Nieuwegein januari 2014 Tangram Advies & Onderzoek ARBO ONDERZOEK 2013

Transcriptie

1 Nieuwegein januari 2014 Tangram Advies & Onderzoek ARBO ONDERZOEK 2013

2 Arbo onderzoek 2013 Resultaten vergeleken met 2010 Tangram Advies & Onderzoek 13 januari 2014 Bestemd voor: WoonWerk Martin Liefhebber Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door het Europees Sociaal Fonds Dr. s Jacoblaan 26, 3707 VK Zeist T: E: info@tangramonderzoek.nl I:

3 Een-meting Arbo WoonWerk 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding Doel onderzoek Onderzoeksaanpak Onderwerpkeuze Samenvatting resultaten Concluderend Resultaten Arbo voorlichting RIE Wonen Arbo-catalogus Interne organisatie Tillen en arbeidsmiddelen Langdurig staan Gevaarlijke stoffen en bescherming Preventie en PAGO Algemene beoordeling Onderzoeksverantwoording Bijlage 1: Vragenlijst Bijlage 2: Resultaten in tabellen Bijlage 3: Toelichtingen en antwoorden op open vragen... 44

4 1. Inleiding Voor u ligt de rapportage van het onderzoek naar de arbo-omstandigheden in de woonbranche. Dit onderzoek betreft een 1-meting en is een vervolg op de in 2010 gehouden 0-meting welke werd uitgevoerd in opdracht van de Arbo Commissie Wonen. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door het Europees Sociaal Fonds. 1.1 Doel onderzoek Doel van de 0-meting was het vaststellen uitgangssituatie: hoe hangt de vlag er bij in de woonbranche als het gaat om arbo-omstandigheden. Door de 1-meting te vergelijken met de uitgangssituatie kan vastgesteld worden of arboomstandigheden in de woonbranche sinds 2010 zijn verbeterd. 1.2 Onderzoeksaanpak Om te inventariseren hoe het gesteld is met de arbeidsomstandigheden in de woonbranche, is in december 2013 een online vragenlijst uitgezet onder leden van het WoonWerk panel en onder ruim 3000 inretailleden. Het WoonWerk panel bevat zowel werknemers als werkgevers werkzaam in de woonbranche. De inretailleden zijn alleen werkgevers. Werkgevers en werknemers hebben dezelfde vragenlijst beantwoord zodat een 1 op 1 vergelijking van de antwoorden mogelijk is. In totaal hebben 332 werknemers en 264 werkgevers meegedaan aan dit onderzoek. 1.3 Onderwerpkeuze Het gebied van Arbeidsomstandigheden is zodanig groot dat er een beperking moet worden aangebracht in het aantal onderwerpen dat aan de orde gesteld kan worden, er zou anders een vragenlijst ontstaan die de ontvanger niet meer wil invullen. Omdat elke werkgever een actuele Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) moet hebben, hebben we ervoor gekozen bij het selecteren van vragen voor dit onderzoek, gebruik te maken van de vragen die ook in de RIE aan de orde komen. Daarbij zijn de onderwerpen geselecteerd op basis van de ervaringen opgedaan in de periode van het arbo-convenant dat eindigde in De onderwerpen waarvan toen naar voren kwam dat zij een knelpunt vormden zijn met name opgenomen in dit onderzoek. Daarnaast bevat de laatste CAO een aantal afspraken met betrekking tot arbeidsomstandigheden. Die onderwerpen zijn eveneens opgenomen. 1

5 2. Samenvatting resultaten In dit hoofdstuk wordt puntsgewijs een samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten van dit onderzoek. De focus ligt daarbij op de vergelijking van de 1-meting met de 0-meting. Met andere woorden: wat gaat er op arbo-gebied beter en wat gaat er minder goed vergeleken met de uitgangsituatie in Arbo omstandigheden in de woonbranche duidelijk verbeterd maar nog niet optimaal Werknemers beoordelen de arbo-omstandigheden in het eigen bedrijf met een 6,5 duidelijk beter dan 3 jaar geleden (5,9). Werkgevers zijn positiever en geven een 7,9 (2010: 7,6). Bekendheid en gebruik van werkeninwonen.nl is fors gestegen Bekendheid en gebruik van werkeninwonen.nl is fors toegenomen: 68% van de werknemers kent en 40% gebruikt de site. Veel bedrijven nog steeds geen RIE uitgevoerd Ruim de helft van de werkgevers heeft nog geen RIE uitgevoerd (of weet niet of dit is uitgevoerd). De animo voor adviseur (à 25, -) die ondersteunt bij het opstellen van de RIE is beperkt. Omgaan met arbo-knelpunten verbeterd Slechts 18% van de werkgevers en 11% van de werknemers is bekend met de Arbocatalogus. Bij 20% van de werkgevers heeft de arbeidsinspectie wel eens een bezoek gebracht aan het bedrijf. Van deze groep is 30% bekend met de Arbo-catalogus. Het aantal werknemers dat tevreden is over de snelheid waarmee arbo-knelpunten worden opgelost, is gestegen van 22% naar 39%. De aandacht voor arbo-aspecten tijdens het werkoverleg is gestegen van 22% naar 32%, maar is nog steeds geen algemeen gebruik. Beschikbaarheid en gebruik en arbeidsmiddelen verbeterd Aantal werknemers dat zware goederen moet tillen zonder hulpmiddelen, is afgenomen van 68% naar 56%. Het zijn met name woningstoffeerders en logistieke medewerkers die vaak tillen. Aanwezigheid van voldoende en geschikte tilhulpmiddelen is volgens werknemers licht verbeterd: 41% is hierover tevreden (2010: 34%). 28% geeft echter aan niet over voldoende tilhulpmiddelen te beschikken. Bij logistieke functies is het gebrek aan tilhulpmiddelen met 46% het grootst. De bekendheid met de situatie op het afleveradres is verbeterd. Volgens werknemers is dit in 71% van de gevallen bekend (2010: 63%). Dit wordt echter ontkend door de logistieke medewerkers. Van deze groep geeft slechts 41% aan dat dit bekend is. 2

6 Beschikbaarheid van voldoende hulpmiddelen bij aflevering van een product is gestegen van 56% naar 67%. Nog onvoldoende hulpmiddelen beschikbaar voor medewerkers die langdurig staan Het aantal werknemers dat langdurig moet staan is ongeveer gelijk gebleven. 63% staat weleens langer dan 1 uur aan een stuk en 58% wel eens meer dan 4 uur per dag. In driekwart van de gevallen is er voor hen geen verhoogde stoel of stasteun beschikbaar. Is er wel een hulpmiddel aanwezig dan gebruikt slechts 32% die vrijwel altijd. Veiligheidssituatie rondom gevaarlijke stoffen verbeterd Het gebruik van VOS-houdende middelen is verder afgenomen: 68% van de werknemers geeft aan daar niet meer mee te werken. Dit was 57% in De aanwezigheid van informatie over gevaarlijke stoffen is sterk verbeterd, van 21% naar 41%, maar veiligheidsinformatiebladen zijn nog steeds niet overal voorhanden. Volgens 38% van de werknemers is deze informatie, daar waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen, niet aanwezig. Er zijn meer werknemers (41% tegen 31% in 2010) tevreden over maatregelen die worden genomen om blootstelling aan houtstof te voorkomen. Hetzelfde geldt voor kwartsstof ( 45% tegen 32% in 2010). Volgens werkgevers worden persoonlijke beschermingsmiddelen voldoende beschikbaar gesteld. Werknemers zien dat anders: 42% (2010: 29%) zegt dat PBM s voldoende beschikbaar zijn, maar 36% geeft aan dat dat niet, of niet in voldoende mate het geval is. Minder preventiemedewerkers en mogelijkheden PAGO afgenomen De aanwezigheid van preventiemedewerkers lijkt te zijn afgenomen. Toen gaf 52% van werkgevers aan dat er in het bedrijf een preventiemedewerker was, nu nog maar 31%. Veel werknemers (35%) weten niet of er in het bedrijf een preventiemedewerker is. Minder 50-plussers kunnen deelnemen aan een 2-jaarlijk periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO): 18% tegenover 31% in Een op drie 50-plussers weet overigens niet of zij aan een PAGO kunnen meedoen. 2.1 Concluderend In het algemeen kunnen we concluderen dat de arbo-omstandigheden in de woonbranche duidelijk een verbetering laten zien vergeleken met de uitgangssituatie in Toch is de situatie nog lang niet optimaal. Zo blijft de aanwezigheid van persoonlijke beschermingsmiddelen een punt van zorg en verdient ook de omgang met gevaarlijke stoffen verdere aandacht. Hoewel de beschikbaarheid en het gebruik van arbeidsmiddelen is verbeterd, is er nog steeds een groot aantal werknemers, met name woningstoffeerders en logistieke medewerkers, dat zware goederen moet tillen zonder hulpmiddelen. Deze rapportage laat tot slot zien dat werkgevers de situatie rond arbovraagstukken nog steeds veel positiever inschatten dan werknemers. Ook hierin ligt een uitdaging gezien het feit dat werkgevers inspanningen op arbo-gebied zullen moeten faciliteren. 3

7 3. Resultaten In dit hoofdstuk worden alle resultaten van het onderzoek behandeld. De resultaten zijn per onderwerp weergegeven: Arbo voorlichting, RIE wonen, interne organisatie, tillen en arbeidsmiddelen, langdurig staan, gevaarlijke stoffen, bescherming en preventie en PAGO. De resultaten zijn uitgesplitst naar werkgevers en werknemers en worden waar mogelijk vergeleken met het resultaat van de 0-meting in Arbo voorlichting De bekendheid van de site Arbowonen.nl onder werknemers is gestegen van 36% in 2010 naar 45% in De bekendheid onder werkgevers is met 49% nauwelijks toegenomen. Slechts 12% van de werknemers als de werkgevers maakt gebruik van deze site. Figuur 1. Bekendheid met Arbo promotiemateriaal Kent u de volgende websites? Werkgevers % 37% 51% Werkgevers % 36% 52% Werknemers % 33% 56% Werknemers % 26% 64% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, wordt gebruikt Ja, maar nooit gebruikt Nee Werkgevers % 29% 43% Werkgevers % 26% 56% Werknemers % 28% 32% Werknemers % 25% 63% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, wordt gebruikt Ja, maar nooit gebruikt Nee Werkgevers % 11% 87% Werkgevers % 10% 87% Werknemers 2013 Werknemers % 10% 1% 7% 92% 87% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, wordt gebruikt Ja, maar nooit gebruikt Nee Werkgevers % 11% 81% Werkgevers % 16% 73% Werknemers 2013 Werknemers % 9% 1% 4% 95% 89% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, wordt gebruikt Ja, maar nooit gebruikt Nee 4

8 Van de site werkeninwonen.nl is zowel de bekendheid als het gebruik fors toegenomen. De bekendheid onder werknemers is zelfs verdriedubbeld van 12% naar 40%. De websites stoffenmanagerwonen.nl en riewonen.nl zijn slecht bekend bij de branche. Wel zien we dat de bekendheid onder werknemers langzaam toeneemt. 3.2 RIE Wonen Bijna de helft van de werkgevers heeft al een keer een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RIE) uitgevoerd. De branche is op dit punt redelijk op weg, maar toch voldoet ruim de helft nog niet aan haar wettelijke verplichtingen. Bij werknemers ligt het percentage dat zegt dat er al een RIE is uitgevoerd veel lager, maar het percentage `weet niet is dermate hoog dat het hier waarschijnlijk om een onbekend thema gaat. Figuur 2. Is er binnen uw bedrijf weleens een RIE uitgevoerd? Is er binnen uw bedrijf weleens een RI&E uitgevoerd? Werkgevers % 36% 18% Werkgevers % 40% 16% Werknemers % 33% 44% Werknemers % 26% 59% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Weet ik niet Van de bedrijven die een RIE uitvoeren evalueert 44% van de bedrijven jaarlijks het plan van aanpak met de betrokken werknemers. Dit een kleine daling ten opzichte van Figuur 3. Wordt het plan van aanpak uit de RIE jaarlijks geëvalueerd/ geactualiseerd en besproken met de Wordt het Plan van Aanpak uit de RI&E jaarlijks geëvalueerd / geactualiseerd en betrokken werknemers? besproken met de betrokken werknemers? Werkgevers % 45% 11% Werkgevers % 41% 9% Werknemers % 42% 13% Werknemers % 33% 21% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Weet niet Daar waar een RIE is uitgevoerd, heeft 38% van de werkgevers dat voor de eerste keer gedaan en 28% voor de tweede keer. De overige 34% heeft meer dan 2 keer een RIE uitgevoerd. 5

9 Figuur 4. In 2014 kan uw bedrijf voor slechts 25 euro een adviseur beschikbaar krijgen die met u de RIE In 2014 kan uw bedrijf voor slechts 25 euro een adviseur beschikbaar krijgen die met u de RIE opstelt. opstelt. Heeft u Heeft daar belangstelling u daar belangstelling voor? voor? Werkgevers % 60% 21% Werknemers % 41% 51% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Weet ik niet De belangstelling voor een adviseur die helpt bij het opstellen van de RIE is beperkt. Slechts een op de vijf werkgevers is hierin geïnteresseerd. 3.3 Arbo-catalogus In een Arbo-catalogus kan een branche regelen welke arbo-eisen normaal zijn voor de sector. Als een branche een dergelijke Arbo-catalogus heeft dan houdt de Arbeidsinspectie daar rekening mee bij het toezicht in de branche. In de 1-meting van 2013 is gevraagd naar de bekendheid met en animo voor deze catalogus. Figuur Bent u 5. bekend Bent met de u bekend arbo catalogus met de Wonen? Arbo-catalogus wonen? Werkgevers % 76% 6% Werknemers % 81% 8% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Weet ik niet Slechts 18% van de werkgevers en 11% van de werknemers is bekend met de Arbo-catalogus. Bij 20% van de werkgevers heeft de arbeidsinspectie wel eens een bezoek gebracht aan het bedrijf. Van deze groep is 30% bekend met de Arbo-catalogus. Dit is duidelijk hoger dan bij werkgevers die in het verleden niet met de arbeidsinspectie te maken hebben gehad (14%). Van de werkgevers die bekend zijn met de Arbo-catalogus wil bijna 40% verder geïnformeerd worden over deze catalogus. 6

10 3.4 Interne organisatie De beleving rondom het oplossen van arbo-knelpunten verschilt enorm tussen werkgevers en werknemers. Maar liefst 70% van de werkgevers vindt dat arbo-knelpunten in het bedrijf snel worden opgelost. Bij werknemers is dit percentage met 39% beduidend lager. Vergeleken met 2010 (22%) oordelen werknemers wel veel positiever over de snelheid waarmee arbo-knelpunten worden opgelost. Ook als het gaat over aandacht voor abo-aspecten tijdens werkoverleg lopen de meningen sterk uiteen, zoals figuur 7 laat zien. Figuur 6. In hoeverre bent u het eens met de stelling: Binnen ons bedrijf worden Arbo-knelpunten zo In hoeverre bent u het eens met de stelling: Binnen ons bedrijf worden Arbo-knelpunten spoedig mogelijk opgelost en de oorzaken bekeken zo spoedig mogelijk opgelost en de oorzaken bekeken Werkgevers % 41% 23% 1% 5% Werkgevers % 43% 24% 2% 4% Werknemers % 28% 33% 17% 11% Werknemers % 15% 32% 26% 20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Geheel mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Geheel mee oneens Figuur Is er tijdens 7. het Is werkoverleg tijdens het aandacht werkoverleg voor Arbo-aspecten? aandacht voor Arbo-aspecten? Werkgevers % 56% 14% Werkgevers % 52% 16% Werknemers % 32% 39% Werknemers % 22% 44% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Wij hebben geen werkoverleg Ja Nee Bedrijven met minder dan 50 medewerkers kunnen in geval van klachten over seksuele intimidatie of discriminatie terecht bij Stichting WoonWerk. Ongeveer een op de drie werkgevers en werknemers van deze bedrijven is daarvan op de hoogte. Figuur 8. Wist u dat u met klachten over seksuele intimidatie en/of discriminatie terecht kunt bij Stichting Wist u dat u met klachten over seksuele intimidatie en/of discriminatie terecht kunt bij WoonWerk? (voor bedrijven met minder dan 50 werknemers) Stichting WoonWerk? Werkgevers 2013 Werkgevers % 41% 65% 59% Werknemers 2013 Werknemers % 38% 65% 62% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee 7

11 Van de werkgevers in grootwinkelbedrijven geeft 69% aan dat daar een vertrouwenspersoon is aangesteld. Dit gegeven is minder bekend bij de werknemers: slechts de helft bevestigt de aanwezigheid van een vertrouwenspersoon en 30% antwoord weet ik niet. Figuur Is er binnen 9. uw Is er bedrijf binnen een uw vertrouwenspersoon? bedrijf een vertrouwenspersoon? (voor bedrijven met meer dan 50 werknemers) Werkgevers % 15% 15% Werkgevers % Werknemers % 32% 18% Werknemers % 25% 30% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Weet ik niet 3.5 Tillen en arbeidsmiddelen Het aantal werknemers dat wel eens zware goederen moet tillen zonder hulpmiddelen, is vergeleken met 2010 afgenomen van 68% naar 56%. Figuur Moet 10. u in uw Moet functie u in weleens uw functie meer weleens dan 23 kg meer tillen dan zonder 23 hulpmiddelen? kg tillen zonder hulpmiddelen? Werkgevers 2013 Werkgevers % 53% 49% 47% Werknemers 2013 Werknemers % 68% 44% 32% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Tussen verschillende functies bestaan aanzienlijke verschillen als het gaat om zwaar tillen. Vrijwel alle woningstoffeerders en logistieke medewerkers tillen wel eens meer dan 23 kilogram zonder hulpmiddelen. Bij bureaufuncties als inkoop, HRM en automatisering komt zwaar tillen zonder hulpmiddelen nauwelijks voor. 8

12 Figuur 11. Percentage Percentage dat dat weleens weleens meer meer dan 23kg dan moet 23kg tillen moet zonder tillen zonder hulpmiddelen hulpmiddelen (naar functie) (naar functie) 1 100% 91% 88% 81% 80% 67% 62% 60% 55% 50% 49% 45% 40% 20% 14% 13% 0% De aanwezigheid van voldoende tilhulpmiddelen lijkt de afgelopen jaren wat verbeterd: 41% van de werknemers geeft dat er voldoende middelen voorhanden zijn, een stijging van 7 procentpunt ten opzichte van Figuur 12. In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: Binnen ons bedrijf zijn voldoende In hoeverre bent u het eens met de stelling: Binnen ons bedrijf zijn voldoende tilhulpmiddelen (arbeidsmiddelen) beschikbaar tilhulpmiddelen (arbeidsmiddelen) beschikbaar Werkgevers % 41% 17% 5% 5% Werkgevers % 51% 16% 2% 5% Werknemers % 30% 23% 17% 11% 7% Werknemers % 28% 21% 23% 16% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Geheel mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Geheel mee oneens Geen mening In dezelfde mate waarin de aanwezigheid van voldoende tilhulpmiddelen is verbeterd, is ook de geschiktheid van die tilhulpmiddelen verbeterd. Ook hier zijn werkgevers aanzienlijk positiever over de situatie dan werknemers. 1 Niet vergelijkbaar met 2010 i.v.m. gewijzigde functieindeling 9

13 Figuur 13. In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: Binnen ons bedrijf zijn geschikte In hoeverre bent u het eens met de stelling: Binnen ons bedrijf zijn geschikte tilhulpmiddelen tilhulpmiddelen (arbeidsmiddelen) (arbeidsmiddelen) beschikbaar beschikbaar Werkgevers % 43% 17% 5% 5% Werkgevers % 53% 15% 2% 5% Werknemers % 35% 24% 15% 11% 7% Werknemers % 28% 24% 21% 15% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Geheel mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Geheel mee oneens Geen mening Er bestaat echter nog steeds een aanzienlijke groep van 28% die aangeeft niet over voldoende tilhulpmiddelen te beschikken. Het gebrek aan tilhulpmiddelen is het grootst bij de functiegroep waar het vaakst zwaar wordt getild, namelijk de logistieke functies. Daar geeft 46% van de medewerkers aan dat er onvoldoende tilhulpmiddelen zijn. Figuur 14. Percentage dat aangeeft niet over voldoende tilhulpmiddelen te beschikken (naar functie) 2 Percentage dat aangeeft niet over voldoende tilhulpmiddelen 60% 46% 38% 40% 27% 25% 22% 18% 20% 11% 8% 10% 9% 6% 0% Om tilproblemen te voorkomen is het van belang dat er bij verkoop middels een checklist wordt geïnventariseerd hoe de bezorgsituatie bij de klant is. Figuur 15 laat zien dat dit onderwerp volgens werkgevers goed is geregeld: in gemiddeld 83% van de gevallen is de bezorgsituatie bekend. Van de werknemers geeft gemiddeld 71% aan dat voorafgaand aan de levering bekend is hoe bereikbaar de woning van de klant is. 2 Niet vergelijkbaar met 2010 i.v.m. gewijzigde functieindeling 10

14 Figuur 15. In hoeveel procent van de gevallen is, voorafgaand aan de levering, bekend hoe bereikbaar de In hoeveel procent van de gevallen is, voorafgaand aan de levering, bekend hoe bereikbaar de woning van de klant klant is? is? Werkgevers 2013 Werkgevers % 83% Werknemers 2013 Werknemers % 71% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Kijken we naar de bekendheid van de bezorgsituatie per functiegroep, dan blijkt echter dat degenen die ook daadwerkelijk bezorgen veel minder positief zijn. Volgens medewerkers in logistieke functies is namelijk in slechts 41% van de gevallen bekend wat de afleversituatie is. Figuur 16. In hoeveel procent van de gevallen is, voorafgaand aan de levering, bekend hoe bereikbaar de Percentage waarin voorafgaand Ian de levering ebkend is hoe bereikbaar de woning woning van van de de klant klant is? is? dat (naar aangeeft functiegroep) niet over voldoende 3 tilhulpmiddelen 100% 91% 88% 81% 77% 80% 80% 80% 67% 70% 59% 60% 54% 41% 40% 20% 0% 3 Niet vergelijkbaar met 2010 i.v.m. gewijzigde functieindeling 11

15 Ten slotte is gevraagd in hoeveel procent van de gevallen er voldoende hulpmiddelen aanwezig zijn voor de levering van een product. Ook hier zijn weer de werkgevers een stuk positiever dan de werknemers. Figuur 17. In hoeveel procent van de gevallen zijn er voldoende hulpmiddelen voor de levering van een In hoeveel procent van de gevallen zijn er voldoende hulpmiddelen voor de levering van product aanwezig? een product aanwezig? Werkgevers 2013 Werkgevers % 81% Werknemers 2013 Werknemers % 67% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 3.6 Langdurig staan Werken in de woonbranche betekent voor een groot aantal werknemers en werkgevers dat men wel eens langdurig moet staan: 63% van de werknemers staat wel eens meer dan 1 uur achter elkaar en 58% staat op 1 dag in totaal weleens meer dan vier uur. In beide gevallen is dit percentage licht gedaald ten opzichte van Figuur Moet 18. u in uw Moet functie u in weleens uw functie meer weleens dan 1 uur meer achter dan elkaar 1 uur staan? achter elkaar staan? Werkgevers 2013 Werkgevers % 55% 52% 45% Werknemers 2013 Werknemers % 66% 37% 34% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Staat u op een dag in totaal weleens meer dan vier uur? Figuur 19. Staat u op een dag in totaal weleens meer dan vier uur? (niet onafgebroken maar in totaal) (niet onafgebroken maar in totaal) Werkgevers 2013 Werkgevers % 51% 54% 49% Werknemers 2013 Werknemers % 61% 42% 39% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee De beschikbaarheid van sta steunen dan wel een verhoogde stoel is niet optimaal. Bij driekwart van de werknemers en 60% van de werkgevers die langdurig moeten staan, zijn geen stahulpmiddelen beschikbaar. 12

16 Figuur 20. Is er een verhoogde stoel of stasteun beschikbaar wanneer u langdurig (meer dan 1 uur achter Is er een verhoogde elkaar stoel of meer of stasteun dan vier beschikbaar uur op een wanneer dag) moet u langdurig staan? (meer dan 1 uur achter elkaar of meer dan vier uur op een dag) moet staan? Werkgevers 2013 Werkgevers % 34% 60% 68% 6% 3% Werknemers 2013 Werknemers % 21% 80% 74% 5% 6% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Weet ik niet Als stasteunen of een verhoogde stoel aanwezig zijn, betekent dit nog niet dat deze ook in alle gevallen gebruikt worden. Slechts 32% van de werknemers en 47% van de werkgevers geeft aan deze hulpmiddelen (vrijwel) altijd te gebruiken (indien aanwezig). Figuur 21. Gebruikt u de verhoogde stoel of stasteun? Gebruikt u de verhoogde stoel of stasteun? Werkgevers % 34% 24% 15% 13% Werkgevers % 17% 21% 25% 13% Werknemers % 18% 27% 20% 22% Werknemers % 23% 22% 20% 27% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, altijd (100% van de gevallen) Ja, vrijwel altijd (75% van de gevallen) Ja, in de helft van de gevallen (50% van gevallen) Ja, soms (25% van de gevallen) Nee, nooit (0% van de gevallen) 3.7 Gevaarlijke stoffen en bescherming Voor wat betreft het werken met VOS-vrije producten is er duidelijk vooruitgang geboekt ten opzichte van 2010: 68% van de werknemers geeft aan dat er niet meer met VOS-houdende producten wordt gewerkt. Een daling van 9% ten opzichte van Figuur Zijn oplosmiddelhoudende 22. Zijn oplosmiddel producten houdende vervangen producten door vervangen oplosmiddelvrije door producten? oplosmiddelvrije producten? Werkgevers 2013 Werkgevers % 83% 15% 11% 6% 7% Werknemers 2013 Werknemers % 68% 28% 22% 10% 14% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Deels Nee 13

17 De aanwezigheid van informatie over gevaarlijke stoffen is ten opzichte van 2010 duidelijk verbeterd, maar nog steeds lang niet overal voorhanden. Volgens 38% van de werknemers zijn, daar waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen, geen veiligheidsinformatiebladen aanwezig. Figuur 23. Zijn daar waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt de veiligheidsinformatiebladen (VIB) Zijn daar waar aanwezig? met gevaarlijke (indien stoffen met gevaarlijke wordt gewerkt stoffen de veiligheidsinformatiebladen wordt gewerkt) (VIB) aanwezig? Werkgevers 2013 Werkgevers % 57% 28% 22% 21% 22% Werknemers 2013 Werknemers % 41% 21% 21% 58% 38% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, overal Ja, maar niet overal Nee, niet aanwezig Figuur 24. In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: Binnen ons bedrijf worden voldoende In hoeverre bent u het eens met de stelling: Binnen ons bedrijf worden voldoende maatregelen getroffen om de blootstelling aan houtstof te voorkomen. maatregelen getroffen om de blootstelling aan houtstof te voorkomen Werkgevers % 43% 15% 1% 1% Werkgevers % 51% 17% 2% Werknemers % 27% 37% 11% 11% Werknemers % 25% 37% 17% 14% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Geheel mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Geheel mee oneens Alle deelbranches behalve de woningtextielzaken is gevraagd naar maatregelen die worden genomen tegen houtstof (zie figuur 24). Van de werknemers is 41% van mening dat er genoeg maatregelen worden getroffen om blootstelling aan houtstof te voorkomen. Dit is een toename van 10% ten opzichte van Ook als het om maatregelen tegen kwartsstof gaat (alleen gevraagd in geval van gemengde en keuken- en sanitairzaken), oordelen medewerkers positiever over de inspanningen die worden gedaan om blootstelling hieraan te voorkomen. Het percentage dat hierover tevreden is, is gestegen van 32% in 2010 naar 45% in Werkgevers kijken anders tegen deze maatregelen aan. Iets meer dan 80% is van mening dat er voldoende maatregelen tegen blootstelling aan houtstof en kwartsstof worden genomen. 14

18 Figuur 25. In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: Binnen ons bedrijf worden voldoende In hoeverre bent u het eens met de stelling: Binnen ons bedrijf worden voldoende maatregelen getroffen om de blootstelling aan kwartsstof te voorkomen. maatregelen getroffen om de blootstelling aan kwartsstof te voorkomen Werkgevers % 44% 15% 4% Werkgevers % 46% 9% 3% Werknemers % 30% 33% 7% 15% Werknemers % 22% 39% 15% 15% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Geheel mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Geheel mee oneens Om medewerkers te beschermen tegen onder andere hout- en kwartstof dienen Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) in voldoende mate aanwezig te zijn en gratis beschikbaar te worden gesteld. Dit laatste is vrijwel altijd het geval. Figuur 26. Worden persoonlijke beschermingsmiddelen in uw organisatie in voldoende mate beschikbaar Worden de persoonlijke beschermingsmiddelen in uw organisatie in voldoende mate gesteld? beschikbaar gesteld? Werkgevers % 7% 6% 11% Werkgevers % 6% 8% 8% Werknemers % 20% 16% 22% Werknemers % 21% 19% 31% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, in voldoende mate Ja, maar niet altijd in voldoende mate Nee, deze worden helemaal niet beschikbaar gesteld Weet ik niet Figuur 26 laat zien dat werkgevers denken dat er in de meeste gevallen voldoende PBM s aanwezig zijn. Werknemers zijn minder positief: 42% zegt dat PBM s voldoende beschikbaar zijn, maar 36% geeft aan dat dat niet, of niet in voldoende mate het geval is. Hoewel er sprake is van een verbetering ten opzichte van 3 jaar geleden, blijft de aanwezigheid van persoonlijke beschermingsmiddelen een punt van zorg. Figuur Worden 27. de persoonlijke Worden de beschermingsmiddelen persoonlijke beschermingsmiddelen gratis beschikbaar gratis gesteld? beschikbaar gesteld? Werkgevers 2013 Werkgevers % 98% 6% 2% Werknemers 2013 Werknemers % 96% 3% 4% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee 15

19 Van de werknemers die persoonlijke beschermingsmiddelen krijgen aangeboden, maakt twee derde daar vrijwel altijd gebruik van. Negen procent maakt er nooit of slechts soms gebruik van. Het gebruik van PBM s is vergeleken met 2010 licht toegenomen. Figuur Worden 28. de persoonlijke Worden de beschermingsmiddelen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt? gebruikt? (indien van toepassing) Werkgevers % 50% 9% 2% 3% Werkgevers % 45% 14% 5% 5% Werknemers % 51% 14% 8% 1% 10% Werknemers % 45% 16% 12% 2% 9% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, altijd (100% van de gevallen) Ja, vrijwel altijd (75% van de gevallen) Ja, in de helft van de gevallen (50% van gevallen) Ja, soms (25% van de gevallen) Nee, nooit (0% van de gevallen) Weet ik niet 3.8 Preventie en PAGO De aanwezigheid van preventiemedewerkers lijkt vergeleken met 2010 te zijn afgenomen. Toen gaf 52% van werkgevers aan dat er in het bedrijf een preventiemedewerker was aangesteld. Nu geeft nog maar 31% aan dat dit geval is. Opvallend is dat veel werknemers (35%) niet weten of er in het bedrijf een preventiemedewerker is. Figuur 29. Is er binnen uw bedrijf een preventiemedewerker? Is er binnen uw bedrijf een preventiemedewerker? Werkgevers 2013 Werkgevers % 52% 57% 42% 12% 7% Werknemers 2013 Werknemers % 26% 42% 45% 35% 28% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Weet ik niet Volgens de laatste CAO Wonen zouden werkgevers ervoor moeten zorgen dat werknemers vanaf 50 jaar, eens in de 2 jaar kunnen deelnemen aan een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO). Slechts 18% van de werknemers van 50 jaar en ouder, geeft echter aan dat zij daar aan kunnen meedoen. Dit percentage is beduidend lager dan 3 jaar geleden. Ook hier valt op dat veel 50-plussers (35%) niet weten of zij eens in de jaar kunnen meedoen aan een PAGO. 16

20 Figuur 30. Kunt u eens in de twee jaar meedoen aan een Periodiek Arbeid Gezondheidskundig Onderzoek Kunt u eens in (PAGO)? de twee jaar meedoen aan een Periodiek Arbeid Gezondheidskundig Onderzoek (PAGO)? Werkgevers % 43% 33% Werkgevers % 34% 30% Werknemers 2013 Werknemers % 31% 47% 33% 35% 36% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee Weet ik niet 17

21 3.9 Algemene beoordeling De arbo-omstandigheden in de woonbranche worden nu duidelijk beter beoordeeld dan in 2010: Werknemers beoordelen de arbo-omstandigheden in hun bedrijf nu met gemiddeld een 6,5 tegenover een 5,9 in Werkgevers zijn veel positiever: zij geven voor de arbo-omstandigheden in hun eigen bedrijf gemiddeld een 7,9. Als u een rapportcijfer zou geven voor de arbo omstandigheden binnen uw bedrijf, welk Figuur cijfer zou 31. dan geven? Welk rapportcijfer geeft u de arbo-omstandigheden binnen uw bedrijf? Werkgevers 2013 Werkgevers ,6 7,9 Werknemers 2013 Werknemers ,9 6, Uitgesplitst naar functie zien we aanzienlijke verschillen in de overall beoordeling van arboomstandigheden. Zo zijn parketteurs met gemiddeld een 8,2 het meest tevreden. Net als in 2010 zijn logistieke medewerkers het minst tevreden. Zij beoordelen de arbo-omstandigheden met het rapportcijfer 5,3. Een onvoldoende dus, maar wel wat beter dan de 5,0 in Figuur 32. Rapportcijfer arbo-omstandigheden Rapportcijfer omstandigheden naar functie 4 naar functie 10 8,2 7,7 7,7 8 7,5 7,4 7,2 7,0 6,4 6, ,3 6,8 4 Niet vergelijkbaar met 2010 i.v.m. gewijzigde functieindeling 18

22 Figuur 33. Rapportcijfer Rapportcijfer arbo-omstandigheden omstandigheden naar deelbranche naar deelbranche 10 8,2 8 7,5 7,5 7,5 7,3 7,2 7,1 6,6 6,9 6,8 6,3 6,2 6,5 6,2 6 6, Net als in 2010 is het de deelbranche kurk en parket die het best scoort op arbo-omstandigheden (8,2). De deelbranche gordijnatelier-bedrijf scoort met een gemiddeld rapportcijfer van 6,5 het laagst. Redenen voor een onvoldoende rapportcijfer Alle werknemers is gevraagd desgewenst een toelichting te geven op het rapportcijfer. Van de in totaal 648 respondenten hebben er 372 hun rapportcijfer toegelicht. Toelichtingen bij een rapportcijfer lager dan een 6 gaan vaak over gebrek aan (til)hulpmiddelen of het feit dat er nauwelijks aandacht is voor arbo zaken. Ter illustratie een aantal toelichtingen. Een volledig overzicht van de toelichtingen vindt u in de bijlage. Wordt niet echt aandacht gegeven aan arbo vind ik. Op diverse afdelingen is een slechte luchtvochtigheid waardoor allerlei klachten ontstaan zoals hoofdpijn, vermoeidheid, droge ogen etc. Onvoldoende aandacht voor ARBO en veiligheid Zomers: bloedheet zonder verse lucht Geen vensters/daglicht Zware zaken altijd alleen regelen Onvoldoende til/rolmiddelen Ingehuurd om te werken, niet om te denken: m.a.w. doe je niet wat er moet gebeuren, dan is daar de deur. Geen zitmogelijkheden Overbelasting rug Enz, enz., enz. Veel tillen, geen spullen om dozen te tillen veel dozen zijn onhandig of zwaar de hele dag staan zonder stoel. Wordt weinig aan dacht aan geschonken. Maar de fabrieken zijn ook de veroorzakers Producten zijn vaak te zwaar of moeilijk te tillen door de grootte. Er zijn geen til-hulpmiddelen beschikbaar: Hierdoor ontstaan er soms gevaarlijke situaties Zware fysieke arbeid op tapijtafdeling, er zijn wel hulpmiddelen maar bruikbaarheid is onvoldoende. De werkuren en pauzes worden niet eerder berekend. De leidinggevende praat over de winkel als een fabriek, maar het is een winkel! Wij kunnen niet elke dag pauze houden. 19

23 Arbo moet opnieuw op de kaart worden gezet, en een RIE moet worden uitgevoerd Er is voldoende wetenschap bij het hoofdkantoor maar daar wordt de kop in het zand gestoken. Zolang er niet vaker controles worden uitgevoerd door de arbeidsinspectie zullen ze dat niet veranderen. De medewerkers staan dan voor de keus om het uit te voeren of zoals ze het zeggen "dan donder je maar op" Redenen voor goed cijfer De meerderheid van de werknemers is tevreden met de Arbo-omstandigheden. Redenen voor tevredenheid zijn voornamelijk dat arbo-regels goed worden nageleefd maar ook het besef dat de in de praktijk niet altijd alles geregeld kan worden. Een aantal voorbeeld van toelichtingen die men bij een 8 op hoger geeft: Onze onderdelen worden afzonderlijk van elkaar getild. Het zwaarste is 15 kg. Als er iets zwaarder mocht zijn, dan is er altijd een hulp die meehelpt. Veel werk wordt uitbesteed aan gecertificeerde bedrijven. Het tilwerk doen zij niet alleen, maar met zijn tweeën. Er wordt in de meeste gevallen rekening gehouden met de arbeidsomstandigheden conform de ARBO. Momenteel wordt een RIE uitgevoerd in het bedrijf en worden de omstandigheden aangescherpt. Als er zaken zijn die meteen moeten worden opgelost wordt dit ook gedaan. Er wordt een A, B of C gegeven aan arbo-zaken die moeten worden opgelost. A is direct oplossen en C heeft de minste prio. De minste prio kan zijn dat het voor het bedrijf niet zo nodig is maar dat het voor een medewerker eigenlijk te lang blijft liggen. Dat is soms jammer. Verder zijn veel zaken aan de medewerker zelf om op te letten of te volgen. Soms is dit te vrijblijvend. Er zijn voldoende hulpmiddelen, en in mijn geval krijg ik altijd hulp waar nodig of wordt mij verboden om bepaalde zware werkzaamheden uit te voeren, hiervoor wordt dan iemand anders ingeschakeld. Er wordt geluisterd naar wat voor omstandigheden en hulpmiddelen er nodig zijn en deze worden dan gerealiseerd. Er is aan alles gedacht maar je kan nog steeds geen 3 zits bank van 90 kg met 4 personen bezorgen. Simpel omdat er geen plaats is voor meer dan 2 personen. hetzelfde geldt voor een rol tapijt naar de eerste verdieping In principe is alles er en als het nodig is wordt er ook extra mankracht of hulpmiddelen(verhuislift) ingehuurd Waar mogelijk wordt rekening gehouden, met de Arbo omstandigheden, door middelen in te zetten, het moet wel werkbaar zijn, zoals over het staan, de klant ziet me aankomen, dat ik bij een gesprek waarbij lopen/staan afwisselend zijn om op een stoel te zitten Er zullen altijd zaken zijn welke voor verbetering vatbaar zijn. Echter over de gehele linie proberen we zo goed en veilig mogelijk te werken. Waar mogelijk wordt er niet getild, maar zijn er hulpmiddelen. Ook in geval van luidruchtig werk zijn er beschermingsmiddelen voorhanden. Soms is het niet anders dan dat je iets zwaars "domweg" op moet tillen. 20

24 4. Onderzoeksverantwoording Het veldwerk voor dit onderzoek heeft plaatsgevonden van 6 december 2013 t/m 27 december In totaal zijn 6331 uitnodigingen verstuurd: 3265 naar WoonWerk panelleden en 3066 naar inretailleden. In totaal zijn 100 inretailleden en 186 panelleden uit de panelbestanden verwijderd, omdat zij uitgeschreven wensten te worden. Uiteindelijk hebben 451 panelleden en 195 inretailleden meegedaan. Dit komt neer op een respons van respectievelijk 15% en 7%. Tabel 1. Respons Effectief uitgenodigd Respons Responspercentage WoonWerk panel % Inretail panel % In onderstaande tabel is de respons van de 0-meting en de 1-meting afgezet tegen de bedrijfsgrootte. Op basis van deze responsverdeling concluderen we dat de vergelijkbaarheid van beide metingen goed is. Tabel 2. Aantal medewerkers % 58% 28% 65% % 23% 22% 23% % 15% 27% 8% 51 of meer 27% 4% 23% 5% Totaal 100% 100% 100% 100%

25 Bijlage 1: Vragenlijst pnl_bra nche In welke deelbranche zit uw bedrijf? (nieuwe variabele wordt in script gehercodeerd naar V1) (SR) 1 Meubelspeciaalzaak (>70% vd omzet verkoop van meubelen) 2 Woningtextielzaak (>70% vd omzet verkoop van woningtextiel) 3 Gemengde zaak (verkoop van zowel meubelen als woningtextiel) 4 Slaapspeciaalzaak (>70% vd omzet verkoop slaapkamerartikelen) 5 Kurk- en parketzaak (>70% vd omzet verkoop kurk/parket) 6 Keuken- en badkamerspeciaalzaak (>70% vd omzet verkoop keukens en/of sanitair) 7 Behangersbedrijven (>70% vd omzet aanbrengen van behangsel) 8 Gordijnatelierbedrijf (>70% vd omzet vervaardigen of aanbrengen van gordijnen) 9 (Woning)stoffeerbedrijf (>70% vd omzet leggen tapijten/lopers, aanbrengen bespanningstoffen of herstellen vloerbedekking/wandbekleding) 10 Overig (>70% vd omzet verkoop verlichtings- of zonweringsartikelen) V1 In welke deelbranche zit uw bedrijf? (SR) 1 Slaapkamerspeciaalzaken (if pnl_branche = 4) 2 Meubelspeciaalzaken (if pnl_branche = 1) 3 Woningtextielzaken (if pnl_branche = 2,7,8,9) 4 Gemengde zaken (if pnl_branche = 3) 5 Keuken- en sanitairspeciaalzaken (if pnl_branche = 6) 6 Kurk- en parketspeciaalzaken (if pnl_branche = 5) Cat. toevoeg en? 10 Overig pnl_fun ctie Go to pnl_func tie2 V2 Go to V3 In welke van de onderstaande functiegroepen past uw functie het best? 1 Verkoop- en adviesfunctie 2 Styling en ontwerp/creatieve functie 3 Leidinggevende functie 4 Woningstoffeerder 5 Parketvloerlegger/ Parketteur 6 Badkamer- en/of keukeninstallateur / monteur 7 Overige ambachtelijke / technische functie 8 Logistieke functie 9 Administratief, automatisering of financiële functie 10 Inkoop-, HRM-, marketing- en communicatiefunctie 11 Overige functies In welke van de onderstaande functiegroepen past uw functie het best? 1 Verkoop- en adviesfunctie (if pnl_functie = 1) 2 Styling en ontwerp/creatieve functie (if pnl_functie = 2) 3 Leidinggevende functie (if pnl_functie = 3) 4 Ambachtelijke/ technische functie (if pnl_functie = 4,5,6,7) 5 Magazijnmedewerker (if pnl_functie = 8) 6 Bezorger (if pnl_functie = 8) 7 Administratieve, automatiserings- of financiële functie (if pnl_functie = 9) 8 Inkoop-, HRM-, marketing- of communicatiefunctie (if pnl_functie = 10) 9 Kassamedewerker (if pnl_functie = 11) 98 Anders, namelijk... (V2_98) (if pnl_functie = 11) Conditie IF pnl_functie = 7 22

26 pnl_fun ctie2 Wat voor soort ambachtelijke/ technische functie heeft u? 1 Badkamerinstallateur 2 Keukeninstallateur 3 Meubelmaker 4 Meubelstoffeerder 5 Gordijnateliermedewerker 6 Behanger 7 Servicemonteur 8 Werkvoorbereider 98 Anders, namelijk (pnl_functie2_nl) Conditie IF V2 = 4 V3 Wat voor soort ambachtelijke/ technische functie heeft u? 1 Service monteur (if pnl_functie2 = 7) 2 Meubelstoffeerder (if pnl_functie = 4) 3 Keukenmonteur (if pnl_functie = 2) 4 Badkamermonteur (if pnl_functie = 1) 5 Woningstoffeerder (if pnl_functie = 5) 6 Parketvloerlegger (if pnl_functie =?) 7 Meubelmaker (if pnl_functie = 3) 88 Anders, namelijk (V3_98) (if pnl_functie = 98) V4 Hoeveel medewerkers telt uw bedrijf danwel de vestiging waar u werkt? X Geheel getal V5 V7 If V 1 =3,4 or 6 7.B Hoeveel vestigingen telt uw bedrijf? X Geheel getal Kent u de volgende websites? En zo ja, maakt u daar gebruik van? (Graag voor iedere website antwoorden) Ja, wordt Ja, maar nooit gebruikt gebruikt V7_1 V7_2 V7_3 V7_4 Nee Een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) bestaat uit twee delen: een lijst met alle risico s in uw bedrijf met betrekking tot Arbo-omstandigheden en een plan voor het oplossen ervan. Met deze twee dingen kunnen de risico s voor personeel en bedrijf in kaart worden gebracht en worden aangepakt. De RI&E maakt deel uit van het verplichte Arbo-beleid. V8 Go to v010 Is er binnen uw bedrijf weleens een RI&E uitgevoerd? 1 Ja 2 Nee 88 Weet ik niet 23

27 V9 Wanneer is er voor het laatst een RI&E uitgevoerd? Voor 2004 V10 Hoeveel keer is er in totaal binnen uw bedrijf een RI&E uitgevoerd? X Geheel getal 24

28 V11 Op basis van de RI&E moet volgens de Arbowet een Plan van Aanpak (PvA) opgesteld worden. Wordt het Plan van Aanpak uit de RI&E jaarlijks geëvalueerd/ geactualiseerd en besproken met de betrokken werknemers? 1 Ja 2 Nee 3 Weet niet v010 In 2014 kan uw bedrijf voor slechts 25 euro een adviseur beschikbaar krijgen die met u de RIE opstelt. Heeft u daar belangstelling voor? 1 Ja 2 Nee 88 Weet ik niet In een Arbo catalogus kan een branche regelen welke arbo eisen normaal zijn voor de sector. Als een branche een dergelijke Arbo catalogus heeft dan houdt de Arbeidsinspectie daar rekening mee bij het toezicht in de branche. v020 Go to v040 v030 Go to v040 Bent u bekend met de arbo catalogus Wonen? 1 Ja 2 Nee 88 Weet ik niet Wilt u geïnformeerd worden over de arbocatalogus wonen? 1 Ja 2 Nee 88 Weet ik niet v040 Is er binnen uw bedrijf wel eens een bezoek door de Arbeidsinspectie uitgevoerd? 1 Ja Go to V12 2 Nee 88 Weet ik niet v050 Wanneer is er voor het laatst een bezoek van de arbeidsinspectie uitgevoerd? Voor

29 V12 In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: Binnen ons bedrijf worden Arbo-knelpunten zo spoedig mogelijk opgelost en de oorzaken bekeken. 1 Geheel mee eens 2 Mee eens 3 Noch mee eens, noch mee oneens 4 Mee oneens 5 Geheel mee oneens V13 Is er tijdens het werkoverleg aandacht voor Arbo-aspecten? 1 Wij hebben geen werkoverleg 2 Ja, tijdens het werkoverleg is aandacht voor Arbo aspecten 3 Nee, tijdens het werkoverleg is geen aandacht voor Arbo-aspecten IFV4<5 0 V13_2 Wist u dat u met klachten over seksuele intimidatie en/of discriminatie terecht kunt bij Stichting WoonWerk? 1 Ja 2 Nee IFV4>4 9 V13_3 Is er binnen uw bedrijf een vertrouwenspersoon? 1 Ja 2 Nee 3 Weet niet V14 In hoeverre u bent het eens met de volgende stelling: Binnen ons bedrijf kunnen medewerkers binnen hun taken zelf beslissingen nemen. 1 Geheel mee eens 2 Mee eens 3 Noch mee eens, noch mee oneens 4 Mee oneens 5 Geheel mee oneens 88 Geen mening 26

30 V16_2 Moet u in uw functie weleens meer dan 23 kg tillen zonder hulpmiddelen? 1 Ja 2 Nee V15 In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: Binnen ons bedrijf zijn voldoende tilhulpmiddelen (arbeidsmiddelen) beschikbaar. 1 Geheel mee eens 2 Mee eens 3 Noch mee eens, noch mee oneens 4 Mee oneens 5 Geheel mee oneens 88 Geen mening V16 In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: Binnen ons bedrijf zijn geschikte tilhulpmiddelen (arbeidsmiddelen) beschikbaar. 1 Geheel mee eens 2 Mee eens 3 Noch mee eens, noch mee oneens 4 Mee oneens 5 Geheel mee oneens 88 Geen mening V17 Is voorafgaande aan de levering van een product bekend hoe bereikbaar de woning van de klant is? Hiermee wordt bedoeld of het bekend is op welke etage de klant woont, of er een lift is, maar ook of de woning bereikbaar is met een busje/ vrachtwagen. 1 Ja, altijd (100% van de gevallen) 2 Ja, vrijwel altijd (75% van de gevallen.) 3 Ja, in de helft van de gevallen (50% van gevallen) 4 Ja, soms (25% van de gevallen) 5 Nee, nooit (0% van de gevallen) 88 Weet ik niet Conditie If V17 = 1 thru 4 V18 U gaf aan dat in (fill with answer V17) van de gevallen de bereikbaarheid van de woning bekend is. In hoeveel procent van de gevallen zijn er voldoende hulpmiddelen voor de levering van een product aanwezig? 1 Ja, altijd (100% van de gevallen) 2 Ja, vrijwel altijd (75% van de gevallen.) 3 Ja, in de helft van de gevallen (50% van gevallen) 4 Ja, soms (25% van de gevallen) 5 Nee, nooit (0% van de gevallen) 88 Weet ik niet V19 V20 Moet u in uw functie weleens meer dan 1 uur achter elkaar staan? 1 Ja 2 Nee Staat u op een dag in totaal weleens meer dan vier uur? (niet onafgebroken maar in totaal) 1 Ja 2 Nee V21 IF V19 = 1 or V20 = 1 Is er een verhoogde stoel of stasteun beschikbaar wanneer u langdurig (meer dan 1 uur achter elkaar of meer dan vier uur op een dag) moet staan? 1 Ja 2 Nee 27

31 3 Weet niet conditie IF V21 = 1 Gebruikt u de verhoogde stoel of stasteun? V22 1 Ja, altijd (100% van de gevallen) 2 Ja, vrijwel altijd (75% van de gevallen.) 3 Ja, in de helft van de gevallen (50% van gevallen) 4 Ja, soms (25% van de gevallen) 5 Nee, nooit (0% van de gevallen) conditie IF V1 = 3 thru 6 Zijn oplosmiddelhoudende producten vervangen door oplosmiddelvrije producten? V23 1 Ja 2 Deels 3 Nee conditie IF V23 = 2 or 3 V24A1 U gaf aan dat oplosmiddelhoudende producten niet (altijd) vervangen zijn door oplosmiddelvrije producten. Kunt u dit toelichten? conditie IF V1 = 3 thru 6 V25 Zijn daar waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt de veiligheidsinformatiebladen (VIB) aanwezig? 1 Ja, overal 2 Ja, maar niet overal 3 Nee, niet aanwezig 4 Nee, er wordt niet met gevaarlijke stoffen gewerkt conditie IF V1 = 1,2,4,5,6 V26 In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: Binnen ons bedrijf worden voldoende maatregelen getroffen om de blootstelling aan houtstof te voorkomen. 1 Geheel mee eens 2 Mee eens 3 Noch mee eens, noch mee oneens 4 Mee oneens 5 Geheel mee oneens conditie IF V1 = 4,5 V27 In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: Binnen ons bedrijf worden voldoende maatregelen getroffen om de blootstelling aan kwartsstof te voorkomen. 1 Geheel mee eens 2 Mee eens 3 Noch mee eens, noch mee oneens 4 Mee oneens 5 Geheel mee oneens V28 Worden de persoonlijke beschermingsmiddelen in voldoende mate beschikbaar gesteld? Met persoonlijke beschermingsmiddelen wordt onder andere bedoeld gehoorbescherming, gezichtsbescherming. 1 Ja, in voldoende mate 2 Ja, maar niet altijd in voldoende mate 3 Nee, deze worden helemaal niet beschikbaar gesteld conditie If V28 = 1 or 2 V29 Worden de persoonlijke beschermingsmiddelen gratis beschikbaar gesteld? 28

32 1 Ja 2 Nee conditie If V29 = 1 or 2 Worden de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt? V30 1 Ja, altijd (100% van de gevallen) 2 Ja, vrijwel altijd (75% van de gevallen.) 3 Ja, in de helft van de gevallen (50% van gevallen) 4 Ja, soms (25% van de gevallen) 5 Nee, nooit (0% van de gevallen) 88 Weet ik niet V30_2 Is er binnen uw bedrijf een preventiemedewerker? 1 Ja 2 Nee 3 Weet niet V34 Wat is uw leeftijd? X Geheel getal 29

33 IF V34>49 V34_2 Kunt u eens in de twee jaar meedoen aan een Periodiek Arbeid Gezondheidskundig Onderzoek (PAGO)? 1 Ja 2 Nee 3 Weet niet V31 Als u een rapportcijfer zou geven voor de arbo omstandigheden binnen uw bedrijf, welk cijfer zou u dan geven? X Getal tussen 1 en 10 V32A1 Kunt u dit rapportcijfer toelichten?... V33 Nu volgen enkele achtergrondvragen. Bent u een man of een vrouw? 1 Man 2 Vrouw V35 Als wij in toekomst u nog eens een vragenlijst zouden sturen, hoe zou u deze dan het liefst ontvangen? 1 Online 2 Schriftelijk 3 Maakt niet uit 4 Nee, geen behoefte aan v060 In 2014 kan uw bedrijf voor slechts 25 euro een adviseur beschikbaar krijgen die met u nagaat welke eisen het nieuwe verkopen aan ondernemers en medewerkers gaat stellen. Heeft u daar belangstelling voor? 1 Ja 2 Nee 88 Weet ik niet (IF = bestan d is panel) Naam: Bestand 2_3 (personen uit werknemers_werkgeverspanel) dan deze vraag niet stellen. Bestand 1_4_5 (CBW_FNV_CNV-leden) wel. 1. WoonWerk heeft een panel van werkgevers en werknemers. Een aantal keer per jaar sturen wij ons panel een korte vragenlijst. U krijgt als panellid desgewenst de resultaten toegestuurd. Tevens maakt u kans op leuke prijzen. Uiteraard gaan wij zeer vertrouwelijk om met uw gegevens en zullen wij uw in geen geval aan derden doorspelen. Heeft u een collega waarvan u denkt dat hij/zij wil deelnemen aan het WoonWerk panel? Vul dan hier de gegevens in: (IF = bestan Bestand 2_3 (personen uit werknemers_werkgeverspanel) dan deze vraag niet stellen. Bestand 1_4_5 (CBW_FNV_CNV-leden) wel. 30

34 d is panel) 33 Als men belangstelling heeft aangegeven voor de RIE of het nieuwe verkopen dan hier persoonsgegevens aan laten geven Naam: U gaf aan belangstelling te hebben voor advies over het invullen van de RIE Vul dan hier de gegevens in: U gaf aan belangstelling te hebben voor advies over het bespreken van de eisen aan ondernemers en medewerkers in verband met het nieuwe verkopen Vul dan hier de gegevens in: Dan zijn we hiermee aan het einde van dit onderzoek. Wanneer u nog vragen of opmerkingen voor Woonwerk heeft, kunt u deze hieronder noteren. Voor meer informatie over Woonwerk kunt u terecht op: Hartelijk dank voor uw deelname. EINDE Screen out naar 31

35 Bijlage 2: Resultaten in tabellen Tabel 3. In welke deelbranche zit uw bedrijf? Slaapkamerspeciaalzaken 11% 8% 11% 12% Meubelspeciaalzaken 23% 18% 28% 15% Woningtextielzaken 16% 18% 22% 28% Gemengde zaken 33% 30% 21% 13% Keuken- en sanitairspeciaalzaken 15% 13% 16% 20% Kurk- en parketspeciaalzaken 2% 13% 3% 12% Totaal 100% 100% 100% 100% Tabel 4. In welke deelbranche zit uw bedrijf? Meubelspeciaalzaak (>70% vd omzet verkoop van 28% 14% meubelen) Woningtextielzaak (>70% vd omzet verkoop van 11% 16% woningtextiel) Gemengde zaak (verkoop van zowel meubelen als 20% 12% woningtextiel) Slaapspeciaalzaak (>70% vd omzet verkoop 10% 11% slaapkamerartikelen) Kurk- en parketzaak (>70% vd omzet verkoop 3% 11% kurk/parket) Keuken- en badkamerspeciaalzaak (>70% vd omzet 16% 19% verkoop keukens en/of sanitair) Behangersbedrijven (>70% vd omzet aanbrengen 0% 0% van behangsel) Gordijnatelierbedrijf (>70% vd omzet vervaardigen of 0% aanbrengen van gordijnen) (Woning)stoffeerbedrijf (>70% vd omzet leggen 9% 10% tapijten/lopers, aanbrengen bespanningstoffen of herstellen vloerbedekking/wandbekleding) Overig (>70% vd omzet verkoop verlichtings- of 3% 6% zonweringsartikelen) Totaal 100% 100%