62+ Regeling Stimuleringsregeling langer doorwerken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "62+ Regeling Stimuleringsregeling langer doorwerken"

Transcriptie

1 62+ Regeling Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen Status Definitief Datum Mei 2012 Postbus AN Den Haag

2 Inhoudsopgave Inleiding 3! Stimuleringsregelingen langer doorwerken oudere medewerkers 3! Cao Waterschappen 3! Stimulans toepassing 62+ Regeling 3! Werkwijze en doelstelling onderzoek 3! 1! De letters 5! 1.1! De wetgeving 5! 1.2! Achtergrond van de wetgeving 5! 1.3! Toelichting Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Belastingdienst 5! 1.4! Aanvullende afspraken Principeakkoord cao waterschappen ! 1.5! Conclusie wetgeving 6! 1.6! Ontwikkeling wetgeving 7! 2! Ontwikkeling groep 62-plus 9! 2.1! Aantallen 9! 2.2! Omvang premiekorting 9! 2.3! Ontwikkeling 62-plusgroep in Nederland 10! 2.4! Conclusie doelgroep 62-plus 10! 3! Inventarisatie extern 12! 3.1! Good practices 12! 4! Inventarisatie intern 16! 4.1! Vergrijzing personeelsbestand 16! 4.2! Voorgenomen maatregelen 17! 4.3! Cao-afspraak 18! 4.4! Good practices 20! 5! Panelsessies 23! 5.1! Voorstellen 23! 6! Conclusies en aanbevelingen 26! 6.1! Groei aantal 62-plus 26! 6.2! Cao-afspraak 26! 6.3! Aanbevelingen in het kader van activerend personeelsbeleid 26! 6.4! Antwoord op vragen 28! PAGINA 2 VAN 31

3 Inleiding Stimuleringsregelingen langer doorwerken oudere medewerkers Het kabinet heeft in 2009 extra financiële maatregelen genomen om langer doorwerken door oudere werknemers te stimuleren door de volgende afspraken: De doorwerkbonus : een fiscale stimuleringsregeling voor de oudere werknemer zelf; De 62+ Regeling: het doel is dat de werkgever dit geld in overleg met de betrokken medewerker gebruikt voor de verhoging van zijn/haar inzetbaarheid. Werkgevers ontvangen een premiekorting van maximaal per jaar voor medewerkers van 62 jaar en ouder. Vanaf 2013 is dit Waarschijnlijk zal de premiekorting per 1 januari 2013 verlaagd worden naar 1750,- per jaar en een onderdeel gaan vormen van de Vitaliteitsregeling. Op dit moment is het echter niet duidelijk of per 2013 de stimuleringsregeling in de vorm van een Vitaliteitsregeling wordt voortgezet en de fiscale kortingen voor de werknemer en de werkgever gehandhaafd blijven. Na de verkiezingen in september en de kabinetsformatie komt hierover meer duidelijkheid. Cao Waterschappen Op 7 juli 2010 is een akkoord gesloten over de arbeidsvoorwaarden in de sector Waterschappen. Dit akkoord loopt van 1 oktober 2009 tot 1 januari In dit akkoord is een paragraaf opgenomen over de arbeidsparticipatie van oudere werknemers. Hierin staat dat de financiële maatregelen die vanuit het kabinet in 2009 beschikbaar zijn gesteld, in overleg met de betrokken medewerkers te gebruiken zijn voor de verhoging van de inzetbaarheid van medewerkers. Dit betreft met name de fiscale stimuleringsmaatregel voor werkgevers: de premiekorting oudere werknemer. De afspraken zijn nader uitgewerkt in de toelichting caoafspraak arbeidsparticipatie ouderen met inzet van de 62+ Regeling, die als bijlage 1. onderdeel vormt van het informatieblad Premiekorting 62+. Stimulans toepassing 62+ Regeling Om toepassing in de sector verder te stimuleren heeft het Landelijk Arbeidsvoorwaardenoverleg Waterschappen (LAWA) het gevraagd om: De best practices te inventariseren binnen en buiten de sector; Aanbevelingen en suggesties aan te reiken aan leidinggevenden, P&O ers en medewerkers die bijdragen aan het benutten van de 62+ Regeling; Te adviseren over vervolg activiteiten in aansluiting op het plan van aanpak Activerend Personeelsbeleid. Werkwijze en doelstelling onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het. Hierbij is samengewerkt met een externe partij en een klankbordgroep bestaande uit een afvaardiging vanuit P&O en OR uit de sector. Werkwijze Het advies is gebaseerd op een aantal stappen die zijn doorlopen in het onderzoek. Deze stappen komen als hoofdstukken terug in dit rapport: De letters: hierbij gaan we terug naar de bron. Wat heeft de wetgever beoogd met de premiekorting, welke spelregels gelden er en welke handvatten geeft de wet? De cijfers: wat is de omvang van de 62-plusgroep in de sector, welk bedrag is er mee gemoeid? Inventarisatie extern: hoe gaan andere organisaties om met de premiekorting, wat kunnen we van deze organisaties leren? Inventarisatie intern: hoe gaat de sector er mee om, waar zitten de verschillen en waar de overeenkomsten, welke best practices van buiten de sector passen ook in de sector waterschappen? Panelsessies doelgroep: hoe kijken medewerkers van 62 jaar en ouder naar de inzetbaarheid? 62+ Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 3 VAN 31

4 Doelstelling Inzicht in de doelstelling zoals verwoord in de regeling en het akkoord arbeidsvoorwaarden; De inzet van de premiekorting bij het verhogen van de inzetbaarheid van medewerkers; Aanbevelingen die bijdragen aan het geven van verdere invulling aan het activerend personeelsbeleid binnen de sector waterschappen. Het onderzoek biedt best practices en aanbevelingen die in het kader van Activerend Personeelsbeleid kunnen worden uitgewerkt. Ook het informatieblad Premiekorting 62+, dat in maart 2012 beschikbaar is gekomen, bevat informatie over de fiscale regeling en tips voor P&O, leidinggevenden en medewerkers bij het maken van afspraken ten behoeve van de inzetbaarheid. Samenvatting De overheid laat het aan de werkgevers en werknemers zelf over om de mogelijkheden te benutten. In de wet is niets vastgelegd over de inzet van de premiekorting. Dit past bij een overheid die minder spelregels wil opstellen. Ook de aanvullende afspraak in de cao geeft ruimte voor interpretatie. In die passage staat dat het geld in overleg met betrokken medewerkers wordt gebruikt voor het verhogen van de inzetbaarheid van medewerkers. De interpretatieverschillen zijn duidelijk geworden in de bijeenkomsten van klankbordgroep. Vragen die spelen zijn: Moet het geld ook echt besteed worden of kan het dienen als dekking van bestaand beleid? Moet het geld aangewend worden, ook wanneer er geen probleem is bij de inzetbaarheid van ouderen? Is het een recht waar medewerkers aanspraak op kunnen maken? Geldt de regeling met terugwerkende kracht? Mag het geld ook gebruikt worden voor medewerkers die niet in de doelgroep zitten? Kan het geld ook in de algemene middelen stromen? Wat zijn dan de best practices voor de toepassing van de 62+ Regeling? Ook op deze vragen is in dit rapport getracht een antwoord te geven. PAGINA 4 VAN 31

5 1 De letters In de eerste twee hoofdstukken komt de achtergrond van de 62-plusregeling aan de orde. Wat heeft de wetgever beoogd met de regeling (de letters) en wat is de omvang van de doelgroep binnen de watersector (de cijfers). Als eerste komen de letters aan de orde. Wat staat er in de wet? Wanneer wordt gesproken over de 62-plusregeling, dan wordt in feite bedoeld de premiekorting oudere werknemer. Deze premiekorting is wettelijk vastgesteld. Wat zijn nu de wettelijke bepalingen en op welke wijze bieden die houvast voor de toepassing van de premiekorting? 1.1 De wetgeving De premiekorting is een wetswijziging van een eerdere premievrijstelling voor oudere werknemers. De relevante aanpassingen die inzicht geven in deze wetswijziging staan hieronder. We starten met de passages uit de Wet Financiering sociale verzekeringen 1. Het gaat om een premiekorting die de werkgever toepast op de verschuldigde premies. Deze premiekorting is een fiscale maatregel gericht op de werkgever. Een werkgever hoeft voor het toepassen van de premiekorting geen aparte administratie bij te houden. De Belastingdienst kan de toepassing controleren vanuit de leeftijd van een medewerker en het voortbestaan van een dienstbetrekking. Er zijn dus geen bepalingen opgenomen over de wijze waarop het voordeel dat uit deze korting ontstaat, moet worden aangewend. Is er dan geen verdere houvast voor de toepassing van de premiekorting? Ja, die is er wel. In de memorie van toelichting bij de wetswijziging is terug te vinden wat de achtergrond is van de wetswijziging en de voorwaarden. 1.2 Achtergrond van de wetgeving Hieronder staan enkele belangrijke passages uit de memorie van toelichting, Algemeen, lid en 3.2. bij de wetswijziging, te weten: 1) Inleiding 2 2) Aanleiding wetsvoorstel: de arbeidsmarkt voor ouderen 3 3) Gerichte premiekortingen in plaats van generieke premievrijstelling 4 Uit de tekst in de memorie van toelichting wordt duidelijk wat de achtergrond is van de premiekorting. De premiekorting is bedoeld om de opstelling van de werkgever ten aanzien van het in dienst houden van oudere werknemers positief te beïnvloeden. Er is maar een beperkt aantal voorwaarden waaraan voldaan moet worden. De wetgever laat het aan de werkgevers en werknemers over om de eventuele mogelijkheden te benutten. 1.3 Toelichting Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Belastingdienst Om de bevindingen te toetsen heeft, aanvullend op het bestuderen van de (wets)teksten, een gesprek plaatsgevonden met ambtenaren van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Belastingdienst die betrokken zijn bij de Premiekorting 62-plus. Dit gesprek heeft de volgende aanvullende informatie opgeleverd over de achtergrond van de fiscale maatregel. 62+ Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 5 VAN 31

6 1.3.1 Premiekorting is een wijziging van eerder beleid Aanleiding voor de huidige premiekorting is dat de eerdere premievrijstelling onvoldoende effectief bleek. De eerdere regeling sluit slecht aan bij de problematiek van de ouderen op de arbeidsmarkt en is daarmee niet effectief. Het meeste geld wordt besteed aan het in dienst houden van oudere werknemers vanaf de leeftijd 54,5 jaar. Het is echter aannemelijk dat een groot deel van de met een premievrijstelling gefaciliteerde banen ook zonder premievrijstelling zouden blijven bestaan. De inefficiëntie van deze regeling wordt verder vergroot doordat de vrijstelling een permanent karakter heeft. Zo kan een werkgever vele jaren een financiële tegemoetkoming krijgen voor een oudere werknemer die prima functioneert en voor wie helemaal geen tegemoetkoming nodig is Belangrijkste knelpunt oude regeling De Commissie Arbeidsparticipatie geeft als belangrijkste knelpunt aan dat de regeling niet alleen gericht is op het in dienst nemen maar ook op het in dienst houden. Daardoor ontstaat naar de mening van de Commissie dead weight loss. Daarmee wordt bedoeld: een aftrekpost of subsidie bedoeld om bepaald gedrag te bevorderen, wordt toegekend aan degenen die dat gedrag al vertonen Doelstelling regeling 62-plus De gemiddelde leeftijd bij uittreden ligt ten tijde van de wetswijziging op 61,7 jaar. Om het werken na 62 jaar aantrekkelijker te maken, moet ook de opstelling van de werkgever positief worden beïnvloed. De premiekorting dient daartoe. Voor de oudere werknemers die een baan hebben, zal de regeling zich explicieter richten op het voorkomen van vervroegde uittreding voor het 65e jaar Verplichtingen werkgever In de wet is niet vastgelegd wat een werkgever met de premiekorting moet doen. De werkgever heeft de ruimte om de premiekorting in de algemene middelen te laten stromen en niet te besteden aan inzetbaarheid bevorderende maatregelen. De premiekorting is zeker niet bedoeld als recht waarop medewerkers aanspraak kunnen maken. In feite is er dus geen regeling met richtlijnen en spelregels voor de aanwending van de premiekorting. Dit past bij een overheid die minder spelregels wil opstellen. In de Memorie van Toelichting bij de premiekorting staat: Het is uiteraard primair aan de werkgevers, werknemers en uitkeringsgerechtigden zelf om deze mogelijkheden te benutten. Cao-partijen zijn derhalve vrij om hierover aanvullende afspraken te maken. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in de cao Waterschappen en de cao Gemeenten. 1.4 Aanvullende afspraken Principeakkoord cao waterschappen In het Principeakkoord cao Waterschappen hebben sociale partners aanvullende afspraken gemaakt over de premiekorting. Deze afspraak is weergegeven in de toelichting op Arbeidsparticipatie ouderen (stimuleren langer doorwerken) 5. Met geld van de premiekorting kunnen benodigde gefinancierd worden. Een uitkering in geld is niet de bedoeling. De laatste zin zou gelezen moeten worden als: wordt dit geld in overleg met de betrokken medewerkers door de werkgever gebruikt voor de verhoging van de inzetbaarheid van medewerkers Conclusie wetgeving De premiekorting is een stimuleringsmaatregel voor werkgevers. Het verlaagt de loonkosten voor oudere medewerkers en is bedoeld om de opstelling van de werkgever ten aanzien van het in dienst houden van oudere werknemers positief te beïnvloeden. Het geld dat hiermee bespaard wordt, kan gebruikt worden voor de dekking van maatregelen die een werkgever treft. Dat kunnen bestaande maatregelen zijn en ook nieuwe. Doordat er geen verdere spelregels zijn, zullen veel werkgevers de besparing zien als een tegemoetkoming voor bestaand beleid. PAGINA 6 VAN 31

7 Tegelijkertijd is het mogelijk dat werkgevers en werknemers aanvullende afspraken maken. Dit is in de watersector gedaan door een passage op te nemen in de cao waarin staat dat het geld in overleg met betrokken medewerkers wordt gebruikt voor het verhogen van de inzetbaarheid van medewerkers. Ook deze aanvullende afspraak geeft veel ruimte voor interpretatie. Dat zit met name in het laatste punt. Hierin kan gelezen worden dat de besparing gebruikt zou moeten worden voor de inzetbaarheid van de betrokken medewerkers (medewerkers in de leeftijdscategorie 62-plus) of voor alle medewerkers. Het is duidelijk dat deze wet een fiscale stimuleringsmaatregel betreft voor werkgevers. De interpretatie van de aanvullende afspraken in de cao zijn bepalend voor de uitwerking. Als een organisatie de besparing gebruikt als geld dat een medewerker kan aanwenden voor zijn of haar individuele inzetbaarheid is de fiscale maatregel veranderd in een arbeidsvoorwaarde waaraan mogelijk ook rechten kunnen worden ontleend. 1.6 Ontwikkeling wetgeving Op dit moment is het onduidelijk op welke wijze een nieuwe regering vorm zal geven aan een vitaliteitspakket. In het onderzoek is echter uitgegaan van de situatie van voor de val van het kabinet. In het kader van het recente wandelgangenakkoord van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie over een nieuw pakket aan bezuinigingsmaatregelen is de verwachting dat het vitaliteitspakket nog (deels) wordt aangepast. De oorspronkelijke regeling gold as het uitgangspunt voor dit onderzoek. Om een volledig beeld te krijgen van de visie van waaruit wordt gewerkt, wordt de regeling, zoals aanvankelijk bedacht, in dit rapport nader toegelicht. Het Vitaliteitspakket is ingericht volgens drie onderwerpen, te weten: doorwerken, mobiliteit en loopbaanfaciliteiten. Zie onderstaande tabel. Regelingen huidige stelsel Arbeidskorting voor ouderen Doorwerkbonus Premiekorting voor in dienst houden van 62+ Premiekorting voor in dienst nemen van arbeidsgehandicapten Premiekorting voor in dienst nemen van uitkeringsgerechtigden 50+ Spaarloonregeling Levensloopregeling Regelingen Vitaliteitspakket Doorwerken Werkbonus werknemer 61+ Werkbonus werkgevers 62+ Mobiliteit Mobiliteitsbonus 55+ Dubbele Mobiliteitsbonus uitkeringsgerechtigden 50+ Loopbaanfaciliteiten Vitaliteitssparen Verlagen drempel scholingsaftrek Intersectorale scholing Van-Werk-Naar-Werk (VWNW)-budget Overgangsregeling levensloop De premiekorting zal in de nieuwe regeling blijven bestaan onder de noemer werkbonus voor werkgevers. Deze werkbonus zal per jaar bedragen gedurende een periode van drie jaar. De voorziene verhoging per 1 januari 2013 (naar 6.500) zou vervallen. De middelen die hiermee vrij zouden komen, zullen worden ingezet om het in dienst nemen van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt (mobiliteitsbonussen) te stimuleren. In deze nieuwe regeling wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen: Werkbonus voor werknemers Werkbonus voor werkgevers Nogmaals wordt er op gewezen dat de regeling is beschreven op basis van de situatie tijdens het onderzoek. In verband met de gewijzigde situatie is het onduidelijk of en zo ja welke afspraken gemaakt gaan worden. 62+ Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 7 VAN 31

8 PAGINA 8 VAN 31

9 2 Ontwikkeling groep 62-plus In dit onderdeel komt de groei van de groep medewerkers in de leeftijd van 62, 63 en 64 jaar aan de orde. Hoe groot is de groep nu, wat zijn de prognoses en welk bedrag is er gemoeid met de premiekorting? 2.1 Aantallen Omvang van de doelgroep in de sector neemt toe. Op basis van de HR-Monitor 2010 is een prognose gemaakt. In 2010 bedraagt het aantal medewerkers van 62-plus in de sector 458 (3,9 %). In 2011 groeit dit aantal door naar 676 (5,7%) en in 2012 betreft het 863 medewerkers (7,3%). Uit de informatie is te herleiden dat: De omvang van de doelgroep in 2012 is verdubbeld ten opzichte van 2010; In 2012 alle organisaties medewerkers hebben in de doelgroep 62-plus; De stijging in 2011 groter is dan de stijging in 2012; Het de inschatting is dat de doelgroep na 2012 nog doorgroeit tot ongeveer 1000 en gedurende een aantal jaren op dat niveau blijft (de leeftijdsgroep van 55 t/m 59 bedraagt 1704 medewerkers); De relatieve omvang groeit van 3,9% naar 7,3%. Daarmee is de groep 62-plus geen kleine groep meer maar een groep die in omvang gelijk is aan (of zelfs groter dan) andere leeftijdsgroepen in de sector; De verschillen tussen de organisaties uiteen lopen van ongeveer 4% tot 10% in 2012 (uitschieters weggelaten). 2.2 Omvang premiekorting De berekening van de totale premiekorting is gebaseerd op het parttime percentage en het aantal medewerkers in de doelgroep. Het parttime percentage is gemiddeld ruim 92%. De premiekorting loopt in 2012 op tot ongeveer 2,2 miljoen. De verschillen tussen de organisaties lopen uiteen van ongeveer tot Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 9 VAN 31

10 2.3 Ontwikkeling 62-plusgroep in Nederland In onderstaande grafiek staat de ontwikkeling van de 62-plusgroep binnen de totale Nederlandse beroepsbevolking in de afgelopen 10 jaar weergegeven. Deze cijfers zijn afkomstig van het CBS. Grafiek 1 ontwikkeling van de doelgroep 62-plus in Nederland (CBS) " Werkzame(beroepsbevolking(naar(lee2ijd((aantallen)( " " " " " " " " 64"jaar" 63"jaar" 62"jaar" 62065"totaal" 0" 2001" 2002" 2003" 2004" 2005" 2006" 2007" 2008" 2009" 2010" 2011" Jaar( In dit plaatje is te zien dat de groep medewerkers in de leeftijd van 62, 63 en 64 jaar vanaf 2006 sterk groeit. Dit is mede het gevolg van de versobering van FPU regelingen en tegenvallende pensioenaanspraken. 2.4 Conclusie doelgroep 62-plus Uit bovenstaande cijfers blijkt dat de sector waterschappen rekening moet houden met een steeds groter wordende groep oudere medewerkers. De groep 62-plussers zal oplopen tot bijna 10% van het medewerkersbestand. Het is dan ook niet vreemd dat de overheid aandacht heeft voor deze groep medewerkers. Ook de cao-bepaling over het stimuleren van het langer, gezond doorwerken is goed te begrijpen. Ook zonder premiekorting zullen de waterschappen goed rekening moeten houden met deze groeiende groep medewerkers. PAGINA 10 VAN 31

11 62+ Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 11 VAN 31

12 3 Inventarisatie extern In de wetenschap dat de premiekorting 62-plus een fiscale maatregel is die voor alle werkgevers in Nederland geldt, is ook gekeken naar de wijze waarop werkgevers buiten de sector waterschappen met de premiekorting omgaan. Het doel hiervan is te leren en te onderzoeken of de good practices ook binnen de sector waterschappen zijn toe te passen. In overleg met het is gekozen om de onderstaande werkgevers te interviewen: Gemeente Deventer Gemeente Enschede Gemeente Nijmegen Gemeente Rotterdam Natuurmonumenten Politieacademie Siemens Vereniging van Universiteiten (VSNU) Vitens (Waterbedrijf) Gezocht is naar organisaties die raakvlakken hebben met een waterschap of de sector waterschappen. Het kan zijn dat de primaire werkzaamheden vergelijkbaar zijn of dat er overeenkomsten zijn in organisatorische zin. In het bijzonder is gekeken naar een aantal gemeenten, aangezien in de cao voor de gemeentesector een vergelijkbare afspraak is gemaakt over de aanwending van de premiekorting 62-plus, vastgelegd in de CAR, artikel 17, lid 3. 6 De hypothese dat de fiscale premiekorting niet tot een specifiek beleid leidt, wordt bevestigd in de interviews. Alleen bij gemeenten, met een dwingende cao-afspraak, wordt de premiekorting direct aangewend voor het bevorderen van de inzetbaarheid van de 62-plus medewerker. De interviews schetsen echter ook een beeld dat gemeenten worstelen met de invulling van de cao-afspraak. Hoe strak de cao-bepaling wordt nageleefd en hoe de cao-bepaling in de praktijk wordt geïnterpreteerd, verschilt per gemeente. De uitvoering wordt als een administratieve last ervaren. Tegenover de constatering dat de premiekorting werkgevers niet prikkelt om medewerkers langer in dienst te houden, staat de constatering dat alle door ons gesproken werkgevers, wel beleid hebben ontwikkeld ter verhoging van de inzetbaarheid van hun medewerkers. Specifiek beleid om 62- plussers langer aan het werk te houden, ontbreekt hierin echter. 3.1 Good practices Uit de externe interviews zijn 17 good practices naar voren gekomen die in twee tabellen zijn weergegeven. Vanwege de vergelijkbare cao-bepaling zijn de good practices uit de gemeentelijke sector apart vermeld. 1. Het inzetbaarheidsbudget In de cao Waterbedrijven is een aantal aanpassingen gedaan rond leeftijdafhankelijke arbeidsvoorwaarden. Per 1 januari 2010 zijn de specifieke regelingen voor oudere medewerkers, zoals de leeftijdsverlofdagen, de ATV-regeling oudere werknemers en de PAS-regeling, omgezet in een regeling waarvan alle medewerkers gebruik kunnen maken:. Het inzetbaarheidsbudget, uitgedrukt in een percentage van het jaarsalaris, is per maand vrij te besteden aan een aantal inzetbaarheid bevorderende doelen: Sparen en opnemen van verlof, ten gunste van een betere balans werk/privé; Aankopen van extra pensioen; Sparen voor levensloopverlof; Een fitness abonnement; Onvergoede scholingskosten. 2. Trekkingsrecht Naast het inzetbaarheidsbudget hebben medewerkers van waterbedrijf Vitens toegang tot het employabilitybudget en het flexibel arbeidsvoorwaarden budget. Het employabilitybudget is te beschouwen als een investering in brede inzetbaarheid van medewerkers. Iedere medewerker heeft een zogeheten trekkingsrecht voor een budget van per drie jaar. Het employabilitybudget is vrij te besteden aan bijvoorbeeld: PAGINA 12 VAN 31

13 Testen, loopbaanscans, employabilityscan; Loopbaanadvisering; Coaching op eigen verzoek; Oriëntatiestage; Oriëntatie gericht op het starten van een eigen bedrijf. Met het flexibele arbeidsvoorwaardenbudget komt een aantal arbeidsvoorwaarden bij elkaar die medewerkers nu verspreid in de tijd genieten, zoals vakantiegeld, eindejaarsuitkering of levensloop-bijdrage. Met het budget dat vrij komt kunnen medewerkers arbeidsvoorwaarden kopen in de digitale arbeidsvoorwaardenwinkel. 3. Preventieve maatregelen Om de inzetbaarheid van medewerkers in de hoogste leeftijdscategorie te bevorderen, neemt de Politie vooral preventieve maatregelen in de (leeftijds)fase daarvoor. De Politie richt zich zo op een bredere doelgroep als het gaat om de inzetbaarheid van de oudste medewerkers. 4. Professionele weerbaarheid In de cao Politie is bijna tien jaar geleden een afspraak opgenomen over professionele weerbaarheid. Op basis daarvan is destijds een sectorbrede projectgroep opgericht om de afspraak bij de politiekorpsen te implementeren en daarmee ook te kunnen sturen op de uniformiteit waarmee dit gebeurde. 5. Verbinding Inzetbaarheid is bij de Politie geen op zichzelf staand thema. Het is belangrijk verbinding te leggen met een breed scala aan (andere) HR-activiteiten. Ook vanuit budgettair oogpunt is dit aantrekkelijk. Voor een goede aanpak is het belangrijk helder voor ogen te hebben welke specifieke inzetbaarheidsproblemen er binnen de doelgroep zijn. 6. Vier onderscheiden levensfasen In de cao Bos en Natuur hebben partijen afgesproken dat er een afspraak komt voor levensfasebewust personeelsbeleid (LPB). Vanuit deze cao-afspraak is een werkgroep geformeerd met vertegenwoordigers uit de vier onderscheiden levensfasen (inclusief 55- plus ). Bij de totstandkoming van het LPB zijn per fase nadrukkelijk medewerkers uit de verschillende levensfasen betrokken. Doel is een zo praktisch mogelijk LPB. Daarnaast heeft de werkgroep zich vooraf ten doel gesteld niet te focussen op nieuwe activiteiten, maar vooral oog te hebben voor hoe bestaande instrumenten aangewend kunnen worden om de inzetbaarheid van bijvoorbeeld 55-plussers te bevorderen. 7. Specifieke regelingen/mogelijkheden De categorie 55-plus kenmerkt zich onder meer door fysieke veroudering en daarmee een lagere fysieke belastbaarheid, minder initiatief tot het veranderen van baan of functie, zingeving in werk en de balans werk/privé is belangrijk. Specifieke regelingen/mogelijkheden bij Natuurmonumenten voor deze doelgroep: Coaching; Geen verplichting meer tot verrichten van overwerk; Seniorenregeling (80% werken, 90% salaris); Mentorschap; Trainingen op intranet: vitaliteit in werk, persoonlijke effectiviteit, mentorschap. 8. Aanstelling van een klein aantal uur per week Medewerkers die met FPU of met pensioen gaan en werkzaam zijn in een schaarse functiegroep worden in het voortgezet onderwijs actief benaderd voor een aanstelling van een klein aantal uur per week (bijvoorbeeld vijf). 62+ Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 13 VAN 31

14 9. Leeftijd onafhankelijk en ontwikkelend personeelsbeleid Siemens maakt geen onderscheid in leeftijd, afkomst, geslacht, opleiding, functieverblijftijd en dergelijke. Het gaat immers om leeftijd onafhankelijk en ontwikkelend personeelsbeleid. Dit betekent dus dat beleid niet gericht is op de inzetbaarheid van een specifieke leeftijdsgroep maar op iedereen. Dat kent preventieve en curatieve aspecten. Inzetbaarheid is immers een onderwerp op alle 'fronten' en is altijd maatwerk. 10. Plannings-, functionerings- en beoordelingsgesprek Vanuit de Siemens Academy is er sterk op gestuurd dat ook de oudste medewerkers een plannings-, functionerings- en beoordelingsgesprek krijgen. Good practices gemeenten 11. Communicatie De gemeente Nijmegen heeft heel bewust gekozen om de cao-afspraak breed onder de aandacht te brengen van de groep 62-plussers en de leidinggevenden. Indien wij deze maatregel niet of onvoldoende communiceren, lopen we het risico achteraf met claims geconfronteerd te worden. Bij duidelijke en voldoende communicatie kunnen, indien medewerkers afzien van het gebruik van het voor hen bestemde budget, ons achteraf gezien geen verwijten gemaakt worden. Eventuele claims kunnen dan zonder problemen worden afgewezen. 12. Premiekorting is geoormerkt geld Nijmegen heeft bepaald dat de mogelijkheid tot het aanwenden van de premiekorting na een jaar vervalt. De ontvangen premiekorting is geoormerkt geld, gereserveerd voor een bepaalde medewerker dat alleen voor dit doel uitgegeven kan worden. Als het in het betreffende jaar niet wordt uitgegeven, valt het bedrag vrij. 13. Aanvraagformulier Bij de gemeente Nijmegen is het de medewerker die het initiatief neemt om de premiekorting aan te wenden. Hij of zij maakt dit kenbaar door middel van een aanvraagformulier. Het is de leidinggevende die de aanvraag accordeert. De leidinggevende toetst ook of de aanvraag de inzetbaarheid bevordert. 14. Meer loonruimte De premiekorting voor het in dienst houden van werknemers van 62 jaar en ouder is ingegaan per 1 januari Het arbeidsvoorwaardenakkoord in de sector Gemeenten en dus ook het artikel (17:3) over de premiekorting, is gesloten in juli 2010 en ingegaan per 1 oktober In de periode van 1 januari 2009 tot 1 oktober 2010 werd het geld niet gereserveerd en betekende dus voor de gemeente Deventer meer loonruimte voor de betreffende afdelingen. 15. Breder in ten behoeve van duurzame inzetbaarheid Als de inzetbaarheid van de medewerker van 62-plus al optimaal is en er evenmin een probleem wordt verwacht ten aanzien van de inzetbaarheid, besteed het geld dan niet. De besteding zal immers geen effect hebben op de inzetbaarheid van de medewerker. De gemeente Deventer zet het dan breder in ten behoeve van duurzame inzetbaarheid. 16. Werken aan inzetbaarheid is ook het vergroten van mobiliteit Het sociaal statuut gaat uit van een werkgarantie. Ontslag op basis van een reorganisatie is daarmee redelijk uitgesloten. Dit betekent dat de gemeente Enschede extra inspanningen moet doen om boventallige medewerkers van werk naar werk te begeleiden. In ruil daarvoor is bedongen dat medewerkers zich flexibel opstellen. Er geldt een aanvaardingsplicht op elke aangeboden baan, ook als die in formele zin niet passend is. Passend is over het algemeen vertaald in financiële termen: één loonschaal boven of maximaal twee onder iemands huidige functie. PAGINA 14 VAN 31

15 17. Gedwongen en vrijwillige interne mobiliteit Bij de gemeente Enschede geldt bij gedwongen en bij vrijwillige mobiliteit: Twee salarisklassen onder het huidige functieniveau: na twee jaar een schaal inleveren Drie salarisklassen onder het huidige functieniveau: na één jaar een schaal inleveren, na twee jaar nog een schaal inleveren. Bij de good practices valt op dat de ene organisatie bewust afscheid neemt van specifieke inzetbaarheidsmaatregelen voor oudere medewerkers, terwijl andere organisaties op dit vlak juist nieuw beleid hebben ontwikkeld. De vergelijkbare cao-bepaling heeft in de gemeentesector niet geleid tot vernieuwende maatregelen om de inzetbaarheid te bevorderen. Bij de effectiviteit van de bepaling plaatsen de gemeenten vraagtekens. 62+ Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 15 VAN 31

16 4 Inventarisatie intern De wijze waarop de cao-afspraak over de premiekorting in de praktijk uitwerkt, is in kaart gebracht aan de hand van een vragenlijst die onder alle werkgevers in de sector waterschappen is verspreid. Hierbij zijn drie doelgroepen specifiek benaderd: HR-functionarissen, leden van de ondernemingsraad en leidinggevenden. Daarnaast is vanuit de begeleidingscommissie input geleverd. 4.1 Vergrijzing personeelsbestand Het aandeel medewerkers van 50 jaar of ouder stijgt gestaag binnen de sector waterschappen. In 2010 bedroeg dit percentage 39%. Hoe gaan waterschappen om met een ouder wordend medewerkersbestand? Allereerst door in het HR-beleid steeds meer rekening te houden met de leeftijd van de medewerkers. Daarnaast vindt tweederde van de HR-functionarissen dat in hun organisatie meer moet worden gedaan om de inzetbaarheid van oudere medewerkers te vergroten. Onder de OR-leden ligt dit percentage nog hoger. Grafiek 2 Consequenties vergrijzing personeelsbestand (HR- en OR-respondenten) 100%# 90%# posi1ef#hr# posi1ef#or# nega1ef#hr# nega1ef#or# 80%# 70%# 60%# 50%# 40%# 30%# 20%# 10%# 0%# meer levensfasebeleid competenties i.p.v. dienstjaren oudere mdw'ers meer betrokken roosterproblemen door vergrijzing meer inspanning inzetbaarheid oudere mdw'ers probleem fysieke belasting groter arbeidspartcipatie i.p.v. - productiviteit ouderen mdw'ers minder veranderen oudere mdw'ers onderbelast oudere mdw'ers overbelast Bij reorganisaties waarbij banen verdwijnen, wordt meer naar competenties dan naar dienstjaren gekeken. Het is dus niet zo dat oudere medewerkers een voorkeurspositie hebben. 60% van de respondenten is van mening dat oudere medewerkers minder open staan voor verandering dan jongere medewerkers. Hier staat tegenover dat hen een grotere betrokkenheid bij de organisatie wordt toegeschreven. Als het gaat om het ontstaan van roosterproblemen als gevolg van vergrijzing zijn de meningen verdeeld. Het percentage respondenten dat het hiermee eens, ligt iets lager dan het percentage respondenten dat het hiermee oneens is. Hetzelfde geldt met betrekking tot de stelling of fysieke belasting van medewerkers een groter probleem is bij vergrijzing dan psychische belasting. Interessant voor verder onderzoek is hoe verschillend HRfunctionarissen en OR-leden kijken naar de doelstelling van ouderenbeleid. Ruim 60% van de HRfunctionarissen is van mening dat het ouderenbeleid zich meer op arbeidsparticipatie dan op arbeidsproductiviteit richt, terwijl bij de OR-leden dit percentage blijft steken op 24%. PAGINA 16 VAN 31

17 4.2 Voorgenomen maatregelen Op de vraag welke maatregelen organisaties in de sector waterschappen dit jaar (2012) nemen om de inzetbaarheid van oudere medewerkers te vergroten, bleken drie maatregelen te domineren. Bijna driekwart van de werkgevers is voornemens oudere medewerkers in te zetten op hun sterke punten en eventueel functieprofielen hier voor los te laten. Een even groot gedeelte geeft aan tijdig te gaan zoeken naar alternatieven voor medewerkers in zware functies. Daarnaast geeft nog eens tweederde van de werkgevers aan dat er periodieke loopbaangesprekken zullen worden gehouden met specifieke aandacht voor de inzetbaarheid van oudere medewerkers. Meer dan de helft van de werkgevers kiest voor gezondheidsbeleid voor oudere medewerkers en het aanpassen van de arbeidsomstandigheden voor oudere medewerkers. Werkgevers kiezen relatief weinig voor scholingsprogramma s gericht op oudere medewerkers en het stimuleren van keuzepensioen. Het bieden van de mogelijkheid om in plaats van volledig te stoppen met werken gedeeltelijk te blijven werken gaat circa twee op de vijf werkgevers aanbieden aan oudere medewerkers. Weinig organisaties beschikken over een mobiliteitscentrum dat ook oudere medewerkers begeleidt naar een volgende functie. Grafiek 3 Voorgenomen maatregelen ter bevordering van de inzetbaarheid van oudere medewerkers (hr-respondenten) 80%# 70%# 60%# 50%# 40%# 30%# 20%# 10%# 0%# tijdig zoeken alternatieven periodieke loopbaangesprekken scholingsprogramma's gezondheidsbeleid arbeidsomstandigheden mobiliteitscentrum inzetten op sterke punten gedeeltelijk doorwerken klein dienstverband na pensioen stimuleren keuzepensioen weet niet anders 62+ Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 17 VAN 31

18 4.3 Cao-afspraak Het merendeel van de respondenten geeft aan dat zij na het sluiten van het cao-akkoord tegenstrijdige informatie heeft ontvangen over de betekenis en de uitvoering van de afspraak over de premiekorting. De informatievoorziening naar de medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van de cao-afspraak, is niet gestructureerd verlopen. Zo hebben veel P&O-adviseurs geen interne beleidsnotitie ontvangen met informatie over de cao-afspraak, hebben medewerkers die tot de doelgroep behoren doorgaans geen brief ontvangen waarin de cao-afspraak wordt uitgelegd en hebben leidinggevenden geen instructies gekregen om over de premiekorting te communiceren naar de 62-plussers binnen hun teams. Wellicht mede hierdoor heeft de effectuering van de cao-afspraak veel tijd gevraagd van de organisaties. Het valt op dat meer dan acht op de tien HR-respondenten van mening is dat er voor werkgevers van de premiekorting geen prikkel uitgaat om medewerkers langer in dienst te houden. 60 % van de OR-leden is ook deze mening toegedaan. In het verlengde hiervan zijn HR-functionarissen en OR-leden unaniem in hun oordeel over de bijdrage die de caoafspraak heeft gehad op de inzetbaarheid van oudere medewerkers. Ruim 70% is van mening dat de caoafspraak niet heeft geleid tot een grotere inzetbaarheid van de doelgroep. Om de premiekorting effectief aan te kunnen wenden is het van belang dat er informatie voor handen is over specifieke inzetbaarheidsproblemen in de waterschapssector bij deze doelgroep. Tot slot zijn de HR-respondenten vrijwel unaniem in hun mening dat de premiekorting geen individueel recht is dat de medewerker kan claimen. Onder de OR-leden is 60% het hiermee eens. Grafiek 4 Cao-afspraak Premiekorting 62-plus (HR- en OR-respondenten) 100%# 90%# posi1ef#hr# posi1ef#or# nega1ef#hr# nega1ef#or# 80%# 70%# 60%# 50%# 40%# 30%# 20%# 10%# 0%# geen individueel recht tegenstrijdige informatie ontvangen veel tijd effectuering geen prikkel mdw'ers langer in dienst leidt tot grotere inzetbaarheid informatie P&O-adviseurs informatie mdw'ers 62-plus instructie leidinggevenden opleiding oudere mdw'ers inzetbaarheid standaard besproken (oudere) mdw'er heeft eigen verantwoordelijkheid voor inzetbaarheid informatie inzetbaarheidsproblemen waterschapssector Verder valt op dat HR-functionarissen en OR-leden sterk verschillen in hun mening of inzetbaarheid standaard moet worden besproken in de cyclus van gesprekken tussen leidinggevende en de oudere medewerker. Blijkbaar is er een verschil tussen HR-beleid en de ervaringen in de praktijk. Uit de vragenlijst blijkt verder dat ook de oudere medewerker zelf verantwoordelijk wordt gehouden voor de eigen inzetbaarheid. Toepassing cao-afspraak Om zicht te krijgen hoe de cao-afspraak in de praktijk is toegepast, zijn de volgende twee vragen voorgelegd aan de respondenten: Welke uitgangspunten zijn binnen uw organisatie gehanteerd bij het aanwenden van de premiekorting 62-plus? Voor welke doeleinden is de premiekorting in 2011 aangewend? Bij beide vragen was het mogelijk om meerdere antwoorden te selecteren. PAGINA 18 VAN 31

19 Het niet aanwenden van de premiekorting is bij iets meer dan de helft van de organisaties geheel of gedeeltelijk gebeurd. Bij ongeveer 40% van de organisaties was dit ook één van de uitgangspunten voor het aanwenden van het geldbedrag. Een klein aantal waterschappen heeft nog geen besluit genomen over de aanwending van de premiekorting. Het geld is gereserveerd in afwachting van een bestemming. Hiermee ligt het percentage werkgevers dat het geld niet heeft aangewend in 2011 feitelijk hoger. Tevens wordt hiermee de score anders grotendeels verklaard. Bij bijna één op de vijf organisaties is de premiekorting (ook) besteed aan collectieve middelen die alle medewerkers ten goede komen ongeacht de leeftijd. Circa 30% van de werkgevers beschouwt de premiekorting als een persoonlijk inzetbaarheidsbudget dat wordt aangewend op basis van behoefte. Een beperkt aantal waterschappen heeft geprobeerd om alleen een specifieke functiegroep (bijvoorbeeld muskusrattenbestrijders) te laten profiteren van de premiekorting, maar in alle gevallen heeft de ondernemingsraad hier niet mee ingestemd. Respondenten bleken zeer moeilijk in staat te zijn om aan te geven in welke mate de premiekorting aan de verschillende middelen is besteed. Een verklaring hiervoor is dat binnen de betreffende organisatie vaak geen centraal bestedingsoverzicht wordt bijgehouden. Voor grafieken 4 en 5 betekent dit dat zij geen inzicht bieden in de wijze waarop het premiekortingsbudget in absolute zin is verdeeld, maar slechts of uitgangspunten zijn toegepast en bestedingsdoelen zijn gekozen. Dit betekent dat in theorie een bestedingsdoel waaraan 99% van het budget is besteed, even zwaar telt als een bestedingsdoel waaraan slechts 1% van het budget is besteed. Uit de diversiteit aan antwoorden blijkt dat werkgevers binnen de waterschapssector verschillende uitgangspunten hebben toegepast en verschillende bestedingsdoelen hebben toegelaten. Wat de premiekorting voor de individuele 62-plusser betekent, verschilt dus per organisatie. Grafiek 5 Welk uitgangspunt is gehanteerd bij het aanwenden van de Premiekorting 62-plus? (HR-respondenten) 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% alle medewerkers 62-64jr bepaalde functiegroep(en) collectieve middelen persoonlijk inzetbaarheidsbudget niet aangewend weet niet anders 62+ Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 19 VAN 31

20 Grafiek 6 Voor welke doeleinden is de Premiekorting 62-plus aangewend? (HR-respondenten) 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% niet aangewend uitkering in geld extra verlof fiets of ander vervoermiddel aanpassing werkplek aanpassing thuis weet niet anders Terugwerkende kracht De cao Waterschappen heeft een formele looptijd van 1 oktober 2009 tot 1 januari Het arbeidsvoorwaardenakkoord, inclusief het artikel over de premiekorting 62-plus, is echter gesloten in juli Hierdoor ging de cao-afspraak over de premiekorting in met terugwerkende kracht. Op de vraag hoe de organisatie hiermee is omgegaan, blijkt dat slechts een beperkt deel (minder dan 20%) van de werkgevers in de waterschapssector de afspraak met terugwerkende kracht heeft toegepast. 4.4 Good practices Als onderdeel van de vragenlijst zijn de good practices die uit de interviews met externe organisaties en vanuit de klankbordgroep naar voren zijn gekomen, voorgelegd aan de respondenten. De uitkomsten laten zien dat veel van deze maatregelen op draagvlak binnen de waterschapssector kunnen rekenen. Goed toepasbaar Voor de volgende maatregelen bestaat een groot draagvlak binnen de sector. Groot houdt in: een percentage van 70 % of hoger vindt de good practice toepasbaar binnen de eigen organisatie. Gebruik de premiekorting ook om te investeren in oudere medewerkers die nog niet tot de 62-plus groep behoren. Zo is het mogelijk om preventieve maatregelen te nemen om inzetbaarheidsverlies in de 62-plus categorie te beperken; Wend de premiekorting collectief aan in plaats van het bevorderen van de inzetbaarheid van elke 62- plusser afzonderlijk; Breng de cao-afspraak breed onder de aandacht van de groep 62-plussers en de leidinggevenden. Zo wordt de regeling transparant; Zet oudere medewerkers in als mentor voor eigen medewerkers en eventueel mensen van buiten de organisatie (bijvoorbeeld docenten) met het doel om gericht hun kennis en ervaring over te dragen; Richt HR-beleid niet op de inzetbaarheid van een specifieke leeftijdgroep, maar op iedereen. Positief beoordeeld Ten aanzien van het proces om de premiekorting te besteden aan de inzetbaarheid van oudere medewerkers, wordt de volgende spelregel per saldo (ruim) positief beoordeeld: Besteed de premiekorting niet als de inzetbaarheid van de medewerker al optimaal is en er evenmin een probleem wordt verwacht ten aanzien van de inzetbaarheid. PAGINA 20 VAN 31

21 Positief staan de respondenten verder tegenover het voorstel om: Medewerkers die met (vervroegd) pensioen gaan en werkzaam zijn in een functiegroep waarin op de arbeidsmarkt schaarste is, pro-actief een aanstelling aan te bieden voor een klein aantal uren per week; Hetzelfde geldt voor het idee om oudere medewerkers niet meer te verplichten tot het verrichten van overwerk. Onvoldoende draagvlak Er is onvoldoende draagvlak om oudere medewerkers voorrang te geven bij de bemensing van interne projecten en interim opdrachten binnen de organisatie. Ook de mogelijkheid voor medewerkers om zelf initiatief te laten nemen om de premiekorting aan te wenden voor de eigen inzetbaarheid, wordt als maatregel afgewezen. Grafiek 7 Toepasbaarheid van good practices buiten de waterschapssector (HR-, OR- en leidinggevende respondenten) 100%# 90%# posi1ef# nega1ef# 80%# 70%# 60%# 50%# 40%# 30%# 20%# 10%# 0%# preventieve maatregelen collectief i.p.v. individueel budget breed communiceren na 1 jaar vervalt premiekorting mdw'er neemt initiatief leidinggevende beoordeelt aanvraag mdw'er als inzetbaarheid optimaal dan geen besteding verlofuren wekelijks opnemen aanbieden klein dienstverband na pensioen oudere mdw'ers voorrang interne projecten geen verplichting overwerk oudere mdw'er inzetten als mentor coachingstraject 55-plus gratis financieel advies geen onderscheid maken o.b.v. leeftijd salarisgaranties zijn bottelneck sectorbrede werkgroep Vooruitkijkend naar de totstandkoming van volgende cao s en het opnemen van vergelijkbare afspraken als de huidige afspraak over de premiekorting 62-plus, vindt 70% van de respondenten dat een sectorbrede werkgroep ervoor moet zorgen dat de afspraak op een uniforme manier binnen de sector wordt geïmplementeerd. 62+ Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 21 VAN 31

22 PAGINA 22 VAN 31

23 5 Panelsessies In drie panelsessies zijn waterschapsmedewerkers uit de leeftijdscategorie jaar geïnterviewd. De vragen zijn gericht geweest op hoe zij de eigen inzetbaarheid zien en hoe zij denken dat hun inzetbaarheid kan worden vergroot. De panelsessies vonden plaats bij waterschap Brabantse Delta, waterschap Rivierenland en waterschap Zuiderzeeland. Aan elke panelsessie deden vijf tot zeven personen van het betreffende waterschap mee. De groep 62-plussers, die deelnam aan de panelsessies, kenmerkt zich onder meer door lange dienstverbanden. Medewerkers die langer dan 25 jaar voor het waterschap en/of haar juridische voorgangers werken, zijn geen uitzondering. Zij hebben het waterschap zien veranderen. In hun ogen is de organisatiecultuur verzakelijkt en de bureaucratisering sterk toegenomen. Werk heeft een andere, minder belangrijke rol in hun leven gekregen. Tegelijkertijd vinden zij zichzelf zeer loyaal naar hun werkgever. Hoe inzetbaar een oudere medewerker is, verschilt per persoon. In algemene zin ervaren de oudere medewerkers in functies met fysieke werkzaamheden een vermindering van hun uithoudingsvermogen. Zij hebben meer hersteltijd nodig tussen de werkzaamheden. Doorgaans wordt dit in de teams opgelost door de verschuiving van een deel van de fysieke werkzaamheden naar jongere medewerkers. De oudere medewerker legt zich dan meer toe op het overbrengen van zijn ervaring. Het zelfregulerend vermogen is op dit punt groot te noemen, maar stelt wel als vereiste dat er binnen het team ook jongere medewerkers zijn die het werk kunnen opvangen. De deelnemers die op stafafdelingen werken, geven aan dat ze in de loop der tijd niet meer met alle ontwikkelingen op hun vakgebied zijn meegegaan. Dit betreft voornamelijk de invoering van nieuwe functie gerelateerde ICT-systemen. Hierdoor zijn zij naar eigen zeggen voor bepaalde taken minder inzetbaar. Vooral onder de deelnemers met een beroep waarin fysieke belasting een rol speelt, bestaat de behoefte aan extra verlofuren, waardoor er meer tijd is om te herstellen van het werk. Bij oudere medewerkers met een relatief kort dienstverband en/of een sober pensioenvooruitzicht overheersen financiële motieven om zo lang mogelijk door te werken. Binnen de doelgroep is behoefte aan ruimte voor het maken van maatwerkafspraken als het gaat om de eigen inzetbaarheid. Dit betekent afwijken van de strikte functieprofielen en het uitgangspunt dat iedereen gelijk moet functioneren. Het resultaat vertaalt zich in een specialisatie binnen het functieprofiel in taken waarin medewerkers goed zijn en waartoe zij fysiek in staat zijn. Opvallend is dat de doelgroep zelf een afwachtende houding aanneemt bij het bespreekbaar maken van hun eigen inzetbaarheid. De gemiddelde 62-plusser verwacht dat de werkgever hierin het initiatief neemt. Een gesprek wordt wel op prijs gesteld, zie een citaat uit de panelsessie Voorstellen Deelnemers aan de panelsessies hebben voorstellen gedaan voor maatregelen om de inzetbaarheid van oudere medewerkers te stimuleren. Voor de volgende voorstellen bestaat onder de deelnemers breed draagvlak om deze daadwerkelijk toe te passen. 1. Persoonlijk Afrondings Plan. Het zou beleid moeten zijn dat een leidinggevende vroegtijdig een gesprek aangaat met de oudere medewerker over zijn of haar rol in de organisatie in de jaren dat de medewerker nog werkzaam is. In dit gesprek kunnen veel zaken aan bod komen. Welke taken wel uit te voeren en welke taken niet, de aansturing vanuit de leidinggevende, kennisoverdracht en het volgen van opleidingen. Maar ook praktische zaken als rooster, werktijden en bereikbaarheid kunnen aan de orde komen. Het gaat erom dat de inzet in de laatste jaren bespreekbaar wordt gemaakt en verwachtingen over en weer helder zijn. De gemaakte afspraken worden vastgelegd in een Persoonlijk Afrondings Plan.! 62+ Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 23 VAN 31

24 2. Medische keuring. (Vrijwillige) medische keuring voor oudere medewerker in combinatie met een persoonlijk advies hoe je je lichaam gezond houdt 3. Doorwerken na pensionering of FPU kan vanuit de organisatie gestimuleerd worden door betreffende medewerkers actief te benaderen voor een aanstelling voor een klein aantal uren per week. Een financiële prikkel helpt hierbij.! 4. Financieel (pensioen) advies in de fase waarin medewerkers nog een aantal jaar voor de boeg hebben om zo betere keuzes te maken over langer doorwerken in relatie tot pensioenopbouw.! 5. Training voor leidinggevenden over hoe om te gaan met oudere medewerkers (generatiemanagement). PAGINA 24 VAN 31

25 62+ Regeling. Stimuleringsregeling langer doorwerken Evaluatie Conclusies Aanbevelingen PAGINA 25 VAN 31

26 6 Conclusies en aanbevelingen 6.1 Groei aantal 62-plus In 2012 vallen naar verwachting ruim 860 (7,3%) medewerkers in de sector waterschappen in de leeftijdscategorie 62 tot en met 64 jaar. Dit is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2010, toen de groep uit ongeveer 450 medewerkers bestond. Hiermee ontvangt de sector als geheel een bedrag van circa 2,2 miljoen aan premiekorting. In de komende jaren zal het aandeel 62-plussers doorgroeien naar circa 1000 medewerkers (8,5%) met de verwachting een aantal jaren op dit niveau te blijven. Deze groei wordt veroorzaakt door de demografische opbouw van het personeelsbestand in combinatie met de versobering van de mogelijkheden om vervroegd met pensioen te gaan. Hiermee is de oudste leeftijdscategorie in een relatief korte periode een doelgroep om rekening mee te houden in het HR-beleid van de organisaties binnen de sector waterschappen. 6.2 Cao-afspraak Sociale partners hebben met een aanvullende afspraak in de cao Waterschappen over de aanwending van de premiekorting willen inspelen op deze ontwikkeling. Uit het onderzoek blijkt dat dit in de praktijk dit niet heeft geleid tot een grotere inzetbaarheid of het langer in dienst houden van 62-plus medewerkers. HRfunctionarissen zijn hierover helder in hun oordeel. Overigens wijkt dit oordeel niet af van hoe werkgevers buiten de sector waterschappen aankijken tegen de premiekorting. Het betrekken van de premiekorting in de cao is door werkgevers ervaren als een tijdrovende klus. Van de HR-respondenten geeft 70% aan dat door de open eindjes in de cao er veel tijd is gaan zitten in de effectuering van de premiekorting. Het feit dat de caoafspraak met terugwerkende kracht moest worden toegepast, bleek in de praktijk lastig uit te voeren omdat het boekjaar 2009 al was afgesloten en sommige medewerkers uit de 62-plus doelgroep al waren uitgestroomd. In de wet is niet vastgelegd wat een werkgever met de premiekorting moet doen. De werkgever heeft de ruimte om de premiekorting in de algemene middelen te laten stromen en niet te besteden aan inzetbaarheid bevorderende maatregelen. Voor de wetgever is de premiekorting zeker geen recht waarop medewerkers aanspraak kunnen maken. Al hoewel de tekst in de cao Waterschappen hierin niet expliciet is, zijn HRfunctionarissen (90%) en in iets mindere mate ook de Ondernemingsraden (60%) van mening dat de premiekorting ook binnen de sector waterschappen geen individueel recht is dat de medewerker kan claimen. Dit neemt niet weg dat de interpretatie van cao-tekst op dit punt tot veel discussie heeft geleid binnen organisaties. Dit is door alle betrokkenen als onwenselijk ervaren. Terwijl werkgevers vinden dat de verantwoordelijkheid voor de inzetbaarheid primair een eigen verantwoordelijkheid is van de medewerkers, blijkt uit de panelsessies dat oudere medewerkers juist een afwachtende houding aannemen als het gaat om het bespreekbaar maken van de eigen inzetbaarheid. Oudere medewerkers verwachten echter wel dat een gesprek met hun leidinggevende over de wijze waarop de laatste jaren van het arbeidzame leven ingevuld kunnen worden en het maken van afspraken hierover, het meeste bijdraagt aan hun inzetbaarheid. 6.3 Aanbevelingen in het kader van activerend personeelsbeleid 1. Vertaling naar de praktijk. Indien in de toekomst een vergelijkbare afspraak als die van de premiekorting 62-plus in de cao Waterschappen wordt opgenomen, is het advies om bij aanvang in een sector brede werkgroep de afspraak uit te werken en te helpen vertalen naar de praktijk. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij lopende activiteiten op het gebied van vitaliteit en activerend personeelsbeleid. Deze aanpak draagt bij aan een gedeelde manier waarop de regeling kan worden geïmplementeerd binnen de sector. Het A&O-fonds waterschappen zou hierin een rol kunnen spelen. PAGINA 26 VAN 31

Premiekorting 62+ Premiekorting 62+ Inzet ouderen steeds belangrijker. CAO-afspraak. Een gedeelde visie op werkzekerheid leidt in

Premiekorting 62+ Premiekorting 62+ Inzet ouderen steeds belangrijker. CAO-afspraak. Een gedeelde visie op werkzekerheid leidt in Een gedeelde visie op werkzekerheid leidt in de Sectorale Arbeidsvoorwaarden (SAW) tot het INFORMATIEBLAD uitwerken van duurzame inzetbaarheid, flexibilisering en modernisering in afspraken over opleiding

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst. Inzetbaarheidsbudget, Flexibel Arbeidsvoorwaarden Budget en Employability Budget

Informatiebijeenkomst. Inzetbaarheidsbudget, Flexibel Arbeidsvoorwaarden Budget en Employability Budget Informatiebijeenkomst Inzetbaarheidsbudget, Flexibel Arbeidsvoorwaarden Budget en Employability Budget Doelen Informatie over: - FAB, IB,EB - Wat kan ik ermee? - Wanneer kan ik daar wat mee? 2 Salaris

Nadere informatie

In dit hoofdstuk is opgenomen hoe werkgever en werknemer hieraan concreet vorm kunnen geven.

In dit hoofdstuk is opgenomen hoe werkgever en werknemer hieraan concreet vorm kunnen geven. HOOFDSTUK 3 OPTIMALE INDIVIDUELE INZETBAARHEID 3.1 INLEIDING Werken aan en investeren in optimale individuele inzetbaarheid is een wederzijdse verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer. Daarom maken

Nadere informatie

Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING. 20 april 2017

Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING. 20 april 2017 20 april 2017 Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING 1. Waarom komt er een nieuwe regeling Levensfase-uren (LFU)? In het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2015-2017 is afgesproken dat het wenselijk

Nadere informatie

N O T I T I E. Algemeen:

N O T I T I E. Algemeen: Bezuidenhoutseweg 60 postbus 90405 2509 LK Den Haag tel. 070-3499 585 fax 070-3499 796 e-mail:e.haket@stvda.nl N O T I T I E Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Van : Stichting van de

Nadere informatie

B CAO afspraken persoonlijk budget en extra budget

B CAO afspraken persoonlijk budget en extra budget B CAO afspraken persoonlijk budget en extra budget Looptijd CAO Bij de nadere uitwerking van de vernieuwing van de CAO UMC is ervan uitgegaan dat de eerstkomende CAO een looptijd van drie jaar en twee

Nadere informatie

OPTIMALE INDIVIDUELE INZETBAARHEID. Definitieve versie vastgesteld in het OAW, 15 juni 2015, aangevuld met artikel 3.6 op 19 november 2015.

OPTIMALE INDIVIDUELE INZETBAARHEID. Definitieve versie vastgesteld in het OAW, 15 juni 2015, aangevuld met artikel 3.6 op 19 november 2015. HOOFDSTUK 3 OPTIMALE INDIVIDUELE INZETBAARHEID Definitieve versie vastgesteld in het OAW, 15 juni 2015, aangevuld met artikel 3.6 op 19 november 2015. Met uitzondering van artikel 3.4 en 3.5 treedt dit

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening

Hoofdstuk 3 CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening Hoofdstuk 3 CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening Per 1 juli 2015 Definitief vastgesteld door het OAW, 30 april 2015 16.00 uur, onder voorbehoud goedkeuring Belastingdienst. HOOFDSTUK 3 OPTIMALE

Nadere informatie

nummer 24 van 2008 Gedragsregels Overgangsregeling werktijdvermindering

nummer 24 van 2008 Gedragsregels Overgangsregeling werktijdvermindering nummer 24 van 2008 Gedragsregels Overgangsregeling werktijdvermindering oudere werknemers Besluit van gedeputeerde staten van Drenthe van 26 augustus 2008, kenmerk 6.3/2008009871, afdeling Management Ondersteuning

Nadere informatie

SAMENVATTING EINDRAPPORTAGE DUURZAME INZETBAARHEID BRANCHE WATERBEDRIJVEN J U N I

SAMENVATTING EINDRAPPORTAGE DUURZAME INZETBAARHEID BRANCHE WATERBEDRIJVEN J U N I DUURZAME INZETBAARHEID BRANCHE WATERBEDRIJVEN J U N I 2 0 1 7 Reinier Hoogendorp Evert Smit Simone van Houten BASIS & BELEID ORGANISATIEADVISEURS 16094/10/WWB/samenvatting/170616 INLEIDING Duurzame inzetbaarheid

Nadere informatie

1. De looptijd van de nieuwe cao is van 1 januari 2014 tot 1 april 2016. De cao was toch (stilzwijgend) verlengd tot en met 31 december 2014?

1. De looptijd van de nieuwe cao is van 1 januari 2014 tot 1 april 2016. De cao was toch (stilzwijgend) verlengd tot en met 31 december 2014? Meest gestelde vragen cao-akkoord W&MD Er wordt op dit moment hard gewerkt aan de cao-teksten en de implementatie van de gemaakte afspraken. In dit document een bundeling van de meest gestelde cao-vragen

Nadere informatie

UNIVERSITEIT. INTRODUCTIEPRIJS Vanaf 275,- incl. kennistoets

UNIVERSITEIT. INTRODUCTIEPRIJS Vanaf 275,- incl. kennistoets UNIVERSITEIT Kennis De sociale wetgeving is continu in beweging waardoor het voor organisaties bijna onmogelijk is om van alle veranderingen op de hoogte te blijven. Om u gericht inzicht te geven in het

Nadere informatie

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Platform OR en Waterbedrijven

Platform OR en Waterbedrijven Platform OR en Waterbedrijven Driebergen, 20 mei 2010 Danielle Wiek, Abvakabo FNV Rik Vergunst, CNV Publieke Zaak Agenda Afspraken cao WWb t.a.v. FAB, IB en EB Voordelen t.o.v. de oude cao WWb Rol ondernemingsraden

Nadere informatie

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015 Duurzame inzetbaarheid uitgangspunt personeelsbeleid Het voorstel is duurzame inzetbaarheid centraal te stellen in het personeelsbeleid om medewerkers van alle levensfasen optimaal inzetbaar te houden

Nadere informatie

6.A Levensfasebewust personeelsbeleid. Individueel keuzebudget

6.A Levensfasebewust personeelsbeleid. Individueel keuzebudget 6.A Levensfasebewust personeelsbeleid Individueel keuzebudget 1. De werknemer krijgt jaarlijks de beschikking over een basisbudget van 50 klokuren. Hiermee kunnen keuzes worden gemaakt die passen binnen

Nadere informatie

Medewerkers op afdelingen en/of functies waarin wordt verwacht dat (veel) boventalligheid zal ontstaan.

Medewerkers op afdelingen en/of functies waarin wordt verwacht dat (veel) boventalligheid zal ontstaan. Onderhandelingsresultaat Sociaal Plan KAS BANK (16-1-19) Uitgangspunten - Van-werk-naar-werk-begeleiding is essentieel. Handhaven van het vermogen om zelf inkomen te verdienen dient boven vergoedingen

Nadere informatie

VEEL GESTELDE VRAGEN OVER HET ONDERHANDELINGSRESULTAAT CAO Waarom heeft het zo lang geduurd voordat er een nieuwe cao is?

VEEL GESTELDE VRAGEN OVER HET ONDERHANDELINGSRESULTAAT CAO Waarom heeft het zo lang geduurd voordat er een nieuwe cao is? Versie 26 november 2018 Het document veel gestelde vragen over het onderhandelingsresultaat cao 2018-2020 bevat vragen die aan werkgevers en vakbonden zijn gesteld. Het is een dynamisch document dat we

Nadere informatie

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil, onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-ondernemers MKB-Nederland

Nadere informatie

MARZ/CVA/U200600334 Lbr. 06/40 CVA/LOGA 06/08

MARZ/CVA/U200600334 Lbr. 06/40 CVA/LOGA 06/08 Brief aan de leden T.a.v. het college informatiecentrum tel. MARZ (070) 373 8021 onderwerp Ouderschapsverlof Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk MARZ/CVA/U200600334 Lbr. 06/40 CVA/LOGA 06/08 bijlage(n)

Nadere informatie

VEEL GESTELDE VRAGEN OVER HET ONDERHANDELINGSRESULTAAT CAO Waarom heeft het zo lang geduurd voordat er een nieuwe cao is?

VEEL GESTELDE VRAGEN OVER HET ONDERHANDELINGSRESULTAAT CAO Waarom heeft het zo lang geduurd voordat er een nieuwe cao is? Versie 12 november 2018 VEEL GESTELDE VRAGEN OVER HET ONDERHANDELINGSRESULTAAT CAO 2018-2020 1. Waarom heeft het zo lang geduurd voordat er een nieuwe cao is? Het was ingewikkeld om een goed pakket voor

Nadere informatie

Maak werk van mantelzorg!

Maak werk van mantelzorg! Een stevige cao maakt zich sterk voor 1 op 8 de 1 op de 8 werknemers combineert werk met langdurige zorg voor een naaste. De komende jaren neemt dat aantal toe omdat er een groter beroep wordt gedaan op

Nadere informatie

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK BIJLAGE 1: BESCHUT WERK Samenvatting Met ingang van 1 januari 2017 is het aanbieden van beschut werk een verplichting geworden voor gemeenten, met een vastgesteld aantal te realiseren plekken. Gemeenten

Nadere informatie

3.2 Individueel KeuzeBudget

3.2 Individueel KeuzeBudget 3.2 Individueel KeuzeBudget Artikel 3.2.1 Algemeen 1. Voor de ambtenaar is er een IKB, dat door het bevoegd gezag wordt beheerd. 2. Het IKB wordt voorzien van in geldwaarde uitgedrukte aanspraken, welke

Nadere informatie

Hoe kan het dat de loonsverhoging maar 1,2% is. Er is toch geen nullijn meer?

Hoe kan het dat de loonsverhoging maar 1,2% is. Er is toch geen nullijn meer? Veelgestelde vragen onderhandelaarsakkoord cao vo 2014-2015 1. Loonparagraaf Hoeveel loonsverhoging is afgesproken? In de cao is, als voorschot op het einde van de nullijn voor overheid en onderwijs in

Nadere informatie

Nieuwe CAO: een reuzestap vooruit

Nieuwe CAO: een reuzestap vooruit Nieuwe CAO: een reuzestap vooruit Waterbedrijven klaar maken voor de toekomst 20 mei 2010 Platform OR en Waterbedrijven Piet Jonker Voorzitter WWb Bespreekpunten Inzetbaarheidsbudget Van leeftijdsdiscriminatie

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving *ZD17036648* Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z16-001446 Documentnummer: ZD17036648 Rubriek: Personeel en organisatie Naam regeling: Regeling generatiepact gemeente Zundert 2017-2018 Citeertitel: Regeling

Nadere informatie

Het Generatiepact. Inhoudsopgave. 3 Wat is het Generatiepact?

Het Generatiepact. Inhoudsopgave. 3 Wat is het Generatiepact? het Generatiepact Inhoudsopgave 3 Wat is het Generatiepact? 5 Wanneer kan ik meedoen aan het Generatiepact? 6 De 55-jarigenregeling 11 De 60-jarigenregeling 16 De overgang van de 55-jarigenregeling naar

Nadere informatie

5 Wanneer kan ik meedoen aan het Generatiepact? 16 De overgang van de 55-jarigenregeling naar de 60-jarigenregeling

5 Wanneer kan ik meedoen aan het Generatiepact? 16 De overgang van de 55-jarigenregeling naar de 60-jarigenregeling het Generatiepact Inhoudsopgave 3 Wat is het Generatiepact? 5 Wanneer kan ik meedoen aan het Generatiepact? 6 De 55-jarigenregeling 11 De 60-jarigenregeling 16 De overgang van de 55-jarigenregeling naar

Nadere informatie

Doorwerken na 65 jaar

Doorwerken na 65 jaar CvA-notitie februari 2008 Doorwerken na 65 jaar De levensverwachting en het gemiddelde aantal gezonde jaren na het bereiken van de 65-jarige leeftijd is toegenomen. Een groeiende groep ouderen heeft behoefte

Nadere informatie

Kijk op mobiliteit Startnotitie

Kijk op mobiliteit Startnotitie Kijk op mobiliteit Startnotitie Versie 1.0 Status Definitief A&O-fonds Waterschappen Postbus 11560 2502 AN Den Haag T 070 763 0020 info@aenowaterschappen.nl www.aenowaterschappen.nl Startnotitie Kijk op

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

Onderwijs cao s en effect op de jaarrekening van de regeling duurzame inzetbaarheid en werktijdvermindering senioren

Onderwijs cao s en effect op de jaarrekening van de regeling duurzame inzetbaarheid en werktijdvermindering senioren Betreft: Onderwijs cao s en effect op de jaarrekening van de regeling duurzame inzetbaarheid en werktijdvermindering senioren In dit memo wordt stilgestaan bij een aantal aspecten uit de vernieuwde onderwijs

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 707 Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten in verband met de invoering van een premiekorting voor het

Nadere informatie

Nieuwe wetgeving voor de loonadministratie. Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) Deel 2: het loonkostenvoordeel (LKV)

Nieuwe wetgeving voor de loonadministratie. Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) Deel 2: het loonkostenvoordeel (LKV) Nieuwe wetgeving voor de loonadministratie Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) Deel 2: het loonkostenvoordeel (LKV) Nieuwe wetgeving voor de loonadministratie Het loonkostenvoordeel (LKV) In recente whitepapers

Nadere informatie

SOCIAAL JAARVERSLAG 2013

SOCIAAL JAARVERSLAG 2013 SOCIAAL JAARVERSLAG 2013 Aantallen en fte s In 2013 is er binnen de Regio zowel een kleine afname van het aantal fte geweest als van het aantal medewerkers ten opzichte van 2012. Tabel 1 Aantal medewerkers

Nadere informatie

Eindbod CAO PARENCO maart 2016

Eindbod CAO PARENCO maart 2016 Eindbod CAO PARENCO 2016 18 maart 2016 Na een groot aantal onderhandelingsrondes over een nieuwe CAO hebben partijen op 18 maart jl. een ultieme poging gedaan om te komen tot een nieuwe cao. Parenco heeft

Nadere informatie

Onderhandelingsresultaat CAO VGZ. 19 december 2013

Onderhandelingsresultaat CAO VGZ. 19 december 2013 Onderhandelingsresultaat CAO VGZ 19 december 2013 Inhoudsopgave 1. Doel en Looptijd 2. Meer marktconform maken van secundaire arbeidsvoorwaarden 2a. Meer marktconform maken consignatieregeling 3. Vernieuwing

Nadere informatie

Overeenstemming bereikt met de commissie van het GO op 13 september 2018.

Overeenstemming bereikt met de commissie van het GO op 13 september 2018. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Leudal Nr. 211592 5 oktober 2018 Regeling Generatiepact gemeente Leudal 2018 Overeenstemming bereikt met de commissie van het GO op 13 september 2018. Aldus

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand Nr. 189 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Welke van de onderstaande functies zijn bij u van toepassing?

Welke van de onderstaande functies zijn bij u van toepassing? Welke van de onderstaande functies zijn bij u van toepassing? Functie: 2011 % 2012 % OR-lid 47 19% 49 19% Kaderlid 41 17% 33 13% OR en Kaderlid 22 9% 25 10% Medewerker 137 55% 151 59% Het Flexibel Arbeidsvoorwaardenbudget

Nadere informatie

Voorstellen cao Houthandel. Uitwerking Sociaal Akkoord

Voorstellen cao Houthandel. Uitwerking Sociaal Akkoord Voorstellen cao Houthandel Uitwerking Sociaal Akkoord In 2013 hebben werkgevers en werknemers op centraal niveau afspraken gemaakt in het Sociaal Akkoord. De koepelorganisatie waarvan de VVNH lid is (NVG/VNO),

Nadere informatie

Decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen 2007 (13 november 2006)

Decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen 2007 (13 november 2006) Decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen 2007 (13 november 2006) 1. Inleiding De betrokkenheid van Windesheim met haar medewerkers is mede zichtbaar in een pakket arbeidsvoorwaarden dat erop gericht is het

Nadere informatie

Wees niet bang om langzaam voorwaarts te gaan, wees alleen bang om stil te staan (Chinese wijsheid)

Wees niet bang om langzaam voorwaarts te gaan, wees alleen bang om stil te staan (Chinese wijsheid) Beleid Mobiliteit Wees niet bang om langzaam voorwaarts te gaan, wees alleen bang om stil te staan (Chinese wijsheid) Inleiding In het strategisch beleidsplan van de stichting staat als een van de vijf

Nadere informatie

Generatiepact Rijswijk

Generatiepact Rijswijk Generatiepact Rijswijk Onderstaand treft u meer gedetailleerde informatie aan over het Generatiepact van de gemeente Rijswijk. Naast een visuele weergave en een korte beschrijving van de belangrijkste

Nadere informatie

regeling. Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Personeelsbeleid 28 maart februari 2019

regeling. Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Personeelsbeleid 28 maart februari 2019 Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Personeelsbeleid 28 maart 5 februari 62+ regeling Personeelsbeleid/ 62+ regeling Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. 62+ regeling 3. Voorwaarden 62+ regeling

Nadere informatie

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de arbeidsproductiviteit van oudere werknemers.

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de arbeidsproductiviteit van oudere werknemers. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

CONCEPT 01 juni 2017 Generieke LVO-regeling. 1. Inleiding. 2. Begripsbepalingen

CONCEPT 01 juni 2017 Generieke LVO-regeling. 1. Inleiding. 2. Begripsbepalingen CONCEPT 01 juni 2017 Generieke LVO-regeling 1. Inleiding Met het oog op de forse daling van het leerlingaantal de komende jaren zal ook het personeelsbestand van LVO moeten inkrimpen. Daarnaast is het

Nadere informatie

Wat is het generatiepact

Wat is het generatiepact Generatiepact Emmen Ben je 60 jaar of ouder? En overweeg je om minder te gaan werken? Dan is het Generatiepact wellicht iets voor jou. Met deze regeling kun je minder uren gaan werken, waarbij de gemeente

Nadere informatie

Bijlage III. Flex Benefits. Individualisering arbeidsvoorwaarden

Bijlage III. Flex Benefits. Individualisering arbeidsvoorwaarden Bijlage III Flex Benefits Individualisering arbeidsvoorwaarden Human Resources, september 2015 INHOUD 1. INLEIDING... 2 1.1 FLEX BENEFITS... 2 1.2 DEELNAME... 2 1.3 KEUZEMOMENT EN LOOPTIJD... 2 2. BRONNEN...

Nadere informatie

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie 10 juni 2011 Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Peiling cao voortgezet onderwijs: 71 procent akkoord

Peiling cao voortgezet onderwijs: 71 procent akkoord Peiling cao voortgezet onderwijs: 71 procent akkoord Direct na het afsluiten van het principe-akkoord voor een nieuwe cao voortgezet onderwijs, heeft de AOb onder de leden een enquête uitgezet om naar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 043 Toekomst pensioenstelsel Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

I. Op grond van de gevoerde onderhandelingen over de cao-voorstellen van zowel werkgever als vakbonden, komt UWV tot het volgende resultaat:

I. Op grond van de gevoerde onderhandelingen over de cao-voorstellen van zowel werkgever als vakbonden, komt UWV tot het volgende resultaat: Eindbod van UWV voor nieuwe cao I. Op grond van de gevoerde onderhandelingen over de cao-voorstellen van zowel werkgever als vakbonden, komt UWV tot het volgende resultaat: 1. Looptijd UWV stelt een looptijd

Nadere informatie

LOAZ. Kader generatiebeleid

LOAZ. Kader generatiebeleid Kader generatiebeleid Datum 8-3-2019 Ons kenmerk 19.2396/DK/DvL A. Kader Generatiebeleid Afgesproken is dat partijen in het nadere afspraken maken over invulling van generatiebeleid op lokaal niveau. Deze

Nadere informatie

VRAAG & ANTWOORD. Sectoraal generiek functiegebouw. Versie:

VRAAG & ANTWOORD. Sectoraal generiek functiegebouw. Versie: & Sectoraal generiek functiegebouw Versie: 27-3-2019 ALGEMEEN 1. Wat is een generiek functiegebouw? Een generiek functiegebouw benadert functies vanuit overeenkomsten in plaats van verschillen. Zo kijkt

Nadere informatie

Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties

Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties Pre-ambule In de cao provincies 2012-2015 zijn uit oogpunt van goed werkgeverschap afspraken gemaakt over een sectorale regeling Van Werk Naar

Nadere informatie

Onderhandelingsakkoord CAO CAOP 2014-2015. (looptijd: 1-7-2014 t/m 31-12-2015)

Onderhandelingsakkoord CAO CAOP 2014-2015. (looptijd: 1-7-2014 t/m 31-12-2015) Onderhandelingsakkoord CAO CAOP 2014-2015 (looptijd: 1-7-2014 t/m 31-12-2015) Datum: 18 september 2014 Ondergetekenden, partijen bij de CAO CAOP, te weten: 1.) Stichting CAOP, gevestigd te Den Haag als

Nadere informatie

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten Tweede meting werkgevers en werknemers 2 Inleiding In deze brochure vindt u de belangrijkste resultaten van de benchmark Opleiden en Ontwikkelen. De benchmark

Nadere informatie

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent Generatiepact 2018

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent Generatiepact 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Krimpen aan den IJssel Nr. 7163 6 april 2018 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels

Nadere informatie

Goede inzetbaarheid oudere medewerkers vereist beter HR-beleid

Goede inzetbaarheid oudere medewerkers vereist beter HR-beleid Goede inzetbaarheid oudere medewerkers vereist beter HR-beleid Andries de Grip, Didier Fouarge en Raymond Montizaan Context Netspar Brief Het Nederlandse pensioenstelsel is de afgelopen jaren sterk veranderd:

Nadere informatie

Veerkracht. FKB Textielgroothandel. Duurzame Inzetbaarheid & Scholing. binnen de cao voor textielgroothandel

Veerkracht. FKB Textielgroothandel. Duurzame Inzetbaarheid & Scholing. binnen de cao voor textielgroothandel FKB Textielgroothandel Veerkracht Duurzame Inzetbaarheid & Scholing binnen de cao voor textielgroothandel Fonds Kollektieve Belangen (FKB) Textielgroothandel Toelichting bij cao Duurzame Inzetbaarheid

Nadere informatie

Life event: Een nieuwe baan

Life event: Een nieuwe baan Life event: Een nieuwe baan Inhoudsopgave 1 Belangrijke bevindingen 2 Achtergrond en verantwoording 3 Onderzoeksresultaten Arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling Pensioeninformatie Pensioenkennis Waardeoverdracht

Nadere informatie

Hoofdstuk 17 wordt inclusief koptekst gewijzigd en komt als volgt te luiden

Hoofdstuk 17 wordt inclusief koptekst gewijzigd en komt als volgt te luiden Bijlage 1 bij ledenbrief ECCVA/U201201556 Bijlage 1 CAR Teksten A Hoofdstuk 17 wordt inclusief koptekst gewijzigd en komt als volgt te luiden HOOFDSTUK 17 OPLEIDING EN ONTWIKKELING Ontwikkeling en mobiliteit

Nadere informatie

TOELICHTING TIJDELIJKE REGELING CAFETARIAMODEL 2011

TOELICHTING TIJDELIJKE REGELING CAFETARIAMODEL 2011 TOELICHTING TIJDELIJKE REGELING CAFETARIAMODEL 2011 Gemeente Stichtse Vecht Nadere uitwerking van artikel 4a:3 CAR/UWO Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Bronnen 2.1 Bronnen 2.1.1 Persoonsgebonden budget (PGB)

Nadere informatie

Fiscale vragen en antwoorden over het loopbaanbudget

Fiscale vragen en antwoorden over het loopbaanbudget Fiscale vragen en antwoorden over het loopbaanbudget 1. Wat zijn de consequenties als er geen jaargesprek plaatsvindt/geen afspraken worden vastgelegd? De Belastingdienst heeft de cao-tekst van hoofdstuk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 514 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 april 2014 Bijgaand treft u het rapport

Nadere informatie

Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders

Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders Openbaar Registratienummer: 229134 Portefeuillehouder: De heer P. de Koning Datum voorstel: 5 oktober 2016 Afdeling: BV P&O agendapunt 2 Niet openbaar, want ook toelichten in paragraaf communicatie Onderwerp/Titel:

Nadere informatie

voor wat betreft de toepasbaarheid op oudere medewerkers een aantal kanttekeningen geplaatst. Ook wordt erop gewezen dat het levensfase bewust

voor wat betreft de toepasbaarheid op oudere medewerkers een aantal kanttekeningen geplaatst. Ook wordt erop gewezen dat het levensfase bewust Arbitrage inzake een geschil tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie van de commissie voor georganiseerd overleg van de gemeente Doesburg Bij brief van 14 oktober 2013 (ontvangen op 1 november

Nadere informatie

PERSOONLIJK ARBEIDSVOORWAARDENBUDGET

PERSOONLIJK ARBEIDSVOORWAARDENBUDGET PERSOONLIJK RBEIDSOORWRDENBUDGET PERSOONLIJK RBEIDSOORWRDENBUDGET #PB 2 INHOUD OER PERSOONLIJK RBEIDSOORWRDENBUDGET 4. OER PERSOONLIJKE WENSEN & BESTEDINGSDOELEN 5. OER BUDGET 8. OER EELGESTELDE RGEN 10.

Nadere informatie

Hoe komt het sociaal plan tot stand? Wat kan de LAD voor u doen? Sociaal plan De LAD Leden aan het woord Contact met de LAD I

Hoe komt het sociaal plan tot stand? Wat kan de LAD voor u doen? Sociaal plan De LAD Leden aan het woord Contact met de LAD I Sociaal plan Organisaties zijn continu in beweging. Reorganisaties, fusies of uitbesteding van werk zijn aan de orde van de dag. Voor het personeel heeft dit grote gevolgen. Mensen raken hun baan bijvoorbeeld

Nadere informatie

Factsheet Vraag en antwoord argumentatie Generatiepact

Factsheet Vraag en antwoord argumentatie Generatiepact Factsheet Vraag en antwoord argumentatie Generatiepact Rondom het generatiepact leven veel vragen bij HRM-adviseurs, bestuurders en OR-leden. De meest voorkomende hebben we bij elkaar gebracht en voorzien

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Levensfasebewust Personeelsbeleid ONDERWIJSGROEP GALILEI Vanaf augustus 2015

Uitvoeringsregeling Levensfasebewust Personeelsbeleid ONDERWIJSGROEP GALILEI Vanaf augustus 2015 Uitvoeringsregeling Levensfasebewust Personeelsbeleid ONDERWIJSGROEP GALILEI Vanaf augustus 2015 PERSOONLIJK KEUZEBUDGET CAO VO 2014-2015 voor medewerkers Onderwijsgroep Galilei. In de CAO VO 2014 2015

Nadere informatie

Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid

Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid Jose Gravesteijn Jaap de Koning Kim Weistra Presentatie voor een bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar en Recht, 14 april 2016 Inhoud Hoofdpunten

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over de Cao umc

Vragen en antwoorden over de Cao umc Vragen en antwoorden over de Cao umc 2018-2020 8 november Op 5 november is een cao akkoord bereikt tussen de NFU en de vier vakbonden voor overheidspersoneel. Dit wordt uitgewerkt in een nieuwe Cao umc

Nadere informatie

1. De artikelen in dit hoofdstuk treden in werking op 1 oktober 2014.

1. De artikelen in dit hoofdstuk treden in werking op 1 oktober 2014. Hoofdstuk 8A Duurzame inzetbaarheid Artikel 8A.1 Inwerkingtreding 1. De artikelen in dit hoofdstuk treden in werking op 1 oktober 2014. 2. De artikelen 6.35 en 8.25 en bijlage XI van deze cao komen op

Nadere informatie

Onderhandelaarsresultaat Cao-Onderzoekinstellingen 2017

Onderhandelaarsresultaat Cao-Onderzoekinstellingen 2017 Onderhandelaarsresultaat Cao-Onderzoekinstellingen 2017 De WVOI namens de onderzoekinstellingen en AC/FBZ, CNV Overheid, FNV Overheid en VAWO/CMHF, namens werknemersorganisaties, hierna te noemen partijen,

Nadere informatie

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS duurzame plaatsing van werknemers met autisme 1 Welkom bij toolbox AUTIPROOF WERKT Autiproof Werkt is een gereedschapskist met instrumenten die gebruikt kan worden bij

Nadere informatie

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070) 3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon M.H.C. Lever Datum: 10 juni 2011 Betreft: Sociaal akkoord

Nadere informatie

Partijen zijn het volgende overeengekomen in een principe-onderhandelaarsakkoord:

Partijen zijn het volgende overeengekomen in een principe-onderhandelaarsakkoord: Principe-onderhandelaarsakkoord CAO AMBULANCEZORG 3 november 2015 Inleiding De zorg ondergaat de laatste jaren ingrijpende veranderingen. Zorg dichtbij is een hierbij passend etiket, waarbij de eerste

Nadere informatie

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW Inleiding Op verzoek van de NVZ heeft PFZW een vergelijking op hoofdlijnen gemaakt tussen beide pensioenregelingen in samenspraak

Nadere informatie

Uitleg BAPO / presentatie op de loonstrook

Uitleg BAPO / presentatie op de loonstrook Uitleg BAPO / presentatie op de loonstrook Irene Euro - Cent Salarisstraat 15 1111 VS Deventer Salarisspecificatie maart 2015 Qualiant B.V. Singel 9 7411 HV Deventer Tel.: 0570-767370 Uitb. Looncomponent

Nadere informatie

CAO-KINDEROPVANG, VOOR KINDERCENTRA EN GASTOUDERBUREAUS CAO-AKKOORD 2010-2011

CAO-KINDEROPVANG, VOOR KINDERCENTRA EN GASTOUDERBUREAUS CAO-AKKOORD 2010-2011 CAO-KINDEROPVANG, VOOR KINDERCENTRA EN GASTOUDERBUREAUS CAO-AKKOORD 2010-2011 Partijen bij de CAO Kinderopvang, te weten: Maatschappelijk Ondernemers Groep, gevestigd te Utrecht De Branchevereniging Ondernemers

Nadere informatie

Vragenlijst cao ENCI Mei 2015

Vragenlijst cao ENCI Mei 2015 Vragenlijst cao ENCI Mei 2015 Geef s.v.p. per aandachtspunt met een cijfer aan hoe je denkt over het betreffende voorstel: heel erg belangrijk : 3 punten minder belangrijk : 2 punten onbelangrijk : 1 punt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 570 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget Gewijzigde CAO-artikelen Artikel 1.3 Structuur 1. Voor de bedrijven geldt tevens een bedrijfs-cao waarin nadere

Nadere informatie

Einde in zicht voor de VUT

Einde in zicht voor de VUT Einde in zicht voor de VUT 11 0 Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 1 september 2011 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** =

Nadere informatie

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Regeling studiefaciliteiten duurzame inzetbaarheid Vastgesteld bij besluit nr. 2015cb0168 van het College van Bestuur op 18 mei 2015 Deze regeling treedt in werking per 1 juni 2015 en vervangt de Regeling

Nadere informatie

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Schiedam Nr. 211333 30 november 2017 Regeling Generatiepact gemeente Schiedam Burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam; gelet op de CAO gemeenten

Nadere informatie

De oplossing voor duurzame inzetbaarheid van uw personeel. Brochure

De oplossing voor duurzame inzetbaarheid van uw personeel. Brochure Brochure Uw situatie Nederlandse werkgevers zijn ervan overtuigd dat een vergrijzende en ontgroenende arbeidsmarkt leidt tot stijgende personeelskosten [bron: CBS/2013]. De kans dat relatief meer ouderen

Nadere informatie

Uiterst voorstel CAO PARENCO juni 2017

Uiterst voorstel CAO PARENCO juni 2017 Uiterst voorstel CAO PARENCO 2017-2019 13 juni 2017 Na drie intensieve onderhandelingsrondes over een nieuwe CAO hebben wij op 13 juni jl. een uiterst voorstel gedaan aan vakorganisaties om te komen tot

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensfase Levensfaseregeling Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensfase Levensfaseregeling Noord-Brabant PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 2259 22 mei 2017 Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensfase Levensfaseregeling

Nadere informatie

Onze referentie 1. Vitaliteitspakket

Onze referentie 1. Vitaliteitspakket > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

1. De artikelen in dit hoofdstuk treden in werking op 1 oktober 2014.

1. De artikelen in dit hoofdstuk treden in werking op 1 oktober 2014. CAO PO Hoofdstuk 8A Duurzame inzetbaarheid Artikel 1 Inwerkingtreding 1. De artikelen in dit hoofdstuk treden in werking op 1 oktober 2014. 2. De artikelen 6.35 en 8.25 en bijlage XI van deze cao komen

Nadere informatie