mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

Transcriptie

1 VERSLAG VOORBESPREKING Discussienota Windenergie 6 september 2011 Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede Gespreksleider Griffier mevrouw W.J. de Jongh mevrouw M.A.C. van Esterik Leden VVD CDA SP GroenLinks PvdA PCG BurgerBelangen Nu D66 Portefeuillehouder Ambtelijk Insprekers Notulist de heer S. Segboer de heer G. Migchels de heer H. Pouw de heer ir. H. Muis de heer L. Bergsma de heer H. Marchal de heer J.J. Beringen de heer A. Brouwer de heer drs. R.W. Peek de heer J. Takken de heer Mocking namens Stichting Belangen Wijkersloot e.o. de heer P. van Rooyen, namens de grondeigenaren de heer R. Koster, Eneco mevrouw C. van Holstein, Natuur en Milieufederatie mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig Beeldvorming De gespreksleider opent de voorbespreking en heet iedereen welkom. Zij licht het doel van de bespreking kort toe en schetst de orde van de vergadering. Het is de bedoeling aan de hand van stellingen te reageren op de discussienota Windenergie. Het resultaat van deze bespreking wordt gebruikt als input voor een gemeentelijk standpunt. Voorbespreking Discussienota Windenergie 6 september

2 Zij geeft eerst het woord aan de insprekers. De heer Mocking, secretaris van de Stichting Belangen Wijkersloot en Omstreken, spreekt in. (Zie bijlage bij dit verslag.) De heer P. Van Rooyen spreekt in namens de grondeigenaren, die voorstander zijn van windenergie. Hij wijst op het feit dat de fossiele brandstoffen uitgeput raken en noemt de risico s van kerncentrales en aardolie. Als de windmolens niet in Wijk bij Duurstede komen, zullen ze iets verderop geplaatst worden, aan de overkant van het kanaal. De windmolens leveren de gemeente wel degelijk geld op. Verder kan men uiteindelijk niet om duurzame energie heen. Er zijn in de provincie maar weinig plaatsen die geschikt zijn voor windmolens. Met de opbrengst kan de gemeente de tekorten compenseren. Nederland loopt ver achter bij andere landen op het gebied van groene energie. Duurzame energie is belangrijk, niet alleen windenergie maar ook zonne-energie. Hij hoopt dat de raad na goede afweging een verstandige beslissing neemt. De heer Muis (GroenLinks) vraagt namens wie de heer Van Rooyen spreekt. De heer P. van Rooyen zegt dat hij spreekt namens de negen grondeigenaren tussen Wijk bij Duurstede en de grens met Houten. De heer Pouw (SP) vraagt of de tegenstanders in Wijkersloot geen grondeigenaren zijn van de gronden waar de windmolens zouden komen. De heer P. van Rooyen zegt dat zij wel grond bezitten, maar geen grond langs het kanaal waar de windmolens voorzien zijn. De heer Koster spreekt in namens Eneco. Hij heeft een passie voor windenergie en vindt het persoonlijk belangrijk als een maatschappelijk goed. De eerste ontwikkelaars van windmolens zijn hier ook om die reden mee begonnen. Hij is groot voorstander van windenergie en meent dat het mogelijk is om in Wijk bij Duurstede een mooi windpark te realiseren waarbij voldaan kan worden aan alle randvoorwaarden. Hij is overigens van mening dat angst en zorgen in dit kader wel bespreekbaar gemaakt moeten worden; over het algemeen zijn die grotendeels weg te nemen. De gevolgen van een windpark voor de omgeving zijn bekend. Er is met een windpark wel degelijk een groot financieel voordeel te behalen voor de gemeente. Men kan aan allerlei duurzame energie-opties denken. Het belang van windenergie is te groot om er lichtvaardig over te besluiten. Hij staat graag open voor vragen. De heer Migchels (CDA) merkt op dat de heer Koster spreekt namens Eneco. In welke mate is de gemeente gebonden aan Eneco? De heer Koster zegt dat er afspraken zijn gemaakt met grondeigenaren om een windpark te realiseren langs het Amsterdam-Rijnkanaal. De heer Migchels (CDA) meent dat de raad, als dit concreet aan de orde komt, hieraan randvoorwaarden zal stellen. De heer Koster gaat daar ook van uit. Voorbespreking Discussienota Windenergie 6 september

3 De heer Marchal (PCG) begrijpt dat de heer Koster veel zorgen van inwoners kan wegnemen. Hij hoort echter zelf veel tegenstrijdige verhalen. Hoe is het mogelijk dat er nog zoveel tegenstrijdigheid is? De heer Koster antwoordt dat dit komt omdat er veel discussie over is. Er zijn feiten en er komt subsidie bij kijken. Antwoorden leiden niet altijd tot tevredenheid. De heer Segboer (VVD) informeert naar de nadelen die hij het meest tegenkomt. De heer Koster merkt op dat een windpark effecten heeft op de omgeving; het moet dan ook goed ontworpen worden. Dikwijls wordt gesproken over hinder als gevolg van geluid en slagschaduw en wordt gesproken over mooi en lelijk. De heer Muis (GroenLinks) merkt op dat in 2030 de gemeente klimaatneutraal wil zijn. Windparken in de Noordzee of zonnecellen op het dak, wat is het antwoord van de heer Koster daarop? De heer Koster is van mening dat windparken zowel op zee als op het land gerealiseerd zouden moeten worden. Zonnecellen hebben een terugverdientijd van 30 jaar en dat is langer dan die van windmolens. De heer Brouwer (D66) vraagt of de heer Koster geluid in decibellen kan aangeven op een afstand van 150 en ook op welke afstand het geluid vervaagt. De heer Koster licht toe dat dit veel te maken met de atmosfeer, windrichting enzovoort; een windpark mag de norm van 47 dba niet overschrijden. Mevrouw Van Holstein van de Natuur- en Milieufederatie Utrecht, spreekt in. (Zie bijlage bij dit verslag.) De heer Segboer (VVD) informeert of er BTW zit op windenergie. Mevrouw Van Holstein antwoordt bevestigend. De gespreksleider bedankt de insprekers voor hun bijdrage en geeft het woord aan de wethouder voor een korte toelichting. Wethouder Peek licht toe waarom deze discussie nu weer aan de orde is. In 2004 is er in het kader van het streekplan uitvoerig over gesproken en heeft de raad in meerderheid besloten een zienswijze in te dienen. Als gevolg daarvan verdween de locatie voor 9 windmolens in de gemeente uit het streekplan. Hij verwijst naar de motie die in 2009 is ingediend en naar het coalitieakkoord. In de programmabegroting 2011 is aangegeven dat er helderheid moet komen over het al dan niet plaatsen van windmolens. Er moet een duidelijk formeel gemeentelijk standpunt over komen, in het bijzonder omdat in het coalitieakkoord van de Provincie een passage over windmolens is opgenomen en deze locatie weer in beeld komt in het Voorontwerp Ruimtelijke Structuurvisie van de Provincie. Hierbij wordt door de Provincie aangemerkt dat een voorwaarde is dat er draagvlak voor bestaat bij de betreffende gemeente. De heer Muis (GroenLinks) noemt het milieubeleidsplan en vraagt wat het college hier zelf van vindt. Voorbespreking Discussienota Windenergie 6 september

4 Wethouder Peek antwoordt dat het college er bewust voor heeft gekozen eerst het oordeel van de raad af te wachten. De heer Marchal (PCG) verwijst naar het besluit van zeven jaar geleden en de MER die is opgesteld. Wat is er in de tussentijd veranderd? Hebben de argumenten die toen golden nog steeds kracht? De gespreksleider wijst op het feit dat de raad in 2009 het college hiertoe opdracht heeft gegeven. Wethouder Peek zegt dat de argumenten uit 2004 nog een rol zullen spelen. Anderzijds is de techniek van windenergie verder ontwikkeld, waardoor het in een iets ander daglicht is komen te staan. Hij wijst op het feit dat de Provincie de gemeente Wijk bij Duurstede nu weer als zoekgebied aanwijst. Met name om die reden is het belangrijk dat de gemeente een formeel standpunt bepaalt. Dat had eigenlijk moeten gebeuren in de structuurvisie, maar dat is niet gebeurd. De heer Bergsma (PvdA) merkt op dat in 2004 ook is gebleken dat het technisch niet mogelijk was. Hij vraagt of dit nog zo is. In het kader van de MER waren er bezwaren. Wethouder Peek zegt dat de technische aspecten naar hij verneemt veranderd zijn. Er is inmiddels sprake van een andere ontwikkeling en andere inzichten. De gespreksleider stelt de eerste discussievragen aan de orde. Wijk bij Duurstede moet zijn verantwoordelijkheid nemen bij de Provinciale doelstelling van windenergie; 50 MW in Nu staat er in de provincie slechts 9 MW. Zet daarom windmolens in onze gemeente. Windmolens op land zijn moeilijk landschappelijk in te passen en elke locatie zorg voor veel discussie. Windmolens kunnen daarom beter niet op het land worden geplaatst. De heer Bergsma (PvdA) vindt niet dat één locatie het probleem van de Provincie moet oplossen. Het tweede deel van de stelling is te algemeen. Er zijn plaatsen op het land die heel geschikt zijn voor het plaatsen van windmolens, zoals de IJsselmeerpolders. Hij is het hier niet mee eens. De heer Migchels (CDA) is voor duurzame energie. Als het college hem kan overtuigen dat het niet met andere middelen mogelijk is om aan de doelstellingen te voldoen, dan zou hij kunnen instemmen met het plaatsen van windmolens in de gemeente. Het heeft wel veel impact op het landschap. Hij gaat daarom pas nadenken over windmolens als duidelijk is dat alternatieven met biomassa en zonnepanelen binnen een tijdspanne van 15 jaar niet voldoende opbrengen om aan de doelstellingen te voldoen. Hij moet eerst overtuigd worden van het feit dat er geen alternatieven zijn. Hij zou een integraal verhaal over duurzame energie willen hebben en vervolgens een standpunt innemen. Daarin moeten ook technologische ontwikkelingen in meegenomen worden. Naar zijn mening is de ontwikkeling op het gebied van zonne-energie veel progressiever dan die van windenergie. De heer Segboer (VVD) vraagt waarom hij niet bepleit elders in het land windenergie te produceren. Voorbespreking Discussienota Windenergie 6 september

5 De heer Migchels (CDA) noemt het nimby-principe (not in my backyard); ook op andere plaatsen in het land zijn burgers geen voorstander van windmolens. De heer Segboer (VVD) zegt dat andere plaatsen minder dicht bevolkt zijn. De energie kan ook ingekocht worden, zelfs in het buitenland. De heer Muis (GroenLinks) zegt dat hij vindt dat de gemeente hier ook een verantwoordelijkheid in heeft. Hij vindt overigens dat het hier best goed zou kunnen. Discussie over mooi of lelijk houd je altijd. Het getal in het bestuursakkoord is ook maar een getal, maar we moeten kijken hoe we op ons grondgebied kunnen bijdragen aan duurzame energie. En kijken of het binnen alle voorwaarden mogelijk is en met maximale participatie van de bevolking, bijvoorbeeld via aandelen. In dit kader heeft hij wel eens met Volksbelang gesproken over het aanwenden van groene stroom voor de eigen huurders. Hij is overigens ook niet voor het tweede deel van de stelling. Essent heeft eens een energiescan laten maken waarin windenergie bovenaan stond. Windenergie is de komende tien jaar het meest kosteneffectief, maar het is natuurlijk wel goed om te bekijken hoe de gemeente in 2030 klimaatneutraal kan zijn. De heer Pouw (SP) zegt dat de SP ook vindt dat de gemeente haar eigen verantwoordelijkheid moet nemen in het kader van duurzaamheid. Windmolens brengen op dit moment aanzienlijk meer energie op dan vroeger het geval was. De SP vindt wel dat er een brede maatschappelijke discussie over gevoerd zou moeten worden. Hij is wel blij dat de landbouwers in de Wijkersloot, waar windmolens zouden kunnen komen, er geen tegenstander meer van zijn. Steeds meer mensen beseffen dat duurzaamheid belangrijk is. De heer Marchal (PCG) noemt ook de brede maatschappelijke discussie waarvan hij wel een voorstander is. Daar moeten goede inspraakavonden voor georganiseerd worden. Zeven jaar geleden was de PCG tegen windmolens en in het verkiezingsprogramma staat dat nog steeds. Hij laat zich echter graag overtuigen door een brede maatschappelijke discussie. De Provincie zegt zelf dat ze ook naar alternatieven wil kijken. De PCG meent dat het opwekken van windenergie ook breder gezien moet worden dan in Wijk bij Duurstede. Misschien moet men het wel Europees beschouwen. Hij zou windmolens ook liever op zee willen zien dan in deze gemeente. Dat schijnt ook effectiever te zijn. De heer Muis (GroenLinks) wijst op het feit dat windmolens op twee keer zo duur zijn dan op het land. De heer Segboer (VVD) merkt op dat de VVD een aantal bezwaren heeft tegen windenergie in het algemeen. Structureel langdurige subsidies vindt men uit den boze. Als windmolens al rendabel zouden zijn, dan is het volgende bezwaar dat mensen er last van hebben. Hij verwijst naar het coalitieakkoord waarin staat dat de inwoners er geen last van mogen hebben en vraagt de wethouder dat goed mee te nemen in de overwegingen. Hij mist wat informatie. De gespreksleider wijst op het feit dat dit een voorbespreking is waarin de opvattingen van de raadsfracties gepeild worden; discussie met de wethouder is niet aan de orde. De heer Muis (GroenLinks) noemt de rentabiliteit en verwijst naar de stukken. Hij rekent voor dat het rendement op het geïnvesteerde geld 8% bedraagt, een zeer behoorlijk rendement. Voorbespreking Discussienota Windenergie 6 september

6 De heer Segboer (VVD) wijst op het feit dat er ook subsidie op zit. Het rendement is ook niet over de hele levenscyclus bekeken. De heer Muis (GroenLinks) merkt op dat voor het bedrijfsleven 8% rendement te laag is, maar voor de gemeente is het een heel goed rendement. De heer Migchels (CDA) geeft aan dat dit de crux is; de energiebedrijven verlangen 10% rendement, vandaar dat er subsidie op moet zitten. In de Flevopolder werkt het met particulier initiatief prima en is er voldoende rendement. Hij is er niet van overtuigd dat de gemeente met Eneco in zee zou moeten gaan. De heer Muis (GroenLinks) begrijpt het standpunt van de VVD niet want op deze manier kan men ondernemen. De heer Segboer (VVD) antwoordt dat de VVD het ondernemen aan de markt overlaat; de gemeente moet zich niet op dat terrein begeven. De heer Migchels (CDA) meent dat het een soort package deal is; er moet voldoende aan plus tegenover de impact op het landschap staan. Het project moet opbrengsten opleveren voor dit gebied; het geld moet binnen het gebied blijven. Hij meent dat in dit kader, als het tot een windmolenpark zou komen, stevig met Eneco en de grondeigenaren onderhandeld moet worden. De heer Bergsma (PvdA) begrijpt goed dat de ondernemende agrariërs het wel zien zitten met de windenergie. Hij wijst wel op het feit dat men in het kader van duurzaamheid ook af moet van ongebreidelde consumptie en energiegebruik. Hij vraagt zich af op welke manier de gemeente in dit kader kan ondernemen. De heer Migchels (CDA) bepleit nogmaals dat het rendement binnen de Wijkse gemeenschap moet blijven en niet naar de projectontwikkelaar moet gaan. De heer Bergsma (PvdA) noemt ook brede maatschappelijke discussie; de landschappelijke waarde telt ook sterk mee want het gaat om een kwetsbaar gebied. De heer Migchels (CDA) zegt dat die opvatting ook bij het CDA sterk leeft. De heer Bergsma (PvdA) zegt dat het eigenlijk beter is een windmolenpark in de polders te plaatsen. De heer Beringen (BurgerBelangen Nu) ziet wel een aantal bezwaren tegen de windmolens en noemt de landschappelijke aspecten. Uit het Energierapport 2011 blijkt uit dat offshore toch beter is, dus het lijkt hem beter windmolens in de Noordzee te plaatsen. De heer Muis (GroenLinks) zegt het beter te vinden op dit moment niet over feiten te discussiëren. Windmolens in de zee is op dit moment nog twee keer zo duur als op het land. Je zou het beide moeten doen. Over 20 jaar is de situatie waarschijnlijk heel anders, zijn er betere zonnecellen en versleten windmolens. Hij wijst op de inbreng van een van de insprekers en ziet het als een voorbijgaand verschijnsel. Voorbespreking Discussienota Windenergie 6 september

7 De heer Beringen (BurgerBelangen Nu) merkt op dat een windpark op het land in 20 jaar rendabel zou zijn en op zee zou het in 15 jaar rendabel zijn. Hij kiest eerder voor elders inkopen of offshore plaatsen dan op het eigen grondgebied. De heer Muis (GroenLinks) zegt dat feiten allemaal uitgezocht kunnen worden. Dat is een ander argument dan al dan niet passend in het landschap. De heer Brouwer (D66) stelt dat voor D66 de belangen van de inwoners voorop staan. Hij heeft zich laten leiden door de conclusies van Arcadis in hoofdstuk 7 van het rapport. Hij onderschrijft die maar vindt wel, net als het CDA, dat er zoveel mogelijk opbrengst naar de eigen inwoners moet gaan. Dat moet het college helemaal uitonderhandelen. Dan accepteert hij wel dat de windmolens er komen op een plaats waar je ze liever niet ziet, maar het is een discussie en een keuze in deze tijd waar je niet aan voorbij kunt gaan. Het gaat om het belang van alle inwoners in de gemeente. D66 is ook gevoelig voor de inbreng van de Natuur- en Milieufederatie dat het een verschijnsel is van een aantal jaren waardoor je ook allerlei voorzieningen kunt treffen; die voorzieningen blijven er dan ook als de windmolens al weg zijn. Het college zou dat soort modellen moeten uitwerken. De heer Muis (GroenLinks) wijst nogmaals op het rendement op de investering van 8%, zonder subsidie. De heer Brouwer (D66) zegt dat als je denkt aan een park, een lijnopstelling, je ook niet te klein moet denken. Gekeken moet worden naar maximalisatie van het plaatsen van de windmolens. De tijd werkt naar zijn mening in het voordeel. De gespreksleider stelt vast dat de meningen behoorlijk uiteen lopen. Zij noemt: niet aan beginnen, kijk naar het maatschappelijk rendement, vraag wat de bevolking ervan vindt, veel twijfel over feiten en onderzoeken. De discussie geeft een diffuus beeld van wat de gemeenteraad hiervan vindt. Kan de wethouder daar iets mee? Wethouder Peek stelt vast dat op het eerste gezicht drie fracties er voorstander van zijn, drie fracties niet en twee fracties er tussenin zitten en randvoorwaarden meegeven. De gespreksleider concludeert dat deze constatering niet door de aanwezigen gedeeld wordt, het is niet zo zwart-wit en al te vangen in duidelijk voor en tegenstanders. Wethouder Peek geeft aan dat hij dit heel ruim benaderde om helderheid te verkrijgen, maar dat inderdaad niet al zo duidelijk een onderscheid kan worden gemaakt. Er zal een gemeentelijk standpunt moeten komen. Twee belangrijke dingen moeten gebeuren: duidelijk krijgen over alternatieve energie, e.e.a. integraal bezien en een brede maatschappelijke discussie organiseren. Er zijn ook nog veel zaken die uitgewerkt zouden moeten worden en er zijn randvoorwaarden meegegeven. De heer Migchels (CDA) zegt dat hij het meest enthousiast in zijn fractie voor windenergie is, één fractielid is hier tegen en één fractielid twijfelt. Nader uitwerken is zeker nodig, maar van groot belang is dat er alleen maar een windmolenpark komt als zoveel mogelijk van het geld binnen de gemeente blijft. Als gemeente dien je voordat je tot een gemeentelijk standpunt komt, helderheid te hebben over de te stellen randvoorwaarden die je als gemeente kan stellen zodat het rendement voor inwoners het hoogst is. Voorbespreking Discussienota Windenergie 6 september

8 De heer Bergsma (PvdA) vindt dat ook de winstmogelijkheden vooraf helemaal duidelijk moeten zijn voordat er een besluit over genomen wordt. De heer Pouw (SP) zegt dat de voordelen ook helder moeten zijn; duurzaamheid is voor hem erg belangrijk. Hij vindt ook dat de winst zoveel mogelijk binnen de gemeente moet blijven. De heer Marchal (PCG) vindt de aanvulling van de heer Migchels, dat de winst in de Wijkse samenleving terecht moet komen, ook belangrijk. De gespreksleider meent dat alles wel gezegd is, waarbij de laatste opmerking van de heer Migchels aan de stappen van de wethouder dienen te worden toegevoegd (helderheid verkrijgen over de randvoorwaarden voordat er een gemeentelijk standpunt wordt ingenomen). Zij sluit de bespreking af en wenst de wethouder sterkte met het voorbereiden van de volgende stap in de richting van het komen tot een formeel gemeentelijk standpunt. Toezeggingen: Er zijn geen toezeggingen gedaan. Voorbespreking Discussienota Windenergie 6 september