met leerlingen bewerkstelligen met leerlingen

Transcriptie

1 Beginnend LB LC LD al deze competenties kunnen 1.1 Interpersoonlijk competent : contact maken 1.1 Interpersoonlijk competent : contact maken 1.1 Interpersoonlijk competent : contact maken 1.1 Interpersoonlijk competent : contact maken groet leerlingen bij binnenkomst en bij vertrek uit lokaal Is voor leerlingen benaderbaar als leraar en als volwassene (opvoeder) die naar problemen of vragen kan luisteren Kan afstand nemen van het eigen gelijk ten gunste van een open gespreksklimaat laat aan een groep blijken dat hij klachten of protesten begrepen heeft, ook als is hij het met de inhoud daarvan niet eens zet het stemvolume in om de nabijheid vorm te geven Houdt rekening met de gevoeligheden van leerlingen weet bij elke leerling de juiste toon te treffen Kan alle lln benaderen en corrigeren en weet daarbij de juiste pedagogische handelwijze toe te passen. Stemt de woordkeuze af op de leerlingen spreekt respectvol over ouders, collega's en leerlingen houdt oogcontact met de klas Is op tijd in de lessen (ook na pauzes) om het goede voorbeeld te geven is alert op hoe zich voelen binnen de school en gaat met hen hierover in gesprek Luistert actief, vat samen en vraagt door in gesprekken waardoor deze zich begrepen en serieus genomen voelen. Gaat een gesprek aan met de leerling wanneer de situatie daar om vraagt; laat het niet op zijn beloop. Is voorspelbaar voor leerlingen(komt afspraken na, beheerst eigen impulsen). Kent de regels, procedures, uitgangspunten, normen en waarden van de school, legt ze uit en past ze toe in de begeleiding van leerlingen. Vormt een beeld van leerlingen over het zelfbeeld, sociale omgang en schoolbeleving (via observaties, tests, leerlingvolgsysteem, enz) Legt een moeilijke boodschap zo uit aan ouders en leerlingen dat zij deze boodschap zonder gezichtsverlies kunnen accepteren krijgt de weerstand van leerlingen in een gesprek boven tafel en gaat daar productief mee om, waardoor de leerlingen zich gehoord voelen en bereid zijn gedragsverandering te bewerkstelligen heeft een goede verhouding tussen groepsaandacht en individuele aandacht; verdeelt aandacht over alle leerlingen maakt in moeilijke groepen de effecten van het gedrag van de leerling bespreekbaar en hanteerbaar ondersteunt het vinden van een realistisch perspectief wanneer de situatie in de ogen van de leerling uitzichtloos lijkt verdiept zich in het standpunt van de leerlingen of collega's met het doel positieve gedragsverandering te bewerkstelligen Weet in alle situaties gesprekken terug te brengen tot de essentie en constructief mee naar oplossingen te zoeken Analyseert communicatiepatronen tussen de groep en zichzelf of collega's als daartoe aanleiding is, en maakt deze bespreekbaar verbetert de sociale verhoudingen tussen leerlingen of collega's als daartoe de aanleiding is Integreert een op ontwikkeling gericht handelingsplan (en ondersteund bij het ontwikkelen van een groepshandelingsplan)van externe (bv. Zorgteam) binnen het eigen team

2 geeft opdrachten die regelmatig tot een succeservaring leiden Past diverse methodes en werkvormen toe om de ontwikkeling te stimuleren (concentratie, perfectionisme, doorzettingsvermogen, initiatief) begeleid leerlingen met problemen (gedrags-, of leerproblemen) zodanig dat de situatie van de leerling verbeterd en doet dit zonodig met hulp van een specialist voert gesprekken vanuit een onderzoekende houding met individuele leerlingen waarin leerervaring, gedrag en welbevinden mbt de gebruikte methoden en didactieken leiden tot zonodig bijstellen of verbeteren sluit aan bij voorkennis van leerlingen waardoor zij vlot begrijpen waar het over gaat en zelfstandig verder kunnen honoreert de inbreng van leerlingen waar dat mogelijk is creëert veiligheid in de groep door gedrag en onderling kwetsend taalgebruik aan de orde te stellen gaat een gesprek aan wanneer hun houding daartoe aanleiding geeft en biedt daarbij ruimte voor onderliggende emoties Neemt initiatieven van de leerling over de les serieus, en probeert deze te honoreren. laat leerlingen de keus zelfstandig te leren, te leren in groepsverband en/of te leren via gerichte instructie door de docent. Stimuleert leerlingen elkaars mogelijkheden en grenzen te respecteren Past de structuur/werkvorm van de les aan als de sfeer van een groep daar om vraagt (onenigheid tussen leerlingen, een gebeurtenis in de vorming) biedt leerlingen de ruimte om een eigen leerroute uit te stippelen geeft opdrachten die stimuleren om vorm te geven aan het eigen leerproces verdiept zich in de sfeer en de onderlinge verhouding binnen de groep en maakt deze bespreekbaar en hanteerbaar maakt een positieve opmerking of spreekt zijn vertrouwen uit als leerlingen ergens tegenop zien en is in staat om de leerbarierres van leerlingen te doorbreken beantwoord niet de vraag om uitleg, maar helpt de leerling/of collega de leervraag beter te stellen en samen te zoeken naar goede oplossingen laat leerlingen meebepalen welke rol zij van de leraar nodig vinden (wat kan ik voor jullie doen?) bespreekt met de leerlingen en betrokken collega's signalen in de klas/ school over conflicten en pesten en creëert oplossingen Stimuleert gedrag van een leerling/ collega dat voortkomt uit de wens om de sfeer in de klas/school/team te verbeteren afstemmen op de stimuleert leerlingen om te komen tot samen werkend leren bij het verrichten van taken afstemmen op de Speelt in op wensen van de leerlingen door keuze onderwerpen aan te bieden die mogelijk zijn binnen het vakgebied. afstemmen op de past de leerstof aan op de kenmerken van de leerlingen (concentratie, leefstijl en leerstijl) afstemmen op de houdt rekening met diverse leerstijlen door te variëren met leermiddelen/en helpt met het ontwikkelen hiervan Legt expliciete verbindingen tussen de leefwereld van de leerlingen en de te verwerven kennis en vaardigheden Gebruikt diverse werkvormen om tegemoet te komen aan de verschillen in de motivatie en de capaciteiten van de leerlingen. ontwerpt lesoverstijgende (projecten, themaweek, enzovoort.)en past ze toe. stelt centraal, stimuleert om zelfkennis te vergrotende of kennis te verzamelen en toe te passen bij zichzelf en collega's

3 3.2 Vakinhoudelijk & didactisch competent : demonstreert diverse mogelijkheden voor het oplossen van vraagstukken en biedt de leerling daaruit een keuze. vraag door als een leerling de uitleg niet begrijpt, om de stagnatie in het leerproces te voorkomen. 3.2 Vakinhoudelijk & didactisch competent : Schrijft leertaken en opdrachten die zowel een appél doen op samenwerking tussen leerlingen als op het verwerven van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden Spoort factoren op die het leren van belemmeren en ondersteunt de leerlingen op basis daarvan bij de uitvoering van. 3.2 Vakinhoudelijk & didactisch competent : houdt rekening met de diversiteit aan leerproblemen tussen door het maken/verstrekken van individuele instructie of opdrachten stelt op systematische wijze leerhulpvragen van leerlingen vast en programmeert daarop 3.2 Vakinhoudelijk & didactisch competent : legt verbanden en relaties tussen diverse vakgebieden waardoor leerlingen vak overstijgende vraagstukken kunnen maken.neemt initiatieven om door onderzoek de resultaten van innovatie te toetsen motiveert leerlingen en of collega's voor een taak door ze te laten zien waar ze de te verwerven kennis door onderzoek en vaardigheden kunnen inzetten. geeft over de manier waarop de leerling een vraagstuk heeft aangepakt of een antwoord heeft gevonden laat het toestorm aansluiten bij het leerproces van de leerlingen plant een doorgaande leerlijn in de lessen en voert die uit. Ontwikkelt een toets om de beheersing van specifieke vaardigheden vast te kunnen stellen. Leert leerlingen hoe zij hun algemene vragen (ik snap het niet) specifiek kunnen maken, waardoor zij (een deel van) de leervraag zelf kunnen beantwoorden. Kan improviseren wanneer de planning en organisatie door omstandighedenaangepast moet worden. toetst in hoeverre de leerstof begrepen is door vragen te stellen op verschillende(abstractie) niveaus en verwerkt de uitkomsten hiervan creëert ruimte binnen de les waar leerlingen kunnen geven en krijgen op en leerresultaten (van de leraar of de medeleerlingen). vertaald een jaarplanning naar concrete periodeplanningen en lesplannen voor eigen team. Laat leerlingen en of collega's verwoorden hoe ze tot een oplossing zijn gekomen en laat ze reflecteren op de effectiviteit. Laat de leerlingen en of collega's zelf onderwerpen noemen waar ze op willen ontvangen (van de leraar of de groep) bij de bespreking van hun leeractiviteit en benoemen wat ze met de uitkomsten gaan doen. stemt organisatorische randvoorwaarden goed af met anderen binnen de school (facilitaire dienst, ICT, een rooster, vakgroep, enzovoort.). 4.2 houdt leer vorderingen van een klas bij en houdt er rekening mee in de les planning. taakgericht leren en werken 4.2 Maakt de leerlingen via overzichten of studiewijzers duidelijk wat er gepland is en wat er van hen verwacht wordt voor een lesperiode houdt in zijn organisatie rekening met verschillende leertrajecten binnen een groep leerlingen/ analyseren van vorderingen en plannen van ondernemerschap activiteiten. taakgericht leren en werken 4.2 taakgericht leren en werken 4.2 overziet voor meerjaren hoe de opbouw van het vak gepland kan worden. taakgericht leren en werken

4 er zorgt voor een werksfeer (hoeveelheid geluid, lopen niet honden, pauzes, enzovoort.) In de groep die overeenkomstig de werkvorm en de gebruikte ruimte is spreekt voorafgaande aan de opdracht uit welke verwachtingen hij heeft omtrent het gedrag van. Is duidelijk over wat hij verwacht van leerlingen binnen de lessen. Bouwt in het eigen programma ruimte in waarin leerlingen een eigen invulling kunnen geven aan de uitvoering van de. maakt afspraken die snel door de leer activiteiten heen zijn over aanvullende verrijkings opdrachten, waardoor ieder aan zijn trekken komt schrijft taken die leerlingen voldoende houvast geven tijdens de leer activiteiten die buiten de school plaatsvinden om levensecht leren te realiseren. evalueert op gezette tijden met de collega's de gang van zaken in de les (orde, aan ruimte, afspraken nakomen enzovoort.). En stelt in overleg verbeterplannen op. laat leerlingen/collega's samenwerken waardoor ze elkaar kunnen ondersteunen bij het uitvoeren van leer activiteiten. maakt niveau groepen en geeft een aparte instructie per niveau groep. geeft instructies met voor de leerlingen herkenbare situaties en voorbeelden waardoor ze de te leren stof beter kunnen begrijpen en onthouden. Maakt een leeromgeving die lijkt op levenechte situaties buiten de school. Structureert zijn onderwijs activiteiten zodanig dat leerlingen aan hun eigen competentieprofiel kunnen werken. analyseer knelpunten in de leerprocessen van leerlingen op vak inhoudelijke en vak didactische Aspecten en komt met verbeteringen. ondersteund leerlingen bij het zelf structureren van zijn (bijvoorbeeld door middel van een pop). zorgt ervoor dat de leer activiteiten vakoverstijgend kunnen worden en coached collega's hierop. speelt flexibel en op de onvoorziene situaties ondersteund collega's en houdt daarmee rekening met de structurering van de leefsituatie. Houdt het leerlingvolgsysteem zo bij, dat ook anderen effectief gebruik kunnen maken van deze informatiebron stelt zich goed op de hoogte van de situatie van mentor leerlingen door gerichte vragen te stellen aan collega's. Is aanspreekbaar op werkprocedures zoals deze zijn afgesproken in het team en accepteert corrigerende opmerkingen. Stelt een plan op, of doet voorstellen, hoe collega's optimaal kunnen inspelen op specifieke kenmerken van de (mentor-) klas spreek die leden aan die zich door hun gedrag buiten de groep plaatsen. durft stelling in te nemen ook als die niet zo goed ligt bij andere teamleden. voelt zich even verantwoordelijk voor een goed verloop van de vergadering als degene die op dat moment de leiding heeft. spreekt waardering uit naar anderen teamleden bij moet, prestaties en/of dienstbaar gedrag. draagt actief bij de teamdoelen te vertalen in resultaten en efficiënte werkwijzen. Voelt zich verantwoordelijk voor het vernieuwingsproces door actief deel te nemen aan vergaderingen of discussies die daar over gaan. door voorstellingen voor verbeteringen (in de vak sectie, het team) als vervolg op veranderingen in het onderwijs dient nieuwe beleidsvoorstellen in tijdens bijeenkomsten om te anticiperen op veranderingen in de school en is bereid hier onderzoek naar te doen en initiëren

5 werkt constructief samen met de collega's bij de invoering van vernieuwingen Is creatief in het vinden van mogelijkheden om de van de leerlingen nog beter te laten aansluiten bij de doelen van de school of het team. betrekt collega's in het verbeteren en/of vernieuwen van de onderwijspraktijk. werkt nauw samen met een collega om te kunnen reflecteren op de meerwaarde van een vernieuwing in de onderwijspraktijk en dit blijvend te toetsen op effectiviteit probeersuggesties of tips van collega's uit in de eigen Les situatie Laat collega's meedenken of hij zelf een leerling zal helpen een probleem op te lossen, of dat ondersteuning noodzakelijk is. stelt alle informatie ter beschikking, waar andere teamleden profijt van kunnen hebben of van kunnen leren. vraag teamleden om over de eigen bijdragen in het team met als doel daarvan te leren en coachings trajecten aan te bieden en uit te voeren spreek tegen over collega's uit dat hij/zij zelf iets niet goed beheerst en vraagt om advies Neemt deel aan intervisiebijeenkomsten om eigen werkproblemen bespreekbaar te maken. gaat bij een collega op werkbezoek om te leren van zijn of haar aanpak in de lessen.is bereid om deel te nemen aan visitaties op andere scholen en op grond van de opgedane ervaringen verbeterplannen te innitieren voor de eigen school. bij een collega op werkbezoek om te leren van zijn of haar aanpak in de lessen.is bereid om deel te nemen aan visitaties op andere scholen en op grond van de opgedane ervaringen verbeterplannen te innitieren voor de eigen school. gaat bij een collega op werkbezoek om te leren van zijn of haar aanpak in de lessen.is bereid om deel te nemen aan visitaties op andere scholen en op grond van de opgedane ervaringen verbeterplannen te innitieren voor de eigen school. gaat bij een collega op werkbezoek om te leren van zijn of haar aanpak in de lessen.is bereid om deel te nemen aan visitaties op andere scholen en op grond van de opgedane ervaringen verbeterplannen te innitieren voor de eigen school. moedigt teamleden aan te vertellen over hun succesvolle werkervaringen en gaat hierbij op zoek naar leerpunten voor het team. Is bereid om deel te nemen aan visitaties op andere scholen en op grond van de opgedane ervaringen verbeterplannen schrijven voor de eigen school. moedigt teamleden aan te vertellen over hun succesvolle werkervaringen en gaat hierbij op zoek naar leerpunten voor het team. Is bereid om deel te nemen aan visitaties op andere scholen en op grond van de opgedane ervaringen verbeterplannen schrijven voor de eigen school. moedigt teamleden aan te vertellen over hun succesvolle werkervaringen en gaat hierbij op zoek naar leerpunten voor het team. Is bereid om deel te nemen aan visitaties op andere scholen en op grond van de opgedane ervaringen verbeterplannen schrijven voor de eigen school. ouders, ouders, ouders, ouders,

6 Houdt zich aan de gemaakte afspraken, ouders en collega's. maakt gebruik van de driehoek school ouders en leerlingen om deze te laten leiden tot gewenst gedrag en leerhouding van de leerling. Legt een moeilijke boodschap zo uit aan ouders en leerlingen dat zij de consequenties hiervan begrijpen en accepteren. Geeft in samenspraak met deskundigen een advies over vervolgstappen in de schoolloopbaan (overgang, verwijzen, enz.) van een leerling. overlegd met hulpverleners over de begeleiding van de leerling en heeft zicht op de mogelijkheden van hulpverlenende instanties. levert een bijdrage binnen een team van deskundigen aan het stellen van een diagnose van leerlingen (gedrag, leren of handicaps en ontwikkelingen). Maakt de onvrede van leerlingen, ouders en collega's over de school, collega's of het onderwijs bespreekbaar en doet voorstellen om deze onvrede weg te nemen. Weet hoe een gesprek (bijeenkomst, meeting, vergadering) geleid moet worden (doel,tijdbewaking, procedures enz.) en voert een gesprek met duidelijke afspraken als resultaat. sluit in de lessen aan om actuele ontwikkelingen in het werkveld Is bekend met de vervolgmogelijkheden van de leerlingen en heeft zich verdiept in de verschillen in onderwijss en kan de leerling ondersteunen in de werkvormen die daar voor nodig heeft. Ontwikkelt praktijk opdrachten in samenspraak met het werkveld. Bespreekt met de praktijk begeleider de vorderingen van de leerling en vraagt naar diens tevredenheid over de samenwerking. legt afspraken met bedrijven of praktijk begeleiders vast op een wijze die ook voor anderen toegankelijk is. gaat in gesprek met het werkveld over de kwaliteitsverbetering van het leren en het onderwijs programma van de leerlingen. gaat in overleg met vervolgonderwijs of praktijk plaatsen om te komen tot onderlinge afstemming van het onderwijsaanbod. Is bereid om te participeren in werkgroepen Roc, bedrijfsleven,gemeente enz. om het onderwijs te vertegenwoordigen en te verbeteren in aansluiting, samenwerking en of beelden te verhelderen. houdt zich in en een representatieve rol aan de sociale en maatschappelijke codes (kleding, taalgebruik, lichaamstaal, uiterlijke verzorging enzovoort). Is open en uitnodigend voor vragen van externe contacten/organisaties die direct of indirect van belang zijn voor de positie van de school Draagt in contacten met de omgeving van de school de waarden uit die de school nastreeft. draagt bij aan de samenwerking met de politie, buurtbewoners en een andere maatschappelijke instanties om de leefbaarheid en veiligheid in en om de school positief te beïnvloeden Stemt het eigen taalgebruik in gesprekken af op kenmerken van de ander (externe contacten). Presenteert de school op correcte wijze aan externen partijen (voorlichtingsavonden, externe bijeenkomsten, netwerken enz.) handelt zodanig dat de omgeving een professioneel en klantgericht beeld over de school krijgt. bouwt een netwerk op en zet dit in, in het belang van de school.

7 accepteert dat eigen leren ook gepaard kan gaan met tegenslag en laat zich hierdoor niet uit het veld slaan. Realiseert zich dat het gedrag van leerlingen een effect is van eigen professionele handelen. analyseert in welke opzichten hij effectief bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs. is bereid gevoelens (van onvrede) te onderkennen, te onderzoeken en zo nodig te herinterpreteren. (en heeft tot doel kwaliteitsverbetering van het onderwijs) Neemt deel aan intervisie om beter zicht te krijgen op het eigen functioneren. 7.2 Competent in en ontwikkeling : bezoek de voorlichtingsbijeenkomsten over nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs. ziet de eigen werksituatie als om zelf beter te gaan functioneren. Organiseert op het eigen functioneren (vragenlijsten voor leerlingen, 360 graden, lesobservaties enz.) 7.2 Competent in en ontwikkeling : Weet welk gedrag afgeleerd"moet worden om nieuw gedrag te kunnen verwerven. Noemt vaardigheden en competenties waar hij beter in wil worden. neemt het eigen professionele gedrag als aangrijpingspunt voor verbetering in het werk. 7.2 Competent in en ontwikkeling : Gaat actief op zoek (toont een onderzoekende houding) naar informatie over vernieuwingen die op stapel staan. vertaald zelfstandig veranderingen binnen de school na eigen werksituatie. Kan vanuit eigen professionaliteit collega's ondersteunen bij het reflecteren op functioneren. 7.2 Competent in en ontwikkeling : maakt gebruik van de les observatie bij collega's die bezig zijn met de vernieuwingen en deelt ervaringen met collega's om te leren van de vernieuwingen. doordenkt consequenties van veranderingen in het werk/onderwijs en zette dit om een eigen leer vragen (als gebeurt, dan moet ik leren om ).En maakt gebruik van uitkomsten van onderzoek om deze in te zetten in het onderwijs. 7.3 Competent in en ontwikkeling : organiseert het eigen werk opschonen manier dat de eigen niet tussen tijd in het gedrang komt. Evalueert in hoeverre maatregelen effect hebben op het weer gedrag of het welbevinden van de leerlingen. 7.3 Competent in en ontwikkeling : Brengt variaties aan in de eigen aanpak of vernieuwing en regisseert het effect ervan. Toont de wil om beter te worden in zijn werk. 7.3 Competent in en ontwikkeling : stelt de vernieuwing pas bij na ruimschoots experimenteren en evalueren, en onderzoek van de effecten van de vernieuwing onderzoekt systematisch in welke opzichten de effectiviteit van het eigen functioneren kan worden vergroot. 7.3 Competent in en ontwikkeling : evalueert ervaringen met de vernieuwingen en stelt bij waar dat nodig is, en ondersteund anderen daarbij. verbreedt vernieuwingen binnen de eigen les praktijk naar de sectie en/of andere secties en neemt initiatieven hiertoe. (initieert scholing en nascholing)