Hoofdstuk 6 ELO s, DLO s en LMS en, achtergronden en soorten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 6 ELO s, DLO s en LMS en, achtergronden en soorten"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 6 ELO s, DLO s en LMS en, achtergronden en soorten Marja Verstelle (Universiteit Leiden), Peter B. Sloep (Open Universiteit Nederland), en Bas de la Parra (Rabobank) 6.1. Inleiding Eerdere hoofdstukken in dit boek beschrijven de toepassingen die met elektronische leeromgevingen mogelijk zijn. In dit hoofdstuk staat de software centraal. Het zou op de lezer soms zó technisch kunnen overkomen, dat hij er van uitgaat dat het voer voor technici is. Niets is minder waar. Het hoofdstuk is bedoeld voor docenten en managers die met het oog op hun contacten met technisch specialisten meer van de achtergronden willen begrijpen. Wilt u een elektronische leeromgeving kiezen, uitbreiden, koppelen aan andere programma s of aan databases? Dit hoofdstuk gaat in op de producteigenschappen die daar zoal een rol bij spelen. De terminologische verwarring rond elektronische leeromgevingen is het onderwerp van paragraaf 2. De meest voorkomende termen worden genoemd en besproken aan de hand van de drie belangrijkste gebruiksmogelijkheden van een elektronische leeromgeving. Een vraag die steeds meer gesteld wordt is: wordt gekozen voor een elektronische leeromgeving waarin alle gebruiksmogelijkheden of functionaliteiten gecombineerd worden in één pakket. Of kiest men voor losse koppelbare producten: de modulaire benadering waarin men probeert om verschillende softwarepakketten tot een groter geheel samen te voegen. In paragraaf gaan we hier nader op ingegaan. Opleidingen werken vaak met verschillende softwarepakketten, bijvoorbeeld een elektronische leeromgeving, een apart toetsprogramma, een studievoortgangsysteem, een adressensysteem, een databaseprogramma voor het opslaan van gegevens, teksten of plaatjes. Ook als men wil samenwerken met andere instellingen om bijvoorbeeld onderwijsmateriaal uit te wisselen, heeft men vaak te makken met verschillende softwarepakketten. Voor de gebruikers is het efficiënt en plezierig als de gegevens eenvoudig tussen de verschillende softwarepakketten uitgewisseld kunnen worden. Uitwisselbaarheid van gegevens tussen verschillende systemen vereist standaardisatie, een taaie materie voor wie er voor het eerst mee te maken krijgt. In paragraaf 6.4.proberen we de stand van zaken rond de leertechnologiestandaarden voor de niet-technische lezer inzichtelijk te maken. In de laatste paragraaf wordt vanuit een aantal invalshoeken een antwoord gegeven op de vraag: hoeveel verschil maakt het nu eigenlijk uit voor welke elektronische leeromgeving een instelling of faculteit kiest? 6.2. Terminologie Er bestaat geen heldere terminologie op het gebied van elektronische leeromgevingen. Ten eerste is er de kwestie van het perspectief: de een gebruikt elektronische leeromgeving voor de virtuele werkplek waar studenten leren en docenten dat leerproces begeleiden. De ander heeft het vooral over de software welke ELO hebben jullie?. Ten tweede zijn er de ogenschijnlijke synoniemen: termen als leermanagementsysteem (LMS), teleleerplatform, elektronische leeromgeving (ELO), 1

2 digitale leeromgeving (DLO) of virtuele leeromgeving worden vaak zonder specifiek onderscheid door elkaar gebruikt. Het derde aspect van de terminologische verwarring is de afbakening van het begrip, wat valt er onder en wat niet. Juist het integrerend karakter van elektronische leeromgevingen betekent dat er ook overlap is met andere soorten systemen, zoals onder andere systemen voor het beheer van onderwijsmateriaal, systemen voor het ontwikkelen van materiaal (de auteursomgevingen), en studentadministratiesystemen. De gecursiveerde termen of typen softwaresystemen kunnen nauwkeuriger beschreven en onderscheiden worden aan de hand van de drie hoofdprocessen van computerondersteund of elektronisch leren (in uitbreiding op Sloep en Westera, 2001). a. het ontwikkelen en beheren van onderwijsmateriaal ('content'). Dit betreft ontwikkeling van bronnenmateriaal zoals teksten, video's, collecties hyperlinks, leertaken of -opdrachten en ingangs- en eindtoetsen. Ook het ontwikkelen van een didactische werkvorm die aangeeft hoe opdrachten worden uitgevoerd en hoe met het bronnenmateriaal wordt gewerkt, valt hieronder. Allerlei software kan gebruikt worden om onderwijsmateriaal te ontwikkelen, en voor hergebruik aan te passen. b. het elektronisch ondersteunen van het feitelijke onderwijsleerproces Dit is de virtuele `werkruimte' voor de studenten en docenten, materiedeskundigen en moderatoren. Deelnemers treffen hier 'boekenplanken' met bronnenmateriaal aan, toetsingsfaciliteiten, instrumenten om met elkaar te communiceren of samen te werken en om met docenten of andere begeleiders van het leerproces te communiceren, om opdrachten in te leveren, etc. Docenten hebben onder meer de mogelijkheid opdrachten te beoordelen en feedback te geven. De leer- en onderwijsactiviteiten worden elektronisch ondersteund, ook in situaties waarin docent en studenten elkaar tevens lijfelijk ontmoeten. Kort gezegd faciliteert de virtuele leeromgeving het primaire onderwijsleerproces. c. de administratieve ondersteuning van het onderwijsleerproces. Hier gaat het om diverse administratieve en beheerprocessen zoals het inschrijven van studenten, het volgen van de studievoortgang van studenten, het inroosteren van docenten, etc. Softwaresystemen verschillen in de mate en manier waarop zij deze drie genoemde hoofdprocessen ondersteunen. In het onderstaande worden veel gebruikte termen of typen softwaresystemen beschreven met behulp van deze drie hoofdprocessen. Auteurssysteem Auteurssystemen dienen om onderwijsmateriaal te ontwikkelen voor digitale leeromgevingen en ondersteunen dus het eerste hoofdproces. Gewone tekstverwerkers zijn het meest eenvoudige voorbeeld; dan zijn er de meer en minder geavanceerde html-editors (Dreamweaver, Authorware), en ook webgebaseerde invoertools waarmee het materiaal in een specifieke, eventueel via het web toegankelijke database wordt opgeslagen. 2

3 Learning Content Management System (LCMS) Onderwijsmateriaal dat met een auteurssysteem ontwikkeld is, kan meerdere keren en voor meerdere situaties gebruikt worden, in dezelfde of in aangepaste vorm. Een minimale voorwaarde daarvoor is dat het onderwijsmateriaal in een database is opgeslagen en makkelijk via zoekmachines kan worden teruggevonden. Zo'n database voor onderwijsmateriaal wordt een Learning Content Management System (LCMS) genoemd. Opslag in een LCMS laat niet alleen hergebruik toe, maar heeft ook het voordeel van versiebeheer; er kan worden bijgehouden welke groepen welke versie van het onderwijsmateriaal hebben bestudeerd. De huidige teleleerplatformen scoren in dit opzicht vaak slecht. Auteurssystemen en LCMS en focussen dus uitsluitend op het ontwikkelen en beheren van content. Teleleerplatform Volgens Droste (2000) en Collis (1996), moet een teleleerplatform uit drie componenten bestaan: een communicatiedeel (voor berichtenuitwisseling en samenwerken), een inhoudsdeel (laat het ontwikkelen van onderwijsmateriaal toe en stelt dat vervolgens aan studenten ter beschikking) en een administratiedeel (voor organisatie en beheer). Deze delen worden geïntegreerd aangeboden. Een teleleerplatform bevat dus zijn eigen auteurssysteem. Deze drie componenten dekken de drie hoofdprocessen die ons kader vormen. Leermanagementsysteem (LMS) De term leermanagementsysteem (Learning Management System, afgekort als LMS) wordt internationaal vaak gebruikt ter aanduiding van softwaresystemen die zowel primaire processen als secundaire processen ondersteunen. Ook in Nederland wordt deze term veel gebezigd, zij het minder in het onderwijsveld dan daarbuiten. LMS en verschillen onderling in de mate en de wijze waarop de hoofdprocessen ondersteund worden. De ene LMS kan bijvoorbeeld een zwaarder accent op administratieprocessen hebben gelegd, terwijl een ander meer faciliteiten biedt t.b.v. samenwerkend leren. LMS en zijn in feite brede generieke systemen. In de praktijk zien we dat voor de twee secunadaire hoofdprocessen afzonderlijk meer gespecialiseerde systemen bestaan: auteurssystemen en LMCS en voor contentbeheer en administratieve systemen als beschreven in hoofdstuk 5, paragraaf 4.Een recente ontwikkeling in het onderwijs is dat de verantwoordelijkheid voor het leerproces steeds meer bij de student gelegd wordt. Om aan die verantwoordelijkheid vorm te geven, moeten studenten zelf groepsruimtes kunnen reserveren als ze daaraan behoefte hebben, moeten zij kunnen beschikken over overzichten van hun vorderingen en moeten zij invloed op hun leerroute kunnen uitoefenen. Studenten moeten tot op zekere hoogte dus ook toegang hebben tot systemen die secundaire processen ondersteunen. In feite zien we dat sommige processen die voorheen tot de secundaire processen werden gerekend, onderdeel gaan uitmaken van de primaire processen.. Hier liggen de raakvlakken tussen ontwikkelingen bij LMS-en en bij de administratieve systemen die in hoofdstuk 5, paragraaf 4 beschreven worden. Elektronische leeromgeving (ELO) In de dagelijkse praktijk worden de termen ELO, DLO (digitale leeromgeving), LMS en 3

4 teleleerplatform door elkaar gebruikt. Hier reserveren we de term elektronische leeromgeving voor die LMS-en die uitsluitend bij het primaire proces betrokken zijn. Een elektronische leeromgeving bevat in onze definitie dus alleen de twee eerste componenten van het teleleerplatform: een communicatiedeel en een inhoudsdeel. Het voordeel van dit gebruik van de term ELO is dat je nu onderscheid kunt maken tussen het fysieke softwareprogramma en wat het creëert: de virtuele leeromgeving, waarin de studenten leren onder begeleiding van de docent. Uiteraard moet een ELO kunnen beschikken over bijvoorbeeld de relevante gegevens van de studenten die ervan gebruik mogen maken en uiteraard is het handig wanneer de gegevens die de ELO over een student verzamelt naar een studentenvolgsysteem teruggekoppeld kunnen worden. Het wezenlijke verschil met een teleleerplatform en LMS is dat een ELO in onze definitie niet zelf over dit soort administratieve functionaliteiten beschikt, maar uitsluitend over voorzieningen (data-interfaces) om ze aan de desbetreffende administratieve systemen door te geven. In de praktijk worden de verschillende termen door elkaar gebruikt. De oplossing hiervoor is dat u steeds nagaat in welke mate het bedoelde softwarepakket de drie hoofdprocessen ondersteund. In dit boek wordt vooral de term ELO gebruikt, omdat deze nu eenmaal het meest ingeburgerd is in het onderwijsveld. Soms komt deze overeen met de definitie die we hierboven gaven, vaker met de definitie van LMS en teleleerplatform. Tabel 1 geeft nog eens een overzicht van de in deze paragraaf beschreven termen en hun definitie. Tabel 1: Overzicht gehanteerde terminologie Term Leermanagementsysteem (LMS) Teleleerplatform Elektronische leeromgeving (ELO) Digitale leeromgeving (DLO) Virtuele leeromgeving Auteurssysteem Learning Content Management System (LCMS) Omschrijving Software voor elektronische ondersteuning van zowel het primaire proces (onderwijs verzorgen en volgen) als secundaire processen (faciliterend, b.v. voortgangsadministratie) zie LMS LMS met uitsluitend functionaliteiten voor het primaire proces zie ELO Niet de software, maar de met behulp van een LMS gecreëerde omgeving waarin studenten en docenten leren en onderwijzen Software om onderwijsmateriaal te ontwikkelen Software om onderwijsmateriaal efficiënt in op te slaan en hergebruik te faciliteren.met eigenschappen zoals een zoeksysteem door middel van metadata, versiebeheer, rechtenbeheer, etc Integreren of koppelen? De markt vraagt naar steeds meer functionaliteiten die op een gebruikersvriendelijke en transparante manier met elkaar samenhangen. Zo wil een gebruiker een leeromgeving waarbij de functionaliteiten (gebruiksmogelijkheden) steeds op een zelfde manier zichtbaar zijn op het 4

5 computerscherm, dat wil zeggen een een uniforme gebruikersinterface. Verder wil de gebruiker eenmalig inloggen voor alle functionaliteiten (single logon) en niet steeds dezelfde informatie hoeven in te vullen als bijvoorbeeld NAW-gegevens of toegangcodes. In beginsel kan aan die vraag op twee manieren beantwoord worden: door al die functionaliteiten in één pakket te integreren of door deelpakketten (bijvoorbeeld een toetspakket, een communicatiepakket etc.) aan elkaar te koppelen. De meeste ELO s behoren tot het geïntegreerde type. Binnen een ELO is de ontwerper er logischerwijs toe gedwongen één gebruikersinterface te gebruiken om verwarring van de gebruiker te voorkomen. Ook het eenmaal inloggen en het maar eenmaal invoeren van standaardgegevens is in een ELO gerealiseerd. Een ELO moet echter ook met andere systemen kunnen communiceren. Zo dienen veranderingen in de studentenadministratie regelmatig te worden doorgegeven aan bijvoorbeeld een ELO omdat die op basis van die gegevens gebruikers autoriseert. Zulke koppelingen zijn alleen realiseerbaar als fabrikanten afspraken over de 'koppelingsvlakken' (data-interfaces) met elkaar maken. Bijvoorkeur zijn dat geen bilaterale afspraken tussen fabrikanten, maar afspraken van alle belanghebbenden, fabrikanten zowel als toekomstige gebruikers. Er moeten dus internationale normen of standaarden worden opgesteld. Een dergelijk proces van internationale consensusvorming is notoir lastig en tijdrovend, maar de resultaten komen in zicht. Positieve ontwikkelingen voor het verder verbeteren van ELO s. Desondanks zijn er redenen de tweede mogelijkheid, koppeling van modulaire systemen, ook serieus te nemen. In de eerste plaats bieden deeloplossingen, doordat ze zich specialiseren, gewoonlijk meer en beter uitgewerkte functionaliteiten dan de overeenkomstige onderdelen van de geïntegreerde oplossingen. Bijvoorbeeld, de administratieve functionaliteiten van de huidige teleleerplatformen zijn weinig diepgaand uitgewerkt, vergeleken bij gespecialiseerde administratieve pakketten. Groupwarepakketten als BSCW of Project Place bieden behalve de elementaire discussie- en mailfuncties van teleleerplatformen ook document flow van projectgroepen en voorzieningen voor versiebeheer, commentaar en statusindicatie. Een laatste voorbeeld is een toetspakket als Questionmark Perception, dat op dit moment meer toetsfunctionaliteit biedt dan welk teleleerplatformen dan ook. Behalve meer en betere functionaliteiten, heeft een modulaire aanpak ook een aantal bedrijfsstrategische voordelen. Een fabrikant van een geïntegreerd systeem streeft ernaar de klant aan zich te binden. Dat doet hij door een goed product te leveren, maar ook door zijn klanten binnen zijn elektronisch platform te houden en migratie naar een ander platform te bemoeilijken. Voor geïntegreerde oplossingen is data-uitwisseling met externe systemen nu eenmaal niet intrinsiek noodzakelijk, daarom zullen ze het niet of niet goed kunnen. Een onderwijsinstelling zal er echter juist naar streven de deur naar alle platformen wijd open te houden en gedwongen winkelnering te voorkomen. Wanneer een onderwijsinstelling over wil stappen naar een andere ELO dan zijn de investeringen ten behoeve van de invoering (scholing, reorganisatie) en het gebruik (invoeren van allerlei onderwijsmateriaal, administratieve gegevens) van een platform vaak te hoog om naar een andere, beter geachte ELO over te stappen. Uiteraard wordt de fabrikant van geïntegreerde 5

6 oplossingen wel onder druk gezet door de markt om zijn producten aan de specificaties van standaarden te laten voldoen. In paragraaf worden hiervan een aantal voorbeelden gegeven. Voor modulaire systemen die uit hun aard toch al gekoppeld moeten worden met andere systemen is data-uitwisseling een eerste levensbehoefte. Zij zullen zich dus altijd veel beter gedragen bij migratiepogingen. Keerzijde van deze voordelen is dat het koppelen van deeloplossingen een veel groter beroep doet op -schaarse- technisch specialisten dan een geïntegreerde oplossing. Bovendien zijn de leertechnologiestandaarden die voor het koppelen onmisbaar zijn nog niet uitgekristalliseerd De relevantie van leertechnologiestandaarden Allerlei internationale gremia werken systematisch aan afspraken over leertechnologiestandaarden. Er zijn officiële organisaties waarin alleen landen stemrecht hebben, zoals ISO op mondiaal niveau, CEN op Europees niveau en NEN in Nederland. Er zijn ook expertgroepen, soms in de vorm van een consortium zoals IMS 1, soms in de vorm van aan officiële organisaties gelieerde workshops, zoals de Workshop Learning Technology van CEN 2. Producten die het resultaat zijn van een consensus tussen landen - normen in het Nederlands, standards in het Engels hebben een officiële status en kunnen zelfs de kracht van wetten hebben. Zo hebben de normen die in CENverband worden overeengekomen de status van een Europese richtlijn, die Nederlandse normen overruled. Producten die het resultaat zijn van overleg door expertgroepen hebben nooit die status en het staat iedereen vrij zich er al dan niet aan te houden. Ze worden daarom specificaties genoemd. Maar worden resultaten in expertgroepen relatief snel geboekt en iedere expert met een mening (en voldoende tijd en geld) kan een duit in het zakje doen. Specificaties kunnen natuurlijk in het landenmodel worden ingebracht en dan na de geëigende procedure alsnog tot een officiële norm worden verheven. Hoewel er dus een strikt verschil bestaat tussen normen en specificaties, wordt de term standaard ook in het Engelse taalgebied - heel vaak losjes gebruikt. Soms wordt er een officiële norm mee bedoeld, soms louter een specificatie, soms een specificatie waaraan de industrie zich bijna unaniem, vrijwillig conformeert (een industriestandaard), soms een specificatie waaraan iedereen zich vanwege het bestaan van een bijna-monopolie nolens volens houdt (de-facto standaard). Er bestaan nog geen leertechnologienormen, er bestaat geen industriestandaard en (gelukkig) evenmin een de-facto-standaard, maar er bestaan een heleboel specificaties. De Learning Object Metadata Standard (LOM) is misschien wel de meest bekende en oudste, in elk geval is het een van de meest succesvolle. Metadata zijn gegevens waarmee data (in dit geval leerobjecten, stukken onderwijsmateriaal) worden beschreven. Het proces is goed vergelijkbaar met wat een documentalist in een bibliotheek voor bijvoorbeeld boeken doet. Leerobjectmetadata zijn belangrijk voor de terugvindbaarheid en het herbruik van leermateriaal. Maar naast de LOM zijn er allerlei andere specificaties in ontwikkeling. Voorbeelden uit de IMS-wereld zijn een specificatie die het exporteren uit, transporteren tussen en importeren in ELO s mogelijk maakt (Content Packaging); of een specificatie die portfolio-achtige beschrijvingen geeft van allerlei studentkarakteristieken (Learner Information Package, LIP); of een specificatie van verschillende soorten vraag- en antwoordtypen die in toetsen gebruikt kunnen worden (Question and Test 6

7 Interoperability, QTI); of een specificatie voor het beschrijven van in didactische zin gestructureerd onderwijsmateriaal (Educational Modeling Language, EML) 3. De workshop Learning Technology van CEN is bijvoorbeeld bezig met de vraag van de vertaalbaarheid van de verschillende categorieën uit de LOM en van de beschrijvende termen ( vocabulaires ) die worden gebruikt om die categorieën te vullen. Het probleem is niet simpel omdat het gaat om het op elkaar afbeelden van uiteenlopende onderwijsculturen. Standaardiseren biedt allerlei voordelen, maar er zijn ook gevaren. Twee zullen we heel kort bespreken. Er is een groot gevaar van wat je cultureel imperialisme zou kunnen noemen. Sofwaresystemen voor e-learning komen vooral uit de Verenigde Staten. Zelfs in de gevallen waarin een aantal Nederlandse aanbieders beschikbaar is, zoals geldt voor ELO s, hebben instellingen de neiging een Amerikaans product te kopen (ongetwijfeld op goede gronden). Maar in Amerikaanse producten gaan Amerikaanse culturele opvattingen schuil. Voor een tekstverwerker is dat misschien hooguit hinderlijk voor wie er oog voor heeft, voor een elektronische leeromgeving kan het ronduit een bedreiging van de Nederlandse onderwijscultuur inhouden. Wij kennen nu eenmaal geen high school waarin leerlingen van dezelfde leeftijdsklasse ongeacht hun aanleg in eenzelfde klas zitten; de Amerikanen kennen geen A-levels zoals in Groot-Brittannië en evenmin het onderscheid tussen VWO, HAVO en MAVO dat wij hanteren. Dit soort onderscheidingen kunnen dus niet gecodificeerd worden. Aangezien Amerikaanse softwareaanbieders in ruime mate in IMS en het ADL-initiatief (door het Amerikaanse ministerie van defensie gesponsord) vertegenwoordigd zijn, is een sterke culturele beïnvloeding te verwachten. Een tweede gevaar betreft de overheersing van het onderwijskundige perspectief door het technologische. Veel standaardisatiewerk wordt uitgevoerd door organisaties met een technologische inslag. Zo speelt de IEEE (het Amerikaanse Institute of Electrical and Electronics Engineers), een cruciale rol in het specificeren van leertechnologiestandaarden. Het gevaar hiervan is dat standaarden nauwelijks op hun onderwijskundige en vooral op hun technische merites worden beoordeeld. Een treffend voorbeeld biedt de al genoemde content packaging specificatie, die zo in elkaar zit dat je willekeurig welke content volgens deze specificatie kunt inpakken. Volgens sommigen is dat een voordeel, volgens anderen een nadeel omdat je de kans laat liggen in onderwijskundige zin waarde toe te voegen. De vraag is uiteindelijk in hoeverre een onderwijskundige invalshoek moet prevaleren boven een technisch/technologische. 6.5 Invalshoeken om te kijken naar leermanagementsystemen Hoeveel verschil maakt het nu echt voor welke ELO uw instelling of faculteit kiest? Welke soorten ELO s zijn er? Er zijn ons geen gangbare indelingen bekend. Om toch een houvast te bieden zullen we in deze pararaaf een aantal invalshoeken beschrijven van waaruit u een ELO kunt bekijken. We beginnen met een meer technische, daarna concentreren we ons op onderwijskundige perspectieven De mate waarin een ELO aangepast kan worden aan de eigen wensen: gesloten systeem versus open systeem Een eerste invalshoek is of de functionaliteiten van ELO vast liggen, of dat ze uitgeschakeld, vervangen en toegevoegd kunnen worden. Bij sommige systemen zijn beperkte aanpassingen mogelijk in de vorm van bijvoorbeeld zelf te bepalen teksten op menuknoppen en 7

8 achtergrondkleuren (de look van het systeem). Bij andere gaat het nog verder en kan ook de feel van het systeem, de manier waarop het bediend wordt, aangepast worden. Nog een stap verder is wanneer de functionaliteit van een ELO op maat voor en door een instelling of opleiding geprogrammeerd wordt. Dat kan wanneer de klant de beschikking krijgt over de broncode van het systeem, en ook als in het systeem softwareobjecten met door derden ontwikkelde, specifieke functionaliteiten kunnen worden ingebouwd. De plug-ins die in internetbrowsers kunnen worden ingebouwd, zijn een voorbeeld van dit principe. De building-blocks-aanpak 4 van het Blackboard systeem lijkt een voorbeeld van openheid in de hier bedoelde zin te gaan worden. Een ander voorbeeld biedt Ariadne 5, waarin men zelf discussiefora, chatboxes of workplaces kan plaatsen. Een ander type relevant voorbeeld is Edubox, dat juist functionaliteit kan toevoegen aan bestaande ELO s die zich daarvoor openstellen. Via Edubox komt content die in de onderwijsmodelleertaal EML beschreven is beschikbaar voor de student. Edubox gebruikt daarbij allerlei functionaliteiten van het 'gastheer'-elo. De relatieve openheid en geslotenheid van een ELO is bepalend voor de mate waarin een ELO aan de wensen van een onderwijsinstelling of bedrijf kan worden aangepast De mate van geschiktheid voor gebruik door onderwijsinstellingen versus bedrijfsopleidingen ELO s die zich specialiseren op de markt voor hoger onderwijs sluiten aan bij de actuele organisatievormen van de gemiddelde onderwijsinstelling, bij de feitelijke rollen van docenten en studenten, werkwijzen, en de situaties waarin studenten studeren, dan ELO s die zich op het bedrijfsleven richten. Het succes binnen het Nederlandse hoger onderwijs van een aantal ELO s, met Blackboard als bekendste, is er vooral aan toe te schrijven dat zij de autonomie van de individuele docent hoog in het vaandel hebben. Daartegenover staan bijvoorbeeld producten als Docent en Saba, die juist door veel bedrijven en organisaties omarmd worden. Zeker ook omdat deze ELO s goed aansluiten bij allerlei high end tools voor specialisten in het ontwikkelen van onderwijsmateriaal (auteursomgevingen), en bij de opslag daarvan (content management systemen) en omdat deze systemen gekoppeld kunnen worden met andere voor onder andere Human Resource Management (HRM). Het gaat bij dit onderscheid niet alleen om een momentopname; producten voor een specifiek marktsegment blijven zich permanent ontwikkelen om aan de behoefte van hun doelgroep te kunnen blijven beantwoorden. Bedrijven kiezen ook anders dan onderwijsinstellingen omdat zij vinden dat een ELO vooral een bijdrage moet leveren aan de organisatiedoelen. Een groot aantal ondernemingen brengt opleidingen direct in verband met het lerend vermogen van de organisatie als geheel. Kennisuitwisseling tussen medewerkers is van groot belang voor zowel de individuele ontwikkeling van medewerkers als voor de ontwikkeling van de kennis in de organisatie. De kennis en vaardigheden van een werknemer kunnen maar ten dele op het conto van formeel leren worden geschreven. Werknemers leren het meest uit de interacties die zij hebben met collega's, door informeel leren dus. Bedrijven kiezen dus voor virtuele omgevingen waarin voorzieningen voor zowel formeel als informeel leren zijn opgenomen. Bij (kennisintensieve) bedrijven zie je daarom dat het gebruik van kennismanagementsystemen (kennisbanken met bijvoorbeeld best practices) en competentiebanken (databases waarin de naam van een medewerker gekoppeld is aan de kennis en vaardigheden waarover hij of zij beschikt, door de medewerkers zelf bijgehouden; ook wel de 8

9 Yellow Pages van het bedrijf genoemd) steeds meer een onderdeel vormt van de virtuele leeromgeving (voorbeelden zijn Shell, Cisco, Pink Roccade). In de virtuele omgeving dienen deze gegevensbanken en de ELO dus gekoppeld te worden. Dergelijke omgevingen worden wel geduid als een E-HRM-portals, omdat ze vaak ook andere HRM-processen ondersteunen. Voor onderwijsorganisaties is het formele leren, met duidelijke eindtermen, gewoonlijk het enige uitgangspunt; informeel leren gebeurt maar is over het algemeen geen expliciete doelstelling. Recentelijk zien we hierin overigens wel enige verandering komen. Vooral opleidingen in het hoger beroepsonderwijs maar ook sommige universitaire opleidingen zijn zich aan het heroriënteren en nemen de competentiegerichte wijze van leren binnen het bedrijfsleven als uitgangspunt (Sloep et al., 1999) Gebruik in regulier onderwijs versus afstandsonderwijs Kan eenzelfde ELO voldoen voor regulier onderwijs én bedrijfsmatig georganiseerd afstandsonderwijs? In het eerste geval is er sprake van webversterkt onderwijs of blended leren (contactonderwijs gecombineerd met Elearning). Dit omvat allerlei vormen van onderwijs met behulp van een ELO waarbij de docent de invulling van het onderwijs bepaalt en stuurt. Zulk onderwijs wordt meestal verzorgd door instellingen die van oudsher contactonderwijs verzorgen in vakken of studietaken waarbij groepen studenten gelijk starten. Bij afstandsonderwijs spreken we van gedistribueerd leren (Wagner, 1999). Dit soort onderwijs wordt vooral verzorgd door instellingen die van oudsher schriftelijk afstandsonderwijs verzorgen, zoals de Open Universiteit, LOI en PBNA. Het gaat om allerlei vormen van begeleide zelfstudie. De individuele student kan op ieder moment starten; tijd en plaatsonafhankelijkheid is wenselijk. Webversterkt onderwijs of blended leren is in de ontwerpfase arbeidsextensief, maar in de begeleidingsfase docentintensief (elke N studenten meer betekent een docent extra). Dit in tegenstelling tot het gedistribueerde leren dat juist arbeidsextensief is in de exploitatiefase, maar arbeidsintensief in de ontwerpfase (Sloep en Schlusmans, 2000; Sloep en Westera, 2001). Hierdoor kunnen vele studenten bediend worden zonder dat de kosten navenant stijgen. Ook reguliere onderwijsinstellingen verzorgen onderwijs op afstand. Als blended of webversterkt onderwijs op afstand wordt verzorgd, ontstaat er behoefte aan synchrone communicatiefaciliteiten voor contacten tussen docent en student, zodat de docent de studenten de nodige sturing kan geven (chat, videoconferencing, application sharing). Gedistribueerd leren heeft eerder behoefte aan asynchrone communicatiefaciliteiten om contacten tussen, en samenwerkend leren van, studenten mogelijk te maken (discussiegroepen, FAQ's, groupware voor samenwerkend leren, etc.); tools overigens die ook voor groepswerk bij webversterkt contactonderwijs gebruikelijk zijn. Bij gedistribueerd leren is, in tegenstelling tot blended of webversterkt leren, de leerstof zelf (door een professioneel ontwikkelteam) zodanig ontworpen dat het sturing geeft. De eisen die aan de ELO gesteld worden zijn daardoor zwaarder met betrekking tot voorzieningen voor informatie voor begeleider en student over het voortgangsproces, en voor het aanbieden van een individueel leerpad. We spreken immers over grote aantallen studenten die op uiteenlopende momenten kunnen beginnen, in verschillende tempo s leren en met een variatie aan voorkennis en ervaring en 9

10 wellicht vrijstellingen. Een in Nederland veel gebruikt teleleerplatform als Blackboard is niet ontworpen voor het aanbieden van lesstof aan individuen of het grotendeels automatisch registreren van hun voortgangsgegevens. Het is ontworpen voor de traditionele reguliere onderwijsinstelling. Iedere docent kan zelfstandig zijn eigen vakmodule inrichten en bijhouden voor groepen gelijkstartende studenten. Instellingen waar studenten een individueel pad kunnen volgen zullen er belang aan hechten dit elektronisch ook te kunnen faciliteren. De individuele student is uitgangspunt van dergelijke omgevingen, niet het vak. Het onderwijsmateriaal moet dan georganiseerd zijn in repositories ('bibliotheken') waaruit de docent een studiepakket op maat kan samenstellen. Het moet mogelijk zijn de verrichtingen van de individuele student te volgen, te toetsen en te beoordelen, en om op basis hiervan eventueel het individuele leerpad aan te passen met extra oefenstof of juist een versnelde route. Aan een ELO voor webondersteund leren zal men dus al gauw andere functionele eisen stellen dan aan een ELO voor gedistribueerd leren Docent als ontwikkelaar versus professionele ontwikkelteams In hoofdstuk 8 wordt uitgebreid ingegaan op tools voor het ontwikkelen van content, op voors en tegens van ontwikkelen van onderwijs door docenten of door professionele ontwikkelteams. De auteurs tonen duidelijk het verschil aan tussen de eisen die we aan een ELO kunnen stellen wanneer de docent zelf zijn of haar modules inricht (met sheets, documenten en links) of multimediale content programmeert, en de programmeertools die professionele ontwikkelaars gebruiken. We zullen daarom niet verder ingaan op dit aspect; wel op de rol van de docent bij de opslag en het beheer van het onderwijsmateriaal. Opslag en beheer van onderwijsmateriaal is nodig, al was het maar omdat de wet van onderwijsinstellingen eist dat onderwijsmateriaal in verband met de tentaminering vijf jaar bewaard wordt. Wanneer het materiaal door één docent of hooguit een kleine groep docenten gebruikt wordt, zal men kunnen volstaan met een relatief eenvoudig beheerssysteem dat toelaat dat een docent zijn materiaal op basis van zijn ervaring aanpast. In het geval van gedistribueerd leren en professionele onderwijsontwikkelaars, ligt de situatie anders. Ondermeer vanwege de eisen van flexibel hergebruik is een goed contentmanagementsysteem onontbeerlijk. Omdat de ontwikkelaars meestal niet dezelfde personen zijn als de begeleiders, is een scheiding van tools en rechten voor ontwerpers en begeleiders een vereiste van de ELO. Een ELO voor een instelling waar de autonomie en flexibiliteit van de docent prevaleert, heeft dus andere eigenschappen dan een ELO voor de instelling waar projectmatig ontwerp, beheer en opslag van onderwijsmateriaal telt, en een scheiding tussen mogelijkheden voor docent en ontwikkelaar Groepsgeoriënteerd versus vak georiënteerd onderwijs In hoeverre ondersteunt iedere ELO groepsgeoriënteerd onderwijs (zoals competentiegericht, probleemgestuurd en projectonderwijs)? Is het zo dat een bepaalde ELO een docent didactisch kan beperken of een opleiding in een organisatorisch keurslijf kan dwingen? Het onderwijs zoals dat vooral op de universiteiten nog veel wordt verzorgd, neemt de vakken als uitgangspunt. Gevallen waarin de autonomie van de docent groot is en vaak weinig afstemming met collega's plaatsvindt. Hierbij past een ELO dat een indeling per cursusmodule maakt, waarin 10

11 bijvoorbeeld weblinks en toetsvragen niet vanuit een centrale opslag aangeleverd worden, maar specifiek zijn voor elke cursusmodule. Een ELO voor groepsgeoriënteerd onderwijs neemt de groep studenten die tegelijk en met elkaar samenwerkend een leerproces doormaakt, als uitgangspunt. Een Nederlands product, Holo-E, valt binnen de tweede categorie. Het platform is georganiseerd rondom groepen studenten die gekoppeld zijn aan docent(en). Een eis die competentiegericht onderwijs aan een ELO stelt is dat de omgeving niet geordend is op vak maar vanuit competenties. Voor projectonderwijs dienen in het ELO de voorzieningen rond projectgroepen (en niet rond vakken) geordend te zijn. De module van -het ook Nederlandse- laat bijvoorbeeld projectgroepen documenten delen, beheren en beoordelen, plannen en een logboek bijhouden. Het betreft dus twee verschillende vertrekpunten voor de ontwikkelaar van een ELO. Vaak zal een instelling echter niet uitsluitend groepsgeoriënteerd of uitsluitend vakgeoriënteerd onderwijs verzorgen. Hoe met dit dilemma omgegaan kan worden in keuzeprocessen komt in het volgende hoofdstuk aan bod. 6.6 Tot besluit In dit hoofdstuk hebben we geprobeerd een handreiking te geven aan de lezer die meebeslist over de keuze voor een ELO of die onderwijskundige wensen met betrekking tot een ELO met technisch specialisten moet afstemmen. Of aan de lezer die enig kennis wil hebben van al die verschillende technische begrippen. Om te beginnen pakten we de terminologie bij de horens. In de praktijk worden de termen ELO en elektronische leeromgeving voor verschillende zaken gebruikt. Om eenduidigheid te scheppen over gehanteerde terminologie stelden we voor de term ELO te gebruiken voor systemen die primaire en eventueel secundaire onderwijsprocessen ondersteunen. Deze afbakening is zo breed dat ook alle softwareprodukten die men met ELO of teleleerplatform aanduidt daar onder vallen. Voor het abstracte concept, de plek op het web waar de student leert en deelneemt aan onderwijs, reserveerden we de term virtuele leeromgeving. Vervolgens beschreven we het dilemma van de geïntegreerde of de modulaire aanpak. Enerzijds zijn er de geïntegreerde ELO s die kunnen leiden tot gedwongen winkelnering en afhankelijkheid van een leverancier. Anderzijds zijn er de modulaire systemen waarin deeloplossingen tot een samenhangende leeromgeving gekoppeld worden. Een grote afhankelijkheid van technisch specialisten en de rijpheid van standaarden vormen hierbij het grootste risico. Voor een toelichting op leertechnologiestandaarden is gekozen in de hoop dat het de lezer achtergrond informatie biedt om de snelle en belangrijke ontwikkelingen op dit terrein te kunnen plaatsen. Hoeveel verschil maakt het nu uit voor welke ELO een instelling kiest? Zijn er soorten ELO s te onderscheiden? In hoeverre kunnen die de gebruiker didactisch of onderwijskundig kunnen beperken? De laatste paragraaf leveren we een bijdrage aan de heersende discussie rond deze vragen. We kozen vijf invalshoeken om naar ELO s te kijken. Verschillen die daaruit naar voren komen hangen vooral samen met verschillende soorten onderwijsaanbieders. Aan de ene kant staan de aanbieders van onderwijs aan grote aantallen individuen die op verschillende momenten starten 11

12 en waarbij de begeleider niet zelf het onderwijs ontwerpt, zoals bijvoorbeeld bij de Open Universiteit, en de opleidingsafdelingen van organisaties en bedrijven, waar het onderwijsmateriaal ontwikkeld wordt door professionele ontwikkelteams en hoge eisen gesteld worden aan ontwikkeltools, opslag en versiebeheer, en aan het studentenvolgsysteem. Aan de andere kant staan de instellingen voor regulier hoger onderwijs, waar vooralsnog de docent zelf de diverse rollen vervult, van inhoudsdeskundige, programmeur, grafisch vormgever, onderwijskundig specialist tot beheerder van het materiaal en begeleider van de studenten; gebruiksvriendelijke software waarbij dit alles mogelijk is vanuit één programma ligt dan het meest voor de hand. Literatuur Collis, B. A. (1996) Tele-learning in a digital world; the future of distance learning. Boston, London, International Thomson Computer Press. de Castell, S. M. Bryson, J. Jenson (2002) Object Lessons: Critical Visions of Educational Technology. FirstMonday, Peer-Reviewed Journal on the Internet < Droste, J. (2000) Advies Keuze Teleleerplatform Utrecht, Stichting SURF/CINOP Koper, R., J. Manderveld (1999) Modeling Educational Content with XML. In: Collis, B., R. Oliver (eds) Proceedings of Ed-Media 99, Washington, Seattle, USA. blz Sloep, P., W.Slot, D. Sluijsmans, D. de Haan (1999) Competentiegericht leren in een virtueel bedrijf. In: K. Schlusmans, R. Slotman, C. Nagtegaal, G. Kinkorst (red.) Competentie gerichte leeromgevingen. Lemma, 1999, blz Sloep, P.B. en K. Schlusmans (2000) Op weg naar een Digitale Universiteit: nieuwe uitdagingen voor het onderwijs, nieuwe vormen van onderwijs Th&ma, tijdschrift voor Hoger onderwijs & Management, 2000(4), pp Sloep, P.B. en W. Westera (2001) Maatwerk met digitaal onderwijs.controllers Magazine, 6 (15), Droste, J, Bunjes J., de Ronde J., van Wijngaarden M. (2001), Teleleerplatforms in Nederland Quickscan keuze, implementatie en gebruik in het Hoger Onderwijs. Utrecht, Stichting SURF. < Wagner, E. (1999) Beyond Distance Education: Distributed Learning Systems. In: Stolovich, H.D. and E.J. Keeps (eds) Handbook of Human Performance Technology. Jossey-Bass Pfeiffer,San Francisco: blz zie < 2 Zie < 3 Zie Koper en Manderveld, 1999 en < voor meer informatie 4 Zie < 5 Zie < 12

Memo DARE,CMS en LCMS

Memo DARE,CMS en LCMS DARE in relatie tot CMS en LCMS 1 Inleiding Tijdens de bestuursvergadering van E-merge op 29.11.2002 heeft het bestuur gevraagd om een korte studie naar de relatie tussen het initiatief Digitaal Platform

Nadere informatie

Vragenlijst vergelijking teleleerplatformen (de meeste vragen zijn met ja/ nee te beantwoorden) Productnaam:

Vragenlijst vergelijking teleleerplatformen (de meeste vragen zijn met ja/ nee te beantwoorden) Productnaam: Vragenlijst vergelijking teleleerplatformen (de meeste vragen zijn met / nee te beantwoorden) Productnaam: Versie: Algemeen Studywiser Het teleleerplatform kan het leerstof/ toetsdeel, het communicatiedeel

Nadere informatie

Leertechnologiestandaarden in ROC s en AOC s

Leertechnologiestandaarden in ROC s en AOC s Leertechnologiestandaarden in ROC s en AOC s Peter B. Sloep Kennisnet 14 januari 2004 20040114 Peter Sloep 1 Overzicht 1. Standaarden 2. Leertechnologiestandaarden 3. Metadatastandaarden 4. Toepassingsprofielen

Nadere informatie

ELO-definiëring. Lianne van Elk Hogeschool INHOLLAND. Notitie in opdracht van ELO-stuurgroep DU. 2 december 2004

ELO-definiëring. Lianne van Elk Hogeschool INHOLLAND. Notitie in opdracht van ELO-stuurgroep DU. 2 december 2004 Lianne van Elk Hogeschool INHOLLAND Notitie in opdracht van ELO-stuurgroep DU 2 december 2004 Colofon ELO-definiëring Notitie in opdracht vam ELO-stuurgroep DU Stichting Digitale Universiteit Oudenoord

Nadere informatie

TeleTrainer: training in de e van het leren

TeleTrainer: training in de e van het leren TeleTrainer: training in de e van het leren TeleTrainer voor elke docent die betrokken is bij ICT in het onderwijs geschikt voor beginner, gevorderde en specialist geschikt voor verschillende rollen rondom

Nadere informatie

EML is dead, long live Learning Design. Colin Tattersall, Peter Sloep Educational Technology Expertise Centre Open University of the Netherlands

EML is dead, long live Learning Design. Colin Tattersall, Peter Sloep Educational Technology Expertise Centre Open University of the Netherlands EML is dead, long live Learning Design Colin Tattersall, Peter Sloep Educational Technology Expertise Centre Open University of the Netherlands Overzicht - EML & Learning Design - IMS-LD en LCMS - Samenvatting

Nadere informatie

Inventarisatie QTI Toetsspeler

Inventarisatie QTI Toetsspeler Inventarisatie QTI Toetsspeler Versie: 1.0 Datum: 16 januari 2008 Colofon Inventarisatie QTI Toetsspeler Dit document is opgesteld door het project Inventarisatie van afspraken over digitaal toetsmateriaal

Nadere informatie

CEL. Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving

CEL. Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving CEL Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving FACTSHEET CEL VERSIE 1.0 DECEMBER 2001 CEL - Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving Inhoudsopgave Wat is CEL? 1 Uitgangspunten 1 De eindgebruiker

Nadere informatie

Werken met Studienet. Louise Stijnen, Steven Verjans, Leo Wagemans Kees Pannekeet, Khaled Zamani 22 maart 2012 Open Universiteit

Werken met Studienet. Louise Stijnen, Steven Verjans, Leo Wagemans Kees Pannekeet, Khaled Zamani 22 maart 2012 Open Universiteit Werken met Studienet Louise Stijnen, Steven Verjans, Leo Wagemans Kees Pannekeet, Khaled Zamani 22 maart 2012 Open Universiteit Doelstellingen Begrijpen hoe Studienet werkt Perspectief docent/ontwikkelaar

Nadere informatie

Werken met Studienet Workshop BKO A-0211B

Werken met Studienet Workshop BKO A-0211B Werken met Studienet Workshop BKO A-0211B Leo Wagemans, Louise Stijnen, Kees Pannekeet 24 september 2013 Open Universiteit Doelstellingen Begrijpen hoe Studienet werkt Perspectief docent/ontwikkelaar

Nadere informatie

Stichting NIOC en de NIOC kennisbank

Stichting NIOC en de NIOC kennisbank Stichting NIOC Stichting NIOC en de NIOC kennisbank Stichting NIOC (www.nioc.nl) stelt zich conform zijn statuten tot doel: het realiseren van congressen over informatica onderwijs en voorts al hetgeen

Nadere informatie

Online samenwerken: discussie 1

Online samenwerken: discussie 1 Online samenwerken: discussie 1 in hoeverre zijn Hall s criteria door Nestor vervuld (of überhaupt van belang)? grote beschikbaarheid: geschikt voor verschillende soorten gebruikers scaleerbaarheid: toepasbaar

Nadere informatie

Leren in een virtuele leeromgeving, een toekomstperspectief. Dr. Peter B. Sloep Eindhoven, 6 juni 2003 Open Universiteit Nederland Fontys Hogescholen

Leren in een virtuele leeromgeving, een toekomstperspectief. Dr. Peter B. Sloep Eindhoven, 6 juni 2003 Open Universiteit Nederland Fontys Hogescholen Leren in een virtuele leeromgeving, een toekomstperspectief Dr. Peter B. Sloep Eindhoven, 6 juni 2003 Open Universiteit Nederland Fontys Hogescholen Wie ben ik? Senior-onderwijstechnoloog, lid van OUNL

Nadere informatie

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning Helder &Wijzer Mijn opdrachten In een kort, blended programma In het kort Voor wie docenten/trainers die blended opdrachten willen leren ontwerpen en ontwikkelen

Nadere informatie

Leermanagement Systeem 10 tips voor georganiseerd leren

Leermanagement Systeem 10 tips voor georganiseerd leren Leermanagement Systeem 10 tips voor georganiseerd leren 1 Leermanagement Systeem Leermanagement Ondanks dat het vaak gedacht wordt, is een Leer management Systeem (LMS) geen leermanagement. Leermanagement

Nadere informatie

Verkenning Next DLO VU. Overzicht Alternatieve Systemen

Verkenning Next DLO VU. Overzicht Alternatieve Systemen Verkenning Next DLO VU Overzicht Alternatieve Systemen Onderwijscentrum VU Amsterdam 8 oktober 2009 2009 Vrije Universiteit, Amsterdam Overzicht Alternatieve Systemen 2 Auteur Opdrachtgever Status Versie

Nadere informatie

Cursusontwikkeling / Centrale ELO

Cursusontwikkeling / Centrale ELO Cursusontwikkeling / Centrale ELO Leo Wagemans 7 september 2011 Overleg met Leeuwenborgh opleidingen Agenda Uitgangspunten van de OU Onderwijsontwerp en ontwikkeling ADDIE-cyclus Ontwikkelteam / Cursusteam

Nadere informatie

Vastgesteld november 2013. Visie op Leren

Vastgesteld november 2013. Visie op Leren Vastgesteld november 2013. Visie op Leren Inhoudsopgave SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Doel... 4 2. VISIE OP LEREN EN ONTWIKKELEN... 6 2.1 De relatie tussen leeractiviteiten

Nadere informatie

Achtergrond:uitgangspunt 11/20/2012. ENW-project Professionaliseringspakket voor ELO s in het secundair onderwijs

Achtergrond:uitgangspunt 11/20/2012. ENW-project Professionaliseringspakket voor ELO s in het secundair onderwijs 1 ENW-project Professionaliseringspakket voor ELO s in het secundair onderwijs Prof. dr. T. Schellens Leen Casier Veerle Lagaert Prof. dr. B. De Wever Prof. dr. M. Valcke 2 ENW-project Professionaliseringspakket

Nadere informatie

Werksessie DLWO. 25 juni 2013. Nico Juist, Danny Greefhorst en Lianne van Elk

Werksessie DLWO. 25 juni 2013. Nico Juist, Danny Greefhorst en Lianne van Elk Werksessie DLWO 25 juni 2013 Nico Juist, Danny Greefhorst en Lianne van Elk Aanleidingen programma Mogelijkheden van SURFconext Ontwikkelingen rondom cloud Kansen voor samenwerking kennisinstellingen Behoeften

Nadere informatie

Begeleiden van studenten via een veilig online platform (Pluform.com) CHALLENGE DAY 2016

Begeleiden van studenten via een veilig online platform (Pluform.com) CHALLENGE DAY 2016 Begeleiden van studenten via een veilig online platform (Pluform.com) CHALLENGE DAY 2016 1 PROGRAMMA Introductie Ontstaan van Pluform.com Gebruiker aan het woord De drie pijlers onder Pluform.com Demo

Nadere informatie

Handout PrOfijt. - Versie 1.1 - Versie: 1.1 Datum: 09-04-2014 Mike Nikkels / Olav van Doorn

Handout PrOfijt. - Versie 1.1 - Versie: 1.1 Datum: 09-04-2014 Mike Nikkels / Olav van Doorn Handout PrOfijt - Versie 1.1 - Versie: 1.1 Datum: 09-04-2014 Auteur(s): Mike Nikkels / Olav van Doorn 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave... 2 2 Inleiding... 3 3 Algemeen... 3 4 Visie op PrOfijt... 4 5 Techniek...

Nadere informatie

Didactische meerwaarde van de ELO in het Primair Onderwijs

Didactische meerwaarde van de ELO in het Primair Onderwijs Didactische meerwaarde van de ELO in het Primair Onderwijs Verkenning rondom mogelijkheden, meerwaarde en aandachtspunten 27 januari 2011 NOT Academie Presentatie: Arnout Vree a.vree@avetica.nl www.avetica.nl

Nadere informatie

PointCarré, een nieuwe e-leeromgeving

PointCarré, een nieuwe e-leeromgeving Dag van de Onderwijsvernieuwing PointCarré, een nieuwe e-leeromgeving Koen Vanmeerbeek (onderwijstechnoloog) Stijn Van Achter (instructional designer) Frederik Questier (onderwijstechnoloog) Roan Embrechts

Nadere informatie

Dataportabiliteit. Auteur: Miranda van Elswijk en Willem-Jan van Elk

Dataportabiliteit. Auteur: Miranda van Elswijk en Willem-Jan van Elk Dataportabiliteit Auteur: Miranda van Elswijk en Willem-Jan van Elk Cloud computing is een recente ontwikkeling die het mogelijk maakt om complexe ICTfunctionaliteit als dienst via het internet af te nemen.

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek naar het keuzeproces van een elektronische leeromgeving

Samenvatting afstudeeronderzoek naar het keuzeproces van een elektronische leeromgeving Samenvatting afstudeeronderzoek naar het keuzeproces van een elektronische leeromgeving 17-10-2007 Nienke de Vries Toegepaste Communicatie Wetenschap Universiteit Twente Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2

Nadere informatie

Self service. 360 o Klantbeeld. Door én met klanten. Grip op markten. Antwoord op dynamiek. Adoptability

Self service. 360 o Klantbeeld. Door én met klanten. Grip op markten. Antwoord op dynamiek. Adoptability Self service 360 o Klantbeeld Door én met klanten Antwoord op dynamiek Adoptability Grip op markten De front office betaalt en de front office bepaalt door Chris Ras, Michel Peters en Roel Corzaan De groei

Nadere informatie

Handleiding importeren SCORM pakketten in it s learning

Handleiding importeren SCORM pakketten in it s learning Springplank naar kennis Handleiding importeren SCORM pakketten in it s learning Versie 3.3.2 it s learning, 10 March 2010 1 Inleiding Veel uitgeverijen en docenten zijn bezig met het ontwikkelen van leerstof

Nadere informatie

Van itembank naar Eindtoets of examen. Standaardisatie bij Fontys Hogescholen. Leertechnologieën binnen het bedrijfsleven

Van itembank naar Eindtoets of examen. Standaardisatie bij Fontys Hogescholen. Leertechnologieën binnen het bedrijfsleven INHOUD Jaargang 1, nummer 2, oktober 2002 Leertechnologiestandaarden SCORM IMS learning design-specificatie Van itembank naar Eindtoets of examen Standaardisatie bij Fontys Hogescholen Leertechnologieën

Nadere informatie

De elektronische leeromgeving in 2014

De elektronische leeromgeving in 2014 De elektronische leeromgeving in 2014 1 Wat is de ELO De elektronische leeromgeving is gericht op het ondersteunen, uitlokken en stimuleren van het leren en de leerprocessen van studenten en docenten door

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Intern MVO-management. Verbetering van motivatie, performance en integriteit

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Intern MVO-management. Verbetering van motivatie, performance en integriteit MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management Intern MVO-management Verbetering van motivatie, performance en integriteit Inhoudsopgave Inleiding...3 1 Regels, codes en integrale verantwoordelijkheid...4

Nadere informatie

Een Persoonlijke & Flexibele Leer en Werkomgeving voor Hogeschool Leiden

Een Persoonlijke & Flexibele Leer en Werkomgeving voor Hogeschool Leiden Een Persoonlijke & Flexibele Leer en Werkomgeving voor Hogeschool Leiden Nico Juist, IM, B&S, Hogeschool Leiden voor Challengeday, project FPLO, SURFnet, 7 maart 2017 Hogeschool Leiden 12000 studenten

Nadere informatie

Trends rond virtuele leeromgevingen. Peter B. Sloep Eindhoven, 10 maart 2003

Trends rond virtuele leeromgevingen. Peter B. Sloep Eindhoven, 10 maart 2003 Trends rond virtuele leeromgevingen Peter B. Sloep Eindhoven, 10 maart 2003 Wie ben ik? Halve lector educatieve functies van ICT Half lid van OUNL otecontwikkelprogramma ontwikkeling onderwijsmodelleringstaal

Nadere informatie

Getting Connected. Cornelis Kaai coördinator Onderwijs 7 december 2006

Getting Connected. Cornelis Kaai coördinator Onderwijs 7 december 2006 Getting Connected Cornelis Kaai ICT-co coördinator Onderwijs 7 december 2006 Inhoud Het PCC en de CSG Jan Arentsz Visie op onderwijs Educatieve Contentketen (Kennisnet) Opzet van het project Voorbeeld

Nadere informatie

Uw online leerplatform. Slimmer leren

Uw online leerplatform. Slimmer leren Uw online leerplatform Slimmer leren Leer slimmer Blijf vitaal bent een succesvolle organisatie. U past U zich aan nieuwe omstandigheden aan. U wilt dat uw medewerkers inspelen op die veranderingen. Daarom

Nadere informatie

Voorwoord: Een normcommissie Leertechnologieën. De Nederlandse Normcommissie Leertechnologieën. De Europese WorkShop Learning Technologies (WSLT)

Voorwoord: Een normcommissie Leertechnologieën. De Nederlandse Normcommissie Leertechnologieën. De Europese WorkShop Learning Technologies (WSLT) INHOUD Jaargang 1, nummer 1, juli 2002 Voorwoord: Een normcommissie Leertechnologieën Leertechnologieën De Nederlandse Normcommissie Leertechnologieën De Europese WorkShop Learning Technologies (WSLT)

Nadere informatie

Recensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld

Recensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld reageren bijlagen attenderen printversie Recensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld Datum 01/02/2007 Auteur publicatie Guus Wijngaards, Jos Fransen, Pieter Swager (INHOLLAND) Titel

Nadere informatie

De voordelen van Drupal

De voordelen van Drupal Drupal is een open source Content Management System (CMS). Daarnaast kun je Drupal zien als een framework, dit betekent dat je modules (oftewel mini-applicaties) kunt implementeren in je installatie van

Nadere informatie

ELO (elektronische leeromgeving) Waaraan voldoet een goede ELO of arrangeer platform?

ELO (elektronische leeromgeving) Waaraan voldoet een goede ELO of arrangeer platform? ELO (elektronische leeromgeving) Waaraan voldoet een goede ELO of arrangeer platform? 1 P agina Technische eisen Migratie It s Learning naar nieuwe ELO (anders gaat er veel verloren) Controlesoftware (scherm

Nadere informatie

18 REDENEN OM TE KIEZEN VOOR CENTRIC PROJECTPORTAAL BOUW

18 REDENEN OM TE KIEZEN VOOR CENTRIC PROJECTPORTAAL BOUW 18 REDENEN OM TE KIEZEN VOOR CENTRIC PROJECTPORTAAL BOUW Versie: 1 Datum 21 april 2016 Auteur Peter Stolk Centric Projectportaal Bouw 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Actuele informatie cruciaal 3 SharePoint

Nadere informatie

E-HRM systemen die strategie met HR processen verbinden WHITE PAPER

E-HRM systemen die strategie met HR processen verbinden WHITE PAPER E-HRM systemen die strategie met HR processen verbinden WHITE PAPER E-HRM systemen die strategie met HR processen verbinden De nieuwe generatie E-HRM systemen onderscheidt zich niet alleen door gebruikersgemak

Nadere informatie

Van Wikipedia naar Onderwijs, de kracht van het open domein. sambo-ict conferentie 27 januari 2017

Van Wikipedia naar Onderwijs, de kracht van het open domein. sambo-ict conferentie 27 januari 2017 Van Wikipedia naar Onderwijs, de kracht van het open domein sambo-ict conferentie 27 januari 2017 Even Voorstellen Jan-Bart de Vreede Domeinmanager Leermiddelen & Metadata, Stichting Kennisnet 9 jaar lang

Nadere informatie

Tooling voor de HR-cyclus

Tooling voor de HR-cyclus Tooling voor de HR-cyclus De complete requirements checklist Tooling voor de HR-cyclus De complete requirements checklist Als je op zoek bent naar tooling voor de HR-cyclus, wil je graag een goede keuze

Nadere informatie

Open Specificaties Formaat

Open Specificaties Formaat Open Specificaties Formaat 11-11-2015 Erik Pijnenburg directeur @kubusbv Open Specificaties Formaat Voorstellen BIM voor fabrikanten OPEN standaarden Open Specificaties Formaat Korte demonstratie Vragen

Nadere informatie

Trends in onderwijs. Interview met Coen Free

Trends in onderwijs. Interview met Coen Free Trends in onderwijs Interview met Coen Free Welke trends doen er toe? Trends in het onderwijs: welke zijn van belang en welke niet? Waar kan uw onderwijsinstelling haar voordeel mee doen en welke kun je

Nadere informatie

Moduleoverzicht Moduleoverzicht Scorion Datum: 9 april 2008 1 Parantion 2008

Moduleoverzicht Moduleoverzicht Scorion Datum: 9 april 2008 1 Parantion 2008 Moduleoverzicht Datum: 9 april 2008 1 Parantion 2008 Scorion: het instrument Scorion ondersteunt professionals bij de persoonlijke professionele ontwikkeling op basis van competenties. Scorion stelt een

Nadere informatie

Blended Learning met Canvas. De complete e-learning oplossing voor opleidingsinstituten

Blended Learning met Canvas. De complete e-learning oplossing voor opleidingsinstituten Blended Learning met Canvas De complete e-learning oplossing voor opleidingsinstituten Als opleider weet u als geen ander hoe belangrijk het is om kennis snel en succesvol over te dragen. Daarnaast wilt

Nadere informatie

Door Pieter Swager, Lectoraat elearning, mei 2006

Door Pieter Swager, Lectoraat elearning, mei 2006 Interview met etutor Jaap Jansen, Docent en coördinator van internationale Master Visual Knowledge Building (VKB) van de School of Communication & Media Rotterdam (Hogeschool INHOLLAND) Door Pieter Swager,

Nadere informatie

Portability, Interoperability of toch maar Connectivity Portability, Interoperability of toch maar Connectivity.

Portability, Interoperability of toch maar Connectivity Portability, Interoperability of toch maar Connectivity. Portability, Interoperability of toch 1 Even Voorstellen Diploma s: 1980 Bachelor of Science Civil Engineering (Cairo, Egypte) 1986 Doctoraal in Geodesie (TU Delft, Nederland) Enige Automatiseringservaring:

Nadere informatie

CSCW: introductie 1. CSCW staat voor

CSCW: introductie 1. CSCW staat voor CSCW: introductie 1 CSCW staat voor Computer-Supported Cooperative/Collaborative Work het gaat om groupware, d.w.z., software, die samenwerkingsprocessen in groepen ondersteunt de samenwerking kan op (ruimtelijke

Nadere informatie

De spilfunctie van het Leercentrum binnen het nieuwe onderwijs bij Avans Hogeschool

De spilfunctie van het Leercentrum binnen het nieuwe onderwijs bij Avans Hogeschool De spilfunctie van het Leercentrum binnen het nieuwe onderwijs bij Avans Hogeschool Ellen Simons en Rien Brouwers Leer- en Innovatiecentrum Inhoud Context Onderwijsvisie van Avans Van mediatheek naar Leercentrum

Nadere informatie

Exam Scheduler. Optimaliseer de examenervaring van uw studenten

Exam Scheduler. Optimaliseer de examenervaring van uw studenten Exam Scheduler Optimaliseer de examenervaring van uw studenten Optimaliseer de examenervaring van uw studenten met de software Exam Scheduler van Scientia. Examenplanning in het hoger en voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Implementatieplan. Registratie Instellingen en Opleidingen (RIO) vo. Versie mei Implementatieplan RIO vo 1

Implementatieplan. Registratie Instellingen en Opleidingen (RIO) vo. Versie mei Implementatieplan RIO vo 1 Implementatieplan Registratie Instellingen en Opleidingen (RIO) vo Versie 0.2 7 mei 2019 Implementatieplan RIO vo 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Registratie Instellingen en Opleidingen... 3 1.2

Nadere informatie

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal Heerlen, 4 oktober 2011, Hogeschool Zuyd, Heerlen Dr. Bert Hoogveld, Open Universiteit, CELSTEC Drs. Diny Ebrecht, Open Universitieit, CELSTEC. Visionen für

Nadere informatie

Producten en prijzen 2012

Producten en prijzen 2012 Informatica Voortgezet Onderwijs Postbus 38 2410 AA Bodegraven Nederland Tel. 0172-65 09 83 Fax 0172-61 83 15 www.instruct.nl instruct@instruct.nl België www.instruct.be instruct@instruct.be Producten

Nadere informatie

Professioneel facility management. Competenties en veranderstrategieën om waarde toe te voegen aan het primaire proces

Professioneel facility management. Competenties en veranderstrategieën om waarde toe te voegen aan het primaire proces Professioneel facility management Competenties en veranderstrategieën om waarde toe te voegen aan het primaire proces Inhoud Voorwoord Professionele frontliners 1. Theoretisch kader 2. Competenties en

Nadere informatie

OpenIMS 4.2 Portaal Server

OpenIMS 4.2 Portaal Server OpenIMS 4.2 Portaal Server Inhoudsopgave 1 WAT IS EEN ENTERPRISE INFORMATIE PORTAAL?...3 1.1 BESPARINGEN...3 1.2 GERICHT OP EEN SPECIFIEKE DOELGROEP...3 2 OPENIMS PORTAAL SERVER (PS)...4 2.1 CENTRAAL BEHEER...4

Nadere informatie

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs Tijdschrift voor Didactiek der β-wetenschappen 22 (2005) nr. 1 & 2 53 Oratie, uitgesproken op 11 maart 2005, bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Professionalisering in het bijzonder in het onderwijs

Nadere informatie

ARCADIS Imagine the result E-learning bij de implementatie van een DMS

ARCADIS Imagine the result E-learning bij de implementatie van een DMS ARCADIS Imagine the result E-learning bij de implementatie van een DMS 1 Agenda Korte introductie ARCADIS Document management als pijler van programma Digitaal samenwerken Doelstellingen (opleiding, support,

Nadere informatie

SPC360: specificeren, programmeren en contracteren. SPC360 en AT Osborne 2016 Q1

SPC360: specificeren, programmeren en contracteren. SPC360 en AT Osborne 2016 Q1 SPC360: specificeren, programmeren en contracteren Andere contractvormen In de utiliteitsbouw worden steeds vaker andere contractvormen toegepast. Het zijn tools die hun oorsprong vinden in de wereld van

Nadere informatie

Samenwerkend leren en de toekomst van ICT in het onderwijs 1 2.

Samenwerkend leren en de toekomst van ICT in het onderwijs 1 2. 1 2. Gellof Kanselaar, Amy Franken en Gijsbert Ekens 3 Didactische scenario s In tijden van snelle verandering is er juist veel behoefte aan helderheid over toekomstige ontwikkelingen. Dit geldt ook voor

Nadere informatie

Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO

Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO 1 / 14 Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO 2010 Kennisnet.nl Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO 2 / 14 Samenvatting Scenario s voor Leren op

Nadere informatie

TENCompetence: infrastructuur

TENCompetence: infrastructuur TENCompetence: infrastructuur voor de competentieontwikkeling van individu, team en organisatie in Europa. Presentatie Dr. Marlies Bitter-Rijpkema, Open Universiteit Nederland. Horeca Branche Instituut,

Nadere informatie

Whitepaper Integratie Videoconferentie. Integreer bestaande UC oplossingen met Skype for Business

Whitepaper Integratie Videoconferentie. Integreer bestaande UC oplossingen met Skype for Business Whitepaper Integratie Videoconferentie Integreer bestaande UC oplossingen met Skype for Business Talk & Vision 2015 Inhoudsopgave 1. Introductie 3 2. Skype for Business/Lync 4 Hoe doen we dat? 4 3. Gebruiksvriendelijke

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Context Informatiestandaarden

Context Informatiestandaarden Context Informatiestandaarden Inleiding Om zorgverleners in staat te stellen om volgens een kwaliteitsstandaard te werken moeten proces, organisatie en ondersteunende middelen daarop aansluiten. Voor ICT-systemen

Nadere informatie

Computercommunicatie B: Informatiesystemen

Computercommunicatie B: Informatiesystemen Computercommunicatie B: Informatiesystemen Markus Egg Rijksuniversiteit Groningen Voorjaar 2007 Introductie: doelen van de cursus definitie van informatiesystemen voorbeelden van informatiesystemen klassieke

Nadere informatie

Open standaarden: ook voor het onderwijs! Stefaan Ternier

Open standaarden: ook voor het onderwijs! Stefaan Ternier Open standaarden: ook voor het onderwijs! Stefaan Ternier 11 Standaarden in onderwijs Administratieve keten Educatieve content keten Leerling volg ketens 2 Administratieve keten EDEX Uitwisseling administratieve

Nadere informatie

Process & IT: eerst KIEZEN maakt het DOEN daarna zoveel makkelijker

Process & IT: eerst KIEZEN maakt het DOEN daarna zoveel makkelijker Process & IT: eerst KIEZEN maakt het DOEN daarna zoveel makkelijker Wim Tindemans Manager Business Applications Business and Automation Solutions Egemin NV Agenda Probleemstelling Tegenstelling tussen

Nadere informatie

Masterclass SharePoint Online. in het onderwijs. APS IT-diensten, Utrecht Pagina 1

Masterclass SharePoint Online. in het onderwijs. APS IT-diensten, Utrecht Pagina 1 Masterclass Office 365 - SharePoint Online in het onderwijs APS IT-diensten, Utrecht Pagina 1 Office 365 in het onderwijs Microsoft Office 365 biedt besturen en scholen de unieke mogelijkheid om samenhang

Nadere informatie

Managers en REC-vorming ----- GEEN VOORUITGANG ZONDER VOORTREKKERS

Managers en REC-vorming ----- GEEN VOORUITGANG ZONDER VOORTREKKERS @ ----- Managers en REC-vorming ----- AB ZONDER VOORTREKKERS GEEN VOORUITGANG De wereld van de REC-vorming is volop beweging. In 1995 werden de eerste voorstellen gedaan en binnenkort moeten 350 scholen

Nadere informatie

Toetsen in Blackboard

Toetsen in Blackboard Toetsen in Blackboard Met de tool Test kun je toetsvragen maken en afnemen. In dit document wordt uitgelegd 1. Hoe een toets gemaakt kan worden. 2. Hoe een toets bewerkt kan worden. 3. Hoe een toets beschikbaar

Nadere informatie

Three Ships Learning Solutions

Three Ships Learning Solutions Three Ships Learning Solutions Wiel van de Berg Algemeen Directeur Jos Herkelman Teamleider trainer/consultants Agenda Kennismaken Samen aan jezelf werken Praktisch aan de gang in PO en VO/(M)BO Kaders

Nadere informatie

Implementatieplan voor E learning en ELO gebruik binnen een school. Peter Tempel Fernao Prince Rob Houben Gerard Mastenbroek

Implementatieplan voor E learning en ELO gebruik binnen een school. Peter Tempel Fernao Prince Rob Houben Gerard Mastenbroek Implementatieplanvoor E learningenelogebruik binneneenschool PeterTempel FernaoPrince RobHouben GerardMastenbroek maandag11mei2009 1 2 Inhoudsopgave Inleiding...4 Uitgangspunt:...5 Doel invoering E-Learning:...5

Nadere informatie

Stichting NIOC en de NIOC kennisbank

Stichting NIOC en de NIOC kennisbank Stichting NIOC Stichting NIOC en de NIOC kennisbank Stichting NIOC (www.nioc.nl) stelt zich conform zijn statuten tot doel: het realiseren van congressen over informatica onderwijs en voorts al hetgeen

Nadere informatie

CaseMaster RP ResellerProfiling

CaseMaster RP ResellerProfiling CaseMaster RP ResellerProfiling ResellerProfiling Het verzamelen van reseller informatie is een zeer belangrijke stap in het proces om bij te blijven in de huidige tijd. De performance van de resellers

Nadere informatie

Geef aan in hoeverre u het eens bent met onderstaande stellingen (1 = volstrekt mee oneens, 5 = helemaal mee eens)

Geef aan in hoeverre u het eens bent met onderstaande stellingen (1 = volstrekt mee oneens, 5 = helemaal mee eens) Knowledge Performance Scan De Knowledge Performance Scan geeft relatief snel en goedkoop inzicht in de stand van zaken met betrekking tot de manier waarop met kennis wordt omgegaan in een organisatie(onderdeel).

Nadere informatie

Avans visie Onderwijs & ICT

Avans visie Onderwijs & ICT Avans visie Onderwijs & ICT Samen het maximale uit jezelf halen met ICT Algemeen De visie op Onderwijs en ICT is afgeleid van de Avans Onderwijsvisie en opgesteld vanuit de overtuiging dat we onze ambitie

Nadere informatie

Producten en prijzen 2012

Producten en prijzen 2012 Informatica Voortgezet Onderwijs Postbus 38 2410 AA Bodegraven Nederland Tel. 0172-65 09 83 Fax 0172-61 83 15 www.instruct.nl instruct@instruct.nl België www.instruct.be instruct@instruct.be Producten

Nadere informatie

PBI en ELO s: twee aparte werelden

PBI en ELO s: twee aparte werelden PBI en ELO s: twee aparte werelden Robert Schuwer Samenvatting Eén van de lessen die een hele generatie informatici en informatiekundigen heeft geleerd van Theo is dat bepalen van de informatiebehoeften

Nadere informatie

Dia 2 Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen. Groepswerk. Dia 4 Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen. Dia 3.

Dia 2 Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen. Groepswerk. Dia 4 Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen. Dia 3. Het leerpad Minerva Elise studiedag e-leren Het leerpad in Minerva (Dokeos) Presentatie 14 september 2006 1. Voorgeschiedenis 2. Herontwerp van de cursus 3. Elektronische versie van cursus in leerpad 4.

Nadere informatie

Kennisbank van Alletha. Elementair voor uw organisatie

Kennisbank van Alletha. Elementair voor uw organisatie Kennisbank van Alletha Elementair voor uw organisatie Brochure: Kennisbank Versie: 2 uit 2011 introductie Bedankt voor uw interesse in Alletha Reach en de mogelijkheden die het biedt voor uw organisatie.

Nadere informatie

Portals en Leernetwerken

Portals en Leernetwerken Portals en Leernetwerken Marcel Wigman, Henry Hermans 7 juni 2009 Inleiding In het kader van het 3-lensus project rond Leren voor Duurzame Regionale Ontwikkeling is aan CELSTEC gevraagd een korte notitie

Nadere informatie

Implementatie ELO hoe verleid ik mijn collega s?

Implementatie ELO hoe verleid ik mijn collega s? Implementatie ELO hoe verleid ik mijn collega s? Hans van Gennip 1 Gebruiksmogelijkheden ELO Informatieverstrekking onderwijs Aanbieden leermateriaal / lesstof Aanbieden / gebruik opdrachten zelfstudie

Nadere informatie

1. Introductie...3 2. Verleden...4 2.1 De ENIAC... 4 2.2 ARPANET... 6

1. Introductie...3 2. Verleden...4 2.1 De ENIAC... 4 2.2 ARPANET... 6 DEEL 1 E-LEARNING IN DE TIJD 1. Introductie...3 2. Verleden...4 2.1 De ENIAC... 4 2.2 ARPANET... 6 3. Heden... 10 3.1 Voor- en nadelen van e-learning...10 3.1.1 Voordelen van e-learning...10 3.1.2 Nadelen

Nadere informatie

Hallo! Wij zijn Hubper.co

Hallo! Wij zijn Hubper.co Hallo! Wij zijn Hubper.co Wij zijn nieuw en vertellen graag iets meer over onszelf. We zijn een technologiebedrijf dat zich bezig houdt met het ontwikkelen van online leeroplossingen. Hierin zijn wij anders

Nadere informatie

Eindrapportage Interactieve Leerlijnen. www.dnsleerroutes.net. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari 2010. Kennisnet.

Eindrapportage Interactieve Leerlijnen. www.dnsleerroutes.net. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari 2010. Kennisnet. Eindrapportage Interactieve Leerlijnen versie datum 1 / 7 Eindrapportage Interactieve Leerlijnen www.dnsleerroutes.net Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari 2010 Kennisnet.nl www.dnsleerroutes.net

Nadere informatie

Positionering en concretisering van de Netwerkschool in de onderwijsontwikkeling van het cluster Techniek.

Positionering en concretisering van de Netwerkschool in de onderwijsontwikkeling van het cluster Techniek. Positionering en concretisering van de Netwerkschool in de onderwijsontwikkeling van het cluster Techniek. Vanuit het streven naar beter en dus effectiever onderwijs, maar ook naar betekenisvoller en aantrekkelijker

Nadere informatie

Syfadis Suite. LMS & Talent applicatie

Syfadis Suite. LMS & Talent applicatie Syfadis Suite LMS & Talent applicatie FERN : digitaal leren op werkvloer E books Library Learning Management SyfadisLearning & Talent suite Learning Content management & authoring Performance Support Feiten

Nadere informatie

Sharepoint LMS? Rob Smit Informatiemanager rsmit@novacollege.nl

Sharepoint LMS? Rob Smit Informatiemanager rsmit@novacollege.nl Sharepoint LMS? Rob Smit Informatiemanager rsmit@novacollege.nl Agenda Nova en Nova Portal LMS met wie Waarom het LMS van elearningforce Al 5 jaar aan experimenteren Waar gaan we naar toe? Any content,

Nadere informatie

De digitale leerwereld RIZO 2.0, 13 maart 2012

De digitale leerwereld RIZO 2.0, 13 maart 2012 De digitale leerwereld RIZO 2.0, 13 maart 2012 1 Inhoud Belangrijke definities en voorbeelden Middelen, techniek en ICT Opdracht in subgroepen Wat verwacht u van ons Afsluiting Contact gegevens 2 Belangrijke

Nadere informatie

ICT en de onderwijsorganisatie. Michiel van Geloven juni 2002

ICT en de onderwijsorganisatie. Michiel van Geloven juni 2002 ICT en de onderwijsorganisatie Michiel van Geloven juni 2002 Introductie de plaats van ICT&O in het huidige hoger onderwijs (facultair) beleid het E -onderwijsconcept implementatie financiën ICT in het

Nadere informatie

Stork maakt leren toegankelijker met Springest Go

Stork maakt leren toegankelijker met Springest Go Stork maakt leren toegankelijker met Springest Go Stork lanceerde in 2014 een online leerportal voor zijn medewerkers. Sindsdien kunnen medewerkers zelfstandig opleidingen zoeken en boeken binnen het aanbod

Nadere informatie

Connect Social Business. Plan van Aanpak voor mijn stage bij ConnectSB

Connect Social Business. Plan van Aanpak voor mijn stage bij ConnectSB Connect Social Business Plan van Aanpak voor mijn stage bij ConnectSB Joey Kaan September 28, 2014 Inhoudsopgave 1 Achtergronden 1 2 Probleemstelling & Doelstelling 2 2.1 Leren Professioneel Functioneren..................

Nadere informatie

Het landschap van methodieken en tools voor blended learning

Het landschap van methodieken en tools voor blended learning Het landschap van methodieken en tools voor blended learning Jos Fransen Lector Teaching, Learning & Technology SURF SIG Blended Learning - 20-09-2017 definities van blended learning blended learning of

Nadere informatie

MASTERCLASS. SharePoint in het Onderwijs

MASTERCLASS. SharePoint in het Onderwijs MASTERCLASS SharePoint in het Onderwijs MASTERCLASS SharePoint in het Onderwijs De drie daagse MASTERCLASS SharePoint in het Onderwijs heeft als doel deelnemers kennis en vaardigheden bij te brengen daar

Nadere informatie

Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X

Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X Inleiding School X is een talentschool (mensgericht) vanuit de invalshoek dat leerlingen die hun talent benutten beter presteren

Nadere informatie