FORUM Factsheet. Basisscholen en hun buurt: ontwikkeling van afspiegeling en segregatie
|
|
- Patricia de Boer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 FORUM Factsheet Basisscholen en hun buurt: ontwikkeling van afspiegeling en segregatie April
2 FORUM Factsheet Basisscholen en hun buurt: ontwikkeling van afspiegeling en segregatie Inleiding Segregatie in het onderwijs is een thema waar veel ouders, scholen, schoolbesturen en gemeenten mee geconfronteerd worden. Bewust of onbewust hebben ouders er vaak mee te maken wanneer ze een basisschool kiezen. Scholen lopen er tegenaan wanneer ze beslissen over hun aannamebeleid. Voor schoolbesturen en gemeenten is het een (verplicht) agendapunt op hun lokale educatieve agenda om segregatie te voorkomen en sociale cohesie te bevorderen. Hoe verschillend je ook over segregatie denkt, voor alle betrokkenen is het van belang om beleid te maken op basis van duidelijk feitenmateriaal. Pas dan kun je namelijk beoordelen hoe erg je de situatie vindt en of je er iets aan zou willen doen. Een van de manieren om de mate van segregatie vast te stellen, is kijken in hoeverre basisscholen een afspiegeling vormen van de buurt waar ze in staan. Begin 2009 is er voor het eerst een overzicht gepubliceerd van de stand van zaken rond die afspiegeling in de 38 grootste gemeenten (op basis van cijfers uit schooljaar ). Uit dat overzicht bleek, dat zes van de tien scholen in die gemeenten een afspiegeling vormden van hun buurt. FORUM wil graag weten hoe de ontwikkelingen sindsdien zijn verlopen. Deze factsheet bevat gegevens over de ontwikkeling van segregatie in het basisonderwijs gedurende de schooljaren vanaf Behalve naar de mate van afspiegeling wordt daarbij ook naar andere maatstaven voor segregatie gekeken. 2
3 Samenvatting In schooljaar vormden zes van de tien basisscholen in de 38 grootste gemeenten een afspiegeling van de buurt. FORUM heeft laten onderzoeken hoe de recente situatie is en dan blijkt dat in de schooljaren tot en met in die gemeenten ruim acht van de tien scholen een redelijke afspiegeling te vormen van het voedingsgebied. De segregatie in termen van afspiegeling is zodoende afgenomen. Omdat er ook woonsegregatie bestaat, kent afspiegeling als maatstaf ook beperkingen: witte scholen in witte wijken en zwarte scholen in zwarte wijken vormen weliswaar een afspiegeling maar wijzen ook op segregatie. Daarom gebruiken sommige onderzoekers liever samengestelde of meervoudige maatstaven. Bijvoorbeeld Ladd, Fiske en Ruijs hebben mede aan de hand van dergelijke maatstaven laten zien, dat in de jaren 1997 tot en met 2005 gemiddeld genomen in de vier grote steden een stijging van de segregatie te zien was. Nieuwe berekeningen over de jaren 2010 tot en met 2013 tonen, dat de segregatie in die periode afneemt. Ook bij de G32 is te zien dat de segregatie over de hele linie is gestegen tussen 1997 en In 2009 waren de meeste maten lager dan in 2005 (ongeveer op het niveau van 1997) en in 2013 zijn ze gemiddeld genomen nog verder gedaald. Samenvattend: ook wanneer je met meervoudige maatstaven werkt wordt er een dalende trend in onderwijssegregatie zichtbaar. Segregatie komt vooral voor in de G4, daarna de G32 en tot slot de overige gemeenten. Dit hangt natuurlijk voor een deel ook samen met de mogelijkheden tot segregatie; de groep niet-westers allochtone leerlingen is in de G4 nu eenmaal groter dan in de overige gemeenten. Ook de daling is het sterkst in de G4, gevolgd door de G32. Het is goed om die feiten vast te stellen. Op basis daarvan kunnen schoolbesturen en gemeenten, scholen en ouders nagaan welke betekenis ze daaraan geven en of zij er aanleiding in zien om segregatie actief te voorkomen en verder te bestrijden. De bestaande wet- en regelgeving biedt daartoe alle ruimte, en er zijn aanwijzingen uit de twaalf pilotgemeenten dat inzet hiervoor ook op de langere termijn tot verbeteringen leidt. De toename van het aantal afspiegelingsscholen is in de jaren 2009 t/m 2013 sterker in de pilotgemeenten dan in niet-pilotgemeenten uit de G32. FORUM is enerzijds verheugd over de dalende trend. Anderzijds ziet FORUM de nog aanwezige mate van segregatie als substantieel, en roept zij partijen op zich actief in te zetten die te verkleinen. Uit eerder onderzoek van FORUM blijkt enerzijds dat er heel weinig gemeenten zijn waar gericht beleid wordt gevoerd, maar anderzijds is wel duidelijk dat met zulk beleid een wereld is te winnen. 3
4 1. Segregatie en niet-westerse allochtone leerlingen Bij segregatie gaat het om de scheiding van groepen. In het onderwijs betekent segregatie, dat leerlingen met verschillende sociale achtergronden onevenwichtig gespreid zijn over scholen in hun buurt en stad. Aanvankelijk werd daarbij gekeken naar sociaal-economische en sociaal-culturele achtergronden de oude gewichtenregeling keek zowel naar achterstand als etniciteit. Bij de nieuwe gewichtenregeling wordt (vanaf 2006) alleen naar achterstanden gekeken, maar in het onderzoek naar segregatie blijft het aandeel niet-westers allochtone leerlingen in het algemeen de maatstaf. Aandeel niet-westerse allochtone leerlingen Op 1 oktober 2013 was van de bijna 1,5 miljoen leerlingen in het basisonderwijs driekwart van autochtone herkomst, ongeveer een zesde (16,6%) van niet-westers allochtone herkomst en een betrekkelijk klein deel (6,9%) westers allochtoon. Het grootste gedeelte van de niet-westers allochtone leerlingen (93%) behoort tot de tweede generatie. Dat wil dus zeggen dat ze in Nederland zijn geboren en hier vermoedelijk hun hele jeugd hebben doorgebracht. In de G4 [de vier grootste steden van Nederland, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht] is in de jaren 2009 tot en met 2013 gemiddeld iets minder dan de helft van de leerlingen in het basisonderwijs niet-westers allochtoon. In de G32 [de grotere Nederlandse gemeenten] is dat ruim een vijfde, en in de overige gemeenten is het 8,8%. Het aandeel niet-westers allochtonen concentreert zich in de grotere steden in de Randstad. In het noorden en noordoosten zijn verhoudingsgewijs veel gebieden waar minder dan drie procent van de leerlingen van niet-westers allochtone herkomst is. Ook in het zuiden zijn veel gebieden met een aandeel niet-westers allochtone leerlingen dat aanzienlijk lager is dan het landelijk gemiddelde. Tabel 1 biedt inzicht in de ontwikkeling van het aandeel niet-westers allochtone leerlingen per gemeentecluster. In de G4 neemt het aandeel af en in de G32 en overige gemeenten neemt het toe. Gemiddeld genomen neemt het aandeel niet-westers allochtone leerlingen ook toe. (De stijging van het aandeel niet-westers allochtone leerlingen neemt over de jaren heen af.) Tabel 1. Ontwikkeling van het percentage niet-westers allochtone leerlingen Vergelijking van schooljaren G4 G32 Overig Gemiddelde > ,70% 0,87% 2,31% 1,30% > ,68% 0,94% 2,25% 1,20% > ,40% 0,11% 1,87% 0,58% > ,03% -0,49% 1,93% 0,34% 4
5 2. Afspiegeling als maatstaf voor segregatie Het Kenniscentrum Gemengde Scholen heeft in 2009 een rapport over de samenstelling van basisscholen in 38 gemeenten gepubliceerd 1. In het rapport wordt de volgende werkwijze gehanteerd om de mate van afspiegeling van de buurt te bepalen: de verhouding in de leerling populatie is vergeleken met de samenstelling van de buurt waarin de school staat. Hier wordt voor een iets andere benadering gekozen. Op basis van deelnamepercentages van leerlingen in verschillende postcodegebieden en de verhouding niet-westers allochtonen en andere leerlingen in die postcodegebieden, is een verwacht aantal niet-westers allochtonen bepaald. De omgeving waar de school mee wordt vergeleken is dus het voedingsgebied, gewogen naar het aantal leerlingen dat uit verschillende delen van dat voedingsgebied komt. Waarom deze andere benadering? De buurt waar de school staat kan om demografische redenen een vertekend beeld geven (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een bejaardenhuis met autochtonen in een wijk met overwegend allochtone leerlingen). Deze vertekening treedt niet op in de hier gekozen benadering, omdat hier alleen van de leerling populatie in het voedingsgebied is uitgegaan. Aandeel niet-westers allochtone leerlingen per school In tabel 2 is het aantal scholen weergegeven per gemeentecluster naar het aandeel niet-westers allochtone leerlingen dat op een school onderwijs volgt. De tabel laat alleen het laatste schooljaar zien. In bijlage 1 is een tabel met de schooljaren tot en met opgenomen. Tabel 2 maakt duidelijk dat in de G4 op relatief veel van de scholen 70% of meer niet-westers allochtone leerlingen zitten, terwijl in de G32 en overige gemeenten het grootste deel van de scholen tot 20% niet-westers allochtone leerlingen heeft. Tabel 2. Aantal scholen per gemeentecluster naar aandeel niet-westers allochtone leerlingen Schooljaar Gemeente cluster Tot 20% % Van 20% tot 50% % Van 50% tot 70% % 70% of meer % Totaal % G ,1% ,6% 99 15,8% ,4% % G ,6% ,7% 92 6,6% 85 6,1% % Overig ,8% 416 8,7% 49 1,0% 25 0,5% % Totaal ,6% ,2% 240 3,5% 319 4,7% % In de loop van de tijd is een verschuiving te zien (zie tabel in bijlage 1). In de G4 zien we een afname van het aandeel scholen dat 70% of meer niet-westers allochtone leerlingen op school heeft (concentratiescholen); het aandeel scholen dat 20% tot 50% en het aandeel scholen dat 50% tot 70% niet-westers allochtone leerlingen op school heeft, neemt toe. In de G32 is geen duidelijke ontwikkeling te zien. In de overige gemeenten neemt het aandeel scholen dat tot 20% niet-westers allochtone leerlingen op school heeft enigszins af en het aandeel scholen dat 20% tot 50% nietwesters allochtone leerlingen op school heeft enigszins toe. Mate van afspiegeling van voedingsgebied In tabel 3 is het aantal scholen weergegeven per gemeentecluster, waarbij het verschil is aangegeven in het feitelijke aandeel niet-westers allochtone leerlingen op de school en het verwachte aandeel niet-westers allochtone leerlingen. Hier is te zien dat in de G4 op relatief veel 1 Wolfgram, Peter m.m.v. Jan Tito & Guido Walraven, Leerlingen, basisscholen en hun buurt, Amsterdam/Rotterdam: Kenniscentrum gemengde scholen,
6 scholen verschillen zijn tussen het daadwerkelijke en het verwachte aandeel niet-westers allochtone leerlingen. Er zijn met name relatief veel scholen met meer niet-westers allochtonen dan verwacht. In de G32 en vooral in de overige gemeenten komt het daadwerkelijk aandeel niet-westers allochtonen op scholen beter overeen met de verwachting. Tabel 3. Verschil in het daadwerkelijke aandeel niet-westers allochtone leerlingen op de school en het verwacht aandeel niet-westers allochtone leerlingen naar gemeentecluster Schooljaar Gemeente Cluster Meer dan 20% minder tov Van 20% tot 10% minder tov Van 10% minder tot 10% meer tov Van 10% tot en met 20% meer tov G4 21 3,4% 84 13,4% ,3% ,7% G ,9% 118 8,5% ,2% 116 8,3% Overig 8 0,2% 102 2,1% ,0% 166 3,5% Totaal 41 0,6% 304 4,5% ,6% 399 5,9% De middelste categorie uit tabel 3 laat zien welke scholen min of meer een afspiegeling zijn van hun voedingsgebied. Bij de eerste meting in schooljaar vormden zes op de tien scholen een afspiegeling van de buurt. Met de nu gehanteerde andere manier van meten blijken ruim acht van de tien scholen een redelijke afspiegeling te vormen van het voedingsgebied in de schooljaren tot en met (zie bijlage 1). De ontwikkeling van deze zogenoemde afspiegelingsscholen wordt weergegeven in figuur 2.1. Ook daaruit blijkt, dat over het geheel genomen het aandeel afspiegelingsscholen toeneemt. Dit komt vooral door de ontwikkeling in de G4. Die is toe te schrijven aan een afname van het aantal scholen waar het daadwerkelijk aandeel niet-westers allochtonen op de school minder is dan verwacht. Figuur 2.1 Aandeel scholen waarbij verwacht en daadwerkelijk aandeel niet-westers allochtone leerlingen overeenkomt 6
7 Nader onderzoek naar scholen die wel of niet evenwichtiger zijn geworden Wanneer je kijkt naar de gemiddelde ontwikkeling over de laatste jaren, dan lijkt de segregatie af te nemen. Hoe zit dat wanneer je kijkt naar verschillende groepen scholen? Om te beginnen kijken we naar scholen die evenwichtiger zijn geworden en scholen die minder evenwichtig zijn geworden. Als je naar de (vijf) categorieën in tabel 3 kijkt, dan onderzoeken we scholen die duurzaam naar een andere categorie zijn gegaan. Scholen die evenwichtiger worden schuiven op naar de middelste categorie, zij worden dus minder zwart of minder wit. Scholen die minder evenwichtig worden komen verder van de middelste categorie te staan, zij worden zwarter of witter. In de jaren 2010 tot en met 2013 hebben 320 scholen een evenwichtiger leerling samenstelling gekregen, terwijl 285 scholen minder evenwichtig zijn geworden. In de G32 en G4 zijn scholen gemiddeld genomen evenwichtiger geworden, in de overige gemeenten minder evenwichtig. Scholen die aan het begin van de periode van categorie zijn gewisseld, zijn vaker evenwichtiger geworden dan scholen die aan het in latere jaren wisselden. De afname van segregatie lijkt zodoende te stabiliseren. Bij scholen die evenwichtiger zijn geworden is te zien, dat over de gehele linie het verwachte aantal niet-westers allochtone leerlingen toeneemt. De verschillen in daadwerkelijke aantallen niet-westers allochtone leerlingen zijn groter dan bij het verwachte aantal leerlingen. Dit is een indicatie dat op deze scholen mogelijk aandacht wordt besteed aan een evenwichtiger verdeling. Het is namelijk niet zo dat het verwachte aantal (dat als demografische component buiten de invloedsfeer van de school ligt) voor het belangrijkste deel maakt dat er meer evenwichtigheid is. Het is vooral het verschil in het daadwerkelijk aantal niet-westers allochtone leerlingen dat de school evenwichtiger maakt qua samenstelling. Opvallend is ook dat de leerlingenaantallen gemiddeld genomen zijn gegroeid in het jaar van de verandering. Hierdoor hebben scholen de ruimte en mogelijkheden om iets te doen aan de evenwichtigheid van de leerling samenstelling. Bij scholen die minder evenwichtig zijn geworden, gaan veel scholen naar een categorie met meer niet-westers allochtone leerlingen dan verwacht. Dit zijn relatief kleinere scholen, die ook nog met een (sterke) afname van het totaal aantal leerlingen te maken hebben. Zij hebben minder ruimte om aandacht te geven aan de evenwichtigheid van de leerling samenstelling. Groei en krimp van leerling aantallen kan te maken hebben met zowel algemene demografische trends in een regio als met keuzegedrag van ouders (bijvoorbeeld witte vlucht of ook wel zwarte vlucht ). Tabel 4 gaat nader in op de demografische ontwikkelingen. In die tabel is voor de verschillende categorieën scholen de gemiddelde ontwikkeling in leerlingenaantallen weergegeven. Daarbij is de stand van het laatste jaar (2013) vergeleken met de stand in het eerste jaar (2009). Fusies, opheffingen en nieuw gestichte scholen zijn voor dit doel buiten beschouwing gelaten. De ontwikkeling in de onderzoeksperiode sluit aan bij de ontwikkeling van leerlingenaantallen op het moment dat de school van categorie wisselt. Scholen die evenwichtiger worden zijn groeiende scholen. Scholen die onevenwichtiger worden en witter of te wit worden die groeien ook iets. Scholen die onevenwichtiger worden en zwarter of te zwart worden zijn sterk krimpende scholen. 7
8 Tabel 4. Verschil in totaal aantal leerlingen van scholen die meer of minder evenwichtig zijn geworden Verschil in totaal Evenwichtscategorie aantal leerlingen Aantal scholen Van 'te wit' of 'witter' naar betere afspiegeling 16,1 113 Van 'te zwart' of 'zwarter' naar betere afspiegeling Van betere afspiegeling naar 'witter' of 'te wit' Van betere afspiegeling naar 'zwarter' of 'te zwart' 11, , ,0 168 Totaal -0,2 514 Je kunt ook nagaan in hoeverre scholen veranderen door reguliere instroom (in groep 1) en uitstroom (in groep 8) of door tussentijdse stromen. De percentages tussen tussentijdse in- en uitstroom verschillen niet heel sterk bij scholen die evenwichtiger worden, terwijl die bij scholen die onevenwichtiger worden wel erg sterk verschillen. Scholen die van evenwichtiger naar te zwart gaan kennen in dat jaar een lage tussentijdse instroom van niet-westers allochtone leerlingen en een hoge tussentijdse uitstroom van deze leerlingen. Denominatie van scholen Zijn er ook verschillen rond afspiegeling als je kijkt naar denominatie? Tabel 4 laat het volgende beeld zien. Protestants-Christelijke scholen zijn het vaakst scholen waarbij verwachting en werkelijkheid dicht bij elkaar liggen (90,5%); Rooms-katholieke scholen zitten daar dichtbij. Openbare en algemeen bijzondere scholen (zoals Dalton of Montessori) volgen met bijna 81%. Antroposofische scholen hebben relatief vaak minder niet-westers allochtone leerlingen dan op basis van het voedingsgebied kan worden verwacht en dat geldt in zekere mate ook voor gereformeerd vrijgemaakte en reformatorische scholen. Islamitische, Hindoestaanse en Evangelische broederschap scholen ( overig niet-westers ) hebben juist vaak meer niet-westers allochtone leerlingen dan verwacht. In bijlage 1 is de ontwikkeling in de tijd te zien. Tabel 5. Verschil in het daadwerkelijke aandeel niet-westers allochtone leerlingen op de school en het verwacht aandeel niet-westers allochtone leerlingen naar denominatie Schooljaar Denominatie Meer dan 20% minder tov Van 20% tot 10% minder tov Van 10% minder tot 10% meer tov Openbaar 7 0,3% 58 2,6% ,9% Van 10% 20% ve Rooms-Katholiek 6 0,3% 67 3,3% ,0% Protestants-Christelijk 6 0,3% 67 3,9% ,5% Algemeen bijzonder 6 1,9% 40 12,5% ,9% Reformatorisch 8 4,8% 18 10,8% ,3% Gereformeerd vrijgemaakt 2 1,8% 21 18,8% 89 79,5% Overig westers 1 1,1% 7 8,0% 69 79,3% Antroposofisch 5 7,1% 26 37,1% 39 55,7% Overig niet-westers 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% Totaal 41 0,6% 304 4,5% ,6% 8
9 In hoeverre komt dit beeld overeen met het eerste onderzoek naar schooljaar ? Er zijn drie ontwikkelingen te zien. In het eerste onderzoek schommelden de grotere denominaties (openbaar, algemeen bijzonder, protestants-christelijk en rooms-katholiek) rond het gemiddelde, terwijl PC en RK daar nu boven zitten. De groep overige westers zat toen beduidend onder het gemiddelde, maar zit daar nu heel dichtbij. Bij de groep overig niet-westers was eerder in 24% van de gevallen sprake van afspiegelingsscholen, en van de 52 scholen in die groep is er nu geen enkele een afspiegeling van het voedingsgebied. Alle scholen uit die groep zijn nu zwarter of te zwart (om de formulering uit het eerste rapport te gebruiken voor de categorieën 10-20% of boven 20% hoger dan verwacht). Deze laatste ontwikkeling is vanuit het gezichtspunt van segregatie bezien natuurlijk negatief en ook zorgelijk; de twee andere ontwikkelingen zijn juist positief. 9
10 3. Andere maatstaven voor segregatie Nagaan of de schoolpopulatie een afspiegeling vormt van de buurt of het voedingsgebied is een eerste en eenvoudige maatstaf voor segregatie. Het is voor een deel echter geen adequate maatstaf, omdat witte scholen in witte buurten en zwarte scholen in zwarte buurten weliswaar een afspiegeling vormen van hun omgeving, maar ook segregatie in het onderwijs laten zien. De woonsegregatie spiegelt zich hier immers in de onderwijssegregatie. Daarom zijn onderzoekers op zoek gegaan naar maatstaven die dat bezwaar niet hebben en dat zijn vooral maten die niet enkelvoudig zijn maar meervoudig. Een duidelijk voorbeeld daarvan vormen Ladd, Fiske en Ruijs (bijvoorbeeld ). Zij vergelijken de populatie van een school met de populatie van de gemeente waar de school staat aan de hand van vijf maatstaven voor segregatie (uit de Amerikaanse literatuur). Die vijf maten zijn in twee categorieën in te delen. De eerste categorie geeft de mate weer waarin leerlingen met een migrantenachtergrond geconcentreerd zijn in bepaalde scholen. Dat zijn dus nog steeds enkelvoudige maatstaven (die ook mede afhangen van de het aandeel migrantenleerlingen in een stad). De tweede categorie biedt samengestelde maatstaven, die laten zien in welke mate migrantenleerlingen en andere leerlingen ongelijk verdeeld zijn over scholen. (Die maatstaven zijn vaak minder afhankelijk van het aandeel migrantenleerlingen in een stad.) De maatstaven zijn: 1. percentage niet-westers allochtone leerlingen op scholen met meer dan 50 procent nietwesters allochtone leerlingen; 2. percentage niet-westers allochtone leerlingen op scholen met meer dan 70 procent nietwesters allochtone leerlingen; 3. Isolatie index: een kengetal dat aangeeft in welke mate niet-westers allochtone leerlingen op scholen zitten met andere niet-westers allochtone leerlingen; 4. Verschil index ; een kengetal dat aangeeft in welke mate niet-westers allochtone leerlingen ongelijk zijn verdeeld over scholen; 5. Segregatie index (van Gorard): een kengetal dat de proportie van leerlingen aangeeft dat van school zou moeten wisselen, om een volledig gelijkmatige verdeling binnen de gemeente te verkrijgen. Ladd, Fiske en Ruijs gebruikten deze maatstaven, om de G4 en G32 in de jaren 1997 tot en met 2005 te onderzoeken. Zij concluderen, dat de verdeling van migrantenleerlingen in hoge mate onevenwichtig was in die jaren maar niet hoger in 2005 dan in Met andere woorden de segregatie was toen zowel vrij stabiel als vrij hoog. Uit de verschil index blijkt bijvoorbeeld, dat ruim 60% van de leerlingen naar andere scholen zou moeten gaan om evenwicht te bereiken; en uit de segregatie index dat migrantenleerlingen 45% halen van de mogelijke gelegenheid om met leerlingen zonder migranten achtergrond op school te zitten (de maximum exposure rate ). De vijf maatstaven gebruiken we hier voor onderzoek naar de 38 gemeenten in de jaren tot en met Het blijkt, dat twee van de drie samengestelde maatstaven over die jaren een zelfde trend laten zien, namelijk dat de segregatie afneemt. (De derde maatstaf, de segregatie index van Gorard, nemen Ladd, Fiske en Ruijs vooral op om ook vergelijkingen met de Verenigde Staten te kunnen maken. Uit hun vergelijking op alle maatstaven blijkt, dat het segregatieniveau in de G36 hoog is, even hoog of soms zelfs hoger dan in steden in de Verenigde Staten. ) 2 Ladd, Helen F., Edward B. Fiske & Nienke Ruijs, Parental choice in the Netherlands: Rising concerns about segregation, paper voor de 2009 National Conference on School Choice, Vanderbilt University. 10
11 Ad 1. Ruim een kwart van de niet-westers allochtone leerlingen in Nederland gaat naar een basisschool waar meer dan de helft van alle leerlingen niet-westers allochtoon is. In de G4 is dit aandeel een stuk hoger dan in de overige gemeenten (rond de 70%). Ad 2. Iets meer dan 20% van de niet-westers allochtone leerlingen zit op een school met meer dan 70% niet-westers allochtone leerlingen. In de G4 is dit aandeel veel hoger dan in andere gemeenten (tussen de 50 en 60%). Dit wekt geen verbazing, gezien het hoge aandeel niet-westers allochtonen dat in de G4 onderwijs volgt (vgl. tabel 2). Ad 3. De isolatie index laat zien, in welke mate niet-westers allochtone leerlingen op scholen zitten met andere niet-westers allochtone leerlingen. Dat is in de G4 het vaakst het geval, gevolgd door andere grote gemeenten. De isolatie-index neemt in de G4 de laatste jaren wel af. Ad 4. De verschil index laat eenzelfde beeld zien als de vorige maten. De hoogste indexscores vinden we in de G4, gevolgd door de G32. De verschil index neemt in de G4 redelijk sterk af. Ad 5. De segregatie index geeft de proportie van leerlingen aan dat van school zou moeten wisselen, om een volledig gelijkmatige verdeling binnen de gemeente te verkrijgen. De waarden liggen bij deze index veel dichter bij elkaar dan bij de andere indices. Dat komt vooral omdat de G4 hier het laagst op scoort. De G4 en G32 nader beschouwd De figuur hieronder laat de ontwikkeling zien van vijf segregatiematen in de vier grote steden. Voor de periode zijn de gegevens daarvoor ontleend aan Ladd, Fiske en Ruijs, voor de periode aan DUO. De doelgroep is enigszins anders gedefinieerd, Ladd, Fiske en Ruijs zijn van de oude gewichtenregeling uitgegaan, DUO van niet-westers allochtone leerlingen. Desondanks laat vergelijking zien dat de maten redelijk goed op elkaar aansluiten. Verder is hieruit af te leiden dat in de jaren 1997 tot en met 2005 gemiddeld genomen in de vier grote steden een stijging van de segregatie te zien was, terwijl de segregatie in de laatste jaren afneemt. Figuur 3.1 Vijf maten voor segregatiein de vier grote steden, in de periode (Ladd, Fiske en Ruijs) en (DUO-gegevens) 11
12 Waarom zijn de jaren tussen 2005 en 2009 hier niet opgenomen? Omdat iedere reeks op zich uitgaat van dezelfde data en daardoor consistent is, terwijl bij een vergelijking met de tussenliggende jaren problemen ontstaan. Ladd, Fiske en Ruijs hebben hun reeks tot en met 2005 doorgetrokken, omdat in 2006 de nieuwe gewichtenregeling in gebruik werd genomen. DUO is de reeks begonnen in 2009, omdat toen het onderwijsnummer in gebruik werd genomen. Tabel 6 laat de ontwikkeling zien van de vijf segregatiematen voor de G32. Ook hier is te zien dat de segregatie over de hele linie genomen is gestegen tussen 1997 en In 2009 waren de meeste maten lager dan in 2005, ongeveer op het niveau van In 2013 zijn deze gemiddeld genomen nog verder gedaald in de G32. Tabel 6. Vijf maten voor segregatie in de G32, in de periode (Ladd, Fiske en Ruijs) en (DUO-gegevens) Ladd, Fiske en Ruijs DUO Isolatiematen > 50% doelgroepleerlingen 0,289 0,35 0,277 0,269 > 70% doelgroepleerlingen 0,16 0,197 0,167 0,156 Isolatie index 0,37 0,405 0,369 0,36 Balansmaten Verschil index 0,525 0,561 0,416 0,4 Segregatie index 0,264 0,304 0,213 0,198 12
13 4. Discussie: mogelijke verklaringen De algemene trend vanaf 2009 lijkt er een te zijn van afnemende segregatie. Een belangrijke vraag is nu, hoe we die daling van de segregatie kunnen verklaren? Komt dat bijvoorbeeld door demografische ontwikkelingen, door labels die we gebruiken of door beleidsmaatregelen die worden ingezet? Voor FORUM is een verklaring van de daling van belang, ook omdat beleidsmakers (bijvoorbeeld van schoolbesturen en gemeenten) zouden moeten weten hoe ze die dalende trend kunnen versterken. Er is nog nauwelijks onderzoek gedaan naar de dalende trend. Maar als bijdrage aan de discussie over verklaringen kunnen we wel het volgende zeggen. Aandeel niet/westers allochtone leerlingen? De gemiddelde daling van de segregatiematen in de G4 zou beïnvloed kunnen zijn door de daling van het aandeel niet-westers allochtone leerlingen (zie tabel 1). Dat is goed voor te stellen als de daling zich manifesteert op scholen met een hoog aandeel niet-westers allochtonen, waardoor de verhouding met het aandeel andere leerlingen evenwichtiger kan worden. Maar het aandeel nietwesters allochtonen stijgt juist in de G32 en overige gemeenten, dus de afname van de segregatie kan daar niet verklaard worden door het aandeel niet-westers allochtone leerlingen. Beleidsmaatregelen? Komt de daling dan wellicht door beleidsmaatregelen? Dat is niet waarschijnlijk wanneer je kijkt naar het aantal gemeenten dat specifiek beleid voert op dit gebied. FORUM heeft recent laten onderzoeken in welke gemeenten in het kader van de lokale educatieve agenda over het bestrijden van segregatie en het stimuleren van sociale cohesie wordt gesproken 3. Het aantal gemeenten dat beleid voert om segregatie te bestrijden blijkt duidelijk afgenomen in vergelijking met eerdere onderzoeken. Het thema staat lang niet meer zo hoog op de politieke agenda als een paar jaar geleden en er waren ook toen al weinig gemeenten die actief beleid voerden. Bovendien zijn de weinige gemeenten die nu wel iets doen aan bijvoorbeeld een gezamenlijke aanmeldleeftijd terughoudend om daarover in termen van desegregatie te spreken. Ledoux e.a. (2013: 37-38) wijzen er ook op dat (etnische) onderwijssegregatie door gemeenten wordt weg gedefinieerd. Als onderdeel van het beleid ter bestrijding van segregatie in het onderwijs zijn er in de periode in twaalf gemeenten pilots uitgevoerd. Biedt een nadere beschouwing van die pilots wellicht aanwijzingen voor ene verklaring van de dalende trend? De pilots zijn in 2012 door Regioplan geëvalueerd 4. In de evaluatie is onder andere aandacht besteed aan kwantitatieve opbrengsten. Hierover concludeerden de onderzoekers: De kwantitatieve opbrengsten van de pilots zijn lastig in kaart te brengen. De populatie van de meeste scholen in de pilotgemeenten is nog niet zichtbaar van karakter veranderd. In de meeste gemeenten zijn er slechts kleine verschuivingen te zien tussen de categorieën scholen met weinig en met veel leerlingen van niet-westerse afkomst. In negen van de twaalf pilotgemeenten hebben we wel een indicatie gevonden van een meer gemengde instroom op zwarte en concentratiescholen. We benadrukken dat het om een indicatie gaat. Het is nog te vroeg om alleen op basis van de cijfers over 2010 conclusies te trekken over de effecten van de pilots en verbanden te leggen tussen veranderingen in de samenstelling van scholen en het gevoerde beleid in de pilots. De instroom is van veel meer factoren afhankelijk. Voor een goede effectmeting zijn gegevens over meerdere jaren nodig. 3 Guuske Ledoux e.a., Bestrijding van onderwijssegregatie in gemeenten. Amsterdam: Kohnstamm Instituut, In opdracht van en in samenwerking met FORUM. 4 M. Brink, C.T.A. van Bergen, Tegengaan segregatie in het basisonderwijs: monitoring van de OCW-pilots. Eindrapport, Regioplan Beleidsonderzoek, Amsterdam,
14 Het onderzoek van Regioplan kende een aantal beperkingen. Het werd heel kort op de pilots uitgevoerd, beruste op een beperkt aantal gegevens, en bovendien moest worden geput uit verschillende, nogal diverse, gegevensbronnen. Inmiddels zijn we een aantal jaren verder. Wat we hier kunnen proberen, is op basis van de door ons gebruikte gegevens een indicatie geven van de ontwikkelingen op het gebied van segregatie in de deelnemende pilotgemeenten. We doen dat met een zekere slag om de arm. Ook omdat in het voorliggende rapport niet specifiek is gekeken naar de uitgevoerde pilots. Wij hebben dan ook niet de pretentie dat wij iets kunnen zeggen over de effecten van deze pilots. In de G4 deden alle gemeenten mee aan de pilots. In de G32 waren de deelnemende gemeenten: Almelo, Amersfoort, Deventer, Eindhoven, Leiden, Nijmegen, Schiedam en Tilburg. Deze G32 gemeenten vergelijken wij met de andere G32 gemeenten. Tabel 7 laat het percentage afspiegelingsscholen (de categorie komt overeen ) zien in de G32, onderverdeeld naar pilotgemeenten (gemiddeld ongeveer 315 scholen) en niet-pilotgemeenten (gemiddeld ongeveer 805 scholen). Het percentage afspiegelingsscholen in de pilotgemeenten is lager dan in niet-pilotgemeenten. Hier staat tegenover dat in de onderzoeksperiode wel sprake is van een sterke toename van het aandeel afspiegelingsscholen in pilotgemeenten. Zeker als dat wordt vergeleken met de ontwikkeling in niet-pilotgemeenten. Tabel 7. Percentage afspiegelingsscholen in de G32 onderverdeeld naar pilotgemeenten en nietpilotgemeenten Schooljaar Pilotgemeenten Niet-pilotgemeenten ,3% 72,8% ,6% 73,3% ,1% 74,4% ,2% 74,8% ,2% 74,9% Tabel 8 laat het aantal en aandeel scholen in de G32 zien dat duurzaam evenwichtiger en minder evenwichtig is geworden in de periode Hieruit blijkt dat in de pilotgemeenten relatief veel scholen duurzaam evenwichtiger zijn geworden, ook als dat wordt vergeleken met de ontwikkeling in niet-pilotgemeenten. Tabel 8. Scholen in de G32 die meer of minder evenwichtig zijn geworden in de periode onderverdeeld naar pilotgemeenten en niet-pilotgemeenten G32-gemeenten Evenwichtiger % Minder evenwichtig % Totaal % Pilotgemeenten 40 67,8% 19 32,2% % Niet-pilotgemeenten 72 55,4% 58 44,6% % Samenvattend neemt het aandeel afspiegelingsscholen in de pilotgemeenten dus sterker toe dan in de overige G32 gemeenten en niet alleen zijn er relatief veel scholen evenwichtiger geworden, dat is ook nog duurzaam gebeurd. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen, of er een causaal verband is tussen deze bevindingen en de (overigens uiteenlopende) beleidsmaatregelen die de pilotgemeenten hebben genomen. Maar de bevindingen vormen wel een indicatie voor het belang van aandacht voor desegregatie. Wanneer bestuurders en beleidsmakers met het thema aan de slag gaan, zoals in de pilots, dan spreekt de gemeenteraad erover, worden er discussies gevoerd met 14
15 ouders en professionals in het onderwijsveld, en komt er vaak aandacht voor in de pers. Grotere bewustwording van de problematiek kan er toe leiden dat scholen hun aannamebeleid gaan bezien en ouders hun schoolkeuze. Derde generatie? De definitie van niet-westers allochtone leerlingen heeft betrekking op de eerste en tweede generatie. Kinderen uit de derde generatie worden niet als allochtoon gedefinieerd of geregistreerd. Het is niet duidelijk in welke mate dat invloed heeft op de dalende trend in onderwijssegregatie. Voor ouders die bij hun schoolkeuze (bewust of onbewust) rekening houden met de leerling samenstelling op een basisschool maakt de definitie van beleidsmakers echter niet uit. Samenvattend De belangrijkste aanwijzing voor het verklaren van de trend in onderwijssegregatie is, dat gemeente, schoolbesturen, scholen en ouders met het thema bezig gaan en maatregelen nemen, zoals in de twaalf pilots is gebeurd. Nader onderzoek naar een verklaring is echter nodig. 15
16 5. Conclusie De verschillende benaderingen en maatstaven bieden verschillende manieren om iets te kunnen zeggen over segregatie. Ze kennen allemaal voor- en nadelen, maar belangrijk is dat ze gezamenlijk een beeld geven van de stand van segregatie. Dat beeld wijst voor de regionale verdeling wel dezelfde kant op: segregatie komt vooral voor in de G4, daarna de G32 en tot slot de overige gemeenten. Dit hangt natuurlijk voor een deel ook samen met de mogelijkheden tot segregatie; de groep niet-westers allochtone leerlingen (en de schoolkeuze) is in de G4 nu eenmaal groter dan in de overige gemeenten. De eerste benadering kijkt naar de mate van afspiegeling. Dan komt naar voren dat het daadwerkelijk aandeel niet-westers allochtonen op scholen de laatste jaren meer overeen komt met het verwacht aandeel. Dit komt vooral door de ontwikkeling in de G4. Het wijst erop dat de segregatie in deze jaren is afgenomen. Als wordt gekeken naar scholen die duurzaam minder of meer gesegregeerd zijn geworden in de jaren 2009 t/m 2013, dan wijst de ontwikkeling erop dat de afname van de segregatie aan het stabiliseren is. Verder blijkt dat scholen die minder gesegregeerd raken groeiende scholen zijn. Bij scholen die meer gesegregeerd raken is sprake van relatief meer tussentijdse uitstroom van de groep leerlingen die er verhoudingsgewijs te weinig is ten opzichte van de verwachting (niet-westers allochtone leerlingen op een te witte school en autochtone leerlingen op een te zwarte school). De tweede benadering werkt met andere maatstaven, waaronder samengestelde indices. Met een slag om de arm geven we in onderstaande tabel bij wijze van samenvattende conclusie de gemiddelde ontwikkeling van de drie samengestelde indices weer, zowel in de tijd als uitgesplitst naar gemeentecluster. Tabel 9 laat zien dat de segregatie over de gehele linie daalt. De daling is het sterkst in de G4, gevolgd door de G32. Tabel 9. Gemiddelde ontwikkeling van de 3 indices in de tijd Vergelijking van schooljaren G4 G32 Overige gemeenten 2009 > ,5% -0,7% -0,1% 2010 > ,7% -0,6% 0,5% 2011 > ,9% -1,6% -0,6% 2012 > ,7% -0,7% -1,4% Volgens FORUM is het heel positief dat alles erop wijst dat de segregatie van niet-westers allochtone leerlingen in het Nederlandse basisonderwijs de laatste jaren is afgenomen. Ook de aanwijzing dat die daling verklaard kan worden door aandacht voor het thema van alle betrokkenen, zoals de pilots laten zien, is voor FORUM van belang. Ook al is voor het verklaren van de trend in onderwijssegregatie nog nader onderzoek nodig, toch is duidelijk dat de inzet van gemeente, scholen, schoolbesturen en ouders hier verschil kan maken. Die inzet is ook nodig om de segregatie in het onderwijs verder terug te dringen, want hoewel de trend een daling te zien geeft is er nog steeds veel segregatie, wat FORUM betreft teveel. 16
17 Verantwoording Deze factsheet is gebaseerd op een onderzoek waartoe FORUM een opdracht heeft gegeven aan het landelijk Kenniscentrum Gemengde Scholen. Het is deels een vervolg op een onderzoek van het Kenniscentrum naar de samenstelling van schoolpopulaties en buurtpopulaties (Wolfgram e.a., 2009). Voor cijfers over de periode vanaf het eerste onderzoek heeft het Kenniscentrum contact gezocht met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het Kenniscentrum wil graag de volgende mensen bedanken voor hun medewerking en samenwerking: Cees Buis (OCW); Erik Fleur, Robin Mulder en Ton Veugen (DUO). De feitelijke basis voor deze factsheet is ontleend aan een notitie van Robin Mulder en Erik Fleur, Segregatie in het basisonderwijs, Zoetermeer: DUO/IP, Robin Mulder is daarvoor de contactpersoon. Guido Walraven, coördinator van het Kenniscentrum, is verantwoordelijk voor de tekst van deze factsheet. Voor de publicatie daarvan is FORUM eindverantwoordelijk. 17
18 BIJLAGEN Bijlage 1 Tijdreeks van tabel 2. Aantal scholen per gemeentecluster naar aandeel niet-westers allochtone leerlingen Schooljaar Gemeente cluster Tot 20% % Van 20% tot 50% % Van 50% tot 70% % 70% of meer % Totaal % G ,5% ,3% 74 12,0% ,2% % G ,1% ,7% 91 6,5% 95 6,7% % Overig ,8% 377 7,6% 55 1,1% 29 0,6% % Subtotaal ,5% ,1% 220 3,1% 373 5,3% % G ,5% ,9% 73 11,6% ,1% % G ,1% ,7% 93 6,6% 95 6,7% % Overig ,4% 395 8,0% 53 1,1% 28 0,6% % Subtotaal ,1% ,4% 219 3,1% 375 5,3% % G ,6% ,0% 84 13,4% ,9% % G ,9% ,0% 90 6,4% 95 6,7% % Overig ,2% 400 8,1% 57 1,2% 25 0,5% % Subtotaal ,1% ,4% 231 3,3% 357 5,1% % G ,2% ,8% 85 13,6% ,4% % G ,6% ,2% 95 6,8% 91 6,5% % Overig ,1% 406 8,3% 51 1,0% 27 0,6% % Subtotaal ,8% ,8% 231 3,3% 346 5,0% % G ,1% ,6% 99 15,8% ,4% % G ,6% ,7% 92 6,6% 85 6,1% % Overig ,8% 416 8,7% 49 1,0% 25 0,5% % Subtotaal ,6% ,2% 240 3,5% 319 4,7% % Totaal ,0% ,6% ,3% ,1% % 18
19 Tijdreeks van tabel 3. Verschil in het daadwerkelijke aandeel niet-westers allochtone leerlingen op de school en het verwacht aandeel niet-westers allochtone leerlingen Schooljaar Gemeente cluster Meer dan 20% minder tov Van 20% tot Van 10% minder Van 10% tot en 10% minder tot 10% meer met 20% meer tov tov tov Meer dan 20% meer tov Totaal % G4 33 5,3% 80 12,9% ,6% ,2% 68 11,0% % G ,0% 140 9,9% ,0% 137 9,7% 132 9,4% % Overig 11 0,2% 105 2,1% ,0% 159 3,2% 124 2,5% % Subtotaal 58 0,8% 325 4,6% ,9% 421 6,0% 324 4,6% % G4 33 5,2% 85 13,5% ,4% ,1% 68 10,8% % G ,1% 136 9,6% ,7% 132 9,3% 133 9,4% % Overig 11 0,2% 106 2,1% ,7% 174 3,5% 120 2,4% % Subtotaal 59 0,8% 327 4,7% ,8% 426 6,1% 321 4,6% % G4 34 5,4% 78 12,5% ,3% ,4% 65 10,4% % G ,0% 133 9,4% ,6% 114 8,1% 139 9,9% % Overig 11 0,2% 105 2,1% ,7% 180 3,6% 114 2,3% % Subtotaal 59 0,8% 316 4,5% ,1% 415 6,0% 318 4,6% % G4 25 4,0% 81 12,9% ,0% ,0% 69 11,0% % G ,9% 125 8,9% ,6% 116 8,3% 131 9,3% % Overig 10 0,2% 112 2,3% ,7% 170 3,5% 112 2,3% % Subtotaal 47 0,7% 318 4,6% ,3% 405 5,9% 312 4,5% % G4 21 3,4% 84 13,4% ,3% ,7% 70 11,2% % G ,9% 118 8,5% ,2% 116 8,3% 128 9,2% % Overig 8 0,2% 102 2,1% ,0% 166 3,5% 105 2,2% % Subtotaal 41 0,6% 304 4,5% ,6% 399 5,9% 303 4,5% % Totaal 264 0,8% ,6% ,2% ,0% ,5% % 19
20 Tijdreeks van tabel 4. Verschil in het daadwerkelijke aandeel niet-westers allochtone leerlingen op de school en het verwacht aandeel niet-westers allochtone leerlingen naar denominatie Schooljaar Denominatie Meer dan 20% minder tov verwacht Van 20% tot 10% minder % tov Van 10% minder tot 10% meer tov Van 10% tot en met 20% meer tov verwacht Meer dan 20% meer % tov Totaal % Openbaar 9 0,4% 65 2,8% ,6% 222 9,6% 177 7,6% % Rooms-Katholiek 9 0,4% 84 4,1% ,4% 104 5,0% 65 3,1% % Protestants-Christelijk 11 0,6% 61 3,4% ,0% 73 4,1% 33 1,8% % Algemeen bijzonder 8 2,5% 48 15,0% ,9% 5 1,6% 3 0,9% % Reformatorisch 8 4,8% 16 9,6% ,5% 0 0,0% 0 0,0% % Gereformeerd vrijgemaakt 5 4,3% 17 14,7% 94 81,0% 0 0,0% 0 0,0% % Overig westers 0 0,0% 9 11,3% 63 78,8% 6 7,5% 2 2,5% % Antroposofisch 8 11,3% 24 33,8% 39 54,9% 0 0,0% 0 0,0% % Overig niet-westers 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 9 19,6% 37 80,4% % Subtotaal 58 0,8% 324 4,6% ,0% 419 6,0% 317 4,5% % Openbaar 10 0,4% 63 2,7% ,8% 224 9,6% 174 7,5% % Rooms-Katholiek 8 0,4% 85 4,1% ,3% 105 5,1% 66 3,2% % Protestants-Christelijk 11 0,6% 64 3,6% ,8% 72 4,0% 35 2,0% % Algemeen bijzonder 8 2,5% 48 15,0% ,1% 8 2,5% 3 0,9% % Reformatorisch 8 4,8% 17 10,2% ,9% 0 0,0% 0 0,0% % Gereformeerd vrijgemaakt 7 6,0% 16 13,8% 93 80,2% 0 0,0% 0 0,0% % Overig westers 0 0,0% 10 11,5% 66 75,9% 8 9,2% 3 3,4% % Antroposofisch 7 9,9% 24 33,8% 40 56,3% 0 0,0% 0 0,0% % Overig niet-westers 0 0,0% 0 0,0% 1 2,0% 9 18,0% 40 80,0% % Subtotaal 59 0,8% 327 4,7% ,8% 426 6,1% 321 4,6% % Openbaar 10 0,4% 65 2,8% ,3% 217 9,4% 164 7,1% % Rooms-Katholiek 11 0,5% 85 4,1% ,0% 103 5,0% 70 3,4% % Protestants-Christelijk 10 0,6% 53 3,0% ,4% 73 4,1% 35 2,0% % Algemeen bijzonder 8 2,5% 46 14,2% ,6% 7 2,2% 5 1,5% % Reformatorisch 8 4,8% 19 11,4% ,7% 0 0,0% 0 0,0% % Gereformeerd vrijgemaakt 4 3,4% 18 15,5% 94 81,0% 0 0,0% 0 0,0% % Overig westers 1 1,1% 5 5,7% 72 82,8% 6 6,9% 3 3,4% % Antroposofisch 7 10,0% 25 35,7% 38 54,3% 0 0,0% 0 0,0% % Overig niet-westers 0 0,0% 0 0,0% 1 2,0% 9 17,6% 41 80,4% % Subtotaal 59 0,8% 316 4,5% ,1% 415 6,0% 318 4,6% % Openbaar 8 0,4% 58 2,5% ,6% 211 9,2% 166 7,3% % Rooms-Katholiek 6 0,3% 82 4,0% ,4% 106 5,2% 64 3,1% % Protestants-Christelijk 6 0,3% 70 4,0% ,1% 64 3,6% 34 1,9% % Algemeen bijzonder 8 2,5% 38 11,9% ,5% 9 2,8% 4 1,3% % Reformatorisch 7 4,2% 18 10,8% ,9% 0 0,0% 0 0,0% % Gereformeerd vrijgemaakt 5 4,4% 21 18,6% 87 77,0% 0 0,0% 0 0,0% % Overig westers 1 1,1% 6 6,9% 72 82,8% 5 5,7% 3 3,4% % Antroposofisch 6 8,6% 25 35,7% 39 55,7% 0 0,0% 0 0,0% % Overig niet-westers 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 10 19,6% 41 80,4% % Subtotaal 47 0,7% 318 4,6% ,3% 405 5,9% 312 4,5% % Openbaar 7 0,3% 58 2,6% ,9% 214 9,5% 150 6,7% % Rooms-Katholiek 6 0,3% 67 3,3% ,0% 106 5,2% 64 3,2% % Protestants-Christelijk 6 0,3% 67 3,9% ,5% 56 3,2% 35 2,0% % Algemeen bijzonder 6 1,9% 40 12,5% ,9% 9 2,8% 6 1,9% % Reformatorisch 8 4,8% 18 10,8% ,3% 0 0,0% 0 0,0% % Gereformeerd vrijgemaakt 2 1,8% 21 18,8% 89 79,5% 0 0,0% 0 0,0% % Overig westers 1 1,1% 7 8,0% 69 79,3% 7 8,0% 3 3,4% % Antroposofisch 5 7,1% 26 37,1% 39 55,7% 0 0,0% 0 0,0% % Overig niet-westers 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 7 13,5% 45 86,5% % Subtotaal 41 0,6% 304 4,5% ,6% 399 5,9% 303 4,5% % Totaal 264 0,8% ,6% ,2% ,0% ,5% % 20
21 Bijlage 2 Overzichten per gemeente Gemeente Schooljaar Aantal leerlingen Aantal vestigingen % nietwesterse leerlingen Gemiddelde schoolgrootte Aandeel afspiegelings scholen Amsterdam ,3% ,1% ,3% ,7% ,3% ,4% ,1% ,1% ,7% ,1% Totaal Amsterdam ,1% ,7% Rotterdam ,8% ,5% ,8% ,7% ,8% ,9% ,8% ,9% ,0% ,7% Totaal Rotterdam ,7% ,9% 's-gravenhage ,9% ,4% ,5% ,7% ,8% ,9% ,7% ,9% ,4% ,8% Totaal 's-gravenhage ,5% ,3% Utrecht ,1% ,6% ,5% ,4% ,2% ,4% ,4% ,8% ,6% ,5% Totaal Utrecht ,0% ,2% Almere ,0% ,1% ,7% ,9% ,0% ,2% ,6% ,8% ,4% ,0% Totaal Almere ,9% ,0% Eindhoven ,8% ,9% ,2% ,6% ,6% ,8% ,3% ,1% ,3% ,1% Totaal Eindhoven ,3% ,5% Tilburg ,8% ,6% ,0% ,7% ,0% ,9% ,9% ,3% ,9% ,9% Totaal Tilburg ,9% ,1% 21
22 Gemeente Schooljaar Aantal leerlingen Aantal vestigingen % nietwesterse leerlingen Gemiddelde schoolgrootte Aandeel afspiegelings scholen Amersfoort ,3% ,2% ,5% ,0% ,5% ,0% ,7% ,0% ,5% ,6% Totaal Amersfoort ,5% ,0% Haarlemmermeer ,5% ,4% ,1% ,3% ,2% ,0% ,0% ,0% ,2% ,0% Totaal Haarlemmermeer ,0% ,5% Breda ,5% ,7% ,0% ,7% ,2% ,0% ,1% ,9% ,3% ,4% Totaal Breda ,0% ,7% Apeldoorn ,9% ,7% ,7% ,3% ,7% ,9% ,8% ,1% ,0% ,9% Totaal Apeldoorn ,8% ,6% Zaanstad ,3% ,6% ,7% ,0% ,5% ,5% ,7% ,5% ,9% ,5% Totaal Zaanstad ,6% ,6% Enschede ,3% ,0% ,1% ,0% ,2% ,8% ,0% ,7% ,7% ,8% Totaal Enschede ,1% ,4% Arnhem ,8% ,1% ,5% ,2% ,5% ,0% ,8% ,0% ,4% ,0% Totaal Arnhem ,2% ,3% 22
23 Gemeente Schooljaar Aantal leerlingen Aantal vestigingen % nietwesterse leerlingen Gemiddelde schoolgrootte Aandeel afspiegelings scholen 's-hertogenbosch ,4% ,6% ,3% ,2% ,6% ,8% ,5% ,5% ,3% ,0% Totaal 's-hertogenbosch ,4% ,8% Haarlem ,4% ,7% ,8% ,7% ,9% ,7% ,5% ,7% ,5% ,7% Totaal Haarlem ,6% ,7% Groningen ,3% ,9% ,2% ,9% ,4% ,9% ,6% ,4% ,4% ,9% Totaal Groningen ,4% ,2% Nijmegen ,8% ,3% ,8% ,3% ,6% ,7% ,6% ,9% ,3% ,0% Totaal Nijmegen ,6% ,4% Zwolle ,1% ,0% ,9% ,0% ,9% ,7% ,9% ,9% ,8% ,3% Totaal Zwolle ,9% ,4% Zoetermeer ,4% ,8% ,7% ,0% ,1% ,4% ,9% ,0% ,9% ,0% Totaal Zoetermeer ,8% ,6% Ede ,6% ,6% ,7% ,2% ,1% ,1% ,2% ,9% ,1% ,2% Totaal Ede ,9% ,6% 23
Bevorderen van integratie op de politieke agenda
Bevorderen van integratie op de politieke agenda Door Hans Teegelbeckers, VOS/ABB Sinds de jaren 80 wordt een maatschappelijke discussie gevoerd over etnische segregatie in het Nederlands onderwijs, de
Nadere informatieScholen in de Randstad sterk gekleurd
Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse
Nadere informatieFiguur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100)
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieLeerlingen, basisscholen en hun buurt. Een onderzoek naar de samenstelling van schoolpopulaties en buurtpopulaties. Peter Wolfgram
Leerlingen, basisscholen en hun buurt Een onderzoek naar de samenstelling van schoolpopulaties en buurtpopulaties Peter Wolfgram met medewerking van Jan Tito en Guido Walraven Inhoud Voorwoord 4 hoofdstuk
Nadere informatieFiguur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2011 en 2015 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen
Nadere informatieToelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s:
Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s: - Jeugd en Jeugdhulpverlening - Onderwijs Oktober 2015 Ctrl/BI C. Hogervorst Het beeld dat bij dit thema naar voren komt past bij een grotere
Nadere informatieFact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs
Fact sheet nummer 4 juni 2010 Segregatie in het voortgezet onderwijs In Amsterdam worden de zwarte middelbare scholen steeds zwarter en de witte steeds witter. Hoe komt dat? Niet alleen doordat allochtone
Nadere informatieEerste vervolgmeting indicatoren AvdT
Eerste vervolgmeting indicatoren AvdT Deze eerste vervolgmeting vloeit voort uit de bestuurlijke afspraken die SZW en VNG in april 2001 hebben gemaakt. Bij deze afspraken is als bijlage een set van indicatoren
Nadere informatieTrends in passend onderwijs
DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...
Nadere informatieConcentratie allochtonen toegenomen
Jan Latten 1), Han Nicolaas 2) en Karin Wittebrood 3) Niet-westerse wonen vanouds geconcentreerd in het westen van Nederland. Daarbinnen zijn ze geconcentreerd in de vier grote steden. In 4 bestond procent
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 242 Evaluatie Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Nadere informatieBijlage verzuimcijfers
Bijlage cijfers 1. Landelijke cijfers De cijfers over het schooljaar - zijn afkomstig uit de leerplichttelling die jaarlijks onder de gemeenten wordt uitgevoerd. De respons van gemeenten bedroeg dit jaar
Nadere informatieTweede vervolgmeting indicatoren Agenda voor de Toekomst
Tweede vervolgmeting indicatoren Agenda voor de Toekomst Deze tweede vervolgmeting vloeit voort uit de bestuurlijke afspraken die SZW en VNG in april 2001 hebben gemaakt. Bij deze afspraken is als bijlage
Nadere informatieDatum 6 november 2015 Bekostigingssystematiek gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Nadere informatieAbsoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar
Bijlage 1. Landelijke gegevens De gegevens over het schooljaar 2014-2015 zijn afkomstig uit de leerplichttelling die jaarlijks onder de gemeenten wordt uitgevoerd. De respons op de leerplichttelling bedroeg
Nadere informatieSegregatie in het basisonderwijs in Amsterdam
Segregatie in het basisonderwijs in Amsterdam Project: 706 In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Drs. Jolijn Broekhuizen Drs. Marcel Jansen Drs. Jeroen Slot Weesperstraat 79 Postbus 658
Nadere informatieFORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009
FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)
Nadere informatieAnalyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1
Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na
Nadere informaties-hertogenbosch, voor de vierde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland en iets uitgelopen op de concurrentie.
s-hertogenbosch, voor de vierde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland en iets uitgelopen op de concurrentie. Gastvrije Stad blijkt dat het verschil van s-hertogenbosch met Breda in 2012 iets kleiner
Nadere informatieJoost Meijer, Amsterdam, 2015
Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom
Nadere informatieFactsheet Passend Onderwijs
Factsheet Passend Onderwijs November 2010 Inleiding Deze factsheet geeft feiten en cijfers over het passend onderwijs in Nederland. De factsheet is een vervolg op de Factsheet Passend onderwijs van januari
Nadere informatieOnderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018
Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Thema cultuur - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl @onderzoek030
Nadere informatieCITO scores en denominatie, onderwijsvisie en schoolbesturen.
CITO scores en denominatie, onderwijsvisie en schoolbesturen. Jaap Dronkers, hoogleraar onderwijssociologie Universiteit Maastricht (homepage http://www.roa-maastricht.nl/?page_id=885; e-mail: j.dronkers@maastrichtuniversity.nl)
Nadere informatieCO2-monitor 2013 s-hertogenbosch
CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de
Nadere informatieDE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING
DEMOGRAFISCH PROFIEL SURINAMERS IN NEDERLAND Op een studiedag voor het Surinaams Inspraak Orgaan in juni 2011 heeft Prof. dr. Chan Choenni een inleiding verzorgd over de demografie van de Surinaamse gemeenschap
Nadere informatieAchterblijvers in de bijstand
Achterblijvers in de Paula van der Brug, Mathilda Copinga en Maartje Rienstra Van de mensen die in 2001 in de kwamen, was 37 procent eind 2003 nog steeds afhankelijk van een suitkering. De helft van deze
Nadere informatieFactsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014
Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos
Nadere informatie5. Onderwijs en schoolkleur
5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone
Nadere informatieDaling aantal leerlingen in het basisonderwijs Rotterdam in landelijk/regionaal perspectief. versie 14 februari 2007
Daling aantal leerlingen in het basisonderwijs Rotterdam in landelijk/regionaal perspectief. versie 14 februari 2007 Inleiding In deze notitie wordt de terugloop van het aantal leerlingen in het openbaar
Nadere informatieAnalyse NVM openhuizendag
Analyse NVM openhuizendag Gemaakt door: NVM Data & Research Datum: 1 juli 2011 Resultaten analyse Openhuizenbestand 26 maart 2011 Er doen steeds meer woningen mee aan de NVM-openhuizendag. Op 26 maart
Nadere informatieStromen door het onderwijs
Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het
Nadere informatieZwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010 Segregatie in het Amersfoorts basisonderwijs Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA) Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van
Nadere informatieAtlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.
Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet
Nadere informatieStoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de
Nadere informatieOnder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond
Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in
Nadere informatieCONVENANT KLEURRIJKE BASISSCHOLEN. Convenant tussen schoolbesturen, stadsdelen en Centrale stad om segregatie in het primair onderwijs tegen te gaan
CONVENANT KLEURRIJKE BASISSCHOLEN Convenant tussen schoolbesturen, stadsdelen en Centrale stad om segregatie in het primair onderwijs tegen te gaan Préambule De stad Amsterdam kent een grote diversiteit.
Nadere informatieCohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen
Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal
Nadere informatieGroepsgrootte in het basisonderwijs
Groepsgrootte in het basisonderwijs 2014-2017 Inleiding Groepsgrootte is een belangrijk onderwerp voor veel leerkrachten, ouders en leerlingen in het basisonderwijs. Er is niet wettelijk vastgelegd hoeveel
Nadere informatieFact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De
Nadere informatieUpdate basisinformatie Koers VO
Update basisinformatie Koers VO Actuele stand 1-10-010 Actis onderzoek M. Bouwmans MSc. Rotterdam, 6 mei 011 Inhoudsopgave 1 Inlei di ng 3 1.1 Leeswijzer 3 Sam enw er kingsver band Koers VO 4.1 Aantal
Nadere informatieStudenten aan lerarenopleidingen
Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor
Nadere informatieSchoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen
Scolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Jaap Roeleveld Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam (email: jroeleveld@kohnstamm.uva.nl) Abstract Sinds de laatste wijziging van de gewichtenregeling,
Nadere informatieOntwikkeling leerlingaantallen
Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging
Nadere informatieVergelijking discriminatiemeldingen 2012 binnen de G32
Vergelijking discriminatiemeldingen 2012 binnen de G32 Toelichting Benadrukt dient te worden dat de discriminatiecijfers van de G32 onderling moeilijk vergelijkbaar zijn. Als een bepaalde gemeente (op
Nadere informatieAantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016
Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,
Nadere informatieWelke basisscholen geven te hoge adviezen in vergelijking met hun CITO-score?
Welke basisscholen geven te hoge adviezen in vergelijking met hun CITO-score? Jaap Dronkers Hoogleraar Onderwijssociologie Universiteit Maastricht E- mail: j.dronkers@maastrichtuniversity.nl Twitter: @dronkersj
Nadere informatieOntwikkeling hoogte eigen bijdrage gesubsidieerde rechtsbijstand 2002-2014
Factsheet 2015-3 Ontwikkeling hoogte eigen bijdrage gesubsidieerde rechtsbijstand 2002-2014 Auteur: M. ter Voert September 2015 Op 13 februari 2015 is de Commissie onderzoek oorzaken kostenstijgingen stelsel
Nadere informatieAnalyse ontwikkeling leerlingaantallen
Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Naar aanleiding van de 1 oktobertelling 2014 heeft VGS Adivio weer een korte analyse uitgevoerd waarbij onderzocht is in hoeverre de leerlingaantallen onderhevig
Nadere informatieToeristisch bezoek aan Dordrecht
Toeristisch bezoek aan Dordrecht Besteding van toeristische bezoekers groeit naar meer dan 100 miljoen In 2010 zorgde het toeristisch bezoek in Dordrecht voor een economische spin-off van ruim 73 miljoen.
Nadere informatieCheck Je Kamer Rapportage 2014
Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden
Nadere informatieWerkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies
Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond
Nadere informatieM201218. Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland
M201218 Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, november 2012 Relatief veel snelgroeiende bedrijven in Nederland In deze rapportage
Nadere informatieJeugdwerkloosheid Amsterdam
Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen
Nadere informatieDe effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs
De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs Modus Inleiding Carlien de Witt Hamer In dit artikel worden de effecten beschreven die de demografische ontwikkelingen van de periode 1997-2001
Nadere informatieFact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013
Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs
Nadere informatie80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,
Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER
Nadere informatieAnalyse vraaghuurprijzen kantoorruimte 2012-2014
Analyse vraaghuurprijzen kantoorruimte 2012-2014 Kantorenmarkt uit balans De situatie op de Nederlandse kantorenmarkt is zeer ongunstig. Het aanbod van kantoorruimte ligt structureel op een zeer hoog niveau
Nadere informatieTEGENGAAN SEGREGATIE IN HET BASISONDERWIJS: MONITORING VAN DE OCW-PILOTS
TEGENGAAN SEGREGATIE IN HET BASISONDERWIJS: MONITORING VAN DE OCW-PILOTS TEGENGAAN SEGREGATIE IN HET BASISONDERWIJS: MONITORING VAN DE OCW-PILOTS - Eindrapport tussenmeting 2010 - Drs. M. Brink Dr. M.
Nadere informatieDiversiteit in het po, vo en mbo
Diversiteit in het, en 1. Inleiding In het onderwijs wordt het belang van een divers samengesteld personeelsbestand onderkend. 1 Omdat de school een maatschappelijke instelling is, is het wenselijk dat
Nadere informatieFINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014
FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden
Nadere informatieKWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016
KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016 INHOUD Inleiding 3 1 Speciaal onderwijs 4 1.1 Uitstroom vanuit het speciaal onderwijs 4 1.2 IQ van de uitstroomde leerlingen vanuit het
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieGROEPSGROOTTE EN PERSONELE INZET IN HET BASISONDERWIJS
GROEPSGROOTTE EN PERSONELE INZET IN HET BASISONDERWIJS GEGEVENS OVER MEI EN OKTOBER 2003 EN TRENDS VANAF 1994-1995 2004-04 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 5 1 INLEIDING 7 1.1 Achtergrond 7 1.2 Opbouw van het rapport
Nadere informatieFactsheet. Samenvatting
Afgestudeerden en uitvallers 2017 In deze factsheet staan de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen met betrekking tot uitval, studiewissel en studiesucces. Alle cijfers betreffen voltijd hbo-bachelorstudenten
Nadere informatieDuurzaamheid van werk binnen de banenafspraak
Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven
Nadere informatieHET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030
Amersfoort HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model
Nadere informatieUit huis gaan van jongeren
Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan
Nadere informatieGeachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon
Directoraat-Generaal Wonen Directie Strategie Kennisontwikkeling Rijnstraat 8 Postbus 30941 Voorzitter van de Tweede Kamer 2500 GX Den Haag der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus 20018 2500 EA
Nadere informatieMonitor. alcohol en middelen
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,
Nadere informatieMonitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s
Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus 2016 Vergelijking van de regio s Inleiding In opdracht van de schoolbesturen wordt door het een aantal belangrijke kwantitatieve gegevens
Nadere informatieHET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030
Rotterdam HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model
Nadere informatieEindexamen aardrijkskunde oud progr vwo 2010 - I
Migratie en mobiliteit Opgave 4 Binnenlandse migratie Bestudeer bron 1 die bij deze opgave hoort. Uit de bron valt een verschil op te maken tussen de noord- en de zuidvleugel van de Randstad wat betreft
Nadere informatieOnderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.
Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 18 mei 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl
Nadere informatieOss. Datum. G rtneente. Antwoord gemeente: Ja, ook in Oss worden ontheffingen van de leerplichtwet verstrekt.
G rtneente Oss Fractie 066 Gemeenteraad Oss P/a Raadhuislaan 2 5341 GM Oss E-mail gemeente@oss.nl www.oss.nl Postbus 5 5340 BA Oss Wilt u bij uw reactie de datum van deze brief en ons kenmerk vermelden?
Nadere informatieCBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt
CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het
Nadere informatieFiguur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)
Aantal gediplomeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland Ondanks huidige en verwachte lerarentekorten is er geen sprake van een substantiële groei van aantal gediplomeerden aan de verschillende lerarenopleidingen.
Nadere informatiemonitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)
Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748
Nadere informatieFeiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009
Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2009 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het
Nadere informatieFORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,
FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met
Nadere informatieAnalyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen
Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten
Nadere informatieBIJLAGEN. Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie. Sociaal en Cultureel Rapport Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart
BIJLAGEN Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie Sociaal en Cultureel Rapport 2008 Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, december 2008 Bijlage
Nadere informatieGemeenten in actie tegen segregatie in het basisonderwijs. Een inventarisatie bij de G31 en vier andere gemeenten
Gemeenten in actie tegen segregatie in het basisonderwijs Een inventarisatie bij de G31 en vier andere gemeenten Utrecht, maart 2007 Gemeenten in actie tegen segregatie in het basisonderwijs Een inventarisatie
Nadere informatieStarters zien door de wolken toch de zon
M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische
Nadere informatieBewoners regio kopen minder in eigen gemeente
1 Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente Fact sheet augustus 15 Net als Amsterdammers kopen bewoners in de Amsterdamse regio steeds meer niet-dagelijkse producten (kleding, muziek, interieurartikelen)
Nadere informatieOnderzoek doelgroepbereik VVE
Onderzoek doelgroepbereik VVE Nulmeting Beleidsinformatie en Onderzoek Sector Control Samenstelling: Drs. C. Hogervorst BiO-rapport nr. 1203 December 2014 2 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Resultaten 6 2.1. Omvang
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den
Nadere informatieBijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008
Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning daalt met -0,3% licht in het 3 e kwartaal van 2008. De prijs per m 2 stijgt daarentegen licht met 0,3%. De prijsontwikkeling
Nadere informatieAmsterdam Rotterdam UTRECHT
Amsterdam Rotterdam UTRECHT Inleiding Clipit onderzoekt regelmatig de berichtgeving rondom de grootste steden van Nederland. We vergelijken de steden op punten als aantal berichten, PR-waarde en sentiment,
Nadere informatieDe minister en de staatssecretaris van OCW Rijnstraat XP Den Haag. Datum 19 december 2016 Betreft Afwijkende wijze examineren - dyslexie
> Retouradres Postbus 2730 3500 GS Utrecht De minister en de staatssecretaris van OCW Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag Locatie Utrecht Park Voorn 4 Postbus 2730 3500 GS Utrecht T 088 669 6000 F 088 669 6050
Nadere informatieWoningen en nieuwbouwwoningen per gemeente en provincie,
Woningen en nieuwbouwwoningen per gemeente en provincie, 2000-2008 Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieOverzichtsrapport SER Gelderland
Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl
Nadere informatieOpvattingen over de figuur Zwarte Piet
Opvattingen over de figuur Zwarte Piet Een opinieonderzoek onder het Nederlandse publiek, met uitsplitsingen naar autochtone Nederlanders en Surinaamse- en Antilliaanse-Nederlanders meting 4 November 2017
Nadere informatieVeranderingen in het marktaandeel Openbaar Onderwijs in Rotterdam. Ineke van der Veen Charles Felix
Veranderingen in het marktaandeel Openbaar Onderwijs in Rotterdam Ineke van der Veen Charles Felix CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Veranderingen in het marktaandeel Openbaar Onderwijs in
Nadere informatieRapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012
Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met
Nadere informatieFact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013
Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of
Nadere informatieFeitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven
Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder
Nadere informatieFeiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016
Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs April 2016 Feiten en cijfers 2 Het algemene beeld Start van de studie uitval en wisselaars Tal van inspanningen bij hogescholen
Nadere informatieDe staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG
De staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Bijlagen 3 Inlichtingen bij Uw kenmerk GVM2522185 Dossier/volgnummer 55807A-051
Nadere informatieVan de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).
1 Deelname van peuters aan voorschoolse educatie In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de deelname van Leidse peuters aan VVE (voor- en vroegschoolse educatie). In Leiden wordt in het kader van
Nadere informatie