Herstel na een gynaecologische buikoperatie. (ERAS-programma)

Transcriptie

1 Herstel na een gynaecologische buikoperatie. (ERAS-programma)

2 Binnenkort krijgt u een gynaecologische buikoperatie. Hierbij wordt het versneld herstelprogramma toegepast. Dit zorgprogramma brengt alle factoren samen die een positieve invloed hebben op het herstel na een operatie. Het programma, ook wel ERAS genoemd, zorgt voor een eerder en beter herstel. Naast uw arts, heeft u hier zelf ook een belangrijke rol in. Versneld herstelprogramma Het zorgprogramma richt zich op het herstel na een buikoperatie. Hierbij is goede zorg voor, tijdens en na de operatie van belang. Het programma werd eerst alleen bij dikke darm operaties toegepast, maar wordt nu voor steeds meer operaties gebruikt. De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar de effecten van het programma bij gynaecologische operaties. Hieruit blijkt dat het zorgprogramma ook voor deze operaties effectief is. De belangrijkste elementen van het programma zijn: Optimale pijnbestrijding Een zo kort mogelijke periode van bedrust Een zo kort mogelijke periode dat u niet mag eten. Voordelen Het verlies van spierkracht wordt tegengegaan door direct na de operatie te starten met drinken en eten en door snelle mobilisatie. Daarnaast zorgt dit ervoor dat u minder gewicht verliest en de lans op complicaties(zoals longontsteking en doorliggen) afneemt. Doordat u sneller herstelt, kunt u eerder met ontslag. Een korter verblijf in het ziekenhuis zorgt voor een lager risico op infectie en trombose.

3 Voor de operatie Informatie U krijgt van de arts of verpleegkundige informatie over het versneld herstelprogramma. Er wordt uitgelegd wat u zelf kunt doen om het herstel te bevorderen. Roken Voor een operatie is het extra belangrijk om het roken te staken. U wordt geadviseerd minstens 4 weken voor de operatie te stoppen met roken en dit tot de wond goed genezen is vol te houden. Roken zorgt voor een slechtere wondgenezing door verminderde zuurstoftoevoer. In verband met ontwenningsverschijnselen wordt afgeraden om tot 7 dagen voor de operatie nog te stoppen. Voeding Op de polikliniek wordt uw voedingstoestand beoordeeld. Het genezingsproces verloopt beter als uw voedingstoestand bij de operatie zo optimaal mogelijk is. Indien nodig wordt u doorverwezen naar een diëtist. De dag voor de operatie mag u gewoon eten en drinken. Vanaf middernacht (00.00 uur) mag u alleen nog water of thee drinken. U mag dus vanaf middernacht niet meer eten. U hebt 2 pakjes koolhydraatrijke(energierijke) drinkvoeding mee naar huis gekregen of ontvangt deze bij opname. Het is belangrijk dat u deze twee uur voor de operatie neemt. Dit heeft een positief effect op uw herstel na de operatie. Vanaf 2 uur voor de operatie mag u niets meer drinken dus ook geen drinkvoeding. Wanneer u suikerziekte heeft mag u deze drinkvoeding niet gebruiken. De operatie De operatie wordt verricht onder algehele narcose in combinatie met een epiduraalkatheter( ruggenprik. )Dit is op het preoperatieve spreekuur door de anesthesioloog al met u besproken.de epidurale katheter is een dun slangetje dat vlak voor de ingreep tussen de wervels wordt

4 geplaatst. Door deze plaatselijke verdoving is er minder morfine tijdens en na de operatie nodig. Bijwerkingen van morfine zoals sufheid en het stilvallen van de darmwerking komen daardoor minder vaak voor. Hierdoor kunt u na de operatie sneller eten en drinken. Meestal wordt de epidurale katheter twee dagen na de operatie verwijderd. Drains en een maagsonde worden zo min mogelijk gebruikt. Na de operatie Medicatie Na de operatie krijgt u voortdurend pijnstilling toegediend via de epidurale katheter. Hiernaast krijgt u viermaal per dag twee tabletten paracetamol. Het is belangrijk deze in te nemen, ook als u geen pijn heeft. Voor een snel herstel is goede pijnbestrijding erg belangrijk. U krijgt tweemaal per dag een laxeermiddel ter bevordering van de werking van de dikke darm en om verstopping te voorkomen. Door de operatie en uw verblijf in het ziekenhuis heeft u een hogere kans op bloedstolsels( trombose. Om dit te voorkomen krijgt u dagelijks een injectie met een bloedverdunnend middel. Blaaskatheter Door de pijnbestrijding via de epidurale katheter functioneert de blaas mogelijk niet goed. Daarom wordt tijdens de operatie een blaaskatheter ingebracht waardoor de urine wegstroomt. Eten en drinken U mag weer eten en drinken zodra u terug bent op de verpleegafdeling. Dit bevordert de darmwerking. Het snel hervatten van eten en drinken geeft geen extra risico s. Bouw de hoeveelheden die u eet langzaam op.

5 Beweging Na de operatie zal zo snel mogelijk gestart worden met bewegen,eerst onder begeleiding van een verpleegkundige en later zelfstandig. Zodra u terug bent op de verpleegafdeling,mag u proberen op de rand van het bed te gaan zitten. De dagen na de operatie wordt het bewegen verder uitgebreid. Ontslag Afhankelijk van de operatie, uw conditie en genezing blijft u 3-5 dagen in het ziekenhuis. De beslissing of u naar huis mag wordt door de gynaecoloog genomen. Dit gebeurt in overleg met u. Na uw operatie komt u ook op korte termijn terug bij de gynaecoloog. Vaak krijgt u dan de uitslag van het weefselonderzoek en wordt er besproken of er nog andere behandelingen moeten volgen.