meerspelers Meerjarige monitor en follow-uponderzoek naar amusementscentra en bezoekers Dick de Bruin, Annemieke Benschop, Richard Braam, Dirk J Korf

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "meerspelers Meerjarige monitor en follow-uponderzoek naar amusementscentra en bezoekers Dick de Bruin, Annemieke Benschop, Richard Braam, Dirk J Korf"

Transcriptie

1 Meerjarige monitor en follow-uponderzoek naar amusementscentra en bezoekers Dick de Bruin, Annemieke Benschop, Richard Braam, Dirk J Korf

2 002 colofon Colofon Cip-gegevens koninklijke bibliotheek, Den Haag de Bruin, D., A. Benschop, R. Braam, D.J. Korf (2006). Meerspelers. Meerjarige monitor en follow-uponderzoek naar amusementscentra en bezoekers. Utrecht/Amsterdam; cvo/bonger Instituut Met lit. opg. isbn Trefw.: Kansspelen, amusementscentra, probleemspelers 2006, de auteurs cvo Keulsekade jx Utrecht Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam Postbus ba Amsterdam Grafisch ontwerp en layout: Studio ZenZ, Zsa Zsa Linnemann

3 003 inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 7 Integrale samenvatting 8 Deel A Ander aanbod, ander publiek 15 1 Inleiding Aanleiding Doel De situatie Gemeentelijk beleid Probleemstelling & onderzoeksvragen Hypothesen 19 2 Onderzoeksmethoden Systematische observaties Verwerking en analyse van de onderzoeksgegevens Interviews sleutelinformanten Survey bezoekers sogs Representativiteit Respons Respons mannen en vrouwen Respons jongeren en ouderen Weging non-respons Opschonen databestand Inconsistente antwoorden Inconsistent of ontbrekend Analyse Onafhankelijke variabelen Afhankelijke variabelen 33 3 Amusementscentra & productdifferentiatie Productdifferentiatiecoëfficiënt Bezoekersen de productdifferentiatie: survey Bekendheid met meerspeler Meerspelerspelers Verschillen per amusementscentrum Profiel peler Verhoogdegekoppelde jackpot Spelen op de gekoppelde jackpot Profiel spelers verhoogde gekoppelde jackpot 43 4 Bezoekersaantallen Observaties bezoekersaantallen Euro & prijsverhoging Invloed productdifferentiatie op bezoekersaantallen Model aantal bezoekers Model veranderingen in aantal bezoekers (index 2000) Bezoekersaantallen op basis van de survey Model aantal bezoekers (survey) Samenvattend 50 5 Aandeel vrouwen Observatiesaandeel vrouwen Survey aandeel vrouwen Samenvattend 53

4 004 inhoudsopgave 6 Jongeren & ouderen Observaties leeftijd Achttien tot dertigjarigen Dertig tot vijftigjarigen Vijftigplussers Survey leeftijd Samenvattend 59 7 Probleemspelers Survey: sogs sogs5+ ac of sogs5+ elders Hypothese probleemspelers Predictoren van het aandeel sogs Predictoren van het geïndexeerde aandeel sogs sogs5+ amusementscentra Predictoren van het aandeel sogs5+ ac Predictoren van het geïndexeerde aandeel sogs5+ ac sogs5+ elders Aantal probleemspelers sogs5+ gewogen op bezoekfrequentie Gewogen aandeel sogs Predictoren van het gewogen aandeel sogs Predictoren van de index sogs5+ gewogen Gewogen aandeel sogs5+ac Gewogen aandeel sogs5+ elders Samenvattend 69 8 Redenen om te spelen Redenen om te spelen Redenen om te spelen naar sogs-groep Hypotheseredenen om te spelen Productdifferentiatie leidt tot veranderingen in redenen om te spelen Clusteranalyses Redenen om een ac te bezoeken Redenen om het betreffende amusementscentrum te bezoeken Wensen van de bezoekers Samenvattend 80 9 Preventie en toegangscontrole Verscherpte toegangscontrole Ervaringen van de bezoekers met de verscherpte toegangscontrole Daadwerkelijk gecontroleerd op leeftijd De witte lijst en de zwarte lijst Aanspreken Samenwerking tussen aanbieders Zwarte lijsten Ervaringen met de witte lijst : survey Ooit aangesproken Bekend met witte lijst Witte lijst aangevraagd Samenvattend 91 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 93 Literatuur 102

5 005 inhoudsopgave Bijlagen 103 Bijlage 1 Respons overzicht 103 Bijlage 2a Items survey 104 Bijlage 2b Items bij de diepte-interviews 105 Bijlage 2c Items bij observaties 105 Bijlage 3 Inconsistenties over 9 testen 108 Bijlage 4 Regressieanalyses sogs waarde 111 Bijlage 5 Ideale mix 116 Bijlage 6 Schets van de 15 amusementscentra 117 Bijlage 7 Cluster analyses redenen om te spelen 125 Deel B Natuurlijk verloop in kansspeldeelname en -problematiek Inleiding Het onderzoek Werving en contact Respons en non-respons Imputatie van missende metingen Vragenlijst Representativiteit Analyse Samenvatting De recreatieve spelers Persoonlijke situatie Bezoek aan amusementscentra Kansspeldeelname in het algemeen sogs Samenvatting De risicospelers Persoonlijke situatie Bezoek aan amusementscentra Kansspeldeelname in het algemeen sogs Samenvatting De probleemspelers Persoonlijke situatie Bezoek aan amusementscentra Kansspeldeelname in het algemeen sogs Samenvatting Verandering in kansspelproblematiek Multivariate analyse Verandering van sogs-score bij alle (ex)bezoekers Verandering van sogs-score bij blijvende bezoekers Samenvatting Conclusies & discussie 163 Literatuur 166

6 006 inhoudsopgave Bijlage 1 Het onderzoek 167 Bijlage 2 De recreatieve spelers 168 Bijlage 3 De risicospelers 175 Bijlage 4 De probleemspelers 181 Bijlage 5 Verandering in kansspelproblematiek 187 A five-year monitoring and follow-up study on the effects of product differentiation and stricter admission controls in amusement centres Executive summary 189

7 007 voorwoord Voorwoord Een meerjarig onderzoek naar de effecten van productdifferentiatie en toegangscontrole in de amusementcentra heeft geleid tot een unieke reis. Uniek omdat we wijzer zijn geworden van eerdere ervaringen met de commissie Nijpels. De toen gedane voorstellen om de verslavende werking van kansspelautomaten te beperken werden niet ondersteund door wetenschappelijke evidentie. Daarom is nu de keuze gemaakt om de veronderstelde effecten van de productdifferentiatie voor te leggen aan de wetenschap. Wat ons, de ministeries van vws, Economische Zaken, Justitie, de van en ggz Nederland tevens de unieke kans gaf om aan de hand van een meerjarige casestudie te onderzoeken wat kansspelers er toe bracht om hun (potentiële) verslavende gedrag te veranderen. Een bijzondere samenwerking tussen het cvo uit Utrecht en het Bonger Instituut uit Amsterdam. De uitkomsten van het onderzoek geven veel aanwijzingen om het kansspelbeleid met betrekking tot amusementcentra verder vorm te geven. Om de gemeenschappelijke drijfveer, het voorkomen van onnodig problematisch kansspelgedrag effectiever te maken. De uitkomsten zijn bruikbaar voor het beleid van de ministeries maar ook in het kader van het Actieplan Kansspelen dat eind 2005 door de Automatenbranche (van) en door ggz Nederland in samenwerking met Horeca Nederland en de vng is gestart. Bijzondere dank gaat uit naar de onderzoekers, de onderzochten en alle leden van de begeleidingscommissie. Met elkaar zijn we er in geslaagd om een complexe expeditie tot een (voorlopig) goed einde te brengen. En dat geeft veel vertrouwen voor het verder onderbouwen van een evenwichtig kansspelbeleid in Nederland. En vertrouwen voor het vervolg van de expeditie. toon de vos Beleidsmedewerker kansspelbeleid ggz Nederland Voorzitter begeleidingscommissie

8 008 integrale samenvatting Integrale samenvatting Inleiding Het onderzoek Sinds de introductie van de Wet op de Kansspelen in 1964 is het landelijke en gemeentelijke speelautomatenbeleid voortdurend in beweging geweest. De laatste wetswijziging dateert uit Amusementscentra werden door de wetswijziging in staat gesteld het productaanbod uit te breiden met speelautomaten meestal in de vorm van casinoachtige spelen als roulette en blackjack waarop met meerdere mensen tegelijk gespeeld kan worden () en automaten met een collectief opgebouwde hoofdprijs (gekoppelde jackpot). Tegelijkertijd werden amusementscentra verplicht de toegangscontrole te verscherpen om minderjarigen uit de centra te weren en werden er onderlinge afspraken gemaakt om de controle op zogenoemde witte en zwarte lijsten te verbeteren. Bovendien is door de betrokken Ministeries (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Justitie en Economische Zaken), de vereniging Geestelijke Gezondheidszorg (ggz) Nederland en de van Speelautomaten Brancheorganisatie een onderzoek geïnitieerd naar de effecten van de wetswijziging op het bezoekerspubliek van amusementscentra. Van 2000 tot en met 2004 is dit onderzoek uitgevoerd door het Centrum voor Verslavingsonderzoek (cvo) te Utrecht en het Bonger Instituut van de Universiteit van Amsterdam (uva). Centrale vraag is of de productdifferentiatie en de verscherpte toegangscontrole leiden tot een verandering in omvang en samenstelling van het bezoekerspubliek en meer specifiek een afname van het aantal probleemspelers. In een monitoronderzoek is door middel van systematische observaties, interviews met sleutelfiguren en bezoekerssurveys getracht deze vraag te beantwoorden. Bij probleemspelen kan het natuurlijk verloop echter een belangrijke rol spelen. Om uitspraken te kunnen doen over probleemspelers moeten we rekening houden met de ontwikkeling van dergelijk gedrag door de tijd heen. Het bezoekerspubliek is daarom niet alleen op groepsniveau bestudeerd in het monitoronderzoek, maar bezoekers zijn in een follow-uponderzoek ook individueel door de tijd gevolgd. In het monitoronderzoek zijn door het cvo in 14 amusementscentra, verspreid over 6 gemeenten, meer dan 200 observaties verricht (vijf jaar lang, drie maal per jaar), waarbij kenmerken van de centra en het bezoekerspubliek werden geregistreerd. Gelijk met de observaties zijn interviews gehouden met sleutelinformanten managers of medewerkers binnen de centra. Voor de bezoekerssurvey leverde het gezamenlijke veldwerk van het cvo en de uva in 6 geselecteerde amusementscentra in vijf jaar tijd ingevulde vragenlijsten van bezoekers op. De response onder oudere en mannelijke bezoekers was hierbij lager dan onder jongeren en vrouwen. Hiervoor is door middel van weging gecorrigeerd. Gedurende de eerste drie jaar van het onderzoek is aan deelnemers van de survey tevens toestemming gevraagd voor deelname aan het follow-uponderzoek van de uva. In totaal zijn 226 bezoekers minimaal één jaar en maximaal vier jaar lang gevolgd. Er zijn geen aanwijzingen voor selectie van minder problematische spelers bij instroom. Selectiebias wat betreft verandering van gedrag gedurende de looptijd van het onderzoek is niet geheel uit te sluiten, maar zowel positieve als negatieve veranderingen zijn in het onderzoek terug te vinden. De verwachte of gewenste veranderingen in het bezoekerspubliek zijn verwoord in een zestal hypothesen: 1. Productdifferentiatie leidt tot een toename van het aantal bezoekers. 2. Productdifferentiatie leidt tot een toename van een het aandeel vrouwelijke bezoekers.

9 009 integrale samenvatting 3. Productdifferentiatie leidt tot een toename van het aandeel oudere bezoekers. 4. Productdifferentiatie leidt tot een afname van het aantal/aandeel probleemspelers. 5. Productdifferentiatie leidt tot veranderingen in redenen van bezoekers om te spelen. 6. Verscherpte toegangscontrole leidt tot een afname van het aantal minderjarigen en/of probleemspelers aan de deur. Vooral bij probleemspelen speelt de natuurlijke ontwikkeling van kansspelgedrag door de tijd een belangrijke rol. Daarom geldt voor het followuponderzoek de vraag: 7. Wat verandert er in verloop van tijd in het kansspelgedrag van bezoekers van amusementscentra en welke factoren spelen daarbij een rol? Productdifferentiatie & aantal bezoekers In de volgende paragrafen worden de hypothesen en onderzoeksvraag eerst afzonderlijk behandeld. De formulering van de hypothesen suggereert causaliteit die binnen de onderzoeksopzet niet onomstotelijk vastgesteld kan worden. Er wordt daarom eerder gesproken in termen van samenhang dan in termen van oorzaak en gevolg. Veranderingen in bezoekersaantallen van de amusementscentra zijn onderzocht aan de hand van observaties in de centra en de bezoekerssurvey. In de observaties is het aantal aanwezige bezoekers op een bepaald moment geteld. Bij de survey werden alle binnenkomende bezoekers gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. De surveyregistratie levert daarmee ook schattingen van (veranderingen in) het aantal bezoekers. Uit de observaties blijkt dat afgezien van één centrum dat na een verbouwing een stuk groter werd de bezoekersaantallen van de amusementscentra in 2002 met gemiddeld 28% dalen. Vanaf 2003 trekken de bezoekersaantallen bij de meeste centra weer wat aan maar liggen gemiddeld lager dan in 2000 en De schattingen uit de survey suggereren zelfs een daling van 33% tussen 2000 en Uit analyse van de observatiegegevens blijkt een positieve samenhang tussen productdifferentiatie en de bezoekersaantallen. In amusementscentra met een groter aantal meerspelerplaatsen is de daling van de bezoekersaantallen minder sterk geweest dan in andere centra. Daarnaast is er een negatieve samenhang tussen preventie en bezoekersaantallen. In amusementscentra waar veel aan preventie is gedaan is het bezoekersaantal sterker gedaald dan in de andere amusementscentra. De sterkste negatieve samenhang kwam echter op het conto van de euro en de gelijktijdig ingevoerde prijsverhoging per spel van 25 guldencent naar 20 eurocent. In de jaren na invoering van de euro ( ) zien we aanzienlijk minder bezoekers dan in de jaren daarvoor. Gezien de algemene daling van het aantal bezoekers overschaduwt de invoering van de euro en de prijsverhoging per spel een mogelijk positief effect van de productdifferentiatie op bezoekersaantallen. Uit de survey blijkt bovendien dat de bekendheid met het nieuwe spelaanbod weliswaar licht stijgt, maar dat toch lang niet alle bezoekers spelen op de nieuwe en automaten met gekoppelde jackpots en minstens de helft van de bezoekers uit de survey beweert er zelfs nog nooit van gehoord te hebben.

10 010 integrale samenvatting Productdifferentiatie & vrouwelijke bezoekers Productdifferentiatie & oudere bezoekers Productdifferentiatie & probleemspelers Toch kan de hypothese niet volledig worden verworpen. In amusementscentra met veel meerspelerplaatsen was de daling in bezoekersaantallen kleiner dan in de amusementscentra met weinig meerspelerplaatsen. Productdifferentiatie heeft dus wel degelijk de potentie tot een toename van het aantal bezoekers te leiden. Uit zowel observaties als de survey blijkt het aandeel vrouwelijke bezoekers per amusementscentrum en per dag behoorlijk te verschillen. Gemiddeld is ongeveer één op de zes bezoekers vrouw. Hierin is tussen 2000 en 2004 geen verandering te zien. Omdat het totaal aantal bezoekers is gedaald, is het absolute aantal vrouwelijke bezoekers wel afgenomen. Ergo, de hypothese moet worden verworpen. Productdifferentiatie heeft in dit onderzoek geen aantoonbare samenhang met de geslachtsverdeling van het bezoekerspubliek. Bij de observaties blijkt ongeveer een derde van de mannelijke en vrouwelijke bezoekers jonger dan 30 jaar. Bij de survey is de helft van de respondenten jonger dan 30 jaar. Beide bronnen laten over de jaren heen een daling in het aandeel jongeren zien en daarmee een stijging van het aandeel ouderen. Bij de observaties stijgt vooral het aandeel 50-plussers; bij de survey zien we een stijging in de middengroep tussen de 30 en 50 jaar. Uit analyse van de observatiegegevens blijkt dat de invoering van de euro (en gelijktijdige prijsverhoging) het sterkst samenhangt met de veranderende leeftijdsopbouw van de bezoekers. Het aandeel jongeren was in de eurojaren lager dan de jaren ervoor. Ook het preventieaanbod van de amusementscentra en de hoogte van de gekoppelde jackpot lijken een rol te spelen bij de afname van het aandeel jongeren. In amusementscentra met een hoger jackpotbedrag en met meer aandacht voor preventie worden relatief meer oudere spelers aangetroffen. Hoewel de euro de belangrijkste factor is bij de toename van het aandeel oudere bezoekers, hangt ook productdifferentiatie in de vorm van de verhoging van de gekoppelde jackpot samen met de leeftijdsopbouw van het bezoekerspubliek. De hypothese wordt dus bevestigd. Probleemspelen wordt in de survey gemeten met behulp van de South Oaks Gambling Screen (sogs) een standaard screeningsinstrument voor het meten van kansspelverslaving. Op basis van hun score op dit instrument worden respondenten ingedeeld in drie groepen: recreatieve spelers (0,1 of 2 punten), risicospelers (3 of 4 punten) en probleemspelers (5 of meer punten). Het aandeel probleemspelers onder de respondenten van de survey steeg van 22% in 2000 naar 33% in Ook wanneer het percentage probleemspelers wordt gecorrigeerd voor bezoekfrequentie probleemspelers bezoeken immers vaker een amusementscentrum en zijn daardoor oververtegenwoordigd in de steekproef zien we een stijging van 11% naar 23%. Wanneer we kijken naar de probleemspelers die hun problemen specifiek aan de amusementscentra wijten (en niet uitsluitend aan andere kansspellocaties zoals casino s of fruitautomaten in de horeca), dan zien we ook een lichte stijging in het aandeel probleemspelers van 16% naar 25% tussen 2000 en 2004 (gecorrigeerd voor bezoekfrequentie is dat respectievelijk 6% en 17%). Het totale aantal bezoekers is echter gedaald in de loop van het onderzoek. Ondanks stijgende percentages is het absolute aantal probleemspelers

11 011 integrale samenvatting daarom vrijwel niet veranderd. Alleen het laatste jaar zagen we een lichte stijging. Blijkbaar zijn dus vooral de recreatieve spelers weggebleven uit de amusementscentra, waardoor het aandeel probleemspelers groter wordt. Productdifferentiatie & redenen van bezoekers om te spelen Uit verdere analyse blijkt productdifferentiatie niet samen te hangen met de toename van het aandeel probleemspelers. Preventieactiviteiten vertonen echter een negatieve samenhang met het aandeel probleemspelers. In amusementscentra waar veel aandacht aan preventie wordt besteedt, was de stijging in het aandeel probleemspelers geringer. Dit kan wijzen op een doeltreffende preventieaanpak, waarbij medewerkers bezoekers aanspreken op hun gedrag, maar tevens op het wegblijven van probleemspelers uit amusementscentra waar zij worden lastig gevallen. De hypothese dat productdifferentiatie leidt tot een afname van het aandeel probleemspelers kan op basis van deze resultaten niet worden bevestigd. Het heeft anderzijds ook niet geleid tot een toename van het absolute aantal probleemspelers. Uit de survey komt naar voren dat bezoekers van amusementscentra eerder positieve dan negatieve redenen hebben om te spelen. In de loop van het onderzoek worden positieve redenen als gezelligheid en sociaal contact belangrijker, maar dat geldt ook voor negatieve redenen als snel geld willen verdienen, afleiding voor problemen en verveling. De resultaten suggereren dat productdifferentiatie samenhangt met zowel positieve als negatieve redenen om te spelen. Een aantal verbanden verdwijnt wanneer in de analyse gecorrigeerd wordt voor andere factoren, maar een tweetal ogenschijnlijk conflicterende verbanden blijft bestaan. Enerzijds hangt het aantal meerspelerplaatsen positief samen met het aandeel bezoekers dat speelt vanwege de gezelligheid, anderzijds hangt het positief samen met het aandeel bezoekers dat speelt om snel geld te verdienen. Naast redenen om te spelen, is ook gevraagd naar redenen om amusementscentra te bezoeken. Respondenten werden gevraagd drie redenen te kiezen uit een lijst van zestien, variërend van Om de goede sfeer tot Anonimiteit. De optelsom van de positieve en negatieve redenen voor bezoek is in de loop van het onderzoek verschoven in de richting van de meer negatieve redenen. Uit initiële analyse lijkt productdifferentiatie negatief samen te hangen met de motivatie van bezoekers, maar wanneer gecorrigeerd wordt voor andere factoren verdwijnt dit verband. Dan blijkt dat motivatie samenhangt met de grootte en drukte van het amusementscentrum: in kleine en rustige centra zijn bezoekers meer positief gemotiveerd. Verscherpte toegangscontrole & minderjarigen en/of probleemspelers aan de deur Productdifferentiatie lijkt een weinig robuuste samenhang te vertonen met de motivatie van bezoekers van amusementscentra. De hypothese dat productdifferentiatie tot veranderingen leidt in de redenen van bezoekers om te spelen lijkt op basis van de onderzoeksresultaten plausibel, maar het effect van productdifferentiatie is ambivalent. Er zijn aanwijzingen dat productdifferentiatie verband houdt met zowel een negatieve motivatie om te spelen (om snel geld te verdienen) als een positieve motivatie (vanwege de gezelligheid). De belangrijkste maatregelen die de amusementscentra hebben getroffen ter verscherping van de toegangscontrole zijn het verstrekken van een entreebewijs aan elke bezoeker en het verplaatsen van de counter naar de

12 012 integrale samenvatting ingang, waardoor meer zicht ontstaat op de entree. Op deze wijze kunnen minderjarigen en klanten met een entreeverbod veel effectiever worden geweerd uit de centra. Gedurende het onderzoek bleek uit de survey dat ruim de helft van de bezoekers nooit iets van leeftijdscontrole merkt. Vaste klanten en (uiterlijk) oudere bezoekers worden natuurlijk niet nodeloos gecontroleerd. Toch groeit het aandeel bezoekers dat wel iets van leeftijdscontrole bij de deur merkt en jongeren onder de 21 jaar zijn in de loop der tijd ook vaker daadwerkelijk gecontroleerd. De leeftijdscontrole aan de deur bij (nieuwe) jongeren bleek echter al bij de start van het onderzoek zeer strikt. Veranderingen in het aantal minderjarigen of het aantal weigeringen van minderjarigen zijn daarmee niet te verwachten. In de vijf onderzoeksjaren troffen we in de bezoekerssurvey dan ook slechts één 16-jarige en vijf 17-jarigen aan onder de ruim tweeduizend respondenten. Uit de interviews met sleutelinformanten is ook gebleken dat het aandeel minderjarigen dat zich bij de deur meldt om binnen te komen altijd laag is geweest en dat verscherpte toegangscontrole niet heeft geleid tot meer weigeringen. Veranderingen in kansspelgedrag Entreeverboden staan geregistreerd op zogenaamde witte en zwarte lijsten. Een zwarte lijst is een entreeverbod opgelegd door het amusementscentrum wegens misdragingen. Een witte lijst is een vrijwillig entreeverbod, meestal aangevraagd door probleemspelers. Door de verscherpte toegangscontrole is de controle en naleving van witte en zwarte lijsten volgens de sleutelinformanten verbeterd. De informatie die de amusementscentra kunnen verschaffen over het aantal personen dat op deze lijsten staat, is soms nogal gebrekkig, maar belangrijker is dat ze tussen de amusementscentra onderling vaak niet goed vergelijkbaar zijn omdat verschillende criteria en procedures worden gehanteerd voor plaatsing op deze witte en zwarte lijsten. Uit de survey blijkt enerzijds dat een groot deel van de bezoekers niet op de hoogte is van de mogelijkheid van een witte lijst. Anderzijds blijkt echter ook dat in de loop van het onderzoek steeds meer bezoekers, en vooral probleemspelers, zichzelf tijdelijk een vrijwillig entreeverbod opleggen en dat steeds meer bezoekers door het personeel van de amusementscentra zijn aangesproken op hun risicovolle speelgedrag. Uit het follow-uponderzoek blijkt dat mensen die op een willekeurige dag in een amusementscentrum aangetroffen worden in de loop der jaren over het algemeen wel deel blijven nemen aan kansspelen, maar vaak uit de amusementscentra verdwijnen, of daar minder frequent komen. Een kwart tot een derde van zowel recreatieve spelers, risicospelers én probleemspelers in het onderzoek komt drie jaar na de eerste meting nooit meer in een amusementscentrum. De kansspelproblemen gemeten tijdens de eerste meting blijken veelal van voorbijgaande aard, ook al blijven de respondenten spelen. Bij meer dan de helft van de probleemspelers in het onderzoek en bij driekwart van de risicospelers daalde de sogs-score. Bij de recreatieve spelers bleef de score gedurende het onderzoek bijna altijd laag. Een stijging van de sogs-score kwam ook voor, maar dit was dan vaak van tijdelijke aard. De (verandering van) sogs-score blijkt samen te hangen met etniciteit, positieve en negatieve gebeurtenissen in het leven, spelen op fruitautomaten, kansspeluitgaven en bezoekfrequentie van amusementscentra. Deze resultaten zijn in lijn met eerdere onderzoeken en suggereren dat kansspelproblemen geen typisch, chronisch en progressief kenmerk zijn van

13 013 integrale samenvatting Beschouwing spelers in het algemeen of bezoekers van amusementscentra in het bijzonder. Kansspelproblemen zijn episodisch en worden niet onontkoombaar groter naarmate men langer speelt. Eventuele kansspelproblemen kunnen weer verdwijnen, ook zonder interventie of behandeling. Er is met andere woorden sprake van een behoorlijke mate van zelfregulatie. Die zelfregulatie wordt waarschijnlijk getriggerd door gebeurtenissen in het leven van de spelers. Bij een positieve levensgebeurtenis dalen de kansspelproblemen en bij een negatieve gebeurtenis stijgen deze. Uit dit onderzoek blijkt dat de verscherpte toegangscontrole werkt, maar de controle was al dusdanig strikt, dat extra effecten minimaal zijn. Productdifferentiatie blijkt uit dit onderzoek enige potentie te bezitten het aantal bezoekers te vergroten en het aandeel ouderen te verhogen. In de loop van het onderzoek is het aantal bezoekers van amusementscentra weliswaar gedaald en omdat vooral de recreatieve spelers wegbleven het aandeel probleemspelers gestegen, maar dat was niet aantoonbaar te wijten aan de productdifferentiatie. Andere factoren, met name de komst van de Euro en de gelijktijdige prijsverhoging per spel, bleken een grotere rol te spelen. Probleemspelers zijn niet per definitie probleemspelers voor het leven. Kansspelproblemen kunnen komen en gaan. Onder invloed van negatieve en positieve levensgebeurtenissen gaan mensen meer of minder uitgeven aan kansspelen, vaker of minder vaak naar een amusementscentrum, en hebben daarmee meer of minder kans op de ontwikkeling van problemen. Meerspelers en gekoppelde jackpots lijken in dit verhaal niet of nauwelijks mee te doen. De amusementscentra kunnen in het individuele proces slechts een beperkte rol spelen. Met een plaatsing op de witte lijst kan de bezoekfrequentie beperkt worden en daarmee de kans op problemen. Niet iedereen blijkt bekend met deze mogelijkheid, waar de amusementscentra misschien nog wat winst kunnen behalen. De plaatsing op de witte lijst is echter vrijwillig en net als bij alle preventieactiviteiten is er een smalle lijn tussen gewenste aandacht en ongewenste bemoeienis, waardoor mensen hun heil elders gaan zoeken. Zo lang er kansspelen beschikbaar zijn, zullen er waarschijnlijk altijd mensen zijn die er op een problematische manier gebruik van maken. Waar problemen bij de een verminderen, zullen die bij een ander groeien. Het absolute aantal probleemspelers in de amusementscentra veranderde aanvankelijk weinig gedurende het onderzoek en ook in het follow-uponderzoek bleven probleemspelers bestaan. Het evenwicht kan echter verstoord worden door bepaalde (maatschappelijke) veranderingen, zoals de komst van de euro, waardoor waardebesef en uitgavenpatroon veranderden. Kansspelproblemen zijn in belangrijke mate geldproblemen dus kunnen ook economische veranderingen op macroniveau van invloed zijn. Dit is echter zelden acuut zichtbaar. Pas aan het eind van het onderzoek zien we dan ook aanwijzingen voor een stijging in het aantal probleemspelers in de amusementscentra en na afloop van dit onderzoek in 2005 kwamen er berichten in de media over een stijging van het aantal kansspelverslaafden dat zich aanmeldde bij de verslavingszorg. De resultaten van dit onderzoek wijzen erop dat deze trend verband houdt met de komst van de euro en de daarmee gepaard gaande prijsverhoging per spel.

14 014 begeleidingscommissie Begeleidingscommissie Voorzitter dhr. a. de vos vws/ggz Nederland In de loop der jaren hebben de volgende personen zitting gehad in de begeleidingscommissie: dhr. j. arzbach dhr. a. loontjens mw. p. bijlenga dhr. a. horneman dhr. m. visser dhr. p. de jong mw. ö. koyun-taskin van Speelautomaten Branche-organisatie van Speelautomaten Branche-organisatie Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Justitie, Projectbureau Kansspelen Ministerie van Justitie, Projectbureau Kansspelen mw. a. daalder Ministerie van Justitie, wodc mw. m. van ooyen-houben Ministerie van Justitie, wodc mw. l. molenaar mw. i. sneekes dhr. j. de vink dhr. r. kerssemakers dhr. r. koel Secretariaat dhr. p. jutte mw. s. weijers dhr. j. zegers Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport ggz Nederland ggz Nederland Secretaris Secretaris Secretaris

15 Deel A Ander aanbod, ander publiek Monitoringonderzoek naar de invloed van productdifferentiatie en verscherpte toegangscontrole op de omvang en samenstelling van het publiek in amusementscentra Dick de Bruin, Richard Braam, Frank Leenders, Hans Verbraeck, Barbara Wesselingh, Miriam Fris Utrecht, 2006 CVO

16 016

17 017 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel 1. Gekoppelde-jackpotsysteem: een voorziening, gemeenschappelijk aan ten minste twee kansspelautomaten, die op toevalsbasis, zelfstandig of op basis van een door een aan het systeem gekoppelde kansspelautomaat gegenereerde wincombinatie, een prijs kan toekennen aan een van de aan het systeem gekoppelde automaten of, indien het een automaat betreft waarop meerdere spelers tegelijk een spel kunnen spelen met als basis een toevalsproces, aan een eenheid van een dergelijke automaat waaraan één speler plaats kan nemen. Er zijn dus systemen die op toevalsbasis zelfstandig een prijs toekennen en systemen die op basis van een door een aan het systeem gekoppelde kansspelautomaat gegenereerde wincombinatie een prijs toekennen. 2. Spelers kunnen op eigen verzoek plaatsing op de witte lijst aanvragen, hierdoor wordt hen voor bepaalde tijd de toegang tot het amusementscentrum ontzegd, dit in tegenstelling tot de zwarte lijst waar bezoekers op staan die op last van het amusementscentrum de toegang is ontzegd. inleiding Sinds de wijziging van de Wet op de Kansspelen in 2000 (tk en 24557, nr. 223) hebben amusementscentra de mogelijkheid gekregen hun productaanbod op een aantal manieren aan te passen. Sinds die tijd kan daar bijvoorbeeld op de zogenaamde meerspeler worden gespeeld, een kansspelautomaat waar meerdere spelers tegelijk op kunnen spelen. Een voorbeeld hiervan is de rouletteautomaat; een meerspeler waarbij een mechanische croupier het balletje in een roulettedraaischijf laat rollen. Op afzonderlijke terminals kunnen spelers geld inzetten en worden eventueel gewonnen prijzen uitbetaald. In wezen heeft het uiterlijk van deze meerspeler veel weg van de roulette in een casino alleen ontbreekt de tafel met fiches en de croupier. Een belangrijk verschil is ook dat de inzetten waarmee kan worden gespeeld beduidend lager zijn dan bijvoorbeeld in Holland Casino. In de loop van de tijd zijn diverse typen geïntroduceerd in de amusementscentra. Zo is de paardenrenbaanautomaat, de Royal Ascot, inmiddels in veel amusementscentra een belangrijke publiekstrekker geworden. Sinds 2000 zijn echter ook geïntroduceerd die beduidend minder populair bleken. De eerste generatie blackjackautomaten bijvoorbeeld is niet aangeslagen bij de spelers. Amusementscentra hebben deze automaten vaak weer weggehaald en ingewisseld voor andere in het zich steeds vernieuwende aanbod met namen als; Victory Dice, Prestige, Lightning Strike, Compac en Multiplayer. Het primaire doel van de branche om de meerspeler te plaatsen was om een groter en breder samengesteld publiek aan te trekken. Meer vrouwen, meer ouderen, meer stelletjes en groepen en (daardoor) minder kansspelverslaafden. Een andere mogelijkheid die de amusementscentra met de wijziging van de Speelautomatentitel (2000) kregen is de invoering van een verhoogde gekoppelde jackpot 1. De amusementscentra hadden die mogelijkheid in principe al maar sinds 2000 is de maximale prijs van de gekoppelde jackpot verhoogd van 50 gulden naar gulden. In eurotermen is dat in euro geworden. In de parlementaire discussie die aan de invoering van de productdifferentiatie vooraf is gegaan is steeds benadrukt dat de invoering ervan niet tot meer kansspelverslaving zou mogen leiden (tk nr 29 en nr 30). De invoering van de productdifferentiatie stond ook niet op zichzelf en diende gepaard te gaan met een verscherping van de toegangscontrole aan de deur. Hoewel de meeste amusementscentra al een leeftijdsgrens van 18 (of zelfs 21 jaar) hanteerden diende de controle hierop te worden aangescherpt. De verscherpte toegangscontrole zou er ook toe moeten leiden dat de controle op de witte lijst 2 verder verbeterd kon worden. Naast de invoering van de productdifferentiatie is sinds 2000 dus ook de toegangscontrole bij de amusementscentra verscherpt. In sommige gevallen is bijvoorbeeld de balie waar dagkaarten gehaald dienen te worden meer naar de ingang verplaats, of zijn anderszins ingenieuze poortjes geplaatst om bezoekers langs de balie te loodsen. Doel van de verscherpte toegangscontrole is enerzijds om jongeren buiten de deur te houden en anderzijds om een betere controle op de witte en zwarte lijst mogelijk te maken. Het voornaamste doel van onderhavig onderzoek is om inzicht te geven in de omvang van problematisch speelgedrag in de amusementscentra. Meer specifiek gesteld in veranderingen daarin als gevolg van de introductie van de meerspeler, de verhoogde gekoppelde jackpot en/of de verscherpte toegangscontrole. Om veranderingen in problematische speelgedrag vast

18 018 inleiding 1.3 De situatie te kunnen stellen is een vijfjarig onderzoek uitgevoerd waarbij sinds 2000 elk jaar een meting is uitgevoerd. Bij de jaarlijkse meting zijn steeds drie onderzoeksmethoden toegepast; een survey onder de bezoekers van 6 amusementscentra; systematische observaties in 14 amusementscentra; interviews met sleutelfiguren uit 15 amusementscentra. De survey onder de bezoekers heeft vooral tot doel de omvang van problematisch speelgedrag vast te stellen. Maar ook de redenen die bezoekers hebben om te spelen of om een amusementscentrum te bezoeken zijn in kaart gebracht. Naast de survey zijn jaarlijks observaties in de amusementscentra verricht. Daarbij is onder meer gelet op de grootte en samenstelling van het publiek (verhouding man/vrouw, jongeren/ouderen) en is de mate en tijdstip van invoering van de productdifferentiatie in kaart gebracht. Behalve objectieve kenmerken zijn ook een aantal subjectieve kenmerken van het amusementscentrum in kaart gebracht (service, sfeer, uitstraling). Tot slot zijn jaarlijks gesprekken met medewerkers van de amusementscentra gevoerd om een aantal karakteristieken van de amusementscentra en de veranderingen daarin in kaart te brengen. In die gesprekken is ingegaan op de motivatie achter de veranderingen, en op hun indrukken over de veranderingen in de omvang en samenstelling van het publiek. In 2004 zijn er in Nederland 83 exploitanten van speelautomaten in amusementscentra die samen over 282 vergunningen voor amusementscentra beschikken. Twee van deze vergunningen worden niet gebruikt waardoor het aantal daadwerkelijke geëxploiteerde amusementscentra op 280 ligt. Van deze 280 zijn er 20 die uitsluitend behendigheidsautomaten hebben staan. De overige 260 amusementscentra hebben zowel kansspel- als behendigheidsautomaten (kpmg, 2006). Het aantal amusementscentra, uitgedrukt in vergunningen, laat over de periode een lichte stijging per jaar zien. In 2001 waren er 270 amusementscentra, in , in 2003 waren dat er 279 en in Uit voornoemd kpmg rapport blijkt dat in de amusementscentra in 2004 naar schatting in totaal ongeveer kansspelautomaten staan opgesteld, exclusief de. Dit aantal geëxploiteerde kansspelautomaten vertoonde in de periode een stijging. In 2001 stonden er in de amusementscentra ongeveer kansspelautomaten opgesteld, in en in 2003 was dat aantal gestegen naar Ook het aantal opgestelde steeg in die periode van ongeveer 480 (2001) naar 590 (2002) naar 640 (2003) tot 690 in Het aantal opgestelde behendigheidsautomaten is in die periode overigens afgenomen van circa in 2001 naar in 2002, naar in 2003 tot in De omzet die met de exploitatie van kansspelautomaten en in de amusementscentra wordt behaald is in 2004 geschat op ruim 420 miljoen euro. Dat is een lichte daling ten opzichte van 2003 toen een omzet van ongeveer 430 miljoen euro werd behaald maar een stijging ten opzichte van 2002 (circa 390 miljoen euro). In 2001 werd eveneens een omzet van ongeveer 390 miljoen euro behaald. Mogelijk is het gelijkblijven van de omzet in 2002 ten opzichte van 2001 het gevolg geweest van de invoering van de euro (en de daarmee gepaard gaande prijsverhoging per spel van 25 cent naar 20 eurocent). Na de invoering van de euro kampten een aantal amusementscentra met teruglopende bezoekersaantallen en is mede daardoor de omzet van de amusementscentra in 2002 niet gegroeid. De gemiddelde omzet per kansspelautomaat (exclusief ) is gedaald van ongeveer in 2001 naar in 2002 tot in 2003

19 019 inleiding 1.4 Gemeentelijk beleid en in Deze daling van de gemiddelde omzet per automaat wordt gecompenseerd door de toename van het aantal opgestelde automaten zodat de totale omzet van de amusementscentra (met een lichte daling in 2002 en 2004) is gestegen. De omzet die wordt behaald met de meerspeler is gestegen van circa een kleine 70 miljoen euro in 2001 naar ongeveer 120 miljoen euro in 2004 (kpmg, 2006). Het vestigingsbeleid van amusementscentra is een exclusief gemeentelijke aangelegenheid. De burgemeester kan een vergunning verlenen voor vestiging van amusementscentra mits dit bij gemeentelijke verordening is toegestaan. De Wet op de Kansspelen (Wok) stelt geen regels of richtlijnen aan gemeenten over het verlenen (of intrekken) van aanwezigheidsvergunningen voor amusementscentra. Gemeenten zijn vrij om voorwaarden aan de verstrekking van een vergunning te verbinden. Mede hierdoor zijn verschillen ontstaan tussen gemeenten voor wat betreft de vergunningsduur, de overdraagbaarheid, de inrichting, het toezicht, de leeftijdsgrens, de verdeling van bevoegdheden en de wijze van vergunningverlening. Gemeenten hebben formeel niet de bevoegdheid om te bepalen welk type kansspelautomaten opgesteld mogen worden in een amusementscentrum. Gemeenten kunnen het plaatsen van een meerspeler en de verhoogde gekoppelde jackpot bijvoorbeeld niet weigeren. Gemeenten hebben wel de bevoegdheid om aanvullende regels en richtlijnen aan de vergunning te verbinden, zo kan een gemeente een maximum stellen aan het aantal kansspelautomaten dat in een amusementscentrum mag worden opgesteld. Een probleem dat zich hierbij kan voordoen is dat een meerspeler (wettelijk gezien) als één automaat moet worden gezien maar dat ook het aantal mogelijke deelnemers van de meerspeler (het aantal meerspelerplaatsen) als uitgangspunt kan worden genomen. 1.5 Probleemstelling & onderzoeksvragen 1.6 Hypothesen Bijna een vijfde van de amusementscentra zijn in de vier grote steden gevestigd (46 van de 278; Jansen e.a., 2003). Sommige gemeenten zijn al enige tijd bezig om bestaande amusementscentra te sluiten (bijvoorbeeld Utrecht) terwijl andere gemeente juist een speelhallenverordening hebben opgesteld die het mogelijk moet maken dat een amusementscentrum zich daar kan vestigen. Van de amusementscentra heeft bijna tweederde (63%) uitsluitend kansspelautomaten staan, de rest van de amusementscentra heeft daarnaast behendigheidsautomaten opgesteld (Jansen e.a., 2003). De amusementscentra hoopten met de productdifferentiatie en de verscherpte toegangscontrole niet alleen een groter maar vooral ook een breder samengesteld publiek aan te trekken (meer ouderen, meer vrouwen, meer stelletjes). De vraag die met dit onderzoek beantwoord dient te worden is of dit gelukt is. Hebben de komst van de meerspeler en de gekoppelde jackpot tot een wijziging in de samenstelling van de bezoekers en de bezoekersaantallen geleid. De meest cruciale vraag is echter of de productdifferentiatie en de verscherpte toegangscontrole tot een afname van het aantal kansspelverslaafden heeft geleid. Zo is althans de werkhypothese destijds geformuleerd: Productdifferentiatie en een verscherpte toegangscontrole leiden tot een afname van het aantal probleemspelers. Het is van belang de effecten van productdifferentiatie en verscherpte toegangscontrole uit elkaar te halen. De vraagstelling van het onderzoek is daarom tweeledig. Wat zijn de effecten van productdifferentiatie in de amuse-

20 020 inleiding mentscentra? En wat zijn de effecten geweest van het aanscherpen van de toegangscontrole? De vraagstellingen zijn uitgesplitst in een aantal deelvragen of hypothesen. Zo zijn bij de effecten van productdifferentiatie de volgende hypothesen opgesteld. productdifferentiatie leidt tot een toename van het aantal bezoekers productdifferentiatie leidt tot een toename van het aandeel vrouwelijke bezoekers productdifferentiatie leidt tot een toename van het aandeel oudere bezoekers en een afname in het aandeel jongere bezoekers productdifferentiatie leidt tot een afname van het aantal/aandeel probleemspelers productdifferentiatie leidt tot veranderingen in redenen van bezoekers om te spelen Aanscherping toegangscontrole het aanscherpen van de toegangscontrole leidt tot een afname van het aantal probleemspelers het aanscherpen van de toegangscontrole leidt tot een afname van het aantal jongeren onder de achttien jaar en/of een toename van het aantal weigeringen van deze jongeren aan de deur Gedurende het onderzoek hebben de twee interventies (invoering productdifferentiatie en verscherpte toegangscontrole) centraal gestaan. Daarnaast zijn mogelijk verstorende variabelen in het onderzoek betrokken: te weten de invoering van de euro en de daaraan gekoppelde prijsverhoging per spel. Natuurlijke dynamiek In de analyses is het tijdstip van invoering van onderdelen van de productdifferentiatie en de mate waarin de productdifferentiatie is doorgevoerd, meegenomen. Omdat er verschillen zijn in het tijdstip en de mate van invoering van productdifferentiatie kan de relatieve invloed van de productdifferentiatie op de samenstelling van het publiek worden bepaald. Dit is gedaan aan de hand van lineaire regressieanalyses. Zo zijn er amusementscentra die snel met de invoering van productdifferentiatie zijn begonnen en amusementscentra die daar pas later mee zijn begonnen. En zijn er amusementscentra die veel hebben geplaatst en amusementscentra die er minder hebben geplaatst. Juist door deze natuurlijke dynamiek tussen de amusementscentra kan de samenhang tussen het publiek en de productdifferentiatie worden bepaald. We dienen wel in het oog te houden dat hierbij ter principale alleen sprake is van een samenhang en niet per definitie van een causale relatie. Ook andere factoren dan de productdifferentiatie kunnen aan veranderingen in de samenstelling van het publiek ten grondslag liggen. Te denken valt aan de eerder genoemde invoering van de euro en de prijsverhoging van het basisspel maar ook aan de kenmerken van de amusementscentra; de grootte, de uitstraling en allure van het amusementscentrum of de mate waarin aan preventie van kansspelverslaving wordt gedaan.

21 021 onderzoeksmethoden 2 Onderzoeksmethoden Selectie van de amusementscentra 2.1 Systematische observaties Het onderzoek had een looptijd van vijf jaar. De eerste meting in 2000 is als nulmeting beschouwd. In elk daarop volgende jaren is steeds hetzelfde arsenaal aan onderzoeksmethoden ingezet: zo zijn jaarlijks vragenlijsten bij bezoekers van zes amusementscentra afgenomen (N = 2.150), zijn jaarlijks op drie verschillende dagen van de week systematische observaties verricht in 14 amusementscentra en zijn jaarlijks interviews afgenomen aan sleutelinformanten van 15 amusementscentra. Aan de hand van deze drie onderzoeksbronnen is dit rapport tot stand gekomen. In het monitoringonderzoek hebben in totaal 15 amusementscentra geparticipeerd. De selectie van de amusementscentra is aanvankelijk op gemeentelijk niveau tot stand gekomen. Zo zijn zes steden geselecteerd op basis van hun geografische ligging en de aanwezigheid van meer dan één amusementscentrum. Uit elke stad zijn vervolgens drie amusementscentra geselecteerd die door de brancheorganisatie van zijn gevraagd of ze hun medewerking aan het onderzoek wilden verlenen. Uiteindelijk hebben in vier steden elk drie amusementscentra meegedaan; in één stad twee amusementscentra; en in een stad slechts één amusementscentrum omdat het andere geen medewerking aan het onderzoek wilde verlenen. In de amusementscentra zijn elk jaar aan de hand van een protocol observaties uitgevoerd door speciaal hiervoor getrainde onderzoekers. Tijdens deze systematische observaties zijn allereerst het aantal bezoekers, hun leeftijd en sekse geregistreerd. Verder werd het gedrag van bezoekers en personeel beschreven, ten slotte zijn de veranderingen en ontwikkelingen in de geselecteerde amusementscentra in kaart gebracht. Zo is bekeken of het aantal en meerspelerplaatsen is veranderd, of er een verhoogde gekoppelde jackpot is geplaatst maar ook of mogelijke verbouwingen hebben plaatsgevonden of dat er andere aanpassingen van het amusementscentrum zijn gedaan (zie bijlage 2c). De systematische observaties vonden, evenals de afname van vragenlijsten bij bezoekers, plaats in de maanden maart, april en mei van 2000, 2001, 2002, 2003 en Vanwege startproblemen op sommige locaties zijn gedurende de 0-meting in 2000 niet alle observaties in het voorjaar uitgevoerd en is ook geobserveerd na het in werking treden van de gewijzigde Wet op de Kansspelen op 1 juni In ieder amusementscentrum is elk jaar drie maal geobserveerd: op een dag aan het begin van de week, op een dag aan het eind van de week en een dag in de laatste week van de maand, de pay week, de week waarin de meeste mensen hun salaris of uitkering ontvangen. Een observatiedag in een stad was onderverdeeld in drie blokken: tot uur, tot uur en uur. In elk blok werd een ander amusementscentrum in die stad bezocht. Door dit te laten rouleren is elk jaar in ieder amusementscentrum één keer geobserveerd van tot uur, één keer van tot uur en één keer van tot uur. Dit protocol is tijdens 1 e, 2 e, 3 e en 4 e meting herhaald. De observaties werden uitgevoerd door een duo onderzoekers die zowel kwantificeerbare als kwalitatieve onderzoeksgegevens verzamelden. Voor het verzamelen van de kwantitatieve onderzoeksgegevens maakten de observeerders gebruik van een geprotocolleerd meetinstrument, de zogenaamde observatiekaartjes. Op de observatiekaartjes werden op

22 022 onderzoeksmethoden onopvallende wijze dus zonder het reilen en zeilen in de locatie te verstoren of te beïnvloeden de volgende gegevens ingevuld: per speelzaal is een plattegrond gemaakt, zijn kansspelautomaten en behendigheidsspelletjes geteld, het aantal en soort geteld, de uitbetaling en de stand van de gekoppelde jackpot(s) geregistreerd per speelzaal is niet alleen het aantal bezoekers geteld, maar zijn ook meer specifieke demografische gegevens van de bezoekers geregistreerd: aanwezige leeftijdscohorten, sekseverdeling per leeftijdscohort, aanwezige individuen, stellen en groepen per zaal is op een vijfpuntsschaal de hoeveelheid licht en het geluidsniveau ingeschat per amusementscentrum zijn de functies en sekse geregistreerd van het personeel dat tijdens de observatie in een amusementscentrum werkzaam was per amusementscentrum zijn de faciliteiten voor bezoekers, zoals horecafaciliteiten, toiletten en dergelijke vastgesteld van elk amusementscentrum is het preventiebeleid beschreven: was het huisreglement voor alle bezoekers duidelijk zichtbaar bij entree en in het centrum, hingen er preventieposters aan de muur en -stickers op de automaten, lagen er hulpverleningsflyers voor bezoekers in het centrum, waren er formulieren voor bezoekers om plaatsing op de witte lijst aan te vragen? De kwalitatieve gegevens die tijdens een observatiedag werden verzameld, zijn neergelegd in veldnotities. De veldnotities waren veel minder strak geprotocolleerd dan de observatie kaartjes. De observeerders hadden in principe de vrijheid om alles te melden wat hen opviel. Toch was ook het kwalitatief verslag gebonden aan een protocol. In een veldnotitie moest per amusementscentrum tenminste een verslag worden gemaakt van: de allure van de buurt en het pand waar het amusementscentrum is gevestigd de inrichting en aankleding van het amusementscentrum het spelaanbod en speelgedrag de bar en faciliteiten het personeel de bezoekers communicatie tussen personeel en bezoekers communicatie tussen bezoekers onderling Daar enkele items van de observatie kaartjes en aandachtspunten voor de veldnotities gedurende een metingsjaar niet zouden veranderen, zoals oppervlakte e.d., konden de onderzoekers tijdens de tweede en derde observatiedag in hun veldnotities meer het accent leggen op het speelgedrag van de bezoekers, het gedrag van het personeel, de communicatie tussen personeel en bezoekers en bezoekers onderling. Bovendien knoopten de observeerders tijdens het veldwerk informele gesprekken aan met zowel personeel als bezoekers Verwerking en analyse van de onderzoeksgegevens Voor de verwerking van de geprotocolleerde observatiegegevens van de observatiekaartjes is gebruik gemaakt van het software programma spss De gegevens van de 0-meting zijn op een dusdanige wijze ingevoerd dat de algemene gegevens per amusementscentrum en de specifieke gegevens van de verschillende zalen per amusementscentrum over de jaren konden worden vergeleken.

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Datum 17 juni 2015 Onderwerp WODC onderzoek Prevalentie van problematisch speelgedrag onder deelnemers aan online kansspelen

Datum 17 juni 2015 Onderwerp WODC onderzoek Prevalentie van problematisch speelgedrag onder deelnemers aan online kansspelen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Jeugd en Sanctietoepassing Directie Sanctie- en Preventiebeleid Turfmarkt

Nadere informatie

Aard en omvang van illegale kansspelen in Nederland Drs. G.H.J. Homburg en drs. E. Oranje Juli 2009

Aard en omvang van illegale kansspelen in Nederland Drs. G.H.J. Homburg en drs. E. Oranje Juli 2009 SAMENVATTING Aard en omvang van illegale kansspelen in Nederland Drs. G.H.J. Homburg en drs. E. Oranje Juli 2009 Doel van het onderzoek Om zicht te krijgen op de huidige omvang van de illegale exploitatie

Nadere informatie

De impact van legalisering van online. kansspelen op klassieke loterijen. April 2011. In opdracht van Goede Doelen Loterijen NV

De impact van legalisering van online. kansspelen op klassieke loterijen. April 2011. In opdracht van Goede Doelen Loterijen NV De impact van legalisering van online kansspelen op klassieke loterijen April 2011 In opdracht van Goede Doelen Loterijen NV Uitgevoerd door: MWM2 Bureau voor Online Onderzoek Auteurs Matthijs Wolters

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting. Minder kansspelverslaafden dan aangenomen

Samenvatting. Minder kansspelverslaafden dan aangenomen Samenvatting De onderwerpen die in dit rapport worden behandeld hebben betrekking op de aard en omvang van kansspelverslaving, het kansspelbeleid en de preventie van kansspelverslaving. De resultaten van

Nadere informatie

IVO onderzoek De kaarten op tafel. Rapport juni 2010. Samenvatting en conclusies. o Onderzoeksvraag 1: In welke mate is poker verslavend?

IVO onderzoek De kaarten op tafel. Rapport juni 2010. Samenvatting en conclusies. o Onderzoeksvraag 1: In welke mate is poker verslavend? IVO onderzoek De kaarten op tafel Rapport juni 2010 Samenvatting en conclusies o Onderzoeksvraag 1: In welke mate is poker verslavend? Poker bevat onmiskenbaar elementen van een verslavend spel. Het kan

Nadere informatie

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Nieuwe vestigingen van Holland Casino in Venlo & Leeuwarden

Nieuwe vestigingen van Holland Casino in Venlo & Leeuwarden Nieuwe vestigingen van Holland Casino in Venlo & Leeuwarden Een onderzoek naar veranderingen in de aard en omvang van kansspeldeelname en kansspelproblematiek in voormalige witte vlekken D.E. de Bruin

Nadere informatie

Kansspelautoriteit. Speelhallen. GfK juni GfK December 4, 2018 Speelhallen

Kansspelautoriteit. Speelhallen. GfK juni GfK December 4, 2018 Speelhallen Kansspelautoriteit Speelhallen GfK juni 2018 1 Inhoudsopgave 1 2 3 Onderzoeksresultaten Slides 3-19 Onderzoeksverantwoording Slides 20-21 Contact Slide 22 2 De Kansspelautoriteit heeft onderzoeksbureau

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Utrecht, juli 2011 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 24 557 Kansspelen Nr. 130 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Overlast park Lepelenburg

Overlast park Lepelenburg Overlast park Lepelenburg 1-meting oktober 2014 www.onderzoek.utrecht.nl Colofon Uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht

Nadere informatie

Alcoholverstrekking aan jongeren onder de 16 jaar Nalevingsonderzoek gemeente Katwijk 4 e effectmeting. Fieke Franken Ellen Selten

Alcoholverstrekking aan jongeren onder de 16 jaar Nalevingsonderzoek gemeente Katwijk 4 e effectmeting. Fieke Franken Ellen Selten Alcoholverstrekking aan jongeren onder de 16 jaar Nalevingsonderzoek gemeente Katwijk 4 e effectmeting Fieke Franken Ellen Selten Titel: Alcoholverstrekking aan jongeren onder de 16 jaar Ondertitel: Nalevingsonderzoek

Nadere informatie

INFORMATIE BROCHURE GEMEENTEN INZAKE AMUSEMENTSCENTRA

INFORMATIE BROCHURE GEMEENTEN INZAKE AMUSEMENTSCENTRA INFORMATIE BROCHURE GEMEENTEN INZAKE AMUSEMENTSCENTRA INHOUDSOPGAVE BLAD Introductie VAN Kansspelen Branche-organisatie 2 Positie VAN Kansspelen Branche-organisatie 3 Kansspelautomaten amusementscentra

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek 4. SAMENVATTING Op 7 mei 2002 is in het Staatsblad 2002 nummer 201 de gewijzigde Tabakswet gepubliceerd. Naar aanleiding hiervan wil de Keuringsdienst van Waren goed inzicht in de naleving van het onderdeel

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt 1 Aanpak analyse van de loterijmarkt 1. In het kader van de voorgenomen fusie tussen SENS (o.a. Staatsloterij en Miljoenenspel) en SNS

Nadere informatie

Reactie Centrum voor Verantwoord Spelen t.a.v. wetsvoorstel "Modernisering Casinoregime"

Reactie Centrum voor Verantwoord Spelen t.a.v. wetsvoorstel Modernisering Casinoregime Reactie Centrum voor Verantwoord Spelen t.a.v. wetsvoorstel "Modernisering Casinoregime" 27 maart 2015 Centrum voor Verantwoord Spelen yvon@centrumvoorverantwoordspelen.nl www.centrumvoorverantwoordspelen.nl

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008

Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008 Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008 Niels Schenk en Pearl Dykstra Erasmus Universiteit Rotterdam Mei 2013 INTRODUCTIE Onderzoek naar

Nadere informatie

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen Bezoekadres: Van Alkemadelaan 357 Postadres: MPC 58 A Postbus 90701 2509 LS Den Haag Nederland www.cdc.nl Draagvlakmeting TNS NIPO: Drs. Anneloes Klaassen Lisanne van Thiel GW: Drs. Amber Vos +31 (070)

Nadere informatie

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam J. Snippe F. Schaap M. Boendermaker B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

5. CONCLUSIES ONDERZOEK 5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.

Nadere informatie

Datum 8 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht dat de politie steeds vaker te maken krijgt met verwarde en overspannen mensen

Datum 8 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht dat de politie steeds vaker te maken krijgt met verwarde en overspannen mensen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert

Nadere informatie

LINK NAAR VRAGENLIJST

LINK NAAR VRAGENLIJST Vragenlijst ledenonderzoek VAN Kansspelen 20 08 18 Uitnodiging: uitvraag branchegegevens speelautomatensector Geacht lid, Onderstaand vindt u de vragen voor de uitvraag branchegegevens speelautomatensector.

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Saskia Franssen, s.e.franssen@vu.nl

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Saskia Franssen, s.e.franssen@vu.nl De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1 René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Saskia Franssen, s.e.franssen@vu.nl Sinds giften aan culturele instellingen fiscaal gezien aantrekkelijker zijn geworden,

Nadere informatie

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting Managementsamenvatting Achtergrond en aanleiding De huidige Wet op de kansspelen (Wok) verbiedt het zonder vergunning aanbieden van kansspelen of het bevorderen daarvan. Doelstelling van de wet is het

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Evaluatie van de Digitale Werkplaats Evaluatie van de Digitale Werkplaats 2016 Dialogic innovatie interactie 1 Datum Utrecht, 16 juni 2017 Auteurs Robbin te Velde Tessa Groot Beumer 2 Dialogic innovatie interactie Dialogic innovatie interactie

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

GHB hulpvraag in Nederland

GHB hulpvraag in Nederland GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor GHB problematiek in de verslavingszorg 2007-2012 Houten, mei 2013 Stichting IVZ GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit van

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Toezichthouders in de wijk

Toezichthouders in de wijk Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde

Nadere informatie

Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit

Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit Index 1. Oasen en de campagne 3 2. Samenvatting en conclusie 6 3. Resultaten onderzoek 10 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation Samenvatting Aanleiding Mediation is een vorm van geschilbeslechting waarbij een onafhankelijke neutrale derde, de mediator, partijen begeleidt om tot een oplossing te komen van hun onderlinge conflict.

Nadere informatie

in andere aarde Een onderzoek naar kansspelproblematiek onder allochtone Nederlanders D. de Bruin, M. Fris, R. Braam, H. Verbraeck

in andere aarde Een onderzoek naar kansspelproblematiek onder allochtone Nederlanders D. de Bruin, M. Fris, R. Braam, H. Verbraeck in andere aarde Een onderzoek naar kansspelproblematiek onder allochtone Nederlanders D. de Bruin, M. Fris, R. Braam, H. Verbraeck Kansspelen in andere aarde Een onderzoek naar kansspelproblematiek onder

Nadere informatie

Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS

Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS Versie 2013-2014 Tekstrapport Peil.nl/Maurice de Hond 1 Doelstelling en opzet van het onderzoek Het Wetenschappelijk Instituut van 50PLUS heeft ons in december

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet 4. SAMENVATTING In dit hoofdstuk wordt de samenvatting gepresenteerd van de belangrijkste resultaten van de herhaalde meting naar aantallen officieel gedoogde coffeeshops en gemeentelijk cannabisbeleid.

Nadere informatie

Feestmeter

Feestmeter Agnes van der Poel, Jennifer Doekhie, Jacqueline Verdurmen, Marije Wouters, Dirk Korf, Margriet van Laar Feestmeter 2008-2009 Uitgaan en middelengebruik onder bezoekers van party s en clubs Bonger Instituut

Nadere informatie

0 SAMENVATTING. Ape 1

0 SAMENVATTING. Ape 1 0 SAMENVATTING Aanleiding Vraagbaak voor preventie van fraude en doorverwijzen van slachtoffers Op 26 februari 2011 is de Fraudehelpdesk (FHD) opengegaan voor (aanvankelijk) een proefperiode van één jaar.

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in marketing en management Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie C.J. Leemrijse M.Bongers M. Nielen W. Devillé ISBN 978-90-6905-995-2 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Hondenbeleid Deventer Eindmeting

Hondenbeleid Deventer Eindmeting Hondenbeleid Deventer Eindmeting Januari 2011 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Jasper Baks Telefoonnummer : 694229 Mail : jr.baks@deventer.nl Strategische Ontwikkeling 1 Inhoud Algemene samenvatting

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 juli 2015, nummer ;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 juli 2015, nummer ; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Leusden. Nr. 107405 16 november 2015 Speelautomatenhalverordening Leusden 2015 De raad van de gemeente Leusden; gezien het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw

Nadere informatie

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Trends in Mantelzorg. November Trends in Mantelzorg

Trends in Mantelzorg. November Trends in Mantelzorg Een onderzoek naar de ontwikkeling in omvang, kenmerken en ervaren belasting van mantelzorgers in Limburg tussen 2008/2009, 2012 en 2016. November 2018 www.ggdlimburgnoord.nl www.ggdzl.nl AANLEIDING Mantelzorg

Nadere informatie

in andere aarde Een onderzoek naar kansspelproblematiek onder allochtone Nederlanders D. de Bruin, M. Fris, R. Braam, H. Verbraeck

in andere aarde Een onderzoek naar kansspelproblematiek onder allochtone Nederlanders D. de Bruin, M. Fris, R. Braam, H. Verbraeck 1 in andere aarde Een onderzoek naar kansspelproblematiek onder allochtone Nederlanders D. de Bruin, M. Fris, R. Braam, H. Verbraeck 008 samenvatting Samenvatting In de periode 2004-2005 heeft het cvo

Nadere informatie

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne Brabers, Margreet Reitsma en Roland Friele. Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Vrije keuze van zorgaanbieders van belang bij het kiezen van een polis Margreet Reitsma-van Rooijen, Anne E.M. Brabers en Judith D.

Vrije keuze van zorgaanbieders van belang bij het kiezen van een polis Margreet Reitsma-van Rooijen, Anne E.M. Brabers en Judith D. Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Reitsma-van Rooijen, M., Brabers, A.E.M., Jong, J.D. de. Vrije keuze van zorgaanbieders van belang bij het kiezen van een

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 557 Kansspelen Nr. 16 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 14

Nadere informatie

Elektronische dienstverlening

Elektronische dienstverlening Hoofdstuk 4 Elektronische dienstverlening Samenvatting Bewoners kunnen voor steeds meer diensten gebruik maken van de website van de gemeente. De beschikbaarheid van internet mag hierbij vrijwel geen beperkingen

Nadere informatie

Verordening speelautomatenhallen 2017 gemeente Duiven

Verordening speelautomatenhallen 2017 gemeente Duiven GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Duiven Nr. 178765 13 oktober 2017 Verordening speelautomatenhallen 2017 gemeente Duiven De raad van de gemeente Duiven; overwegende dat de Raadscommissie

Nadere informatie

IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT. Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor:

IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT. Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor: IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor: 1 Onderzoeksopzet Om bij de verdere ontwikkeling van zijn werking beter rekening

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 44 t/m 47 2015 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 23 november 2015 Projectnummer: 20645 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWE RP B ES LU I T

RAADSVOORSTEL EN ONTWE RP B ES LU I T RAADSVOORSTEL EN ONTWE RP B ES LU I T Agendanummer Registratienummer raad 640523 Behorend bij het Burgemeester-advies met registratienummer 645592 Moet in elk geval behandeld zijn in de raadsvergadering

Nadere informatie

Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMA antipestmethode

Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMA antipestmethode Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMA antipestmethode Auteurs: A. van Dorst, K. Wiefferink, E. Dusseldorp, F. Galindo Garre, M. Crone, Th. Paulussen; TNO, Leiden. Uit het in 2008 afgesloten

Nadere informatie

Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO.

Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO. 1. Referentie Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO. Taal Nederlands ISBN - ISSN / Publicatievorm onderzoeksrapport 2. Abstract In dit onderzoek, uitgevoerd door het

Nadere informatie

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 in het kort 2 Mei 2013 Onderzoek en rapportage a-advies In opdracht

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 Sparrenheuvel, 3708 JE Zeist (030) 2 270 500 offertebureau@mxi.nl www.mxi.nl Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Zevende ronde ICT Benchmark Gemeenten 2011 3 1.2 Waarom

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 24 036 Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit Nr. 234 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:

Nadere informatie

NALE VINGS LEEFTIJDSCONTROLE BIJ ALCOHOLVERKOOP

NALE VINGS LEEFTIJDSCONTROLE BIJ ALCOHOLVERKOOP NALE VINGS LEEFTIJDSCONTROLE BIJ ALCOHOLVERKOOP FACTSHEET GGD & Iriszorg regio Nijmegen 0 ONDER ZOEK Nuchter kenniscentrum leeftijdsgrenzen Inleiding In opdracht van het regionaal alcoholmatigingsproject

Nadere informatie

Milieubarometer 2010-2011

Milieubarometer 2010-2011 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Gelderland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

INTRAVAL / Nuchter Kopen en verkrijgen van tabak door jongeren 2014/15 en

INTRAVAL / Nuchter Kopen en verkrijgen van tabak door jongeren 2014/15 en INTRAVAL / Nuchter Kopen en verkrijgen van tabak door jongeren 2014/15 en 2016 1 1. Inleiding Om het rookgedrag onder jongeren te kunnen verminderen is een integrale aanpak noodzakelijk waarin beleid,

Nadere informatie

Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vijfde meting, januari 2015

Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vijfde meting, januari 2015 Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vijfde meting, januari 2015 Amersfoort, 25 februari 2015 Contactpersoon: Hester van den Bergh Kenmerk: KV/hrbh/rall/158280/2015 Brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheids-

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Zzp ers in de provincie Utrecht 2013 Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Ester Hilhorst Economic Board Utrecht Februari 2014 Inhoud Samenvatting Samenvatting Crisis kost meer banen in 2013 Banenverlies

Nadere informatie