4.1 Levensloop Leeftijd Opleidingsniveau

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "4.1 Levensloop. 4.1.1 Leeftijd. 4.1.2 Opleidingsniveau"

Transcriptie

1 4. Studenten 1

2 Studenten vormen een bijzondere groep binnen het onderzoek omdat de specifieke vraag van deze relatief homogene groep een belangrijk onderdeel is van de onderkant van de Utrechtse woningmarkt. Immers, de aanwezigheid van de hogeschool en universiteit in Utrecht zorgt voor een grote instroom van jongeren die op zoek zijn naar geschikte woonruimte in de stad. In de eerste plaats gaat het hierbij om de vraag naar onzelfstandige woonruimte, maar studenten zijn ook toekomstige huur- en koopstarters die zich op de Utrechtse woningmarkt begeven. De kenmerken van de groep zullen aan de hand van de eerder besproken theorie van de levensloop worden besproken. Daarbij is er ook aandacht voor de huidige woonsituatie van studenten en hun wensen voor de toekomst. Naast de kwalitatieve vraag, zal ook ingegaan worden op de kwantitatieve woningvraag. 4.1 Levensloop De positie van de onderzoeksgroep binnen de levensloop is op een aantal manieren te beschrijven (zie hoofdstuk 1). Er kan gekeken worden naar leeftijd, de huishoudenscarrière, de situatie van de (opleidings- en) arbeidscarrière en de wooncarrière. Aan de hand van een aantal variabelen die ingaan op deze verschillende levenslooptrajecten kan de kenmerkende positie van de groep studenten binnen de levensloop worden beschreven Leeftijd De eerste variabele die bestudeerd kan worden om de levensloop van studenten te onderzoeken is leeftijd. De minimumleeftijd van studenten is 17 jaar, op enkele uitzonderingen na is dit namelijk de leeftijd die minimaal nodig is om middelbaar onderwijs af te ronden. De meeste studenten bevinden zich in de leeftijdscategorie van 18 tot 24 jaar. Er is echter een aantal studenten van wie de leeftijd een stuk hoger ligt, zo volgen ook een aantal 35-jarigen onderwijs aan de Hogeschool Utrecht of Universiteit Utrecht. Deze uitschieters aan de bovenkant zijn dan ook van invloed op het gemiddelde dat op 22,5 jaar uitkomt. Het gemiddelde geboortejaar van de studenten is Er is een significant verschil in de gemiddelde leeftijd van studenten van de HU en UU (zie bijlage 9.1). Studenten aan de universiteit zijn gemiddeld iets ouder (gemiddeld zijn ze eind 1984 geboren) dan hogeschoolstudenten (die gemiddeld aan het begin van 1984 zijn geboren). Dit verschil is te wijten aan het feit dat voor toegang tot de universiteit een langere vooropleiding vereist is. Voor beide groepen is de middelste waarneming De mediaan van 22 jaar ligt dan ook lager dan de gemiddelde leeftijd, omdat de mediaan niet gevoelig voor uitschieters aan de bovenkant Opleidingsniveau Het tweede traject dat binnen de levensloop te onderscheiden is, is de arbeidscarrière. Omdat het om studenten gaat, wordt hier voornamelijk over de educatiecarrière gesproken. Alle studenten staan ingeschreven bij een instelling voor hoger onderwijs: 51,8% is student aan de Hogeschool Utrecht en 48,2% aan de Universiteit Utrecht. Het overgrote deel, 71,6%, heeft een havo- of vwo-opleiding behaald. 12,2% heeft een mbodiploma en 15,1% heeft een hbo of universitair diploma op zak. De meeste studenten volgen onderwijs op de locatie De Uithof in Utrecht, dit geldt voor 66,6% van de studenten. Daarnaast volgen een aantal studenten, voornamelijk van de universiteit, onderwijs in de binnenstad van Utrecht en 7,8% van de hogeschoolstudenten volgt onderwijs in Amersfoort. Het overgrote deel van de studenten studeert in voltijd, voor hogeschoolstudenten is dit 91,0% en voor studenten van de universiteit 97,9%. Een klein deel van de hogeschoolstudenten, 5,2%, volgt onderwijs in deeltijd en 3,9%, studeert duaal. Gemiddeld zijn de studenten in 2004 met hun studie begonnen. 2

3 4.1.3 Huishoudenssituatie Ook de huishoudenssituatie is bepalend voor de positie binnen de levensloop. 26,0% van de studenten woont nog in bij ouders en 62,9% woont alleen, met of zonder huisgenoten. 11,2% van de studenten woont samen of is getrouwd. Het gaat hier voornamelijk om wat oudere studenten: de gemiddelde leeftijd van deze groep ligt met 25 jaar drie jaar hoger dan het gemiddelde van de groep alleenstaanden Woonsituatie Het laatste traject binnen de levensloop dat aandacht verdient is de wooncarrière. Om de woonsituatie van de studenten te beschrijven worden een aantal verschillende variabelen gebruikt: de locatie van de woning, het soort woning, de hoogte van de huursom en de woningoppervlakte. Locatie en soort woning Meer dan de helft van de Utrechtse studenten in het hoger onderwijs woont op kamers (zie tabel 4.1). Vooral studenten van de universiteit wonen op kamers; 69,1% van de UUstudenten woont op kamers terwijl dit bij de HU-studenten slechts 45,7% is. Dit verschil is in de eerste plaats te verklaren omdat hogeschool studenten gemiddeld iets jonger zijn en daarom vaker nog in het ouderlijk huis wonen. Daarnaast is het verzorgingsgebied van de hogeschool kleiner: studenten komen meer uit de directe omgeving van Utrecht en kunnen de instelling dagelijks vanuit het ouderlijk huis bereizen. Dit in tegenstelling tot de Universiteit Utrecht, die voor veel specifieke opleidingen een groter verzorgingsgebied (zowel nationaal als internationaal) heeft. Het overgrote deel, 93,1%, van de studenten die op kamers wonen, woont in Utrecht of de regio Utrecht. Tabel 4.1: Woonsituatie van de studenten Aantal Percentage Ouderlijk huis ,0% Kamer ,0% Zelfstandige huurwoning ,3% Zelfstandige koopwoning ,7% De woonsituatie van de studenten verschilt ook per leeftijd en jaar van studie. Zo wonen veel eerstejaars nog in bij ouders, omdat ze relatief jong zijn of omdat ze niet meteen een kamer kunnen vinden. Het aandeel vijfde- of zesdejaars dat thuis woont is veel lager. In figuur 4.1 is de woonsituatie van studenten per studiejaar af te lezen. Hieruit blijkt dat het aandeel van de eerstejaars dat via de SSH een kamer heeft laag is, maar daarna per studiejaar toeneemt. Dit komt doordat eerstejaars nog geen lange inschrijftijd hebben kunnen opbouwen. Een ander opvallend proces is de toename van het aandeel zelfstandige woonruimte; hoe ouder studenten worden, hoe meer ze zelfstandige woonruimte betrekken en hoe minder ze bij hun ouders wonen. 3

4 100% Figuur 4.1: Aandeel woonruimte per studiejaar (HU en UU) 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% Ouderlijk huis Zelf standige woonruimte Overig onzelf standig Particulier Woningcorporatie SSH 10% 0% 1e jaars 2e jaars 3e jaars 4e jaars 5e jaars 6e jaars of meer Huur Om de verschillen tussen huishoudens die hun huur inclusief of exclusief gas, water en licht betalen te onderzoeken, is hier specifiek naar gevraagd in de enquête. Studenten die hun huur inclusief gas, water en licht betalen, betalen gemiddeld 291,51 per maand. Er is geen significant verschil in de huur de UU-studenten en HU-studenten betalen (zie bijlage 9.2). Voor studenten die de huur exclusief gas, water en licht betalen is de gemiddelde huur 320,37 per maand, waar dus de nutsvoorzieningen nog bij opgeteld dienen te worden voor een goede vergelijking. Hier is wél een significant verschil zichtbaar tussen studenten van de HU en de UU (zie bijlage 9.3); hogeschoolstudenten betalen gemiddeld 20,50 meer dan studenten van de universiteit. Opvallend is dat 89,2% van de studenten die hun huur exclusief betalen in een zelfstandige woning woont. Zij betalen dan gemiddeld meer huur dan studenten die onzelfstandige woonruimte bewonen. Grootte Voor studenten die in een onzelfstandige huurwoning wonen, is de gemiddelde oppervlakte van de woning 19,8 m 2, hierbij zijn gemeenschappelijke ruimtes niet meegerekend. Omdat er veel uitschieters zijn met een veel hogere woonoppervlakte, geeft de mediaan van 15 m 2 een betere weergave. Er is, analoog met het verschil in huur, een significant verschil in woonoppervlak van hogeschool- en universiteitsstudenten (zie bijlage 9.4). De meeste studenten die in een onzelfstandige huurwoning wonen, hebben hierbij één kamer tot hun beschikking. De studenten die in een zelfstandige huurwoning wonen, hebben een hoger gemiddeld woonoppervlak van 52,8 m 2 met een mediaan van 50 m 2. Zij hebben gemiddeld de beschikking over 2,8 kamers, maar het kan zo zijn dat ze samenwonen met een partner en de woning delen. Voor studenten die een koopwoning bezitten is de gemiddelde woonoppervlakte 85,4 m 2, met een mediaan van 80 m 2. Het aantal vertrekken van hun woning ligt wederom hoger, met een gemiddelde van 3,7 kamers, welke ook zij eventueel met een partner en/of kinderen delen. 4

5 4.1.5 Hulpbronnen en restricties Wanneer studenten een volgende stap in een wooncarrière willen zetten zijn hulpbronnen van belang. Als studenten over bepaalde hulpbronnen beschikken kan dit hun helpen om een volgende woning te betrekken. Om de hulpbronnen van Utrechtse studenten nader te onderzoeken is gekeken naar een aantal verschillende variabelen, namelijk inkomen, hulp van derden, inschrijving bij woningcorporaties en de huidige woonsituatie. Inkomen en hulp van derden Om het inkomen te berekenen hebben studenten afzonderlijk hun maandloon, lening en studiebeurs, hulp van derden en overige inkomsten ingevuld. Opgeteld leidt dit tot het besteedbaar inkomen, dit is gemiddeld 655,51 per maand. Een deel van het gemiddelde besteedbaar inkomen bestaat uit een lening of studiebeurs. 58,6% van de studenten maakt gebruik van zo n beurs. Een ander deel van het inkomen bestaat uit loon. Gemiddeld verdienen studenten 278,77 per maand. Naast hun eigen maandinkomen kan een deel van de studenten ook rekenen op financiële steun van derden, bijvoorbeeld van ouders. Meer dan de helft (55,3%) ontvangt financiële steun van derden tijdens hun studietijd. Gemiddeld is dit 127,69 per maand. Omdat de verschillen tussen studenten onderling erg groot zijn geeft de mediaan van 50,00 per maand een representatiever beeld. Naast deze (maandelijkse) financiële steun voor levensonderhoud, geeft 35% van de studenten aan dat ze denken op financiële steun van derden te kunnen rekenen wanneer ze in de toekomst een koopwoning willen aanschaffen. Van de universitaire studenten geeft zelfs 41,6% aan steun van derden te verwachten, tegenover 29.9% van de hogeschoolstudenten. De verdeling van het inkomen in loon, studiefinanciering / lening en de bijdrage van derden verschilt tussen studenten van beide onderwijsinstellingen (zie figuur 4.2 en figuur 4.3). Zo bestaat een groter deel van het inkomen van (voltijd) hogeschoolstudenten uit arbeidsloon en genereren ze minder inkomsten door bijdragen van derden. Studenten van de universiteit hebben gemiddeld een significant hoger maandinkomen (zie bijlage 9.5), voornamelijk omdat ze gemiddeld 70,00 euro per maand meer aan bijdragen van derden krijgen. Een reden hiervoor kan zijn dat studenten aan de universiteit over het algemeen meer vermogende ouders hebben. Een multiple regressie-analyse (bijlage 9.6) wijst uit dat hoe ouder de studenten zijn, hoe meer ze gemiddeld verdienen. Dit zal waarschijnlijk niet zozeer betekenen dat oudere studenten meer werken dan jongere, maar dat het uurloon stijgt als mensen ouder worden. Figuur 4.2: Verdeling maandinkomen voltijdstudenten HU 5% 16% (Netto) loon 44% Studiefinanciering + lening Bijdrage van derden Andere inkomsten 35% 5

6 Figuur 4.3: Verdeling maandinkomen voltijdstudenten UU 5% 25% 33% (Netto) loon Studiefinanciering + lening Bijdrage van derden Andere inkomsten 37% Woningcorporaties Een andere hulpbron die van belang kan zijn bij het betrekken van een nieuwe woning is de inschrijving bij woningbemiddelingsbureaus, zoals de SSH of WoningNet. Om een onzelfstandige huurwoning in Utrecht te kunnen betrekken kan een inschrijving bij de SSH een belangrijke hulpbron zijn, 17,1% van de studenten is hier inderdaad ingeschreven. Van alle studenten die aangeven actief op zoek te zijn naar een onzelfstandige huurwoning is dit 45,8%. Daarnaast is 33,2% van de studenten ingeschreven bij WoningNet voor een huurwoning. Van de studenten die aangeven actief op zoek te zijn naar een huurwoning is dit 70,6%. Huidige woning Het hebben van een koopwoning kan een hulpbron zijn bij het betrekken van een nieuwe (koop)woning. Slechts een klein aantal studenten is in bezit van een koopwoning, namelijk 4,1%. 1,2% bezit een goedkope koopwoning (tot ) en 2,9% bezit een dure koopwoning van meer dan Het bezitten van een kamer bij de SSH kan ook een hulpbron zijn bij het vinden van een volgende woning. Studenten die via de SSH een kamer huren kunnen binnen de SSH doorverhuizen naar een betere kamer, omdat ze bij de SSH ingeschreven blijven en inschrijftijd opbouwen. Daarnaast heeft de SSH een aantal zelfstandige huurwoningen binnen het aanbod die alleen voor SSH kamerbewoners ter beschikking komen. Van alle studenten die op kamers wonen, woont 27,3% op een SSH-kamer, in totaal zijn dit studenten. Van de studenten die in een SSH-kamer wonen is 17,8% op zoek naar een nieuwe kamer en 35,4% naar een zelfstandige woning. De kamerbewoners van de SSH die binnenkort een goedkope huurwoning willen betrekken zouden eventueel via de SSH hun kansen op zo n woning kunnen vergroten. 6

7 4.2 Voorkeuren De woonvoorkeuren van studenten kunnen in verschillenden getallen worden uitgedrukt. In de eerste plaats is er de kwantitatieve woningvraag van studenten. Het gaat hier om de absolute vraag naar woningen en het soort woning, onzelfstandig of zelfstandig. Deze kwantitatieve woningvraag van studenten die op de Utrechtse woningmarkt actief zijn is in een schema uitgewerkt, dat op de volgende pagina is weergegeven. In de tweede plaats is er de kwalitatieve vraag, die verderop in dit hoofdstuk besproken zal worden. Daarbij wordt ingegaan op de vraag naar specifieke woningkenmerken, zoals de grootte en de locatie van de woning. Van de studenten is 19,5% actief op zoek naar een nieuwe woning. Daarnaast wil 41,2% wel binnen twee jaar een andere woning maar deze groep is niet actief op zoek. Van de groep actief zoekenden studenten is 35,4% opzoek naar een onzelfstandige woning en 47,7% zoekt een zelfstandige woning (huur of koop). De meeste van de actief zoekenden, 81,1%, wil graag een woning betrekken in de stad of regio Utrecht. In exacte getallen komt dit neer op actief zoekenden naar een kamer in Utrecht die geen eigen woning achterlaten, dit zijn de zogenaamde kamerstarters (zie figuur 4.4). Daarnaast zijn studenten op zoek naar een andere kamer, zij laten bij verhuizing wél woonruimte achter. Ook zijn er studenten op zoek naar een onzelfstandige huurwoning. Van deze groep laten studenten bij een eventuele verhuizing een woning, voornamelijk een kamer, achter. 7

8 Figuur 4.4: Alle studenten van HU en UU opgedeeld naar verhuisgeneigdheid Alle studenten die aan de Hogeschool Utrecht of Universiteit Utrecht studeren Studenten die binnen twee jaar op zoek zijn naar woonruimte Studenten die niet binnen twee jaar op zoek zijn naar woonruimte Studenten die actief op zoek zijn naar woonruimte Studenten die niet actief op zoek zijn naar woonruimte Studenten die actief op zoek zijn naar woonruimte in de regio Utrecht Studenten die actief op zoek zijn naar woonruimte buiten de regio Utrecht Studenten die op zoek zijn naar onzelfstandige woonruimte Studenten die op zoek zijn naar een zelfstandige woonruimte Studenten die bij verhuizing geen woonruimte achterlaten in de regio Utrecht (kamerstarters) Studenten die bij verhuizing woonruimte achterlaten in de regio Utrecht Studenten die op zoek zijn naar een zelfstandige huurwoning Studenten die op zoek zijn naar een zelfstandige koopwoning 891 Studenten die bij verhuizing geen woonruimte achterlaten in de regio Utrecht (nieuwkomers) Studenten die bij verhuizing woonruimte achterlaten in de regio Utrecht Studenten die bij verhuizing geen woonruimte achterlaten in de regio Utrecht (nieuwkomers) 312 Studenten die bij verhuizing woonruimte achterlaten in de regio Utrecht 541 8

9 Prijs Naast de kwantitatieve wordt ook de kwalitatieve vraag bestudeerd. Het gaat hier om gegevens zoals de gewenste grootte en de prijs van de woning. De locatie van de gewenste woning is al eerder besproken (zie figuur 4.4). Voor alle variabelen die de kwalitatieve vraag weergeven, zal worden gekeken naar de vraag van studenten die actief op zoek zijn naar een nieuwe woning. Zo is het gemiddelde bedrag dat studenten per maand willen betalen voor een onzelfstandige huurwoning 307,03. Voor een zelfstandige huurwoning zijn studenten bereid meer te betalen, gemiddeld 436,89 per maand. De maandlasten die studenten die actief op zoek zijn naar een koopwoning willen betalen zijn gemiddeld 579,70. Grootte De gewenste grootte van de toekomstige woning ligt voor de meeste, actief zoekende, studenten tussen de 11 en 20 m² (51,7%). Vooral studenten op zoek naar een onzelfstandige woning zijn op zoek naar zo n kamer tussen de 11 en 20 m², terwijl studenten die een zelfstandige huurwoning wensen meer ruimte willen (zie tabel 4.2). Er is geen significant verschil in de gewenste grootte tussen HU- en UU-studenten (bijlage 9.7). Tabel 4.2: Gewenste grootte per woningsoort Onzelfstandige woning Zelfstandige huurwoning Zelfstandige koopwoning kleiner dan 10 m² 3,3 % 0,1 % 0,0 % tussen 11 en 20 m² 88,2 % 31,7 % 15,5 % tussen 21 en 30 m² 8,0 % 31,0 % 16,4 % tussen 31 en 40 m² 0,5 % 15,3 % 14,6 % tussen 41 en 50 m² 0,0 % 11,0 % 17,1 % groter dan 60 m² 0,0 % 10,9 % 36,5 % Woonbeelden De kwalitatieve woonwensen van studenten komen naar voren in de woonbeelden die aan hen zijn voorgelegd (zie bijlage 7). Aan alle studenten die actief op zoek zijn naar een onzelfstandige woning zijn een aantal woonbeelden van kamers voorgelegd. Daarna is er gevraagd of ze de woning zouden accepteren wanneer deze aan hen werd aangeboden. Een deel van de studenten accepteert de woning direct wanneer deze wordt aangeboden en een andere gedeelte accepteert de woning ook, maar had liever een kenmerk van de woning anders gezien. Van elke woning kan op deze manier het percentage van acceptatie worden berekend. Door het acceptatiepercentage van alle woonbeelden te berekenen kan een hiërarchie opgesteld worden. Woningen met een hoger acceptatiepercentage, die dus relatief meer geaccepteerd worden, komen hierin hoger te staan dan woningen met een laag acceptatiepercentage. In figuur 4.5 is zo n acceptatiehiërarchie weergegeven, het gaat hier om de acceptatie van onzelfstandige huurwoningen door studenten die actief op zoek zijn naar een kamer. Degenen die nog thuis wonen accepteren beduidend meer woningen indien deze aan hen worden aangeboden. Studenten die al een kamer bezitten zijn kieskeuriger, wat overeenkomt met het uitgangspunt dat elke verhuizing als doel heeft de woonsituatie te verbeteren. Studenten die nog thuis wonen ondervinden meer residentiële stress en zullen daarom woningen eerder accepteren. Een aantal dingen zijn opmerkelijk; zo blijkt dat thuiswonende studenten weliswaar meer woningen accepteren, maar dat ook zij niet staan te springen om in de Warande in Zeist te gaan wonen. De meest voorkomende reden die ze hiervoor geven is dat ze liever in Utrecht willen wonen en niet in Zeist. Andere studentencomplexen van de SSH, zoals de Van Lieflandlaan, de Cambridgelaan op De Uithof en vooral de IBB doen het duidelijk beter. Kleine woningen op een voor studenten minder aantrekkelijke locatie, zoals een kamer van 11m 2 in Zuilen, worden slechts door

10 25,2% van de studenten geaccepteerd. De duurdere kamers in de Sumatrastraat (Lombok) en de Voorstraat (Centrum) worden meer geaccepteerd door studenten die al uit huis wonen. Deze kamers hebben een betere locatie en de, veelal wat oudere studenten, laten zich niet weerhouden door de hogere huur en accepteren de woning. Figuur 4.5: Acceptatiehiërarchie woonbeelden onzelfstandige huur IBB Cambridgelaan Van Lieflandlaan Zevenwouden Voorstraat Jaap Edendreef Sumatrastraat Uitwonend Thuiswonend Livingstonelaan Amsterdamsestraatweg Burg. De Withstraat Warande 0% 20% 40% 60% 80% 100% Naast interesse in onzelfstandige huurwoningen, zijn er ook studenten die aangeven op zoek te zijn naar een zelfstandige huurwoning. Aan deze studenten zijn woonbeelden voorgelegd met zelfstandige huurwoningen en is er gevraagd of ze de woning zouden accepteren indien deze zou worden aangeboden. Met de antwoorden zijn acceptatiepercentages berekend, waarvan wederom een hiërarchie is opgesteld (zie figuur 4.6). Opvallend is dat de hoge acceptatiegraad van een woonlocatie op De Uithof voor een studentenkamer niet doorzet bij de acceptatiegraad van een zelfstandige huurwoning. De acceptatiegraad van een zelfstandige woning in De Bisschoppen is met 28,1% beduidend lager dan de 55,9% van een kamer aan de Cambridgelaan, terwijl beiden op De Uithof gesitueerd zijn. Reden hiervoor kan zijn dat studenten tijdens hun studie in onzelfstandige eenheden wonen, maar tegen het einde van hun studie willen verhuizen naar een zelfstandige woning om hier ook na afronding van de studie te blijven wonen. Tijdens hun studie is De Uithof een aantrekkelijke woonlocatie omdat veel onderwijsinstellingen hier gevestigd zijn maar na hun studie zijn studenten niet meer gebonden aan De Uithof, zodat een zelfstandige huurwoning minder aantrekkelijk is op deze locatie. Het ligt ver buiten de stad en het heeft geen sfeer die niet-studenten aantrekt en ook het voorzieningenniveau is niet toereikend.

11 Voor zelfstandige huureenheden kennen de MAX woonbeelden de hoogste acceptatiegraad, 51,9% van de studenten die actief op zoek is naar een zelfstandige woning zou MAX 1 accepteren wanneer deze werd aangeboden. Deze woning in het MAX-complex op de rand van de wijk Kanaleneiland van 28 m² is met 300 per maand de goedkoopste, maar ook de kleinste woning uit het aanbod. MAX 2 wordt door 46,2% van de actief zoekende studenten geaccepteerd, deze woning is groter en duurder dan MAX 1. Klaarblijkelijk hebben studenten minder behoefte aan een grotere woning en betalen ze liever minder voor een kleinere woning. Figuur 4.6: Acceptatiehiërarchie woonbeelden zelfstandige huur MAX 1 MAX 2 Houtrakgracht Lodewijk Napoleonplantsoen Springweg Briljantlaan Salomédreef De Bisschoppen 2 Bisschoppen 1 Anna Paulownadreef 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Studenten die aangeven actief op zoek te zijn naar een koopwoning, zijn een aantal woonbeelden van koopwoningen voorgelegd. Ook bij deze woningen is het acceptatiepercentage en de hiërarchie berekend. Uit figuur 4.7 blijkt dat een appartement in het complex Widehouse in Leidsche Rijn de hoogste acceptatiegraad heeft, van 41,5%. Een andere woning in dezelfde wijk, Reykjavik, heeft echter de laagste acceptatiegraad. Reden hiervoor is dat deze woning weliswaar groter, maar ook veel duurder is dan Widehouse. Daarnaast beschrijft een deel van de respondenten de architectuur van de woning als lelijk. Een ander opvallend beeld is de acceptatiegraad van Fortuna in Overvecht. Met 37,0% staat deze nieuwbouwwoning op de derde plaats in de lijst, terwijl slechts 12,0% de goedkopere woning aan de Jaap Edendreef (ook Overvecht) accepteert. Er zijn geen duidelijk verschillen aan te wezen in de reden waarom Fortuna wél populair is en de Jaap Edendreef niet. Waarschijnlijk heeft het verschil te maken met de presentatie van beide woonbeelden: Fortuna is aantrekkelijke nieuwbouwwoning en de Jaap Edendreef is een woning in een grootschalig wooncomplex (zie figuur 4.8). Wanneer de woning zich niet in de binnenstad of één van de populaire wijken eromheen bevindt, speelt het karakter van de woning een meer doorslaggevende rol.

12 Figuur 4.7: Acceptatiehiërarchie woonbeelden koop Widehouse 2e Daalsedijk Fortuna Berlageburght MAX 2 Anna Paulownadreef De Bisschoppen 2 Dirkje Mariastraat Hof van Gein Livingstonelaan Geinsche Hof Jaap Edendreef Reykjavik 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% De woningen buiten Utrecht zoals de Hof van Gein en de Geinsche Hof worden door minder studenten geaccepteerd omdat studenten liever in de stad Utrecht willen wonen. Een uitzondering is de de woning aan de Anna Paulownadreef in Zeist, die door 25,1% van de studenten als koopwoning geaccepteerd wordt. Het verschil tussen acceptatiegraad ligt bij de prijs kwaliteit verhouding van de woning in Zeist; Met 72 m2 voor is de woning groot en goedkoop. Het blijkt dat studenten wél buiten Utrecht willen wonen wanneer ze meer ruimte voor hun geld kunnen krijgen. Figuur 4.8: Foto s bij woonbeelden koop Overvecht Koopwoning Jaap Edendreef (Bron: Funda, 2007) Koopwoning Fortuna (Bron: Direct Wonen, 2007)

13 4.2.2 Triggers In het leven van studenten kunnen een aantal gebeurtenissen plaatsvinden die als trigger kunnen dienen voor een verhuisbeweging. Zo kan toegang tot hoger onderwijs ertoe leiden dat studenten het ouderlijk huis verlaten en in de stad van studie op zichzelf gaan wonen. Voor de onderzoeksgroep geldt dat 39,9% het huis uit ging bij aanvang van de studie. Daarnaast verliet nog eens 22,2% tijdens het eerste jaar van de studie het ouderlijk huis en 14,9% in het tweede jaar. Van de 37,1% die in het eerste of tweede jaar uit huis ging geeft 41,2% aan dat kamernood in Utrecht en omgeving de reden was voor deze vertraging. Voor deze groep geldt dan ook dat toegang tot hoger onderwijs in Utrecht de trigger was die tot een verhuisbeweging leidde. Ook samenwonen met een partner kan reden zijn om te gaan verhuizen. 22,6% van de studenten verwacht binnen twee jaar te gaan samenwonen. Van de groep die actief op zoek is naar een nieuwe woning is dit 33,8%. Aan de actief zoekenden studenten is gevraagd wat de reden van de gewenste verhuizing is (zie tabel 4.3). Ook hier komen een aantal triggers naar voren. Zo geeft 24,1% aan dat samenwonen de belangrijkste reden is, 11,8% verhuist vanwege een toekomstige baan en 11.7% moet zijn of haar huis uit. Tabel 4.3: Redenen om te verhuizen voor actief woningzoekenden Ik wil een zelfstandige woonruimte 48,5% Ik wil groter wonen 38,1% Ik wil op een andere locatie wonen 32,3% Ik wil minder reistijd 26,6% Ik wil gaan samenwonen 24,1% Ik wil uit huis 23,4% Ik wil goedkoper wonen 13,0% Vanwege toekomstige baan 11,8% Ik moet mijn huis uit 11,7% 4.3 Residentiële mobiliteit Uit het onderzoek komt naar voren dat er in de afgelopen twee jaar studenten minimaal één keer verhuisd zijn (zie tabel 4.4). Dit betekent dat 44,6% van de gehele studentenpopulatie in de afgelopen twee jaar minimaal één keer verhuisd is, waaruit blijkt dat studenten een uiterst mobiele groep op de woningmarkt zijn. De meeste verhuisbewegingen bestaan uit nieuwkomers (uit ouderlijk huis of buiten Utrecht) die een studentenkamer betrekken. Daarnaast hebben er nog eens verhuizingen binnen de kamermarkt plaatsgevonden studenten hebben hun studentenkamer verruild voor een huurwoning. Het feit dat studenten beginnen met hun wooncarrière en er verdere stappen in ondernemen is ook in tabel 4.4 terug te vinden. De meeste nieuwkomers beginnen hun wooncarrière in een kamer, waarna ze geleidelijk doorstromen naar een betere kamer of huurwoning. Weinig studenten hebben de stap naar een koopwoning gemaakt omdat ze de middelen hiervoor (nog) niet hebben. Men zou ook kunnen stellen dat hun huidige positie in de levensloop beter aansluit bij een, meer flexibele en goedkope, kamer of huurwoning. De verhuisbewegingen van studenten kunnen op twee manieren worden weergegeven. De eerste manier om verhuisbewegingen te onderzoeken is het bestuderen van de vorige woonsituatie van studenten. Door de vorige woning af te zetten tegenover de huidige

14 woning kunnen verhuisbewegingen die in het verleden hebben plaatsgevonden in beeld worden gebracht. In tabel 4.4 is zo n tabel zichtbaar; het gaat hier om de verhuisbewegingen van studenten die minder dan twee jaar geleden zijn verhuisd. Zo blijkt dat studenten in de afgelopen twee jaar minimaal één keer verhuisd zijn. In de tweede plaats kan gekeken worden naar de gewenste verhuisbewegingen van studenten. De huidige en gewenste woonsituatie wordt in een tabel uiteengezet zodat de toekomstige residentiële mobiliteit van de groep zichtbaar wordt (zie tabel 4.5). In deze tabel is bijvoorbeeld af te lezen dat in totaal studenten aangeven binnen twee jaar nieuwe woonruimte willen betrekken. Dit is minder dan de geopenbaarde verhuisbewegingen uit tabel 4.4. Oorzaak hiervan is het feit dat studenten in de afgelopen jaren de stap van middelbaar onderwijs naar hoger onderwijs hebben gemaakt en dit heeft bij velen een verhuisbeweging ontlokt. Deze groep is groter dan de groep studenten die binnen twee jaar wenst te verhuizen, bijvoorbeeld omdat ze binnen dit tijdsbestek het studentenleven, en daarmee hun studentenkamer, achter zich willen laten. Tabel 4.4: Recruteringspatroon herkomst studenten (revealed) Vorige woning Kamer Huur Koop Nieuwkomers* Totaal Huidige woning in Kamer Utrecht Huur Koop Totaal Vorige woning Kamer Huur Koop Nieuwkomers* Totaal Huidige woning in Kamer Utrecht Huur Koop *Nieuwkomers: Vorige woonsituatie = buiten Utrecht of ouderlijk huis Huidige en vorige woning Zoals hierboven vermeld, is in tabel 4.4 de huidige woning afgezet tegenover de vorige woning. Naast het totaal aan verhuizingen, is bijvoorbeeld ook af te lezen hoeveel huidige kamerbewoners, nieuwkomer zijn. Nieuwkomers zijn mensen die hiervoor bij hun ouders woonden (in Utrecht of daarbuiten) of wiens vorige woning zich buiten Utrecht bevond. Het aantal nieuwkomers in een zelfstandige huurwoning of koopwoning is veel lager. In het onderste gedeelte van de tabel zijn de geaggregeerde getallen verwerkt tot kansen. Deze cijfers geven aan hoe groot de kans is dat de huidige bewoner van een bepaald woningtype voorheen in bijvoorbeeld een kamer woonde (zie ook paragraaf 1.3). Zo blijkt dat 63,4% van de huidige (studerende) kamerbewoners nieuwkomer is, in tegenstelling tot slechts 31,9% bij zelfstandige huurwoningen en 37,5% van de studenten die in een koopwoning wonen. Huidige en gewenste woning Naast de herkomst van bewoners is aan studenten, die binnen twee jaar willen verhuizen, gevraagd naar welk soort woning hun voorkeur uitgaat (zie tabel 4.5). In de tabel is onder andere af te lezen dat er op dit moment in Utrecht studenten actief op zoek zijn naar een kamer. Van deze groep laten studenten bij vervulling van hun woonwens geen woning in Utrecht achter en zijn hiermee nieuwkomer; dit is het kwantitatieve kamertekort. Naast deze kamerstarters zijn kamerbewoners op zoek naar een zelfstandige huurwoning. Wanneer zij aan hun woonwens kunnen voldoen, komen er na

15 verhuizing kamers vrij. Indien deze kamers alleen zouden worden betrokken door studerende kamerstarters zou het kwantitatieve tekort van kamers opgeheven worden. Er zijn echter twee kanttekeningen te plaatsen bij deze redenering: 1. Als er huurwoningen beschikbaar komen zijn deze niet uitsluitend toegankelijk voor kamerbewoners. Zo blijkt uit tabel 4.4 dat slechts 55% van de beschikbare gekomen huurwoningen betrokken wordt door kamerbewoners. Dit komt omdat ook studenten van buiten Utrecht of vanuit het ouderlijk huis (nieuwkomers) een huurwoning betrekken; dit is voor 32% van de huurwoningen het geval. Binnen de groep studenten is er dus concurrentie op de markt van huurwoningen. 2. Er is niet alleen concurrentie van andere studenten bij de betrekking van een huurwoning, ook niet-studenten zijn actief op deze markt. Het gaat hier bijvoorbeeld om mensen die bij WoningNet zijn ingeschreven of reeds afgestudeerde studenten (alumni). Er moet dus niet vergeten worden dat de tabellen 4.4 en 4.5 alléén gelden voor studenten aan de UU en HU; de tabellen vormen niet de hele markt maar geven een deel van de vraag en het aanbod dat vrijkomt weer. Het is net als bij de kamers die vrijgemaakt zouden worden om in de vraag van de studerende nieuwkomers te voorzien interessant om te bestuderen hoe huurwoningen beschikbaar kunnen komen. Deze huurwoningen zijn namelijk nodig om in de vraag van kamerbewoners te voorzien, zodat kamers beschikbaar komen voor die nieuwkomers. De logische vervolgstap is om te kijken hoeveel doorstroming er mogelijk is vanuit huurwoningen naar (goedkope) koopwoningen. Het blijkt echter dat slechts 151 studenten die nu in een huurwoning wonen daadwerkelijk naar een koopwoning willen doorstromen. Wanneer ze dit doen, zouden er dus 151 huurwoningen vrijkomen. Slechts 55,0% van deze vrijgekomen huurwoningen wordt betrokken door studerende kamerbewoners; deze 83 huurwoningen zijn bij lange na niet genoeg om de potentiële doorstromers in hun behoefte te voorzien. Tabel 4.5: Recruteringspatroon wensen studenten (stated) Huidige woning Kamer Huur Koop Nieuwkomers* Totaal Totaal % Gewenste woning in Kamer ,2% Utrecht Huur ,8% Koop ,0% ,0% Huidige woning Kamer Huur Koop Nieuwkomers* Gewenste Kamer Woning Huur Koop Buiten Utrecht *Nieuwkomers: Huidige woonsituatie = buiten Utrecht of ouderlijk huis

16 Het lijkt er op dat er veel te weinig huurwoningen beschikbaar zijn om doorstroming vanuit kamers naar een huurwoning te verwezenlijken. Dit komt naar voren door de doorstroming van studenten vanuit huurwoningen naar koopwoningen te bestuderen: er blijkt vrijwel geen gewenste doorstroming te zijn van huur- naar koopwoningen, zodat huurwoningen niet beschikbaar komen voor doorstroming vanuit de kamermarkt. Het gebrek aan doorstroming van studenten aan de onderkant van de woningmarkt lijkt oorzaak te vinden in het gebrek aan beschikbare huurwoningen. Vergelijking wens en werkelijkheid De verhuisbewegingen van studenten die in de afgelopen twee jaar hebben plaatsgevonden zijn te vergelijken met de woonwensen van de studenten. Om een juiste vergelijking te maken tussen deze geopenbaarde recrutering en gewenste recrutering kunnen de recruteringskansen (tabel 4.4 en tabel 4.5) naast elkaar worden gelegd. Hieruit blijkt dat de woonwensen van studenten niet veel afwijken van de realiteit, zo is bijvoorbeeld in tabel 4.5 af te lezen dat voor een huurwoning de kans 57% is dat de bewoner uit een kamer komt, bij de geopenbaarde recrutering is deze kans 55%. Studenten houden klaarblijkelijk bij het maken van hun wensen rekening met hun mogelijkheden en hebben een goed beeld van de toegankelijkheid en beschikbaarheid van woningen. Er is één opvallend verschil in recruteringskansen tussen beide tabellen te onderscheiden: uit tabel 4.3 blijkt dat voor een studentenkamer de kans 63% is dat de huidige bewoner uit het ouderlijk huis komt. Dit in tegenstelling tot de gewenste recrutering (zie tabel 4.5), waarbij 47% van de kamerbewoners uit het ouderlijk huis komt. Dit komt omdat in tabel 4.4 teruggekeken wordt naar verhuizingen die de afgelopen twee jaar hebben plaatsgevonden. In deze twee jaar hebben veel studenten de eerste stap op de woningladder hebben gezet door het ouderlijk huis te verlaten en een studentenkamer te betrekken. In tabel 4.5 wordt gekeken naar het aantal gewenste kamers en hier is het aandeel nieuwkomers lager. Dit komt omdat het aandeel studenten dat momenteel nog in het ouderlijk huis woont en op zoek is naar een kamer lager is, veel studenten wonen immers al op kamers. 4.3 Conclusie Studenten vormen een bijzondere groep binnen de Utrechtse woningmarkt. Ze betreden deze markt voornamelijk wanneer ze beginnen met een studie aan één van de instellingen voor hoger onderwijs in de stad. Het gaat om een homogene groep, maar toch zijn er wel een aantal verschillen binnen de groep te duiden. In de eerste plaats zijn er verschillen tussen studenten van de HU en UU, die voornamelijk in de verdeling van het maandinkomen zichtbaar zijn. Zo kunnen studenten van de universiteit vaker rekenen op hulp van derden terwijl bij hogeschoolstudenten een groter deel van het maandinkomen uit loon bestaat. Een tweede verschil binnen de groep komt terug in de woonwensen. Studenten die nog thuis wonen maar wel op zoek zijn naar een kamer accepteren veel meer woningen dan studenten die al op kamers wonen en op zoek zijn. Studenten willen alleen hun huidige onzelfstandige woonruimte verlaten als hun nieuwe woning op een betere locatie ten opzichte van het centrum is gelegen of groter is. Onder de thuiswonende en op kamers wonende studenten is er vooral vraag naar onzelfstandige woonruimte. Daarnaast geeft een deel van de studenten aan op zoek te zijn naar een zelfstandige huurwoning. Wanneer deze studenten inderdaad een huurwoning kunnen betrekken laten ze meestal een kamer achter die vaak door een nieuwkomer wordt ingenomen. Uit de cijfers is gebleken dat de doorstroming van kamer naar een goedkope huurwoning moeizaam is, terwijl er binnen de groep weinig gewenste doorstroming is van een huur- naar een koopwoning. Het probleem van het gebrek aan doorstroming ligt dan ook voornamelijk in het tekort aan geschikte huurwoningen voor studenten.

17 4.4 Samenvatting Eén vijfde (26,0%) van de studentenpopulatie woont nog bij hun ouders. Van de overige 74,0% van de studenten is 85,0% alleenstaand en 15,0% woont samen of is gehuwd. 77,0% van de uitwonende studenten woont in een (onzelfstandige) kamer, 18,0% huur een zelfstandige woning en 5,0% heeft een koopwoning. De gemiddelde grootte van de woonruimte van een studerende Utrechtse kamerbewoner is 19,8 m 2. Degenen met een huurwoning hebben gemiddeld 52,8 m 2 tot hun beschikking. Gemiddeld hebben studenten 655,51 aan besteedbaar inkomen per maand. Een aanzienlijk deel (33,6%) van dit inkomen komt voort uit studiefinanciering en leningen. Inkomen verkregen uit (bij)baantjes maakt gemiddeld zo n 42,5% uit van dit totale gemiddelde inkomen. Van de studenten aan HU en UU is 15,8% (9.757 mensen) actief op zoek naar woonruimte in de regio Utrecht. Hiervan zijn studenten op zoek naar onzelfstandige en naar zelfstandige woonruimte. Van de studenten die op zoek zijn naar onzelfstandige woonruimte laten er bij verhuizing géén woonruimte achter in de regio Utrecht. Deze nieuwkomers op de Utrechtse woningmarkt worden kamerstarters genoemd: ze verlaten óf het ouderlijk huis, óf komen uit een andere woningmarkt. Het getal is het absolute kamertekort in de regio Utrecht. Degenen die op zoek zijn naar een kamer wensen geen grote woning: 88,2% van de studenten aan de HU en UU geeft aan een kamer tussen de 11 en 20 m 2 te willen. De locatie is echter wél van belang; kamers buiten de stad Utrecht worden aanzienlijk minder geaccepteerd en als het inkomen het toelaat lijkt een deel bereidt te zijn te willen betalen voor een kamer in de buurt van het centrum van Utrecht. Ook bij de studenten die op zoek zijn naar een (zelfstandige) huurwoning lijkt de locatie van de woning een rol te spelen, alhoewel de grootte van de woonruimte nu ook een rol begint te spelen. De Uithof, dat onder de kamerbewoners nog als een aantrekkelijke woonlocatie wordt beschouwd, is voor de vaak oudere studenten die een huurwoning wensen geen geliefde locatie meer. Voor de kleine groep studenten die op zoek is naar een koopwoning geldt dat ze op zoek zijn naar goedkope woningen, liefst zo groot mogelijk en zo dicht mogelijk bij het centrum van de stad Utrecht. Een bewijs voor de grote residentiële mobiliteit van studenten is het feit dat van hen in de afgelopen twee jaar minimaal één keer verhuisd is; dit is 44,6% van alle studenten aan de HU en UU. De meeste verhuizingen (14.507) zijn van kamerstarters. De vraag naar zelfstandige woonruimte in de regio Utrecht (5.522) is onder studenten groter dan de vraag naar onzelfstandige woonruimte (4.234). Deze vraag naar zelfstandige woonruimte is vooral gericht op huurwoningen. Als er in de vraag van studenten naar huurwoningen voldaan zou worden, zouden alle kamerstarters een kamer kunnen krijgen: het aantal studenten dat een huurwoning betrekt en een kamer achterlaat is groter dan het kamertekort. Er zijn echter te weinig huurwoningen beschikbaar voor studenten, waardoor de doorstroming van kamers naar huurwoningen ernstig bemoeilijkt wordt.

5.1 Levensloop. 5.1.1 Leeftijd. 5.1.2 Opleidingsniveau

5.1 Levensloop. 5.1.1 Leeftijd. 5.1.2 Opleidingsniveau 5. WoningNet Studenten zijn niet de enige groep die actief is aan de onderkant van de Utrechtse woningmarkt. Een ander deel van de doelgroep bestaat uit alle mensen die via een inschrijving bij WoningNet

Nadere informatie

6. Alumni Universiteit Utrecht

6. Alumni Universiteit Utrecht 6. Alumni Universiteit Utrecht De laatste groep die is aangeschreven voor onderzoek zijn degenen die de afgelopen vijf jaar (vanaf 2002) zijn afgestudeerd aan de Universiteit Utrecht. Deze groep heeft

Nadere informatie

Rapport. StudentenWoonMonitor. Utrecht 2011

Rapport. StudentenWoonMonitor. Utrecht 2011 Rapport StudentenWoonMonitor Utrecht 2011 Rapport StudentenWoonMonitor Utrecht 2011 Een onderzoek naar het profiel en de woonwensen van studenten in Utrecht Utrecht, juni 2011 Dit onderzoek werd uitgevoerd

Nadere informatie

2.1 Onderzoeksgroep en populatie

2.1 Onderzoeksgroep en populatie 2. Methodiek 2.1 Onderzoeksgroep en populatie Dit onderzoek is gericht op de onderkant van de woningmarkt in Utrecht. Dat het om de onderkant gaat, geeft een drietal zaken aan die van belang zijn voor

Nadere informatie

StudentenMonitor 2007 Monitor onzelfstandige woonruimte Utrecht

StudentenMonitor 2007 Monitor onzelfstandige woonruimte Utrecht Monitor onzelfstandige woonruimte Utrecht In opdracht van: Gemeente Utrecht SSH Utrecht Hogeschool Utrecht Universiteit Utrecht Met medewerking van: prof. dr. Pieter Hooimeijer Utrecht, september 2007

Nadere informatie

UU 29.750 4.668 15,7% HU 32.000 2.090 6,5% Totaal 61.750 6.791 11,0%

UU 29.750 4.668 15,7% HU 32.000 2.090 6,5% Totaal 61.750 6.791 11,0% Bijlagen 1 Technische verantwoording Non-respons en weging Het reactiepercentage van de UU-studenten is veel hoger dan dat van de HU-studenten (zie onderstaande tabel). Het is niet duidelijk waarom er

Nadere informatie

Studentenmonitor Leeuwarden 2010 Nathan Rozema Leeuwarden Studiestad (1) Laagland advies i.o.v. Ministerie van VROM, april 2010 Doelstelling Leeuwarden om in top 3 HBO-steden te komen Met het oog daarop

Nadere informatie

3. Beschrijving van de woningmarkt

3. Beschrijving van de woningmarkt 3. Beschrijving van de woningmarkt In de stad Utrecht is het voor veel studenten moeilijk om een geschikte kamer te bemachtigen. Dit is één van de kenmerken van de woningmarkt waarin Utrecht verschilt

Nadere informatie

Rapport Studentenmonitor Leeuwarden 2010

Rapport Studentenmonitor Leeuwarden 2010 Rapport Studentenmonitor Leeuwarden 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar hbo-studenten in Leeuwarden Utrecht, januari 2011 G.D. Bos, MSc Dit onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met

Nadere informatie

1. Enquête StudentenMonitor Enquête Kansen voor Starters Begeleidende StudentenMonitor Hogeschool Utrecht...

1. Enquête StudentenMonitor Enquête Kansen voor Starters Begeleidende   StudentenMonitor Hogeschool Utrecht... Bijlagen 104 Inhoudsopgave 1. Enquête StudentenMonitor... 106 2. Enquête Kansen voor Starters... 116 3. Begeleidende e-mail: StudentenMonitor Hogeschool Utrecht... 122 4. Begeleidende e-mail: StudentenMonitor

Nadere informatie

Van kamerwens naar koopwoning

Van kamerwens naar koopwoning Van kamerwens naar koopwoning Onderzoek naar doorstroming aan de onderkant van de Utrechtse woningmarkt Master thesis - G.D. Bos E.M. de Bruijn Onder begeleiding van: prof. dr. P. Hooimeijer Augustus 2007

Nadere informatie

StudentenMonitor Zwolle 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar mbo- en hbo-studenten in Zwolle

StudentenMonitor Zwolle 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar mbo- en hbo-studenten in Zwolle StudentenMonitor Zwolle 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar mbo- en hbo-studenten in Zwolle Utrecht, juli 2010 G.D. Bos, MSc Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van SSH Deze rapportage

Nadere informatie

Verhuis- en woonwensen van starters

Verhuis- en woonwensen van starters Verhuis- en woonwensen van starters Gemeente Amersfoort Sector Concernmiddelen Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage in opdracht van afdeling Economie en Wonen Onderzoek en Statistiek,

Nadere informatie

Rapport. Studentenmonitor. Zwolle 2010

Rapport. Studentenmonitor. Zwolle 2010 Rapport Studentenmonitor Zwolle 2010 Rapport Studentenmonitor Zwolle 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar mbo- en hbo-studenten in Zwolle Utrecht, september 2010 G.D. Bos, MSc Dit onderzoek

Nadere informatie

Toetsingskader woningbouwplannen Delft

Toetsingskader woningbouwplannen Delft Toetsingskader woningbouwplannen Delft Nuanceringen op de notitie september 2013 Harry Boumeester / TU Delft Technische Universiteit Delft / Faculteit Bouwkunde / Challenge the future Inhoud van de presentatie

Nadere informatie

StudentenMonitor 2007 Monitor onzelfstandige woonruimte Utrecht

StudentenMonitor 2007 Monitor onzelfstandige woonruimte Utrecht Monitor onzelfstandige woonruimte Utrecht In opdracht van: Gemeente Utrecht SSH Utrecht Hogeschool Utrecht Universiteit Utrecht Met medewerking van: prof. dr. Pieter Hooimeijer Utrecht, september 2007

Nadere informatie

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Juni 2007 www.adv-mr.com Utrechtseweg 101, 3702 AB Zeist Inhoud Inleiding Vanuit woonstichting Viveste en de gemeente Houten is een behoefte aan onderzoek naar de woonwensen

Nadere informatie

Appendix I: Uitwerkingen en tabellen Inhoudsopgave Hoofdstuk 4.1: De verwachtingen vooraf Hoofdstuk 4.2: De algemene tevredenheid

Appendix I: Uitwerkingen en tabellen Inhoudsopgave Hoofdstuk 4.1: De verwachtingen vooraf Hoofdstuk 4.2: De algemene tevredenheid Appendix I: Uitwerkingen en tabellen Inhoudsopgave Hoofdstuk 4.1: De verwachtingen vooraf Deelvraag 1: Wat waren de motieven om te gaan wonen in MAX? Hypothese A1: De bewoners zijn tevreden over de variabelen

Nadere informatie

JE BENT STUDENT EN JE WILT WAT IN EINDHOVEN. Woonwensenonderzoek onder studenten van de TU/e, Fontys Hogescholen en Design Academy

JE BENT STUDENT EN JE WILT WAT IN EINDHOVEN. Woonwensenonderzoek onder studenten van de TU/e, Fontys Hogescholen en Design Academy JE BENT STUDENT EN JE WILT WAT IN EINDHOVEN Woonwensenonderzoek onder studenten van de TU/e, Fontys Hogescholen en Design Academy Houten, 26 oktober 2006 Colofon In opdracht van: Vestide Gemeente Eindhoven

Nadere informatie

Woningbehoefte onderzoek

Woningbehoefte onderzoek Woningbehoefte onderzoek Prognose woningbehoefte Amersfoort tot 2015 Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA) Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage:

Nadere informatie

Woonwensenonderzoek Valkenswaard %

Woonwensenonderzoek Valkenswaard % Woonwensenonderzoek 2017 De Metropoolregio Eindhoven laat sinds de jaren 80 met enige regelmaat voor de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant onderzoek uitvoeren naar de woningmarkt. In 2017 werd besloten om

Nadere informatie

Studentenwoonwensen Leiden. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27 99 300

Studentenwoonwensen Leiden. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27 99 300 Studentenwoonwensen Leiden 2015 Maarten Vijncke & René van Hulle September 2015 ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27 99 300 Copyright ABF Research 2015 De informatie in dit rapport is met de

Nadere informatie

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Stand van zaken zomer 2014 Inleiding Op dit moment volstrekt zich een grote verandering binnen de sociale huursector. Dit is het gevolg van het huidige

Nadere informatie

JONGERENPEILING WONEN IN EDE

JONGERENPEILING WONEN IN EDE JONGERENPEILING WONEN IN EDE ACHTERGROND EN OPZET Eind 2015 is de Woonvisie Ede 2030 vastgesteld. Sindsdien heeft de gemeente Ede gewerkt aan de vertaling van de Woonvisie naar het woningbouwprogramma

Nadere informatie

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies M e m o Aan: Van: Onderwerp: Project: Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies Nadere profilering doelgroepen P27770 Datum:

Nadere informatie

Leeronderzoek: Enquête Studentenhuisvesting Propedeuse 2015/2016

Leeronderzoek: Enquête Studentenhuisvesting Propedeuse 2015/2016 Enquete woonwensen studenten propedeuse VRAGEN REACTIES 269 Sectie 1 van 9 Leeronderzoek: Enquête Studentenhuisvesting Propedeuse 2015/2016 - Achtergrond Deze enquête is ontwikkeld als instrument voor

Nadere informatie

Studentenwoonwensen. Maastricht. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk NH Delft

Studentenwoonwensen. Maastricht. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk NH Delft Studentenwoonwensen Maastricht 2015 Maarten Vijncke & René van Hulle September 2015 ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27 99 300 Copyright ABF Research 2015 De informatie in dit rapport is met

Nadere informatie

Studentenwoonwensen Den Haag. Onderzoek naar de woonwensen van studenten in Den Haag

Studentenwoonwensen Den Haag. Onderzoek naar de woonwensen van studenten in Den Haag Studentenwoonwensen Den Haag 2015 Onderzoek naar de woonwensen van studenten in Den Haag Uitgevoerd in opdracht van DUWO Studentenhuisvesting en gemeente Den Haag Maarten Vijncke & René van Hulle 10 maart

Nadere informatie

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015 Inhoud 1. Woningvoorraad 2 2. Huishoudens 4 3. Huishoudens in woningen 5 4. Verhuizingen 8 5. Verhuiswensen doorstromers 10 6. Verhuiswensen starters 14 7. Woonruimteverdeling 15 Inleiding Er is heel veel

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit mei 2018, Leo Prins en Paul de Vries - Ouderen verhuizen zeer weinig. Van alle senioren in een koopwoning wil 6,6 procent verhuizen, maar dat lukt maar 2,3 procent.

Nadere informatie

StudentenMonitor Sittard 2011

StudentenMonitor Sittard 2011 StudentenMonitor Sittard 2011 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar MBO- en HBO-studenten in Sittard - Onderzoeksrapport Utrecht, 19 december 2011 M.M. Hootsen, MSc Drs. N. Rozema Dit onderzoek

Nadere informatie

Effecten voorstel verlengen periode tijdelijk behoud inschrijfduur na verhuizing van twee naar vijf jaar

Effecten voorstel verlengen periode tijdelijk behoud inschrijfduur na verhuizing van twee naar vijf jaar Effecten voorstel verlengen periode tijdelijk behoud inschrijfduur na verhuizing van twee naar vijf jaar 1 Aanleiding Bij behandeling van het beleidsvoorstel Actualisatie Woonruimteverdeling op 16 oktober

Nadere informatie

Woningbehoefteonderzoek jongeren Hengelo en Borne

Woningbehoefteonderzoek jongeren Hengelo en Borne Woningbehoefteonderzoek jongeren Hengelo en Borne WoningNet 1 juni 2018 Onderzoek naar woningbehoefte van jongeren tot 28 jaar in Hengelo en Borne Behandeld door: ALEXANDRA DE JONG Telefoon: 0651567917

Nadere informatie

De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren. Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle

De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren. Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen

Nadere informatie

5 Starters op de markt voor koopwoningen

5 Starters op de markt voor koopwoningen 5 Starters op de markt voor koopwoningen In het derde kwartaal van 2008 is een aantal aanvullende vragen gesteld aan personen die op dit moment een woning huren en zich oriënteren op een koopwoning. Dit

Nadere informatie

Utrecht en hoogopgeleiden

Utrecht en hoogopgeleiden Utrecht en hoogopgeleiden Binding van studenten hoger onderwijs aan de stad Utrecht notitie van de afdeling Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl maart 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Interne Bedrijven

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Woontevredenheid en doorstroming van huurders in City Campus MAX

Woontevredenheid en doorstroming van huurders in City Campus MAX Onderzoeksrapport Woontevredenheid en doorstroming van huurders in City Campus MAX Juni 2010 Universiteit Utrecht Faculteit Geowetenschappen Bachelor Sociale Geografie en Planologie Onderzoeksgroep MAX

Nadere informatie

1. Theoretisch Kader

1. Theoretisch Kader 1. Theoretisch Kader 1.1 Conceptueel model en onderzoeksvragen Zoals al in de inleiding vermeld is, zal dit onderzoek trachten om oplossingen aan te dragen die de doorstroming van mensen in Utrecht aan

Nadere informatie

Onderzoek naar studentenhuisvesting

Onderzoek naar studentenhuisvesting Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten tel: 030 693 60 00 fax: 030 693 60 01 KvK nr. 31042832 E: info@atrive.nl I: www.atrive.nl Onderzoek naar studentenhuisvesting in Den Haag Resultaten van de DUWO

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. studentenhuisvesting op.

HET APOLLO MODEL. studentenhuisvesting op. Utrecht HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksreslaties. Met dit model

Nadere informatie

Onderzoek kleine kernen

Onderzoek kleine kernen Gemeente Kampen Onderzoek kleine kernen 1 maart 2012 Projectnr. 166.106/G Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet

Nadere informatie

Heidelberglaan 11 Postbus 85042 3508 AA Utrecht T. (030) 25 25 725 E. info@sshxl.nl I: www.sshxl.nl ING banknr. 3614600

Heidelberglaan 11 Postbus 85042 3508 AA Utrecht T. (030) 25 25 725 E. info@sshxl.nl I: www.sshxl.nl ING banknr. 3614600 Heidelberglaan 11 Postbus 85042 3508 AA Utrecht T. (030) 25 25 725 E. info@sshxl.nl I: www.sshxl.nl ING banknr. 3614600 nderwerp: brief campuscontract Behandeld door: Afdeling Wonen

Nadere informatie

# $% % & ' ( )*' + %&'& ',-./+

# $% % & ' ( )*' + %&'& ',-./+ # $% % & ' ( )*' + %&'& ',-./+ 0!"! / / % 1!,/ 02,// 3 /4 5. '& 6 7 7 % ' 6 2 2, ( " ".8('& 9! " /% '' 8& : 7, %& 7 ; 7? 7 7 7 2. 6 # $% 7.( ' 71 7 0 %& ( " 7 7 0 & & ( 9 7 2 % %%& (!

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030 Amersfoort HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030 Rotterdam HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model

Nadere informatie

Amsterdam (incl Diemen en Amstelveen)

Amsterdam (incl Diemen en Amstelveen) Amsterdam (incl Diemen en Amstelveen) HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksreslaties.

Nadere informatie

Woonvoorkeuren Woonwensen jongeren in verstedelijkte gebieden

Woonvoorkeuren Woonwensen jongeren in verstedelijkte gebieden Woonvoorkeuren Woonwensen jongeren in verstedelijkte gebieden 1 Doelgroepbepaling Personen in de leeftijd van 25 tot 35 jaar Wens om in een verstedelijkt gebied (> 3. inwoners) te wonen Geen studenten

Nadere informatie

Student City. Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Rotterdam. Co Poulus, Richard van den Berg, Rik Lukey. December 2007 r2007-0104cp

Student City. Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Rotterdam. Co Poulus, Richard van den Berg, Rik Lukey. December 2007 r2007-0104cp Student City Student City Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Rotterdam Co Poulus, Richard van den Berg, Rik Lukey December 2007 r2007-0104cp ABF RESEARCH VERWERSDIJK 8 2611 NH DELFT T [015] 2123748 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Onderzoek woningzoekenden Texel. Samenvatting. Inleiding

Onderzoek woningzoekenden Texel. Samenvatting. Inleiding Onderzoek woningzoekenden Texel Samenvatting Bij Woontij staan circa 1400 huishoudens ingeschreven die op zoek zijn naar een woning op Texel. 503 woningzoekenden hebben in oktober 2016 deelgenomen aan

Nadere informatie

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008-2009 RAPPORTAGE WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG 2008 2009 Uitgevoerd in opdracht van Parkstad Limburg Door: Datum: Ikwileenanderewoning.nl, 13 09 2009 Woonplein

Nadere informatie

Ouderen op de woningmarkt: feiten en cijfers

Ouderen op de woningmarkt: feiten en cijfers Ouderen op de woningmarkt: feiten en cijfers Prof. mr. Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft en directeur Nieuwe Markten Bouwfonds Ontwikkeling, met medewerking van Rink Drost,

Nadere informatie

Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot

Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot Bureau Bestuursinformatie & Onderzoek Gemeente Eindhoven Afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente Helmond Juli 2006 Inhoud: Oirschot... 1 Inwoners

Nadere informatie

Regio Midden-Limburg. Woningvoorraad. Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep

Regio Midden-Limburg. Woningvoorraad. Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep Woonwensen: Jongeren

Nadere informatie

Susteren-Heide - gemeente Echt-Susteren

Susteren-Heide - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Slaagkansenmonitor 2003

Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Slaagkansenmonitor 2003 Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties 2 Inhoud Inleiding 5 Aanleiding 5 5 Leeswijzer 7 Deel 1 9 1. De vraagkant op de Amsterdamse woningmarkt 9 1.1. Omvang van groep verhuisgeneigde huishoudens 9

Nadere informatie

Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst

Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst 27926 Huurbeleid Nr. 216 Herdruk 1 Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 21 maart 2014 Hierbij doe ik u het volgende toekomen:

Nadere informatie

Sleutels gezocht in Leiden. De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2009

Sleutels gezocht in Leiden. De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2009 Sleutels gezocht in Leiden De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2009 Sleutels gezocht in Leiden Uitgevoerd in opdracht van SLS Wonen, Universiteit Leiden en Hogeschool Leiden A. Gjaltema, M.

Nadere informatie

Enquête Totale bevolking Aandeel Boerhaar 8 58 3% Boskamp 26 195 9% Den Nul 13 96 4% Eikelhof 1 8 0% Elshof 6 43 2% Herxen 2 15 1% Middel 3 21 1% Olst 74 577 26% Welsum 20 149 7% Wesepe 18 134 6% Wijhe

Nadere informatie

Peij-Slek - gemeente Echt-Susteren

Peij-Slek - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf Onderzoek woningbehoefte Waarland 2015 25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf 1 Inleiding 1.1 Inleiding De gemeente Schagen wil haar toekomstig woningbouwprogramma inrichten

Nadere informatie

Wat weet jij over het leenstelsel?!

Wat weet jij over het leenstelsel?! Resultaten onderzoek Wat weet jij over het leenstelsel? 13-01-2015 Wat weet jij over het leenstelsel? In 2015 staan er ingrijpende veranderingen voor de deur die de toegankelijkheid van het onderwijs onder

Nadere informatie

Onderzoek wonen: Best. Rapport

Onderzoek wonen: Best. Rapport Onderzoek wonen: Best 2015 Rapport Colofon Dit onderzoek naar verhuiswensen van 60 tot en met 75-jarigen in Best is uitgevoerd in november/december 2015 in opdracht van de gemeente Best door de GGD Brabant-Zuidoost.

Nadere informatie

7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek. Auteur Remco Kaashoek

7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek. Auteur Remco Kaashoek 7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek Auteur Remco Kaashoek De dynamiek op de koopwoningmarkt is tussen 2007 en 2011 afgenomen, terwijl die op de markt voor huurwoningen licht is gestegen. Het aantal

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Uitkomsten enquête driehoek

Uitkomsten enquête driehoek Uitkomsten enquête driehoek Pier Winsemiusleane Meamerterdyk - Molepaed Dorpsbelang Winsum (Fr.) Maart 2014 METHODE Procedure Iedere woning/huishouden in Winsum kreeg een enquête met vragen in de brievenbus.

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

BLIJVEN OF VERTREKKEN MET EEN HOGERE OPLEIDING. TEKST: Wilma de Vries en Arjen Brander JONG!

BLIJVEN OF VERTREKKEN MET EEN HOGERE OPLEIDING. TEKST: Wilma de Vries en Arjen Brander JONG! BLIJVEN OF VERTREKKEN MET EEN HOGERE OPLEIDING TEKST: Wilma de Vries en Arjen Brander 46 JONG! ONDERZOEK LEREN WERKEN WONEN 50 respondenten Interviews met 50 Friese jongeren In 2017 zijn 50 interviews

Nadere informatie

Dieteren - gemeente Echt-Susteren

Dieteren - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Woonwensenonderzoek t.b.v. Ziekenhuislocatie BK-Laan Schiedam

Woonwensenonderzoek t.b.v. Ziekenhuislocatie BK-Laan Schiedam Woonwensenonderzoek t.b.v. Ziekenhuislocatie BK-Laan Schiedam enquête wordt ingevuld door de hoofdbewoner of de partner van de hoofdbewoner. Algemeen 1. Woont u in een huur- of een koopwoning? huur, corporatie/woningstichting...

Nadere informatie

Inventarisatie woonbehoefte Nuis/Niebert 2009

Inventarisatie woonbehoefte Nuis/Niebert 2009 Inventarisatie woonbehoefte Nuis/Niebert 2009 Inventarisatie woonbehoefte Nuis/Niebert 2009 Plaatselijk Belang Nuis/Niebert is nieuwsgierig wat de wensen zijn van de inwoners en eventuele toekomstige bewoners,

Nadere informatie

Samenvatting 3. Inleiding 5. 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7

Samenvatting 3. Inleiding 5. 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7 INHOUD Samenvatting Inleiding 5 1 Opgeleverde nieuwbouwwoningen 7 De bewoners van de nieuwbouwwoningen 9.1 Nieuwbouw naar bewonerstype 9. Herkomst vestigers 10. Nieuwbouw naar eigendomsverhouding 11.4

Nadere informatie

wonen VRAAGZIJDE NIEUWBOUWWONINGMARKT TWENTE

wonen VRAAGZIJDE NIEUWBOUWWONINGMARKT TWENTE de WOZ-waarden-prijspeil op 1 januari 2012 en voor de veilingen van 2012 geldt dat werd vergeleken met de WOZ-waarden-prijspeil op 1 januari 2011 en zo wordt elk jaar vergeleken met 1 januari van het voorgaande

Nadere informatie

Studentenhuisvesting. Leiden

Studentenhuisvesting. Leiden Studentenhuisvesting Leiden De stand van zaken anno 2013 Studentenhuisvesting Leiden De stand van zaken anno 2013 Uitgevoerd in opdracht van ABF Research M. Vijncke, C. Poulus 2013 r2013-0029cp 12240-WON

Nadere informatie

Woningmarktonderzoek Wijk bij Duurstede 2012

Woningmarktonderzoek Wijk bij Duurstede 2012 Woningmarktonderzoek Wijk bij Duurstede 2012 Versie: juni 2013 Gemaakt door: Ingeborg van den Wijngaart Gemaakt in samenwerking met: Willemijn Tepper Suggesties voor verbetering kunt u e-mailen naar i.vandenwijngaart@volksbelangwbd.nl

Nadere informatie

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

In totaal hebben 2.068 inwoners van de gemeente de enquête ingevuld. Een prachtig resultaat, waarvoor we iedereen hartelijk willen bedanken!

In totaal hebben 2.068 inwoners van de gemeente de enquête ingevuld. Een prachtig resultaat, waarvoor we iedereen hartelijk willen bedanken! Hoe vaak is de enquête ingevuld? In totaal hebben 2.068 inwoners van de gemeente de enquête ingevuld. Een prachtig resultaat, waarvoor we iedereen hartelijk willen bedanken! De enquête is vaak genoeg ingevuld

Nadere informatie

Factsheet Peiling woonvoorkeuren en reacties beleidsplannen uitkomsten WoON-module Wens en Werkelijkheid

Factsheet Peiling woonvoorkeuren en reacties beleidsplannen uitkomsten WoON-module Wens en Werkelijkheid Factsheet Peiling woonvoorkeuren en reacties beleidsplannen uitkomsten WoON-module Wens en Werkelijkheid Inleiding: tijd voor een tussenmeting De basismodule van het WoonOnderzoek Nederland 2009 (WoON2009)

Nadere informatie

Sint Joost - gemeente Echt-Susteren

Sint Joost - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Ospel - gemeente Nederweert

Ospel - gemeente Nederweert - gemeente Nederweert Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep

Nadere informatie

Aanbod woningen 2008/2009 215,25

Aanbod woningen 2008/2009 215,25 Haalbaarheid Aanvullend op het stedenbouwkundig plan gaat dit document in op de haalbaarheid van het plan en dan met name de keuze van de twee doelgroepen en het daarbij te realiseren aanbod. Door het

Nadere informatie

Woonwensen enquête. 5. Bent u tevreden met uw huidige woning? zeer tevreden, omdat.. tevreden, omdat ontevreden, omdat.. zeer ontevreden, omdat.

Woonwensen enquête. 5. Bent u tevreden met uw huidige woning? zeer tevreden, omdat.. tevreden, omdat ontevreden, omdat.. zeer ontevreden, omdat. Woonwensen enquête Huidige woonsituatie 1. Wat zijn uw persoonsgegevens? Naam. Straat en huisnummer. Postcode en Plaats. 2. In wat voor type woning woont u? eengezinswoning appartement/flat met/zonder

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2019Z10138/

Nadere informatie

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015 FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015 Kaartje concentraties 75+ 1 team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Inleiding Op 23 maart 2015 startte het Woondebat met een open bijeenkomst. Doel

Nadere informatie

STUDENTENMONITOR 2001

STUDENTENMONITOR 2001 STUDENTENMONITOR 2001 kernrapport Adriaan Hofman Uulkje de Jong Marko van Leeuwen Jan de Boom Ineke van der Veen Jaap Anne Korteweg Erwin Heyl Marjon Voorthuis Hana Budil-Nadvorníková Erasmus Universiteit

Nadere informatie

De vraag van studenten naar huisvesting

De vraag van studenten naar huisvesting Vastgoedmarkten De vraag van studenten naar huisvesting Groep 7 Fariez Alyan Arjen Kalkhoven Mina Karami Maikel Lankreijer Danny van Sas Mirte Tuinenberg Specialisatie/Minor Real Estate & Makelaardij 2011-2012

Nadere informatie

De binnenstad is een woongelegenheid in een stedelijk centrum, omdat daar minder en dure woningen zijn, en veel horeca, winkels en kantoren.

De binnenstad is een woongelegenheid in een stedelijk centrum, omdat daar minder en dure woningen zijn, en veel horeca, winkels en kantoren. Praktische-opdracht door Mere 1507 woorden 11 juni 2015 7 3 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Stap 2 Een wijk kiezen Wij kozen de Binnenstad! Dit leek ons een interessante wijk om te

Nadere informatie

Waar en hoe wonen de Groninger studenten in 2020

Waar en hoe wonen de Groninger studenten in 2020 Waar en hoe wonen de Groninger studenten in 2020 kenniscafé 12 mei 2011 Studeren in Groningen Onderzoek studentenhuisvesting 2009 Gemeentebeleid Groningen is de jongste stad van NL: de helft van de inwoners

Nadere informatie

Onderzoek Studentenhuisvesting 2009

Onderzoek Studentenhuisvesting 2009 Onderzoek Studentenhuisvesting 2009 Een onderzoek naar de huidige en de gewenste huisvesting van studenten aan de Rijks-Universiteit Groningen en de Hanzehogeschool in de gemeente Groningen Bureau Onderzoek

Nadere informatie

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten

Nadere informatie

In verband met de vakantieperiode en in overleg met de vragensteller is de termijn van beantwoording verlengt tot 31 augustus 2015.

In verband met de vakantieperiode en in overleg met de vragensteller is de termijn van beantwoording verlengt tot 31 augustus 2015. SCHRIFTELIJKE VRAAG Indiener: Gerwin ter Maat / VVD Berkelland Datum indiening vraag: 06-07-2015 Datum verzending antwoord: 01-09-2015 In verband met de vakantieperiode en in overleg met de vragensteller

Nadere informatie

Woonruimteverdeling 2015 2 Woningstichting Putten. Opening Schauwplein

Woonruimteverdeling 2015 2 Woningstichting Putten. Opening Schauwplein Samenvatting In 2015 leverden wij 39 appartementen op aan het Schauwplein te Putten. De belangstelling voor de woningen was groot en leidde tot doorstroming. Wij sloten in 2015 inclusief deze nieuwbouw

Nadere informatie

Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum

Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum De enquête geeft een goed beeld van de woonwensen van de bevolking, vanwege de grote respons en de goede verdeling over de verschillende leeftijden en type bewoners.

Nadere informatie

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN 14 december 2017 Publieksversie Joost Wegstapel Dave Havermans Australiëlaan 5, 3526 AB Utrecht 030 693 60 00 info@atrive.nl www.atrive.nl KvK: 17106411 Aanleiding van

Nadere informatie

Mooi Wonen Geesteren 14 maart 2018

Mooi Wonen Geesteren 14 maart 2018 Mooi Wonen Geesteren 14 maart 2018 Bijeenkomst [Naam1] en Geesteren [Naam2] 14 maart 2018 Programma Mooi wonen Geesteren Opening Inleiding door projectgroep Uitkomsten Uitdagingen Vervolg Hoe zat het ook

Nadere informatie

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015 Migratie en pendel Twente Special bij de Twente Index 2015 Inhoudsopgave Theorieën over wonen, verhuizen 3 Kenmerken Twente: Urbanisatiegraad en aantal inwoners 4 Bevolkingsgroei grensregio s, een vergelijking

Nadere informatie