OVERHEIDSONDERNEMINGEN: VAN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OVERHEIDSONDERNEMINGEN: VAN"

Transcriptie

1 1352 Weekblad fiscaal recht oktober 2014 OVERHEIDSONDERNEMINGEN: VAN BELASTINGPLICHT NAAR BELASTBARE WINST PROF. MR. DR. R.H.C. LUJA 1 1 Inleiding Het Wetsvoorstel modernisering Vpb-plicht van overheidsondernemingen is op Prinsjesdag eindelijk gelanceerd. 2 Na een concepttekst die dit voorjaar ter consultatie is rondgestuurd, ligt er nu een voorstel dat meer aansluit bij bekende figuren, zoals de al dan niet gedeeltelijke belastingplicht van stichtingen en verenigingen, aangevuld met bepalingen die meer specifiek zien op het overheidskarakter van bepaalde ondernemingen of hun aandeelhouders. Over de inhoud van dit wetsvoorstel zal in andere bijdragen al het nodige worden geschreven; op de voorwaarden voor het ontstaan van belastingplicht ga ik dan ook niet in detail in. Rentecorrecties, informele kapitaalstortingen, onzakelijke leningen: zomaar wat fiscale termen die vanaf 2016 een zwaardere lading krijgen. Deze fiscale fenomenen kunnen naar hun aard dienen als een signaal voor transacties tussen overheden en hun overheidsondernemingen waarin mogelijk staatssteun schuilgaat. Met de invoering van een brede belastingplicht voor overheidsondernemingen zullen dit soort correcties veel vaker noodzakelijk en zichtbaar worden, waardoor het anticiperen op en vooral het voorkomen van dit soort correcties een nog belangrijkere rol gaat spelen in de fiscale advisering. 1 Hoogleraar rechtsvergelijkend belastingrecht aan de Universiteit Maastricht en verbonden aan Loyens & Loeff N.V., Amsterdam. 2 Voorstel van wet, Kamerstukken II 2014/15, , nr. 2. In deze bijdrage wil ik kort stilstaan bij de winstpotentie van overheidsondernemingen en de relatie tot diensten in het algemeen (economische) belang (onderdeel 2). Daarbij ga ik niet in op het hele traject van het bepalen van een eventueel belastbare winst maar ga ik terug naar de basis: de prijsstelling van geleverde goederen en diensten. In het bijzonder sta ik stil bij het hanteren van winstmarges (onderdeel 3) en bij winstgemis met daaraan gerelateerde onttrekkingen (onderdeel 4). Vervolgens ga ik in op de fiscale (her)kwalificatie van leningen en kapitaal en de signaalfunctie die dit heeft bij het vaststellen van mogelijke staatssteun tussen een publiekrechtelijk lichaam en haar overheidsbedrijf (onderdeel 5). Een korte conclusie volgt tot slot (onderdeel 6). In deze bijdrage versta ik onder overheidsondernemingen zowel (i) het ondernemingsdeel van een publiekrechtelijke rechtspersoon), (ii) de door de staat gedreven ondernemingen als (iii) de onderneming die gedreven wordt door een privaatrechtelijk overheidslichaam. 3 2 Van dienstige maatregel naar wetgeving De discussie over de belastingheffing van overheidsbedrijven loopt al jaren. 4 Mede onder druk van de Europese Commissie zullen nu stappen gezet worden om overheidsbedrijven in de heffing te betrekken, hoewel ook zonder de inspanningen van de Commissie zich in het 3 Als bedoeld in het voorgestelde art. 2 lid 1 onderdeel g Wet VPB 1969 (nieuw), art. 2 lid 2 Wet VPB 1969 (nieuw) resp. art. 8e lid 5 Wet VPB 1969 (nieuw). Ondernemingen van vergelijkbare buitenlandse rechtspersonen als bedoeld in art. 3 lid 3 Wet VPB 1969 (nieuw) laat ik verder buiten beschouwing, hoewel hier een vergelijkbare problematiek speelt in relatie tot de betrokken buitenlandse overheid als aandeelhouder/eigenaar. 4 Hoewel in het wetsvoorstel de tot nu toe gebruikelijke term overheidsbedrijf voor overheidsonderneming wordt ingeruild, zullen beide in deze bijdrage als synoniemen worden gehanteerd.

2 Weekblad fiscaal recht oktober parlement al enkele jaren een consensus lijkt af te tekenen met betrekking tot het belasten van de meeste overheidsbedrijven. De Europese Commissie is in juli 2014 een formeel onderzoek gestart naar de belastingheffing van overheidsbedrijven. 5 Deze stap wordt genomen in een situatie zoals hier waarin een overheid een voorstel voor dienstige maatregelen niet accepteert; in een dergelijk voorstel doet de Commissie een aanbeveling tot aanpassing van wetgeving. 6 In mei 2013 had de toenmalige staatssecretaris laten weten dat Nederland overheidsbedrijven die economische activiteiten uitoefenen per 2016 in de heffing zou gaan betrekken. 7 Blijkbaar nam de Commissie geen genoegen met het gemaakte voorbehoud van parlementaire goedkeuring, op zich begrijpelijk vanuit Europeesrechtelijk perspectief. 8 Hier wringt echter de schoen. Vanuit democratisch perspectief lijkt zo een voorbehoud legitiem: het voorkomt dat een regering het parlement buiten spel zet door zichzelf te verplichten tot het aannemen van wetgeving (al is er ruimte in de uitwerking daarvan). Veelal is de periode die wordt geboden voor het accepteren van een voorstel voor dienstige maatregelen dusdanig kort dat een gedegen parlementair proces niet kan worden doorlopen; in zoverre is deze procedure dan ook slecht verenigbaar met een democratisch stelsel. Daar staat tegenover dat het best kan zijn dat indien het formele onderzoek tot eenzelfde uitkomst leidt Nederland als lidstaat gewoonweg de verplichting krijgt opgelegd tot aanpassing van zijn wetgeving. In dat geval heeft een parlement ook maar een beperkte manoeuvreerruimte, net als bij de noodzaak tot aanpassing van wetgeving wegens strijd met ander primair EU-recht. Het zijn juist de sporadische gevallen waarbij een regering een dienstige maatregel accepteert terwijl over de noodzaak daartoe twijfel bestaat, dat een acceptatie van een maatregel kan leiden tot een situatie waarin de regering een parlement voor het blok zet. Bij de regeling voor overheidsbedrijven is dit evident niet het geval; daar waar overheidsbedrijven op de markt commerciële diensten of goederen aanbieden, past in principe een gelijke behandeling met private partijen. Dat er iets 5 Besluit van 9 juli 2014, PbEU 2014, C 280, p Besluit EC van 2 mei 2013, C(2013) 2372 final. 7 Brief van 29 mei 2013, AFP/2013/288U, Bijlage bij Kamerstukken II, , nr In een eerdere column in dit Weekblad (WFR 2014/148) had ik nog de verwachting uitgesproken dat de Commissie geen betekenis zou toekennen aan dit voorbehoud, in welk geval door de verder blanco-acceptatie van de dienstige maatregel vanaf 2016 voortgezette vrijstellingen mogelijk nieuwe steun zouden kunnen vormen. Het thans lopende onderzoek kan nog steeds tot diezelfde uitkomst leiden. moet gebeuren, daar lijkt vrijwel iedereen van overtuigd. De vraag is echter hoe ver het moet gaan. Eén van de grootste problemen daarbij is een erfenis van het Verdrag van Lissabon. Destijds is in een protocol benadrukt dat lidstaten en hun lokale overheden veel speelruimte hebben om te bepalen welke diensten worden uitgeoefend in het algemene (economische) belang, waarbij het mogelijk is om zulke diensten in ruime mate te subsidiëren. 9 Binnen de EU is er dan ook alles behalve uniformiteit bij het bepalen van welke diensten kwalificeren; zelfs binnen lidstaten is er een grote variëteit mogelijk tussen gemeenten, provincies en dergelijke waarbij soms de grenzen van de ratio van de hele regeling worden opgezocht. Dat er in het staatssteunrecht daarnaast onderscheid gemaakt wordt tussen traditionele niet-economische diensten in het algemeen belang (zoals de basistaken van brandweer, politie, burgerlijke stand en dergelijke) en diensten in het algemeen economisch belang (DAEB) draagt allesbehalve bij aan de helderheid van de discussie. Zo valt te betwijfelen of de afgifte van officiële identiteitsbewijzen en het voltrekken van huwelijken nou typisch voorbeelden zijn van activiteiten waarmee aan het economische verkeer wordt deelgenomen ook al zijn ze wellicht lucratief 10 Een vennootschapsbelastingplicht gaat er waarschijnlijk per 1 januari 2016 komen; in afwijking van het wetsvoorstel verwacht ik dat er uiteindelijk ook bij gebroken boekjaren geen verder uitstel zal zijn en dat wellicht via de eenvoud van een pro-rata benadering over het deel van het boekjaar dat in 2016 valt sprake zal zijn van belastingplicht. 11 Wat in de discussie tot nu toe ontbreekt, is de vervolgstap: hoe gaan we om met overheidsondernemingen die weliswaar belastingplichtig worden maar die geen of nauwelijks winst behalen? 3 Marktpartijen hebben een winstoogmerk Indien we aannemen dat een belastingplicht voor de commerciële activiteiten van overheidsbedrijven wordt ingevoerd, dan is daarmee nog niet gezegd dat er een belastbare winst overblijft. Voor de levering van goederen en diensten, anders dan in het algemeen economisch belang, zullen overheidsbedrijven in de regel marktconforme tarieven moeten hanteren om hun afnemers niet te bevoordelen. Tot nu toe lijken overheden zich vooral blind te staren op de Wet Markt en Overheid die in beginsel uitgaat van het hanteren van integrale 9 Protocol 26 bij het VEU en het VWEU. 10 MvT, Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen, Kamerstukken II 2014/15, , nr. 3, p Voorstel van wet, Kamerstukken II 2014/15, , nr. 2, art. VIII lid 1.

3 1354 Weekblad fiscaal recht oktober 2014 kostprijs als minimum, ook in relatie tot derden. 12 Hierover is in de MvT bij die wet het volgende opgemerkt: Een integrale kostprijs verdient de voorkeur boven het hanteren van een marktprijs of een marginale kostprijs als minimale verkoopprijs. Een norm die is geënt op de marktprijs kan gemakkelijk leiden tot rechtsonzekerheid voor betrokken overheden en ondernemers. De afbakening van de relevante product- en geografische markt die cruciaal is voor de vaststelling van de relevante marktprijs, is complex en kan op verschillende wijzen plaatsvinden. En tevens is niet eenduidig vast te stellen hoe de aanbiedende overheid moet omgaan met kwaliteitsverschillen tussen haar producten of diensten en die van concurrerende ondernemingen. 13 Bij het lezen van deze passage bekroop mij het gevoel dat het concept van transfer pricing buiten de fiscale en accountingwereld een grote onbekende is, hoewel de beoogde beperking van administratieve rompslomp ook zo zijn charmes heeft. Naar mijn mening schiet een integrale kostprijs tekort, en niet alleen in de Vpb-sfeer. Neem het volgende voorbeeld: Een overheidsonderneming verzorgt milieuadviezen voor derden. (Onder derden versta ik zowel private partijen als medeoverheden die niet zelf naar evenredigheid van de afname van activiteiten participeren in die onderneming. 14 ) Stel dat de adviezen tegen integrale kostprijs worden verstrekt, dus zonder enige vorm van winstopslag. Dit kan in eerste instantie gezien worden als een voordeel voor de afnemer die, in het geval het een onderneming in Europeesrechtelijke zin betreft, hierdoor staatssteun zou kunnen genieten. 15 Steun kan ook op het niveau van privaatrechtelijke overheidslichamen zelf 12 Officieel bekend als de Wet aanpassing Mededingingswet ter invoering van gedragsregels voor de overheid, Stb. 2011, MvT, Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p Denk aan dienstverleningsovereenkomsten. Medeoverheden die hun activiteiten poolen in een samenwerkingsverband vallen hier nadrukkelijk buiten. Een aandachtspunt is hier dat naar de letter van art. 8e lid 1 onderdeel c Wet VPB 1969 (nieuw) slechts een evenredige bijdrage in de kosten van de onderneming wordt verlangd; dit lees ik gemakshalve zo dat daaronder de kosten in brede zin worden verstaan en het ondernemingsrisico mede wordt gedragen. 15 De de minimis-regeling kan hier uitkomst bieden, maar dat terzijde. Deze regeling kwalificeert bedragen tot per drie kalenderjaren per steunontvanger (een belastingplichtige, of mogelijk een groep belastingplichtigen) niet als steun, wegens vermeend ontbreken van een effect op het economische verkeer en de interstatelijke handel. De randvoorwaarden met betrekking tot overcompensatie en samenloop met andere steunmaatregel van dezelfde of andere overheden maakt deze regeling echter beperkt bruikbaar. In de DAEBsfeer is een ruimere de minimis-regeling van toepassing. spelen. Als de publiekrechtelijke rechtspersoon als aandeelhouder genoegen neemt met een structureel beleid dat gericht is op het aanbieden van goederen of diensten tegen kostprijs en feitelijk het break-even draaien van de commerciële activiteiten, dan zal de vraag gesteld moeten worden of de overheid zich wel marktconform gedraagt in haar rol als aandeelhouder bij een gebrek aan winststreven op de lange termijn. Hierdoor zou er in de relatie tussen de overheid-aandeelhouder en een indirecte overheidsonderneming eveneens sprake kunnen zijn van staatssteun indien op enig moment aanvullend kapitaal wordt verstrekt zonder een verantwoorde rentabiliteit. 16 Opvallend is dat de Europese Commissie op dit punt terughoudend is met het geven van richtlijnen. In het staatssteunkader voor research, ontwikkeling en innovatie (R&D&I) komt het bovenstaande nadrukkelijk naar voren in situaties waarin door de overheid gefinancierde kennisinstellingen diensten voor marktpartijen verrichten. 17 Daarbij geldt als uitgangspunt het aanbieden van diensten tegen een marktconform tarief. Slechts wanneer dit niet kan worden bepaald mag een tarief worden gehanteerd op basis van (i) integrale kostprijs plus een winstopslag die wordt vastgesteld aan de hand van de marges die doorgaans in de sector gehanteerd worden of op basis van (ii) onderhandelingen at arm s length, die erop gericht zijn het maximale economische voordeel eruit te halen op het moment dat het contract wordt gesloten, mits ten minste de marginale kostprijs wordt gedekt. Beide opties zijn fallback-opties die tot de nodige discussie kunnen leiden; de marktprijs blijft leidend. Hoewel het hanteren van bovenstaande spelregels tot de nodige uitvoeringsproblemen kan leiden die tot terughoudendheid nopen vanuit een nationaal perspectief, zie ik in het staatssteunrecht geen aanleiding om deze aanpak niet door te trekken naar andere commerciële activiteiten die de overheid op de markt verricht. Fiscaal gezien zijn we volgend; als civielrechtelijk een marktconforme prijsstelling wordt gehanteerd zal de vraag of sprake is van belastingplicht vanwege het behalen van structurele overschotten of vanwege de aanwezigheid van een resultaat dat een bescheiden bestaan mogelijk maakt voor zover we die term bij een overheid al kunnen hanteren waarschijnlijk anders moeten worden beantwoord dan verwacht. 18 Hierbij past de kanttekening dat voor overheidsondernemingen net als voor andere marktpartijen het hanteren van een 16 Vgl. HvJ EU 5 juni 2012, nr. C-124/10 P, ECLI:EU:C:2012:318 (EDF), r.o Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie van 21 mei 2014, PbEU 2014, C 198/1, par Vgl. MvT, Kamerstukken II 2014/15, , nr. 3, p. 13.

4 Weekblad fiscaal recht oktober winstopslag geen garantie is voor een te belasten winst onder de streep, maar het is wel een eerste vereiste. Bij DAEB die als zodanig door de nationale of lokale overheid worden aangewezen is het mogelijk om deze tegen of zelfs onder kostprijs aan te bieden. Zoals gezegd is er op dit punt veel speelruimte voor overheden om hun eigen grenzen te stellen bij het aanwijzen van die diensten en is er een ruime mate van compensatie mogelijk zonder de noodzaak dit vooraf bij de Europese Commissie te melden Een onttrekking in het algemeen belang Een mooi voorbeeld van een prijsstellingsvraagstuk is terug te vinden in de MvT bij het wetsvoorstel: Een gemeentelijk zwembad brengt 6 per kaartje in rekening, met het oog op de toegankelijkheid voor lagere inkomens en het halen van een groot bezoekersaantal. Een concurrerende commercieel zwembad rekent 7,50. Vervolgens wordt geconcludeerd dat fiscaalrechtelijk niet tot een prijscorrectie hoeft te worden overgegaan. 20 Ik waag dit te betwijfelen. De analyse van de staatssecretaris kan ik in zoverre volgen dat de fiscus zich in beginsel niet mag bemoeien met het ondernemingsbeleid, waarvan winstgemis deel uit maakt. Dat betekent echter niet dat de fiscus geheel buiten spel staat, want in traditionele zin toetsen we of het persoonlijke belang van een aandeelhouder is gediend. Met de uitbreiding van de Vpb-plicht naar de overheidssector kan het persoonlijke belang van de aandeelhoudende overheid gediend zijn met het bedienen van de markt tegen een lagere prijs, met het oog op het algemene belang dat diezelfde overheid geacht wordt te dienen. Ik geef graag toe dat dit even moet bezinken, maar we mogen niet uit het oog verliezen dat we traditioneel concepten als winstuitdelingen en onttrekking steeds vaker in een semipublieke context zullen moeten gaan interpreteren. In BNB 1969/5 hield de Hoge Raad de optie open dat bijzondere omstandigheden ertoe kunnen leiden dat een niet-benutte winstmogelijkheid als onttrekking moet worden aangemerkt. Vermeulen concludeert dat hiermee wordt gedoeld op een zodanig sterk causaal verband tussen de ondernemingsuitoefening en het daaruit (normaliter) voortkomende voordeel, dat het overlaten van dit voordeel aan een derde als een (middellijke) uitdeling moet worden beschouwd. 21 Hij plaatst daarbij de kanttekening dat [als] die derde niet de aandeelhouder of een verwante respectievelijk gelieerde (rechts) persoon is, [ ] de inspecteur waarschijnlijk geen bevoordelingsbedoeling aannemelijk [zal] kunnen maken, in lijn met annotator Van Soest. 22 De vraag is nu of het overlaten van een voordeel aan derden, in navolging van gemeentelijk beleid, als een middellijk voordeel voor die gemeente kan worden gezien. De vraag dient gesteld te worden waarom in het voorbeeld van het gemeentelijke zwembad de prijsstelling 6 is. Als dit een commerciële poging is om initieel marktaandeel te verwerven en een groot bezoekersaantal te halen, dan ben ik met de staatssecretaris van mening dat we die prijsstelling fiscaal kunnen volgen. Als de prijsstelling echter structureel zo laag is omdat de gemeente het als haar taak ziet een permanente, laagdrempelige toegang tot zwembaden voor al haar burgers te garanderen is het een ander verhaal. In dat geval biedt de indirecte overheidsonderneming c.q. het ondernemingsdeel van die desbetreffende overheid de kaartjes (nagenoeg) uitsluitend aan tegen een lager tarief omdat het belang van haar aandeelhouder/eigenaar daarmee is gediend. Ik ben van mening dat er in dat geval wel degelijk ruimte en aanleiding is om fiscaal een onttrekking aan te nemen en de winst te verhogen. Ter illustratie: Stel dat het gemeentelijk zwembad een zakelijk tarief van 7,50 hanteert, maar dat de gemeente vervolgens 1,50 subsidie verstrekt voor haar inwoners die tegen een kortingstarief gebruik kunnen maken van het zwembad. In dit geval ontvangt de onderneming 6 direct en 1,50 als subsidie. Fiscaal nemen we dan 7,50 in aanmerking. Waarom zou dit tot een andere uitkomst moeten leiden indien het zwembad zonder subsidie 6,00 vraagt van inwoners in de wetenschap dat de gemeente als eigenaar/aandeelhouder daarmee genoegen neemt in de vorm van een lager resultaat, omdat het haar compenserende maatregelen bespaart? Als de lokale overheid de zwembaddienst echter aanmerkt als dienst in het algemeen economisch belang, dan biedt dit Europeesrechtelijk ruimte om de correctie 19 Het Europese kader voor compensatie van DAEB is uiteengezet in het de DAEB-mededeling (PbEU 2012, C 8/4), het DAEB-besluit van 20 december 2011 (PbEU 2012, L 7/3), de DAEB-de minimis verordening (PbEU 2012, L 114/8) en de DAEB-kaderregeling (PbEU 2012, C 8/15). Voor wie deze stukken snel wenst te doorgronden kan de recente Handreiking DAEB van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van juli 2014 als handvat dienen. 20 MvT, Kamerstukken II 2014/15, , nr. 3, p H. Vermeulen, Cursus Belastingrecht (Vennootschapsbelasting), par G.a1. 22 A.J. van Soest, noot bij HR 20 oktober 1971, ECLI:NL:HR:1971:AY4112, BNB 1971/233.

5 1356 Weekblad fiscaal recht oktober 2014 van de onttrekking achterwege te laten. 23 Daarvoor is echter een bepaling vereist in de Vpb die regelt dat geen correctie hoeft plaats te vinden bij DAEB die als zodanig door een overheid (gemeente, provincie, ministerie, waterschap ) zijn aangewezen. Dit voorkomt het onnodige rondpompen van subsidiegelden. De administratieve last van het berekenen van een adequate compensatie voor DAEB wordt daardoor wel een stuk complexer en minder inzichtelijk, nu de bespaarde Vpb in dit geval deel uitmaakt van die compensatie. Vandaar dat het mijns inziens de voorkeur verdient om een dergelijke bepaling achterwege te laten. Voor die DAEB waarvoor zowel feitelijk als potentieel een markt ontbreekt, zal deze problematiek op basis van de voorgestelde wettekst niet spelen indien we mogen veronderstellen dat zij in dat geval in het directe verlengde liggen van een overheidstaak Van onzakelijke leningen in de bodemloze put Als we overheidsondernemingen zo veel als mogelijk als private ondernemingen behandelen, met de bijzonderheid dat zij in handen zijn van of deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon, dan loert al vrij snel het gevaar dat ingebakken fiscale concepten vanwege het streven naar zakelijk, at arm s length handelen na de uitbreiding van de Vpb-plicht een signaalfunctie krijgen voor staatssteundoeleinden. Deze problematiek is op zich niet nieuw, maar door de brede invoering van een Vpb-plicht krijgt deze signaalfunctie een prominentere rol. Hieronder volgt een niet-limitatieve impressie van mogelijke aandachtspunten. Waar we als fiscalisten met gemak spreken over een rentecorrectie om een onzakelijke lening te voorkomen (de zakelijk gemaakte lening), dient die rentecorrectie niet alleen fiscaal maar ook civielrechtelijk navolging te krij- gen om te voorkomen dat het verstrekkende overheidslichaam deze correctie tegengeworpen krijgt in een staatssteundiscussie. In de regel zal enkel de hogere rente die verschuldigd is als steun in aanmerking genomen kunnen worden, indien geen glijclausule is afgesproken die in een civielrechtelijke prijscorrectie voorziet. 25 Ook daar waar fiscaal wordt geaccepteerd dat sprake is van een echte onzakelijke lening, kan dit voor de belastingplichtige overheidsonderneming gevolgen hebben. Indien door het genomen risico sprake is van een hoofdsomonzakelijke lening dient nadrukkelijk de vraag gesteld te worden of de verstrekte lening niet in zijn geheel als steun kwalificeert. 26 Waar we fiscaal ondertussen gewend zijn aan de borgstellingsanalogie van de Hoge Raad om de aftrekbare rente te bepalen bij een onzakelijke lening, 27 komt staatssteunrechtelijk bij borgstelling de vraag om de hoek kijken of een borg wel afgegeven had kunnen worden op zakelijke gronden. Fiscaal is dat laatste minder relevant, omdat wij in dit stadium vooral geïnteresseerd zijn in de vraag wat zich in de winstsfeer afspeelt (rente, borgstellingsvergoeding) en wat in de kapitaalsfeer (debiteurenrisico: afwaardering, kwijtschelding). Als fiscalisten kennen we ook het fenomeen van de bodemlozeput-lening, waarbij we een lening in zijn geheel herkwalificeren tot kapitaalverstrekking om deze buiten de winstsfeer te houden. Vanuit staatssteunperspectief doet zich echter de vraag voor of een door de overheid verstrekte bodemlozeput-lening zakelijk is; een vraag die eigenlijk per definitie ontkennend moet worden beantwoord. De fiscale bodemlozeput-kwalificatie dient als een red flag, in het bijzonder wanneer een derde als aandeelhouder/crediteur in het geheel geen vermogen lening of kapitaal ter beschikking zou hebben gesteld aan een onderneming in financiële moeilijkheden. Hetzelfde speelt bij informele kapitaalstortingen. 23 Indien we uitgaan van een gelijkstelling met private ondernemingen, dan zou ook de overheidsonderneming in aanmerking kunnen komen voor de beperkte giftenaftrek van art. 16 Wet VPB Aangezien dit zou kunnen leiden tot kruissubsidiëringen tussen bepaalde activiteiten en bevoordelingen van activiteiten waarmee tevens het algemeen belang gediend wordt dat de overheid-eigenaar/aandeelhouder behartigt, valt het te overwegen overheidsondernemingen hiervan uit te zonderen in het kader van complexiteitsreductie. Dit ter voorkoming van nieuwe, potentiële staatssteundiscussies, ook al worden overheidsondernemingen hierdoor in theorie op achterstand gezet ten aanzien van private ondernemingen. 24 Zie art. 8e lid 1 onderdeel b Wet VPB 1969 (nieuw) en art. 8f lid 1 onderdeel b Wet VPB 1969 (nieuw); de vraag is of deze bepalingen nodig zijn gelet op de reikwijdte van de initiële belastingplicht. 25 Bij het opnemen van een civielrechtelijke glijclausule dient overigens overwogen te worden een bepaling toe te voegen op basis waarvan over de verstreken periode een zakelijke rente verschuldigd is om ieder steunrisico uit te sluiten. 26 Bij de beantwoording van de vraag of een lening in staatssteunrechtelijke zin onzakelijk is, mag in aanmerking worden genomen dat een bestaande schuldeiser of aandeelhouder eerder dan een niet-betrokken derde bereid zal zijn aanvullende financiering te verstrekken, om daarmee terugbetaling van bestaande schulden te garanderen of eerdere investeringen veilig te stellen indien de te verwachten resultaten beter zijn dan bij liquidatie of faillissement. 27 Vgl. HR 25 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BN3442, BNB 2012/37.

6 Weekblad fiscaal recht oktober De vraag is ook hoe het bovenstaande zich vertaalt naar kapitaalverstrekkingen binnen de overheid, dat wil zeggen tussen de klassieke overheid en het ondernemingsdeel van diezelfde overheid. Voor commerciële (in ieder geval alle niet-daeb-)activiteiten van overheidsondernemingen dient bij de financiering te worden uitgegaan van een financiering die overeenkomt met het gelopen risico. De vaste marge van art. 9 lid 1 onderdeel f Wet VPB 1969 is naar mijn mening niet langer houdbaar. 28 Zo zal er voor de echt commerciële activiteiten (waarbij ik de DAEB even buiten beschouwing laat) een rentevoet in aanmerking genomen moeten worden die past bij het genomen risico en dient ook bij het toegerekende vermogen de vraag gesteld te worden hoeveel ervan als kapitaal of als lening zou zijn verstrekt. In het wetsvoorstel wordt dan ook voorgesteld om de eerdergenoemde bepaling in te trekken. 29 Het is alleszins denkbaar dat bij het opstellen van een fiscale openingsbalans de conclusie moet worden getrokken dat gelet op een historisch-causale toerekening van leningen die zijn afgesloten voor de financiering van bepaalde activiteiten, er sprake is van een (te) zware schuldfinanciering. Daarmee kunnen dusdanige risico s gepaard gaan dat in redelijkheid de vraag gesteld kan worden of een marktparticipant (de market economy operator 30 ) die financiering zakelijk wel zou hebben verstrekt. Ook stelt zich de vraag of de oorspronkelijke rente op een lening maatgevend mag zijn; als een garantstelling door (het niet-economische deel van) de overheid ten grondslag ligt aan een lagere rente, dan zal die garantstelling in overeenstemming moeten zijn met staatssteunregels. Bij beide vragen ligt de kern van het probleem buiten de fiscaliteit. Juist bij het opstellen van de openingsbalans en de initiële allocatie van kosten kan blijken dat een onderneming niet levensvatbaar is bij een zakelijke toerekening; in dat geval zal hier met een staatssteunrechtelijke blik naar gekeken moeten worden. Ik verwacht dan ook dat een aantal commerciële activiteiten in overheidshanden om die reden voor het einde van 2015 zal worden afgestoten of geliquideerd, mede in het vooruitzicht van een toekomstige Vpb-last die op dergelijke activiteiten zal drukken en die naar zijn aard niet zonder meer gecompenseerd mag worden. Strikt genomen zijn fiscale en civiele dossiers gescheiden, maar we kunnen in een situatie terechtkomen dat een fiscale correctie ertoe leidt dat de leningontvangende overheidsonderneming zich staatssteunrechtelijk op achterstand gezet ziet in het geval de Commissie gericht inzage vraagt in een aangifte, ruling of andere correspondentie met de fiscus. Ook kan het een indicatie zijn dat in strijd met de Wet Markt en Overheid is gehandeld. Waar wij ons als fiscalisten begrijpelijkerwijs focussen op de grens tussen kapitaalsfeer en winstsfeer, kunnen fiscale correcties de aandacht trekken. Vandaar dat deze in de interne bedrijfsvoering van overheden en overheidslichamen ook buiten de fiscale sfeer moeten worden bekeken; een te eenzijdige blik kan hier ongewenste uitwerkingen hebben. Voor de volledigheid merk ik op dat mocht ten aanzien van commerciële activiteiten (anders dan DAEB) sprake zijn van staatssteun, er niet per definitie sprake hoeft te zijn van verboden steun. Onder voorwaarden kan steun worden goedgekeurd, soms met een aanmelding vooraf, soms zonder. Aangezien de voorwaarden hiervoor per activiteit en sector kunnen verschillen, ga ik hier in het kader van deze bijdrage niet verder op in. 28 Zo wordt voor de toerekening van vermogenskosten in het kader van de Wet Markt en Overheid worden gewogen gemiddelde financieringskosten van vermogen in aanmerking genomen, terwijl voor activiteiten waarvoor afzonderlijke financiering is verstrekt de feitelijke kosten daarvan in aanmerking worden genomen. (Zie o.a. Besluit markt en overheid, art. 7.) 29 Voorstel van wet, Kamerstukken II 2014/15, , nr. 2, art. I onderdeel F. 30 De term market economy operator is geïntroduceerd als benaming voor de toetsingsmaatstaf voor zakelijk handelende overheden in de Ontwerpmededeling van de Commissie betreffende het begrip staatssteun in de zin van art. 107 lid 1 VWEU van 17 januari Deze term omvat meer traditionele termen als de private investor test, de market economy investor principle en de market economy creditor. In het Nederlands wordt vooralsnog de term marktdeelnemer in een markteconomie (met als afkorting: MEO?) gehanteerd, een ietwat ongelukkige vertaling. 6 Conclusie Overheidsondernemingen, directe of indirecte, dienen bij het verlenen van commerciële diensten en het leveren van goederen in beginsel te opereren tegen marktprijs. In het kader van R&D-diensten door publiek-gefinancierde onderzoeksinstellingen neemt de Europese Commissie marktprijs, tenzij reeds als uitgangspunt; vanuit staatssteunrechtelijk perspectief zie ik geen reden om deze aanpak niet ook in andere sectoren leidend te laten zijn. De aldus behaalde winst zal fiscaal in aanmerking moeten worden genomen. In situaties waar deze winst feitelijk niet wordt genoten omdat er bewust van wordt afgezien ten (middellijke) behoeve van de publiekrechtelijke eigenaar/aandeelhouder als behartiger van het algemeen belang, dient naar mijn mening het leerstuk van de onttrekking te worden toegepast om te voorkomen dat via de vennoot-

7 1358 Weekblad fiscaal recht oktober 2014 schapsbelasting alsnog steun wordt verleend aan of door de betrokken overheidsonderneming. Ik geef graag toe dat het Europese staatssteunkader op dit punt niet bijdraagt aan de complexiteitsreductie van het fiscale stelsel. In het geval de overheidsonderneming een dienst of levering in het algemeen economisch belang verricht kan het voorgaande anders liggen nu deze zo nodig op of zelfs onder kostprijs kunnen worden aangeboden; dit leidt echter tot forse afbakenings- en uitvoeringslasten. Als second-best oplossingsrichting verdient het de voorkeur om via subsidiestromen eventueel winstgemis te compenseren, zodat fiscale correcties achterwege kunnen blijven. om tax planning-redenen worden overwogen. Het verdient aanbeveling om bij het signaleren van problematische leningen en andere fiscaal noodzakelijke correcties deze informatie niet alleen met een fiscale bril te bekijken maar dit tevens onder de aandacht te brengen van de overheid-opdrachtgever zodat deze tijdig kan kortsluiten met de in-house (mededingings)jurist, voor zover aanwezig. Tot slot, in de memorie van toelichting wordt opgemerkt dat er in de toekomst ad hoc maatregelen zullen worden getroffen bij overheidsherstructureringen, bijvoorbeeld indien ondernemingen bij een kabinetswissel overgaan van het ene naar het andere ministerie of in het geval van bestuurlijke herindeling (zoals bij gemeenten). 31 Dat er op dit punt voor overheidsondernemingen mogelijk afzonderlijke bepalingen komen is vanuit staatssteunperspectief op zich geen probleem, nu het om een specifieke omstandigheid gaat die kenmerkend is voor overheidsbedrijven. Althans, zolang de bepalingen niet verder gaan dan doorschuiving. Ik vraag mij echter af of nu niet reeds voorzien had kunnen worden in een algemene bepaling die doorschuiving bij verhanging om niet-fiscale redenen regelt om de schijn van discretionaire interventies te voorkomen. Onzakelijke leningen, bodemlozeput-leningen en leningen die na rentecorrectie alsnog zakelijk worden gemaakt, zijn in het fiscale recht geen onbekend verschijnsel. We zullen er echter rekening mee moeten houden dat indien een overheidslichaam of een verzelfstandigde overheidsonderneming de verstrekker van een dergelijke lening is, voor de ontvanger van die lening mogelijk sprake kan zijn van staatssteun. Het fiscale dossier heeft een signaalfunctie; de Commissie kan inzage vragen in relevante stukken waarover de Belastingdienst beschikt. Om die reden dienen zulke leningen in de overheidssfeer vermeden te worden, mochten ze al 31 Zie MvT, Kamerstukken II 2014/15, , nr. 3, p. 10.

Belastingplicht overheidsondernemingen: (enkele) staatssteunaspecten. Prof. R.H.C. Luja UvA, 23 oktober 2014

Belastingplicht overheidsondernemingen: (enkele) staatssteunaspecten. Prof. R.H.C. Luja UvA, 23 oktober 2014 Belastingplicht overheidsondernemingen: (enkele) staatssteunaspecten Prof. R.H.C. Luja UvA, 23 oktober 2014 Historie Oneerlijke concurrentie? Onder omstandigheden concurreert de overheid met marktpartijen

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen

Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen Wat komt er op ons af? Joop Kluft, PriceWaterhouseCoopers Ton Waars, Gemeente Den Haag/Fiscaal Advies Team 24 november 2014 VNG-congres Gemeentefinanciën Wat

Nadere informatie

Staatssecretaris beantwoordt vragen Eerste Kamer over Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen

Staatssecretaris beantwoordt vragen Eerste Kamer over Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen Staatssecretaris beantwoordt vragen Eerste Kamer over Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen De staatssecretaris van Financiën heeft recent de memorie van antwoord uitgebracht ter zake van

Nadere informatie

Belastingplicht overheidsondernemingen

Belastingplicht overheidsondernemingen Belastingplicht overheidsondernemingen Gered door de vrijstellingen? Marcel Buur marcel.buur@loyensloeff.com Vrijstellingen - inleiding Van vrijgesteld, tenzij naar belastingplichtig, tenzij Tenzij vormgegeven

Nadere informatie

Winstbepaling van overheidsondernemingen. Prof. dr. Stan Stevens 1

Winstbepaling van overheidsondernemingen. Prof. dr. Stan Stevens 1 Winstbepaling van overheidsondernemingen Prof. dr. Stan Stevens 1 1. Inleiding In deze bijdrage wordt de winstbepaling van overheidsondernemingen besproken. De winstbepaling is op twee momenten van belang.

Nadere informatie

Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen een feit, en nu? 5 februari 2015 Bram Faber

Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen een feit, en nu? 5 februari 2015 Bram Faber Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen een feit, en nu? Nieuw vennootschapsbelastingkader voor overheidsondernemingen: Voor boekjaren die op of na 1 januari 2016 aanvangen 2 Huidige vennootschapsbelastingpositie

Nadere informatie

Vaste commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG (070) ECGF/U

Vaste commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG (070) ECGF/U Vaste commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG doorkiesnummer (070) 373 8229 betreft Belastingplicht overheidsbedrijven uw kenmerk ons kenmerk ECGF/U201300422

Nadere informatie

Conceptwettekst modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen t.b.v. internetconsultatie.

Conceptwettekst modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen t.b.v. internetconsultatie. Conceptwettekst modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen t.b.v. internetconsultatie. De modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen leidt

Nadere informatie

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen (Wet modernisering Vpb-plicht

Nadere informatie

De Gemeente en de sport(organisatie) Prof. mr. Marjan Olfers Vrije Universiteit

De Gemeente en de sport(organisatie) Prof. mr. Marjan Olfers Vrije Universiteit De Gemeente en de sport(organisatie) Prof. mr. Marjan Olfers Vrije Universiteit DAAR IS DE OVERHEID Subsidies Vergunningen Betrokkenheid van de gemeente bij de organisatie Faciliteiten Betrokkenheid bij

Nadere informatie

Verklaring de-minimissteun

Verklaring de-minimissteun Verklaring in het kader van het verlenen van de-minimis steunbedragen als bedoeld in de de-minimis verordening (PbEU 2006, L 379). Aanbevolen wordt om voor het invullen van deze verklaring eerst de toelichting

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen. Jan Willem de Joode, VNG Ton Waars, Gemeente Den Haag/Fiscaal Advies Team

Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen. Jan Willem de Joode, VNG Ton Waars, Gemeente Den Haag/Fiscaal Advies Team Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen Jan Willem de Joode, VNG Ton Waars, Gemeente Den Haag/Fiscaal Advies Team Wat gaan we doen? Het wetsvoorstel: korte schets van het wetsvoorstel Samenwerking

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 207 Wet van 4 juni 2015 tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de modernisering van

Nadere informatie

Notitie Detachering aan derden Publicatie 15 april 2016

Notitie Detachering aan derden Publicatie 15 april 2016 Toelichting Deze notitie heeft de status van een inlichting/algemene voorlichting, omdat geen specifieke casuïstiek aan de orde komt. De notitie beoogt de overheidslichamen te ondersteunen bij het beoordelen

Nadere informatie

Fiscale actualiteiten onderwijsinstellingen

Fiscale actualiteiten onderwijsinstellingen Fiscale actualiteiten onderwijsinstellingen januari 2016 VAN REE. EEN FRISSE KIJK OP CIJFERS. Voorwoord In januari 2015 hebben wij onze brochure Onderwijsinstellingen en de fiscus uitgegeven. Inmiddels

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Ministerie van Justitie en Veiligheid Ingediend op https://www.internetconsultatie.nl/moderniseringpersonenvennootschap Amsterdam, 29

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst

Nadere informatie

Invoering Vpb Aanleiding Europese Commissie onderzoek

Invoering Vpb Aanleiding Europese Commissie onderzoek Invoering Vpb 2016 - Aanleiding Europese Commissie onderzoek - Huidige wetgeving 1956 overheidsonderneming vrij - Nieuwe wetgeving Belastingplichtig tenzij Voldoende rek gemeenten! Invoering Vpb Stand

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

Nieuwsflits Publicatie 21 februari 2019 Afvalactiviteiten

Nieuwsflits Publicatie 21 februari 2019 Afvalactiviteiten 1. Inleiding Naar aanleiding van de Wet Modernisering Vpb-plicht Overheidsondernemingen die per 1 januari 2016 in werking is getreden, is de Belastingdienst in overleg getreden met de branche-organisatie

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting en de lokale overheid

Vennootschapsbelasting en de lokale overheid Fiscaal Recht: Internationaal Belasting Recht Vennootschapsbelasting en de lokale overheid Tot 2015 waren publiekrechtelijke overheidslichamen en privaatrechtelijke lichamen die in het bezit zijn van overheidslichamen

Nadere informatie

Aanvraagformulier Gevel- en voorterreinfonds bedrijventerrein Vak A Hoofdweg CapelleXL

Aanvraagformulier Gevel- en voorterreinfonds bedrijventerrein Vak A Hoofdweg CapelleXL Aanvraagformulier Gevel- en voorterreinfonds bedrijventerrein Vak A Hoofdweg CapelleXL Gegevens aanvrager Bedrijfsnaam : Contactpersoon + functie :... Adres : Postcode + plaats : Telefoon : E-mail : Website

Nadere informatie

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Geldend op 24-07-2009 - Besluit van 27 maart 2001; CPP 2001/366M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

Winstbelasting bij grondbedrijven? Een visie op de gevolgen voor gemeentelijke grondbedrijven als gevolg van de modernisering van de

Winstbelasting bij grondbedrijven? Een visie op de gevolgen voor gemeentelijke grondbedrijven als gevolg van de modernisering van de Winstbelasting bij grondbedrijven? Een visie op de gevolgen voor gemeentelijke grondbedrijven als gevolg van de modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven Naarscongres VvG

Nadere informatie

Markt en Overheid. Workshop Congres gemeentefinanciën

Markt en Overheid. Workshop Congres gemeentefinanciën Markt en Overheid Workshop Congres gemeentefinanciën Waarom een wet Markt en Overheid? Het is overheden toegestaan economische activiteiten uit te voeren (geen verbodstelsel) De inzet van publieke middelen

Nadere informatie

Samenwerking en de Wet Vpb

Samenwerking en de Wet Vpb Samenwerking en de Wet Vpb Voorlichtingsbijeenkomsten grondbedrijven Albert Bandsma Renate Vreeker Wat komt aan de orde Samenwerkingsvormen; Vier in de praktijk bij grondbedrijven voorkomende samenwerkingsvormen;

Nadere informatie

Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.

Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Koning Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief (kenmerk) W06.14.0252/III Datum 12 september 2014

Nadere informatie

Belastingvoordeel halen door misbruik

Belastingvoordeel halen door misbruik Transfer Pricing Levert u goederen en/of diensten binnen uw groep van bedrijven? Dan moet u zakelijk handelen en heeft u te maken met Transfer Pricing. Een onderwerp dat steeds meer in de belangstelling

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Staatssteun & Staatssteun en de crisis

Staatssteun & Staatssteun en de crisis Staatssteun & Staatssteun en de crisis Lieneke de Jong-Goris Coördinatiepunt Staatssteun Decentrale Overheden Overhedendag 13 oktober 2009 Inhoud Staatssteun in Nederland Toelichting staatssteun Staatssteun

Nadere informatie

Vaste commissie voor Financien uit de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA 'S-GRAVENHAGE (070) 373 8393. Geachte heer/mevrouw,

Vaste commissie voor Financien uit de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA 'S-GRAVENHAGE (070) 373 8393. Geachte heer/mevrouw, Vaste commissie voor Financien uit de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA 'S-GRAVENHAGE doorkiesnummer (070) 373 8393 betreft wetsvoorstel modernisering vennootschapsbelastingplicht

Nadere informatie

Vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen

Vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen Vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen Een onderzoek naar de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen en het verbod op staatssteun Naam: T.M. Maassen ANR: 777977 Master Fiscaal

Nadere informatie

voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM; Gelet op artikel 37 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Nadere informatie

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool

Onzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling

Nadere informatie

Plan van aanpak onderzoek naar de gevolgen van de Wet Markt en Overheid op de economische activiteiten van de gemeente Venray

Plan van aanpak onderzoek naar de gevolgen van de Wet Markt en Overheid op de economische activiteiten van de gemeente Venray Plan van aanpak onderzoek naar de gevolgen van de Wet Markt en Overheid op de economische activiteiten van de gemeente Venray Henk Mijnster, Adviseur AO/IC gemeente Venray versie 2 Pagina 2 van 8 Inhoud

Nadere informatie

Het belastingrecht BES. Perspectief bedrijfsleven

Het belastingrecht BES. Perspectief bedrijfsleven Page 1 Het belastingrecht BES Perspectief bedrijfsleven Handelsmissie Aruba Bonaire 2012 mr. Zuleika S. Lasten 6 juli 2012 Doel fiscaal stelsel BES Vereenvoudiging Lage tarieven en verbreding grondslag

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 003 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de modernisering van de vennootschapsbelastingplicht

Nadere informatie

VpB plicht overheidsondernemingen Commisie BAM, 28 mei 2015

VpB plicht overheidsondernemingen Commisie BAM, 28 mei 2015 VpB plicht overheidsondernemingen Commisie BAM, 28 mei 2015 Marcel Wiebes Huidig stelsel Ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen (bepaalde activiteiten van o.a. Gemeente en Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Eerste Kamer heeft Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen aangenomen

Eerste Kamer heeft Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen aangenomen Eerste Kamer heeft Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen aangenomen De Eerste Kamer heeft op 26 mei 2015 de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen aangenomen. Dit betekent dat

Nadere informatie

Belastingplicht overheidsbedrijven Assen, 2 oktober 2014

Belastingplicht overheidsbedrijven Assen, 2 oktober 2014 Belastingplicht overheidsbedrijven Assen, 2 oktober 2014 1 VPB staat voor de deur 2 Inhoud presentatie 1. Stand wetgevingsproces 2. Doel en hoofdregel wetsvoorstel 3. Het fiscaal ondernemingsbegrip 4.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU

Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU 1 2 Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in 2013. De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU richtlijnen, met nogal dwingende instructies. De stroom

Nadere informatie

Belastingheffing overheidsbedrijven VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG. II Reactie van de staatssecretaris van Financiën

Belastingheffing overheidsbedrijven VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG. II Reactie van de staatssecretaris van Financiën Belastingheffing overheidsbedrijven VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG II Reactie van de staatssecretaris van Financiën De leden van enkele fracties binnen de vaste commissie voor Financiën hebben naar

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper 13.07.16 Uw bv s als fiscale eenheid in 2016 De belangrijkste voor- en nadelen op een rij whitepaper In dit whitepaper: Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv

Nadere informatie

Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven: extra lasten in aantocht!

Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven: extra lasten in aantocht! Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven: extra lasten in aantocht! Op Prinsjesdag is het wetsvoorstel modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen gepresenteerd.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 066 Belastingdienst Nr. 326 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Aankomende vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen

Aankomende vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen Mr. H.C.M. Boersen en mr. J. van Dijk 1 A r t ikelen Aankomende vennootschapsbelastingplicht voor Per 1 nuari 2016 worden Nederlandse belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. De Wet op de vennootschapsbelasting

Nadere informatie

Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij

Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij 2004-98 Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij Voorgestelde behandeling: - Statencommissie Bestuur, Financiën

Nadere informatie

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016 Leeswijzer modelbepalingen - [datum] of [naam gemeente] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel II. - [iets] = facultatief, zie bijvoorbeeld artikel I bij artikel 9, derde de lid, onder

Nadere informatie

Belastingplicht van overheidsbedrijven, nu wel een level playing field?

Belastingplicht van overheidsbedrijven, nu wel een level playing field? Belastingplicht van overheidsbedrijven, nu wel een level playing field? Een onderzoek naar het verschil in fiscale behandeling tussen directe en indirecte overheidsbedrijven Imane Al Hor 382958 Erasmus

Nadere informatie

Advies W /III

Advies W /III Advies W12.18.0366/III Datum: woensdag 28 november 2018 Soort: Voorlichting Ministerie: Sociale zaken en Werkgelegenheid Vindplaats: Kamerstukken I 2018/19, 34934, nr. E Verzoek om voorlichting van de

Nadere informatie

Ga in de Businesscase ook in op het bredere economisch/financieel perspectief en denk daarbij aan:

Ga in de Businesscase ook in op het bredere economisch/financieel perspectief en denk daarbij aan: In deze toelichting vindt u een handreiking voor een businesscase specifiek gericht op innovatie (met uitsluiting van fieldlabs) (1) of fieldlabs (2) of koolstofarme economie (3). 1. Voor Innovatie: Het

Nadere informatie

Gemeente Mook en Middelaar en de vennootschapsbelasting

Gemeente Mook en Middelaar en de vennootschapsbelasting Gemeente Mook en Middelaar en de vennootschapsbelasting 21 oktober 2015 mr. J.C.M. (Jeroen) Cremers, partner BDO mr. G. (Geert) Witlox, manager BDO Inhoud 1. De Wet Modernisering vennootschapsbelastingplicht

Nadere informatie

Nota naar aanleiding van het verslag. Inhoudsopgave

Nota naar aanleiding van het verslag. Inhoudsopgave 34 003 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen (Wet modernisering Vpb-plicht

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's GRAVENHAGE. Datum 28 oktober 2011 Betreft Pakket Belastingplan 2012

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's GRAVENHAGE. Datum 28 oktober 2011 Betreft Pakket Belastingplan 2012 > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl

Nadere informatie

Wetsvoorstel verruiming vennootschapsbelastingplicht overheidsbedrijven

Wetsvoorstel verruiming vennootschapsbelastingplicht overheidsbedrijven 17 september 2014 Wetsvoorstel verruiming vennootschapsbelastingplicht overheidsbedrijven 1. Inleiding Op 16 september jl. is het Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting

Nadere informatie

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:

Nadere informatie

TOETSINGSKADER BUDGETOVEREENKOMSTEN GEMEENTE DOETINCHEM JUNI 2014

TOETSINGSKADER BUDGETOVEREENKOMSTEN GEMEENTE DOETINCHEM JUNI 2014 TOETSINGSKADER BUDGETOVEREENKOMSTEN GEMEENTE DOETINCHEM JUNI 2014 Inleiding Jaarlijks wordt er aan diverse instanties subsidie verstrekt voor haar activiteiten. De activiteiten bewegen zich van buurtfeestjes

Nadere informatie

Visie WSW op aflossingsplicht leningen Daeb aan niet-daeb

Visie WSW op aflossingsplicht leningen Daeb aan niet-daeb Visie WSW op aflossingsplicht leningen Daeb aan niet-daeb September 2014 Bij administratieve scheiding gaat het om interne boekhoudkundige leningen. Bij juridische scheiding betreft het leningen van de

Nadere informatie

De vpb-plicht voor overheidsondernemingen in Nederland (bijna) vijf jaar later

De vpb-plicht voor overheidsondernemingen in Nederland (bijna) vijf jaar later De vpb-plicht voor overheidsondernemingen in Nederland (bijna) vijf jaar later Verslaglegger: W.H.A. (Wim) van Hameren LL.M. Inleider: mr. J. J.(Joop) Kluft MRE, werkzaam als belastingadviseur bij PWC

Nadere informatie

In bijlage 1 is de uitwerking van de analyse opgenomen aan de hand van de vragen uit het stappenplan van het Ministerie van EL&I.

In bijlage 1 is de uitwerking van de analyse opgenomen aan de hand van de vragen uit het stappenplan van het Ministerie van EL&I. Aan Betreft Van CMT/B&W Toepassing Wet Markt en Overheid Mieke Lammers(GF&C)/Nanda Laagland (GMJZ) Datum 3 maart 2014 Op basis van het plan van aanpak (CMT 28 augustus 2013) is een analyse uitgevoerd op

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 24 oktober 2017 Betreft Beantwoording Kamervragen

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 24 oktober 2017 Betreft Beantwoording Kamervragen > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Belastingheffing digitale economie: lange en korte termijn oplossing

Belastingheffing digitale economie: lange en korte termijn oplossing Belastingheffing digitale economie: lange en korte termijn oplossing Op 21 maart jl. heeft de Europese Commissie nieuwe regels voorgesteld, die moeten verzekeren dat digitale bedrijven hun fair share betalen

Nadere informatie

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst IB winst Uitwerkingen Jaarwinst pnt Eind vermogen voor verkoop 194.558 Correctie ivm toepassing HIR 22.500 2 alles of niets minder afschrijving 3.713 2 bij correctie commerciele fiscale afschrijving 18.787

Nadere informatie

No.W06.12.0456/III 's-gravenhage, 7 december 2012

No.W06.12.0456/III 's-gravenhage, 7 december 2012 ... No.W06.12.0456/III 's-gravenhage, 7 december 2012 Bij Kabinetsmissive van 8 november 2012, no.12.002573, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 950 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2014) Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 juni 2014 Het

Nadere informatie

Fiscale onderkapitalisatie van vennootschappen

Fiscale onderkapitalisatie van vennootschappen Prof. dr. R.P.C.W.M. Brandsma Fiscale onderkapitalisatie van vennootschappen KLUWER Tjj? Deventer - 2004 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van gebruikte afkortingen / Xfll HOOFDSTUK 1 1 Inleiding /1 1.1

Nadere informatie

Handreiking diensten van algemeen economisch belang

Handreiking diensten van algemeen economisch belang Handreiking diensten van algemeen economisch belang Europa-proof project Deelproject staatssteun 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Waarvoor is deze handreiking bedoeld? 3 Deel 1: Theorie 4 3 Staatssteun

Nadere informatie

Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven: extra lasten in aantocht!

Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven: extra lasten in aantocht! Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven: extra lasten in aantocht! In april 2014 is er een conceptwetsvoorstel gepubliceerd inzake de vennootschapsbelastingplicht (hierna: vpb-plicht) voor

Nadere informatie

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 1 1. Inleiding en achtergrond De Financiële verordening van de provincie Zuid-Holland schrijft voor dat Provinciale Staten

Nadere informatie

Aanwijzing economische activiteiten in het algemeen belang op grond van de Wet markt en overheid

Aanwijzing economische activiteiten in het algemeen belang op grond van de Wet markt en overheid Agendapunt commissie: Steller telefoonnummer email Mr. C.W.M. van Alphen 3553 Kees.van.Alphen@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 2322 3 juli 2014 Onderwerp: Aanwijzing economische

Nadere informatie

Geachte leden van de raad,

Geachte leden van de raad, Aan : de raad Van : het college van burgemeester en wethouders Adviseurs: : Piet Bruinsma, Gerard Elenga Datum : 15 december 2016 Onderwerp : uitwerking punten 3 en 4 van amendement inzake t Olde Maat

Nadere informatie

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer: aanwijzing economische activiteiten Wet markt en overheid

Collegevoorstel. Zaaknummer: aanwijzing economische activiteiten Wet markt en overheid Zaaknummer: 00383503 : aanwijzing economische activiteiten Wet markt en overheid Collegevoorstel Feitelijke informatie Op 1 juli 2014 moet de gemeente voldoen aan de Wet markt en overheid. Deze wet is

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

BIJLAGE Nadere uitwerking samenwerkingsverbanden en btw-wetgeving

BIJLAGE Nadere uitwerking samenwerkingsverbanden en btw-wetgeving BIJLAGE Nadere uitwerking samenwerkingsverbanden en btw-wetgeving Zoals het er nu naar uit ziet worden als gevolg van de drie grote decentralisaties in het sociale domein per 1 januari 2015 nieuwe taken

Nadere informatie

Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs

Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs Deze informatie gaat over de btw-heffing bij publiek-private samenwerking. In deze informatie worden de btw-regels uitgelegd,

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

Titel : Wet Markt en Overheid; bepalen welke economische activiteiten zijn aan te merken als zijnde van algemeen belang in de zin van de Wet

Titel : Wet Markt en Overheid; bepalen welke economische activiteiten zijn aan te merken als zijnde van algemeen belang in de zin van de Wet College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 10-12-2013 NUMMER PS PS2014BEM02 AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Ageeth Nijkamp DOORKIESNUMMER 2714 DOCUMENTUMNUMMER 80EEBE0B PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 934 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 24 maart 2009, nr. CPP2009/170M, Stcrt. Nr. 68 De staatssecretaris

Nadere informatie

Activiteitenlijst Gemeenten Publicatie 17 augustus Oplegnotitie

Activiteitenlijst Gemeenten Publicatie 17 augustus Oplegnotitie Activiteitenlijst Gemeenten Publicatie 17 augustus 2015 Oplegnotitie Aanleiding De VNG heeft in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen een

Nadere informatie

(Jeugd)zorg en staatssteun

(Jeugd)zorg en staatssteun (Jeugd)zorg en staatssteun Rotterdam, 17 november 2014 Loubna Boufrach (ActiZ) Yvonne Maasdam (MBF advocaten) Programma 1. Wie zijn wij? 2. Wanneer is sprake van inkoop of subsidie? 3. Staatssteun/ Wet

Nadere informatie

138 De Pensioenwereld in 2014

138 De Pensioenwereld in 2014 17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

De onzakelijke lening

De onzakelijke lening C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.

Nadere informatie

Uitzondering op 90%-eis voor kwalificerend buitenland

Uitzondering op 90%-eis voor kwalificerend buitenland Uitzondering op 90%-eis voor kwalificerend buitenland belastingplichtige Kabinet zegde toe uitwerking te geven aan een uitzonderingsbepaling (art. 7.8 WetIB 2001) op het 90% inkomenscriterium voor kwalificerende

Nadere informatie

Naam en telefoon Portefeuillehouder

Naam en telefoon Portefeuillehouder Onderwerp Gevolgen invoeren wet Vennootschapsbelasting (Vpb) Datum Afdeling 6 juni 2016 GF&C Naam en telefoon Portefeuillehouder Esther Erens / Mieke Lammers Frank den Brok Waarover wil je informeren?

Nadere informatie