Opdrachtgever Ravenstein Bouwmanagement BV Utrechtsestraat AS Woerden. auteur(s) L.J. van der Haar P.C.Teekens
|
|
- Valentijn Vink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/12 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (karterende boringen) Koningstraat Ewijk, gemeente Beuningen projectnr revisie maart 2013 auteur(s) L.J. van der Haar P.C.Teekens Opdrachtgever Ravenstein Bouwmanagement BV Utrechtsestraat AS Woerden datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave revisie 00 P.C.Teekens G. Sophie
2 Projectnr maart 2013, revisie 00 Colofon Titel: Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/12. Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (karterende boringen) Koningstraat Ewijk, gemeente Beuningen Auteur(s): L.J. van der Haar en P.C.Teekens ISSN: Oranjewoud B.V. Postbus AA Heerenveen Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Ingenieursbureau Oranjewoud bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt, door een derde of voor enig ander werk of doel dan waarvoor het is vervaardigd. Disclaimer Archeologisch vooronderzoek wordt in zijn algemeenheid uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren d.m.v. boringen, proefsleuven en/of veldkartering. Hoewel Ingenieursbureau Oranjewoud bv de grootste zorgvuldigheid betracht bij het uitvoeren van het archeologisch onderzoek, is het juist deze steekproefsgewijze benadering die het onmogelijk maakt garanties ten aanzien van de situatie af te geven op basis van de resultaten van een archeologisch vooronderzoek. Oranjewoud aanvaardt derhalve op generlei wijze aansprakelijkheid voor schade welke voortvloeit uit beslissingen genomen op basis van de resultaten van archeologisch (voor)onderzoek. blad 2 van 26
3 Projectnr maart 2013, revisie 00 Inhoud blz. Administratieve gegevens... 4 Samenvatting Inleiding Bureauonderzoek Beschrijving onderzoekslocatie Begrenzing onderzoeks- en plangebied Huidig en toekomstig gebruik Landschappelijke situatie Historische situatie en mogelijke verstoringen Bekende waarden Archeologische waarden Ondergrondse bouwhistorische waarden Archeologische verwachting Bestaande verwachtingskaarten Gespecificeerde archeologische verwachting Conclusies en advies voor vervolgonderzoek Veldonderzoek Doel- en vraagstelling Onderzoeksopzet en werkwijze Resultaten Bodemopbouw Verstoringen Archeologie (Archeologische) interpretatie Conclusies en advies Conclusies (Selectie)advies Literatuur en geraadpleegde bronnen Bijlagen 1 Archeologische perioden 2 AMZ-cyclus 3a AMK-terreinen uit ARCHIS 3b Archeologische waarnemingen uit ARCHIS 4 Boorbeschrijvingen Kaarten S1 Situatiekaart met locatie boringen ARCHIS IKAW, AMK-terreinen, Waarnemingen en Onderzoeken uit ARCHIS blad 3 van 26
4 Projectnr maart 2013, revisie 00 OW Projectnummer OM-nummer Provincie Gelderland Gemeente Beuningen Plaats Ewijk Toponiem Koningstraat Administratieve gegevens Kaartblad 39H Coördinaten / / / / Kadaster Opdrachtgever Ravenstein Bouwmanagement BV Uitvoerder Oranjewoud Datum uitvoering februari 2013 Projectteam A. Vissinga (KNA-archeoloog en projectleider) G. Sophie (senior KNA-archeoloog) L.J. van der Haar (archeoloog en uitvoerder BO) P.C.Teekens (senior KNA-archeoloog en uitvoerder IVO) Bevoegd gezag Beheer documentatie Oranjewoud Almere Vondstdepot - Afbeelding 1 Locatie plangebied (globaal weergegeven in rood) (Topografische Kaart 1: (niet op schaal), Topografische Dienst Kadaster, Emmen) blad 4 van 26
5 Projectnr maart 2013, revisie 00 Samenvatting Ravenstein Bouwmanagement BV is van plan om een autowerkplaats aan de Koningstraat te Ewijk te slopen en te vervangen door nieuwbouw. De te onderzoeken locatie (de percelen E1636 en E1637) heeft een oppervlakte van ongeveer 4950 m 2. De zone waarbinnen de geplande grondwerkzaamheden zullen worden uitgevoerd heeft een oppervlakte van ongeveer 1750 m 2. In het kader van het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient conform het gemeentelijk beleid een archeologisch (voor)onderzoek uitgevoerd te worden. Immers, de voorgenomen herontwikkeling brengt bodemverstorende werkzaamheden met zich mee die eventueel aanwezige archeologische resten kunnen verstoren dan wel vernietigen. Ingenieursbureau Oranjewoud BV heeft opdracht gekregen om het archeologisch vooronderzoek uit te voeren. Het vooronderzoek bestaat in dit geval uit een bureauonderzoek gevolgd door een inventariserend veldonderzoek door middel van karterende boringen. Een bureauonderzoek dient om een gespecificeerd verwachtingsmodel op te stellen, wat vervolgens in het veld wordt getoetst door een verkennend booronderzoek. Op basis van het bureauonderzoek werd rekening gehouden met de aanwezigheid van een intacte meandergordel binnen het plangebied. Tevens luidde de verwachting dat, indien deze stroomgordel nog (grotendeels) intact aanwezig zou zijn, hierop archeologische resten uit de periode neolithicum - nieuwe tijd maar vooral uit de ijzertijd/romeinse tijd aanwezig zouden kunnen zijn. Het veldonderzoek heeft de aanwezigheid van een stroomgordel bevestigd; het bovenste gedeelte van het bodemprofiel bestaat uit oeverafzettingen, waaronder beddingafzettingen aanwezig zijn. Mogelijk gaat het hier om afzettingen behorende tot de meandergordel van Winssen, die actief was tussen 5391 en 3891 v. Chr. Deze meander heeft zich in het verleden naar het noorden verplaatst; immers, direct ten noorden van het plangebied is een bekende restgeul aanwezig. Naar mate deze geul zich naar het noorden verplaatste verzandde de oude geul, en werden vanuit de nieuwe geul ten noorden van het plangebied opnieuw oeverafzettingen afgezet op de oude bedding. Archeologisch gezien zijn intacte oeverafzettingen alsmede verzande geulen interessant, omdat deze hogere delen in het landschap bij uitstek geschikt waren voor menselijke bewoning. Er zijn echter, in tegenstelling tot de verwachting, geen aanwijzingen gevonden om te veronderstellen dat in de top van de beddingafzettingen bodemvorming heeft plaatsgevonden of dat hier bewoningsresten op te verwachten zijn. De afwezigheid van archeologische lagen en/of vegetatiehorizonten is een belangrijke aanwijzing voor het ontbreken van een vindplaats binnen het plangebied. Voor wat betreft de bovenliggende oeverafzettingen geldt dat deze weliswaar ook archeologisch interessant zijn, maar dat het grootste gedeelte hiervan ook is verstoord. Bovendien zijn ook hierin geen archeologisch relevante indicatoren aangetroffen. Op basis van al deze factoren wordt de kans op de aanwezigheid van intacte archeologische waarden binnen het nu onderzochte deel van het plangebied dan ook laag ingeschat. (Selectie)advies Op basis van het veldonderzoek kan worden geconcludeerd dat de kans op de aanwezigheid van (intacte) archeologische resten binnen het onderzochte deel van het plangebied laag kan worden ingeschat. Dientengevolge wordt aanbevolen om het plangebied voor wat betreft archeologie vrij te geven ten gunste van de voorgenomen ontwikkeling. Het gedeelte van het plangebied dat thans niet is onderzocht, dient de hoge trefkans te behouden. Bij vergunningplichtige activiteiten dient daar dan alsnog nader onderzoek plaats te vinden. Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan vaak kleine sporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden opgespoord. Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHISmeldpunt, telefoon ). Een vondstmelding bij de gemeentelijk of provinciaal archeoloog kan ook. blad 5 van 26
6 Projectnr maart 2013, revisie 00 Het bureauonderzoek en veldonderzoek zijn uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2. Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Almere, maart 2013 blad 6 van 26
7 Projectnr maart 2013, revisie 00 1 Inleiding Ravenstein Bouwmanagement BV is van plan om een autowerkplaats aan de Koningstraat te Ewijk te slopen en te vervangen door nieuwbouw. De te onderzoeken locatie (de percelen E1636 en E1637) heeft een oppervlakte van ongeveer 4950 m 2. In het kader van het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient conform het gemeentelijk beleid een archeologisch (voor)onderzoek uitgevoerd te worden. Immers, de voorgenomen herontwikkeling brengt bodemverstorende werkzaamheden met zich mee die eventueel aanwezige archeologische resten kunnen verstoren dan wel vernietigen. Ingenieursbureau Oranjewoud BV heeft opdracht gekregen om het archeologisch vooronderzoek uit te voeren. Het vooronderzoek bestaat in dit geval uit een bureauonderzoek gevolgd door een inventariserend veldonderzoek door middel van karterende boringen. Een bureauonderzoek dient om een gespecificeerd verwachtingsmodel op te stellen, wat vervolgens in het veld wordt getoetst door een verkennend booronderzoek. Het bureauonderzoek en veldonderzoek zijn uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2. blad 7 van 26
8 Projectnr maart 2013, revisie 00 blad 8 van 26
9 Projectnr maart 2013, revisie 00 2 Bureauonderzoek Het doel van het uitvoeren van een archeologisch bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Waar kunnen we wat verwachten? Voor het opstellen van een dergelijke verwachting wordt gebruik gemaakt van reeds bekende archeologische waarnemingen, historische kaarten, bodemkundige gegevens en informatie over de landschappelijke situatie. Een gespecificeerde verwachting gaat in op de mogelijke aanwezigheid, het karakter, de omvang, datering en eventuele (mate van) verstoring van archeologische waarden binnen het plangebied Beschrijving onderzoekslocatie Begrenzing onderzoeks- en plangebied Het plangebied ligt aan de zuidzijde van de Koningstraat, nummer 11 en heeft een oppervlakte van ongeveer 4950 m² (zie afbeelding 2). Het plangebied ligt aan de zuidzijde van de bebouwde kom van Ewijk,. Het gebied waar binnen daadwerkelijk bodemverstorende werkzaamheden 2 zullen gaan plaatsvinden is echter een stuk kleiner; circa 1750 m (zie hiervoor de blauwe markering in afbeelding 2). Afbeelding 2. Satellietfoto van het plangebied (weergegeven in rood) en het te vergraven gebied (in blauw). (Bron: maps.google.nl) Huidig en toekomstig gebruik Huidig gebruik plangebied Het plangebied is op dit moment voor een deel in gebruik als autowerkplaats. Tevens is er een woonhuis en tuin aanwezig. De rest van het gebied bestaat uit gras en weidegrond. Men is voornemens de blad 9 van 26
10 Projectnr maart 2013, revisie 00 bestaande autowerkplaats te slopen en te vervangen door een nieuwe; tevens zal de bestaande woning worden gesplitst. Er vinden alleen bodemverstorende werkzaamheden plaats in het kader van de bouw van de nieuwe autowerkplaats (zie blauwe markering in afbeelding 2). Consequenties toekomstig gebruik De voorgenomen herontwikkeling brengt in een beperkte zone binnen het plangebied bodemverstorende werkzaamheden met zich mee die eventueel aanwezige archeologische resten kunnen verstoren dan wel vernietigen Landschappelijke situatie Geologie Het plangebied ligt in het Midden-Nederlandse rivierengebied. In dit gebied komen voornamelijk Holocene afzettingen aan het oppervlak voor (ca jaar geleden tot heden), afzettingen die 1 worden gerekend tot de Echteld Formatie. De Holocene afzettingen in het rivierengebied zijn fluviatiel van aard, dat wil zeggen dat bodemmateriaal, in de vorm van grind, zand, zavel en klei, door rivieren is aangevoerd en afgezet. De fysische geografie in dit rivierengebied laat zich grofweg onderverdelen in vier kenmerkende elementen: stroomgordels, fossiele stroomruggen, crevasses en komgebieden. Een stroomgordel omvat naast de watervoerende rivierbedding van een actieve rivier, ook beddingafzettingen bestaande uit (grof) zand en grind en oeverafzettingen, die voornamelijk uit lichte klei en zavel bestaan. Langs de oevers van een actieve rivier wordt alleen materiaal afgezet bij hoogwater. Op den duur worden door deze oeverafzettingen zogenaamde oeverwallen gevormd, een soort natuurlijke dijken. Net als dijken kunnen oeverwallen bij hoogwater doorbreken of overstromen. Bij een dergelijk oeverwaldoorbraak stroomt het rivierwater het lagergelegen komgebied in. Hierbij wordt tot op enkele honderden meters achter de oeverwal een pakket aan bodemmateriaal van gevarieerde sortering afgezet. Zo'n pakket wordt een crevasse genoemd. Een enkele keer kan een rivier zijn loop verleggen door de oude bedding te verlaten en een nieuwe te vormen. Het stroomafwaarts gelegen deel van de oorspronkelijke stroomgordel maakt nu geen onderdeel meer uit van de actieve rivier. We spreken dan van een fossiele stroomrug, waarvan de restbedding geen water meer voert en langzaamaan dichtslibt met zware klei en veen. Tussen de actieve en fossiele stroomruggen zijn de komgebieden gesitueerd. Deze kommen zijn lager gelegen dan de actieve (en aanvankelijk de meeste fossiele) stroomgordels. De sedimentatie in deze komgebieden bestaat uit zware klei, afgezet door rivierwater van buiten de oevers getreden rivieren. Fossiele stroomruggen kunnen zo in de loop der tijd door opeenvolgende pakketten klei- en veenafzettingen in het komgebied afgedekt raken. 1 De enige niet holocene afzettingen die hier aan het oppervlak verschijnen zijn rivierduinen (donken). blad 10 van 26
11 Projectnr maart 2013, revisie 00 Afbeelding 3. Paleogeografische kaart van de met daarop de ligging van het plangebied in rood. (Bron: ). Op de kaart van Stouthamer en Cohen zijn de stroomgordels in het rivierengebied gekarteerd (zie 2 afbeelding 4). Het plangebied ligt op de stroomgordel van Winssen (663). Deze is gedateerd tussen BP. Direct aan of relatief dicht onder het oppervlak is sprake van een pleniglaciaal terras (701). De afzettingen hiervan behoren tot de Formatie van Kreftenheye. Zie overigens ook afbeelding 3. Afbeelding 4. Uitsnede uit de kaart van Stouthamer en Cohen met daarop de verschillende stroomgordels en het plangebied (groene stip in rode cirkel). (Bron: Stouthamer & Cohen, 2012) 2 3 Stouthamer & Cohen, BP = before present (1950). blad 11 van 26
12 Projectnr maart 2013, revisie 00 Geomorfologie en AHN Op de geomorfologische kaart van Nederland is te zien dat het plangebied drie geomorfologische eenheden kruist die samenhangen met een stroomgordel (zie afbeelding 5). Van onder naar boven zijn dit een rivierkom en oeverwalachtige vlakte (2M22, mintgroen), de rivieroeverwal (3K25, geel) en de geul van een meanderend afwateringsstelsel (2R11, felgroen). Afbeelding 5. Uitsnede uit de geomorfologische kaart met daarop de ligging van het plangebied in rood. (Bron: ARCHIS) Op het kaartbeeld van het Actueel Hoogtebestand Nederland is te zien dat de omgeving van het plangebied een gevarieerd reliëf heeft (zie afbeelding 6). Het plangebied zelf ligt op een hoogte van ongeveer 7,9 m +NAP. Afbeelding 6. Uitsnede uit het kaartbeeld van het Actueel Hoogtebestand Nederland met daarop de ligging van het plangebied in rood. Het plangebied ligt op circa 7,9 m +NAP. (Bron: ahn.nl/viewer) Bodem en grondwater Op de bodemkaart (zie afbeelding 7) is te zien dat het plangebied binnen een zone van kalkloze poldervaagronden ligt (Rn95C, zware zavel, lichte klei). Het profielverloop is 5, wat inhoudt dat het een redelijk homogeen profiel betreft. Ten oosten van het plangebied is een terp gekarteerd, een oude woongrond. De grondwatertrap van het plangebied is VI, wat inhoudt dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) 0,4 tot 0,8 m -mv ligt en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) meer dan 1,2 m -mv. blad 12 van 26
13 Projectnr maart 2013, revisie 00 Afbeelding 7. Uitsnede uit de bodemkaart met daarop de ligging van het plangebied in rood. (Bron: ARCHIS) Historische situatie en mogelijke verstoringen Bewoningsgeschiedenis Het plangebied ligt in het buitengebied ten zuiden van de kern van Ewijk. Zoals in de vorige paragraaf is gesteld, vindt bewoning op de stroomrug plaats vanaf het neolithicum. De meeste vindplaatsen binnen de uit deze periode bevinden zich overigens op deze stroomrug (en dan met name de zuidelijke oever). Er was voor de eerste boeren een gunstige combinatie van iets hoger gelegen stevige (gerijpte) oevergronden, grenzend aan het dynamische 4 rivierenlandschap van de Winssense stroomgordel. Er is sprake van continue bewoning tot de nieuwe tijd. Het dorp Ewijk ontstaat in de vroege middeleeuwen naast de dorpen Winssen en Beuningen onder kerkelijke invloeden en centraal gezag. Historische kaarten Op de oudste kadastrale minuut van is in het gebied al bebouwing aanwezig (zie afbeelding 8). Hetzelfde geldt voor de gemeenteatlas van Kuypers uit Op die kaart heeft het gebied de naam Ewijksche Velden. In de historische atlassen uit 1900 (zie afbeelding 9) en 1930 is deze situatie 5 ongewijzigd. 4 5 Heunks & Van Hemmen, Via de cultuuhistorische waardenkaart van de provincie Gelderland; blad 13 van 26
14 Projectnr maart 2013, revisie 00 N Afbeelding 8. Uitsnede uit het minuutplan van met daarop de globale ligging van het huidige perceel (rood) met de daarbinnen aanwezige bebouwing. (Bron:watwaswaar.nl). Afbeelding 9. Uitsnede uit het Bonneblad van 1900 met daarop de ligging van het plangebied in rood. (Bron: ARCHIS). Mogelijke verstoringen Binnen het plangebied is reeds bebouwing aanwezig, waarbij de aanleg ervan de bodem (deels) verstoord kan hebben. Ook verstoringen als gevolg van (sub-)recente landbouwactiviteiten, met name diepploegen, kunnen tot aantasting van archeologische waarden leiden. blad 14 van 26
15 Projectnr maart 2013, revisie Bekende waarden Archeologische waarden Om een beeld te krijgen van de aanwezigheid van archeologische waarnemingen is een onderzoeksgebied gekozen met een straal van ongeveer 500 m rondom het plangebied. Voor een beeld van terreinen met een archeologische status is dezelfde radius gekozen. De gegevens die daarbij in ARCHIS bekend zijn, zijn weergegeven op kaartbijlage ARCHIS. Gegevens uit ARCHIS: AMK-terreinen Binnen het plangebied zelf zijn geen AMK-terreinen aanwezig, maar direct ten oosten van het plangebied ligt wel een terrein van hoge archeologische waarde (AMK-terrein 4604), een terrein met bewoningssporen uit de ijzertijd en de Romeinse tijd. Ter plaatse van de oude woongrond zijn met name fragmenten handgevormd aardewerk aangetroffen. Ongeveer 350 m ten noordoosten van het plangebied ligt AMK-terrein 4602, eveneens een terrein met bewoningssporen uit de ijzertijd/romeinse tijd van hoge archeologische waarde. Circa 530 m ten zuiden van het plangebied ligt een beschermd monument: AMK-terrein 309. Het betreft een terrein met sporen e van bewoning uit de Romeinse tijd. Losse sporen en vondsten maar ook een huisplattegrond uit de 1 en e de 2 eeuw na Chr. zijn ter plaatse aangetroffen. Circa 560 m ten zuidwesten van het plangebied bevindt zich eveneens een beschermd monument: AMK-terrein 308. Hier zijn sporen van bewoning uit de ijzertijd, de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen aangetroffen. Plaatselijk bevinden zich ook sporen van de Vlaardingencultuur uit het neolithicum. Deze sporen zijn aangetroffen in de klei van een oude oeverwal. Voor een visuele weergave van de terreinen wordt verwezen naar kaartbijlage ARCHIS en voor een beknopte beschrijving wordt verwezen naar Bijlage 3a. Gegevens uit ARCHIS: archeologische waarnemingen Binnen het plangebied zelf zijn geen waarnemingen geregistreerd, maar uit de grote hoeveelheid vondstmeldingen kan als grote lijn worden gezien dat op de hoger gelegen oeverwallen en oude woongronden in de omgeving intensief bewoning heeft plaatsgevonden, met nadruk op bewoning in het neolithicum en de ijzertijd/ Romeinse tijd Ondergrondse bouwhistorische waarden KICH is tegenwoordig niet meer in gebruik, zodat de aanwezigheid van ondergrondse bouwhistorische waarden niet meer kan worden nagegaan. Er is echter op basis van historisch kaartmateriaal reden om aan te nemen dat in het oostelijke deel van het plangebied sprake is van bebouwing. Het gaat hier zeer waarschijnlijk om de locatie van het huidige woonhuis, dat net buiten het plangebied ligt Archeologische verwachting Bestaande verwachtingskaarten IKAW De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) is een door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opgestelde kaart waarop aan de hand van eerder gedane archeologische waarnemingen en de bodemkundige gegevens is aangegeven wat de kans is in een bepaald gebied archeologie aan te treffen: laag, middelhoog of hoog. Zoals de naam al aangeeft gaat het hier - vanwege schaal en extrapolatie slechts om een ruwe indicatie. blad 15 van 26
16 Projectnr maart 2013, revisie 00 Conform de criteria van de IKAW geldt voor het plangebied een hoge trefkans (zie ook kaartbijlage ARCHIS) Provinciale verwachtingskaart De kaart historisch landschap, historische stedenbouw en archeologie van de provincie Gelderland werkt niet met verwachtingsgebieden. Wel is hierop te zien dat het plangebied direct naast een oude woongrond uit de ijzertijd/romeinse tijd ligt en dat het plangebied zelf deel uitmaakt van een ruwe diamant. Ruwe diamanten zijn potentieel van provinciaal belang. Gemeentelijke verwachtingskaart Op de gemeentelijke beleidskaart is te zien dat voor het plangebied een hoge archeologische verwachtingswaarde geldt en dat ter plaatse mogelijk sprake is van een historische huislocatie (zie afbeelding 10). Het plangebied wordt aan de zuidzijde omsloten door oude woongronden. De verwachtingskaart van de is uitgewerkt tot een beleidskaart (zie afbeelding 11). Hierop is te zien dat voor het plangebied een vrijstellingsgrens geldt van 100 m² in combinatie met een verstoringsdiepte van 0,3 m -mv. Op basis hiervan geldt voor het huidige plangebied een onderzoeksplicht. Afbeelding 10. Uitsnede uit de gemeentelijke verwachtingskaart met daarop de ligging van het plangebied in geel. (Bron: ). blad 16 van 26
17 Projectnr maart 2013, revisie 00 Afbeelding 11. Uitsnede uit de gemeentelijke beleidskaart met daarop het plangebied in blauw. De vrijstellingsgrens bedraagt 100 m². (Bron: ) Gespecificeerde archeologische verwachting datering Als er in het plangebied archeologische waarden aanwezig zijn, kunnen die, gezien de geologische /fysisch geografische ontwikkeling van het Gelders rivierengebied en de aanwezigheid van de Winssense stroomgordel dateren vanaf het neolithicum tot en met de nieuwe tijd. complextype De aanwezigheid van voor landbouw en vestigingsplaatsen geschikte relatief hoog gelegen stroomruggen in combinatie met de aanwezigheid van zoet water, grondstoffen, en vis- en jachtgronden, maakte het gebied uiterst geschikt voor de mens. Het type te verwachten complex kan een nederzetting of grafveld zijn. Indien het een nederzetting betreft kan dat één erf of, vanaf de ijzertijd, een klein cluster erven. omvang De omvang van vindplaatsen varieert van enkele honderden vierkante meters voor een vindplaats van de Vlaardingen-cultuur tot enkele hectares voor nederzettingen van een cluster erven uit de periodes vanaf ijzertijd. diepteligging Archeologische resten kunnen worden aangetroffen direct onder de bouwvoor als het om sporen uit de Romeinse tijd tot en met de nieuwe tijd gaat. Oudere sporen bevinden zich waarschijnlijk op de oeverafzettingen die gerelateerd zijn aan de Winssense stroomgordel. De top van de Winssense stroomgordel bevindt zich tussen 6,00 en 5,50 m +NAP. Maaiveldhoogte in het plangebied is circa 7,9 + NAP. De top van de Winssense stroomgordel valt dan ook te verwachten tussen 1,9 en 2,4 m - mv. locatie Stroomgordel- en oeverwalafzettingen kennen een hoge verwachting. Het plangebied ligt op blad 17 van 26
18 Projectnr maart 2013, revisie 00 de Winsssense stroomgordel, die door RAAP al grotendeels in kaart is gebracht. Naar het zuiden toe is sprake van komgronden. Het noordelijke deel lijkt dan ook het meest kansrijk, hoewel aan de zuidzijde juist weer sprake is van oude woongronden.. uiterlijke kenmerken Vindplaatsen uit de periode vanaf het neolithicum tot en met de nieuwe tijd zijn doorgaans te traceren aan de hand van aardewerkfragmenten. Vindplaatsen uit het neolithicum en de bronstijd kenmerken zich ook door de aanwezigheid van vuursteen. Voorts zijn ook fragmentjes verbrande leem, verbrand en onverbrand bot, steengruis, tefriet en dergelijke materialen die binnen een nederzettingslocatie kunnen worden gevonden. In het rivierengebied kenmerken nederzettingen zich vaak door de aanwezigheid van een archeologische laag, waarin voornoemde materiaalcategorieën zijn opgenomen. Resten van paalsporen, afval- en waterkuilen, greppels en andere percelering- en verkavelingrestanten bevinden zich onder deze laag. Naast nederzettingslocaties kunnen er ook grafvelden worden aangetroffen. Deze kunnen voorkomen in de vorm van urnenvelden of crematiegrafvelden, of als inhumatiegrafvelden (begravingen). Qua vondstmateriaal kunnen in graven alle voorkomende materialen aanwezig zijn. Ecofacten als bot, zaden en pollen zullen door de gunstige conserveringsomstandigheden goed bewaard zijn. mogelijke verstoringen Binnen het plangebied is reeds bebouwing aanwezig, waarbij de aanleg ervan de bodem (deels) verstoord kan hebben. Ook verstoringen als gevolg van (sub-)recente landbouwactiviteiten, met name diepploegen, kunnen tot aantasting van archeologische waarden leiden. 2.4 Conclusies en advies voor vervolgonderzoek Het plangebied heeft een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde. Op basis van de gegevens uit het bureauonderzoek kunnen sporen en indicatoren vanaf het neolithicum worden aangetroffen, mits de bodem intact is. Om dit te onderzoeken wordt geadviseerd een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uit te voeren. blad 18 van 26
19 Projectnr maart 2013, revisie Veldonderzoek Doel- en vraagstelling Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen van de archeologische verwachting, zoals deze op basis van het uitgevoerde bureauonderzoek is opgesteld. Het uitgevoerde onderzoek betreft een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, verkennende fase. Een verkennend onderzoek heeft als doel het in kaart brengen van eventuele verstoringen in de bodem, het verkrijgen van enig inzicht in de bodemopbouw van het gebied en aldus het in kaart brengen van kansrijke en kansarme zones wat betreft archeologie. In de oorspronkelijke onderzoeksopzet was uitgegaan van 6 boringen voor het totale plangebied. Dit zou een dichtheid van ongeveer 10 boringen per hectare opleveren. Op verzoek van opdrachtgever zijn de boringen alleen geplaatst in de zone waar daadwerkelijk bodemingrepen plaats gaan vinden, met een oppervlakte van 2 ca 1015 m. Daarmee wordt een dichtheid van circa 59 boringen per hectare bereikt. Hiermee is ons inziens sprake van een karterend booronderzoek. Een inventariserend veldonderzoek door middel van karterende boringen heeft als doel het in kaart brengen van eventuele verstoringen in de bodem, het verkrijgen van enig inzicht in de bodemopbouw van het gebied en het bepalen van de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen. Het onderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen: Wat is de bodemopbouw en zijn er aanwijzingen voor bodemverstoringen? Is er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig en/of zijn er archeologische indicatoren aangetroffen die hierop kunnen wijzen? Zo ja, wat is de aard, conserveringstoestand en deze indicatoren/vindplaats? Indien archeologische lagen aanwezig zijn; op welke diepte bevinden deze zich en wat is de maximale diepte? Waaruit bestaat of bestaan deze archeologische laag of lagen? In welke mate wordt een eventueel aanwezige vindplaats verstoord door realisatie van geplande bodemingrepen? Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? In welke mate stemmen de resultaten van het veldwerk overeen met de verwachtingen van de bureaustudie? Wat zijn de aanbevelingen? Is nader onderzoek noodzakelijk? En zo ja, waaruit kan deze bestaan? 3.2 Onderzoeksopzet en werkwijze Datum uitvoering februari Veldteam P.C.Teekens (senior KNA-archeoloog). Weersomstandigheden Bewolkt, ca. 4 graden celsius en droog. Boortype 10 cm Edelmanboor en indien nodig aangevuld met een guts. Positionering boringen (boorgrid) Willekeurig verspreid binnen het te vergraven deel van het 7 plangebied. 6 Omdat in de ondergrond sprake van was zand, en de bovengrond zeer stevig was, kon niet overal de guts worden ingezet. Op verzoek van de opdrachtgever/eigenaar van het terrein is alleen daar geboord waar daadwerkelijk bodemverstorende werkzaamheden zullen gaan plaatsvinden (zie afbeelding 2 en kaartbijlgae S1). blad 19 van 26
20 Projectnr maart 2013, revisie 00 Aantal boringen 6 ( ). Diepte boringen 1,5 à 1,75 m - mv (tot minimaal 0,25 m in de C-horizont). Methode conform 8 Leidraad SIKB Oriëntatie grid t.o.v. geomorfologie/paleolandschap Wijze inmeten boringen N.v.t. (verkennend). Overige toegepaste methoden Wijze onderzoek / beschrijving boorkolom Verzamelwijze archeologische indicatoren Bemonstering Vondstzichtbaarheid aan oppervlak Omschrijving oppervlaktekartering 3.3 N.v.t. Handheld GPS en ten opzichte van bestaande gebouwen. N.v.t. NEN 5104/ASB. Snijden, brokkelen, doorwoelen en visuele inspectie van de boorkernen. N.v.t. Nul (grasland). N.v.t. Resultaten Voor een overzicht van de boringen wordt verwezen naar de boorprofielen in bijlage 4 en de situatiekaart in de kaartenbijlage Bodemopbouw De bodemopbouw binnen het plangebied kan worden beschreven op basis van drie aangetroffen afzettingen; 1) oeverafzettingen, 2) overgangszone oever- naar beddingafzettingen en 3) beddingafzettingen. Er zijn geen archeologische lagen of vegetatiehorizonten aangetroffen. 1) Oeverafzettingen Het bovenste gedeelte van het bodemprofiel, vanaf het maaiveld tot op een diepte van 0,65 à 0,70 m mv, wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een pakket uiterst siltige klei. Het betreffen hier (sub)recente oeverafzettingen van de Waal. Binnen dit pakket kan een onderscheid worden gemaakt tussen de bouwvoor of A-horizont en het onderliggende gedeelte. De A-horizont wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van uiterst siltige, zwak humeuze klei waarin sporen grind en baksteenresten aanwezig zijn. Ter plaatse van boring 001 is hierin ook sprake van enkele aardewerkfragmenten en in het bovenste gedeelte van deze A-horizont werden ter plaatse van boringen 002 en 003 ook houtskoolspikkels aangetroffen (meer hierover in paragraaf ). Vanaf een diepte van 0,20 à 0,60 zijn vervolgens intacte oeverafzettingen aanwezig, bestaande uit uiterst siltige, licht grijsbruine klei. De dikte van deze intacte oeverafzettingen varieert van 0,1 m in boringen 002 en 003 tot 0,5 m in boring 005. Voor een overzicht van de diepteligging en dikte van deze intacte oeverafzettingen per boring, wordt verwezen naar de onderstaande tabel. 8 Tol e.a blad 20 van 26
21 Projectnr maart 2013, revisie 00 Boorpunt Diepteligging top -mv Dikte Tabel. Diepteligging top van en dikte intacte oeverafzettingen per boorpunt (in cm). 2) Overgangszone oever- naar beddingafzettingen Onder de hierboven beschreven oeverafzettingen bevindt zich in alle boringen een 0,22 à 0,45 m dikke laag zwak zandige, lichtgrijsbruine klei (boringen 001, 005 en 006) dan wel matig fijn, matig tot sterk kleiig, licht grijsbruin zand. Dit pakket afzettingen kan worden geïnterpreteerd als een overgangszone van de bovenliggende oever- naar de onderliggende beddingafzettingen. Echter, gesteld kan worden dat deze laag ter plaatse van boringen 001, 005 en 006 meer gezien kunnen worden als oeverafzettingen en de zandige laag ter plaatse van boringen 002, 003 en 004 ook gerekend kunnen worden tot de onderliggende beddingafzettingen. Opvallend is dat deze laag overal min of meer op dezelfde diepte aanwezig is (tussen de 0,65 en 0,70 m - mv). Voor een overzicht van de diepteligging van de top en de dikte van deze overgangslaag wordt verwezen naar de onderstaande tabel. Boorpunt Diepteligging top -mv Dikte Aard zandige klei kleiig zand kleiig zand kleiig zand zandige klei zandige klei Tabel. Diepteligging top van en dikte overgangslaag per boorpunt (in cm). 3) Beddingafzettingen De natuurlijke ondergrond van het plangebied wordt gevormd door een pakket matig fijn, zwak siltig, licht grijsbruin tot licht grijsbeige zand. Het gaat hier om beddingafzettingen, die vanaf een diepte van 0,90 à 1,15 m - mv aanwezig zijn. Voor een overzicht van de diepteligging van deze beddingafzettingen per boorpunt wordt verwezen naar de onderstaande tabel. Boorpunt Diepteligging top Boorpunt Diepteligging top Tabel. Diepteligging top beddingafzettingen (in cm - mv) Verstoringen De waargenomen bodemverstoring is vrij beperkt gebleven (tot de A-horizont), en reikt tot op een diepte variërend van 0,2 m - mv in boring 005 tot 0,6 m - mv in boringen 002 en 003. Voor een overzicht van de verstoringsdiepten per boring wordt verwezen naar de onderstaande tabel. Boorpunt Verstoringsdiepte Boorpunt Verstoringsdiepte Tabel. Verstoringsdiepte in cm - mv. blad 21 van 26
22 Projectnr maart 2013, revisie Archeologie Tijdens het veldonderzoek zijn in enkele boringen archeologische indicatoren aangetroffen, die hieronder worden besproken en op waarde geschat. Er zijn geen archeologische lagen dan wel vegetatiehorizonten aangetroffen (de afwezigheid hiervan is juist een sterke aanwijzing zijn voor het ontbreken van een vindplaats). 1. Baksteenresten Ter plaatse van de meeste boringen, alleen niet boringen 001 en 005, zijn in de A-horizont baksteenresten aangetroffen. Het gaat hier echter om sterk gefragmenteerd en verweerd (sub)recent materiaal. Aangenomen kan worden dat deze resten te maken hebben met erfverharding en/of de bouw- sloop van eerdere bouwsels op het terrein. Deze resten zijn derhalve niet verzameld en er wordt ook geen archeologisch relevante betekenis aan gegeven. 2. Houtskoolspikkels Ter plaatse van boringen werden in het bovenste gedeelte van de A-horizont wat houtskoolspikkels aangetroffen. De aanwezigheid van houtskool kan een indicatie zijn voor menselijke activiteiten in het verleden. In dit geval wijst er ook op menselijke activiteiten, maar zeer waarschijnlijk op (sub)recente activiteiten. Mogelijker gaat het om houtskool dat enige tijd geleden als gevolg van een boerderijbrand bij de buren binnen het plangebied terecht is gekomen (Archeologische) interpretatie Binnen het plangebied is vanaf het maaiveld tot op een diepte van circa 1 m sprake van een grotendeels verstoord pakket oeverafzettingen. Hieronder is sprake van zandige beddingafzettingen. Vermoedelijk gaat het hier om afzettingen behorende tot de meandergordel van Winssen, die actief was tussen 5391 en 3891 v. Chr. Deze meander heeft zich in het verleden naar het noorden verplaatst; immers, direct ten noorden van het plangebied is een bekende restgeul aanwezig. Naar mate deze geul zich naar het noorden verplaatste verzandde de oude geul, en werden vanuit de nieuwe geul ten noorden van het plangebied oeverafzettingen afgezet op de oude bedding. Archeologisch gezien zijn intacte oeverafzettingen alsmede verzandde geulen interessant, omdat deze hogere delen in het landschap bij uitstek geschikt waren voor menselijke bewoning. Er zijn echter geen aanwijzingen gevonden om te veronderstellen dat in de top van de beddingafzettingen bodemvorming heeft plaatsgevonden of dat hier bewoningsresten op te verwachten zijn. De afwezigheid van archeologische lagen dan wel vegetatiehorizonten is een sterke aanwijzing voor het ontbreken van een vindplaats. Voor wat betreft de bovenliggende oeverafzettingen geldt dat deze weliswaar ook archeologisch interessant zijn, maar dat het grootste gedeelte hiervan ook is verstoord. Bovendien zijn ook hierin geen archeologisch relevante indicatoren aangetroffen. Op basis van al deze factoren wordt de kans op de aanwezigheid van intacte archeologische waarden binnen het nu onderzochte deel van het plangebied laag ingeschat. blad 22 van 26
23 Projectnr maart 2013, revisie Conclusies en advies Conclusies Op basis van de resultaten van het veldonderzoek kunnen de onderzoeksvragen uit paragraaf 3.1. als volgt worden beantwoord: 1. Wat is de bodemopbouw en zijn er aanwijzingen voor bodemverstoringen? Binnen het plangebied is sprake van een gemiddeld 1,0 m dik pakket oeverafzettingen, waaronder zandige beddingafzettingen aanwezig zijn. Het grootste deel van de oeverafzettingen is echter verstoord (tot op een diepte van 0,2 à 0,6 m - mv). Daarnaast zijn er geen archeologische lagen of vegetatiehorizonten aangetroffen. 2. Is er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig en/of zijn er archeologische indicatoren aangetroffen die hierop kunnen wijzen? Zo ja, wat is de aard, conserveringstoestand en deze indicatoren/vindplaats? Nee, er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen die zouden kunnen wijzen op de aanwezigheid van een (intacte) archeologische vindplaats in de ondergrond. De afwezigheid van archeologische lagen en/of vegetatiehorizonten is een belangrijke aanwijzing voor het ontbreken van een vindplaats binnen het plangebied. 3. Indien archeologische lagen aanwezig zijn; op welke diepte bevinden deze zich en wat is de maximale diepte? Niet van toepassing (er zijn geen archeologische lagen aangetroffen). De afwezigheid van archeologische lagen en/of vegetatiehorizonten is een belangrijke aanwijzing voor het ontbreken van een vindplaats binnen het plangebied. 4. Waaruit bestaat of bestaan deze archeologische laag of lagen? Niet van toepassing (er zijn geen archeologische lagen aangetroffen). 5. In welke mate wordt een eventueel aanwezige vindplaats verstoord door realisatie van geplande bodemingrepen? De voorgenomen bodemingrepen zullen weliswaar vrij beperkt zijn, maar zullen wel degelijk tot op/in de beddingafzettingen reiken. Eventueel aanwezige archeologische resten zullen hierbij worden verstoord. Er zijn echter geen aanwijzingen gevonden om de aanwezigheid van een dergelijke vindplaats te veronderstellen en bovendien is het bovenste gedeelte van het plangebied verstoord. 6. N.v.t. Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? 7. In welke mate stemmen de resultaten van het veldwerk overeen met de verwachtingen van de bureaustudie? Op basis van het bureauonderzoek werd rekening gehouden met de aanwezigheid van een intacte meandergordel binnen het plangebied. Tevens luidde de verwachting dat, indien deze stroomgordel nog (grotendeels) intact aanwezig zou zijn, hierop archeologische resten uit de periode neolithicum - nieuwe tijd maar vooral uit de ijzertijd/romeinse tijd aanwezig zouden kunnen zijn. Het veldonderzoek heeft de aanwezigheid van een stroomgordel bevestigd; het bovenste gedeelte van het bodemprofiel bestaat uit oeverafzettingen, waaronder beddingafzettingen aanwezig zijn. Mogelijk blad 23 van 26
24 Projectnr maart 2013, revisie 00 gaat het hier om afzettingen behorende tot de meandergordel van Winssen, die actief was tussen 5391 en 3891 v. Chr. Deze meander heeft zich in het verleden naar het noorden verplaatst; immers, direct ten noorden van het plangebied is een bekende restgeul aanwezig. Naar mate deze geul zich naar het noorden verplaatste verzandde de oude geul, en werden vanuit de nieuwe geul ten noorden van het plangebied opnieuw oeverafzettingen afgezet op de oude bedding. Archeologisch gezien zijn intacte oeverafzettingen alsmede verzande geulen interessant, omdat deze hogere delen in het landschap bij uitstek geschikt waren voor menselijke bewoning. Er zijn echter, in tegenstelling tot de verwachting, geen aanwijzingen gevonden om te veronderstellen dat in de top van de beddingafzettingen bodemvorming heeft plaatsgevonden of dat hier bewoningsresten op te verwachten zijn. De afwezigheid van archeologische lagen en/of vegetatiehorizonten is een belangrijke aanwijzing voor het ontbreken van een vindplaats binnen het plangebied. Voor wat betreft de bovenliggende oeverafzettingen geldt dat deze weliswaar ook archeologisch interessant zijn, maar dat het grootste gedeelte hiervan ook is verstoord. Bovendien zijn ook hierin geen archeologisch relevante indicatoren aangetroffen. Op basis van al deze factoren wordt de kans op de aanwezigheid van intacte archeologische waarden binnen het nu onderzochte deel van het plangebied dan ook laag ingeschat. 8. Wat zijn de aanbevelingen? Is nader onderzoek noodzakelijk? En zo ja, waaruit kan deze bestaan? Zie hiervoor paragraaf (Selectie)advies Op basis van het veldonderzoek kan worden geconcludeerd dat de kans op de aanwezigheid van (intacte) archeologische resten binnen het onderzochte deel van het plangebied laag kan worden ingeschat. Dientengevolge wordt aanbevolen om het plangebied voor wat betreft archeologie vrij te geven ten gunste van de voorgenomen ontwikkeling. Het gedeelte van het plangebied dat thans niet is onderzocht, dient de hoge trefkans te behouden. Bij vergunningplichtige activiteiten dient daar dan alsnog nader onderzoek plaats te vinden. Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan vaak kleine sporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden opgespoord. Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHISmeldpunt, telefoon ). Een vondstmelding bij de gemeentelijk of provinciaal archeoloog kan ook. Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Almere, maart 2013 blad 24 van 26
25 Projectnr maart 2013, revisie 00 Literatuur en geraadpleegde bronnen Barends et. al., 1986: Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografische benadering. Uitgeverij Matrijs, Utrecht. e Berendsen, H.J.A (4 druk): De vorming van het land. Inleiding in de geologie en geomorfologie. Van Gorcum, Assen. Berendsen, H.J.A. & E. Stouthamer Paleogeographic development of the Rhine-Meuse Delta, The Netherlands. Assen. Van Gorcum. Berkel, G. van & K. Samplonius. 2006: Nederlandse plaatsnamen, herkomst en historie. Het Spectrum, Houten. Heunks, E. & drs. F. van Hemmen, Gemeente Beuningen; Een archeologische en cultuurhistorische inventarisatie. RAAP-RAPPORT 1603 Tol, A., P. Verhagen & M. Verbruggen. 2006: Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek. SIKB. Stouthamer, E. & K.M. Cohen, 2012: Vernieuwd Digitaal Basisbestand Paleogeografie van de Rijn Maas delta. Universiteit Utrecht Ven, G.P. van den (red.), 1993: Leefbaar laagland. Geschiedenis van de waterbeheersing en landaanwinning in Nederland. Utrecht. Kaarten Bodemkaart van Nederland, 1:50000, STIBOKA, kaartblad 39H Grote Historische Atlas ( ), Wolters Noordhoff, Groningen Minuutplan ca ( Topografische kaart 1:25000 ( Topografisch-militaire kaarten 1879, 1900 ( Internet www. blad 25 van 26
26 Projectnr maart 2013, revisie 00 blad 26 van 26
27 Bijlage 1: Archeologische perioden
28
29 Bijlage 1: Archeologische perioden Als bijlage op de resultaten en verzamelde gegevens wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewonersgeschiedenis in Nederland geschetst. Gedurende het paleolithicum ( voor Chr.) hebben moderne mensen (homo sapiens) onze streken tijdens de warmere perioden wel bezocht, doch sporen uit deze periode zijn zeldzaam en vaak door latere omstandigheden verstoord. De mensen trokken als jager verzamelaars rond in kleine groepen en maakten gebruik van tijdelijke kampementen. De verschillende groepen jager verzamelaars exploiteerden kleine territoria, maar verbleven, afhankelijk van het seizoen, steeds op andere locaties. In het mesolithicum ( voor Chr.) zette aan het begin van het Holoceen een langdurige klimaatsverbetering in. De gemiddelde temperatuur steeg, waardoor geleidelijk een bosvegetatie tot ontwikkeling kwam en de variatie in flora en fauna toenam. Ook in deze periode trokken de mensen als jager verzamelaars rond. Voorwerpen uit deze periode bestaan voornamelijk uit voor de jacht ontworpen vuurstenen spitsjes. De hierop volgende periode, het neolithicum ( voor Chr.), wordt gekenmerkt door een overschakeling van jager verzamelaars naar sedentaire bewoners, met een volledig agrarische levenswijze. Deze omwenteling ging gepaard met een aantal technische en sociale vernieuwingen, zoals huizen, geslepen bijlen en het gebruik van aardewerk. Door de productie van overschot kon de bevolking gaan groeien en die bevolkingsgroei had tot gevolg dat de samenleving steeds complexer werd. Uit het neolithicum zijn verschillende grafmonumenten bekend, zoals hunebedden en grafheuvels. Het begin van de bronstijd ( voor Chr.) valt samen met het eerste gebruik van bronzen voorwerpen, zoals bijlen. Het gebruik van vuursteen was hiermee niet direct afgelopen. Vuursteenmateriaal uit de bronstijd is meestal niet goed te onderscheiden van dat uit andere perioden. Het aardewerk is over het algemeen zeldzaam. De grafheuveltraditie die tijdens het neolithicum haar intrede deed werd in eerste instantie voortgezet, maar rond 1200 voor Chr. vervangen door begravingen in urnenvelden. Het gaat hier om ingegraven urnen met crematieresten waar overheen kleine heuveltjes werden opgeworpen, eventueel omgeven door een greppel. In de ijzertijd ( voor Chr.) werden de eerste ijzeren voorwerpen gemaakt. Ten opzichte van de bronstijd traden er in de aardewerktraditie en in het gebruik van vuursteen geen radicale veranderingen op. De mensen woonden in verspreid liggende hoeven of in nederzettingen van enkele huizen. Op de hogere zandgronden ontstonden uitgebreide omwalde akkercomplexen (celtic fields). In deze periode werden de kleigebieden ook in gebruik genomen door mensen afkomstig van de zandgebieden. Opvallend zijn de verschillen in materiële welstand. Er zijn zogenaamde vorstengraven bekend in Zuid Nederland, maar de meeste begravingen vonden plaats in urnenvelden. Met de Romeinse tijd (12 voor Chr. tot 450 na Chr.) eindigt de prehistorie en begint de geschreven geschiedenis. In 47 na Chr. werd de Rijn definitief als rijksgrens van het Romeinse Rijk ingesteld. Ter controle van deze zogenaamde limes werden langs de Rijn castella (militaire forten) gebouwd. De inheems leefwijze handhaafde zich wel, ook al werd de invloed van de Romeinen steeds duidelijker in soorten aardewerk (o.a. gedraaid) en een betere infrastructuur. Onder meer ten gevolge van invallen van Germaanse stammen ontstond er instabiliteit wat uiteindelijk leidde tot het instorten van de grensverdediging langs de Rijn. Over de middeleeuwen ( na Chr.), en met name de vroege middeleeuwen ( na Chr.), zijn nog veel zaken onbekend. Archeologische overblijfselen zijn betrekkelijk schaars. De politieke macht was na het wegvallen van de Romeinen in handen gekomen van regionale en lokale hoofdlieden. Vanaf de 10 e eeuw ontstaat er weer enige stabiliteit en is een toenemende feodalisering zichtbaar. Door bevolkingsgroei en gunstige klimatologische omstandigheden werd in deze periode een begin gemaakt met het ontginnen van bos, heide en veen. Veel van onze huidige steden en dorpen dateren uit deze periode. De hierop volgende periode 1500 heden wordt aangeduid als nieuwe tijd.
30
31 Bijlage 2: Archeologische Monumentenzorg (AMZ) schematisch overzicht AMZ verklarende woordenlijst AMZ
32
33
34 Verklarende woordenlijst Archeologische Monumentenzorg (AMZ) Archeologische begeleiding (STAP 5c) Een archeologische begeleiding wordt uitgevoerd wanneer proefsleuven of en opgraving niet mogelijk zijn door bijvoorbeeld civieltechnische beperkingen. Archeologische indicatoren Hiermee worden aanwijzingen in de bodem bedoeld die duiden op menselijke activiteiten in het verleden, zoals aardewerkscherven, houtskool, botmateriaal, vondstlagen, etc. Archis Archeologisch informatiesysteem voor Nederland. Een digitale databank met gegevens over archeologische vindplaatsen en terreinen. Bureauonderzoek (STAP 1) Het bureauonderzoek is een rapportage waarin een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel wordt opgesteld aan de hand van geomorfologische en bodemkaarten, de Archeologische Monumentenkaart (AMK), het Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS), historische kaarten en archeologische publicaties. Fysiek beschermen (STAP 4c) De archeologische resten blijven in de bodem behouden door bijvoorbeeld planaanpassingen. Geofysisch onderzoek Meetapparatuur brengt archeologische verschijnselen in de bodem driedimensionaal in kaart zonder te boren of te graven. Dit kan bijvoorbeeld door radar, weerstandsonderzoek of elektromagnetische metingen. Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Dit model geeft op detailniveau voor het plangebied aan wat aan archeologische vindplaatsen aanwezig kan zijn. Op basis van dit verwachtingsmodel wordt bepaald of een inventariserend veldonderzoek nodig is en wat de juiste methode is om eventueel aanwezige archeologische resten aan te tonen. Inventariserend veldonderzoek (IVO) (STAP 2) Tijdens een inventariserend veldonderzoek worden archeologische waarden in het veld geïnventariseerd en gedocumenteerd. Waar is wat in de bodem aanwezig? De inventarisatie kan bestaan uit een inventariserend veldonderzoekoverig (door middel van een booronderzoek, veldkartering en/of geofysisch onderzoek) en/of een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. Wat de beste methode is, hangt sterk af van de omstandigheden en de aard van de vindplaats. Inventariserend veldonderzoek overig (IVO o) (STAP 2b of 2c) Bij een Inventariserend veldonderzoek overig door middel van boringen (IVOo) worden boringen gezet door middel van een handboor of guts. Inventariserend veldonderzoek proefsleuven (IVO p) (STAP 2f) Proefsleuven zijn lange sleuven van twee tot vijf meter breed die worden aangelegd in de zones waar aanwijzingen zijn voor het aantreffen van archeologische vindplaatsen. Inventariserend veldonderzoek (IVO) Verkennende fase (STAP 2b) Wanneer bij het bureauonderzoek onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om een gespecificeerd verwachtingsmodel op te stellen, wordt een inventariserend veldonderzoek verkennende fase uitgevoerd. In deze fase wordt onderzocht of de bodem nog intact is, wat de bodemopbouw is en hoe deze invloed heeft gehad op de locatiekeuze van de mens in het verleden. Het onderzoek is bedoeld om kansarme zones om archeologische resten aan te treffen uit te sluiten en kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek. Een verkennend onderzoek kent een relatief lage onderzoeksintensiteit en wordt meestal uitgevoerd door middel van boringen. Inventariserend veldonderzoek (IVO) Karterende fase (STAP 2c of 2f) Tijdens een inventariserend veldonderzoek karterende fase wordt het plangebied systematisch onderzocht op de aanwezigheid van archeologische sporen en/of vondsten. De intensiteit van onderzoek is groter dan in de verkennende fase, bijvoorbeeld door een groter aantal boringen per hectare of door het aanleggen van proefsleuven. Inventariserend veldonderzoek (IVO) Waarderende fase (STAP 2f) Tijdens de waarderende fase wordt aangegeven of de aangetroffen archeologische vindplaatsen behoudenswaardig zijn. Dat betekent dat de aard, omvang, datering, conservering en inhoudelijke kwaliteit van de vindplaats(en) wordt vastgesteld. Wanneer de waardering van de archeologische resten laag is, hoeft geen verder archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Het plangebied wordt 'vrijgegeven'. Wanneer de resten behoudenswaardig zijn, wordt in eerste instantie behoud in situ (ter plekke in de bodem) nagestreefd. Wanneer dit door de voorgenomen ontwikkelingen niet mogelijk is, wordt vervolgonderzoek uitgevoerd in de vorm van een opgraving of archeologische begeleiding. Vaak wordt deze fase gecombineerd uitgevoerd met het inventariserend veldonderzoek karterende fase. Opgraving (STAP 5c) Wanneer door de toekomstige ontwikkelingen aanwezige archeologische resten in de bodem niet behouden kunnen worden, wordt een opgraving uitgevoerd. Tijdens de opgraving worden archeologische resten gedocumenteerd, gefotografeerd en bestudeerd. Hierdoor wordt informatie over het verleden zo goed mogelijk vastgelegd en behouden. Plan van Aanpak (PvA) (STAP 2a) Voor een booronderzoek is een Plan van Aanpak (PvA) noodzakelijk. Het PvA beschrijft hoe het veldwerk wordt uitgevoerd en uitgewerkt. Programma van Eisen (PvE) (STAP 2d of 5a) Voor het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek proefsleuven, archeologische begeleiding of opgraving is een Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk. Het PvE beschrijft het doel, vraagstelling en uitvoeringsmethode van het archeologisch onderzoek. Dit document wordt beschouwd als basisdocument voor archeologisch veldonderzoek waarmee de inhoudelijke kwaliteit gewaarborgd wordt. Het PvE wordt goedgekeurd door het bevoegd gezag (gemeente, provincie of het rijk). Quickscan In een quickscan wordt geïnventariseerd of en waar archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Selectieadvies (STAP 3) In het selectieadvies wordt op archeologisch inhoudelijke argumenten het advies gegeven welke delen van het plangebied vrijgegeven kunnen worden voor verdere ontwikkeling en welke delen behouden of opgegraven moeten worden. Selectiebesluit (STAP 4) De bevoegde overheid (gemeente, provincie of soms het rijk) geeft op basis van het selectieadvies aan welke maatregelen genomen worden. De bevoegde overheid kan van het selectieadvies afwijken indien zij dat nodig acht. Veldkartering Bij een veldkartering wordt het plangebied systematisch belopen om archeologische oppervlaktevondsten te verzamelen.
35 Bijlage 3a: AMK-terreinen uit ARCHIS II
36
37 projectnr Archeologisch Rapporten Oranjewoud 2013/12 monumentnr. 308 waarde Terrein van zeer hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 39H 006 complextype Nederzetting, onbepaald provincie Gelderland IJzertijd midden: vc plaats Ewijk Middeleeuwen vroeg: nc toponiem De Hoge Woerd; Ewijksche Velden; Industriet coordinaten datering tot IJzertijd laat: vc Middeleeuwen laat: nc monumentnr. 309 waarde Terrein van zeer hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 39H 007 complextype Nederzetting, onbepaald provincie Gelderland plaats Ewijk Romeinse tijd: 12 vc nc toponiem Ewijksche Velden; Woerdje aan de Oooygraaf coordinaten datering tot Romeinse tijd: 12 vc nc monumentnr waarde Terrein van hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 39H 031 provincie Gelderland plaats Hoeve toponiem ALST; DEN ALST coordinaten complextype Nederzetting, onbepaald IJzertijd vroeg: vc datering tot IJzertijd vroeg: vc monumentnr waarde Terrein van hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 39H 033 complextype Nederzetting, onbepaald provincie Gelderland plaats Hoeve IJzertijd laat: vc toponiem EWIJKSCHE VELDEN; KONINGSTRAAT/ALST; D coordinaten datering tot Romeinse tijd: 12 vc nc Pagina 1 van 1 ARCHIS: Terreinen met archeologische status
38 Bijlage 3b: Waarnemingen uit ARCHIS II
39
40 projectnr Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/12 waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Ewijk toponiem WOERDSESTRAAT coordinaten vondstomstandigheden Niet-archeologisch: onbepaald OM-nr. -1 vondstdatum 9999 type vindplaats Onbekend Neolithicum midden A: vc tot Neolithicum midden A: vc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Ewijk toponiem WOERDSESTRAAT coordinaten vondstomstandigheden Niet-archeologisch: onbepaald OM-nr. -1 vondstdatum 9999 type vindplaats Onbekend IJzertijd midden: vc tot IJzertijd laat: vc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem KONINGSSTRAAT coordinaten vondstomstandigheden Niet-archeologisch: onbepaald OM-nr. -1 vondstdatum 9999 type vindplaats Weg Romeinse tijd: 12 vc nc tot Romeinse tijd: 12 vc nc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Ewijk toponiem BOERDERIJ DE AALST ; DEN ALST coordinaten vondstomstandigheden Niet-archeologisch: kartering OM-nr. -1 vondstdatum 1948 type vindplaats Nederzetting, onbepaald tot IJzertijd laat: vc Romeinse tijd: 12 vc nc Middeleeuwen laat: nc Middeleeuwen laat: nc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem WOERD AAN DE KONINGSSTRAAT coordinaten vondstomstandigheden Niet-archeologisch: kartering OM-nr. -1 vondstdatum 1948 type vindplaats Nederzetting, onbepaald tot IJzertijd laat: vc Romeinse tijd midden: nc Romeinse tijd midden: nc Romeinse tijd midden: nc Middeleeuwen vroeg C: nc Middeleeuwen vroeg D: nc Middeleeuwen vroeg D: nc Middeleeuwen vroeg D: nc Middeleeuwen vroeg D: nc Middeleeuwen laat: nc Middeleeuwen laat B: nc Middeleeuwen laat B: nc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Ewijk toponiem DE WOERD coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: inspectie OM-nr. -1 vondstdatum type vindplaats Nederzetting, onbepaald tot Romeinse tijd: 12 vc nc Romeinse tijd: 12 vc nc Pagina 1 van 5 ARCHIS: Archeologische waarnemingen
41 projectnr Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/12 waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Ewijk toponiem OOIGRAAF-N coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: inspectie OM-nr. -1 vondstdatum type vindplaats Nederzetting, onbepaald tot Neolithicum laat: vc Neolithicum laat: vc Neolithicum laat A: vc Neolithicum laat A: vc Romeinse tijd vroeg: nc Romeinse tijd vroeg: nc Romeinse tijd vroeg: nc Romeinse tijd midden: nc type vindplaats Onbekend tot Romeinse tijd vroeg: nc Romeinse tijd vroeg: nc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Ewijk toponiem coordinaten vondstomstandigheden Niet-archeologisch: onbepaald OM-nr. -1 vondstdatum 1992 type vindplaats Nederzetting, onbepaald tot Neolithicum laat A: vc Nieuwe tijd A: nc Romeinse tijd: 12 vc nc Romeinse tijd: 12 vc nc Middeleeuwen vroeg A: nc Middeleeuwen vroeg A: nc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Ewijk toponiem Den Alst coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr vondstdatum type vindplaats Nederzetting, onbepaald tot Paleolithicum: tot 8800 vc Nieuwe tijd: heden Neolithicum: vc Nieuwe tijd: heden IJzertijd: vc IJzertijd: vc Romeinse tijd: 12 vc nc Romeinse tijd: 12 vc nc Romeinse tijd: 12 vc nc Nieuwe tijd: heden Middeleeuwen laat B: nc Nieuwe tijd A: nc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Ewijk toponiem Den Alst coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr vondstdatum type vindplaats Nederzetting, onbepaald tot Paleolithicum: tot 8800 vc Nieuwe tijd: heden Neolithicum: vc Nieuwe tijd: heden IJzertijd: vc Romeinse tijd: 12 vc nc IJzertijd: vc IJzertijd: vc IJzertijd midden: vc IJzertijd laat: vc Romeinse tijd: 12 vc nc Romeinse tijd: 12 vc nc Romeinse tijd: 12 vc nc Nieuwe tijd: heden Middeleeuwen vroeg C: nc Middeleeuwen vroeg D: nc Middeleeuwen vroeg C: nc Middeleeuwen vroeg C: nc Middeleeuwen laat A: nc Middeleeuwen laat A: nc Middeleeuwen laat B: nc Nieuwe tijd B: nc Middeleeuwen laat B: nc Nieuwe tijd A: nc Middeleeuwen laat B: nc Middeleeuwen laat B: nc Nieuwe tijd: heden Nieuwe tijd: heden waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Beuningen toponiem PLAS VAN MELSSNER coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum type vindplaats Onbekend Paleolithicum: tot 8800 vc Neolithicum: vc tot Nieuwe tijd C: heden Nieuwe tijd C: heden Pagina 2 van 5 ARCHIS: Archeologische waarnemingen
42 projectnr Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/12 waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem DE STEEG coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum 1998 type vindplaats Nederzetting, onbepaald tot IJzertijd: vc IJzertijd: vc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem KONINGSTRAAT coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum 1998 type vindplaats Nederzetting, onbepaald tot IJzertijd: vc IJzertijd: vc Romeinse tijd: 12 vc nc Romeinse tijd: 12 vc nc Middeleeuwen laat: nc Middeleeuwen laat: nc Middeleeuwen laat A: nc Middeleeuwen laat A: nc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum 1998 type vindplaats Onbekend IJzertijd: vc tot IJzertijd: vc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem KONINGSTRAAT/ DE STEEG coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 1998 type vindplaats Akker/tuin Middeleeuwen vroeg: nc Middeleeuwen vroeg C: nc Middeleeuwen vroeg D: nc Middeleeuwen laat A: nc Middeleeuwen laat A: nc Middeleeuwen laat B: nc tot Middeleeuwen vroeg: nc Middeleeuwen vroeg C: nc Middeleeuwen laat A: nc Middeleeuwen laat B: nc Middeleeuwen laat A: nc Middeleeuwen laat B: nc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem KONINGSTRAAT ZUID coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum 1998 type vindplaats Onbekend Paleolithicum: tot 8800 vc Neolithicum: vc Neolithicum: vc IJzertijd: vc IJzertijd: vc IJzertijd laat: vc Romeinse tijd: 12 vc nc Romeinse tijd midden: nc Middeleeuwen vroeg C: nc tot IJzertijd: vc Nieuwe tijd C: heden IJzertijd: vc Romeinse tijd: 12 vc nc IJzertijd: vc IJzertijd laat: vc Romeinse tijd: 12 vc nc Romeinse tijd midden: nc Middeleeuwen laat B: nc Pagina 3 van 5 ARCHIS: Archeologische waarnemingen
43 projectnr Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/12 waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Ewijk toponiem coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum 1998 type vindplaats Onbekend Paleolithicum: tot 8800 vc Neolithicum: vc IJzertijd: vc IJzertijd: vc tot IJzertijd: vc IJzertijd: vc Romeinse tijd: 12 vc nc IJzertijd laat: vc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem DEN ALST coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum type vindplaats Onbekend Paleolithicum: tot 8800 vc Paleolithicum: tot 8800 vc Onbekend tot Neolithicum: vc IJzertijd: vc Onbekend waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem DEN ALST coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum type vindplaats Onbekend IJzertijd: vc Romeinse tijd vroeg: nc Middeleeuwen vroeg D: nc tot Romeinse tijd: 12 vc nc Romeinse tijd laat A: nc Middeleeuwen laat A: nc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem PLAS VAN MELSSNER coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum type vindplaats Onbekend Onbekend tot Onbekend waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem KLAPHEKSTRAAT coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum type vindplaats Onbekend Paleolithicum: tot 8800 vc Neolithicum: vc Neolithicum: vc Onbekend tot Bronstijd: vc IJzertijd: vc Bronstijd: vc Onbekend waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem KLAPHEKSTRAAT coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum type vindplaats Onbekend Neolithicum: vc Neolithicum: vc Onbekend tot IJzertijd: vc Bronstijd: vc Onbekend Pagina 4 van 5 ARCHIS: Archeologische waarnemingen
44 projectnr Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/12 waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum type vindplaats Onbekend Paleolithicum: tot 8800 vc tot Neolithicum: vc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM-nr. -1 vondstdatum type vindplaats Onbekend Middeleeuwen vroeg C: nc Middeleeuwen vroeg D: nc Middeleeuwen laat A: nc tot Middeleeuwen vroeg C: nc Middeleeuwen laat A: nc Middeleeuwen laat A: nc waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Onbekend toponiem KLAPHEKSTRAAT coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM-nr. -1 vondstdatum type vindplaats Onbekend Neolithicum: vc Onbekend tot IJzertijd: vc Onbekend waarnemingsnr bron ARCHIS plaats Ewijk toponiem Omgeving Klaphekstraat coordinaten vondstomstandigheden Archeologisch: proefputten/proefsl OM-nr vondstdatum type vindplaats Nederzetting, onbepaald tot Neolithicum: vc Romeinse tijd: 12 vc nc Neolithicum: vc Bronstijd laat: vc Bronstijd: vc IJzertijd: vc Bronstijd: vc Bronstijd: vc Bronstijd vroeg: vc Bronstijd midden: vc Bronstijd midden: vc Bronstijd midden: vc Bronstijd laat: vc Bronstijd laat: vc Middeleeuwen laat: nc Middeleeuwen laat: nc Pagina 5 van 5 ARCHIS: Archeologische waarnemingen
45 Bijlage 4: Boorprofielen
46
47 Projectnr.: IVO Koningstraat Ewijk Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 001 Coördinaten: ,96 / , gras m NAP Klei, uiterst siltig, zwak humeus, sporen grind, sporen aardewerk, bruingrijs, A-horizont, oeveafzetting. AA tussen 0 en 30 Boring: 002 Coördinaten: ,14 / , gras m NAP Klei, uiterst siltig, zwak humeus, sporen grind, matig baksteenhoudend, sporen houtskool, bruingrijs, A-horizont, oeveafzetting. Boring: 003 Coördinaten: ,18 / , gras m NAP Klei, uiterst siltig, zwak humeus, sporen grind, matig baksteenhoudend, sporen houtskool, bruingrijs, A-horizont, oeveafzetting Klei, uiterst siltig, licht grijsbruin, oeverafzetting Klei, zwak zandig, licht grijsbruin, overgang oevernaar beddingafzetting Klei, uiterst siltig, licht grijsbruin, oeverafzetting Zand, matig fijn, kleiïg, licht grijsbruin, overgang oevernaar beddingafzetting Klei, uiterst siltig, licht grijsbruin, oeverafzetting Zand, matig fijn, kleiïg, licht grijsbruin, overgang oevernaar beddingafzetting Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, C-horizont, beddingafzetting Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, C-horizont, beddingafzetting Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, C-horizont, beddingafzetting Boring: 004 Coördinaten: ,13 / , gras m NAP Klei, uiterst siltig, zwak humeus, sporen grind, sporen baksteen, bruingrijs, A-horizont, oeveafzetting. Klei, sterk siltig, licht grijsbruin, oeverafzetting Boring: 005 Coördinaten: ,3 / , gras Klei, uiterst siltig, zwak humeus, sporen grind, bruingrijs, A-horizont, oeveafzetting. m NAP Klei, sterk siltig, licht grijsbruin, oeverafzetting Boring: 006 Coördinaten: ,99 / , gras m NAP Klei, uiterst siltig, zwak humeus, sporen grind, brokken klei, brokken baksteen, bruingrijs, A-horizont, oeveafzetting. Klei, uiterst siltig, licht grijsbruin, oeverafzetting Zand, matig fijn, kleiïg, licht grijsbruin, overgang oevernaar beddingafzetting Klei, sterk zandig, licht grijsbruin, overgang oevernaar beddingafzetting Klei, sterk zandig, licht grijsbruin, overgang oevernaar beddingafzetting -100 Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, C-horizont, beddingafzetting Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, C-horizont, beddingafzetting -100 Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbruin, C-horizont, beddingafzetting Schaal 1:20 Getekend volgens NEN 5104
48
49 Legenda (NEN 5104 en ASB) laaggrens (wordt bepaald voor de ondergrens van de beschreven laag) < 0,3 cm D 0,3 - < 3 cm E > 3 cm scherpe overgang overgang geleidelijk diffuse overgang amorfiteit veen (veraardheid)? zwak amorf niet tot zwak veraarde resten A matig amorf structuur nog sterk amorf sterk veraard, structuurloos gezeefd traject
50
51 Kaartenbijlage
52
53 ! ( 003! ( 002! ( 004! ( ! ( ! ( definitief NR DATUM WIJZIGING OPDRACHTGEVER Ravenstein Bouwmanagement B.V. Legenda: Plangebied Onderzoeksgebied! ( Boorpunt met nummer 40 m PROJECTOMSCHRIJVING IVO Koningstraat 11 te Ewijk KAARTTITEL Situatie met ligging boringen MM GET. GIS-specialist SCHAAL P.C.Teekens 1:750 PROJECTLEIDER FORMAAT A.Vissinga A4 BLAD IN BLADEN 1 IN 1 KAARTNUMMER S1 WIJZ.NR 00 STATUS definitief (t:\ \ \arcgis\ s1.mxd)
54
55 ARCHIS IKAW, AMK-terreinen en waarnemingen Ewijk / Legenda WAARNEMINGEN MONUMENTEN archeologische waarde hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde zeer hoge arch waarde, beschermd ONDERZOEKSMELDINGEN TOP10 ((c)tdn) HUIZEN PLAATSNAMEN PROVINCIES IKAW zeer lage trefkans lage trefkans middelhoge trefkans hoge trefkans lage trefkans (water) middelhoge trefkans (water) hoge trefkans (water) water Hoeve niet gekarteerd m N Archis /
4 Archeologisch onderzoek
4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten
Nadere informatieArcheologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen
Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :
Nadere informatie8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas
QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.
Nadere informatieArcheologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899
1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Plaats Toponiem / Straat Onderzoekskader Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam,
Nadere informatieBeulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)
Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend
Nadere informatiePlan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop
Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop
Nadere informatieBijlage 1: Archeologische perioden
Bijlage 1: Archeologische perioden Bijlage 1: Archeologische perioden Als bijlage op de resultaten en verzamelde gegevens wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewonersgeschiedenis in Nederland
Nadere informatiePapendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.
1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.
Nadere informatieHoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek
Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: Groningen Slochteren Slochteren toponiem: Hoofdweg 39 bevoegd gezag:
Nadere informatieArcheologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)
Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie
Nadere informatieAdviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen
Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen (gemeente Druten) Colofon Opdrachtgever: HSRO bv Contactpersoon: Dhr. J. van Lierop Hoogstraat 1 6654 BA AFFERDEN Projectnummer: S090135 Titel: Adviesnotitie
Nadere informatieArcheologische Rapporten Oranjewoud 2013/65 Karterend booronderzoek Rhenoy-Noord, Rhenoy, gemeente Geldermalsen
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/65 Karterend booronderzoek Rhenoy-Noord, Rhenoy, gemeente Geldermalsen projectnr. 247777 revisie 00 4 juni 2013 auteur(s) M.L. Craane P.C. Teekens Opdrachtgever
Nadere informatieQuick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand
Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de
Nadere informatieOMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)
OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der
Nadere informatiePLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek
11-8-2010 Pagina 1 van 5 PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek LOCATIE Haelen, Wienboomweg PROJECT 2010/383 OPSTELLER Projectleider Medeopstellers drs. A.J. Wullink Postbus 66, 4190 CB Geldermalsen
Nadere informatieGEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART
BAAC rapport GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport V-09.0172 januari 2010 Status definitief Auteur(s) drs. A. Buesink drs. M.A. Tolboom H.M.M. Geerts ARCHEOLOGIE
Nadere informatieEde, Roekelse Bos (gem. Ede)
(gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door middel van een veldverkenning en karterend booronderzoek J. Walstra R. van Lil Colofon ADC Rapport 930 (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door
Nadere informatieArcheologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard
Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 201 Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek
Nadere informatieAdviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap
Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding
Nadere informatieBijlage 1: Archeologische perioden
Bijlage 1: Archeologische perioden Bijlage 1: Archeologische perioden Als bijlage op de resultaten en verzamelde gegevens wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewonersgeschiedenis in Nederland
Nadere informatiePlan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1
Plan van Aanpak Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) Projectnr. A16-085-I, september 2016, versie: 1 Auteur: dr. P.T.A. de Rijk Verkennend booronderzoek Veldwerk Inleiding: Onderzoeksvragen:
Nadere informatieHeemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg
RAAP-NOTITIE *nummer* Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg Gemeente Nieuwegein Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Versie 6.4 Colofon Opdrachtgever: De gemeente
Nadere informatieBuro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38
Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Administratieve gegevens 3 1. Inleiding 4 2. De uitgangspunten 4 3. Beschrijving van de historische situatie 4
Nadere informatieBureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden
1 Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden 2 1 Administratieve gegevens projectleiding uitvoering soort onderzoek opstellers Arjan de Boer Verkennend en eventueel karterend
Nadere informatiePlangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek
Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever:
Nadere informatieHeesch - Beellandstraat
Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder
Nadere informatiePlangebied Visvijvers te Gendt
RAAP-NOTITIE 1540 Plangebied Visvijvers te Gendt Gemeente Lingewaard Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek Colofon Opdrachtgever: Gemeente Lingewaard Titel: Plangebied
Nadere informatieCHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning
ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-verkennend Algemene vragen 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning
Nadere informatieQuickscan Inleiding Resultaten quickscan
Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.
Nadere informatieQuickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen
Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg
Nadere informatieAntea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.
Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. projectnr. 405215.01 revisie 01 15 oktober 2015 auteur M. Arkema Opdrachtgever BDP
Nadere informatieQuick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst
Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling
Nadere informatieBureau voor Archeologie Rapport 273
Driekoppenland, Noorden, gemeente Nieuwkoop: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen, karterende fase 2 Colofon titel: auteur:. Driekoppenland, Noorden, gemeente Nieuwkoop: een inventariserend
Nadere informatieArcheologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek
Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: SAB Plangebied: Plangebied Plantageweg 35 Datum: 13 februari 2015 Opsteller PvA: Autorisatie: Projectcode:
Nadere informatieRAAP-NOTITIE 2891. Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek
RAAP-NOTITIE 2891 Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek Colofon Opdrachtgever: NIBAG Milieu Advies Titel: Plangebied Burloseweg,
Nadere informatieHeenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z
Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2013-05/11Z Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch
Nadere informatieQuick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand
Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De
Nadere informatieBijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden
Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding
Nadere informatieArcheologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126
OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554
Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 NOTITIE TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht, (gemeente Zuidplas).
Nadere informatieArcheologische Rapporten Oranjewoud 2012/166 Bureauonderzoek locatie Piekberging Haarlemmermeer (gemeente Haarlemmermeer)
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2012/166 Bureauonderzoek locatie Piekberging Haarlemmermeer (gemeente Haarlemmermeer) projectnr. 231824.13 revisie 00 28 januari 2013 auteur J. Tolsma Opdrachtgever
Nadere informatieBijlage 3. Vrijstellingen
Bijlage 3. Vrijstellingen Terreinen van hoge archeologische waarde: provinciaal monument (AWG categorie 1) De West-Friese Omringdijk is een provinciaal monument. Vergunning verloopt via de provincie Noord-
Nadere informatieNieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)
Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend booronderzoek Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend
Nadere informatieEen Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.
Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw
Nadere informatieQUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016
QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 Arcadis Nederland B.V. Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com 2 Contactpersonen
Nadere informatiePagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn
Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Oosterdijk 54, Oosterdijk, gemeente Enkhuizen Adviesnummer: 16078 Opsteller: F.C. Schinning (archeoloog) & C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum: 09-05-2016
Nadere informatieOpdrachtgever gemeente Heerlen Postbus 1 6400 AA Heerlen. auteur(s) L.J. van der Haar I.M.J. Vossen. projectnr. 196529 revisie 02 2 mei 2013
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2012/149 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende boringen) bestemmingsplan Overbroek, gemeente Heerlen projectnr. 196529 revisie 02 2 mei 2013
Nadere informatieArcheologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck
Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist K oen Hebinck 347 Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist Koen Hebinck Zuidnederlandse Archeologische
Nadere informatie30 sept 2014 65848 OU2010006
Verkennend archeologisch booronderzoek Grolseweg 19 te Beltrum, gemeente Berkelland (GE) Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Berkelland datum: zaaknr: nr: 30 sept 2014 65848 OU2010006
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Bemmel, Bemmelse waard (Gemeente Lingewaard) Een bureauonderzoek Afbeelding uit 1649 (Geraadpleegd op www.wildernis.eu/chart-room)
Nadere informatieArcheologische Quickscan
Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)
Nadere informatieLibau, 10 augustus 2010. Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek
Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeenten: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever: Groningen Zuidhorn en Groningen Aduard en Dorkwerd
Nadere informatieGemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport
Gemeente Haarlem Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Om archeologisch erfgoed te beschermen, kan bij een vergunningsaanvraag een waardestellend
Nadere informatieMEMO. Alphen aan den Rijn. Stevinstraat 9 2405 CR ALPHEN AAN DEN RIJN. Contactpersoon opdrachtgever Dhr. R. Teunisse; (0172) 245 611 / (06) 2021 06 09
MEMO Van : Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie Aan : Dhr. R. Teunisse namens Stichting Ipse de Bruggen Onderwerp : Quickscan Drietaktweg te Datum : 13 oktober 2010 Ons Kenmerk : V10-22710 / V10-1944
Nadere informatieVerkenning N345 Voorst Notitie Archeologie
Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status
Nadere informatieQuickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad
Quickscan Archeologie Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Steller Versie Drs. A.A. Kerkhoven Definitief-2 Projectcode 12110029 Datum 04-02-2013 Opdrachtgever Uitvoerder
Nadere informatieAntea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.
Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. projectnr. 405215.01 revisie 03 25 februari 2016 auteur M. Arkema Opdrachtgever BDP
Nadere informatieSelectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA
Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf
Nadere informatieArcheologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat
Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat T.D. Hamburg Archol briefrapport 15 Inleiding In opdracht van de gemeente Oss heeft Archeologische Onderzoek Leiden (Archol bv) op maandag 26 augustus een
Nadere informatieBijlage 4 Archeologisch onderzoek
39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:
Nadere informatieBurgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02
Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2010-05/02 Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch
Nadere informatieArcheologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein
Ex-Situ Archeologierapport 1 Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein Auteur: drs. Y. Raczynski-Henk Status: Eindversie Datum: 25-08-2016 Ex-Situ Archeologierapport 1 Archeologische
Nadere informatieExtern Advies. Gemeentelijke archeologische kaart
Extern Advies Aan : Mevr. A. van Dijk (ArcheoLogic) Van : Mevr. C.H. Peen (SOwo/monumentenzorg) Datum : 6 juli 2009 Onderwerp : Archeologie Bestemmingsplan Kortenoord Gemeentelijke archeologische kaart
Nadere informatieArcheologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland
Delftse Archeologische Notitie 101 Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Proefsleuvenonderzoek aan de Phoenixstraat 32 te delft Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 101
Nadere informatieMEMO. Projectgegevens
MEMO Van : W.J. Weerheijm (Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie) Aan : Dhr. W. Nouwens (Amerpoort) Onderwerp : Archeologisch onderzoek Mariaoordlaan Baarn Datum : 23 juli 2013 Ons kenmerk : V13-29344/2677/WW
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K A R C H E O L O G I E Geesbrug, Geeserraai 4a (Coevorden), bouw werktuigenberging Een Bureauonderzoek Het plangebied op een
Nadere informatieB i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n
B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n Document: Archeologisch Advies Plangebied: Herenweg 28a, Hoogwoud, gemeente Opmeer Adviesnummer: 15048 Opsteller: J. van Leeuwen (archeoloog)
Nadere informatieArcheologische Begeleiding Tracébesluit N18 Varsseveld - Enschede definitief 18-02-2013
Archeologische Begeleiding Tracébesluit N18 Varsseveld - Enschede 18-2-213 Inleiding In de fase van het Ontwerp-Tracébesluit OTB) N18 Varsseveld - Enschede is een gecombineerd archeologische onderzoek
Nadere informatieArcheologische Quickscan
Document Archeologische Quickscan Plangebied Bestemmingsplan Burgerfarm, Middenweg 56, Dirkshorn, gemeente Schagen Adviesnummer 17059 Opsteller drs. C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum 31-03-2017 Advies
Nadere informatieOpdrachtgever TenneT TSO B.V. Postbus AS Arnhem. auteurs M. Arkema J. Tolsma. projectnr revisie februari 2012
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2012/117 Archeologisch bureauonderzoek verdubbeling verbinding ZS-VLH110 tussen Vollenhove en Zwartsluis: 110kV Schakelstation Zwartsluis (gemeente Zwartewaterland (Overijssel)
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B O O R O N D E R Z O E K Oldebroek, Vierhuizenweg, gemeente Oldebroek (Gld.) Een inventariserend veldonderzoek verkennende fase ArGeoBoor rapport 1379 auteur:
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Duifhuizerweg 10 te Uden(gemeente Uden) Een verkennend booronderzoek voor de nieuwbouw van een woning. Afbeelding
Nadere informatieBUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT
BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT WONINGCORPORATIE 'GOED WONEN' 26 mei 2010 074704539:0.1 B02034.000139.0120 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Onderzoeksgebied 5 1.3 Doel
Nadere informatieBijlage 5. Archeologische Rapporten Oranjewoud 2011/95 Bureauonderzoek ten behoeve van Deelplan 4 te Rijsenhout (Oranjewoud, 2011)
Bijlage 5 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2011/95 Bureauonderzoek ten behoeve van Deelplan 4 te Rijsenhout (Oranjewoud, 2011) Archeologische Rapporten Oranjewoud 2011/95 Bureauonderzoek ten behoeve
Nadere informatiePlan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. Honderdland Ontwikkelingscombinatie cv Honderdland, fase2
Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Plangebied: Honderdland Ontwikkelingscombinatie cv Honderdland, fase2 Datum: Opsteller PvA: Autorisatie
Nadere informatieINVENTARISEREND VELDONDERZOEK ARCHEOLOGIE KONINGIN WILHELMINASTRAAT EN KONINGIN JULIANAPLEIN, HEDEL, MAASDRIEL
INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ARCHEOLOGIE KONINGIN WILHELMINASTRAAT EN KONINGIN JULIANAPLEIN, HOPPE BOUW- EN ONTWIKKELING BV 6 januari 211 B155/BD/9/76/1 Rapportage 1.1 AANLEIDING EN DOEL ONDERZOEK In
Nadere informatieRISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM
RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS (STICHTING SIG) 13 augustus 2012 076558654:0.4 - Concept B01043.200918.0100 Inhoud Samenvatting... 3 1 Inleiding en Doel Onderzoek... 4 1.1
Nadere informatieRAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)
RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen
Nadere informatieADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013
NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);
Nadere informatieHet bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent.
Archeologische Monumentenzorg stapsgewijs Proces Archeologische Monumentenzorg (AMZ) Het opsporen en waarderen van archeologische vindplaatsen in het kader van ruimtelijke ingrepen vindt plaats in stappen.
Nadere informatieAdviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt
Adviesdocument 434 Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel Projectcode: 14714VENCB Opdrachtgever: Aveco de Bondt Initiatiefnemer: G. van Hemert Onroerend Goed BV Datum: 6 mei 2010
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Gieterveen, Streek 17 (Gemeente Aa en Hunze) Een verkennend booronderzoek. Plangebied (paars) op een topografische
Nadere informatieQuickscan Archeologie
Quickscan Archeologie Project : Emplacement Enschede Projectleider : F. Bakermans Versie : EDMS nr. : xxx Status : Concept Inhoud INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Doel- en vraagstelling van het onderzoek 1.3
Nadere informatieCHECKLIST. en Wetenschap aan instellingen die hebben aangetoond bekwaam te zijn tot het doen van
ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-karterend Algemene vragen 1. Het IVO-karterend (voorzover booronderzoek en proefsleuven) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt
Nadere informatieRanst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)
RAAP België - Rapport 035 Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst) Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen Bureauonderzoek 2016L20 Landschappelijk booronderzoek 2016L21
Nadere informatieTzummarum, Buorren Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /10
Tzummarum, Buorren 40-44 Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2010-04/10 Tzummarum, Buorren 40-44 Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Veenhuizen (Dalen) Veenhuizerweg 10 (Gemeente Coevorden) Een bureauonderzoek Veenhuizen op een kaart uit de periode 1830-1850
Nadere informatieDordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.
Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek. M.C. Dorst Afbeelding: De Schrijversstraat in 1960 (RAD archiefnr. 552_302207). 2014 Gemeente Dordrecht Stadsontwikkeling/Ruimtelijke
Nadere informatieArcheologische Rapporten Oranjewoud 2010/6
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/6 Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) aan de Sint Jorisweg te Horst (gemeente Horst aan de Maas), Limburg projectnr. 200163 revisie 00 januari 2010
Nadere informatiePlangebied Kasteellaan 2
RAAP-NOTITIE 3314 Plangebied Kasteellaan 2 Gemeente Heumen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek Colofon Opdrachtgever: Oostzee Stedenbouw bv Titel: Plangebied Kasteellaan
Nadere informatieArcheologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle
Archeologietoets locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets Locatie Kerkstraat 57, Riel projectleider: B. van Spréw Datum: 13 oktober 2006 Uitgevoerd in opdracht van SAB Eindhoven contactpersoon:
Nadere informatieArcheologische MonumentenZorg
Provincie NoordBrabant Archeologische MonumentenZorg 1. EINDOORDEEL ADVIES Onderwerp Waalwijk, Sprang, Plangebied Aansluiting Bevrijdingsweg, N261 locatie B te Sprang, N261 archeologisch onderzoek. Aan
Nadere informatieArcheologisch bureau-en booronderzoek Zuiderzeestraatweg te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek
Archeologisch bureau-en booronderzoek Zuiderzeestraatweg te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek opdrachtgever BügelHajema Adviseurs BV datum projectleider de heer G.J. de Roller projectnummer 93119310 status
Nadere informatieRAAP-NOTITIE 1378. Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding
RAAP-NOTITIE 1378 Plangebied Weideveld Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding Colofon Opdrachtgever: gemeente Bodegraven Titel: Plangebied Weideveld, gemeente Bodegraven; een archeologische
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Duifhuizerweg 10 te Uden(gemeente Uden) Een verkennend booronderzoek Afbeelding 1. Locatie van het plangebied
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D E N K A R T E R E N D B O O R O N D E R Z O E K Gouderak, Veerstalblok naast nr. 7 (Gemeente Ouderkerk) Een verkennend en karterend booronderzoek
Nadere informatieArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro
ArcheoPro Archeologische rapporten nr. 602 Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal Souterrains Partner of ArcheoPro Joep Orbons Richard Exaltus juni 2006 ArcheoPro Archeologische bouwbegeleiding
Nadere informatieEen Archeologisch Bureauonderzoek voor plangebied De Grift te Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel) Steekproef /17, ISSN X)
Een Archeologisch Bureauonderzoek voor plangebied De Grift te Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel) Steekproef 2007-03/17, ISSN 1871-269X) Samenvatting Voor plangebied De Grift is in 2006 een bureauonderzoek
Nadere informatieHet is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.
Document: Archeologische Quickscan (versie 2) Plangebied: Westeinde 310a, Berkhout, gemeente Koggenland Adviesnummer: 15034 Opsteller: J.T. Verduin & C.M. Soonius (senior-archeoloog) Datum: 10-07-2015
Nadere informatieBijlage 5a. De AMZ-cyclus op land
Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land Inleiding De AMZ-cyclus omvat de volgende fasen: - Bureauonderzoek en opstellen van PvE s; - Inventariserend veldonderzoek (verkennende/karterende/waarderende fase); -
Nadere informatie