DEEL 2 DE COMMISSIE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN DE NATIONALE VROUWENRAAD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DEEL 2 DE COMMISSIE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN DE NATIONALE VROUWENRAAD"

Transcriptie

1 1 sur 93 25/07/ :38 Vrouwen en Ontwikkelingssamenwerking in Vlaanderen. De Commissie Ontwikkelingssamenwerking (COS) van de Nationale Vrouwenraad ( ). (Daniëlle De Vooght) home lijst scripties inhoud vorige volgende DEEL 2 DE COMMISSIE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN DE NATIONALE VROUWENRAAD Hoofdstuk 6: Ontstaan van de COS en haar organisatiestructuur Om de werking van de bestudeerde commissie te kunnen plaatsen binnen het geheel van de Nationale Vrouwenraad, is het interessant na te gaan of deze commissie misschien enige voorlopers kende doorheen het bestaan van de Vrouwenraad. Was er reeds in een vroegere periode aandacht voor de minder ontwikkelde gebieden, werd deze aandacht toegespitst op vrouwen en op welke manier werkte men rond het ontwikkelingsthema? Aansluitend hierop moet worden bekeken uit welke idee de commissie ontwikkelingssamenwerking ontstaan is. Verder is het noodzakelijk te weten op welke manieren de COS tewerk kon gaan. Hiermee wordt bedoeld of de commissie eigen statuten had en welke deze waren en welke positie de COS bekleedde binnen de totale werking van de Nationale Vrouwenraad. Kon de COS eigen standpunten naar voren brengen en zelf initiatief tot actie nemen of werd de werking eerder bepaald door het Bureau van de Nationale Vrouwenraad? 1.De interesse voor ontwikkelingskwesties binnen de Nationale Vrouwenraad Zoals reeds duidelijk werd uit het eerste deel, bestond de Nationale Vrouwenraad reeds in het begin van de twintigste eeuw. Bijgevolg maakte zij nog een groot deel van de koloniale periode mee. Binnen de Nationale Vrouwenraad bestond daarom een Commission coloniale du Conseil Nationale des Femmes Belges[328]. Deze commissie kan bekeken worden als de voorloper van de bestudeerde Commissie Ontwikkelingssamenwerking, hoewel uiteraard een koloniale commissie en een commissie ontwikkelingssamenwerking misschien wel elkaars tegenpolen kunnen

2 2 sur 93 25/07/ :38 genoemd worden. Uit het archief werd echter niet duidelijk waarvoor deze koloniale commissie stond en hoe zij tewerkging. Na de onafhankelijkheid van de Belgische kolonies werd deze commissie omgedoopt tot Commission de la coöpération au développement[329]. De COS had dus een voorloper gedurende de jaren zestig. Sinds 1964 richtte de Vrouwenraad zich naar de ontwikkelingslanden, volgens de richtlijnen van de Internationale Vrouwenraad. Deze laatste zag in haar rangen namelijk meer en meer vrouwenraden uit die zogenaamde ontwikkelingslanden en wilde haar invloed gebruiken, opdat het westen zich meer betrokken zou voelen met de hongerlijdende Derde Wereld[330]. Hieruit blijkt onmiddellijk de ideologie achter de interesse. Het rijke westen moest een oplossing zoeken voor de honger in de wereld. De Nationale Vrouwenraad handelde vooral vanuit caritatief oogpunt, wat, zoals reeds aangehaald in hoofdstuk vijf, op dat moment de heersende tendens was in de geïndustrialiseerde wereld. Deze betrokkenheid wilde de commissie bekomen door sensibilisering van de Belgische[331] vrouw door middel van lezingen[332]. Zo werden bijvoorbeeld een Japanse vrouw en een Afrikaniste uitgenodigd om over hun ervaringen te komen vertellen. Deze lezingen behandelden vooral de levensomstandigheden in de Derde Wereld en niet noodzakelijk de rol van de vrouw binnen die wereld. Zoals reeds gesteld in hoofdstuk vijf was er vanuit het Belgische ontwikkelingsbeleid in de jaren zestig nog geen specifieke aandacht voor de vrouw in de Derde Wereld ontstaan. De Nationale Vrouwenraad bleek in deze traditie mee te gaan: voor het officiële beleid zijn sociaal-feministische aandachtspunten niet interessant,..., daarom worden voorlopig enkel lezingen gehouden[333]. In hoofdstuk twee werd reeds aangehaald dat de Nationale Vrouwenraad vooral haar slag wilde thuishalen door een gematigde opstelling. Deze was telkens het resultaat van een consensus die bereikt werd onder haar vele leden. Van bij de oprichting bestond de Vrouwenraad immers uit verschillende verenigingen[334]. Ook voor wat betreft ontwikkelingssamenwerking in de jaren zestig bleek de raad niet te willen ingaan tegen het officiële beleid. Gedurende de tweede helft van de jaren zestig werkte de commissie voornamelijk samen met de Commissie Migratie[335] en met de Commissie Internationale Betrekkingen. Samen bestudeerden zij onder andere de ontvangst van buitenlandse arbeidsters in België. De Commissie Ontwikkelingssamenwerking bestond nog in het begin van de jaren zeventig, maar had geen concrete werking meer, ondanks goede ideeën van de medewerksters: De commissie voor ontwikkelingssamenwerking, en haar voorzitster... hadden veel inzichten; de drukke bezigheden... hebben nochtans niet toegelaten hiervoor concrete vorm te geven[336]. Vanaf 1974 is echter geen sprake[337] meer van de Commissie Ontwikkelingssamenwerking. Er bestaan nog wel commissies voor arbeid, huisvesting, familiaal leven en migratie. Na de splitsing van de Nationale Vrouwenraad in een Franstalige en een Nederlandstalige[338] afdeling werkte de Nederlandstalige afdeling eveneens met commissies. Ook hier werd tijdens de eerste werkingsjaren geen Commissie Ontwikkelingssamenwerking

3 3 sur 93 25/07/ :38 opgestart, wel commissies voor onderwijs, migratie, pers, recht, kinderwelzijn en leefmilieu. Misschien kan deze afwezigheid verklaard worden door de economische crisis in het westen? 2. De Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking van de Nationale Vrouwenraad van België, Nederlandstalige afdeling In 1979 organiseerde de NVR[339] een lessencyclus omtrent bronnen en achtergronden van actuele internationale problemen. Onderwerpen waren: het gezinsleven in de westelijke Sahara, het samengaan van ontwikkelingslanden en geïndustrialiseerde landen, de inkadering van de ontwikkelingspolitiek in de globale politiek, het Palestijnse vraagstuk, de zin van ontwikkelingssamenwerking en de plaats van de vrouw in de ontwikkelingslanden. Binnen de NVR ontstond blijkbaar opnieuw interesse in het ontwikkelingsvraagstuk, hoewel de plaats van de vrouw binnen ontwikkelingsprojecten nog niet werkelijk aan bod kwam. In datzelfde jaar tenslotte, werd een werkgroep opgericht ter voorbereiding[340] van de VN-conferentie van de Vrouw in Kopenhagen in Uit deze werkgroep groeide een nieuwe Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking. De Commissie Ontwikkelingssamenwerking groeide dus uit een praktische behoefte, maar eveneens uit een idee van toenmalig voorzitster van de NVR, Lily Boeykens[341]. Lily Boeykens was één van de spilfiguren van de Nederlandstalige Vrouwenraad: Met het aantrekken van feministe Lily Boeykens werden de werking en het uitzicht van de vrouwenorganisatie grondig veranderd[342]. Zij was actief lid van VOK en PAG en was voorzitter van de Nederlandstalige Vrouwenraad bij de splitsing, dus en opnieuw van 1981 tot Bovendien was mevrouw Boeykens voorzitter van de Internationale Vrouwenraad van 1988 tot Het is erg interessant om te zien dat één van de belangrijkste figuren van de Vrouwenraad, medeoprichtster was van de COS. Men hechtte hieraan blijkbaar veel belang. Lily Boeykens had immers via de Internationale Vrouwenraad veel contacten met de vrouwenraden uit de zogenaamde ontwikkelingslanden[343] en leerde op die manier de behoeften kennen van de vrouwen uit deze landen. Via haar eigen Vrouwenraad wilde zij deze vrouwen helpen, met als resultaat de heroprichting van een commissie voor ontwikkelingssamenwerking. De statuten Op 17 februari 1981 werd de COS een vzw[344]. Deze maatregel was nodig om erkend te kunnen worden als NGO. NGO s hadden recht op overheidssubsidies, waaraan de commissie behoefte had om projecten in de Derde Wereld te kunnen steunen[345]. De vereniging werd opgericht in de schoot van de vzw Nationale Vrouwenraad van België, Nederlandstalige afdeling, onder de benaming: Commissie

4 4 sur 93 25/07/ :38 voor Ontwikkelingssamenwerking van de Nationale Vrouwenraad van België, Nederlandstalige afdeling en werd gevestigd te Brussel. Naast Lily Boeykens waren de stichtende leden allen ronkende namen [346] uit de Vrouwenraad. Tot het Bureau behoorden: Georgette De Wit (personeelschef Agfa Gevaert, voorzitter van de Commissie Arbeid in de jaren zeventig en tachtig; vanaf 1988 lid van de Commissie Vrouwen en Tewerkstelling van de Internationale Vrouwenraad), Maureen Wittock (sociologe, voorzitter van de Commissie Verbruikers in de jaren tachtig, lid vanwege de Coöperatieve Vrouwenbeweging), Violette Vansteenlandt (planoloog, vice-voorzitter van de Nederlandstalige afdeling van de Vrouwenraad sinds 1977, voorzitter van de Commissie Leefmilieu in de jaren tachtig), Marguerite Blancke (advocaat, lid vanwege CMBV, vice-voorzitter van de NVR vanaf 1979), Cecilia Andersen (doctor in de rechten, ervaring op gebeid van ontwikkelingswerk en werder nog personen die allen bij de splitsing van de Nationale Vrouwenraad waren betrokken geweest[347]. De hoofddoelstelling van de vereniging was de ontwikkelingssamenwerking. De verwezenlijking van deze doelstelling trachtte zij te bereiken binnen het kader van de Nationale Vrouwenraad van België, Nederlandstalige afdeling, onder andere via het organiseren van voorlichtingsactiviteiten en het uitvoeren van studies. De vereniging werd opgericht voor onbepaalde duur en mocht alle roerende en onroerende goederen bezitten, noodzakelijk ter verwezenlijking van haar doel. De leden bestonden uit: de leden van het bureau van de Nationale Vrouwenraad van België, Nederlandstalige afdeling, die van rechtswege lid waren leden van de aangesloten[348] verenigingen van diezelfde Vrouwenraad leden aanvaard omwille van bevoegdheid, nuttig bij het verwezenlijken van de doelstelling van de vereniging De leden betaalden geen bijdragen en konden zich terugtrekken of als ontslaggevend worden beschouwd, wanneer de hen opgelegde functies niet meer werden vervuld. De vereniging werd bestuurd door een bureau van maximum negen leden, samengesteld uit: één voorzitter drie leden van het bureau van de vzw Nationale Vrouwenraad van België, Nederlandstalige afdeling (zij mochten één van de vermelde functies uitoefenen) één ondervoorzitter één secretaris één penningmeester leden De leden werden verkozen voor drie jaar en waren herkiesbaar, ze werden verkozen door de algemene vergadering van de vzw. De verkiezing gebeurde volgens

5 5 sur 93 25/07/ :38 eenvoudige meerderheid van de stemmen. Eén of meerdere leden werden onder meer met het dagelijks bestuur van de vereniging belast, via machten verkregen van het Bureau. De leden van het Bureau hadden geen persoonlijke verplichting met betrekking tot de verbintenissen van de vereniging. Hun verantwoordelijkheid beperkte zich tot het vervullen van hun opdrachten. Het Bureau had de meest volstrekte bevoegdheden voor het beheer van de vereniging, zoals het doen van betalingen en het ontvangen van betalingen, het aanvaarden van subsidies, het afsluiten van contracten en het benoemen en ontslaan van bedienden en leden van het personeel van de vereniging. Het Bureau nam de dringende beslissingen, kon de Algemene Vergadering bijeenroepen en bepaalde de dagorde. De Algemene Vergadering was de opperste macht van de vereniging en had de volgende bevoegdheden: het wijzigen van de statuten de benoeming en herroeping van de leden van het bureau de goedkeuring van de begrotingen en rekeningen de uitsluiting van de leden van de vereniging De Algemene Vergadering werd bijeengeroepen door het Bureau en kwam minstens eenmaal per jaar samen. Verder mocht het bureau een Algemene Vergadering bijeenroepen telkens dit noodzakelijk[349] was voor het belang van de vereniging. De vereniging legde haar programma ter goedkeuring voor aan het Bureau van de vzw Nationale Vrouwenraad van België, Nederlandstalige afdeling. Zij moest eveneens verslag uitbrengen over haar werkzaamheden, minstens eenmaal per jaar en telkens wanneer het nodig werd geacht[350]. Ook de inkomsten en uitgaven van het voorbije dienstjaar en de begroting van het volgende dienstjaar moesten ter goedkeuring[351] worden voorgelegd aan de jaarlijkse Algemene Vergadering. Tenslotte kon enkel tot wijziging van de statuten en ontbinding van de vereniging besloten worden door een Algemene Vergadering. Tweemaal werden wijzigingen in de statuten doorgevoerd, telkens in verband met een verandering in het Bureau. In 1987 werd een nieuw Bureau samengesteld. Omwille van hun verbondenheid met organisaties werkzaam op het vlak van de ontwikkelingssamenwerking, en tevens omwille van hun reeds verschillende jaren op vrijwillige basis meewerken bij de COS, worden volgende personen aanvaard als lid van de vzw: Frieda Hermans voor de Socialistisch Vooruitziende Vrouwen wordt secretaris, Marleen Sannen van de Studie- en ActieGroep voor Ontwikkelingssamenwerking wordt penningmeester en Lisette Caubergs van ATOL (Aangepaste Technologie voor OntwikkelingsLanden) en Chris Quirijnen van het

6 6 sur 93 25/07/ :38 NCOS worden lid[352]. Belangrijke opmerking hierbij is dat deze personen werden opgenomen omwille van hun verbondenheid met derdewereldorganisaties. In 1989 werd het Bureau opnieuw aangepast naar aanleiding van het ontslag van enkele bestuursleden. Marleen Sannen, Frieda Hermans en Lisette Caubergs boden hun ontslag aan, omdat zij de werking van de COS niet langer konden combineren met hun andere bezigheden en omdat zij het niet eens waren met de toekomstplannen van de commissie[353]. Later zal blijken dat de commissie op het einde van de jaren tachtig meer aandacht ging schenken aan de werking in eigen land, terwijl deze personen liever projecten in de Derde Wereld wilden steunen en liever iets minder voorzichtig tewerkgingen[354]. Hieropvolgend besliste Cecilia Andersen, jarenlang voorzitter van de COS, eveneens haar activiteiten binnen de commissie te stoppen. Zij kon de COS steeds moeilijker combineren met haar beroeps- en privébezigheden en vond het ontslag van de drie bovengenoemde leden een enorm verlies voor wat betreft technische expertise[355]. Zij werden opgevolgd door Aline Beernaerts (Vrouwen in de VU, voorzitter van de Commisie Kinderwelzijn) als voorzitter, Denise Deslee (werkzaam in onder andere de Commissie gezondheid) als penningmeester en Jeanette Remaut als secretaris[356]. De Derde Wereld-experten werden dus vervangen door medewerkers van binnen de vrouwenbeweging! In datzelfde jaar 1989 werd bovendien de naam van de commissie veranderd in Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de Nationale Vrouwenraad. Op 8 september 1993 werd de Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de Nationale Vrouwenraad ontbonden, hoewel de activiteitet reeds werden stopgezet in april 1991[357]. Het ontbinden van een vzw kan echter wat tijd in beslag nemen, omdat alle bestuursleden terug moeten samenkomen en dergelijke[358]. De identiteit van de commissie De belangrijkste doelstelling van de COS was de ontwikkelingssamenwerking, zo bleek uit de statuten. Toch was het niet eenvoudig deze doelstelling verder in te vullen en ten uitvoer te brengen. De COS kampte doorheen haar bestaan met een identiteitscrisis. Was de commissie een overkoepelend[359] orgaan dat alle vrouwen die iets met ontwikkelingssamenwerking te maken hadden, vertegenwoordigde of was de commissie een gewone niet-gouvernementele organisatie met kleine projectjes? Men was het erover eens dat de COS zich moest blijven richten op specifieke kleine projecten in verband met vrouwenwelzijn. Daarnaast was het de bedoeling de aandacht van andere organisaties te vestigen op typische vrouwenkwesties. Op deze manier wilde de COS een bijdrage leveren aan de strijd om meer vrouwvriendelijkheid binnen projecten. De COS wilde vooral kleine projecten steunen omwille van het contact met de hulpvragende organisatie en omwille van het feit dat deze projecten meestal genegeerd werden door de grotere hulporganisaties. Belangrijk hierbij is te beseffen dat hieraan pas aandacht besteed werd vanaf het moment dat de zogenaamde experten waren toegetreden. Tijdens de

7 7 sur 93 25/07/ :38 beginjaren 1981 en 1982, waarin het Bureau voornamelijk bestond uit NVR-leden, waren vooral de toetreding tot het NCOS belangrijk en de bijdrage die de COS moest leveren aan het NVR-tijdschrift. Als eerste punt op de agenda werd de aansluiting van onze vereniging bij het NCOS besproken. De voorzitter vestigde de aandacht op de noodzaak een publicatieblad uit te geven[360]. De profilering van de COS kwam helemaal nog niet aan bod. Dit veranderde bij de komst van Marleen Sannen van Sago. Haar aanwezigheid werd de eerste keer vermeld op 15 maart Onmiddellijk pleitte zij voor een duidelijke strategiebepaling: welke continenten wilde de COS helpen, aan welke soort ontwikkelingssamenwerking wilde men doen[361]? Vanaf dat moment werden deze vragen geregeld gesteld[362]. Er werd echter nooit een duidelijk antwoord op geformuleerd. Volgens Marleen Sannen botsten hier de NVR-leden met de leden uit de derdewereldbeweging[363]. De NVR-leden bepaalden voor een groot deel mee de standpunten waarmee naar buiten werd gekomen, maar legden zich niet toe op een werkelijke strategiebepaling. Hun bedoeling was de vrouw in de Derde Wereld helpen, maar eigenlijk hadden zij te weinig expertise om dit op een efficiënte manier te doen. De beheerders vanuit de Vrouwenraad lid, waren afwezig bij de strategische discussies omtrent de COS, waardoor de experten het werk deden en de strategie bepaalden. De NVR-leden namen wel de beslissingen[364]. De COS heeft de infrastructuur niet om projecten te beheren. We behelpen ons door de ervaring van Marleen Sannen vanuit Sago[365]. Uiteraard mag hierbij niet uit het oog verloren worden dat de Belgische ontwikkelingssamenwerking gedurende de jaren tachtig nog erg weinig aandacht had voor de vrouw binnen de ontwikkelingssamenwerking[366]. Misschien vond de NVR het hierom verstandiger voorzichtig tewerk te gaan en zich vooral bezig te houden met de sensibilisatie van de publieke opinie? Het was toch dit verschil in opvatting dat leidde tot de ontslagindiening van bovengenoemde bestuursleden. Belangrijk is dus te weten wat de positie van de COS binnen de Nationale Vrouwenraad was, omdat het Bureau van de NVR voor een groot deel de beleidslijnen voor alle commissies uitstippelde[367]. 3. De positie van de COS binnen de Nationale Vrouwenraad Het vorige deel maakte de officiële werking van de commissie duidelijk. Hieruit bleek dat de COS nog altijd gebonden was aan de Nationale Vrouwenraad. Er moest immers jaarlijks een werkingsverslag en een financieel verslag uitgebracht worden. Vanaf 1982 werden bovendien alle verslagen van vergaderingen doorgestuurd naar het Bureau van de NVR. Op welke manier beïnvloedde de Vrouwenraad de COS echter nog meer? Wat was de positie van de COS binnen de Nationale Vrouwenraad en had dit een invloed op de slagkracht van de COS? Aanvankelijk was de band tussen de Commissie Ontwikkelingssamenwerking en de Nationale Vrouwenraad niet zo duidelijk. Een groot verschil met alle andere

8 8 sur 93 25/07/ :38 commissies was het feit dat de COS een vzw[368] was en daarom eigenlijk buiten de bevoegdheden van de NVR viel. Deze erkenning als vzw was noodzakelijk om in aanmerking te komen voor overheidssubsidies. Toch werd uit de statuten duidelijk dat de COS gebonden was aan de NVR en als gevolg daarvan geen eigen standpunten mocht innemen, zonder goedkeuring vooraf[369]. Nog een verschil met de andere commissies was dat de COS een drukkingsgroep naar binnen[370] toe was, terwijl de anderen druk uitoefenden op de buitenwereld. Hiermee wordt gewezen op de sensibilisering die de COS wilde bewerkstelligen binnen de andere lidverenigingen[371] van de NVR. De COS kreeg van de NVR de opdracht de NGO s te stimuleren om meer aandacht te schenken aan vrouwenprojecten en om kritiek[372] te leveren op de projecten van andere organisaties, wanneer bleek dat er te weinig aandacht werd besteed aan vrouwen. De COS moest samenwerken met het NCOS, omdat deze koepelorganisatie ervaring had in het ontwikkelingswerk. Tenslotte kreeg de COS de opdracht als tussenpersoon op te treden tussen initiatiefnemers van projecten en financiële of technische hulpverleners of om zelf kleine projecten te ondernemen, hoofdzakelijk maatschappelijk gerichte. Op deze manier kon de COS belangrijke dingen doen voor mensen die bij andere organisaties niet aan de bak kwamen en bewijzen dat ze geen groepje babbelende dametjes waren[373]. Om de positie van de commissies binnen de Vrouwenraad duidelijk te maken werden huishoudelijke reglementen en raamakkoorden opgesteld tussen die commissies en de NVR. Pas in 1987, de COS bestond dus al langer dan zeven jaar (hieruit blijkt opnieuw de moeilijke profilering), werd een raamakkoord[374] opgesteld om de band tussen de NVR en de COS duidelijk te maken. Wat werd van de COS verwacht, waarin kon de NVR tussenkomen? De COS werd opgericht door het Bureau van de NVR en kon met verschillende studies en werkzaamheden belast worden. Het studieprogramma moest telkens worden voorgelegd aan het Bureau van de NVR en de handelingen moesten goedgekeurd worden. Bovendien was een jaarlijks verslag over de werkzaamheden vereist. De COS had het statuut van vzw en kon hierdoor op 9 september 1981 door het ABOS erkend worden als NGO voor ontwikkelingssamenwerking, waardoor de commissie in aanmerking kwam voor co-financiering van projecten door de Belgische overheid. Als NGO was de COS aangesloten bij het NCOS, dat een pluralistische koepelorganisatie is en dus verschillende niet-gouvernementele organisaties voor ontwikkelingssamenwerking bijeenbrengt. De opdracht van de COS kaderde binnen de doelstelling van de Nationale Vrouwenraad, namelijk om door samenwerking tussen verenigingen, instellingen en personen, de economische, sociale en culturele belangen van de vrouwen en de rechten en de plichten in de samenleving en in de familie te bevorderen[375]. De specifieke opdracht van de COS situeerde zich op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Ontwikkeling werd gezien als een multidimensioneel dynamisch proces dat verankerd moest worden in het menselijk waardesysteem. Daarbinnen moest rekening gehouden worden met zowel sociale als economische

9 9 sur 93 25/07/ :38 behoeften. Het ultieme doel van ontwikkeling was volgens de NVR: een verbetering in de materiële levensomstandigheden van de mens, een verruiming van zijn deelnemingskansen in wat gebeurt in de directe en verder verwijderde omgeving en een steeds grotere capaciteit om te beschikken over de inhoud van zijn menselijk bestaan[376]. De COS mocht zich speciaal toeleggen op het steunen van initiatieven die betrekking hadden op het verbeteren van de economisch-sociale positie van vooral de vrouw in de Derde Wereld. Dit kon gerechtvaardigd worden binnen de werking van de NVR, aangezien de bijzondere situatie van de vrouw in de ontwikkelingslanden en omdat de doelstellingen aansloten bij de doelstellingen van de NVR. Belangrijke opmerking hierbij is het feit dat gewezen werd op de gelijkwaardige betrokkenheid van vrouwen en mannen binnen de ontwikkelingsinitiatieven. Net zoals bleek in hoofdstuk twee, streefde de NVR ook binnen ontwikkelingssamenwerking naar een samenwerking met de mannen, naar het verwerven van invloed binnen de bestaande instellingen. Vraag is of de werking van de COS kan gezien worden als een exponent van het gedachtegoed van de NVR en of zij daardoor een aanhanger van de WID of de GAD-benadering kan genoemd worden. Dit zal verder nog geanalyseerd worden aan de hand van de concrete projecten[377], aangezien woorden en daden niet altijd hoeven overeen te stemmen. Binnen de NVR was men ervan overtuigd dat ontwikkelingssamenwerking met de zogenaamde ontwikkelingslanden, evenzeer een invloed zou hebben op het eigen ontwikkelingsproces. Daarom kreeg de COS ook de opdracht zich toe te leggen op het bewustmakingsproces van de Belgische[378] bevolking, en vooral de vrouwen, rond de ontwikkelingssamenwerking. Ten eerste moest zij de lidverenigingen van de NVR informeren, aangezien zij met deze verenigingen samenwerkte. Idee hierachter was dat de lidverenigingen hun taak van politieke beïnvloeding beter zouden kunnen uitoefenen, indien zij bekend waren met de vraagstukken omtrent vrouwen en ontwikkelingssamenwerking. De COS kon bovendien als commissie van de NVR, maar wel onder het toezicht van het Bureau, initiatieven uitwerken voor de NVR als koepelorganisatie. De NVR kon daardoor politieke druk uitoefenen op Belgische en internationale instanties die verantwoordelijk waren voor het ontwikkelingsbeleid. Verder kreeg de COS als opdracht de ontwikkelingsngo s attent te maken op de rol van de vrouw binnen de ontwikkelingsprojecten en de projecten eveneens te evalueren voor wat betreft dit aspect. In verband met financiële ondersteuning van projecten in de Derde Wereld mocht de COS eventueel een beroep doen op de lidverenigingen van de NVR. Medewerkers en personeelsleden van de COS konden elk initiatief nemen voor het uitvoeren van de hierboven beschreven opdracht. Men mocht op eigen verantwoordelijkheid contact zoeken met andere NGO s en deelnemen aan vergaderingen van het NCOS of van andere NGO s. In te nemen standpunten dienden echter vooraf te worden voorgelegd aan en goedgekeurd door het Bureau van de NVR. Belangrijk was dat er altijd rekening werd gehouden met het pluralistisch[379]

10 10 sur 93 25/07/ :38 karakter van de Nationale Vrouwenraad. In 1987 deed de COS een voorstel tot enkele wijzigingen binnen dit huishoudelijk reglement. Uiteraard mocht de pluralistische ingesteldheid nooit geschaad worden. De COS zou standpunten betreffende vrouwen en ontwikkeling mogen innemen, zonder telkens het Bureau te moeten raadplegen. De COS verbond zich er echter toe in geval van twijfel en bij officiële standpuntbepaling het Bureau toch te raadplegen. Dit raamakkoord werd echter niet goedgekeurd door de NVR, wat opnieuw op voorzichtigheid zou kunnen wijzen. In 1989 werd een nieuw huishoudelijk reglement van de NVR opgesteld. Volgens dit document konden de commissies met specifieke werkzaamheden en studies belast worden. Zij konden ook op eigen initiatief voorstellen van werkzaamheden en studies ter goedkeuring voorleggen aan het Bureau. Alle uitgevoerde studies en werkzaamheden moesten eveneens voorgelegd worden ter goedkeuring en er moest jaarlijks verslag uitgebracht worden en telkens wanneer het nodig geacht werd door het Bureau. Verder hadden de commissievoorzitters niet het recht in naam van de NVR naar buiten te treden zonder toestemming. Binnen een debat mochten enkel standpunten naar buiten worden gebracht die goedgekeurd waren door de NVR. De commissies moesten de evoluties in de nationale regering, gemeenschap en gewestraden, binnen de Europese Gemeenschap en op internationaal niveau volgen en hierop anticiperen. Standpunten en resoluties moesten voorbereid worden, maar moesten eveneens goedgekeurd worden door de Algemene Vergadering. Tenslotte mocht enkel actie gevoerd worden indien er volledige financiering en een degelijke follow-up kon verzekerd worden[380]. Ondanks dit raamakkoord bleken nog niet alle problemen van de baan. De band NVR-COS was dan ook zeer complex[381]. De COS was een vzw en de beheerders van de commissie hadden een strategische verantwoordelijkheid om te zorgen voor de leefbaarheid van de vzw. De NVR had dan weer het recht bepaalde beslissingen niet te laten uitvoeren. Hierom was het erg belangrijk dat de beheerraad optimaal functioneerde. Dit was echter niet altijd het geval. Dikwijls was er niemand van de NVR aanwezig[382] op de vergaderingen van de COS, terwijl er wel beslissingen met betrekking tot de COS genomen werden binnen de NVR. Vanaf 1988 gingen daarom de secretaris-generaal van de NVR en een bureaulid van de NVR de vergaderingen van de COS bijwonen. Bedoeling was de complexe band tussen de twee te behouden en optimaal te reflecteren in het beleid. 4. Besluit De COS werd opgericht in 1979, naar aanleiding van de VN-conferentie voor de Vrouw in Kopenhagen in 1980 en door de contacten met buitenlandse vrouwenraden in de Internationale Vrouwenraad. Ook de voorloper van de COS, die functioneerde tijdens de jaren zestig, werd opgericht naar aanleiding van contacten in de

11 11 sur 93 25/07/ :38 Internationale Vrouwenraad. In 1981 werd de COS een vzw, opgericht door verschillende belangrijke leden van de NVR. Statutair bleef de commissie wel verbonden aan de NVR, zij mocht geen standpunten innemen zonder goedkeuring vooraf. Dit zorgde af en toe voor problemen bij de profilering van de COS. De NVR-leden hadden veel zeggenschap omtrent de werking van de COS, maar zij waren niet dikwijls aanwezig bij strategiebepalingen. De derdewereld-experten deden daarentegen al het werk. Dit leidde op het einde van de jaren tachtig tot enkele ontslagindieningen van leden afkomstig uit de derdewereldbeweging. Hun plaats werd ingenomen door NVR-leden. Er kan dus gesteld worden dat de commissie voor haar werking afhankelijk was van de koepelorganisatie Nederlandstalige Vrouwenraad. Hoofdstuk 7: De werkingsmogelijkheden van de commissie Het vorige hoofdstuk ging na hoe de Commissie Ontwikkelingssamenwerking officieel en intern gestructureerd werd en op welke manier deze structuur een invloed kon hebben op de werking van de COS. Met de werkingsmogelijkheden worden de verschillende aspecten van het laten functioneren van een vereniging bedoeld. Een eerste is uiteraard de financiële kant van de zaken. Bedoeling is na te gaan of de commissie een eigen budget had, waar dit vooral vandaan kwam en waarvoor dit bestemd was. Hierbij zal ook het belang van de erkenning als NGO bestudeerd worden, aangezien NGO s recht hadden op subsidies en deze toelagen een deel van het werkingsbudget uitmaakten. Het is eveneens interessant te bekijken of de financiële situatie van de commissie haar werking belemmerde. Die laatste vraag zal vooral beantwoord worden in hoofdstuk negen. Een tweede factor binnen de werking van een vereniging is het personeel. Werkte de commissie met vaste personeelsleden of met vrijwilligers, werden deze bezoldigd en kan er een profiel opgesteld worden van de medewerkers van de commissie? Voor dit laatste aspect zullen de curricula van de sollicitanten onder de loep genomen worden, aangezien de personeelsdossiers moesten gesloten blijven. Deze informatie zal aangevuld worden met de herinneringen van Marleen Sannen[383]. Tenslotte zal de samenwerking met andere organisaties behandeld worden. Een goede samenwerking kan immers leiden tot een grotere respons bij bepaalde informatie- en educatieactiviteiten. Uiteraard stonden al deze aspecten in verband met elkaar. Wanneer de samenwerking met de andere organisaties goed was, hadden de activiteiten waarschijnlijk meer succes en kon de opbrengst groter zijn. Hierdoor zou de COS

12 12 sur 93 25/07/ :38 meer middelen ter beschikking hebben om andere dingen te organiseren. Aan de erkenning als NGO hingen subsidies vast. Deze subsidies mochten voor een deel gebruikt worden om medewerkers te bezoldigen. Wanneer er echter meer medewerkers zouden kunnen aangenomen worden, zouden er ook meer acties kunnen ondernomen worden, waardoor de COS beter bekend zou raken bij het grote publiek en eventueel op meer (financiële) steun zou kunnen rekenen. Deze steun zou dan opnieuw kunnen leiden tot een meer uitgebreide werking. Een meer uitgebouwde werking zou dan weer kunnen zorgen voor een recht op meer overheidssubsidies. Dit zou echter de ideale gang van zaken zijn. Bedoeling is na te gaan of dit in werkelijkheid ook gebeurde binnen de bestudeerde commissie. 1. De financiële (schaduw)zijde van het verenigingswerk De Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de Nationale Vrouwenraad had geen geld[384]. Misschien is dit een beetje cru gesteld, maar de COS was inderdaad van vele andere organisaties afhankelijk voor het verkrijgen van voldoende financiële middelen[385]. Die middelen waren nodig voor het werkingsmateriaal. Hiermee worden banale[386] zaken als postzegels, treintickets en bureaumateriaal bedoeld, maar eveneens het animatiemateriaal. De COS hield namelijk geregeld informatieavonden, waarvoor materiaal moest aangekocht worden, zoals posters, diareeksen en videobeelden. Verder werden boeken aangeschaft en nam men een abonnement op verschillende tijdschriften om op de hoogte te blijven van de recente ontwikkelingen omtrent vrouwen in de Derde Wereld. Af en toe werd een beroep gedaan op spreeksters van andere verenigingen, die moesten vergoed worden voor hun bijdrage. De medewerkers van de COS zelf werden voor de studiedagen niet vergoed door de organiserende vereniging, zij ontvingen enkel hun verplaatsingsonkosten en eventueel een terugbetaling van de huur van de materialen. De uitgave van enkele publicaties moet eveneens tot de werkingskosten gerekend worden. Tenslotte vroeg de NVR een vergoeding voor de behuizing. Hiermee werden zaken als telefoon, elektriciteit en water bedoeld. Uiteraard ging het bij deze kosten niet om enorme bedragen, maar er moest wel rekening mee gehouden worden bij het opstellen van de begrotingen en zij konden een beperking voor de werkelijke activiteiten betekenen. Men trachtte hiervoor zoveel mogelijk financiële steun te verkrijgen van andere vrouwen- en derdewereldorganisaties, bijvoorbeeld door middel van giften[387] of door de verkoop van bepaalde publicaties. Vanaf 1984 werden giften boven de duizend frank belanstingvrij[388] gemaakt, opdat meer mensen de stap zouden zetten naar het schenken van een hoger bedrag. Af en toe werd een beroep gedaan op de lidorganisaties van de NVR voor het organiseren van plaatselijke, winstgevende activiteiten waarvan de opbrengst ging naar de derdewereldprojecten

13 13 sur 93 25/07/ :38 van de COS, of voor het verspreiden van folders, voor het organiseren van voordrachten en voor het toelaten van COS-standen op tentoonstellingen en beurzen. Probleem was echter dat vele zuilgebonden organisaties al eigen kanalen voor ontwikkelingssamenwerking hadden[389]. De COS klopte eveneens aan bij gemeenten die een budget hadden voor ontwikkelingssamenwerking, opdat deze een informatiecampagne van de COS binnen deze gemeenten zouden kunnen subsidiëren. De concrete contacten met andere organisaties,... worden verderop onder de loep genomen. Voor de bezoldiging van het personeel rekende de COS op subsidies, zoals eveneens verder zal blijken. Zij beschikte over te weinig financiële middelen om zelf personeel aan te nemen[390]. De grootste bedragen werden besteed aan de werkelijke ontwikkelingsprojecten en sensibiliseringsactiviteiten. Om deze te financieren rekende de COS op medefinanciering vanwege de overheid. Daarom was de erkenning als NGO erg belangrijk voor de werking van de commissie. Het deel van het project dat niet gesubsidieerd werd door de overheid, werd meestal gefinancierd in samenwerking met andere derdewereldorganisaties. Dit zal duidelijk worden bij de studie van de concrete projecten. In wat volgt zal de aanvraag van de COS tot erkenning als NGO van naderbij bekeken worden. 2. De erkenning als Niet-Gouvernementele Organisatie Op 9 september 1981 werd de COS door het ABOS erkend als NGO voor ontwikkelingssamenwerking, waardoor ze kon rekenen op medefinanciering bij ontwikkelingsprojecten. Deze toelagen waren erg belangrijk voor een kleine vereniging[391] zoals de COS, aangezien zij zelf niet over een voldoende groot budget beschikte om ontwikkelingsprojecten volledig te financieren. Na de erkenning als NGO[392] voor ontwikkelingssamenwerking kon de COS voor elk project een aanvraag indienen voor medefinanciering. Wanneer het ABOS het project geschikt[393] achtte, voorzag het in 75% van de nodige financiële middelen. De COS moest dan zelf nog slechts voorzien in 25%. Aangezien de COS als NGO eveneens lid was van het NCOS, werden bepaalde projecten ook medegefinancierd door deze koepelorganisatie. Ook in 1981, werd een aanvraag ingediend tot erkenning als NGO belast met een voorlichtingsopdracht. Deze aanvraag gebeurde in naam van de overkoepelende organisatie, de Nationale Vrouwenraad, Nederlandstalige Afdeling. Deze aanvraag werd gemotiveerd door het feit dat de NVR deel uitmaakte van de Internationale Vrouwenraad die door de Verenigde Naties als NGO erg hoog werd ingeschat en door de aandacht die de NVR al sinds jaren besteedde aan ontwikkelingssamenwerking en daarom sinds kort een speciale commissie had opgericht die belast werd met deze problematiek. Om als NGO voor activiteiten inzake ontwikkelingssamenwerking erkend te worden, mocht een vereniging niet gebonden zijn aan financiële,

14 14 sur 93 25/07/ :38 commerciële of industriële belangen. Verder moest uit de statuten blijken dat het belangrijkste sociale doel ontwikkelingssamenwerking was en moest men een gedetailleerd verslag kunnen aanbieden van reeds uitgevoerde informatieactiviteiten. Op deze aanvraag kwam echter een negatief antwoord van het ministerie: ondanks alle waardering... laat het dossier niet toe te besluiten dat uw organisatie op voldoende wijze beantwoordt aan de voorwaarden die uitgestippeld zijn in het KB[394]. Er werden te weinig activiteiten georganiseerd, de COS functioneerde nog niet optimaal. Men richtte opnieuw een aanvraag tot erkenning tot de minister. In deze aanvraag vestigde men de aandacht op de initiatieven die de commissie in het voorbije jaar genomen had in verband met de ontwikkelingssamenwerking. Er werd bijvoorbeeld een nota gepubliceerd over de plaats van de vrouw in de Belgische ontwikkeling, die overhandigd werd aan de bevoegde minister, er werd een studiedag georganiseerd en er werd een vrouwenproject in Kenia begeleid. Bovendien had de COS deelgenomen aan de werkgroep die door de minister werd opgericht in verband met de vrouw in de Belgische ontwikkelingssamenwerking. De COS was daarenboven in haar werkzaamheden gesteund door de band met de NVR en door de goede samenwerking met de Internationale Vrouwenraad. Dit zou in de toekomst mogelijk maken dat, door projecten die in aanmerking zouden komen voor co-financiering, lokale vrouwenorganisaties uit de Derde Wereld (leden van de Internationale Vrouwenraad) geholpen zouden kunnen worden bij het realiseren van initiatieven ten bate van vrouwen. Er werd echter opnieuw geen positief antwoord gegeven. Het activiteitenverslag was opnieuw niet overtuigend genoeg[395]. Op 18 juni 1985 werd het voorvermelde KB gewijzigd op enkele punten. De vereniging moest over een specifieke structuur beschikken die de sensibilisering van de Belgische bevolking voor de ontwikkelingsproblemen van de Derde Wereld op zich nam. Voorlichtingsorganisaties waren deze die tenminste een jaar één voltijds bediende in dienst hadden, die zich bezighield met het uitbrengen van publicaties of een tijdschrift of die een toegankelijk documentatiecentrum organiseerde. Bovendien moesten jaarlijks minstens vijf tentoonstellingen, tien informatiedagen of vijfentwintig informatieavonden uitgewerkt worden. Er werden ook enkele wijzigingen opgetekend in verband met de betoelaging voor personeelskosten. Zestig procent van eventuele toegekende budgetten was bestemd voor de personeelskosten, de overige veertig procent voor werkingskosten. Werkingskosten waren onder andere uitgaven met betrekking tot het uitgeven van tijdschriften of publicaties, secretariaatskosten en reiskosten gemaakt namens de vereniging. Pas in 1987 werd opnieuw melding gemaakt van de erkenning als NGO voor voorlichtingsactiviteiten. Cecilia dringt erop aan zo snel mogelijk het dossier voor erkenning als NGO voor voorlichtingsactiviteiten in te dienen[396]. In de voorgaande jaren was er geen personeel dat zich uitsluitend met de voorlichting kon bezighouden. In 1986 werd echter een BTK-project[397] goedgekeurd, met de

15 15 sur 93 25/07/ :38 bedoeling deze kracht te gebruiken om een documentatiecentrum uit te bouwen. Tenslotte zorgde het EG-project[398] ervoor dat er meer activiteiten konden georganiseerd worden. Hierop wordt verder nog ingegaan. Bij deze aanvraag werd opnieuw gewezen op de ontwikkelingssamenwerking als belangrijkste maatschappelijke doel van de COS en op het feit dat de beheerders de Belgische nationaliteit hadden. Men verzekerde de autoriteiten ervan dat er geen bindingen waren met financiële, commerciële of industriële belangen en dat er inderdaad voldoende voorlichtingsactiviteiten werden ingericht, verspreid over minimum drie provincies. Aan deze aanvraag werd een gunstig gevolg gegeven De beslissing trad in werking op 1 januari De erkenning als NGO hield echter wel in dat de informatieactiviteiten van de COS geregeld werden opgevolgd. Zo moest bijvoorbeeld een exemplaar van alle publicaties, tijdschriften, rapporten, nota s e.d. waarvoor de COS een subsidie wenste te krijgen, bezorgd worden aan het ABOS. In 1989 maakte een bedrijfsrevisor[399] een verslag op, noodzakelijk tot de regeling van de erkenning en de subsidiëring van niet-gouvernementele organisaties voor activiteiten inzake ontwikkelingssamenwerking. Dit verslag gebeurde aan de hand van financiële verslagen en uittreksels. Probleem bij dit onderzoek was echter het feit dat er net een bestuurswissel[400] gebeurd was en dat de boekhouding door een vroegere medewerkster werd bijgehouden. Op basis van de bekeken documenten werd echter beslist geen erkenning tot NGO aan te raden, aangezien uit die documenten bleek dat de COS slechts bij één project betrokken was en dit project reeds door de Europese Gemeenschap werd ondersteund. Enkele maanden later werd dit onderzoek echter overgedaan, op basis van alle documenten. Uiteindelijk bleken de financiën van de COS wel overeen te stemmen met wat er op papier stond en hoefde de erkenning als NGO niet ongedaan gemaakt te worden. In 1990 werd de COS door Staatssecretaris Geens gefeliciteerd voor haar informatieen educatie-inspanningen met het oog op een ruimere en bredere deelname van de bevolking aan de internationale verstandhouding en samenwerking[401]. De COS bleef een NGO, zowel voor wat betrof ontwikkelingssamenwerking, als voor wat betrof voorlichtingsactiviteiten in verband met ontwikkelingssamenwerking. Deze erkenning als NGO had dus gevolgen voor het projectwerk van de commissie, maar eveneens voor het personeelsbeleid. In het vernieuwde KB van 1985 werd immers melding gemaakt van een subsidie voor de bezoldiging van een medewerker die onder andere zou instaan voor de uitbouw van een documentatiecentrum. 3. Het personeel Statuut van het personeel

16 16 sur 93 25/07/ :38 Van bij het ontstaan van de COS werd voornamelijk gewerkt met vrijwilligers. Er waren enkele personeelsleden die het statuut hadden van een Bijzonder Tijdelijk Kader (BTK). Op het einde van de jaren tachtig zal de COS ook gebruik maken van het DAC (Derde Arbeidscircuit)- en het Gesco (Gesubsidieerde contractuelen)-statuut[402]. De belangrijkste taken van de BTK s hadden te maken met de sensibilisering van de NGO s en de publieke opinie omtrent de situatie van de vrouw in de ontwikkelingslanden. Om in aanmerking te komen voor de toewijzing van een Bijzonder Tijdelijk Kader moest men een aanvraag indienen bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Er moest bijvoorbeeld meegedeeld worden waar het project zou uitgevoerd worden, of het project zou afhangen van de ministeriële beslissing, of er eventuele onderbrekingen voorzien werden, of er voldoende omkaderingspersoneel was zodat de nieuwe werknemers voldoende zouden begeleid worden bij hun taken en of de infrastructuur voldoende was voorzien op een uitbreiding van het aantal werknemers. Nadeel van deze manier van werken, was dat dat hiervoor telkens verlengingen moesten aangevraagd worden[403]. Vanaf 1 september 1987 werd Mieke Van der Veken aangenomen als bediende voor onbepaalde tijd. Zij werd echter reeds een jaar later ontslagen, omwille van financiële problemen. Profiel van het personeel Voor haar personeelsbeleid steunde de Commissie Ontwikkelingssamenwerking dus op vrijwilligers en op medewerkers met een bijzonder statuut of waarvoor zij een overheidstoelage kreeg. Gevolg hiervan was dat bij sollicitatiegesprekken altijd moest rekening gehouden worden met de voorwaarden die werden opgelegd door de overheidsdiensten[404]. Zo werd bijvoorbeeld bepaald hoeveel mensen zij mocht aannemen die in het bezit waren van een universitair diploma en hoeveel personen zij een voltijdse job mocht aanbieden. De COS moest deze regels navolgen, aangezien haar eigen budget te beperkt was om medewerkers te bezoldigen. Toch is het interessant na te gaan of er een profiel op te stellen valt van de medewerkers. Zoals reeds vermeld, was het niet toegelaten de personeelsdossiers te openen. Daarom werd getracht na te gaan wie interesse had in een job bij de Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de Nationale Vrouwenraad, via sollicitatiebrieven[405] en in welke vaardigheden de commissie geïnteresseerd was, via een advertentie[406], geplaatst voor een BTK-project. De commissie zocht een medewerker met een ruime kennis van de ontwikkelingsproblematiek en van de situatie van de vrouw daarin en met een kennis van de NGO-wereld. Redactionele vaardigheid in Engels en Nederlands waren belangrijk, naast tenminste een passieve kennis van het Frans. Spaans was aanbevolen. Verder moest men enige onderzoekservaring hebben en noties van boekhouden en dactylo. Men moest bereid zijn zelfstandig te werken, eventueel s

17 17 sur 93 25/07/ :38 avonds en teamwork was eveneens belangrijk. Waren de personen die reageerden mannen of vrouwen, hadden zij een universitair diploma, hadden zij ervaring in de sector, welke leeftijd hadden zij? Uiteraard is dit een erg beperkt onderzoek. Bedoeling is echter een idee te krijgen van wie er meedraaide in de commissie en eventueel waarom zij dit deden. Er werden zesentwintig sollicitatiebrieven teruggevonden in het archief. Hierbij viel onmiddellijk de overheersing van de vrouwen op. Slechts één van de brieven werd geschreven door een mannelijke kandidaat. Het grootste aandeel van de sollicitaties, namelijk negentien van de zesentwintig kandidaturen, betrof de betrekking voor de licentiaatsmedewerker waarin door het BTK-project en het latere DAC-project voorzien werd. Slechts drie van deze universitair gediplomeerden waren afgestudeerd in een exacte wetenschap, namelijk in de scheikunde, de plantkunde en de kinesitherapie. De mannelijke kandidaat hoorde hier niet bij, hij had het diploma van licentiaat in de wijsbegeerte. Binnen de humane wetenschappen waren de meeste sollicitanten afgestudeerd als sociologe of als historica. Verder was er een kandidatuur van een licentiaat tolk Nederlands-Engels-Spaans, van een regentes en een onderwijzeres, van een A2-gediplomeerde moderne talen en van een maatschappelijk werkster. Negentien brieven werden verstuurd in de periode In deze periode had de COS namelijk advertenties geplaatst voor een BTK-medewerker. Dit gebeurde voornamelijk in de tijdschriften van andere vrouwen- en derdewereldorganisaties. Eén brief, die van de mannelijke kandidaat, werd verstuurd in Van eenentwintig kandidaten werd de leeftijd achterhaald, zeventien hiervan bleken op het moment van hun sollicitatie tussen de 22 en 36 jaar oud te zijn. Drie personen waren ouder, slechts één was jonger. Zes kandidaten maakten melding van hun kennis van verschillende talen. Opvallend hierbij is dat deze het Spaans beheersten. Uiteraard komt deze taal van pas in het ontwikkelingswerk, maar dan specifiek gericht op Latijns-Amerika. In die periode had de COS zelf ook een aantal projecten lopen in Latijns-Amerika, waardoor deze kandidaten misschien een meerwaarde zouden kunnen bieden aan de projecten. Waarom de commissie zich richtte op dit subcontinent zal later nog aan bod komen. Verschillende kandidaten hadden eveneens reeds langer interesse in het vrouwenvraagstuk. Zo waren enkele kandidaten betrokken geweest bij de opvang van migrantenvrouwen. Verschillende medewerkers van de COS waren reeds werkzaam bij een derdewereldorganisatie in België. Vanuit deze vereniging ontdekten zij het schrijnend gebrek aan vrouwen binnen de ontwikkelingssamenwerking, zowel voor wat betreft binnen de projecten, als voor wat betreft het ontwikkelingsbeleid in eigen land. Hieraan wilden zij iets veranderen en op die manier kwamen zij terecht bij de COS. De COS kon hen iets leren omtrent vrouwenwerking, terwijl zij de COS (eigenlijk de NVR) iets konden bijbrengen omtrent derdewereldwerking[407].

18 18 sur 93 25/07/ :38 Bij deze poging tot het opstellen van een profiel van de COS-medewerker kwamen een paar kenmerken naar boven. De COS-medewerker was een vrouw tussen de 22 en de 36 jaar oud, was universitair geschoold, overwegend in een humane wetenschap, en was reeds langer geïnteresseerd in de derdewereldproblematiek of in de vrouwenkwestie. De kennis van het Spaans was een pluspunt. De meeste medewerkers kwamen bij de COS terecht omwille van de ontdekking dat vrouwen in het ontwikkelingswerk nog steeds afwezig waren. Enkele van deze sollicitanten kwamen in het bestuur van de COS terecht, namelijk Marleen Sannen en Frieda Hermans. Ook Lisette Caubergs werd als lid van de vzw opgenomen. Bovendien werden een aantal mensen als medewerker aangenomen. Francine Dooremont (licentiate in de geschiedenis, medewerkster oxfam en deelneemster verschillende projecten in Bolivia), Gerda Bauwens (wereldwinkel, verschillende reizen in Latijns-Amerika en actief in de vrouwenbeweging) en Heidi Vanhille (licentiate in de plantkunde, taalcursussen)[408]. Deze personen werden weerhouden door Cecilia Andersen en Frieda Hermans voor de COS en vervolgens geïnterviewd door Georgette De Wit voor de NVR. Maureen Wittouck en Lily Boeykens keurden deze kandidaten goed in naam van de NVR[409]. Opnieuw worden de sterke banden met de NVR duidelijk. 4. De samenwerking met andere verenigingen Om na te gaan of de Commissie Ontwikkelingssamenwerking voldoende bekend was bij andere verenigingen is vooral de briefwisseling[410] interessant. Uit deze briefwisseling bleek dat er contacten waren met organisaties van allerlei aard. Toch hoefde dit niet te betekenen dat de COS op steun van deze verenigingen hoefde te rekenen. Meestal vroegen deze brieven immers zelf om hulp of steun. Dit kon gaan om financiële steun, zoals een groep Chileense vrouwen die hun terugreis naar Chili[411] wilde organiseren, of om organisatorische steun. Zo werd aan de COS (aan de NVR in het algemeen) geregeld gevraagd advertenties te plaatsen omtrent een bepaalde activiteit of om een bepaalde groepering bekend te maken onder haar leden door middel van mondelinge reclame. Andere organisaties wilden dan weer reclame maken voor bepaalde producten, bijvoorbeeld landbouwmaterialen, opdat de commissie bij hen een bestelling zou plaatsen wanneer zij een project in de Derde Wereld ten uitvoer wilde brengen. Het was voornamelijk de bedoeling[412] van de COS de lidverenigingen van de Nationale Vrouwenraad vertrouwd te maken met de ontwikkelingsproblematiek, opdat zij hiermee rekening zouden houden in hun eigen beleid. Op deze manier werd de COS eigenlijk een drukkingsgroep naar binnen toe, terwijl de andere commissies van de NVR druk uitoefenden naar de buitenwereld toe. De NVR-verenigingen trachtte men te bereiken via de katern in de NVR-publicatie[413]. Hierin werden bepaalde ontwikkelingslanden onder de loep genomen, met de nadruk op de positie

19 19 sur 93 25/07/ :38 van de vrouw binnen deze landen. Verder werd er aandacht besteed aan de activiteiten van de COS en aan de resultaten hiervan. De interesse was echter erg beperkt. Daarom werd in 1985, de COS bestond toen al meer dan vijf jaar, een vragenlijst[414] rondgestuurd naar de verschillende lidorganisaties van de NVR. De COS-leden wilden te weten komen wat van hun commissie verwacht werd door de lidorganisaties, wat de visie omtrent ontwikkelingssamenwerking was die binnen deze verenigingen leefde en of de organisaties van mening waren dat gemeenschappelijke acties met de COS mogelijk waren. Hierop kwam echter erg weinig reactie. Volgens Marleen Sannen werd er vanuit de andere NVR-organisaties nooit enige interesse getoond voor ontwikkelingssamenwerking, zij waren ieder met hun eigen werking bezig[415]. Bovendien functioneerde de COS niet op een al te goede manier, zodat het maken van publiciteit voor bepaalde activiteiten dikwijls op het achterplan verdween. De COS-leden wisten zelf niet altijd of zij een overkoepelende, informatieverstrekkende organisatie waren of eerder een kleine project-ngo. Op deze manier was het erg moeilijk publiciteit[416] te maken voor de werking van de commissie. In 1987 werd toch nog opnieuw een informatiecampagne opgestart. Er werden brieven[417] rondgestuurd naar vrouwen- en derdewereldorganisaties met de vraag een advertentie te plaatsen betreffende de Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de Nationale Vrouwenraad. In deze advertentie werd duidelijk gemaakt waarvoor de commissie stond, namelijk het bijeenbrengen van informatie omtrent de vrouw in de Derde Wereld en het onderzoek naar de aanwezigheid van de vrouw binnen de ontwikkelingsprojecten. Verder werd aangekondigd hoe men dit wenste in de praktijk te brengen. Er werd immers pas een documentatiecentrum opgestart en er werd een animatiepakket samengesteld voor organisaties geïnteresseerd in de problematiek van vrouwen in ontwikkelingssamenwerking. Tenslotte wees deze advertentie op twee concrete projecten in de Derde Wereld, ondersteund door de COS. Na deze voorstelling in de tijdschriften zou er eventueel een persoonlijk gesprek kunnen plaatsvinden met de bedoeling het voorgestelde aanbod en de wensen-mogelijkheden aan elkaar te toetsen. Later zou dan het aanbod van animatiemogelijkheden aangepast worden aan de animatieactiviteiten van de andere organisaties. Ondanks al deze inspanningen bleef de respons erg miniem. Het feit dat een commissie die al zeven jaar bestaat zich nog moet bekend maken bij de andere verenigingen van haar koepelorganisatie, spreekt eigenlijk voor zich. De COS was beter bekend bij derdewereldorganisaties dan bij vrouwenorganisaties. Reeds van bij het ontstaan van de vzw Commissie Ontwikkelingssamenwerking werd de COS lid van het NCOS, de koepelorganisatie van de Vlaams niet-gouvernementele organisaties. Binnen deze organisatie werkte zij mee binnen de verschillende werkgroepen en was zij afgevaardigd in de Raad van Beheer. Hierdoor was de COS bekend bij andere ontwikkelingsorganisaties. Aangezien deze verenigingen reeds bekend waren met de problematiek van de ontwikkelingssamenwerking, was het

20 20 sur 93 25/07/ :38 voor de COS makkelijker zich tegenover deze organisaties te profileren dan tegenover de vrouwenorganisaties. Bovendien was de aansluiting bij het NCOS ook weloverwogen uit praktische[418] aard. Wanneer men lid werd, kon men immers activiteiten organiseren in de zalen van het NCOS en kon men deze activiteiten aankondigen in het tijdschrift van het NCOS. Af en toe kon de samenwerking met het NCOS echter ook belemmerend werken. Het NCOS[419] vond immers dat men beter grotere projecten kon steunen, omdat de administratieve kosten even groot waren dan voor een klein project. De COS wilde dit echter niet, omdat zij financieel niet sterk genoeg waren om dan het beheer[420] in eigen handen te houden en omdat de commissie juist deze projecten wilde steunen die bij andere organisaties uit de boot vielen. Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig werd de samenwerking met het NCOS nog concreter, omdat in die periode de NCOS-Vrouwengroep[421] opgericht werd. Samen met deze groep werd een project ingediend bij de Europese gemeenschap, om meer financiële en organisatorische draagkracht te hebben. Hierop zal later verder ingegaan worden. Bedoeling was echter duidelijk te maken dat de samenwerking met andere verenigingen een invloed kon hebben op de werking van de commissie. Een ander voorbeeld was bijvoorbeeld de samenwerking met Sago[422]. Dit centrum diende niet elk jaar eigen projecten in, maar wilde wel projecten steunen die door de COS werden ingediend. Op deze manier werd opnieuw de werking van de COS beïnvloed door een andere organisatie. 5. Besluit De COS was voor haar werking afhankelijk van vele factoren. Dankzij de erkenning als NGO voor ontwikkelingssamenwerking in 1981 kon de commissie rekenen op medefinanciering bij projecten in de Derde Wereld. Deze projecten moesten uiteraard wel voorgelegd worden aan het ABOS, opdat kon beslist worden of deze relevant waren voor een bepaalde, liefst zo groot mogelijke, bevolkingsgroep. Deze medefinanciering was dus zowel een steun in de rug als een belemmering voor het beleid van de COS. Vanaf het einde van de jaren tachtig werd de COS eveneens erkend als NGO voor voorlichtingsactiviteiten. Hierdoor kreeg de commissie een toelage om een vast personeelslid aan te nemen. Ook dit had een invloed op de werking. Aanvankelijk werd een beroep gedaan op medewerkers met een BTK-statuut en op vrijwilligers. Aangezien telkens opnieuw een aanvraag moest worden ingediend voor deze speciale medewerkers, werd de uitwerking van de activiteiten van de COS vertraagd. Waneer men echter zeker was van een vast medewerker, kon men beter naar de toekomst toe werken. Probleem hierbij was dat men de toelage van de overheid moest afwachten of voorschieten, hiertoe verkeerde de COS echter niet altijd in de mogelijkheid. In het bovenstaande werd op zoek gegaan naar het profiel van de

Algemeen besluit. 1. Antwoord op de vraagstelling

Algemeen besluit. 1. Antwoord op de vraagstelling 1 sur 6 25/07/2007 19:40 Vrouwen en Ontwikkelingssamenwerking in Vlaanderen. De Commissie Ontwikkelingssamenwerking (COS) van de Nationale Vrouwenraad (1979-1993). (Daniëlle De Vooght) home lijst scripties

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 : benaming, zetel, doel, duur

Hoofdstuk 1 : benaming, zetel, doel, duur Statuten FNIP vzw Hoofdstuk 1 : benaming, zetel, doel, duur Artikel 1 - De vereniging wordt genoemd "Federatie van Nationale en Internationale Postzegelhandelaren" vzw, afgekort, FNIP vzw. Artikel 2 -

Nadere informatie

BELGISCHE VERENIGING VAN FARMACEUTISCHE ARTSEN. Vereniging Zonder Winstoogmerk. Wedrennenlaan 5 bus B1 1050 BRUSSEL

BELGISCHE VERENIGING VAN FARMACEUTISCHE ARTSEN. Vereniging Zonder Winstoogmerk. Wedrennenlaan 5 bus B1 1050 BRUSSEL BELGISCHE VERENIGING VAN FARMACEUTISCHE ARTSEN Vereniging Zonder Winstoogmerk Wedrennenlaan 5 bus B1 1050 BRUSSEL Naam STATUTEN Art. 1. De "Belgische Vereniging van Farmaceutische Artsen" (BEVEFA), in

Nadere informatie

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen HOOFDSTUK 1: ALGEMENE UITGANGSPUNTEN Art. 1 De GRO..M is de advies- en participatieraad van de stad Mechelen met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

S T A T U T E N. FEDERATIE van TOERISTISCHE GIDSENGROEPERINGEN vzw afgekort " F T G " Vossekotstraat Zichem

S T A T U T E N. FEDERATIE van TOERISTISCHE GIDSENGROEPERINGEN vzw afgekort  F T G  Vossekotstraat Zichem S T A T U T E N FEDERATIE van TOERISTISCHE GIDSENGROEPERINGEN vzw afgekort " F T G " Vossekotstraat 130 3271 Zichem Identificatienummer 10729/83 - Ondernemingsnummer 424828326 -------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

STOS, vzw STATUTEN. Oprichting en zetel.

STOS, vzw STATUTEN. Oprichting en zetel. STOS, vzw STATUTEN Oprichting en zetel. Artikel 1. De sinds 1956 opgerichte Soc. Turnrkirng Ontwikkeling Schoten is op 22 september 1998 omgevormd in een vereniging zonder winstoogmerk onder de benaming

Nadere informatie

a) de beleidsvisie en over de initiatieven die er op gemeentelijk vlak kunnen genomen worden.

a) de beleidsvisie en over de initiatieven die er op gemeentelijk vlak kunnen genomen worden. Statuten Januari 2013 Artikel 1. De Raad voor Internationale Samenwerking is de adviesraad van de gemeente voor ontwikkelingssamenwerking en Noord-Zuidproblematiek DAC (Development Assistance Committee)

Nadere informatie

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR Naam, duur en zetel Artikel 1 1. Op 26 mei 1992 werd in de gemeente Beveren een adviesraad opgericht met als naam "Gemeentelijke Adviesraad voor

Nadere informatie

Duifhuisstraat 75, 9000 GENT Ondernemingsnummer 450.728.613 http://www.gamagent.be/

Duifhuisstraat 75, 9000 GENT Ondernemingsnummer 450.728.613 http://www.gamagent.be/ Duifhuisstraat 75, 9000 GENT Ondernemingsnummer 450.728.613 http://www.gamagent.be/ 19/06/2013 Titel I: Benaming Zetel Doel Duur Artikel 1: De vereniging draagt als naam Gentse Amateurtheaters vereniging

Nadere informatie

VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77

VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77 VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77 Nieuwe Statuten De buitengewone Algemene Vergadering van de vereniging zonder winstgevend doel, Vereniging voor de Verenigde Naties,

Nadere informatie

Gecoördineerde statuten Turnkring Volharding Essen vzw (vroeger Socialistische Turnkring Volharding Essen)

Gecoördineerde statuten Turnkring Volharding Essen vzw (vroeger Socialistische Turnkring Volharding Essen) Gecoördineerde statuten Turnkring Volharding Essen vzw (vroeger Socialistische Turnkring Volharding Essen) Stationsstraat 136,2910 Essen Identificatienummer : 2007/84 Ondernemingsnummer : 425.464.269 Voorafgaande

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. - Naam, zetel, doel

Hoofdstuk 1. - Naam, zetel, doel Gallaitstraat 86 bus 12 I 1030 Brussel I 02 244 93 39 I info@defederatie.org www.defederatie.org Hoofdstuk 1. - Naam, zetel, doel Art. 1. De vereniging draagt de naam De Federatie Sociaal-Cultureel Werk

Nadere informatie

Akte Oprichting gecoördineerde versie

Akte Oprichting gecoördineerde versie Akte Oprichting gecoördineerde versie Benaming: OVED: Overlegplatform voor energiedeskundigen Rechtsvorm: Vereniging zonder Winstoogmerk Zetel: 9050 Gentbrugge, Kerkstraat 108 TITEL 1 NAAM ZETEL DOEL -

Nadere informatie

STATUTEN VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS

STATUTEN VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS STATUTEN VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS 1. Naam, zetel, doel en duur van de vereniging. Artikel 1: De vereniging draagt de naam VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS, afgekort VOR. Artikel 2: De zetel

Nadere informatie

STATUTEN MONDIALE RAAD MECHELEN 1

STATUTEN MONDIALE RAAD MECHELEN 1 STATUTEN MONDIALE RAAD MECHELEN 1 HOOFDSTUK 1: ALGEMENE UITGANGSPUNTEN Art. 1 De Mondiale Raad is de advies- en participatieraad van de stad Mechelen met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking en Noord-Zuidbeleid

Nadere informatie

Statuten Lubko vzw. 1 De vereniging heeft tot doel de beoefening en bevordering van korfbal.

Statuten Lubko vzw. 1 De vereniging heeft tot doel de beoefening en bevordering van korfbal. Statuten Lubko vzw Titel I NAAM - ZETEL - DOEL DUUR Artikel 1 1 De vereniging wordt genoemd Korfbalclub Lubko, afgekort Lubko. 2 Deze naam moet voorkomen in alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen,

Nadere informatie

PRIVACY TRAINING CENTER Oprichtingsakte

PRIVACY TRAINING CENTER Oprichtingsakte PRIVACY TRAINING CENTER Oprichtingsakte De ondergetekenden: zijn samengekomen op 8 juni 2016 en overeengekomen een vereniging zonder winstoogmerk op te richten, overeenkomstig de Wet van 27 juni 1921 zoals

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming

Nadere informatie

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING

Nadere informatie

Statuten SKF vastgelegd tijdens de stichtingsvergadering van 26 juni 2004.

Statuten SKF vastgelegd tijdens de stichtingsvergadering van 26 juni 2004. Tussen ondergetekenden : Statuten SKF vastgelegd tijdens de stichtingsvergadering van 26 juni 2004. Titel I Naam, zetel, doel, duur Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt de naam : Studiekring

Nadere informatie

STATUTEN. Te Brussel, Traffic Control, zaal Alfa, werd op 27 maart 2008 een zaalvoetbalvereniging opgericht onder de benaming zvc Traffic Control.

STATUTEN. Te Brussel, Traffic Control, zaal Alfa, werd op 27 maart 2008 een zaalvoetbalvereniging opgericht onder de benaming zvc Traffic Control. STATUTEN Titel I Oprichting, doel en zetel van de vereniging Artikel 1 Oprichting Te Brussel, Traffic Control, zaal Alfa, werd op 27 maart 2008 een zaalvoetbalvereniging opgericht onder de benaming zvc

Nadere informatie

Inhoudsopgave inventaris tweede deel archief Lily Boeykens

Inhoudsopgave inventaris tweede deel archief Lily Boeykens Inhoudsopgave inventaris tweede deel archief Lily Boeykens Deel I. Stukken betreffende nationale werkzaamheden of activiteiten in het kader van nationale organisaties FEMINISTISCHE ORGANISATIES I. Aktiekomitee

Nadere informatie

Titel I Benaming. Zetel. Doel. Duur.

Titel I Benaming. Zetel. Doel. Duur. STATUTEN VAN DE BELGISCHE VERENIGING VOOR VERZEKERINGSRECHT - BELGISCHE SECTIE VAN DE ASSOCIATION INTERNATIONALE DE DROIT DES ASSURANCES (AIDA Belgische Sectie) Tussen de ondergetekenden en al die welke

Nadere informatie

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt:

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt: Adventure Diving vzw H. Theresialaan 79, bus 3 1700 Dilbeek NIEUWE STATUTEN De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt: HOOFDSTUK I Naam, zetel, doel

Nadere informatie

Statuten tuinvereniging Kringloop

Statuten tuinvereniging Kringloop Statuten tuinvereniging Kringloop UITTREKSEL UIT DE STATUTEN Naam, duur en zetel Artikel 1 De vereniging draagt de naam: Vereniging Gifloos Tuinieren en Schone Energie-opwekking 'Kringloop Dordrecht'.

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: BENAMING - ZETEL - DOEL - DUUR

HOOFDSTUK I: BENAMING - ZETEL - DOEL - DUUR STATUTEN Verbond der clubs van Golfbiljart van Tienen en Omstreken VZW Oude Leuvensestraat 93 te 3300 Tienen Arrondissement Leuven Ondernemingsnummer: 0410770056 HOOFDSTUK I: BENAMING - ZETEL - DOEL -

Nadere informatie

STATUTEN FEITELIJKE VERENIGING JOGGINGCLUB BRAKEL

STATUTEN FEITELIJKE VERENIGING JOGGINGCLUB BRAKEL 21-06-2013 STATUTEN JOGGINGCLUB BRAKEL 1/6 STATUTEN FEITELIJKE VERENIGING JOGGINGCLUB BRAKEL Titel I: Omschrijving van de vereniging Artikel 1 1.1 De naam van de vereniging luidt Joggingclub Brakel 1.2

Nadere informatie

Art. 1.: De vereniging draagt de naam: Olympia Badmintonclub, vereniging zonder winstoogmerk, afgekort: "Olympia B.C.", v.z.w.

Art. 1.: De vereniging draagt de naam: Olympia Badmintonclub, vereniging zonder winstoogmerk, afgekort: Olympia B.C., v.z.w. Olympia Badmintonclub Vereniging zonder winstoogmerk Oogststraat 1A bus 6B 2600 Berchem Verenigingsnummer : 865787 Ondernemingsnummer : 433509034 Tel. : 03/440.34.19 e-mail : cornelis.vanlaer@skynet.be

Nadere informatie

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008. Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder.

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008. Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder. vzw Zevenbunder, NIEUWE STATUTEN Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008 De statuten van de vzw worden gewijzigd door de volledige vervanging van de teksten, zoals gepubliceerd

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement gemeentelijke cultuurraad

Huishoudelijk reglement gemeentelijke cultuurraad Huishoudelijk reglement gemeentelijke cultuurraad ART. 1 : Het huishoudelijk reglement regelt de inwendige aangelegenheden van de gemeentelijke cultuurraad door het organiseren van de algemene vergadering,

Nadere informatie

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD In Dentergem wordt een gemeentelijke culturele raad opgericht in uitvoering van het dekreet van 24 juli 1991 houdende de organisatie van het overleg en de inspraak

Nadere informatie

goedkeuring door gemeenteraad

goedkeuring door gemeenteraad GEMEENTELIJK FEESTCOMITE p/a Markt 1 9340 LEDE Voorzitter Elsie Van den Abbeele uw kenmerk: ons kenmerk: bijlagen: dienst: patrimonium tel.: (053)60 68 50 fax: (053)80 33 09 e-mail: patrimonium@lede.be

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement Ouderraad Mater Dei Erps-Kwerps

Huishoudelijk Reglement Ouderraad Mater Dei Erps-Kwerps 1. Benaming Huishoudelijk Reglement Ouderraad Mater Dei Erps-Kwerps Onder de benaming "Ouderraad van de Vrije Basisschool Mater Dei te Erps-Kwerps wordt een feitelijke vereniging opgericht. 2. Zetel De

Nadere informatie

Organisatie Algemene Vergadering samenstelling

Organisatie Algemene Vergadering samenstelling STATUTEN VAN DE SENIORENRAAD Artikel 1 De statuten van de gemeentelijke seniorenraad worden als volgt goedgekeurd : Oprichting zetel - status Artikel 1 Er wordt een gemeentelijke seniorenraad opgericht.

Nadere informatie

Subsidiereglement juli 2016

Subsidiereglement juli 2016 Subsidiereglement juli 2016 Artikel 1: Binnen de perken van de kredieten, daartoe voorzien in het gemeentebudget, worden aan de verenigingen en initiatieven, erkend door en/of aangesloten bij de Raad voor

Nadere informatie

Gecoördineerde statuten Ouderraad Gemeentelijke Basisschool Tervuren

Gecoördineerde statuten Ouderraad Gemeentelijke Basisschool Tervuren Gecoördineerde statuten Ouderraad Gemeentelijke Basisschool Tervuren Titel I. Naam, zetel Artikel 1 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt de benaming Ouderraad Gemeentelijke Basisschool Tervuren.

Nadere informatie

Koninklijke Belgische Ruitersportfederatie KBRSF VZW HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Koninklijke Belgische Ruitersportfederatie KBRSF VZW HUISHOUDELIJK REGLEMENT Koninklijke Belgische Ruitersportfederatie KBRSF VZW HUISHOUDELIJK REGLEMENT Goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 26 mei 2015 HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE KONINKLIJKE BELGISCHE RUITERSPORTFEDERATIE

Nadere informatie

Vereniging zonder winstoogmerk. Statuten

Vereniging zonder winstoogmerk. Statuten Fédération Mondiale du Berger Belge. Vereniging zonder winstoogmerk Statuten TITEL I - BENAMING, ZETEL, DUUR Artikel 1: Benaming De vereniging zonder winstoogmerk Fédération Mondiale du Berger Belge afgekort

Nadere informatie

Statuten JC Bouckenborgh vzw

Statuten JC Bouckenborgh vzw Statuten JC Bouckenborgh vzw TITEL I Maatschappelijke zetel, doel en duur Artikel 1 De vereniging is opgericht als een entiteit met rechtspersoonlijkheid, meer in het bijzonder als een vereniging zonder

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT (als bedoeld in artikel 16 van de statuten van LTO Noord) van de LTO Noord afdeling Noordoostpolder Naam en werkgebied Artikel 1 De afdeling is genaamd: de afdeling Noordoostpolder

Nadere informatie

Statuten 18 JUNI I. SAMENSTELLING, BENAMING EN ZETEL Artikel 1. II. DUUR Artikel 2. Artikel 3

Statuten 18 JUNI I. SAMENSTELLING, BENAMING EN ZETEL Artikel 1. II. DUUR Artikel 2. Artikel 3 Statuten 18 JUNI 2014 I. SAMENSTELLING, BENAMING EN ZETEL Artikel 1 De stichtende leden, waarvan de naam aan het eind van deze statuten is vermeld, richten een vereniging van de in België gevestigde beursleden

Nadere informatie

GECOÖRDINEERDE STATUTEN

GECOÖRDINEERDE STATUTEN GECOÖRDINEERDE STATUTEN Statuten van de vzw Interdiocesane Dienst voor het Katholiek Godsdienstonderwijs zoals gewijzigd door de algemene vergadering op 11 september 2003. N. 4999 [S-C 46030] Interdiocesane

Nadere informatie

Seniorenadviesraad Galmaarden

Seniorenadviesraad Galmaarden Seniorenadviesraad Galmaarden DE GEMEENTERAAD Gelet op het decreet van 7 december 2012 van de Vlaamse Regering houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van

Nadere informatie

KONINKLIJKE ANTWERPSE VERENIGING VAN VRIENDENCLUBS

KONINKLIJKE ANTWERPSE VERENIGING VAN VRIENDENCLUBS KONINKLIJKE ANTWERPSE VERENIGING VAN VRIENDENCLUBS HOOFDSTUK I Naam en doel (I.1 I.4) HOOFDSTUK II Raad van Bestuur : a) aanstelling, bevoegdheid en samenstelling (II.1 II.7) b) algemene punten (II.8 II.11)

Nadere informatie

Poolbiljart Vlaanderen

Poolbiljart Vlaanderen Poolbiljart Vlaanderen Opmaak Statuten DHT 1-3-2014 In de volgende genummerde pagina s ( 1-7) staat de opmaak beschreven van de statuten betreffende de feitelijke vereniging Poolbiljart Vlaanderen Feitelijke

Nadere informatie

Functie en bevoegdheden dorpsraad

Functie en bevoegdheden dorpsraad Functie en bevoegdheden dorpsraad Sterrebeek OPDRACHT EN BEVOEGDHEID Artikel 1 : De Dorpsraad van Sterrebeek, als vertegenwoordigend orgaan van de verenigingen die in de deelgemeente werkzaam zijn, heeft

Nadere informatie

STATUTEN KWB WAMBEEK JOGGINGTEAM

STATUTEN KWB WAMBEEK JOGGINGTEAM STATUTEN KWB WAMBEEK JOGGINGTEAM Titel I : Omschrijving van de vereniging ==== ======================== Artikel 1 1.1 De naam van de vereniging luidt KWB Wambeek Joggingteam kortweg de vereniging en neemt

Nadere informatie

Statuten Oudervereniging Gemeentelijke Basisschool Hoegaarden Schooljaar

Statuten Oudervereniging Gemeentelijke Basisschool Hoegaarden Schooljaar Gemeentelijke basisschool Hoegaarden Doelstraat 76 3320 Hoegaarden Statuten Oudervereniging Gemeentelijke Basisschool Hoegaarden Schooljaar 2010-2011 Hoegaarden, september 2010 TITEL 1 - ALGEMEENHEDEN

Nadere informatie

WEGI-VOLLEY GROOT-Lille vzw (afgekort: Wegi Volley vzw)

WEGI-VOLLEY GROOT-Lille vzw (afgekort: Wegi Volley vzw) WEGI-VOLLEY GROOT-Lille vzw (afgekort: Wegi Volley vzw) HUISHOUDELIJK REGLEMENT Gelet op de goedgekeurde statuten van 2014 Hoofdstuk 1: Algemene vergadering Art.1 De algemene vergadering komt minstens

Nadere informatie

Artikel 4 Het maatschappelijk jaar valt samen met het kalenderjaar.

Artikel 4 Het maatschappelijk jaar valt samen met het kalenderjaar. Benaming: Rechtsvorm: Zetel : Ondernemingsnr.: Voorwerp akte: Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela Verening zonder winstoogmerk Varkensstraat 6 2800 Mechelen 430.947.739 NIEUWE STATUTEN - RAAD

Nadere informatie

BELGIAN DISABILITY FORUM VZW (BDF) Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) 150, 1000 BRUSSEL

BELGIAN DISABILITY FORUM VZW (BDF) Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) 150, 1000 BRUSSEL Benaming: Rechtsvorm: Maatschappelijke zetel: Ondernemingsnr.: 478.218.809 BELGIAN DISABILITY FORUM VZW (BDF) Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) FINANCE TOWER - KRUIDTUINLAAN, 50, bus 150, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

WIJNCLUB T WIJNKRANSJE, LICHTERVELDE STATUTEN. Gecoördineerde statuten. Statuten opgesteld te LICHTERVELDE op ALGEMENE VERGADERING van 06/11/2007

WIJNCLUB T WIJNKRANSJE, LICHTERVELDE STATUTEN. Gecoördineerde statuten. Statuten opgesteld te LICHTERVELDE op ALGEMENE VERGADERING van 06/11/2007 WIJNCLUB T WIJNKRANSJE, LICHTERVELDE STATUTEN Gecoördineerde statuten. Statuten opgesteld te LICHTERVELDE op ALGEMENE VERGADERING van 06/11/2007 INLEIDENDE BEPALINGEN 1. Doel van de Vereniging. Deze statuten

Nadere informatie

STATUTEN. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybal Bond vzw Beneluxlaan 22, 1800 Vilvoorde. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybalbond vzw Statuten 1

STATUTEN. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybal Bond vzw Beneluxlaan 22, 1800 Vilvoorde. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybalbond vzw Statuten 1 STATUTEN Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybal Bond vzw Beneluxlaan 22, 1800 Vilvoorde Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybalbond vzw Statuten 1 KONINKLIJKE VLAAMS-BRABANTSE VOLLEYBALBOND VZW IDENTIFICATIENUMMER:

Nadere informatie

STATUTEN VAN HET BELGISCH ARBITRAGEHOF VOOR DE SPORT (BAS)

STATUTEN VAN HET BELGISCH ARBITRAGEHOF VOOR DE SPORT (BAS) STATUTEN VAN HET BELGISCH ARBITRAGEHOF VOOR DE SPORT (BAS) I. Rechtsvorm, benaming, maatschappelijke zetel, duur, doel artikel 1: rechtsvorm - benaming De vereniging is opgericht als een vereniging zonder

Nadere informatie

STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP STAD BRUGGE MAATSCHAPPELIJKE BEGELEIDING STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP ARTIKEL 1: De Stedelijke Raad voor Personen met een Handicap heeft als doel: 1. A. op te treden als volwaardig

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR Artikel 1 Dit huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur zijn bevoegdheden

Nadere informatie

wijziging statuten 2013 Gemeentelijke Sportraad Affligem

wijziging statuten 2013 Gemeentelijke Sportraad Affligem wijziging statuten 2013 Gemeentelijke Sportraad Affligem HOOFDSTUK I: DOELSTELLING Artikel 1 De sportraad heeft in het algemeen tot doel de sport, de lichamelijke opvoeding en de openluchtrecreatie te

Nadere informatie

GEMEENTELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (GROS) STATUTEN

GEMEENTELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (GROS) STATUTEN GEMEENTELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (GROS) Art. 1 - Taakomschrijving STATUTEN De Raad heeft een adviserende en een sensibiliserende taak. De adviserende taak omvat het verstrekken van advies

Nadere informatie

VOLLEY WEST- VLAANDEREN vzw. STATUTEN VAN VOLLEY WEST- VLAANDEREN vzw

VOLLEY WEST- VLAANDEREN vzw. STATUTEN VAN VOLLEY WEST- VLAANDEREN vzw VOLLEY WEST- VLAANDEREN vzw STATUTEN VAN VOLLEY WEST- VLAANDEREN vzw 1 INHOUDSOPGAVE: 1. Benaming 3 2. Zetel 3 3. Doel 3 4. Duur 3 5. Leden 4 6. Bijdrage 4 7. Uittreding 4 8. Raad van Bestuur 4 9. Bevoegdheid

Nadere informatie

STATUTEN RAAD VOOR TOERISME

STATUTEN RAAD VOOR TOERISME STATUTEN RAAD VOOR TOERISME Artikel 1. Oprichting en doel 1. Het gemeentebestuur richt een adviesraad op met de naam "Raad voor Toerisme". Het betreft een adviesraad conform artikel 200 van het Gemeentedecreet

Nadere informatie

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Decreet tot instelling van een Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen en tot vaststelling van de algemene regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van de milieu- en natuurverenigingen HOOFDSTUK I Algemeen

Nadere informatie

Opgelet: gebruik dit voorbeeld als inspiratie voor een document op eigen maat.

Opgelet: gebruik dit voorbeeld als inspiratie voor een document op eigen maat. BIJLAGE 6 VOORBEELD-STATUTEN Opgelet: gebruik dit voorbeeld als inspiratie voor een document op eigen maat. ALGEMEEN Art. 1 Er wordt een gemeentelijke ouderenadviesraad opgericht en erkend onder de naam...

Nadere informatie

ART. 3 VERENIGINGSJAAR Het verenigingsjaar, tevens boekjaar, loopt van 1 juni tot en met 31 mei daaropvolgend.

ART. 3 VERENIGINGSJAAR Het verenigingsjaar, tevens boekjaar, loopt van 1 juni tot en met 31 mei daaropvolgend. I._ALGEMENE_BEPALINGEN ART. 1 NAAM EN ZINSPREUK De naam van de vereniging luidt: AGORA en het besluit tot oprichting is genomen op 19 mei 1993 te Glimmen. De zinspreuk van de vereniging luidt: Vriendschap

Nadere informatie

STATUTEN GOAR goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 februari 2013 :

STATUTEN GOAR goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 februari 2013 : STATUTEN GOAR goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 februari 2013 : Algemeen : Art. 1 : De zetel van de gemeentelijke ouderenadviesraad is gevestigd in het gemeentehuis. Doelstellingen : Art. 2 : De gemeentelijke

Nadere informatie

OUDERWERKING (feitelijke vereniging)

OUDERWERKING (feitelijke vereniging) OUDERWERKING (feitelijke vereniging) Versie 1 september 2017 Missie : Waar willen wij als ouderwerking toe bijdragen? Waar staan wij voor? Visie : Waar willen wij als ouderwerking werk van maken? Waar

Nadere informatie

Werd overeengekomen een feitelijke vereniging op te richten, met onderstaande statuten.

Werd overeengekomen een feitelijke vereniging op te richten, met onderstaande statuten. Feitelijke vereniging Projectkoor Chantage STATUTEN Versie: 24/11/2012 Tussen de ondergetekenden Matthias Bauw Sarah Finaut Geert De Deygere Nele Fiers, Els Vanoverschelde Werd overeengekomen een feitelijke

Nadere informatie

3) onderzoek verrichten naar de culturele behoeften in het werkingsgebied en documentatie en informatie verzamelen over het cultureel leven;

3) onderzoek verrichten naar de culturele behoeften in het werkingsgebied en documentatie en informatie verzamelen over het cultureel leven; GEMEENTELIJKE RAAD VOOR CULTUURBELEID 8755 RUISELEDE Huishoudelijk reglement: In Ruiselede wordt een gemeentelijke raad voor cultuurbeleid opgericht in uitvoering van het decreet van 24 juli 1991 houdende

Nadere informatie

AFDELINGS REGLEMENT. (als bedoeld in artikel 16 van de statuten van LTO Noord) van de LTO Noord afdeling Rijn- en Vlietlanden

AFDELINGS REGLEMENT. (als bedoeld in artikel 16 van de statuten van LTO Noord) van de LTO Noord afdeling Rijn- en Vlietlanden AFDELINGS REGLEMENT (als bedoeld in artikel 16 van de statuten van LTO Noord) van de LTO Noord afdeling Rijn- en Vlietlanden Naam en werkgebied Artikel 1 De afdeling van LTO Noord is genaamd: Rijn- en

Nadere informatie

STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (GROS) ZOTTEGEM

STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (GROS) ZOTTEGEM STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR (GROS) ZOTTEGEM ARTIKEL 1. STATUS De Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking Zottegem, afgekort GROS Zottegem, werd opgericht op 12 juni 2008 Hij is als adviesorgaan

Nadere informatie

Statuten Ouderenadviesraad Destelbergen-Heusden. Goedgekeurd door de ouderenadviesraad op 27/11/2013.

Statuten Ouderenadviesraad Destelbergen-Heusden. Goedgekeurd door de ouderenadviesraad op 27/11/2013. Statuten 2013-2018 Algemeen Statuten Ouderenadviesraad Destelbergen-Heusden Goedgekeurd door de ouderenadviesraad op 27/11/2013. Art. 1 Er wordt een gemeentelijke ouderenadviesraad opgericht en erkend

Nadere informatie

Statuten gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu en natuur

Statuten gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu en natuur Verwijzing naar wettelijke basis Het decreet van 05/04/1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en de uitvoeringsreglementering. Doelstellingen In de gemeente is een gemeentelijke adviesraad

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement

Huishoudelijk reglement 19/12/2010 Orchideeënlaan 17-1820 Steenokkerzee1 http://www.milieuraad.be/steenokkerzeel milieuraad1820@skynet.be Tel 02/254. 19.50 (secr. Milieudienst) Huishoudelijk reglement Artikel 1 Dit huishoudelijk

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van Alliantie van Baptisten en CAMA Gemeenten

Huishoudelijk reglement van Alliantie van Baptisten en CAMA Gemeenten Huishoudelijk reglement van Alliantie van Baptisten en CAMA Gemeenten Artikel 1: Aard van de verbondenheid 1.1. De Ledenvergadering ziet er op toe dat de belangen van het kerkgenootschap goed worden behartigd.

Nadere informatie

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD TE LICHTERVELDE

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD TE LICHTERVELDE STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD TE LICHTERVELDE Gelet op de eerdere oprichting van de gemeentelijke Culturele Raad in uitvoering van het decreet van 24 juli 1991 houdende organisatie van het

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 1 Dit huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur zijn bevoegdheden uitoefent overeenkomstig zijn statuten. Algemene

Nadere informatie

Goedgekeurd in gemeenteraad van 31 januari 2013

Goedgekeurd in gemeenteraad van 31 januari 2013 Goedgekeurd in gemeenteraad van 31 januari 2013 Hoofdstuk 1: ERKENNING - ZETEL - DOEL Artikel 1: Het gemeentebestuur van Moorslede bevestigt de erkenning van de gemeentelijke jeugdraad Moorslede in uitvoering

Nadere informatie

Groen + Tervuren. Statuten. Tussen de ondergetekenden werd overeengekomen een feitelijke vereniging op te richten met onderstaande statuten.

Groen + Tervuren. Statuten. Tussen de ondergetekenden werd overeengekomen een feitelijke vereniging op te richten met onderstaande statuten. Groen + Tervuren Statuten Tussen de ondergetekenden werd overeengekomen een feitelijke vereniging op te richten met onderstaande statuten. Artikel 1: Omschrijving van de vereniging 1.1. De naam van de

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT STEDELIJKE SPORTRAAD LOKEREN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT STEDELIJKE SPORTRAAD LOKEREN HUISHOUDELIJK REGLEMENT STEDELIJKE SPORTRAAD LOKEREN Dit huishoudelijk reglement regelt al wat niet door de statuten wordt bepaald en is in feite de praktische leidraad bij de werking van de Sportraad.

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement Ledenraad van DVAN (DVAN-HHR-LR-20150930.pdf)

Huishoudelijk reglement Ledenraad van DVAN (DVAN-HHR-LR-20150930.pdf) Algemeen Artikel 1 Afkortingen 1.1 DVAN Denksportvereniging Apeldoorn Noord LR Ledenraad HHR-DVAN Huishoudelijk reglement op het niveau van de vereniging HHR-LR Huishoudelijk reglement op het niveau van

Nadere informatie

STATUTEN NEDERLANDS INSTITUUT VOOR BIOLOGIE

STATUTEN NEDERLANDS INSTITUUT VOOR BIOLOGIE STATUTEN NEDERLANDS INSTITUUT VOOR BIOLOGIE NAAM EN ZETEL Artikel 1 1. De vereniging draagt de naam: Nederlands Instituut voor Biologie (bij afkorting: NIBI), 2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Utrecht.

Nadere informatie

2. Deze adviesraad heeft als doel advies te verlenen over het algemeen beleid rond jeugd en jeugdwerk van het gemeentebestuur.

2. Deze adviesraad heeft als doel advies te verlenen over het algemeen beleid rond jeugd en jeugdwerk van het gemeentebestuur. STATUTEN JEUGDRAAD Artikel 1. Oprichting en doel 1. Het gemeentebestuur richt een adviesraad op met de naam "jeugdraad". Het betreft een adviesraad conform artikel 200 van het Gemeentedecreet van 15 juli

Nadere informatie

Artikel 1. Naam en zetel. 1.1. De vereniging draagt de naam: Ondernemersvereniging MKB Wijchen

Artikel 1. Naam en zetel. 1.1. De vereniging draagt de naam: Ondernemersvereniging MKB Wijchen Statuten voor Ondernemersvereniging MKB Wijchen Artikel 1. Naam en zetel. 1.1. De vereniging draagt de naam: Ondernemersvereniging MKB Wijchen 1.2. De vereniging is gevestigd te Postbus 262, 6600 AG Wijchen

Nadere informatie

Rise- Innovatieve start-ups

Rise- Innovatieve start-ups Rise- Innovatieve start-ups Reglement Oproep van mei 2017 A) Ondernemingen die in aanmerking komen Elke onderneming die aan volgende voorwaarden voldoet, kan zich, met oog op de toepassing van een strategisch

Nadere informatie

S T A T U T E N TITEL I: DE VERENIGING. 1 De feitelijke vereniging draagt de naam Alumni Gentse Filosofen en Moraalwetenschappers (AGFM).

S T A T U T E N TITEL I: DE VERENIGING. 1 De feitelijke vereniging draagt de naam Alumni Gentse Filosofen en Moraalwetenschappers (AGFM). S T A T U T E N TITEL I: DE VERENIGING ARTIKEL 1: naam 1 De feitelijke vereniging draagt de naam Alumni Gentse Filosofen en Moraalwetenschappers (AGFM). ARTIKEL 2: zetel 1 De zetel van de vereniging is

Nadere informatie

INTERNATIONALE SAMENWERKING AANVRAAGFORMULIER Internationale uitwisselingen

INTERNATIONALE SAMENWERKING AANVRAAGFORMULIER Internationale uitwisselingen INTERNATIONALE SAMENWERKING AANVRAAGFORMULIER Internationale uitwisselingen Internationale uitwisselingen tussen Aalsterse verenigingen en groepen/verenigingen in andere landen kunnen bij de betrokken

Nadere informatie

Artikel 1: De seniorenraad district Berchem is een door de districtsraad erkend adviesorgaan voor het seniorenbeleid in het voornoemde district.

Artikel 1: De seniorenraad district Berchem is een door de districtsraad erkend adviesorgaan voor het seniorenbeleid in het voornoemde district. STATUTEN SENIORENRAAD BERCHEM ************************************* Opgesteld, rekening houdend met het Werkkader adviesraden en inspraak. Goedgekeurd door de seniorenraad tijdens de algemene vergadering

Nadere informatie

Statuten jeugdraad Glabbeek

Statuten jeugdraad Glabbeek Statuten jeugdraad Glabbeek 2018-2025 Algemeen Art 1. In de gemeente Glabbeek wordt een gemeentelijke jeugdraad opgericht in uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en

Nadere informatie

Statuten vzw Vlaams-Brabantse Grootkeukenkoks

Statuten vzw Vlaams-Brabantse Grootkeukenkoks Statuten vzw Vlaams-Brabantse Grootkeukenkoks Titel 1 - Benaming - Maatschappelijke Zetel Artikel 1 - De vereniging wordt genoemd: Vlaams-Brabantse Grootkeukenkoks. Artikel 2 - Haar maatschappelijke zetel

Nadere informatie

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout. ERKENNING EN ZETEL Artikel 1. De gemeentelijke Sportraad wordt erkend als gemeentelijk adviesorgaan in uitvoering van het decreet van 6 juli 2012, zijnde het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren

Nadere informatie

Statuten Eco-Buurtmoestuin De Kroeme Riek vzw

Statuten Eco-Buurtmoestuin De Kroeme Riek vzw Statuten Eco-Buurtmoestuin De Kroeme Riek vzw Benaming, zetel, duur en doel Art. 1 Naam De vereniging draagt (voluit) de naam Eco-Buurtmoestuin De Kroeme Riek vzw, verkort DKR vzw. Art. 2 Zetel a) De maatschappelijke

Nadere informatie

ERKENNING VAN DE MOSKEEËN IN VLAANDEREN

ERKENNING VAN DE MOSKEEËN IN VLAANDEREN ERKENNING VAN DE MOSKEEËN IN VLAANDEREN EXECUTIEF VAN DE MOSLIMS VAN BELGIË INHOUD Erkende islamitische gemeenschappen in Vlaanderen... 4 Erkenningsprocedure... 5 Gevolgen van de erkenning van een moskee...

Nadere informatie

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN ARTIKEL 1: oprichting Op datum van 27 juni 1968 werd de Stedelijke Raad voor de Derde Leeftijd te Sint-Niklaas opgericht. Er is een hernieuwing van de statuten

Nadere informatie

Naam en zetel. De vereniging draagt de naam SPOORWEG SPORTVERENIGING VENLO, afgekort S.S.V. Zij is gevestigd te Venlo. Duur.

Naam en zetel. De vereniging draagt de naam SPOORWEG SPORTVERENIGING VENLO, afgekort S.S.V. Zij is gevestigd te Venlo. Duur. Statuten Spoorweg Sportvereniging Venlo (Notarieel bekrachtigd op 9 juni 1999) (artikel 01 t/m 19) 1 e wijziging art. 11 met ingang van 25 maart 2011. 2 e wijziging art. 5+6+7 met ingang van 30 maart 2012.

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT 1. BENAMING Onder de benaming Ouderraad van de Vrije Basisschool De Knipoog te O.L.V.-Olen wordt de ouderraad als officieel participatieorgaan opgericht. 2. ZETEL De zetel van de

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement feestcomité Meerdonk

Huishoudelijk reglement feestcomité Meerdonk Huishoudelijk reglement feestcomité Meerdonk Artikel 1 - Verwijzing naar wettelijke basis De gemeenteraadbeslissing van 7 maart 2013 tot de delegatie van budgethouderschap aan wijkcomités en burgerinitiatieven.

Nadere informatie

VERENIGING VAN ZIEKENHUIS INSTRUMENTATIETECHNICI HUISHOUDELIJK REGLEMENT

VERENIGING VAN ZIEKENHUIS INSTRUMENTATIETECHNICI HUISHOUDELIJK REGLEMENT VERENIGING VAN ZIEKENHUIS INSTRUMENTATIETECHNICI HUISHOUDELIJK REGLEMENT Algemene bepalingen In dit reglement kunnen verwijzingen staan in de mannelijke persoonsvorm, maar hier dient men ook de vrouwelijke

Nadere informatie

Atletiekvrienden Roeselare afgekort: AVR Roeselare. Identificatienummer: 5533/81 STATUTEN

Atletiekvrienden Roeselare afgekort: AVR Roeselare. Identificatienummer: 5533/81 STATUTEN Atletiekvrienden Roeselare afgekort: AVR 8800 Roeselare Identificatienummer: 5533/81 STATUTEN Bij beslissing van de algemene vergadering van de v.z.w Atletiekvrienden Roeselare, op datum van 14 december

Nadere informatie

STEUNKREDIET VOOR HUMAAN VOEDINGSONDERZOEK REGLEMENT

STEUNKREDIET VOOR HUMAAN VOEDINGSONDERZOEK REGLEMENT STEUNKREDIET VOOR HUMAAN VOEDINGSONDERZOEK REGLEMENT ARTIKEL 1 "Het steunkrediet voor humaan voedingsonderzoek" heeft als doel, in de schoot van Belgische Instellingen van universitair niveau, wetenschappelijke

Nadere informatie

Gecoördineerde tekst - Statuten van Turnkring Kunst na Arbeid Kraainem, vzw.

Gecoördineerde tekst - Statuten van Turnkring Kunst na Arbeid Kraainem, vzw. Turnkring KnA-Kraainem vzw Opgericht in 1924 Secretariaat : Michel Renders Bosstraat 11 1950 Kraainem tel. 0474/694 008 e-mail: info@kna-kraainem.be internet: www.kna-kraainem.be Gecoördineerde tekst -

Nadere informatie

BELGIAN FINANCE CLUB - STATUTEN

BELGIAN FINANCE CLUB - STATUTEN BELGIAN FINANCE CLUB - STATUTEN Ondergetekenden Marc Lambrechts Comequi Integrale Raymond James Fédérale Past President BIRA Banque Transatlantique P&V Gdf-Suez L'Echo AB Inbev CMI (France) Dexiam Zijn

Nadere informatie