Randstad WerkMonitor. state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Randstad WerkMonitor. state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief)"

Transcriptie

1 Randstad WerkMonitor state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief) Juli 2006

2 Voorwoord Voor u ligt een rapport van Blauw Research. In dit rapport worden de resultaten beschreven van een onderzoek uitgevoerd in opdracht van Randstad naar de mentale mobiliteitstoestand van werknemers gehouden onder 1198 werkenden. De resultaten van het onderzoek worden in dit rapport geïntegreerd gepresenteerd in de vorm van een index. Deze index dient als graadmeter voor de mate waarin werknemers op korte termijn van baan denken te gaan wisselen (mobiliteit). Sinds de meting van Februari 2006 staat deze mobiliteitsindex echter niet meer alleen centraal staan in de tweemaandelijkse metingen. Naast een mobiliteitsindex wordt ook per meting aandacht besteed aan een tweemaandelijks, periodiek thema, dat van te voren is geagendeerd. Wij hopen dat dit rapport bijdraagt aan een goed inzicht t.a.v. de state of mind van de arbeidsmarkt, gezien vanuit het perspectief van de werknemer, en dien ten gevolge bijdraagt aan het opinieleiderschap van Randstad. Rotterdam, juli 2006 Jochem Meijer, projectmanager Maaike Philipsen, senior projectmanager Bram Jonkheer, business unit manager Marketing Research Inhoudsopgave Management samenvatting 3 1 Mobiliteitsindex Index voor mobiliteit Nieuwe uitdagingen en werksfeer belangrijke redenen om te switchen op de arbeidsmarkt 5 2 Indicatoren Mate vertrouwen vinden werk elders (NL) Wie heeft meer vertrouwen? Angst voor ontslag Wie heeft meer angst? Mate van zoeken naar nieuwe uitdaging Wie is er op zoek naar een nieuwe uitdaging? Tevredenheid Wie is meer tevreden? 12 3 Mobiliteit en bedrijfscultuur 13 4 (Tijdelijk) stoppen met werken Onbetaald verlof Gevoelstemperatuur economie Onderzoekspopulatie Verantwoording 26 2

3 Management Samenvatting Mobiliteit De mobiliteitsindex, gebaseerd op verwacht switchgedrag, is in juni doorgestegen tot aan 108; het hoogste niveau sinds 3 jaar. Met name bij vrouwen, hoger opgeleiden, jarigen en werknemers uit de handel/ distributie en productie/ industrie is een stijging in de mobiliteit waarneembaar. In werkelijkheid heeft 1 in de afgelopen 6 maanden de stap genomen en is van baan veranderd. Meer dan de helft van de werknemers die dit verwacht had te doen, voegt daarmee ook daadwerkelijk de daad bij het woord. Binnen de overheid is men het meest honkvast. Men heeft ten opzichte van andere sectoren het minste vertrouwen in het vinden van een baan elders. Overigens geldt dat hoe hoger de opleiding hoe groter het vertrouwen in het vinden van werk elders. Werknemers die verwachten binnen nu en 6 maanden daadwerkelijk te switchen zijn positiever over het slagen hiervan dan in april. Al met al is een stijgende lijn zichtbaar in het vertouwen (met name onder laagopgeleiden en werknemers uit de productie en industrie) De ontslagangst is stabiel gebleven op totaalniveau. Onder mannen en werknemers uit de dienstverlening is zelfs sprake van minder angst de baan te verliezen. Ook hier onderscheidt de overheid zich in negatieve zin doordat de angst onder werknemers binnen deze sector is toegenomen (maar niet hoger is dan het gemiddelde van vorig jaar). Mobiliteit en bedrijfscultuur De minpunten die mensen noemen van de vorige werkgever die ze verlieten, zijn vaker gekoppeld aan intermenselijke factoren dan aan het werk zelf (taken en verantwoordelijkheden). De relatie met superieuren is een behoorlijke dissatisfier. Zaken die niet met personen (collega s, type mensen en direct leidinggevenden) maar met het collectief samenhangen (sfeer; manier waarop je dingen voor elkaar krijgt, ongeschreven regels: bedrijfscultuur) zijn ook van belang. Ten aanzien van de bedrijfscultuur valt op dat werknemers die een assessment hebben ondergaan positiever zijn over de mate waarin ze binnen de bedrijfscultuur passen dan werknemers die dit niet hebben gehad. Binnen de dienstverlening is een assessment relatief vaak onderdeel van de sollicitatieprocedure. Het gros van de werknemers (8) heeft echter geen assessment gehad (Eerder) stoppen met werken en onbetaald verlof Vanuit de overheid is besloten het minder aantrekkelijk te maken eerder (vóór 65 jaar) te stoppen met werken. Als gevolg van deze maatregel wordt de mogelijkheid geboden van een levensloopregeling. Tot nu toe blijkt er weinig animo te bestaan voor de levensloopregeling en komen dus de meeste werknemers in de spaarloonregeling terecht. Potentie zou er wel moeten zijn aangezien 45% waarschijnlijk tot zeker verwacht in de toekomst wel met onbetaald verlof te gaan (ouderschapsverlof, studieverlof, zorgverlof of sabbatical). Voor bijna de helft van de werknemers in Nederland is onbetaald verlof een reële optie. Eerder stoppen met werken/vervroegd pensioen vindt men het meest aantrekkelijk als vorm van onbetaald verlof. Overigens is pensioen niet zo n hot issue. Bijna de helft heeft zich niet persoonlijk verdiept in het eigen pensioen terwijl er niet een gevoel heerst dat het pensioen prima geregeld is. 3 Zowel voor pensioen als de diverse andere vormen andere vormen van onbetaald verlof geldt dat de werkgever een relevante bron van advies is. Hierbij valt op dat geïnformeerde werknemers (door de werkgever) meer tevreden zijn over hun werkgever dan zij die niet geïnformeerd zijn.

4 1 Mobiliteitsindex 1.1 Index voor mobiliteit: stijging zet flink door INDEX VOOR MOBILITEIT ZET STIJGENDE LIJN IN HOOG TEMPO VOORT (v9) Mobiliteitsindex zeker wel+waarschijnlijk wel april 2006 juni 2006 index % index % Man % % Vrouw 97 21% Lage opleiding % % Midden 97 21% % Hoog jaar 98 23% % jaar % % % 98 21% Productie/ industrie % Handel/ distributie % % Overheid/ non-profit 96 21% 96 21% Dienstverlening % % Adam, Rdam, Dhaag Rest west % 99 22% Noord Oost Zuid 91 18% Totaal % Elders werkzaam 2006 jun % apr feb nov sept jul mei mrt jan nov sept jul mei mrt jan nov sept 5% 3% 8% 5% 5% 14% 1 12% 1 14% % 14% 15% 1 14% 1 15% 1 41% 42% 3 38% 3 42% 42% 44% 43% 3 45% 3 43% 41% 3 38% 38% 41% 42% % 34% 31% 42% 35% 38% 38% 8 10 zeker wel waarschijnlijk wel waarschijnlijk niet zeker niet n=1110 Mobiliteitsindex De mobiliteitsindex geeft een indicatie van het aantal werkenden dat verwacht binnen nu en 6 maanden hetzelfde of vergelijkbaar werk te doen bij een andere werkgever. De stijging van de mobiliteitsindex zet door tot in Juni. in Februari was deze index nog 97, in April 103 en nu 108. Dit is een all time hoog niveau. De index stijgt met name bij vrouwen, hoger opgeleiden, jarigen, en werknemers uit de handel/distributie en productie/industrie. Het aandeel werkenden dat verwacht zeker of waarschijnlijk wel elders werkzaam te zijn binnen nu en zes maanden bedraagt in juni Net als in voorgaande perioden verwachten ouderen 46+ duidelijk minder vaak te gaan switchen van baan (binnen nu en 6 maanden) dan de jongeren (18-45 jaar). Hetzelfde geldt voor werknemers van de overheid (t.o.v. werknemers uit de handel/ distributie sector) én voor hoger opgeleiden. De stijging in verwacht switchgedrag bij vrouwen (tussen April en Juni) is niet significant. Gezien echter het resultaat van uit de februari meting, toen verwachtte 18% van de vrouwen zeker of waarschijnlijk binnen 6 maanden van baan te wisselen, is er toch sprake van stijgende lijn. Het verwachte switchgedrag van werkenden uit de 3 grote steden en de regio Oost heeft zich, na de zeer forse stijgingen in de voorgaande april meting, nu gestabiliseerd. Dit in tegenstelling tot de regio Noord, en in mindere mate de regio Zuid: hier is nu een grote stijging waarneembaar van 11% resp., terwijl dit in de voorgaande meting niet het geval was. De index voor werknemers uit het Noorden, en in minder mate het Zuiden, is fors toegenomen. De reden dat de index voor Rest West is afgenomen, terwijl de verwachtingen om te switchen gelijk zijn gebleven, vindt zijn oorzaak in de zekerheid waarmee men denkt te switchen (April 1 zeker wel, in Juni zeker wel). De index is gebaseerd op de verwachtingen van mensen ten aanzien van het elders werkzaam zijn binnen nu en zes maanden. Op elk van de antwoordcategorieën wordt een verschillend gewicht toegepast (zie ook de onderzoeksverantwoording). In het volgende hoofdstuk zal gekeken worden naar de achterliggende indicatoren van de mobiliteitsindex.

5 1.2 Werksfeer en nieuwe uitdagingen nog steeds belangrijke redenen voor switch op de arbeidsmarkt. Reden switch arbeidsmarkt SWITCHGEDRAG ONDER JONGEREN JAAR BLIJFT OP LAGE NIVEAU VAN VORIGE METING. toe aan nieuwe uitdaging/functie sfeer vorige werkgever niet prettig 31% 2 21% 25% In november 2005 (meer een half jaar geleden) verwachtte een zesde (18%) van werkend Nederland (>24 uur) binnen zes maanden van werkgever te zijn gewisseld. Uiteindelijk heeft 1 daadwerkelijk in de afgelopen 6 maanden de stap gezet. 5 betere primaire arbeidsvoorwaarden ontslagen vorige werkgever aanbod meer ruimte voor opleidingen betere secundaire arbeidsvoorwaarden vorige werkgever failliet vorige baan te druk vorige baan te rustig verhuizing werkgever persoonlijke verhuizing anders weet niet/wil niet zeggen 4% 4% 8% 8% 11% 13% 1 18% 21% 34% totaal april (n=74) totaal juni (n=123) Net als in de Februari blijken ambtenaren meer honkvast te zijn dan werknemers uit de andere branches. 5% van de ambtenaren is de afgelopen 6 maanden van baan veranderd, t.o.v. 1 voor productie/ industrie, 12% voor handel/distributie en 11% voor dienstverlening. Oudere werknemers zijn het afgelopen half jaar wederom minder vaak van baan gewisseld dan de jongere werknemers. Dit beeld is al een aantal metingen hetzelfde. Hoewel een klein beetje gestegen tussen april en juni (van 13% naar 1: niet significant) blijkt dat de in april waargenomen daling in switchgedrag onder jongeren jaar gehandhaafd blijft. (Oktober 2005 was het switchgedrag nog 22%). Vrouwen zijn het afgelopen half jaar vaker van baan gewisseld dan mannen (11% van de vrouwen switchte, t.o.v. 8% van de mannen). Was in de vorige meting de regio geen onderscheidende variabele, in Juni wel: werkenden uit het Noorden van Nederland zijn vaker van baan gewisseld dan werknemers uit de 3 grote steden. Het opleidingsniveau is net als in de vorige meting geen onderscheidende variabele als het gaat om switchgedrag in de afgelopen 6 maanden. De redenen om op zoek te gaan naar een nieuwe baan blijven de werksfeer en het feit dat men toe was aan een nieuwe uitdaging. Ontslag is minder aanleiding voor een switch dan het was in de voorgaande maanden. Voor vrouwen gold als aanleiding voor de switch met name dat men toe was aan een nieuwe uitdaging. In tweede instantie noemt men de negatieve werksfeer bij de vorige werkgever. Dit is conform voorgaande meting. Ook voor werknemers uit het Noorden was een nieuwe uitdaging reden voor ontslag.

6 2 Indicatoren Mate van vertrouwen in vinden werk elders: stijgende lijn 10 8 Vertrouwen in vinden werk elders MATE VERTROUWEN VINDEN VERGELIJKBAAR OF ANDER WERK: STABIEL. POTENTIËLE SWITCHERS ZIJN OOK IETS ZEKERDER VAN HUN ZAAK DAN IN APRIL Op de vraag Denkt u dat u binnen nu en zes maanden een baan bij een andere werkgever zou kunnen krijgen antwoordt 3 van de werkenden in juni 2006 zeker wel. Daarnaast antwoordt meer dan waarschijnlijk wel. Overall heeft 72% in het algemeen vertrouwen in het vinden van werk elders. Hoewel het verschil met de vorige meting (6 versus 72%) niet statistisch significant is, is de sinds mei 2005 ingezette stijgende lijn wel duidelijk. Het vertrouwen in het vinden van een ander soort baan, is stabiel gebleven ten opzichte van februari en april. Ca. 7 heeft vertrouwen in het vinden van een ander soort baan. Het vertrouwen in het vinden van ander soort werk loopt over het algemeen in de pas met het algemene vertrouwen Bijna tweederde van de werkenden heeft in juni 2006 vertrouwen in het vinden van een zelfde of vergelijkbare functie bij een andere werkgever. Dit vertrouwen is sinds november vorig jaar stabiel gebleven. 6 algemeen vertrouwen in vinden werk elders vertrouwen vinden zelfde werk of vergelijkbaar werk vertrouwen in vinden ander soort werk (% zeker wel + % waarschijnlijk wel) Voor de groep werkenden die aangaf binnen nu en 6 maanden te verwachten zeker of waarschijnlijk elders werkzaam te zijn (2) ligt het vertrouwen in het vinden van werk elders op 88% (4 zeker, 41% waarschijnlijk). In April lag dit vertrouwen op hetzelfde niveau, te weten 8, maar was men wel iets minder zeker van hun zaak ( zeker, 4 waarschijnlijk).

7 2.1.2 Wie heeft meer vertrouwen? STIJGENDE LIJN IN VERTROUWEN VOOR LAGER OPGELEIDEN EN WERKNEMERS UIT DE PRODUCTIE/INDUSTRIE Vertrouwen in vinden werk elders man (n=680) vrouw (n=518) Vertrouwen in vinden werk elders (% zeker wel + % waarschijnlijk wel) Vertrouwen in vinden werk elders jul sept nov jan jan mrt jul sept nov jan mrt mei jul sept nov feb apr jun t/m 30 jaar (n=354) 31 t/m 45 jaar (n=479) 46 jaar en ouder (n=365) Vertrouwen in vinden werk elders (% zeker wel + % waarschijnlijk wel) Het aandeel mensen dat binnen nu en zes maanden al dan niet een baan bij een andere werkgever denkt te kunnen krijgen, is uitgesplitst naar diverse achtergrondkenmerken. Zeven op de tien mannen denken zeker of waarschijnlijk een baan te kunnen vinden bij een andere werkgever binnen nu en zes maanden. Dit is het zelfde percentage als bij de vrouwen. Behalve in het najaar van 2005, loopt het vertrouwen van mannen en vrouwen aardig gelijk. De mannen die voorspellen binnen nu en 6 maanden van baan te zullen switchen zijn echter wel iets zekerder van hun zaak dan de vrouwen die deze intentie hebben: 51% van deze mannen denkt zeker wel een andere baan te vinden, versus 42% van deze vrouwen. Hoe hoger de opleiding hoe groter het vertrouwen. 84% van de hoger opgeleiden denkt zeker dan wel waarschijnlijk binnen nu en 6 maanden een baan bij een andere werkgever te kunnen krijgen. Dit in vergelijking tot 71% aan midden opgeleiden en aan lager opgeleiden. Voor deze laatste groep lijkt het er echter wel op dat de schommelingen in het vertrouwen sinds september vorig jaar zijn afgenomen en het vertrouwen zelfs licht begint te stijgen Het vertrouwen onder werknemers van jaar en 46+ jaar is stabiel, dat onder jarigen is licht stijgend. Ouderen 46+ blijven met afstand het minste vertrouwen hebben. Zo ook voor diegene die de mogelijkheid hebben uitgesproken van baan te gaan wisselen. Wel zijn binnen deze groep de jongeren jaar iets zeker van hun zaak dan jarigen (55% zeker wel vs 4) laag (n=299) midden (n=569) hoog (n=330) (% zeker wel + % waarschijnlijk wel) jul sept nov jan jan mrt jul sept nov jan mrt mei jul sept nov feb apr jun productie/ industrie (n=237) overheid/ non-profit (n=252) handel/distributie (n=312) dienstverlening (n=397) (% zeker wel + % waarschijnlijk wel) Het vertrouwen van mensen binnen de sector productie/industrie blijft stijgen en bereikt het niveau van mensen uit de sector dienstverlening. Echter ook de daling van het vertrouwen van ambtenaren zet zich door. Deze club laat nu het minste vertrouwen zien. Mensen uit de 3 grote steden en het noorden van NL hebben minder vertrouwen in het vinden van werk elders dan mensen uit het gebied rest west. Met 7 heeft deze laatste regio het meeste vertrouwen. (6 3 grote steden, 68% Noord).

8 2.2.1 Angst voor ontslag: stabiel 10 8 Angst om baan te verliezen ONTSLAGANGST STABIEL OP TOTAALNIVEAU Hoe groot acht u de kans dat u binnen nu en zes maanden uw baan verliest of dat uw contract niet wordt verlengd? Van de Nederlandse werkenden acht 5% de kans groot om de eigen baan te verliezen. Dit aandeel is nu al enige tijd stabiel. In totaal acht 1 de kans niet groot, maar ook niet klein om de eigen baan te verliezen (Februari: 12%). Meer dan drie kwart acht de kans klein. De groep werkenden die aangaf binnen nu en 6 maanden te verwachten zeker of waarschijnlijk elders werkzaam te zijn (2) heeft een gelijkwaardige angst voor ontslag als het gemiddelde: in juni 2006 noemt van deze groep de kans groot. Ten opzichte van vorige meting is dat een daling (april: 1), waarmee het percentage op hetzelfde niveau ligt als in februari % groot + % niet groot, maar ook niet klein % groot

9 2.2.2 Wie heeft meer angst? STIJGING ONTSLAGANGST DIENSTVERLENING EN HANDEL OMGEZET IN DALING 10 8 Angst om baan te verliezen 10 8 Angst om baan te verliezen De ontslagangst onder mannen is afgenomen deze periode. De ontslagangst onder mannen is nu kleiner dan onder vrouwen en is even laag als in februari (1) De ontslagangst is onder de diverse opleidingsniveau s even groot sinds april. De piek in ontslagangst onder laagopgeleiden in november 2005 is een uitzondering geweest. Sinds deze maand leek zich een stijging van de ontslagangst van hoogopgeleiden manifesteren. Deze stijging is deze periode gestabiliseerd man (n=680) vrouw (n=518) Angst om baan te verliezen (% groot + % niet groot, maar ook niet klein) t/m 30 jaar (n=354) 31 t/m 45 jaar (n=497) 46 jaar en ouder (n=365) Angst om baan te verliezen (% groot + % niet groot, maar ook niet klein) De ontslagangst onder jongere werknemers is al ruim een jaar niet meer hoger dan onder werknemers boven de 46 jaar.. De ontslagangst van werknemers tussen de 31 en 45 jaar is sinds februari 2006 duidelijk lager dan onder de werknemers beneden de 30 jaar. Binnen de overheid is sinds februari de angst voor ontslag toegenomen en gelijk aan het gemiddelde niveau van vorig jaar. De ontslagangst in de dienstverlening en de handel/distributie is afgenomen de afgelopen twee maanden, nadat het tussen februari en april nog was gestegen laag (n=299) midden (n=569) hoog (n=330) (% groot + % niet groot, maar ook niet klein) productie/ industrie (n=237) overheid/ non-profit (n=252) handel/distributie (n=312) dienstverlening (n=397) (% groot + % niet groot, maar ook niet klein) In het Noorden en Zuiden van het land loopt men wat vaker met het idee van gedwongen ontslag in het achterhoofd dan in de grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Men acht de kans op ontslag namelijk minder vaak klein.

10 2.3.1 Mate van zoeken naar nieuwe uitdaging: stabiel 10 8 Toe aan nieuwe uitdaging RUIM DE HELFT TOE AAN EEN NIEUWE UITDAGING De mate waarin men in Nederland toe is aan een nieuwe uitdaging is al zo n twee jaar nagenoeg stabiel. Ruim de helft (54%) is enigszins of sterk toe aan een nieuwe uitdaging. Een aandeel van 15% is sterk toe aan een nieuwe uitdaging. Van de groep werkenden die aangaf binnen nu en 6 maanden te verwachten zeker of waarschijnlijk elders werkzaam te zijn (2) is bijna een kwart sterk toe aan een nieuwe uitdaging, nog eens 35% is enigszins toe aan een nieuwe uitdaging. Dit beeld was in februari en april 2006 hetzelfde % sterk + enigszins toe aan nieuwe uitdaging % sterk toe aan nieuwe uitdaging 10

11 2.3.2 Wie is er op zoek naar een nieuwe uitdaging? 10 Toe aan nieuwe uitdaging 10 Toe aan nieuwe uitdaging STIJGING BIJ JONGERE WERKNEMERS DOORBROKEN 8 8 Deze periode hebben mannen en vrouwen een gelijke behoefte aan nieuwe uitdaging (net als in februari). In april bleek nog dat mannen vaker toe waren aan een nieuwe uitdaging Hoger opgeleiden zijn in het algemeen het meest toe aan een nieuwe uitdaging en laagopgeleiden het minst. Met name onder hoog opgeleiden is het beeld tot nu toe stabiel dit jaar. Het beeld onder laagopgeleiden is doorgaans het meest veranderlijk man (n=680) vrouw (n=518) Toe aan nieuwe uitdaging (% sterk + % enigszins) t/m 30 jaar (n=354) 31 t/m 45 jaar (n=479) 46 jaar en ouder (n=365) Toe aan nieuwe uitdaging (% sterk + % enigszins) Werkende mensen boven de 46 jaar zijn over het algemeen in mindere mate toe aan een nieuwe uitdaging dan personen van 45 jaar of jonger. De stijging onder werknemers van jaar, sinds september 2005 zichtbaar, heeft zich deze periode niet doorgezet. Hun verlangen naar een nieuwe uitdaging is nu gelijk aan het verlangen hiernaar onder werknemers van 31 t/m 45 jaar laag (n=299) midden (n=569) hoog (n=330) (% sterk + % enigszins) productie/ industrie (n=237) overheid/ non-profit (n=252) handel/distributie (n=312) dienstverlening (n=397) (% sterk + % enigszins) Het verlangen naar iets nieuws en uitdagends is binnen de overheidssector in juni niet verder gestegen. De dalende trend in de behoefte binnen de sector productie/industrie, ingezet vanaf november 2005, is deze periode doorbroken. Binnen de overige sectoren is het beeld relatief stabiel.

12 2.4.1 Tevredenheid: stabiel / Wie is meer tevreden? Tevredenheid huidige werkgever november 2006 NL man (n=680) 7.1 vrouw (n=518) jul sept nov Waardering werkgever 7,4 7,2 7,3 TEVREDENHEID OP TOTAALNIVEAU STABIEL De tabel hiernaast toont de tevredenheid van werkend Nederland met de huidige werkgever, uitgedrukt in een rapportcijfer. Werkenden in Nederland geven hun werkgever gemiddeld een 7, jaar (n=354) jaar (n=479) jaar en ouder (n=365) 7.0 laag (n=299) 7.0 midden (n=569) 7.2 hoog (n=330) 7.2 productie/industrie (n=237) 7.2 handel/distributie (n=312) 7.1 overheid/non-profit (n=252) 7.1 dienstverlening (n=397) 7.1 Totaal jan mrt mei jul sept nov jan mrt mei jul sept 7,1 7,1 7,0 7,4 7,3 7,2 7,2 7,0 7,0 7,2 7,1 In het algemeen zijn de verschillen tussen de diverse groepen en branches niet erg groot. Kijkend naar de groep die aangeeft binnen nu en 6 maanden te verwachten zeker of waarschijnlijk elders werkzaam te zijn (2), blijkt de tevredenheid met de huidige werkgever ook redelijk stabiel te zijn, nadat het in april nog was verslechterd. In februari 2006 was binnen deze groep nog meer dan 8 in bepaalde mate tevreden met de huidige werkgever en 1 ontevreden. In april 2006 was driekwart in bepaalde mate tevreden en 15% ontevreden. Nu in juni is 7 enigszins tot zeer tevreden met de werkgever, terwijl 1 ontevreden is. Tevredenheid met de werkgever is dus niet echt een doorslaggevende factor voor de wens om binnen een half jaar elders aan de slag te gaan voor deze groep nov 7,0 12 feb apr 7,2 7, jun 7,

13 3 Mobiliteit en bedrijfscultuur 3.1 Wanneer verwisseld van baan en waarom? Laatste baanwisseling Reden switch destijds minder dan een jaar 1 1 t/m 5 jaar 3 6 t/m 10 jaar 1 11 t/m 20 jaar meer dan 20 jaar eerste baan 11% 11% 11% Minpunten organisatie destijds direct leidinggevende 34% manier waarop je iets gedaan krijgt binnen organisatie 3 toe aan nieuwe uitdaging/functie sfeer bij vorige werkgever niet prettig kreeg aanbod betere primaire arbeidsvoorwaarden ontslagen betere secundaire arbeidsvoorwaarden vorige werkgever failliet persoonlijke verhuizing vorige baan te druk 3% 4% 8% 8% 1 12% 13% % 21% 24% 31% 3 BEDRIJFSCULTUUR VAN WEZENLIJK BELANG VOOR BEHOUD WERKNEMERS Bijna de helft van de werknemers in Nederland is de afgelopen vijf jaar voor het laatst van werkgever veranderd. Werknemers beneden de 30 jaar zijn het kortst geleden van baan verwisseld. Het verwisselen van werkgever had voornamelijk te maken met dat men toe was aan een nieuwe uitdaging. Werknemers die het afgelopen half jaar van baan zijn gewisseld hebben dit vaker noodgedwongen vanwege ontslag gedaan (als gevolg van de economische conjunctuur) dan langer zittende werknemers. De ontslaggolf geldt als motor voor mobiliteit. Ook is deze groep minder vaak van baan verwisseld vanwege een aanbod door een andere werkgever. 13 bedrijf/organisatie als werkgever sfeer werkzaamheden type mensen dat er werkt ongeschreven regels verantwoordelijkheden naaste collega's reputatie bedrijf/de organisatie Persoonsgerelateerde zaken Werkgever als entiteit 1 18% Bedrijfscultuur De baan zelf n=205 meer ruimte voor opleidingen vorige baan te rustig verhuizing werkgever bij vorige werkgever niet in deeltijd werken anders weet niet/wil niet zeggen 3% 3% 3% 3% 2% 4% 21% 22% 5% 1 15% 25% 3 35% korter dan een half jaar geleden (n=123) langer dan een half jaar geleden (n=923) De direct leidinggevende is het voornaamste minpunt aan de toenmalige werkgever volgens werknemers die de afgelopen drie jaar van baan zijn veranderd. De manier waarop je iets gedaan krijgt behoort voor 3 van deze werknemers tot de voornaamste minpunten. Niet zozeer de baan zelf (taken en verantwoordelijkheden) is een accelerator van mobiliteit (alhoewel substantieel). Kijkend naar de ervaren minpunten van de vorige werkgever dan is dat vaker gekoppeld aan intermenselijke factoren. De relatie met superieuren is een behoorlijke dissatisfier. Zaken die niet met personen (collega s, type mensen en direct leidinggevenden) maar met het collectief samenhangen (noem het bedrijfscultuur) zijn ook van belang.

14 3.2 Past men in de bedrijfscultuur? assessment gehad (n=160) Passen in bedrijfscultuur % korter dan een jaar geleden 1-2 jaar geleden 13% Nieuwe collega 7 ASSESSMENT CORRELEERT MET GEPERCIPIEERDE PASSENDHEID Maar liefst driekwart van de werknemers heeft naar eigen zeggen korter dan een jaar geleden een nieuwe collega mogen begroeten op het werk. geen assessment gehad (n=1020) 12% 63% 8 10 perfect goed redelijk matig onvoldoende totaal niet 18% 5% 3-4 jaar geleden 5 jaar geleden langer dan 5 jaar geleden perfect goed 3% 3% Passendheid nieuwe collega 48% In de meeste gevallen past deze collega redelijk tot goed in de bedrijfscultuur. Wel is men over het algemeen positiever over de eigen passendheid (wat op zichzelf natuurlijk niet raar is). Een assessment lijkt z n vruchten af te werpen op dit gebied. Werknemers die een assessment hebben ondergaan bij de sollicitatie zijn namelijk iets positiever over in hoeverre ze zelf binnen de bedrijfscultuur passen (onafhankelijk van elkaar uitgevraagd). Alhoewel een assessment een positiever invloed lijkt te hebben op de mate waarin men zichzelf vindt passen binnen de bedrijfscultuur is het (nog) vaak geen onderdeel van de sollicitatieprocedure. Eén op de acht werknemers geeft namelijk aan een assessment te hebben ondergaan toen men bij de huidige werkgever kwam werken. redelijk 35% Binnen de dienstverlening wordt een assessment overigens vaker toegepast dan binnen de handel/distributie sector en productie en industrie. matig 14 onvoldoende totaal niet 3% n=921

15 4 (Tijdelijk) stoppen met werken 4.1 Pensioen en financiële voorbereidingen bezig met advies inwinnen 5% advies ingewonnen 3 Behoefte aan advies gaat nog advies inwinnen 5% Begrip maatregel enigszins begrip 42% MEN VERWACHT MET 63 JAAR REEDS MET PENSIOEN TE KUNNEN Werknemers verwachten gemiddeld met 63 jaar met pensioen te kunnen gaan. Dit ondanks de aankondiging van maatregelingen door de overheid om het minder aantrekkelijk te maken vóór 65-jaar te stoppen met werken (bekend bij 8 van de werknemers). geen behoefte aan advies veel begrip 8% geen begrip 5 De helft van de werknemers heeft geen begrip voor deze maatregel en is er dus niet zo blij mee. Ondanks dat deze maatregelen invloed kunnen hebben op de pensioenvoorziening hebben toch drie op de vijf werknemers (nog ) geen behoefte aan advies hierover. 15 financiële instelling werkgever vrienden en familie 14% consumentenorganisaties 14% overheid 5% anders weet niet Bron advies pensioen 74% Werknemers in Nederland (>24 uur p/w) Behoefte (gehad) aan advies pensioen () Terecht bij werkgever (1) Driekwart van alle werknemers die wel behoefte hebben aan advies gaat hiervoor te rade bij een financiële instelling. De werkgever is in de tweede plaats een bron van advies over pensioen (). Van alle werknemers in Nederland gaat dus 1 te rade bij de werkgever over het pensioen of heeft die intentie. In lijn der verwachting hebben jongere werknemers minder behoefte aan advies. Ze zijn dan ook in mindere mate bezig met hun pensioen. Hoog opgeleide werknemers zijn relatief vaker aan het nadenken over het pensioen en de financiële consequenties die dit met zich meebrengt. Binnen de overheid/non profit houdt men zich minder bezig met de oude dag dan in de sectoren productie/industrie en de dienstverlening. Toch heeft men niet meer vertrouwen dat de werkgever het beste met hen voor heeft als het gaat om pensioen en levensloopregelingen n=466

16 4.2 Het maximale uit de werknemer tot aan pensioen Prikkels in de vorm van opleiding en meer verantwoordelijkheid motiveren minder dan prikkels als geld en vrije dagen Actieve werkintrinsieke prikkels spelen wel een substantiële rol. Passieve werkgerelateerde prikkels zijn minder effectief Wat moet de werkgever doen? meer geld meer vrije dagen kortere werkdagen meer verantwoordelijkheid meer mensen aansturen/coachen investeren in cursussen betere werkplekvoorzieningen een opvolger laten inwerken actievere begeleiding 12% 15% 15% 1 21% 25% 3 44% MEER GELD EN MEER VRIJE DAGEN BELANGRIJKSTE MOTIVATOREN Wat moet een werkgever doen om de laatste jaren tot aan het pensioen nog het beste uit de werknemer te halen? Deze vraag is gesteld aan werknemers die binnen nu en 15 jaar met pensioen verwachten te gaan. Hierbij kon men maximaal drie antwoorden geven. Geld is nog altijd te beste motivator voor een maximale inzet. De factor geld is voor hoogopgeleiden minder belangrijk dan voor laagopgeleiden (51% versus 35%). Mannen hebben relatief meer behoefte aan vrije dagen dan vrouwen (35% versus 23%). In de eerste plaats wordt men dus gemotiveerd door primaire arbeidsvoorwaarden als geld en vrije dagen. Hoewel in de tweede plaats, kunnen actieve werkintrinsieke maatregelen als meer verantwoordelijkheid voor een belangrijk deel leiden tot halen van het maximale uit de werknemer.. geen enkele maatregel 1 16 anders weet niet 5% 4% n=311

17 4.3 Hefboom pensioensleeftijd en financiële prikkels Bedrag vervroegd pensioen vs. langer doorwerken 17 10,- p/mnd 20,- p/mnd 30,- p/mnd 40,- p/mnd 50,- p/mnd 60,- p/mnd 70,- p/mnd 80,- p/mnd 90,- p/mnd 100,- p/mnd 110,- p/mnd 120,- p/mnd 130,- p/mnd 140,- p/mnd 150,- p/mnd 160,- p/mnd 170,- p/mnd 180,- p/mnd 190,- p/mnd 200,- p/mnd 210,- p/mnd 220,- p/mnd 230,- p/mnd 240,- p/mnd 250,- p/mnd 64% 58% % 2 28% 2 25% 24% 8% 12% 12% 12% 13% 13% 21% 1 22% 1 22% 1 23% 1 23% 28% 28% 28% % 38% 38% bedrag vervroegd pensioen 5 bedrag langer doorwerken PORTEMONNAIE SPEELT DUIDELIJKE ROL ALS HET GAAT OM EERDER STOPPEN OF LANGER DOORWERKEN Hiernaast is weergegeven welke bedragen men per maand extra wil ontvangen om langer door te werken dan wel in zou willen leveren om vervroegd met pensioen te gaan. De helft van de werknemers is voor een extra bedrag van 250,- per maand bereid om nog twee jaar langer door te werken dan de pensioensgerechtigde leeftijd van 65 jaar. Daar staat tegenover dat de helft tegen inlevering 30 per maand eerder zou willen stoppen met werken. Het bedrag dat dit oplevert is dus niet voldoende om de mensen die langer willen doorwerken te financieren. Het inleveren van 50,- en 100,- lijken psychologische drempels te zijn om eerder te stoppen met werken (zie cirkels). Over het algemeen valt op dat de bereidheid om langer door te werken of eerder te stoppen toeneemt of afneemt in trapjes van 50.

18 4.4 Evenwicht tussen eerder stoppen en langer doorwerken BIJ EEN BEDRAG VAN 102,- PER MAAND ZIJN EVENVEEL WERK- NEMERS BEREID OM LANGER DOOR TE WERKEN ALS EERDER TE STOPPEN Bedrag vervroegd pensioen vs bedrag langer doorwerken In de grafiek hiernaast is af te leiden dat bij een maandelijks bedrag van 102 evenveel mensen langer door willen werken als eerder willen stoppen dan 65 jaar In theorie zouden bij dit bedrag dus de werknemers die bereid zijn tot hun 67ste te werken gefinancierd kunnen worden door degenen die met 63 jaar met pensioen gaan. Deze laatste groep levert dan maandelijks voldoende in om de doorwerkers te betalen. Uitgaande van het bovenstaande zou dit voor 23% op kunnen gaan. Boven dit bedrag van 102 zijn te weinig personen bereid om genoeg in te leveren om het bedrag dat werknemers maandelijks extra willen ontvangen op te hoesten. Beneden dit bedrag zijn er te weinig werknemers die langer willen door werken om iedereen die dat wenst met hun 63ste met pensioen te laten gaan. 18 bedrag vervroegd pensioen bedrag langer doorwerken Op macro niveau zou je dus kunnen stellen dat in theorie een andere verdeling van geld ook zou kunnen leiden tot een gemiddelde pensioensleeftijd van 65 jaar. Het afdwingen van deze leeftijd door de maatregel zoals nu gesteld is dus niet per sé de enige manier om werknemers pas met 65 jaar te laten stoppen.

19 4.5 Levensloopregeling: is er begrip? GEÏNFORMEERDE WERKNEMERS MEER TEVREDEN OVER WERGEVER. Bekendheid levensloop van gehoord en weet ook grotendeels wat het inhoudt 52% Keuze spaarloon vs levensloop spaarloonregeling 44% Vanuit de overheid is besloten het minder aantrekkelijk te maken eerder (vóór 65 jaar) te stoppen met werken. Als gevolg van deze maatregel wordt de mogelijkheid geboden van een levensloopregeling. Het merendeel (84%) heeft hiervan gehoord en weet ongeveer tot grotendeels wat het inhoudt. Dat men voor 1 juli een keuze moest maken tussen de levensloopregeling en de spaarloonregeling is echter bij een derde van de werknemers niet bekend. 1 van de werknemers wist ook niet wat de levensloopregeling inhoudt of heeft er zelfs nog nooit van gehoord. niet eerder van gehoord 2% van gehoord, maar weet niet wat het inhoudt 14% van gehoord en weet ongeveer wat het inhoudt 32% levensloopregeling Tevredenheid huidige werkgever - geïnformeerd door werkgever nog niet uit 4 Tot nu toe blijkt er weinig animo te bestaan voor de levensloopregeling en komen dus de meeste werknemers in de spaarloonregeling terecht. Werknemers beneden de 30 jaar waren in juni er het vaakst nog niet uit welke keuze ze gingen maken. Meer dan de helft 5 had nog geen beslissing genomen. Oudere werknemers (46 jaar en ouder) hebben relatief vaker in de eerste helft van juni reeds een beslissing genomen (3 had dat nog niet gedaan). Die keuze is daarbij ten opzichte van andere leeftijdsgroepen vaker gevallen op de spaarloonregeling. geïnformeerd (n=805) 14% 18% 55% Ook onder hoogopgeleiden bestaat relatief meer interesse voor de levensloopregeling dan onder midden en laag opgeleiden. 19 niet geïnformeerd (n=252) 4% 5% 13% 1 13% 18% zeer tevreden tevreden enigszins tevreden niet tevreden maar, ook niet ontevreden enigszins ontevreden ontevreden zeer ontevreden 35% Zeven op de tien werknemers geven aan wel geïnformeerd te zijn door de werkgever over de levensloopregeling. Deze werknemers zijn meer tevreden over hun eigen werkgever dan arbeidskrachten die niet geïnformeerd zijn. Van de personen die de informatie enigszins tot helemaal gelezen hebben (driekwart van de werknemers die geïnformeerd zijn) vindt slecht 1% de informatie niet begrijpelijk of niet compleet.

20 4.6 Attitude pensioen en levensloop Ik heb er vertrouwen in dat mijn werkgever het beste met haar werknemers voor heeft waar het aankomt op pensioen en levensloopregelingen. Attitude pensioen en levensloop 8% 45% 32% 1 4% PENSIOEN GEEN HOT ISSUE Bijna de helft van de werknemers heeft niet het gevoel het pensioen goed geregeld te hebben. Ondanks dit heeft ook bijna de helft zich niet persoonlijk verdiept in het eigen pensioen. Wellicht heeft dit te maken met voldoende vertrouwen dat de werkgever het beste met de werknemers voor heeft. Mijn pensioen is prima geregeld 11% 41% 3 Werknemers beneden de 30 jaar hebben minder het gevoel dat hun pensioen prima geregeld is. Dit is nog niet aanleiding geweest zich te verdiepen in het pensioen. Ik heb me persoonlijk verdiept in pensioen Oudere werknemers worden naarmate het pensioen dichterbij komt steeds minder effectief. Nu het moeilijker is geworden om eerder met pensioen te gaan, is de kans toegenomen dat ik aan het einde van mijn loopbaan nog ga veranderen van baan % 33% 42% 2 31% 2 21% 14% 12% Hoogopgeleiden hebben zich vaker verdiept in het eigen pensioen dan lager en middelbaar opgeleiden. Hoger opgeleiden zien ook de kans toegenomen dat men aan het einde van de loopbaan nog zal veranderen van baan nu het moeilijker is geworden eerder met pensioen te gaan. Een vijfde van de werknemers boven de 46 jaar heeft het gevoel dat leeftijd de reden voor hun werkgever is hen liever te zien vertrekken dan te blijven. Ongegrond volgens hen, want slechts één op de acht werknemers boven de 46 denkt dat werknemers minder effectief worden naarmate het pensioen dichterbij komt. Hun jongere collega s zijn minder overtuigd van die effectiviteit (een kwart) 20 Ik heb het gevoel dat mijn leeftijd reden is voor mijn werkgever om mij liever te zien vertrekken dan te blijven % 8 10 zeer mee eens mee eens niet mee eens, maar ook niet mee oneens mee oneens zeer mee oneens

21 5 Onbetaald verlof 5.1 Leeft het? Aantrekkelijkheid vormen onbetaald verlof eerder stoppen met werken/vervroegd pensioen zorgverlof sabbatical ouderschapsverlof studieverlof 1 15% 18% 1 51% 2 25% 41% zeer aantrekkelijk enigszins aantrekkelijk niet aantrekkelijk 32% 62% 5 43% 4 1 sabbatical zorgverlof ouderschapsverlof studieverlof Nadenken onbetaald verlof 13% 14% % 8 10 houdt bezig houdt enigszins bezig houdt niet bezig heeft bezig gehouden, maar nu niet meer % 8% EERDER STOPPEN MET WERKEN AANTREKKELIJKER DAN ANDERE VORMEN VAN ONBETAALD VERLOF Voor helft van de werknemers is onbetaald eerder stoppen met werken of vervroegd pensioen zeer aantrekkelijk. De meeste werknemers zijn niet bezig met de diverse andere vormen van onbetaald verlof. Ouderschapsverlof is logischerwijs aantrekkelijk voor werknemers beneden de 30 jaar en houdt hen dan ook meer bezig dan werknemers boven de 30. Dit geldt dan met name voor vrouwen beneden de 30 jaar. Een vijfde van de werknemers in Nederland vindt een sabbatical aantrekkelijk en is er ook mee bezig of heeft zich er mee bezig gehouden. Bij de helft van deze groep werknemers is het bekend dat hun werkgever de mogelijkheid biedt er voor te sparen. 21 Kans met onbetaald verlof ouderschapsverlof 1 5 zorgverlof 15% 5 32% sabbatical 14% 3 45% studieverlof 8% 38% 52% 8 10 zeker wel waarschijnlijk wel waarschijnlijk niet zeker niet 11% van de werknemers geeft aan studieverlof aantrekkelijk te vinden en is of was er ook mee bezig. 31% van deze groep weet dat de werkgever ook de mogelijkheid biedt er voor te sparen. Het merendeel van de werknemers houdt zich op dit moment niet bezig met onbetaald verlof. Toch is er potentie, aangezien 45% verwacht in de toekomst wel met onbetaald verlof te gaan. Voor bijna de helft van de werknemers in Nederland is onbetaald verlof dus een reële optie. Werknemers beneden de 30 jaar schatten de kans daadwerkelijk met onbetaald verlof te gaan relatief hoger in. Dit geldt natuurlijk met name voor ouderschapsverlof.

22 5.2 Advieskanalen met betrekking tot onbetaald verlof Bron advies persoon/instantie Werknemers in Nederland (>24 uur p/w) financiële instelling WERKGEVER RELEVANTE BRON VAN ADVIES VOOR ONBETAALD VERLOF 45% Waarschijnlijk tot zeker met onbetaald verlof (45%) 42% Reeds financiële voorbereidingen getroffen of van plan te doen (1) 63% werkgever vrienden en familie consumentenorganisaties vakbond overheid 15% 14% 2 5 Bijna een kwart van de werknemers die verwachten in de toekomst waarschijnlijk tot zeker gebruik te gaan maken van een vorm van onbetaald verlof heeft reeds financiële voorbereidingen getroffen hiervoor. 18% is dit nog van plan te gaan doen. Ruim de helft van de groep die reeds financiële voorbereidingen hebben getroffen onbetaald verlof te realiseren of dit van plan zijn te gaan doen heeft al advies ingewonnen hiervoor of is er mee bezig. 8% gaat nog advies inwinnen. Uiteindelijk komt het merendeel van de werknemers met behoefte aan advies over onbetaald verlof terecht bij een financiële instelling. Een vrijwel even groot aandeel van 5 gaat te rade bij de werkgever of heeft dit al gedaan. Behoefte aan advies (12%) 5 ondernemingsraad anders 4% Uiteindelijk heeft van alle werknemers in Nederland die meer dan 24 uur per week werkzaam zijn reeds bij de werkgever advies ingewonnen over onbetaald verlof of gaat dit nog doen. 22 Terecht bij werkgever () weet niet 3% n=132

23 6 Gevoelstemperatuur economie 6.1 Economische situatie werkgever door ogen werknemer Beeld Juni Economische situatie bedrijf t.o.v. vorig jaar (v17) Economische situatie bedrijf (v16) veel beter iets beter ongeveer hetzelfde iets slechter veel slechter totaal zeer goed 5,5% 4, 2, 0, 0,1% 12% goed 6, 22,4% 16, 1, 0,4% 4 redelijk 1, 7,2% 11,1% 3, 0,3% 23% matig 0, 1,2% 4, 3, 0, 1 slecht 0, 0,2% 0, 1,1% 1,8% 4% totaal 12% 35% 35% 1 3% 95% Beeld Februari Economische situatie bedrijf t.o.v. vorig jaar (v17) Economische situatie bedrijf (v16) veel beter iets beter ongeveer hetzelfde iets slechter veel slechter totaal zeer goed 4, 3,2% 3, 0,2% 0, 12% goed 5,2% 19, 15,8% 1, 0,1% 42% redelijk 1, 9,3% 13, 4,8% 0,3% 2 matig 0,2% 1, 3, 3, 0,8% 1 slecht 0,2% 0,1% 0, 0,8% 1, 4% totaal 11% 34% 3 11% 3% 9 POSITIEVE TENDENS FEBRUARI HOUDT STAND Wanneer werknemers wordt gevraagd hoe zij de economische situatie van hun eigen bedrijf ervaren, antwoordt meer dan de helft (5) goed of zelfs zeer goed. Een kwart ervaart de huidige situatie als redelijk en 14% als matig of zelfs slecht. Het beeld is het afgelopen half jaar licht verbeterd: in februari van dit jaar was 54% van mening dat het op dat moment (zeer) goed met het bedrijf ging. Werknemers uit de dienstverlening zijn in het algemeen positiever over de situatie van hun bedrijf dan werknemers uit handel en distributie en werknemers uit de overheidssector. T.o.v. vorig jaar is voor meer dan eenderde (35%) de economische situatie bij de werkgever hetzelfde gebleven; eveneens éénderde (35%) geeft aan dat het iets beter gaat en 12% vindt dat het veel beter gaat. In totaal ziet dus 4 een positieve economische ontwikkeling die de werkgever heeft doorgemaakt ten opzichte van vorig jaar. In februari was dit 45% (stijging niet significant). Er is dus eerder sprake is van een verbetering dan een verslechtering De helft van alle werknemers binnen de overheidssector heeft het gevoel dat de economische situatie t.o.v. vorig jaar hetzelfde is gebleven. Binnen deze sector ervaart men minder vaak een verbetering ten opzichte van vorig jaar dan binnen de andere sectoren (3 versus ongeveer de helft binnen de andere sectoren). 23

24 6.2 Tekenen herstel of verslechtering economische situatie Tekenen herstel organisatie waar werkzaam Tekenen verslechtering organisatie waar werkzaam nieuwe collega's verbeteringen aan werkplek stemming onder mijn collega's is verbeterd % minder of geen nieuwe collega's minder of geen contractverlengingen mensen ontslagen 33% 3 3 De belangrijkste tekenen dat het beter gaat met het eigen bedrijf zijn de aanwas van nieuwe collegae, verbeteringen aan de werkplek, salarisverhoging en een verbeterde stemming. stemming onder mijn leidinggevenden is verbeterd arbeidscontracten verlengd in onze organisatie geld voor opleidingen beschikbaar salarisverhogingen 2 25% 1 18% minder of geen budget voor externe activiteiten toegezegde verbeteringen aan werkplek niet doorgevoerd minder bewegingsvrijheid budgetten/declaraties minder snel geaccordeerd 22% 22% 21% Belangrijke tekenen dat het slechter gaat met het bedrijf zijn het snijden in het personeel (o.a. ontslag) en het bevriezen van budgetten voor externe activiteiten of niet doorvoeren van verbeteringen aan de werkplek. bevriezen van salarissen 1 meer budget voor externe activiteiten meer bewegingsvrijheid 13% 13% minder of geen opleidingsmogelijkheden minder of geen reiskostenvergoeding 12% budgetten/declaraties makkelijker geaccordeerd 8% minder of geen budget voor kinderopvang 3% reiskostenvergoeding 4% koffie/thee/fris niet meer gratis 3% koffie/thee/fris weer gratis 3% verlagen van salarissen leaseregelingen minder of afschaffen leaseregelingen meer budget voor kinderopvang verhogen prijzen voor koffie/thee/fris anders 25% anders 32% 24 weet niet n=572 weet niet 8% n=147

25 7. Onderzoekspopulatie Geslacht Leeftijd 18 t/m 30 jaar 21% man 5 31 t/m 45 jaar 4 vrouw 5 46 jaar en ouder 33% Opleiding Branche-indeling laag 23% dienstverlening handel/distributie 23% midden 4 overheid/non-profit 25 hoog productie/industrie

26 8. Verantwoording In dit hoofdstuk zal worden besproken op welke wijze het onderzoek met betrekking tot de state of mind op de arbeidsmarkt is uitgevoerd. Er zal hierbij onder andere worden ingegaan op de steekproeftrekking, het veldwerk, de dataverwerking en indexberekening. Methode Randstad wil uitspraken kunnen doen over ontwikkelingen in de mobiliteit van werknemers in de tijd. Tevens, in aanvulling hierop, zou men graag aandacht besteden aan één of meerdere sentimentindices die het sentiment op de arbeidsmarkt weergeven t.a.v. een aantal mobiliteitsgerelateerde issues én een tweemaandelijks periodiek thema (vooraf geagendeerd). Om deze reden is gekozen voor een kwantitatief onderzoek. Hierbij is gebruik gemaakt van een online vragenlijst. Online onderzoek is voor dit vraagstuk een geschikte methode aangezien er geen aanleiding is om aan te nemen dat de online populatie van de totale populatie verschilt in attitude ten aanzien van het te onderzoeken onderwerp. Met online onderzoek kan zonodig door middel van weegtechnieken representativiteit naar de onderzoekspopulatie bereikt worden. Met de keuze voor deze online methode wordt tijd-efficiëntie bereikt ten aanzien van het veldwerk en de verwerking van de vragenlijsten. Steekproefprocedure De onderzoekspopulatie van het onderzoek bestond uit mensen van 18 jaar en ouder die minimaal 24 uur per week betaald werk verrichten en niet zelfstandig werkzaam zijn. De steekproefomvang was in de eerste meting in juli Vanaf de tweede meting in september 2003 tot aan november 2005 is dit aantal op 400 gesteld. De gewenste steekproefomvang in Juni 2006 betrof 800 werknemers. Bij deze steekproefomvang kunnen er met voldoende nauwkeurigheid uitspraken worden gedaan over de belangrijkste subgroepen binnen de steekproef. Aan de achttiende meting hebben 1198 mensen meegewerkt. De steekproeftrekking vindt plaats in BlauwNL, het online panel van Blauw Research. BlauwNL is eind 2005 gestart en telt op dit moment zo n panelleden waarvan reeds een groot aantal achtergrondkenmerken bekend is. 26 Verloop van het onderzoek en veldwerk Om de validiteit van de indicatoren van de mobiliteitsindex te garanderen, is per indicator een drietal variabelen vastgesteld. Een verkennend kwalitatief onderzoek (n=23) voorafgaand aan de eerste meting heeft daarbij als leidraad gediend. Tevens had het kwalitatieve vooronderzoek ten doel eventueel nog bestaande onduidelijkheden in de formulering van de vragen weg te nemen. De juistheid van de onderzoeksmethodiek en vragenlijst is vervolgens beoordeeld en bevestigd door de onafhankelijke hoogleraar Prof. dr. E.A.G. Groenland, verbonden aan de Universiteit Nyenrode. In de tweede meting is besloten hieraan een aantal actuele vraagpunten toe te voegen, welke iedere meting een andere inhoud zullen hebben. Nadat de vragenlijst online geprogrammeerd was, zijn mensen uitgenodigd mee te werken aan het onderzoek met behulp van een met een link naar de online vragenlijst. Na vijf dagen veldwerk is een reminder verstuurd. In totaal hebben 1198 mensen, die aan de selectiecriteria voldeden, de vragenlijst volledig ingevuld. Het invullen van de vragenlijst duurde gemiddeld 12 minuten en kon geschieden van 8 maart tot en met 19 juni Blauw Research onderschrijft de ESOMAR/IKK codes voor het uitvoeren van het veldwerk. Verwerking, analyse en indexopbouw Na afloop van het veldwerk is het opgebouwde databestand gecontroleerd op validiteit en consistentie en vervolgens geschikt gemaakt voor statistische analyse. Voor de in dit rapport beschreven achttiende meting (juni 2006) is gewogen naar opleiding, leeftijd, geslacht en branche. De resultaten zijn geijkt naar cijfers van de Gouden Standaard (leeftijd, opleiding, geslacht) en het CBS (branche). Daar in metingen voor de zestiende meting de branche-verdeling en de verdeling over de opleidingscategorieën afweek van de gehanteerde verdeling in de februari en april 2006 metingen, zijn alle voorgaande metingen herwogen naar deze nieuwe verdelingen. Hierdoor wordt uitgesloten dat een ontwikkeling in de index een gevolg is van een afwijking in de steekproef. De mobiliteitsindex wordt gevormd uit de verdeling van mensen die positief of negatief antwoorden op de vraag of men verwacht binnen nu en zes maanden daadwerkelijk hetzelfde of vergelijkbaar werk te doen bij een andere werkgever.

27 Aan de index worden twee eisen gesteld. Ten eerste dient de index te reageren op ontwikkelingen in iedere antwoordcategorie. Daarnaast dient de index een redelijk verloop te hebben; bij in de toekomst te verwachten waarden dient de index geen extreem hoge of lage waarde aan te nemen. Om deze redenen is gebruik gemaakt van een gewicht voor iedere antwoordcategorie. Gewichten worden vaker gebruikt bij vergelijkbare intentievragen. Degenen die de vraag niet konden beantwoorden zijn in de index achterwege gelaten. De index wordt derhalve berekend zoals getoond in onderstaande tabel. % binnen nu en 6 maanden daadw erkelijk hetzelfde of vergelijkbaar w erk bij andere w erkgever Ontwikkelingen in de index worden voorspeld uit een aantal variabelen. De verklarende rol van deze variabelen in de voorspelling van de mobiliteit van werknemers (en daarmee het gewicht) is door middel van twee analyses (chaid- en regressieanalyse) in kaart gebracht. De index wordt voorspeld uit vier variabelen: vertrouwen in het vinden van nieuw werk, de angst om ontslagen te worden, het op zoek zijn naar een nieuwe uitdaging en de tevredenheid met de huidige werkgever. Resultaten Juli 2003 (1 meting) Sept (2 meting) Nov (3 meting) Jan (4 meting) Mrt (5 meting) Mei (6 meting) result gew icht result gew icht result gew icht result gew icht result gew icht result gew icht zeker w el' 0,9 5, 0,9 6, 0,9 5, 5% 0,9 4, 5% 0,9 4,3% 8% 0,9 7, w aarschijnlijk w el' 18% 0,6 10, 1 0,6 10, 15% 0,6 9,2% 1 0,6 9, 14% 0,6 8,5% 1 0,6 9,3% w aarschijnlijk niet' 31% 0,2 6,2% 3 0,2 7,5% 41% 0,2 8,1% 43% 0,2 8, 3 0,2 7,8% 45% 0,2 9, zeker niet' 44% 0,1 4,4% 3 0,1 3, 38% 0,1 3,8% 35% 0,1 3,5% 42% 0,1 4,2% 31% 0,1 3,1% totaal 27,3% 28, 27, 26, 24,8% 29, index Juli 2004 (7 meting) Sept (8 meting) Nov (9 meting) Jan (10meting) Mrt (11meting) Mei 2005 (12meting) result gew icht result gew icht result gew icht result gew icht result gew icht result gew icht zeker w el' 0,9 7,8% 4% 0,9 3,2% 5% 0,9 4,4% 0,9 6, 0,9 5, 0,9 5, w aarschijnlijk w el' 15% 0,6 9,2% 0,6 11, 14% 0,6 8,3% 15% 0,6 8,8% 1 0,6 9,5% 1 0,6 9,5% w aarschijnlijk niet' 3 0,2 7,1% 43% 0,2 8,5% 44% 0,2 8,8% 42% 0,2 8,5% 41% 0,2 8,1% 41% 0,2 8,1% zeker niet' 0,1 4, 34% 0,1 3,4% 38% 0,1 3,8% 3 0,1 3, 3 0,1 3, 3 0,1 3, totaal 28,2% 27, 25,2% 26, 27, 27, index Juli 2005 (13meting) Sept 2005 (14meting) Nov 2005 (15meting) Feb 2006 (16meting) April 2006 (17meting) Juni 2006 (18meting) result gew icht result gew icht result gew icht result gew icht result gew icht result gew icht zeker w el' 0,9 5, 0,9 6,4% 0,9 5,1% 0,9 5,2% 0,9 7, 0,9 7, w aarschijnlijk w el' 14% 0,6 8,2% 1 0,6 9,3% 12% 0,6 7,4% 1 0,6 9,3% 14% 0,6 8,4% 1 0,6 10,1% w aarschijnlijk niet' 38% 0,2 7, 3 0,2 7,3% 42% 0,2 8,4% 41% 0,2 8,1% 0,2 7, 3 0,2 7,8% zeker niet' 42% 0,1 4,2% 41% 0,1 4,1% 0,1 4, 38% 0,1 3,8% 38% 0,1 3,8% 35% 0,1 3,5% totaal 25,8% 27,1% 24, 26,4% 28, 29,4% index Onderhavig rapport is beschrijvend van aard en bestaat uit een management samenvatting en een beschrijving van de onderzoeksresultaten, grafisch ondersteund door grafieken. Bij de analyses is uitgegaan van een significantieniveau van 10 procent. Daar waar significante verschillen zijn gemeten is dit in de tekst weergegeven door middel van de toevoeging (sign.). Als bijlagen zijn de tabellen met de resultaten op geaggregeerd niveau en uitgesplitst naar verschillende achtergrondvariabelen opgenomen. Bij uitsplitsingen naar opleiding is de volgende indeling aangehouden: Laag= lager onderwijs en lager beroepsonderwijs Midden= middelbaar algemeen onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger algemeen onderwijs Hoog= hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs.

Randstad Werkmonitor

Randstad Werkmonitor Randstad Werkmonitor Samenwerking (tussen generaties) in en state of mind arbeidsmarkt April 2008 B8868-1 (werknemer perspectief) Management Samenvatting 8-10 Omvang teams directe collega's 11-19 2 overig

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor. Vertrouwen. Nummer 34. (werknemer perspectief) Maart 2010 B

Randstad Werkmonitor. Vertrouwen. Nummer 34. (werknemer perspectief) Maart 2010 B Randstad Werkmonitor Nummer 34 Vertrouwen Maart 2010 B11654-2 (werknemer perspectief) Voorwoord In dit rapport worden de resultaten van de 34ste meting van de Randstad werkmonitor beschreven. De werkmonitor

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor

Randstad Werkmonitor Randstad Werkmonitor Mobiliteit in brede zin state of mind arbeidsmarkt Juni 2008 B8869-1 (werknemer perspectief) Voorwoord In dit rapport worden de resultaten van de 27ste meting van de Randstad werkmonitor

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor. Mobiliteit en diversiteit ( ) Nummer 40. (werknemer perspectief) September 2011 B13536-1

Randstad Werkmonitor. Mobiliteit en diversiteit ( ) Nummer 40. (werknemer perspectief) September 2011 B13536-1 Randstad Werkmonitor Nummer 40 September 2011 B13536-1 Mobiliteit en diversiteit ( ) (werknemer perspectief) Voorwoord In dit rapport worden de resultaten van de 40ste meting van de Randstad werkmonitor

Nadere informatie

Randstad WerkMonitor. een index voor mobiliteit op de arbeidsmarkt. Augustus 2005

Randstad WerkMonitor. een index voor mobiliteit op de arbeidsmarkt. Augustus 2005 Randstad WerkMonitor een index voor mobiliteit op de arbeidsmarkt Augustus 2005 Voorwoord Voor u ligt een rapport van Blauw Research. In dit rapport worden de resultaten beschreven van een onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

Randstad WerkMonitor

Randstad WerkMonitor Randstad WerkMonitor state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief) Oktober 2006 B7365-1 Voorwoord Voor u ligt een rapport van Blauw Research. In dit rapport worden de resultaten beschreven van een

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor

Randstad Werkmonitor Randstad Werkmonitor Nummer 49 Crisisdenken blijft, maar er zijn lichtpuntjes December 2013 B15661-1 Leeswijzer Blauw Research brengt voor Randstad Nederland op kwartaalbasis de mobiliteit van de Nederlandse

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor. Fit! Nummer 50 Februari 2014

Randstad Werkmonitor. Fit! Nummer 50 Februari 2014 Randstad Werkmonitor Fit! Nummer 50 Februari 2014 Voorwoord De Werkmonitor is een onderzoek naar de intentie van werknemers om te bewegen op de arbeidsmarkt. Dit onderzoek maakt deel uit van de internationale

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor. Sociale media. Nummer 38. (werknemer perspectief) April 2011 B

Randstad Werkmonitor. Sociale media. Nummer 38. (werknemer perspectief) April 2011 B Randstad Werkmonitor Nummer 38 April 2011 B13093-1 Sociale media (werknemer perspectief) Voorwoord In dit rapport worden de resultaten van de 38ste meting van de Randstad werkmonitor beschreven. De werkmonitor

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor. Salaris(onderhandelingen) Nummer 37. (werknemer perspectief) December 2010 B11657-1

Randstad Werkmonitor. Salaris(onderhandelingen) Nummer 37. (werknemer perspectief) December 2010 B11657-1 Randstad Werkmonitor Nummer 37 December 2010 B11657-1 Salaris(onderhandelingen) (werknemer perspectief) Voorwoord In dit rapport worden de resultaten van de 37ste meting van de Randstad werkmonitor beschreven.

Nadere informatie

Randstad WerkMonitor. een index voor mobiliteit op de arbeidsmarkt. December 2005

Randstad WerkMonitor. een index voor mobiliteit op de arbeidsmarkt. December 2005 Randstad WerkMonitor een index voor mobiliteit op de arbeidsmarkt December 2005 Voorwoord Voor u ligt een rapport van Blauw Research. In dit rapport worden de resultaten beschreven van een onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor. Trends op de arbeidsmarkt. Nummer 39. (werknemer perspectief) Mei 2011 B

Randstad Werkmonitor. Trends op de arbeidsmarkt. Nummer 39. (werknemer perspectief) Mei 2011 B Randstad Werkmonitor Nummer 39 Mei 2011 B13365-1 Trends op de arbeidsmarkt (werknemer perspectief) Voorwoord In dit rapport worden de resultaten van de 39ste meting van de Randstad werkmonitor beschreven.

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor. Functie-eisen nu en in de toekomst. Nummer 48. Augustus 2013 B

Randstad Werkmonitor. Functie-eisen nu en in de toekomst. Nummer 48. Augustus 2013 B Randstad Werkmonitor Nummer 48 Functie-eisen nu en in de toekomst Augustus 2013 B115660-1 Management Samenvatting 2 Druk op werknemer neemt toe De werkloosheid in Nederland is met 8, nog altijd hoog. Voor

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor

Randstad Werkmonitor Randstad Werkmonitor Nummer 44 Opleiding en competenties match en mismatch met het werk September 2012 B14047-2 Management Samenvatting (1) 2 Potentieel Nederlandse werknemers niet volledig benut In Nederland

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor. De crisis in het land en op de werkvloer: hoe ga je daar mee om? Nummer 45. December 2012 B

Randstad Werkmonitor. De crisis in het land en op de werkvloer: hoe ga je daar mee om? Nummer 45. December 2012 B Randstad Werkmonitor Nummer 45 De crisis in het land en op de werkvloer: hoe ga je daar mee om? December 2012 B14048-2 Management Samenvatting (1) 2 Werknemer weet van de crisis in het land, maar voelt

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor

Randstad Werkmonitor Randstad Werkmonitor Salaris onderhandelingen en kerstpakket (werknemer perspectief) December 2007 B8552-1 Voorwoord In dit rapport wordt een deel van de resultaten van de 25ste meting van de Randstad

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor

Randstad Werkmonitor Randstad Werkmonitor Mobiliteit state of mind arbeidsmarkt April 2009 B10259 (werknemer perspectief) Voorwoord In dit rapport worden de resultaten van de 30ste meting van de Randstad werkmonitor beschreven.

Nadere informatie

Randstad WerkMonitor

Randstad WerkMonitor Randstad WerkMonitor state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief) December 2006 B7572-2 Voorwoord Voor u ligt een rapport van Blauw Research. In dit rapport worden de resultaten beschreven van een

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor. Persoonlijke groei. Nummer 36. (werknemer perspectief) Oktober 2010 B

Randstad Werkmonitor. Persoonlijke groei. Nummer 36. (werknemer perspectief) Oktober 2010 B Randstad Werkmonitor Nummer 36 Persoonlijke groei Oktober 2010 B11656-1 (werknemer perspectief) Voorwoord In dit rapport worden de resultaten van de 36ste meting van de Randstad werkmonitor beschreven.

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor

Randstad Werkmonitor Randstad Werkmonitor Nummer 32 Vooruit kijken state of mind arbeidsmarkt September 2009 B10261-3 (werknemer perspectief) Voorwoord In dit rapport worden de resultaten van de 32ste meting van de Randstad

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor

Randstad Werkmonitor Randstad Werkmonitor Samenwerking (tussen generaties) in en state of mind arbeidsmarkt April 2008 B8868-1 (werknemer perspectief) Voorwoord In dit rapport worden de resultaten van de 26ste meting van de

Nadere informatie

Randstad Werkmonitor. Vrouwen en leiderschap. Nummer 46. Maart 2013 B

Randstad Werkmonitor. Vrouwen en leiderschap. Nummer 46. Maart 2013 B Randstad Werkmonitor Nummer 46 Vrouwen en leiderschap Maart 2013 B15348-1 Management Samenvatting (1) 2 Verhouding mannen/vrouwen aan de top scheef Het aandeel vrouwen in de top van het bedrijfsleven neemt

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 3 Discrepantie opleiding en functie, vooruitzichten baan en opleiding. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 3 Discrepantie opleiding en functie, vooruitzichten baan en opleiding. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 3 Discrepantie opleiding en functie, vooruitzichten baan en opleiding Randstad Nederland September 2016 INHOUDSOPGAVE Discrepantie werk en opleiding

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 3 Rol van geslacht in werkomgeving. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 3 Rol van geslacht in werkomgeving. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 3 Rol van geslacht in werkomgeving Randstad Nederland September 2016 INHOUDSOPGAVE Rol van geslacht in werkomgeving 3 Mobiliteit 11 Over Randstad WerkMonitor

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer Randstad Nederland September 2014 INHOUDSOPGAVE Impact economische ontwikkelingen op de werkvloer 3

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 1 Persoonlijke ontwikkeling en loopbaanontwikkeling. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 1 Persoonlijke ontwikkeling en loopbaanontwikkeling. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 1 Persoonlijke ontwikkeling en loopbaanontwikkeling Randstad Nederland Maart 2017 INHOUDSOPGAVE Persoonlijke ontwikkeling 3 Loopbaanontwikkeling 8 Mobiliteit

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 2 Werk en vakantie. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 2 Werk en vakantie. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 2 Werk en vakantie Randstad Nederland Juni 2017 INHOUDSOPGAVE Werk en vakantie 3 Mobiliteit 9 Over Randstad WerkMonitor 13 2 WERK EN VAKANTIE 3 Bijna

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 2 Werk en vakantie. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 2 Werk en vakantie. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 2 Werk en vakantie Randstad Nederland Juni 2015 INHOUDSOPGAVE Vakantie en werk 3 Mobiliteit 13 Over Randstad WerkMonitor 17 2 VAKANTIE EN WERK 3 Ruim

Nadere informatie

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015 NOORDZEE EN ZEELEVEN 2-meting Noordzee-campagne Februari 2015 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Onderzoeksverantwoording 3. Onderzoeksresultaten 4. Contact 2 1. Samenvatting 3 Samenvatting Houding t.a.v.

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Houding ten aanzien van tijdelijk werk. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Houding ten aanzien van tijdelijk werk. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Houding ten aanzien van tijdelijk werk Randstad Nederland Juni 2016 INHOUDSOPGAVE Houding ten aanzien van tijdelijk werk 3 Mobiliteit 7 Over Randstad

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 4 Financiële vooruitzichten. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 4 Financiële vooruitzichten. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 4 Financiële vooruitzichten Randstad Nederland December 2016 INHOUDSOPGAVE Financiële vooruitzichten 3 Mobiliteit 7 Over Randstad WerkMonitor 11 2 FINANCIËLE

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Houding ten aanzien van jonge en oudere werkenden, competenties en tijdelijk werk

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Houding ten aanzien van jonge en oudere werkenden, competenties en tijdelijk werk Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Houding ten aanzien van jonge en oudere werkenden, competenties en tijdelijk werk Randstad Nederland Juni 2016 INHOUDSOPGAVE Houding ten aanzien van

Nadere informatie

FINANCIERINGSBAROMETER

FINANCIERINGSBAROMETER FINANCIERINGSBAROMETER Q1 14 Q2 14 Q3 14 Q4 14 GfK 14 VFN - Financieringsbarometer Juni 14 1 Inhoudsopgave 1. Management summary 2. Financieringsbarometer 3. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

MONITOR WERK Meting maart 2014. 34993 Maart 2014 Francette Broekman

MONITOR WERK Meting maart 2014. 34993 Maart 2014 Francette Broekman MONITOR WERK Meting maart 2014 34993 Maart 2014 Francette Broekman GfK Intomart 2014 34993 Achmea Volgens Nederland Werk Maart 2014 1 Inleiding GfK Intomart 2014 34993 Achmea Volgens Nederland Werk Maart

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 2 Visie op arbeidsmarkt. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 2 Visie op arbeidsmarkt. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 2 Visie op arbeidsmarkt Randstad Nederland Juni 2017 INHOUDSOPGAVE Visie op arbeidsmarkt 3 Mobiliteit 11 Over Randstad WerkMonitor 15 2 VISIE OP ARBEIDSMARKT

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

Life event: Een nieuwe baan

Life event: Een nieuwe baan Life event: Een nieuwe baan Inhoudsopgave 1 Belangrijke bevindingen 2 Achtergrond en verantwoording 3 Onderzoeksresultaten Arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling Pensioeninformatie Pensioenkennis Waardeoverdracht

Nadere informatie

FINANCIERINGSBAROMETER

FINANCIERINGSBAROMETER FINANCIERINGSBAROMETER Q1 14 Q2 14 Q3 14 Q4 14 GfK 14 VFN - Financieringsbarometer April 14 1 Inhoudsopgave 1. Management summary 2. Financieringsbarometer 3. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Rapport Randstad Werkmonitor Q

Rapport Randstad Werkmonitor Q Rapport Randstad Werkmonitor Q4 2018. Invloed van digitalisering op werkvloer. Randstad Werkmonitor Q4 - December 2018 Inhoudsopgave Digitale werkomgeving Eigen loopbaan Loopbaanontwikkeling Mobiliteit

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 3 Competenties, vaardigheden, bijscholing, ambities en nieuwe baan. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 3 Competenties, vaardigheden, bijscholing, ambities en nieuwe baan. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 3 Competenties, vaardigheden, bijscholing, ambities en nieuwe baan Randstad Nederland September 2017 INHOUDSOPGAVE Competenties en vaardigheden 3 Bijscholen

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 4 Economische vooruitzichten, loopbaanbegeleiding en generatie Z. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 4 Economische vooruitzichten, loopbaanbegeleiding en generatie Z. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 4 Economische vooruitzichten, loopbaanbegeleiding en generatie Z Randstad Nederland December 2014 INHOUDSOPGAVE Economische vooruitzichten 3 Loopbaanontwikkeling

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 1 Houding ten aanzien van vluchtelingen/ vergunningshouders en arbeid. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 1 Houding ten aanzien van vluchtelingen/ vergunningshouders en arbeid. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 1 Houding ten aanzien van vluchtelingen/ vergunningshouders en arbeid Randstad Nederland Maart 2016 INHOUDSOPGAVE Houding ten aanzien van vluchtelingen

Nadere informatie

Werkdruk in het onderwijs

Werkdruk in het onderwijs Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 28 t/m 39 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 29 september 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Hoe gaat Nederland met pensioen? Hoe gaat Nederland met pensioen? Een onderzoek over het pensioensbewustzijn van Nederland op verschillende thema s, waaronder pensioenleeftijdsverwachting. In opdracht van GfK Intomart 2013 33213 Delta

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 40 t/m 51 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 27 december 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen?

Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen? Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen? Een onderzoek over het pensioensbewustzijn van Nederland op verschillende thema s. In opdracht van. GfK Intomart 2014 Hoe gaat Nederland met pensioen? Januari

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Gebrek aan competenties. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Gebrek aan competenties. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Gebrek aan competenties Randstad Nederland Juni 2016 INHOUDSOPGAVE Gebrek aan competenties 3 Mobiliteit 8 Over Randstad WerkMonitor 12 2 GEBREK AAN

Nadere informatie

Enquête SJBN 15.10.2013

Enquête SJBN 15.10.2013 Enquête SJBN 15.10.2013 1 Inhoudsopgave Steekproef Resultaten enquête Algehele tevredenheid Arbeidsomstandigheden Urennorm Ondernemersaspecten Kijk op de toekomst Conclusies 2 Steekproef: achtergrond kenmerken

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers November 2014 GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 1 Beleggingsportefeuille GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 2 Zes op de tien beleggers

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland Maart 2015 INHOUDSOPGAVE Kennis en houding wet werk en zekerheid 3 Ervaring met wet werk en

Nadere informatie

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September 2015. GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September 2015. GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015 FINANCIELE ZEKERHEID GfK September 2015 1 Opvallende resultaten Meer dan de helft van de Nederlanders staat negatief tegenover de terugtredende overheid Financiële zekerheid: een aanzienlijk deel treft

Nadere informatie

MONITOR WERK Meting mei 2013

MONITOR WERK Meting mei 2013 MONITOR WERK Meting mei 2013 32663 Mei 2013 Peter Mulder Tim Vermeire Intomart GfK 2013 32663 Achmea Volgens Nederland Werk Mei 2013 1 Inhoud 1. Management summary 2. Resultaten De Achmea Stemmingsindex

Nadere informatie

Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen

Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen Werkgevers en werknemers aan het woord Onderzoek verricht in opdracht van Nationale-Nederlanden door Motivaction. Wat vinden werkgevers en werknemers van pensioenen.

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

RAPPORTAGE SPORT EN GELUK

RAPPORTAGE SPORT EN GELUK RAPPORTAGE SPORT EN GELUK Extra vragen Sportdeelname Index Februari 2015 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Management Summary 3 Onderzoeksresultaten 4 Onderzoeksverantwoording 5 Contact 2 1. Inleiding 3 Inleiding

Nadere informatie

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Hoe gaat Nederland met pensioen? Hoe gaat Nederland met pensioen? Een onderzoek over het pensioensbewustzijn van Nederland op verschillende thema s, waaronder duurzame inzetbaarheid In opdracht van GfK Intomart 2014 Hoe gaat Nederland

Nadere informatie

Koopkracht onderzoek Inkomens- en uitgavenzekerheid en belastingmoraal 2019

Koopkracht onderzoek Inkomens- en uitgavenzekerheid en belastingmoraal 2019 Koopkracht onderzoek Inkomens- en uitgavenzekerheid en belastingmoraal 2019 1 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Resultaten 8 Bijlagen 22 2 Samenvatting Koopkracht onderzoek 3 Inleiding Inkomens- en uitgavenzekerheid

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Rapport VBO Woonindex. Kwartaalrapportage, eerste kwartaal 2009

Rapport VBO Woonindex. Kwartaalrapportage, eerste kwartaal 2009 Rapport VBO Woonindex Kwartaalrapportage, eerste kwartaal 2009 inleiding Vanaf het tweede kwartaal van 2004 publiceert VBO Makelaar ieder kwartaal de VBO Woonindex. De VBO Woonindex meet de stemming van

Nadere informatie

Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis.

Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis. Respons Van 25 juni tot en met 5 juli is aan de leden van het Brabantpanel een vragenlijst voorgelegd met als thema Kredietcrisis. Ruim de helft van de 1601 panelleden (54%) vulde de vragenlijst in. Hieronder

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Ernst & Young ICT Leadership. Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing. Jaargang 6 17 mei 2006.

Ernst & Young ICT Leadership. Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing. Jaargang 6 17 mei 2006. Ernst & Young ICT Leadership Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing Jaargang 6 17 mei 2006 ICTbarometer Inhoud ICT-conjunctuur ICT-bestedingen Offshore ICT outsourcing

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Patiënt redelijk tevreden, maar snelheid en betrokkenheid bij behandeling kan beter Index 1. Inleiding 2. Onderzoeksmethode

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Hoe gaat Nederland met pensioen? Hoe gaat Nederland met pensioen? Een onderzoek over hoe bewust werknemers zich voorbereiden op hun pensioen op verschillende thema s, waaronder aanpak werkgevers bij langer doorwerken. In opdracht van

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans

pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans In maart 2014 heeft PGGM haar leden gevraagd naar hun persoonlijke balans: wat betekent persoonlijke balans voor

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Invoering WIK een goede zet!

Invoering WIK een goede zet! Invoering WIK een goede zet! Korte peiling over een actueel onderwerp op het gebied van credit management juni 2013 Korte peiling: WIK B15893 / juni 2013 Pag. 1 Copyright 2013 Blauw Research bv Alle rechten

Nadere informatie

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt

Nadere informatie

Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten

Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten 1 Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten In opdracht van InterBank juli 2006 2 Copyright 2006 Blauw Research bv Alle rechten voorbehouden. De resultaten zoals beschreven

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 16 t/m 19 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 17 mei 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,

Nadere informatie

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002) Rapportage producentenvertrouwen oktober/november 2002 Inleiding In de eerste Economische Barometer van Breda heeft de Hogeschool Brabant voor de eerste keer de resultaten gepresenteerd van haar onderzoek

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 12 t/m 15. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 12 t/m 15. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 12 t/m 15 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 15 april 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

oktober Creditmanagement Trendmeter 15 De belangrijkste CM-ontwikkelingen in kaart gebracht

oktober Creditmanagement Trendmeter 15 De belangrijkste CM-ontwikkelingen in kaart gebracht oktober 15 Creditmanagement Trendmeter 15 De belangrijkste CM-ontwikkelingen in kaart gebracht Woord vooraf Wat zijn de laatste trends en ontwikkelingen op het gebied van credit management? Om antwoord

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved. Onderzoeksresultaten Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds april 2011 2010 Towers Watson. All rights reserved. Inhoud Context onderzoek Samenvatting Resultaten Communicatiemiddelen Uniform

Nadere informatie

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over Rapport Marktmonitor 2015 18 September 2015 Colofon In opdracht van: Majka van Doorn Research Consultant 033 330 33

Nadere informatie

Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerken 3.0 Unported licentie. Resultaten SJBN Enquête 2012

Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerken 3.0 Unported licentie. Resultaten SJBN Enquête 2012 Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerken 3.0 Unported licentie Resultaten SJBN Enquête 2012 Inhoudsopgave Achtergrond Resultaten enquête Steekproef Algehele

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Stand van zaken op de energiemarkt

Stand van zaken op de energiemarkt Stand van zaken op de energiemarkt Onderzoek energiemarkt consumenten Rapportage kerncijfers Tweede halfjaar 12 Majka van Doorn, research consultant Thijs Hendrix, senior research consultant 14 uari 13

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers Rapport monitor Opvang asielzoekers week 52 2016 t/m week 13 2017 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 13 april 2017 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Hoe gaat Nederland met pensioen? Hoe gaat Nederland met pensioen? Een onderzoek over het pensioensbewustzijn van Nederland op verschillende thema s, waaronder duurzame inzetbaarheid In opdracht van. GfK Intomart 2014 Hoe gaat Nederland

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Samenvatting Hfst 10. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

SCHOOLSPORT SPORTEN OP SCHOOL, BIJ SCHOOL EN NAMENS SCHOOL. In opdracht van NOC*NSF

SCHOOLSPORT SPORTEN OP SCHOOL, BIJ SCHOOL EN NAMENS SCHOOL. In opdracht van NOC*NSF SCHOOLSPORT SPORTEN OP SCHOOL, BIJ SCHOOL EN NAMENS SCHOOL In opdracht van NOC*NSF GfK 1 Schoolsport Juli 1 1 Inleiding GfK voert maandelijks in opdracht van NOC*NSF de Sportdeelname Index uit. In dit

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden Enquête Mantelzorg en dementie 2014 Vooraf In juli 2014 vroegen wij onze leden naar hun ervaringen met mantelzorg in het algemeen, en mantelzorg

Nadere informatie

Onderzoek. Rapportage. September 2012. Pensioenmodule Publieksmonitor

Onderzoek. Rapportage. September 2012. Pensioenmodule Publieksmonitor Onderzoek Meer grip op pensioen Rapportage Pensioenmodule Publieksmonitor September 2012 Samenvatting (1/4) 1. Kennis over het eigen pensioen De helft van de mensen die via werkgever pensioen opbouwen

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie