waterschap Noorderzijlvest is op basis van het technisch oordeel en het beheerdersoordeel voor alle beoordelingssporen en dijkvakken tot een veiligheidsoordeel gekomen. Het uiteindelijke resultaat van de toetsing van de primaire waterkering van het waterschap Noorderzijlvest is, dat 22,3 km van de 66 km niet aan de norm voldoet (35%). Onderstaand is een overzicht gegeven van de afgekeurde onderdelen van de primaire waterkering in beheer bij waterschap Noorderzijlvest. Het waterschap Noorderzijlvest heeft een aantal verbetertrajecten benoemd, waarvoor maatregelen opgesteld gaan worden, te weten: aanbrengen stabiliteitsberm binnendijks en vervangen grasbekleding, binnen zone B, en deels vervangen van de steenbekleding (5 km) vanaf km 27,0 tot km 38,7 (deel Delfzijl - Nieuwstad) vervangen grasbekleding, binnen zone B, vanaf km EH 2,0 tot km EH 4,0 (deel Eemshaven) vervangen steenbekleding vanaf km 50,0 tot km 50,8 (deel Emmapolder) integrale dijkversterking van km 82,0 tot km 89,5 (deel Lauwersmeerdijk) kruinverhoging vanaf km 90,1 tot km 90,3 (deel haven Lauwersoog) aanpassing afvalwaterleiding Hoogkerk - Waddenzee nabij km 66,8 (Noordpolder) aanpassing Noordgastransportleiding nabij km 54,8 (Emmapolder) Voor het waterschap is bij de verbetertrajecten het uitgangspunt dat voorkomen moet worden dat een dijkvak binnen enkele jaren meermaals wordt belast met een dijkversterking, om de overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Voorts wil het waterschap per dijktraject onderzoeken of er zwaarwegende argumenten zijn om geen integrale dijkversterking uit te hoeven voeren, maar een verbeteringswerk per beoordelingsspoor. Bij de vaststelling van de toetsrapportage op 1 september 2010 heeft het algemeen bestuur van het waterschap Noorderzijlvest tevens een krediet van ,= beschikbaar gesteld voor het opstellen van een plan van aanpak voor de voorbereiding van versterkingswerken van 22,3 km primaire waterkering. Wetterskip Fryslân Wetterskip Fryslân gebruikt het technische oordeel als eerste basis voor het beheerdersoordeel. In veel gevallen is het beheerdersoordeel dan ook gelijk aan het technische oordeel. Wetterskip Fryslân heeft een aantal beheerdersoordelen geformuleerd die afwijken van de technische score. Het betreft situaties waar het Bijlage 2 bij POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak POV-W

58 technisch oordeel volgens het Voorschrift Toetsen op Veiligheid (VTV) geen uitsluitsel geeft over de stabiliteit van de bekledingen (gras en diverse typen steenbekledingen). Daarnaast wijkt Wetterskip Fryslân voor een aantal dijkvakken af van het technische oordeel voor asfalt vanwege nieuwe technische inzichten. Wetterskip Fryslân volgt in alle gevallen het beheerdersoordeel voor het uiteindelijke veiligheidsoordeel. Het beheerdersoordeel is uitgebreid gerapporteerd en beschreven in [WF10] en [WF11]. Hieronder wordt nader ingegaan op de belangrijkste beheerdersoordelen. STBK: Steenbekledingen Over ruim 28 km lengte wordt geen technische score bereikt voor (ingegoten) basaltbekleding. Dit is het gevolg van het feit dat het programma Steentoets geen uitsluitsel geeft over de toplaagstabiliteit van dit type bekleding. Dit komt doordat er een grijs gebied zit (score twijfelachtig ) tussen de criteria voor score voldoende en score onvoldoende. Om tot een veiligheidsoordeel te komen heeft Wetterskip Fryslân in het beheerdersoordeel aanvullende criteria opgesteld om in dit grijze gebied wel tot een oordeel te komen. De criteria zijn opgesteld in overleg met de helpdesk Water. Van de 28 km (deels ingegoten) basaltbekleding met de technische score 'geen oordeel' krijgt ruim 20 km basaltbekleding de score onvoldoende in het beheerdersoordeel. Over ruim 2 km is nader onderzoek nodig en de resterende 6 km scoort in het beheerdersoordeel goed. Daarnaast zijn er voor diverse andere steenbekledingen over relatief kleine afstanden beheerdersoordelen gebruikt om tot een score te komen. Hiervoor wordt verwezen naar [WF10] en [WF11]. STBK: Grasbekleding (en HT: hoogte) Over relatief grote lengten zijn grasbekledingen met een zandgehalte in de zode van meer dan 50% aanwezig. In combinatie met een matige zodekwaliteit schrijft het VTV dan voor dat gras in zone C en D geavanceerd beoordeeld moet worden. Deze geavanceerde methode is echter niet uitgewerkt in het VTV. Ook de beoordeling op hoogte in gevallen met een overslagdebiet groter dan 0,1 l/s/m resulteert in de score geen oordeel omdat het gras in zone D geen oordeel scoort. Voor zowel gras in zone C als D heeft Wetterskip Fryslân uitvoerig overleg gevoerd met de helpdesk Water over hoe hiermee om te gaan. Voor gras in zone D, en daarmee ook op het toetsspoor hoogte wordt voor de dijkvakken met technische score 'geen oordeel' (totaal 18 km) het beheerdersoordeel 'voldoende' gegeven op basis van de ervaringen met de golfoverslagproeven. De grasbekledingen in zone C met technische score 'geen oordeel' (bijna 28 km) krijgen het beheerdersoordeel 'onvoldoende'. Deze score wordt gegeven conform advies van de helpdesk Water. STBK: Asfalt Wetterskip Fryslân heeft voor bijna 6 km asfalt een afwijkend beheerdersoordeel opgesteld. De technische toets geeft aan dat de bekledingen voldoen. De huidige technische toets is gebaseerd op een rechte vermoeiingslijn. Het Expertise Netwerk Water en specialistisch adviseur KOAC-NPC adviseren op basis van de nieuwste technische inzichten om uit te gaan van een kromme vermoeiingslijn. Daarom heeft Wetterskip Fryslân in het beheerdersoordeel gebruikgemaakt van berekeningen met een gekromde vermoeiingslijn. Hieruit volgt dat de bekleding onvoldoende scoort. De uitkomsten volgens deze berekeningen sluiten bovendien aan bij de kennis en ervaring van Wetterskip Fryslân met de snelheid van de degeneratie van asfalt. Voor de dijkstrekkingen en kunstwerken die niet aan de norm voldoen heeft Wetterskip Fryslân een inschatting gemaakt van de benodigde verbeterwerkzaamheden. De betreffende dijkvakken zijn aangemeld bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma. In de aanloop naar het HWBP zal ook een beter zicht op de kosten komen. Een deel van dijkvakken die onvoldoende getoetst zijn staan al op het HWBP (o.a. piping probleem IJsselmeer en beton en koperslakblokken Waddenzee). Deze zijn hier niet herhaald. Wetterskip Fryslân stelt voor om de dijkvakken langs IJsselmeer en Waddenzee met 'onvoldoende -scores integraal te verbeteren. Bij het selecteren van de verbetermaatregelen is daarom 50 jaar vooruit gekeken. Bijlage 2 bij POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak POV-W

59 Bijlage 3: Stakeholders Bijlagen bij POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak POV-W

60 Bijlage 3a - Issue-analyselijst Procesonderdeel Issue Algemene info kenmerken issue media juridisch relaties openstaand stakeholders omschrijving, historie, recent Bijvoorbeeld: tastbaar, zichtbaar, begrijpelijk, emotioneel hoe ligt het spelen of speelden er zaken andere projecten en issues bijvoorbeeld zaken die nog geregeld moeten worden, oplossingsrichti ngen e.d. Uitgebreide stakeholderan alyse op dezelfde manier: belang, macht, legitimiteit, urgentie, emotie, redenatie, financien Bijlage 3 bij POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak POV-W

61 Bijlage 3b -Analysetabel standpunten en belangen Datum toevoeging Procesonderdeel Stakeholder Belang stakeholder participatieniveau Issue 2 Issue 3 Issue 4 Issue 5 etc Toelichting: Voor uitgebreide issue analyse en stakeholder analyse zijn aparte documenten, dit is samenvoeging daarvan 18-nov nov-13 6-mrt-14 Deltaprogramma Waddengebied; Deltaprogramma Veiligheid; Programma naar een Rijke Waddenzee participeren/inform eren, hoog/middel/lacommuniceren e.d. standpunt en belangen standpunt en belangen standpunt en belangen 18-nov-13 6-mrt nov nov-13 Taskforce Deltatechnologie Rijkswaterstaat Noord Nederland; standpunt en belangen standpunt en belangen 18-nov nov nov-13 Provincie Fryslan etc. 18-nov-13 Provincie Groningen 18-nov-13 Gemeente De Marne 18-nov nov-13 Gemeente Eemsmond 18-nov nov-13 Gemeente Delfzijl 18-nov nov-13 Gemeente Harlingen 18-nov nov-13 Gemeente Dongeradeel 18-nov nov-13 Gemeente Het Bildt 18-nov nov-13 Gemeente Ferwerderadiel 18-nov nov-13 Gemeente Franekeradeel 18-nov nov-13 Gemeente Oldambt 18-nov-13 6-mrt waddenacademie 6-mrt waddenvereniging waddenfonds Alterra Belangenvereniging en (nog splitsen) Beroepsscheepvaar t Collega waterschappen Commissie bodemdaling Deltaprogramma Veiligheid, nieuwbouw, herstructurering Deltares Duitse dijkbeheerders Ecoshape/ Building With Nature Eigen WS_projecten Eigenaren/ beheerders kwelders Gasunie EU Groningen Seaports Hogescholen (no splitsen) HHNK LTO Ministerie EZ Ministerie I&M Bijlage 3 bij POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak POV-W

62 Bijlage 3b -Analysetabel standpunten en belangen Datum toevoeging Procesonderdeel Stakeholder Natuurbeheer/ staatsbosbeheer Netwerk beheerders Noordelijke ondernemers Nuon? Essent? Programmabureau nhwbp Provincies (nog splitsen) Recreatievaart Regiecollege wadden STOWA TU's (nog splitsen) Visserij Schelpen? Belang stakeholder participatieniveau Issue 2 Issue 3 Issue 4 Issue 5 etc Toelichting: Voor uitgebreide issue analyse en stakeholder analyse zijn aparte documenten, dit is samenvoeging daarvan Bijlage 3 bij POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak POV-W

63 Bijlage 4: Eerste advies Taskforce (TFDT) Bijlagen bij POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak POV-W

64 EERSTE ADVIES TASKFORCE DELTATECHNOLOGIE (TFDT) aan het Kernteam POV Waddenzee, onderdeel van het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma Datum: 14 november 2013, versie 1.0 Inleiding Nederland toetst sinds 1996 periodiek of de primaire keringen aan de veiligheidsnormen voldoen. De laatste toetsronde toont aan of de primaire waterkeringen op de peildatum 15 januari 2011 (al dan niet) aan de veiligheidsnormen voldoen. Totaal zijn vierendertig projecten en drie projectoverstijgende verkenningen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma opgenomen. Bij een aantal projecten speelt een vergelijkbare problematiek. In plaats van deze verkenningen los uit te voeren, is vanuit efficiencyoverwegingen gekozen voor projectoverstijgende verkenningen (POV). Het is immers effectiever en goedkoper om gebundeld in een groter gebied naar alternatieve oplossingen te zoeken. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma bevat drie POV s: Piping, Waddenzee en Centraal Holland. Op 30 september 2013 heeft het kernteam van de POV Waddenzee kennisgemaakt met een delegatie van de TFDT. In dit gesprek heeft het kernteam aan de TFDT de vraag gesteld waarin de TFDT haar kan adviseren. Het kernteam heeft de TFDT gevraagd een voorstel te doen hoe het adviserend en uitvoerend bedrijfsleven mee kan werken aan deze verkenning. Onderhavige notitie is hiervoor een eerste aanzet. De voorgestelde aanpak is gebaseerd op een algemeen stappenplan zoals is ontwikkeld tussen de TFDT en het programmabureau nhwbp. Deze aanpak is nog niet projectspecifiek gemaakt. Onderhavige notitie geeft hiertoe wel een voorzet. Onderstaand figuur geeft de relatie weer tussen de POV Waddenzee en de kennis- en innovatiestrategie van het nhwbp. Doel POV Waddenzee Het doel van de POV Waddenzee is om projectoverstijgend onderzoek uit te (laten) voeren naar oplossingsrichtingen die leiden tot het sneller, beter en goedkoper uitvoeren van de dijkversterkingen binnen dijkring 6 en binnen vergelijkbare dijktrajecten elders in Nederland. De drie waterschappen Fryslan, Noorderzijlvest en Hunze en Aa s werken samen in een projectorganisatie. Dit is een belangrijk winstpunt.

65 De verkenning is in twee delen geknipt. In 2014 worden kansrijke oplossingsrichtingen en benodigde onderzoeken geïnventariseerd en worden enkele actuele onderzoeken gestart. In de periode worden de overige onderzoeken uitgevoerd en worden alle resultaten beoordeeld. De POV Waddenzee leidt niet tot een voorkeursalternatief, maar geeft duidelijkheid over een aantal kansrijke oplossingsrichtingen en de wijze waarop deze in de projectverkenningen meegenomen zullen worden. Mission statement TFDT De TFDT zorgt voor toegang tot de kennis en expertise van het bedrijfsleven met de focus op projecten. De TFDT wil met haar inzet een bijdrage leveren aan het vertrouwen tussen opdrachtgever(s) en het bedrijfsleven. De TFDT levert een bijdrage aan het beperken van de maatschappelijke kosten, door in te zetten op een kosteneffectief aanbestedingstraject (kwaliteit is leidend), beperking van overhead, waardecreatie en ruimte voor innovatie. Dit doet zij door in te zetten op een vroegtijdige marktbenadering waarbij de markt ruimte krijgt tot maximale doelrealisatie. De voorwaarde voor succes is een goede functionele uitvraag en expertise bij zowel opdrachtgever en opdrachtnemer. Daarnaast is een duidelijke rol van ENW/Deltares van belang om innovatie breed gedragen te krijgen. Dit betekent maatwerk per project. Focus op concrete projecten is essentieel om de noodzakelijke veranderingen (sneller, beter en goedkoper) voor het nhwbp te bewerkstellingen. De TFDT zal in samenspel met het waterschap en het programmabureau per project een advies opstellen. Visie Deelprogramma Waddengebied van het Deltaprogramma Als TFDT zien we een mooie kans voor het kernteam om voort te bouwen op de resultaten van het Deelprogramma Waddengebied van het Deltaprogramma. Het vormt een basis om kansrijke concepten in de praktijk te onderzoeken. In het deelprogramma Waddengebied zijn twee kansrijke strategieën beschreven: zandige kust en Waddenzee en primaire waterkeringen. De eerste strategie beslaat met name de zandige kust van de wadden en zandsuppleties. De tweede strategie gaat over koppeling van innovatieve dijkconcepten aan ambities voor natuur, recreatie en lopende gebiedsontwikkelingen.

66 Er zijn vijf dijkconcepten als kansrijk benoemd: rijke dijk, dijk met biobouw, standaarddijk met innovatieve elementen en standaarddijk met kwelderwal. In de Eemsdelta wordt onderzocht of de meerlaagsveiligheid een meer kosteneffectieve oplossing is dan dijkversterking. Advies TFDT TFDT heeft een basis aanpak opgesteld voor de benadering van de nhwbp projecten. Deze basis aanpak is als bijlage aan dit document toegevoegd. Het invullen van het advies voor POV Waddenzeedijken is maatwerk. De TFDT vindt het positief dat er door het kernteam van POV wordt gekozen voor een systeembenadering en dat de krachten zijn gebundeld. TFDT kan in haar advies aan kernteam op de volgende onderwerpen uitwerken: het adviseren van een methode om snel en slim tot kansrijke innovatieve alternatieven te komen. het adviseren van een efficiënte en effectieve marktbenadering om benodigde project specifieke onderzoeken tijdig uit te kunnen voeren. het eenvoudig en behapbaar houden van de opgave. het in het kaart brengen van het innovatief proces welke ruimte biedt voor de innovatie en kansrijke dijkconcepten. Bronnen Brief van 24 mei 2013 van TFDT naar UVW met committent van de vertegenwoordigers van topsector Water door ondertekeningen van de brief Projectenboek 2014, nhwbp 3/10/13 van Ate Wijnstra, lid kernteam POV Waddenzee, n.a.v. bespreking kernteam met TFDT op 30/9/13 Plan van aanpak TFDT voor het nhwbp Presentatie van Jasper Tamboer Werkplan 2014 Team kennis & innovatie van 31 oktober 2013 Cobouw 9 oktober 2013, artikel Voor Rijkswaterstaat is co-creatie de toekomst Samenvattend verslag van projectbureau Bijlage Plan van aanpak TFDT voor het nhwbp (eindconceptversie 5 november 2013)

67

68

69

70

71

72

73

WADDENDIJK 2.0. Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Plan van Aanpak

WADDENDIJK 2.0. Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Plan van Aanpak WADDENDIJK 2.0 Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Plan van Aanpak POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak - 1 april 2014 AKKOORD OPDRACHTGEVER AKKOORD PROJECTMANAGER NAAM Jannes Krol NAAM

Nadere informatie

INTEGRAAL PROJECTMANAGEMENT BIJ RIJKSWATERSTAAT

INTEGRAAL PROJECTMANAGEMENT BIJ RIJKSWATERSTAAT INTEGRAAL PROJECTMANAGEMENT BIJ RIJKSWATERSTAAT Integraal Projectmanagement bij Rijkswaterstaat Beknopte leaflet voor externen Versie: februari 2012 Voor meer informatie: Freek Wermer specialist projectmanagement

Nadere informatie

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013.

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013. PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013. Zwolle, 20 november 2013 Nr. Bestuur-4232 Aan het algemeen bestuur Onderwerp: HWBP Plannen van Aanpak Verkenningsfase

Nadere informatie

Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Plan van aanpak Fase 2

Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Plan van aanpak Fase 2 Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Plan van aanpak Fase 2 WFN1516975 Plan van Aanpak POV Waddenzeedijken fase 2 AKKOORD OPDRACHTGEVER AKKOORD PROJECTMANAGER NAAM Jannes Krol NAAM Ate R. Wijnstra

Nadere informatie

Projectoverstijgende verkenning van innovatieve dijkverbeteringsoplossingen voor de waddenzeedijken. Hiermee kunnen we noodzakelijke verbeteringen

Projectoverstijgende verkenning van innovatieve dijkverbeteringsoplossingen voor de waddenzeedijken. Hiermee kunnen we noodzakelijke verbeteringen Projectoverstijgende verkenning van innovatieve dijkverbeteringsoplossingen voor de waddenzeedijken. Hiermee kunnen we noodzakelijke verbeteringen sneller en goedkoper uitvoeren. WAAROM DEZE POV? De POV

Nadere informatie

Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Jan Hateboer, Wetterskip Fryslan Kennisdag Inspectie Waterkeringen Arnhem, 19 maart 2015

Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Jan Hateboer, Wetterskip Fryslan Kennisdag Inspectie Waterkeringen Arnhem, 19 maart 2015 Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Jan Hateboer, Wetterskip Fryslan Kennisdag Inspectie Waterkeringen Arnhem, 19 maart 2015 Hoogwaterbeschermingsprogramma Derde toetsronde Verlengde derde

Nadere informatie

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016)

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid Westelijk van de veerdam is 2,3 km betonblokkenbekleding in de teen van de dijk afgetoetst

Nadere informatie

Les bruggen bouwen in een team

Les bruggen bouwen in een team Les bruggen bouwen in een team BRUGGEN BOUWEN IN EEN TEAM ACHTERGRONDINFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT Projecten vragen om samenwerking. Vanuit verschillende disciplines moet binnen een project worden samengewerkt

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 19 juli 2017 Agendapunt: 9 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: MT-DB-AB Onderwerp Kredietaanvraag verkenningsfase

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 11 juli 2018 Agendapunt: 8 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: DB-AB Onderwerp Aanvullend voorbereidingskrediet

Nadere informatie

1. Voorstel aan commissie Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het ab:

1. Voorstel aan commissie Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het ab: Aan commissie Water 30 januari 2018 Het projectteam zal tijdens de commissie Water op 30 januari 2018 een presentatie over het VKA, het proces en het vervolg verzorgen. VOORSTEL Portefeuillehouder F. ter

Nadere informatie

Opgaven en dilemma s dijkprojecten

Opgaven en dilemma s dijkprojecten Opgaven en dilemma s dijkprojecten Duurzaamheid & ruimtelijke kwaliteit in het Hoogwaterbeschermingsprogramma 5 juni 2018 Regina Havinga Inhoud presentatie 1 Opgave van het Hoogwaterbeschermingsprogramma

Nadere informatie

Programmadirectie Hoogwaterbescherming Griffioenlaan LA Utrecht Waterschap Noorderzij Ivest Postbus 2232

Programmadirectie Hoogwaterbescherming Griffioenlaan LA Utrecht Waterschap Noorderzij Ivest Postbus 2232 F1 oogwaterbeschermingsprogra m ma Aan het bestuur van het Waterschap Noorderzijlvest Programmadirectie Hoogwaterbescherming Griffioenlaan 2 3526 LA Utrecht Waterschap Noorderzij Ivest Postbus 2232 3500

Nadere informatie

Bijlage 2: Functies per perceel, competenties en classificaties

Bijlage 2: Functies per perceel, competenties en classificaties Bijlage 2: Functies per perceel, competenties en classificaties Raamovereenkomst inzake inhuur van technische interim projectmedewerkers I & A nummer: I&A/2015/0462 Voor alle functies geldt de volgende

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 25 mei 2016 Agendapunt: 11 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: MT-DB-AB Onderwerp Aanvullende kredietaanvraag

Nadere informatie

Voorstel Het dagelijks bestuur adviseren over onderstaand conceptvoorstel aan het algemeen bestuur.

Voorstel Het dagelijks bestuur adviseren over onderstaand conceptvoorstel aan het algemeen bestuur. Onderwerp: Programmaplan versnelling HWBP dijkversterking WPM Regi_stratienummer: 2016.03155 Gezamenlijke commissie Portefeuillehouder: Rein Dupont Datum: 4 mei 2016 Vergaderingnummèr: 1 Agendapunt: 4

Nadere informatie

Governance realisatiefase Zuidelijke Ringweg Groningen Fase 2

Governance realisatiefase Zuidelijke Ringweg Groningen Fase 2 Bijlage V Governance realisatiefase Zuidelijke Ringweg Groningen Fase 2 21 oktober 2014 pagina 1 van 6 Bijlage V: Governance realisatiefase Zuidelijke Ringweg Groningen Fase 2 Inleiding Governance in de

Nadere informatie

PROJECTORGANISATIE EN OVERLEGSTRUCTUUR

PROJECTORGANISATIE EN OVERLEGSTRUCTUUR BIJLAGE 3: PROJECTORGANISATIE EN OVERLEGSTRUCTUUR 1. Organisatiemodel Partijen en de publiekrechtelijke rechtspersoon Stadsregio Parkstad Limburg (gevestigd te 6412 CN Heerlen aan de Kloosterweg 1, Carbon

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 19 december 2018 Agendapunt: 7 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: DB-AB Onderwerp Kredietaanvraag

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen Kern mededeling: Gedeputeerde Staten informeert met regelmaat over de voortgang

Nadere informatie

Toelichting hoofdstructuur Pré Wonen

Toelichting hoofdstructuur Pré Wonen Toelichting hoofdstructuur Pré Wonen Alles lijkt lichter en makkelijker te gaan: iedereen kent zijn of haar rol, beleid- en besluitvorming verloopt één keer goed en er is veel minder behoefte aan afstemming.

Nadere informatie

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

Stappenplan nieuwe Dorpsschool Stappenplan nieuwe Dorpsschool 10 juni 2014 1 Inleiding Het college van burgemeester en wethouders heeft op 10 juni 2014 dit stappenplan vastgesteld waarin op hoofdlijnen is weergegeven op welke wijze

Nadere informatie

Topsector Water: verdubbeling toegevoegde waarde Nederlandse watersector in 2020

Topsector Water: verdubbeling toegevoegde waarde Nederlandse watersector in 2020 Programma Taskforce Deltatechnologie 2014 Taskforce Deltatechnologie (TFDT) Datum: 4 februari 2014 1 Aanleiding TFDT Topsector Water: verdubbeling toegevoegde waarde Nederlandse watersector in 2020 Co-creatie

Nadere informatie

Maatschappelijke structuurvisie 2013-2025. Projectopdracht / Plan van Aanpak

Maatschappelijke structuurvisie 2013-2025. Projectopdracht / Plan van Aanpak Maatschappelijke structuurvisie 2013-2025 Projectopdracht / Plan van Aanpak Afdeling Beleid, cluster Maatschappij januari 2013 Inhoudsopgave Aanleiding... 3 Doelstelling... 3 Resultaat... 3 Afbakening...

Nadere informatie

Governance FUMO Samen aan het stuur

Governance FUMO Samen aan het stuur Governance FUMO Samen aan het stuur Vastgesteld door het algemeen bestuur van de FUMO pm Inhoud 1 Governance op hoofdlijnen... 3 1.1 Governance FUMO... 3 1.2 Doel... 3 2 De governance toegelicht... 4 2.1

Nadere informatie

Spoorboekje. Beeldvorming. Oriëntatie op de bestuurlijke toekomst van de gemeente Landsmeer. Oordeelsvorming Besluitvorming

Spoorboekje. Beeldvorming. Oriëntatie op de bestuurlijke toekomst van de gemeente Landsmeer. Oordeelsvorming Besluitvorming Spoorboekje Oriëntatie op de bestuurlijke toekomst van de gemeente Landsmeer Beeldvorming Oordeelsvorming Besluitvorming maart 2014 november 2014 Inleiding De gemeenteraad heeft op 29 oktober 2013 het

Nadere informatie

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 1. Aanleiding De BMWE-gemeenten willen zoveel mogelijk gezamenlijk het Centrum Jeugd en Gezin realiseren. Dit plan van aanpak is hierop

Nadere informatie

Omgevingsmanagement Nieuwe Sluis Terneuzen. Nancy Vinke, omgevingsmanager Sassevaart 29 maart 2019

Omgevingsmanagement Nieuwe Sluis Terneuzen. Nancy Vinke, omgevingsmanager Sassevaart 29 maart 2019 Omgevingsmanagement Nieuwe Sluis Terneuzen Nancy Vinke, omgevingsmanager Sassevaart 29 maart 2019 Project Nieuwe Sluis Terneuzen Kosten: Totaal: 934 miljoen incl. BTW Aanneemsom: 753 miljoen incl. BTW

Nadere informatie

1. Voorstel aan ab. 2. Bestuurlijke aanleiding en vraag

1. Voorstel aan ab. 2. Bestuurlijke aanleiding en vraag Aan : algemeen bestuur 21 februari 2018 VOORSTEL Portefeuillehouder F. ter Maten Documentnr. 1018350 Programma Veiligheid Projectnummer P5068 Afdeling Projectrealisatie Bijlage(n) 2; adviesnota VKA en

Nadere informatie

Werkwijze Verbetering & Vernieuwing (V&V)

Werkwijze Verbetering & Vernieuwing (V&V) Werkwijze Verbetering & Vernieuwing (V&V) Inhoudsopgave Nut en Noodzaak Eerste resultaten Afgestemde werkwijze Wijze van terugkoppeling aan directie 2 Vernieuwing & Verbetering: noodzaak en onderscheid

Nadere informatie

Project Dijkversterking Krimpen

Project Dijkversterking Krimpen Project Dijkversterking Krimpen Dijkversterking & UAV-gc Samenwerken met de opdrachtnemer Huub Verbruggen Projectmanager Dijkversterking Krimpen Even voorstellen Huub Verbruggen Projectmanager van beroep

Nadere informatie

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. Datum vergadering D&H. 23 april Agendapunt. Commissie Water & Wegen.

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. Datum vergadering D&H. 23 april Agendapunt. Commissie Water & Wegen. Onderwerp Vaststelling concept eerste landelijk programma nhwbp 2014-2019 Voorstel 1. In te stemmen met het door het programmabureau nhwbp voorgestelde concept eerste programma nhwbp 2014-2019 en bijgevoegde

Nadere informatie

Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan

Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan Plan van Aanpak Titel: Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan Subtitel: Plan van Aanpak Versie: Versie 1.0 Plaats: Roermond Datum: 26 mei 2015 Opgesteld door: Jan Waalen,

Nadere informatie

Stuurgroep Nieuw Hydepark

Stuurgroep Nieuw Hydepark Voortgangsrapportage 1 Stuurgroep Nieuw Hydepark Periode januari t/m mei 2013 4 juni 2013 Kleine Synode 21 juni 2013 OZ 13-06 Bestuur Dienstenorganisatie Pagina 3 van 7 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Projectkaders

Nadere informatie

Vernieuwing VMS ICT oplossing v0.1

Vernieuwing VMS ICT oplossing v0.1 Bijlage D: Projectplan Vernieuwing VMS ICT oplossing v0.1 Realisatie, Implementatie en overdracht aan beheer Inhoudsopgave 1 Projectdefinitie 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Reikwijdte 4 1.4 Randvoorwaarden,

Nadere informatie

Verslag. van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr.

Verslag. van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr. Verslag van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr. aanwezig Leden van de Omgevingswerkgroep Vanuit waterschap: Sjoerd Haitsma, Bibi Bregman,

Nadere informatie

INGEKOMENN STUK. Aan algemeen bestuur 23 april Voorstel aan ab Kennisnemen van

INGEKOMENN STUK. Aan algemeen bestuur 23 april Voorstel aan ab Kennisnemen van Aan algemeen bestuur 23 april 2014 INGEKOMENN STUK Datum 18 maart 2014 Documentnummer 594909 Projectnummer Portefeuillehouder Programma Afdeling drs. T. Klip-Martin Veiligheid Planvorming Bijlage(n) 2

Nadere informatie

Taskforce Deltatechnologie - Werken in de Gouden Driehoek. Beeldverslag bijeenkomst 24 oktober 2017

Taskforce Deltatechnologie - Werken in de Gouden Driehoek. Beeldverslag bijeenkomst 24 oktober 2017 Taskforce Deltatechnologie - Werken in de Gouden Driehoek Beeldverslag bijeenkomst 24 oktober 2017 Inhoudsopgave Presentaties: o Taskforce Deltatechnologie 3 o Lessen uit Marker Wadden Roel Posthoorn,

Nadere informatie

Nieuwe normen voor dijken, leidingen en samenwerking

Nieuwe normen voor dijken, leidingen en samenwerking Hoogwaterbeschermingsprogramma Nieuwe normen voor dijken, leidingen en samenwerking Richard Jorissen Inhoud q Nieuwe normen Korte achtergrond Doorwerking programma HWBP Uitwerking in projecten HWBP Ontwerpregels

Nadere informatie

15e themadag HWBP november 2014 Nieuwegein

15e themadag HWBP november 2014 Nieuwegein 15e themadag HWBP-2 27 november 2014 Nieuwegein 2 15e themadag HWBP-2 Programma van de themadag (ochtend) 09:30 Inloop met koffie 10.00 Plenair: Inleiding Terugkijken en vooruitkijken (Roeland Hillen,

Nadere informatie

Workshop Ontwerpen. Richard Jorissen. Programma Startup 20 september 2013 Den Haag. 1 nieuw. Hoogwaterbeschermingsprogramma

Workshop Ontwerpen. Richard Jorissen. Programma Startup 20 september 2013 Den Haag. 1 nieuw. Hoogwaterbeschermingsprogramma Workshop Ontwerpen Richard Jorissen Programma Startup 20 september 2013 Den Haag 1 nieuw Onderwerpen voor aftrap Verkenning en Ontwerpen Proces Inhoud Nieuwe technische kennis Integrale ontwerpen LCC Nieuwe

Nadere informatie

Referentieprofielen Kennis-, ervaring, vaardigheden, houding en gedrag voor rollen in projecten

Referentieprofielen Kennis-, ervaring, vaardigheden, houding en gedrag voor rollen in projecten Rollen&Projectmanager,&Omgevingsmanager,&Technisch&manager,&Contractmanager,&Manager&Projectbeheersing& & Visie, doel en uitgangspunten bij de referentieprofielen: Visie Het succes van een project of programma

Nadere informatie

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302 Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302 Doel Voorbereiden en opzetten van en bijbehorende projectorganisatie, alsmede leiding geven aan de uitvoering hiervan, binnen randvoorwaarden van kosten,

Nadere informatie

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick. Plaats/datum bespreking: Baarlo, Voorzitter: mevr. Cals, dhr.

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick. Plaats/datum bespreking: Baarlo, Voorzitter: mevr. Cals, dhr. Verslag Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick Plaats/datum bespreking: Baarlo, 12-04-2017 Voorzitter: mevr. Cals, dhr. Spaans 1. Inleiding Marita Cals, omgevingsmanager Waterschap Limburg,

Nadere informatie

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030 Projectvoorstel Projectopdracht / -voorstel Datum: 8 juli 2010 Versie: definitief t.b.v. definitiefase en ontwerpfase Pagina: 1 / 9 Soort project Extern/Lijn Projectnaam MijnBorne2030 (Herijking Toekomstvisie)

Nadere informatie

Startbijeenkomst. Dijkverbetering Gorinchem-Waardenburg

Startbijeenkomst. Dijkverbetering Gorinchem-Waardenburg Startbijeenkomst Dijkverbetering Gorinchem-Waardenburg welkom Het projectteam Gert-Jan Goelema Martin Groenewoud Hans Verkerk en Henriëtte Nonnekens Jelle Sipkema Ivo van de Berg Lia Steensma Ellen Roks

Nadere informatie

Markermeerdijken: Op weg naar de mooiste dijk

Markermeerdijken: Op weg naar de mooiste dijk Markermeerdijken: Op weg naar de mooiste dijk In het midden van de moeilijkheid ligt de kans Albert Einstein Masterclass Dijkontwerp 27-06-2018 Jelke Jan de With 1 Doel Taskforce Verbinden Vertrouwen Waarom

Nadere informatie

Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen

Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen Plan van Aanpak POV Auteur: Datum: Versie: POV Macrostabiliteit Pagina 1 van 7 Definitief 1 Inleiding Op 16 november hebben wij van u

Nadere informatie

PROVINCIE. Mededeling FLEVOLAND. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

PROVINCIE. Mededeling FLEVOLAND. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen Kern mededeling: Gedeputeerde Staten informeert met regelmaat over de voortgang

Nadere informatie

Waddeneilanden. Werkwijze

Waddeneilanden. Werkwijze Werkwijze Waddeneilanden STREEKAGENDA WADDENEILANDEN [DEEL C] Gemeente Vlieland Gemeente Terschelling Gemeente Ameland Gemeente Schiermonnikoog Provincie Fryslân Wetterskip Fryslân C UITGANGSPUNTEN Voor

Nadere informatie

Presentatie voorlopig programmavoorstel Startbijeenkomst consultatieperiode

Presentatie voorlopig programmavoorstel Startbijeenkomst consultatieperiode Presentatie voorlopig programmavoorstel 2017-2022 Startbijeenkomst consultatieperiode 7 januari 2016 Programma 7 januari 2016 14:30 uur Inloop 15:00 uur Opening 15:10 uur Roald Lapperre [DGRW] Looppad

Nadere informatie

BESTUURSOPDRACHT MAJEURPROJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeenteraad

BESTUURSOPDRACHT MAJEURPROJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeenteraad BESTEMD VOOR BESTUURSOPDRACHT MAJEURPROJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeenteraad STATUS Openbaar DATUM BESTUURLIJKE Wethouder F. Strik OPDRACHTGEVER AMBTELIJKE OPDRACHTGEVER H. Damen hoofd Afdeling Beleid

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

Uitwerking aanbevelingen rapport Berenschot Evaluatie van de interne en externe Governance van de Stichting Energy Valley

Uitwerking aanbevelingen rapport Berenschot Evaluatie van de interne en externe Governance van de Stichting Energy Valley Bijlage Uitwerking aanbevelingen rapport Berenschot Evaluatie van de interne en externe Governance van de Stichting Energy Valley Bestuurlijk Overleg Noord-Nederland (BONN) 23 mei 2014 Aanleiding In 2013

Nadere informatie

Structuur regionale samenwerking in Regio Rivierenland

Structuur regionale samenwerking in Regio Rivierenland Structuur regionale samenwerking in Regio Rivierenland Gemeenteraden Ambitiebepaling, kaderstelling en controle op hoofdlijnen van beleid Besluiten over meerjarenprogramma s speerpunten Besluiten over

Nadere informatie

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar Bijlage 5 bij Raadsvoorstel Regionale Agenda dd 16 mei 2011 Bestuursovereenkomst Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar Vastgesteld door de Stuurgroep Regiovisie Bergen, Gennep, Mook en Middelaar op

Nadere informatie

Dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl

Dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl Dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl Versie: 3.0 definitief d.d. 12 mei 2016 (ge-update versie na toets HWBP) Peildatum Plan van aanpak: 22 april 2016 Peildatum SSK-raming: 12 mei 2016 Fase: verkenning,

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen 19 april 2017 Met de omgeving, voor de omgeving Programma 1) Welkom en kennismaking 2) Korte terugblik en vooruitblik op proces 3) Formatie omgevingswerkgroep en

Nadere informatie

REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 2017

REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 2017 REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 07 Artikel De Commissie Normstelling Erkenningsregeling Goede Doelen a. De Commissie Normstelling is verantwoordelijk

Nadere informatie

Plan van Aanpak nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma.

Plan van Aanpak nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma. Plan van Aanpak nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma www.hoogwaterbescherming.nl Taskforce Deltatechnologie Datum: 1 november 2013 1 Inleiding In het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nhwbp) worden

Nadere informatie

Notitie uitwerking governance HWH 2.0

Notitie uitwerking governance HWH 2.0 Notitie uitwerking governance HWH 2.0 Opsteller Marianne van der Veen-Brouwer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Dagelijks bestuur Datum voorgelegd 11-06-2014 Agendapunt, Onderwerp 2.5a, Governance

Nadere informatie

POV CENTRAAL HOLLAND Oplegnotitie bij SOK t.b.v. interne bestuurlijke behandeling najaar 2014.

POV CENTRAAL HOLLAND Oplegnotitie bij SOK t.b.v. interne bestuurlijke behandeling najaar 2014. POV CENTRAAL HOLLAND Oplegnotitie bij SOK t.b.v. interne bestuurlijke behandeling najaar 2014. Inleiding Op 8 oktober jl. heeft de Stuurgroep POV Centraal Holland de volgende besluiten genomen t.a.v. de

Nadere informatie

Dijkverbetering Gameren

Dijkverbetering Gameren informatiebijeenkomst Dijkverbetering Gameren 15 juni 2016 Slotse Hofke Welkom Figuur: overzicht HWBP-projecten Waterschap Rivierenland (2016-2021) Programma Welkom Het project o De opgave o Aanpak en

Nadere informatie

Gouden Driehoekoverleg 20 en 21 september Limburg

Gouden Driehoekoverleg 20 en 21 september Limburg 1 Gouden Driehoekoverleg 20 en 21 september Limburg Samenwerkingsovereenkomst Het Samenwerkingsverband Hoogwaterbescherming levert een bijdrage aan maximale waarde creatie en tegelijkertijd het beperken

Nadere informatie

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek Raadsvergadering, 22 april 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 228 Agendapunt: 6 Datum: 9 april 2008 Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek Onderdeel raadsprogramma:

Nadere informatie

Nieuwe veiligheidsnormen in relatie tot de Omgevingswet. Richard Jorissen

Nieuwe veiligheidsnormen in relatie tot de Omgevingswet. Richard Jorissen Nieuwe veiligheidsnormen in relatie tot de Omgevingswet Richard Jorissen Hoogwaterbeschermingsprogramma Onderdeel Deltaprogramma Jaarlijks voortrollend programma Alliantie Rijk-waterschappen Gezamenlijke

Nadere informatie

Plan van aanpak implementatie WMO-dienstverlening gemeente Drimmelen

Plan van aanpak implementatie WMO-dienstverlening gemeente Drimmelen Plan van aanpak implementatie WMO-dienstverlening gemeente Drimmelen Auteur : drs. Natasja de Bruin Datum : Donderdag 16 februari 2006 Versie : 2.0 (definitief) LEGAL FINANCE PROCESS Inhoudsopgave 1. Inleiding...3

Nadere informatie

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Rond het verbinden van water en ruimte zijn al veel stappen gezet. In het kader van de Vernieuwing van het MIRT is door Rijk, provincies en waterschappen

Nadere informatie

Programmaplan HWBP-2 Deel 1: achtergrond en context

Programmaplan HWBP-2 Deel 1: achtergrond en context Programmaplan HWBP-2 Deel 1: achtergrond en context 1 maart 2013 Definitief Pagina 1 van 12 Inleiding De projecten binnen het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) worden gerealiseerd door de

Nadere informatie

Projectopdracht. Herziening subsidiestelsel voor de vrijwilligersorganisaties + tarieven sportaccommodaties. Opgesteld door: M. van de Ven.

Projectopdracht. Herziening subsidiestelsel voor de vrijwilligersorganisaties + tarieven sportaccommodaties. Opgesteld door: M. van de Ven. ` Projectopdracht Herziening subsidiestelsel voor de vrijwilligersorganisaties + tarieven sportaccommodaties Opgesteld door: M. van de Ven. Ambtelijk opdrachtgever: T. Weekers. Bestuurlijk opdrachtgever:

Nadere informatie

Cluster Bedrijfsvoering rve ICT

Cluster Bedrijfsvoering rve ICT Cluster Bedrijfsvoering rve ICT ACTIEPLAN 2017-2020 Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) 30 juni 2017 Pagina 1 van 10 Inhoud 1 INLEIDING... 3 2 AMBITIE RVE ICT MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD INKOPEN...

Nadere informatie

Programmaplan regionale werkgeversbenadering Haaglanden

Programmaplan regionale werkgeversbenadering Haaglanden Programmaplan regionale werkgeversbenadering Haaglanden Inleiding De gemeenten in de regio Haaglanden en het UWV hebben in 2011 een convenant gesloten over de wijze waarop zij gezamenlijk de werkgeversbenadering

Nadere informatie

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN Aanpak De opdracht Afstemmen investeringen is voortvarend opgepakt door de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gelderse waterschappen en

Nadere informatie

Onderwerp: Voorfinanciering dijkversterking primaire kering vanuit opgave HWBP Nummer: Bestuursstukken\1912. AB: Ja

Onderwerp: Voorfinanciering dijkversterking primaire kering vanuit opgave HWBP Nummer: Bestuursstukken\1912. AB: Ja Onderwerp: Voorfinanciering dijkversterking primaire kering vanuit opgave HWBP Nummer: Bestuursstukken\1912 Agendapunt: 4 DB: Ja 29-6-2015 BPP: Nee FAZ: Ja 16-9-2015 VVSW: Ja AB: Ja 30-9-2015 Opsteller:

Nadere informatie

Dijkversterking Vianen

Dijkversterking Vianen Informatiebijeenkomst Dijkversterking Vianen 18 april 2017 De Stadshof Programma Welkom Bastiaan Heutink Bestuurlijke aftrap Goos den Hartog Het project Bastiaan Heutink o De opgave o Aanpak en planning

Nadere informatie

BRZO zowel BRZO als VT-CHEMIE. Provincie Provincie Provincie Totaal

BRZO zowel BRZO als VT-CHEMIE. Provincie Provincie Provincie Totaal PROJECTOPDRACHT Naam deelproject : VORMGEVING BRZO-RUD NOORD-NEDERLAND (LAT-RB) Opdrachtgever : Dick Bresser, namens de noordelijke regisseurs RUD Projectleider : Jan Smittenberg Organisatie : Provincie

Nadere informatie

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN commissie Waterveiligheid en Watersysteem 21 februari 2017 INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Vergadering : 28 februari 2017 Agendapunt : Onderwerp : Investeringsvoorstel plan-

Nadere informatie

Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden

Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden 1 Introductie Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden Dit boek gaat over het contracteren en aanbesteden van bouw- en infrastructurele projecten. Over wat er nodig is om op een doordachte en

Nadere informatie

Toolbox voor Strategisch OmgevingsManagement

Toolbox voor Strategisch OmgevingsManagement Toolbox voor Strategisch OmgevingsManagement Over SOM en SOM SET Ingewikkelde opgaven verdienen een oplossing die een meerwaarde heeft voor alle betrokken stakeholders. Om dit te realiseren heeft WesselinkVanZijst

Nadere informatie

24 Piping bij kunstwerken. DEEL A: Informatie verkregen van de indiener. Dit deel is een feitelijke weergave van de verkregen informatie.

24 Piping bij kunstwerken. DEEL A: Informatie verkregen van de indiener. Dit deel is een feitelijke weergave van de verkregen informatie. 24 Piping bij kunstwerken DEEL A: Informatie verkregen van de indiener Dit deel is een feitelijke weergave van de verkregen informatie. Hier geeft de werkgroep in eerste instantie kort weer welke informatie

Nadere informatie

Technisch projectmedewerker

Technisch projectmedewerker Technisch projectmedewerker Doel Bijdragen aan de uitvoering van projecten vanuit de eigen discipline, uitgaande van een projectplan en onder verantwoordelijkheid van een Projectmanager/ -leider, zodanig

Nadere informatie

(nieuw) Hoogwaterbeschermingsprogramma

(nieuw) Hoogwaterbeschermingsprogramma 1 (nieuw) Hoogwaterbeschermingsprogramma www.hoogwaterbescherming.nl Advies Procesversnelling van Taskforce Deltatechnologie Datum: 17 maart 2015 2 Rol van de waterschappen en centrale overheid De waterschappen

Nadere informatie

Bijlage 14 voor de Europees openbare aanbesteding van. Datamigratie. Dienst Uitvoering Onderwijs. Beschrijving Transitieplan

Bijlage 14 voor de Europees openbare aanbesteding van. Datamigratie. Dienst Uitvoering Onderwijs. Beschrijving Transitieplan Bijlage 14 voor de Europees openbare aanbesteding van Datamigratie Dienst Uitvoering Onderwijs Beschrijving Transitieplan Aanbestedingsnummer: EURAAN-GS-13-282 Inhoudsopgave 1 INLEIDING...3 1.1 DOEL VAN

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage B. Hoogwaterbeschermingsprogramma

Deltaprogramma Bijlage B. Hoogwaterbeschermingsprogramma Deltaprogramma 2014 Bijlage B Hoogwaterbeschermingsprogramma Deltaprogramma 2014 Bijlage B Hoogwaterbeschermingsprogramma Deltaprogramma 2014 Bijlage B 2 Beschrijving HWBPprojecten 2014-2019 Bijlage bij

Nadere informatie

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk Kerngegevens Gegevens organisatie Gegevens zelfevaluatie Naam en adres organisatie Zelfevaluatie ingevuld op [Datum] Scope [werkzaamheden, onderdelen en locaties

Nadere informatie

FAZ: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers

FAZ: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers Onderwerp: Procedure benoeming dijkgraaf Nummer: Bestuursstukken\2134 Agendapunt: 6 DB: BPP: Ja 21-09-2016 FAZ: Ja 21-09-2016 VVSW: Ja 21-09-2016 AB: Ja 05-10-2016 Opsteller: Janet Hidding, 0598-693879

Nadere informatie

VGG) VERENIGING VAN _/ GRONINGER GEMEENTEN,

VGG) VERENIGING VAN _/ GRONINGER GEMEENTEN, Van: Sylvia van der Werff [mailto:s.vanderwerff@groninqergemeenten.nl] Verzonden: vrijdag 2 februari 2018 7:37 Aan: Onderwerp: Voortgang project Opgaven, Taken en Rollen Geacht College, Namens de stuurgroep

Nadere informatie

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Vul de voorletter(s) + achternaam in. Bij meerdere kopiehouders de namen scheiden door een,. De naam van de opsteller staat al standaard ingevuld. Commissie Waterveiligheid en Watersysteem 11 juni 2019

Nadere informatie

SAMEN ANDERS Transitie ProRail B.V. naar zbo

SAMEN ANDERS Transitie ProRail B.V. naar zbo 1. Ambitie en doelstellingen De programmadoelstelling is om de sturing en verantwoording tussen ProRail en IenW te verbeteren, een heldere onderlinge rol- en taakverdeling te realiseren en ProRail meer

Nadere informatie

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân, gelet op: artikel 5.1 van het reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur; de rol van het

Nadere informatie

Klankbordgroep nhwbp en nieuwe normering Op 9 maart vond een klankbordbijeenkomst plaats over de voortgang van het nhwbp en de nieuwe normering.

Klankbordgroep nhwbp en nieuwe normering Op 9 maart vond een klankbordbijeenkomst plaats over de voortgang van het nhwbp en de nieuwe normering. Nieuwsbrief voorzitters en secretarissendirecteuren week 10 Landelijke toetsdag waterkeringen Op deze dag werden door het ministerie van I&M de resultaten van de 3e toetsing gepresenteerd. Ook werd uitleg

Nadere informatie

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep Van Gelder Groep B.V. Communicatieplan Energie- & CO 2 beleid Van Gelder Groep 1 2015, Van Gelder Groep B.V. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit document mag worden gereproduceerd in welke

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Plan van Aanpak n.a.v. Akkoord van Westerlee. Gemeente Stadskanaal 14 september 2015

Informatiebijeenkomst Plan van Aanpak n.a.v. Akkoord van Westerlee. Gemeente Stadskanaal 14 september 2015 Informatiebijeenkomst Plan van Aanpak n.a.v. Akkoord van Westerlee Gemeente Stadskanaal 14 september 2015 Inleiding Het akkoord van Westerlee: Aanleiding Kernpunten Bestuurlijke afspraken Financiering

Nadere informatie

Besluit vast te stellen de:

Besluit vast te stellen de: VERORDENING AUDITCOMMISSIE GEMEENTE WEERT De raad van de gemeente Weert, Gelezen het voorstel van het college d.d. 20 januari 2015, gelet op de artikelen 84, 147 en 149 van de Gemeentewet; Besluit vast

Nadere informatie

Vervolg en gebiedsproces WBP 5

Vervolg en gebiedsproces WBP 5 Vervolg en gebiedsproces WBP 5 1 Inleiding Het WBP5 strategisch deel ligt voor. Hiermee is het WBP 5 niet af, maar staat het aan het begin van het gebiedsproces en het interne proces om tot een uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Verlengde Derde Toetsronde Primaire Waterkeringen LRT3+ P. Goessen, R. Mom. 29 oktober Definitief. Ingenieursbureau, cluster Onderzoek.

Verlengde Derde Toetsronde Primaire Waterkeringen LRT3+ P. Goessen, R. Mom. 29 oktober Definitief. Ingenieursbureau, cluster Onderzoek. Verlengde Derde Toetsronde Primaire Waterkeringen Auteur P. Goessen, R. Mom Registratienummer 12.34553 Versie Status Definitief Afdeling Ingenieursbureau, cluster Onderzoek Samenvatting In november 2011

Nadere informatie

Evaluatie P&C Cyclus Projectdefinitie

Evaluatie P&C Cyclus Projectdefinitie Evaluatie P&C Cyclus 2014 Projectdefinitie februari 2015 INLEIDING Als onderdeel van het implementatietraject CGM is in 2013 in de 3 afzonderlijke raden van Cuijk, Grave en Mill en st Hubert besloten tot

Nadere informatie

Stand van zaken Project (fase 1) Ongelijkvloerse Kruising Vierpaardjes te Venlo

Stand van zaken Project (fase 1) Ongelijkvloerse Kruising Vierpaardjes te Venlo Stand van zaken Project (fase 1) Ongelijkvloerse Kruising Vierpaardjes te Venlo Omwonenden februari 2018 Projectmanagers: - Monique Eussen - Ivo Gerits Doel toelichting Actief informeren over vervolgstappen

Nadere informatie

Aanwezig vanuit waterschap: Marita Cals, Vivian van den Bosch, Govert Ramselaar, Wout de Fijter

Aanwezig vanuit waterschap: Marita Cals, Vivian van den Bosch, Govert Ramselaar, Wout de Fijter Verslag Onderwerp: Omgevingswerkgroep Kessel Plaats/datum bespreking: Kessel, 04-07-2017 Aanwezig vanuit waterschap: Marita Cals, Vivian van den Bosch, Govert Ramselaar, Wout de Fijter 1. Opening, doornemen

Nadere informatie

Hoe komt dat dijken die 6 jaar geleden wel zijn goedgekeurd nu ineens niet door de toetsing komen?

Hoe komt dat dijken die 6 jaar geleden wel zijn goedgekeurd nu ineens niet door de toetsing komen? Q&A s nhwbp Juni 2013 Wat is het nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma? Ons land wordt beschermd tegen overstromingen vanuit de Noordzee, de grote rivieren en het IJssel- en Markermeer door de zogenaamde

Nadere informatie