Gemeenschappelijk Belastingkantoor

Transcriptie

1 Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn Begrotingswijziging I 211 Inclusief nieuw meerjarenperspectief 212 t/m 215 Documentnaam Begrotingwijziging 1 NGR 21 l.doc Versienummer 1, Status Vastgesteld 5 januari 211 Auteur EJW Otten Datum afdruk

2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Samenvatting 4 2 Totale kosten en baten van de organisatie 8 3 Bijdrage deelnemende waterschappen 29 4 Besluit ter vaststelling 31 Bijlagen 18 Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 2 van 21

3 Gemeensctiappelijl< Belastingkantoor Voorwoord Voor u ligt de eerste begrotingswijziging 211 van het Gemeenschappelijke Belastingkantoor Lococensus-Tricijn. Het Gemeenschappelijke Belastingkantoor Lococensus-Tricijn is een belastingsamenwerkingsverband op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regeling van de waterschappen Groot Salland, Regge en Dinkel, Reest en Wieden, Rijn en IJssel, Velt en Vecht, Vallei en Eem, Veluwe en Zuiderzeeland. Het Gemeenschappelijke Belastingkantoor Lococensus- Tricijn is opgericht per 1 januari 211 en is een samenvoeging van de Gemeenschappelijke Regeling Rijn-Oost (handelende onder de naam Lococensus) en de Gemeenschappelijke Regeling Rijn Midden (handelende onder de naam Tricijn). Vanuit de in 21 goedgekeurde begrotingen voor hetjaar 211 van Lococensus en Tricijn is de primaire begroting 211 van de gemeenschappelijke regeling Lococensus-Tricijn opgesteld. Deze primaire begroting is de samenvoeging van de beide individuele begrotingen, zonder dat er rekening Is gehouden met voortschrijdend inzicht en veranderingen in de organisatie of omgeving van de nieuwe GR. In de beschrijvende hoofdstukken 1 tot en met 3 van de primaire begroting worden de actuele ontwikkelingen weergegeven, waarmee in deze begrotingswijziging rekening is gehouden. Al deze mutaties zijn verwerkt in de eerste begrotingswijziging welke nu voorligt. Primair uitgangspunt daarbij is dat de in het beslisdocument genoemde besparingsdoelstelling van 3. gerealiseerd wordt. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 3 van 21

4 Gemeenscliappelijk Belastingkantoor 1 Samenvatting De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de primaire begroting worden hier op hoofdlijnen toegelicht. Bij de financiële behandeling in hoofdstuk 2 wordt van de separate posten een gedetailleerde toelichting gegeven. Voor een specificatie van mutaties op kostensoort niveau wordt u verwezen naar de bijlage Begrotingswijziging. Rente en Afschrijving Een belangrijke vermindering van de afschrijvingslasten komt voort uit de vertraging van het project TAX-i. Dit leidt voor 211 tot lagere afschrijvlngs- en rentelasten. Personeelslasten Ten aanzien van de personele kosten zijn de volgende zaken relevant. Na vaststelling van de individuele begrotingen is de nieuwe CAO voor de waterschapssector vastgesteld. Hierin zijn lastenstijgingen opgenomen welke zowel Lococensus als Tricijn nog niet in de begroting hadden opgenomen. Daarnaast speelt uiteraard de vorming van het bedrijfsbureau. Vanaf 211 worden tevens de kosten voor inhuur conform de BBVW verwerkt. Een andere belangrijke mutatie komt voort uit de aanpassing van de premies voor sociale lasten en pensioenen. Daarnaast zijn de kosten voor externe inhuur verlaagd. Goederen en diensten van derden De hier benodigde wijziging van de begroting is te wijten aan de vertraagde oplevering van TAX-i. Hierdoor nemen de kosten van onderhoud die door Getronics Pink Roccade voor IBS in rekening gebracht wordt toe met in totaal 2.. Hier tegenover staan besparingen door de fusie op onder andere kosten voor accountant en salarisadministratie. Tevens zien we een daling van de kosten voor meeliften bij Vitens en een daling van de kosten voor samenwerking met gemeenten inzake kwijtschelding. Onvoorzien Ten behoeve van het begrotingsdeel van Lococensus is een post onvoorzien opgenomen. Opbrengst Invorderkosten De verhoging van de opbrengst invorderkosten komt voort uit herallocatie van de uitbetaalde heffingsrente naar de lastenkant van de exploitatierekening. Gevolgen voor deelnemersbijdragen Onderstaand een overzicht van de bijdragen waterschappen op grond van de begroting na de eerste begrotingswijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Lococensus-Tricijn. Bij het oprichten van het Gemeenschappelijke Belastingkantoor Lococensus- Tricijn is een kostenverdeelsleutel m.b.t. de organisatie kosten afgesproken. De kosten worden verdeeld tussen de deelnemers op basis van vaste percentages. Onderstaande tabel geeft per waterschap het aandeel en de daarmee gepaard gaande kosten weer. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 4 van 21

5 Bijdragen Waterschappen 211 Procentueel Netto <ostenaand belastingo Perceptieeel x p-brengst kosten in Bedragen x 1 Aandeel 1. begroot x procenten Groot Salland 1, Reest en Wieden 6,3 1, Regge en Dinkel 16, ,63 Rijn en Ijssel 17, Vallei en Eem 18, Velt en Vecht 5, Veluwe 14, 3,6 52,595 5,72 Zuiderzeeland ,88 Totalen 1, ,67 Op grond van de gewijzigde begroting 211 zullen de kosten per aanslag voor 211 uitkomen op een bedrag van 8,4. De kosten per aanslag zijn gebaseerd op de begrote deelnemersbijdrage. Kosten per aanslagbiljet (Incl heffingstechnologie Tricijn): Realisatie 29 Begroting 21 Primaire Begroting 211 Bijgestelde Begroting 211 7, ,16 8,4 De perceptiekosten op basis van de gewijzigde begroting 211 vallen lager uit als de primaire begroting 211 en (gewijzigde) begroting 21. Percentage perceptiekosten (incl. heffingstechnologie Tricijn): Realisatie 29 Begroting 21 Primaire Begroting 211 Bijgestelde Begroting 211 4,75% 5.4% 4,74% 4,67 % Ten aanzien van het geprognosticeerde aantal aanslagbiljetten en belastingopbrengsten is uitgegaan van een stijging van 1 %, De perceptiekosten per waterschap treft u aan in onderstaande tabel. Groot Re«st en Regge en Rijnen ValM en Vetten Veluwe Zuldeizeel KOMD p«r WaterKhap 211 Salland Wieden Dinkel IJseel Eem Vecht and Totaal Procentueel aandeel kosten NGR ,3 17,3: 18. 6, ,4 1, Kostenaandeel x 1 (WO ' 3 865' Netto Belastingopbrengst begroot x 1 (XX Percep',le^oste^! in procenten , ,29 S,>2: 388 4,67 m\ Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 5 van 21

6 GerTieenschappelijk Belastingkantoor 2 Totale kosten en baten van de organisatie Algemeen Dit hoofdstuk beschrijft de aangepaste financiële begroting en uitgangspunten voor de nieuwe GR Lococensus-Tricijn, 2.1 Uitgangspunten en normen Voor de begroting zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd. Loon-, prijs- en rentestijging In deze begrotingswijziging is voor de loonstijging in 211 uitgegaan van 1,5 %. Daarnaast is de begroting gebaseerd op werkelijke salarissen, in tegenstelling tot gemiddelden van de salarisschaal of schaalsalaris voor de functie. Voor de jaren na 211 wordt voorgesteld rekening te houden met 1,5 % loonstijging per jaar. De huidige CAO heeft een looptijd tot 212, In deze begrotingswijziging van is een inflatiepercentage gehanteerd van 1,5 %, Ook voor de jaren na 211 wordt voorgesteld rekening te houden met 1,5 % prijsstijging per jaar. De economische ontwikkeling zal nauwlettend worden gevolgd. Het (CPB) komt elk jaar in september, tegelijk met de Miljoenennota, met een uitgebreide analyse over de ontwikkeling van de Nederlandse economie en de wereldeconomie. In deze notitie Macro economische verkenning (MEV) wordt ook in meerjarenperspectief de ontwikkeling van loon-, prijs- en rentestijging geschetst. Mocht het op basis van deze informatie nodig zijn dan zal een aanvullend voorstel aan u worden voorgelegd. Daarnaast zal ook bij de begroting 212 deze ontwikkeling nadrukkelijk beschouwd worden. Afschrijvingstermijnen Voor de afschrijvingslasten van Lococensus-Tricijn zijn de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd: Immateriële activa: afkoopsom BTW Gebouw/verbouwingskosten Inventaris Hardware Infrastructuur Software/IBS/licenties Tax-i Dienstauto's 6 jaar 6 jaar 1 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar 9 jaar 6/7 jaar Activering vindt plaats op het moment van ingebruikname. Kosten van eigen personeel worden niet geactiveerd. Personeel & Organisatie Tricijn Als uitgangspunt voor de begroting 211 geldteen basisformatie per 1 januari 211 ad 132,5 FTE, Dit is gebaseerd op de formatie van Lococensus van 64 FTE, vermeerderd met de formatie van Tricijn van 64,5 FTE (in de formatiestaat van de begroting 211 zit een fout van,3 FTE). Dit totaal van 128,5 FTE is opgehoogd met 4 FTE welke gerelateerd zijn aan het aantal FTE's die in 21 als dienstverlening werd inghuurd door Tricijn van de deelnemende waterschappen. Het betreft hier inhuur voor financieel beheer (Vallei en Eem, 1 FTE), ICT (Veluwe, 2 FTE) en ondersteuning voor juridisch en facilitair/dlv (Zuiderzeeland, 1 FTE). De met de inlening gemoeide kosten zijn uit de begroting verwijderd. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 6 van 21

7 Gerneenschaopelijk Belastingkantoor Bij het berekenen van de personele kosten is uitgegaan van de hieronder in de tabel opgenomen kengetallen: Vakantietoeslag Eindejaarsuitkering Resultatendeling Beloningsdifferentiatie Levensloop Levensloop vast Sociale lasten Pensioenlasten Overige toelagen en ambtsjubilea Overige personele kosten percentage x jaarioon 8% percentage x jaarloon 4% percentage X jaarioon 1,5% percentage bruto salarisbedrag,35% percentage x jaarioon 1 % vast bedrag per fte 325 percentage x jaarioon 12% percentage x jaarioon 15,% conform opgave van afdeling P&O percentage x jaarloon 7% Ten aanzien van de vergoedingen voor woon-werkverkeer/reiskosten wordt opgemerkt dat er in december 21 onderhandelingen gevoerd worden met de werknemersorganisaties. Indien dit leidt tot aanpassingen, wordt dit bij de voorjaarsnota in de begroting verwerkt. Recent is er veel aandacht voor de dekkingsgraad bij het Algemeen Bedrijfstak Pensioenfonds. Omdat deze onvoldoende is heeft het ABP voor 211 een verhoging van de premie aangekondigd. In deze begrotingswijziging 211 is voor het werkgeversaandeel rekening gehouden met een pensioenpremie van 15 % voor 211 en volgende jaren. Bij de voorjaarsnota zal beoordeeld worden of dit voldoende is om de lasten te dekken. Onder de post overige personeelskosten moet worden verstaan o.a. kosten van dienstreizen, personeelsvereniging, kantineactiviteiten, sportactiviteiten, bedrijfsgeneeskundige zorg en BHV kosten, attenties (bloemen en overige uitgaven i.v.m. jubilea, examens etc), studiekosten en organisatieontwikkeling, kerstpakket, afdelingsuitje. Het in het verieden gehanteerde percentage van 5 % personeelskosten blijkt niet voldoende om de onder deze post opgenomen begrote kosten te dekken. Belangrijke posten die dit veroorzaken zijn met name de organisatieontwikkeling en de toename van dienstreizen. 2.2 Incidentele baten en lasten In deze begrotingswijziging zijn geen incidentele baten en lasten opgenomen, 2.3 Reserves en voorzieningen De GR Lococensus-Tricijn beschikt niet over reserves zoals bedoeld in het Waterschapsbesluit. Eventuele resultaten op de begroting van voorgaande jaren worden afgerekend met de deelnemers bij het vaststellen van de jaarrekening. De GR Lococensus-Tricijn beschikt wel over voorzieningen. Deze gevormde voorzieningen zijn ter afdekking van lasten in de personele sfeer en zijn gevormd in 21. Voor hetjaar 211 zijn geen dotaties in de begroting opgenomen. 2.4 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de financiële positie van de gemeenschappelijke regeling is. Dit is van belang als er zich een financiële tegenvaller voordoet. De begroting is gebaseerd op de huidige inzichten. De ervaring heeft geleerd dat de realiteit achteraf bezien op bepaalde punten hiervan zal afwijken. De GR Lococensus-Tricijn beschikt niet over een eigen vermogen positie. Dientengevolge beschikt zij ook niet over een weerstandsvermogen. Dit impliceert dat risico's welke niet in de begroting zijn opgenomen, en niet gedragen kunnen worden vanuit de post onvoorzien, gedragen moeten worden door de deelnemers van de gemeenschappelijke regeling. Risico's waaraan gedacht kan worden zijn bijvoorbeeld: Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 7 van 21

8 TAX-i oplevering In deze begrotingswijziging en meerjarenperspectief wordt uitgegaan van een implementatie van TAXi gedurende 211 en in gebruik name in 212. Vertraging van deze planningen betekent een continuering van de overeenkomsten met IBS. Dit gaat gepaard met hogere lasten voor ICT. Inflatie Als uitgangspunt van deze begrotingswijziging is gerekend met een inflatiepercentage van 1,5 % in 211 en 1,5 % in 212 t/m 215. Indien de inflatie gedurende het begrotingsjaar hoger uitvalt kan dit leiden tot aanpassingen van de begroting. Rente In deze begrotingswijziging is gerekend met 4 %. In 211 zal er een kapitaalsbehoefte ontstaan om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de aanschaf van TAX-i. Het is niet duidelijk tegen welke exacte rentepercentages deze leningen kunnen worden aangegaan. Claims van derden De GR Lococensus-Tricijn is verzekerd tegen aansprakelijkheid door derden. Daarnaast kunnen in bepaalde gevallen ook claims door derden worden ingediend die niet onder de aansprakelijkheidsverzekering vallen. Claims van derden kunnen betrekking hebben op claims wegens aansprakelijkheid voor onzorgvuldig handelen. De kosten van hiervan zijn voor rekening van de nieuwe gemeenschappelijke regeling. Opbrengsten invorderkosten Voor 211 is conservatief begroot ten aanzien van de opbrengsten invorderkosten omdat het momenteel niet in te schatten is wat het stringente invorderbeleid van beide vestigingen betekent voor de betalingsmoraal van de belastingplichtigen in 211. Indien de belastingplichtigen op grote schaal toestemming verlenen voor automatische incasso, dan wel hun betaalgedrag aanmerkelijk verbeteren kunnen deze opbrengsten onder druk komen te staan. /Wee//ÏÏen Voor meeliften bij Vitens (expireert per ) zijn twee contracten opgesteld (beide voormalige GR's hebben een eigen contract) die beide 1 jaar van te voren moeten worden opgezegd. Van belang is tijdig met onderhandelen te beginnen over een eventuele nieuwe periode van meeliften. Volgende fase van de fusie Voor de volgende fase van de fusie zijn geen middelen in de begroting opgenomen. Indien hier door onvoorziene omstandigheden middelen voor vrij gemaakt moeten worden zal dit middels een begrotingswijziging worden voorgelegd. Samenwerking gemeenten Voor onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden is een bedrag van 225. in de begroting opgenomen. Mogelijkerwijs is dit bedrag onvoldoende om de activiteiten op dit gebied te bekostigen. Daarnaast is in de besluitvorming ten aanzien van de samenwerking Dronten, Leusden en Nijkerk een projectbegroting goedgekeurd. Dit betreft een investering in 213. De toetreding van Dronten, Leusden en Nijkerk is niet in de begroting of meerjarenperspectief verwerkt. 2.5 Financiering Ontwikkelingen met invloed op treasurybeleid Economie Ook in 211 blijven de gevolgen van de crisis en de kredietcrisis waarneembaar in de kapitaalmarkt. De forse overheidsbezuinigingen, in combinatie met de problemen in het euro gebied, blijven druk geven op het herstel. Het herstel en overwinnen van de gevolgen van de recente crisis zal moeizaam veriopen en de kans op een terugval blijft aanwezig. Deskundigen verwachten de komende jaren een zwakke economische groei, lage inflatie en lage rente. Daarbovenop veroorzaken veel factoren een hoge mate van onzekerheid van de huidige voorspellingen. Rentevisie Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 8 van 21

9 Ten aanzien van de korte termijn rente kan geconstateerd worden dat de economische perspectieven bepalend zijn voor eventuele veranderingen. De verwachting voor de driemaands euribor (Europese rentetarieven voor uitwisseling van gelden tussen banken onderiing) is dat deze zich op een niveau van rondom,8% zal blijven bewegen. De lange rente heeft na een langdurige daling een stabiel karakter gekregen waarbij opnieuw de economische onzekerheid bepalend is voor de huidige hoogte. Het voorafgaande bevestigd dat de renteontwikkeling nauwlettend gevolgd moet worden gedurende de periode waarop deze begroting betrekking heeft. Liquiditeitsprognose De liquiditeitsprognose geeft het tekort aan financieringsmiddelen weer als er in 211 geen leningen worden aangetrokken. Het vormt de basis voor het bepalen wanneer en in welke mate het gewenst of noodzakelijk is om vaste geldleningen af te sluiten. Bij oprichting is afgesproken dat de bijdragen voorafgaand aan ieder kwartaal worden betaald om zodoende de kosten die dit seizoen patroon bevestigen af te dekken. In het kader van de liquiditeitsprognose moet vooruit gekeken worden naar de omvangrijke investeringen die TAX-i in met zich mee zullen brengen. Deze kosten kunnen niet uit de lopende middelen worden gefinancierd. Ter financiering van deze lasten is rekening gehouden met een lening tegen een percentage van 4 procent. Indien het noodzakelijk wordt om deze lening aan te gaan zal dit aan het bestuur worden voorgelegd. Treasury beheer Kasgeldlimiet Volgens de wet Financiering decentrale overheden (FIDO) mag een Gemeenschappelijke Regeling maximaal 8,2% van de totale lasten van de begroting met kortlopende geldleningen of via krediet in rekening-courant worden gefinancierd. Door deze kasgeldlimiet wordt het renterisico op de korte financiering beperkt. De gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal mag de kasgeldlimiet niet overschrijden. Voor 211 bedraagt de kasgeldlimiet voor de nieuwe gemeenschappelijke regeling 8,2% van = 2,5.. De nieuwe Gemeenschappelijke Regeling kent een viertal bankrekeningen: 2 inningsrekeningen, 1 verzamel- en afstortrekening en 1 rekening courant voor het betalingsverkeer voor de door de GR te verrichten bankverkeer uit hoofde van de eigen verplichtingen. Om geen problemen te krijgen met de te verrichten betalingen is de kasgeldlimiet verdeeld over deze 4 rekeningen, met een maximum van 2.., De inningsrekeningen worden dagelijks "leeggestort" op de verzamel en afstortrekening. Hierdoor vindt met deze rekening geen korte fmanciering plaats. Renterisiconorm De renterisiconorm bedraagt 2% (waterschappen 3%) van de vaste schuld. De nieuwe gemeenschappelijke regeling heeft een niet aflosbare lening van 2.. bij de Nederiandsche Waterschapsbank opgenomen. Deze lening is ter financiering van de tot nu toe gepleegde investeringen in TAX-i en overige bedrijfsmiddelen. Deze lening is niet specifiek gekoppeld aan het TAX-i project. De in 211 aan te gane lening zal voor wat betreft de aflossing gekoppeld worden aan de afschrijving van de te financieren activa. Risicobeheer De GR Gemeenschappelijke Belastingkantoren Lococensus-Tricijn mag alleen gelden aantrekken voor haar uitvoeringstaak. Dit betekent dat alleen geld wordt aangetrokken voor activiteiten die door het bestuur zijn goedgekeurd. Er vindt geen uitzetting van gelden plaats en er wordt geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten (derivaten, opties en dergelijke). Hetrisicobeleidis erop gericht toekomstige risico's inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te spreiden. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 9 van 21

10 GemeenschöppelijK Belastingkantoor Voor wat betreft de externe toetsing van renterisico's geldt dat Lococensus-Tricijn zal voldoen aan de wettelijke kasgeldlimiet en renterisiconorm. Wordt hiervan afgeweken dan zal dit met redenen onderbouwd worden gerapporteerd aan bestuur. 2.6 Verbonden partijen De waterschappen Groot Salland, Regge en Dinkel, Reest en Wieden, Rijn en IJssel, Velt en Vecht Veluwe, Zuiderzeeland en Vallei & Eem zijn op het gebied van heffen en invorderen van belastingen een samenwerkingsverband De Gemeenschappelijke Belastingkantoren Lococensus-Tricijn aangegaan. Dit is gedaan middels een gemeenschappelijke regeling. Ten aanzien van het pakket TAX-i heeft Lococensus-Tricijn, via de waterschappen, een samenwerkingsrelatie met Het Waterschapshuis. De samenwerking is op basis van een stichting die In 211 zal worden omgezet naar een gemeenschappelijke regeling. HetWaterschapshuis is de regieen uitvoeringsorganisatie voor de waterschappen op het gebied van Informatie en Communicatie Technologie. HetWaterschapshuis heeft als doel het bevorderen van samenwerking op het gebied van ICT tussen de waterschappen en de andere overheden die actief zijn in de natte sector. Onder begeleiding van Het Waterschapshuis spannen de waterschappen zich gezamenlijk in om de kwaliteit van de digitale dienstverlening naar burgers en bedrijven te verbeteren. Daarnaast is het streven gericht op een aanzienlijke kostenbesparing op alle ICT-uitgaven. 2.7 Investeringen In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de investeringen 211 zoals opgenomen in de gewijzigde begroting: Investeringen Investering (bedragen X 1.,--) Nieuw Belastingsysteem TAX-i aanschaf HWH , Implementatie TAX-i Zwolle Implementatie TAX-i Harderwijk Vervanging hardware Zwolle Migratie naar Digitale Aangifte 1 6. Document management system 1 7. Exact financieel pakket / Timetell tijdverantwoording Vervanging diverse kantoormeubilair 25 Totaal Lococensus-Tricijn 5.39 Hoewel Tax-i pas bij belastingjaar 212 in gebruik zal worden genomen, zal het overgrote deel van deze investering als uitgave in 211 geschieden. Ten behoeve van de TAX-i implementatie in Harderwijk zal een definitieve begroting en projectplan van dit project in 211 worden opgesteld en als een bestuursbesluit voorafgaand aan de implementatie worden voorgelegd. Voor hetjaar 212 is het contract met IBS veriengd omdat IBS in dat jaar als back-up aangehouden zal worden Dit gaat gepaard met hogere kosten, welke niet in het meerjarenperspectief zijn verwerkt. Bij de begroting 212 zal het effect hiervan inzichtelijk gemaakt worden. De aanzienlijk lagere projectkosten voor Hardenwijk vinden hun grondslag in het hergebruiken van de middelen en kennis welke in Zwolle zijn opgedaan tijdens de implementatie. De kosten voor het project Document Management system zijn lager dan in de primaire begroting omdat in forse mate gebruik wordt gemaakt van de in Zwolle reeds aanwezige kennis. De uitgaven voor Exact en Timetell zijn noodzakelijk in verband met de beëindiging van de samenwerking met Vallei en Eem Zowel het project Document management systeem als Exact/Timetell zullen per begin van 211 in gebruik worden genomen, 2.8 EMU-saldo Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-TrIcIJn PaginalO van 21

11 Een belangrijke afspraak is dat het EMU-tekort ('overheidstekort') van een lidstaat in principe niet meer mag bedragen dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP), Waterschappen mogen in tijden van nood een maximaal tekort van,5% van het BBP hebben. Bij een dreigende overschrijding van het overheidstekort op landelijk niveau kan de minister van Financiën beheersingsmaatregelen nemen. De minister kan eveneens een eventuele Europese boete doorberekenen aan decentrale overheden. Deze maatregelen worden voorafin bestuuriijk overleg besproken. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft reeds bij oprichting te kennen gegeven dat de gemeenschappelijke regeling Het Lococensus-Tricijn niet gehouden is aan EMU regels. De effecten van Het Lococensus- Tricijn Belastingen komen tot uitdrukking in de begrotingen van de acht deelnemers. 2.9 Begroting naar programma Voor de gemeenschappelijke regeling Het Lococensus-Tricijn wordt gewerkt met één programma. Het betreft hier het programma Heffen en Invorderen Belastingen. Omdat dit programma overeenkomt met de begroting naar kosten en opbrengstsoorten Is geen specificatie opgenomen. De totale kosten van het programma bedraagt Gemeenschappelijk t>elastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 11 van 21

12 2.1 Begroting naar kosten- en opbrengstsoorten Lococensus-Tricijn Gemeenschappelllk Belastingkantoor In onderstaande tabel worden de totale exploitatiekosten en -opbrengsten van de Gemeenschappelijke regeling Lococensus-Tricijn weergegeven: Begroting Lococensus Tricijn 211 na begrotingswijziging Rekening Begroting Berap II Kostensoort (x 1) Omschrijwng LASTEN 1 Rente en afschrijvingen 1.1 Exteme rentelasten 1.2 Inteme rentelasten 1.3 Afechrijvingen ven active 1.4 Afschrijvingen van boekverliezen Totaal Rente en afschrijvingslasten 2 Personeelslasten 2 1 Salarissen huidig personeel en bestuurders 2.2 Socia'e premies 2.3 Rechtstreekse uitkeringen huidig personee 2.4 Ovenge pe-soneelslasten 2.5 Personeel van derden 2.6 Uitkeringen voonnaiig personeel en bestuur Totaal Personeelslasten 3 Goederen en diensten ven derden 3.1 Duurzame gebnjiksgoederen 3.2 Overige gebnjiksgoederen en verbruiksgoec 3 3 Energe 3.4 Huren en rechten 3.5 Leasebetalingen operational lease 3.6 Pachten en erfpachten 3.7 Verzekeringen 3.8 Belastingen 3.9 Ondemoud door derden 3.1 Overige diensten door derden Totaal Goederen en diensten derden 4 Bijdragen aan derten Totaal bijdragen aan derden 5 Toevoegingen \oorzien:ngen/on\oorzien Toevoegingen aan voorzieningen Onvoorzien S3 Besparingdoelstelling 212 e.v. Totaal Toev. Voora onvoorzien , , Primaire Begroting Gewnjz. Begroting TOTAAL LASTEN BATEN Resultaat voorgaand boekjaar 1 Financiële baten 1.1 Exteme rentebaten 1.2 Inteme rentebaten Totaai financiële baten 2 Personeelsbaten 2.1 Baten in vert>and met salarissen en sociale ToUal Personeels Baten 3 Goederen en diensten aan derden 3.6 Diensten voor derden Bijdragen Waterscha 3.6 Diensten 'joor derden Totaal Goederen en diensten aan derden , Bijdragen van derden Totaal Bijdragen van dercen 5 Waterschapsbelastingen, 5.1 ln\ordert<osten (Tricijn: Aanmaningkosten) , Opbr Dwangbevelkosten 5 3 Opbr overige kostervkantinekosten Totaal Waterschapsbelastingen Invorderttosten 8 Inteme venekeningen 6.1 Onttrekkingen aan voorzieningen 6.2 Geactiveerde lasten Totaal inteme venekeningen ! TOTAAL BATEN 24,532 2S ét i4.4s? RESULTAAT Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 12 van 21

13 Toelichting per kostensoort Rente en Afschrijvingslasten De mutatie in de externe rentelasten betreft hoofzakelijk een overheveling naar interne rentelasten. Het betreft de invorderingsrente welke aan belastingplichtigen wordt vergoed indien zij daar recht op hebben. Daarnaast wordt er 96, vanaf de opbrengst invorderkosten overgeboekt, waardoor de post stijgt. De daling van de afschrijvingslasten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de vertraagde investeringen voor TAX-i voor het deel Lococensus. Daarnaast speelt een vertraging van de investeringsverwachting ten opzichte van de primaire begroting en geringe mutaties door het gelijk trekken van de afschrijvingen conform het Plan van Aanpak Liquidatie en Inbreng. Een lager tempo van investeren leidt ook tot lagere externe rentelast. Personeelslasten De personeelskosten zijn gebaseerd op de formatie zoals in de bijlage Bijlage 2 opgenomen. Hier Is gerekend met 132,5 FTE zoals in de uitgangspunten en normen is verklaard. De salariskosten zijn met ingang van de begroting 211 begroot op de werkelijke salarissen van 21 plus 1,5% voor verhogingen en CAO. In het verleden zijn de begrotingen gebaseerd op schaalgemiddelden en schaalbedragen. Gezien de personele situatie van Lococensus-Tricijn, waar veel medewerkers op het maximum van de schaal, dan wel door sociaal statuut hoger beloond worden als de bij begroting gebruikte salarissen, veroorzaakt dit een verhoging van de salarissen. De formatie die door Tricijn werd ingehuurd via de waterschappen voor de ondersteunende diensten is toegevoegd aan de begrote formatie. Vanzelfsprekend is de formatie aangepast aan recente indiensttredingen. Sociale lasten en pensioenpremies zijn verhoogd naar resp. 12% en 15 %. Deze percentages zijn meer in lijn met de werkelijkheid als de voorheen gehanteerde percentages, dan wel beter passend bij toekomstige situaties. Tevens is hier nu de IZA bijdrage voor personeel opgenomen, welke in het verleden onder diverse personeelslasten of rechtstreekse uitkeringen waren opgenomen. De post personeel van derden is verlaagd van naar Dit is gebaseerd op het feit dat een aantal formatieplaatsen is begroot (inlening waterschappen), minder externe inhuur plaats zal vinden en het feit dat deze post de sluitpost van de begrotingswijziging is. Goederen en diensten van derden Binnen de groep goederen en diensten zijn de kosten van onderhoud voor derden verhoogd met de extra lasten voor IBS. Daarnaast verschuift een bedrag van 82. naar overige diensten van derden voor de bankkosten. Op de begroting voor overige goederen en diensten van derden zijn de volgende mutaties doorgevoerd: veriaging van accountantskosten en salarisadministratie (- 49.), verlaging van de meeliftkosten Vitens (- 24.), veriaging van de kosten samenwerking gemeenten voor kwijtschelding (- 75.), verhoging van dienstreizen ( 56.), verhoging van kosten voor gegevens van derden (GBA en KVK 78.), verschuiving van de bankkosten ( 82.), verhoging van lasten voor porti en vracht ( 3.). Onvoorzien Het opnemen van de post onvoorzien in de begroting is voor het kostenaandeel van de voormalige GR Lococensus nog nooit gebeurd. Hierdoor stijgt het bedrag onvoorzien ongeveer voor 2 % van het kostenaandeel van de locatie Zwolle in de begroting. Financiële baten De mutatie wordt veroorzaakt door het verschuiven van een deel van deze post naar opbrengst invorderkosten. Goederen diensten aan derden Deze post daalt met name door de verlaging van de bijdragen van de waterschappen met 3. zoals opgenomen in het beslisdocument fusie Lococensus-Tricijn. Waterschapsbelasting Deze stijgen door herrubricering van een aantal kostenposten naar lasten en opbrengst rente. Ee herrubricering is in het kader van de BBVW doorgevoerd. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 13 van 21

14 Gemeenscbappelijk Belastingkantoor 2.11 Meerjarenperspectief Met ingang van de invoering van de BBVW voor waterschappen is het wettelijk verplicht om bij de begroting een meerjarenperspectief op te nemen. Onderstaand treft u deze aan voor de Gemeenschappelijke belastingkantoren Lococensus - Tricijn voor de periode , gebaseerd op de in de gewijzigde begroting. Begroting Lococensus Tricijn 211 na begrotingswijziging Kostensoort Gewijz. Nieuwe Nieuwe Nieuwe Nieuwe (x 1) Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting OmschriJN^ng LASTEN 1 Rente en afschrijvingen 1.1 Exteme rentelasten Inteme rentelasten Af»chri v*ngefi von ectiwi AfSchnjv^ngen van boekveliezen Totaal Rente en afschnjvingsiasten ,489 2 Personeelslasten 2.1 Salarissen huidig personeel en bestuurders Sociale premies Rechtstreekse uitkeringen huidig personeel 2.4 Ovenge personeelslasten Personeel van derder Uitkeringen voormalig personeel en bestuu Totaal Personeelslasten , Goederen en diensten ven derden 3.1 Duurzame gebnjiksgoederen 3,2 Overige gebnjiksgoederen en veit>ruiksgoe< Energie Huren en rechten S Leasebetalingen operational lease Pachten en erfpachten 3.7 Verzekeringen Belastingen Ondertioud door derden Overige diensten door derden Totaal Goederen er diensten derden Bijdragen asn derden Totaal bijdragen aan derden 5 Toevoegingen worzieningen/onvoorzien 5 1 Toevoegingen aan voorzieningen 5 2 Onvoorzien Bespanngdoelstelling 212 e.v TiXaal Toev Voorz /onvoorzien TOTAAL LASTEN UMI , S BATEN Resultaat voorgaand boekjaar 1 Financiële baten 1.1 Exterrw rentet>aten t 1.2 Inteme rentebaten Totaal financiële baten Personeeisbaten 2.1 Baten in velband mei salarissen en sociale Totaal Personeels Baten 3 Goederen en diensten aan derden 3 6 Diensten voor derden Bijdragen Waterschai 21, , Diensten ^oor derden Totaal Goederen en diensten aan dertien , Bijdragen van derden Totaal Bijdragen van derden 5 Waterscnapsbeiastingen 5.1 Invoraerkosten (Tricijn: Aanmaningkosten) j 5,2 Opbr. Dvnangbevelkosten Opbr overige kosten/kantinekosten Totaal Waterschapsoelastingen lnvorderi(osten Inteme venekeningen 6.1 Onttrekkingen aan voorzieningen 6.2 Geactiveerde lasten Totaal inteme venekeningen TOTAAL BATEN *" , RESULTAAT! o Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 14 van 21

15 Uitgangspunten Meerjarenbegroting Voor de externe kosten is gerekend met 1,5 % inflatie. De personeelslasten zijn vanaf 212 geïndexeerd op 1,5 %, Zoals reeds eerder toegelicht zijn eventuele effecten van de voorgenomen samenwerking met gemeenten niet in de begroting verwerkt. De personele begroting, en daarmee de ondersteuning door de waterschappen, is vooralsnog ongewijzigd. Ten aanzien van TAX-i is rekening gehouden met een ingebruikname met ingang van 212. Gedurende 212 zal IBS operationeel gehouden worden. De kosten hiervan zullen in de begroting 212 tot uitdrukking worden gebracht. In 214 worden de onderhoudskosten van TAX-i verhoogd door Het Waterschapshuis. In de begroting voor 213 is het stoppen met meeliften met Vitens venwerkt voor het deel van vestiging Zwolle. Dit komt ook tot uitdrukking in de stijging van de opbrengsten invorderkosten. Het ligt voor de hand om te zijner tijd voor zowel Zwolle als Hardenwijk een gelijke keuze te maken met betrekking tot het wel of niet meeliften met Vitens, Voor Harderwijk is voor het stoppen met meeliften met Vitens geen wijziging in het meerjarenperspectief opgenomen. Besparingsdoelstellingen Fusie Voor de besparingsdoelstellingen van de fusie zijn oor 212 tot en met 215 aparte regels opgenomen. Dit is gedaan omdat het nu vrijwel onmogelijk is om deze ter realiseren besparingen toe t wijzen aan individuele kostenposten. Bij het opnemen van de te besparen bedragen is uitgegaan van het gemiddelde van de maximum en minimum besparingsmogelijkheid uit het beslisdocument Fusie Lococensus-Tricijn. Door het stoppen met meeliften bij Vitens en de besparingsdoelstelling van de fusie daalt de bijdrage van de waterschappen met een aanzienlijk hoger bedrag als de op te nemen besparingsdoelstelling. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 15 van 21

16 3 Bijdrage deelnemende waterschappen De kosten verdeelsleutel over de waterschappen is een procentuele verdeling zoals ten tijde van de vorming van de GR Gemeenschappelijk Betaalkantoor Lococensus-Tricijn is afgesproken. Deze is in onderstaande tabel opgenomen. Hantering van de afgesproken verdeelsleutel op deze begrotingscijfers leidt voor 211 tot de onderstaande deelnemerslasten. Op basis van de begrote belastingopbrengsten zijn de perceptiekosten per waterschap te bepalen. Bijdragen Waterschappen 211 Procentueel Netto Kostenaand belastingo Perceptieeelx p-brengst kosten in Bedragen x 1 Aandeel 1. begroot x procenten Groot Salland 1,1 2, ,82 Reest en Wieden 6.3 1, ,41 Regge en Dinkel 16, ,63 Rijn en Ijssel 17, Vallei en Eem 18, ,57 7,2 Velt en Vecht 5,6 1,22 36,553 3,29 Veluwe 14, ,72 Zuiderzeeland 12, ,88 Totalen 1, ,67 Voor toekomstige jaren is de ontwikkeling van de individuele bijdragen van de deelnemende waterschappen, bij gelijkblijvende parameters, als volgt. Bijdragen Waterschappen 211 en «rder Procentueel Bedragen x 1 Aandeel Groot Salland 1, Reest en Wieden 6, , Regge en Dinkel 16, Rijn en Ijssel 17, Vallei en Eem 18, , Velt en Vecht 5, Veluwe 14, , Zuiderzeeland 12, Totalen 1, Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-TrIcIJn Pagina 16 van 21

17 Gemeenschappelijk Belastinrjkantoor 4 Besluit ter vaststelling Deze begrotingswijziging 211 inclusief nieuw meerjarenperspectief 212 t/m 215 wordt vastgesteld door Algemeen Bestuur Lococensus-Tricijn 5 januari 211 Het Algemeen Bestuur van het Lococensus-Tricijn Overwegende dat de individuele primaire begrotingen 211 inclusief meerjarenperspectief 212 t/m 215, na voorafgaande kennisgeving, in 21 voor een ieder ter inzage heeft gelegen Gelet op de artikelen 83 en 1 van de Waterschapswet Besluit op 5 januari 211 om 1. De begrotingswijziging 211, inclusief nieuw meerjarenperspectief 212 t/m 215, vast te stellen; 2. Het Dagelijks Bestuur te machtigen voor het beheer van de uitgaven en inkomsten; 3. Het Dagelijks Bestuur te machtigen om onvoorziene uitgaven te doen tot maximaal 2 % van de jaariijkse exploitatiekosten. K Mr. B.S.a Groeneveld Directeur ons. J.MP. Moons Voorzitter Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 17 van 21

18 Begrotingswijziging I 211 Bijlagen Inhoudsopgave bijlagen 1. staat van activa Lococensus Tricijn Belastingen na begrotingswijziging 211 I Formatieoverzicht na begrotingswijziging I Lococensus Tricijn 2 3. Beqrotinqswiiziqinq per grootboekrekening 21 Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 18 van 21

19 Lococensus-incijn Staat van Activa Lococensus-Tricijn Belastingen na Begrotingswijziging 211 I Stect van vaste activa 211 Omschriivina Afschrllvinasduur In laren Jaar van Investerina/ activering Hstorltch Investerinqbedrag Afschrlivinqen voorgaande iaren Balans Investeringen 211 Afsctirlivingen 211 Satans (1) 1 (2) W (5) (6) (7) (8) (9) (1) (11) knmateriêle vasle actva Afkoopsom BTW huisvesting 2w ole 6 2(X) S Materiële vaste activa (U) vervoermiddelen Dienstauto's Zw cfie/hardenv ijk O (c) machines, apparaten en werktuigen Apparatuur vestiging Zw ote FCs/nelw erktbackup vestiging Harden» i^ Vervanging conpulers vestiging Zw olie ( Hardw are vostigmg Zw olie infrastruclujr CT vestiging Zwolle KantoorapparaluLr/mEjchines/audio vestigng Harderw ijk ? W bedrijfsgebouwen Verbouw ngskosten Assendorperdijk Zw otte Verbouw ïnq mei inncliting Westeinde Harderw k Am* Kanloormoutjilair vestiging Zwolle (S) overige materiele vaste activa Kantoorapptcaties vestiging Zw ote cr Softw are vestigmg Zw olie Oirenge automatisermgssystemen vestigng Zw olie ftocesoptimahsatie bedr.proc. 21 vestiging Zw olie 5 29/ Ffpiect Utw jk en backup CT Zw olie ( TelefootVCal centre functionaliteit vestiging Harden» ijk < Softw are Business (Dbfects vestiging Harderw tjk CT Licenties ondersteuning etc. vestiging Harderw qk C:T GBA/LRD vesting Harderwijk ! Document litenagement System vestiging Harden» ijk Mgralie Digilale aan^te in 211 vestiging Hardenv gk t Bcact fmancksle aciri.nistratie eoo( TrrE TeB ti)dverantw oording C Hoofd Belastngsysleem vestiging Zw obe 2 2OT Mgratie IBS vestigng Harderw i}k Aanpassing Kw ^systeem vestiging i-örderwijk Aanpassry IBS tbv VWD vestiging Zw oiie 3 28Q kufb\.t rterifciittatie Tax-i vestiging Zw ode 9.->8C9/ <9fX>44G Irrplementatio TAX-l vestiging htarden» ijk C R-piecl Tax-i aanschafkosten Hel waerschapshuis ?4Ü Totalen S S (

20 Lococensus tr>icij BtlASIISCtN n Formatieoverzicht na begrotingswijziging I Lococensus-Tricijn Organisatorische Personele sterme in FTE's Organisatorische eenheid eenheid Personele steifcte in FHE's Algemeen Bestua Dagelijks bestuur PiBsenHegeMen Funclie schaal toegestane formatie in f.t e. in ft e Orecteur A4unct drocteur 14 1, DirocUe 2. HooM Bedr^fsbueaurConlrcgar 13 1, Adviseur PSG 12 1, Medewerker AO«; Medewerker FinarKien , Adiisaiir PSO 11 1, Communicatiemedewerker 9, NM ingeiude lomiate DüecliasecrelarBsss 7 1, Totaal bet^jfsbureau overig "" n.7 f4elwak en systeembeheeider DBA » 3, Functioneel appscaueljeheenler 9 3, Tcta^ICT 9. Cooidinalor Klantencontaclenfwebman^er 1 1, Frantclicemedeweiker 6 2, 5 1, OBcemanager 7 1, 5 2. Tctasltaality 7, Ondenteuning 29.7 Totaal ondersteuning en Direcüa 31,7 ** bij opstellen begroting 211 Tricijn is een fout gemaakl in toegestane tbrmalie \ibn.3. Drt wordt bij deze begrotingswijziging gecomgeeni toegestane kwnalie in ft e in ft e. Furictie schaal Totaal ondersteuning en Directie 31,7 Afdelingshoofd 11 1, Allround belasting niedeweikw 8 1, BetiarKlelfunctionafis 7 8. Administratief belastingmedewerker 6 4. Gegevensbeheer Harderwijk 14, Afdelingshoofd Kwaliteitsmedeweiker (input) 1 3. Medewertter beslandsbewedong 7 15, Kwaliteitsmedewoiker (Output) 1 3, Bertandsbeheer Zwolle 22, Afdelingshoold 11 1, Heffings technoloog 1 1, Medewerker heltngstechnologie 8 7, AlRuid belasting medewerker 8 2, BehandeikaKtkinaris 7 4, Administratief beiaslingmedevröfker 6 1, Aanalagregeling Harderwijk 16, AMelingshoold 12 1, Ie medewericer heffingen 9 1, Medewedcer Heffingen 7 11, Iteffingen Zwolle 13, AkleKngshookl Bezwaar en beroep 12 1, Allround belasting medeweiker 8 3, Fiscaal jurkf sch belektsmedewedcer 1 1, Fiscaal Juridisch medewericer S 2. Bezwaar en Beroep Harderwijk 7, AUelIngshooH Allround tielasting medeweiker 8 1, Behandelfunctionaris 7 7,3 Administratief belastingmedewericer 6 3,5 Deurwaarder 8 2. Invordering Hardenvijk H» Afdelingshoofd Ie medewericer imonlerlr^ e 1, Medewerker Imordering 7 1, Deuwaerder Invordering Ztwolle 14. Totaal Afdelingen 1,8 Totaal generaal Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 2 van 21

21 Lococensus-1 ncijn Gemeenschappelijk Belastingkantoc 8UASII^CtN Begrotingswijziging Lococensus-Tricijn Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn Pagina 21 van 21