Belgian Karting Championship /1/2008 Belgian Karting Championship 2008 Sporting Regulations (VOORLOPIG)

Transcriptie

1 Belgian Karting Championship 2008 Sporting Regulations (VOORLOPIG) Hoofdstuk 1: Karting Definities Art. 1: Definities: Overeenkomstig het Hoofdstuk Definities & Classificaties (blz van het Jaarboek 2008 van de C.I.K.-F.I.A.) Verzamelen van gegevens: Elk systeem, al dan niet voorzien van een geheugen, geïnstalleerd op een kart, waarmee de rijder of het team tijdens of na een wedstrijd gegevens kan lezen, verzamelen, tonen, opslaan en / of doorsturen. Telemetrie: Gegevenstransmissie tussen een kart in beweging en een externe eenheid. Maximum: De grootste waarde die kan bereikt worden door een variabele; de bovengrens. Minimum: De kleinste waarde die kan bereikt worden door een variabele; de ondergrens. Categorie: De rangschikking van karts in functie van enerzijds hun technische kenmerken en anderzijds de toelatingsvoorwaarden voor hun piloten. Het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 is opgesplitst in twee categorieën: C.I.K.-F.I.A. Categorieën: KF3, KF2 en KZ2. Nationale Categorieën: Mini (Parilla Swift ; Micromax & WTP) en Cadet. Originele Onderdelen: De standaardonderdelen waarnaar alle merktekens of elke meting wordt teruggevoerd. Constructeur: De natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van een C.I.K.-F.I.A. homologatie of van een geldige C.I.K.-F.I.A. registratie. Sporting & Technical Regulations NL 1 8/1/2008

2 Voorzitter van de Technische Commissarissen: De voorzitter van de Technisch Commissarissen wordt aangeduid door R.A.C.B. Sport en is verantwoordelijk voor alle Technische Controles. Hij heeft het volledige gezag over alle Technische Commissarissen. Merk: De benaming die door een constructeur wordt gegeven aan een product. Hieronder kunnen we meerdere modellen, types of versies verstaan. Vertrek-Assistentiepark: De zone tussen de Paddock en de Pré-Grille, alwaar de rijder en één van zijn mecaniciens overgaan tot het monteren van de banden, die bewaard werden in het Parc Fermé, en dit voor de kwalificatieritten of de wedstrijden. Deze zone is slechts beperkt toegankelijk. Aankomst-Assistentiepark: De zone tussen de omloop en de Paddock, alwaar de rijder en één van zijn mecaniciens overgaan tot het demonteren van de banden, die bewaard zullen blijven in het Parc Fermé, en dit na de kwalificatieritten of de wedstrijden of nadat het materiaal onder Parc Fermé -voorwaarden werd geplaatst. Wedstrijdleider: De Wedstrijdleider beschikt over de volledige bevoegdheid omtrent: de controle over het verloop van de vrije trainingen; de controle over het verloop van de kwalificatieritten; de controle over het verloop van de wedstrijden (en eventuele reeksen); de controle over het naleven van de timing: indien hij dit nodig acht, dan kan hij een voorstel doen aan het College der Sportcommissarissen teneinde de timing te wijzigen en dit conform de Internationale Sportcode van de F.I.A. en het onderhavige Sportreglement; het laten stoppen van karts, in overeenstemming met de Internationale Sportcode van de F.I.A. en het onderhavige Sportreglement; het stopzetten van trainingen, kwalificatieritten, wedstrijden (en eventuele reeksen), als hij de voortzetting ervan gevaarlijk acht, en dit in overeenstemming met de Internationale Sportcode van de F.I.A. en het onderhavige Sportreglement; verzekeren dat de nieuwe startprocedure gebeurt volgens de heersende regels; Sporting & Technical Regulations NL 2 8/1/2008

3 het leiden van de briefing; het vragen dat een kart die bij een ongeval betrokken was, tegengehouden en gecontroleerd wordt door de Technische Commissarissen. Starter: De aangeduide Starter zal, vanaf het ogenblik dat de piloten onder het toezicht van de Starter zijn, tot en met het geven van de start, alle taken van Wedstrijdleider waarnemen. Gedurende deze periode is hij hoofdzakelijk en specifiek verantwoordelijk voor: het tonen van de zwarte vlag aan een rijder die in overtreding is met de startprocedure; het stopzetten van de formatieronde en dus opnieuw te beginnen met de startprocedure. Nadat de Starter de effectieve start heeft gegeven, neemt de Wedstrijdleider opnieuw de controle van de wedstrijd over. Vanaf dat moment neemt de Starter de taak van feitenrechter op zich. Homologatiefiche: Elk model van een chassis, een motor of van ander materiaal dat door de C.I.K.-F.I.A. werd gehomologeerd, moet het voorwerp uitmaken van een beschrijvende fiche: de zogenaamde Homologatiefiche. Op deze Homologatiefiche worden de kenmerken aangegeven via dewelke het genoemde model kan worden geïdentificeerd. Het vertonen van de Homologatiefiche kan worden vereist door een Technische Commissaris, en dit zowel bij de Technische Controle als voor het vertrek. Bij het niet vertonen van de Homologatiefiche, zal de Technische Commissaris het recht hebben om de deelname van de betrokken deelnemer te weigeren. Bij de levering van zijn materiaal (chassis, motor, ) is de Constructeur eraan gehouden eveneens de overeenkomstige Homologatiefiche te leveren. Een Homologatiefiche is op volgende wijze samengesteld: een basisfiche die het basismodel beschrijft; een zeker aantal bijkomende bladeren, die de homologatie-extensies beschrijven (niet noodzakelijk). Deelnemer: Sporting & Technical Regulations NL 3 8/1/2008

4 Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deelneemt aan een competitie en die verplicht voorzien dient te zijn van een deelnemersvergunning. Deze persoon is dan ook juridisch en sportief aansprakelijk / verantwoordelijk. Rijder: De persoon die een voertuig bestuurt in een wedstrijd en verplicht voorzien dient te zijn van een vergunning. Hoofdstuk 2: Algemene Voorschriften Art. 2: Algemeenheden: Enkel R.A.C.B. Sport is door de C.I.K.-F.I.A. erkend voor het beheer van de kartingsport in België. De Werkgroep Karting verzekert de organisatie en de ontwikkeling van de kartingsport in België. Dit in overeenstemming met de voorschriften van de Internationale Sportcode van de F.I.A., evenals met de heersende C.I.K.-F.I.A. Reglementen; behoudens bij uitzonderlijke bepalingen in de heersende Nationale Reglementering. Voor alles wat niet in huidig Sportreglement vermeld wordt, wordt verwezen naar de geldende C.I.K.-F.I.A. Reglementering. Bij eventuele discussie wordt ook op deze Reglementering teruggevallen. Art. 3: Sportvoorschriften: Art. 3.1: Toepassing van de Algemene Voorschriften Alle bijzondere wedstrijdreglementen voor de wedstrijden die ingeschreven zijn op de kalender van het Belgisch Kampioenschap Karting 2008, moeten in overeenstemming zijn met de Internationale Sportcode van de F.I.A. en haar Bijlagen; met de Officiële Bulletins van de F.I.A. en de C.I.K.-F.I.A.; met de Algemene Voorschriften die toepasbaar zijn op de C.I.K.-F.I.A. Internationale Kartingwedstrijden en met het onderhavige Sportreglement. Alle betrokken partijen (F.I.A.; R.A.C.B. Sport; organisator, promotor, circuituitbater, officials, deelnemers, teamchefs, rijders en hun aangestelden) verbinden zich ertoe deze regels steeds toe te passen en er over te waken. Voor alles wat niet in huidig Sportreglement vermeld wordt; wordt verwezen naar de geldende C.I.K.-F.I.A. Reglementering. Bij eventuele discussie wordt ook op deze Reglementering teruggevallen. Alles wat niet expliciet wordt omschreven in onderhavig Sportreglement of in de geldende C.I.K.-F.I.A. Reglementering, is verboden. Sporting & Technical Regulations NL 4 8/1/2008

5 Wijzigingen aan het onderhavige Sportreglement worden bekendgemaakt door middel van additieven aan dit Reglement. Alle betrokken partijen zullen hiervan op de hoogte worden gebracht. De titels van dit document worden alleen uit zorg voor de leesbaarheid vermeld en maken geen deel uit van huidig Reglement. Art. 3.2: Organisatie van de Meetings De meetings van het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 mogen enkel ingericht worden op permanente en door de C.I.K.-F.I.A. gehomologeerde omlopen. Dit daarenboven in de configuratie van de omloop die gelijkstaat aan de maximale lengte van de omloop. Art. 3.3: Verplichtingen van de Organisator De Organisator van een meeting tellend voor het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 verbindt er zich toe om wedstrijden te organiseren voor alle klassen die voorzien werden in het Belgisch Kampioenschap Karting 2008: Mini, Cadet, KF3, KF2, KZ2, Boxer 30 en NBMC. Dit bovendien onafhankelijk van het aantal ingeschreven rijders per klasse. De Organisator organiseert de meeting in overeenstemming met de gebruikelijke eisen van R.A.C.B. Sport. Art. 3.4: Algemene Voorwaarden De deelnemer is ertoe verplicht ervoor te zorgen dat alle bij hun deelname betrokken personen de bepalingen van de Internationale Sportcode van de F.I.A., van de geldige C.I.K.-F.I.A. Reglementeringen, van het Technische Reglement en van het Sportreglement naleven. Op elk ogenblik van een meeting is de deelnemende rijder gezamenlijk en solidair met de deelnemer verplicht tot de naleving van het geheel van de bepalingen van de Internationale Sportcode van de F.I.A. en van onderhavig Reglement. Alle deelnemers moeten ervoor zorgen dat hun karts vodoen aan de conformiteitsvoorwaarden en de veiligheidsvoorwaarden en dit tijdens de volledige duur van de meeting (het begin van de meeting zijnde de nietkwalificatieritten op zaterdagochtend). Alle personen die op gelijk welke manier betrokken zijn bij een deelnemende kart of die zich om gelijk welke reden in de Paddock, in het Vertrek- Assistentiepark, in het Aankomst-Assistentiepark of op de omloop bevinden, moeten de heersende Reglementen naleven. Sporting & Technical Regulations NL 5 8/1/2008

6 Art. 4: Registratie van het Materiaal & Administratieve Controles: 1 De inleidende Administratieve Controles vinden plaats op vrijdagnamiddag tijdens de vrije trainingen en / of op zaterdagmorgen, bij het begin van de meeting. De niet-kwalificatieritten en de kwalificatieritten vinden volgens eenzelfde verloop plaats op zaterdagmorgen en op zondagmorgen. De registratie van het materiaal gaat door op zaterdag. De eigenlijke wedstrijden (finales) vinden vervolgens volgens eenzelfde verloop plaats op zaterdagnamiddag en op zondagnamiddag. De duur van de niet-kwalificatieritten bedraagt 20 minuten voor de klassen Cadet, KF3, KF2, KZ2. De duur van de niet-kwalificatieritten bedraagt 15 minuten voor de klasse Mini. De duur van de kwalificatieritten bedraagt 8 minuten voor elke klasse. De Bijgevoegde Series Boxer 30 en NBMC worden elk over een wedstrijddag verreden (voor de concrete timing ervan: zie het Bijzonder Wedstrijdreglement van elke meeting). 2 Tijdens de registratie van het materieel en de inleidende Administratieve Controle moeten de rijder en de deelnemer alle gevraagde documenten en gegevens bij zich hebben. Het exacte tijdstip en de exacte locatie van deze controles wordt vermeld in het Bijzonder Wedstrijdreglement van elke meeting. Rijders en deelnemers die niet tijdig opdagen voor deze controles, krijgen geen toelating om deel te nemen aan de meeting. Als zij blijk kunnen geven van uitzonderlijke omstandigheden (overmacht), kan het College van Sportcommissarissen een afwijking toestaan op deze regel. Als een deelnemer onmogelijk persoonlijk aanwezig kan zijn op een meeting, dan moet hij zijn vertegenwoordiger schriftelijk aanduiden. Dit document dient de vertegenwoordiger dan te overhandigen aan het Wedstrijdsecretariaat en dit vóór de Administratieve Controle plaatsvindt. 3 Bij de Administratieve Controle moet de rijder zijn vergunning voorleggen, evenals een deelnemersvergunning. Sporting & Technical Regulations NL 6 8/1/2008

7 Elke deelnemer dient tevens in het bezit te zijn van een poederbrandblusser van minimaal 6KG, die gekoppeld is aan het kartnummer. Het bezit van zo n poederbrandblusser kan op elk tijdstip van de meeting gecontroleerd worden. Indien de deelnemer niet in het bezit blijkt te zijn van de poederbrandblusser, wordt dit voorgelegd aan het College der Sportcommissarissen. 4 De Technische Controle & Technische Nazichten worden uitgevoerd door daarvoor aangeduide officials (Technische Commissarissen). Deze zijn dan verantwoordelijk voor de organisatie van de Assistentieparken en / of van het Parc Fermé. Deze officials zijn als enigen gemachtigd om binnen deze zones instructies te geven aan de deelnemers / rijders. De Technische Commissarissen mogen op elk moment van de meeting: de conformiteit van de kart of van de rijdersuitrusting nagaan; eisen dat een kart gedemonteerd wordt door de deelnemer of de tuner, teneinde na te gaan of alle toelatingsvoorwaarden en / of conformiteitsvoorwaarden worden nageleefd; aan de deelnemer de voorlegging vragen van elk proefmonster of onderdeel dat zij nuttig achten. Elke kart die na de registratie bij de Technische Commissarissen, wordt gedemonteerd, gewijzigd en / of hersteld, zodanig dat de veiligheid of de conformiteit ervan in gevaar wordt gebracht, moet opnieuw ter goedkeuring worden aangeboden bij de Technische Commissarissen. Deze regel geldt eveneens voor karts die betrokken zijn bij een ongeval dat gelijkaardige gevolgen heeft. Daarenboven mag de Wedstrijdleider vragen dat elke kart die bij een ongeval was betrokken, wordt tegengehouden en wordt gecontroleerd door de Technische Commissarissen. Het aanbieden van een kart bij de registratie van het materiaal wordt beschouwd als een impliciete verklaring van conformiteit. 5 Elke deelnemer ontvangt bij de Administratieve Controle een registratiefiche voor het materieel. Alle bijkomende details betreffende het materieel moeten op dit formulier worden vermeld vooraleer het materieel wordt voorgelegd ter registratie. Een onvolledige fiche wordt geweigerd door de Technische Commissarissen. Het wedstrijdnummer, de naam en nationaliteit van de rijder en eventuele publiciteitsteksten moeten reeds op de kart zijn aangebracht bij de registratie Sporting & Technical Regulations NL 7 8/1/2008

8 van het materieel. De karren van de mecaniciens moeten zijn uitgerust met een plaat, in hetzelfde kleur als de startnummers voor de klasse waarin hun rijder uitkomt, met daarop het startnummer van de desbetreffende rijder. Rijdersuitrustingen die niet beantwoorden aan de heersende C.I.K.-F.I.A.- normen worden door de Technische Commissarissen in beslag genomen voor de duur van de meeting. 6 Tijdens wedstrijden, is elke herstelling aan de kart verboden buiten de daarvoor voorzien herstellingszone. De rijder mag alleen assistentie krijgen in deze zone, die tijdens de briefing wordt toegelicht. Buiten deze zone is geen enkele externe hulp toegelaten. Het is bovendien expliciet verboden om aan boord van de kart gelijk welk gereedschap of wisselstuk te bewaren. Art. 5: Toegang tot de Omloop: Enkel de Officials die worden vermeld in het Bijzonder Wedstrijdreglement van de meeting en de Organisatoren hebben toegang tot de omloop. De vertegenwoordigers van de pers hebben geen toegang tot de omloop, tenzij ze hiervoor uitdrukkelijk de toelating hebben verkregen van de Organisator. Zij moeten bovendien alle veiligheidsvoorschriften naleven die opgelegd worden door de Officials en de Organisator. Art. 6: Parc Fermé: Enkel de Technische Commissarissen, evenals de Sportcommissarissen, mogen het Parc Fermé betreden. Er mag geen enkele interventie worden uitgevoerd aan de kart zonder daarvoor de toelating te hebben gekregen van de Technische Commissarissen. Na het tonen van de zwart-wit geblokte vlag (finishvlag) is de Parc Fermé - regelgeving van toepassing op de zone tussen de aankomstlijn en de weging. Vóór die weging is het overigens verboden om de bandendruk te nemen. De Organisator moet een voldoende groot en afgeschermd Parc Fermé voorzien en moet tevens waarborgen dat geen enkele onbevoegde persoon dit Parc Fermé kan betreden. Art. 7: Algemene Veiligheid: 1 Sporting & Technical Regulations NL 8 8/1/2008

9 Het is voor de rijders ten strengste verboden om met hun kart in tegengestelde richting op de omloop te rijden. Tijdens de niet-kwalificatieritten, de kwalificatieritten, de wedstrijden (en eventuele reeksen) heeft een rijder die met zijn kart stilvalt, enkel het recht om te proberen te herstarten als hij zich buiten de ideale rijlijn opstelt en als hij geen gevaar / hinder oplevert voor de andere rijders. Indien de kart niet onmiddellijk herstart, moet deze zo snel als mogelijk van de omloop worden verwijderd, teneinde geen gevaar / hinder op te leveren voor de andere rijders. Als een rijder in de onmogelijkheid verkeert een kart al rijdend van de omloop te verwijderen, dan is het de plicht van de Baancommissarissen om hem bijstand te verlenen. Echter, als de kart herstart dankzij dergelijke bijstand, dan wordt deze uitgesloten uit de rangschikking van de betrokken sessie (niet-kwalificatierit; kwalificatierit; wedstrijd). De rijder dient verplicht in de buurt te blijven van de kart tot het einde van de betrokken sessie. Enkel omwille van medische redenen of veiligheidsredenen mag een uitzondering gemaakt worden op deze regel. De rijder mag in geen enkel geval terugkeren naar het Assistentiepark om materiaal voor de herstelling van de kart te halen. 2 Een rijder die tijdens een sessie zijn helm afzet, wordt beschouwd als een rijder die heeft opgegeven en mag dus niet opnieuw vertrekken. Na de sluiting van de omloop door de Wedstrijdleider mag er tijdens en na de sessie niemand de omloop betreden, behalve de Baancommissarissen tijdens de uitvoering van hun taken en de rijder terwijl hij rijdt. Dit blijft zo totdat alle betrokken karts, al dan niet rijdend, het Aankomst-Assistentiepark en / of het Parc Fermé bereikt hebben. 3 Geen enkele rijder mag tijdens de sessie de Herstellingszone verlaten, zonder daarvoor de toestemming gekregen te hebben van de betrokken Commissaris(sen). Elke rijder die de intentie heeft de omloop te verlaten en / of terug te keren naar het Assistentiepark en / of te stoppen in de Herstellingszone, zal hierbij die intentie duidelijk kenbaar maken ten overstaan van de andere rijders. Hij doet dit door zijn arm omhoog te steken en vergewist er zich tevens van dat het manoeuvre zonder gevaar kan uitgevoerd worden. 4 Sporting & Technical Regulations NL 9 8/1/2008

10 Tijdens de wedstrijd, en op bevel van de Wedstrijdleider, moet een rijder wiens kart niet voldoet aan het Technisch Reglement halt houden in de Herstellingszone en de non-conformiteit herstellen alvorens de omloop terug op te rijden. Deze regel geldt niet wanneer de inbreuk wordt vastgesteld tijdens de laatste ronde. Rijders die deelnemen aan de niet-kwalificatieritten, de kwalificatieritten en / of de wedstrijden, dienen altijd hun volledige uitrusting te dragen, zoals die gedefinieerd wordt in het Technisch Reglement. Indien een rijder niet aan deze regel voldoet, zal hem de start tot de sessie geweigerd worden door de Technische Commissarissen. Aanrijdingen die het gevolg zijn van een vrijwillige en opzettelijke richtingsverandering; van een afwijking van de ideale rijlijn; van het vroegtijdig of onnodig hard remmen, kunnen allen de uitsluiting uit de wedstrijd tot gevolg hebben. De rijder die gevaarlijk rijgedrag vertoont en die ernstige fouten begaat of een gebrek aan beheersing van zijn kart vertoont, kan eveneens uit de wedstrijd uitgesloten worden. 5 In de Paddock is het verboden om met moto s, bromfietsen of andere gemotoriseerde voertuigen (verbrandingsmotor; elektromotor of andere) rond te rijden. 6 De rijders uit de KZ2-klasse zullen de mogelijkheid hebben om hun starts te oefenen tijdens de niet-kwalificatieritten op zaterdagmorgen en zondagmorgen. Dit kan echter enkel gebeuren op de daarvoor tijdens de briefing gespecificeerde plaatsen. 7 In geval van regenwedstrijden (die aangegeven worden door middel van een paneel dat getoond wordt door de Wedstrijdleider) zal de keuze van de banden overgelaten worden aan het oordeel van elke rijder. De Wedstrijdleider behoudt zich echter het recht voor om gebruik te maken van de zwarte vlag indien hij van oordeel is dat een rijder door zijn bandenkeuze te traag en te gevaarlijk is voor de andere rijders. De rijder in kwestie wordt dan geklasseerd volgens het aantal ronden dat hij volledig afgelegd heeft. Art. 8: Medisch Onderzoek: Sporting & Technical Regulations NL 10 8/1/2008

11 Op elk moment van een meeting kan de Wedstrijdleider en / of de Medisch Verantwoordelijke een rijder vragen zich te onderwerpen aan een medisch onderzoek of aan een drugstest, alcoholtest of dopingtest. Art. 9: Vlaggen en Signalisatie: 1. Lichten of (in geval van overmacht) een Belgische vlag: betekenen het startsein voor een sessie (niet-kwalificatieritten, kwalificatieritten of een wedstrijd). 2. Rode vlag: Wordt heen en weer gezwaaid op de startlijn als er beslist werd een sessie stop te zetten. Tegelijkertijd wordt met rode vlaggen gezwaaid op elke interventiepost langsheen de omloop. De rode vlag kan worden gebruikt door de Wedstrijdleider of de Adjunct- Wedstrijdleider om de sluiting van de omloop aan te duiden. De rijders moeten onmiddellijk hun snelheid minderen en langzaam naar het Aankomst-Assistentiepark rijden. Elke inhaalpoging is verboden. Als de rode vlag vertoond wordt tijdens de formatieronde(n), dienen de rijders halt te houden onder de startlichten. 3. Zwart-wit geblokte vlag: wordt heen en weer gezwaaid op de startlijn en betekent het einde van een sessie (niet-kwalificatieritten; kwalificatieritten, wedstrijd en / of eventuele reeksen). 4. Zwarte vlag met een startnummer: wordt gebruikt om de betrokken rijder ervan te informeren dat hij het Parc Fermé dient binnen te rijden bij zijn volgende doortocht erlangs. Als de rijder om welke reden dan ook deze instructie negeert, dient deze vlag niet langer dan gedurende 4 opeenvolgende ronden vertoond te worden. 5. Zwarte vlag met een oranje schijf van ongeveer 40 centimeter als diameter, met een startnummer: wordt gebruikt om de betrokken rijder ervan te informeren dat zijn kart mechanische problemen vertoont, waarvan geacht wordt dat zij een gevaar opleveren voor de rijder zelf en voor zijn tegenstanders. De rijder dient bij de volgende doortocht halt te houden in de Herstellingszone. Eenmaal de mechanische problemen opgelost werden, mag de kart de wedstrijd terug vervoegen. 6. Diagonaal zwart-witte vlag met nummer: wordt slechts éénmaal aan een rijder vertoond, doet dienst als waarschuwing en verwittigt de rijder ervan dat hij riskeert uitgesloten te worden wegens onsportief rijgedrag. 7. Gele vlag: duidt op gevaar en wordt aan de rijders vertoond op twee manieren: Sporting & Technical Regulations NL 11 8/1/2008

12 a. Een gezwaaide gele vlag: verminder uw snelheid, haal niet in en wees klaar om van richting te veranderen. Er is gevaar langs of op een deel van de omloop. b. Twee (door dezelfde persoon) gezwaaide gele vlaggen: verminder uw snelheid, haal niet in en wees klaar om van richting te veranderen of te stoppen. Een hindernis verspert gedeeltelijk of volledig de omloop. Normalerwijze worden de gele vlaggen slechts vertoond op de post met de Baancommissarissen juist voor het gevaar / de hindernis. Inhalen is verboden tussen de eerste gele vlag en de groene vlag die vertoond wordt na het incident / de hindernis. 8. Gele vlag met rode strepen: daling van de grip; slipgevaar (bijvoorbeeld door olie, waterplassen, aquaplaning, ). 9. Blauwe vlag: wordt vertoond aan rijders die dreigen gedubbeld te worden of die reeds gedubbeld zijn. 10. Witte vlag: duidt op de aanwezigheid van een traag voertuig op de omloop. 11. Groene vlag: moet worden gebruikt om aan te duiden dat de omloop vrij is van enige hindernis. De groene vlag moet vertoond worden op de post met Baancommissarissen onmiddellijk na de hindernis / het ongeval dat het gebruik van één of meerdere gele vlaggen rechtvaardigde. De groene vlag kan eveneens de start betekenen van een opwarmronde of van een oefensessie (als de Wedstrijdleider dit nodig acht). Bij de kwalificatieritten moet met de groene vlag gelijktijdig gezwaaid worden op de startlijn en bij het begin van de pré-grille. Dit toont de rijders dat de sessie begonnen is en de chronometer geactiveerd werd. Bij 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10 en 11 moet het signaal / de vlag op de startlijn vertoond worden door de Wedstrijdleider of de Adjunct-Wedstrijdleider. Bij 2,7,8,9,10 en 11 moet de vlag eveneens gebruikt worden door de posten met Baancommissarissen. Art. 10: Briefing: Art. 10.1: Definitie De briefing is een vergadering die georganiseerd wordt door de Wedstrijdleider en dit voor alle rijders en deelnemers die deelnemen aan de Sporting & Technical Regulations NL 12 8/1/2008

13 meeting. Art. 10.2: Voorwerp van de Briefing De rijders en deelnemers herinneren aan de specifieke punten uit het Bijzonder Wedstrijdreglement die betrekking hebben op de organisatie van de meeting. De rijders en deelnemers herinneren aan de algemene en specifieke veiligheidsrichtlijnen evenals aan de specifieke richtlijnen eigen aan de gebruikte omloop. De rijders en deelnemers eventuele verduidelijking verschaffen over de interpretatie van bepaalde punten van het Reglement. Art. 10.3: Aanwezigheid tijdens de Briefing Tijdens elke meeting is de aanwezigheid van rijders en deelnemers verplicht voor de volledige duur van de briefing, en dit op straffe van een geldboete. Bij het binnenkomen van de briefingruimte, dus voor de briefing, dient elke rijder en elke deelnemer de aanwezigheidslijst te tekenen. Elke rijder of deelnemer die afwezig is bij het begin van of tijdens de briefing zal een boete dienen te betalen vooraleer hij kan deelnemen aan de kwalificatieritten. Indien deze boete niet betaald wordt voor het begin van de kwalificatieritten, neemt de betrokken rijder of deelnemer niet langer deel aan de meeting. De boete bedraagt: bij een eerste afwezigheid: 100,00 bij een tweede afwezigheid: 200,00 vanaf de derde afwezigheid: 500,00 Art. 10.4: Uur & plaats van de Briefing Het uur en de locatie waar de briefing zal plaatsvinden wordt verduidelijkt in het Bijzonder Wedstrijdreglement van de meeting. Het uur wordt beschouwd als het begintijdstip van de briefing. Van zodra dit tijdstip voorbij is, wordt de toegang tot de briefingruimte afgesloten. De briefing dient ten allen tijde te gebeuren voor het begin van de nietkwalificatieritten. Indien dit nodig wordt geacht, kunnen bijkomende briefings worden georganiseerd. Hoofdstuk 3: Vergunningen Art. 11: Algemeenheden: 1 Sporting & Technical Regulations NL 13 8/1/2008

14 In de kartingsport bestaan de volgende categorieën van vergunningen: rijder / deelnemer deelnemer official tuner / preparateur Elke vergunningsaanvraag dient de stempel te dragen van een erkende Kartingclub. De lijst met kartingclubs die erkend worden door R.A.C.B. Sport is terug te vinden op de website: Er zal op deze website eveneens een rubriek Karting ontwikkeld worden. Wat betreft minderjarige rijders, dient de vergunningsaanvraag vergezeld te zijn van een ouderlijke toelating en van een afstand van verhaal, die ondertekend werd door een van de ouders, de verantwoordelijke voogd of door een wettelijke vertegenwoordiger. De ouderlijke toelating moet gewettigd worden door de burgemeester van de domiciliegemeente. 2 De vergunningen zijn geldig gedurende het burgerlijke jaar van uitgifte en vervallen verplicht op 31 december van het jaar van uitgifte. 3 De deelnemer is ten allen tijde verantwoordelijk voor het gedrag van zijn entourage (ouders, mecaniciens, vrienden, genodigden, ). Art. 12: Deelnemersvergunning: Art. 12.1: Deelnemersvergunning van het type TEAM Deze vergunning wordt afgeleverd aan elke handelsmaatschappij die een attest van inschrijving in het handelsregister voorlegt. Art. 12.2: Deelnemersvergunning van het type RENSTAL Deze vergunning wordt afgeleverd aan elke sportvereniging na voorlegging van haar statuten, die bovendien conform moeten zijn aan de Belgische burgerlijke wetgeving aangaande VZW s. Art. 12.3: Vergunning Deelnemer-Rijder Als de rijder meerderjarig is, wordt de deelnemersvergunning automatisch toegekend aan de rijder / deelnemer en zal ze ook hetzelfde nummer dragen. Sporting & Technical Regulations NL 14 8/1/2008

15 Als de rijder minderjarig is, wordt de deelnemersvergunning automatisch toegekend aan de ouderlijke autoriteit die de vergunningsaanvraag valideerde en zal ze ook hetzelfde nummer dragen. Art. 12.4: Volmacht Elke bezitter van een deelnemersvergunning kan zijn hoedanigheid van deelnemer per volmacht afstaan aan een andere houder van een deelnemersvergunning of aan de kartingclub / renstal. De rijder dient daarvoor de verantwoordelijke van de Administratieve Controle te verwittigen. De volmacht moet als volgt worden opgesteld en moet worden overhandigd tijdens de Administratieve Controle. Ik, ondergetekende (naam, voornaam), wettelijke vertegenwoordiger van (naam en voornaam van de minderjarige) met als nummer van deelnemersvergunning n, geef volmacht aan (naam, voornaam), met als nummer van deelnemersvergunning n, om mij te vertegenwoordigen als deelneme:r voor alle meetings van het kampioenschap / voor deze meeting (schrappen wat niet van toepassing is). Opgemaakt te op / /2008. Ouderlijke Handtekening + Gemachtigde Handtekening. Art. 13: Rijdersvergunning: Er bestaan twee types vergunningen: 1. Nationale vergunning: deze laat aan de houder ervan toe om deel te nemen aan alle meetings die weerhouden zijn op de nationale kalender van de ASN en die tevens opgenomen zijn op de C.I.K.-F.I.A. kalender onder het OPEN -statuut en eveneens aan alle meetings die in België gehouden worden, buiten elk C.I.K.-F.I.A. kampioenschap. 2. Internationale vergunning: deze laat aan de houder ervan toe om deel te nemen aan alle meetings die weerhouden worden op de Internationale Kalender van de C.I.K.-F.I.A. Voor meer informatie: zie Appendix B van het Jaarboek 2008 van de C.I.K.-F.I.A. (blz ). Art. 14: Voorwaarden voor het Bekomen van een Nationale Vergunning: Voor meer informatie in verband met de verschillende vergunning en in verband met de aanvraagprocedure voor een vergunning kan U terecht op of kt.sport@racb.com. Sporting & Technical Regulations NL 15 8/1/2008

16 Art. 14.1: K-Oneday (50,00 ) alle nationale categorieën; voor rijders die de leeftijd van 8 jaar bereikt hebben op de dag van de wedstrijd; is slechts geldig voor één meeting; er kunnen geen punten voor het kampioenschap verdiend worden. Art. 14.2: K-Mini (55,00 ) uitsluitend geldig voor de Mini -klasse; voor rijders die de leeftijd van 8 jaar bereikt hebben en nog niet de leeftijd van 11 jaar bereikt hebben op de dag van de wedstrijd; elke overstap naar een vergunning K-Cadet in de loop van het jaar is definitief en is onderworpen aan een evaluatie van R.A.C.B. Sport op basis van het palmares. Art. 14.3: K-Cadet (145,00 ) Deelname mogelijk aan alle meetings opgenomen op de kalender van R.A.C.B. Sport, alsmede aan meetings die op de Internationale Kalender van de C.I.K.-F.I.A. voorkomen als ENPEA / OPEN-wedstrijden (=nationale meetings met toegestane buitenlandse deelname). uitsluitend voor Cadet -klasse; voor rijders die de leeftijd van 11 jaar bereikt hebben en nog niet de leeftijd van 13 jaar bereikt hebben op de datum van uitreiking van de vergunning; kan toegekend worden aan een rijder jonger dan 11 jaar, op voorwaarde dat hij de leeftijd van 11 jaar bereikt in de loop van het kampioenschap; de vergunning kan geldig blijven na de 13 e verjaardag van een rijder, maximaal tot op het einde van het lopende kalenderjaar; elke overstap naar een vergunning K-Junior of hoger in de loop van het jaar is definitief; de overstap naar een hoger niveau is onderworpen aan een evaluatie van R.A.C.B. Sport op basis van het palmares. Een ouderlijke toelating gewettigd door de domiciliegemeente, een afstand van verhaal en een medisch getuigschrift waaruit blijkt dat autosport mag beoefend worden zijn vereist. Art. 14.4: K-Junior (190,00 ) Deelname mogelijk aan alle meetings opgenomen op de kalender van R.A.C.B. Sport, alsmede aan meetings die op de Internationale Kalender van Sporting & Technical Regulations NL 16 8/1/2008

17 de C.I.K.-F.I.A. voorkomen als ENPEA / OPEN-wedstrijden (=nationale meetings met toegestane buitenlandse deelname). uitsluitend voor de KF3-klasse (=Junioren); rijders die de leeftijd van 13 bereikt hebben en nog niet de leeftijd van 15 jaar bereikt hebben op de datum van uitreiking van de vergunning; kan toegekend worden aan een rijder jonger dan 13 jaar, op voorwaarde dat hij de leeftijd van 13 jaar bereikt in de loop van het kampioenschap; de vergunning kan geldig blijven na de 15 e verjaardag van een rijder, maximaal tot op het einde van het lopende kalenderjaar; elke overstap naar een K-vergunning of hoger in de loop van het jaar is definitief; de overstap naar een hoger niveau is onderworpen aan een evaluatie van R.A.C.B. Sport op basis van het palmares. Een ouderlijke toelating gewettigd door de domiciliegemeente, een afstand van verhaal en een medisch getuigschrift waaruit blijkt dat autosport mag beoefend worden zijn vereist. Art. 14.5: K (190,00 ) Deelname mogelijk aan alle meetings opgenomen op de kalender van R.A.C.B. Sport, alsmede aan meetings die op de Internationale Kalender van de C.I.K.-F.I.A. voorkomen als ENPEA / OPEN-wedstrijden (=nationale meetings met toegestane buitenlandse deelname). rijders die de leeftijd van 15 jaar bereikt hebben op de datum van de uitreiking van de vergunning; kan toegekend worden aan een rijder jonger dan 15 jaar, op voorwaarde dat hij de leeftijd van 15 jaar bereikt in de loop van het kampioenschap; de overstap naar een hoger niveau is onderworpen aan een evaluatie van R.A.C.B. Sport op basis van het palmares. Voor minderjarigen zijn een ouderlijke toelating gewettigd door de domiciliegemeente, een afstand van verhaal en een medisch getuigschrift waaruit blijkt dat autosport mag beoefend worden, vereist. Art. 15: Voorwaarden voor het Bekomen van een Internationale Vergunning: Voor meer informatie: zie Appendix B van het Jaarboek 2008 van de C.I.K.- F.I.A. (blz ). Art. 16: Karting Clubs & Renstallen: Sporting & Technical Regulations NL 17 8/1/2008

18 Inrichtende Clubs moeten als rechtspersoon het statuut van VZW hebben, en dit volgens de heersende Nationale Wetgeving met betrekking tot VZW s. Teneinde erkend te blijven, dienen zij jaarlijks: een bijdrage van 90,00 te betalen aan R.A.C.B. Sport; erkend te zijn en te blijven door hun P.A.K. Enkel erkende Inrichtende Clubs mogen nationale en / of internationale (karting)meetings organiseren. Karting Clubs, die uitsluitend vergunningsaanvragen voor karting kunnen valideren, moeten opgericht zijn volgens de reglementering betreffende autorenstallen en moeten tevens houder zijn van een deelnemersvergunning. Art. 17: Doorlaatbewijzen Tuner: Een tuner die zich één of twee doorlaatbewijzen op naam voor het Parc Fermé wil verschaffen, moet hiervoor een schriftelijke aanvraag indienen bij de Karting Manager (mr.sport@racb.com). Op de aanvraag moet de naam van de persoon staan voor wie het bewijs bestemd is. De prijs voor één permanent doorlaatbewijs bedraagt 175,00 en voor twee permanente doorlaatbewijzen bedraagt de prijs 350,00. Organisatoren zijn verplicht om de persoon die in het bezit is van een dergelijk doorlaatbewijs, gratis een pas voor vrije toegang tot het Parc Fermé te verlenen. Daar de doorlaatbewijzen op naam staan is het onmogelijk om zich te laten vertegenwoordigen door een derde, zelfs als deze derde deel uitmaakt van hetzelfde team. Elke vorm van fraude leidt tot onmiddellijk intrekking van de doorlaatbewijzen. Hoofdstuk 4: Verloop van het Kampioenschap Art. 18.1: Kalender: Het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 wordt verreden over 3 meetings van vier wedstrijden elk: Finale 1, 2, 3 en 4. De kalender van het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 ziet er als volgt uit: Spa-Francorchamps: 16-17/08/2008 Genk: 13-14/09/2008 Mariembourg: 11-12/10/2008 Art. 18.2: Afstanden Finales: Sporting & Technical Regulations NL 18 8/1/2008

19 Mini: ca. 15 km; Cadet: ca. 15 km; KF3: ca. 20 km; KF2: ca. 25 km; KZ2: ca. 25 km. Art. 18.3: Algemeenheden: Het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 staat in alle klassen open voor rijders van alle nationaliteiten. Echter, enkel de klassen KF3, KF2 en KZ2 hebben het internationale statuut. Dit houdt in dat in de klassen Mini en Cadet eventuele buitenlandse rijders worden weerhouden in de dagrangschikkingen, maar niet in de eindstand van het kampioenschap. Het is niet toegelaten dat een rijder zich inschrijft in twee verschillende klassen tijdens éénzelfde meeting. Opdat een Kampioenschap geldig kan zijn, moeten in de desbetreffende klasse minimaal zes rijders ingeschreven zijn voor de totale duur van het Kampioenschap. Het aantal ingeschreven rijders wordt vastgesteld op de sluitingsdatum voor de jaarinschrijvingen, zijnde 10/08/2008. Alle meetings voor het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 zijn ingeschreven op de Internationale Kalender van de C.I.K.-F.I.A. en hebben het internationale statuut voor de klassen KF3, KF2 en KZ2. Art. 18.4: Hiërarchie van de Klassen: De klassen uit het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 zijn, in stijgende volgorde: Mini => deze klasse bestaat uit drie Challenges, naargelang de motorisatie: WTP; Parilla Swift en Micromax. Cadet KF3 KZ2 KZ2 Art. 18.5: Inschrijvingsrecht: 1. Voor alle meetings van het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 Iedere rijder heeft de mogelijkheid zich in te schrijven voor alle meetings van het Belgisch Kampioenschap Karting Het officiële inschrijvingsbulletin moet correct, volledig en leesbaar ingevuld worden. Het inschrijvingsbulletin is te vinden op de website van R.A.C.B. Sporting & Technical Regulations NL 19 8/1/2008

20 Sport. Geen enkel ander inschrijvingsbulletin zal aanvaard worden. De inschrijving moet vergezeld worden van een storting van 450,00 op het rekeningnummer dat vermeld wordt op het inschrijvingsbulletin. De betaling moet geschieden voor 10/08/2008. In geval van betaling via buitenlands banken, vallen de kosten daarvan ten laste van de inschrijver. Enkel de uittreksels van de hierboven vermelde bankrekening zullen dienst doen als betalingsbewijs. Tijdens de Administratieve Controle zal daarenboven een borg gevraagd worden van 25,00 in cash. Deze borg kan U terughalen na de meeting, bij het net achterlaten van de U toegewezen paddockplaats. 2. Voor één wedstrijd De rijder die wenst deel te nemen aan een wedstrijd van het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 moet het officieel inschrijvingsbulletin correct, volledig en leesbaar invullen. Het inschrijvingsbulletin is te vinden op de website van R.A.C.B. Sport. Geen enkel ander inschrijvingsbulletin zal aanvaard worden. Deze inschrijving moet ten laatste één week voorafgaand aan de betrokken wedstrijd verzonden worden naar R.A.C.B. Sport (Aarlenstraat, Brussel). De inschrijving moet vergezeld worden van een storting van 180,00 (= enkel recht) op het rekeningnummer dat vermeld wordt op het inschrijvingsbulletin. Na deze uiterste limietdatum kan nog ingeschreven worden, maar dan tegen een verhoogd inschrijvingsrecht van 205,00 (=verhoogd recht). In geval van betaling via buitenlands banken, vallen de kosten daarvan ten laste van de inschrijver. Enkel de uittreksels van de hierboven vermelde bankrekening zullen dienst doen als betalingsbewijs. Tijdens de Administratieve Controle zal daarenboven een borg gevraagd worden van 25,00 in cash. Deze borg kan U terughalen na de meeting, bij het net achterlaten van de U toegewezen paddockplaats. 3. Eventuele Terugbetaling De borg van 25,00 zal op de laatste dag van de meeting worden terugbetaald, bij het net achterlaten van de toegewezen paddockplaats. Sporting & Technical Regulations NL 20 8/1/2008

21 Terugbetaling van inschrijvingsgeld moet schriftelijk door de deelnemer worden aangevraagd, en dit maximum vijf werkdagen na de betrokken meeting. De aanvraag moet vergezeld zijn van een medisch attest waaruit blijkt dat de betrokkene niet aan de meeting kon deelnemen of van een voor echt verklaard attest van zijn ASN. Als de terugbetaling wordt toegestaan, zal het inschrijvingsrecht, verminderd met 50,00 administratieve kosten, terugbetaald worden. De terugbetaling kan enkel via bankrekening gebeuren. Art. 18.6: Rangschikking van het Kampioenschap: Voor het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 worden op het einde van het jaar de resultaten van 10 van de 12 verreden wedstrijden (=finales) weerhouden. Het eindresultaat is dus de som van de 10 beste resultaten. De slechtste twee resultaten (dus ook niet verreden wedstrijden) van elke rijder komen in aanmerking voor schrapping. Om in aanmerking te komen voor het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 in een welbepaalde klasse, dienen minstens zes rijders ingeschreven te zijn in de betrokken klasse. Voor elke wedstrijd (= finale) die telt voor het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 worden de punten als volgt verdeeld onder de rijders: punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten Sporting & Technical Regulations NL 21 8/1/2008

22 punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punten punt punt punt De snelste wedstrijdronde per finale levert 2 extra punten op. Art. 18.7: Overtredingen: Een uitsluiting uit de wedstrijd, volgend op een beslissing van het College der Sportcommissarissen staat gelijk met 0 punten voor het Kampioenschap. Dit resultaat kan ook geen dienstdoen als schrapresultaat op het einde van het jaar. Een uitsluiting uit de meeting staat gelijk met 0 punten voor alle vier de finales van de meeting. Het zich niet aanbieden bij de start staat gelijk met 0 punten voor het Kampioenschap. Dit resultaat kan echter wel dienstdoen als schrapresultaat op het einde van het jaar. Art. 18.8: Ex Aequo: Indien op het einde van jaar twee rijders eenzelfde aantal punten gescoord hebben in de eindrangschikking van het Kampioenschap (na schrapping van twee resultaten), zal eerst rekening gehouden worden met het eerste plaatsen die behaald werden in alle wedstrijden van het Kampioenschap. Daarna wordt dit systeem verder gehanteerd, via de tweede plaatsen naar de derde plaatsen, enz Indien deze procedure niet toelaat de rijders te scheiden, zal R.A.C.B. Sport de winnaar aanduiden op basis van andere eerlijke criteria, die achteraf ook zullen bekendgemaakt worden. Art. 18.9: Wedstrijdleider & Starter & Relatie Deelnemers: De wedstrijdleider, starter en relatie deelnemers worden per meeting bekendgemaakt in het Bijzondere Wedstrijdreglement. Deze dienen niet Sporting & Technical Regulations NL 22 8/1/2008

23 noodzakelijk dezelfde te zijn voor de ganse duur van het Belgisch Kampioenschap Karting Hoofdstuk 5: Verloop van de Meeting Art. 19.1: Verzekering: De burgerlijke aansprakelijkheid van de organisatoren en van alle wedstrijden op een omloop moeten gedekt zijn volgens de voorschriften van R.A.C.B. Sport. Art. 19.2: Niet-kwalificatieritten: De omloop moet per klasse gedurende minimaal éénmaal 15 minuten beschikbaar zijn voor de niet-kwalificatieritten die voorafgaan aan elke competitie. Het materieel dat gebruikt wordt tijdens de niet-kwalificatieritten moet overeenkomen met het materieel dat vermeld wordt op de registratiefiche voor het materieel. Op de omlopen van Francorchamps, Genk en Mariembourg bedraagt de maximumcapaciteit van de omloop 36 rijders. Dit geldt zowel voor de nietkwalificatieritten, de kwalificatieritten en de wedstrijden. Art. 19.3: Kwalificatieritten: 1 Voor de rijders die voldaan hebben aan de registratie van het materieel, is er per klasse een kwalificatierit voorzien van 10 minuten. Er is een kwalificatiesessie voorzien per klasse. Iedere sessie kan maximaal uit 36 rijders bestaan, daar de inschrijvingen per klasse ook beperkt worden tot maximaal 36 rijders. Tijdens elke kwalificatiesessie mag de rijder de start nemen op een ogenblik dat hij vrij mag bepalen. Echter, vanaf het moment dat een rijder de startlijn in de vertrekzone heeft overschreden, krijgt hij de status gestart. Zijn tijden worden vanaf dat moment genoteerd, onafhankelijk van de omstandigheden. Iedere volledige ronde wordt gechronometreerd en de weerhouden tijd is de beste tijd van de sessie. In geval van een ex aequo tussen twee rijders, zal de tweede beste tijd die ze behaalden bepalend zijn, en zo verder in geval van een blijvend ex aequo. 2 Sporting & Technical Regulations NL 23 8/1/2008

24 De eindrangschikking van de kwalificatieritten, die de basis vormt voor de startopstelling, wordt bepaald door het rangschikken van de rijders volgens hun snelste individuele tijd over een ronde. Deze officiële eindrangschikking bepaalt de startopstelling van de eerste finale van de dag. De startopstelling van de tweede finale van de dag wordt telkens bepaald door de eindrangschikking van de eerste finale. Een rijder die geen enkele geldige tijd achter zijn naam heeft staan, zal de laatste plaats op de startopstelling innemen. Indien meerdere rijders in deze situatie verkeren, zal hun startpositie door loting bepaald worden. Deze loting zal geschieden in het bijzijn van een der Sportcommissarissen. 3 Het is de duwers-mecaniciens verboden een rijder te helpen nadat deze de startlijn in de startzone heeft overschreden. Iedere stilstand van een rijder in de Herstellingszone of in het Aankomst- Assistentiepark is definitief tijdens de kwalificatieritten. Hij mag in geen enkel geval opnieuw vertrekken. Art. 19.4: Wedstrijden (Finales): Bij elke meeting van het Belgisch Kampioenschap Karting 2008 worden per klasse twee wedstrijden (finales) verreden op zaterdag en twee wedstrijden (finales) op zondag. - Mini, Cadet: circa 15 km. - KF3 : circa 20 km. - KF2, KZ2: circa 25 km. Een rijder die de aankomst van een finale niet haalt, wordt gerangschikt volgens het aantal ronden dat hij werkelijk aflegde. Art. 19.5: Startopstelling: 1 De rijders worden verplicht zich in twee rijen op te stellen: - in functie van de weerhouden tijden uit de kwalificatiesessie (voor finale 1 en 3) - in functie van de officiële eindrangschikking uit finale 1 of 3 (voor respectievelijk finale 2 en 4) In geval van overmacht of van omstandigheden buiten de wil van de Organisator om, kan het College der Sportcommissarissen overgaan tot de Sporting & Technical Regulations NL 24 8/1/2008

25 beslissing om de gechronometreerde kwalificatiesessie te vervangen door een lottrekking. Na de kwalificatiesessie zal per klasse de startopstelling worden uitgehangen aan het Officiële Uithangbord. De locatie van dat Officiële Uithangbord wordt vermeld in het Bijzonder Wedstrijdreglement. Alleen de vermelde rijders krijgen toelating om de start te nemen in de wedstrijden (finales). 2 Elke rijder, waarvan de kart om welke reden dan ook onmogelijk kan vertrekken, of elke rijder die redenen heeft om aan te nemen dat zijn / haar kart niet klaar zal zijn om te starten, moet dit onmiddellijk melden aan de verantwoordelijke voor de Pré-Grille. Deze laatste verwittigt dan de Starter en / of de Wedstrijdleider zodra hij daartoe de kans krijgt. 3 De startopstelling van de Finales 1 en 3 wordt opgemaakt in functie van de snelste tijd gereden door elke rijder in de kwalificatiesessie die eerder op de wedstrijddag verreden werd. Als één of meerdere rijders daarin een ex aequo lieten noteren, dan zal de tweede beste tijd die ze behaalden bepalend zijn, en zo verder in geval van een blijvend ex aequo (zie Art ). De rijder die vooraan staat op de startopstelling heeft de keuze omtrent de locatie van zijn pole position (op het linker- of rechtergedeelte van de omloop). De voorwaarde is wel dat hij de Starter en / of de Wedstrijdleider hiervan op de hoogte brengt bij zijn aankomst op de Pré-Grille. De keuze van deze rijder heeft slechts invloed op de eerste startrij, alle andere startrijen blijven ongewijzigd. Indien de rijder in pole position geen keuze kenbaar maakt, dan neemt hij de start van de wedstrijd (finale) op de pole position die werd aangeduid door de C.I.K.-F.I.A. 4 De toegang tot de startopstelling eindigt vijf minuten voor het vertrektijdstip dat in de timing werd voorzien. Elke kart die op dat moment zijn positie op de startopstelling nog niet heeft ingenomen, krijgt hiertoe geen toestemming meer. Het College der Sportcommissarissen kan hierop in buitengewone omstandigheden een uitzondering maken. Elke rijder die op tijd met zijn kart aanwezig is op de startopstelling, zal beschouwd worden als hebbende de start genomen. Art. 19.6: Start: Sporting & Technical Regulations NL 25 8/1/2008

26 1 Het startsignaal van een wedstrijd wordt gegeven door middel van lichtsignalen of, bij overmacht, door de Belgische vlag. De start kan enkel vliegend of stilstaand zijn. De startopstelling bestaat in beide gevallen uit twee rijen karts en de startwijze dient opgenomen te zijn in het Bijzonder Wedstrijdreglement van de meeting. 2 Om de start te geven, bevindt de Starter (of bij gebrek eraan de Wedstrijdleider) zich op een platform dat minstens vijf meter van de rand van de omloop verwijderd is en achter een permanente barrière staat, of op de plaats die daarvoor werd aangewezen op de Homologatiefiche van de omloop. Een gele lijn wordt 25 meter voor de startlijn getrokken en het is verboden om te accelereren alvorens die gele lijn te hebben overschreden. Bij vliegende starts zal deze gele lijn eveneens worden aangegeven door een rij soepele kegels: 1 kegel langs beide zijden van de omloop en 4 kegels geplaatst op de middellijn van de omloop. Van zodra de Starter / Wedstrijdleider door middel van een groene vlag aangeeft dat de karts hun formatieronde mogen aanvatten, zijn de rijders onderworpen aan de orders van de Starter. Ze mogen vanaf dat moment ook geen externe hulp meer krijgen. Elke rijder die zich niet tijdig met een startklare kart heeft onderworpen aan de orders van de Starter, mag de Pré- Grille slechts verlaten op bevel van de Starter of van de verantwoordelijke voor de Pré-Grille. 3 De karts leggen minimaal een formatieronde af alvorens de start wordt gegeven. Tijdens deze formatieronde is het absoluut verboden een andere rijder in te halen, op straffe van een sanctie die opgelegd wordt door het College der Sportcommissarissen (10 seconden straftijd voor die wedstrijd of uitsluiting uit de wedstrijd). Als een rijder, om gelijk welke reden, halt houdt tijdens de formatieronde, dient hij alvorens opnieuw te vertrekken het volledige startveld te laten doorrijden. Hij start daarna dan opnieuw achteraan. Als de rijder toch probeert te vertrekken vooraleer het volledige startveld hem passeerde, dan wordt hem de zwarte vlag vertoond en wordt hij uitgesloten uit de betrokken wedstrijd (finale). Sporting & Technical Regulations NL 26 8/1/2008