JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2013"

Transcriptie

1 JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2013 ALGEMENE VERGADERING 11 april 2014

2 In de Hogeschool Universiteit Brussel staan studenten centraal. Zij richt zich op de ontwikkeling van hun talenten, hun persoonlijke groei en hun maatschappelijk engagement. Eén basisprincipe bepaalt er het onderwijs: praktijk als oriëntatie, wetenschap als fundering. Denken, durven, doen en doorzetten kenmerken alle studieactiviteiten. Zij leggen de basis voor zelfsturing en levenslang leren. De HUB ziet studeren als een proces van samen ervaren, van gedeelde ervaring tussen opleiding en werkveld, docent en student en tussen studenten en docenten onderling. Tegelijk gelooft zij dat succesvol studeren ook een persoonlijke begeleiding vergt en een sterke, ondersteunende organisatie. Werken en studeren in de HUB, is kiezen voor Europa en de wereld. We zien in diversiteit en interculturaliteit meerwaarde en ervaren onze aanwezigheid in Brussel als een unieke kans op de beleving van wereldburgerschap. De HUB nodigt ieder lid van de gemeenschap uit waarden te delen als persoonlijke verantwoordelijkheid, intellectuele vrijheid en openheid, respect voor anderen, solidariteit en dienstbaarheid aan de gemeenschap. Zij kiest voor een open, plurale en zorgzame samenleving en inspireert zich daarbij op het veelzijdige christelijke gedachtegoed. De HUB koestert vertrouwen in de toekomst, in haar medewerkers en de samenleving en wil dat optimisme inzetten bij het continu zoeken naar wat beter kan. Zij verbindt aan haar missie een reëel engagement en publieke verantwoording. Missie van de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB), waarvan de HUB- KUBrussel een partner is, die goedgekeurd werd door de Raad van Bestuur van 23 januari 2008

3 INLEIDING In dit jaarverslag wordt niet alles herhaald wat ook reeds in vorige jaarverslagen werd uiteengezet. Dit verslag herneemt slechts de essentiële punten van wat in deze snel evoluerende onderwijsomgeving ongewijzigd is gebleven en besteedt voornamelijk aandacht aan de nieuwe ontwikkelingen, belangrijke wijzigingen en de jaarlijks variërende gegevens. INHOUDSTAFEL I. VOORWOORD 3 II. ORGANISATIESTRUCTUUR 5 III. ONDERWIJSVERSLAG 58 IV. ONDERZOEKSVERSLAG 163 V. PERSONEELSVERSLAG 283 VI. VERSLAG OVER DE SOCIALE VOORZIENINGEN TEN BEHOEVE VAN DE STUDENTEN 288 VII. SYNTHESE VAN DE JAARREKENINGEN 331 VIII. VERSLAG WETENSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 334

4 I VOORWOORD Het voorliggende jaarverslag van de HUB-KUBrussel over het kalenderjaar 2013 (voornamelijk het academiejaar ) geeft de informatie die decretaal van de universiteiten wordt verwacht. In dit voorwoord wordt gewezen op de voornaamste activiteiten of wijzigingen in die periode. De HUB kende in 2012 positieve visitatierapporten voor de opleidingen Toegepaste Taalkunde, Handelsingenieur en Handelswetenschappen, wat in 2013 leidde tot accreditaties door de NVAO van de betrokken opleidingen (Belgisch Staatsblad 13 februari 2013 en 15 oktober 2013). Zoals vorig jaar reeds aangekondigd, werd de HUB-KUBrussel, waarin de studiegebieden Economie (TEW en HI), Taal- en Letterkunde en Rechten geheel of gedeeltelijk hun onderdak hebben, geraakt in haar bestaansreden door twee decreten: enerzijds is er het decreet van 13 juli 2012, waarbij de academische opleidingen in de Handelswetenschappen en in de Toegepaste Taalkunde van de HUB integreren in de KU Leuven, anderzijds is er het onderwijsdecreet XXIII van 19 juli 2013, waarbij de KU Leuven de onderwijsbevoegdheid krijgt voor de volgende studiegebieden of delen van studiegebieden : rechten, waarvoor de graden van bachelor en master kunnen worden verleend (daarbij kan de graad van master enkel en alleen verleend worden als het een master-na-masteropleiding betreft) ; taal- en letterkunde, waarvoor de graad van bachelor kan worden verleend ; economische en toegepaste economische wetenschappen, waarvoor de graad van bachelor kan worden verleend. Naar aanleiding van dit laatste decreet besliste de Raad van Bestuur van de HUB- KUBrussel tot een inbreng om niet van de universitaire activiteiten van de HUB- KUBrussel in de KU Leuven, onder last de inbreng te bestemmen ten voordele van de KU HUB, die door de Raad van Bestuur van de KU Leuven aanvaard werd. In uitvoering van deze inbreng om niet werd er tussen de KU Leuven en de HUB- KUBrussel op 27 september 2013 een overeenkomst gesloten, die verder werd uitgewerkt in een aanvullende overeenkomst tussen beide partijen van 25 februari Ten gevolge van het decreet van 19 juli 2013 werd ook het doel van de vzw HUB- KUBrussel gewijzigd door de Algemene Vergadering van 20 december Voortaan luidt de eerste alinea van artikel 3 van de statuten van de HUB-KUBrussel als volgt : De vereniging heeft tot doel het onroerend en roerend vermogen, opgebouwd door de vereniging tot en met het academiejaar , te beheren. Het beheer en de eventuele opbrengsten ervan dienen de belangen van het universitair en professioneel hoger onderwijs dat in Brussel georganiseerd wordt binnen de Associatie KU Leuven VZW (ondernemingsnummer ). Ook het artikel 26 van de statuten in verband met de bestemming bij vereffening werd aangepast. In dit jaarverslag zal dan ook niet worden stilgestaan bij de evolutie van de opleidingen na 1 oktober 2013 en de organisatorische gevolgen van de integratie van deze opleidingen in de KU Leuven, omdat dit tot de rapporteringsbevoegdheid van deze laatste instelling behoort. Hiermee komt een einde aan het moedige overlevingsgevecht van een onafhankelijke instelling die in 1969 ontstond als de Nederlandstalige afdeling van de Facultés Universitaires Saint-Louis te Brussel en aanvankelijk bekend stond onder de benaming UFSAL. Deze benaming werd in 1991 gewijzigd in KU Brussel. Toen de 3

5 instelling in 2007 besliste om samen te werken met de Brusselse hogescholen EHSAL, HONIM en VLEKHO, veranderde de naam in HUB-KUBrussel, waarbij het voorvoegsel HUB stond voor Hogeschool Universiteit Brussel. Gelukkig voor het Nederlandstalig hoger onderwijs in Brussel kreeg de KU Leuven in 2013 de toelating van de overheid om de resterende opleidingen van de HUB-KUBrussel in Brussel over te nemen. Op deze wijze kunnen jongeren nog steeds bepaalde studies, die hun kwaliteit meermaals bewezen hebben, aanvangen in een Brusselse omgeving, maar nu met de ruggensteun van de KU Leuven. De integratie van de bestaande academische opleidingen in de KU Leuven heeft heel wat inspanningen gevergd, maar is goed verlopen. De noodzakelijke schaalvergroting biedt naast inhoudelijke ook economische voordelen. Het is tevens een garantie voor de verhoogde kwaliteit van de opleidingen. Dit kan alleen maar in het voordeel zijn van de studenten, die zich hiervoor ook in 2013 in grote getale bleven inschrijven. Frank Baert Academisch beheerder Dirk De Ceulaer Afgevaardigd bestuurder 4

6 II ORGANISATIESTRUCTUUR Aangezien de beleidsorganen van de HUB-KUBrussel en die van HUB-EHSAL sinds 17 september 2007 een operationele fusie zijn aangegaan, kan voor dit deel van het jaarverslag ook verwezen worden naar het publieke gedeelte van de website 1. Naam en adres van de universiteit HUB-KUBrussel, Warmoesberg, 26, 1000 Brussel. (art. 1 van de statuten.) 2. Wijziging van doel en van bestemming bij vereffening De aanleiding van de statutenwijziging op 20 december 2013 was de wijziging van het maatschappelijk doel, ten gevolge van de overname van de onderwijsbevoegdheid van de HUB-KUBrussel door de KU Leuven, ingevolge artikel V.46 van het Onderwijsdecreet XXIII van 19 juli 2013 (Belgisch Staatsblad, 27 augustus 2013, p ). De eerste alinea van artikel 3 van de statuten van de HUB-KUBrussel luidt voortaan als volgt : De vereniging heeft tot doel het onroerend en het roerend vermogen, opgebouwd door de vereniging tot en met het academiejaar , te beheren. Het beheer en de eventuele opbrengsten ervan dienen de belangen van het universitair en professioneel hoger onderwijs dat in Brussel georganiseerd wordt binnen de Associatie KU Leuven VZW (ondernemingsnummer ). Ook het artikel 26 van de statuten in verband met de bestemming bij vereffening werd gewijzigd. Dit artikel luidt voortaan als volgt : In geval van vereffening van de vereniging wordt door de Algemene Vergadering de bestemming van het netto-actief bepaald. Het netto-actief zal worden overgedragen aan een hoger onderwijsinstelling met Vlaams-katholieke strekking die, cumulatief, de volgende kenmerken vertoont: - deel uitmaken van de VZW Associatie KU Leuven (ondernemingsnummer academisch of professioneel hoger onderwijs verstrekken en onderzoek bevorderen - wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening verstrekken. Een gecoördineerde versie van de statuten is terug te vinden in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 14 februari 2014 ( ). 3. Samenstelling en bevoegdheden van de bestuurlijke organen op het centrale niveau De Algemene Vergadering van de HUB-KUBrussel heeft in haar vergadering van 24 mei 2013 de beslissing bekrachtigd van de Algemene Vergadering van 24 oktober 2012 om de opdracht van bedrijfsrevisor voor de vzw HUB-KUBrussel voor de boekjaren 2013, 2014 en 2015 toe te wijzen aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren, waarbij mevrouw Daniëlle Vermaelen zal optreden als vaste vertegenwoordiger van Ernst & Young voor het mandaat van commissaris bij de vzw HUB-KUBrussel. De aanleiding van de statutenwijziging op 20 december 2013 was de wijziging van het maatschappelijk doel, ten gevolge van de overname van de onderwijsbevoegdheid van de HUB-KUBrussel door de KU Leuven, ingevolge artikel V.46 van het Onderwijsdecreet XXIII van 19 juli 2013 (Belgisch Staatsblad, 27 augustus 2013, p ). De eerste alinea van artikel 3 van de statuten van de HUB-KUBrussel luidt voortaan als volgt : De vereniging heeft tot doel het onroerend en het roerend 5

7 vermogen, opgebouwd door de vereniging tot en met het academiejaar , te beheren. Het beheer en de eventuele opbrengsten ervan dienen de belangen van het universitair en professioneel hoger onderwijs dat in Brussel georganiseerd wordt binnen de Associatie KU Leuven VZW (ondernemingsnummer ). Ook het artikel 26 van de statuten in verband met de bestemming bij vereffening werd gewijzigd. Dit artikel luidt voortaan als volgt : In geval van vereffening van de vereniging wordt door de Algemene Vergadering de bestemming van het netto-actief bepaald. Het netto-actief zal worden overgedragen aan een hoger onderwijsinstelling met Vlaams-katholieke strekking die, cumulatief, de volgende kenmerken vertoont: - deel uitmaken van de VZW Associatie KU Leuven (ondernemingsnummer academisch of professioneel hoger onderwijs verstrekken en onderzoek bevorderen - wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening verstrekken. Een gecoördineerde versie van de statuten is terug te vinden in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 14 februari 2014 ( ). De Algemene Vergadering van 25 oktober 2013 nam kennis van het einde van het mandaat op 25 oktober 2013 van de volgende bestuurders : Filip Abraham, Julien De Wilde, Frans Ingels, Karen Maex en Lucas Vanhooymissen. De Algemene Vergadering van 20 december 2013 benoemde de volgende personen tot bestuurders van de vzw HUB-KUBrussel : Herlinde De Corte, Georges Gielen, Danny Pieters, Greet Raspoet en Kristien Vermoesen. De Raad van Bestuur van de vzw HUB-KUBtrussel is met ingang van 1 januari 2014 als volgt samengesteld : Frank Baert, Matthieu Boone, Jean-Paul Bosteels, Dirk De Ceulaer, Herlinde De Corte, Jean-Luc Demeere, Gilbert De Neve, Wouter De Ploey, Raphaël De Rycke, Anita Dewispaelere, Sophie Dutordoir, Georges Gielen, Marc Justaert, Denise Lanneau, Danny Pieters, Greet Raspoet, Mia Sas, Jan Smets, Francine Swiggers, Johan Van den Driessche, Karel Van Eetvelt, Simon Van Hijfte, Andreas Van Puyvelde, Kristien Vermoesen Algemene vergadering Samenstelling Het aantal leden is onbeperkt. 1. De vereniging telt werkende en toegetreden leden. De Algemene Vergadering is samengesteld uit de werkende leden met stemrecht en de toegetreden leden zonder stemrecht. 2. Er zijn drie geledingen werkende leden: 1. de geleding samengesteld uit de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap die lid zijn van de Associatie KU Leuven vzw. De hogescholen beschikken elk over één stem in de Algemene Vergadering. De hogescholen worden in de Algemene Vergadering vertegenwoordigd door dezelfde personen als deze die de hogescholen vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van de Associatie KU Leuven vzw en daartoe per hogeschool zijn aangesteld door de Raad van Bestuur van de betrokken hogeschool. 2. de geleding samengesteld uit: 6

8 2.1. de KU Leuven (ondernemingsnummer ). De KU Leuven wordt in de Algemene Vergadering vertegenwoordigd door de voorzitter van haar Raad van Bestuur de personen die als vertegenwoordiger van de KU Leuven zitting hebben in de Algemene Vergadering van de Associatie KU Leuven vzw. Het aantal leden van deze geleding stemt maximaal overeen met het aantal leden bedoeld in artikel 6, 2, 1. De leden van deze geleding beschikken over evenveel stemmen in de Algemene Vergadering als de leden bedoeld in artikel 6, 2, 1. Indien het aantal leden van deze geleding kleiner is dan het aantal stemmen waarover deze leden beschikken, kunnen de leden van deze geleding over meer dan één stem beschikken. In voorkomend geval gebeurt de stemmenverdeling overeenkomstig de statuten van de Associatie KU Leuven vzw. 3. de geleding gecoöpteerde leden, samengesteld uit: 3.1. de onafhankelijken, d.i. natuurlijke personen die overeenkomstig de statuten van de Associatie KU Leuven vzw omwille van hun onafhankelijkheid gecoöpteerd zijn als lid van de Algemene Vergadering van de Associatie KU Leuven vzw. Het aantal gecoöpteerde leden, met uitsluiting van de hierna genoemde voorzitter van de Associatie KU Leuven vzw, stemt maximaal overeen met het aantal leden bedoeld onder artikel 6, 2, 1. Zij beschikken over evenveel stemmen in de Algemene Vergadering als de leden bedoeld in artikel 6, 2, 1. Indien het aantal gecoöpteerde onafhankelijken kleiner is dan het aantal stemmen waarover deze leden beschikken, kunnen deze leden over meer dan één stem beschikken. In voorkomend geval gebeurt de stemmenverdeling overeenkomstig de statuten van de Associatie KU Leuven vzw. De ondervoorzitter van de Algemene Vergadering van de Associatie KU Leuven vzw, aangeduid door de gecoöpteerde onafhankelijken binnen de Associatie KU Leuven vzw, is van rechtswege ondervoorzitter van Algemene Vergadering binnen de vzw HUB-KUBrussel. Deze ondervoorzitter zit de vergadering van gecoöpteerde onafhankelijken zoals bedoeld in artikel 24 voor de voorzitter van de Associatie KU Leuven vzw. 3. De vertegenwoordigers van de leden-hogescholen bedoeld in artikel 6, 2, 1. en de leden bedoeld in artikel 6, 2, 2. hebben elk een vaste plaatsvervanger. Deze vaste plaatsvervangers zijn dezelfde personen als de vaste plaatsvervangers in de Algemene Vergadering van de Associatie KU Leuven vzw. De Raad van Bestuur van de Associatie KU Leuven vzw duidt een vaste plaatsvervanger aan voor de voorzitter van de Associatie KU Leuven vzw en dit op voordracht van de voorzitter van de Associatie KU Leuven vzw. De leden en vertegenwoordigers vermeld in artikel 6, 2, met uitzondering van de gecoöpteerde onafhankelijken vermeld in artikel 6, 2, 3.1., hebben onherroepelijk mandaat om deel te nemen aan alle beraadslagingen en alle stemmingen namens de vereniging die zij vertegenwoordigen. De leden en vertegenwoordigers laten zich bij het uitbrengen van hun stem leiden door de algemene beleidsvisie van hun vereniging in relatie met de (andere) leden van de Associatie KU Leuven vzw zoals bepaald door de Algemene Vergadering/Inrichtende Macht van hun vereniging. Deze bepaling geldt eveneens voor voornoemde vaste plaatsvervangers. 7

9 Bij wijziging van het aantal leden bedoeld in artikel 6, 2, 1. wordt het aantal leden bedoeld in artikel 6, 2, 2. aangepast en wordt het aantal gecoöpteerde onafhankelijken eveneens aangepast. Deze aanpassing wordt doorgevoerd op de eerste bijeenkomst van de Algemene Vergadering volgend op de wijziging van het aantal leden bedoeld in artikel 6, 2, Naast de werkende leden telt de vereniging ook toegetreden leden: - natuurlijke personen die door de Algemene Vergadering van de vzw HUB-KUBrussel worden aanvaard op voordracht van de Raad van Bestuur; - de Aartsbisschop van Mechelen-Brussel en de andere diocesane bisschoppen uit het Nederlandse taalgebied van België; - een vertegenwoordiger voorgesteld door het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs vzw (ondernemingsnummer ). Deze vertegenwoordiger is dezelfde als deze die aanvaard is als toegetreden lid bij de Associatie KU Leuven vzw; - belanghebbenden uit het middenveld. Deze belanghebbenden zijn dezelfde als deze die aanvaard zijn als toegetreden lid bij de Associatie KU Leuven vzw; - de rector van de KU Leuven. Zij hebben het recht aanwezig te zijn op de Algemene Vergadering doch hebben enkel een raadgevende stem. De werkende en toegetreden leden worden van rechtswege lid van de vereniging indien de voorwaarden vermeld in artikel 6, 2 en 4 worden vervuld. Enkel wat de toegetreden leden die als natuurlijke personen voorgedragen worden door de Raad van Bestuur betreft, wordt het lidmaatschap aanvaard door de Algemene Vergadering. Het lidmaatschap van de werkende en toegetreden leden eindigt van rechtswege indien het lidmaatschap of het mandaat als vertegenwoordiger bij de Associatie KU Leuven vzw een einde neemt. Enkel wat de toegetreden leden die als natuurlijke personen voorgedragen worden door de Raad van Bestuur betreft, eindigt het lidmaatschap indien een lid zijn schriftelijk ontslag indient bij de voorzitter van de Algemene Vergadering of indien wordt beslist het lid uit te sluiten met een twee derde meerderheid binnen de Algemene Vergadering. De uittredende, ontslagnemende of ontslagen leden, alsook hun erfgenamen of rechtsopvolgers, of de erfgenamen van de overleden leden kunnen geen aanspraak maken op het maatschappelijk vermogen van de vereniging. Zij kunnen evenmin de eventueel door hen zelf of door hun rechtsvoorganger uitgekeerde bedragen terugvorderen. De leden zijn geen bijdrage verschuldigd. Door de beslissing van de Bijzondere Algemene Vergadering van 28 november 2012 om de statuten van de vzw HUB-KUBrussel te wijzigen conform de modelstatuten van de Associatie KU Leuven, verklaarde de HUB-KUBrussel zich akkoord de samenstelling van de Algemene Vergadering te wijzigen. Hierdoor is de samenstelling van de Algemene Vergadering voor elke instelling van de Associatie KU Leuven dezelfde. Per instelling kan er een andere voorzitter en ondervoorzitter zijn. Zijn op 01/04/2013 lid van de Algemene Vergadering van de HUB-KUBrussel als vaste vertegenwoordiger of vaste plaatsvervanger: 8

10 KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN, vertegenwoordigd door Yvan BRUYNSERAEDE, Herman DAEMS, Hermen COUSY, Vic GOEDSEELS, Jef JANSSENS, André OOSTERLINCK, Theo PEETERS, Lieve VANDEMEULEBROECKE, Pierre VERBAETEN, Guido VERHOEVEN, Marc VERVENNE Plaatsvervangers: Filip ABRAHAM, Tine BAELMANS, Jan BEIRLANT, Minne CASTEELS, Koenraad DEBACKERE, Bart DE MOOR, An DESCHEEMAEKER, Karen MAEX, Peter MARYNEN, Ludo MELIS, Mark WAER VZW GROEP T - HOGESCHOOL LEUVEN, vertegenwoordigd door Georges DE GRAEVE, voorzitter Groep T en Johan DE GRAEVE, plaatsvervanger VZW HUB-EHSAL, vertegenwoordigd door Jan Smets, voorzitter HUB-EHSAL en Ann Demeulemeester, plaatsvervanger VZW KATHOLIEKE HOGESCHOOL ZUID-WEST-VLAANDEREN vertegenwoordigd door Herman VANLERBERGHE, voorzitter KATHO en Roger ZWAENEPOEL, plaatsvervanger VZW KATHOLIEKE HOGESCHOOL BRUGGE-OOSTENDE, vertegenwoordigd door William DE GROOTE, voorzitter KHBO VZW KATHOLIEKE HOGESCHOOL LEUVEN, vertegenwoordigd door Jos CLIJSTERS, voorzitter KH Leuven en Roger HAEST, plaatsvervanger VZW KATHOLIEKE HOGESCHOOL LIMBURG, vertegenwoordigd door Norbert VAN BROEKHOVEN, voorzitter KH Limburg en Karel PEETERS, plaatsvervanger VZW LUCA School of Arts, vertegenwoordigd door Jean-Pierre RAMMANT, voorzitter LUCA Brussel en Sabine DE BETHUNE, plaatsvervanger VZW THOMAS MORE ANTWERPEN, vertegenwoordigd door Koen GEENS, voorzitter Thomas More Antwerpen VZW THOMAS MORE MECHELEN, vertegenwoordigd door Koen GEENS, voorzitter Thomas More Mechelen VZW THOMAS MORE Kempen, vertegenwoordigd door Koen GEENS, voorzitter Thomas More Kempen SMETS J. voorzitter Algemene Vergadering KAHO Sint-Lieven Zijn gecoöpteerd lid van de Algemene Vergadering van de KAHO Sint-Lieven: Voorzitter Associatie KU Leuven André OOSTERLINCK Onafhankelijken: Luc CORTEBEECK, Christine DEKKERS, Frank DONCK, Hugo LEROI, Jan MEYERS, Marianne THYSSEN, Piet VANTHEMSCHE, Caroline VEN 9

11 Zijn toegetreden lid van de Algemene Vergadering van de KAHO Sint-Lieven: Aartsbisschop Mechelen-Brussel en de andere diocesane bisschoppen uit het Nederlandse taalgebied van België Monseigneur André-Joseph LEONARD Monseigneur Johan BONNY Monseigneur Jozef DE KESEL Monseigneur Patrick HOOGMARTENS Monseigneur Luc VAN LOOY Rector KU Leuven Mark WAER Directeur-generaal VSKO Mieke VAN HECKE Bevoegdheden De bevoegdheden van de Algemene Vergadering zijn: wijziging van de statuten; goedkeuring en wijziging van het huishoudelijke reglement; benoeming en afzetting van de bestuurders; in voorkomend geval, benoeming en afzetting van de commissarissen en bepalen van hun bezoldiging, ingeval een bezoldiging wordt toegekend; verlenen van kwijting aan de bestuurders en commissarissen; goedkeuring van de begroting en van de rekeningen; vrijwillige ontbinding van de vereniging en bestemming van het netto-actief; aanvaarding en uitsluiting van een lid; omzetting van de vereniging in een vennootschap met sociaal oogmerk Raad van Bestuur Samenstelling De vereniging wordt bestuurd door een Raad van Bestuur samengesteld uit ten minste drie bestuurders die niet over het lidmaatschap van de vereniging moeten beschikken. Het aantal bestuurders wordt echter beperkt tot het aantal leden van de vereniging min één. De Raad van Bestuur treedt op als een college. De bestuurders worden door de Algemene Vergadering benoemd op voorstel van de Raad van Bestuur. De bestuurders worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van vier jaar en zijn te allen tijde afzetbaar. Het mandaat van bestuurder eindigt van rechtswege in het jaar dat volgt op het jaar waarin de bestuurder de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt, meer bepaald tijdens de Algemene Vergadering waar de jaarrekening van het voorbije jaar wordt behandeld en waar aan de bestuurders kwijting wordt verleend. Bij tussentijdse aanstellingen wordt de termijn beperkt tot de resterende periode van het oorspronkelijk mandaat. De Algemene Vergadering kan beslissen om op voorstel van de Studentenraad en na goedkeuring door de Raad van Bestuur studenten op te nemen in de Raad van Bestuur. Het mandaat van de student-leden eindigt van rechtswege een maand nadat ze een jaar lid zijn geweest. Het kan met één jaar worden verlengd. Aan de bestuurders wordt geen bezoldiging toegekend. 10

12 Gelet op het samenwerkingsverband tussen de vzw HUB-EHSAL en de vzw HUB- KUBrussel binnen de HUB en de intentie tot structurele integratie tussen de HUB en de vzw KAHO Sint-Lieven, werden de Raden van Bestuur van deze verenigingen op gelijke wijze samengesteld. Op 23 januari 2008 keurde de Raad van Bestuur tijdens zijn vergadering de beleidstekst Corporate Governance en het Intern Reglement van de Raad van Bestuur goed. Deze goedkeuring werd een maand later door de Algemene Vergadering bevestigd. Het reglement moet de Raad van Bestuur in staat stellen zijn bevoegdheid ten volle uit te oefenen en de doeltreffendheid van de Raad van Bestuur te verhogen. De Raad van Bestuur werd samengesteld overeenkomstig dit interne reglement. Martine de Clercq wordt in haar functie van waarnemend rector van de HUB- KUBrussel als waarnemend lid uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad van Bestuur. De Regeringscommissaris van de HUB-KUBrussel, de heer Jozef De Cuyper, wordt eveneens op elke vergadering van de Raad van Bestuur uitgenodigd. Bevoegdheden De Raad van Bestuur is het orgaan dat, in nauwe samenwerking met het Directiecomité en in overeenstemming met de decretale regels inzake interne besluitvorming, het algemeen beleid van de instelling bepaalt. Hij neemt alle maatregelen die de missie van de instelling realiseren en de continuïteit van de instelling garanderen. De Raad van Bestuur leidt de zaken van de vereniging en vertegenwoordigt deze bij elke gerechtelijke en buitengerechtelijke handeling. De Raad van Bestuur is bevoegd om alle daden van bestuur te stellen die niet uitdrukkelijk door de wet of door de statuten aan de Algemene Vergadering zijn voorbehouden. De Raad van Bestuur heeft de bevoegdheid in rechtsgedingen op te treden namens de vereniging als eiser of verweerder en beslist over het al dan niet aanwenden van rechtsmiddelen. De afgevaardigd bestuurder is belast met het dagelijks bestuur, met inbegrip van de vertegenwoordigingsbevoegdheid binnen de perken van dit bestuur en is daarvoor verantwoordelijk ten aanzien van de Raad van Bestuur. De omschrijving van de bevoegdheden en taakverdeling van de afgevaardigd bestuurder wordt omschreven in het intern reglement van de Raad van Bestuur. De afgevaardigd bestuurder kan post- of bankrekeningen openen en, eventueel binnen de door de Raad van Bestuur vastgestelde grenzen, alle verrichtingen uitvoeren of volmacht geven om deze te laten uitvoeren. De Raad kiest onder zijn leden een voorzitter, één of meer ondervoorzitters, een secretaris en één afgevaardigd bestuurder. De voorzitter van de Raad van Bestuur, een ondervoorzitter of de afgevaardigd bestuurder of de personen door hen daartoe gemachtigd, kunnen alle administratieve stukken bestemd voor de overheid ondertekenen. 11

13 Voor alle andere handelingen, en onder voorbehoud van andersluidende bepalingen van de statuten, is de vereniging geldig ten opzichte van derden vertegenwoordigd door twee bestuurders, waaronder de voorzitter of de afgevaardigd bestuurder. De Raad van Bestuur kan steeds een volmacht geven aan een bestuurder of aan een derde om bepaalde handelingen te verrichten in naam en voor rekening van de vereniging. Besluitvorming De Raad van Bestuur vergadert onder leiding van zijn voorzitter. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door een door de voorzitter daartoe vooraf aangewezen ondervoorzitter; indien de voorzitter geen vervanger heeft aangeduid, wordt, bij zijn afwezigheid, het voorzitterschap waargenomen door een ondervoorzitter van de Raad; indien geen ondervoorzitter van de Raad op de vergadering aanwezig is, wordt het voorzitterschap waargenomen door het oudste aanwezige lid. De Raad van Bestuur vergadert slechts geldig als ten minste de helft van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden. Onthoudingen worden niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. De leden van de Raad van Bestuur kunnen zich laten vertegenwoordigen door een andere bestuurder bij schriftelijke volmacht. Een bestuurder kan maximaal twee andere bestuurders vertegenwoordigen. De vergadering kan alleen beraadslagen over punten die in de agenda opgenomen zijn, tenzij alle bestuurders aanwezig zijn en er unaniem mee instemmen dat het nietgeagendeerde onderwerp behandeld wordt. Niettemin kan bij hoogdringendheid een niet geagendeerd onderwerp worden behandeld zonder voormelde unanimiteit, tenzij één derde der aanwezige en vertegenwoordigde bestuurders zich daartegen verzet. Werkzaamheden De Raad van Bestuur stelt de strategie en de voornaamste beleidslijnen, zoals voorgesteld door het Directiecomité, op een kritische en constructieve wijze ter discussie, en helpt deze verder uit te werken. De Raad van Bestuur bekijkt nauwkeurig de prestaties van het Directiecomité in het licht van de overeengekomen doelstellingen. Naast de uitoefening van zijn controlefuncties voor wat de decretale verplichtingen betreft, heeft de Raad van Bestuur de begroting 2013 en de meerjarenbegroting en de personeelsformatie 2013, de jaarrekening 2012 en het jaarverslag 2012 goedgekeurd, ter voorlegging aan de Algemene Vergadering. De andere belangrijke onderwerpen die tijdens het academiejaar werden behandeld en/of waarover de Raad van Bestuur heeft beraadslaagd, zijn: Integratie van de Academische Opleidingen in de universiteit - Aanstelling Integratiecommissie en Integratiemanager - Lijsten integratiekader HUB en KAHO Sint-Lieven 12

14 - Lijsten Centrale Diensten en niet toewijsbare diensten HUB en KAHO Sint-Lieven Modelstatuten leden Associatie KU Leuven Samenwerkingsovereenkomst HUB-KAHO KU Leuven Delegatiebesluit HUB-KAHO KU Leuven Samenstelling Benoemings- en evaluatiecomité Raad van Bestuur Samenstelling Auditcomité Samenstelling van de Campusraad Brussel Aanstelling financieel directeur Fusieprotocol vzw HUB-EHSAL en vzw STUVO-HUB Campusconsolidatie Brussel Strategie- en werkingsplan Strategie- en werkingsrapport Rapportering visitaties opleidingen De opdrachtverklaring HUB-KUBrussel en de strategische opties van de Raad van Bestuur worden jaarlijks geconcretiseerd in taakstellingen die samen het strategie- en werkingsplan vormen. Elke taakstelling wordt in de loop van het academiejaar opgevolgd. Strategische opties van de Raad van Bestuur De strategische opties die de Raad van Bestuur vanaf vooropstelde zijn gemeenschappelijk voor de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) en KaHO Sint- Lieven (KAHO) en werden als volgt geformuleerd: 1. Studenten: staan centraal - Adequate (her)oriëntering - Persoonlijke begeleiding naar toenemende autonomie - Uitstroombegeleiding naar vervolgopleiding en arbeidsmarkt 2. Onderwijs: aantrekkelijk profiel en erkende kwaliteit - Vakbekwaamheid en engagement als leerresultaat - Leren als (inter)actief en creatief proces - Samenwerking tussen studenten, docenten en werkveld - Praktijk als oriëntatie - Wetenschap als fundering - Innovatie en kwaliteit als ambitie - Publiek gevalideerd 3. Onderzoek: voortrekkersrol binnen speerpuntenbeleid - Realisatie onderzoeksoutput overeenkomstig internationale standaarden - Waardering onderzoeksoutput (meetsleutels, realisatie onderzoeksruimte en faciliteiten ) - Verwezenlijking wetenschappelijke cultuur (onderzoeksseminars ) 4. Maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming: kennisvalorisatie en levenslang leren - Maatschappelijk relevant en succesvol vormingsaanbod - Uitbouw van expertisecentra - Intensieve en ge(co)financierde projectwerking - Interactie met partners uit andere kennisinstellingen, werkveld, alumni - Interactie met de eigen basisopleidingen 5. Personeel: competent en betrokken - Competentiegericht professionaliseringsbeleid - Engagement, verantwoordelijkheid en ondernemingszin - Faciliteren van veranderingsprocessen en interne communicatie 13

15 6. University college: professionele organisatie en open netwerk - Fusie HUB/KAHO - Integratie academische opleidingen in KU Leuven - Afgestemd beleid academische en professionele opleidingen - Regionale verankering van de campussen (samenwerking relevant werkveld en andere organisaties) - Uitbouw van adequate voorzieningen (bv. project campusconsolidatie Brussel) 7. Internationalisering: kiezen voor Europa en de wereld - Internationale kennis en ervaring voor studenten en personeel - Internationale toetsing van curricula - Internationaal netwerk 8. Diversiteit: samen anders zijn - Valorisatie van talent - Diversiteit in gemeenschap - Interculturele dialoog 9. Duurzaamheid: waardenvol langetermijnbeleid - Corporate governance - Aandacht voor het welzijn van interne en externe actoren - Aandacht voor duurzame ontwikkeling in onderwijs en onderzoek - Ecologisch verantwoorde organisatie Zoals in het intern reglement van de Raad van Bestuur werd opgenomen, brengt de HUB-KUBrussel jaarlijks verslag uit van de belangrijkse aspecten van het corporate governance-beleid in het jaarverslag van de universiteit. Periodiciteit De Raad van Bestuur kwam tijdens het academiejaar zeven maal samen en er waren twee schriftelijke procedures. Het globale aanwezigheidsniveau op de vergaderingen van de Raad van Bestuur voor het academiejaar bedraagt 67,4 %. Het individuele deelnameniveau van de bestuurders op de vergaderingen van de Raad van Bestuur ziet er als volgt uit: Filip ABRAHAM, Frank BAERT, Jean-Paul BOSTEELS, Dirk DE CEULAER, Bart DE KOCK, Denise LANNEAU, Mia SAS, Jan SMETS, Johan VAN DEN DRIESSCHE en Fréderique VANDERMEEREN hebben alle vergaderingen van de Raad van Bestuur bijgewoond; Rafaël DE RYCKE en Luc VANHOOYMISSEN woonden zes vergaderingen van de Raad van Bestuur bij; Matthieu BOONE, Jean-Luc DEMEERE en Frans INGELS woonden vijf vergaderingen van de Raad van Bestuur bij; Anita DEWISPELAERE woonde vier vergaderingen van de Raad van Bestuur bij: Gilbert DE NEVE, Wouter DE PLOEY, Francine SWIGGERS en Karen MAEX woonden drie vergaderingen van de Raad van Bestuur bij; Ann DEMEULEMEESTER, Julien DE WILDE, Sophie DUTORDOIR, Marc JUSTAERT, en Karel VAN EETVELT woonden twee of minder vergaderingen van de Raad van Bestuur bij. In het academiejaar zijn er zes vergaderingen van de Raad van Bestuur gepland. 14

16 Het intern reglement van de Raad van Bestuur voorziet vier comités het Auditcomité het Benoemingscomité het Remuneratiecomité de Toekomstraad Auditcomité Opdracht De opdracht van het Auditcomité, dat een comité is van de Raad van Bestuur, bestaat er in de Raad van Bestuur bij te staan in haar toezichtsfunctie. Het Auditcomité vervult hiertoe de volgende taken: monitoring van het financiële verslaggevingsproces; monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer; monitoring van de interne audit en van zijn doeltreffendheid; monitoring van de wettelijke controle van de jaarrekening inclusief de opvolging van de vragen en aanbevelingen geformuleerd door de revisor; beoordeling en monitoring van de onafhankelijkheid van de revisor die instaat voor de controle van de jaarrekening, waarbij met name gelet wordt op de verlening van bijkomende diensten aan de HUB en KAHO; voordracht van benoeming en verlenging van het mandaat van de revisor aan de Raad van Bestuur. De opdracht, werking en bevoegdheden van het auditcomité en de interne auditor staan beschreven in het auditcharter dat door het auditcomité werd goedgekeurd op 15 april Samenstelling De Raad van Bestuur stelt de voorzitter en de leden van het auditcomité aan. Zij zijn allen externe leden van de Raad van Bestuur. De afgevaardigd bestuurder wordt altijd uitgenodigd om de vergaderingen van het auditcomité als waarnemer bij te wonen. Het auditcomité is samengesteld als volgt: Filip Abraham (voorzitter en lid tot 22/05/2013), Anita Dewispelaere (voorzitter vanaf 22/05/2013), Francine Swiggers, Wouter de Ploey en Raf De Rycke (lid vanaf 22/05/2013). Periodiciteit van de vergaderingen Het auditcomité vergadert minstens driemaal per jaar waarvan eenmaal ter bespreking van de jaarrekening en eenmaal ter bespreking van de begroting. Het auditcomité kwam tijdens het academiejaar viermaal samen: op 22 oktober 2012, 15 januari 2013, 15 april 2013 en 10 september Benoemings- en evaluatiecomité Opdracht Het Benoemingscomité formuleert aanbevelingen aan de Raad van Bestuur in verband met de benoeming van bestuurders (cf. punt 8 en 9 van het Interne Reglement van de Raad van Bestuur) en heeft in het bijzonder de volgende taken: 15

17 het stelt benoemingsprocedures op voor de leden van de Raad van Bestuur; het draagt de gepaste kandidaten voor voor openstaande bestuursmandaten en het legt deze ter goedkeuring voor aan de Raad van Bestuur; het voert een periodieke evaluatie uit van de omvang en de samenstelling van de Raad van Bestuur en zijn comités, indien nodig, formuleert het aanbevelingen om die te wijzigen. Samenstelling Het Benoemingscomité bestaat uit ten minste drie bestuurders. De meerderheid van de leden zijn onafhankelijke bestuurders. De duur van een lid van de Benoemingscommissie kan de duur van zijn bestuursmandaat niet overschrijden. Het Benoemingscomité was tot 19 juni 2013 samengesteld als volgt: Jan Smets (voorzitter), Ann Demeulemeester en Dirk De Ceulaer. Vanaf 19 juni 2013 is het Benoemingscomité als volgt samengesteld: Jan Smets (voorzitter) Jean-Paul Bosteels, Dirk De Ceulaer, Mia Sas, Johan Van den Driessche. Periodiciteit van de vergaderingen Het Benoemingscomité vergadert minstens eenmaal per jaar op uitnodiging van de voorzitter. Een vergadering kan altijd worden bijeengeroepen op verzoek van één van zijn leden. Wanneer de omstandigheden dit vereisen, kan de voorzitter van het Benoemingscomité bij hoogdringendheid een vergadering bijeenroepen of kan een schriftelijke (m.i.v. ) vergaderprocedure worden georganiseerd. Het Benoemingscomité kwam tijdens het academiejaar niet samen. Remuneratiecomité Opdracht Het Remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de Raad van Bestuur inzake de waardering, verloning en mandaatsvergoedingen van directieleden. Samenstelling Het Remuneratiecomité bestaat uit ten minste drie bestuurders. De leden zijn externe bestuurders. De voorzitter van de Raad van Bestuur zit het comité voor. De duur van een lid van het Remuneratiecomité kan de duur van zijn bestuursmandaat niet overschrijden. Het Remuneratiecomité is samengesteld als volgt: Jan Smets (voorzitter), Sophie Dutordoir en Johan Van Den Driessche. Periodiciteit van de vergaderingen Het Remuneratiecomité vergadert op uitnodiging van de voorzitter. Het Remuneratiecomité kwam in het academiejaar niet samen. 16

18 Toekomstraad Opdracht De Toekomstraad komt samen om belangrijke strategische opties van de betrokken vzw s te bespreken en de respectieve raden van bestuur daarover te adviseren. De Toekomstraad biedt de respectieve raden van bestuur de mogelijkheid om over een breed netwerk van personen te beschikken die, in beleidsmatig opzicht, nauwe banden onderhoudt met de betrokken instellingen. Samenstelling De Toekomstraad bestaat uit ten minste 10 leden, is samengesteld uit voormalige bestuurders, vergadert minstens 1 keer per jaar en wordt voorgezeten door de voorzitter (of ondervoorzitter). De Toekomstraad kwam in het academiejaar niet samen Het Directiecomité Samenstelling De leden van het Directiecomité worden aangeduid door de Raad van Bestuur. Het Directiecomité is samengesteld uit: de algemeen directeur (voorzitter) de academisch beheerder de algemeen beheerder de waarnemend rector HUB-KUBrussel (tot 31/03/2013) de personeelsdirecteur HUB de personeelsdirecteur KAHO Sint-Lieven de financieel directeur HUB-KAHO de voorzitter FHS en EHSAL-FHS-SEM de groepsvoorzitter Professionele Opleidingen de voorzitter van het studiegebied IWT de campusdirecteur van de Campus Waas de campusdirecteur van de Technologiecampus Gent de integratiemanager (tijdelijke opdracht beslissing Raad van Bestuur 20 februari 2013) Bevoegdheden Het Directiecomité: - neemt alle nodige maatregelen om de uitbouw van de HUB-KAHO als University College (UC) te verwezenlijken en de kwaliteit van het onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de maatschappelijke dienstverlening te bevorderen; - bereidt de vergaderingen van de Raad van Bestuur voor en voert de beslissingen van de Raad uit; - is verantwoordelijk voor het dagelijks beleid van het UC, waaronder de zakelijke aspecten als de personeelsaangelegenheden, het logistieke, het financiële en het juridische beheer; - is verantwoordelijk voor de opmaak en de uitvoering van de begroting; 17

19 - sluit overeenkomsten af met derden. Voor overeenkomsten met een strategisch belang doet het Directiecomité een voorstel van beslissing aan de Raad van Bestuur; - geeft uitvoering aan de personeelsbegroting, bekrachtigt de samenstelling van de selectiecommissies en hun adviezen en legt de voorstellen m.b.t. aanstellingen, benoemingen en bevorderingen ter goedkeuring voor aan de Raad van Bestuur; - handhaaft de academische orde en overlegt desgevallend over tuchtmaatregelen in overeenstemming met de vigerende tuchtreglementen. Werking Het Directiecomité treedt op als een college. Het beslist bij consensus. Bij gebrek aan consensus beslist de voorzitter van het Directiecomité, na overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur. Het Directiecomité vergadert wekelijks. De algemeen directeur zit de vergaderingen van het Directiecomité voor. De opdrachthouder Directiecomité is verslaggever van de vergaderingen van het comité De UC-raad Samenstelling De UC-raad is samengesteld uit: de algemeen directeur (voorzitter) de leden van het Directiecomité de directeuren/decanen/voorzitters van de studiegebieden de directeur Onderwijs en Kwaliteit de integratiemanager (tijdelijke opdracht beslissing Raad van Bestuur 20 februari 2013) Bevoegdheden De UC-raad - neemt, samen met het Directiecomité, alle nodige maatregelen om de uitbouw van de HUB-KAHO als University College te verwezenlijken en de samenwerking tussen de diverse opleidingen te stimuleren en te coördineren; - bereidt de vergaderingen van de Academische Raad inhoudelijk voor, bepaalt daartoe het UC-standpunt en voert zijn beslissingen uit; - is verantwoordelijk voor het ontwerpen en monitoren voor het onderwijskundige, het onderzoeks-, het studenten- en het kwaliteitsbeleid van het UC; - bepaalt het Onderwijsontwikkelingsplan van het UC en keurt de projecten m.b.t. het onderwijsontwikkelingsfonds goed; - monitort de onderwijskundige afspraken uit het Strategie- en Werkingsplan en keurt het Strategie-en Werkingsrapport goed; - coördineert de academische kalenders en het taakinvullingsbeleid; - keurt alle beleidsvoorstellen tot programmatie en rationalisatie goed, ter bespreking en bekrachtiging van de Academische Raad en Raad van Bestuur; - bereidt de wijzigingen aan de werkingsreglementen voor ter voorlegging aan de Raad van Bestuur; - ontwerpt het beleid betreffende internationalisering, diversiteit en duurzaamheid. 18

20 Werking De UC-raad werkt beleidsvoorbereidend ten behoeve van de Academische Raad en de Raad van Bestuur. Hij neemt zijn beslissingen bij consensus. Bij gebrek aan consensus beslist het Directiecomité volgens de daar geldende beslissingsregels. De UC-raad vergadert in principe één keer in de maand Het Bestuurscollege AO (tot 30/09/2013) Samenstelling De academisch beheerder (voorzitter) De campusdecaan subfaculteit Economie en Bedrijfswetenschappen De campusdecaan suibfaculteit Letteren De campusdecaan subfaculteit Rechtsgeleerdheid De voorzitter IIW De waarnemend rector HUB-KUBrussel (tot 31/03/2013) Werking Het bestuurscollege AO heeft een informatieverstrekkende, meningvormende, beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende functie. Volgende thema s komen o.m. aan bod: - het optimaliseren van de onderwijsorganisatie, de onderwijsleersituatie en de onderwijsontwikkeling; - het stroomlijnen van het taakinvullingsbeleid; - het ontwerpen van de academische kalender; - het opvolgen en stimuleren van het kwaliteitsvol werken in de onderwijsgroep; - de positionering t.o.v. het professioneel onderwijs, de partners van de associatie en de partners in de regio; - het verder uitbouwen van het aanbod van basisopleidingen, postgraduaatopleidingen en initiatieven van permanente vorming; - het opvolgen van het wetenschappelijk onderzoek; - de uitbouw van de contacten met het werkveld; - de internationalisering; - de coördinatie van het HRM beleid in de onderwijsgroep De afgevaardigd bestuurder De afgevaardigd bestuurder is verantwoordelijk voor het algemeen beleid van de HUB-KUBrussel. Inzake operationeel beleid is hij verantwoordelijk voor het globale onderzoeksbeleid en de maatschappelijke dienstverlening, het beleid met betrekking tot de externe relaties, het globale onderwijsbeleid, de algemene interne organisatie en de coördinatie van de stafdiensten. De afgevaardigd bestuurder is belast met het dagelijks bestuur, met inbegrip van de vertegenwoordigingsbevoegdheden binnen de perken van dit bestuur. Hij is daarvoor verantwoordelijk ten aanzien van de Raad van Bestuur De academisch beheerder De academisch beheerder is verantwoordelijk voor de academische opleidingen van de HUB-KAHO en zal deze vertegenwoordigen in de KU Leuven. Hij volgt van nabij de integratie van deze academische opleidingen in de KU Leuven op en is voorzitter van de Raad voor Academische Opleidingen, waarin met de vertegenwoordigers van de 19

21 diverse geledingen van de academische opleidingen overleg gepleegd over de samenwerking tussen het UC en de KU Leuven De algemeen beheerder De algemeen beheerder is verantwoordelijk voor het aansturen en coördineren van de UC diensten (met uitzondering van de financiële dienst en de personeelsdienst) en het ontwikkelen en versterken van een kwaliteitsgerichte dienstverlening HUB-KAHO, en coördineert in sterke mate de werking van het UC, opgevat als het geïntegreerd project van professioneel en academisch onderwijs (van de KU Leuven) binnen de campussen van het UC. De UC-diensten behartigen specifieke opdrachten met betrekking tot de interne logistiek en organisatie, de educatieve dienstverlening en het beleidsvoorbereidend onderzoek. De diensten met ten minste drie personeelsleden werken onder leiding van een diensthoofd dat rapporteert aan de directeur. Het diensthoofd is verantwoordelijk voor een kwalitatief hoogstaande externe dienstverlening aan studenten, docenten, andere diensten en directie. Het Directiecomité bepaalt de taken van de respectieve administratieve diensten. Op 19 december 2007 besliste de Raad van Bestuur van de HUB-KUBrussel de dienstverlening op het vlak van personeel, financiën, marketing en communicatie, informatica, logistiek, bibliotheek, studentenadministratie en planning via een samenwerkingsovereenkomst toe te vertrouwen aan de vzw HUB-EHSAL. De diverse stafdiensten van de HUB behartigen ook voor de HUB-KUBrussel specifieke opdrachten met betrekking tot de educatieve dienstverlening en het beleidsvoorbereidend onderzoek, zoals op het vlak van kwaliteitszorg, accreditering en onderwijsorganisatie. Sinds 1 oktober 2013 biedt ook de KU Leuven heel wat ondersteuning aan de academische opleidingen in Brussel en werden er goede afspraken gemaakt tussen HUB-KUBrussel, HUB-EHSAL en de KU Leuven over de taakverdeling en de financiële verrekening van de geleverde diensten De waarnemend rector (tot 31/03/2013) Sinds de Raad van Bestuur van 4 september 2007 heeft de HUB-KUBrussel een waarnemend rector, in de persoon van Prof. dr. Martine de Clercq. Zij is waarnemend lid van de Raad van Bestuur, lid van de UC-Raad en het Directiecomité, lid van de Academische Raad, lid van het Hogeschool-Onderhandelingscomité- Ondernemingsraad (HOC-OR) en van het Comité ter preventie en bescherming van de werkplaats (CPBW). Daarnaast vervult zij nog vele specifieke beleidsfuncties in de universiteit. Binnen het strategisch en operationeel kader van de Hogeschool- Universiteit-Brussel (HUB) gaat haar aandacht in de eerste plaats naar het dagelijkse management van de HUB-KUBrussel, dat zij uitoefent in nauw overleg met het Directiecomité van de HUB, dat onder het voorzitterschap staat van Dirk De Ceulaer, afgevaardigd bestuurder van de HUB. De waarnemend rector vertegenwoordigt de HUB-KUBrussel eveneens in de VLIR en het FWO. De Raad van Bestuur verleende op haar verzoek aan de waarnemend rector het bijzonder emeritaat vanaf 1 april Tot 30 september 2013 bleef ze nog deeltijds betrokken bij de HUB-KUBrussel om de integratie in de KU Leuven te faciliteren. De instelling heeft haar op gepaste wijze hulde gebracht op 22 maart 2013 met een druk bijgewoonde emeritaatsviering in de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. De HUB- 20

22 KUBrussel is haar bijzonder dankbaar voor de voortreffelijke wijze waarop ze zes jaar lang in onzekere omgevingsfactoren haar mandaat heeft uitgeoefend. 4. Werking en overleg op het niveau van het UCC Algemeen Beheer A / Staf Algemeen Beheer Samenstelling de algemeen beheerder (voorzitter) dediensthoofden stafdiensten Algemeen Beheer (Technische diensten, Facilitair beheer, Gebouwen en projecten, ICT, Studentenadministratie, Bibliotheken, Personeel, Financiën). Werking De Staf Algemeen Beheer is het forum waarin strategische lijnen en visies over de diensten Algemeen Beheer heen worden uitgewerkt. Centraal staat de servicegedachte van de diensten algemeen beheer ten behoeve van de coreactiviteiten van het UC, de gedelegeerde bevoegdheden aan het Bestuurscomité en de afspraken via de samenwerkingsakkoorden. De staf AB draagt zorg voor de coördinatie tussen de verschillende entiteiten op verschillende locaties en stemt haar werking af met het concern model van de Associatie (gezamenlijke dienstverlening). De afstemming tussen het UC en de KU Leuven wordt gewaarborgd via het Comité Algemeen Beheer. Zowel de directeuren van het algemeen beheer KU Leuven als de algemeen beheerder van het UC maken deel uit van dit comité. Op regelmatige tijdstippen vergaderen de Staf Algemeen Beheer en de Staf Academische Diensten samen voor de bespreking van overkoepelende thema s. B/ Coördinatiecomité Algemeen Beheer Samenstelling de algemeen beheerder (voorzitter) de diensthoofden van de stafdiensten Algemeen Beheer de campusdirecteuren en coördinatoren de academische directeuren AO de groepsvoorzitter PO Werking Het Coördinatiecomité Algemeen Beheer is een forum waar informatie wordt uitgewisseld tussen de opleidingen, de campusentiteiten en de diensten algemeen beheer. Van hieruit vloeien adviezen voort naar de staf algemeen beheer. Het Coördinatiecomité bewaakt een goede samenwerking tussen diensten en opleidingen en adviseert inzake knelpunten. C/ Overleg Campusdirecteuren/- coördinatoren Samenstelling de verschillende campusdirecteuren/- coördinatoren een lid van het Directiecomité (voorzitter) 21

23 Werking Het overleg Campusdirecteuren/-coördinatoren heeft een informatieverstrekkende, meningvormende, beleidsvoorbereidende en beleidsvoerende functie. Volgende thema s komen aan bod: het opvolgen en implementeren van afspraken vanuit het directiecomité en de STUVO s; het uitbouwen van een adequate samenwerking met de centrale diensten; het afstemmen van de werking van de onderwijsondersteunende diensten; het optimaliseren van de communicatie met de directeuren en de decanen; het opstellen van de begroting voor campusgebonden thema s; de voorbereiding en opvolging van de campusraden. Het overleg Campusdirecteuren/-coördinatoren vergadert 5x per academiejaar, het verslag wordt ter informatie voorgelegd op het Directiecomité. 4.2 Staf Academische Diensten Samenstelling de algemeen directeur (voorzitter) de diensthoofden academische diensten (Onderwijs & kwaliteit, Studentenbeleid, Permanente vorming, Marketing en communicatie, Onderzoekscoördinatie, Personeel, Financiën) de coördinatoren diversiteit UCC, internationalisering UCC en taalbeleid UCC Werking De Staf Academische Diensten is het forum waarin strategische lijnen en visies over de academische diensten heen worden uitgewerkt. Centraal staat de servicegedachte van de academische diensten ten behoeve van de core-activiteiten van het UC, de gedelegeerde bevoegdheden aan het Bestuurscomité en de afspraken via de samenwerkingsakkoorden. De Staf Academische Diensten draagt ook zorg voor de coördinatie tussen de verschillende entiteiten op verschillende locaties. De afstemming tussen het UC en de KU Leuven wordt gewaarborgd via het Comité Academische Diensten. De academisch beheerder van de KU Leuven en de algemeen directeur van het UC zijn beide vertegenwoordigd in dit orgaan. Op regelmatige tijdstippen vergaderen de Staf Algemeen Beheer en de Staf Academische Diensten samen voor de bespreking van overkoepelende thema s. 4.3 Overlegfora AO en PO A/ De Expertisecel Internationalisering Samenstelling - een lid van het Directiecomité dat voorzitter is - de coördinator Internationalisering UC - 1 vertegenwoordiger van respectievelijk de professionele hoger onderwijs opleidingen HUB en KAHO, 1 vertegenwoordiger per faculteit voor de academische hoger onderwijs opleidingen van de HUB en 1 vertegenwoordiger voor de academische hoger onderwijs opleidingen van de KAHO. - de coördinator internationale projecten UC Werking De expertengroep is er gezamenlijk voor verantwoordelijk dat een UC-breed beleid op het vlak van internationalisering wordt opgezet en uitgevoerd.de leden ervan zijn er 22

24 elk afzonderlijk voor verantwoordelijk dat het UC-beleid uitgevoerd wordt op de onderliggende niveaus (opleiding/cluster van opleidingen) en zorgen ook voor een professionele opvolging van de afspraken op die niveaus. De stuurgroepen internationalisering AO en PO zorgen voor input. De expertengroep behandelt ook beleidsdossiers die de opleidingen en studiegebieden overstijgen. De expertengroep biedt een platform voor uitwisseling van expertise. De groep vergadert zes keer per academiejaar. B/ De Expertisecel Diversiteit Samenstelling - een lid van het Directiecomité dat voorzitter is - de coördinator Diversiteit - vertegenwoordigers van de studiegebieden PO en AO van HUB en KAHO - vertegenwoordigers van de diensten (personeel, communicatie, onderzoek en studentenaangelegenheden) - verantwoordelijke taalbeleid UC Werking De expertengroep zorgt ervoor dat een UC-breed beleid op het vlak van diversiteit wordt ontwikkeld en uitgevoerd. De vertegenwoordigers van de studiegebieden representeren hun opleidingen(-clusters) in de cel en zijn tegelijk verantwoordelijk voor de implementatie van de gemaakte afspraken op studiegebied- en opleidingsniveau. De expertengroep behandelt ook beleidsdossiers die de opleidingen en studiegebieden overstijgen. De expertengroep functioneert als een platform voor uitwisseling van expertise. De groep vergadert zes keer per academiejaar. C/ Het Bureau Onderzoeksbeleid (tot 30/9 voor de academische opleidingen) Samenstelling - de voorzitter van het Bureau Onderzoeksbeleid - de voorzitters van de onderzoeksraden van de academische opleidingen - de voorzitter en de onderzoekscoördinator van de onderzoeksraad praktijkgericht onderzoek - de onderzoekscoördinatoren van PO en AO Werking Het Bureau Onderzoeksbeleid garandeert een UC-breed beleid inzake onderzoek. Het stimuleert interdisciplinair onderzoek tussen de academische opleidingen, tussen de professionele opleidingen en waar mogelijk ook tussen de academische en professionele opleidingen. Het Bureau Onderzoeksbeleid zorgt ook voor een beleidscoördinatie van de onderscheiden onderzoeksraden. Tenslotte is het bureau een platform van expertise-uitwisseling. D/ Stuurgroep Taalbeleid Samenstelling - de Taalbeleidcoördinator UC HUB KAHO - vertegenwoordigers van de studiegebieden PO en AO van HUB en KAHO 23

25 Werking De expertengroep zorgt ervoor dat een UC-breed beleid op het vlak van taalbeleid wordt ontwikkeld en uitgevoerd, conform de Visietekst taalbeleid. De vertegenwoordigers van de studiegebieden representeren hun opleidingen(-clusters) in de stuurgroep en zijn tegelijk verantwoordelijk voor de implementatie van de gemaakte afspraken op studiegebied- en opleidingsniveau. De expertengroep behandelt ook beleidsdossiers die de opleidingen en studiegebieden overstijgen. De expertengroep functioneert als een platform voor uitwisseling van expertise. De stuurgroep vergadert vijf keer per academiejaar. 5. Samenstelling en bevoegdheden van de inspraak- en medezeggenschapsorganen 5.1. Academische Raad (tot 30/09/2013 voor de academische opleidingen) De Academische Raad is samengesteld uit 3/8 vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur, 3/8 vertegenwoordigers van het personeel en 2/8 vertegenwoordigers van de studenten. De Academische Raad heeft informatierecht over alle aangelegenheden, advies- en overlegbevoegdheid over de onderwijskundige aspecten van bepaalde aangelegenheden (adviesbevoegdheid: indien het advies unaniem is, is het slechts wijzigbaar door het hogeschoolbestuur op gemotiveerde wijze; overlegbevoegdheid: indien er consensus is, moet het hogeschoolbestuur uitvoeren, indien er geen consensus is, beslist het hogeschoolbestuur). Hierna volgen de onderwijskundige aspecten waarover de Academische Raad adviesof overlegbevoegdheid heeft: Adviesbevoegdheid verandering van de doelstelling van de hogeschool; uitbreiding, inkrimping of beëindiging van de werkzaamheden van de hogeschool of een belangrijk onderdeel ervan; bouwprojecten; beleid inzake interne kwaliteitsbewaking m.b.t. onderwijs en onderzoek; onderzoeksbeleid; programmatie; vaststelling van de pedagogische criteria inzake besteding der middelen; vaststelling van de pedagogische criteria inzake taakverdeling van het personeel; indeling van elke opleiding in opleidingsonderdelen en studiejaren; bepaling van de studieomvang en studiepunten; samenwerkingsakkoorden met derden; beleid inzake nascholing. Overlegbevoegdheid beleid m.b.t. de besteding en verdeling der middelen; vaststelling van de criteria voor de aanwending van de werkingsuitkering, begroting en personeelsformatie; algemene onderwijsorganisatie; huishoudelijk reglement van de hogeschool; 24

26 beleid inzake onderwijs- en examenregeling; onderwijsexperimenten; beleid inzake sociale voorzieningen; beleid inzake opleidingsprogramma s en studiebegeleiding; organisatie van het academiejaar; overdracht of fusie van de hogeschool Stuurgroep Onderwijs en Kwaliteit (tot 30/9 voor de academische opleidingen) De stuurgroep Onderwijs en Kwaliteit heeft twee geledingen, één bevoegd voor de professionele opleidingen en een tweede bevoegd voor de academische opleidingen. De belangrijkste bevoegdheidsdomeinen van de stuurgroepen Onderwijs en Kwaliteit (SGOK) zijn: ONDERWIJSONTWIKKELING onderwijsbeleid en onderwijsontwikkelingsplannen curriculumontwikkeling innovatieprojecten associatieprojecten rond onderwijs onderwijskundige professionalisering de ECTS-richtlijnen nieuwe/internationale ontwikkelingen in de instelling en daarbuiten de procedures onderwijsontwikkeling, leeromgeving en studiemateriaal en evaluatie van studenten KWALITEITSZORG Drie kernfuncties, nl. verbetering (quality improvement), verankering (quality assurance) en verantwoording (accountability), die zich vertalen in volgende instrumenten en methoden: strategie- en werkingsplannen (jaarlijkse operationalisering van strategische opties in taakstellingen per organisatieonderdeel); gedocumenteerde kwaliteitsraamwerken per organisatiegeleding geordend volgens de PLAN-DO-CHECK-ACT-cyclus: o beleidsteksten en ontwikkelingsplannen, o werkingsafspraken: procedures, reglementen, protocols, organogrammen, o meetplannen en resultaten, o opvolgingsrapportering. kwantitatief beleidsmatig onderzoek (tevredenheidsenquêtes bij diverse doelgroepen, analyses van instroom en studierendement ) behandeling van klachten en verbeteringssuggesties; kwaliteitsaudits; strategie- en werkingsrapporten (voortgangsrapportering over de taakstellingen, opvolging van visitaties en audits, monitoring van beleidsindicatoren); externe kwaliteitszorg (voorbereiding zelfevaluaties en visitaties, externe audits e.d.). ONDERWIJSKUNDIGE PROFESSIONALISERING Samenstelling: De stuurgroepen Onderwijs en Kwaliteit worden samengesteld door het Directiecomité (op advies van de decanen en directeurs van faculteiten en studiegebieden) en 25

27 kunnen na overleg verder worden uitgebreid op permanente of tijdelijke basis in functie van de omvang van de op te nemen taken. De directeur Onderwijs en Kwaliteit zit de stuurgroepen voor en drie medewerkers van de dienst Onderwijs en Kwaliteit zijn lid. De faculteiten van de groep Academische Opleidingen hebben een of meerdere coördinator(en) kwaliteitszorg die lid zijn van de geleding academische opleidingen van de stuurgroep. Elk studiegebied van de groep Professionele Opleidingen heeft een ankerpersoon kwaliteitszorg en onderwijsontwikkeling die lid is van de geleding professionele opleidingen van de stuurgroep. Er is ook voorzien in een studentenvertegenwoordiging Het HOC HUB-EHSAL/HOC-KAHO/Ondernemingsraad HUB-KUBrussel (tot 30/9 voor de academische opleidingen) Samenstelling Cfr. Decreet betreffende de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap en het decreet betreffende de universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap. Werking Cfr. Decreet betreffende de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap en de wet van 20 september 1948 houdende de organisatie van het bedrijfsleven. Met het oog op de integratie van de academische opleidingen van de HUB-KUBrussel in de KU Leuven werden ook afspraken gemaakt met de KU Leuven om het sociaal overleg te bestendigen en de bescherming van de personeelsafgevaardigden te waarborgen Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (tot 30/9 voor de academische opleidingen) Het CPBW heeft hoofdzakelijk tot taak om alle middelen op te sporen en voor te stellen, om actief bij te dragen tot veiligheid en gezondheid van werknemers en het milieu. Om deze taken te volbrengen moet het CPBW adviezen uitbrengen en voorstellen formuleren omtrent het beleid ter voorkoming van arbeidsongevallen en beroepsziekten en omtrent het jaarlijks actieplan van het ondernemingshoofd. De werkgever is ertoe gehouden aan het CPBW al de nodige informatie te verstrekken zodat het met kennis van zaken adviezen kan uitbrengen. Daarom moeten de leden van het CPBW op de hoogte worden gebracht en kennis kunnen nemen van alle al dan niet door de reglementering opgelegde verslagen, adviezen en documenten die verband houden met veiligheid, gezondheid en milieu. Het CPBW heeft als opdracht om alle taken uit te voeren die vervat zijn in de wettelijke en reglementaire bepalingen van: de wet van 10 april 1971 betreffende de arbeidsongevallen. de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, de daarop betrekking hebbende KB s, de Codex en het ARAB. Het K.B. van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de comités voor preventie en bescherming op het werk. De milieuwetgeving van het Vlaamse en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. 26

28 5.5. De Campusraden A/ Campusraad Samenstelling Er zijn in de instelling vier campussen waar een campusdirecteur aangesteld wordt (Campus Aalst, Campus Brussel, Campus Gent en Campus St Niklaas) en er zijn twee campussen waar een campuscoördinator aangesteld wordt (Campus Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen en Campus Parnas). Voor de zes campussen wordt een campusraad opgericht. Op voorstel van de campusdirecteur stelt de Raad van Bestuur de campusraden samen. De campusraden zijn samengesteld als volgt: - de campusdirecteur/-coördinator (voorzitter) - een vertegenwoordiging van de STUVO en de dienst Facilitair management - de vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel en van het administratief personeel met inbegrip van de vertegenwoordiger van het personeel in HOC en CPB (telkenmale één vertegenwoordiger) van de betrokken campus (één vertegenwoordiger per studiegebied) - de vertegenwoordiging van de studenten - naargelang van het agendapunt: deskundigen Werking Op de vergaderingen van de campusraad wordt informatie verstrekt en overleg gestimuleerd. Er worden punten geagendeerd met betrekking tot het kwaliteitsvol opleiden en samenleven op de campus: - het dynamisch samenspel tussen studenten, docenten en medewerkers van onderwijsondersteunende diensten; - de organisatie van gezamenlijke evenementen zoals infodagen, openlesdagen, Kerstvieringen,...; - het vergroten van de cohesie tussen studenten, docenten en medewerkers van de verschillende opleidingen; - de uitrusting van de campus wat betreft facilitaire, logistieke en didactische aspecten; - de interactie met de omgeving (stad, betrokken werkveld,...); -... Periodiciteit De campusraad vergadert ten minste 3x per academiejaar onder het voorzitterschap van de campusdirecteur. Naar aanleiding van bepaalde agendapunten kunnen decanen/directeuren van studiegebieden vragen om uitgenodigd te worden op de samenkomsten van de campusraden. In ieder geval krijgen zij steeds de agenda en het verslag van die vergaderingen. B/ (Sociale) Campusraad Samenstelling de campusdirecteur/-coördinator (voorzitter) vertegenwoordigers van de STUVO-raad van het UC vertegenwoordigers van de STUVO-raad van de KULeuven Werking Bespreking van de specifieke aanpak per campus van een aantal deelwerkingen van de STUVO (huisvesting, voeding, mobiliteit...). 27

29 5.6. De Studentenraad Samenstelling De algemene studentenraad is een decretaal vastgelegd orgaan dat zich ontfermt over de belangen van de studenten van de hele hogeschool. Het is een adviesorgaan dat adviezen uitbrengt in verband met het inschrijvingsgeld, het examenreglement, enz. Daarnaast wordt de algemene studentenraad ook geraadpleegd in functie van de kwaliteitsbewaking en de evaluatie van het onderwijzend personeel. In de algemene studentenraad zetelen effectieve vertegenwoordigers van elke opleiding.in normale omstandigheden worden er minstens vier vergaderingen per academiejaar vastgelegd. De vergaderplaats wisselt tussen campus Gent en campus Brussel. De Studentenraad bestaat conform het Participatiedecreet uit minimum 8 stemgerechtigde studentenvertegenwoordigers, democratisch verkozen volgens het kiesreglement. Voorzitter: Ondervoorzitter: Coördinator Fréderique Vandermeeren Simon Van Hijftte Bart De Kock Werking Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, de vice-voorzitter en de vier bestuursleden. Het dagelijks bestuur staat in voor de planning, voorbereiding en opvolging van de vergaderingen van de SR. Het dagelijks bestuur kan beslissingen nemen bij hoogdringendheid, als de SR niet meer tijdig samengeroepen kan worden. Het dagelijks bestuur brengt hiervan op de eerstvolgende vergadering van de SR schriftelijk of mondeling verslag uit. 6. De Faculteiten 6.1. Overzicht van de Faculteiten en de opleidingen De Faculteiten aan de HUB-KUBrussel zijn: de Faculteit Economie en Management (E & M). Vanaf de integratie in de KU Leuven veranderde de benaming in subfaculteit Economie en Bedrijfswetenchappen de Faculteit Rechten (R). Vanaf de integratie in de KU Leuven veranderde de benaming in subfaculteit Rechtsgeleerdheid. de Faculteit Taal & Letteren (T & L). Vanaf de integratie in de KU Leuven verandere de benaming in subfaculteit Letteren. De Faculteit Economie en Management biedt gezamenlijk met HUB-EHSAL aan: Bachelor- en Masteropleiding Handelsingernieur Bachelor- en Masteropleiding Handelswetenschappen Bachelor- en Masteropleiding Milieu- en Preventiemanagement De Faculteit Rechten biedt aan: Bachelor in de Rechten, algemene afstudeerrichting Rechten Bachelor in de Rechten, afstudeerrichting Economie, Recht en Bedrijfskunde Master-na-Master Vennootschapsrecht Master-na-Master Intellectuele Rechten 28

30 Master-na-Master in de Quantitative Analysis in the Social Sciences De Faculteit Taal en Letteren biedt gezamenlijk met HUB-EHSAL aan: Bachelor in de Taal- en Letterkunde Bachelor in de Toegepaste Taalkunde Master in het Vertalen Master in het Tolken Master in de Meertalige Communicatie Master in de Journalistiek 6.2. De werkingsreglementen De Faculteiten van Economie en Management, Rechten en Taal & Letteren functioneren volgens werkingsreglementen die door de Raad van Bestuur werden goedgekeurd. In deze werkingsreglementen worden zowel de werking van de faculteit beschreven (op het niveau van de opleiding, het studiegebied, de onderwijsgroep en het University College) als de diverse functies op dezelfde niveau s. Hierna volgt een overzicht van de (sub)facultaire werkingsreglementen, zoals ze eind 2013 van toepassing zijn Werkingsreglement Faculteit Economie en Management 1. Werking van de onderwijsgroep AO Humane Wetenschappen 1.1 Niveau opleiding De permanente onderwijscommissie (POC) Samenstelling De programmadirecteur (voorzitter) De academisch directeur De leerlijncoördinatoren De coördinator kwaliteitszorg en onderwijsontwikkeling De studentenvertegenwoordiger(s) De administratief secretaris De liaison officer (enkel POC HW) Werking De opleidingen van de faculteit Economie & Management worden gedragen door de respectievelijke permanente onderwijscommissies (POC): Handelswetenschappen, Handelsingenieur, Business Administration, Milieu- & Preventiemanagement en MIBEB/MIBEM. De permanente onderwijscommissie implementeert op opleidingsniveau het beleid inzake academisering, onderwijskwaliteit, -niveau en oriëntatie. De permanente onderwijscommissies worden voorgezeten door de programmadirecteurs. De academisch directeur, de coördinator kwaliteitszorg & onderwijsontwikkeling, de leerlijncoördinatoren, de administratief directeur en minstens één studentenvertegenwoordiger zijn allen lid. 29

31 Dossiers voorbereid door de permanente onderwijscommissies worden, na goedkeuring door het faculteitsbestuur, finaal bekrachtigd door de Academische Raad en de Raad van Bestuur van het UC, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden die via overeenkomst zijn toegekend aan het beheersorgaan van de geïntegreerde faculteit De leerlijncommissie Samenstelling De leerlijncoördinator (voorzitter) De docenten die betrokken zijn bij een opleidingsonderdeel binnen een welbepaalde leerlijn. Werking De leerlijncoördinator is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en permanente optimalisering van een leerlijn in een opleiding. Hij coördineert en stroomlijnt de inhoudelijke kwaliteit van de leerlijn. Dit wordt bewerkstelligd via overleg in leerlijncommissies. De leerlijncoördinator implementeert het onderwijsprogramma en de didactische vormgeving van de opleiding, zoals opgesteld in de POC. De leerlijncoördinator denkt binnen de POC vak- en leerlijnoverschrijdend en bouwt mee aan een totaalconcept van de opleiding. Een leerlijncoördinator staat aan het hoofd van een leerlijncommissie. Een leerlijncommissie is samengesteld uit de personeelsleden die doceren binnen de leerlijn waarvoor de leerlijncoördinator is aangesteld. Leerlijnen worden ingericht volgens een logische opbouw van kennis en competenties in een inhoudelijk coherente maar niet noodzakelijk monodisciplinaire cluster van opleidingsonderdelen. De leerlijncoördinator rapporteert aan de POC omtrent de werkzaamheden van de leerlijncommissie. De functie van leerlijncoördinator wordt toegewezen op basis van een aanstelling door de Raad van Bestuur De resonantieraad Samenstelling De decaan (voorzitter) De vice-decaan onderwijs De vice-decaan onderzoek De academisch directeur De programmadirecteur Vertegenwoordigers van organisaties in de sectoren waarop de opleiding voorbereidt en/of academici uit het toepasselijke domein Werking In de faculteit Economie & Management worden volgende resonantieraden samengesteld: resonantieraden voor de opleidingen Handelsingenieur, Handelswetenschappen, Business Administration, Milieu- & Preventiemanagement, MIBEM/B. De resonantieraden worden samengesteld uit vertegenwoordigers van ondernemingen of andere organisaties die bedrijvig zijn in de arbeidssector(en) waarop de opleiding 30

32 voorbereidt en/of academici/deskundigen van wie de professionele bezigheden zich in de vakgebieden van de opleiding situeren. De resonantieraad waakt erover dat de opleiding aansluit bij de beroepspraktijk en geeft inspraak aan het werkveld. De resonantieraad is een adviesraad die tot taak heeft het curriculum van de opleiding te evalueren en voorstellen te doen ter optimalisering. De resonantieraad heeft in eerste instantie oog voor het algemeen profiel van de opleiding. 1.2 Niveau studiegebied Het faculteitsbestuur E&M Samenstelling De decaan (voorzitter) De vice-decaan onderwijs De vice-decaan onderzoek De academisch directeur De programmadirecteurs Verantwoordelijke EMS FHS Een medewerker van de Cel Beleidsondersteuning Werking Het faculteitsbestuur is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de faculteit. Op faculteitsniveau zet het de fundamentele lijnen uit voor het onderwijs- en onderzoeksbeleid en zorgt voor maximale afstemming tussen de verschillende POC s. Het faculteitsbestuur Economie & Management is samengesteld uit de decaan (voorzitter), de vice-decaan onderwijs, de vice-decaan onderzoek, de academisch directeur, de programmadirecteurs van de opleidingen Handelswetenschappen, Handelsingenieur, Milieu- en Preventiemanagement, Business Administration, MIBEB/M en een vertegenwoordiger van de EHSAL Management School / Fiscale Hogeschool-Seminaries. Het faculteitsbestuur vergadert wekelijks. Een medewerker van de decanale cel Beleidsondersteuning is secretaris. Het faculteitsbestuur staat in voor de algemene leiding, het bestuur en de werking van de faculteit. Die opdracht omvat grosso modo het behartigen van volgende aspecten: de inhoudelijke kwaliteit en samenhang van de opleidingen; de strategische opties van de Raad van Bestuur op faculteitsniveau (academisering, onderwijsinnovatie, flexibilisering, studie- en trajectbegeleiding, internationalisering, diversiteit en duurzaamheid, professionalisering, onderzoek, kwaliteitszorg en accreditatie); de externe representatie van de faculteit; het overleg, de participatie en de informatieverstrekking in de faculteit; de adviesverlening aan de directie over interne en externe ontwikkelingen. Toewijzen onderwijsopdrachten personeel op andere campi na vraag vanuit beheersorgaan Aansturen aanwervings- en bevorderingsbeleid Netwerking en externe communicatie met bedrijfsleven, nationale en internationale organisaties, Ontwikkelen en aansturen van het alumnibeleid Stimuli/voorwaarden voor internationalisering en studentenmobiliteit creëren Opvolgen rekruteringsbeleid 31

33 Het financieel beleid (verdeling van de middelen, aanwending van de WU en de vastlegging van de personeelsformatie, de budgetopvolging) Het gemeenschappelijk beheersorgaan geïntegreerde faculteit Samenstelling De decaan KULeuven (voorzitter) De decaan HUB De decaan Lessius De vice-decaan onderwijs HUB De vice-decaan onderwijs Lessius De vice-decaan onderwijs KULeuven De vice-decaan onderzoek HUB De vice-decaan onderzoek Lessius De vice-decaan onderzoek KULeuven De administratief directeur KULeuven De academisch directeur HUB Vertegenwoordigers partners Werking Het beheersorgaan bestaat uit leden aangeduid door Lessius, HUB en KULeuven. Gedurende de periode van het academiseringsproces zit de decaan van de KULeuven het beheersorgaan voor. Het is verantwoordelijk voor een goede afstemming van de academische opleidingen aangeboden op de verschillende campussen van de Associatie KULeuven binnen het betreffende studiegebied. Het gemeenschappelijk beheerorgaan: bespreekt voorstellen voor een optimale profilering van de onderwijsprogramma s. Deze voorstellen worden ter bekrachtiging aan de Associatie KULeuven en aan de betrokken instellingen voorgelegd. bepaalt de overstapregelingen tussen de onderwijsprogramma s en legt deze overstapregelingen ter bekrachtiging voor aan de Associatie KULeuven en aan de betrokken instellingen. bevordert de onderwijskundige uitbouw, optimalisering en professionalisering van de onderwijsprogramma s die door de geïntegreerde faculteit worden aangeboden. beslist over gemeenschappelijke initiatieven op het vlak van postgraduaatprogramma s mits bekrachtiging door de Associatie KULeuven en de betrokken instellingen. formuleert adviezen over de rationalisatie van onderwijsprogramma s. beslist over gemeenschappelijke communicatie naar nieuwe studenten in onderwijsbeurzen, infodagen e.d. en informeert de betrokken instellingen hieromtrent. onderzoekt de mogelijkheden tot harmonisatie van de procedures inzake selectie en promotie. ontwikkelt gezamenlijke initiatieven inzake internationalisering, bibliotheekbeleid en informatica Het decanaat Samenstelling De decaan De vice-decaan onderwijs De vice-decaan onderzoek 32

34 De academisch directeur De administratief secretaris De medewerkers van de decanale cellen Werking Cel Internationalisering & diversiteit Mobiliteitsondersteuning voor de academische opleidingen in overeenstemming met de centrale richtlijnen terzake en i.s.m. de ankerpersonen internationalisering in die opleidingen bewaken van het aanbod voor inkomende studenten: op basis van evaluaties van vorige academiejaren en input van de POCs voorstel vakkenlijst voor inkomende studenten (alternatief: controle van de studieprogramma s in functie van verwachtingen studenten en partners); communicatie van het aanbod voor inkomende studenten (communicatieinstrumenten m.i.v. course catalogue) en verzorgen van de inschrijvingstool; opvolgen van de inschrijvingen en studentenadministratie voor inkomende studenten; onthaal van inkomende studenten en collega s; bewaken van het aanbod voor uitgaande studenten: voldoende partners, werkbare studiepakketten; beheer van de interinstitutionele akkoorden; communicatie aan studenten, begeleiding van kandidaat-mobiele studenten, selectie; administratie van de uitgaande mobiliteit: o.m. equivalentiedossiers voorbereiden, learning agreements opmaken en actueel houden Voor de faculteit ontwikkeling en coördinatie van nieuwe initiatieven op het vlak van internationalisering en diversiteit in opvolging van het SWP van de faculteit of op aangeven van de Stuurgroep Internationalisering en diversiteit en zoals goedgekeurd door het faculteitsbestuur; advies verlenen m.b.t. verder studeren of werken in het buitenland aan studenten (link met cel studie- en trajectbegeleiding, én projecten); bijzondere ondersteuning van de Engelstalige programma s (links met andere cellen) instaan voor de vertalingen naar het Engels van beleidsdocumenten en communicatiemateriaal Cel Projecten & Relatiebeheer ontwikkeling en coördinatie van nieuwe initiatieven rond business oriëntatie en externe samenwerking in opvolging van het SWP van de faculteit of op aangeven van de Stuurgroep businessoriëntatie en zoals goedgekeurd door het faculteitsbestuur Ontwerp en ontwikkeling van extern gefinancierde (onderwijs)projecten beheer van de externe contacten van de faculteit, m.i.v. aanleg en onderhoud van database advies bij concept van meesterproeven en projecten + operationele opvolging van de masterproeven in de programma s 33

35 Cel Studie- en Trajectbegeleiding informatieverstrekking aan (kandidaat-)studenten over de opleiding; adviseren van (kandidaat-)studenten bij het maken van studiekeuzes; begeleiden van studenten op scharniermomenten in hun studieloopbaan; instaan voor de studiebegeleiding van alle studenten; instaan voor de trajectbegeleiding van studenten, inclusief buitenlandse en mobiele studenten-link met cel internationalisering en diversiteit ontwikkeling en coördinatie van nieuwe initiatieven rond studie- en trajectbegeleiding in opvolging van het SWP van de faculteit en zoals goedgekeurd door het faculteitsbestuur organiseren van het onthaal van studenten link met cel internationalisering en diversiteit vervullen van de brugfunctie secundair-hoger onderwijs: initiëren en organiseren van initiatieven ter bevordering ervan (link met cel studie- en trajectbegeleiding)vervullen van de brugfunctie hoger onderwijsarbeidsmarkt: initiëren en organiseren van initiatieven ter bevordering ervan: loopbaanbegeleiding Cel Beleidsondersteuning inhoudelijke voorbereiding, organisatie, verslaggeving en verdere opvolging van facultaire vergaderingen ondersteuning faculteitsbestuur bij het uitwerken van processen met betrekking tot onderwijs- en personeelsaangelegenheden zoals bijv. opvolging wijzigingen opleidingsprogramma's ondersteuning bij selecties, didactische evaluaties beheer van informatiegaringstabellen, taakinvullings- en personeelsdossiers beheer van de facultaire personeelskenmerken voorbereiding visitaties en accreditaties organisaties faculteitsgerelateerde evenementen verwerken administratieve documenten en dossiers beheer van de agenda van de decaan en opvolging van zijn/haar briefwisseling Cel Secundair Onderwijs Verzorgen van de contacten van de faculteit met de diverse actoren van het secundair onderwijs, in eerste instantie leraren en directies. Met deze partner deelt de faculteit de bezorgdheid om een goed begeleide en goed geïnformeerde studiekeuze van scholieren en een optimale aansluiting tussen secundair en hoger onderwijs. De cel ontwikkelt en implementeert daartoe een coherent samenwerkingsbeleid met het secundair onderwijs in functie van een optimale in- en doorstroom van studenten in haar opleidingen. Meer bepaald: uitwerken, aanbieden en evalueren van een effectief educatief aanbod voor secundaire scholen: in samenwerking met de centrale coördinator terzake; de marketingverantwoordelijken van de faculteit en de betrokken docenten/onderzoekers; coördineren en organiseren van de specifieke lerarenopleiding (in HUB en Lessius Antwerpen) conform de relevante regelgeving en afspraken en in samenwerking met de POC Handelswetenschappen; 34

36 studentenbegeleiding specifieke lerarenopleiding deskundigheidsontwikkeling m.b.t. praktijk en doelstellingen van het secundair onderwijs en netwerken met scholen, leraren, directies en CLB s (onder meer organisatie en opvolging van een resonantieraad secundair onderwijs); stimuleren van samenwerking en coördineren van overstapmogelijkheden tussen de professionele opleidingen en de opleidingen van de faculteit Economie en Management De onderzoeksraad Samenstelling De vice-decaan onderzoek (voorzitter) De onderzoekscoördinator De decaan De directeurs van de onderzoekscentra De voorzitters van de onderzoeksgroepen De voorzitter onderzoeksraad PO Een medewerker van de Dienst voor Onderzoekscoördinatie Werking De onderzoeksraad functioneert autonoom binnen de krijtlijnen van de gemeenschappelijke afspraken gemaakt in het bureau onderzoeksbeleid. Bij elke onderzoeksraad wordt een vertegenwoordiger opgenomen van de geïntegreerde faculteit, waarbij de betrokken raad aanleunt. De onderzoeksraden vergaderen om de vier weken en het bureau tussentijds om de stand van zaken te bespreken en de agenda van de onderzoeksraden te stroomlijnen. De onderzoeksraad, samen met het bureau onderzoeksbeleid van het UC, geven vorm aan het beleid en de organisatie van het onderzoek en de verdeling van de werkingsmiddelen, de opvolging van de relatie tussen toegewezen onderzoekstijd en geleverde wetenschappelijke output, het stroomlijnen van de interne en externe communicatie betreffende onderzoek en de relatie tussen onderwijs en onderzoek. Het bureau bewaakt de gecoördineerde implementatie van het meerjarenplan van de associatieraad voor onderzoek De Stuurgroep Businessoriëntatie Samenstelling De voorzitter van Stuurgroep Businessoriëntatie E&M De academisch directeur Het adjunct-diensthoofd Projecten en Relatiebeheer Deskundigen inzake business oriëntatie Vertegenwoordiging beroepenveld Vertegenwoordiging professionele bachelors HW&BK Werking De stuurgroep heeft als opdracht het faculteitsbestuur te adviseren m.b.t. het facultair beleid m.b.t. business oriëntatie (binnen het centrale kader van het University College). Daarnaast geeft de stuurgroep ook input aan de decanale cellen, het Expertisecentrum voor Strategisch Management en Projectmanagement en andere facultaire medewerkers. 35

37 Faculteitsbestuur adviseren m.b.t. het facultaire beleid m.b.t. businessoriëntatie (binnen het centrale kader van het University College) Input geven aan de decanale cellen, het Expertisecentrum voor Strategisch Management en Projectmanagement en andere facultaire medewerkers. Dit betreft meer bepaald: Ontwikkelen van langetermijndoelstellingen m.b.t. de businessoriëntatie van diverse beleidsdomeinen van de faculteit Voorstellen van meetinstrumenten en opvolgingsmethoden voor de verschillende POC s, leerlijncommissies en coördinatoren Periodiek opvolgen van de realisaties van de faculteit op het vlak van businessoriëntatie Stimuleren van de businessoriëntatie, zowel op structureel en organisatorisch niveau als op het individuele niveau Adviseren over de prioriteiten van de business-oriëntatie-initiatieven die in de organisatie ontstaan en uitgevoerd worden Bijdragen tot een algemene cultuur waarin de businessoriëntatie in en door alle geledingen gedragen wordt Bevorderen van de integratie van businessoriëntatie en academisering door overleg en informatieuitwisseling met de onderzoeksraad De stuurgroep Internationalisering en diversiteit Samenstelling De academisch directeur (voorzitter) Het adjunct-diensthoofd internationalisering en projecten De ankerpersonen internationalisering Thematische experts vanuit de faculteit Vertegenwoordiger mobiliteitsondersteuning Werking De stuurgroep heeft als opdracht het faculteitsbestuur te adviseren m.b.t. het facultair internationaliseringsbeleid (binnen het centrale kader van het University College). Daarnaast geven zij ook input aan de decanale cellen en andere facultaire medewerkers omtrent internationale en diversiteitsprojecten. De stuurgroep is samengesteld uit de academisch directeur (voorzitter), het adjunctdiensthoofd Internationalisering en diversiteit, de ankerpersonen internationalisering, thematische experts en een vertegenwoordiger van de mobiliteitsondersteuning Het Analyseteam Samenstelling Voorzitter analyseteam Het adjunct-diensthoofd studie- & trajectbegeleiding Thematische experts vanuit de faculteit Werking De analyseteam heeft als opdracht het faculteitsbestuur te adviseren m.b.t. het facultair beleid op het vlak van studie- en trajectbegeleiding (binnen het centrale kader van het University College). Daarnaast geven zij ook input omtrent projecten aan de decanale cellen en andere facultaire medewerkers. 36

38 1.3 Niveau onderwijsgroep AO Humane Wetenschappen De stuurgroep Onderwijs & Kwaliteit AO Samenstelling De directeur Onderwijs & Kwaliteit (voorzitter) Het adjunct-diensthoofd Cel ICTO Het adjunct-diensthoofd Cel Statistische Analyse Medewerkers Dienst Onderwijs & Kwaliteit (HUB en KAHO) Coördinatoren Onderwijs & Kwaliteit AO (HUB en KAHO) Thematische experts Werking De directeur Onderwijs en Kwaliteit pleegt overleg met de vertegenwoordigers van de faculteiten in de tweemaandelijkse vergaderingen van de stuurgroepen Onderwijs en Kwaliteit (SGOK) die hij voorzit. De stuurgroep Onderwijs en Kwaliteit van de academische opleidingen heeft een informatieverstrekkende, participatieve, meningvormende en beleidsontwikkelende functie. Ze reflecteert over het onderwijs- en kwaliteitsbeleid en formuleert voorstellen en adviezen voor de bevoegde besluitvormingsorganen. Op het niveau van de faculteiten van de academische opleidingen zijn dit de POC s. Op het niveau van de instelling zijn dit de academische raad en de raad van bestuur. De agenda van de stuurgroep Onderwijs en Kwaliteit wordt voorbereid door een agendacommissie samengesteld uit de directeur onderwijs en kwaliteit, de voorzitter IWT en de decanen van de faculteiten Humane Wetenschappen. Elke faculteit vaardigt een of meerdere vertegenwoordigers af in de stuurgroep, rekening houdend met de grootte van de faculteit. De vertegenwoordigers fungeren in de stuurgroep als klankbordgroep en dragen bij tot de implementatie van het onderwijs- en kwaliteitsbeleid in hun faculteit Het centrum voor Onderzoekscoördinatie Samenstelling De voorzitter van het Bureau Onderzoeksbeleid De onderzoekscoördinator De wetenschapscommunicator De administratieve medewerkers Werking Het Centrum voor Onderzoekscoördinatie neemt de ondersteunende taken op het vlak van het onderzoeksbeleid en de onderzoekscoördinatie op zich. het voert de beslissingen van het Bureau Onderzoeksbeleid en de verschillende onderzoeksraden uit. Het staat in voor de inventarisatie van de onderzoeks- en valorisatieresultaten, en zorgt voor een klimaat waarin de onderzoekstijd door de onderzoekers optimaal kan ingevuld worden. 37

39 1.4 Niveau UC De Expertisecel Internationalisering UC Samenstelling De algemeen directeur (voorzitter) De Centrale coördinator internationalisering De vertegenwoordigers van de onderwijsgroep PO en de faculteiten Werking De expertengroep is er gezamenlijk voor verantwoordelijk dat er een UC-breed beleid op het vlak van internationalisering is en dat het wordt opgevolgd; De leden zijn er elk apart voor verantwoordelijk dat het UC-beleid zijn uitvoering vindt in de onderliggende niveaus (hetzij één opleiding, hetzij een cluster van opleidingen) en dat de centrale richtlijnen worden opgevolgd in de opleiding(en) die ze vertegenwoordigen; De expertengroep behandelt problemen m.b.t. internationalisering die de individuele opleiding(encluster) overstijgt; De expertengroep deelt waar zinvol succeservaringen van de opleidingen(cluster); De expertengroep vergadert maandelijks De Expertisecel Diversiteit UC Samenstelling De algemeen directeur (voorzitter) De Centrale coördinator diversiteit De vertegenwoordigers van de studiegebieden PO en de faculteiten Werking De expertengroep is er gezamenlijk voor verantwoordelijk dat er een UC-breed beleid op het vlak diversiteit is en dat het wordt opgevolgd. De leden zijn er elk apart voor verantwoordelijk dat het UC-beleid zijn uitvoering vindt in de onderliggende niveaus (hetzij één opleiding, hetzij een cluster van opleidingen) en dat de centrale richtlijnen worden opgevolgd in de opleiding(en) die ze vertegenwoordigen. De expertengroep behandelt problemen m.b.t. diversiteit die de individuele opleiding(encluster) overstijgt. De expertengroep deelt waar zinvol succeservaringen van de opleidingen(cluster). De expertengroep vergadert maandelijks Het bureau onderzoeksbeleid Samenstelling De voorzitter van het Bureau Onderzoeksbeleid De voorzitters van de onderzoeksraden van de faculteiten Economie en Management, Taal en Letteren, Rechten en IWT Een lid van de onderzoeksraden Economie & Management, Taal en Letteren, Rechten en IWT De voorzitter van de onderzoeksraad praktijkgericht onderzoek De onderzoekscoördinator van de professionele onderzoek De onderzoekscoördinator van de academische opleidingen Werking Het bureau onderzoeksbeleid is verantwoordelijk voor de beleidscoördinatie binnen het UC inzake onderzoek en praktijkgericht onderzoek. 38

40 Het bureau onderzoeksbeleid is verantwoordelijk dat er een UC-breed beleid op het vlak onderzoek is en dat dat wordt opgevolgd De overleggroep Handelswetenschappen & Bedrijfskunde Samenstelling De liaison officer De coördinator schakelprogramma s PO-AO Vertegenwoordigers van het studiegebied Handelswetenschappen & Bedrijfskunde van de professionele opleidingen De academisch directeur van de faculteit Economie & Management De administratief secretaris van de faculteit Economie & Management Een studentenbegeleider van het Centrum voor Studentenbegeleiding & - voorzieningen Studenten van de schakelprogramma s en masteropleidingen E&M Werking De overleggroep Handelswetenschappen & Bedrijfskunde is verantwoordelijk voor de beleidscoördinatie inzake schakelprogramma s, voorbereidingsprogramma s en de synergie tussen de groep van de professionele en de groep van de academische opleidingen in het studiegebied Handelswetenschappen & Bedrijfskunde. Dit overlegforum zorgt tevens voor de uitbouw van de initiatieven m.b.t. de oriëntatie en heroriëntatie van de betreffende studenten. De overleggroep Handelswetenschappen & Bedrijfskunde wordt voorgezeten door de liaison officer. De administratief secretaris Economie & Management, de directeur van de professionele bacheloropleiding Handelswetenschappen & Bedrijfskunde, de coördinator van het schakelprogramma Handelswetenschappen en een studentenbegeleider van het Centrum voor Studentenbegeleiding & voorzieningen zijn allen lid Overleg Campusdirecteuren/-coördinatoren Samenstelling De verschillende Campusdirecteuren/- coördinatoren Een lid van het Directiecomité (voorzitter) Werking Het overleg Campusdirecteuren/- coördinatoren heeft een informatieverstrekkende, meningvormende, beleidsvoorbereidende en beleidsvoerende functie. Volgende thema s komen aan bod: het opvolgen en implementeren van afspraken vanuit het directiecomité en de STUVO s; het uitbouwen van een adequate samenwerking met de centrale diensten; het afstemmen van de werking van de onderwijsondersteunende diensten; het optimaliseren van de communicatie met de directeuren en de decanen; het opstellen van de begroting voor campusgebonden thema s; de voorbereiding en opvolging van de campusraden. Het overleg Campusdirecteuren/coördinatoren vergadert 5x per academiejaar, het verslag wordt ter informatie voorgelegd op het Directiecomité en wordt besproken in het overleg met de academisch verantwoordelijken. 39

41 2. Functiebeschrijvingen 2.1 Niveau opleiding Programmadirecteur Verantwoordelijk voor het onderwijsbeleid van de toegewezen opleiding. Superviseren, coördineren en stroomlijnen van de inhoudelijke kwaliteit van de leerlijnen binnen de toegewezen opleiding Voorbereiden van dossiers voor het faculteitsbestuur die betrekking hebben op de samenstelling en personeelsinvulling van de opleiding, alsook op de samenwerking met andere opleidingen binnen de faculteit Implementeren van het facultaire onderwijsbeleid en de didactische vormgeving van de opleiding, zoals opgesteld in het faculteitsbestuur Uitdenken en uitwerken van het totaalconcept van de opleiding Voorzitten van de permanente onderwijscommissie Adviseren van het faculteitsbestuur met betrekking tot de uitbouw van de betrokken opleiding Meedenken over het opleidingsoverschrijdend onderwijs- en onderzoeksbeleid Verantwoordelijk voor het systeem van interne kwaliteitszorg en maatregelen die naar aanleiding hiervan en van de externe kwaliteitstoetsing (onderwijsvisitatie) genomen worden Overleggen met leerlijncoördinatoren van de toegewezen opleiding Creëren en stimuleren van draagvlak bij docenten m.b.t. strategische opties van de HUBrussel zoals onderwijsvernieuwing, flexibilisering, internationalisering, professionalisering en/of academisering, business of praktijkoriëntatie, alumniwerking Superviseren van de inhoudelijke kwaliteit van de eigen opleiding Leerlijncoördinator Verantwoordelijk voor een leerlijn en de coördinatie van een leerlijncommissie. Coördineren en stroomlijnen van de inhoudelijke kwaliteit van de toegewezen leerlijn Implementeren van het onderwijsprogramma en de didactische vormgeving van de opleiding, zoals opgesteld in de faculteitsgroep Meedenken (vak- en leerlijnoverschrijdend) over het totaalconcept van de opleiding Voorzitten van een leerlijncommissie Adviseren van de programmadirecteur en het faculteitsbestuur met betrekking tot de uitbouw van de betrokken leerlijn Verantwoordelijk voor het systeem van interne kwaliteitszorg en maatregelen die naar aanleiding hiervan en van de externe kwaliteitstoetsing (onderwijsvisitatie) genomen worden Verantwoordelijk voor het bewaken van de inhoudelijke samenhang tussen de verschillende opleidingsonderdelen van de leerlijn doorheen de hele opleiding Overleggen met de docenten die het onderwijs binnen de betrokken leerlijn verzorgen Informeren van de docenten die het onderwijs binnen de betrokken leerlijn verzorgen over het facultaire onderwijsbeleid Overleg plegen met de coördinatoren van de andere leerlijnen gericht op onderlinge afstemming van leerlijnen 40

42 Creëren en stimuleren van draagvlak bij docenten m.b.t. strategische opties van het UC zoals onderwijsvernieuwing, flexibilisering, internationalisering, professionalisering en/of academisering, business of praktijkoriëntatie, alumniwerking Superviseren van de inhoudelijke kwaliteit van de eigen leerlijn Fungeren als aanspreekpunt voor de docenten van de betrokken leerlijn voor het bespreken (en eventueel laten agenderen op de eerstvolgende POC) van onderwijskundige aangelegenheden. Adviseren met betrekking tot de eigen leerlijn van de vice-decaan Onderwijs bij het opstellen van het IGT. Voeren van functioneringsgesprekken met de leden van de toegewezen leerlijn Vertegenwoordigen van de leerlijn in de betrokken POC De coördinator kwaliteitszorg en onderwijsontwikkeling Verantwoordelijk voor facultaire implementatie van het OOP. Coördineren van de initiatieven rond onderwijsontwikkeling, -verbetering en innovatie zoals vastgelegd binnen de cellen onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg Vertegenwoordigen van de opleiding in de onderwijsorganen van de HUB (in casu de cellen onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg) en de Associatie KULeuven Voorbereiden van de onderwijsdossiers die in de faculteitsgroep worden besproken in overleg met de faculteitscoördinatoren, en bewaken van het onderwijskundig referentiekader van de opleiding Adviseren van de faculteitsgroep over de gevolgen van de adviezen vanuit de cellen onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg voor het facultaire onderwijsbeleid en de facultaire middelen Vertegenwoordigen van de faculteit in de stuurgroep Onderwijs & Kwaliteit Academische Opleidingen De ankerpersoon internationalisering Vanuit een grondige kennis van het eigen programma/de eigen opleiding Beoordelen van (kandidaat-)partners in functie van studenten- en personeelsuitwisselingen, meervoudige/gemeenschappelijke diplomering, onderwijsgerichte projecten Beoordelen van (kandidaat-)gastorganisaties voor stage Beoordelen van studiepakketten die uitgaande studenten bij een buitenlandse partner gaan volgen Beoordelen van applications voor de eigen opleiding van studenten met een buitenlands diploma equivalentieverklaring van diploma s die toelating geven tot het programma) Vertegenwoordigen van de faculteit in de stuurgroep Internationalisering 2.2 Niveau studiegebied De decaan Belast met de algemene leiding van de faculteit. 41

43 Superviseren, coördineren en stroomlijnen van de inhoudelijke kwaliteit van de opleidingen binnen de toegewezen faculteit: voorzitterschap faculteitsbestuur: bepaalt de agenda, brengt visies samen, faciliteert besluitvorming en zorgt voor de opvolging ervan bewaakt de onderwijskundige excellentie, het academiseringsproces, en de wisselwerking tussen de opleidingen en het werkveld stimuleert, inspireert en creëert draagvlak bij programmadirecteurs en docenten m.b.t. strategische opties van de instelling (onderwijsvernieuwing, flexibilisering, internationalisering, professionalisering, academisering, businessoriëntatie, alumniwerking ) creëert onderlinge synergie tussen de opleidingen Ontwikkelen en uitbouwen van het onderwijskundig, academiserings- en professionaliseringsbeleid in de faculteit Ontwikkelen van het academiseringsbeleid op faculteitsniveau: het academisch gehalte van de curricula, de integratie van onderzoek in onderwijs, de onderzoekscapaciteit van docenten, de ontwikkeling van academische competenties bij studenten en het academisch gehalte van de masterproeven Bepalen - samen met de vice-decaan onderwijs en de vice-decaan onderzoek van de taakinvullingen van de docenten en opvolgen van de personeelsomkadering van de opleidingen Adviseren - in samenspraak met de vice-decaan onderwijs en de vicedecaan onderzoek - van het Directiecomité bij benoemingen of aanstellingen van het onderwijzend personeel Voorzitter van de resonantieraden Handelswetenschappen, Business Administration, Handelsingenieur, Milieu- en Preventiemanagement, MIBEM/B: bepaalt de agenda, brengt visies samen, faciliteert de besluitvorming en zorgt voor de opvolging ervan Voorbereiden van visitaties en accreditatie; superviseert en coördineert de redactie van de zelfevaluatierapporten van de betrokken opleidingen; bespreekt de zelfevaluatierapporten met studenten, docenten, diensten, werkveld; stelt actieplannen op n.a.v. visitaties en volgt deze op Adviseren van het Directiecomité over interne en externe ontwikkelingen in het werkdomein met relevante impact op de werking van de instelling en de opleidingen Extern vertegenwoordigen van de faculteit. Vertegenwoordigen van de faculteit in het beheersorgaan van de Geïntegreerde Faculteit. Vertegenwoordigen van de faculteit in het de Academische Raad van het University College De vice-decaan onderwijs Verantwoordelijk voor het opleidingsoverschrijdend onderwijsbeleid. Uitbouwen van het onderwijsluik van het academiseringsproces (focus integratie onderwijs-onderzoek) op faculteitsniveau (in samenspraak met de decaan en vicedecaan onderzoek): bewaking van de opbouw van academische competenties doorheen de opleidingen binnen de faculteit Economie & Management en de link tussen het didactisch concept van de academiseringsroutes, de doelstellingen van de verschillende opleidingen, de evaluatie en het aangeboden studiemateriaal. Het bewaken van de synergie (en balans) tussen academisering en businessoriëntatie. Verhogen van disciplinegerichte samenwerking binnen de Associatie en met name het uitwerken van de synergie tussen de verschillende opleidingen binnen de faculteit en stimuleren van samenwerking met opleidingen buiten de eigen instelling, inzonderheid de Geïntegreerde Faculteit ETEHW. 42

44 Uitbouwen, in samenspraak met de decaan en vice-decaan onderzoek, van een strategisch opleidingsaanbod binnen de faculteit Informeren van de faculteit over de interne en externe ontwikkelingen in het onderwijsbeleid Adviseren, in samenspraak met de vice-decaan onderzoek en de decaan, van het Directiecomité bij benoemingen of aanstellingen van het onderwijzend personeel Voorbereiden, samen met de vice-decaan onderzoek en de decaan, van visitaties en accreditaties Adviseren van de algemene directie van het university college over interne en externe ontwikkelingen betreffende onderwijs en academisering met relevante impact op de werking van de instelling en de opleidingen. Vertegenwoordigen van de faculteit in het beheersorgaan van de Geïntegreerde Faculteit. Voorzitten van de examencommissies Handelswetenschappen, Business Administration, MIBEB, MIBEM, Handelsingenieur en Milieu- & Preventiemanagement De vice-decaan onderzoek Verantwoordelijk voor het onderzoeksbeleid binnen de faculteit. Uitbouwen van het onderzoeksluik van het academiseringsbeleid (focus academisch gehalte masterproeven en academisering personeel) op faculteitsniveau in samenspraak met de decaan en de vice-decaan onderwijs Bepalen van het onderzoekspercentage in de globale taakinvulling van de onderzoekers Adviseren, in samenspraak met de vice-decaan onderwijs en de decaan, van het Directiecomité bij benoemingen of aanstellingen van het onderwijzend personeel Evalueren van de onderzoekers wat betreft hun onderzoeksactiviteiten Behandelen van doctoraatsaanvragen Voorbereiden, samen met de vice-decaan onderwijs en de decaan, van visitaties en accreditaties Leiden van de onderzoeksraad van de faculteit Vertegenwoordigen van de faculteit in de onderzoeksorganen van de HUB en de Geïntegreerde Faculteit en de Associatie KU Leuven Informeren van de faculteit over de interne en externe ontwikkelingen in het onderzoeksbeleid Adviseren van de algemene directie over interne en externe ontwikkelingen betreffende onderzoek en academisering met relevante impact op de werking van de instelling en de opleidingen. Vertegenwoordigen van de faculteit in het beheersorgaan van de Geïntegreerde Faculteit. Voorzitten van de onderzoeksraad Economie De academisch directeur Verantwoordelijk voor het facultaire beleid m.b.t. de domeinen internationalisering & diversiteit, externe samenwerking (m.i.v. bedrijfsprojecten en secundair onderwijs) en studie- en trajectbegeleiding. Ziet toe op de implementatie van het centrale beleid m.b.t. de onderscheiden domeinen binnen de faculteit i.s.m. de vice-decanen.verantwoordelijk voor de ondersteuning van de onderwijsorganisatie en uitvoering op de onderscheiden domeinen in de faculteit als diensthoofd van de decanale cellen Beleidsondersteuning, Internationalisering & diversiteit, Projecten & relatiebeheer, 43

45 Studie- en trajectbegeleiding en Secundair Onderwijs. Zie opdracht en werking van de cellen Beleidsondersteuning, Internationalisering & Diversiteit, Projecten & Relatiebeheer, Studie- en Trajectbegeleiding en Secundair Onderwijs Vertegenwoordigen van de faculteit in het beheersorgaan van de Geïntegreerde Faculteit. Vertegenwoordigen van de faculteit in de Expertisecel Internationalisering UC Vertegenwoordigen van de faculteit in de Expertisecel Diversiteit UC De administratief secretaris Verantwoordelijk voor de administratieve ondersteuning van de faculteit. Afstemming en coördinatie van de administratieve processen doorheen alle geledingen van de faculteit ter ondersteuning van het onderwijsconcept in de faculteit Economie & Management Operationele ondersteuning bij de implementatie van het onderwijsbeleid doorheen alle opleidingen van de faculteit Secretaris bij de examencommissies Handelswetenschappen, Business Administration, Handelsingenieur, Milieu- en Preventiemanagement De liaison officer Coördineren van het beleid m.b.t. de schakelprogramma s, de voorbereidingsprogramma s en de synergie tussen de groep van de professionele opleidingen en de groep van de academische opleidingen in het studiegebied van de HWBK De directeur van het onderzoekscentrum Verantwoordelijk voor dagelijkse werking onderzoekscentrum. Opvolgen van logistieke omkadering van onderzoekers Behartigen van HRM naar onderzoekers Beheerder van onderzoeksbudget van het centrum Vertegenwoordigen van het onderzoekscentrum in de onderzoeksraad De voorzitter van de onderzoeksgroep Verantwoordelijk voor dagelijkse werking onderzoeksgroepen. Organisatie van onderzoeksseminaries op voldoende regelmatige basis Verzekeren van informatiedoorstroming tussen onderzoeksgroep en onderzoeksraad / vice-decaan onderzoek Optimaliseren van onderzoekscultuur en samenwerking binnen en buiten de onderzoeksgroep Opvolging websites onderzoeksgroepen Voorbereiding jaarverslag onderzoek Vertegenwoordigen van de onderzoeksgroep in de onderzoeksraad 44

46 2.3 Niveau onderwijsgroep AO Humane Wetenschappen Academisch beheerder UC (cfr. Organiek Reglement KU Leuven, artikel 76 sexties) De academisch beheerder is, in overleg met de andere leden van het universiteitsbestuur, verantwoordelijk voor de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het beleid inzake de academische opleidingen van de KU Leuven; is daarvoor lid van het Gebu, de Academische Raad en de Bijzondere Academische Raad, en waar van toepassing van de Bijzondere Groepsbesturen; doet voorstellen inzake onderwijs, onderzoek, studentenaangelegenheden, maatschappelijke dienstverlening, internationalisering,, aan de bestuursorganen van de universiteit waarvan hij/zij lid is, en geeft daartoe functioneel leiding aan de diensten die instaan voor de academische opleidingen, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de decanen, diensthoofden, vicerectoren en algemeen beheerder van de universiteit, die de hiërarchische verantwoordelijkheid dragen; vertegenwoordigt in de regionale context de academische opleidingen naar buiten toe, onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 1 van het organiek reglement; zit de Raad voor de Academische Opleidingen voor; is voor de uitoefening van zijn functies op locatie lid van het Bestuurscomité en van het Directiecomité van de partnerhogeschool De waarnemend rector HUB-KUBrussel Beleidsrepresentatie van de HUB-KUBrussel-opleidingen. Beleidsvertegenwoordiging VLIR en FWO Vertegenwoordigen van KUB op centrale VLIR-niveaus en FWO Coördineren van de HUB-KUBrussel-vertegenwoordiging VLIR-werkgroepen Coördineren van de implementering van VLIR-afspraken in faculteiten Stakeholdermanagement Rechten, T&L en afbouwende faculteiten HUB-KUBrussel Fungeren van centraal aanspreekpunt voor decanen, studenten, docenten en vertegenwoordigers van de werkvelden Waarnemen van rol van bemiddelaar bij belangenconflicten Voorzitten van de bijzondere examencommissies Vertegenwoordigen van de HUB-KUBrussel t.a.v. externe contacten Beleidsrepresentatie ManaMa s Waarnemen van academische eindverantwoordelijkheid voor de globale organisatie en evaluatie van de ManaMa s (m.i.v. accreditatiedossiers) Opnemen van representatieve HUB-KUBrussel-functie t.a.v. derden 2.4 Niveau UC Campusdirecteur/-coördinator Uitbouwen en onderhouden van een regionaal netwerk: met het, voor de opleidingen van de campus, relevante werkveld, met de lokale fora, de stad, 45

47 Opvolgen en implementeren van afspraken in de diverse beleidsorganen. Is een brugfunctie tussen de centrale overlegorganen en de campus, en heeft hiertoe de nodige bevoegdheden. Is lid van het overleg Campusdirecteuren/-coördinatoren Heeft overleg met: Kernverantwoordelijken diensten: logistieke diensten (2x per jaar) rond praktische afspraken, prioritering renovatieprojecten, diensthoofd studentenadministratie en planning Personeelsdienst financiële dienst: rond begrotingen, dienst bibliotheek dienst helpdesk informatica. Kernverantwoordelijken onderwijs Organiseert 1 tot 2x per jaar een campusoverschrijdend overleg met de Kernverantwoordelijken diensten én de Kernverantwoordelijken onderwijs samen. Hierbij zijn de diensten economaat, informatica en onderwijs steeds uitgenodigd. Rapporteert op regelmatige basis over de samenwerking met de andere diensten en het onderwijs. Bevorderen van een vlot verloop van de activiteiten op de campus, en eventueel buiten de campus. Houdt voeling met de cultuur en de sfeer van de campus Vaststellen/coördineren/goedkeuren/in goede banen leiden van de planning van activiteiten op de campus in samenspraak en in overleg met alle betrokkenen Heeft hiertoe regelmatig overleg met andere verantwoordelijken van de campus zoals: Verantwoordelijke studentenadministratie en planning Verantwoordelijke economaat Verantwoordelijke bibliotheek Verantwoordelijken faculteiten of opleidingen verantwoordelijken externe gebruikers gebouw verantwoordelijke sociale voorzieningen Maakt hiertoe afspraken en doet deze naleven ivm het gebruik van lokalen Zorgt voor een duidelijke communicatie in verband met het gebruik van de campus, naar de gebruikers van de campus (opleidingen, diensten, externen, ) Bewaken van de leefbaarheid en de veiligheid op de campus in samenwerking met alle betrokken diensten en met het Comité Preventie en Bescherming Coördineren van de onthaalmedewerkers, en eventueel coördineren van het secretariaat van de campus zorgt voor bestaffing en permanentie van het onthaal Coacht onthaalmedewerkers in functie van vlotte interne en externe communicatie Ziet toe op een vlotte werking van het onthaal (postverdeling, telefonie, affichering in de campus, bestelling materialen, ) Organiseert daartoe regelmatig werkoverleg met de onthaalmedewerkers Verantwoordelijkheid opnemen voor de facilitaire en logistieke dienstverlening Doet regelmatig een rondgang in het gebouw Neemt eigenaarschap van problemen op de campus Signaleert problemen aan bevoegde diensten of externe instanties Ziet toe dat de noodzakelijke werken worden uitgevoerd Houdt een periodieke evaluatie van de werking van de campus en doet aan de hand hiervan voorstellen van verbeteracties en geeft input voor de begroting Rapporteert over de stand van zaken op de campus 46

48 Gastheer/gastvrouw zijn van de campus Is een aanspreekpunt, en zelf autoriteit, voor elke gebruiker van de campus, ook bij evenementen Zorgt voor het onthaal van nieuwe medewerkers op de campus Is spreker indien de hele campus moet worden geïnformeerd Verzorgt de informatie naar externe belanghebbenden in verband met campusgebonden materies (politie, brandweer, ) Maakt afspraken met derden (onderhoudsfirma s, huurders, cafetaria, ) Werkingsreglement Subfaculteit Rechten (vanaf 1 oktober 2013) Artikel 1. Toepassingsgebied Dit reglement biedt een aanvulling op het huishoudelijk reglement van de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de KU Leuven zoals dat in werking treedt op 01 oktober Het bepaalt de werking van de Subfaculteit HUB. Het vervangt het vroegere werkingsreglement van de Subfaculteit Rechten van de HUBrussel (versie 27 september 2012). Artikel 2. Samenstelling van de subfaculteitsraad De subfaculteitsraad is samengesteld uit: 1 alle leden van het zelfstandig academisch personeel (ZAP) met hoofdopdracht op de Brusselse campus; 2 de andere leden van het ZAP van de Geïntegreerde Faculteit Rechtsgeleerdheid van de KU Leuven met onderwijsopdracht op de Brusselse campus; 3 twee leden van het assisterend en van het bijzonder academisch personeel (ABAP) met een opdracht in de subfaculteit voor de duur van hun opdracht; 4 de administratief beheerder van de subfaculteit, als vertegenwoordiger van het ATP; 5 een studentenvertegenwoordiger van het Nederlandstalige traject; 6 een studentenvertegenwoordiger van het tweetalige traject. De vertegenwoordigers van het ABAP worden door de leden van het ABAP met een opdracht in de subfaculteit, verkozen voor een één maal hernieuwbare termijn van één academiejaar. De verkiezing vindt plaats vóór de start van het academiejaar. De vertegenwoordigers van de studenten worden door de studenten behorende tot het Nederlandstalige c.q. tweetalige traject aan de subfaculteit, verkozen voor een één maal hernieuwbare termijn van één academiejaar. De verkiezing vindt plaats binnen drie weken na de start van het academiejaar. Artikel 3. Bevoegdheden van de subfaculteitsraad Onverminderd de bevoegdheden van de organen van de Geïntegreerde Faculteit Rechtsgeleerdheid ende Kulloc, is de subfaculteitsraad het overlegorgaan van de Subfaculteit HUB voor de campusgebonden aangelegenheden inzake onderwijs, onderzoek en permanente vorming. Binnen de grenzen van wat is bepaald door de andere bevoegde instanties, is de subfaculteitsaad bevoegd voor volgende materies in de subfaculteit: 1 het verkiezen in geheime stemming van de vicedecaan; 2 het coördineren en implementeren van de onderwijs- en examenprogramma's; 3 het aansturen van de werking van de onderwijscommissies (OC). 4 het organiseren van het monitoraat en de studiebegeleiding; 5 het coördineren van het wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke dienstverlening van het academisch personeel met hoofdopdracht te Brussel, op aansturen van het lid van het ZAP met hoofdopdracht op de Brusselse campus dat in de onderzoeks- en doctoraatscommissie van de Geïntegreerde faculteit zetelt; 6 het opstellen van een jaarlijkse begroting, het goedkeuren van de rekeningen; het opstellen van het jaarlijkse strategie- en werkingsplan en de meerjarenplanning voor 47

49 de subfaculteit rechten, alsook de opvolging en rapportering inzake de nauwgezette uitvoering daarvan; 7 het aanwenden van de toegewezen personele en materiële middelen; 8 het formuleren van voorstellen inzake de personeelsformatie en het bepalen van de taakomschrijvingen van het personeel van de subfaculteit; 8 het geven van adviezen en het formuleren van voorstellen aan de andere instanties bevoegd voor de subfaculteit. Artikel 4. Werking van de subfaculteitsraad De subfaculteitsraad vergadert op uitnodiging van de vicedecaan, telkens als hij dat nuttig acht, en ten minste twee keer per academiejaar. De vicedecaan stelt de agenda op. De vicedecaan zit de vergadering voor. Indien de vicedecaan is verhinderd, wordt de vergadering van de Raad voorgezeten door het voltijdse lid van het ZAP met hoofdopdracht op de Brusselse campus dat onder de aanwezigen de meeste anciënniteit heeft. Beslissingen worden genomen met een gewone meerderheid, waarbij alle leden stemgerechtigd zijn. De administratief beheerder verspreidt onder de leden van de subfaculteitsraad de door de vicedecaan opgestelde agenda met bijhorende documenten, stelt de notulen op en bezorgt de goedgekeurde verslagen van de subfaculteitsraad ter informatie aan de Vicerector Humane Wetenschappen, de Academisch Beheerder bevoegd voor de Kulloc en aan de Decaan en Administratief Directeur van de Geïntegreerde Faculteit Rechtsgeleerdheid. Artikel 5. Verkiezing vicedecaan De vicedecaan wordt door de leden van de subfaculteitsraad rechten verkozen onder de voltijdse leden van het ZAP met hoofdopdracht op de Brusselse campus voor een één maal hernieuwbare termijn van vier jaar. De verkiezing gebeurt bij geheime stemming op een als kiesvergadering aangekondigde bijeenkomst van de subfaculteitsraad uiterlijk tijdens de derde maand voor het verstrijken van het lopende mandaat. De verkiezing kan desgevallend ook per correspondentie georganiseerd worden. Stemmen bij volmacht zijn niet mogelijk. De eerste en de tweede stemronde betreffen alle kandidaten. Om verkozen te worden moet de kandidaat de absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen behalen, ongeldige stemmen niet meegeteld. De volgende ronde slaat alleen nog op de kandidaten die het hoogste aantal of op één na hoogste aantal stemmen behaalden. Hierbij wordt verkozen de kandidaat die de meeste stemmen behaalt. Bij staking van stemmen wordt de kandidaat met de grootste anciënniteit in het ZAP voorgedragen. Artikel 6. Bevoegdheden vicedecaan De vicedecaan is verantwoordelijk voor de algemene leiding, het (dagelijks) bestuur en de werking van de subfaculteit en de implementatie op de Brusselse campus van het beleid ontwikkeld door de organen van de Geïntegreerde Faculteit Rechtsgeleerdheid en de Kulloc. Als zodanig behartigt de vicedecaan, in samenspraak met leden van het academisch personeel met hoofdopdracht op de Brusselse campus en de administratie: - de organisatie van de op de subfaculteit aangeboden opleidingen, de bewaking van de kwaliteit en samenhang ervan alsook de werking van de onderwijscommissies; - de opvang van het academisch personeel dat voor onderwijstaken naar de subfaculteit werd uitgezonden; - de werking van de subfacultaire administratie, alsook de coördinatie met de ondersteunende diensten van de KU Leuven, de Kulloc en het UC; - de strategische opties van de subfaculteit op het vlak van het onderwijs(profiel), zoals de studie- en trajectbegeleiding, de onderwijsinnovatie, de kwaliteitszorg, de 48

50 flexibilisering, het taal- & diversiteitsbeleid en de samenwerking met de Franstalige partnerinstelling USL. - de strategische opties van de subfaculteit op het vlak van wetenschappelijk onderzoek en de permanente vorming op de Brusselse campus, in overleg met het ZAP-lid met hoofdopdracht op de Brusselse campus die in de onderzoeks- en doctoraatscommissie van de Geïntegreerde Faculteit zetelt; - de inhoudelijke kwaliteitsbewaking van de bibliotheekcollectie, in overleg met het ZAP-lid met hoofdopdracht op de Brusselse campus die in de onderzoeks- en doctoraatscommissie van de Geïntegreerde Faculteit zetelt; - de voorbereiding van visitaties en accreditatieprocessen op subfaculteitsniveau; - het overleg, de participatie en de informatieverstrekking in de subfaculteit met betrekking tot interne en externe ontwikkelingen; - de coördinatie van het recruterings- en alumnibeleid; - de externe representatie, de netwerking en externe communicatie voor de subfaculteit; - de implementatie van het beleid zoals bepaald door de bevoegde organen van de Geïntegreerde Faculteit Rechtsgeleerdheid, de Subfaculteit en de Kulloc; - de adviesverlening aan en de vertegenwoordiging in de organen van de Geïntegreerde Faculteit Rechtsgeleerdheid en de Kulloc; Met betrekking tot de personeelsleden van de subfaculteit met hoofdopdracht te Brussel geeft de vicedecaan advies aan de bevoegde organen van de Geïntegreerde Faculteit Rechtsgeleerdheid en de Kulloc: A) Met betrekking tot het academisch personeel inzake: het uitoefenen van nevenactiviteiten; de omzetting of wijziging van het voltijds of deeltijds karakter van de opdracht; de toestemming voor afwezigheid, voor het tijdelijk ontheffen van onderwijstaken, voor verlof zonder wedde; de plaatsvervangingen; B) Met betrekking tot het assisterend en het bijzonder academisch personeel inzake: het indienen van voorstellen omtrent het vacant stellen van betrekkingen, het evalueren van de kandidaturen, het al dan niet vernieuwen van hun aanstelling, het bepalen of wijzigen van hun opdracht, het verlenen van de titel van praktijklector; C) Met betrekking tot het administratief en technisch personeel inzake: het intern personeelsbeleid ten aanzien van het administratief en technisch personeel dat lid is van de subfaculteit, de toestemming voor afwezigheid, de taakomschrijvingen, de verlofregeling en het verlof zonder wedde; de functioneringsgesprekken. Artikel 7. Subfacultaire onderwijscommissies De onderwijsprogramma s van de subfaculteit vallen onder de verantwoordelijkheid van de subfacultaire onderwijscommissies (OC s), onder het toezicht en onder aansturing van de corresponderende permanente onderwijscommissies (POC) van de Geïntegreerde Faculteit Rechtsgeleerdheid. De OC s bevorderen op campusniveau het beleid rond onderwijskwaliteit, -niveau en oriëntatie. Er zijn op de subfaculteit drie OC s: - Bachelor Rechten - Manama Vennootschapsrecht - Manama IP-ICT In de OC s zetelen alle docenten actief in desbetreffende opleiding, alsook het betrokken ABAP en een vertegenwoordiging van de studenten. De vicedecaan is ex officio lid van of vertegenwoordigd op de voormelde OC s. De vergadering wordt voorgezeten door de programmacoördinator (Manama s) of de vicedecaan (Bachelor). De OC s vergaderen op uitnodiging van de voorzitter, telkens als hij het nuttig acht, maar ten minste twee keer per academiejaar. De voorzitter stelt de agenda op. Onder toezicht en aansturing van de corresponderende POC van de Geïntegreerde Faculteit Rechtsgeleerdheid waken de OC s op de campus over: 1 het recruteringsbeleid en de instroom 49

51 2 de kwaliteit, de coherentie de praktische organisatie en financiële aspecten van de opleiding 3 de afstemming inzake studiemateriaal en -programma 4 de raadpleegbaarheid van ECTS-fiches 5 de studietijdmeting 6 de toetsing van de diverse OPO s 7 de docentenevaluaties alsmede de eventuele remediëring van tekorten 8 de studievoortgang van de studenten en de gevolgen voor de onderwijsorganisatie 9 de onderlinge afspraken inzake begeleiding van masterproeven 10 de afstemming op het werkveld 11 de visitatieprocessen 12 de vragen en verzuchtingen van studenten 13 de zorgvuldige rapportering aan de POC en de subfaculteitsraad De administratief beheerder van de subfaculteit verspreidt onder de leden van de OC s de door de voorzitter opgestelde agenda met bijhorende documenten, stelt de notulen op en bezorgt de goedgekeurde verslagen aan de Subfaculteitsraad en de bevoegde POC, alsook ter informatie aan de Academisch Beheerder bevoegd voor de Kulloc en aan de Decaan en Administratief Directeur van de Geïntegreerde Faculteit Rechtsgeleerdheid Werkingsreglement subfaculteit Letteren (vanaf 1 oktober 2013) Artikel 1 Dit reglement biedt een aanvulling op het huishoudelijk reglement van de Faculteit Letteren van de KU Leuven zoals dat in voege treedt op 1 oktober Het bepaalt de organisatie en de werking van de subfaculteit Letteren in Brussel (KU Leuven HUBrussel). Het vervangt het vroegere werkingsreglement van de Faculteit Taal & Letteren van de HUBrussel (zoals opgesteld in het najaar van 2011). Hoofdstuk I. De subfaculteit en de subfacultaire beleidsorganen 1.1 De subfaculteitsraad Artikel 2. Samenstelling van de subfaculteitsraad 1 In navolging van artikel 79 van het organiek reglement van de KU Leuven zijn alle ZAP- en OP3-leden (docenten, hoofddocenten, hoogleraren en gewoon hoogleraren) die voor minstens 80% aan de subfaculteit zijn verbonden, lid van de subfaculteitsraad. Daarnaast is er een vertegenwoordiging van de studenten conform het participatiedecreet van 19 maart 2004 (hier bepaald op 10% van het totaal aantal leden van de subfaculteitsraad) en verder van het deeltijds ZAP/OP3, van het ABAP/OP2/OP1 en van het ATP. De leden van het deeltijds ZAP/OP3, van het ABAP/OP2/OP1 en van het ATP worden, onder toezicht van het subfaculteitsbestuur, op initiatief van en door de met de subfaculteit verbonden leden van de betrokken groepen vóór de eerste subfaculteitsraad van het academiejaar verkozen. 2 De vertegenwoordigers van de studenten worden verkozen voor een hernieuwbare mandaattermijn van een jaar; die van het ABAP/OP2/OP1 voor twee jaar en die van het ATP voor vier jaar. 3 De leden van de subfaculteitsraad mogen als waarnemer de vergaderingen bijwonen van de andere subfaculteitsraden (Antwerpen en Leuven/Kortrijk). Zij ontvangen ook de agenda van die subfaculteitsraden. 4 Leden van de subfaculteitsraad zijn per definitie ook lid van de overkoepelende faculteitsraad waarvan de bevoegdheden (zoals vaststelling interne reglementen, goedkeuring en opvolging beleidsplan, verkiezing decaan en facultaire vicedecanen, verkiezing ZAP-evaluatiecommissie) zijn vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de Faculteit Letteren. Artikel 3. Bevoegdheden van de subfaculteitsraad 50

52 1 De subfaculteitsraad keurt de principes goed die ten grondslag liggen aan de interne allocatie van rekeneenheden en werkingsmiddelen. 2 Hij keurt de begroting van de subfaculteit goed. 3 Hij verkiest in geheime stemming de campusdecaan en bekrachtigt bij stemming en op voordracht van de campusdecaan de aanstelling van de vicedecanen van de campus. 4 Hij verkiest in geheime stemming de leden die aan het groepsbestuur als vast lid van de voor de subfaculteit bevoegde beoordelingscommissie worden voorgedragen. 5 Hij keurt het jaarlijkse strategie- en werkingsplan goed en volgt de uitvoering ervan op. 6 Hij keurt voorstellen voor profielvacatures goed. 7 Hij beslist, in voorkomend geval, over wijzigingen in het werkingsreglement van de subfaculteit. Artikel 4. Werking van de subfaculteitsraad De vergadering wordt voorgezeten door de campusdecaan. De administratief beheerder van de subfaculteit woont de vergaderingen bij en stelt de notulen op. 1.2 Het subfaculteitsbestuur Artikel 5. Samenstelling van het subfaculteitsbestuur Het subfaculteitsbestuur bestaat uit: - de campusdecaan, die de vergadering voorzit - de vicedecaan onderwijs van de campus - de vicedecaan onderzoek van de campus - een vertegenwoordiger van het ABAP/OP2/OP1 (aan te duiden door en uit de vertegenwoordiging in de subfaculteitsraad) - een student (aan te duiden door en uit de vertegenwoordiging in de subfaculteitsraad) - de administratief beheerder, die de notulen van de vergaderingen opstelt Artikel 6. Bevoegdheden van het subfaculteitsbestuur 1 Het subfaculteitsbestuur voert het dagelijks bestuur van de subfaculteit. 2 Het is, in delegatie van het faculteitsbestuur, bevoegd voor campusspecifieke aangelegenheden met dien verstande dat het subfaculteitsbestuur a) autonoom beslist over aspecten zonder functionele of financiële implicaties voor de faculteit als geheel; b) voorstellen met functionele implicaties voor de faculteit als geheel ter goedkeuring aan het faculteitsbestuur voorlegt; c) voorstellen met financiële implicaties op de langere termijn dat wil zeggen: na afloop van het systeem van gescheiden enveloppefinanciering ter goedkeuring aan het faculteitsbestuur voorlegt. 3 Het bereidt de subfaculteitsraad voor, stelt het beleidsplan op en keurt de regels voor middelenallocatie en budget goed. 4 Het coördineert en integreert het beleid van de subfaculteit inzake onderwijs en onderzoek. Het ziet toe op de werking van de subfacultaire POC en de onderzoekscentra en op de inzet van mensen en middelen. 5 Het coördineert de ondersteuning door de diensten, zowel binnen HUB-KAHO (incl. KU HUBrussel) als binnen het grotere geheel van de KU Leuven. 6 Het organiseert de subfacultaire administratie en volgt de werking ervan op. 7 Het beslist over de allocatie van de aan de subfaculteit toegewezen ruimtes en adviseert over de ermee verbonden logistieke aangelegenheden. 8 Het bepaalt het campusspecifieke beleid inzake externe en internationale relaties. 9 Onverminderd de bevoegdheden van de facultaire beoordelingscommissie, van de subfacultaire beoordelingscommissies en van de facultaire evaluatiecommissie met betrekking tot het ZAP adviseert het subfaculteitsbestuur de campusdecaan met betrekking tot het campusspecifieke personeelsbeleid. 51

53 1.3 De campusdecaan en de vicedecanen op de campus Artikel 7. Campusdecaan 1 De campusdecaan is belast met de algemene leiding van de subfaculteit en vertegenwoordigt de subfaculteit in het faculteitsbestuur van de Faculteit Letteren en in bepaalde beleids- en adviesorganen van KU Leuven HUBrussel en HUB-KAHO. 2 De campusdecaan wordt voor een termijn van vier jaar verkozen door de subfaculteitsraad. 3 Voorafgaand aan de samenkomst van de subfaculteitsraad waarin de campusdecaan wordt verkozen, wordt een kandidatenlijst aangelegd. Alle ZAP- en OP3-leden die voor minstens 80% aan de subfaculteit zijn verbonden én die benoemd zijn of aangesteld zijn voor onbepaalde duur, kunnen zich kandidaat stellen. Kandidaten dienen zich uiterlijk 14 dagen voor de vergadering van de subfaculteitsraad kenbaar te maken aan de decaan. 4 Voorafgaand aan de verkiezing zetten de kandidaat-campusdecanen hun visie uiteen voor alle leden van de subfaculteit. 5 Een zittende campusdecaan is eenmaal onmiddellijk herkiesbaar. 6 De functie van campusdecaan is onverenigbaar met die van coördinator van een onderzoekseenheid en die van lid van de subfacultaire beoordelingscommissie. Artikel 8. Vicedecanen op de campus 1 De campusdecaan wordt bijgestaan door twee vicedecanen, één op het vlak van onderwijs en één op het vlak van onderzoek. 2 De vicedecaan onderwijs is voorzitter van de subfacultaire POC. Hij/zij doet de inhoudelijke en organisatorische afstemming van de opleidingen van de subfaculteit, stimuleert onderwijsvernieuwing, houdt voeling met studenten en docenten en neemt initiatieven tot remediëring indien zich problemen stellen. Hij/zij treedt tevens op als programmadirecteur of adjunct-programmadirecteur van de (overkoepelende) POC Toegepaste taalkunde en vertegenwoordigt de subfaculteit in de didactische commissie van de Faculteit Letteren. 3 De vicedecaan onderzoek is verantwoordelijk voor de kwalitatieve en kwantitatieve opvolging van het onderzoek van de onderzoekers die aan de subfaculteit zijn verbonden. Hij/zij is voorzitter van de subfacultaire commissie voor het onderzoek en vertegenwoordigt de subfaculteit in de commissie voor het onderzoek van de Faculteit Letteren. 4 De vicedecanen worden voor een termijn van vier jaar verkozen door de subfaculteitsraad op voordracht door de campusdecaan. Alle ZAP- en OP3-leden die voor minstens 80% aan de subfaculteit zijn verbonden én die benoemd zijn of aangesteld zijn voor onbepaalde duur, komen in aanmerking als vicedecaan. 5 Een vicedecaan is eenmaal onmiddellijk herkiesbaar. 1.4 De subfacultaire permanente onderwijscommissie Artikel 9. Samenstelling van de subfacultaire POC De subfacultaire POC bestaat uit: - de vicedecaan onderwijs, die de vergadering voorzit - de campusdecaan (als waarnemer) - de opleidingscoördinatoren, namelijk van o Toegepaste taalkunde & Taal- en letterkunde (TT/TLK) o Vertalen o Tolken o Meertalige communicatie o Journalistiek - de leerlijncoördinatoren, namelijk van o Onderzoek & methode o Literatuur & cultuur o Taalkunde o Taalbeheersing - de coördinator internationalisering 52

54 - de coördinator kwaliteitszorg - de coördinator onderwijsontwikkeling - 6 studentenvertegenwoordigers (één per opleiding) - een medewerker van de dienst onderwijs & kwaliteit - de stafmedewerker onderwijs, die het verslag maakt Artikel 10. Bevoegdheden van de subfacultaire POC 1 De subfacultaire POC adviseert de campusdecaan en de vicedecaan onderwijs op de campus met betrekking tot het te voeren onderwijsbeleid en coördineert de opleidingen die door de Faculteit Letteren en door de Faculteit Sociale Wetenschappen op de campus worden aangeboden: de bachelors toegepaste taalkunde en taal- en letterkunde, de masters vertalen, tolken, meertalige communicatie en journalistiek, het postgraduaat conferentietolken en navormingscursussen. 2 De subfacultaire POC oefent via delegatie van de POC Toegepaste taalkunde de volgende bevoegdheden uit: - bepaalt het opleidingsprogramma en de didactische vormgeving van het opleidingsprogramma; - adviseert de Faculteit Letteren over aanvragen tot het organiseren van deelexamens, van partiële of permanente evaluatie of van bijzondere examineertijdstippen; - staat in voor de evaluatie van de opleidingsonderdelen, voor de opvolging ervan en de remediëring van eventuele tekorten; - volgt de studentenbevraging voor de opleidingsonderdelen onder haar verantwoordelijkheid op; - ziet erop toe dat er voor elk opleidingsonderdeel een ECTS-fiche wordt gemaakt waarin de begintermen, volgtijdelijkheidsvoorwaarden en de doelstelling van het opleidingsonderdeel worden gespecificeerd; - ziet erop toe dat de bovengenoemde ECTS-fiches tijdig en op een aangepaste wijze ter beschikking van de studenten worden gesteld; - waakt erover dat opdrachten en vormen van permanente evaluatie evenwichtig over het jaar worden gespreid; - waakt erover een permanent klankbord te zijn voor problemen die haar worden gesignaleerd. 3 De subfacultaire POC wordt geacht de onder 2 genoemde bevoegdheden ook uit te oefenen voor de opleidingen die formeel niet onder de POC Toegepaste taalkunde vallen, met name taal- en letterkunde en journalistiek, tenzij daarover door de subfaculteit andere afspraken zijn gemaakt met de POC Taal- en Letterkunde van de Faculteit Letteren en de OC Journalistiek van de Faculteit Sociale Wetenschappen. 4 De subfacultaire POC overlegt met de subfacultair coördinator permanente vorming over het opleidingsaanbod in het domein van de talen. 5 De subfacultaire POC fungeert tevens als stuurgroep van de resonantieraden. Artikel 11. Werking van de subfacultaire POC Bij geschillen in de subfacultaire POC treedt het subfaculteitsbestuur op als orgaan van beroep. Hoofdstuk II. De subfacultaire adviesorganen Artikel 12. De subfacultaire commissie voor het onderzoek 1 De subfacultaire commissie voor het onderzoek adviseert de campusdecaan en de vicedecaan onderzoek op de campus met betrekking tot het te voeren onderzoeksbeleid. 2 De subfacultaire commissie voor het onderzoek bestaat uit de volgende leden: - de vicedecaan onderzoek op de campus, die de commissie voorzit 53

55 - de campusdecaan - de directeurs van de onderzoekscentra van de subfaculteit, zijnde: o Center for Research in Syntax, Semantics & Phonology (CRISSP) o Centrum voor Onderzoek naar Taal en Communicatie (ConT@CT) o Centre for Reception Studies (CERES) o Brussels Center for Journalism Studies (BCJS) - de onderzoekscoördinator van de KU HUBrussel - de coördinator van de onderzoekseenheid Taalkunde van de Faculteit Letteren - de coördinator van de onderzoekseenheid Vertaalwetenschap van de Faculteit Letteren - de coördinator van de onderzoekseenheid Literatuurwetenschap van de Faculteit Letteren - de coördinator van het Instituut voor Mediastudies van de Faculteit Sociale Wetenschappen - Een medewerker van de cel onderzoekscoördinatie van de campus, die het verslag maakt Artikel 13. De subfacultaire stuurgroep internationalisering 1 De subfacultaire stuurgroep internationalisering heeft als opdracht het subfaculteitsbestuur te adviseren met betrekking tot het subfacultair internationaliseringsbeleid en dit beleid ook af te stemmen met de facultaire stuurgroep internationalisering (StIL). Samen met de medewerkers van het Mobility Office op de campus zorgt de subfacultaire stuurgroep tevens voor mobiliteitsondersteuning. 2 De subfacultaire stuurgroep internationalisering bestaat uit: - De coördinator internationalisering (voorzitter) - De ankerpersonen internationalisering; per taal(gebied) is er in principe één ankerpersoon: - Een vertegenwoordiger van het Mobility Office 3 De coördinator internationalisering vertegenwoordigt de subfaculteit in StIL. Artikel 14. De onderwijscommissies 1 De onderwijscommissies (OC s) bevorderen op opleidingsniveau het beleid rond onderwijskwaliteit, -niveau en oriëntatie. De OC s worden aangestuurd door de subfacultaire POC. 2 Er zijn voor de opleidingen van de subfaculteit vijf OC s: - Toegepaste Taalkunde & Taal- en Letterkunde (TT/TLK) - Vertalen - Tolken - Meertalige Communicatie - Journalistiek 3 Een onderwijscommissie wordt voorgezeten door een opleidingscoördinator die voor een periode van vier jaar wordt verkozen door de leden van de commissie. 4 In de OC TT/TLK zijn alle overlegteams en leerlijnen vertegenwoordigd. 5 De OC Tolken is, behalve voor de master, ook bevoegd voor het postgraduaat conferentietolken. 6 In de OC s van een masteropleiding zetelen alle docenten van die opleiding. Om efficiënt te werken, kan zo n OC beslissen om een kerngroep aan te stellen. De overige docenten van de masteropleiding worden dan wel op de hoogte gehouden via agenda en verslagen, en kunnen aan de vergadering van de OC deelnemen wanneer ze dat nuttig achten. 7 De opleidingscoördinator rapporteert aan de vicedecaan onderwijs over de werkzaamheden van de OC. Artikel 15. De leerlijncommissies 54

56 1 De leerlijncommissie staat in voor de ontwikkeling en permanente optimalisering van een leerlijn, met name binnen de bacheloropleidingen Toegepaste Taalkunde en Taal- en Letterkunde. De leerlijncommissie implementeert het onderwijsprogramma en de didactische vormgeving van de opleidingen, zoals opgesteld in de OC of de subfacultaire POC. 2 Leerlijnen worden onderscheiden volgens een logische opbouw van kennis en competenties in een inhoudelijk coherente cluster van opleidingsonderdelen. Er zijn vier leerlijncommissies: - Onderzoek & Methode - Literatuur & Cultuur - Taalkunde - Taalbeheersing 3 Een leerlijncommissie wordt voorgezeten door een leerlijncoördinator die voor een periode van vier jaar wordt verkozen door de leden van de commissie. 4 Alle docenten die een opleidingsonderdeel doceren dat tot een leerlijn behoort, maken deel uit van die leerlijn. Een docent kan tot verschillende leerlijnen behoren. Een leerlijncommissie bestaat daarom uit een kerngroep en een uitbreiding. De leden van de kerngroep nemen actief deel aan de vergaderingen van de leerlijncommissie. Docenten die niet tot de kerngroep behoren, worden op de hoogte gehouden via agenda en verslagen, en kunnen aan de vergadering van de leerlijn deelnemen wanneer ze dat nuttig achten. 5 De leerlijncoördinator rapporteert aan de OC TT/TLK en de subfacultaire POC over de werkzaamheden van de leerlijncommissie. De leerlijncoördinator neemt zelf deel aan de subfacultaire POC. De leerlijncoördinator of een ander lid van de kerngroep neemt deel aan de vergadering van de OC TT/TLK. Artikel 16. De overlegteams 1 Een overlegteam is een adviserend gespreksforum dat, over de opleidingen en de leerlijnen heen, het subfaculteitsbestuur kan adviseren over alle aangelegenheden met betrekking tot het bij het overlegteam aansluitende domein. 2 De subfaculteit telt zeven overlegteams: - Nederlands - Engels - Frans - Duits - Spaans - Italiaans - Russisch 3 Elk overlegteam wordt voorgezeten door een teamcoördinator die voor een periode van vier jaar wordt verkozen door de leden van het overlegteam. De teamcoördinator is het aanspreekpunt voor het subfaculteitsbestuur en zorgt ook voor de doorstroming van informatie naar individuele docenten (en eventueel ook omgekeerd van de docent naar het subfaculteitsbestuur). Mede daarom is elke docent van de subfaculteit ingedeeld bij (minstens) één van de overlegteams. 4 Elk team vaardigt één vertegenwoordiger af naar de vergadering van de OC TT/TLK. 5 Ook docenten die tot de subfaculteit behoren maar enkel een opdracht hebben bij de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, behoren tot (minstens) een van de overlegteams. 6 De teamcoördinator rapporteert aan het subfaculteitsbestuur over de werkzaamheden van het overlegteam. Artikel 17. De overleggroep Talen in FEB 1 De overleggroep Talen in FEB is een adviserend gespreksforum voor de docenten met een onderwijsopdracht bij de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (hierna FEB), en kan het subfaculteitsbestuur adviseren over alle aangelegenheden 55

57 met betrekking tot het onderwijs dat vanuit de subfaculteit verstrekt wordt aan de opleidingen van de FEB. 2 Alle docenten met een onderwijsopdracht bij de FEB zijn lid van de overleggroep. 3 Lidmaatschap van de overleggroep doet geen afbreuk aan participatie in bepaalde beleids- en adviesorganen van de FEB. 4 De overleggroep komt minstens twee maal per jaar samen onder het voorzitterschap van de vicedecaan onderwijs van de campus. Artikel 18. De resonantieraden 1 De resonantieraden zijn adviesraden die tot taak hebben het curriculum van de opleidingen te evalueren. Ze waken erover dat de opleidingen aansluiten bij de beroepspraktijk en hebben oog voor het algemeen profiel van de opleiding. De resonantieraden zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van het werkveld van verschillende sectoren waarop de opleidingen voorbereiden eventueel aangevuld met academici uit de toepasselijke domeinen. 2 De resonantieraden worden aangestuurd door een OC en opgevolgd vanuit de subfacultaire POC. Voor elke OC is er een afzonderlijke resonantieraad. Er zijn derhalve vijf resonantieraden: - Toegepaste taalkunde & Taal- en letterkunde (TT/TLK) - Vertalen - Tolken - Meertalige communicatie - Journalistiek 3 De vergaderingen worden voorgezeten door de opleidingscoördinator en bijgewoond door een vertegenwoordiging van het subfaculteitsbestuur. Artikel 19. De onderzoekscentra 1 Individuele onderzoekers (ZAP of OP3) kunnen, op gemotiveerd voorstel aan het subfaculteitsbestuur en na goedkeuring door de subfaculteitsraad, onderzoekscentra vormen die ook leden van buiten de subfaculteit omvatten. Dergelijke centra zijn geïnstitutionaliseerde samenwerkingsverbanden met eigen doelstellingen en een specifieke samenstelling. De samenwerkende leden kunnen eigen middelen ter beschikking stellen van het centrum, maar het centrum kan ook als zodanig financiële middelen aanvragen, bijvoorbeeld bij het subfaculteitsbestuur. 2 Een onderzoekscentrum wordt geleid door een directeur die voor vier jaar wordt verkozen door de samenwerkende leden. Deze directeur vertegenwoordigt het onderzoekscentrum ook in de subfacultaire commissie voor het onderzoek. 3 De subfaculteit telt momenteel vier onderzoekscentra: - Center for Research in Syntax, Semantics & Phonology (CRISSP) - Centrum voor Onderzoek naar Taal en Communicatie (ConT@CT) - Centre for Reception Studies (CERES) - Brussels Center for Journalism Studies (BCJS) Artikel 20. Het universitair talencentrum HUB Het universitair talencentrum HUB biedt cursussen Nederlands aan voor hoogopgeleiden, maar ook tal van andere taalcursussen voor studenten binnen en buiten de faculteit. Het talencentrum wordt geleid door de coördinator taalbeleid en valt onder de verantwoordelijkheid van het subfaculteitsbestuur. Artikel 21. De subfacultaire beoordelingscommissie 1 De commissie wordt verkozen door de leden met stemrecht in de subfaculteitsraad. 2 Onverminderd de toegevoegde leden bestaat zij uit de volgende vaste leden: - vier rechtstreeks verkozen leden van het OP3/ZAP met de graad van hoofddocent, hoogleraar of gewoon hoogleraar, conform art. 55, 2 van het Reglement van het Academisch personeel, aangevuld met de nota AR van 17 december 2012; 56

58 - twee leden van het OP3/ZAP met de graad van hoofddocent, hoogleraar of gewoon hoogleraar, die conform art. 55, 3 van het Reglement van het Academisch personeel, aangevuld met de nota AR van 17 december 2012, door het groepsbestuur Humane Wetenschappen uit de vier best gerangschikte, niet rechtstreeks verkozen kandidaten aan het Gemeenschappelijk Bureau ter aanstelling worden voorgedragen; de twee kandidaten die door het groepsbestuur niet worden voorgedragen, fungeren in voorkomend geval als plaatsvervanger (cf. dit artikel, 8 ); - een lid van de beoordelingscommissie Leuven/Kortrijk; - een lid van de beoordelingscommissie Thomas More Antwerpen. 3 Bij staking van stemmen wordt in eerste orde, met het oog op het genderevenwicht, de kandidaat van het nog minder vertegenwoordigde geslacht, in tweede orde de kandidaat met de hoogste anciënniteit en in derde orde de jongste kandidaat verkozen resp. voorgedragen. 4 Het mandaat van de vaste leden duurt vier jaar en is hernieuwbaar. 5 Het lidmaatschap van de beoordelingscommissie is onverenigbaar met de functie van campusdecaan. 6 De beoordelingscommissie verkiest zelf haar voorzitter. 7 De beoordelingscommissie wordt voor de behandeling van profielvacatures van ten minste 50% aangevuld met twee externe leden en met twee hoofddocenten, hoogleraren of gewoon hoogleraren van de KU Leuven die bevoegd zijn op het betreffende domein. Het voorstel daartoe gaat, na intern overleg, uit van de campusdecaan; de decaan bezorgt het voorstel aan het Bijzonder Groepsbestuur Humane Wetenschappen. 8 Indien een lid van de beoordelingscommissie zelf kandidaat is voor een bevordering, wordt hij/zij vervangen door een van de lokaal voorgedragen plaatsvervangers. Indien er geen lokale plaatsvervanger beschikbaar is, wordt hij/zij vervangen door een extra lid van de Leuvens/Kortrijkse beoordelingscommissie. Artikel 22. Overgangsmaatregelen 1 Het mandaat van de huidige campusdecaan is gestart in september Verkiezingen voor de eerstvolgende campusdecaan worden uiterlijk georganiseerd in mei 2015 (voor een mandaat dat start in augustus daaropvolgend). 2 Meteen na de eerstvolgende verkiezing van de campusdecaan wordt ook een verkiezing georganiseerd van opleidings-, leerlijn- en teamcoördinatoren die vier jaar of langer in dienst zijn geweest. 57

59 III HET ONDERWIJSVERSLAG Context Wat geldt voor de lezing van het ganse jaarverslag, geldt in het bijzonder voor het onderdeel dat betrekking heeft op de kernfunctie Onderwijs. De HUB, het nauwe samenwerkingsverband van een hogeschool en een universiteit te Brussel, geeft de drie resterende opleidingen (Economie, Rechten en Taal en Letteren) van de HUB- KUBrussel een bijkomende dimensie. Ze kregen niet alleen een grondige curriculumhervorming, maar tevens een sterke kwaliteitsverbetering inzake onderwijsinnovatie en optimalisering. 1. Globale beleidslijn voor het universitair onderwijs 1.1. Onderwijsbeleid Op basis van de eerste stappen tot samenwerking tussen de HUB en de KAHO Sint- Lieven werd in een gezamenlijke onderwijsvisie HUB-KAHO opgesteld: HUB & KAHO Sint-Lieven bieden, als partners van de Associatie KULeuven, kwalitatief hoogstaande opleidingen aan waarin alle studenten maximale kansen krijgen om zich te ontplooien tot vakbekwame en geëngageerde mensen. Geïnspireerd door het christelijke gedachtegoed wordt in de opleidingen een balans tot stand gebracht tussen algemene vorming en domeinspecifieke specialisatie. Visie op leren Leren is een educatief partnerschap tussen de student, die als volwassene de verantwoordelijkheid opneemt voor zijn eigen leerproces en de instelling die als gemeenschap de professionele verantwoordelijkheid heeft dat leren maximaal te begeleiden, te ondersteunen, te stimuleren en richting te geven. Aansluitend bij internationale tendensen en het recente onderzoek over leren en onderwijzen onderschrijven we samen met de associatie een studentgecentreerde visie die gericht is op het stimuleren en ondersteunen van: de competentieontwikkeling van de student: het aanbieden van inhoudelijk coherente sets van basiscompetenties omvat niet enkel de kennis maar tevens vaardigheden en attitudes waarbij de integratie van die elementen een actief en constructief gegeven is. het leren van de student, met gepaste begeleiding naar toenemende autonomie: de mate en aard van de begeleiding is in functie van de studentenkenmerken en de opleidingsfase en biedt garanties voor het ontwikkelen van een attitude van levenslang leren die essentieel is in een snel evoluerende maatschappij. Kenmerken van de leeromgeving De studenten ontvangen transparante informatie over de doelen van de opleiding, de activiteiten die van hen verwacht worden en hoe ze geëvalueerd worden. De docenten en andere begeleiders begeleiden en ondersteunen het leerproces. De opleidingen houden rekening met de diversiteit aan studentenkenmerken. Studenten ontplooien hun individuele bekwaamheden met behulp van hedendaagse leermiddelen, werk- en evaluatievormen (bv. persoonlijke ontwikkelingsplannen, portfolio s ). 58

60 Tegelijk leren studenten zelf ook omgaan met verschillende contexten in de leeromgeving (bv. op de stageplaats, bedrijfsprojecten, internationale stage ). De studenten hebben flexibele leerwegen. Ze kunnen in samenspraak met studie- en trajectbegeleiders het best haalbare studietraject kiezen, mede in functie van elders verworven competenties en kwalificaties. De opleidingen pogen kennis zo veel mogelijk bruikbaar en toepasbaar te maken. De studenten beschikken over inhoudelijk goed uitgewerkt studiemateriaal en leren door een diversiteit aan werkvormen en hulpmiddelen in authentieke situaties. We realiseren een educatieve meerwaarde door het samenwerken tussen studenten, docenten en het werkveld. Daarom wordt gebruik gemaakt van leer- en organisatievormen die interactie bevorderen. Het potentieel van de nieuwe informatie- en communicatietechnologie (ICT) wordt doelmatig aangewend. Het stimuleren van ICT-gebruik staat in functie van het optimaliseren van het leerproces van de studenten. We garanderen een evenwichtige en redelijke studiebelasting. Door het bewaken van de studietijd van de verschillende activiteiten wordt de studeerbaarheid van het studieaanbod verzekerd. De evaluatie is afgestemd op de doelen van de opleiding. Leerresultaten zijn de uitkomst van eigen activiteiten en inspanningen van studenten. De opleidingen stimuleren de internationale dimensie van het onderwijs via het programma en uitwisselings- en mobiliteitsmogelijkheden. Studenten worden gemotiveerd om open te staan voor interculturele ervaringen. Er wordt gestreefd naar de integratie van onderzoek in het onderwijs. De actieve participatie aan wetenschappelijk en/of praktijkgericht onderzoek wordt gestimuleerd. Profilering van opleidingen De vormgeving van het onderwijs is het resultaat van een systematisch besluitvormingsproces waarbij alle stakeholders maximaal betrokken worden. De finaliteit van elke opleiding, de kenmerken van de studenten en de praktische haalbaarheid maakt een variëteit aan onderwijs- en evaluatiebenaderingen per opleiding mogelijk Onderwijsontwikkelingsplan HUB Het onderwijsontwikkelingsplan (OOP) heeft tot doel het onderwijsbeleid van de HUB (Hogeschool Universiteit Brussel) op middellange termijn weer te geven. Dit plan is in verschillende fasen tot stand gekomen en werd in functie van de interne ontwikkelingen bijgestuurd. De versie 2011 is een bijstelling naar aanleiding van de samenwerking van HUB en KAHO binnen het organieke kader van een University college. Het OOP van de HUB is in overeenstemming met het meerjarenplan van de Associatie KULeuven. Het vormt tevens het een basisdocument voor het opstellen van het jaarlijks strategie- en werkingsplan op HUB-niveau. Het OOP heeft aldus een driedubbele functie: - Het verbindt het onderwijsbeleid van de instelling met dat van de Associatie; - Het biedt een kader voor het onderwijsbeleid van de faculteiten en studiegebieden; - Het geeft stakeholders de richting van het onderwijsbeleid aan. Het OOP is gebaseerd op de beleidsvisie onderwijs van de HUB en de KAHO die vertrekt van de volgende visie op leren: Leren is een educatief partnerschap tussen de student, die als volwassene de verantwoordelijkheid opneemt voor zijn eigen 59

61 leerproces en de instelling die als gemeenschap de professionele verantwoordelijkheid heeft dat leren maximaal te begeleiden, te ondersteunen, te stimuleren en richting te geven. Aansluitend bij internationale tendensen en het recente onderzoek over leren en onderwijzen onderschrijven we samen met de Associatie een studentgecentreerde visie die gericht is op het stimuleren en ondersteunen van: de competentieontwikkeling van de student: het aanbieden van inhoudelijk coherente sets van basiscompetenties omvat niet enkel de kennis maar tevens vaardigheden en attitudes waarbij de integratie van die elementen een actief en constructief gegeven is. het leren van de student, met gepaste begeleiding naar toenemende autonomie: de mate en aard van de begeleiding is in functie van de studentenkenmerken en de opleidingsfase en biedt garanties voor het ontwikkelen van een attitude van levenslang leren die essentieel is in een snel evoluerende maatschappij. De acties van het OOP-HUB concretiseren de strategische opties van het University College (UC) HUB-KAHO: 1) University college 2) Campussen en samenwerking 3) Onderwijs, personeel en studenten 4) Internationalisering en diversiteit 5) Onderzoek 6) Maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming 7) duurzaamheid Het OOP-HUB kan door alle faculteiten als volgt worden aangewend en opgevolgd: - het is een informatiebron voor onderwijsverantwoordelijken bij het opstellen van het jaarlijks strategie- en werkingsplan; - het staat op het personeelsportaal bij de rubriek onderwijs zodat elk personeelslid het OOP van zijn faculteit of studiegebied kan mee opvolgen; - het biedt achtergrondinformatie bij interne en externe besprekingen over middellange termijnplanning; - het kan jaarlijks bijgestuurd worden in functie van ontwikkelingen binnen de instelling of binnen de Associatie. Strategische opties Actielijnen 1.University College De ontwikkeling van een University College als organiek kader voor een stapsgewijze structurele integratie van de HUB en KAHO, voor de toekomstige integratie van het academisch onderwijs in de K.U. Leuven en voor de uitbouw van een professionele organisatie binnen een multicampussenmodel en gericht op een gemeenschappelijk beleid voor zowel academisch als professioneel onderwijs. 2. Campussen en samenwerking De verankering en versterking van de campi in de stedelijke weefsels van Brussel, Gent, Aalst en Sint-Niklaas, waarbij ook de samenwerking met het relevante werkveld en andere professionele organisaties wordt uitgebouwd. Eigenheid van het UC- profiel bepalen en uitbouwen Disciplinegerichte en overschrijdende samenwerking Dwarsverbanden tussen academische en professionele opleidingen uitbouwen (o.a. overstapmogelijkheden) Beleidsmatige en organisatorische aspecten van de academisering verder uitwerken Visie-ontwikkeling inzake HBO door professionele opleidingen Samenwerking met relevante partners en organisaties in de eigen regio verder uitbouwen (o.a. bedrijfsstages, vorming) Ontwikkelen van opleidings- en campusoverschrijdende projecten Positionering van campussen als kenniscentra in de eigen regio 3. Onderwijs, personeel en studenten Het voeren van een consequent beleid inzake een aantrekkelijk en profielgedreven onderwijs (kwalitatief, praktijk- en innovatiegericht), een daarop afgestemd personeelsbeleid en een geïntegreerde studentenwerking, met het oog op het consolideren en uitbouwen van de marktposities van de diverse opleidingen. Onderwijs Toetsing van competentieprofielen en learning outcomes aan (internationale) domeinspecifieke referentiekaders Uitbouw van competentie- en praktijkgericht onderwijs (afstemming tussen competentieprofiel, curricula, ECTS en toetsing, in samenwerking met het werkveld) Uitbouw van innovatiegericht onderwijs (blended learning, 60

62 afstandsleren, nieuwe media, samenwerkend leren ) Integratie van onderzoekresultaten in onderwijs Praktijkoriëntatie van opleidingen concreter uitwerken Optimaliseren van de informatiedoorstroming en transparantie voor studenten (incl. ECTS-informatie) Aanpassen onderwijs- en examenreglement in functie van flexibilisering, efficiënt administratief beheer (mogelijkheden SAP) en samenwerking KAHO. Studenten Ontwikkelen van een kwalitatief oriënteringsbeleid Evaluatie en optimalisering van de begeleiding van het studietraject (incl. samenstelling jaarprogramma) Evaluatie van het onderwijsrendement en bijsturing van de studievoortgangsmaatregelen Studentenmobiliteit binnen en buiten de Associatie uitbouwen Personeel Interne opleidingen op maat per faculteit/studiegebied verder organiseren Professionaliseringsaanbod blijvend afstemmen op behoeften van innovatiegericht onderwijs Stimulering van professionalisering van docenten binnen een competentiegericht personeelsbeleid Jaarlijkse onderwijsdag Kwaliteitszorg Voorbereiding op de invoering van het nieuwe accreditatiestelsel (m.i.v. de instellingsaudit) i.s.m. KAHO Verdere uitbouw kwaliteitszorg op HUB- en associatieniveau via OOF-project KONDOR Optimaliseren van betrokkenheid personeel, studenten en alumni bij kwaliteitszorg Evaluatie en optimalisatie van studietijdmetingen Uitbouw van kwaliteitszorg voor bijzondere of innovatieve trajecten (o.a. EVC, afstandsonderwijs, banaba s/manama s, nieuwe opleidingen) 4.Internationalisering en diversiteit De internationalisering van het educatieve aanbod, afgestemd op een diversiteitbeleid. Internationalisering Verhogen van internationale studenten- en docentenmobiliteit. Internationalisering at home door internationalisering van het curriculum (m.i.v. benchmarking) en de ontwikkeling van een internationale en interculturele studie- en leefomgeving Nastreven van internationale accreditatie waar mogelijk en zinvol Ontwikkelen van projecten rond o.m. internationale solidariteit Nastreven van internationale accreditatie waar zinvol en mogelijk Diversiteit Uitbouw van aangepaste trajecten voor bijzondere doelgroepen Werken aan bewustwording van eigen competenties Werken rond startbekwaamheden Ontwikkelen van Nederlandse taalvaardigheden (taalbeleid/taalbegeleiding) Inbedding van de competentie zorgzaam omgaan met diversiteit in het curriculum 5.Onderzoek Uitvoeren van onderzoek naar onderwijs 61

63 Het vervullen van een voortrekkersrol op het vlak van onderzoek met o.m. een coherent speerpuntenbeleid voor zowel de academische opleidingen als de professionele, binnen het kader van een University College en binnen de afsprakenkaders van de K.U. Leuven en de associatie. 6.Maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming De verdere ontwikkeling van de maatschappelijke dienstverlening en de permanente vorming. Ontwikkelen van een beleid rond permanente vorming en post-initiëel onderwijs Maatschappelijk dienstverlening koppelen aan beschikbare expertise van campi als kenniscentra 7. Duurzaamheid Het voeren van een beleid op vlak van onderwijs, onderzoek, bedrijfsvoering en maatschappelijke dienstverlening dat aandacht schenkt aan duurzame ontwikkeling. Acties rond Onderwijs Opname van duurzaamheidsthema s in opleidingsonderdelen Uitbouw interdisciplinaire samenwerking (o.a. in projecten) Gebruik van alternatieve/activerende didactische werkvormen in het opleidingsaanbod 62

64 63

65 1.3. Mate waarin de beleidsdoelen, met name de voornaamste resultaten en prestaties, gehaald worden. Nieuwe opvolgingstool Strategie- en werkingsplan (SWP) In werd een nieuwe opvolgingstool ontwikkeld waarin alle opvolgingspunten van een dienst/faculteit/studiegebied/opleiding gebundeld zijn. Voor de opgenomen taakstellingen wordt een onderscheid gemaakt tussen strategische taakstellingen en dagelijkse werking. Naast de taakstellingen van het SWP worden ook de aanbevelingen van visitatiecommissies en auditafspraken opgenomen in de opvolgingstool. In het kader van dit hoofdstuk wordt gerapporteerd over de realisatie van de strategische taakstellingen. De opvolging van de dagelijkse werking gebeurt via De aanbevelingen van visitatiecommissies worden halverwege de visitatiecyclus (balansmoment) opgevolgd. Bij het aanvullen van de voortgangsrapportering kan de eigenaar van de taakstelling aangeven in welke mate de taakstelling gerealiseerd is (afgerond, op schema, vertraagd of stopgezet) en hoe hij de kwaliteit van de realisatie inschat (uitstekend, goed, aanvaardbaar of nog niets opgeleverd). Dienst Onderwijs en Kwaliteit University College Concept Samenwerking KU De samenwerking met de KU Leuven wordt voorbereid en Leuven afgestemd, o.a. overleg met dienst Onderwijsbeleid, overleg per faculteit, opmaak facultaire onderwijsplannen, voorbereiding advies over onderwijskundige professionalisering, overleg over onderwijsondersteuning en onderwijsontwikkeling Ondanks de overlegmomenten is de taakverdeling tussen de verschillende actoren van HUB-KAHO, KU Leuven en de (sub)faculteiten nog niet helemaal uitgeklaard. (vertraagd, aanvaardbaar) Kwaliteitsraamwerk Onderwijs Toetsbeleid Leerresultaten en Kerndoelen Profilering In het kader van het gezamenlijk kwaliteitsraamwerk voor HUB-KAHO werd een sharepoint toepassing ontwikkeld en worden afspraken gemaakt met alle leidinggevenden over de inhoudelijke invulling per organisatie-onderdeel. De inbedding in het globale internetportaal heeft vertraging opgelopen. (vertraagd, aanvaardbaar) De eerste implementatie van een toetscommissie voor Office Management Brussel is prima verlopen. De ondersteunende documenten in het kwaliteitsraamwerk zijn geoptimaliseerd. (vertraagd, goed) De dienst ondersteunt de professionele bacheloropleidingen KAHO bij het formuleren van opleidingsspecifieke leerresultaten en kerndoelen, o.a. voor de opleidingen Verpleegkunde, Voedings- en dieetkunde en Biomedische laboratoriumtechnologie. (op schema, aanvaardbaar) De opleidingen worden ondersteund bij het scherpstellen van de eigen profilering, o.a. tijdens de voorbereiding van de opleidingsbeoordeling. Er wordt ook overleg gepleegd over hoe parallelle opleidingen op verschillende campussen hun curricula kunnen afstemmen zonder belangrijke profielkenmerken overboord te gooien. (afgerond, goed) 64

66 Afstandsonderwijs HBO5 Meetplan Kengetallen Indicatoren Raad van Bestuur Zelfevaluatie en visitatie Er werd tijdelijk een projectmedewerker aangeworven om het beleid en de werking inzake afstandsonderwijs te evalueren. Er werd een vragenlijst ontwikkeld om de start van aparte trajecten in afstandsonderwijs voor te bereiden en een checklist met tips and tricks voor opleidingen in afstandsonderwijs of blended learning. (afgerond, goed) De visie op HBO5 werd eind november 2012 gefinaliseerd. Studiegebieden die ervoor kiezen om een HBO5-opleiding te ontwikkelen, krijgen hierbij de nodige ondersteuning. (op schema, uitstekend) De meetplannen per opleiding zijn opgesteld, afgestemd op de visitatiecyclus, besproken met de opleidingen, eventueel aangepast op basis van de bespreking en opgenomen in de indicatorenfiche. Elk jaar in oktober krijgt elke opleiding een overzicht van de metingen die in dat academiejaar gepland zijn. (afgerond, goed) De indicatorenfiche is uitgewerkt en voorgesteld in verschillende overlegorganen. De reacties waren positief. Voor een aantal opleidingen moeten de indicatoren nog berekend worden. (op schema, goed) De set van beleidsindicatoren voor de Raad van Bestuur werd verder afgewerkt, o.a. ontwikkeling van de ontbrekende indicatoren (dwarsverbanden professioneel/academisch, lokale verankering en structurele band met het werkveld), berekening actuele waarden. (vertraagd, aanvaardbaar) In het kader van het nieuwe accreditatiestelsel (NAS) werden, ter ondersteuning van het Zelfevaluatierapport (ZER) en het visitatieproces van de opleidingen, handleidingen en nieuwe ondersteunende tools door de cel Kwaliteitszorg (KZ) ontwikkeld. De opleidingen Verpleegkunde HUB, Verpleegkunde KAHO en Vroedkunde KAHO dienden op 15/12/2012 als eersten hun ZER volgens het NAS in bij de VLUHR en werden in het voorjaar van 2013 gevisiteerd. Zowel het ZER als de visitatie-voorbereidingen zijn het resultaat van een intensieve samenwerking tussen het studiegebied en de cel KZ en dit in nauwe samenwerking met de cel Onderwijsontwikkeling (OO) en de cel Statistische analyse en metingen (STAM). Studenten EVC en toelatingsassessment Personeel Professionaliseringsbeleid HUB-KAHO Er werden drie gemeenschappelijke procedures ontwikkeld voor HUB-KAHO: procedure voor afwijkende toelating, procedure EVK en procedure EVC. Alle procedures zijn besproken en goedgekeurd in de werkgroep EVC-beleid, het Bestuurscollege en de Academische Raad. (afgerond, uitstekend) Het beleid en de werking inzake professionalisering werd afgestemd voor HUB-KAHO. Eind 2012 werden de nodige afstemmingsgesprekken gevoerd. In de loop van

67 2013 werd het gezamenlijk professionaliseringsbeleid verder vorm gegeven en ontwikkeld via concrete initiatieven en trajecten op maat. Sinds 1 januari 2013 wordt er voor professionalisering een gelijkaardige begroting gehanteerd. Op technisch vlak kent de ontwikkeling van een gezamenlijke digitale tool voor aanvraag van externe opleidingen vertraging en is de realisatie naar een latere datum in 2013 verschoven. (vertraagd, aanvaardbaar) 2. De kwaliteitsbewaking 2.1. Interne kwaliteitsbewaking op het niveau van de universiteit Omschrijving van het stelsel van interne kwaliteitszorg De instelling wil een actief kwaliteitsbeleid voeren om: de kwaliteit van haar onderwijs en permanente vorming, onderzoek en maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening te garanderen; de kwaliteit van haar onderwijs en permanente vorming, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening te verbeteren, waarbij de permanente deskundigheidsontwikkeling / professionalisering van haar personeel en de continue aandacht voor externe en internationale ontwikkelingen een grote rol spelen; rekenschap te kunnen geven aan interne en externe belanghebbenden. Hiertoe bouwt de instelling een gedocumenteerd en integraal kwaliteitszorgsysteem uit om de realisatie van de volgende doelstellingen te ondersteunen en op te volgen: kwaliteitsvol onderwijs en permanente vorming, gericht op de competentieontwikkeling en het leren van de student/cursist, met gepaste begeleiding naar toenemende autonomie, met praktijk als oriëntatie en wetenshap en onderzoek als fundering; kwaliteitsvol onderzoek en kwaliteitsvol en op wetenschap gebaseerde dienstverlenings-activiteiten die bijdragen tot de sociale vooruitgang, economische groei of culturele ontwikkeling van de externe opdrachtgevers in het bijzonder en van de lokale, regionale, nationale en internationale gemeenschap in het algemeen. De voortrekkersrol op het vlak van onderzoek en maatschappelijke dienstverlening blijven versterken; onderwijskundig en vaktechnisch deskundige, onderzoeks- en pratijkgerichte, gemotiveerde en geëngageerde personeelsleden; een autonome, profielgedreven en innovatieve werking, vertrekkend van een gedragen opdrachtverklaring, concrete visieteksten per beleidsdomein en geïnspireerd door externe (internationale) ontwikkelingen; een professionele, participatieve, transparante en horizontale organisatie, met logische structuren, duidelijke relaties tussen die structuren en een beperkt aantal beleidsniveaus, opgebouwd volgens een multicampussen-model en geïntegreerd in de Associatie KULeuven; een financieel gezonde, stabiele en duurzame organisatie waar beschikbare middelen optimaal worden aangewend; maximale betrokkenheid en tevredenheid van alle belanghebbenden, rekening houdend met hun diverse achtergrond: de personeelsleden, de studenten, de abituriënten, de afgestudeerden en het werkveld; naambekendheid en sterk imago; stabiele of stijgende marktaandelen; 66

68 afstemming op diverse decretale verplichtingen (bama-structuur, academisering, flexibilisering ); permanente zelfevaluatie; publieke validering. De instelling laat zich leiden door een aantal principes die de kwaliteitscultuur kenmerken: voorbeeldfunctie, samenwerking, gemeenschappelijke doelstellingen, feiten en cijfers, betrokkenheid, verantwoordelijkheid, ervaringsuitwisseling, open communicatie, klantgericht, eenvoud, procesdenken, ondernemingszin, efficiëntie en effectiviteit. Tot 2010 werd gewerkt met een gecertificeerd kwaliteitssysteem volgens de ISO norm. Na rijp beraad besliste de Directie om de in juni 2011 geplande ISOhercertificeringsaudit af te gelasten. Deze beslissing werd o.a. ingegeven door de toekomstige instellingsevaluatie door de NVAO die grotendeels de functie van de externe ISO-audits kan overnemen, en de uitbouw van een gezamenlijk kwaliteitssysteem met partnerinstelling KAHO Sint-Lieven. Naar aanleiding van bovenstaande beslissing werd een meerjarenplan opgesteld en goedgekeurd waarin het kwaliteitsbeleid voor de periode wordt geoperationaliseerd. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn: bepalen welke externe evaluatiemechanismen in de verschillende faculteiten, studiegebieden en diensten zullen worden toegepast; de rol van een goed uitgebouwd en deskundig intern auditteam; de vorm en inhoud van de minimale kwaliteitsdocumentatie die in de toekomst zal worden bijgehouden; de stapsgewijze uitrol van een nieuw informatieplatform voor het ter beschikking stellen van de kwaliteitsdocumentatie. De accreditatieprotocols van de NVAO en de European Standards and Guidelines zijn de nieuwe externe referentienormen voor de uitbouw van het kwaliteitssysteem. In het kader hiervan werd een kwaliteitsraamwerk uitgewerkt met vier rubrieken: (1) Beleid (PLAN): elk organisatieonderdeel beschrijft zijn profiel in termen van opdracht en ambities en kan in ontwikkelingsplannen verduidelijken welke concrete resultaten op middellange termijn moeten worden behaald. (2) Werking (DO): de operationele werking van de instelling wordt beschreven in procedures, handleidingen en formulieren. Daarnaast zijn er ook meer formele reglementen en protocols die in de daartoe bevoegde participatie- en beslissingsorganen moeten worden goedgekeurd. De organisatiestructuur wordt aanschouwelijk voorgesteld in organigrammen waarin zowel de samenstellende organisatiegeledingen als de verschillende functies en rapporteringslijnen in kaart gebracht kunnen worden. (3) Evaluatie (CHECK): de periodiciteit van de metingen wordt vastgesteld in meetplannen. De resultaten van deze metingen worden opgenomen in rapporten en jaarlijks worden diverse kengetallen geregistreerd in indicatorenfiches. (4) Opvolging (ACT): strategische taakstellingen, taakstellingen van dagelijkse werking, auditafspraken en aanbevelingen van visitatiecommissies worden op regelmatige tijdstippen opgevolgd. De dienst Onderwijs en Kwaliteit (DOK) is een beleidsvoorbereidende en - ondersteunende dienst die de directie, de opleidingen, de stafdiensten en centra ondersteunt op het vlak van kwaliteitszorg, statistische analyse en onderwijsontwikkeling. De opdracht van de dienst Onderwijs en Kwaliteit omvat op het vlak van kwaliteitszorg volgende aspecten: 67

69 fungeren als contactpunt voor het signaleren van afdelingsoverschrijende of beleidsmatige problemen; fungeren als katalysator voor het opstarten en tot een goed einde brengen van structurele verbeteringsprojecten; opmaak, opvolging en bespreking van het strategie- en werkingsplan en strategieen werkingsrapport van de instelling; organisatie en coördinator van de interne audits; ontwerp van en ondersteuning bij het uitbouwen en op peil houden van het gedocumenteerde kwaliteitssysteem; coördinatie en ondersteuning van diverse vormen van externe kwaliteitsbewaking; overleg met en communicatie naar andere geledingen van de instelling over de invoering van bovengenoemde activiteiten; samenwerking binnen de Associatie KULeuven door vertegenwoordiging in de verschillende stuur- en werkgroepen. De directeur en medewerkers van de dienst Onderwijs en Kwaliteit plegen overleg met de vertegenwoordigers van de studiegebieden (professionele opleidingen) en de faculteiten (academische opleidingen) in de tweemaandelijkse vergaderingen van de stuurgroepen Onderwijs en Kwaliteit (SGOK). Deze stuurgroepen hebben een informatieverstrekkende, participatieve, meningvormende en beleidsontwikkelende functie. Ze reflecteren over het kwaliteitsbeleid en formuleren voorstellen en adviezen voor de bevoegde besluitvormingsorganen. De maatregelen die de universiteit heeft genomen of van plan is te nemen als reactie op de in de visitatierapporten gedane suggesties en aanbevelingen en de effecten van die maatregelen Maatregelen als reactie op aanbevelingen van visitatiecommissies De belangrijkste bevindingen en maatregelen die terzake werden genomen naar aanleiding van de visitatierapporten die overhandigd werden in december 2007 en maart 2011 kwamen aan bod in de vorige jaarverslagen. Op 27 maart 2012 verscheen het visitatierapport Toegepaste Taalkunde, Journalistiek, Meertalige communicatie, Tolken en Vertalen : 20of%20Arts%20in%20het%20vertalen.pdf, wat leidde tot de accreditatiebesluiten van de NVAO nrs. 900, 904, 906, 907, 908, die gepubliceerd werden in het Belgisch Staatsblad van 13 februari 2013, p e.v.. Op 4 december 2012 verscheen het visitatierapport Handelsingenieur en Handelswetenschappen: 4/VIRA%20Handelsingenieur%20en%20Handelswetenschappen.pdf, wat leidde tot de accreditatiebesluiten van de NVAO nr tot 1062, die gepubliceerd werden in het Belgisch Staatsblad van 15 oktober 2013, p e.v.. De verdere opvolging van de aanbevelingen van de visitatiecommissies gebeurt onder toezicht van de opleidingsverantwoordelijken die hierover op gezette tijdstippen (halverwege de visitatiecyclus) rapporteren in de Academische Raad. 68

70 Curriculumzorg Studielast en studietijd In academiejaar hebben geen studietijdmetingen plaatsgevonden. Activiteiten en projecten in verband met curriculumevaluatie Sinds beschikt HUB-KAHO over een gemeenschappelijk kader voor curriculumevaluatie met volgende instrumenten en methoden: de KONDOR opleidingsevaluatie metingen en bevragen zoals werkveldbevraging en onderwijsrendement curriculummapping meetplan van de opleiding Flexibilisering en vernieuwing van de opleidingen Flexibilisering Sinds wordt de flexibiliseringsproblematiek binnen opleidingen opgevolgd door de opleidingen en besproken in o.a. een werkgroep rond het Onderwijs- en Examenreglement. Zie bijlage 6, Het aanbod van flexibele studietrajecten van studenten, eind dit hoofdstuk. Vernieuwing van opleidingen Onderwijsprocedures In werden vier nieuwe onderwijsprocedures uitgewerkt om de vernieuwing van opleidingen binnen zowel HUB als KAHO te ondersteunen. Deze onderwijsprocedures betreffen: - Opleidingssspecifieke leerresultaten - Opleidingsprogramma - Onderwijsleeromgeving en studiemateriaal - Evaluatie van studenten Afstandsonderwijs/blended learning In werd een werkgroep Blended learning opgestart met als doel de visie op afstandsonderwijs/blended learning van HUB en partner KAHO op elkaar af te stemmen. Innovatieve werkvormen en leermiddelen ICT in Onderwijs (ICTO): herorganisatie In 2013 werd de ICTO-dienstverlening geuniformiseerd voor alle campussen van HUB-KAHO en geconcretiseerd middels een nieuwe visietekst met als speerpunten: Onderwijskundig-technologische vertaling/implementatie/ afstemming onderwijs- en ICT-beleid Ondersteuning en professionalisering studenten/docenten/dienstmedewerkers in onderstaande projectdomeinen: o Digitale leeromgeving 69

71 o Digitaal examineren o Digitaal studiemateriaal o Audiovisuele media o Video/web-conferentie, weblectures/screencasts o Didactische hardware o Digitaal enquêteren o Blended Learning o Mobile Learning: projecten BYOD (socrative, shakespeak,...) o Social Media: twitter/facebook/linkedin-projecten o Learning analytics o Studentenportaal o Digitaal portfolio o Digitaal toetsen o Digitaal stagebeheer o Digitale communicatie o ECTS Om de disseminatie in de verschillende studiegebieden te garanderen werd de ICTOaanwezigheid op de campus geconsolideerd of uitgebouwd. Tevens werd een ICTOcompetentiecentrum in het leven geroepen, bestaande uit docenten en studenten uit de verschillende studiegebieden en faculteiten. Het competentiecentrum fungeert als klankbordgroep en maakt tevens vragen en verwachtingen bespreekbaar, die op de campus leven. Het centrale ICTO-kernteam realiseerde diverse projecten in 2013: Projectdomein professionalisering ICTO-opleidingen voor docenten: Basisopleiding (4 uur) voor de doelgroep van beginnende docenten; Themasessies (2 uur) voor ervaren docenten (eventueel per OT) die bepaalde applicaties willen gebruiken (digitale opdrachten, digitaal portfolio, digitaal toetsen...); ICTO-lunchwebinars (korte sessies over een nieuwe ICTO-trend, die online te bekijken zijn vanop de werkplek Docenten krijgen een overzicht van de beschikbare opleidingen en kunnen tevens digitaal inschrijven via het personeelsportaal (ook alle gebruikshandleidingen en -instructies zijn ook online beschikbaar) ICTO-opleidingen voor studenten: Inhoud: studentenportaal + KULoket + Webmail + Toledo; Support: studenten worden op het vlak van techniek en gebruik ondersteund door het ICTO-team (alle gebruikshandleidingen en - instructies zijn ook online beschikbaar) Projectdomein Digitale leeromgeving Sinds 2013 worden de sterke punten van twee bestaande leeromgevingen Toledo en N@tschool verenigd, geïntegreerd en aangeboden aan alle studenten en docenten van HUB-KAHO. Toledo, de gemeenschappelijke digitale leeromgeving van de associatie KU Leuven, wordt ingezet voor het aanbieden van cursusmateriaal in de meest brede zin. Dus niet alleen voor cursusteksten en Powerpoint-slides, maar ook voor multimediaal materiaal en voor allerlei interactieve toepassingen zoals het geven en opvolgen van opdrachten, het aanbieden van diagnostische testen en zelftesten, discussiefora en zo meer. N@tschool wordt ingezet voor het begeleiden van digitale 70

72 groeps- & projectwerken en het ondersteunen van digitaal portfolio- & competentiemanagement. Projectdomein digitaal examineren en toetsen In 2013 werden diverse projecten georganiseerd in het kader van digitaal examineren en toetsen. Tevens werd een project geïnitieerd, dat het mogelijk moet maken voor docenten om middels een selfservice-toepassing examenbladen (meerkeuzevragen) van studenten in te scannen en automatisch te verwerken. De eerste pilootprojecten worden verwacht in juni Projectdomein digitaal studiemateriaal Het in Toledo aangeboden studiemateriaal werd met behulp van Lectora en Softchalk in verschillende cursussen (voornamelijk voor opleidingsonderdelen, die op afstand of blended worden aangeboden) herwerkt en verrijkt tot leerobjecten. Projectdomein studentenportaal In september 2013 werd een online en publiek toegankelijk studentenportaal in gebruik genomen voor alle studenten van HUB-KAHO. Studenten vinden er naast het campusnieuws ook alle administratief-technische informatie, die ze nodig hebben voor het beheer van hun studie. De binnen de associatie ontwikkelde administratieve toepassingen (KULoket) werden geïntegreerd binnen het studentenportaal. Projectdomein digitaal portfolio In 2013 maakten meer dan studenten verspreid over alle HUBKAHOcampussen - gebruik van de digitale portfolio-omgeving binnen Toledo (taalportolio, showcaseportfolio, stageportfolio, ). Voor het academiejaar wordt een uitbreiding verwacht met minstens studenten. Digitale communicatie De communicatie tussen studenten docenten en studenten vindt voornamelijk plaats binnen de digitale leeromgeving of via . De communicatie door de campussen en opleidingen wordt gefaciliteerd door respectievelijk het studentenportaal en de opleidingscommunity s (onderdeel van de digitale leeromgeving). Studenten vinden de berichtgeving van zowel docenten, opleidingen als campussen terug in de What s recent binnen Toledo. In 2014 zal gepoogd worden om deze berichtgeving verder te optimaliseren en te integreren binnen het studentenportaal. Projectdomein audiovisuele media Op de verschillende campussen werden diverse projecten uitgewerkt, waarin het gebruik van audiovisuele media centraal stond (Dit-ben-ik-in-Brussel-project, Djapoproject, kleuter-voorlees-project, ). Om de stijgende vraag van studiegebieden en faculteiten te ondervangen werd een bescheiden opnamestudio ingericht op campus Brussel. Tevens worden via de uitleendiensten op de verschillende campussen microfoons, video/filmtoestellen, dictafoons, ter beschikking gesteld van zowel studenten als docenten. Projectdomein video/web-conferentie, weblectures/screencasts Videomateriaal opnemen in online cursussen is niet altijd evident. Videobestanden zijn immers doorgaans zeer groot en daardoor moeilijk via het web aan te bieden. De oplossing om toch videomateriaal aan te bieden in cursussen, is gebruik te maken van een streaming video server. Sinds oktober 2008 wordt deze faciliteit binnen de associatie KU Leuven aangeboden door de dienst Media & Leren van de KU Leuven onder de naam Videolab. 71

73 Sinds 2010 is het project weblectures gestart met als doel docenten in de mogelijkheid te stellen om hun colleges op te nemen en ter beschikking te stellen van studenten via de digitale leeromgeving. Hierbij wordt enerzijds gewerkt met Camtasia om presentaties van geluid en/of beeld te voorzien en anderzijds worden vier mobiele opnamesets ingezet, die het voor docenten op een gebruiksvriendelijke manier mogelijk maakt om live de colleges op te nemen zonder ondersteuning van derden. De opgenomen lessen kunnen nadien via Videolab worden bewerkt, van hoofdstukken voorzien en op HUBwise ter beschikking gesteld van studenten. In 2013 werd ook een videoconferencing-project op poten gezet, dat voor ogen heeft om in 2014 een lokaal op de campussen in Brussel in Gent uit te rusten met videoconferencing- en opnamefunctionaliteit. Projectdomein didactische hardware Er werden diverse projecten gerealiseerd waarbij didactische hardware zoals smartboards, tablets en mobiele opnamesets werden ingezet. Projectdomein digitaal enquêteren Studenten en docenten kunnen sinds 2013 op alle campussen gebruik maken van Qualtrics voor het afnemen van digitale enquêtes. Tevens werden projecten gerealiseerd inzake Mobile Learning (projecten BYOD (socrative, shakespeak,...)) en Social Media (twitter/facebook/linkedin). Onderwijskundige professionalisering In het totaal volgden de medewerkers van de HUB-KUBrussel in uren interne professionalisering. Dit is een daling met ongeveer de helft in vergelijking met De deelname aan interne professionalisering in 2013 situeert zich daarmee opnieuw binnen een grootte-orde vergelijkbaar met Daarnaast werden er in 2013 ook nog 439 uren externe professionalisering gevolgd Kwaliteitsbewaking op het niveau van de studierichtingen Faculteit Taal en Letteren Op basis van het positief vistiatierapport van 27 maart 2012 van de opleidingen Toegepaste Taalkunde, Journalistiek, Meertalige communicatie, Tolken en Vertalen, ( %20of%20Arts%20in%20het%20vertalen.pdf ) besliste de NVAO deze opleidingen te accrediteren vanaf het academiejaar tot (Belgisch Staatsblad 13 februari 2013). Eerder werd ook al de Bachelor of Arts in de taal- en letterkunde: combinatie van twee talen te kiezen uit de Germaanse talen (academisch gerichte bachelor) van de HUB-KUBrussel geaccrediteerd vanaf de aanvang van het academiejaar tot en met het einde van het academiejaar (Belgisch Staatsblad 8 juni 2011). Het betreft de opleiding met de afstudeerrichting : Nederlands-Engels. Op verzoek van de HUB-KUBrussel werden de afstudeerrichtingen Nederlands-Duits en Engels-Duits van de accreditatie uitgesloten. De Faculteit Taal & Letteren en meer bepaald de academische bacheloropleiding Taalen Letterkunde heeft zich vanaf de start van de integratie van de HUB-KUBrussel in de HUB ten volle geëngageerd in de stapsgewijze uitbouw van het kwaliteitsbeleid. 72

74 Daartoe werd vooral aandacht besteed aan overleg over het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitscultuur in de instelling, de uitwerking van een strategie- en werkingsplan van de Faculteit, de redactie van een onderwijsontwikkelingsplan voor de periode , de afstemming van de meetinstrumenten en de vastlegging van een meetplan. De coördinator onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg stimuleert de verbeteracties, in samenwerking met de andere leden van het decanaat. Die worden voorgesteld op de Overkoepelende POC, waar ook studenten vertegenwoordigd zijn. Vervolgens worden ze besproken binnen de leerlijnen en/of overlegteams, die de nodige verbeteracties uitwerken. Sinds 1 oktober 2013 werden de bevoegdheden van de Overkoepelende POC grotendeels overgenomen door de subfacultaire POC (zie hierover meer in hoofdstuk II van dit jaarverslag) Faculteit Rechten Sinds 21 september 2007 vormen de Faculteiten Rechtsgeleerdheid van de KULeuven en de Faculteit Rechten van de HUB-KUBrussel een geïntegreerde Faculteit Rechtsgeleerdheid. Het is een gezamenlijke bacheloropleiding met een gezamenlijke diplomering, die van start is gegaan in het academiejaar De eerste twee opleidingsfases gaan te Brussel door, de derde opleidingsfase te Leuven. Er zijn twee afstudeerrichtingen, met name een algemene afstudeerrichting en een afstudeerrichting economie, recht en bedrijfskunde. Op basis van een postief eindoordeel van de beperkte visitatie van 25 november 2010 werd de opleiding Bachelor of Laws in de rechten (academisch gerichte bachelor) van de HUB-plaats op basis van het door de Faculteit Rechten ingediend verbeterplan. Deze visitatie leidde tot een positieve beoordeling van de opleiding in februari 2011, op basis waarvan samen met de KULeuven een accreditatie werd ingediend op 3 maart 2011 en op 14 maart 2011 (elektronisch). Het NVAO deelde op 1 april 2011 mede dat deze accreditatieaanvraag voor de bacheloropleiding in de rechten ontvangen is en geregistreerd werd onder nr. # Dit leidde tot een accreditatie vanaf de aanvang van het academiejaar tot en met het einde van het academiejaar In januari 2011 werd er tussen de Facultés Universitaires Saint Louis (FUSL) en de HUB-KUBrussel een uitwisselingsovereenkomst getekend voor de bacheloropleidingen in de rechten. Hierdoor kunnen de rechtenstudenten van beide instellingen vanaf het academiejaar hun opleiing deels aan de partnerinstelling volgen zonder bijkomend inschrijvingsgeld te betalen. Verder werd er in de Rechtsfaculteit een aanpassing doorgevoerd in de opleiding van de ManaMa Intellectuele rechten, die net als de bacheloropleiding een gezamenlijke opleiding is tussen de KU Leuven en de HUB-KUBrussel. Sinds het academiejaar bevat deze ManaMa ook een Engelstalige optie ICT, waarin zowel aspecten van intellectuele rechten als informaticarecht aan bod komen. Deze opleiding is geaccrediteerd tot (Begisch Staatsblad 15 oktober 2009), net zoals de ManaMa Vennootschapsrecht. De structurele en intensieve organisatie van de trajectgesprekken blijft erg gewaardeerd door de studenten. Studiebegeleiding gebeurt via het uitgebouwde monitoraat. De ombudsdienst en de studentenbegeleiding wordt verzekerd door het centrale Centrum voor Studentenbegeleiding en voorzieningen. 73

75 Studenten worden in hun overgang van Brussel naar Leuven begeleid via informatiesessies en heldere communicatie. De samenwerking tussen de Brusselse en Leuvense collega s verloopt vlot. Naar aanleiding van de integratie van de opleiding rechten in de KU Leuven werd het werkingsreglement van de Faculteit in 2013 aangepast (zie hierboven in hoofdstuk II van dit jaarverslag). In 2013 werd in samenwerking met de Leuvense Faculteit Rechtsgeleerdheid ook gestart met de voorbereiding van het zelfevaluatierapport met het oog op de visitatie in Faculteit Economie en Management In de vorige jaarverslagen werd reeds vermeld dat de Raad van Bestuur van de HUB- KUBrussel beslist heeft om de bacheloropleidingen TEW en Handelsingenieur zo veel mogelijk samen met HUB-EHSAL te organiseren. Decretaal werd het voor de beide instellingen vanaf mogelijk om deze opleiding gezamenlijk te organiseren. Hierbij wordt uiteraard voorzien in een actieve inbreng van HUB-KUBrussel-docenten en het nodige overleg binnen de Faculteit Economie en Management. Door de integratie van de bachelor en master handelswetenschappen en bedrijfskunde in de KU Leuven en de overname van de onderwijsbevoegdheid van de HUB-KUBrussel in de KU Leuven, werd het artikel 26 van het structuurdecreet van 4 april 2003, op basis waarvan de gezamenlijke opleiding werd mogelijk gemaakt, opgeheven door artikel V.45 van het onderwijsdecreet XXIII van 19 juli In 2013 werd gewerkt aan een nieuw werkingsreglement voor de subfaculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, dat moet toelaten om de Brusselse opleidingen in goed overleg met de KU Leuven te organiseren. Door de Faculteit Economie en Management werden er strategische en operationele bedrijfsdoelstellingen vastgelegd inzake het University College, het onderwijs en de studenten, internationalisering en diversiteit, onderwijsinnovatie en flexibilisering, diversiteit en duurzaamheid, profilering en maatschappelijke dienstverlening. Hiervan werd in de loop van 2013 heel wat gerealiseerd. Op basis van het visitatierapport Handelswetenschappen en Handelsingenieur dat op 4 december 2012 verscheen bleek dat de opleidingen Handelswetenschappen en Handelsingenieur over voldoende generieke kwaliteitswaarborgen beschikken om door de NVAO geaccrediteerd te worden. Zie : 4/VIRA%20Handelsingenieur%20en%20Handelswetenschappen.pdf. Dit leidde tot de accreditatie van de opleidingen door de NVAO (Belgisch Staatsblad van 15 oktober 2013). 3. Het opleidingsaanbod plus activiteiten op het vlak van de postacademische en permanente vorming In tegenstelling tot vroeger wordt hiervan geen melding gemaakt, aangezien deze gegevens in overeenstemming met de rondzendbrief van 21 februari 2011 van het Departement Onderwijs en Vorming van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming niet meer afzonderlijk in het jaarverslag moeten vermeld worden, aangezien deze informatie reeds beschikbaar is via de Databank Hoger Onderwijs en het Hogeronderwijsregister. 74

76 4. Onderwijs- en examenregeling 4.1. Onderwijsregeling De onderwijsregeling (algemene regeling, examenreglement, e.d.) en de trajectwijzer' (specifieke regelingen per opleiding en jaar, met naast de algemene regeling van de opleiding ook per opleidingsonderdeel de doelstellingen, inhoud, onderwijsvormen, gebruikte cursussen en literatuur en voorbeelden van examenvragen) worden aan de studenten elektronisch medegedeeld via Ook de uurregelingen worden via de elektronische valven meegedeeld bij het begin van academiejaar. Het onderwijsreglement is terug te vinden op de website (OER ): (PUBLIC)/Bijlagen/Studentenadministratie/Studentenadministratie- Reglementen/Studentenadministratie-Reglementen-Onderwijs--enexamenreglement/Onderwijs--en-Examenreglement versiegoedgekeurd.pdf Overzicht van alle inschrijvingsgelden per categorie In tegenstelling tot vroeger wordt hiervan in dit jaarverslag geen melding gemaakt, aangezien deze gegevens in overeenstemming met de rondzendbrief van 21 februari 2011 van het Departement Onderwijs en Vorming van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming niet meer afzonderlijk in het jaarverslag moeten vermeld worden, aangezien deze informatie reeds beschikbaar is via de publieke westie van de HUB-KUBrussel: Toelatingsvoorwaarden In 2013 hebben aan de HUB 2 kandidaat-studenten zonder diploma secundair onderwijs, een dossier afwijkende toelating ingediend met het oog op toelating tot een academische bacheloropleiding. Het assessment bestaande uit het samenstellen van een dossier, het afleggen van een criteriumgericht interview en een test voor begrijpend lezen beoordeelt of een kandidaat-student al dan niet toegelaten wordt tot het hoger onderwijs. Zij kregen geen toelating voor het inschrijven voor een academische opleiding in het studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde, wel voor een professionele bacheloropleiding bedrijfsmanagement Eventuele organisatie toelatingsexamens voor specialisatie en/of doctoraatsopleidingen Om te kunnen worden toegelaten tot de opleiding Master in de Intellectuele Rechten gelden sinds 2012 voor bepaalde studenten bijzondere toelatingsvoorwaarden. Studenten die geen master in de Rechten hebben of die geen andere opleiding hebben gevolgd met minimum 60 uren juridische inleiding, worden rechtstreeks toegelaten mits het volgen van een bijzondere bijscholing over Inleiding tot het Recht. Studenten met een ander masterdiploma behaald in het buitenland, kunnen worden toegelaten mits het volgen van een bijzondere bijscholing over Introduction to European Law. Drie studenten hebben hiervan gebruik gemaakt. 75

77 Begeleidingsmaatregelen voor de studenten uit de eerste opleidingsfase Ondersteuning studenten a) Informatie en oriëntatie voor laatstejaars secundair onderwijs Infobeurzen Tijdens het academiejaar was de HUB-KUBrussel vertegenwoordigd op diverse infobeurzen en avonden. De HUB-KUBrussel was ook aanwezig op de diverse in Vlaanderen georganiseerde SID-in beurzen. Openlesdagen De openlesdagen vonden plaats tijdens de herfstvakantie en tijdens de krokusvakantie. Tijdens de openlesdagen kunnen scholieren deelnemen aan de colleges van de eerstejaars. Zij worden verondersteld zich via het inschrijvingsformulier op de website in te schrijven. De organisatie gebeurt telkens door de dienst Marketing & Communicatie. Infodagen Op de infodagen worden de scholieren en hun ouders in de HUB ontvangen door professoren, assistenten en studenten. Zij krijgen informatie over de opleiding, kunnen cursussen inkijken en vernemen meer over de sociale voorzieningen, huisvesting, studiekosten en studiebegeleiding. Geïnteresseerde studenten kunnen zich via de website inschrijven voor de infodagen. Aanbod derde graad secundair onderwijs Vanuit het Groepscentrum Permanente Vorming wordt er elk jaar een specifiek aanbod aan korte opleidingen voorgesteld voor de derde graad van het secundair onderwijs, waaraan zowel de Faculteiten Economie als Taal en Letteren hun medewerking verlenen. Zie : /Educatief-aanbod-voor-secundair-onderwijs-HUB.pdf Andere communicatie Om de infodagen bekend te maken en de bekendheid van de instelling te vergroten, werd in de loop 2013 (in functie van de infodagen) een reclamecampagne opgezet. Publicaties Naast een algemene studiewijzer werd er een studiegids per opleidingsgebied gemaakt. De studiewijzer werd verspreid naar de laatstejaars secundair in Vlaanderen. De studiegidsen liggen ter beschikking op SID ins en infodagen. Scholen en CLB s krijgen een exemplaar toegestuurd. De gids wordt ook bezorgd aan geïnteresseerde potentiële studenten, die via de website een gids kunnen aanvragen. Die studenten krijgen ook geregeld mails met relevante informatie over de opleiding waarvoor ze interesse hebben. Website De voorbije jaren werd geïnvesteerd in de verdere uitbouw van de website ( Zo zijn abituriënten op de site als een aparte doelgroep gedefinieerd. Ze vinden er alle voor hen relevante informatie op maat gebundeld (flexibel studeren, studentenvoorzieningen, digitale leeromgeving enz.). Via de website kunnen geïnteresseerden rechtstreeks inschrijven voor infodagen en 76

78 openlesdagen, en ook een gratis abonnement aanvragen op Tempo, een tijdschrift dat laatstejaarsstudenten wil informeren over studiemogelijkheden en studeren in het hoger onderwijs. Het studentenportaal ( is ook gedeeltelijk toegankelijk voor toekomstige studenten. Zij kunnen hier onder meer de onderwijs- en examenregeling, het programma met opgave van het aantal contacturen per vak, de studiepunten, volgtijdelijkheid en de ECTS-fiches raadplegen. De ECTS-fiches geven een overzicht van de onderwijs- en evaluatiedoelstellingen in de volgende rubrieken: leerinhoud, doelstellingen, beginsituatie, onderwijsmethode, evaluatie en studiemateriaal. Ook informatie over de cursusdienst, het basiscollegerooster en aanmeldingsformulieren voor EVC- en EVK-aanvragen zijn te vinden via het studentenportaal. b) Begeleiding van de studenten van de eerste opleidingsfase: algemeen en specifiek Ook in 2013 werden inspanningen geleverd om de doelstellingen inzake studiebegeleiding zo goed mogelijk te realiseren. In de week voorafgaand aan het academiejaar werd tijdens de introductieactiviteiten, naast een algemene kennismaking met de instelling en haar omgeving, opnieuw aandacht besteed aan de specifieke studieproblemen voor de eerstejaarsstudenten, de overgang van secundair naar hoger onderwijs en de daarbij noodzakelijke aanpassing van de studiemethode. Het studieprogramma van de gekozen opleiding werd nog eens overlopen. Bij die gelegenheid werd er bij de studenten sterk op aangedrongen dat ze, naast de georganiseerde vormen van groepsbegeleiding, ook zonder aarzelen gebruik kunnen maken van de mogelijkheid tot individuele begeleiding. Hiertoe worden de spreekuren van alle academische personeelsleden geafficheerd. Op die momenten, of na afspraak, kunnen de studenten bij de betrokken professoren en assistenten terecht voor individuele uitleg, nabespreking van werken, proefexamens, tentamens en examens. Van deze mogelijkheid werd in de loop van het academiejaar regelmatig vlot gebruik gemaakt, zeker voor wat betreft de remediërende gesprekken. Voor alle studieproblemen die niet specifiek vakgebonden zijn, kunnen de studenten permanent terecht bij het Centrum Studentenbegeleiding en Voorzieningen en bij de academisch secretaris of trajectbegeleider van de faculteit. Aangezien Taal- en Letterkunde een kleine groep is, krijgen de studenten ruim de kans om persoonlijk aan bod te komen, onder begeleiding de taal te oefenen of literaire en theoretische teksten te analyseren en op die manier ook onderworpen te worden aan permanente evaluatie en bijsturing. Er wordt daarenboven in de opleiding veel zorg besteed aan de individuele begeleiding. In het begin van de eerste opleidingsfase wordt de toets TaalVaST afgenomen met het oog op een mogelijke heroriëntering van de student bij duidelijk falen op deze toets. Tevens wordt voor alle opleidingsonderdelen van de eerste opleidingsfase de mogelijkheid van een proefexamen voorzien. De resultaten van de toets TaalVaST en van de proefexamens van 2013 werden met de trajectbegleiders besproken. Studiecoaches en trajectbegeleiders volgen de studenten van nabij op. In de opleiding Rechten is behoorlijk wat groepsbegeleiding voorzien in de vorm van monitoraten en werkcolleges. In de eerste plaats biedt het monitoraat de mogelijkheid aan om de leerstof die in de hoorcolleges gegeven wordt uit te diepen aan de hand van concrete oefeningen. In kleine groepen worden aldus bepaalde delen van de cursus verhelderd en verwerkt. Zodoende wordt de student voorbereid op het niveau dat van hem verwacht wordt op het examen, evenals op de vorm van examinering (bv. via proefexamen). Het volgen van de monitoraatsoefeningen is vrijblijvend. Hoewel bij 77

79 het monitoraat de klemtoon ligt op het inoefenen van de leerstof, wordt er tevens voorzien in een begeleiding qua studiemethode en studieplanning (met andere woorden naast vakinhoudelijke begeleiding ook begeleiding met betrekking tot vakspecifieke studeervaardigheden). De student zal immers snel merken dat studeren aan de universiteit heel wat anders is dan op de middelbare school. Indien de student hierdoor problemen ondervindt, kan hij bij het monitoraat terecht. Niet alleen in de eerste opleidingsfase, maar ook in de tweede opleidingsfase worden monitoraatsoefeningen georganiseerd met name voor opleidingsonderdelen die studenten als moeilijk ervaren (Logica, Personen-, familie- en familiaalvermogensrecht, Handels-, vennotschaps- en economisch recht, Goederen en bijzondere overeenkomstenrecht). In de opleiding wordt er ook voor een hoger dan gangbaar aantal studiepunten gewerkt worden met werkcolleges. Dit impliceert dat desbetreffende opleidingsonderdelen gedoceerd worden in kleinere groepen, hetgeen interactie en meer rechtstreekse begeleiding mogelijk maakt. Voor verdere informatie over studie- en trajectbegeleiding in de opleiding rechten, zie : In de opleidingen Toegepaste Economische Wetenschappen en Handelsingenieur werden voor de belangrijkste opleidingsonderdelen van het eerste semester proefexamens aangeboden. De student was vrij om al of niet hieraan deel te nemen. Daarnaast werden ook een aantal verplichte testen georganiseerd. In de opleidingen van de Faculteit Economie en Management worden leergroepen georganiseerd, groepen van maximaal 25 studenten, begeleid door een studiecoach of docent. Via opdrachten en oefeningen worden studenten geholpen bij de inhoudelijke verwerking va n de leerstof en het verbeteren van vakspecifieke studeervaardigheden. Leergroepen zijn bovendien aan te raden omwille van de motiverende kracht die uitgaat van samen leren. Concreet komt de leergroep zowat om de veertien dagen samen. Intensieve leergroepbegeleiding in groepjes van maximum 5 studenten is er voor studenten met leemten in hun voorkennis (meestal ten gevolge van een zwakke vooropleiding in het secundair onderwijs) en/of nood aan intensieve opvolging van hun studievorderingen (wegens bv. problematisch uitstelgedrag) en voor studenten die economie en boekhouden voor de 2 e of 3 e keer in hun individueel jaarprogramma opnemen. De intensieve leergroep komt om de 14 dagen samen met de studiecoach en verwacht van de student een fors engagement: een degelijke voorbereiding en inzet tijdens de sessies. Studenten maken beperkt gebruik van deze begeleidingsvorm. Net als de docenten hebben de studiecoaches een aantal vrije spreekuren, waarop studenten altijd welkom zijn met vragen over alle opleidingsonderdelen uit de 1 e opleidingsfase behalve talen, wiskunde en statistiek, waarvoor in de Leergroepen begeleiding gegeven wordt.. Voor schakelstudenten worden monitoraten georganiseerd voor wiskunde en statistiek. Deze worden (twee)wekelijks in het collegerooster ingepland. Minstens 75% van de studenten die op regelmatige basis de colleges volgen, nemen ook deel aan de monitoraten. 78

80 Binnen de Faculteit Economie en Management werd vanaf het academiejaar binnen Handelswetenschappen en de BBA gestart met peereducatie. Dit project werd in tijdelijk stopgezet en wordt verder geëvalueerd. Voor verdere informatie over studie- en trajectbegeleiding in de Faculteit Economie en Management, zie : Inschakeling van niet ZAP-leden Sedert 1 oktober 1999 kunnen doctor-assistenten, conform art. 69 van het decreet van 12 juni 1991, zelfstandig onderwijs verstrekken. Dit biedt de doctor-assistenten de kans zich beter voor te bereiden op hun latere functie als ZAP-lid. Aantal niet-zap-leden dat zelfstandig onderwijs in 2013 verstrekt: voltijdse (VTE) Doctor-assistenten: 2,80 eenheid Het beleid ten aanzien van de toelating van afgestudeerden van het twee-cycli hogeschoolonderwijs tot het doctoraat Sinds 2009 worden de doctoraten van de HUB-KUBrussel aan de KULeuven verdedigd en zijn doctorandi ook verplicht om aldaar te doctoreren volgens het daar van toepassing zijnde facultaire doctoraatsreglement. Bij wijze van overgangsregime kunnen doctorandi, die zich voordien reeds hadden ingeschreven voor een doctoraatsopleiding, hun proefschrift nog aan de HUB-KUBrussel verdedigen tot 30 september Voor een overzicht van de doctoraten in de diverse Faculteiten, verwijzen we naar hoofdstuk IV (Onderzoeksverslag) Alumniwerking De HUB tracht de alumni via vele kanalen te bereiken en tracht de gegevensbestanden van de alumni zo goed als mogelijk permanent te actualiseren. Sinds 2012 worden alumni vooral via Facebook aangesproken. Op die manier trachten de diverse Faculteiten de alumni zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van wat er bij hen reilt en zeilt. Ook de Universitaire Dinsdag Lezingen (UDL) (zie hierna in deel VIII) staan open voor alumni Examenregelingen Het examenreglement Zie: (PUBLIC)/Bijlagen/Studentenadministratie/Studentenadministratie- Reglementen/Studentenadministratie-Reglementen-Onderwijs--enexamenreglement/Onderwijs--en-Examenreglement versiegoedgekeurd.pdf De overdracht van examencijfers en regeling van vrijstellingen Zie Onderrwijs- en examenreglement. 79

81 Reglementering voor voorafname opleidingsonderdelen Zie Onderwijs- en examenreglement. Elke studierichting legt de criteria vast. De studenten dienen een aanvraag in en deze wordt binnen een redelijke termijn door de academische secretaris beoordeeld Gelijkwaardigheidbeslissingen Algemeen (art. 60) Zie Onderwijs- en examenreglement Vrijstellingen (art. 45, 5) Voor vrijstellingen op basis van EVC/EVK is er een aparte reglementering voorzien in het Onderwijs- en examenreglement. 5. Gegevens over de studenten In tegenstelling tot vroeger wordt hiervan geen melding gemaakt, aangezien deze gegevens in overeenstemming met de rondzendbrief van 21 februari 2011 van het Departement Onderwijs en Vorming van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming niet meer afzonderlijk in het jaarverslag moeten vermeld worden, aangezien deze informatie reeds beschikbaar is via de Databank Hoger Onderwijs en het Hogeronderwijsregister. 6. Internationale relaties De HUB-KUBrussel deelt de beleidsopties van het University College HUB-KAHO (UC): 6.1 Visie en missie internationalisering HUB-KAHO We kiezen voor Europa en de wereld vanuit een Vlaamse verankering De samenleving is meer en meer internationaal gericht. Als hogeronderwijsinstelling stimuleren we studenten om met een open blik naar de wereld te kijken, hun individuele leef- en denkwereld te verruimen (onder meer door op een bewuste maar ontvankelijke manier om te gaan met culturele verschillen) en hun verantwoordelijkheid op te nemen in de uitdagingen waar de wereld voor staat. Daarom werken we aan internationale curricula, een internationale leer- en leefomgeving met internationale studenten en personeel en kansen om kennis van de wereld uit de eerste hand op te doen. Onze afgestudeerden zijn de internationaal competente burgers waar het werkveld behoefte aan heeft. Het University College HUB-KAHO draagt op die manier actief bij tot de realisatie van de doelstellingen van de Europese Hoger Onderwijs- en Onderzoeksruimte: internationalisering staat er in het teken van de creatie van een Europese dimensie in onderwijs en onderzoek en van Europese samenwerking met het oog op de verhoging van de onderwijs- en onderzoekskwaliteit. Die Europese dimensie en kwaliteitsgedachte, evenals de ons kenmerkende innovatiekracht, zin voor ondernemerschap, competitiviteit en meertaligheid wil het UC bovendien uitdragen buiten Europa: het UC werkt intercontinentaal samen, verwelkomt studenten en docenten uit alle werelddelen en hecht belang aan internationale solidariteit. 80

82 Bij deze acties, die uitgaan van onze Vlaamse en Brusselse verankering, hebben we aandacht voor de noden van een multiculturele samenleving. We werken samen met kwaliteitsvolle buitenlandse partners, in een geest van wederzijds respect. Doelstelling Het UC wil een internationale leer-, onderzoeks- en leefomgeving creëren, waarin 1. alle studenten (gelijke) kansen krijgen om zich te ontwikkelen tot internationaal competente werknemers en burgers; 2. alle personeelsleden internationale kennis en ervaring kunnen opdoen en daarbij ook ondersteund en gewaardeerd worden; 3. curricula internationaal getoetst zijn en afgestemd op de ontwikkeling van internationale competenties; 4. onderzoek en onderzoeksoutput aan internationale standaarden voldoen en gecommuniceerd worden in internationale media en op internationale fora; 5. mensen uit alle werelddelen werken, studeren en samenleven in een sfeer van respect en met gelijke toegang tot informatie en faciliteiten; 6. gereputeerde lokale, regionale en internationale organisaties een partner voor duurzame samenwerking zijn. Voorwaarden Om dit te realiseren is het van belang dat in alle kernprocessen van de organisatie rekening gehouden wordt met internationalisering. Onderwijsbeleid: aandacht voor internationale competenties in de curricula; aandacht voor de kwaliteit en kwantiteit van internationale mobiliteit en deelname aan internationale projecten; laagdrempelig onderwijsaanbod voor buitenlandse studenten; aandacht voor de specifieke begeleidingsbehoeften van buitenlandse studenten. Studentenbeleid: aandacht voor de sociale dimensie van internationale mobiliteit, bv. taalondersteuning, integratie; aandacht voor de financiële aspecten van internationalisering, bv. financiële ondersteuning minder kapitaalkrachtige studenten, partners; aantrekken van meer buitenlandse studenten, ook in professionele bacheloropleidingen; aandacht voor een meertalige studentvriendelijke dienstverlening. Onderzoeks- en dienstverleningsbeleid: bevorderen van de deelname aan internationale onderzoeks- en dienstverleningsprojecten; actief bijdragen aan het aantrekken van meer buitenlandse onderzoekers. Personeelsbeleid: waarderen van de internationale competentie en activiteiten van personeel; internationale rekrutering; klantvriendelijke en meertalige communicatie en dienstverlening. Het internationaliseringsbeleid wordt uitgewerkt en opgevolgd door de expertisecel internationalisering, waarin de faculteiten en studiegebieden vertegenwoordigd zijn. 6.2 Werking internationalisering in het University college HUB-KAHO Vertrekkend vanuit de visie internationalisering (cf. document beleidsopties voor internationalisering als bijlage 1) wil de HUB-KUBrussel gestalte geven aan de concrete werking internationalisering. 81

83 6.2.1 Werking internationalisering De expertisecel internationalisering bestaat uit: De algemeen directeur/lid directiecomité aan wie internationalisering werd toegewezen (voorzitter) De coördinator internationalisering UC De coördinator internationale projecten 1 vertegenwoordiger van respectievelijk de professionele hoger onderwijs opleidingen HUB en KAHO, 1 vertegenwoordiger per faculteit voor de academische hoger onderwijs opleidingen van de HUB en 1 vertegenwoordiger voor de academische hoger onderwijs opleidingen van de KAHO. Werking van de expertisecel internationalisering De werking is gebaseerd op de input vanuit de stuurgroepen internationalisering (de stuurgroep internationalisering PO in HUB-KAHO, de stuurgroep internationalisering in de faculteit Economie & Management van HUB, de stuurgroep internationalisering Taal & Letteren van HUB en de stuurgroep Industriële Ingenieurswetenschappen (IIW) van KAHO) en de noden en uitdagingen van de ankerpersonen internationalisering. De expertisecel is er gezamenlijk voor verantwoordelijk dat er een UC-breed beleid op het vlak van internationalisering is en dat het wordt opgevolgd; De leden zijn er elk apart voor verantwoordelijk dat het UC-beleid zijn uitvoering vindt in de onderliggende niveaus (hetzij één opleiding, hetzij één cluster van opleidingen) en dat de centrale beleidsopties en afspraken worden opgevolgd in de opleiding(en) die ze vertegenwoordigen; De leden spreken onderling expertise-thema s af zoals studentenmobiliteit, stafmobiliteit, samenwerking met het Zuiden, internationale projecten, regiowerking De expertisecel behandelt thema s m.b.t. internationalisering die de individuele opleiding (en cluster) overstijgen; De expertisecel wisselt expertise uit over succeservaringen van de opleidingen(cluster); De expertisecel vergadert zes maal per academiejaar; jaarlijks wordt de centrale coördinator internationalisering uitgenodigd op het overleg groepsvoorzitter-directeuren-opleidingshoofden om de taakstellingen te bespreken en de voortgang van de werkzaamheden toe te lichten. Opdracht coördinator internationalisering Externe vertegenwoordiging van het university college en verdediging van de standpunten van de experten groep bij De Stuurgroep internationalisering associatie KULeuven De Werkgroep ontwikkelingssamenwerking associatie KULeuven Adinsa VLHORA Flamenco Erasmus-comité VLOR Secretariaat van de expertisecel internationalisering; Optreden als institutioneel Erasmus coördinator voor drie juridische entiteiten HUB,KAHO,KUB; Institutioneel coördinator ontwikkelingssamenwerking voor drie juridische entiteiten HUB,KAHO,KUB; Beheer van interinstitutionele akkoorden; Coördinatie rapportering relevante rubrieken jaarverslag; Extern aanspreekpunt en communicatie rond internationalisering; Ontwikkelen algemeen beleid internationalisering, vastleggen indicatoren; Opvolging implementatie van het algemeen beleid; Aanspreekpunt directiecomité; 82

84 Verzorging van de interne communicatie rond nieuwe ontwikkelingen Voorbereiden van algemene afspraken en procedures rond werking internationalisering en mobiliteit (onder meer selectieprocessen voor uitgaande studentenmobiliteit en docentenmobiliteit, bijlage onderwijs-en examenreglement m.b.t. mobiliteitsprogramma s ) Opdracht coördinator internationale projecten Sensibiliseren van de opleidingen/studiegebieden voor de verdere uitbouw van de internationalisering in de curricula via deelname aan internationale projecten: verspreiden van info en het wijzen op opportuniteiten Begeleiden en adviseren van de opleidingen/studiegebieden in het aanvragen van internationale projecten (als coördinator en als partner ) Begeleiden en adviseren van de opleidingen/studiegebieden in het beheren van internationale projecten (als coördinator en als partner) Het bijhouden van het overzicht van alle internationale projecten waaraan het UC deelneemt (zowel aanvragen als goedgekeurde projecten) Aanspreekpunt zijn voor het UC bij de subsidiërende overheden van internationale projecten. Faciliteren van de deelname van het UC aan internationale projecten via netwerking bij overheden, koepelorganisaties, intermediaire organisaties, buitenlandse universiteiten, hogescholen en het werkveld Stuurgroepen internationalisering en mobility offices Actoren Stuurgroepen internationalisering PO en AO :1 voor PO HUB- KAHO, 1 voor de faculteit E&M van de HUB, 1 voor de faculteit T&L van de HUB, 1 voor de academische opleiding IIW. van KAHO. Medewerkers internationalisering in de mobility offices Samenstelling stuurgroepen Onder meer: De ankerpersonen internationalisering van elke opleiding De coördinator(en) internationalisering voor de Professionele Opleidingen /academisch directeur E&M van de HUB en de vertegenwoordiger academische opleidingen van KAHO Administratieve medewerkers verantwoordelijk voor de onderwijsgroep Professionele Opleidingen/academische opleidingen De groepsvoorzitter Professionele Opleidingen voor de groep PO Afhankelijk van de agenda: de coördinator internationalisering, de coördinator internationale projecten, vertegenwoordigers van de diensten Werking van de stuurgroepen Informatiedoorstroming (in twee richtingen) Beleidsvoorbereiding en - opvolging Zowel de contacten met buitenlandse partners als de organisatie van de activiteiten, bijvoorbeeld de impact van de internationalisering op het curriculum, de diplomasupplementen, de begeleiding van de studenten, beheer internationale projecten en de organisatie van het academiejaar, zijn voorwerp van bespreking. De vergadering komt minstens 3 keer per academiejaar samen onder het voorzitterschap van de coördinator(en) internationalisering van de Professionele Opleidingen, de academisch directeur van E&M in HUB en de vertegenwoordiger academische opleidingen KAHO. Opdracht voor coördinatoren internationalisering (PO-HUB, PO-KAHO, IIW, T&L, E&M, R) voorzitten van de resp. stuurgroep internationalisering; 83

85 vertegenwoordigen van de stuurgroep en betrokken opleidingen in de expertisecel internationalisering UC; bijdragen tot de ontwikkeling, implementatie, monitoring en evaluatie van het UC-beleid inzake internationalisering; concretiseren van het centrale beleid voor de betrokken opleidingen in overleg met de betrokken leidinggevenden; optreden als aanspreekpunt voor internationalisering in de betrokken opleidingen; uitwerken van strategieën en instrumenten (met inbegrip van kwaliteitsdocumenten) om de betrokken opleidingen te helpen bij de realisatie van de doelstellingen. beheren van budget (incl. goedkeuren budgetten, financiële rapportering, uitbetalingen) in het kader van internationale activiteiten zoals studenten- en personeelsmobiliteit, projecten; voorstellen formuleren voor mobiliteitsopties in studieprogramma s ondersteunen (initiëren, adviseren, coachen bij het uitwerken) van opleidingen bij indienen van mobiliteitsprojecten internationalisering bij externe subsidiërende instanties; vertegenwoordigen van de betrokken opleidingen bij activiteiten van relevante internationale netwerken; vertegenwoordigen van de betrokken opleidingen in relevante organen m.b.t. internationalisering; verzorgen van communicatie i.v.m. voor ankerpersonen relevante informatie. Werking van de mobility offices Tot de taken behoren onder meer: Administratie van Erasmus studentenmobiliteit (inkomende en uitgaande studenten) Administratie van Erasmus docentenmobiliteit (inkomende en uitgaande docenten) Onthaal van inkomende studenten Praktische ondersteuning projectwerking en projectaanvragen voor internationale projecten Beheer intranet en toledo voor internationalisering Budgetbewaking op niveau AO en PO en in de faculteiten Internationalisering in Opleidingen en studiegebieden Actoren Ankerpersonen internationalisering in de opleidingen en/of studiegebieden Werking van de ankerpersonen De taken van de ankerpersonen internationalisering omvatten onder meer: aanspreekpunt zijn voor internationale projectwerking in de opleiding en/of studiegebied. stimuleren en sensibiliseren docenten en studenten van het eigen team voor het internationaliseringsbeleid van de instelling; internationale bewegingen in de opleiding in kaart brengen, stimuleren en ze kritisch opvolgen; het thema internationalisering op de agenda van opleidingen zetten; dat afspraken gemaakt in de stuurgroepen internationalisering en in de expertisecel internationalisering UC in de eigen opleiding worden uitgevoerd; zijn aanspreekpunt voor docenten en studenten m.b.t. internationalisering; werken het inhoudelijke programma van inkomende studenten uit; werken het inhoudelijke programma voor uitgaande studenten uit (equivalentiedossier); zijn in sommige opleidingen mentor voor uitgaande studenten; zijn in sommige opleidingen lid van een internationaal netwerk 84

86 en zijn lid van een stuurgroep internationalisering. 6.3 Basisprocessen internationalisering Om de internationale werking in het UC HUB-KAHO efficiënt te laten verlopen werden een aantal maatregelen genomen en een aantal basisprocessen afgesproken: Een centraal sharepoint werd aangemaakt waarop alle documenten van belang gemakkelijk toegankelijk werden gemaakt voor de leden van de community. Het mailing adres laat toe dat personeelsleden van HUB-KAHO de leden van de expertisecel internationalisering snel te bereiken zijn. Voor een aantal basisprocessen in het UC HUB-KAHO werden procedures uitgewerkt en afgesloten waarbij de taken van de verschillende actoren werden afgelijnd. Deze basisprocessen omvatten: Beheer van instellingscontracten Centraal beleid internationalisering Inkomende studentenmobiliteit Uitgaande studentenmobiliteit Mobiliteit naar het Zuiden Personeelsmobiliteit Bi-en multiple diplomering 6.4 Indicatoren internationalisering Binnen de expertisecel internationalisering werden 9 indicatoren internationalisering afgesproken die voor het hele university college worden gemeten. Het jaar 2011/12 werd als nulmeting genomen. Deze indicatoren zijn: 1. Percentage afgestudeerden met een internationale ervaring 2. Aantal inkomende studenten (absolute cijfers) 3. Aantal reguliere buitenlandse studenten per opleiding 4. Uitgaande personeelsmobiliteit in functie van het aantal personeelsleden in een opleiding 5. Inkomende personeelsmobiliteit (absolute cijfers) 6. Aantal structurele partnerschappen (structurele samenwerking in mobiliteit en/of projecten gedurende drie van de voorbije vijf jaren) 7. Opleidingsonderdelen met een internationale dimensie 8. Uitgaande onderzoeksmobiliteit 9. Inkomende onderzoeksmobiliteit 6.5 Kwalitatief en kwantitatief overzicht van de deelname aan Europese onderwijsprogramma s De HUB neemt deel aan de volgende mobiliteitsprogramma s: het Erasmusprogramma en Lifelong Learning Intensieve Programma s. De instelling neemt deel aan de volgende mobiliteitsprogramma s: het Erasmusprogramma en Lifelong Learning Intensieve Programma s. Daarnaast is de instelling actief in een aantal Europese projecten die niet op mobiliteit zijn gericht, maar in elk geval wel mobiliteit van personeel met zich meebrengen. 85

87 Project CODES Doelstelling project: Ontwikkeling van een multilateraal netwerk op het vlak van duurzaam ondernemen Partner of promotor: Partner Looptijd project: 36 months Financieringsbron: LLP, Comenius Partnerschap: Stiftung Umweltbildung Schweiz (promotor CH), Environmental and School Initiatives (BE), Cheongju National University of Education (KR), Alpen-Adria-University of Klagenfurt (AT), Austrian Institute of Technology GmbH (AT), Association Local Agenda 21 Wien (AT), Municipality in Wiener Neudorf (AT), Cyprus Pedagogical Institute (CY), Frederick University (CY), University of Helsinki (FI), Arbeitgemeinschaft Natur und Umweltbuildung Hessen E.V. (DE), Environmental Education for Frankfurt (DE), National and Kapodistrian University of Athens (GR), University of the Aegean (GR), Budapest University of Technology and Economics (HU), Hungarian Research Teachers Association (HU), Legambiente NGO (IT), Regional Centre of Expertise on Learning for Sustainable Devel (NL), Wageningen University (NL), The Norwegian Centre for Science Education (NO), Healthy Environment Regional Organization (RO), The National Education Institute Slovenia (SI), University of Primorska (SI), Autonomous University of Barcelona (ES), De Monfort University (UK), MF Associates (UK), Sense and Sustainability Training (UK), Federal Ministry for Education, Arts and Culture (AT) Contactpersoon: The Challenges of the Multilingual and Multicultural Learning Space in the International University / IntlUni Doelstelling project: identificatie van kwaliteitscriteria die lesgeven en leren in de Multilingual and Multicultural Learning Space (M&MLS) zouden moeten karakteriseren en de ontwikkeling van aanbevelingen voor hoger onderwijsinstellingen m.b.t. de implementatie van de kwaliteitscriteria Partner of promotor: Partner Looptijd project: 1/10/ /09/2015 Financieringsbron: LLP, Erasmus networks Personeel HUB-EHSAL vzw: Partnerschap: Aarhus University (promotor) (DK), Vienna University of Economics and Business (AT), Vrije Universiteit Brussel (BE), Agricultural University Plovdiv (BG), University of Lausanne (CH), University of Cyprus (CY), Charles University in Prague (CZ), Freie Universität Berlin (DE), University of Freiburg (DE), European University Viadrina Frankfurt (Oder) (DE), Roskilde University (DK), University of Copenhagen (DK), University of Southern Denmark (DK), Tallinn University (EE), Pompeu Fabra University (ES), University of Jyväskylä (FI), University Montesquieu - Bordeaux IV (FR), University of Szeged (HU), Waterford Institute of Technology (IE), University of Iceland (IS), Sapienza University of Rome (IT), University of Florence (IT), University of Trento (IT), Vytautas Magnus University (LT), University of Latvia (LV), Radboud University Nijmegen (NL), University of Groningen (NL), Oslo and Akershus University College of Applied Sciences (NO), University of Warsaw (PL), University of Minho (PT), "Babes-Bolyai" University (RO), University of Gothenburg (SE), University of Ljubljana (SI), Koç University (TR), University of Essex (UK), University of Southampton (UK), Virtual University of Tunis (TN) Contactpersoon: maarten.hulselmans@hubrussel.be Project EDGE Doelstelling project: Ontwikkeling van specifiek web-based studiemateriaal en een European resources database over gender education Partner of promotor: Promotor Looptijd project: 1/10/ /09/2014 Financieringsbron: LLP Comenius 86

88 Personeel HUB-EHSAL vzw: Partnerschap: Europahaus Burgenland (AT), Sint Paulus Instituut Herzele (BE), Mannigfaltig Institut für Jungen- und Männerarbeit DE), Universidad de Alcalá (ES), Szegedi Tudományegyetem (HU), Universiteit Maastricht (NL), Høgskolen i Finnmark (NO), Akademia Pomorska w Slupsku (PL), İzmir Ekonomi Universitesi (TR), University of Derby (UK) Contactpersoon: oliver.holz@hubrussel.be Project ADEPPT Doelstelling project: ADEPTT staat voor Acknowledging and Developing Entrepreneurial Practice in Teacher Training. De bedoeling van dit project is een strategisch EU-model te ontwikkelen om ondernemerschap te promoten in de lerarenopleiding. Partner of promotor: Onderaannemer Looptijd project: 1/10/ /09/2013 Financieringsbron: LLP TOI Personeel HUB-EHSAL vzw: Partnerschap: Ciudad Industrial del Valle del Nalón SAU (ES), Scienter CID (ES), Deutsche Kinder- und Jugendstiftung (D), Centro Europeu de Empresas de Serviços de Interesse Geral (PT), SLO National Institute for Curriculum development (NL), Hedmark University College (NO), Norton Radstock College (UK), Swansea Metropolitan University (UK), Barry College (UK), University of Iceland School of Education (IS), Syntra Vlaanderen (BE), Expertisenetwerk School of Education (BE), UNIVERSIDAD DE OVIEDO (ES) Contactpersoon: guy.walraevens@hubrussel.be Project WORK4LIFE Doelstelling project: Uitwerking van stageconcept in bedrijven voor afgestudeerde studenten, waarbij er ook aandacht is voor coaching op het vlak van zelfreflectie, job- en loopbaancompetenties Partner of promotor: Promotor Looptijd project: 1/9/ /08/2014 Financieringsbron: ESF en de Vlaamse overheid Personeel HUB-EHSAL vzw / KU Leuven: ja Partnerschap: Colruyt Group, Randstad, Chester University (UK), Saxion Hogeschool (NL) Contactpersoon: yoeri.bellemans@kuleuven.be Erasmus Coördinatie van Erasmusactiviteiten De Erasmusactiviteiten voor de verschillende opleidingen van de instelling worden gecoördineerd door medewerkers van de Cel internationalisering en diversiteit. Binnen de opleidingen zijn docenten als ankerpersoon voor internationalisering actief. Op deze manier wordt de samenwerking tussen Cel internationalisering en diversiteit en de betrokken opleidingen versoepeld. Algemene procedures m.b.t. Erasmus Partnerinstellingen Lifelong Learning-Erasmus Bij het afsluiten van een interinstitutioneel akkoord wordt eerst nagegaan of de instelling beschikt over een European University Charter en de ECTS-principes onderschrijft/toepast (in elk geval cursusbeschrijvingen ter beschikking stelt). Tevens is de gelijkwaardigheid (niveau) en compatibiliteit van de buitenlandse opleidingen met de onze belangrijk. Er moet een voldoende onderwijsaanbod voor onze studenten 87

89 zijn en de onderwijsfilosofie dient voor een minimum in dezelfde lijn te liggen (ondernemend leren, projectgericht, activerende werkvormen ). Bij een nieuwe partner wordt meestal een bilateraal akkoord voor 1 academiejaar afgesloten. Nadien is de gemiddelde termijn 3 academiejaren. Op regelmatige basis worden de partnerinstellingen geëvalueerd, maar in de loop van het laatste jaar van het interinstitutionele contract wordt grondig geëvalueerd, met het oog op een eventuele verlenging van het contract. Specifieke criteria bij de evaluatie van de partnerinstellingen zijn: de kwaliteit van het onderwijs, de compatibiliteit van de opleiding (onderwijsaanbod en vormen) en de kwalitatieve dienstverlening aan onze uitgaande studenten en docenten. Voor de opvang van onze studenten en docenten hechten wij behalve aan het studieprogramma - belang aan: onthaal, huisvesting, informatie vooraf, informatie ter plaatse, organisatie colleges, organisatie nevenactiviteiten. Ook belangrijk is dat de partnerinstellingen hun eigen studenten voldoende op de hoogte brengen van het onderwijssysteem in België en dat ze infopakketten doorgeven aan de studenten en hen begeleiden bij het invullen van application forms en de bijbehorende documenten. Procedure m.b.t. uitgaande studenten De Cel internationalisering en diversiteit informeert de studenten over de verschillende uitwisselingsprogramma s via infosessies. In de brochures Studeren in het buitenland (academische opleidingen) en Verleg je grenzen (professionele opleidingen) worden alle opties, voorwaarden en procedures uitgelegd (eveneens online beschikbaar). De Cel internationalisering en diversiteit ontvangt ook de dossiers van kandidaat-uitgaande studenten, evalueert ze en formuleert een advies voor de opleidingen. Tenslotte begeleidt de Cel internationalisering en diversiteit ook de student van zodra hij geselecteerd is tot na zijn terugkomst. Zo wordt er b.v. in een dag in het najaar een vertrekkersdag georganiseerd voor alle vertrekkende studenten uit de Onderwijsgroep Professionele Opleidingen waarin voor Erasmus het mobiliteitscontract ondertekend wordt, de laatste praktische afspraken gemaakt worden, verzekeringsinfo meegedeeld wordt en studenten voorbereid worden op de cultuurschok. Dergelijke sessies vinden verspreid over het jaar ook plaats voor de studenten in academische opleidingen. Procedure m.b.t. inkomende studenten Het is van belang om een interessant studieaanbod te hebben voor buitenlandse uitwisselingsstudenten. Voor de faculteit Economie & Management bestaat reeds een aantal jaren een uitgebreid pakket van vakken die in het Engels worden aangeboden, m.i.v. de vakken uit de Engelstalige programma s. Dit aanbod wordt jaarlijks aangevuld met alle andere anderstalige vakken uit de academiserende opleidingen en beschikbaar gemaakt in een course catalogue. De inschrijvingen van inkomende studenten in academische vakken gebeurt sinds online. In dezelfde course catalogue is ook het aanbod opgenomen voor de faculteit Letteren (in werd het aantal in het Engels gedoceerde opleidingsonderdelen bij Letteren uitgebreid, meer bepaald op het niveau van de Master). Naast een interessant studieaanbod voorzien, is het belangrijk dat de buitenlandse student zich goed voelt in zijn vel. De Cel internationalisering en diversiteit neemt initiatieven zodat buitenlandse studenten zich beter kunnen integreren. Naast het buddy-systeem, is er de studentenverening ESN HUB, bestaande uit Belgische en buitenlandse studenten die verantwoordelijk zijn voor de opvang, de begeleiding en de integratie van de uitwisselingsstudenten. Sinds is er ook een speciale integration officer in dienst. Deze voorziet noodhulp voor de internationale studenten die niet voldoen aan de nationaliteitsvoorwaarden zoals gesteld door de Vlaamse 88

90 overheid en die bijgevolg geen aanvraag kunnen doen voor een studietoelage. Zij coördineert ook het buddyprogramma voor inkomende uitwisselingsstudenten. Procedure m.b.t. uitgaand personeel Er zijn binnen het kwaliteitssysteem een procedure en bijhorende formulieren ter beschikking voor de organisatie van uitgaande personeelsmobiliteit. Er wordt ook een brochure verspreid, ter promotie bij het personeel, met als titel Personeel, verleg je grenzen. Alle informatie kan op het intranet geconsulteerd worden. De procedure is sinds helemaal gedigitaliseerd (online aanmelden, documenten downloaden e.d.). Daarnaast blijven in de interne nieuwsbrief (en via andere kanalen) de praktijkgetuigenissen van de docenten als warmmaker voor andere docenten verschijnen. Procedure m.b.t. inkomend personeel Binnen de internationale weken en internationale programma s die modulair zijn opgebouwd, komen de meeste docenten binnen. Sinds vinden er jaarlijks een internationale week plaats voor inkomende docenten en administratief personeel. Producten Naast de website, is er het intranet voor studenten en het intranet voor personeelsleden, waar informatie rond uitwisselingen te consulteren is. Voor inkomende studenten is er de online application en informatie (website en studentennet) - met een volledige vertaling van programma s, doelstellingen en vakbeschrijvingen - en de survival kit. Bij aankomst krijgen zij een welkomstpakket. Voor uitgaande studenten bestaat er een brochure met de uitwisselingsmogelijkheden die ook digitaal via het intranet voor studenten consulteerbaar is. De studenten krijgen ook een vertrekkersgids mee. Voor het uitgaande personeel werd de brochure Personeel, verleg je grenzen ontwikkeld. Alle informatie in deze brochure is eveneens online, via het intranet, consulteerbaar. Voor inkomende docenten is er n.a.v. de introductie van een Engelstalig bachelorprogramma in heel wat infomateriaal vertaald beschikbaar (bv. handleiding voor docenten, onderwijs- en examenregeling, interne reglementen). Procedure m.b.t. evaluatie De mobiliteitsactiviteiten worden op verschillende niveaus geëvalueerd: 1. Alle uitgaande studenten vullen de door EPOS verplichte studentenenquête in. Ze worden ook door de instellling bijkomend bevraagd. 2. Aan het einde van het verblijf van inkomende studenten is er een evaluatie. Alle studenten vullen een evaluatieformulier in betreffende de accommodatie, de voorbereiding, het studieprogramma, de organisatie en de begeleiding. Ook uitwisselingsstudenten evalueren het didactisch handelen van de docent (documenten vertaald in het Engels). 3. De uitgaande docenten evalueren bij terugkomst. Enerzijds vullen zij het docentenverslag in en desgevraagd schrijven zij een artikel voor de interne nieuwsbrief. Bij een bezoek van een partner door een docent of een Cel internationalisering en diversiteit-medewerker wordt een schriftelijk verslag opgemaakt. Deze verslagen worden per partnerinstelling bewaard (in hard copy en/of digitaal) en worden voor verschillende doeleinden gebruikt: - voor de updating van informatie naar uitgaande studenten (bv. vakken, huisvesting ); 89

91 - voor de eindevaluatie voor het al of niet verlengen van het interinstitutionele contract. Procedure m.b.t. verspreiding resultaten Artikels en getuigenissen kunnen eventueel worden gepubliceerd in de nieuwsbrief (bedoeld voor de medewerkers), het magazine N9 (extern gericht), het magazine Tempo (gericht naar laatstejaarsstudenten secundair onderwijs). Aankondigingen van internationale evenementen voor studenten worden ad valvas en op hubrussel.net aangekondigd. Ook de Global Village, de projectenbeurzen en de terugkeermomenten zijn gelegenheden om resultaten van Erasmus te verspreiden. Algemene evaluatie van de participatie in het Erasmusprogramma Resultaten voor mobiele studenten en docenten Verhoogde competentie: bv language skills, interculturele sensitiviteit, specialistische vakkennis, autonomie (voor studenten ook een hulpmiddel in vervolg van de opleiding); Internationale ervaring (voor studenten aantoonbaar met diplomasupplement, voor docenten via rapport en verklaring gastinstelling) als troef op de arbeidsmarkt (employability); Uitbreiding netwerk (behalve voor sociale doeleinden, voor docenten ook voor onderzoeks- en valorisatiedoeleinden, voor studenten voor vervolgopleiding, tewerkstelling, projecten); Aanzet om zelf buitenlandse gastdocenten te ontvangen in college en zo mee te werken aan Resultaten voor de instelling Naambekendheid in het buitenland, publiciteit voor internationale programma s; Mogelijkheid tot het opstarten van bidiplomering/ joint degree tussen verschillende instellingen; Actief internationaliseringsbeleid trekt ook Vlaamse abituriënten aan; Internationale competentie als leerdoel in alle opleidingen ingeschreven; Maakt deel uit van het bredere diversiteitsbeleid van de hogeschool; Personeel is in toenemende mate internationaal competent (vreemde talenkennis, interculturele sensitiviteit); Informatie in het Engels beschikbaar (wat samenwerking van eender welke aard met derden in het buitenland ten goede komt); Aanknopingspunten voor onderzoek in internationale context; Mogelijkheid om te werken met internationale teams bij leeropdrachten (studenten); Professionalisering van de ontwikkelingssamenwerking (volgens de lijnen van de Erasmusmobiliteit). Resultaten die mobiliteitsactiviteit overschrijden Met Erasmuspartners uitgewerkte project(voorstell)en: Equal, Comenius, Leonardo en projecten met eigen financiering. Studiemateriaal dat ontwikkeld is door mobiele studenten voor hun opdracht in het buitenland wordt ingezet ten behoeve van inkomende studenten. Zie hierboven: wisselwerking met internationale programma s. 90

92 Resultaten voor niet-deelnemers Voor studenten: meer mogelijkheden om de internationale competentie thuis te ontwikkelen waardoor de drempel om verder te studeren in het buitenland of een internationale carrière uit te bouwen, verlaagt. Voor docenten: Mogelijkheden voor interne professionalisering (bv. taalcursussen) staan ook voor thuisblijvers open. Thuisblijvers krijgen de kans om les te geven aan internationale studentengroep thuis. Resultaten (bv contacten) van buitenlandse activiteiten worden ter beschikking gesteld van thuisblijvers. Cijfers m.b.t. de Onderwijsgroep Academische Opleidingen (Faculteit Economie en Management enerzijds en Faculteit Taal en Letteren, Toegepaste Taalkunde). In maakten 118 studenten van de HUB gebruik van Erasmusbeurzen voor een studieverblijf aan een van de partnerinstellingen, samen goed voor 752 maanden. Omgekeerd ontving de HUB 136 inkomende studenten, voor een totaal van 936 maanden. In het kader van Erasmus Belgica kwamen er 8 inkomende studenten voor 40 maanden, en waren er 28 uitgaande studenten voor 145 maanden in totaal. Er waren 69 uitgaande studenten voor 580 maanden voor de uitwisseling binnen Europa op basis van een bilateraal akkoord tussen beide instellingen. Er kwamen 93 inkomende studenten voor 920 maanden naar de HUB op basis van een bilateraal akkoord. Ten slotte bestond de uitwisseling buiten Europa op basis van een bilateraal akkoord tussen beide instellingen uit 9 uitgaande HUB studenten voor 60 maanden en 11 inkomende studenten voor 61 maanden. Er gingen 15 docenten naar het buitenland via het LLP. Daarnaast was er ook een uitwisseling van 5 uitgaande administratieve personeelsleden in het kader van Erasmus. Er waren 35 inkomende personeelsuitwisselingen in het kader van Erasmus en 0 in het kader van een bilateraal akkoord buiten Europa. Hiervan kwamen 17 internationale collega s naar HUB via de internationale week. Het aantal Erasmus partners in bedroeg 91 (waaronder 5 Erasmus Belgica partners). Daarnaast waren er buiten Erasmus nog 18 bilaterale akkoorden met partners binnen en buiten Europa. 91

93 Aantal inkomende en uitgaande studenten/personeelsleden Onderwijsgroep Academische Opleidingen (E & M, T & L (TT)) van de HUB in het kader van Erasmus en in het kader van bilaterale akkoorden in LAND Faculteit Inkomende studenten Uitgaande studenten Inkomende personeelsleden België E&B Letteren 0 Brazilië BA E&B 2 0 Bulgarije E&B Burundi BA E&B 0 Cyprus E&B 3 Duitsland E&B Letteren 1 7 Estland E&B 1 0 Finland E&B Letteren Frankrijk E&B Letteren Frankrijk BA E&B 1 Griekenland E&B Hongarije E&B Letteren Italië E&B Letteren Letland E&B Liechtenstein E&B 1 Litouwen E&B 4 1 Mexico E&B 4 3 Montenegro BA E&B 1 0 Nederland Letteren 1 Noorwegen E&B Oostenrijk E&B 2 0 Polen E&B Letteren 1 Polen BA E&B 1 Roemenië E&B 2 1 Rusland Letteren 2 5 Slovenië E&B 6 Spanje E&B Letteren Tsjechië E&B Turkije E&B Turkije BA E&B Verenigd E&B Koninkrijk Letteren 4 Verenigde Staten E&B 0 Uitgaande personeelsleden 92

94 Zuid-Afrika E&B 1 Zuid-Korea E&B 3 5 Zweden E&B 3 3 TOTAAL De instelling neemt deel aan de volgende mobiliteitsprogramma s: het Erasmusprogramma en Lifelong Learning Intensieve Programma s. Daarnaast is de instelling actief in een aantal Europese projecten die niet op mobiliteit zijn gericht (zie ook hoofdstuk 5) maar in elk geval wel mobiliteit van personeel met zich meebrengen. COMENIUS-project Project EDGE (LLP-EC,Comenius accompanying measures), gecoördineerd door HUB-EHSAL vzw. Partners zijn AT:Europahaus Burgenland, CZ: Univerzita Jana Evangelisty Purkyně v Ústí nad Labem, DE: 1mannigfaltig- Institut für Jungen- und Männerarbeit, EE: Tartu Ülikool, ES: Universidad de Alcalá, HU: Szegedi Tudományegyetem Juhász Gyula, NL: Universiteit Maastricht, NO: Høgskolen i Finnmark, PL:Akademia Pomorska w Słupsku, TR: İzmir Ekonomi Üniversitesi, UK: University of Derby. Project WORK4LIFE gecoördineerd door HUB-EHSAL vzw / KU Leuven. Partners:, Chester University (UK), Saxion Hogeschool (NL) Project INTLUNI. Partnerschap: Aarhus University (promotor) (DK), Vienna University of Economics and Business (AT), Vrije Universiteit Brussel (BE), Agricultural University Plovdiv (BG), University of Lausanne (CH), University of Cyprus (CY), Charles University in Prague (CZ), Freie Universität Berlin (DE), University of Freiburg (DE), European University Viadrina Frankfurt (Oder) (DE), Roskilde University (DK), University of Copenhagen (DK), University of Southern Denmark (DK), Tallinn University (EE), Pompeu Fabra University (ES), University of Jyväskylä (FI), University Montesquieu - Bordeaux IV (FR), University of Szeged (HU), Waterford Institute of Technology (IE), University of Iceland (IS), Sapienza University of Rome (IT), University of Florence (IT), University of Trento (IT), Vytautas Magnus University (LT), University of Latvia (LV), Radboud University Nijmegen (NL), University of Groningen (NL), Oslo and Akershus University College of Applied Sciences (NO), University of Warsaw (PL), University of Minho (PT), "Babes-Bolyai" University (RO), University of Gothenburg (SE), University of Ljubljana (SI), Koç University (TR), University of Essex (UK), University of Southampton (UK), Virtual University of Tunis (TN) Project ADEPPT. Partnerschap: Ciudad Industrial del Valle del Nalón SAU (ES), Scienter CID (ES), Deutsche Kinder- und Jugendstiftung (D), Centro Europeu de Empresas de Serviços de Interesse Geral (PT), SLO National Institute for Curriculum development (NL), Hedmark University College (NO), Norton Radstock College (UK), Swansea Metropolitan University (UK), Barry College (UK), University of Iceland School of Education (IS), Syntra Vlaanderen (BE), Expertisenetwerk School of Education (BE), UNIVERSIDAD DE OVIEDO (ES) Samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse hogescholen of universiteiten (bilateraal- & multilateraal) Voor de academische programma s HUBrussel 93

95 In het kader van de Europese onderwijsprogramma s Erasmusuitwisselingen Tijdens het academiejaar had de Onderwijsgroep Academische Opleidingen (E & M, T & L (TT)) met 90 Europese hogescholen of universiteiten (interinstitutionele) Erasmusovereenkomsten lopen (inclusief de bilaterale akkoorden van Erasmus Belgica). Het betreft: België: Franstalige Gemeenschap FUSL Haute Ecole Groupe Ichec-ISC Sint-Louis-ISFC Université de Liège Université de Mons-Hainaut Haute Ecole Communauté Française Bruxelles Bulgarije: 2 University of national and world economy, Sofia Ikonomicheski Universitet - Varna Duitsland: 8 Fachhochschule für Technik and Wirtschaft Berlin Fachhochschule Brandenburg Hochschule Hof Technische Universität Dresden Universität Kaiserlautern Fachhochschule Köln Universität zu Köln Universität Leipzig Estland 1 University of Tartu Finland: 3 Äbo Akademi University Lappeenranta University of Technology Helsingin Yliopisto Frankrijk: 14 Novancia ESCI Ecole Supérieure de Commerce de Marne-la-Vallée EUROMED Marseille Groupe ESC de Clermont-Ferrand Groupe ESC Toulouse Ecole Supérieure de Commerce, Montpellier Université Catholique de Lyon Université de Toulouse Université des Sciences et Technologies de Lille Université Pierre Mendès France Grenoble 2 Ecole de Management de Normandie Le Havre Université Michel de Montaigne - Bordeaux 3 Université de Toulouse Le Mirail Université de Nice - Sophia Antipolis Griekenland: 2 Ikonomiko Panepistimio Athinon Aristoteleio Panepistimio Thessalonikis Hongarije: 3 Budapesti Corvinus Egyetem University Szeged Eötvös Loránd Tudományegyetem 94

96 Italië: 8 Università degli Studi di Parma Università degli Studi di Roma "La Sapienza" Università degli Studi di Perugia Università degli Studi di Genova Università Carlo Cattaneo - LIUC Università di Bologna Università degli Studi di Napoli L'Orientale Università degli Studi di Trieste Letland 1 Latvijas Universitate Liechtenstein 1 Hochschule Liechtenstein Litouwen 2 University of Vilnius Mykolo Romerio Universitetas Noorwegen: 3 Lillehammer University College University of Agder Høgskolen i Finnmark Oostenrijk: 2 Fachhochschule Studiengang Internationale Wirtschaftbeziehungen Eisenstadt Karl-Franzens-Universität Graz Polen: 6 Akademia Ekonomiczna W Krakowie Szkola Glówna Handlowa W Warszawie University of Warsaw Maria Curia Skłodowska University Lublin Uniwersytet Wroclawski Wyzsza Szkola Studiow Miêdzynarodowych (Lodz) Roemenië: 1 Academia de Studii Economice din Bucuresti Slovenië: 1 Univerza v Mariboru Spanje: 14 Universitat Autonoma de Barcelona Universidad Complutense Madrid Universidad de Cantabria Universidad de Zaragoza Universidad Pablo de Olavide de Sevilla Universidad Publica de Navarra Universidad San Pablo CEU Madrid Universidad Rey Juan Carlos Universidad de Salamanca Universidad de Alicante Universidad de Granada Universidad de Las Palmas de Gran Canaria Universidad Pontificia Comillas Universidad de Alcala Tsjechië: 1 Vysoká Skola ekonomická v Praze, Univ. Of Economics, Prague Turkije: 5 Marmara Üniversitesi Bilkent Universitesi Ankara Universitesi 95

97 Uludag Universitesi Izmir University of Economics Verenigd Koninkrijk: 7 Glasgow Caledonian University University of Leeds De Montfort University (Leicester) Northumbria University The University of Sheffield University of Exeter Staffordshire University Zweden:1 Umeå Universitet Andere internationaliseringsinitiatieven in samenwerkingsverband Uitwisselingsakkoorden (buiten Erasmus) (AO) Tijdens het academiejaar had de Onderwijsgroep Academische Opleidingen (E & M, T & L (TT)) met 18 hogescholen of universiteiten (interinstitutionele) uitwisselingsovereenkomsten lopen. Het betreft: Brazilië Facultades de Economia e Finanças Ibmec Rio de Janeiro Burundi Université Lumière de Bujumbura Oostenrijk Fachhochschul Studiengänge Burgenland Duitsland Technische Universität Kaiserslautern Hochschule für Angewandte Wissenschaften Hof Frankrijk Université des Sciences et Technologies de Lille Euromed Marseille Mexico Universidad Regiomontana, A.C. Monterrey Instituto Tecnologico de Estudios Superiores de Monterrey Montenegro University of Montenegro Polen Warszaw, School of Economics Rusland Moscow State Linguistic University Turkije Bilkent Universitesi Verenigde Staten Bloomsburg University of Pennsylvania University of Nebraska-Lincoln 96

98 Zuid-Afrika University of Free State Bloemfontein Zuid-Korea Inha University Hanyang University Internationale netwerken en thematische netwerken De hogeschool is lid van professionele organisaties en netwerken met internationale activiteit, bv. de European Association for International Education, NAFSA. De Onderwijsgroep Economie & Management is o.m. aangesloten bij diverse internationale Kamers van Koophandel en beroepsverenigingen, bij de Belgisch- Chinese Economische en Commerciële Raad, de Belgisch-Luxemburgse-Poolse Kamer van Koophandel, the International Family Enterprise Research Academy, the European Network for Social and Economic Research en SPACE International Association Internationale bidiplomeringsinitiatieven Niet van toepassing Gezamenlijke diploma s tussen Vlaamse hogescholen en buitenlandse hogescholen of universiteiten Niet van toepassing Erasmus voor Taal-en Letterkunde en Rechten (HUB-KUBrussel) Sinds 1969 is de HUB-KUBrussel betrokken bij talrijke internationale activiteiten. Doelstelling is om studenten en personeelsleden van alle faculteiten een maximale toegang te geven tot buitenlands onderwijs en onderzoek. De HUB-KUBrussel heeft daarom een netwerk opgericht met de meeste EU-landen en enkele landen buiten de EU. Hierdoor werden internationaal onderzoek, curriculumontwikkeling, intensieve programma s en onderwijsinnovatie gerealiseerd dankzij steeds stijgende docentenuitwisselingen. De internationale contacten voor de huidige bachelorstudenten worden o.m. ook verzekerd door buitenlandse studiereizen. Dankzij de kleinschaligheid van de instelling is het mogelijk de studenten actief bij deze reizen te betrekken. Docenten leiden deze reizen zowel inhoudelijk als organisatorisch. Studenten krijgen een voorbereiding op mogelijke deelname in de masters aan de vervolginstelling. Internationalisering en interactieve interdisciplinariteit zijn belangrijke aspecten van het Onderwijsontwikkelingsplan van de HUB-KUBrussel. Zo werd beslist om het derde jaar een uitgesproken internationaal karakter te geven. In maart 2006 werd het Erasmuscharter van de HUB-KUBrussel goedgekeurd, zodanig dat er vanaf ook studenten konden worden uitgezonden. Hieronder vindt u een overzicht van de uitwisselingsakkoorden en de gerealiseerde uitwisselingen voor Erasmus binnen Taal- en Letterkunde en Rechten in Uitwisselingen 97

99 Tijdens het academiejaar bestonden er voor de opleiding Rechten en Taalen Letterkunde (Erasmus)overeenkomsten met 13 Europese hogescholen of universiteiten. Het betreft: België Facultés Universitaires Saint-Louis (FUSL) Duitsland: Technische Universität Dresden Universität zu Köln Fachhochschule Köln Finland: Helsingin Yliopisto Groot-Brittannië: University of Sheffield Hongarije: Eötvös Lorand Tudomanyegyetem Italië: Università degli Studi di Napoli L'Orientale Università degli Studi di Roma Università degli Studi di Trieste Nederland Radboud Universiteit Nijmegen Polen: Wyzsza Szkola Studiow Miêdzynarodowych Uniwersytet Wroclawski Interenationalisering Taal- en Letterkunde Tijdens het academiejaar waren er vijf uitgaande Eramusstudenten : 2 naar Groot-Brittannië (Sheffield), 1 naar Hongarije (Eötvös Lorand Tudomanyegyetem), 1 naar Nederland (Nijmegen) en 1 naar Polen (Uniwersytet Wroclawski). Internationalisering Rechtsgeleerdheid@HUB Bachelorprogramma rechten in twee talen (Nederlands/Frans) Sedert 2011 profileert de Brusselse campus zich o.a. met een bachelorprogramma in twee talen (Nederlands/Frans). Dit programma komt tot stand dankzij een uitwisselingsovereenkomst (Erasmus Belgica) met de vlakbij gelegen Université Saint- Louis (USL). Studenten kunnen hierdoor desgewenst gedurende de eerste twee opleidingsfasen een kleine helft van de juridische studiepunten van de bacheloropleiding in de USL volgen, waar tevens het examen wordt afgelegd. Vervolgens kunnen zij naadloos doorstromen naar de derde opleidingsfase te Leuven alwaar het traject in het Nederlands wordt verdergezet. Studenten die voor dit traject in twee talen kiezen volgen de volgende opleidingsonderdelen in de USL: Sources et principes du droit (8 SP), Droit constitutionnel I (5 SP), Droit des obligations (6 SP), Droit des contrats et de la responsabilité civile (6 SP), Droit des biens (3 SP), Droit constitutionnel II (6 SP), Droit administratif (6 SP) en Droit des personnes et de la famille et des régimes matrimoniaux (8 SP). Omgekeerd volgen de USL-studenten in het door USL aangeboden tweetalige traject de volgende opleidingsonderdelen in HUB: Inleiding tot de rechtswetenschap (9 SP), Verbintenissenrecht (7 SP), Sociologie (3 SP) en Personen-, familie- en familiaal vermogensrecht (9 SP). 98

100 Erasmusuitwisseling in de master in de rechten Na de eerste twee bachelorjaren te Brussel stromen de studenten door naar Leuven, alwaar zij - net zoals de studenten die te Leuven gestart zijn - tijdens de masterfase naar het buitenland kunnen via een Erasmusuitwisseling. Master na master Intellectuele rechten Sinds 2010 maakt deze manama deel uit van een University Network georganiseerd door het Europese Merken- en Modellenbureau in Alicante, wat aan geselecteerde studenten de mogelijkheid geeft om hun thesis in een internationale context te schrijven en daarover (in Alicante) te discussiëren. Bovendien is het programma vanaf het academiejaar ook betrokken bij het EULISP uitwisselingsprogramma (European Legal Informatics Study Programme; wat de internationale uitstraling van het programma nog zal bevorderen. EULISP brengt een uitwisseling tot stand tussen 11 partneruniversiteiten die een LLM programma aanbieden in het domein van intellectueel eigendomsrecht en ICT-recht. Studenten die deelnemen aan het programma studeren het eerste semester aan het Institute for Legal informatics aan de Leibniz Universiteit in Hanover. Het tweede semester brengen zij door aan één van de partneruniversiteiten, waar zij minimum 15 ECTS moeten verzamelen. De instap in het EULISP programma zorgt ervoor dat het programma in het tweede semester een instroom heeft van buitenlandse studenten die in het eerste semester in Hannover hebben gestudeerd. Deze studenten kunnen de vakken Media Law, European Electronic Business Law, Electronic Contracts Law, European Data Protection and Privacy Law en Public Government and Cybercrime Law volgen. De aanwezigheid van deze EULISPstudenten leidt tot een verrijking van de studentengroep, wat o.m. tot uiting komt tijdens klasdiscussies. In had de faculteit Rechten campus Brussel één uitwisselingspartner voor het Erasmus Belgica programma en zes uitwisselingspartners voor Erasmus. Erasmus Belgica Erasmus FUSL: Facultés Universitaires Saint-Louis University of Pécs Universidad de Alicante Mykolo Romerio Universitetas Università degli studi di Palermo Uniwersytet Slaski (Silesia) Uniwersytet Szczeciński w Szczecinie (Szczecin University) In het academiejaar gingen 19 studenten met een Erasmus Belgica beurs naar het toenmalige FUSL (Nu USL). De faculteit ontving één Erasmusstudent uit Alicante. Er vonden geen uitwisselingen plaats in het kader van de personeelsmobiliteit Ontwikkelingssamenwerking Voor de academische opleidingen HUBrussel Studentenprojecten in ontwikkelingsland 99

101 Studenten uit de Onderwijsgroep Economie & Management kunnen in het kader van internationaal bedrijfseconomisch onderzoek of een internationaal project ook naar een ontwikkelingsland. Daarnaast kunnen studenten er ook een keuzevak met inbegrip van een internationale stage volgen. In verrichtten twee studenten master thesisonderzoek in Peru en India in het kader van het VLIR-UOS onderzoek. Sensibiliseringsinitiatief (VLIR-UOS) Voor het vierde jaar op rij ontving de Associatie KULeuven financiering van VLIR-UOS voor het sensibiliseringsinitiatief Sharing Knowledge. Op deze manier kon de aanwezige expertise uit het Zuiden verspreid worden onder de deelnemende hogescholen, waaronder de HUB. Er werden twee sporen ontwikkeld. In spoor 1 gaven buitenlandse (doctoraat)studenten uit het Zuiden gastcolleges aan de hogescholen. In spoor 2 werden buitenlandse studenten uitgenodigd om landeninformatiesessies te verzorgen tijdens de voorbereidingsdag van de reisbeursstudenten (naar het Zuiden). Er werd een Sustainability Conferentie omtrent duurzaamheid binnen het kader van het project Themaweken van VLIR-UOS georganiseerd. Kort Opleidingsinitiatief (VLIR-UOS-KOI) In vond er geen KOI Facilitating Multi-actor collaboration for sustainable resources management, gefinancierd door VLIR-UOS, plaats. 100

102 9. Diversiteitsbeleid Diversiteitsbeleid HUB rapportering met betrekking tot de activiteiten in het kader van het Aanmoedigingsfonds. Onderstaande tekst bevat ten eerste de rapportering van de laatste periode van de beheersovereenkomst afgesloten binnen het Aanmoedigingsfonds (rapporteringsperiode september 2010 tot en met december 2010). Ten tweede wordt er gerapporteerd over het actieplan dat de verlenging van deze beheersovereenkomst met telkens één jaar bevat (rapporteringsperiode januari 2011 tot en met december 2013). Vanaf 2014 zou het de bedoeling zijn om nieuwe beheersovereenkomsten af te sluiten in het kader van een nieuw allocatiemodel dat gebaseerd is op resultaatsindicatoren en gericht op door de overheid aangeleverde Vlaamsbrede doelstellingen. Momenteel lopen de onderhandelingen hieromtrent. Beoogde doelen Voor de HUB werd in de loop van 2007 een diversiteitsbeleid uitgewerkt. Zie beleidstekst in bijlage 3, aan het einde van dit hoofdstuk. De visie op diversiteit werd vertaald in strategische middellange termijn doelstellingen (actielijnen in de beleidstekst) en in operationele doelstellingen m.b.t. de periode van de eerste beheersovereenkomst van de instelling in het kader van het Aanmoedigingsfonds ( ). Die doelstellingen en geplande acties zijn gedetailleerd beschreven in bijlage 2, aan het einde van dit hoofdstuk. Van 2010 tot 2013 werd de beheersovereenkomst telkens met een jaar verlengd. Hiervoor werd een actieplan opgemaakt, zie bijlage 4 aan het einde van dit hoofdstuk. Dit actieplan is een overgangsplan naar de beheersovereenkomst tweede ronde. Het bevat twee grote mijlpalen. Enerzijds een afstemming te bereiken met fusiepartner KaHo Sint- Lieven. Daarnaast de overgang maken naar een decentralisatie van diversiteitsproject dat in de nieuwe beheersovereenkomst door middel van een mijlpalenplan vastgelegd wordt. Structuren en organen voor de opvolging van het diversiteitsbeleid De opvolging van het diversiteitsproject van de instelling werd tot augustus 2011 gegarandeerd door de volgende relevante organen en functies: Projectgroep Diversiteit Resonantieraad Diversiteit Adviseur Diversiteit 1. Opdracht, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Het mandaat van de Projectgroep Diversiteit betreft: -Bewaking van de voortgang van het diversiteitsproject; -Bewerkstelliging van de visibiliteit van het project; -Creatie van draagvlak (intern en extern) voor het project; -Opvolgen van relevante externe ontwikkelingen; -Evaluatie en bijsturing van het project; -Voorbereiding van de rapporteringen. De Resonantiegroep Diversiteit: 101

103 -geeft advies bij de beleidsvoering en uitvoering; -brengt informatie aan over relevante ontwikkelingen elders. De Adviseur Diversiteit: -treedt op als bemiddelaar/schakel tussen het beleidsplan diversiteit en de relevante opleidingen en diensten; -coördineert de werkpakketten sensibilisering en vorming personeel, competentie verantwoord omgaan met diversiteit structureel inbouwen in alle curricula ; -treedt op als externe vertegenwoordiger voor het diversiteitsbeleid; -ontwerpt en ontwikkelt nieuwe projecten mbt diversiteit. 2. Samenstelling De Projectgroep Diversiteit wordt voorgezeten door de Algemeen directeur, die bijgestaan wordt door een co-voorzitter (diensthoofd CIP). In de projectgroep zijn voorts de diensten vertegenwoordigd die het meest intensief bij het diversiteitsbeleid zijn betrokken (dienst Personeel, Centrum voor Studentenbegeleiding en Voorzieningen, Centrum Internationalisering en Projecten, Marketing en Communicatie, Centrum Externe Samenwerking), het onderzoek en het onderwijs van zowel professionele als academische opleidingen en de studenten. Elk lid van de projectgroep is verantwoordelijk voor één of meer actielijnen van het diversiteitsproject. De Resonantiegroep Diversiteit bestaat uit een afvaardiging van de Projectgroep en vrijwillige vertegenwoordigers van externe organisaties die actief zijn op het vlak van diversiteit en/of hun activiteiten richten op kansengroepen. 3. Werkingsmodaliteiten De Projectgroep vergadert gemiddeld 1 keer om de zes weken, onder voorzitterschap van de Algemeen Directeur. De Resonantiegroep vergadert 1 tot 2 keer per jaar. De verslaggeving van beide vergaderingen wordt verzorgd door een medewerker van het Algemeen Directoraat. De opvolging van het diversiteitsproject van de instellingen HUB-KAHO wordt vanaf augustus 2011 gegarandeerd door de volgende relevante organen en functies op twee niveaus. University College breed: Expertisecel Diversiteit Regionale resonantieraden diversiteit Diversiteitscoördinator Binnen de opleidingen en studiegebieden: Actoren: Opleidingsverantwoordelijken Decanen en directeurs Afgevaardigden per studiegebied/faculteit 1. Samenstelling expertisecel diversiteit: De algemeen directeur/lid directiecomité aan wie diversiteit werd toegewezen (voorzitter) De diversiteitscoördinator 1 vertegenwoordiger per studiegebied/faculteit; voor de Professionele Opleidingen (PO) 2 vertegenwoordigers per studiegebied/faculteit Een vertegenwoordiging vanuit de diensten voor wat betreft: o Communicatie o Onderzoek o Personeel 102

104 o Studentenbeleid de verantwoordelijke voor het taalbeleid 2. Werking van de expertisecel diversiteit 1. De Expertisecel Diversiteit garandeert een diversiteitsbeleid dat organisatorisch duurzaam is, nl.: - projectmatig - nuttig divers - expertise delend 2. De Expertisecel Diversiteit vergadert circa vijf maal per academiejaar. 3. De Expertisecel Diversiteit verdisconteert in haar werking actuele maatschappelijke ontwikkelingen 4. De expertisecel Diversiteit zorgt voor visibiliteit van het diversiteitsproject in de instelling. 5. De expertisecel Diversiteit creëert een instellingsbreed draagvlak voor diversiteit en draagt bij tot sensibilisering en bewustwording. 6. De Expertisecel Diversiteit bedt zich regionaal in. 7. De Expertisecel Diversiteit monitort het diversiteitsbeleid in opleidingen en diensten via hun (bij het globale beleid aansluitende) diversiteitsdoelstellingen. 8. De Expertisecel Diversiteit stelt haar expertise ten dienste van de opleidingen en diensten. 9. De Expertisecel Diversiteit stuurt onderzoeksmatige onderbouwing van het diversiteitsbeleid aan. 10. De Expertisecel Diversiteit bewaakt de uitbouw van een UCC breed diversiteitsbeleid met aandacht voor voldoende cohesie op campusniveau en draagt bij tot de beleidsdoelstellingen van de Associatie KU Leuven. Opdracht diversiteitscoördinator Beleidsvoorbereiding, advies en -opvolging m.b.t. diversiteit; Externe vertegenwoordiging van het university college en verdediging van de standpunten van de experten groep bij o.m. de werkgroep diversiteit associatie KULeuven en de VLIR-werkgroep. Beheer van de beheersovereenkomsten Budgetopvolging Coördinatie van de rapporteringen Intern en extern aanspreekpunt en communicatie rond diversiteit Verzorging van de interne communicatie rond nieuwe ontwikkelingen Resultaten Hieronder volgt een overzicht van de eindresultaten van de verschillende actielijnen uit de beheersovereenkomst van 2008 tot Voor een uitgebreider overzicht van tussentijdse resultaten verwijzen we door naar eerdere jaarverslagen. Actielijnen 1. De competentie verantwoord omgaan met diversiteit is structureel ingebouwd in alle competentieprofielen van het personeel. 2. Er is een progressief sensibiliseringsen vormingstraject voor het personeel. Eindresultaten De competentie is structureel ingebouwd in de competentieprofielen van het personeel Er zijn een aantal basisvormingen opgesteld ter inspiratie voor de opleiding op maat die een dienst of onderwijsteam volgt. De opleidingen diversiteit zijn vanaf academiejaar

105 3. De competentie verantwoord omgaan met diversiteit is structureel ingebouwd in alle curricula (studenten) 4. Er is een coherent communicatiebeleid mbt diversiteit en zorgbrede aanpak. 5. Het secundair onderwijs en thuismilieu van (kandidaat-)studenten wordt systematisch betrokken bij de werking van de HUB. 6. Alle advies-, overleg en beleidsorganen zijn nuttig divers in functie van hun samenstelling. 7. Begeleide reflectie mbt eigen competenties is ingebouwd in alle opleidingen mét aandacht voor de valorisatie van surplus (studenten). 8. Er is communicatie en samenwerking tussen diverse (groepen van) studenten. 9. Er is Nederlandse taalbegeleiding voor alle (geïnteresseerde/taalzwakke) studenten. 10. Er is een gestructureerd hogeschoolbreed voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie van studenten. 11. De infrastructuur is afgestemd op het diversiteitsbeleid. opgenomen in het interne nascholingsaanbod. Op de onderwijsdag voor docententeams van professionele opleidingen is diversiteit een vast thema geworden. De competentie verantwoord omgaan met diversiteit is formeel opgenomen in alle competentieprofielen, zij het onder verschillende definities en concretiseringen. In het communicatiebeleid wordt HUB weergegeven als een instelling die zorg besteed aan diversiteit. Communicatie met het secundair onderwijs is een continu aandachtspunt. Alle opleidingen houden systematisch de vinger aan de pols in het secundair onderwijs. De aanwezigheid 'nuttige diversiteit' is bevraagd in raden en organen. De concretisering van deze actielijn zal voortaan gekoppeld worden aan het 'Evaluatieformulier vergaderen'. Hiertoe werden aan het oorspronkelijke formulier een aantal vragen m.b.t. nuttige diversiteit toegevoegd. Het persoonlijke ontwikkelingsplan heeft ingang gevonden in verschillende opleidingen, maar blijft in ontwikkeling. Hiervoor zijn verschillende goede initiatieven genomen. Een aantal opleidingsoverschrijdende initiatieven werden ook afgevoerd. De beperking zit hem in de eigenheid en autonomie van de opleidingen, wat ook in de toekomst een aandachtspunt blijft. Ingebedde taalondersteuning is gerealiseerd in alle opleidingen Enkele opleidingen maken de overgang naar een uitgewerkt taalbeleid Een aanbod van voorbereidende cursussen is opgestart en operationeel, Een website i.v.m. studiekeuze is opgestart en in ontwikkeling De breakruimtes Stormstraat en Terranova zo ingericht dat zij het samenwerken tussen studenten bevorderen. Diversiteitschecks zijn uitgevoerd bij de nieuw verworven gebouwen, 104

106 12. Bij aanwerving van personeel wordt (diversiteit aan) competentie als uitgangspunt genomen. 13. Het diversiteitsbeleid is wetenschappelijk onderbouwd (onderzoek). 14. Duurzaamheid is een gemeenschappelijke focus voor het onderzoek aan HUB. 15. (Gecofinancierde) samenwerkingsprojecten ter ondersteuning van het diversiteitsbeleid worden uitgevoerd. maar dit blijft een aandachtspunt De diversiteitscompetentie is toegevoegd aan de selectiecriteria en opgenomen in de template Een onthaaltraject met coachende rol peter/meter operationeel De tekst om kansengroepen expliciet aan te moedigen te solliciteren staat bij de vacatures Extra: alternatieve wervingskanalen opgelijst en aangesproken bij vacatures Binnen HUB loopt een longitudinaal diversiteitsonderzoek (onder leiding van Dr. D. Berings) Het onderzoeksthema werd in 2010 structureel ingebouwd in het onderzoek aan de HUB onder de vorm van een speerpunt van de Human Relations Research Group: Vijf speerpunten zijn afgebakend: o Marketing communicatie o Kwaliteit van de arbeid o Relationeel organiseren en ontwikkelen o HRM o Diversiteit, rechtvaardigheid en inclusie Aan dit laatste speerpunt werken de volgende onderzoekers mee: Dr. S. Adriaenssens, Dr. D. Berings, Dr. L. Brebels, Dr. K. Proost, Dr. D. Verhaest Het thema diversiteit is één van de vaste thema s geworden binnen de Project Office werkt (opgenomen in strategie-en werkingsplan). In het volgende overzicht staan de resultaten van de verschillende acties uit het actieplan Actielijnen Afstemming KaHo-HUB Gezamenlijke visietekst KaHo- HUB Afgestemde registratie diversiteitsgegevens Eindresultaten Na een analyse van de aanwezige visieteksten binnen de instellingen is een gezamenlijke visietekst diversiteit KaHo-HUB opgemaakt. Deze tekst werd goedgekeurd op door de Academische Raad en op door de gezamenlijke Raad van Bestuur.(zie bijlage 5) Binnen KaHo wordt sinds academiejaar gewerkt met het inschrijvingsprogramma SAP. In HUB is dit (nog) niet het geval. De registratie is echter zodanig op elkaar afgestemd dat de diversiteitsgegevens gezamenlijk geanalyseerd kunnen worden. Vanaf

107 2013 hanteert HUB eveneens SAP als inschrijvingsprogramma wat de afstemming van gegevens garandeert. Een gecoördineerde beheersovereenkomst KaHo Sint-Lieven-HUB voor de periode Een gezamenlijk actieplan 2012 werd met medewerking van de leden van de expertisecel diversiteit, decanen en directeurs opgemaakt en door de twee instellingen apart ingediend. Transactie van centraal beleid naar beleid op opleidings-niveau Uitvoering decentrale acties opleidingen (details zijn desgewenst beschikbaar) Binnen alle opleidingen zijn uiteenlopende acties uitgevoerd binnen een aantal vooropgestelde thema s: 1. Aangepaste trajecten voor bijzondere doelgroepen 2. Werken aan en bewustwording van eigen competenties 3. Startbekwaamheden 4. Nederlandse taalvaardigheid 5. Studie- en trajectbegeleiding op maat 6. Diversiteit in de opleiding 7. Overig Een verslag van de verschillende acties staat in onderstaande tabel. Analyse strategie- en werkingsplannen opleidingen en faculteiten (acties en outcomes) Opmaak werkmodel op opleidings- en faculteitsniveau ikv. het diversiteitsproject Input nieuwe beheersovereenkomst Een uitgebreide analyse is gebeurd ter evaluatie van actieplan 2011 en diende als input voor het nieuwe actieplan Een nieuw werkmodel in het kader van het diversiteitsproject werd opgemaakt. Zie tekst samenstelling en werking expertisecel diversiteit en opdracht diversiteitscoördinator hierboven. Vanaf augustus 2011 is dit werkmodel van kracht. De evaluaties van initiatieven die binnen de opleidingen hebben plaatsgevonden en de toekomstplannen van de opleidingen hebben gediend als input voor het actieplan 2012 dat is ingediend bij de Vlaamse Overheid. Aangepaste trajecten voor bijzondere doelgroepen Economie en Voor Mathematical Methods for Business Economists I in de management BBA werden (net zoals in het overeenkomstige Nederlandstalige programma) twee trajecten aangeboden: een standaard traject met 2 uur les per week en een facultatief tweewekelijks monitoraat, en een plustraject met 4 uur les per week. Het invoeren van een standaard- en een plustraject heeft geleid tot een betere aansluiting van de lessen bij de voorkennis van de verschillende groepen studenten. De slaagpercentages blijven hoger bij het standaardtraject dan bij het plustraject. Dit weerspiegelt het verschil in vooropleiding dat niet helemaal weggewerkt wordt op één jaar tijd ondanks de extra begeleiding. De plustrajecten wiskunde-statistiek en economie- 106

108 boekhouden werden opnieuw opgenomen in de lesroosters van academiejaar voor de Handelswetenschappers HW die wiskunde, statistiek, boekhouden of economie uit de eerste opleidingsfase in hun jaarprogramma opnamen. In de eerste opleidingsfase van de Engelstalige opleiding Handelswetenschappen (Bachelor of Business Administration, BBA) neemt 2 op 3 studenten deel aan het slowtraject Wiskunde-Statistiek. Dit is de enige plustrajectvariant aanwezig. De noodzaak voor dit slowtraject blijkt groot te zijn. Daarnaast is het voor studenten van het slow traject ook mogelijk om in de eerste 4 weken van het eerste semester nog extra oefeningensessies te krijgen waarin voor- en basiskennis wiskunde aan bod komen. Vanaf werd Handelswetenschappen ook aangeboden via een specifieke onderwijsmethodiek: blended learning. Dit houdt in online samenwerkend leren en begeleide zelfstudie in combinatie met twee avonden per week contactonderwijs. In werd blended learning geïmplementeerd in bachelor 1 en 2 en en in deel 1 van het schakelprogramma. De implementatie in bachelor 3 en deel 2 van het schakelprogramma werd voorbereid. Rechten Er is een tweetalig traject (Nederlands-Frans) waarmee sterkere studenten aangetrokken worden. Werken aan en bewustwording van eigen competenties Economie en management Startbekwaamheden Economie en management Het werken met een POP wordt in de bachelor Handelswetenschappen, bachelor Handelsingenieur en bachelor BBA toegepast binnen specifieke opleidingsonderdelen. In de 1e bachelor is dit binnen Team & Taal of Team Project, waar samenwerkingsvaardigheden centraal staan. In het 2e bachelor jaar werken studenten rond communicatievaardigheden binnen het Geïntegreerd Ondernemingsproject (Integrated Business Project in de BBA). In het laatste bachelorjaar beschrijven studenten hun ontwikkelingen op zelfopgestelde doelen rond timemanagement, creatief denken en assertief onderhandelen in hun POP dat valt in het de opleidingsonderdelen Management Game en Cross Culturale Competences. Voor wiskunde worden in BBA jaarlijks oriënterende assessments uitgevoerd, voor studenten met een diploma van buiten de Raad van Europa worden bijkomende voorwaarden (SAT) opgelegd, via de website is een on-line test beschikbaar voor kandidaat-studenten (die gewezen worden op de moeilijkheidsgraad van wiskunde), tussentijdse testen voor wiskunde zijn ingevoerd, de plustrajecten worden jaarlijks herhaald. De resultaten van deze initiatieven worden opgevolgd via metingen van het analyseteam en van de cel studie- en trajectbegeleiding die voorgelegd worden aan het Faculteitsbestuur en de POC s. De minimumnormen van de SAT- en ACT-test werden opgetrokken. 107

109 De resultaten van tussentijdse testen, plustrajecten worden opgevolgd via metingen van het analyseteam en cel studieen trajectbegeleiding en besproken in Faculteitsbestuur en de POC s : op basis van verslag Cijfers en analyses SB werd een nieuw voorstel uitgewerkt ter optimalisatie van de initiatieven Mathematics in BA. Dit voorstel wordt half februari besproken in het Facbestuur. Rechten Bij instroom worden studenten met een zwakkere vooropleiding gescreend zodat ze van in het begin goed kunnen worden opgevolgd door hun individuele trajectbegeleider. Nederlandse taalvaardigheid Alle opleidingen Binnen alle opleidingen wordt er ruimte gemaakt om de studenten van de 1ste opleidingsfase te screenen op taalvaardigheid. Op basis van deze resultaten krijgen de studenten een advies omtrent hun taalcompetenties. Studenten die minder goed scoren op de taalproef worden geadviseerd zich verder te laten begeleiden door het Huis van het Nederlands om hun taalcompetenties te verbeteren. Dit kan een individuele begeleiding zijn of het volgen van thematische groepslessen. Economie en management Taalscreening: HW en HI: TaalVaST-test: - deelnemers: gemiddelde score: 60% - studenten boven 60%: studenten onder 60%: 170 Daarnaast schreven de studenten ook een motivatietekst voor taaldiagnose. MPM: TaalVaST-test: - deelnemers: 21 - gemiddelde score: 68% - studenten boven 60%: 15 - studenten onder 60%: 6 Wie minder dan 60% scoorde op TaalVaST en een slechte motivatietekst afleverde (enkel HW en HI), werd door de docenten naar het Huis van het Nederlands doorverwezen voor 3 individuele sessies van 30 minuten. Studenten die de individuele lessen niet volgden, konden niet slagen voor het examen voor Team & Taal. Studenten uit de specifieke lerarenopleiding legden geen digitale test af, maar werden uitgebreid gescreend door een taalbegeleider. De TaalVaST test: - geeft studenten een goed zicht op hun academische taalvaardigheid - is nuttig om taalbeleid te ontwikkelen - is bruikbaar voor benchmarking (bv. opleidingen E&M versus opleidingen KUL) Taalbegeleiding 103 studenten werden begeleid door het Huis van het Nederlands: - individuele begeleiding: 74 - groepslessen: 56 - begeleiding via

110 Doordat de meeste studenten verschillende vormen van taalbegeleiding combineerden, is het totale aantal deelnemers aan de taalbegeleiding niet gelijk aan de optelsom van de aantallen deelnemers per begeleidingsvorm. Schrijfvaardigheid Checklist meesterproefschrijven werd ter beschikking gesteld en bekend gemaakt op hubrussel.net Tevredenheidsenquête Slechts 14 studenten vulden de enquête in. Op basis van het kleine aantal kunnen geen conclusies getrokken worden. Meer info Zie rapport Huis van het Nederlands Op basis van een actieplan taalbeleid Nederlands werd de taalbeleidsondersteuning van het Huis van het Nederlands aan de faculteit E&M toegewezen. Onderdelen van het actieplan: Leerlijn schrijven uitwerken Online zelfstudiemateriaal verzamelen, ontwikkelen en communiceren Workshops niet-taaldocenten organiseren: feedback geven schrijftaken studenten en instructies opstellen voor schrijfopdrachten (papers, rapporten, ) Rechten Aan het begin van het academiejaar leggen alle eerstejaarsstudenten de taalscreening TaalVaST verplicht af. Het resultaat daarvan vormt de basis van een individueel trajectgesprek met elke student. De studenten die onder de cesuur van 60% scoren, worden doorverwezen naar een remediërend taalmonitoraat en het digitale leerplatform HUBwise (Community Taalondersteuning). Studie- en trajectbegeleiding op maat Economie en management Letteren Er is een uitgebreid team aan studentencoaches en docenten om studie- en trajectbegeleiding te voorzien. Dit gebeurt door middel van: Vrije begeleiding (studiecoaches staan steeds klaar om (meestal na afspraak) individuele studenten verder te helpen). Intensieve leergroepen: Dit is wanneer een studiecaoch studenten in een kleine groep (max 5 studenten) op wekelijkse/tweewekelijkse basis ziet voor economie of boekhouden. Leergroepen (interactieve monitoraten met aandacht voor oefeningen op de leerstof, voor een groepsfactor en voor study skills) Studenten uiten zich tevreden over de begeleiding. Leergroepstudenten scoren altijd beter dan het algemeen gemiddelde waaruit besloten mag dat de leergroepen een beduidend positief effect kunnen hebben op de studieresultaten. De faculteit Taal & Letteren heeft zes studiebegeleiders voor alle studenten van de eerste bachelor toegepaste taalkunde en taal- en letterkunde. 109

111 Rechten Overig Economie en management Letteren Elke studiebegeleider volgt gedurende het volledige academiejaar een beperkte groep studenten. Na elke examenperiode houden de studiebegeleiders globale nabesprekingen van de examenresultaten. Ze hebben dan bijzondere aandacht voor leer- en motivatieproblemen. Deze studiebegeleiding en de trajectbegeleiding (bachelor TT, bachelor TLK, schakel- en voorbereidingsprogramma s, Master in het vertalen/het tolken/de meertalige communicatie/de journalistiek) worden gecoördineerd door de cel studie- en trajectbegeleiding van de faculteit. Twee trajectbegeleiders zijn gedurende het volledige academiejaar beschikbaar voor individueel advies en hulp bij heroriëntatie. De faculteit Rechten heeft 12 trajectbegeleiders voor haar startende studenten. Elke begeleider volgt gedurende het volledige academiejaar een beperkte groep studenten. Na elke examenperiode houden de studiebegeleiders globale, individuele nabesprekingen van de examenresultaten. Ze hebben dan bijzondere aandacht voor leer- en motivatieproblemen. Verder wordt er vakinhoudelijke studiebegeleiding in kleine groepen aangeboden (monitoraat) voor vakken van het eerste bachelorjaar en zelfs ook nog, zij het afbouwend, voor vakken van het tweede bachelorjaar. Binnen Team & Taal (HW en HI) en Team Project (TP) verplichte opleidingsonderdelen in het 1e bachelorjaar organiseren studenten in teams van 6 à 8 personen een evenement voor het goede doel. Ten eerste leren studenten wat het is om in team samen te werken (omgaan met andere persoonlijkheden, nationaliteiten, achtergronden, culturen). Dat is vooral in het beroepsleven een essentiële vaardigheid. Via de tweede pijler wil dit project de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid van de studenten optimaliseren. In 2011 werd er een ankerpersoon diversiteit binnen de faculteit Talen aangesteld. Dit om het thema in de toekomst meer te doen leven in de opleiding zowel bij personeel als studenten. Begin 2012 werd met de studie- en trajectbegeleiders en met een aantal docenten een eerste sessie georganiseerd om te kijken hoe diversiteit een prominentere plaats kan krijgen in de oriëntatie en trajectbegeleiding van studenten, in de studieprogramma's. Er worden sindsdien regelmatig onderwijsseminaries georganiseerd over thema s die verband houden met diversiteit. 110

112 10. Taalbeleid en -ondersteuning Implementeren en borgen van een visie op taalbeleid Na een consultatieronde in alle gremia van de hogeronderwijsinstelling keurde het Directiecomité van de HUB op 28 juni 2012 de Visietekst taalbeleid goed. Daarin wordt de visie omschreven dat taalbeleid en diversiteitsbeleid met elkaar gemeen hebben dat ze erop moeten gericht zijn om de talenten van álle studenten te ontwikkelen. Een one size fits all aanpak werkt namelijk niet. Er wordt wel uitgegaan van een design for all aanpak, met specifieke ondersteuning van studenten uit kansengroepen, m.a.w. voor iedereen maar tegelijkertijd ook gedifferentieerd (waarbij bij de differentiatie keuzes moeten gemaakt worden). Het taalbeleid in de HUB beoogt daarom in de eerste plaats om alle studenten in staat te stellen de curriculumdoelstellingen te halen van de opleiding die ze volgen. Taalzwakke en anderstalige leerlingen die de schooltaal in casu het Nederlands onvoldoende beheersen, moeten de mogelijkheid hebben om taalondersteuning te krijgen om een voldoende kennis daarvan te verwerven. Het taalbeleid wil dat studenten in staat gesteld worden om de curriculumdoelstellingen van de opleiding die ze volgen te halen en te beantwoorden aan de verwachtingen en de eisen van het werkveld. Dit laatste blijft toch de maatstaf voor elke opleiding. Met het oog op het implementeren van een breed taalbeleid voor iedereen in de HUB, zijn er een aantal doelen op korte en op lange termijn. De doelen op studentniveau bestaan uit het vergroten van de schooltaalcompetentie (of de academische taalcompetentie) en de professionele taalcompetentie. De doelen op docentenniveau bestaan uit het ontwikkelen van competenties bij docenten om de taalvaardigheid van studenten te verhogen in onder meer de lessen en de cursussen. De doelen op HUB- en opleidingsniveau bestaan uit het scheppen van voorwaarden en het ontwikkelen van strategieën voor de implementatie van acties en het nakomen van afspraken, de evaluatie en de opvolging van het taalbeleid, de bijsturing en de facilitering van nieuwe acties. De ultieme doelstelling moet daarbij zijn dat iedere opleiding een taalbeleid heeft, min of meer uitgewerkt afhankelijk van het programma of de instroom en met het oog op betere studieresultaten en een beter studierendement. De strategische en operationele doelstellingen formuleren veel concreter de pijlers waarop het taalbeleid moet gestoeld zijn evenals de doelgroepen waarop het taalbeleid zich moet richten. Strategische doelstelling 1: Het taalbeleid moet zorgen voor het verhogen van de slaagkansen van de studenten door het realiseren van de volgende operationele doelstellingen: het bepalen van de starttaalcompetentie, het opsporen van lacunes en sterktes op het vlak van taalvaardigheid en het in de mate van het mogelijke (aan)bieden van remediëring, ondersteuning en verdieping. Strategische doelstelling 2: Het taalbeleid moet de academische taalvaardigheid voor studie en beroep bevorderen door het realiseren van volgende operationele doelstellingen: het uittekenen van leerlijnen en het implementeren van taalontwikkelend lesgeven. 111

113 Strategische doelstelling 3: Elke opleiding moet een (coherent) personeelsbeleid met aandacht voor taalcompetenties uittekenen DOOR het realiseren van volgende operationele doelstellingen: de aanwerving van taalvaardige docenten en het bewust maken en professionaliseren van docenten. De hoofdactoren die moeten toezien op de uitvoering van het taalbeleid in alle opleidingen van de HUB zijn de ankerpersonen taalbeleid die op regelmatige basis vergaderen in een Stuurgroep Taalbeleid met de taalbeleidcoördinator als voorzitter. In deze stuurgroep zetelen zogenaamde ankerpersonen taalbeleid, i.e. vertegenwoordigers van alle opleidingen/studiegebieden die zorgen voor de nodige feedback en het noodzakelijke draagvlak. Deze stuurgroep ondersteunt de HUB overkoepelende taalbeleidsprojecten en wisselt good practices uit de opleidingen uit. De stuurgroep vergaderde op 23 oktober 2012, 26 februari 2013 en 23 april Daarnaast hebben alle vakdocenten de verantwoordelijkheid om in hun onderwijsaanbod aandacht te hebben voor technieken en strategieën om de studenten taalvaardiger te maken en te helpen vermijden dat taal als een struikelblok in het leerproces wordt ervaren. HUB-KAHO implementeert een taalbeleid dat nauw aansluit bij de noden van de student en dat ondersteund wordt door moderne, didactische ontwikkelingen zoals taalscreening, taalondersteuning en taalontwikkelend lesgeven. Taken van de taalbeleidcoördinator Coördinatie taalbeleid (Nederlands) binnen de HUB Ontwikkelen en implementeren van een instellingsbreed taalbeleid Voorzitten, aansturen en opvolgen van de stuurgroep taalbeleid Ondersteunen bij de organisatie van de digitale instaptoets TaalVaST Opvolging OOF-projecten: Pen en papier. Writing-to-learn als krachtige leeromgeving voor kennisconstructie en Schrijfvaardig in het hoger onderwijs: krachtig schrijfvaardigheidsonderwijs voor instromende studenten in bacheloropleidingen. De taalbeleidscoördinator schetst elk academiejaar op de laatste vergadering van de UC-raad bevindingen en mogelijke evoluties en formuleert aanbevelingen. Deze aanbevelingen kunnen door decanen en studiegebieddirecteuren omgezet worden in taakstellingen, professionaliseringstrajecten, werkpunten tijdens overlegmomenten of aandachtspunten bij ECTS-werkzaamheden of bij ontwikkelingen van het toetsbeleid. Bijdragen tot professionalisering van docenten Ontwikkelen van een digitale leeromgeving met ondersteunend materiaal Communiceren over vormingsinitiatieven en studiedagen (intern en extern) Geven van taalprikkels (maandelijks gepost op intranet of verstuurd via een digitale nieuwsbrief) Geven van taalworkshops, met onder meer de keuze uit: 1) Hoe geef ik taalondersteuning? 2) Hoe geef ik feedback bij schriftelijke taken? 3) Hoe kan ik taalontwikkelend lesgeven? 4) Studenten talig sterk maken voor de bachelor- en masterproef (leerlijn en mogelijkheden rond taalcoaching). Dit kan gekoppeld worden aan 112

114 a) een voorafgaande bevraging van het werkveld i.v.m. de communicatie-opdrachten die onze studenten moeten kennen/kunnen, en b) opdrachten in de faculteit/opleiding enerzijds en in het secundair onderwijs anderzijds als aanloop naar de oplijsting van voor het werkveld & de faculteit/opleiding noodzakelijke taalcompetenties. 5) De mogelijkheden van writing to learn (WTL) voor kennisverankering van kernbegrippen voor de opleiding academisch schrijven 6) Een workshop Bachelor-/masterproef schrijven voor docenten of/en taalmonitoraat voor studenten. Ondersteunen van het taalbeleid in elke opleiding/faculteit Ondersteuning bij het uittekenen van een leerlijn Taalsterk naar de bacheloren masterproef Ondersteuning bij de ontwikkeling van een kijkwijzer (checklist) bij onder meer verslagen, bachelor- en masterproef, papers, opdrachten, projecten en mondelinge presentaties Ondersteuning bij het voorbereiden van een agendapunt taalbeleid bij de eigen overlegorganen met het oog op professionalisering en sensibilisering rond taalbeleid & taalondersteuning. Aanbieden taalbegeleiding voor studenten Elke faculteit/opleiding mag rekenen op de volgende ondersteuning: Digitale ondersteuning via de Community HUB-KAHO Taalondersteuning via het digitale leerplatform Toledo. Feedback naar de studenten toe: de taalbeleidcoördinator stuurt begin november een naar alle studenten met een sensibiliserende uitnodiging om taalondersteuningsoefeningen op deze Community te maken. Hierin wordt ook verwezen naar de ankerpersonen taalbeleid, een aantal kijkwijzers en de digitale schrijfhulp Na de taalscreening kunnen de eerstejaarsstudenten per faculteit/opleiding een taalmonitoraat op maat krijgen waarin de taalbeleidcoördinator onder meer aantoont waar ze extra ondersteuning en hulp kunnen vinden. Aanspreekpunt zijn voor alle stakeholders Ankerpersonen taalbeleid Alle decanen en studiegebieddirecteuren Huis van het Nederlands in Brussel CVO s in de buurt van de verschillende campussen Studenten NT2-studenten Expertise-uitbouw en vertegenwoordiging van de HUB Nederlands-Vlaams platform Taalbeleid Hoger Onderwijs Vlaams forum voor taalbeleid en taalbegeleiding Werkgroep Nederlands in het Hoger Onderwijs (NiHO) van de Associatie KU Leuven Conferentie Het Schoolvak Nederlands (in het HO) Netwerk Didactiek Nederlands Werking van de stuurgroep taalbeleid Samenstelling De stuurgroep taalbeleid bestaat uit de ankerpersonen taalbeleid per opleiding of studiegebied en wordt voorgezeten door de taalbeleidcoördinator. 113

115 Werking De stuurgroep is verantwoordelijk voor het uittekenen van een instellingsbreed taalbeleid, voor het uitwisselen van expertise, voor de bespreking van de resultaten van de digitale instaptoetsen en de opvolging ervan, voor het jaarlijks rapporteren aan de faculteitsgroepen en de kernteams van alle taalacties en taalbeleidsinitiatieven, voor het jaarlijks rapporteren aan de projectgroep Diversiteit van de samenwerking met het Huis van het Nederlands. De stuurgroep vergadert 3 keer per academiejaar. De verslaggeving gebeurt door een medewerker van het decanaat/groepssecretariaat. De verslagen worden bezorgd aan de leden van de stuurgroep en de leden van de UCraad. Taken ankerpersoon taalbeleid Bijwonen van de vergaderingen van de stuurgroep taalbeleid. Ervoor zorgen dat afspraken gemaakt in de stuurgroep taalbeleid in de eigen opleiding en/of het eigen studiegebied worden uitgevoerd. In overleg met de taalbeleidcoördinator concrete afspraken maken met andere betrokken partijen (CVO s, Huis van het Nederlands, ). Stimuleren en sensibiliseren van docenten en studenten van het eigen team (door onder meer een agendapunt Taalbeleid op elke vergadering van de eigen overlegorganen te agenderen). Implementeren van het taalbeleid in de eigen opleiding en/of studiegebied. Organiseren en opvolgen van de taalondersteuning in de eigen opleiding en/of het eigen studiegebied: planning van de taalscreening, ECTS-fiches, taalaandachtscontract/taalportfolio/pop, indien van toepassing. Aanspreekpunt zijn voor taalbeleids- en taalondersteuningsaspecten in de eigen opleiding en/of studiegebied. In elke opleiding is er een ankerpersoon taalbeleid. Voor de taakinvulling van de ankerpersonen taalbeleid wordt in de meeste opleidingen 5 % toegekend; voor de betrokken taaldocenten 1 %. Taalondersteuning voor studenten ontwikkelen en aanbieden Meten is weten. Alle opleidingen nemen daarom de digitale taalscreening TaalVaST af van de instromende studenten. De belangrijkste functie van de taalscreening in het begin van het eerste bachelorjaar is studenten een signaal geven in verband met hun taalvaardigheidsniveau. De test heeft geen diagnosticerende functie, maar is enkel bedoeld om een beeld te geven van de algemene taalvaardigheid van de student: heeft de student voldoende taalcompetenties verworven om aan hogere studies te beginnen? Er zijn twee varianten van de digitale test: een test die ontwikkeld is om de taalvaardigheid van studenten uit het academisch onderwijs te screenen en een versie voor studenten uit de professionele opleidingen. We gebruikten de academische test voor de studenten uit Economie&Management, Rechten en de studenten Toegepaste Taalkunde. De andere studenten legden de test voor de professionele opleidingen af. Onderstaand staafdiagram toont dat de gemiddelde score in HUB 70,59% en in KAHO 72,75% bedraagt. De iets lagere score voor HUB-studenten is te verklaren door de grotere instroom van NT-2-studenten. De scores liggen net boven de cesuur van 70 %. Bovendien blijkt dat de drie probleemgebieden te maken hebben met taal- en denkstrategieën. Daarom wordt er vanaf dit academiejaar sterker ingezet op de professionalisering van vakdocenten op het vlak van taalontwikkelend lesgeven. 114

116 De vergelijking tussen de verschillende vooropleidingen van eerstejaarsstudenten op het vlak van de taalscreeningsresultaten is weinig verrassend: In het academiejaar werd door de KU Leuven één gemeenschappelijk digitaal taalplatform ontwikkeld. Daarvoor werd in de loop van het jaar gecontextualiseerd taalondersteuningsmateriaal voor de PO samengesteld ter ondersteuning (o.a. via begeleid zelfstandig leren ) en remediëring (o.a. via taalportfolio s) van studenten die problemen hebben op het vlak van lezen, schrijven, luisteren, spreken en/of wetenschappelijke woorden. Het Directiecomité van HUB-KAHO besliste toen om dit platform aan te kopen en ter beschikking te stellen van alle studenten en docenten via de nieuwe Community HUB-KAHO Taalondersteuning op Toledo. Dit werkt kostenbesparend, zowel in ontwikkeling, in implementatie als in onderhoud. Dit is bovendien conform aan de twee belangrijkste strategische doelstellingen van het taalbeleidsplan van HUB-KAHO dat niet alleen wil fungeren als hefboom voor een verhoging van de slaagkansen van de studenten maar ook de taalvaardigheid voor studie en beroep wil helpen bevorderen. 115

117 Om taalbegeleiding en het taalbeleid - conform de Visietekst taalbeleid - te behouden en verder te ontwikkelen vanaf werd op de vergadering van de Projectgroep Diversiteit van de HUB van 27 juni 2011 het volgende beslist: Het taalbeleid wordt verder centraal georganiseerd (0,25 VTE, Huis van het Nederlands, Aanmoedigingsfonds, 5 jaar). De taalbegeleiding gebeurt decentraal: d.w.z. door de opleidingen zelf georganiseerd. De opleidingen bepalen dus zelf op welke manier de continuïteit en verdere ontwikkeling van de taalbegeleiding in de opleiding gebeurt. Taalbeleidsondersteuning door het Huis van het Nederlands (HvHN) De opleiding Economiue en Management kreeg voor 25 % VTE ondersteuning van het HvNB voor taalbeleid. In samenwerking met de ankerpersoon taalbeleid in de faculteit kon het HvHN de volgende taalbeleidsacties verwezenlijken: sensibilisering van de opleiding over een plan van aanpak rond taalbeleid via de POC s aan het begin van het academiejaar docentenenquête afgenomen door het HvHN bij de docenten rond het belang van taalvaardigheid, taalbegeleiding en de rol van de docent daarbij. Daaruit bleek dat de docenten doordrongen zijn van het belang van taal. De meerderheid van de docenten geeft ook feedback op taal. Professionalisering van de docenten is echter nog nodig op het vlak van taalontwikkelend lesgeven en het geven van goede instructies enfeedback. talige ijkpunten voor masterproeven: de kerngroep Masterproeven maakte werk van o.a (evaluatie)criteria en specifieke afstemming van topics van de masterproeven op de respectieve opleiding. Het HvNB gaf feedback op het voorstel van de kerngroep op het vlak van taal. ontwikkeling van een checklist en een feedbackformulier wetenschappelijk schrijven op maat van de opleiding. Deze documenten zijn tijdens de eindwerksessies voorgesteld aan masterproefschrijvers, en in 2 workshops aan een 20-tal docenten. workshops voor docenten: een 20-tal docenten kreeg begin februari een workshop over het geven van goede instructies en feedback bij schrijfproducten. Leerlijn Schrijven: in overleg met de vice-decaan Onderwijs en de verantwoordelijke docenten Handelsingenieur (HI), Handelswetenschappen (HW) en Milieu- en Preventiemanagement (MPM), werd gewerkt aan een leerlijn Schrijven. Deze zal geïntegreerd worden in de leerlijnen Academische Vorming en Ondernemend Leren. Per opleidingsfase wordt één opleidingsonderdeel gekozen waarin studenten een individuele schrijftaak moeten maken. Docenten geven feedback op de taal van de schrijftaak via een op maat ontwikkeld feedbackformulier. De feedback wordt opgenomen in de portfolio van de student. Er werden plannen gemaakt voor een community taal op HUBwise (met checklists, links naar remediëringsmateriaal ) waar docenten en studenten terecht kunnen. Er wordt geen punt op taal gegeven (wel eventueel een punt voor een goede tekst en vice versa). Er komt een open aanbod met workshops taalontwikkelend lesgeven. 116

118 Professionalisering van docenten Op 14 mei 2013 organiseerde de taalbeleidcoördinator als bestuurslid van het Vlaams Forum Taalbeleid en Taalondersteuning een studiedag Talig sterk naar de bachelorproef in de HUB-campus Brussel. Een twintigtal docenten van HUB-KAHO volgde een van de drie aangeboden workshops, nl. Kijkwijzers en score; Leerlijn naar bachelorproef en Ondersteunen van studenten naar bachelorproef. Het workshopmateriaal werd nadien bezorgd aan alle ankerpersonen taalbeleid. Via een maandelijks verstuurde taalprikkel en de agendering van taalbeleidsaspecten tijdens de OT s (opleidingsteams) worden alle docenten op regelmatige basis gesensibiliseerd rond taalbeleid en taalondersteuning. Onderzoek De taalbeleidcoördinator is co-promotor van 3 OOF (Onderwijsontwikkelingsfonds)- onderzoeken en neemt in die hoedanigheid deel aan alle stuurgroepvergaderingen van deze onderzoeksprojecten, nl. OOF 2011/25 PEN EN PAPIER! Writing To Learn (WTL) als krachtige leeromgeving voor kennisconstructie. De opleiding Voedings- en dieetkunde en BaKO doorliepen het hele traject. (De opleidingen Verpleegkunde en BaLO stapten pas tijdens het academiejaar in). Via een grondige behoefteanalyse in vier opleidingen werd eerst het kernbegrippenapparaat van de bachelor Kleuteronderwijs (BaKO) en bachelor Voedings- en dieetkunde (VD) afgebakend. Aansluitend hierbij werden Writing To Learn-taken ontwikkeld die vakoverschrijdend inzetbaar zijn. De output van dit proces zijn twee opleidingsspecifieke digitale bronnenboeken met Writing To Learn-taken rond een overzichtelijk aantal (maximaal 50) opleidingsspecifieke begrippen die behoren tot de kennisbasis van het beroep waartoe opgeleid wordt. De ervaringen in deze opleidingen vormen de basis voor een opleidingsoverstijgend stappenplan WTL-taken (inclusief instrumentarium) dat andere bacheloropleidingen associatiebreed de mogelijkheid biedt zelf een bronnenboek met Writing To Learn-taken rond de eigen basisconcepten samen te stellen. Gelijktijdig werd een opleidingsoverstijgend professionaliseringspakket Taalontwikkelend Onderwijs samengesteld, aan de hand waarvan andere (bachelor)opleidingen associatiebreed autonoom met taalontwikkelend onderwijs aan de slag kunnen gaan, mede geïnspireerd door WTL-taken rond een opleidingsspecifiek kernbegrippenapparaat. OOF 2010/28 Schrijfvaardig in het HO: krachtig schrijfvaardigheidsonderwijs voor instromende studenten in BA-opleidingen. Materiaalontwikkeling voor Office en Bedrijfsmanagement, Verpleegkunde en de Lerarenopleiding (lager onderwijs of kleuteronderwijs). OOF 2012/29 Elektronisch Platform Wetenschappelijk schrijven om de digitale schrijfhulp Academisch Nederlands ( verder te ontwikkelen. In het academiejaar woonde de taalbeleidcoördinator een aantal resonantievergaderingen van dit OOF-project bij en werd er verder promotie rond deze tool bij docenten en studenten in HUB-KAHO gemaakt. 117

119 Taalondersteuning voor arbeiders in de HUB De onderhoudsmedewerkers van de HUB die het Nederlands nog niet voldoende beheersen, werken sinds november 2011 volop aan hun taalvaardigheid. Sommigen volgen lessen met een lesgever van de VDAB, anderen nemen deel aan conversatietafels die van einde augustus tot einde november georganiseerd worden door de personeelsdienst. Deze werkt hiervoor samen met het Huis van het Nederlands voor de niveaubepaling. De begeleiding gebeurt door twee docenten van de bachelor Sociaal Werk. In het academiejaar vond dit initiatief voor de tweede keer plaats. Er waren 8 deelnemers waardoor de groep in twee moest gesplitst worden. Het initiatief trok ook heel wat media-aandacht. Lees hier een selectie artikels over de conversatietafels: krantenknipsel uit De Metro 118

120 Bijlagen Bijlage 1 Beleidsopties voor de Internationalisering van HUB-EHSAL Beleidsopties voor de Internationalisering van Hogeschool-Universiteit Brussel Uitgangsdefinities Met internationalisering bedoelt de HUB de integratie van de internationale en globale dimensie in al haar processen (Knight, J, 1999). Internationalisering van de Hogeschool/Universiteit, als de unieke maatschappelijke instelling die zich wijdt aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening, zal zich bijgevolg tegelijkertijd op elk van deze functies richten. Voor een instelling van hoger onderwijs, die menselijk kapitaal zowel aan de inputals aan de outputzijde van haar processen heeft, past het evenwel om internationalisering allereerst vanuit het perspectief van het individu te bekijken. In dat opzicht kan internationalisering gedefinieerd worden als het proces waarin studenten, onderwijzend en administratief personeel vanuit diverse achtergronden interageren met het oog op de ontwikkeling van hun vermogen om effectief te leven en werken in een internationaal gerichte omgeving (Knight en de Wit, 1995). Om dat te realiseren zijn ingrepen in zowat alle processen noodzakelijk. Principes De HUB internationaliseert vanuit een geloof in de meerwaarde van de internationale ervaring voor het individu en zijn omgeving. Dit doet geen afbreuk aan de zorg van de instelling voor het behoud van de nationale of organisatorische identiteit en traditie. Curricula internationaliseren behelst meer dan internationale inhouden inbouwen in programma s: ze moeten even goed beantwoorden aan lokale en regionale behoeften. De internationaal competente student leert niet alleen over andere culturen: hij ontwikkelt en versterkt tegelijkertijd zijn eigen identiteitsbesef. Internationaal onderzoek is meer dan onderzoek van internationale kwesties of de benadering van problemen vanuit diverse perspectieven en met diverse methoden: het is veeleer het doorbreken van disciplines en tradities om nieuwe manieren om tot inzichten te komen te ontwikkelen. De HUB verkiest duurzame internationalisering expliciet boven het volgen van trends: het instellingsbeleid stemt internationale eisen af op lokale en regionale verwachtingen; strategische partners worden geïdentificeerd met het oog op samenwerking op de lange termijn; bij de opstart van internationaliseringsinitiatieven worden onmiddellijk de voorwaarden voor mainstreaming geschapen. De HUB wil voor al haar studenten, docenten en medewerkers de kansen maximaliseren en de belemmeringen minimaliseren om een vruchtbare en verrijkende confrontatie aan te gaan met een samenleving en een werkveld die in toenemende mate internationaal en multicultureel worden. Het internationaliseringsbeleid is gericht op wereldwijde contacten. De HUB zal erop toezien dat die contacten in wederzijds respect verlopen. Dit is een noodzakelijke voorwaarde om voor alle betrokken partijen een bron van verrijking te kunnen zijn. Mede door haar vestiging in Brussel, de Europese hoofdstad, besteedt de HUB in het bijzonder veel aandacht aan de Europese context van het internationaliseringsproces en de specifieke Europese verworvenheden. De HUB ziet de diversiteit ten gevolge van het samenleven van gemeenschappen en regio s in de nationale context als een bijkomende kans. Bij de ontwikkeling en uitvoering van internationale activiteiten zal de HUB de rigoureuze kwaliteitsstandaarden hanteren die haar onderwijs kenmerken. Op die manier wil de hogeschool ook effectief bijdragen tot de wereldwijde promotie van uitmuntendheid in onderwijs en onderzoek. 119

121 Context De Europese instanties erkennen de belangrijke rol van onderwijs en vorming als een integraal onderdeel van het Europese economische en sociale beleid, als een instrument om Europa s competitieve kracht wereldwijd te stimuleren en als een garantie voor de cohesie van onze samenlevingen en de volwaardige ontwikkeling van onze burgers. De Europese Unie staat voor de strategische doelstelling om de meest dynamische kennis-gebaseerde economie ter wereld te worden. De promotie van zowel hoger onderwijs als beroepsonderwijs zijn cruciale en integrale onderdelen van deze strategie, in het bijzonder in termen van sociale inclusie, cohesie, mobiliteit, tewerkstelbaarheid en competitiviteit. De Bolognaverklaring beoogt één Europese onderwijsruimte gestalte te geven met een maximale transparantie en kwaliteit van opleidingsstructuren en - curricula. Dit moet de verhoging van de mobiliteit in het onderwijs en op de arbeidsmarkt ten goede komen. Ook de (toepassing van de) Lissabonconventie over de erkenning van buitenlandse diploma s en studieverblijven zal de horizontale en verticale mobiliteit van lerenden in het hoger onderwijs stimuleren. Met de Verklaring van Kopenhagen worden de doelstellingen van transparante kwalificatiestructuren en uitwisselbaarheid van competenties en kwalificaties tussen landen verruimd naar het beroepsonderwijs. Doelstellingen/acties Internationale competentie bij studenten ontwikkelen en valoriseren De zogenaamde internationale competentie is veelzijdig, maar kernwoorden zijn: kennis van de wereld, vaardigheden om in een internationale omgeving te functioneren en ervaring uit de eerste hand van die wereld. Daarom 1. voorziet de HUB in een ruim en divers aanbod van volledig geïntegreerde, voor zoveel mogelijk studenten toegankelijke én erkende study abroad mogelijkheden. Internationale studentenmobiliteitsprojecten die zich inschrijven in de principes van duurzame ontwikkeling, aansluiten bij de Noord-Zuidproblematiek of met een uitgesproken ontwikkelingsrelevante inhoud worden in het bijzonder aangemoedigd; 2. maximaliseert de HUB de leerervaring van alle (zowel binnen- als buitenlandse) studenten, door aanbieden van een internationaal curriculum en leeromgeving. Internationale competentie bij personeel ontwikkelen en valoriseren Het succes van bovengenoemde doelstellingen is sterk afhankelijk van de internationale sensitiviteit en competentie van het HUB-personeel. Daarom 3. moedigt de HUB bij haar medewerkers de deelname aan internationale activiteiten aan; 4. valoriseert de instelling de internationale competentie van haar personeel bij selectie en promotie. Internationaal samenwerken 5. De HUB zal bestaande internationale partnerschappen en netwerken permanent evalueren, informatie daarover uitwisselen tussen de diverse studiegebieden en nieuwe strategische partnerschappen opzetten met geselecteerde instellingen voor hoger onderwijs en andere relevante organisaties in binnen- en buitenland. 6. Internationale samenwerking op het gebied van (toegepast) wetenschappelijk onderzoek en in dienstverleningsprojecten wordt aangemoedigd, met het oog op de uitstraling en de versterking van de professionele en academische bekwaamheden van het docentencorps. 120

122 Modules en studieprogramma s aanbieden aan een internationaal publiek met een professionele dienstverlening 7. De HUB ontwikkelt internationale modules die in bestaande studieprogramma s voor zowel buitenlandse als eigen studenten geïntegreerd worden. Waar mogelijk worden ook buitenlandse gastdocenten betrokken bij deze modules. 8. De HUB biedt anderstalige diplomagerichte opleidingen aan die aantrekkelijk zijn voor buitenlandse studenten en creëert een stimulerende studie- en leefomgeving voor deze studenten. Daarbij wordt de integratie van buitenlandse en lokale studenten aangemoedigd. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de gezamenlijke ontwikkeling van studieprogramma s met buitenlandse partners, die bij voorkeur leiden tot gemeenschappelijke of meervoudige diploma s. 9. Buitenlandse studenten kunnen in de HUB overal rekenen op professionele, klantgerichte én meertalige dienstverlening. Het internationale karakter en ambities van HUB delen met de gemeenschappen waarin we actief zijn 10. Met het oog op internationalisering wil de HUB in Vlaanderen en Brussel actief samenwerken: in het kader van de Associatie KULeuven, als partner in transnationale activiteiten die door (leden van) de associatie worden opgezet of ondersteund; in de Brusselse context, bij activiteiten zoals de organisatie van Nederlandse taalcursussen en socio-culturele activiteiten,sociale dienstverlening voor buitenlandse studenten en internationale communicatie en promotie; met elke andere partner, voor zover de doelstellingen van het internationaliseringbeleid van de HUB hierdoor optimaal geïmplementeerd kunnen worden en met name de internationale studie- en carrièrekansen van studenten en alumni vergroten. Prioriteiten in het kader van het Life-long Learning Programme ( ) Internationale competentie ontwikkelen bij studenten: studentenmobiliteit 1. Transnationale uitgaande studentenmobiliteit structureel inbouwen in de curricula van alle opleidingen, om het hoofd te bieden aan de toenemende complexiteit (en werklast) van de samenstelling van geïndividualiseerde studiepakketten, om de internationale competentie de plaats te geven die onze beleidsopties ze toekennen, om de student met het oog op tewerkstelling en in het kader van levenslang leren bijkomende kansen te geven om voor hem relevante opleidingsonderdelen in het buitenland te kiezen, om de horizontale mobiliteit te verhogen en dus het aantal mobiele studenten te maximaliseren. 2. Vanuit onze professionele oriëntatie maximaal gebruik maken van de kansen tot transnationale university-enterprise co-operation, in het bijzonder onder de vorm van de organisatie van buitenlandse stages. Internationale competentie bij personeel ontwikkelen en valoriseren 3. Bestaande vormen van personeelsmobiliteit blijven aanmoedigen, bv docentenmobiliteit in het kader van Erasmus, deelname aan internationale congressen, oa door de vereenvoudiging van administratieve procedures 4. Nieuwe vormen van personeelsmobiliteit exploreren waar de traditionele hinderpalen minder spelen Internationaal samenwerken 5. Het partnerbeleid afstemmen op het accreditatiekader en competentiegerichte mobiliteit: de selectie- en evaluatieprocedure van transnationale partners herzien 121

123 in functie van internationaliseringsdoelen van de opleidingen, in functie van de accrediteringsvereisten m.b.t. internationalisering en met oog voor een redelijke verhouding tussen inkomende en uitgaande mobiliteit. 6. De partnerschappen buiten Europa uitbreiden, in het bijzonder in functie van studenten- en docentenmobiliteit. Modules en studieprogramma s aanbieden aan een internationaal publiek met een professionele dienstverlening 7. Het aanbod van en communicatie over anderstalige opleidingsonderdelen voor inkomende uitwisselingsstudenten optimaliseren 8. De internationale communicatie en marketing professionaliseren, in het bijzonder de digitale communicatie stroomlijnen en de interne afspraken uitvoerig documenteren. De alumnus zal blijk geven van internationaal inzicht als professional én als burger indien: 1. Algemene indicatoren voor internationale competenties bij afgestudeerden (gebaseerd op: Leask, B. Bridging the Gap: Internationalizing University Curricula. Journal of studies in International Education, Volume 5, Number 2, Summer 2001): Hij/zij een globale visie kan ontwikkelen en thema s vanuit een gedifferentieerd perspectief kan beschouwen Hij/zij zich bewust is van de eigen cultuur en de daaraan verbonden inzichten alsook van andere culturen met andere inzichten Hij/zij het verband kan waarderen dat er bestaat tussen de lokale studiegebieden en beroepsconventies in andere culturen Hij/zij erkent dat interculturele thema s relevant zijn voor de uitoefening van een professionele activiteit elders, buiten zijn/haar eigen cultuur Hij/zij het belang aanvaardt van een multiculturele diversiteit voor de uitvoering van een beroep en voor het burgerzijn Hij/zij de complexe en interactieve factoren naar waarde weet te schatten die betrekking hebben op cultuur en culturele relaties Hij/zij de diversiteit in taal en cultuur naar waarde kan schatten Hij/zij de internationale standaard en praktijk van het beroepsleven naar waarde weet te schatten en ook zelf kan toepassen Hij/zij zich bewust toont van de implicaties van lokale beslissingen en handelingen voor de internationale gemeenschap en van internationale beslissingen en handelingen voor de lokale gemeenschap - Knight, J. (1999) Internationalization of Higher Education, OECD, Paris - Knight, J. en H. de Wit (1995) Strategies for Internationalization of Higher Education: Historical and Conceptual Perspectives. Strategies for Internationalization of Higer Education. H. de Wit. Amsterdam, EAIE 122

124 Bijlage 2 Beheersovereenkomst Aanmoedigingsfonds DIVERSITEITSBELEID HOGESCHOOL-UNIVERSITEIT BRUSSEL Interventielogica DOEL (waartoe het HUBproject op termijn moet bijdragen) = doelstellingen van de Minister (aanmoedigingsfonds) Beschrijving (art. 44 financieringsdecreet) Evenredige/ verhoogde participatie van alle kansengroepen, zowel bij - instroom, - doorstroom - uitstroom Indicatoren Benchmarks aan de hand waarvan voortgang gemeten wordt Eventueel door overheid opgelegde resultaatsindicatoren. Zie intern document doelgroepen + indicatoren; zie ook VLOR-advies registratie. Assumpties/ KSF (Kritische Succesfactoren) Er is voldoende gekwalificeerde uitstroom uit Secundair Onderwijs. BEOOGD EFFECT (resultaat dat aan het einde van het project gerealiseerd kan zijn, = buiten de directe controle van het PM) De HUB is een instelling die op een verantwoorde manier omgaat met diversiteit, dat wil zeggen Studenten en personeelsleden gaan zorgzaam om met diversiteit; Zie Outputs hieronder. Er is inderdaad een rechtstreeks verband tussen zorgbreedte en interculturele competentie enerzijds én in-, door- en uitstroom van kansengroepen anderzijds. De pedagogische en didactische voorwaarden voor een effectieve diversiteitsaanpak (op alle niveaus) zijn ingevuld; De instelling is uitgebouwd tot een interactieve en lerende organisatie; Alle geledingen zijn nuttig divers in functie van hun doelstellingen; 123

125 De instelling als leer- en leefomgeving heeft een plaats binnen een breed netwerk van partners. LOGISCH KADER OUTPUTS 2016 (De gewenste resultaten die behaald zullen zijn zodra de projectactiviteiten zijn uitgevoerd) 1. De competentie verantwoord omgaan met diversiteit is structureel ingebouwd in alle competentieprofielen van het personeel. Eerste rapporteringsperiode 1 : zie Mijlpalenplan Met betrekking tot valorisatie competentie: goedkeuring HOC 2. Er is een progressief sensibiliseringsen vormingstraject voor het personeel. Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan De competentie verantwoord omgaan met diversiteit is structureel ingebouwd in alle curricula (studenten) Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan Er is een coherent communicatiebeleid met betrekking tot diversiteit en zorgbrede aanpak. Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan Inclusieve communicatie (uniforme boodschap + instrumenten, diverse kanalen) is effectiever dan exclusieve. 5. Het secundair onderwijs en Eerste rapporterings- 1 Het diversiteitsbeleidsplan van de HUB overbrugt twee rapporteringsperioden voor het aanmoedingsfonds (dwz twee beheersovereenkomsten). De outputs zullen gerealiseerd zijn op het einde van de tweede contractperiode via mijlpalen. 124

126 thuismilieu van (kandidaat)- studenten wordt systematisch betrokken bij de werking van de HUB. 6. Alle advies-, overleg en beleidsorganen zijn nuttig divers in functie van hun samenstelling. 7. Begeleide reflectie m.b.t. eigen competenties is ingebouwd in alle opleidingen mét aandacht voor de valorisatie van surplus (studenten). 8. Er is communicatie en samenwerking tussen diverse (groepen van) studenten. 9. Er is Nederlandse taalbegeleiding voor alle (geïnteresseerde/taalzwakke) studenten. 10. Er is een gestructureerd hogeschoolbreed voorbereidings- en begeleidingsaan bod in functie van (her)oriëntatie van studenten. 11. De infrastructuur is periode: zie Mijlpalenplan Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan Eerste rapporterings- Alleen bij nieuwbouw kan 125

127 afgestemd op het diversiteitsbeleid. 12. Bij aanwerving van personeel wordt (diversiteit aan) competentie als uitgangspunt genomen. 13. Het diversiteitsbeleid is wetenschappelijk onderbouwd (onderzoek). 14. Duurzaamheid is een gemeenschappelijke focus voor het onderzoek aan HUB-EHSAL. 15. (Gecofinancierde) samenwerkingsprojecten ter ondersteuning van het diversiteitsbeleid worden uitgevoerd. periode: zie Mijlpalenplan Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan Eerste rapporteringsperiode: zie Mijlpalenplan maximaal rekening gehouden worden met de behoeften inzake toegankelijkheid en diversiteit. Voldoende financiële (investerings)- middelen beschikbaar Aanbod op de arbeidsmarkt is toereikend. Overheden stellen voldoende projectmatige middelen ter beschikking ter stimulering van hun diversiteitsdoelstellingen (voldoende jaarlijkse oproepen). 126

128 Activiteiten (Stappen die we tijdens eerste rapporteringsperiode zullen ondernemen in functie van realisatie van outputs) Projectmanagement Zie document Opdracht en Werking Diversiteitsorganen. De Projectgroep diversiteit stuurt het diversiteitsproject en volgt het op De Resonantieraad reflecteert over het diversiteitsbeleid en geeft adviezen + input De adviseur diversiteit ondersteunt opleidingen en diensten met betrekking tot diversiteit De adviseur diversiteit rapporteert over de voortgang van het project (incl. evaluaties in kader van de beheersovereen komst) Projectevaluatie Bestaande interne meetinstrumenten aanpassen in functie van het diversiteitsbeleid (indicatoren) + eventueel ontwikkelen Inputindicatoren (resources) Op jaarbasis 2 Personeel 12*0.1 VTE leden PG diversiteit/ interne leden Resonantieraad 0.5 VTE diversiteitsadviseur (CIP) Werking 500 euro catering bijeenkomst en RR Personeel 0.1 VTE expert statistische analyse en metingen (DOK) 0.1 VTE administratieve medewerker statistische 2 Alleen direct toewijsbare en eenvoudig meetbare (supplementaire) kosten worden opgenomen/gekwantificeerd. In principe op jaarbasis, tenzij anders gemarkeerd. Indirecte kosten niet expliciet vermeld=15 procent op personeel- en werkingskost. 1VTE=gem euro op jaarbasis. 127

129 nieuwe instrumenten Metingen uitvoeren Resultaten analyseren Interne (en externe) communicatie van de resultaten Diversiteitsbeleid bijsturen in functie van de resultaten Werkpakket (Digitaal) beheerssysteem uitwerken voor competentiemanagement 1.2 Opleidings- en intervisietraject voor leidinggevenden uitwerken 1.3 Leidinggevenden vormen 1.4 (Diversiteits)- competentie ontwikkelen op de werkvloer (aanbrengen in functioneringsgesprekken, evaluatie e.d.m.) Werkpakket Brede sensibilisering via grootschalige (instellings- of onderwijsgroepbrede) jaarlijkse activiteit 2.2 Voorbereiden van vormingsaanbod 2.3 Vormingsaanbod realiseren 2.4 Bestaande HUB-diversiteitsinitiatieven bekend maken 2.5 Nieuwe collega s vormen analyse en metingen (DOK) 0.1 VTE opvolging evaluaties (CIP) Personeel 0.1 VTE HRM expert (PER) 0.1 VTE softwareontwikkelaar (INF) x VTE deelnemers training Werking euro opleiding Personeel 3*0.1 VTE coördinatoren (CIP, DOK) x VTE deelnemers training Werking euro sensibiliseringscampagne/event euro opleiding (externe trainers) 128

130 met betrekking tot omgaan met diversiteit Werkpakket Competentie ingesteldheid tot duurzaam handelen, met inbegrip van zorgzaam omgaan met diversiteit formeel opnemen in alle competentieprofielen 3.2 Tool (vademecum) uitwerken ter ondersteuning van de opleidingen bij het werken aan die competentie 3.3 Tool bekendmaken in de opleidingen en beperkt implementeren 3.4 Evaluatie en bijsturing tool + actieplan voor tweede rapporteringsperiode Werkpakket Nieuw beeldmateriaal systematisch screenen op voldoende zichtbaarheid van diversiteit 4.2 Testimonial van diverse studenten met betrekking tot diversiteit en zorgbrede aanpak verzamelen en integreren in nieuwe publicaties Personeel 0.4 VTE ontwikkelaar (CIP) Werking euro druk tool/aanmaak website Personeel (1 VTE medewerker MARCOM Werking X euro ten behoeve van ingeschakelde studenten Voor deze personeelskost worden aanvullende externe middelen ingezet 3. 3 Indien bijkomende externe middelen kunnen worden geworven, zal daarover eveneens gerapporteerd worden in het jaarverslag. 129

131 4.3 Expliciet aandacht besteden aan het diversiteitsbeleid van de instelling in de verschillende kennismakingsbrochures voor kandidaatstudenten 4.4 Diverse studenten (incl. uit kansengroepen) inschakelen als informant en/of onthaalmedewerker op infodagen 4.5 De HUB vertegenwoordigen op instellingsovershrijdende specifieke infomomenten, incl. voor kansengroepen Werkpakket Activiteiten organiseren ten behoeve van leerlingen derde graad secundair onderwijs in functie van doorstroom naar het hoger onderwijs (andere projectmatige activiteiten: via WP 15) 5.2 Een divers samengestelde Resonantieraad van scholen SO adviseert met betrekking tot genomen/te nemen initiatieven 5.3 Studiedag organiseren ten behoeve van Personeel 0.5 VTE medewerker (DCR) 0.2 VTE applicatie ontwikkelen (INF) Werking 2000 euro studiedag 200 euro vergaderingen RR 130

132 studiekeuzebegeleiders in het secundair onderwijs, met aandacht voor diversiteit (uitwisseling van kennis en ervaring) 5.4 Een interne werkgroep scholen SO zorgt opleidingsoverschrijdend voor de bespreking van het thema diversiteit (uitval, heroriënteringsmogelijkheden e.d.m.) Werkpakket Nuttige diversiteit in functie van doelstellingen definiëren (tweejaarlijkse bevraging raden en organen) 6.2 Aanwezigheid nuttige diversiteit meten (tweejaarlijkse bevraging raden en organen) 6.3 Resultaten analyseren en terugkoppelen in functie van continue verbetering Werkpakket Inventariseren van aanbod (bestaande initiatieven binnen HUB- EHSAL): m.b.t. reflectie studenten over competenties; m.b.t.aanbod van ondersteuning Personeel Verrekend in werkpakket 13. Personeel 0.5 VTE coördinatie ism CSB&V 131

133 bij competentieontwikkeling 7.2 Analyse en beschrijving van goede praktijken (o.a. POP) 7.3 Communicatie m.b.t. goede praktijken en sensibilisering opleidingen in functie van bredere toepassing Werkpakket Inventarisatie bestaande initiatieven 8.2 Uitvoeren van één supplementair extracurriculair initiatief 8.3 Uitwerken van een opleidingsoverschrijdend initiatief ingebed in curricula 8.4 Uitvoeren van het curriculaire initiatief 8.5 Evaluatie en opmaak uitbreidingsplan Werkpakket Bestaand aanbod taalondersteuning HUB inventariseren + behoefte opleidingen meten 9.2 Concept uitwerken voor ingebedde taalondersteuning en voorleggen aan opleidingen 9.3 Taalondersteuning realiseren, m.i.v. ingebedde taalondersteu- Personeel 0.2 VTE coördinatie ism CSB&V Werking 2500 euro extracurriculair initiatief Personeel 4*0.1 VTE interne coördinatie (CIP, TT, KUB, OPObedrijfskunde) xvte taaldocenten Werking (1* euro contract HvN) Voor de vergoeding van het HvN worden aanvullende externe middelen ingezet 132

134 ning in beperkt aantal opleidingen 9.4 Evalueren en mijlpalenplan opmaken (uitbreiding naar andere opleidingen) Werkpakket Inventarisatie aanbod begeleidingsinitiatieven bij in- en doorstroom HUB 10.2 Opleidingsoverschrijdende overleggroepen opstarten 10.3 Opleidingsoverschrijdende overleggroepen werken initiatieven uit en maken aanbod bekend (o.a voorbereidingscursussen, assessments studenten) 10.4 Evaluatie van de initiatieven en opmaak mijlpalenplan Werkpakket Studeerplekken voor studenten uitbreiden 11.2 Nieuwe eeten ontmoetingsruimtes voor studenten inrichten 11.3 Diversiteit zichtbaar maken in de gebouwen van de HUB Personeel 0.5 VTE coördinatie i.s.m. CSB&V x VTE deelname en opvolging overleggroepen Werking euro aankoop testsysteem (basislicentie) Personeel 0.2 VTE (logistieke diensten) Werking Verfraaiing: ( euro) De helft van deze verfraaiingskost is ten laste van aanvullende externe middelen. 133

135 11.4 Voorwaarden nieuwe gebouwen vastleggen Werkpakket Opleiding leden selectiecommissies m.b.t. competentiegericht selecteren en diversiteit in teams 12.2 Toevoegen diversiteitscompetentie aan selectiecriteria (en opnemen in template verslag) 12.3 Aangepast onthaaltraject uitwerken met aandacht voor de coachende rol van peter/meter 12.4 Nieuwe medewerkers aangepast onthalen 12.5 Aangepaste begintekst voor vacatures opmaken en gebruiken Werkpakket Administratieve screening van de diversiteit in de instroom van alle bacheloropleidingen (jaarlijks) 13.2 Aanvullend surveyonderzoek 13.3 Systematische koppeling van de instroomgegevens aan doorstroom- Personeel 0.1 VTE HRM expert (PER) x VTE peters en meters x VTE deelname training x VTE deelname onthaaltraject Personeel 0.1 VTE coördinator OPO 0.1 VTE coördinator OAO 0.2 VTE onderzoeker (CEDON) 0.1 VTE digitale bevraging en primaire databehandeling (INF) 0.1 VTE aanmaken van 134

136 gegevens 13.4 Koppeling aan uitstroomgegevens 13.5 Interne disseminatie van gegevens Werkpakket Opvolgsysteem/bevraging uitwerken 14.2 Nulmeting uitvoeren 14.3 Doelstellingen bepalen en communiceren/ sensibiliseren 14.4 Externe disseminatie (publicaties bundelen) Werkpakket 15 Prospectie financieringsmogelijkheden Ontwerp en ontwikkeling projectvoorstellen Uitvoeren projecten Evaluatie, rapportering en communicatie lopende/uitgevoerde projecten interactieve tool om diversiteitsgegevens intern ter beschikking te stellen (DOK, Cel statistieken en metingen) 0.1 VTE vertalen van vragenlijsten Personeel 0.2 VTE wetenschapscoördinatie Werking euro (publicatiebundel) Personeel (zie ook projectmanagement: adviseur diversiteit) 0.5 VTE verantwoordelijke projecten (CIP) 0.5 VTE projectcoor- dinator/- medewerker = eigen inbreng in cofinancieringsprojecten (CIP) Bijkomende kosten te verhalen op inkomsten project. 135

137 Mijlpalenplan rapporteringsperiode I ( ) Activiteit Projectmanagement Zie document Opdracht en Werking Diversiteitsorganen. De Projectgroep diversiteit stuurt het diversiteitsproject en volgt het op De Resonantieraad reflecteert over het diversiteitsbeleid en geeft adviezen + input De adviseur diversiteit ondersteunt opleidingen en diensten mbt diversiteit De adviseur diversiteit rapporteert over de voortgang van het project (incl. evaluaties in kader van de beheersovereenkomst) Mijlpalen (outputindicatoren) Periodieke vergaderingen Projectgroep Halfjaarlijkse vergaderingen Resonantieraad Jaarlijkse rapportering jaarverslag Eindrapportering beheersovereenkomst Deadline 6 in 2008, 6 in 2009, 6 in In 2008, 2 In 2009, 2 in 2010 mei 2009, 2010, maart 2011 Verant woordelijke Dirk De Ceulaer + Ingeborg Vandenbulcke Projectevaluatie Bestaande interne meetinstrumenten aanpassen in functie van het diversiteitsbeleid (indicatoren) + eventueel ontwikkelen nieuwe instrumenten Instrumenten zijn aangepast: Kwaliteitsbarometer, didactische evaluatie, alumni-enquête, enquête arbeidsbeleving inschrijvings- /registratiedatabase Juni 2008 Juni 2009 Juni 2009 Juni 2009 Juni 2008 en opnieuw juni 2009 Ingeborg Vandenbulcke (ism Tom Colpaert) Metingen uitvoeren Resultaten analyseren Interne (en externe) communicatie van de resultaten Diversiteitsbeleid bijsturen in functie van de resultaten Meetresultaten beschikbaar Kwaliteitsbarometer, didactische evaluatie, alumni-enquête, enquête arbeidsbeleving inschrijvings- /registratiedatabase Rapport metingen Kwaliteitsbarometer, didactische evaluatie, alumni-enquête, enquête arbeidsbeleving inschrijvings- /registratiedatabase Mijlpalenplan Juni 2009 Juni 2010 Juni 2010 Juni 2010 Februari 2009 December 2009 December 2010 December 2010 December

138 Werkpakket (Digitaal) beheerssysteem uitwerken voor competentiemanagement 1.2 Opleidings- en intervisietraject voor leidinggevenden uitwerken 1.3 Leidinggevenden vormen Digitaal beheerssysteem operationeel Uitgewerkt traject Alle leidinggevenden gevormd (deelgenomen aan min. 1 vormingsinitiatief) Formeel opgenomen in competentieprofielen (en bijhorende documenten) Juni 2009 Juni 2009 Einde academiejaar Vanaf Maxime Loose 1.4 (Diversiteits)competentie ontwikkelen op de werkvloer (aanbrengen in functioneringsgesprekken, evaluatie e.d.m.) Werkpakket Brede sensibilisering via grootschalige (instellingsof onderwijsgroepbrede) jaarlijkse activiteit 2.2 Voorbereiden van vormingsaanbod 2.3 Vormingsaanbod realiseren 2.4 Bestaande HUBdiversiteitsinitiatieven intern bekend maken 2.5 Nieuwe collega s vormen mbt omgaan met diversiteit Jaarlijkse onderwijsdag of alternatief Jaarlijks min. 6 verschillende sessies (formele opleiding + alternatieve vorming) Vaste rubriek in bestaande interne communicatiekanalen (o.a. intranet, nieuwsbrief) Reizende tentoonstelling, jaarlijks Zie werkpakket 12. Jan. 2008, jan. 2009, 2010: datum nader te bepalen Aanbod beschikbaar begin elk academiejaar, realisatie: doorlopend Doorlopend eerste semester , volgende academiejaren : moment te bepalen Nienke Meulenbroeks Werkpakket Competentie ingesteldheid tot duurzaam handelen, miv zorgzaam omgaan met diversiteit formeel opnemen in alle competentieprofielen 3.2 Tool (vademecum) uitwerken ter ondersteuning van de Aangepaste competentieprofielen Vademecum beschikbaar Vademecum toegelicht aan alle opleidingen + Juni 2008 Juni 2009 Juni 2010 Nienke Meulenbroeks 137

139 opleidingen bij het werken aan die competentie 3.3 Tool bekendmaken in de opleidingen en beperkt implementeren (overzicht) nieuwe initiatieven opleidingen Mijlpalenplan December Evaluatie en bijsturing tool + actieplan voor tweede rapporteringsperiode Werkpakket Nieuw beeldmateriaal systematisch screenen op voldoende zichtbaarheid van diversiteit 4.2 Testimonial van diverse studenten m.b.t. diversiteit en zorgbrede aanpak verzamelen en integreren in nieuwe publicaties 4.3 Expliciet aandacht besteden aan het diversiteitsbeleid van de instelling in de verschillende kennismakingsbrochures voor kandidaat-studenten 4.4 Diverse studenten (incl. uit kansengroepen) inschakelen als informanten/of onthaalmedewerker op infodagen 4.5 HUB vertegenwoordigen op instellingsoverschrijdende specifieke infomomenten, in bijzonder voor kansengroepen Sprekend beeldmateriaal in nieuwe publicaties Testimonials, opgenomen in nieuwe publicaties Referentie diversiteitsbeleid opgenomen in kennismakingsbrochures (Overzicht) diverse participatie studenten op infomomenten (Overzicht) participatie HUB op externe infomomenten, in bijzonder voor kansengroepen Doorlopend, vanaf sept Idem Idem Idem Idem Micheline Gevelers (i.s.m. Dienst MAR- KOM) Werkpakket Activiteiten organiseren ten behoeve van leerlingen 3 de graad secundair onderwijs in functie van doorstroom naar het hoger onderwijs (andere projectmatige activiteiten: via WP15) 5.2 Een divers samengestelde Resonantieraad van scholen SO adviseert m.b.t. genomen/te nemen initiatieven 5.3 Studiedag organiseren ten behoeve van studiekeuzebegeleiders in het secundair onderwijs, Overzicht activiteiten (raadpleegbaar in database) Halfjaarlijkse vergaderingen van de Resonantieraad Jaarlijks evenement voor studiekeuzebegeleiders Halfjaarlijkse vergaderingen van de werkgroep Dbase operationeel juni 2008, systematisch aangevuld vanaf vergaderingen in 2008, 2 in 2009 en 2 in in 2008, 1 in 2009, 1 in vergade- Micheline Gevelers 138

140 met aandacht voor diversiteit (uitwisseling van kennis en ervaring) 5.4 Een interne werkgroep scholen SO zorgt opleidingsoverschrijdend voor de bespreking van het thema diversiteit (uitval, heroriëntatiemogelijkhed en e.d.m.). Werkpakket Nuttige diversiteit in functie van doelstellingen definiëren (tweejaarlijkse bevraging raden en organen) 6.2 Aanwezigheid nuttige diversiteit meten (tweejaarlijkse bevraging raden en organen) 6.3 Resultaten analyseren en terugkoppelen in functie van continue verbetering Werkpakket Inventariseren van aanbod (bestaande initiatieven binnen HUB m.b.t. reflectie studenten over competenties; m.b.t. aanbod van ondersteuning m.b.t. competentieontwikkeling 7.2 Analyse en beschrijving van goede praktijken (o.a. POP) 7.3 Communicatie mbt goede praktijken en sensibilisering opleidingen in functie van bredere toepassing Werkpakket Inventarisatie bestaande initiatieven 8.2 Uitvoeren van één supplementair extracurriculair initiatief 8.3 Uitwerken van een opleidingsoverschrijdend initiatief ingebed in curricula 8.4 Uitvoeren van het curriculaire initiatief 8.5 Evaluatie en opmaak uitbreidingsplan Instrument bevraging ter beschikking Vragenformulieren ingevuld Rapport beschikbaar Rapport: inventaris, luik A + luik B Beschrijving best practices Geïntroduceerd op relevante organen Rapport: inventaris 1 gerealiseerd initiatief Concept nieuw initiatief 1 gerealiseerd initiatief Mijlpalenplan ringen in 2008, 2 in 2009 en 2 in 2010 Januari 2008 Juni 2008, opnieuw in Juni 2010 Januari 2009 Juni 2008 Juni 2009 Academiejaar Juni 2008 Juni 2009 Juni 2009 Juni 2010 December 2010 (Dirk De Ceulaer +) Dries Berings Eveline Mertens/ Leen Dewolf Kristof Vanrossem 139

141 Werkpakket Bestaand aanbod taalondersteuning HUB inventariseren + behoefte opleidingen meten 9.2 Concept uitwerken voor ingebedde taalondersteuning en voorleggen aan opleidingen 9.3 Taalondersteuning realiseren, m.i.v. ingebedde taalondersteuning in beperkt aantal opleidingen 9.4 Evalueren en mijlpalenplan opmaken Werkpakket Inventarisatie aanbod begeleidingsinitiatieven bij in- en doorstroom HUB 10.2 Opleidingsoverschrijde nde overleggroepen opstarten 10.3 Opleidingsoverschrijdende overleggroepen werken initiatieven uit en maken aanbod bekend (o.a voorbereidingscursussen, assessments studenten) 10.4 Evaluatie van de initiatieven en opmaak mijlpalenplan Rapport: aanbod + behoefte taalondersteuning Concept ingebedde taalondersteuning bekend. Taalondersteuning in elke opleiding, ingebedde taalondersteuning in min. - 1 opleiding - 2 opleidingen - 3 opleidingen Mijlpalenplan Rapport: inventaris aanbod HUB Overleggroep HWBLK operationeel Overleggroep TT, T&L, secretariaat talen, lerarenopleiding operationeel Overleggroep lerarenopleiding en orthopedagogie operationeel Zomercursus wiskunde in het kader van orïentatie naar professionele of academische ba Inventaris zinvolle tests + evt. aankoop test 1 flyer per groep Mijlpalenplan Juni 2008 Juni 2008 Academiejaar Academiejaar Academiejaar Academiejaar Juni 2008 Juni 2008 Juni 2009 Juni 2009 September 2009 September 2009 September 2009 December 2010 M. Hulselmans Eveline Mertens/ Leen Dewolf Werkpakket Studeerplekken voor studenten uitbreiden 11.2 Nieuwe eet- en ontmoetingsruimtes voor studenten inrichten 11.3 Diversiteit zichtbaar maken in de gebouwen van HUB 11.4 Voorwaarden nieuwe Ingerichte studeerruimte Koekelberg Ingerichte ruimtes in Stormstraat en Terranova Jaarlijkse sensibiliseringsactie (event) December 2010 December 2008, resp Oktobernovember 2008, 2009, Ingeborg Vandenbulcke 140

142 gebouwen vastleggen Checklist diversiteit/toegankelijkheid gebouwen 2010 December 2010 Werkpakket Opleiding leden selectiecommissies m.b.t. competentiegericht selecteren en diversiteit in teams 12.2 Toevoegen diversiteitscompetentie aan selectiecriteria (en opnemen in template verslag) 12.3 Aangepast onthaaltraject uitwerken met aandacht voor de coachende rol van peter/meter 12.4 Nieuwe medewerkers aangepast onthalen Gevormde medewerkers (min. leidinggevenden) Aangepaste template + instructie Concept beschikbaar (memo) Nieuwe medewerkers onthaald Template Juni 2009 Juni 2008 Juni 2008 Doorlopend, vanaf Juni 2008 Maxime Loose 12.5 Aangepaste begintekst voor vacatures opmaken en gebruiken Werkpakket Administratieve screening van de diversiteit in de instroom van alle bacheloropleidingen (jaarlijks) 13.2 Aanvullend surveyonderzoek 13.3 Systematische koppeling van de instroomgegevens aan doorstroomgegevens 13.4 Koppeling aan uitstroomgegevens 13.5 Interne disseminatie van gegevens Werkpakket Opvolgsysteem/ bevraging uitwerken 14.2 Nulmeting uitvoeren 14.3 Doelstellingen bepalen en communiceren/ sensibiliseren Gegevens beschikbaar voor de administratie en betrokken onderzoekers Databestand met surveygegevens aangevuld voor alle opleidingen Examenresultaten zijn gekoppeld aan bovenstaande bestanden De Projectgroep Diversiteit, de Directie, Lijn- en overlegcoördinatoren en collega-onderzoekers zijn op de hoogte gebracht van de resultaten Methodiek voor overzicht onderzoeksoutput m.b.t diversiteit Overzicht van de nulmeting Actieve onderzoekers en promotoren van meesterproeven zijn 2 de semester elk academiejaar April 2009 Oktober elk academiejaar Tweede semester elk academiejaar Oktober 2008 December 2008 Februari 2009 Dries Berings Dries Berings + Dirk Smits 141

143 14.4 Interne disseminatie (publicaties bundelen) Werkpakket Prospectie financieringsmogelijkhe den 15.2 Ontwerp en ontwikkeling projectvoorstellen 15.3 Uitvoeren projecten 15.4 Evaluatie, rapportering en communicatie lopende/uitgevoerde projecten geïnformeerd en gesensibiliseerd over de nulmeting en zijn gesensibiliseerd om rond het thema diversiteit onderzoek te doen Output is gebundeld en digitaal ter beschikking gesteld 2 voorstellen per jaar 1 geselecteerd project per jaar 1 lopend project per jaar rapportering jaarverslag (rubriek dienstverlening) 2010 Afhankelijk externe deadline (meten juni 2009, 2010, 2011) mei 2009, 2010, 2011 Griet Blieck 142

144 Bijlage 3 Diversiteitsbeleid Opgesteld door: Goedgekeurd door: Projectgroep Diversiteit Directiecomité, Raad van Bestuur Deze tekst is het resultaat van een traject in dat tot doel had een actieplan diversiteit voor de HUB te ontwikkelen. De aanzet ertoe werd gegeven in de visietekst HUB en de duurzame samenleving (september 2006). Via werksessies met een vertegenwoordiging van leidinggevenden uit onderwijs en diensten, op basis van analyses en nulmetingen, en ondersteund door het Steunpunt Diversiteit en Leren (RUGent) werd de visie verfijnd en werden prioritaire doelstellingen bepaald. De Projectgroep Diversiteit (in 2007 uitgebreid met leden van alle partners binnen de HUB) vertaalde deze doelstellingen in mogelijke acties. Het geheel werd voor de HUB door de deelnemers van het ontwikkelingstraject bekrachtigd, alsook op de Raad van Bestuur op 20 juni Per actie nemen de relevante groepen realistische taakstellingen op in de Strategieen Werkingsplannen van de HUB van tot en met VISIE Hefboom voor verandering: diversiteit-in-gemeenschap door samenwerking vanuit en naar identiteit en dialoog Als eigentijdse beweging, organisatie en mondiaal gerichte onderwijsverstrekker richt het project van de HUB zich op de ontwikkeling van de talenten, de persoonlijke groei en het maatschappelijk engagement van studenten. Het is haar bijdrage tot de opbouw van een duurzame samenleving. Daarbij ziet ze diversiteit als een meerwaarde, als een garantie zelfs van die duurzaamheid. De HUB wil daarom van diversiteit een krachtig instrument maken en in alle segmenten van de samenleving actief op zoek gaan naar studenten en collega s die haar project genegen zijn en daar dankzij hun unieke ervaring, achtergrond en perspectief op een eigen wijze kunnen toe bijdragen. Het geloof van de HUB in de meerwaarde van diversiteit ligt juist in lijn met haar uitgesproken profilering als een lerende gemeenschap met een gedeelde verantwoordelijkheid. Alleen als gemeenschap die waarden deelt als intellectuele vrijheid, respect voor anderen, solidariteit en dienstbaarheid, kan ze er immers borg voor staan dat de diversiteit gecultiveerd wordt en de individuele en collectieve meerwaarde genereert die ze beoogt. Zo ook ligt de positieve waardering van de HUB voor diversiteit in lijn met haar christelijke identiteit en inspiratie. Dit kan studenten en personeelsleden ondersteunen in het reflecteren en verder ontwikkelen van de eigen identiteit met het oog op het functioneren in en realiseren van een open plurale en zorgzame instelling van hoger onderwijs en samenleving, nu en in de toekomst. Krachtig met diversiteit omgaan, vraagt om een actief, vol pluralisme dat in voortdurende communicatie en dialoog treedt met de verschillende levensbeschouwelijke benaderingswijzen en visies. Onze gemeenschap wil een authentiek inclusieve omgeving creëren, waarin alle menselijk kapitaal gevaloriseerd wordt en die elk van haar leden maximaal mee laat genieten van de rijkdom van wie met haar leeft, leert en werkt. 143

145 2.DOELSTELLINGEN Prioritaire doelstelling: organisatie, personeel en studenten gaan verantwoord om met diversiteit De HUB wil allereerst als organisatie op een duurzame manier om kunnen gaan met diversiteit. Daaronder verstaan we 1 : - Studenten en personeel gaan verantwoord om met diversiteit; - De pedagogische en didactische voorwaarden voor een effectieve diversiteitsaanpak op alle niveaus zijn vervuld; - Elke geleding is nuttig divers in functie van haar opdracht en doelstellingen; - De organisatie functioneert als een interactieve, krachtige leer- en werkomgeving binnen een breed netwerk van partners. Prioritair werken we aan de volgende subdoelstellingen: - Alle personeelsleden kunnen op een verantwoorde manier omgaan met diversiteit; - Alle studenten kunnen op een verantwoorde manier omgaan met diversiteit. Wat betekent verantwoord omgaan met diversiteit? Verantwoord omgaan met diversiteit zien we als een sleutelcompetentie, die ten minste inhoudt : - Diversiteit zien als een normaal fenomeen waar iedereen dagelijks in verschillende situaties mee te maken krijgt; - Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en menselijk vermijden; zich onthouden van en zich actief verzetten tegen elke vorm van discriminatie; - Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken; - Functioneren in verschillende contexten, steeds wisselende omstandigheden en nieuwe situaties; - Kiezen voor dialoog en samenwerking vanuit gelijkwaardigheid en respect, en dit met iedereen binnen de organisatie (studenten, onderwijzend personeel en technisch of administratief ondersteunend personeel); - Leren van andermans visies, ervaringen en competenties. Afhankelijk van opleiding of functie kan deze competentie concreter ingevuld worden. Ondergeschikte doelstellingen Daarnaast streven we de volgende directe en indirecte doelen na: - Verhoging van de diversiteit van de studentenpopulatie (instroom en retentie); - Verhoging van de diversiteit binnen het personeelsbestand (aanwerving en retentie); - Verankering van de hogeschool in de lokale en regionale omgeving. - Diversiteit als expliciet aandachtspunt bij onderzoek en dienstverlening. 3.ACTIES Acties die rechtstreeks bijdragen tot de prioritaire doelstellingen 1.De competentie verantwoord omgaan met diversiteit structureel inbouwen in alle competentieprofielen van het HUB-personeel; 2.Een sensibiliserings- en vormingstraject met betrekking tot diversiteit uitwerken en aanbieden aan het personeel; 144

146 3. De competentie verantwoord omgaan met diversiteit structureel inbouwen in de curricula van alle opleidingen; Acties die onrechtstreeks bijdragen tot de prioritaire doelstellingen 3. Een communicatiebeleid voeren dat tegelijkertijd de (aanwezige) diversiteit binnen de HUB én de zorgbrede aanpak voor alle studenten in de verf zet; 5. Het secundair onderwijs én het thuismilieu van studenten en kandidaatstudenten systematisch betrekken in de werking van de HUB (in eerste instantie op het vlak van communicatie); 6. Diversiteit (in termen van competenties) inbrengen in advies-, overleg- en beleidsorganen; 7. Begeleide reflectie met betrekking tot eigen competenties structureel inbouwen in alle opleidingen mét aandacht voor het valoriseren van een zogenaamd surplus aan competenties; 8. Communicatie en samenwerking tussen diverse studenten systematisch stimuleren; 9. (Nederlandse) taalbegeleiding voorzien voor alle (geïnteresseerde) studenten; 10. Een gestructureerd hogeschoolbreed voorbereidings- en begeleidingsprogramma aanbieden, in functie van (her)oriëntatie van studenten (actie 9 dient daarop aan te sluiten); 11. Infrastructuur afstemmen op het diversiteitsbeleid en de behoeften van een divers publiek; 12. Bij aanwerving van personeel (diversiteit aan) competenties als uitgangspunt nemen; 13. Het diversiteitsbeleid van de HUB wetenschappelijk onderbouwen; 14. Duurzaamheid, met inbegrip van diversiteit, als gemeenschappelijke focus nemen voor het onderzoek van CEDON en relevante Onderzoekszwaartepunten; 15. Ontwerp, ontwikkeling en uitvoering van (extern gefinancierde) projecten in uitvoering van het diversiteitsbeleid van de HUB. 4.MONITORING De coördinatie, opvolging en ondersteuning van de activiteiten in het kader van het diversiteitsbeleid van de HUB is toevertrouwd aan de Projectgroep Diversiteit. Een adviseur diversiteit is ter beschikking van personeel en studenten. Het diversiteitsbeleid van de HUB wordt ook breder getoetst: via een Resonantieraad Diversiteit. Deze raad bestaat uit vertegenwoordigers van externe organisaties met relevante kennis en ervaring op het vlak van diversiteit en kansengroepen. De raad vergadert minstens twee keer per academiejaar. Zie document Opdracht en werking Diversiteitsorganen. De taakstellingen in het kader van het diversiteitsbeleid worden bijkomend opgevolgd via het Strategie- en Werkingsplan. 145

147 FREQUENTLY ASKED QUESTIONS MBT DIVERSITEIT Wat bedoelen we met diversiteit? Met diversiteit bedoelen we menselijke verscheidenheid in al haar vormen. Mensen verschillen van elkaar op vele manieren. De meest relevante verschillen in deze context betreffen: socio-economische situatie, psycho-sociale identiteit (bv. gender en leeftijd), etnisch-culturele achtergrond (bv. taal) en onderwijsverleden. Vooral die kenmerken van studenten en medewerkers die een verschil uitmaken met betrekking tot competenties en competentieverwerving interesseren ons als instelling voor hoger onderwijs. In welke mate verschillen bepalend (kunnen) zijn voor het welzijn en succes van mensen en bijgevolg voor onze opdracht relevant zijn, maakt voorwerp uit van onderzoek uitgevoerd door CEDON. De resultaten van dit onderzoek (generieke en opleidingsspecifieke succeskenmerken ) zullen mee richting geven aan het diversiteitsbeleid van de HUB. Wat verstaan we onder inclusieve omgeving? Onder inclusieve omgeving verstaan we een krachtige leer- en werkomgeving, waarin iedereen met talent en ongeacht zijn bijzondere kenmerken en behoeften dezelfde kansen krijgt om dat talent te ontwikkelen. Voor studenten betekent dit maximale kansen op gekwalificeerde uitstroom. Dit wil zeggen dat we zo veel als mogelijk rekening houden met de bijzondere behoeften van mensen en de omkadering op die behoeften afstemmen. Als bijzondere kenmerken van die aard blijken dat ze inderdaad het welzijn of succes van de eigenaars beïnvloeden, voorziet een krachtige leeromgeving in gepaste ondersteuning. Zulke ondersteuningsmaatregelen staan altijd open voor alle studenten, resp. personeelsleden die van mening zijn dat ze er baat bij hebben. Onze doelstelling hierbij is competentie-ontwikkeling en onze assumptie dat coöperatief leren, zelfrecflectie en intervisie die competentie-ontwikkeling stimuleren. Diversiteit beschouwen wij immers als een bron van leren, eerder dan een hindernis. Waarom dan op zoek gaan en waar gaan we naar op zoek? We willen mensen met talent: studenten die (mits de juiste ondersteuning) een redelijke kans hebben om hoger onderwijs met succes te voltooien; personeelsleden die over de competenties beschikken, of mits de juiste ondersteuning kunnen beschikken, om een bepaalde functie kwaliteitsvol uit te voeren. Omdat niet alle (groepen) mensen met talent de weg vinden naar onze instelling en niet alle (groepen) mensen met talent even vlot doorstromen binnen onze instelling, zijn bijzondere inspanningen op dat vlak zinvol. Bij werving blijft evenwel het talent, of de competentie de bepalende factor, niet het al of niet behoren tot een bepaalde (kansen)groep. Wij zijn ervan overtuigd dat een coherent en consequent diversiteitsbeleid als het onze bijdraagt tot de realisatie van de langetermijndoelstelling van representatieve vertegenwoordiging. Met andere woorden we verdedigen een aanpak die er eerder onrechtstreeks toe leidt dat onze hogeschoolpopulatie een weerspiegeling is van de maatschappelijke realiteit. 146

148 Hoe gaan we om met onze verankering in Brussel met zijn Franstalige scholieren? We komen tegemoet aan de behoeften van Franstaligen die voor de HUB kiezen vanuit het gegeven dat we een Nederlandstalige hogeschool zijn en rekening houdend met de beperkingen die de taalwetgeving ons oplegt. Onder andere (maar verre van exclusief) om die reden neemt de actie met betrekking tot taalondersteuning een belangrijke plaats in ons diversiteitsbeleid in. Welke definitie van allochtonen hanteren wij? Vanuit onze visie op diversiteit hebben wij eigenlijk niet onmiddellijk behoefte aan een definitie van allochtoon. Wat ons meer interesseert is welke aspecten met betrekking tot de socio-economische situatie van mensen, hun psycho-sociale identiteit (bv. gender en leeftijd), hun etnisch-culturele achtergrond of hun onderwijsverleden welzijn of succes effectief beïnvloeden. Een kansengroep of een groep die bijzondere ondersteuning verdient, is in dat verband dan eerder een groep van mensen van wie de kansen op succes omwille van één of meer van de genoemde kenmerken meer bedreigd worden dan van anderen. Omdat onderzoek aantoont dat het opleidingsniveau van de moeder (in de eerste plaats) en de vader relevant is voor het verloop van de studieloopbaan werden deze kenmerken aan ons studentenbestand toegevoegd. Anderzijds ziet het ernaar uit dat wij om andere redenen een definitie nodig hebben, bijvoorbeeld om te meten in welke mate we succesvol zijn in onze langere termijndoelstelling van representatieve vertegenwoordiging, of omdat externe organisaties ons om vergelijkend cijfermateriaal vragen. Wij kozen er daarom voor om aan onze studentendatabase ook nog de volgende kenmerken toe te voegen: thuista(a)l, geboorteland van de vader, geboorteland van de moeder. Deze gegevens gecombineerd met de geboorteplaats, nationaliteit en familienaam zullen ons toelaten de nodige metingen uit te voeren. De gangbare definities zijn immers uit die elementen samengesteld. Onderneemt de HUB dan geen specifieke acties naar allochtone studenten toe? Op basis van personeels- en studentkenmerken kunnen wij objectief vaststellen of bepaalde duidelijk gedefinieerde groepen minder of meer aanwezig zijn in onze instelling (bv.vrouwen, allochtonen volgens de een of andere definitie). Als bovendien blijkt dat die groepen van mensen minder kansen hebben binnen onze organisatie zonder dat daar intrinsieke redenen toe zijn (met andere woorden zonder reden om aan te nemen dat die mensen over minder talent of competenties beschikken), zijn specifieke acties naar de groepen in kwestie verantwoord, zelfs wenselijk. Andere factoren, zoals een vraag vanuit de arbeidsmarkt, kunnen doelgroepgerichte acties nog meer stimuleren. Welke plaats neemt de HUB in in het hoofddoekendebat? Vanuit ons diversiteitsbeleid kunnen niet zonder meer beperkingen opgelegd worden op het dragen van een hoofddoek, of enig ander uiterlijk kenmerk. Waar het ons in diversiteitscontext om gaat is maximale ondersteuning te bieden aan m/v met talent. Er zijn natuurlijk wel situaties dankbaar waar kansen gehypothekeerd worden door vestimentaire uitingen van waarden en keuzes of andere expliciete statements. Het meest voor de hand liggende voorbeeld is de hoofddoekdragende aspirant-lerares die haar kansen op het vinden van een geschikte stageplaats (of later baan) in het katholiek onderwijs verminderd ziet. Maar er zijn ook andere jobs waar het dragen 147

149 van een hoofddoek problemen kan opleveren. In die gevallen is het van belang om met de student of medewerker in kwestie in gesprek te gaan en samen werkbare afspraken te maken. We mogen niet vergeten dat er andere redenen kunnen zijn om een hoofddoek te verbieden, die niks met diversiteitsoverwegingen te maken hebben. Als de veiligheid van een student of medewerker er om een of andere reden door in gedrang gebracht wordt, is er weinig ruimte voor onderhandeling. We zoeken diversiteit aan competenties: zijn er dan competenties ondervertegenwoordigd? We zoeken in de eerste plaats de juiste competenties: bij een student voor een bepaalde opleiding, bij een medewerker voor een bepaalde functie. Het pleidooi voor een diversiteit aan competenties wordt niet ingegeven door de vaststelling dat er aan een bepaalde competentie een gebrek zou zijn, maar wel door het in omvang toenemend onderzoek dat suggereert dat diversiteit op de werkvloer ons niet alleen helpt om de vinger aan de pols te houden van onze omgeving maar ook bijdraagt tot de diversiteit aan ideeën, de creativiteit en de productiviteit. Competenties staan wel erg centraal in dit beleid: dreigen we hierdoor niet de diversiteit zelf uit het oog te verliezen? Competentie is inderdaad de hoeksteen van ons diversiteitsbeleid en onze prioritaire bezorgdheid. We zien die competentie evenwel nooit los van diversiteit. Om te beginnen geloven we dat ons consequent accent op talent binnen afzienbare termijn zal leiden tot (representatieve) aanwezigheid van verschillende maatschappelijke groepen. Maar er is meer: onze aandacht voor competenties verplicht er ons ook toe om hier en daar rechtstreeks in te grijpen in de samenstelling van onze studenten- en personeelspopulatie. Zo streven we niet alleen naar diverse competenties, waarbij we ervan uitgaan dat de kans daarop toeneemt naarmate de diversiteit in onze studenten- en personeelspopulatie groter wordt. We willen natuurlijk ook en vooral investeren in de ontwikkeling van de in deze context meest wezenlijke competentie verantwoord omgaan met diversiteit. We vertrekken hierbij van dezelfde vooronderstelling dat de beste leeromgeving een diverse omgeving is. Waar we vaststellen dat een leeromgeving onvoldoende divers is (bijvoorbeeld een opleiding die overwegend meisjes aantrekt, of nauwelijks studenten in een economisch zwakkere situatie), kunnen interventies wenselijk zijn. Tenslotte houdt een instelling van hoger onderwijs als de onze traditioneel zo veel als mogelijk rekening met de behoeften en noden van het werkveld. Hoe luider de vraag van de arbeidsmarkt naar afgestudeerden uit diverse bevolkingscategorieën om welke reden dan ook hoe meer reden wij hebben om bevredigende antwoorden te formuleren. 148

150 Vanwaar de assumptie dat coöperatief leren, zelfreflectie en intervisie competentie-ontwikkeling stimuleren? Wij zien leren niet alleen als een individueel proces van psychologische ontwikkeling, maar ook en vooral als een sociale activiteit (zie onze missie): kennis wordt altijd ook opgebouwd in een proces van sociale interactie en samenwerking. Studies wijzen uit dat samenwerkend leren een duidelijk positief effect kan hebben op leren, en dat zowel op de verwerving van sociale vaardigheden als op het ontwikkelen van cognitieve competenties, op de leermotivatie en de leerhouding. Daarnaast biedt diversiteit onderwijskundige meerwaarde in de zin dat een heterogeen samengestelde leergroep een leeromgeving schept die de leerprestaties van lerenden uit sociaalzwakke groepen gunstig beïnvloedt. Wie hier meer over wil vernemen kan terecht bij het Steunpunt Diversiteit en Leren dat onderzoeksresultaten op dit vlak heeft gebundeld. Doen wij al niet genoeg aan diversiteit in onze opleiding? We zijn minder bezorgd om de kwantiteit van de initiatieven binnen onze hogeschool en binnen elke opleiding, dan om de kwaliteit. En kwaliteit heeft ook te maken met consequentie, consistentie, samenwerken aan gemeenschappelijke doelen, meetbaarheid en meten. Met ons diversiteitsbeleid willen wij tot die kwaliteitsaspecten bijdragen. Het laat je immers toe om je lopende acties te toetsen op beleidskundige relevantie, synergieën te realiseren met andere verwante acties, en het kan je inspiratie geven om je eigen inspanningen nog beter te laten renderen. 1. De definitie is gebaseerd op die van het Steunpunt Diversiteit en Leren. 2. De definitie is van het Steunpunt Diversiteit en Leren 149

151 Bijlage 4 Actieplan 2011 HUB 1. Inleiding Dit actieplan 2011 is opgemaakt naar aanleiding van de verlenging van onze huidige beheersovereenkomst in het kader van het Aanmoedigingsfonds. Deze liep van tot en met en wordt verlengd tot De overeenkomst was opgemaakt in uitvoering van Hoofdstuk III Het Aanmoedigingsfonds voor beleidsspeerpunten - van het decreet van 14 maart 2008 betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen. Het huidige actieplan sluit hierbij aan, maar is tevens een overgangsplan naar de beheersovereenkomst tweede ronde De HUB wenst in dit overgangsjaar enerzijds een afstemming te bereiken met haar fusiepartner KaHo Sint- Lieven. Daarnaast wenst zij de overgang te maken naar een decentralisatie van haar diversiteitsproject dat in de nieuwe beheersovereenkomst door middel van een mijlpalenplan vastgelegd wordt. 2. Doelstellingen en beoogde effecten De doelstellingen en activiteiten binnen het actieplan 2011 zijn gebaseerd op de beschreven onderliggende instellingsvisie inzake gelijke kansen en diversiteit en passen in het strategische onderwijsplan van de instelling: zie Bijlage 5 Diversiteitsbeleid HUBrussel. 1. De primaire doelstelling in 2011 is het afstemmen van verschillende elementen uit het diversiteitsproject met fusiepartner KaHo Sint- Lieven. Meer specifiek zullen beide organisaties zich richten op: a. Een gezamenlijke visietekst voor diversiteit b. De registratie van diversiteitsgegevens in het kader van beleidsondersteunend onderzoek Op deze manier is een gezamenlijke nulmeting met de start van de nieuwe beheersovereenkomst mogelijk en behoren gezamenlijke acties in het kader van de nieuwe beheersovereenkomst tot de mogelijkheid. c. Een gecoördineerde beheersovereenkomst KaHo Sint-Lieven-HUB voor de periode Een tweede doelstelling is de decentralisatie van de uitvoering van het diversiteitsproject. Waar het diversiteitsproject in de eerste beheersovereenkomst vooral op een centraal niveau beheerst werd (met vertegenwoordigers uit alle geledingen van de organisatie), wordt nu de transitie gemaakt naar een werkmodel, waarbij de verantwoordelijkheid op faculteits- en opleidingsniveau ligt. Het beoogde effect is een grotere betrokkenheid van de verschillende opleidingen en faculteiten bij het diversiteitsproject en acties op maat van de opleidingen, zonder daarbij de hogeschoolbrede context en mogelijke synergieën uit het oog te verliezen in voorbereiding van de beheersovereenkomst In een eerste fase van decentralisatie wordt aan de opleidingen de kans gegeven om eigen accenten te leggen en eigen diversiteitsprojecten op te starten (strategie- en werkingsplan ). De evaluatie van deze gedecentraliseerde acties zal een belangrijke input leveren voor het gecoördineerde project van de HUB- KAHO. Deze centrale opvolging van de gedecentraliseerde acties blijft in dit overgangsjaar op centraal niveau bestaan. 150

152 3. Prestaties, resultaten, en tijdspad Om bovenstaande doelstellingen te bereiken verbindt de HUB zich er toe de volgende activiteiten (prestaties) in het kader van het Aanmoedigingsfonds op te zetten: Activiteit Afstemming KaHo- HUB op drie punten Mijlpalen (outputindicatoren) Gezamenlijke visietekst KaHo- HUB Afgestemde registratie diversiteitsgegevens Een gecoördineerde beheersovereenkomst KaHo Sint- Lieven-HUB voor de periode Deadline sept 2011 sept 2011 dec 2011 Budget Personeel voor projectmana gement - 9*0.05 VTE leden PG diversiteit/in terne leden Resonantiera ad -1*0,10 VTE ondervoorzitt er PG diversiteit -0.5 VTE adviseur diversiteit (CIP) Transactie van centraal beleid naar beleid op opleidingsniveau Uitvoering decentrale acties opleidingen (details zijn desgewenst beschikbaar) Analyse strategie- en werkingsplannen opleidingen en faculteiten (acties en outcomes) Opmaak werkmodel op opleidingsen faculteitsniveau ikv. het diversiteitsproject Input nieuwe beheersovereenkomst sept 2010-sept 2011 sept 2011 dec 2011 dec 2011 Budget verdeeld over de verschillende opleidingen Zie personeel voor projectmana gement Zie personeel voor projectmana gement Zie personeel voor projectmana gement 151

153 Personeel Werking Totaal Andere Omschrijving 1,05 VTE Overhead (leden pg (10 procent op + adviseur werkings- en diversiteit) personeelskost) Bedrag ,11 Werkings- en personeelskosten (verdeeld over de verschillende opleidingen) ,10 TOTAAL ,21 152

154 Bijlage 5 De visie van het University College op diversiteit Goedgekeurd door de Raad van Bestuur HUB-KAHO VISIE Samen anders zijn is onze kracht Als eigentijdse en mondiaal gerichte onderwijsorganisatie richt het UC zich op de ontwikkeling van de talenteni, de persoonlijke groei en het maatschappelijk engagement van zijn studenten en personeel. Het UC ziet zorg voor diversiteit als een essentieel onderdeel van de duurzame samenleving waarvoor het zich inzet. Daarom wil het UC van diversiteit een krachtig instrument maken en in alle segmenten van de samenleving actief op zoek gaan naar studenten en collega s die zijn project genegen zijn en die daar met hun unieke ervaring, achtergrond en perspectief op een eigen wijze toe bij kunnen dragen. Het geloof van de instelling in het belang van diversiteit ligt in lijn met haar uitgesproken profilering als een lerende organisatieii waarvoor iedereen verantwoordelijkheid draagt. Alleen dankzij gedeelde waarden als intellectuele vrijheid, respect voor anderen, solidariteit en dienstbaarheid kan het UC er immers borg voor staan dat diversiteit gecultiveerd wordt en zowel voor de gemeenschap als voor het individu effectief meerwaarde genereert. De positieve waardering van diversiteit is tegelijk een uiting van de christelijke inspiratie van het UC. Studenten en personeelsleden worden gestimuleerd om over de eigen identiteit na te denken en ze zo te ontwikkelen dat ze hun plaats vinden in een open, plurale en zorgzame instelling en samenleving, nu en in de toekomst. Krachtig met diversiteit omgaan vraagt om een actief pluralisme dat voortdurend in dialoogiii is met de verschillende levensbeschouwelijke benaderingswijzen en visies. De UC-gemeenschap wil met een integraal diversiteitsbeleidiv een authentiek inclusieve omgevingv creëren, waarin alle menselijk kapitaal gevaloriseerd wordt en iedereen mee kan genieten van de rijkdom die diversiteit met zich meebrengt. DOELSTELLING Het UC wil een intercultureel competente organisatie zijn. Dat betekent4 : studenten en personeel gaan verantwoord om met diversiteit; de pedagogische en didactische voorwaarden voor een effectief diversiteitsbeleid op alle niveaus zijn vervuld; elke geleding is nuttig divers in functie van haar opdracht en doelstellingen; het UC functioneert als een interactieve, krachtige leer- en werkomgeving binnen een breed netwerk van partners. De sleutelcompetentie zorgzaam omgaan met diversiteit2 houdt voor de leden van de UC-gemeenschap in dat ze: diversiteit zien als een normaal fenomeen waar iedereen dagelijks in verschillende situaties mee te maken krijgt; 4 De definitie is gebaseerd op die van het Steunpunt Diversiteit en Leren. Het SDL is verbonden aan de Universiteit Gent, waar het deel uitmaakt van de vakgroep vergelijkende cultuurwetenschappen. 153

155 vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden; zich onthouden van en zich actief verzetten tegen elke vorm van discriminatie; gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken; functioneren in verschillende contexten, steeds wisselende omstandigheden en nieuwe situaties; kiezen voor dialoog en samenwerking vanuit gelijkwaardigheid en respect, en dit met iedereen binnen de organisatie (studenten, onderwijzend personeel en technisch of administratief ondersteunend personeel); leren van andermans visies, ervaringen en competenties. STRATEGIE Om die doelstelling te realiseren moet in alle processen van de organisatie rekening gehouden worden met diversiteit: onderwijsbeleid: zorgbreed onderwijs uitbouwen zal aanleiding geven tot het gebruik van aangepaste curricula, aangepaste onderwijsvormen (bv afstandsonderwijs), aangepast studiemateriaal, een aangepaste onderwijsorganisatie en aangepaste evaluatievormen. studentenbeleid: doorgedreven aandacht voor diversiteit heeft een groot impact op één van de krachtlijnen van het UC, met name de persoonlijke begeleiding van studenten, en zal processen als studiekeuzebegeleiding, studietrajectbegeleiding, studiebegeleiding (m.i.v. taalontwikkeling en remediëring) kleuren. Ook bij het organiseren van de randvoorwaarden van het studeren (inrichting van de campus, catering, huisvesting, sociale en psychosociale dienstverlening en organisatie van socio-culturele activiteiten) is de diversiteit van het studentenpubliek een belangrijk aandachtspunt. Personeelsbeleid: een competentiegericht diversiteitsbeleid veronderstelt een optimale fit tussen de talenten, competenties en aspiraties van enerzijds de organisatie en anderzijds de personeelsleden. Onderzoek, communicatie en externe samenwerking zijn belangrijke pijlers van een integraal diversiteitsbeleid. Diversiteit Met diversiteit bedoelen we menselijke verscheidenheid in al haar vormen. Mensen verschillen van elkaar op vele manieren. De meest relevante verschillen in deze context betreffen: socio-economische situatie, psycho-sociale identiteit (bv. gender en leeftijd), etnisch-culturele achtergrond (bv. taal) en onderwijsverleden. Vooral die kenmerken van studenten en medewerkers die een verschil uitmaken m.b.t. competentie-ontwikkeling interesseren ons als instelling voor hoger onderwijs. In welke mate verschillen bepalend (kunnen) zijn voor het welzijn en succes van mensen en bijgevolg voor onze opdracht relevant zijn, maakt voorwerp uit van beleidsondersteunend onderzoek. De resultaten van dat onderzoek (generieke en opleidingsspecifieke succeskenmerken ) zullen mee richting geven aan het diversiteitsbeleid van het UC. Talenten en competenties Competentie-ontwikkeling is de hoeksteen van ons diversiteitsbeleid en onze prioritaire bezorgdheid. Talent kunnen we zien als de potentie om bepaalde competenties te ontwikkelen. Ons diversiteitsbeleid is erop gericht om mensen met talent in staat te stellen om de competenties te ontwikkelen die nodig zijn om een 154

156 volwaardige en bevredigende plaats in de organisatie en de samenleving in te nemen. Het principe van wederkerigheid is daarbij richtinggevend. Mensen worden niet ingepast in functies en organisaties en organisaties moeten zich niet zonder meer aanpassen aan individuen. Ze moeten elkaar integendeel vinden in een gemeenschappelijk project dat de kansen van beiden maximaliseert. M.a.w. er wordt ruimte gelaten voor de persoonlijke ontwikkeling van elk individu, rekening houdend met de vooropgestelde onderwijs- en organisatiedoelen. Lerende organisatie (leren van elkaar/coöperatief leren) Wij zien leren niet alleen als een individueel proces van psychologische ontwikkeling, maar ook en vooral als een sociale activiteit: kennis wordt opgebouwd in een proces van sociale interactie en samenwerking. Studies wijzen uit dat samenwerkend leren een duidelijk positief effect kan hebben op leren, en dat zowel op de verwerving van sociale vaardigheden als op het ontwikkelen van cognitieve competenties, op de leermotivatie en de leerhouding. Daarnaast impliceert een lerende organisatie dat er sprake is van organisatieleren. De organisatie in zijn geheel leert uit haar ervaringen en schrikt er niet voor terug haar eigen uitgangspunten en werkwijzen op regelmatige basis te evalueren en waar nodig bij te sturen. Daarenboven biedt diversiteit onderwijskundige meerwaarde in de zin dat een heterogeen samengestelde leergroep een leeromgeving schept die de leerprestaties van lerenden uit sociaal-economisch zwakkere groepen gunstig beïnvloedt. Een voorwaarde hiertoe is dat de betrokken personeelsleden competent zijn in het omgaan met diversiteit. Wie hier meer over wil vernemen kan terecht bij het Steunpunt Diversiteit en Leren dat onderzoeksresultaten op dit vlak heeft gebundeld. Dialoog Dialoog is een wezenlijk kenmerk van onze omgang met elkaar. Diversiteit vraagt om dialectiek, om erkenning van tegenstellingen en spanningsvelden, om leren omgaan met paradoxen. Integrale aanpak Een integraal beleid is een beleid gericht op de integratie van de diversiteitsdimensie in alle organisatieprocessen en op alle beleids- en beslissingsniveaus, waarbij veel aandacht wordt besteed aan de creatie van draagvlak bij alle actoren. Dergelijke mainstreaming houdt in dat bij alles wat ondernomen wordt de consequenties voor diversiteit systematisch in overweging genomen worden. Inclusieve omgeving Onder inclusieve omgeving verstaan we een krachtige leer- en werkomgeving, waarin iedereen met talent dezelfde kansen krijgt om dat talent te ontplooien. Voor studenten betekent dit maximale kansen op gekwalificeerde uitstroom. Dat wil zeggen dat we zo veel als mogelijk rekening houden met de bijzondere behoeften van mensen en de omkadering op die behoeften afstemmen. Als bijzondere kenmerken van die aard blijken dat ze inderdaad het welzijn of succes van de eigenaars beïnvloeden, voorziet een krachtige leeromgeving in gepaste ondersteuning. 155

157 Zulke ondersteuningsmaatregelen staan altijd open voor alle studenten, resp. personeelsleden die van mening zijn dat ze er baat bij hebben. Onze doelstelling hierbij is competentie-ontwikkeling en onze assumptie dat coöperatief leren, zelfreflectie en intervisie die competentie-ontwikkeling stimuleren. Diversiteit beschouwen wij immers als een bron van leren, eerder dan een hindernis. 156

158 Bijlage 6 Het aanbod van flexibele studietrajecten en de keuze en studievoortgangsbegeleiding van studenten Visie op flexibilisering Sinds de invoering van het flexibiliseringsdecreet heeft HUB-EHSAL radicaal gekozen voor een verregaand aanbod van flexibele trajecten, op maat van elke student. Bovendien werd het klassieke studievoortgangsmodel van studiejaren vervangen door een flexibel voortgangssysteem, en meer bepaald een creditaccumulatiemodel met beperkte toleranties. Uit de Onderwijs- en examenregeling: Getolereerde studiepunten (definitie) De studiepunten verbonden aan een opleidingsonderdeel waarvoor een student geen 10 op 20 heeft behaald, maar die hij beslist te behouden volgens de tolerantieregeling beschreven in het Examenreglement en die door de student opgenomen zijn in zijn creditdossier Art.3 Examenresultaat Voor elk opleidingsonderdeel wordt de eindbeoordeling uitgedrukt in een geheel getal van 0 tot 20 op 20, tenzij voor opleidingsonderdelen waarvoor in het aanvullende examenreglement een pass/fail beoordeling wordt vermeld. Deze eindbeoordeling vormt het examenresultaat. Het cijfermatige examenresultaat ontleent zijn betekenis aan onderstaande schaal gebaseerd op de ECTS-grading scale. Het onderscheid tussen een lichte (FX) en een zware (F) onvoldoende is relevant in het kader van de tolerantieregel vermeld in artikel 30. ECTS grade A B C D E FX F HUB- EHSAL grade Definition EXCELLENT, outstanding performance VERY GOOD, above the average standard GOOD, generally sound work SATISFACTORY, fair SUFFICIENT, performance meets the minimum criteria FAIL, (some more work required before the credit can be awarded) = Lichte onvoldoende. FAIL, considerable further work is required. Zware onvoldoende Via deze omzettingstabel worden ook de resultaten van inkomende Erasmusstudenten die op HUB-EHSAL examens afleggen in het kader van een mobiliteitsprogramma omgezet in een ECTS-grade die aan de thuisinstelling wordt bezorgd. Art. 29 Slagen voor een opleidingsonderdeel 1. Een student slaagt voor een opleidingsonderdeel wanneer hij ten minste 10 op 20 of pass behaalt. Dit laatste betreft opleidingsonderdelen waarvoor in het aanvullende examenreglement een niet numerieke vorm van resultaatbepaling werd vastgelegd. 2. Een student behaalt een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd is. 157

159 3. Aan een creditbewijs wordt geen graad van verdienste verleend. 4. Een creditbewijs blijft onbeperkt geldig binnen de betrokken opleiding aan de instelling waar dit werd behaald. Een actualiseringsprogramma kan worden opgelegd wanneer ten minste vijf kalenderjaren verstreken zijn sinds het behalen van het creditbewijs. De termijn van vijf kalenderjaren wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand oktober die volgt op de maand waarin het creditbewijs werd behaald. Art. 30 Slagen voor een opleiding 1. Een student slaagt voor een opleiding indien hij alle examens die deel uitmaken van het opleidingsprogramma heeft afgelegd en op grond van het feit dat: 1 alle examens geleid hebben tot een creditbewijs of 2 de examencommissie geen zware onvoldoendes (F) heeft vastgesteld en de lichte onvoldoendes (Fx) niet de 10% van de studieomvang van de gehele opleiding overschrijden, desgevallend verminderd met de vrijstellingen. De lichte onvoldoendes betreffen enkel tolereerbare opleidingsonderdelen. 2. De opleidingsonderdelen waarvoor geen onvoldoende kan getolereerd worden zijn opleidingsonderdelen die op zich onontbeerlijk zijn voor het realiseren van de doelstellingen van de opleiding. In de studieprogramma s wordt vermeld welke opleidingsonderdelen niet tolereerbaar zijn. 3. Het feit dat een student globaal geslaagd wordt verklaard, betekent niet dat hij in aanmerking komt voor een creditbewijs voor die opleidingsonderdelen waarvoor hij niet is geslaagd. 4. Een student die voor het geheel van de opleiding geslaagd wordt verklaard, verwerft een diploma van de opleiding. Aanbod van flexibele trajecten Elke opleiding wordt aangeboden als modeltraject onderverdeeld in veelvouden van 60 studiepunten. Een aantal opleidingen bieden daarnaast ook een modeltraject aan in veelvouden van 30 SP, bv. indien zij bijzondere doelgroepen willen aanspreken. Binnen de opleiding kunnen opleidingsonderdelen worden gekenmerkt als niet-tolereerbaar, niet herkansbaar, gevat in een adviserende of dwingende volgtijdelijkheid met een ander opleidingsonderdeel. De dwingende volgtijdelijkheid houdt in dat een student een credit of een tolereerbare onvoldoende moet hebben behaald, alvorens te mogen starten met een vervolgopleidingsonderdeel. Deze drie kenmerken zorgen ervoor dat de coherentie van de opleiding als geheel kan worden bewaakt, nu het studiejarensysteem weggevallen is. Uit de Onderwijs-en examenregeling: Niet tolereerbaar opleidingsonderdeel (definitie) Een opleidingsonderdeel waarvoor een credit is vereist. De student kan hiervoor geen lichte onvoldoende opnemen. 158

160 Niet herkansbaar opleidingsonderdeel (definitie) Een opleidingsonderdeel waarvoor geen tweede examenkans kan worden opgenomen voor de beraadslagingsperiode van september. Een tweede examenkans kan wel worden opgenomen in de beraadslagingsperiode van juni indien de eerste examenkans werd opgenomen in de beraadslagingsperiode van januari/februari en indien het praktisch en organisatorisch mogelijk is. Volgtijdelijkheid (definitie) De volgorde waarin je bepaalde opleidingsonderdelen moet afleggen. We onderscheiden verschillende soorten volgtijdelijkheid: aangewezen volgtijdelijkheid: je bent niet verplicht de opleidingsonderdelen in een bepaalde volgorde af te leggen, maar de in de ECTS-fiches aangegeven volgorde is wel de meest logische en geeft je maximale slaagkansen. dwingende volgtijdelijkheid: deze kan verschillende vormen aannemen. Je kan opleidingsonderdeel B pas afleggen indien je een credit behaald hebt voor opleidingsonderdeel A. We zeggen dan dat opleidingsonderdeel A een niet-tolereerbaar opleidingsonderdeel is. Je kan opleidingsonderdeel B pas afleggen indien je minimum een FX hebt behaald voor opleidingsonderdeel A, m.a.w. je moet er een examen voor afgelegd hebben en geen zware onvoldoende hebben gescoord Modeltraject/persoonlijk traject Elke student kan ervoor kiezen om het modeltraject af te werken in het door de opleiding aangeboden stramien of op eigen tempo. Naargelang hun keuze volgen studenten een modeltraject of een persoonlijk traject. Uit de Onderwijs-en examenregeling: Modeltraject (definitie) Traject dat overeenkomt met een door de opleiding vooropgesteld programma, bestaande uit pakketten van 30 of 60 studiepunten. Persoonlijk traject (definitie) Modeltraject dat door de student op gepersonaliseerde manier wordt doorlopen. Elke student kan kiezen voor een persoonlijk traject dat voldoet aan volgende voorwaarden: het traject bestaat uit minimum 30 studiepunten tenzij het om de laatste nog te verwerven studiepunten van zijn opleiding gaat, en maximum 66 studiepunten; hij houdt rekening met de dwingende volgtijdelijkheid van de opleidingsonderdelen vermeld in de studieprogramma s; hij neemt zeker de opleidingsonderdelen op waarvoor hij het vorig academiejaar was ingeschreven maar de studiepunten niet had verworven; hij volgt het collegerooster van de groep waarvoor hij is ingeschreven; de opleidingsonderdelen die hij wilt volgen van een ander jaar van het modeltraject, en die dus buiten zijn groep vallen, probeert hij daarin te passen. Afwijkingen op deze regels vraagt de student aan de opleidingsverantwoordelijke via het Centrum voor Studie- en Studentenbegeleiding. 159

161 Studietrajectbegeleiding HUB-EHSAL voorziet een aantal maatregelen die, voor studenten met een diplomacontract, studieduurverlenging afremmen en/of onmogelijk maken, (dwingende) studievoortgangsmaatregelen genoemd. Uit de Onderwijs-en examenregeling: Beperking op herinschrijving door maatregelen van studievoortgangsbewaking Aan studenten die in principe aan alle toelatingsvoorwaarden voldoen, kan een herinschrijving in dezelfde opleiding geweigerd worden op basis van maatregelen die kaderen in de studievoortgangsbewaking. Voor studenten met een diplomacontract Elke EER-student met een diplomacontract kan zich herinschrijven voor dezelfde opleiding, maar er gelden bijkomende toelatingsvoorwaarden voor studenten die na 1 academiejaar niet ten minste 50% van de studiepunten waarvoor zij ingeschreven waren, verworven hebben. In dit geval kan je slechts herinschrijven na het advies van een trajectbegeleider ingewonnen te hebben. Met het oog op het optimaliseren van de studievoortgang geeft de trajectbegeleider advies over de omvang en samenstelling van het jaarprogramma en over de wenselijke studiebegeleiding (leergroepen, plustrajecten...). Bij die gelegenheid word je tevens geconfronteerd met de clausule dat een volgende inschrijving kan geweigerd worden indien je in het lopende academiejaar opnieuw minder dan 50% van de studiepunten waarvoor je ingeschreven was, behaalt. Alvorens opnieuw in te schrijven, dien je een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag te richten tot een studie(traject)begeleider en deze aanvraag mondeling toe te lichten in een gesprek over je studievoortgang. Er wordt in elk geval een opvolgingsdossier opgesteld; ook een begeleidingscontract met studievoortgangsmaatregelen zoals het volgen van monitoraten, periodieke gesprekken met je studie(traject)begeleider, enzovoorts, behoort tot de mogelijkheden. Aan EER- studenten die na twee opeenvolgende academiejaren minder dan 50% van de studiepunten waarvoor zij het eerste jaar waren ingeschreven verworven hebben, kan een derde inschrijving geweigerd worden door de decaan/directeur van de betrokken opleiding wegens onvoldoende studievoortgang. Ben je in dit geval en wens je je toch opnieuw in te schrijven, dan dien je een schriftelijk en gemotiveerd verzoek te richten tot een trajectbegeleider van het CSSB die je opvolgingsdossier aanvult en een advies formuleert ten behoeve van de decaan/directeur van de betrokken opleiding die een definitieve beslissing neemt. Indien herinschrijving geweigerd wordt geldt dit zowel voor een diploma- als voor een creditcontract. Aan een student van buiten de EER wordt de toelating tot herinschrijving afhankelijk gesteld van het absolute aantal verworven studiepunten in het voorgaande academiejaar of academiejaren (d.w.z. onafhankelijk van het aantal studiepunten waarvoor ze ingeschreven waren). Na een eerste inschrijving, wordt in het volgende academiejaar een herinschrijving geweigerd indien niet minstens 20 studiepunten verworven zijn. Iedere volgende inschrijving wordt door de decaan/directeur van de opleiding geweigerd indien het aantal eerder verworven studiepunten niet minstens gelijk is aan 30 x het aantal jaren waarvoor hij in de opleiding ingeschreven is 160

162 geweest, behoudens in gevallen van overmacht die vooraf gemeld werden aan de Ombudsdienst. Indien je met de beslissing niet akkoord gaat, kan je een interne beroepsprocedure opstarten zoals bepaald in punt 7 van deze onderwijsregeling. Voor studenten met een creditcontract Een EER-student met een creditcontract heeft recht op een tweede inschrijving voor dezelfde opleidingsonderdelen als waarvoor hij in een voorafgaand academiejaar was ingeschreven en waarvoor hij geen creditbewijs behaalde. Aan een student die gedurende twee opeenvolgende academiejaren geen credit behaalde voor een opleidingsonderdeel waarvoor hij inschreef via een creditcontract, wordt een derde inschrijving voor dat opleidingsonderdeel in principe geweigerd. Studenten die zich toch opnieuw wensen in te schrijven, richten een gemotiveerd verzoek tot de trajectbegeleider die een advies formuleert ten behoeve van de decaan/directeur van de betrokken opleiding die beslist om al dan niet een nieuwe inschrijving toe te laten. Wanneer je niet akkoord gaat met de beslissing kan je een interne beroepsprocedure opstarten zoals bepaald in punt 7 van deze onderwijsregeling. Daarnaast hebben alle studenten (met uitzondering van de studenten met een examencontract) ook recht op diverse vormen van studietrajectbegeleiding die er op gericht zijn hun studietraject optimaal te laten verlopen en hun slaagkansen te maximaliseren. We onderscheiden hierin volgende deelgebieden: Trajectbegeleiding: advies en begeleiding bij het maken van studiekeuzes Studiebegeleiding: advies en begeleiding bij het verwerken van de leerstof, buiten de onderwijsactiviteiten Studentenbegeleiding: advies en begeleiding bij studiebelemmerende factoren die van psychologische, sociale, financiële of culturele aard kunnen zijn. Ombudsdienst: bemiddeling tussen hogeschool en student bij problemen i.v.m. onderwijsverstrekking, onderwijsorganisatie en examens. Met uitzondering van trajectbegeleiding bij abnormale studievoortgang is de student vrij gebruik te maken van de geboden studietrajectbegeleiding in functie van zijn behoefte. Algemene indicatoren voor internationale competenties bij afgestudeerden (gebaseerd op: Leask, B. Bridging the Gap: Internationalizing University Curricula. Journal of studies in International Education. Volume 5, Number 2, Summer 2001): De alumnus zal blijk geven van internationaal inzicht als professional én als burger indien: Hij/zij een globale visie kan ontwikkelen en thema s vanuit een gedifferentieerd perspectief kan beschouwen Hij/zij zich bewust is van de eigen cultuur en de daaraan verbonden inzichten alsook van andere culturen met andere inzichten Hij/zij het verband kan waarderen dat er bestaat tussen de lokale studiegebieden en beroepsconventies in andere culturen Hij/zij erkent dat interculturele thema s relevant zijn voor de uitoefening van een professionele activiteit elders, buiten zijn/haar eigen cultuur 161

163 Hij/zij het belang aanvaardt van een multiculturele diversiteit voor de uitvoering van een beroep en voor het burgerzijn Hij/zij de complexe en interactieve factoren naar waarde weet te schatten die betrekking hebben op cultuur en culturele relaties Hij/zij de diversiteit in taal en cultuur naar waarde kan schatten Hij/zij de internationale standaard en praktijk van het beroepsleven naar waarde weet te schatten en ook zelf kan toepassen Hij/zij zich bewust toont van de implicaties van lokale beslissingen en handelingen voor de internationale gemeenschap en van internationale beslissingen en handelingen voor de lokale gemeenschap 162

164 IV ONDERZOEKSVERSLAG 1. Het onderzoeksbeleid: resultaten en vooruitzichten Per 1 oktober 2013 werd de onderwijsbevoegdheid van de HUB-KUBrussel opgeheven ingevolge de volledige integratie van de academische opleidingen in de KU Leuven. Alle personeelsleden en doctoraatsbursalen van de HUB-KUBrussel kregen een contract aan de KU Leuven en alle lopende extern en intern gefinancierde onderzoeksprojecten werden per 1 oktober 2013 door KU Leuven overgenomen. Alle daaruit voortvloeiende uitgaven worden via de KU Leuven betaald. In dit onderzoeksverslag worden, waar mogelijk, de gegevens en cijfers specifiek voor de HUB-KUBrussel meegedeeld, maar voor de hoofdstukken 6, 7 en 8 wordt telkens verwezen naar hoofdstuk 9 waarin de onderzoeksactiviteiten voor alle onderzoekseenheden van de HUBrussel worden beschreven Het gevoerde beleid Het gevoerde beleid inzake het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF) Ingevolge het BOF-Besluit van 21/12/2012 werd de BOF-toelage van de HUB-KUBrussel getransfereerd naar de KU Leuven. Tabel 1: Toelage Vlaamse overheid en eigen bijdrage van de HUB-KUBrussel voor BOF Jaar Bijdrage Vlaamse Bijdrage HUB- Totaal BOF overheid KUBrussel De HUB-KUBrussel financierde met de BOF-middelen 9 doctoraatsprojecten: 3 in de subfaculteit Letteren, 5 met economische finaliteit en 1 in de subfaculteit Rechtsgeleerdheid (zie BOF-tabel onder punt 5 van het onderzoeksverslag). Het saldo per 31 december 2013 aan bestemde fondsen uit het Bijzonder Onderzoeksfonds bedroeg en werd overgedragen aan de KU Leuven. 163

165 Het beleid inzake de interne financiering Voor de eigen financiering van kleine onderzoeksuitgaven legde het Directiecomité in 2013 een budget vast van Tabel 2: Budget eigen financiering en goedgekeurde aanvragen voor 2013 Subfaculteit Budget eigen financieringsmiddelen Goedgekeurde aanvragen en Bedrijfswetenschap Rechtsgeleerdheid Letteren Totaal De goedgekeurde aanvragen bleven ruimschoots onder het beschikbare budget voor de en de fac. terwijl in de subfaculteit Rechtsgeleerdheid het onderzoeksbudget grotendeels werd toegekend. Het beleid inzake externe financiering In 2013 bedroegen de inkomsten via externe financiering De uitgaven op externe fondsen lagen aanzienlijk hoger dan de inkomsten doordat geaccumuleerde inkomsten van de vorige jaren werden aangewend in Het saldo aan bestemde fondsen uit extern gefinancierde onderzoeksprojecten ten bedrage van werd overgedragen aan de KU Leuven Interne reglementen inzake de allocatie van onderzoeksmiddelen De bevoegdheid voor de allocatie van de onderzoeksmiddelen verschoof op het tijdstip van de integratie in de KU Leuven naar de bestuursorganen van de drie subfaculteiten. Aanvragen voor het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF) In februari 2013 werd voor de laatste maal een oproep verspreid voor het indienen van projectvoorstellen bij het Bijzonder Onderzoeksfonds. De oproep stond open voor alle onderzoekers van de masteropleidingen van de HUBrussel met doctoraat en met een onderzoeksopdracht van minstens 50%. Het reglement en de procedure voor deze oproep waren grotendeels identiek aan deze van de vorige oproep. De selectiecommissie kende unaniem aan 2 projectvoorstellen zeer hoge scores toe voor alle criteria: een aanvraag binnen de FEB@HUB en een aanvraag binnen de subfac. Rechtsgeleerdheid. Deze selectie werd bekrachtigd door het Directiecomité van 27 juni Aanvragen voor werkingsmiddelen in de drie subfaculteiten Sinds de integratie op 1 oktober 2013 worden bij de subfaculteit Economie en Bedrijfswetenschappen de aanvragen voor werkingsmiddelen (zie bijlagen 1 en 2 bij het onderzoeksverslag) ingediend bij de coördinatoren van de 3 onderzoekseenheden. De Onderzoeksraad Economie is hiervoor dus niet langer bevoegd. Voor de subfaculteit Rechtsgeleerdheid bleef de procedure ongewijzigd: de aanvragen voor werkingsmiddelen (zie bijlage 4 bij het onderzoeksverslag) worden ingediend bij de coördinator onderzoek. 164

166 De aanvragen bij de Letteren (zie bijlage 3 bij het onderzoeksverslag) werden in 2013 behandeld door het decanaat. Ingevolge de integratie werd in december 2013 de Onderzoeksraad Letteren afgeschaft en werd de Subfacultaire Commissie Onderzoek geïnstalleerd die vanaf januari 2014 bevoegd is voor de allocatie van de werkingsmiddelen De aanvragen moeten formeel voldoen aan een aantal ontvankelijkheidscriteria: de aanvraag voor een reiskrediet bij het FWO moet min. 3 maand voor de start van het congres worden ingediend; de aanvraag moet volgende informatie en documenten bevatten: gedateerde ontvangstbevestiging van het FWO, paper acceptance, abstract paper, motivering, publicatielijstje en vorige aanvragen bij de Onderzoeksraad. Aanvragen bij het Speciaal Fonds van de Nationale Bank van Belgie De Nationale Bank van Belgie kende in 2013 aan de HUB-KUBrussel opnieuw een dotatie toe van ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderzoek. Uit de 2 ingediende projectaanvragen werd het beste voorstel geselecteerd door de Onderzoeksraad Economie van 5 maart Dit voorstel werd nadien tevens goedgekeurd door de NBB (zie tabel externe financiering in hoofdstuk 5 van het onderzoeksverslag) Beslissingen van de Onderzoeksraden en de coördinator onderzoek Rechten Hierna worden de beslissingen van de beleidsorganen weergegeven die relevant zijn voor de HUB-KUBrussel. Projectaanvragen Nationale Bank van België HUB-KUB- OR Economie De voorzitter licht toe dat twee aanvragen werden ingediend voor financiering door het Speciaal Fonds van de NBB: een aanvraag van Johan Lambrecht en Jan Degadt en een aanvraag van Geert Van Campenhout. Gezien het beperkte bedrag ( 1.890) besliste het BOB in het verleden om dit kleine budget toe te kennen aan het wetenschappelijk beste project. De leden van het bureau OR beoordeelden de beide aanvragen op basis van drie criteria : - het wetenschappelijk potentieel van het project (welke geeft meer kansen op kwalitatieve wetenschappelijke output?) - additionaliteit (is de bijkomende financiering nodig om het project uit te voeren of zou het project ook doorgaan zonder deze extra stimulans?) - sluit het project aan bij de doelstellingen die onze opleidingen nastreven (missie, onderwijs & onderzoek, business oriëntatie). De aanvraag van Van Campenhout werd geselecteerd als beste aanvraag omdat deze aanvraag iets beter scoort voor het eerste criterium, voor de 2 andere criteria zijn de beide aanvragen gelijkwaardig. Budget Onderzoeksraad Economie De voorzitter heeft de bevestiging gekregen van de financiële directeur, G. Elebaut, dat het budget van de Onderzoeksraad voor 2013 definitief werd goedgekeurd ten belope van Voor de verdeling van dit bedrag over de Onderzoeksraad en de onderzoekscentra zal de verdeelsleutel worden gebruikt die werd afgesproken in de Onderzoeksraad van 18/12/2012. De berekening van deze verdeling werd uitgevoerd op basis van de 165

167 onderzoekspercentages die werden opgenomen in het Onderzoeksverslag voor de Associatie. De leden gaan akkoord met de voorgestelde budgetverdeling. Elke directeur moet binnen zijn/haar centrum duidelijke afspraken maken voor de toekenning van de werkingsmiddelen. Enkel uitgaven die te maken hebben met onderzoeksactiviteiten, zijn toegelaten. Elke kostennota moet ondertekend worden door de centrumdirecteur en tevens door de voorzitter van de Onderzoeksraad. Bij twijfel over het onderzoekskarakter van een uitgave, zal het dossier aan de voltallige Onderzoeksraad worden voorgelegd. Het betreft jaarlijkse budgetten die niet overdraagbaar zijn; een overdracht tussen de centra onderling is eventueel mogelijk. De voorzitter gaat ervan uit dat voor 2014 een zelfde budget zal toegekend worden, zeker als aangetoond wordt dat het huidige budget goed werd besteed. De Onderzoeksraad behandelt de aanvragen voor congreskredieten in 2013 totdat het beschikbare budget van uitgeput is. Dag van het Onderzoek 2013 OR Economie De voorzitter geeft een algemene outline van het programma van de Dag van het Onderzoek die zal doorgaan op maandag 27 mei. In de voormiddag zal de financiële dienst van de KU Leuven een infosessie geven met betrekking tot de praktische financiële aspecten op het vlak van onderzoek. De eigenlijke Onderzoeks(namid)dag zal gewijd worden aan het thema van de questionable research practices. Na een plenaire sessie met prof. G. Storms (KU Leuven PPW) zullen korte workshops van ongeveer 1 uur gegeven worden (o.a. de problematiek van het gebruik van persoonsgegevens, bibliometrie, ). De voorzitter nodigt alle leden uit om suggesties en ideeën door te geven aan hem of aan het COC. Een lid is van mening dat op de Onderzoeksdag ook het specifieke HUB-onderzoek in de verf moet gezet worden met aandacht voor de relatie tussen het onderzoek en de businessoriëntatie. Overgang van Lirias HUB naar Lirias Leuven OR Economie De onderzoekscoördinator licht toe op welke wijze de overgang zal gebeuren van Lirias HUB naar Lirias KU Leuven. Voor de Paasvakantie zal ze per een stop afkondigen voor de invoer in Lirias HUB. Vermits de repository consulteerbaar moet blijven, kan het programma niet volledig afgesloten worden. Indien men toch publicaties zou invoeren tijdens de stop, moeten deze nadien opnieuw ingevoerd worden in Lirias KU Leuven. Vanaf juli zou Lirias KU Leuven operationeel moeten zijn. Elke onderzoeker zal dan een wachtlijst met de eigen publicaties te zien krijgen die hij/zij zelf moet accepteren, dit biedt meteen een controle op de inhoud van de repository. Er zal een interface voorzien worden boven de Lirias KU Leuven die de keuze biedt tussen Publicaties en lezingen (ingang tot Lirias KU Leuven) en Expertise topics (ingang tot Lirias HUB). Alleen het onderdeel Publicaties en lezingen krijgt een link met de webpagina Onderzoek. BOF-aanvragen 2013 OR Economie De voorzitter deelt mee dat voor de BOF-oproep (Bijzonder Onderzoeksfonds) 12 projectvoorstellen werden ingediend waarvan 6 bij de subfac. E&B, 3 bij de subfac. Letteren en 3 bij de subfac. Rechten. De onderzoekscoördinator heeft op op 22 maart aan elke kandidaat-promotor 5 referee-namen doorgegeven. De deadline voor de referee-rapporten is 21 april en de selectiecommissie zal eind mei samenkomen. Vorderingsverslagen doctorandi - OR Economie De 10 doctorandi van de subfac. E&B hebben elk een vorderingsverslag ingediend. Dit verslag samen met een positief advies erover moet voorgelegd worden aan het Directiecomité voor de goedkeuring van de jaarlijkse verlenging van de contracten. De leden bespreken de vorderingsverslagen met bijzondere aandacht voor de haalbaarheid van de opgenomen doctoraatsplanning. 166

168 De leden formuleren een positief advies voor alle vorderingsverslagen. Strategie- en Werkingsplan (SWP) OR Economie De vergadering gaat unaniem akkoord over het volgende SWP voor : Onderzoeksgroepen FEB@HUB aanzetten tot het opmaken van lange termijn onderzoeksplan; Uitwerken van een overkoepelende visie inzake onderzoek; Docenten FEB@HUB sterker coachen bij aanvragen externe projectmiddelen; Herzien van de meetsleutel onderzoek (2de semester); Privacy onderzoeksgegevens Het Onderzoeksbeleid Beleidsstructuren HUBrussel Het onderzoeksbeleid van de tweecycli-opleidingen wordt sinds de integratie van de academische opleidingen in de KU Leuven niet meer bepaald door het overkoepelende Bureau voor Onderzoeksbeleid en het Directiecomité maar door organen binnen de onderscheiden subfaculteiten. De Onderzoeksraad Economie besliste in september 2013 om het grootste deel van het onderzoeksbudget over te hevelen naar de individuele onderzoekseenheden die vanaf dan zelf beslissen over de allocatie van de werkingsmiddelen. Deze beweging werd ingezet om op termijn de rol en bevoegdheden van onderzoekseenheden op de campus Brussel beter te aligneren op de situatie aan de FEB@Leuven. De coördinatoren van de onderzoekseenheden zetelen in het subfaculteitsbestuur, hetgeen een directere link garandeert met de hogere beslissingsorganen. De Onderzoeksraad waarin de directeurs van de onderzoekseenheden en de voorzitters van de onderzoeksgroepen zetelen, behoudt nog een beperkt takenpakket: Onderzoeksoutput vaststellen met advies aan de decaan ivm. de onderzoeksopdrachten; Strategie en werkingsplan (SWP) opstellen en de uitvoering van het onderzoeksbeleid bewaken. In de nieuwe constellatie wordt de Onderzoeksraad een orgaan waarin de dossiers op het vlak van onderzoek worden voorbereid alvorens behandeld te worden door de subfaculteitsraad. De Onderzoeksraad Letteren werd ingevolge de integratie hervormd tot de Subfacultaire Commissie Onderzoek die bestaat uit de campusdecaan, de campusvicedecaan onderzoek, de directeurs van de onderzoekscentra van de subfaculteit, drie vertegenwoordigers van de faculteit Letteren@Leuven en de onderzoekscoördinator. Aan de subfaculteit Rechtsgeleerdheid@HUB is de coördinator onderzoek bevoegd voor het uitwerken van het onderzoeksbeleid. Hij zetelt daartoe ook in het subfaculteitsbestuur. De onderzoeksorganen van de HUB zijn vertegenwoordigd in het Faculteitsbestuur van de corresponderende geïntegreerde Faculteit (bij FEB@HUB via de campusvicedecanen onderzoek en onderwijs en door de campusdecaan, bij Letteren via de campusdecaan). Bij Letteren is de campusdecaan van de HUB ook lid van de Leuvense facultaire commissie onderzoek, voorgezeten door de Leuvens vicedecaan onderzoek. De administratieve ondersteuning van het onderzoeksbeleid gebeurt door het Centrum voor onderzoekscoördinatie, onder leiding van de onderzoekscoördinator. Het Centrum verzorgt de coaching van de onderzoeksaanvragen, de doorstroming van onderzoeksinformatie naar de onderzoekers, de administratieve ondersteuning bij de 167

169 verschillende rapporteringen, de ondersteuning bij het uitwerken en implementeren van het onderzoeksbeleid, de wetenschapscommunicatie en popularisering. Het centrum functioneert in nauwe samenwerking met de Dienst voor Onderzoekscoördinatie aan de KU Leuven. Onderzoekscentra en speerpuntenbeleid Binnen de en de fac. wordt het onderzoek georganiseerd via de onderzoekscentra (onderzoekseenheden genaamd sinds de integratie) en onderzoeksgroepen die gestalte geven aan het inhoudelijke speerpuntenbeleid. Bij Economie en Bedrijfswetenschappen is er vooreerst een opsplitsing in vier onderzoekscentra die elk geleid worden door een onderzoeksdirecteur. Deze centra constitueren een belangrijke structurele component van het onderzoeksbeleid, vermits ze onderzoekers rond bepaalde themata verzamelen en een flankerend administratief beleid voeren (bv. eigen analytische boekhouding etc.). Een aantal onderzoekscentra zijn verder opgedeeld in onderzoeksgroepen. Deze groepen vormen de inhoudelijke kern, waarin onderzoeksstimulerende activiteiten (seminaries, leesgroepen, ) worden ontwikkeld. Bijgevoegd schema illustreert de structuur. Binnen de onderzoeksstructuur van de subfaculteit FEB@HUB vervult het (niet in het schema opgenomen) Expertisecentrum Strategisch Management & Projectmanagement een specifieke rol. Vanuit de nood aan een brug tussen academisch onderzoek en businessoriëntatie ontwikkelt het expertisecentrum in samenwerking met organisaties (bedrijven, overheidsinstellingen, beroepsverenigingen, ) nieuwe projecten die aan een aantal wetenschappelijke onderzoekscriteria beantwoorden. Studenten, voornamelijk in het kader van de masterproeven, en beginnende doctorandi worden ingeschakeld bij de uitwerking van deze projecten. Het expertisecentrum fungeert als een incubator waaruit nieuwe businessgeoriënteerde onderzoekscellen kunnen ontstaan. Binnen de Faculteit Letteren@HUB heeft de zwaartepuntvorming zich structureel geconsolideerd in vier onderzoekscentra: 168

JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2012

JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2012 JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2012 ALGEMENE VERGADERING 27 mei 2013 In de Hogeschool Universiteit Brussel staan studenten centraal. Zij richt zich op de ontwikkeling van hun talenten, hun persoonlijke groei

Nadere informatie

Art.4: De Vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde worden ontbonden.

Art.4: De Vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde worden ontbonden. Vlaamse Technische Kring Gent, v.z.w. STATUTEN 12/02/2017 Titel I: Naam, zetel, duur en doel van de Vereniging Art.1: De Vereniging draagt de naam Vlaamse Technische Kring Gent, Vereniging zonder winstoogmerk,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. - Naam, zetel, doel

Hoofdstuk 1. - Naam, zetel, doel Gallaitstraat 86 bus 12 I 1030 Brussel I 02 244 93 39 I info@defederatie.org www.defederatie.org Hoofdstuk 1. - Naam, zetel, doel Art. 1. De vereniging draagt de naam De Federatie Sociaal-Cultureel Werk

Nadere informatie

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt:

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt: Adventure Diving vzw H. Theresialaan 79, bus 3 1700 Dilbeek NIEUWE STATUTEN De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt: HOOFDSTUK I Naam, zetel, doel

Nadere informatie

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008. Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder.

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008. Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder. vzw Zevenbunder, NIEUWE STATUTEN Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008 De statuten van de vzw worden gewijzigd door de volledige vervanging van de teksten, zoals gepubliceerd

Nadere informatie

Artikel 4 Het maatschappelijk jaar valt samen met het kalenderjaar.

Artikel 4 Het maatschappelijk jaar valt samen met het kalenderjaar. Benaming: Rechtsvorm: Zetel : Ondernemingsnr.: Voorwerp akte: Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela Verening zonder winstoogmerk Varkensstraat 6 2800 Mechelen 430.947.739 NIEUWE STATUTEN - RAAD

Nadere informatie

GECOÖRDINEERDE STATUTEN

GECOÖRDINEERDE STATUTEN GECOÖRDINEERDE STATUTEN Statuten van de vzw Interdiocesane Dienst voor het Katholiek Godsdienstonderwijs zoals gewijzigd door de algemene vergadering op 11 september 2003. N. 4999 [S-C 46030] Interdiocesane

Nadere informatie

KONINKLIJKE ANTWERPSE VERENIGING VAN VRIENDENCLUBS

KONINKLIJKE ANTWERPSE VERENIGING VAN VRIENDENCLUBS KONINKLIJKE ANTWERPSE VERENIGING VAN VRIENDENCLUBS HOOFDSTUK I Naam en doel (I.1 I.4) HOOFDSTUK II Raad van Bestuur : a) aanstelling, bevoegdheid en samenstelling (II.1 II.7) b) algemene punten (II.8 II.11)

Nadere informatie

De zetel van de vereniging is gevestigd te Leuven, Schapenstraat 34 en ressorteert onder de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Leuven.

De zetel van de vereniging is gevestigd te Leuven, Schapenstraat 34 en ressorteert onder de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Leuven. ASSOCIATIE KU LEUVEN VZW Gecoördineerde statuten zoals goedgekeurd op 20 december 2012 TITEL 1 NAAM, ZETEL, DOEL EN DUUR Artikel 1 De vereniging is opgericht onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk

Nadere informatie

STATUTEN VAN DE VZW ASSOCIATIE UNIVERSITEIT GENT

STATUTEN VAN DE VZW ASSOCIATIE UNIVERSITEIT GENT STATUTEN VAN DE VZW ASSOCIATIE UNIVERSITEIT GENT Titel 1 naam, zetel Artikel 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt de naam Associatie Universiteit Gent, hierna genoemd de AUGent. Artikel 2. De zetel

Nadere informatie

Art.4: De Vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde worden ontbonden.

Art.4: De Vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde worden ontbonden. Vlaamse Technische Kring Gent, v.z.w. STATUTEN 13/07/2016 Titel I: Naam, zetel, duur en doel van de Vereniging Art.1: De Vereniging draagt de naam Vlaamse Technische Kring Gent, Vereniging zonder winstoogmerk,

Nadere informatie

STATUTEN VZW LET US CHANGE ETHIOPIË ADRES: MINNEVELD 13, 3000 L EUVEN ONDERNEMINGSNUMMER: 0836.951.434 GERECHTERLIJK ARRONDISSEMENT: LEUVEN

STATUTEN VZW LET US CHANGE ETHIOPIË ADRES: MINNEVELD 13, 3000 L EUVEN ONDERNEMINGSNUMMER: 0836.951.434 GERECHTERLIJK ARRONDISSEMENT: LEUVEN STATUTEN VZW LET US CHANGE ETHIOPIË VZW LET US CHANGE ETHIOPIË ADRES: MINNEVELD 13, 3000 L EUVEN ONDERNEMINGSNUMMER: 0836.951.434 GERECHTERLIJK ARRONDISSEMENT: LEUVEN I. NAAM // ADRES // DOEL // DUUR Statuten

Nadere informatie

Duifhuisstraat 75, 9000 GENT Ondernemingsnummer 450.728.613 http://www.gamagent.be/

Duifhuisstraat 75, 9000 GENT Ondernemingsnummer 450.728.613 http://www.gamagent.be/ Duifhuisstraat 75, 9000 GENT Ondernemingsnummer 450.728.613 http://www.gamagent.be/ 19/06/2013 Titel I: Benaming Zetel Doel Duur Artikel 1: De vereniging draagt als naam Gentse Amateurtheaters vereniging

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: BENAMING - ZETEL - DOEL - DUUR

HOOFDSTUK I: BENAMING - ZETEL - DOEL - DUUR STATUTEN Verbond der clubs van Golfbiljart van Tienen en Omstreken VZW Oude Leuvensestraat 93 te 3300 Tienen Arrondissement Leuven Ondernemingsnummer: 0410770056 HOOFDSTUK I: BENAMING - ZETEL - DOEL -

Nadere informatie

C O N F E R E N T I E V A N V L A A M S E G E R E C H T S D E U R W A A R D E R S

C O N F E R E N T I E V A N V L A A M S E G E R E C H T S D E U R W A A R D E R S CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS, vereniging zonder winstgevend doel, te 2000 Antwerpen, Drukkerijstraat 16. ----------------------------------------- GECOORDINEERDE TEKST DER STATUTEN ---------------------------------------

Nadere informatie

STATUTEN VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS

STATUTEN VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS STATUTEN VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS 1. Naam, zetel, doel en duur van de vereniging. Artikel 1: De vereniging draagt de naam VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS, afgekort VOR. Artikel 2: De zetel

Nadere informatie

STATUTEN. De vereniging zonder winstoogmerk (vzw) wordt genoemd: Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen, afgekort VAD.

STATUTEN. De vereniging zonder winstoogmerk (vzw) wordt genoemd: Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen, afgekort VAD. STATUTEN TITEL I Naam Zetel Doel Artikel 1 De vereniging zonder winstoogmerk (vzw) wordt genoemd: Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen, afgekort VAD. Artikel 2 De zetel van de vereniging is

Nadere informatie

PRIVACY TRAINING CENTER Oprichtingsakte

PRIVACY TRAINING CENTER Oprichtingsakte PRIVACY TRAINING CENTER Oprichtingsakte De ondergetekenden: zijn samengekomen op 8 juni 2016 en overeengekomen een vereniging zonder winstoogmerk op te richten, overeenkomstig de Wet van 27 juni 1921 zoals

Nadere informatie

CENTRUM voor BEELDEXPRESSIE vzw (Ondernemingsnummer: 475631481)

CENTRUM voor BEELDEXPRESSIE vzw (Ondernemingsnummer: 475631481) NIEUWE STATUTEN CENTRUM voor BEELDEXPRESSIE vzw (Ondernemingsnummer: 475631481) TITEL I : Benaming, zetel, doel, duur. Artikel 1 : Artikel 2 : De vereniging draagt als naam : Centrum voor Beeldexpressie,

Nadere informatie

VZW DE NOORDVAART STATUTEN

VZW DE NOORDVAART STATUTEN VZW DE NOORDVAART STATUTEN vzw De Noordvaart Toevluchtweg 15 8620 Nieuwpoort De hierna vernoemde personen : 1. Voorzitter: Marc Rommel Toevluchtweg 15 8620 Nieuwpoort... 2. Secretaris: Christine Declerck

Nadere informatie

Gecoördineerde statuten Ouderraad Gemeentelijke Basisschool Tervuren

Gecoördineerde statuten Ouderraad Gemeentelijke Basisschool Tervuren Gecoördineerde statuten Ouderraad Gemeentelijke Basisschool Tervuren Titel I. Naam, zetel Artikel 1 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt de benaming Ouderraad Gemeentelijke Basisschool Tervuren.

Nadere informatie

VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77

VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77 VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77 Nieuwe Statuten De buitengewone Algemene Vergadering van de vereniging zonder winstgevend doel, Vereniging voor de Verenigde Naties,

Nadere informatie

FOVIG V.Z.W. ONDERNEMINGSNUMMER: Statuten volgens de wet van 27 juni 1921 zoals gewijzigd door de wet van 2 mei 2002.

FOVIG V.Z.W. ONDERNEMINGSNUMMER: Statuten volgens de wet van 27 juni 1921 zoals gewijzigd door de wet van 2 mei 2002. FOVIG V.Z.W. ONDERNEMINGSNUMMER: 0431976236 Statuten volgens de wet van 27 juni 1921 zoals gewijzigd door de wet van 2 mei 2002. BENAMING EN ZETEL Art. 1. De vereniging heeft als naam: Federatie van ouderverenigingen

Nadere informatie

S T A T U T E N. FEDERATIE van TOERISTISCHE GIDSENGROEPERINGEN vzw afgekort " F T G " Vossekotstraat Zichem

S T A T U T E N. FEDERATIE van TOERISTISCHE GIDSENGROEPERINGEN vzw afgekort  F T G  Vossekotstraat Zichem S T A T U T E N FEDERATIE van TOERISTISCHE GIDSENGROEPERINGEN vzw afgekort " F T G " Vossekotstraat 130 3271 Zichem Identificatienummer 10729/83 - Ondernemingsnummer 424828326 -------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Vzw LUCA School of Arts afgekort: LUCA identificatienummer:

Vzw LUCA School of Arts afgekort: LUCA identificatienummer: Vzw LUCA School of Arts afgekort: LUCA identificatienummer: 0456758944 De Algemene Vergadering van de vzw LUCA School of Arts heeft op zijn vergadering van 7 november 2017 met unanimiteit beslist om de

Nadere informatie

Statuten Lubko vzw. 1 De vereniging heeft tot doel de beoefening en bevordering van korfbal.

Statuten Lubko vzw. 1 De vereniging heeft tot doel de beoefening en bevordering van korfbal. Statuten Lubko vzw Titel I NAAM - ZETEL - DOEL DUUR Artikel 1 1 De vereniging wordt genoemd Korfbalclub Lubko, afgekort Lubko. 2 Deze naam moet voorkomen in alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen,

Nadere informatie

S T A T U T E N TITEL I: DE VERENIGING. 1 De feitelijke vereniging draagt de naam Alumni Gentse Filosofen en Moraalwetenschappers (AGFM).

S T A T U T E N TITEL I: DE VERENIGING. 1 De feitelijke vereniging draagt de naam Alumni Gentse Filosofen en Moraalwetenschappers (AGFM). S T A T U T E N TITEL I: DE VERENIGING ARTIKEL 1: naam 1 De feitelijke vereniging draagt de naam Alumni Gentse Filosofen en Moraalwetenschappers (AGFM). ARTIKEL 2: zetel 1 De zetel van de vereniging is

Nadere informatie

NAAM, ZETEL, DUUR & DOEL

NAAM, ZETEL, DUUR & DOEL Koninklijk Werk Volkstuinen Gentbrugge Vereniging zonder winstoogmerk Boswachterstraat 42 9050 Gent KBO 0411.014.140 STATUTEN NAAM, ZETEL, DUUR & DOEL 1. De vereniging draagt de naam Koninklijk Werk Volkstuinen

Nadere informatie

STATUTEN. DE WARANDE VZW ZINNERSTRAAT 1, 1000 BRUSSEL Ondernemingsnummer 433.458.554

STATUTEN. DE WARANDE VZW ZINNERSTRAAT 1, 1000 BRUSSEL Ondernemingsnummer 433.458.554 STATUTEN DE WARANDE VZW ZINNERSTRAAT 1, 1000 BRUSSEL Ondernemingsnummer 433.458.554 TITEL I : NAAM_- ZETEL - DOEL - DUUR Artikel 1. De vereniging draagt de naam: "De Warande v.z.w." Artikel 2. De zetel

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET DIRECTIECOMITÉ

INTERN REGLEMENT VAN HET DIRECTIECOMITÉ BIJLAGE 4 BIJ HET CORPORATE GOVERNANCE CHARTER INTERN REGLEMENT VAN HET DIRECTIECOMITÉ OPGESTELD DOOR DE RAAD VAN BESTUUR INHOUDSOPGAVE Algemeen... 3 1. Samenstelling... 3 2. Benoeming... 3 3. Bevoegdheden

Nadere informatie

STOS, vzw STATUTEN. Oprichting en zetel.

STOS, vzw STATUTEN. Oprichting en zetel. STOS, vzw STATUTEN Oprichting en zetel. Artikel 1. De sinds 1956 opgerichte Soc. Turnrkirng Ontwikkeling Schoten is op 22 september 1998 omgevormd in een vereniging zonder winstoogmerk onder de benaming

Nadere informatie

... (benaming)... (adres). De hierna vernoemde personen : 1... 2... 3... 4... 5... 6... 7...

... (benaming)... (adres). De hierna vernoemde personen : 1... 2... 3... 4... 5... 6... 7... Deze statuten zijn een voorbeeld welke formuleringen de statuten van een VZW kunnen bevatten. Aanpassingen zijn steeds mogelijk, maar hou er rekening mee dat sommige, wettelijke bepalingen dienen vermeld

Nadere informatie

Art. 1.: De vereniging draagt de naam: Olympia Badmintonclub, vereniging zonder winstoogmerk, afgekort: "Olympia B.C.", v.z.w.

Art. 1.: De vereniging draagt de naam: Olympia Badmintonclub, vereniging zonder winstoogmerk, afgekort: Olympia B.C., v.z.w. Olympia Badmintonclub Vereniging zonder winstoogmerk Oogststraat 1A bus 6B 2600 Berchem Verenigingsnummer : 865787 Ondernemingsnummer : 433509034 Tel. : 03/440.34.19 e-mail : cornelis.vanlaer@skynet.be

Nadere informatie

Vlaamse Technische Kring Gent, v.z.w. STATUTEN 24/05/2015

Vlaamse Technische Kring Gent, v.z.w. STATUTEN 24/05/2015 Statuten pagina 1 van 5 Vlaamse Technische Kring Gent, v.z.w. STATUTEN 24/05/2015 Titel I: Naam, zetel, duur en doel van de Vereniging Art.1: De Vereniging draagt de naam Vlaamse Technische Kring Gent,

Nadere informatie

Artikel 3 Duur De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur, zij kan ten allen tijde ontbonden worden.

Artikel 3 Duur De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur, zij kan ten allen tijde ontbonden worden. STATUTEN. Verschenen in het Belgisch staatsblad van 30 juli 2018. Titel I. Algemeen Artikel 1 Naam De vereniging draagt de naam Koninklijk werk der Volkstuinen afdeling Merksem vzw en heeft als maatschappelijke

Nadere informatie

De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde ontbonden worden.

De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde ontbonden worden. STATUTEN Benaming : Tennisclub TENZA Rechtsvorm : vereniging zonder Winstoogmerk (VZW) Ondernemingsnummer 0435 143 978: Artikel 1 1 De vereniging wordt genoemd tennisclub TENZA vzw 2 Deze naam moet voorkomen

Nadere informatie

Statuten. Zij heeft de volgende activiteiten: Watergewenning, zwemles, zwemschool, competitief zwemmen, recreatief zwemmen, aquafitness.

Statuten. Zij heeft de volgende activiteiten: Watergewenning, zwemles, zwemschool, competitief zwemmen, recreatief zwemmen, aquafitness. De volgende personen: 1) Pol De Smet, Stroombanklaan 33, 8400 Oostende, bediende; 2) Patrick Goossens, Koopvaardijstraat 25, 8400 Oostende, dekorateur; 3) Luc Bossuyt, Francis Verestraat 61, 8400 Oostende,

Nadere informatie

Nieuwe statuten - Naamswijziging

Nieuwe statuten - Naamswijziging Reigerstraat 10 9000 Gent T 09 220 84 31 info@dewerkplekarchitecten.be www.dewerkplekarchitecten.be Nieuwe statuten - Naamswijziging De algemene vergadering van 12 juni 2015 geldig samengeroepen en beschikkend

Nadere informatie

STATUTEN LOGO DENDER VZW

STATUTEN LOGO DENDER VZW STATUTEN LOGO DENDER VZW TITEL I. - Benaming, zetel, duur Art 1. De vzw draagt de naam: "Lokaal Gezondheidsoverleg Dender", evenwaardig afgekort als Logo Dender. Het Logo is een samenwerkingsverband voor

Nadere informatie

Statuten SKF vastgelegd tijdens de stichtingsvergadering van 26 juni 2004.

Statuten SKF vastgelegd tijdens de stichtingsvergadering van 26 juni 2004. Tussen ondergetekenden : Statuten SKF vastgelegd tijdens de stichtingsvergadering van 26 juni 2004. Titel I Naam, zetel, doel, duur Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt de naam : Studiekring

Nadere informatie

VRIENDENKRING d HELLICHT

VRIENDENKRING d HELLICHT VRIENDENKRING d HELLICHT Vereniging zonder winstoogmerk Hellichtstraat 52 3110 Rotselaar Verenigingsnummer: 1154192 Ondernemingsnummer: 4477 766 846 GECOÖRDINEERDE STATUTEN Historiek Oprichting: onder

Nadere informatie

De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan ten allen tijde worden

De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan ten allen tijde worden Lijst van statuten Identificatienummer: 3084/95 Ondernemingsnummer: 454488649 Datum oprichtingsacte: 24/02/1995 Benaming: (Voluit) Taekwondo-club ILYO Testelt Aarschot V.Z.W. (Afgekort) Taekwondo-club

Nadere informatie

VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK VRIJE ZWEMMERS GENT S T A T U T E N

VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK VRIJE ZWEMMERS GENT S T A T U T E N VRIJE ZWEMMERS GENT - vzw Lothariusstraat 29, 9032 Wondelgem Ondernemingsnummer: 465638008 VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK VRIJE ZWEMMERS GENT S T A T U T E N HOOFDSTUK 1: DE VERENIGING Artikel 1 Rechtsvorm

Nadere informatie

STATUTEN TITEL I: NAAM - ZETEL - DOEL - DUUR

STATUTEN TITEL I: NAAM - ZETEL - DOEL - DUUR Sporty Creactief Ernest Solvaystraat 2 3010 Leuven Ondernemingsnummer : 0875.385.903 STATUTEN De algemene vergadering van 20/05/2016, geldig samengeroepen en beschikkend over de nodige aantallen inzake

Nadere informatie

Akte Oprichting gecoördineerde versie

Akte Oprichting gecoördineerde versie Akte Oprichting gecoördineerde versie Benaming: OVED: Overlegplatform voor energiedeskundigen Rechtsvorm: Vereniging zonder Winstoogmerk Zetel: 9050 Gentbrugge, Kerkstraat 108 TITEL 1 NAAM ZETEL DOEL -

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 : benaming, zetel, doel, duur

Hoofdstuk 1 : benaming, zetel, doel, duur Statuten FNIP vzw Hoofdstuk 1 : benaming, zetel, doel, duur Artikel 1 - De vereniging wordt genoemd "Federatie van Nationale en Internationale Postzegelhandelaren" vzw, afgekort, FNIP vzw. Artikel 2 -

Nadere informatie

S T A T U T E N W I J Z I G I N G goedgekeurd op AV 08/04/2014 TITEL I: NAAM - ZETEL - DOEL - DUUR

S T A T U T E N W I J Z I G I N G goedgekeurd op AV 08/04/2014 TITEL I: NAAM - ZETEL - DOEL - DUUR S T A T U T E N W I J Z I G I N G goedgekeurd op AV 08/04/2014 TITEL I: NAAM - ZETEL - DOEL - DUUR ARTIKEL 1 De vereniging draagt de naam: Regionaal WelzijnsPlatform Noord-West-Vlaanderen vzw ARTIKEL 2

Nadere informatie

GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018

GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018 GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018 Deze statuten werden opgesteld op 15 februari 1974 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 april 1974, werden gewijzigd ingevolge een beslissing van de

Nadere informatie

Gecoördineerde statuten per 12 juni Hoofdstuk I - Naam, zetel, doel. Naam

Gecoördineerde statuten per 12 juni Hoofdstuk I - Naam, zetel, doel. Naam Europese Vereniging voor het Bank- en Financieel Recht Belgium, verkort : E.V.B.F.R.-Belgium, internationale vereniging AEDBF-EVBFR B E U M Identificatienummer : 14916/91 Gecoördineerde statuten per 12

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 03 MEI 2018 OPENBARE ZITTING

NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 03 MEI 2018 OPENBARE ZITTING NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 03 MEI 2018 OPENBARE ZITTING Aanwezig: Omer Mievis, Ursula Bervoets, Xavier Lesenne, Johan Everaerts, Jerry Janssens, Patrick Vansweevelt: raadsleden;

Nadere informatie

Industria VZW - STATUTEN

Industria VZW - STATUTEN Industria VZW - STATUTEN VOORAFGAANDE TITEL DEFINITIES Fakbar: Eender welke fakbar te Leuven die een geldige samenwerkingsovereenkomst heeft lopen met Industria VZW. TITEL I NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR Art.

Nadere informatie

MerkatorLeuven vzw. Merkator is opgebouwd uit drie afdelingen, elk met een eigen doelstelling.

MerkatorLeuven vzw. Merkator is opgebouwd uit drie afdelingen, elk met een eigen doelstelling. MerkatorLeuven vzw HOOFDSTUK I. Naam, zetel, doelstelling, duur Artikel 1:Naam De officiële naam van de vereniging is MerkatorLeuven vzw, afgekort Merkator. Deze naam moet voorkomen in alle akten, facturen,

Nadere informatie

Statuten JC Bouckenborgh vzw

Statuten JC Bouckenborgh vzw Statuten JC Bouckenborgh vzw TITEL I Maatschappelijke zetel, doel en duur Artikel 1 De vereniging is opgericht als een entiteit met rechtspersoonlijkheid, meer in het bijzonder als een vereniging zonder

Nadere informatie

V.J.J.F. stijl DE WIT VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK GECOÖRDINEERDE STATUTEN Ondernemingsnummer

V.J.J.F. stijl DE WIT VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK GECOÖRDINEERDE STATUTEN Ondernemingsnummer V.J.J.F. stijl DE WIT VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK GECOÖRDINEERDE STATUTEN Ondernemingsnummer 431.027.913 De algemene vergadering van de V.Z.W. V.J.J.F. stijl DE WIT, met zetel te 2500 Lier, Donk 37

Nadere informatie

VLAAMS SECRETARIAAT VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJS vzw Dienst Besturen

VLAAMS SECRETARIAAT VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJS vzw Dienst Besturen VLAAMS SECRETARIAAT VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJS vzw Dienst Besturen OPDRACHT, SAMENSTELLING EN WERKING VAN HET BUREAU BESTUREN EN OVERLEGFORUM BESTUREN Intern reglement OPDRACHT Art. 1, 1 Art. 1, 2 Het

Nadere informatie

Feitelijke vereniging Nieuwe Technologie voor Boyoma Studenten STATUTEN

Feitelijke vereniging Nieuwe Technologie voor Boyoma Studenten STATUTEN Feitelijke vereniging Nieuwe Technologie voor Boyoma Studenten STATUTEN De ondergetekenden De heer, Kennis, Jan, Fruithoflaan 106 bus 16, 2600 Berchem, 03/06/1983, Leuven Mevrouw, Adubango Uweka, Ines,

Nadere informatie

STATUTEN VAN HET BELGISCH ARBITRAGEHOF VOOR DE SPORT (BAS)

STATUTEN VAN HET BELGISCH ARBITRAGEHOF VOOR DE SPORT (BAS) STATUTEN VAN HET BELGISCH ARBITRAGEHOF VOOR DE SPORT (BAS) I. Rechtsvorm, benaming, maatschappelijke zetel, duur, doel artikel 1: rechtsvorm - benaming De vereniging is opgericht als een vereniging zonder

Nadere informatie

VZW SPEELPLEINWERKING SPROET De Bergen 25 2460 Lichtaart Ondernemingsnummer : 460572430

VZW SPEELPLEINWERKING SPROET De Bergen 25 2460 Lichtaart Ondernemingsnummer : 460572430 VZW SPEELPLEINWERKING SPROET De Bergen 25 2460 Lichtaart Ondernemingsnummer : 460572430 Onderwerp : TITEL I. Naam, zetel, doel, duur Artikel 1. De vereniging draagt de naam : Speelpleinwerking Sproet,

Nadere informatie

Akte coördinatie STATUTEN

Akte coördinatie STATUTEN Benaming: Journalismfund.eu Rechtsvorm: vzw Zetel: Rozenweg 4b, 1731 - Zellik Ondernemingsnummer: 463312580 Akte coördinatie STATUTEN TITEL I. - Naam, zetel, doel, duur Art. 1. De vereniging draagt de

Nadere informatie

COÖRDINATIE STATUTEN

COÖRDINATIE STATUTEN SUPPORTERSFEDERATIE CLUB BRUGGE K.V. vzw Olympialaan 72 8200 Sint-Andries Brugge Ondernemingsnummer: 0474.964.854 COÖRDINATIE STATUTEN De algemene vergadering van 1 december 2017, geldig samengeroepen

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2013 Academiejaar 2012-2013

JAARVERSLAG 2013 Academiejaar 2012-2013 JAARVERSLAG 2013 Academiejaar 2012-2013 2 Inhoudsopgave DEEL I 11 ORGANISATIESTRUCTUUR 12 1 Overzicht en adressen vestigingen hogeschool... 12 2 Bestuurlijke organen op centraal niveau... 13 2.1 Raad van

Nadere informatie

Algemene Vergadering van vzw Voetbal Vlaanderen van

Algemene Vergadering van vzw Voetbal Vlaanderen van Algemene Vergadering van vzw Voetbal Vlaanderen van 11.01.2017 VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN VOETBAL VLAANDEREN Motivering 1. De duur van de mandaten in de Raad

Nadere informatie

Artikel 1 De vereniging zonder winstoogmerk heeft als naam Speelplein Bokal, onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door vzw.

Artikel 1 De vereniging zonder winstoogmerk heeft als naam Speelplein Bokal, onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door vzw. Speelplein Bokal vereniging zonder winstoogmerk Bulstraat 18a 9270 Laarne Ondernemingsnummer : 0478.253.550 TITEL I. - NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR Artikel 1 De vereniging zonder winstoogmerk heeft als naam

Nadere informatie

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde. STATUTEN Projectvereniging Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde. 1. BENAMING, ZETEL, DOEL, DUUR Artikel 1 De voornoemde stads- en gemeentebesturen sluiten een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

S T A T U T E N. TITEL I : Benaming, zetel, doel, duur.

S T A T U T E N. TITEL I : Benaming, zetel, doel, duur. 1/6 S T A T U T E N TITEL I : Benaming, zetel, doel, duur. Artikel 1: De vereniging draagt als naam : FOTOCLUB LICHTVAST Al de akten, facturen, aankondigingen, uitgaven en andere officiële stukken uitgaande

Nadere informatie

Statuten van de vereniging zonder winstoogmerk Raad van Inrichtende machten van het Protestants-Christelijk Onderwijs (IPCO)

Statuten van de vereniging zonder winstoogmerk Raad van Inrichtende machten van het Protestants-Christelijk Onderwijs (IPCO) Statuten van de vereniging zonder winstoogmerk Raad van Inrichtende machten van het Protestants-Christelijk Onderwijs (IPCO) Naam en zetel Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk wordt genoemd: Raad

Nadere informatie

STATUTEN. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybal Bond vzw Beneluxlaan 22, 1800 Vilvoorde. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybalbond vzw Statuten 1

STATUTEN. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybal Bond vzw Beneluxlaan 22, 1800 Vilvoorde. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybalbond vzw Statuten 1 STATUTEN Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybal Bond vzw Beneluxlaan 22, 1800 Vilvoorde Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybalbond vzw Statuten 1 KONINKLIJKE VLAAMS-BRABANTSE VOLLEYBALBOND VZW IDENTIFICATIENUMMER:

Nadere informatie

GECÖORDINEERDE STATUTEN

GECÖORDINEERDE STATUTEN Pedagogisch Centrum Wagenschot vzw P.C. Wagenschot vzw Steenweg 2 9810 Eke-Nazareth Ondernemingsnummer : 0435.044.505 GECÖORDINEERDE STATUTEN De algemene vergadering van 19/06/2014, geldig samengeroepen

Nadere informatie

S T A T U T E N. TITEL II : Lidmaatschap, aanvaarding, schrapping, verbintenissen.

S T A T U T E N. TITEL II : Lidmaatschap, aanvaarding, schrapping, verbintenissen. S T A T U T E N TITEL I : Benaming, zetel, doel, duur. Artikel 1: De vereniging draagt als naam : FOTOCLUB LICHTVAST Al de akten, facturen, aankondigingen, uitgaven en andere officiële stukken uitgaande

Nadere informatie

ORGANIEK REGLEMENT BEHEERSORGAAN BIBLIOTHEEK ALKEN

ORGANIEK REGLEMENT BEHEERSORGAAN BIBLIOTHEEK ALKEN ORGANIEK REGLEMENT BEHEERSORGAAN BIBLIOTHEEK ALKEN Titel I: Opdracht Artikel 1. Er wordt een beheersorgaan opgericht dat als opdracht krijgt de inrichtende overheid (gemeenteraad en college van burgemeester

Nadere informatie

De vereniging draagt de naam: Samenwerkingsverband Sociale Tewerkstelling vzw, afgekort: SST vzw

De vereniging draagt de naam: Samenwerkingsverband Sociale Tewerkstelling vzw, afgekort: SST vzw Coördinatie van de statuten Samenwerkingsverband Sociale Tewerkstelling Ondernemingsnummer 0435.338.968 Laatste wijziging: 15/06/2012 TITEL I: NAAM - ZETEL - DOEL - DUUR ARTIKEL 1 De vereniging draagt

Nadere informatie

Alex De Cuyper opent de vergadering om uur. De voorzitter stelt Elke Van der Straeten aan als secretaris.

Alex De Cuyper opent de vergadering om uur. De voorzitter stelt Elke Van der Straeten aan als secretaris. NOTULEN VAN DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN RESILUX NV (RPR Gent, afdeling Dendermonde BTW BE 0447.354.397) gehouden op vrijdag 20 mei 2076 om 15.00 uur op de maatschappelijke zetel te Damstraat

Nadere informatie

VZW BBSF - FSBB. De statuten werden aangepast door de beslissing van de Algemene Vergadering van 21/11/2013.

VZW BBSF - FSBB. De statuten werden aangepast door de beslissing van de Algemene Vergadering van 21/11/2013. VZW BBSF - FSBB De statuten werden aangepast door de beslissing van de Algemene Vergadering van 21/11/2013. TITEL I: NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR Artikel 1 - Naam De vereniging draagt de naam Belgische Bowlingsport

Nadere informatie

Statuten. Artikel 1. Artikel 2

Statuten. Artikel 1. Artikel 2 Statuten Artikel 1 De vereniging draagt de naam Koninklijke Vlaamse Vereniging voor Preventie en Bescherming, afgekort Prebes, vereniging zonder winstoogmerk. Deze afkorting mag zij gebruiken in haar betrekkingen

Nadere informatie

FLORILEGIUM. Vereniging zonder Winstoogmerk. Adres: Sneppenstraat Leuven Gerechtelijke arrondissement Leuven. ondernemingsnr: BE

FLORILEGIUM. Vereniging zonder Winstoogmerk. Adres: Sneppenstraat Leuven Gerechtelijke arrondissement Leuven. ondernemingsnr: BE FLORILEGIUM Vereniging zonder Winstoogmerk Adres: Sneppenstraat 63 3010 Leuven Gerechtelijke arrondissement Leuven ondernemingsnr: BE 0454 097 580 Betreft: Gecoördineerde statuten V.Z.W. FLORILEGIUM KESSEL-LO

Nadere informatie

Akte Oprichting TITEL 1 NAAM ZETEL DOEL - DUUR. De vereniging heeft als naam overlegplatform voor energiedeskundigen, afgekort OVED.

Akte Oprichting TITEL 1 NAAM ZETEL DOEL - DUUR. De vereniging heeft als naam overlegplatform voor energiedeskundigen, afgekort OVED. Akte Oprichting Benaming: OVED: Overlegplatform voor energiedeskundigen Rechtsvorm: Vereniging zonder Winstoogmerk Zetel: 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 1007 De ondergetekenden, - E-STER bvba, Koning Albertlaan

Nadere informatie

S TAT U TEN. De vereniging draagt als benaming: " SPECTRUM ", vereniging zonder winstoogmerk, afgekort vzw Spectrum.

S TAT U TEN. De vereniging draagt als benaming:  SPECTRUM , vereniging zonder winstoogmerk, afgekort vzw Spectrum. S TAT U TEN VZW SPECTRUM OR 879.952.326 Titel 1 Het voorwerp van de vereniging Artikel 1 De vereniging draagt als benaming: " SPECTRUM ", vereniging zonder winstoogmerk, afgekort vzw Spectrum. De vzw Spectrum

Nadere informatie

Vriendenkring 1ste Zeescouts Antwerpen VZW Thonetlaan 165, 2050 Antwerpen Ondernemingsnummer :

Vriendenkring 1ste Zeescouts Antwerpen VZW Thonetlaan 165, 2050 Antwerpen Ondernemingsnummer : Vriendenkring 1ste Zeescouts Antwerpen VZW Thonetlaan 165, 2050 Antwerpen Ondernemingsnummer : 412.834.176 Statuten Vriendenkring 1ste Zeescouts Antwerpen. BENAMING - ZETEL - DUUR DOEL. Artikel 1 De vereniging

Nadere informatie

VLAAMSE ERFGOEDBIBLIOTHEEK VZW STATUTEN

VLAAMSE ERFGOEDBIBLIOTHEEK VZW STATUTEN VLAAMSE ERFGOEDBIBLIOTHEEK VZW STATUTEN De Algemene Vergadering van de vzw Vlaamse Erfgoedbibliotheek keurde in haar zitting van 22 november 2010 unaniem een wijziging van de statuten goed. De goedgekeurde

Nadere informatie

POUTRIX VZW. 1. De vereniging, haar doel en haar leden

POUTRIX VZW. 1. De vereniging, haar doel en haar leden POUTRIX VZW 1. De vereniging, haar doel en haar leden Art. 1 Art. 2 Art. 3 Art. 4 Art. 5 Art. 6 Art. 7 De vereniging draagt als naam 'Poutrix, Vereniging zonder winstoogmerk', verder in deze statuten aangeduid

Nadere informatie

STATUTEN. I. Benaming, zetel, doel

STATUTEN. I. Benaming, zetel, doel Femma vzw Urbain Britsierslaan 5 1030 BRUSSEL (02) 246 51 11 femma@femma.be Femma vzw Maatschappelijke zetel: Urbain Britsierslaan 5 1030 Brussel ondernemingsnummer 0410 339989 STATUTEN De Algemene Vergadering,

Nadere informatie

V.Z.W. BIN KENNISCENTRUM Vereniging Zonder Winstoogmerk

V.Z.W. BIN KENNISCENTRUM Vereniging Zonder Winstoogmerk V.Z.W. BIN KENNISCENTRUM Vereniging Zonder Winstoogmerk OPRICHTINGSAKTE : -Plaats en tijdstip van de oprichtingsvergadering : 2240 Zandhoven, op 24 maart 2015 te 19.30 uur. -Identiteit van de stichtende

Nadere informatie

PBO. Statuten. Provinciale Brandweerschool van Oost-Vlaanderen v.z.w. HOOFDSTUK I Benaming, zetel, duur en doel

PBO. Statuten. Provinciale Brandweerschool van Oost-Vlaanderen v.z.w. HOOFDSTUK I Benaming, zetel, duur en doel PBO Provinciale Brandweerschool van Oost-Vlaanderen v.z.w. Directie Statuten HOOFDSTUK I Benaming, zetel, duur en doel Artikel 1 De vereniging draagt de naam : "Provinciale Brandweerschool van Oost-Vlaanderen",

Nadere informatie

STEDELIJKE SPORTRAAD IEPER REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE

STEDELIJKE SPORTRAAD IEPER REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE STEDELIJKE SPORTRAAD IEPER dd.6/2/03 REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE Gelet op het decreet van 13 juli 2001, houdende de organisatie van het overleg en de inspraak in het Gemeentelijk Cultuurbeleid. Gelet

Nadere informatie

STATUTEN VAN DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK SPORTZAK

STATUTEN VAN DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK SPORTZAK STATUTEN VAN DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK SPORTZAK TITEL I. - Naam, rechtsvorm, zetel, doel, duur Art. 1. De vereniging is opgericht onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk en draagt

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT CRIMILUMNI VZW

HUISHOUDELIJK REGLEMENT CRIMILUMNI VZW HUISHOUDELIJK REGLEMENT CRIMILUMNI VZW VOORAFGAANDE TITEL Artikel 1. Het huishoudelijk reglement verduidelijkt de organisatie en de werking van de V.Z.W. Crimilumni, waarvan de statuten op 15-02-2011 onder

Nadere informatie

STATUTEN. Artikel 1 - Naam De vereniging wordt genoemd: "Verbond Sociale Ondernemingen", vereniging zonder winstoogmerk, afgekort VSO vzw.

STATUTEN. Artikel 1 - Naam De vereniging wordt genoemd: Verbond Sociale Ondernemingen, vereniging zonder winstoogmerk, afgekort VSO vzw. VERBOND SOCIALE ONDERNEMINGEN vzw Diksmuidelaan 50 2600 Berchem Ondernemingsnummer: 466.970.965 Identificatienummer: 1369299 STATUTEN De statutaire Algemene Vergadering van Verbond Sociale Ondernemingen

Nadere informatie

Vereniging zonder winstoogmerk. Statuten

Vereniging zonder winstoogmerk. Statuten Fédération Mondiale du Berger Belge. Vereniging zonder winstoogmerk Statuten TITEL I - BENAMING, ZETEL, DUUR Artikel 1: Benaming De vereniging zonder winstoogmerk Fédération Mondiale du Berger Belge afgekort

Nadere informatie

TITEL I: NAAM - ZETEL - DOEL - DUUR

TITEL I: NAAM - ZETEL - DOEL - DUUR Turnkring Deugd en Moed Ekeren vzw Deugd en Moed vzw Pastorijveld 51 2180 Ekeren Ondernemingsnummer: 0476.428.465 A K T E C O Ö R D I N A T I E S T A T U T E N De algemene vergadering van 16 december 2013,

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BESTUUR

INTERN REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BESTUUR BIJLAGE 1 BIJ HET CORPORATE GOVERNANCE CHARTER INTERN REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BESTUUR OPGESTELD DOOR DE RAAD VAN BESTUUR INHOUDSOPGAVE Algemeen... 3 1. Samenstelling... 3 2. Benoeming... 3 3. Bevoegdheden

Nadere informatie

TITEL I.- NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR

TITEL I.- NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR TITEL I.- NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR 1 2 3 4 De vereniging zonder winstoogmerk draagt de naam "ACADEMIA OPHTHALMOLOGICA BELGICA", in het kort "AOB". Beide namen mogen afzonderlijk worden gebruikt. De zetel

Nadere informatie

De vereniging, gemeenschapscentrum Pianofabriek genaamd, is een vereniging zonder winstoogmerk.

De vereniging, gemeenschapscentrum Pianofabriek genaamd, is een vereniging zonder winstoogmerk. De algemene vergadering van 21/10/2014, geldig samengeroepen en beschikkend over de nodige aantallen inzake aanwezigheid en meerderheid, heeft in haar zitting besloten de statuten integraal te wijzigingen

Nadere informatie

Statuten KC Floriant Merelbeke v.z.w.

Statuten KC Floriant Merelbeke v.z.w. Statuten KC Floriant Merelbeke v.z.w. I. Naam, zetel, doel, duur Art. 1 : Een vereniging zonder winstoogmerk wordt gesticht onder de benaming KC Floriant Merelbeke v.z.w.. Al de facturen, aankondigingen,

Nadere informatie

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JANS-MOLENBEEK

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JANS-MOLENBEEK GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JANS-MOLENBEEK HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE OUDERRAAD (deelraad van de schoolraad) BINNEN HET NEDERLANDSTALIG GEMEENTELIJK ONDERWIJS GOEDGEKEURD BIJ BESLISSING VAN DE GEMEENTERAAD

Nadere informatie

naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE (Brussel)

naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE (Brussel) naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE 0876.488.436 (Brussel) VOLMACHT gewone en buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders die zal worden

Nadere informatie

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder bedienden verstaan: de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder bedienden verstaan: de mannelijke en vrouwelijke bedienden. CAO van 5 augustus 2010 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid tot oprichting van het fonds voor bestaanszekerheid voor het sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden

Nadere informatie

BELGIAN NUCLEAR SOCIETY

BELGIAN NUCLEAR SOCIETY BELGIAN NUCLEAR SOCIETY Non Profit Organisation Siège Social - Sociale Hoofdzetel: c/o SCK٠CEN Avenue Herrmann Debrouxlaan 40, 1160 Brussels Gecoördineerde versie van de statuten van de VZW BELGIAN NUCLEAR

Nadere informatie

Het aantal leden is onbeperkt, maar moet minstens drie bedragen.

Het aantal leden is onbeperkt, maar moet minstens drie bedragen. STATUTEN VAN : VZW HET VLAAMS HAFLINGERSTAMBOEK Herzele 28 maart 2017 Vereniging zonder winstoogmerk BENAMING, DUUR, ZETEL EN DOEL. Artikel 1 De vereniging draagt de naam vzw Het Vlaams Haflingerstamboek,

Nadere informatie

TITEL I: NAAM - ZETEL - DOEL - DUUR

TITEL I: NAAM - ZETEL - DOEL - DUUR Kunstschaatsclub Heuvelkouter vzw K.S.C. Heuvelkouter vzw Hoefstraat 98 1770 Liedekerke Ondernemingsnummer : 0438.746.242 N I E U W E S T A T U T E N Z E T E L W I J Z I G I N G De algemene vergadering

Nadere informatie