OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN"

Transcriptie

1 OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN

2 OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN Inleiding 1 Burgerschap 2 Hoe denken deskundigen over burgerschap en burgerschapsidealen? Enkele burgerschapstheorieën 3 Hoe denken burgers over burgerschap en burgerschapsidealen? 4 Bronnen OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent, 2

3 BURGERSCHAP begripsomschrijving Burgerschap verwijst enerzijds naar fundamentele (burgerlijke, politieke, sociale) rechten (mensenrechten) en plichten (inhoud democratie) als naar goed burgerschap: opvattingen over wat mensen horen te doen en te laten (gemeenschapsdimensie), een goed burger is iemand die zich loyaal en verantwoordelijk opstelt t.o.v. de staat en de gemeenschap. Het is dus zowel een sociaal-cultureel als een moreel geladen begrip. Men spreekt over wel over normatief burgerschap. Hieronder verstaan we: Zelfstandig, sociaal en verantwoordelijk handelen o.b.v maatschappelijk aanvaarde basiswaarden Kennis, bewustwording en vaardigheid m.b.t. - het hanteren van normen - het opbrengen van respect voor anderen - het oriënteren op diverse opvattingen - het vormen van een mening Hoe denken deskundigen over burgerschap en burgerschapsidealen? 1 Enkele burgerschapstheorieën De theorie van Marshall (1950) Na de Tweede Wereldoorlog heeft de Britse socioloog T.H. Marshall de liberale burgerschapstheorie verder uitgewerkt en aangepast aan de naoorlogse situatie. In West-Europa was toen sprake van de ontwikkeling van de verzorgingsstaat. Marshall onderscheidde drie dimensies van burgerschap: civiel, politiek en sociaal burgerschap. Civiel burgerschap had betrekking op klassieke grondrechten als vrijheid van meningsuiting, vrijheid van bezit en toegang tot de rechtspraak. Politiek burgerschap had betrekking op actief en passief kiesrecht. Sociaal burgerschap hield het recht op sociale zekerheid in, dat wil zeggen ondersteuning bij gebrek aan inkomen als gevolg van werkloosheid, ziekte of handicap, en verder het recht op onderwijs (Marshall 1950: 10-11). Nieuw aan de theorie van Marshall was de sociale dimensie die in verband gebracht kan worden met de ontwikkeling van de verzorgingsstaat in West-Europa na de Tweede Wereldoorlog. Marshall stelde dat in moderne samenlevingen drie soorten instellingen op nationale basis nodig zijn om de drie soorten burgerschapsrechten te bewaken en uit te voeren: juridische instellingen, democratische bestuursinstellingen en sociale instellingen (waaronder sociale zekerheidsinstellingen en onderwijsinstellingen). De drie dimensies van burgerschap en de daarbij horende instellingen ontwikkelden zich volgens hem als onderdeel van het moderniseringsproces in Westerse samenlevingen, dat wil zeggen als onderdeel van de ontwikkeling van industrieel-kapitalistische en nationale samenlevingen die vanaf de achttiende eeuw plaatsvond (Marshall 1950; Roche 2002). In dit moderniseringsproces werden burgerschapsrechten in de wet opgenomen waarbij eerst de civiele dimensie, daarna de politieke dimensie en tenslotte de sociale dimensie doorgevoerd werd. De sociale dimensie, die de mensen moest beschermen tegen de uitwassen van het kapitalisme, kon volgens Marshall alleen tot ontwikkeling komen als de civiele en de politieke dimensie reeds doorgevoerd waren. Met deze dimensie was voor Marshall de ontwikkeling van burgerschapsrechten in positieve zin voltooid (Marshall 1950; Roche 2002). In Marshalls theorie staat de vraag centraal wat onder burgerschap verstaan moet worden OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent,

4 anno Zijn theorie paste hij toe op de naoorlogse tijd waarin sprake was van de opkomst van de verzorgingsstaat. Burgerschapstheorieën: liberalen, communitaristen, republikeinen en neo-republikeinen (vanaf circa 1980) Volgens de politicoloog Van Gunsteren was er tot circa 1980 onder theoretici in Westerse landen consensus over de drie dimensies van burgerschap van Marshall. Discussie werd dan ook nauwelijks gevoerd. Burgerschap werd gezien als een kwestie van emancipatie: juridische, politieke en sociaal-economische participatie van alle mensen binnen de nationale staat (Van Gunsteren 1998). Rond 1980 laaide onder invloed van allerlei maatschappelijke veranderingen de burgerschapsdiscussie weer op (Van Gunsteren 1998, Stolle & Hooghe 2004, Isin & Turner 2002). Genoemd worden maatschappelijke veranderingen als individualisering, globalisering, secularisering, de groeiende kloof tussen overheid/politiek en burger, het uiteenvallen van traditionele verbanden als politieke partijen, kerkelijke organisaties, vakbonden, het gezin en de opkomst van de calculerende burger (Van Gunsteren 1998: 15-16; Van den Brink 2002: 90-92). Deze veranderingen leidden binnen én buiten de wetenschap tot zorgen over (vermeend) afnemend burgerschapsbesef. Vanuit een behoefte aan houvast greep men terug op oude burgerschapstheorieën waarbij men probeerde deze theorieën nieuw leven in te blazen. In de discussie traden in eerste instantie drie burgerschapstheorieën op de voorgrond: de liberale, de communitaristische en de republikeinse theorie (Van Gunsteren 1998; Isin & Turner 2002; Van den Brink 2002). Deze theorieën hadden alle wortels in de achttiende en negentiende eeuw - het republikanisme gaat zelfs terug tot de klassieke oudheid - en werden nu verder uitgewerkt. Centraal stond de vraag Wat is burgerschap/wat houdt burgerschap idealiter in? (Van Gunsteren 1998: 14). Elke stroming ging ervan uit dat haar burgerschapsconcept het meest passend en rechtvaardig was in alle omstandigheden. In de jaren negentig voegde Van Gunsteren, uit onvrede met de drie burgerschapstheorieën die volgens hem niet pasten bij de toenmalige ontwikkelingen in de maatschappij, een vierde theorie toe: de neo-republikeinse burgerschapstheorie. De liberale burgerschapstheorie De liberale burgerschapstheorie gaat uit van (universele) individuele rechten die in de wet vastgelegd horen te zijn. Het individu streeft van nature eigenbelang na. Het berekent welke actie de hoogste waarde opbrengt. Deze calculerende houding zal tot het hoogste geluk leiden. Daarom moeten individuen vrij gelaten worden en deze vrijheid moet geborgd worden door middel van universele, in de wet vastgelegde burgerschapsrechten. Burgerschapsrechten moeten dus het nastreven van eigenbelang beschermen (Van Gunsteren 1998; Janoski & Gran 2002; Dekker & De Hart 2002). In de liberale theorie wordt het individu met zijn rechten, opinies en keuzes als gegeven gezien. De context speelt geen rol. Het gaat om een ideaalbeeld van een volledig autonoom individu wiens voorkeuren en inzichten immuun zijn voor externe omstandigheden. Het betreft hier een passieve en private vorm van burgerschap: burgers zijn ontvangers van rechten. Wel dienen zij de regels in de constitutionele democratie en de rechtsorde te onderschrijven en zich daaraan te houden. De communitaristische burgerschapstheorie Het communitarisme als zodanig ontstond in de jaren tachtig van de twintigste eeuw als reactie op de liberale visie die lange tijd overheersend was binnen het denken over burgerschap en greep terug op denkbeelden die met name in de negentiende eeuw ontwikkeld waren (Delanty 2002; De Haan 1993). Communitaristen stellen niet het individu maar de gemeen- OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent, 4

5 schap centraal. Zij zetten zich met andere woorden af tegen het individualisme (Delanty 2002: 162) De communitaristen gaan ervan uit dat de burger van nature behoort tot een historisch gegroeide culturele gemeenschap. Individuen worden gevormd door de gemeenschap. Mensen kunnen via opvoeding en onderwijs tot goede en deugdelijke burgers gevormd worden. Loyaliteit aan de gemeenschap en opvoeding tot loyaliteit leiden tot bloei van de gemeenschap en van haar individuele leden. De nadruk ligt in deze burgerschapstheorie op plichten van de burger jegens de gemeenschap die tot doel hebben een sterke gemeenschap op te bouwen, gebaseerd op gedeelde waarden en een gedeelde traditie. Verder gaat de theorie niet uit van universalisme maar zij beschouwt burgerschap als specifiek voor een bepaalde gemeenschap (Delanty 2002; Janosky & Gran 2002; Van Gunsteren 1998). Hoofddoel is consensus en dus het vermijden van conflict. De goede burger hoort zich hiermee bezig te houden. Bij de communitaristen heeft burgerschap dus een sterk morele inslag. Bij deze opvatting staan burgerzin, gemeenschapsdenken (sociale cohesie) en membership - het gevoel erbij te horen, deel uit te maken van een geheel - op de voorgrond. De republikeinse burgerschapstheorie De republikeinse burgerschapstheorie kan beschouwd worden als een bijzondere variant van de communitaristische theorie (Janosky & Gran 2002; Van Gunsteren 1998). Deze theorie plaatst één gemeenschap, de publieke gemeenschap, in het centrum van het politieke leven. Deze publieke gemeenschap wordt de republiek genoemd (het Latijnse res publica betekent de publieke of openbare zaak). De republiek wordt gekenmerkt door openbaarheid en door een regering die gevormd wordt door de leden van de gemeenschap zelf (democratische regeringsvorm). De burger is dus zowel regeerder als geregeerde (Dagger 2002; Van Gunsteren 1998). Openbaarheid ( publicity in het Engels) impliceert dat politiek, opgevat als aangelegenheid/bezigheid van het publiek, in het openbaar uitgeoefend moet worden. Politiek vereist als zodanig openbaar debat en openbare besluitvorming. Publiek duidt in deze redenering niet alleen op een groep mensen maar ook op een aparte levenssfeer, de publieke of openbare sfeer, die onderscheiden kan worden van de privé sfeer. Dienen van de publieke gemeenschap wordt beschouwd als het hoogste goed. Als leden van de publieke gemeenschap moeten mensen hun privé-belangen opzij zetten om te doen wat het beste is voor de publieke gemeenschap. Dit gebeurt door middel van het uitoefenen van deugden ( civic virtues ) die samengevat kunnen worden onder de noemers betrokkenheid bij de gemeenschap/de gemeenschappelijke zaak en actieve participatie in het openbare leven door middel van deelname aan het publieke debat (Dagger 2002; De Haan 1993; Van den Brink 2002). Burgers zijn hierbij, om corruptie en willekeur te vermijden, gebonden aan de wet (die door henzelf is gemaakt). De ideale burger is dus de burger die betrokken is bij en actief participeert in de publieke gemeenschap/het publieke leven. De overtuiging dat het niet gelukt is de participatie in het publieke leven naar republikeinse maatstaven in praktijk te brengen heeft volgens de ondersoeker Dagger de laatste jaren geleid tot een hernieuwde belangstelling voor het republikeinse burgerschapsconcept (Dagger 2002: 152). Uit bovenstaande blijkt dat ook in de republikeinse visie de nadruk meer op verplichtingen dan op individuele rechten ligt. Centraal staat de plicht om door middel van het publieke debat deel te nemen aan het publieke leven. Het gaat dus om het proces van publieke meningsvorming. Daarmee heeft het republicanisme communicatie tussen burgers onderling op voorgrond geplaatst (Van Woerkum 2000: 22).Verder heeft burgerschap voor de republikeinen net als voor de communitaristen een morele dimensie: de ideale burger is betrokken en neemt deel aan het publieke debat. De neorepublikeinse burgerschapstheorie In de jaren negentig van de twintigste eeuw heeft de Nederlandse politicoloog Van Gunsteren OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent, 5

6 een burgerschapsconcept ontwikkeld dat volgens hem beter paste bij de maatschappelijke ontwikkelingen van die tijd (Van Gunsteren 1998). Hij was van mening dat de drie hiervoor besproken burgerschapstheorieën niet meer aansloten bij de ontwikkelingen die zich aan het einde van de twintigste eeuw voordeden. Van Gunsteren kwam met een geheel herziene versie van het republikeinse burgerschapsconcept. Zijn concept zou meer rekening houden met wat Van Gunsteren noemde de toenemende pluriformiteit in de (Westerse) samenleving. Hij constateerde een enorme verscheidenheid aan gemeenschappen. Behalve de vertrouwde gemeenschappen op basis van nationaliteit, familie/gezin, religie en arbeid spelen andere, minder vertrouwde banden vaak een rol in het leven van individuen. Identiteiten worden gevormd op basis van verschillende en steeds wisselende verbanden. Daarmee wordt overheidsplanning ( public planning ) steeds moeilijker omdat volgens bestuurders de samenleving steeds ingewikkelder wordt en dus moeilijker te begrijpen. Sturing vanuit de overheid is dan ook zo goed als onmogelijk. Volgens Van Gunsteren kan de hedendaagse samenleving gekenmerkt worden als De ongekende samenleving ( The unknown society, Van Gunsteren 1998: 23). In deze samenleving is de primaire taak van de burger organizing plurality ofwel het organiseren van diversiteit. De redenering is als volgt. De burger is lid van een publieke gemeenschap, dat wil zeggen de republiek. Deze gemeenschap is één van de vele gemeenschappen waar de burger lid van is, maar ze vormt wel de centrale gemeenschap voor de burger. Een kerntaak van de republiek is het organiseren van diversiteit ( plurality ), niet alleen van individuen maar ook van gemeenschappen: The republic creates and protects the freedom of individuals to form communities, to join them, and to exit from them. (Van Gunsteren 1998: 24). Burgers moeten opgevoed worden tot het uitoefenen van deugden ( virtues ): het dienen van de republiek door middel van competenties als het in staat zijn tot het voeren van een debat, het aan de dag leggen van redelijkheid en het tolereren van diversiteit. De primaire deugd is echter het vermogen om diversiteit te organiseren ( organizing plurality ). Het gaat bij het neorepublikanisme dus om de interactieprocessen tussen burgers onderling. De neorepublikeinse theorie erkent dat individuen onderling grote verschillen kunnen vertonen en in hoge mate loyaal kunnen zijn aan andere gemeenschappen dan de republiek, maar zij moeten wel burgerdeugden aan de dag leggen, althans zodanig handelen dat zij bezig zijn met organizing plurality, willen zij burgerschap kunnen uitoefenen. (Van Gunsteren 1998: 24-28). Ook in de neorepublikeinse theorie ligt dus de nadruk op plichten jegens de gemeenschap en is er sprake van een sterk normatieve inslag. Centraal staat de plicht van de burger om manieren te vinden om te kunnen omgaan met diversiteit. Alleen zo kunnen er leefbare situaties ontstaan. De ideale burger is de burger die door deel te nemen aan publieke debatten en door een tolerante houding aan te nemen hiertoe in staat is. Het gaat in deze theorie, net als in de republikeinse theorie om interactieprocessen tussen burgers onderling. Nieuwe ontwikkelingen in de wetenschappelijke burgerschapsdiscussie aan het eind van de twintigste eeuw Een ruim en dynamisch burgerschapsconcept Aan het einde van de twintigste eeuw groeide onder wetenschappers het besef dat de omstandigheden als gevolg van allerlei ontwikkelingen (genoemd worden onder andere individualisering, globalisering en migratie) zo veranderd waren dat de klassieke burgerschapstheorieën weinig sturing konden geven aan de toenmalige complexe samenleving (Van Gunsteren 1998; Isin & Turner 2002). Dit gaf een nieuwe impuls aan de wetenschappelijke burgerschapsdiscussie. Het idee van één burgerschapsconcept dat in alle omstandigheden van toepassing zou kunnen zijn werd meer en meer verlaten. Steeds meer werd het idee aangehangen van een gedifferentieerd burgerschapsconcept, dat wil zeggen dat afhankelijk van de context het burgerschapsconcept kan verschillen (Isin & Turner 2002; Van Gunsteren 1998). We hebben gezien dat Van Gunsteren het omgaan met diversiteit als centraal element van het neorepublikeinse burgerschap beschouwde, maar in zijn theorie stond nog steeds één allesomvattend idee van de ideale burger centraal waarbij de theorie voorschreef hoe de burger zich hoort te gedragen. In de nieuwe onderzoeken OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent,

7 werd in toenemende mate van dit idee afgestapt. De nadruk werd in plaats van op rechten en plichten binnen de nationale staat, meer en meer op praktijken, betekenissen en identiteiten gelegd, zowel op lokaal, nationaal als internationaal niveau. Burgerschap werd bovendien steeds meer opgevat als een sociaal proces in plaats van als een toestand. De grens tussen de publieke en de privé sfeer vervaagde hiermee (Isin & Turner 2002, Hermes & Dahlgren 2006). Theorieën met betrekking tot de ideale burger maakten plaats voor empirisch, vooral kwalitatief, onderzoek naar alledaagse praktijken van burgerschap. Er wordt ook wel gesproken van onderzoek naar de informele of ondergrondse aspecten van burgerschap (Hermes & Dahlgren 2006; Couldry 2006). De discursieve benadering van burgerschap Het laatste decennium is de nadruk in het onderzoek naar burgerschap meer en meer komen te liggen op alledaagse praktijken van burgerschap. Binnen dit onderzoek ontstond steeds meer belangstelling voor de zogeheten discursieve benadering, een benadering die vanuit de sociale psychologie een sterke impuls heeft gekregen. De discursive social psychology, ontstaan in de jaren 80 van de vorige eeuw, bestudeert gesprekken en geschreven teksten als sociale praktijken (Barnes, Auburn & Lea 2004; zie ook Edwards & Potter 1992). Binnen deze benadering wordt afgestapt van een vastomlijnde omschrijving van burgerschap: rechten en plichten van individuen en groepen en de handelingen die daarmee samenhangen. Barnes, Auburn en Lea (2004) geven aan dat de vastomlijnde omschrijving van burgerschap een top down-benadering inhoudt, dat wil zeggen uitgangspunt is een aantal vaste kenmerken van burgerschap in plaats van dat er van uitgegaan wordt dat mensen zelf via alledaags praten burgerschap invullen. Volgens deze laatste visie, die Barnes, Auburn en Lea de bottom up-benadering noemen, komen de verschillende manieren waarop mensen zich met elkaar verbonden voelen tot uiting in alledaagse gesprekken en op flexibele wijze, dat wil zeggen steeds anders. Met andere woorden, burgerschap wordt gevormd in alledaagse gesprekken. Dit wordt de sociaalconstructivistische benadering genoemd die er van uitgaat dat burgerschap the product of discourse is (Barnes, Auburn & Lea 2004: 190). Door middel van alledaagse gesprekken geven mensen betekenis aan hun leven, in dit geval aan burgerschap, en door die gesprekken te analyseren komen we tot de constructie van sociale betekenissen van burgerschap. Burgerschap is hiermee verplaatst van het cognitieve naar het discursieve domein: Citizenship manifests itself in and through discursive action. (Barnes, Auburn & Lea 2004: 202). Dit betekent dat burgerschap wordt benaderd vanuit het perspectief van de mensen zelf en niet vanuit instituties. Burgerschap is een vloeiend begrip dat gevormd wordt in alledaagse gesprekken. Dit houdt in dat een dynamische benadering van het begrip burgerschap gehanteerd wordt in plaats van een statische benadering. Burgerschap is niet iets dat men bezit, burgerschap kan niet toegekend worden, maar mensen geven zelf invulling aan burgerschap door hun eigen handelen: People enact citizenship through their own agency (Asen 2004: 204). Volgens deze visie kan ook door hen die niet officieel de status van burger hebben invulling aan burgerschap gegeven worden (Asen 2004: ). Uiteindelijk gaat het om de vraag hoe aan burgerschap invulling gegeven wordt in verschillende contexten. Hoe denken burgers over burgerschap en burgerschapsidealen? 2 Bevolkingsenquêtes en focusgroepen In de onder politicologen beroemde vijf-landenstudie The civic culture van Almond en Verba (1963) gaan de auteurs uitgebreid in op burgerschapsopvattingen. If the model democratic citizen is active, participating, and influential, is this what the ordinary man aspires to be? (Almond en Verba 1963: 119). De beantwoording van de vraag begint met de opmerking dat the good citizen does not equal the good man aangezien de politieke geïnvolveerdheid van de goede burger niet in de plaats van zijn3 rol als privépersoon en als onderdaan komt, maar daar bovenop. Om na te OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent,

8 gaan in hoeverre de rol van participant wordt toegevoegd aan die van parochial en subject, werd in enquêtes gevraagd naar de gewenste actieve betrokkenheid van burgers bij de lokale gemeenschap en politiek. De aanhang voor een actieve rol van de burger ( vergaderingen bezoeken, lid worden van een organisatie die zich bezig houdt met plaatselijke belangen e.d.) varieerde van 10% bij de Italiaanse respondenten tot 51% bij de Amerikaanse. Slechts passieve participatie ( zich interesseren voor en informeren over plaatselijke aangelegenheden, gaan stemmen ) wordt verlangd door 22% van de Italiaanse en 27% van de Amerikaanse respondenten. Opgeteld zitten tussen deze 32 en 78% de Mexicanen (59%), de West-Duitsers (60%) en de inwoners van het Verenigd Koninkrijk (70%). Invloed uitoefenen en deelname aan besluitvorming waren terugkerende begrippen in de ideeën over actief burgerschap; een enkeling noemde ook informele sociale participatie, zoals het helpen van buren (Almond en Verba 1963: ). Connover et al. (1991; vgl. Conover en Searing 1995) legden in bevolkingsenquêtes en focusgroepen Amerikanen en Britten de volgende vraag voor: The term citizen means different things to different people. When you hear the word citizen what do you think of first: a person who is a member of the community, or, a person who has legal rights and duties? De enquêtes toonden dat zo n tweederde van de Amerikanen in de eerste plaats aan de rechten en plichten dachten en tweederde van de Britten in de eerste plaats aan het lidmaatmaatschap van de gemeenschap. Dit verschil zou volgens de onderzoekers veroorzaakt kunnen worden door de geringe omvang en grotere culturele homogeniteit van Groot-Brittannië. Interessanter vonden ze het verschil in reacties op de vraag in de focusgroepen. De meeste Britten konden weinig met het begrip beginnen: het deed ze denken aan de Franse revolutie en het werd de laatste jaren wel veel gebruikt, maar het was geen alledaags of saillant begrip ( I don t consciously or unconsciously think of myself as a citizen I am English and I live in Brentwood ; Conover en Searing 1995: 11). In de Amerikaanse focusgroepen daarentegen gebruikte men het burgerschapsbegrip vanzelfsprekend en was men bekend met het in de vraag gemaakte onderscheid. Gevraagd naar wat burgers moeten doen, kwamen de Amerikaanse focusgroepen vooral met concrete staatsburgerlijke verantwoordelijkheden als het betalen van belastingen, het land helpen verdedigen in het geval van oorlog, stemmen, en ook wel het protesteren tegen een slechte wet. De Britten hielden het vaker algemeen op een zich houden aan normen en regels en op beleefdheid. Naast deze breed onderschreven basisverplichtingen in de VS eerder legalistisch opgevat, in Groot-Brittannië eerder gemeenschapsoriënterend werden in beide landen door minderheden morele verplichtingen naar voren gebracht zoals het zorgen voor medeburgers, vrijwilligerswerk doen en initiatief nemen als er iets fout gaat in de gemeenschap. De Britten maakten vaker de kanttekening dat men ook in de privé-sfeer, bij voorbeeld als opvoeder, een goede burger kon zijn. De belangrijkste conclusie van de onderzoekers was dat er geen liberale en communitaristische burgertypen waren, maar wel accentverschillen: Britten zouden communitaristischer zijn dan Amerikanen en over lokale kwesties werd communitaristischer gesproken dan over nationale kwesties. Theiss-Morse (1993) selecteerde statements uit verschillende stromingen in de theorievorming over democratie (elitisme, pluralisme, burgerschaps- en participatietheorieën) en legde die voor aan respondenten om ze overeenkomstig hun preferenties te ordenen. Een factoranalyse van de ordeningen bracht andere onderscheidingen naar boven dan de theoretische stromingen waaraan de statements ontleend waren. Te onderscheiden waren het perspectief van vertrouwen in de representatieve democratie, het perspectief van politieke enthousiastelingen (steun voor een breed scala politieke activiteiten), het perspectief dat politiek gerust overgelaten kan worden aan politici en belangenbehartigers, en het cynische perspectief dat burgers weliswaar moeten stemmen en zich moeten informeren over politiek, maar niets van de politiek hoeven te verwachten. De perspectieven konden het feitelijke politieke participatiegedrag van de respondenten helpen verklaren. Het onderzoek maakt aannemelijk dat mensen dezelfde activiteiten vanuit heel verschillende burgerschapsopvattingen kunnen ondernemen. Wuthnow (1998) tot slot, hield voor zijn boek over veranderingen in burgerschapsidealen en vormen van vrijwillig engagement in de Verenigde Staten onder andere een enquête met daarin de OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent, 8

9 vraag wat er nodig is om een goede burger te zijn. Van de respondenten gaf 90% aan dat het essentieel of erg belangrijk was to be a person of strong moral character, waarmee dit het meest onderschreven kenmerk was. Het belang van een sterke persoonlijke morele zekerheid werd ook naar voren gebracht in de interviews die de auteur hield. Mensen maakten zich zorgen over toenemende morele onzekerheid ten gevolge van de vele veranderingen en de overvloed van tegenstrijdige informatie in het moderne bestaan. Tegenover het door political scientists and community leaders verkondigde idee dat goed burgerschap zou vereisen dat iedereen meedoet aan vrijwilligerswerk, politieke campagnes en het verenigingsleven, stellen geïnterviewden dat iedereen moet handelen overeenkomstig zijn of haar specifieke gaven en dat zo ook de inzet in de opvoeding of het beroepsleven een bijdrage aan goed burgerschap kan zijn (Wuthnow 1998: ). De hier gememoreerde onderzoeken zijn slecht vergelijkbaar zijn, maar één ding is wel duidelijk: gewone Amerikaanse (en Britse) burgers komen, pratend over burgerschap, niet tot de politieke deugdencatalogus die zo prominent aanwezig is in de theoretische discussies. Het enquêteonderzoek Civil society en vrijwilligerswerk 1997 Dit onderzoek werd eind 1996, begin 1997 uitgevoerd als schriftelijk vervolg van de mondelinge enquêtes van Culturele veranderingen in Nederland In vier plaatsen (de gemeente Asten, het dorp Heerenveen en wijken in Dordrecht en Hoorn) werd een extra lijst achtergelaten met onder andere enkele open vragen, waaronder de volgende: Mensen hebben verschillende ideeën over wat een mens tot een goede burger maakt. Kunt u met enkele woorden aangeven wat een goede burger wel en wat een goede burger niet doet? a Wat doet een goede burger ZHO? (Maximaal 3 antwoorden!) b En wat doet een goede burger QLHW? (Maximaal 3 antwoorden!) De veldwerkorganisatie, NIPO, heeft de antwoorden zo goed mogelijk letterlijk overgetypt en ze zelf ook nog ingedeeld in 11 positieve en 13 negatieve categorieën. Afgezien van de 44 van de 531 lokale respondenten die op beide vragen geen enkel antwoord gaven, waren er nogal wat respondenten die minder dan drie positieve en drie negatieve kenmerken wisten te bedenken en daarnaast waren er respondenten die door meervoudige antwoorden in meer dan drie positieve of negatieve categorieën scoorden. Er werden meer positieve dan negatieve kenmerken genoemd, maar dat heeft waarschijnlijk vooral met de volgorde van vragen te maken. Door het gebruik van ontkenningen kunnen positieve kenmerken voor de negatieve karakterisering worden gebruikt en omgekeerd. Leeft de wet na en steelt niet zijn dingen die de goede burger wel doet en leeft de wet niet na en steelt zijn dingen die hij of zij niet doet. Respondenten beperkten zich bij vraag b ook wel eens tot een simpel contra a of ze leken hun antwoorden betrekkelijk willekeurig als positief en negatief kenmerk te noemen: natuur in ere houden en dierenmishandeling had waarschijnlijk net zo goed goed zijn voor dieren en aantasting van de natuur kunnen zijn.4 Deze lokale respondenten vormen geen representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking, maar gezien de keuze van de plaatsen is het wel aannemelijk dat ze de verscheidenheid van opvattingen redelijk in beeld brengen. Wat tabel 1 overduidelijk laat zien, is dat in de bevolking politiek geen belangrijk kenmerk is van goed burgerschap. Slechts 7% van de karakteriseringen komt in categorie h) terecht. Dat percentage zal door een ruimere omschrijving van politiek en een ruimhartiger toewijzing van twijfelgevallen wel wat te verhogen zijn, maar het zal klein blijven in vergelijking met de overweldigende hoeveelheid karakteriseringen van (pro-)sociaal en fatsoenlijk gedrag. Met het oog op de politieke en academische burgerschapsdiscussies, OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent, 9

10 waarin de goede burger vaak heel vanzelfsprekend in de publieke sfeer en politieke arena wordt gesitueerd, is dit een belangrijke bevinding: in de Nederlandse publieke opinie is politieke betrokkenheid geen sterk kenmerk van goed burgerschap. Onze samenvattende indeling in de laatste kolom van tabel 1 voegt positieve en negatieve eigenschappen samen tot een sociale (behulpzame etc.), fatsoenlijke (geen overlast bezorgende), gezagsgetrouwe (zich aan regels houdend) en politiek betrokken burger. Tabel 2 schetst de verdeling van de vier samenvattende burgerschapskenmerken in de bevolking. Gelet wordt op het al of niet verwijzen naar een kenmerk, niet naar de frequentie daarvan (eenmaal wijzen op fatsoen telt even zwaar als het uiteenleggen van deze deugd in drie positieve en drie negatieve). Zo gezien is de karakterisering van de burger als een sociaal wezen even populair als zijn karakterisering als een fatsoenlijk wezen (aan beide kenmerken wordt eens of vaker gerefereerd door 82% van de ondervraagden). Het gaat respectievelijk om hulpvaardigheid en andere positieve houdingen tegenover de medemens en om het respecteren van de medemens en het geen overlast bezorgen. Gezagsgetrouwheid (het zich houden aan wetten, regels en normen) wordt door ongeveer de helft van de ondervraagden kenmerkend geacht en politieke betrokkenheid blijft natuurlijk ongewijzigd kenmerkend volgens de 7% die al in tabel 1 werd genoemd. Sociale karakteriseringen komen minder voor bij ouderen en het gaat voor een deel om dezelfde mensen bij kerkgangers. In deze bevolkingscategorieën en, opvallender, ook in de categorie mensen die de afgelopen jaren deelnam aan een collectieve actie, wordt gezagsgetrouwheid relatief vaak als kenmerk van de goede burger genoemd. Politieke betrokkenheid wordt ook vaker door kerkgangers genoemd. Deze burgerdeugd speelt bij jongeren en in Dordrecht nagenoeg geen rol meer (7-5= 2% verwijst ernaar). OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent, 10

11 TABEL 1 Positieve en negatieve eigenschappen van de goede burger (in procenten) NIPO-coderingen % Samenvattend Positief: wat de goede burger wel doet a Sociaal gedrag, verantwoordelijkheid tonen tegenover medemens 57 sociaal b Hulpvaardig zijn voor anderen / burenhulp 40 sociaal c Gemeente netjes houden / vervuiling tegengaan / beter milieu 24 fatsoenlijk d Aan regels houden / aan normen en waarden houden 22 gezagsgetrouw e Respect tonen / medemens in zijn waarde laten / niet discrimineren 21 fatsoenlijk f Eerlijkheid/betrouwbaar zijn / niet stelen 16 fatsoenlijk g Wetgeving handhaven / aan wet houden 15 gezagsgetrouw h Belangstelling / interesse in (gemeentelijke) politiek, stemmen 7 politiek betrokken i (Gemeentelijke) belasting betalen 5 gezagsgetrouw j Werken (indien mogelijk) 5 - k Nog anders 14 - Negatief: wat de goede burger niet doet l Geen burenoverlast / rekening houden met medemens 29 fatsoenlijk m A-sociaal gedrag of leven / egoïstisch zijn 29 sociaal n Vandalisme / crimineel gedrag / misdadig zijn 25 fatsoenlijk o Stelen / diefstal / oplichting / inbraak 22 fatsoenlijk p Wet niet naleven / overtreden 14 gezagsgetrouw q Niet eerlijk of niet betrouwbaar zijn / misbruik sociale uitkeringen 13 gezagsgetrouw r Discrimineren / racistisch gedrag / iemand niet in zijn waarde laten 13 fatsoenlijk s Niet het milieu vervuilen of belasten / hondenpoep etc. 13 fatsoenlijk t Onverschillig zijn / alles aan je laars lappen / geen normen en waarden 11 fatsoenlijk u Vernielingen (in woonomgeving) 8 fatsoenlijk v Belasting ontduiken/niet betalen 3 gezagsgetrouw w Ruzie zoeken 2 fatsoenlijk x Nog anders 15 (n) (487) Bronnen: Lokale bestanden Civil society en vrijwilligerswerk 1997 (SCP) OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent, 11

12 Tabel 2 Achtergronden van het noemen van kenmerken van goed burgerschap (in %-punten afwijking) a sociaal fatsoenlijk gezagsgetrouw politiek betrokken Percentage respondenten dat het kenmerk noemt Man (43%) Vrouw (57%) jaar (23%) jaar (46%) en ouder (30%) Lager opleidingsniveau (49%) Hoger opleidingsniveau (51%) Gaat eens per maand of vaker naar de kerk (20%) Gaat minder vaak naar de kerk (80%) Doet vrijwilligerswerk (32%) Doet geen vrijwilligerswerk (68%) Participeerde afgelopen 2 jaar in collectieve actie (38%) Deed dat niet (62%) Asten (26%) Heerenveen (25%) Hoorn (24%) Dordrecht (24%) Vet afgedrukt zijn categorieën die significant (p<0,05 tweezijdig) afwijken van de complementaire categorieën als het hier een ad random getrokken steekproef zou betreffen. Bronnen: Lokale bestanden Civil society en vrijwilligerswerk 1997 (SCP) OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent, 12

13 Belangrijkste bevindingen Een goede burger is sociaal ingesteld Dit is, zoals gezegd, de meest voorkomende eigenschap die worden geassocieerd met goed burgerschap. In een minimale variant wordt gesteld dat de goede burger zich aanpast aan zijn woonomgeving of aan de samenleving. In een actievere zin worden wat betreft de directe leefomgeving genoemd dat een goede burger vriendschappen onderhoudt, bijspringt als vrienden, familieleden en kennissen daar behoefte aan hebben, een goed contact met zijn buren heeft en burenhulp verschaft. Een familiale component klinkt door in de stelling dat een goede burger zijn ouders helpt waar hij maar kan, goed is voor zijn gezin en probeert zijn kinderen goed op te voeden. Deze familiale component is tamelijk zwak vertegenwoordigd onder de omschrijvingen. De uitspraken die betrekking hebben op sociale contacten in algemenere zin zeggen dat een goede burger niemand benadeelt, vriendelijk en beleefd is, rekening houdt met anderen, prettig met zijn medeburgers samenwoont en deze geen overlast bezorgt. Verder is een goede burger tolerant, bedrijft hij geen racisme en toont hij respect voor anderen. In actievere formuleringen wordt gerefereerd aan behulpzaamheid ten aanzien van medemensen en het opkomen voor anderen. Een goede burger is een morele persoonlijkheid Met betrekking tot zijn leefomgeving wordt een goede burger geacht te voldoen aan de verplichtingen die gelden binnen de gemeenschap waar hij deel van uitmaakt: hij zorgt te leven naar de normen en waarden van land en streek. Een stapje verder gaat dat hij ook sociale controle toepast in zijn woonomgeving, een oogje in het zeil houdt ter voorkoming van misdrijven en wanneer hij deze constateert aangeeft bij de politie. In een meer algemene zin worden hem eigenschappen als eerlijkheid, oprechtheid, verantwoordelijkheidsgevoel, het nakomen van verplichtingen, ijverigheid en beschaafd gedrag toegedicht. De goede burger staat op de bres voor normen en waarden en - zoals meerdere keren wordt gesteld - neemt de tien geboden tot richtsnoer van zijn handelen. In een conformistische variant schikt hij zich welbewust naar de geldende regels en wetten. Hier lijkt het aloude vaderlandse advies van doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg te overheersen: een goede burger leidt een normale leefstijl en heeft een baan om zijn of haar gezin te onderhouden. In een legalistische variant betaalt hij zijn belasting, eerbiedigt hij andermans eigendommen en houdt hij zich verre van misdadige praktijken. Een goede burger is milieubewust Hij voelt zich verantwoordelijk voor de leefbaarheid van zijn omgeving, hij veroorzaakt geen geluidsoverlast, houdt de straat vrij van hondenpoep, ruimt rommel op en deponeert afval keurig in bakken, kortom: houdt de buurt schoon en netjes. Ook vandalisme probeert hij tegen te houden. Algemeen gesproken handelt hij milieubewust en houdt hij de natuur in ere. Met een sociale instelling, moraliteit en milieubewustheid zijn de belangrijkste eigenschappen van de goede burger genoemd. Zij zijn zelfs dermate alom aanwezig in de teksten dat gerust gesproken kan worden van min of meer algemeen gedeelde sociale formules van goed burgerschap. Over sociale gerichtheid, morele maatstaven en oog voor leefbaarheidsaspecten als kernelementen van goed burgerschap bestaat algehele consensus, zij vormen in de woorden van Emile Durkheim een onderdeel van het Nederlandse conscience collective. Daarnaast zijn er nog een aantal eigenschappen die in de verhalen van onze respondenten zo nu en dan terugkeren. De meest genoemde daarvan hebben betrekking op vormen van maatschappelijke en politieke participatie. Een goede burger is maatschappelijk actief Goed burgerschap vereist volgens een aantal respondenten dat men de samenleving dient met zijn talenten, via werk of onderwijs deelneemt aan het maatschappelijk leven, een plaats heeft OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent, 13

14 op de arbeidsmarkt en werkt voor een salaris. De zekere financiële draagkracht die wordt toegeschreven aan een goede burger speelt een rol in verschillende typeringen. Een respondent stelt dat een goede burger een financiële bijdrage levert aan maatschappelijk belangrijke zaken zoals milieu en onderwijs. Een andere respondent, die het blijkbaar niet zo goed heeft getroffen maar wel redeneert vanuit een vergelijkbare stellingname, komt tot de volgende cynische verzuchting: Een goede burger is een persoon die meer dan f 3000,- per maand verdient, want die kan meer doen met de maatschappij en dat kan ik niet. Wij moeten het met f 1800,- per maand doen, dus kunnen niet meedoen met de maatschappij. In enkele gevallen wordt de maatschappelijke deelname verbonden met een actieve rol in het plaatselijke verenigingsleven en het doen van vrijwilligerswerk. Politieke participatie geldt voor onze respondenten zeker niet als het non plus ultra van goed burgerschap. Wat dat betreft schetst een nadere verkenning van de oorspronkelijke antwoorden voor de politieke theorie geen vrolijker beeld dan de NIPO-coderingen. Als staatsburgerlijke plichten en politieke betrokkenheid worden genoemd, dan vooral als stemplicht en betrokkenheid bij de lokale politiek. Daarmee zijn de belangrijkste kenmerken die worden toegekend aan goed burgerschap wel de revue gepasseerd. Soms komen ze samen in een uitvoeriger zedenschets, bij voorbeeld bij een respondent die stelt dat een goede burger in zijn levensstijl iets laat zien van zijn persoonlijke opvattingen over hoe je met mensen, dieren, natuur en milieu omgaat, zich bekommert om mensen die aandacht of hulp nodig hebben en belangstelling toont voor en participeert in de activiteiten die mensen ondernemen om de kwaliteit van het bestaan te verbeteren. Of, in een meer lokaal gebonden versie, bij een andere respondent die vindt dat een goede burger mensen in zijn nabije omgeving helpt als dit nodig mocht zijn, ervoor zorgt dat de leefomgeving schoon en leefbaar is om de buurt zo gezellig mogelijk te maken, en ervoor zorgt dat men op het rechte pad blijft zo blijft de gemeenschap stabiel. Of, in een typering die meer aan politiek staatsburgerschap refereert: een goede burger is iemand die medeverantwoordelijkheid draagt over datgene dat zich afspeelt in de samenleving, respect heeft voor democratisch genomen besluiten en voor alle medelanders en zich verzet tegen dictatoriaal optreden van de kleine en grote overheden. Het moge duidelijk zijn dat het bij goed burgerschap om een waarde gaat, om iets dat als nastrevenswaardig wordt beschouwd. Wie zou zich de goede burger, zoals getypeerd door onze respondenten, niet als buurman/buurvrouw wensen? Klassieke elementen van de burgerlijke levensvisie als gezin, arbeid en materiële zekerheid spelen een ondergeschikte rol in de typeringen van de respondenten. Gemeten aan deze criteria, lijken de Nederlanders inmiddels inderdaad een volk te vormen dat niet langer sterk geïnspireerd wordt door typisch burgerlijke idealen in de traditionele Nederlandse in van het woord (Aerts en Te Velde 1998). Eindnoten 1 Moll, T., (2008), Burgerschap en communicatie. Over burgerschapstheorieën en de relatie met overheidscommunicatie. 2 Dekker, P. en de Hart, J. (2002), Burgers over burgerschap. Verschenen in: R.P. Hortulanus en J.E.M. Machielse (red.), Modern burgerschap (Het sociaal debat deel 6). Den Haag: Elsevier, 2002 (21-35). Bronnen Batstone, D., en E. Mendieta (red.), 7KH_JRRG_FLWL]HQ. New York: Routledge. Dekker, P. en de Hart, J. (2005), De goede burger. 10 beschouwingen over een morele categorie, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Schudson, M. (1998). 7KH_JRRG_FLWL]HQ. New York: The Free Press. Theiss-Morse, E. (1993). Conceptualizations of good citizenship and political participation. Political Behavior 15: OVER BURGERSCHAP: THEORIEEN EN MENINGEN, 2008, Verantwoordelijke uitgever: Sociumi, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent, 14

15 Dit dossier is een uitgave van vzw Sociumi, een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde sociaal-culturele beweging D/2008/002

Burgerschap en communicatie Over burgerschapstheorieën en de relatie met overheidscommunicatie

Burgerschap en communicatie Over burgerschapstheorieën en de relatie met overheidscommunicatie (Etmaal van de communicatie 2008) Burgerschap en communicatie Over burgerschapstheorieën en de relatie met overheidscommunicatie Trees Moll (Trees.Moll@inholland.nl) Abstract In dit paper staat de vraag

Nadere informatie

Burgers over burgerschap

Burgers over burgerschap 9HUVFKHQHQ LQ 5 3 +RUWXODQXV HQ -(0 0DFKLHOVH UHG 0RGHUQ EXUJHUVFKDS +HW VRFLDDOGHEDWGHHO'HQ+DDJ(OVHYLHU Burgers over burgerschap Paul Dekker en Joep de Hart,QOHLGLQJ In politieke en politicologische discussies

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Voorwoord 9. Inleiding 11

Voorwoord 9. Inleiding 11 inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 deel 1 theorie en geschiedenis 15 1. Een omstreden begrip 1.1 Inleiding 17 1.2 Het probleem van de definitie 18 1.3 Kenmerken van de representatieve democratie 20 1.4 Dilemma

Nadere informatie

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan 08540 LerenLoopbaanBurgerschap 10-04-2008 08:28 Pagina 1 ontwikkelingsproces 1+2 1 2 3 4 5 6 7 Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan Leren, Loopbaan en Burgerschap Wat laat

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4.1 Het prestige van de kerken De kerken zijn niet meer de gezaghebbende instanties van vroeger. Dat is niet alleen zo in Nederland. Zelfs in uitgesproken godsdienstige

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Bij deze opgave horen tekst 1 en 2 en de tabellen 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding In Nederland zijn ruim 4 miljoen mensen actief in het vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo I Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:

Nadere informatie

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN 3.1 Exploreren, verkennen en integreren van de mogelijkheden van de mens 3.2 Exploreren, verkennen en integreren van de grenzen van de mens 3.3 Ontdekken

Nadere informatie

Cynisme over de politiek

Cynisme over de politiek Cynisme over de politiek Een profiel van ontevreden burgers Dr. Pieter van Wijnen Waar mensen samenleven, zijn verschillende wensen en belangen. Een democratische samenleving heeft als doel dat politici

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording enquête

Onderzoeksverantwoording enquête Onderzoeksverantwoording enquête Steekproef Voor de gegevensverzameling ten behoeve van de grootschalige enquête is gebruik gemaakt van de steekproefbron TNS NIPObase. Dit is een database van huishoudens

Nadere informatie

Cynisme over de politiek

Cynisme over de politiek Cynisme over de politiek Een profiel van ontevreden burgers Waar mensen samenleven, zijn verschillende wensen en belangen. Een democratische samenleving heeft als doel dat politici en bestuurders in hun

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage Examen HAVO 2009 tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur tevens oud programma Nederlands Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage Dit examen bestaat uit 21 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016 Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht 2016 De Monitor Sociale Kracht: 7 pijlers Participatie De Monitor Sociale Kracht gaat uit van de beredeneerde veronderstelling dat de sociale kracht van

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen Aantekening door C. 814 woorden 16 januari 2014 5,6 52 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Standpunt Waarden, normen en moraal Waarde:

Nadere informatie

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk?

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? In de collegereeks Democratie en burgerschap, georganiseerd door ProDemos en de Universiteit van Amsterdam, kijken we naar de huidige stand van zaken

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/90117

Nadere informatie

2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden

2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden 2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden Opmerking:dit procesdoel zal normaal gezien bij elke les terugkomen. Het belang ervan is dat leerlingen beseffen dat heel veel keuzes in het leven waardegeladen

Nadere informatie

kracht TWEEDE WERELDOORLOG VERSUS MENSENRECHTEN

kracht TWEEDE WERELDOORLOG VERSUS MENSENRECHTEN WERKb L a D WERKBLAD met terugwerkende kracht met terugwerkende kracht TWEEDE WERELDOORLOG VERSUS MENSENRECHTEN Dit werkblad is een voorbereiding op je bezoek aan de vaste tentoonstelling Met Terugwerkende

Nadere informatie

ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE

ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE Heutink ICT ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE op de C.B.S. De Bruinhorst 22-5-2012 Inhoudsopgave Inleiding 3 Pagina 1. Burgerschap op de Bruinhorstschool 3 2. Kerndoelen 3 3. Visie 4 4. Hoofddoelen

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

Visiedocument. Actief Burgerschap. Januari 2010

Visiedocument. Actief Burgerschap. Januari 2010 Visiedocument Actief Burgerschap Januari 2010 Gereformeerde scholen voor speciaal basisonderwijs Het Baken en De Drieluik Inleiding Actief Burgerschap U staat op het punt ons visiestuk actief burgerschap

Nadere informatie

1 Allereerst: integratie zou ik willen omschrijven als het verwerven van volwaardig staatsburgerschap van nieuwkomers in een samenleving die op voet

1 Allereerst: integratie zou ik willen omschrijven als het verwerven van volwaardig staatsburgerschap van nieuwkomers in een samenleving die op voet Integratie in Nijmegen Bijdrage van Paul Cliteur aan het integratiedebat van de gemeente Nijmegen op 22 maart 2007 De Nijmeegse gemeenteraad wil nieuw beleid ontwikkelen op het gebied van integratie, heb

Nadere informatie

Adviesbrief Goed burgerschap Over hoe de gemeente Rotterdam goed burgerschap kan beïnvloeden. Juli 2018

Adviesbrief Goed burgerschap Over hoe de gemeente Rotterdam goed burgerschap kan beïnvloeden. Juli 2018 Adviesbrief Goed burgerschap Over hoe de gemeente Rotterdam goed burgerschap kan beïnvloeden. Juli 2018 Aanleiding Alle Rotterdammers hebben weleens te maken met vormen van slecht burgerschap welke ergernissen

Nadere informatie

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Mantelzorg, waar ligt de grens? Mantelzorg, waar ligt de grens? CDA Talentacademie 2014-2015 Anita Relou Wat is volgens het christendemocratisch gedachtengoed de grens van mantelzorg. Inleiding 2015. Een jaar met veel veranderingen in

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen (pilot) Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

maatschappijwetenschappen (pilot) Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen HAVO 2014 tijdvak 1 donderdag 22 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift

Nadere informatie

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten Uwe Matzat/Chris Snijders Technische Universiteit Eindhoven Management samenvatting De grote meerderheid

Nadere informatie

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II Aanwijzing voor de kandidaat Als in een vraag staat dat je een hoofd- of kernconcept moet gebruiken, dan gebruik je in het antwoord die elementen uit de omschrijving van het hoofd- of kernconcept die nodig

Nadere informatie

obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl

obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl 1 Actief burgerschap en sociale integratie: Door de toenemende individualisering in onze samenleving is goed

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

+ Democratie en. Burgerschapsvorming. Democratie en Burgerschapsvorming zijn controversiële concepten.

+ Democratie en. Burgerschapsvorming. Democratie en Burgerschapsvorming zijn controversiële concepten. + Democratie en Burgerschapsvorming Democratie en Burgerschapsvorming zijn controversiële concepten. all nation states promote a citizenship curriculum, its function, purpose and content will be largely

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012 Morele Ontwikkeling van Jongeren Hanze Jeugdlezing 2012 Wiel Veugelers Universiteit voor Humanistiek Universiteit van Amsterdam Opbouw verhaal Wat is morele ontwikkeling? Wat leert onderzoek over morele

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel 1 november 2015

Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel 1 november 2015 Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel 1 november 2015 Dit document is bedoeld als verantwoording voor wat wij op dit moment doen aan actief burgerschap en sociale integratie en welke ambities

Nadere informatie

Zij mogen allemaal leuke dingen doen!

Zij mogen allemaal leuke dingen doen! Onderstaande tekst is een bewerking van het artikel Zij mogen allemaal leuke dingen doen van Dolf Janson. Tijdschrift Talent jaargang 13, nr.2, maart 2011. Bewerking door Minka Dumont april 2011. Zij mogen

Nadere informatie

PUBLIEKE LEZING (in het Engels) π Woensdag 7 december 2011 π Universiteit Antwerpen π Hof van Liere VOLUNTEERING

PUBLIEKE LEZING (in het Engels) π Woensdag 7 december 2011 π Universiteit Antwerpen π Hof van Liere VOLUNTEERING PUBLIEKE LEZING (in het Engels) π Woensdag 7 december 2011 π Universiteit Antwerpen π Hof van Liere VOLUNTEERING Het Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen (ucsia) organiseert in samenwerking met

Nadere informatie

THEMA 4: MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

THEMA 4: MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID THEMA 4: MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID De volgende teksten zijn commentaren bij enkele kerkelijke documenten die te maken hebben met opvoeding en onderwijs. Deze Vaticaanse teksten spreken bepaalde

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examen VMBO-GL en TL 2006 Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Noot van de editor De beginselprogramma's zijn gescand, en zover nodig gecorrigeerd. Hierdoor is het mogelijk dat de tekst niet meer

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12

Inhoud. Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12 Inhoud Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12 Onderwerp 1 Gelijkheid...13 De rechten van Tim... 14 Onderwerp 2 Toegankelijkheid...17 De rechten

Nadere informatie

Burgerschap: Aanbod per hoofddoel

Burgerschap: Aanbod per hoofddoel Burgerschap: Aanbod per hoofddoel HOOFDDOEL 1 We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen omgaan met de medemens.) Trefwoord De

Nadere informatie

WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK VAN GEMEENSCHAPSVORMING?

WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK VAN GEMEENSCHAPSVORMING? O1 WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK VAN GEMEENSCHAPSVORMING? Werktekst visiedag 5 oktober 2005 O2 WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK

Nadere informatie

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Bevrijdingsdag, Leek, 5 mei 2010

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Bevrijdingsdag, Leek, 5 mei 2010 Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Bevrijdingsdag, Leek, 5 mei 2010 Dames en heren, [Inleiding] In de zomer van 1946 voer een schip van Thailand naar Nederland. Een kleine Nederlandse

Nadere informatie

NissewaardPanel over opvang vluchtelingen, maart 2016

NissewaardPanel over opvang vluchtelingen, maart 2016 NissewaardPanel overopvang vluchtelingen, NissewaardPanel over opvang vluchtelingen, Deze nieuwsbrief beschrijft in het kort de resultaten van een peiling over de opvang van vluchtelingen in Nissewaard.

Nadere informatie

De (im?)perfecte burger

De (im?)perfecte burger De (im?)perfecte burger Burgers over burgerschap en het praktiseren van burgerschap Naam: Rosan Hilhorst Studentennummer:5962552 1 e begeleider: Dr. Imrat Verhoeven 2 e begeleider: Prof. dr. Evelien Tonkens

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: waarden, normen en. instituties

Hoofdstuk 6: waarden, normen en. instituties Hoofdstuk 6: waarden, normen en Begrippen hoofdstuk 6: Normen Sancties Socialisatie Waarden Belangen Instituties Anticiperen Internalisatie Vertraging instituties vervolg Taboe Folkways en mores Universals

Nadere informatie

Onderzoek Maatschappelijke Stage

Onderzoek Maatschappelijke Stage Onderzoek Maatschappelijke Stage Onderzoek in opdracht van Welzijn Barneveld Uitgevoerd door Rianne Stuij en Rianne Heijkoop Studenten Christelijke Hogeschool Ede December 2015 mei 2016 Inhoud Aanleiding...

Nadere informatie

Dit proefschrift betoogt dat een veel ruimere blik nodig is op de historische ontwikkeling van de Verenigde Staten om te begrijpen waarom het testen

Dit proefschrift betoogt dat een veel ruimere blik nodig is op de historische ontwikkeling van de Verenigde Staten om te begrijpen waarom het testen Samenvatting In dit proefschrift staat de vraag centraal waarom de gestandaardiseerde intelligentiemeting in Amerika zo'n hoge vlucht heeft genomen en tot zulke felle debatten leidt. Over dit onderwerp

Nadere informatie

Toezicht en moraliteit.

Toezicht en moraliteit. Toezicht en moraliteit. Over professionele waarden in de zorgsector Gabriël van den Brink Congres-NVTZ 10-11-2016 1 Moral sentiments in modern society Adam Smith (1723-1790) The Wealth of Nations (1776)

Nadere informatie

Diverse school, diverse kansen

Diverse school, diverse kansen Diverse school, diverse kansen Stel je buur de volgende 3 vragen: 1. Hoe kom jij in aanraking met diversiteit in onderwijs? 2. Wat is het eerste gevoel dat jij hebt wanneer je denkt aan diversiteit? 3.

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2015 tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 56 punten

Nadere informatie

Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief

Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief - Het christelijke belemmert de politiek niet, maar maakt haar juist mogelijk en waardevol - Pieter Jan Dijkman Vereniging voor Wijsbegeerte

Nadere informatie

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen Uw imago onder uw regionale belanghouders Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen Over het onderzoek Elan Wonen heeft in oktober 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde onder de regionale

Nadere informatie

Rapportage. Onderzoek Het oplossend vermogen van de openbare ruimte

Rapportage. Onderzoek Het oplossend vermogen van de openbare ruimte Rapportage Onderzoek Het oplossend vermogen van de openbare ruimte In opdracht van: CROW en Elba Media Datum: december 0 Projectnummer: 06 Auteur: Els Griffioen Index Achtergrond van het onderzoek Conclusies

Nadere informatie

Werken aan diversiteit Visie en missie van de stad Mechelen

Werken aan diversiteit Visie en missie van de stad Mechelen Werken aan diversiteit Visie en missie van de stad Mechelen 1 1. Aanleiding Een aantal bovenlokale processen en gebeurtenissen maken het aanzicht van en het leven in onze stad heel divers. Migratiestromen,

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2018 tijdvak 1 vrijdag 25 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten te

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? 1 maximumscore 2 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk beargumenteerd met behulp van kernconcept sociale cohesie 1 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk

Nadere informatie

Proeftoets E2 havo

Proeftoets E2 havo Proeftoets E2 havo 5 2016 1. Een verdachte kan te maken krijgen met een aantal personen en instanties. Wat is de juiste volgorde? A. 1. de politie 2. de rechter 3. de officier van justitie. B. 1. de officier

Nadere informatie

De burgers: ontwikkelingen, verschillen en perspectieven

De burgers: ontwikkelingen, verschillen en perspectieven De burgers: ontwikkelingen, verschillen en perspectieven Lelystad, 24 april 2018 Paul Dekker (paul.dekker@uvt.nl) Outline 1. Veronderstellingen van bestuurders 2. De gemiddelde burger: Nederland in Europa

Nadere informatie

Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel Mei 2014.

Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel Mei 2014. Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel Mei 2014. Dit document is bedoeld als verantwoording voor wat wij op dit moment doen aan actief burgerschap en sociale integratie en welke ambities

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Vraag 1 http://vms.thiememeulenhoff.nl/view/html/?p=basic_480_360&c=1119055 Voor een correct antwoord is meer dan één keuze mogelijk. 'Uithuwelijken' kunnen we beschouwen als een: a. Cultureel gebruik

Nadere informatie

Burgerschapsmodel achter vermaatschappelijking van de jeugdzorg

Burgerschapsmodel achter vermaatschappelijking van de jeugdzorg Burgerschapsmodel achter vermaatschappelijking van de jeugdzorg Evelien Tonkens Hoogleraar burgerschap en humanisering van de publieke sector Universiteit voor Humanistiek Utrecht Symposium Kinderrechtencommissariaat

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2016-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2016-I Aanwijzing voor de kandidaat Als in een vraag staat dat je een hoofd- of kernconcept moet gebruiken, dan gebruik je in het antwoord die elementen uit de omschrijving van het hoofd- of kernconcept die nodig

Nadere informatie

Preek De vrouw die Jezus beslissing veranderde. Lieve gemeente,

Preek De vrouw die Jezus beslissing veranderde. Lieve gemeente, Lieve gemeente, We zien het niet vaak in de Bijbel, maar in het verhaal dat we vandaag gelezen hebben is Jezus toch ronduit bot te noemen en buitengewoon onvriendelijk op het onbeschofte af, tegen een

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1623 woorden 10 december 2007 5,4 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1: Idee

Nadere informatie

Inspiratiebijeenkomst Pedagogische Meerstemmigheid

Inspiratiebijeenkomst Pedagogische Meerstemmigheid Datum: Locatie: Spreker: Notulist: Aanwezigen: Organisatie: 14 december Kralingen Ilias El Hadioui Majda Battaï 23 deelnemers Stichting Attanmia i.s.m. Stichting Buurtwerk Kralingen-Crooswijk De besproken

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands

Examen HAVO. Nederlands Nederlands Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 20 juni 13.30 16.30 uur 20 06 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 47 punten te behalen; het examen bestaat uit 22 vragen

Nadere informatie

Burgerschap en ouderen

Burgerschap en ouderen Burgerschap en ouderen Susan van Hees 11 april 2014 Health Services Research Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Focusing on Chronic Care and Ageing Van verzorgingsstaat naar

Nadere informatie

Maatschappijleer in kernvragen en -concepten

Maatschappijleer in kernvragen en -concepten Maatschappijleer in kernvragen en -concepten Deel I Kennis van de benaderingswijzen, het formele object Politiek-juridische concepten Kernvraag 1: Welke basisconcepten kent de politiek-juridische benaderingswijze?

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Rechtsstaat

Nadere informatie

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1 Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,

Nadere informatie

Dilemmamethode. Formuleer het dilemma:

Dilemmamethode. Formuleer het dilemma: Dilemmamethode (zie: Jacques Graste, Omgaan met dilemma s. Een methode voor ethische reflectie hoofdstuk 2 in Henk Manschot en Hans van Dartel In gesprek over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek in

Nadere informatie

De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap

De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap Congres Leve het jonge kind! 2011 Deelsessie Democraatjes in de dop? Mirjam van der Ven, Eduniek Aanleidingen voor het ontstaan van De Vreedzame

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2011 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten

Nadere informatie

Instructie: Landenspel light

Instructie: Landenspel light Instructie: Landenspel light Korte omschrijving werkvorm In dit onderdeel vormen groepjes leerlingen de regeringen van verschillende landen. Ieder groepje moet uiteindelijk twee werkbladen (dus twee landen)

Nadere informatie

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Dr. Franck L.B. Meijboom Ethiek Instituut & Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht Welzijn We zijn niet de eerste! Welzijn

Nadere informatie

Bouwstenen van burgerschap: Samenvatting

Bouwstenen van burgerschap: Samenvatting Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Bouwstenen van burgerschap: Samenvatting Een onderzoek

Nadere informatie

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY Onderzoeksverantwoording Dongen, januari 2003 Ond.nr.: 6168.kvdr/mv Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode van onderzoek

Nadere informatie

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs Fenneke Zeldenrust Vrijheid van onderwijs, artikel 23 Grondwet - Vrijheid van stichting - Vrijheid van richting - Vrijheid van inrichting Een

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2015 tijdvak 1 donderdag 21 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 58 punten

Nadere informatie

Jewish feelings, Jewish practice?

Jewish feelings, Jewish practice? Jewish feelings, Jewish practice? Kinderen uit gemengde relaties in Nederland Barbara Tanenbaum / Riki Kooyman [Nederlandse samenvatting] Juni 2014 Jewish feelings, Jewish practice? Kinderen uit gemengde

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Voorbeeldig onderwijs

Voorbeeldig onderwijs m a r i a va n de r hoe v e n Voorbeeldig onderwijs In de politieke arena wordt gedebatteerd over de vraag of het goed gaat met het Nederlandse onderwijs. Getuige het recente Oesorapport zijn we op onderdelen

Nadere informatie

2014, peiling 4b november 2014

2014, peiling 4b november 2014 resultaten 2014, peiling 4b november 2014 Van 4 tot en met 16 februari is de eerste peiling van 2014 onder het HengeloPanel gehouden. Hieraan deden 1.744 panelleden mee (een respons van 65%). Zij hebben

Nadere informatie