advies met betrekking tot het invoeren van verplichte urinetesten bij de krijgsmacht in het kader van de bestrijding en preventie van drugsgebruik.
|
|
- Paula Smeets
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het defensiebeleid met betrekking tot het gebruik van drugs advies met betrekking tot het invoeren van verplichte urinetesten bij de krijgsmacht in het kader van de bestrijding en preventie van drugsgebruik. mr R.J. Hoekstra 1. Inleiding In zijn brief van 16 april 1997 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (25000 X nr 72) heeft de toenmalige Staatssecretaris van Defensie, J.C. Gmelich Meijling, het kader neergezet voor het defensiebeleid ten aanzien van o.a. drugs en alcohol. In die brief werd de overweging vermeld, dat in verband met haar operationele optreden en het gebruik van (zware) wapens en kostbaar materieel de krijgsmacht zich onderscheidt van andere overheidsdiensten. Hoewel het gebruik van drugs een maatschappelijk verschijnsel is, past het gebruik van drugs niet binnen de krijgsmacht en de Staatssecretaris streeft ernaar dit verschijnsel zoveel mogelijk uit te bannen. Ten aanzien van drugs werd daarin bepaald, dat - bezit, vervoer, gebruik en verhandelen van harddrugs doorgaans leidt tot een ontslagprocedure, evenals handel in softdrugs; - bij bezit, vervoer of gebruik van softdrugs in het algemeen een schriftelijke waarschuwing volgt, maar dat bij een nieuwe constatering van bezit, vervoer of gebruik van softdrugs doorgaans een ontslagprocedure volgt; - bij de werving tijdens de selectiefase, bij het psychologisch onderzoek bijzondere aandacht wordt besteed aan mogelijk drugsgebruik en dat wanneer wordt vastgesteld dat de kandidaat drugs gebruikt hij of zij wordt uitgesloten van de verdere selectieprocedure; - bij de Koninklijke marechaussee ook (een eerste) bezit, vervoer of gebruik van softdrugs meteen tot ontslag kan leiden, aangezien de Kmar vanwege haar taak een voorbeeldfunctie heeft. Voorts werd in deze brief het standpunt bepaald, dat het bezit, vervoer, gebruik en verhandelen van drugs wordt aangemerkt als wangedrag in de zin van artikel 39, tweede lid onder l, van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR), zodat ook bezit, vervoer, gebruik en verhandelen van drugs buiten de diensturen kan leiden tot ontslag.
2 2 Ten aanzien van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde wordt opgemerkt, dat het Openbaar Ministerie voor militairen (gerelateerd aan drugs) een strakker opsporings- en strafvorderingsbeleid voert dan voor personen buiten de Defensieorganisatie. Tenslotte wordt in de brief vermeld, dat maatregelen zijn getroffen die commandanten de mogelijkheid geven leefruimten en legeringsgebouwen, ook zonder voorafgaande waarschuwing, te inspecteren. 2. Beschouwing De bevoegdheid tot het houden van bovengenoemde inspecties wordt ontleend aan artikel 12d van de Militaire ambtenarenwet , aangezien deze inspecties geacht worden een inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van de aldaar gelegerde militairen. Ingevolge artikel 10 van de Grondwet 2 is voor het maken van een dergelijke inbreuk namelijk een wettelijke basis vereist. De maatregelen genoemd hebben betrekking op het feit, dat het bezit van drugs een strafbaar feit oplevert 3 en dat het constateren dat drugs aanwezig zijn zonder dat er sprake is van een strafrechtelijk onderzoek, zou kunnen leiden tot het niet in een strafproces kunnen gebruiken van de constatering van dit feit. Aan de andere kant behoeft dat er niet aan in de weg te staan, dat het aantreffen van drugs, of er nu wel of niet een strafrechtelijke vervolging op volgt, wel aanleiding kan zijn voor het nemen van rechtspositionele besluiten, zoals ontslag, dan wel een tuchtrechtelijke bestraffing op grond van de Wet Militair Tuchtrecht. Een complicatie daarbij is, dat defensiepersoneel vaak min of meer door de noodzaak of door dienstbelang gedwongen woont, of ook na de diensturen verblijft, op defensieterreinen; bijvoorbeeld aan boord van een schip of in een legeringskamer op kazernes. Dit leidt ertoe, dat aan de ene kant de privacy van dat personeel moet worden 1 Artikel 12d MAW: 1. De militaire ambtenaar is verplicht zich tijdens het verblijf in een gebouw, luchtvaartuig of voertuig alsmede op een vaartuig of een terrein, dat in gebruik is bij of ten behoeve van de krijgsmacht of dat de militaire ambtenaar tot verblijf of gebruik dient bij de vervulling van zijn taak in internationaal verband, te onderwerpen aan een in het belang van de dienst door het bevoegd gezag gelast onderzoek aan zijn lichaam of zijn kleding of van zijn daar aanwezige goederen. 2. Het bevoegd gezag, op wiens last het in het vorige lid bedoelde onderzoek plaats heeft, neemt de nodige maatregelen teneinde daarbij een onredelijke of onbehoorlijke bejegening te voorkomen. 2 Artikel 10 Grondwet 1. Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. 2. De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens. 3. De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens. 3 Opiumwet artt. 2 en 3 Artikel 2 Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid: A. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen; B. te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren; C. aanwezig te hebben; D. te vervaardigen. Artikel 3 Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid: A. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen; B. te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren,te verstrekken of te vervoeren; C. aanwezig te hebben; D. te vervaardigen.
3 3 gerespecteerd, maar aan de andere kant een verantwoordelijkheid bestaat voor het handhaven van het drugsbeleid. Uit jurisprudentie 4 omtrent een alcoholverbod aan boord van een schip blijkt dat het recht op respecteren van de persoonlijke levenssfeer in een afweging van belangen wijkt voor het afweren van een concreet gevaar voor algemene veiligheid en operationele paraatheid. In het specifieke geval van het aantreffen van een kwartpil exctasy in een weekendtas op een oorlogsschip werd dit door de rechter ook aanvaard. 5 Behalve op artikel 10 van de Grondwet moet ook acht worden geslagen op artikel 8 van het EVRM 6 en op art. 17 van het Internationaal Verdrag Burger- en Politieke Rechten. 7 Gelet op de nader beschreven risico's van drugsgebruik op de veiligheid van collega's en van anderen, onder wie personen, wier veiligheid aan de betrokkene is toevertrouwd, en mede gelet op de voorkoming van strafbare feiten kan het uitvoeren van inspecties worden aangemerkt als proportioneel in de zin van art. 8 EVRM en art. 17 IVBPR. 3. Probleemstelling Recentelijk heeft de Commandant Zeemacht in het Caraïbisch gebied (CZMCARIB) verzocht om gelet op de bijzondere taakstelling in het Caraïbisch gebied in verband met de bestrijding van drugs extra maatregelen te mogen invoeren, waaronder het op willekeurige wijze uitvoeren van urinetesten onder het personeel. Hij voert als argument aan, dat het uitvoeren van urinetesten bij diverse grote bedrijven in op de Nederlandse Antillen en Aruba een standaardprocedure zou zijn in het kader van de bedrijfsveiligheid. Daarnaast zou deze methode ook worden gebruikt bij andere krijgsmachten, waaronder die van de Verenigde Staten. De bedoeling is niet alleen feitelijke repressie van drugsgebruik, maar ook en vooral dat van de mogelijkheid van controles een preventieve werking zal uitgaan. Het uitvoeren van urinetesten houdt het afnemen van lichaamseigen stoffen of producten in, hetgeen een inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer (artikel 10 Grondwet). Voor het invoeren van urinetesten, moet dan ook de vraag worden beantwoord, of gelet op het beoogde doel, het verplicht onderworpen kunnen worden aan dergelijke testen als 4 CRvB , TAR 1998/5 ; Rb. Den Haag , TAR 1998/195 ; CRvB TAR 2002/139 5 Rb. Den Haag, , TAR 1996/59. Zie ook Rb. Den Haag , TAR 1998/161 en CRvB , TAR 1998/ Art. 8 EVRM luidt: "1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen."
4 4 proportioneel en passend binnen de arbeidsverhouding overheid/militair kan worden beschouwd. Dit beoogde doel is volgens de CZMCARIB het uit de organisatie verwijderen van personeel betrapt op drugsgebruik en secundair het ontmoedigen van drugsgebruik. Daarbij moet aandacht worden besteed aan de specifieke voorbeeldfunctie van de krijgsmacht. Met urinetesten als bedoeld kan hoewel gewoonlijk aan gebruik bezit voorafgaat wel het gebruik, maar niet het bezit van verdovende middelen worden aangetoond. Omdat het gebruik van verdovende middelen geen strafbaar feit oplevert, ligt hier geen relatie met een strafrechtelijk onderzoek en zou het derhalve niet nodig zijn om deze tests te doen afnemen door of onder toezicht van een opsporingsambtenaar. Een bijkomende vraag is, of de genoemde urinetesten zouden moeten worden afgenomen door of onder toezicht van een arts. Hierbij komt het aspect aan de orde of afwegingen van medisch-ethische aard meespelen. Het afnemen van een drugstest is immers niet gericht op het verlenen van medische zorg, maar op het handhaven van een beleid met betrekking tot bepaald gedrag. Ook op dit punt is het nodig om duidelijkheid te verkrijgen. Hierbij komt een sub-vraag aan de orde of artsen in dienst van Defensie hiermede belast kunnen worden. Deze artsen maken immers deel uit van de Militaire geneeskundige diensten die ook als zorgverleners voor militairen fungeren. Hier speelt, of defensieartsen hiermede niet in conflict komen met hun vertrouwenspositie ten opzichte van militairen. De artsen, in dienst van defensie, maken deel uit van de Militaire Geneeskundige Diensten. De militair is gehouden zich voor geneeskundige zorg te wenden tot de voor hem aangewezen militair geneeskundige dienst 8. De aard, inhoud en omvang van de geneeskundige zorg is geregeld in het algemeen militair ambtenarenreglement 9. Verder speelt nog een aantal vragen omtrent de te hanteren methode en de bruikbaarheid van de testen. Kijkend naar bijvoorbeeld het Besluit alcoholonderzoeken, waarin in de artikelen 17 e.v. een urinetest is geregeld, gaat het om aspecten als toezicht van arts, aanwijzen apparatuur, aanwijzen laboratorium, vaststellen analysemethoden en 7 Art. 7 IVBPR luidt: "1. Niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige inmenging in zijn privé leven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en goede naam. 2. Een ieder heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmenging of aantasting. 8 Artikel 90a Ziektekostenverzekering 1. De militair in werkelijke dienst is verzekerd voor geneeskundige verzorging aan de militair verleend door of vanwege de voor hem aangewezen militair geneeskundige dienst. 9 Artikel 93 Maatregelen ter bescherming van de gezondheid en gericht op de geschiktheid voor de dienst 1. De geneeskundige verzorging verleend door of vanwege de militair geneeskundige dienst omvat al de maatregelen, voorzieningen en geneeskundige verstrekkingen in het belang van de bescherming, het behoud, het herstel en de bevordering van de gezondheid van de militair alsmede in het belang van het behoud, het herstel en de bevordering van de geschiktheid van de militair voor de dienst.
5 5 correctiemethoden, tegenonderzoek, kosten daarvan, verzending en bewaren van monsters enz. Voorts moet nog worden gedacht aan de handelwijze in geval van weigering mee te werken aan het onderzoek. Voor het vaststellen of een sporter doping heeft gebruikt bestaat een methode van urinetesten, waarbij zeker is gesteld dat de stalen urine die als bewijs moeten dienen op betrouwbare wijze worden verzegeld, getest en dat er mogelijkheden zijn voor contra-expertise. Voorts gaat het dan om de periode waarin en de wijze waarop de urinemonsters moeten worden bewaard, en tenslotte, of de uitkomst van de test kan dienen voor het beoogde doel. Een vergelijkbare problematiek speelde in het geval van enige Beginselenwetten" Adviesaanvraag en advies De Staatssecretaris van Defensie heeft in het licht van het bovenstaande advies gevraagd over de volgende punten: 1. Kan het invoeren van urinetesten als repressief en preventief middel in het kader van het drugsbestrijdingsbeleid als proportioneel en passend binnen de specifieke arbeidsverhouding tussen de overheid en de militair worden beschouwd? 2. Wanneer urinetesten ingevoerd worden, op welke wijze en door wie moet een dergelijke test dan worden afgenomen? Is het vereist dat dit door een arts geschiedt? 10 Artikel 35 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 1. De directeur kan, indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel in verband met de beslissing tot plaatsing of overplaatsing dan wel in verband met de toestemming tot het verlaten van de inrichting, een jeugdige verplichten urine af te staan ten behoeve van een onderzoek van die urine op aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen. 2. Onze Minister stelt nadere regels vast omtrent de wijze van uitvoering van het urineonderzoek. Deze regels betreffen in elk geval het recht van de jeugdige om de uitslag te vernemen en om voor eigen rekening een hernieuwd onderzoek van de afgestane urine te laten plaatsvinden. Artikel 34, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 30 Penitentiaire beginselenwet 1. De directeur kan, indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel in verband met de beslissing tot plaatsing of overplaatsing dan wel in verband met de verlening van verlof, een gedetineerde verplichten urine af te staan ten behoeve van een onderzoek van die urine op aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen. 2. Onze Minister stelt nadere regels omtrent de wijze van uitvoering van het urineonderzoek. Deze regels betreffen in elk geval het recht van de gedetineerde om de uitslag te vernemen en om voor eigen rekening een hernieuwd onderzoek van de afgestane urine te laten plaatsvinden. Artikel 29, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. Memorie van toelichting (26 016, nr. 3, Vaststelling van een Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en daarmee verband houdende wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdhulpverlening alsmede enige andere wetten (Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen) c. Verplicht urine-onderzoek Krachtens het voorgestelde artikel 35 kan de directeur een jeugdige verplichten urine af te staan. Deze bevoegdheid is thans geregeld in artikel 31a van het Besluit regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming (Stb. 1995, 104), gebaseerd op artikel 66, onder a en c, van de Wet op de jeugdhulpverlening. Artikel 31a van het Besluit geeft de bevoegdheid tot urinecontrole en tevens de voorwaarden waarop dit kan geschieden. De urine moet onderzocht kunnen worden op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen. Hierbij dient te worden gedacht aan de middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijsten I en II, aan alcohol en aan medicijnen. Het gaat dus zowel om verboden middelen, als om middelen waarvan het ongecontroleerde gebruik dient te worden tegengegaan. Te denken valt hierbij aan kalmerings- en slaapmiddelen. De wijze van uitvoering van het urineonderzoek dient nader in een ministeriële regeling te worden vastgelegd. Deze regels betreffen in elk geval het recht van de jeugdige om de uitslag te vernemen en om voor eigen rekening een hernieuwd onderzoek van de reeds afgestane urine te laten plaatsvinden. Tevens zal worden vastgelegd dat aan de jeugdige vooraf wordt meegedeeld waarom tot urine-onderzoek is besloten. Het kan gaan om een steekproefsgewijze controle, maar ook om een controle bij verdenking van gebruik van drugs of controle bij het tijdelijk verlaten van de inrichting, bij terugkeer of in het kader van een selectie en plaatsing. Niet-naleving van de verplichting tot medewerking kan aanleiding geven tot het opleggen van een disciplinaire straf. De naleving van deze verplichting dient ook te worden bezien in verband met de toepassing van geweld, met inachtneming van de voorwaardengenoemd in het voorgestelde artikel 40. Zo acht ik het meevoeren door medewerkers van de inrichting van de jeugdige naar een ruimte waar hij de urine kan afstaan in beginsel toelaatbaar."
6 6 3. Is het uit een oogpunt van de zorgverlenende taken van de militair geneeskundige diensten en uit een oogpunt van medische ethiek, aanvaardbaar dat de tests worden afgenomen door artsen behorende tot de militaire geneeskundige dienst? 4. Is een urinetest voldoende betrouwbaar en met welke waarborgen moet deze worden omkleed? 5. Zijn er nog andere aspecten die uit het oogpunt van arbeidsverhoudingen, grondrechten of medische ethiek geadresseerd zouden moeten worden? In het navolgende wordt op deze punten ingegaan: 4.1. Kan het invoeren van urinetesten als repressief en preventief middel in het kader van het drugsbestrijdingsbeleid als proportioneel en passend binnen de specifieke arbeidsverhouding tussen de overheid en de militair worden beschouwd? In het drugsbeleid binnen de krijgsmacht wordt als uitgangspunt gehanteerd, dat het gebruik van drugs de inzetbaarheid van het personeel en de bedrijfsveiligheid en daarmee de taakuitvoering in gevaar brengt. Militairen moeten voorbereid zijn op het verrichten van topprestaties. Dat vereist een grote mate van concentratie, niet alleen bij de uitvoering van die prestaties, maar ook bij de voorbereiding daarvan en meer in het algemeen de opleiding daartoe. Het personeel van de krijgsmacht wordt er daarom van doordrongen dat drugsgebruik niet wordt getolereerd. Commandanten maken het personeel ervan bewust, dat het bezit, gebruik en verhandelen van drugs gevolgen heeft voor de rechtspositie en doorgaans zal leiden tot ontslag uit de dienst. 11 De rechtspositie van de militair moet in dit licht worden gezien tegen de achtergrond van de noodzaak de veiligheid van de dienstuitoefening te waarborgen. Het enkele gebruik kan negatieve invloed hebben op de werkzaamheden van de betrokken militair niet alleen in relatie tot het hem ter beschikking gestelde materiaal ter uitoefening van zijn functie., maar ook en vooral in verband met de veiligheid van zijn collega's en van anderen, onder wie personen wier veiligheid aan hem is toevertrouwd. De gevolgen, vaak langdurige, van drugsgebruik, zijn in het bijzonder negatief voor het noodzakelijke concentratie- en incasseringsvermogen. Operationele activiteiten in het bijzonder in riskante omstandigheden doen een zwaar beroep op deze vermogens. De veiligheid van de betrokken militair, van zijn collega's en anderen onder wie personen wier veiligheid aan hem is toevertrouwd, komt bij gebruik onnodig in het geding. Een verantwoorde uitvoering van de militaire taak wordt belemmerd. 11 Zie bijlage: Inventarisatie drugspreventiemaatregelen krijgsmachtdelen.
7 7 Het invoeren van urinetesten kan tegen deze achtergrond als legitiem worden aangemerkt. Zijn rechtvaardiging vindt het in de bijzondere arbeidsomstandigheden van de militair; het invoeren ervan is als proportioneel 12 aan te merken. Als randvoorwaarden daarbij gelden, dat het instrument wordt ingezet complementair aan reeds gehanteerde maatregelen en resultaten uitsluitend worden gebruikt ter beoordeling van de rechtspositie van de militair Op welke wijze en door wie moet een urinetest worden afgenomen? Is het vereist dat dit door een arts geschiedt? Het antwoord op de laatste vraag is: neen. Het afnemen van de test is niet te zien als een medische handeling. De test heeft immers geen medisch doel. Zij heeft ten doel de arbeidsomstandigheden van de militair met de best mogelijke middelen te bewaken en aldus een verantwoorde uitvoering van de militaire taak te waarborgen Is het uit een oogpunt van de zorgverlenende taak van de militair-geneeskundige diensten en uit een oogpunt van medische ethiek aanvaardbaar dat de tests worden afgenomen door artsen behorend tot de militaire geneeskundige dienst? Het antwoord op vraag 3 impliceert, dat de test evenmin door een arts van de militairgeneeskundige dienst behoeft te worden verricht. Voor zover de militair-geneeskundige dienst een vertrouwensfunctie vervult, ware de uitvoering van de test in zoverre niet door de dienst te doen plaatsvinden. Voor zover de dienst werkzaamheden ten behoeve van de arbeidsomstandigheden uitoefent, is er in zoverre geen belemmering de dienst te betrekken bij de uitvoering van de test Is een urinetest voldoende betrouwbaar en met welke waarborgen moet deze worden omkleed? Met de uitvoering van urinetesten op andere terreinen is ervaring opgedaan, die voldoende rechtvaardiging geeft voor de verwachting, dat een effectieve en zorgvuldige test kan worden uitgevoerd. Indien de in noot 4 genoemde jurisprudentie maatgevend mag worden geacht voor de uitleg van "in het belang van de dienst" van artikel 12d MAW, behoeft een wijziging van dt artikel, strekkende tot het uitschrijven van de hier genoemde doelcriteria voor de beperking van het recht op privacy, niet te worden geïnitieerd. Dit geldt ook indien een verdragsconforme uitleg van dat artikel wordt gevolgd. Artikel 12d van de Militaire ambtenarenwet kan derhalve als grondslag worden aangemerkt voor de invoering van de test. Uit een oogpunt van effectiviteit en zorgvuldigheid van de test 12 Ook in het licht van art. 8 EVRM en art. 17 IVBPR.
8 8 verdient het aanbeveling bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te stellen omtrent beide aspecten; daartoe behoort b.v. de regeling van het recht van betrokkene de uitslag van de test te vernemen en te onderwerpen aan een contra-expertise; ook zal daarin regeling van de verplichting om mee te werken aan de test kunnen plaatsvinden Zijn er nog andere aspecten die uit een oogpunt van arbeidsverhoudingen, grondrechten of medische ethiek geadresseerd zouden moeten worden? Het kan overweging verdienen de invoering van de test vooraf te laten gaan door een pilot. Deze zou toegespitst kunnen worden op een krijgsmachtonderdeel, dat gelet op de aard van de activiteit in het bijzonder gebaat is bij aanscherping van het beleid ten aanzien van het gebruik van drugs binnen de krijgsmacht. In de tweede plaats verdient het overweging de voorbereiding van nieuw beleid gepaard te laten gaan met een voorlichtingscampagne ter preventie van soft- en harddruggebruik bij alle krijgsmachtonderdelen. Hierbij ware te denken aan specifieke gezondheidsvoorlichting over de psychische en lichamelijke bijwerkingen van drugs.
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073
Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni 2013 Rapportnummer: 2013/073 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een consulent van de sociale dienst van de gemeente Weert hem heeft
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 427 Beschikking van de Minister van Justitie van 31 augustus 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet rechtspositie Kustwacht
Nadere informatie31 mei 2012 z2012-00245
De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister
Nadere informatieRapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel
Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni Rapportnummer: 2012/101
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni 2012 Rapportnummer: 2012/101 2 Feiten Verzoekster was werkzaam bij het gerechtshof te Den Haag. Op
Nadere informatieDe Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieDe Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam. Datum: 5 juni 2012. Rapportnummer: 2012/0094
Rapport Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam Datum: 5 juni 2012 Rapportnummer: 2012/0094 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat een arbeidsdeskundige
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 674 Wijziging van de Militaire ambtenarenwet 1931 en intrekking van de Wet voor het reservepersoneel der Krijgsmacht in verband met onder andere
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoekers klagen erover dat de officier van justitie te Utrecht hun betalingsgegevens over de periode 1 januari 2005 tot en met 31 januari 2006 bij hun bank heeft opgevraagd, terwijl
Nadere informatieDe voorgestelde wijziging in artikel I B geven het CBP aanleiding tot het maken van de volgende op- en aanmerkingen.
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM 26
Nadere informatieGemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b
Verruiming fouilleerbevoegdheden, versie 6 april 2011 internetconsultatie: de relevante bepalingen van de huidige Gemeentewet en Wet wapens en munitie en van de toekomstige Politiewet 201x, met daarin
Nadere informatieWet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden
Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel
Nadere informatiede minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de minister van Economische Zaken,
Nadere informatie: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 27, vijfde lid, van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no.
Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 27, vijfde lid, van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no. 18) Citeertitel: Landsbesluit onderzoek alcoholgehalte
Nadere informatieMinisterie van Defensie
Commandant Koninklijke Marechaussee MPC 58C Postbus 90615 2509 LP DEN HAAG 2 2 JUN 2010 Ambtsbericht i D1S2010008821 Op grond van artikel 36 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten BIJ beantwoording
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties
ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieDe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wijziging in SZW wetgeving
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De minister van Sociale Zaken en
Nadere informatieOns kenmerk z Onderwerp Verzoek om wetgevingsadvies onderdelen Wijzigingswet financiële markten 2018
Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl de Minister van Financiën, Postbus 20201
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatieBeleidsregel handhaving Wet Damocles
1 "Al gemeente f(s Heemskerk Beleidsregel handhaving Wet Damocles 15 december 2014 BIVO/2014/30108 Illill Hl lllll lllll lllll lllll Z015994FE86 fë BELEIDSREGEL HANDHAVING WET DAMOCLES Inhoudsopgave Beleidsregel
Nadere informatieDe Minister van Volksgezondheid, Welzijn. Advies conceptwijziging Besluit gebruik BSN in de zorg
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Volksgezondheid,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 140 Besluit van 24 februari 1998, houdende vaststelling van de Instructie voor het militair gezag (Instructie voor het militair gezag) Wij Beatrix,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek
Nadere informatieOpmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw
Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 93 10 Fax rechtspraak (070) 361 93 15 Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1318
ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1856
ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste
Nadere informatieCentrale Raad van Beroep Uitspraak van 5 maart /4141 MAW, LJN BH 6424
Centrale Raad van Beroep Uitspraak van 5 maart 2009 08/4141 MAW, LJN BH 6424 Voorzitter: Mr. J.G. Treffers; Leden: Mr. G.P.A.M. Garvelink-Jonkers en Mr. H.G. Rotier Drugsbeleid is rechtmatig vastgesteld
Nadere informatieHebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I
Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 298 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het
Nadere informatieHet betreft hier met name de toepassing van: c. het Voorschrift Vreemdelingen - VV (Stcrt. 1966, 188).
A 1 Inleiding 3 1 Algemeen De Vreemdelingencirculaire 1982, vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Justitie van 26 oktober 1982, vormt het geheel van algemene aanwijzingen aan de ambtenaren
Nadere informatiePrivacy op school in 10 stappen geregeld! Job Vos expert privacy en uitwisseling leerlinggegevens - Kennisnet
Privacy op school in 10 stappen geregeld! Job Vos expert privacy en uitwisseling leerlinggegevens - Kennisnet Wat is privacy Waar is privacy? Privacy op school Wat is privacy waard? Wat is privacy op school
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad betreffende de beveiliging van de bijeenkomsten
Nadere informatieVolksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST
GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk
Nadere informatieNederlands Instituut van Psychologen 070-8888500. inzagerecht testgegevens
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Nederlands Instituut van Psychologen
Nadere informatieC. Urinecontrole. 1. Situering
C. Urinecontrole 1. Situering Algemeen kan de urinecontrole gekwalificeerd worden als een biologisch onderzoek van het lichaamsmateriaal. Wanneer een deel van het lichaam wordt afgescheiden van het lichaam,
Nadere informatieA 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;
A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 3 de juni 2014, no. 14/1188, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Sanctielandsverordening. De Gouverneur van Curaçao, Op de voordracht
Nadere informatieOns kenmerk. Uw briefvan 22 februari Contactpersoon
Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374,2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30,2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autorlteitpersoonsgegevens.nl Staatsecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nadere informatieWerkwijze DGSenB voor rechtmatige en gestructureerde gegevensuitwisseling
Werkwijze DGSenB voor rechtmatige en gestructureerde gegevensuitwisseling Versie 1.0-1 juni 2017 Ten geleide Voorliggend document betreft een werkwijze voor rechtmatige en gestructureerde gegevensdeling;
Nadere informatieBijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87)
Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) ---------------------------------------------------------------- LANDSVERORDENING
Nadere informatieDe burgemeester: De baas over veiligheid in de gemeente?
De burgemeester: De baas over veiligheid in de gemeente? Inleiding De burgemeester is als eenhoofdig bestuursorgaan belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid De burgemeester krijgt steeds
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 213 Uitvoering van het op 31 januari 1995 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de sluikhandel over zee, ter uitvoering van artikel
Nadere informatieProtocol huisbezoeken Sociale Zaken / Loket Zorg & Welzijn gemeente Koggenland
Protocol huisbezoeken Sociale Zaken / Loket Zorg & Welzijn gemeente Koggenland *D13.001816* D13.001816 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Uitgangspunten huisbezoeken bij nieuwe aanvraag WWB of bestaande uitkeringssituatie
Nadere informatie: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 28 september 1998 ter normering van de uitoefening van standaardtoezichtbevoegdheden
Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 28 september 1998 ter normering van de uitoefening van standaardtoezichtbevoegdheden Citeertitel: Landsbesluit algemene bepalingen toezichtuitoefening
Nadere informatieB 11 Buitenlandse werknemers 8
B 11 Buitenlandse werknemers 8 Wettelijke maatregelen te~en ille~ale tewerkstellin~ Teneinde illegale tewerkstelling tegen te gaan en de tewerkstelling van buitenlandse werknemers te kunnen reguleren voorziet
Nadere informatieSluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet
Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en lijst II, dan wel
Nadere informatieCiteertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no.
Intitulé : LANDSVERORDENING van 9 maart 2000, houdende bijzondere regels inzake de rechtspositie van Arubaanse ambtenaren, werkzaam bij de Kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede voor de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 170 Wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen
Nadere informatiehet Ministerie van Infrastructuur en Milieu Hoofddirectie bestuurlijke en juridische zaken Postbus EX DEN HAAG
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN het Ministerie van Infrastructuur en
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 63f 25 398 Wijziging van de Wet politieregisters, houdende nadere regels voor bijzondere politieregisters ten behoeve van de politie, Koninklijke
Nadere informatieOns kenmerk z Contactpersoon
Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Nadere informatieRegeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen JU
Regeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen JU 2 juni 1999/Nr. 726428/98/DJI Directie Justitiële Inrichtingen Gelet op artikel 30, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet; Gezien het advies
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Gelderland-midden, thans regionale eenheid Oost-Nederland. Datum: 17 oktober 2013
Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Gelderland-midden, thans regionale eenheid Oost-Nederland. Datum: 17 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/148 2 Klacht Verzoeker klaagt erover
Nadere informatieIn dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.
In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten. Zienswijzen Er zijn derde belanghebbenden bij de openbaarmaking van
Nadere informatieKoninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl
Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering
Nadere informatiePROTOCOL HUISBEZOEK. 1. Inleiding
PROTOCOL HUISBEZOEK 1. Inleiding Het huisbezoek kan een effectief middel zijn om de woon- en leefsituatie van iemand te bezien. Een voorwaarde is wel dat het huisbezoek op een juiste wijze wordt uitgevoerd.
Nadere informatiea) Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.
Privacyreglement QPPS LIFETIMEDEVELOPMENT QPPS LIFETIMEDEVELOPMENT treft hierbij een schriftelijke regeling conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens voor de verwerking van cliëntgegevens. Vastgelegd
Nadere informatieLANDSVERORDENING van de 7de maart 1968 houdende nieuwe voorschriften inzake middelen tot bestrijding van schadelijke dieren en planten
Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 7de maart 1968 houdende nieuwe voorschriften inzake
Nadere informatieSluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet
Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en II, dan wel aangewezen
Nadere informatiePrivacyreglement Work4People Privacyreglement
Privacyreglement VERWERKING PERSOONSGEGEVENS $ 1: Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsbepaling In dit reglement wordt in aansluiting bij en in aanvulling op de Wet bescherming persoonsgegevens (Staatsblad
Nadere informatiePrivacyreglement Bureau Beckers
Privacyreglement Bureau Beckers Bureau Beckers houdt zich aan het privacyreglement zoals dat door de Branchevereniging wordt aangegeven en in het vervolg van dit document is opgenomen. De nu volgende aandachtspunten
Nadere informatieingevolge artikel 12 Politiewet 2012 het OM is belast met het gezag over politie
Afstemmingsprotocol Openbaar Ministerie Inspectie Justitie en Veiligheid 1. Doel Dit protocol is opgesteld ten behoeve van de samenwerking tussen het Openbaar Ministerie (hierna: OM) en de Inspectie Justitie
Nadere informatieUitvoeringswet Verdragen inzake internationale ontvoering van kinderen
Uitvoeringswet Verdragen inzake internationale ontvoering van kinderen Wet van 2 mei 1990, Stb. 202, tot uitvoering van het op 20 mei 1980 te Luxemburg tot stand gekomen Europese Verdrag betreffende de
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
CONSULTATIEVERSIE Wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen worden of zijn en personen die krachtens
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enige andere wetten in verband met de eigen bijdrage
Nadere informatieBijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87)
Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) Landsverordening houdende bepalingen betreffende de uitoefening van de vrijheid
Nadere informatieOns kenmerk z Contactpersoon
Vertrouwelijk/Aangetekend Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 F 070 8888 501
Nadere informatieVERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.
VERTROUWELIJK No. 51 BESLUIT van 8 augustus 1949, zoals sedert gewijzigd, houdende nadere regelen met betrekking tot de organisatie, de werkwijze, de taak en de samenwerking van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Nadere informatieSAMENVATTING. 104778 klacht over beslissing directeur om geen verlof te verlenen aan leerling; PO
SAMENVATTING Landelijke Klachtencommissie Onderwijs 104778 klacht over beslissing directeur om geen verlof te verlenen aan leerling; PO Ouders hebben verlof gevraagd voor een gezinsvakantie buiten de schoolvakantie
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2005:AT3000
ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 Instantie Datum uitspraak 21-03-2005 Datum publicatie 01-04-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-1503 MAW-VV Bestuursrecht
Nadere informatieDit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.
vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:1522
ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 575 Wijziging van de Ambtenarenwet en de Militaire Ambtenarenwet 1931 in verband met het verrichten van nevenwerkzaamheden Nr. 3 MEMORIE VAN
Nadere informatiePrivacyreglement AMK re-integratie
Privacyreglement Inleiding is een dienstverlenende onderneming, gericht op het uitvoeren van diensten, in het bijzonder advisering en ondersteuning van opdrachtgevers/werkgevers in relatie tot gewenste
Nadere informatieHOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1
WET van 27 mei 1996, houdende regelen met betrekking tot de inrichting, taakomschrijving en organisatie van het Nationaal Leger (Wet Nationaal Leger) (S.B. 1996 no. 27). HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de regionale politie-eenheid Rotterdam. Datum: 8 november 2013. Rapportnummer: 2013/166
Rapport Rapport over een klacht over de regionale politie-eenheid Rotterdam. Datum: 8 november 2013 Rapportnummer: 2013/166 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de regionale politie-eenheid Rotterdam op
Nadere informatieDe uitvoering van het jeugdstrafrecht
Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze
Nadere informatieOnderwerp Voorstel van de wet tot wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvootschtiften en
_-(ij PERSOONSG EG EVEN S Aangetekend Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heet drs. S.A.Blok 0 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Autoriteit Persoonsgegevens Postbus93374,2509AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg3o,
Nadere informatieBevindingen De bevindingen van het CBP luiden als volgt:
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Zorgverzekeraar DATUM 27 februari 2003 CONTACTPERSOON
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.
Nadere informatieMinisterie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 30132 2500 GC Den Haag Directie Beleid & Juridische Zaken Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 30132 2500 GC Den Haag www.dii. fl1 Contactpersoon
Nadere informatieKlokkenluidersregeling
Klokkenluidersregeling Inleiding Deze regeling wordt toegevoegd aan het personeelshandboek, opdat JMW voldoet aan de formele vereisten. Aanleiding voor deze nieuwe regeling vormen: o Invoering op 1 juli
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 8 september 2014
nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatieRapport. Datum: 23 september 2005 Rapportnummer: 2005/288
Rapport Datum: 23 september 2005 Rapportnummer: 2005/288 2 Klacht Verzoeker, als vrijwilliger werkzaam voor Slachtofferhulp Nederland, klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Zuid-Holland-Zuid
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieRapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400
Rapport Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde inspecteur van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Vervoer, van het Ministerie
Nadere informatieBB.nr d.d
houdens advies van de commissie BB.nr. 12.069 d.d. 2-10-2012 Onderwerp Algemene beleidsregel en mandaatbesluit Burgemeester inzake gebiedsontzeggingen 2012 Besluit:B 1. Vast te stellen bijgaande Algemene
Nadere informatieAd 2. Verbetering regeling identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden Dit onderdeel van het wetsvoorstel bevat drie wijzigingen.
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieDe krijgsmacht dient de Nederlandse veiligheidsbelangen. Artikel 97 van de Grondwet is expliciet:
Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag Nederland Bijzondere positie van de militair Datum 15 september 2014 Defensie beschermt Nederland en de Nederlandse belangen wereldwijd. Nederland moet daarom
Nadere informatiePRIVACY REGLEMENT - 2015
PRIVACY REGLEMENT - 2015 Jasnante re-integratie onderdeel van Jasnante Holding B.V. (kvk nr. 52123669 ) gevestigd aan de Jacob van Lennepkade 32-s, 1053 MK te Amsterdam draagt zorg voor de geheimhoudingsverplichting
Nadere informatieB&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET M.B.T. WONINGEN HELMOND 2008
Jaar: 2008 Nummer: 44 Besluit: B&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET M.B.T. WONINGEN HELMOND 2008 Burgemeester en wethouders van Helmond; Besluit Vast te stellen de Beleidsregel
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede
Nadere informatie6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen
6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt
Nadere informatiePrivacyreglement Vereniging Humanitas (2012)
Privacyreglement Vereniging Humanitas (2012) Het bestuur van de Vereniging Humanitas gevestigd te Amsterdam, Overwegende Dat het doel van Humanitas is om diensten van mens-tot-mens te bieden op de terreinen
Nadere informatieInleiding. 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie. 1 Algemeen. 2 Indeling
Inleiding Inleiding 1 Algemeen 2 Indeling 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie 4 De procureurs-generaal, fungerend directeuren van politie 5 De verhouding tussen de Minister van Justitie,
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost te Eindhoven. Datum: 15 oktober 2012
Rapport Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost te Eindhoven Datum: 15 oktober 2012 Rapportnummer: 2012/173 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren
Nadere informatie