Veelgestelde vragen GLB-infosessies (september-oktober 2014)

Transcriptie

1 Veelgestelde vragen GLB-infosessies (september-oktober 2014) Dit overzicht wordt regelmatig aangevuld met antwoorden op individuele vragen die ook voor anderen van nut kunnen zijn. Indien u ook een (bijkomende) vraag hebt, kunt u die mailen naar vlaamsruraalnetwerk@vlaanderen.be. Wij bezorgen u dan zo snel mogelijk het antwoord van de expert terzake. Inhoud versie 8/10/ Betalingsrechten Toekenning van betalingsrechten Betaling voor jonge landbouwers Vergroening Algemeen Gewasdiversificatie Blijvend grasland Ecologisch aandachtsgebied Algemeen Bufferstroken Groenbedekker Stikstofhoudende gewassen, vanggewassen, vlinderbloemigen, akkerranden, braakland Kleine landschapselementen Zoogkoeien Referentiegegevens Bedrijfsstructuur en overnames ikv quota, incl. installatiedatum Varia Investeringen (VLIF) Agromilieumaatregelen, boslandbouw en biologische landbouw Maatregelgebonden informatie Link met vergroening en betalingsrechten Varia... 24

2 1. Betalingsrechten 1.1 Toekenning van betalingsrechten Wordt er in de toekomst een onderscheid gemaakt tussen landbouwers in hoofdberoep en landbouwers in bijberoep? Bij de bepaling of een landbouwer voldoet aan de definitie van een actieve landbouwer wordt geen onderscheid gemaakt tussen landbouwers in hoofd- of in bijberoep. Het vakje betalingsrechten zal standaard aangevinkt zijn. Waartoe verbindt dit? Indien u (via dit vinkje) betalingsrechten aanvraagt én u voldoet aan alle voorwaarden voor toekenning, worden betalingsrechten toegekend. U bent niet verplicht om deze betalingsrechten ook te activeren. Wordt er nog onderscheid gemaakt tussen gewone en speciale toeslagrechten? Neen, zowel de gewone en speciale toeslagrechten vervallen op 31/12/2014. Vanaf 2015 worden nieuwe betalingsrechten toegekend. Deze betalingsrechten kunnen alleen met subsidiabele percelen geactiveerd worden. Er is dus geen sprake meer van betalingsrechten die geactiveerd kunnen worden door het aanhouden van dieren. Wat gebeurt er met toeslagrechten die in het verleden verkregen zijn via compressie? Het maakt niet uit op welke wijze de toeslagrechten verkregen zijn in het verleden. Of deze afkomstig zijn van de initiële toekenning in 2005, of na ontkoppeling, of deze toegekend zijn na compressie of een andere reden maakt geen verschil. Uw referentiewaarde wordt gevormd door alle toeslagrechten die u in eigendom heeft op 21/04/2014, dus ongeacht de historiek. Hoe wordt het aantal betalingsrechten berekend? Het aantal nieuwe betalingsrechten wordt berekend als het laagste aantal van de subsidiabele hectare van 2013 en Voor het bepalen van het aantal subsidiabele hectare wordt gekeken naar de percelen, aangegeven en in gebruik op 21 april, ongeacht de hoofdbestemming A of I. Worden G-percelen in rekening gebracht bij de bepaling van het aantal nieuwe betalingsrechten? G-percelen tellen niet mee voor de bepaling van het aantal nieuwe betalingsrechten. Alleen subsidiabele percelen (ongeacht de hoofdbestemming I of A) die u in gebruik heeft op 21/04 komen in aanmerking. G percelen worden alleen aangegeven voor het activeren van de mestrechten en zijn bij de landbouwer in gebruik op 01/01 maar niet op 21/04. Ik verhuur jaarlijks een deel van mijn percelen in seizoenspacht. Krijg ik voor deze percelen ook betalingsrechten en kan ik mijn betalingsrechten in de toekomst op deze percelen nog activeren? Het aantal nieuwe betalingsrechten wordt berekend als het laagste aantal van de subsidiabele hectare van 2013 en Voor het bepalen van het aantal subsidiabele hectare

3 wordt gekeken naar de percelen, aangegeven en in gebruik op 21 april. Er wordt niet gekeken of een perceel gepacht is of in eigendom is. Een bepaald perceel kan op een specifieke datum slechts in gebruik zijn bij 1 landbouwer. Als een perceel op 21 april dus in gebruik is door de seizoenspachter, telt het mee bij deze landbouwer. Hetzelfde principe geldt voor het activeren van de betalingsrechten. Ik verhuur jaarlijks een aantal ha in seizoenspacht. Wat doe ik best in 2015? Ofwel meer zelf gebruiken om aantal betalingsrechten hoger te zetten? Ofwel zo laten om een hoger bedrag per betalingsrecht te hebben? Dit is een keuze die u zelf moet maken en die afhangt van elk individueel bedrijf. Beide keuzemogelijkheden hebben gevolgen. Hoe dan ook wordt het aantal nieuwe betalingsrechten beperkt op de subsidiabele oppervlakte van Door te kiezen voor een hogere waarde van uw betalingsrecht, kan de waarde van de rechten sneller dalen. Hoe hoger namelijk de startwaarde van een betalingsrecht, hoe sneller het betalingsrecht daalt (tot maximum 30% van de startwaarde). Door te kiezen voor meer betalingsrechten met een lagere waarde loopt u mogelijk het risico dat u niet alle rechten jaarlijks kan activeren. Het aantal betalingsrechten dat u gedurende 2 opeenvolgende jaren niet activeert, vervalt aan de reserve. Is de stelling Als je minder hectare hebt, dan moet je minder afgeven in 2019 correct. Of de waarde van betalingsrechten daalt, stijgt of gelijk blijft in de periode tot 2019 is afhankelijk van de startwaarde van het betalingsrecht en staat los van het aantal betalingsrechten of percelen waarover u beschikt. Hoe kan een landbouwer of adviesbureau nakijken of de gegevens voor het bepalen van de betalingsrechten correct zijn? Percelen met code A komen zeker in aanmerking, maar I niet altijd. In het overzicht van de verzamelaanvraag kan je enkel het totaal zien van A, I en G maar niet een totaal van de percelen in gebruik op 21/04/2013 Per landbouwer zal er op het e-loket een detailoverzicht beschikbaar zijn van alle percelen en alle toeslagrechten die meegenomen zijn in de bepaling van het aantal en de waarde van de betalingsrechten. Aan de hand van dit overzicht kan zowel de landbouwer zelf als zijn volmachthouder de referentiegegevens nakijken. Het is niet juist om je voor de controle van de referentiegegevens te baseren op de afrekening van de bedrijfstoeslag van het betrokken jaar. Er zijn immers percelen die niet in aanmerking kwamen voor de bedrijfstoeslag die nu wel in rekening gebracht zijn bij de referentiegegevens voor de berekening van de betalingsrechten. Wat zijn de gevolgen voor een kleine landbouwer die in 2013 minder dan 2 hectare had? Er moet in 2015 minimaal 2 subsidiabele hectare aangegeven worden. Voor 2013 is er geen minimumgrens. Let wel: het aantal nieuwe betalingsrechten wordt berekend als het laagste

4 aantal van de subsidiabele hectare van 2013 en Als u in 2013 geen subsidiabele hectare heeft aangegeven, krijgt u bijgevolg ook geen nieuwe betalingsrechten. Wat met kleine landbouwers die (ook na sommatie van alle premies) niet aan de ondergrens van 400 euro zullen geraken. Deze landbouwers zullen in 2015 betalingsrechten toegekend krijgen, maar zullen geen betaling krijgen. Vanaf 2016 kunnen deze landbouwers er eventueel wel voor kiezen om hun betalingsrechten te verkopen, of om zelf nieuwe betalingsrechten aan te kopen om boven de 400 euro ondergrens te komen. Als de betalingsrechten 2 jaar na mekaar niet uitbetaald en geactiveerd worden, vervallen ze aan de reserve. Zijn de betalingsrechten overdraagbaar aan andere landbouwer? Ja, betalingsrechten kunnen zowel definitief (verkoop) als tijdelijk (verhuur) verhandeld worden tussen landbouwers. Dit kan pas na 2015 vermits de betalingsrechten pas eind 2015 worden toegekend. Zijn er mogelijkheden voor groeiers om betalingsrechten te verkrijgen uit de Vlaamse reserve? Neen, alleen jonge starters en starters komen in aanmerking voor bijkomende rechten uit de reserve. Groeiers kunnen vanaf 2016 eventueel nieuwe betalingsrechten kopen van andere landbouwers. Welke overnames moeten gemeld worden in het kader van de toekenning van betalingsrechten? In het kader van de toekenning van betalingsrechten waarbij u referentiegegevens (toegangsticket, referentieoppervlakte en bedrag of nieuwe betalingsrechten) wenst over te nemen van de overlater, moeten alle bedrijfsovernames of overnames via verkoop- of verhuurcontract die gebeuren tussen 22/4/2013 en 21/4/2015 expliciet gemeld worden. Er zijn nooit automatische overnames van referentiegegevens! Er zijn verschillende soorten overnames die hiervoor in aanmerking komen. U vindt alle vormen terug in de informatiefiche overname van referentiegegevens op Via een stroomdiagram kan u bepalen in welk type overdracht u zich bevindt. De overname-dossiers worden best geval per geval bekeken. Indien u nog meer vragen heeft, neemt u best contact op met uw buitendienst. Ook de contactgegevens van uw buitendienst vindt u terug op de website. Is er iets speciaals voorzien als men het bedrijf verder zet van een overleden familielid (en dat als erfgenaam)? Bij een overlijden wordt het bedrijf meestal via een volledige bedrijfsovername overgedragen. In het geval deze overnemer binnen de 3de graads verwantschap valt van de overlater of effectief onder vererving valt, kunnen alle referentiegegevens van de overlater integraal overgedragen worden naar de overnemer. De betalingsrechten zoals ze bij de overlater zouden worden berekend (inclusief toegangsticket), komen dan bij de overnemer terecht. Als u referentiegegevens wenst over te dragen in het kader van een volledige bedrijfsovername, moet u dit wel expliciet doorgeven via het e-loket.

5 Wat zijn de mogelijkheden bij verlies van landbouwgronden? Percelen die in 2013 en 2015 verloren gaan, worden in rekening gebracht bij de berekening van het aantal betalingsrechten (omdat het minimum van die jaren genomen wordt). Bij verlies van landbouwgronden na 2015 is er slechts in bepaalde gevallen (bv onteigening voor algemeen nut, ruilverkaveling, ) een (gedeeltelijke) compensatie mogelijk. De huidige compressieregeling (= de waarde van uw toeslagrechten op verloren percelen wordt herverdeeld over de toeslagrechten op uw overblijvende percelen, die daardoor stijgen in waarde) kan na 2015 slechts in beperkte mate verder gezet worden. De waarde van de betalingsrechten op de verloren percelen kan nog steeds herverdeeld worden over uw betalingsrechten voor de overblijvende percelen. Echter: de stijging in waarde van deze betalingsrechten is beperkt tot maximaal de waarde van een regionaal gemiddeld recht. Als de waarde van uw betalingsrechten hoger is dan het regionaal gemiddelde, kan compressie niet toegepast worden. Als u percelen verliest omwille van een reden die niet onder deze speciale gevallen past, kan u de betalingsrechten die u niet kan activeren, verhandelen aan een andere landbouwer. Hoe wordt omgegaan met interregionale - en grenslandbouwers? Voor interregionale landbouwers, met percelen in Vlaanderen en Wallonië, is een specifieke regeling uitgewerkt. U vindt hierover alle informatie terug in de fiche interregionale landbouwers op Voor landbouwers die in twee verschillende landen percelen hebben (bv. België en Nederland) blijft de huidige regeling behouden: alles blijft gescheiden. Hoe kan een jonge starter aan betalingsrechten komen? Er zijn verschillende situaties mogelijk. OPTIE 1. De jonge starter had recht op directe steun in 2013 en heeft toeslagrechten in eigendom in a.hij kan via de normale weg betalingsrechten aanvragen. Het aantal betalingsrechten en de waarde ervan wordt berekend volgens de algemene regels (mimimum subsidiabele hectare 2013 en 2015; waarde o.b.v. toeslagrechten in bezit in 2014). b.als hij na deze toekenning nog naakte hectares (waarvoor hij geen betalingsrecht kreeg) overheeft, kan hij hiervoor betalingsrechten (met een regionaal gemiddelde waarde) aanvragen uit de reserve. c.als hij na deze toekenning betalingsrechten heeft met een waarde die lager is dan het regionaal gemiddelde, kan hij hiervoor ophoging tot aan het regionaal gemiddelde aanvragen uit de reserve. OPTIE 2. De jonge starter had geen recht op directe steun in 2013 en/of heeft geen toeslagrechten in bezit in Hier zijn twee mogelijkheden:

6 a.de jonge starter kan het toegangsticket en/of de betalingsrechten overnemen via de overdracht van referentiegegevens (zie hiervoor infofiche overname van referentiegegevens op ). Dan verkrijgt hij betalingsrechten zoals beschreven onder punt 1. b.de jonge starter kan voor de subsidiabele percelen die hij aangeeft in 2015, betalingsrechten aanvragen uit de reserve. Hij heeft hiervoor geen toegangsticket nodig. Jonge starters: is deze regeling ook van toepassing voor landbouwers in nevenberoep (als beherend vennoot in een landbouwvennootschap) Er wordt nooit gekeken of een landbouwer een landbouwer in hoofdberoep of in bijberoep is, ook niet bij de bepaling van de jonge starters. In tegenstelling tot het verleden waarbij het brutobedrijfsresultaat in rekening werd gebracht of nog meer in het verleden waarbij de VLIF-norm voor het bepalen van landbouwer in hoofdberoep een voorwaarde was, is dat nu niet meer het geval. De enige voorwaarden die gelden zijn deze van leeftijd, eerste installatie, zeggenschap en vakbekwaamheid. Als één van de zaakvoerders in het geval van een rechtspersoon, of één van de leden van de groepering in het geval van een groepering in aanmerking komt, is het voldoende. Het effectief langdurig zeggenschap hebben binnen het bedrijf wordt in eerste instantie als verklaring op eer gevraagd maar zal nadien bij een controle ter plaatse nagekeken op basis van leningen, contracten, facturen, Kan de timing voor de verzamelaanvraag niet verlaat worden? De uiterste indieningsdatum van de verzamelaanvraag blijft 21 april. U kan uw ingediende verzamelaanvraag echter wel steeds wijzigen tot 31 mei. Wat gebeurt er met de betalingsrechten na 2019? Daar hebben we momenteel nog geen zicht op. 1.2 Betaling voor jonge landbouwers Welke installatiedatum telt? We kijken naar de eerste installatiedatum als landbouwer van de zaakvoerder of van de leden van de groepering. Komt een vader-zoonbedrijf ook in aanmerking als jonge starter? Als de zoon daadwerkelijke, langdurige zeggenschap heeft in het bedrijf, hij geboren is op of na 01/01/1975 en zijn vakbekwaamheid kan aantonen komt het bedrijf in aanmerking voor de betaling voor jonge landbouwers en voor de betalingsrechten voor jonge starters uit de reserve op voorwaarde dat de zoon ingestapt is na 21/04/2010. Voor de zoogkoeienpremie dient een jonge starter na 01/01/2010 ingestapt te zijn.

7 Wat wordt precies bedoeld met langdurig zeggenschap van een jonge landbouwer bij een samenwerking tussen vader en zoon? Er moet bewezen worden dat de zoon actief is in het bedrijf. Hierbij wordt er gekeken naar verklaringen op eer, facturen, contracten, leningen, Hoeveel bedraagt de bijkomende betaling voor jonge landbouwers? Deze bedraagt 25% van de gemiddelde waarde van een betalingsrecht, dus 25% van het totale budget directe steun in 2019 gedeeld door het aantal subsidiabele hectare in Dit wordt als vast bedrag per geactiveerd betalingsrecht (maximum 90) uitbetaald.

8 2 Vergroening 2.1 Algemeen Wordt dit in gans Europa toegepast? Ja, maar elke lidstaat of regio kon de types EAG (Ecologisch Aandachtsgebied) zelf verfijnen. Wij hebben een bedrijf met zowel gronden in Vlaanderen als in Wallonië. Wordt rotatie (vergroeningsmaatregel) op bedrijfsniveau (totale oppervlakte) of per gewest bekeken? Wat met vergroeningsvoorwaarden als men in Vlaanderen en Wallonië grond bezit? Uw bedrijfsareaal zal als uitgangspunt dienen voor de vergroening ongeacht of u gronden hebt in de beide gewesten. Met andere woorden, voor het beoordelen of u de drempel van 10, 15 of 30 hectare overschrijdt tellen alle gronden mee. Voor gewasdiversificatie zullen alle teelten op het bedrijf bekeken worden, en wordt er geen rekening gehouden met de ligging in Vlaanderen of Wallonië. Hetzelfde geldt voor de aanleg van EAG: dat kan zowel op de Vlaamse als de Waalse gronden gebeuren. Ook hier moet u zorgen voor een voldoende oppervlakte op bedrijfsniveau. Wel zullen de EAG s aangelegd op de Vlaamse gronden aan de Vlaamse voorwaarden moeten voldoen, terwijl de EAG s op Waalse gronden aan de Waalse voorwaarden moeten voldoen. Wat met bouwland in twee lidstaten? Dan vallen die onder de regels van de respectievelijke lidstaat. Tellen openbare bossen op regionaal niveau mee? Nee, die tellen niet mee voor de vergroening. Wat bedoelt men met blijvende teelten? Blijvende teelten zijn teelten die niet in de vruchtwisseling van het bedrijf zijn opgenomen waarbij de grond gedurende ten minste vijf jaar wordt bezet en die geregeld een oogst opleveren, met uitzondering van blijvend grasland (bvb. Appelboomgaarden, asperges, ). Kwekerijen en hakhout met korte omlooptijd worden eveneens bij de blijvende teelt ingedeeld. Waarom vergroening stimuleren als er steeds meer monden te voeden zijn? Europa kiest voor beide pistes, zowel groener worden als meer mensen voeden. Het stopzetten van het verlies aan biodiversiteit is eveneens een Europese doelstelling die trouwens bijdraagt tot de weerbaarheid van het voedselproductiesysteem. Wat gebeurt er als een landbouwer niet meedoet aan EAG? Dan treedt een complexe sanctieregeling in werking: voor het deel dat niet correct werd ingevuld, zal het areaal waarvoor de vergroeningspremie wordt uitbetaalt, verminderd worden. Daarbovenop kunnen ook nog administratieve sancties opgelegd worden die verstrengen naar mate de omvang van die vermindering. Als dit minder is dan 3%, is er geen administratieve sanctie. Tussen 3 en 20% bedraagt de sanctie een gelijke waarde van de

9 vermindering. Tussen 20 en 50% betekent de administratieve sanctie dat geen vergroeningspremie wordt uitbetaald, bij meer dan 50% komt er nog een bijkomende sanctie die een inhouding op de basisbetaling kan inhouden. De administratieve sanctie zal pas vanaf 2017 toegepast worden. Voldoet men niet aan de vergroeningsvoorwaarden, is er dan volledig geen premiebetaling? Als u niet voldoet aan de vergroeningsvoorwaarden zal dit op de eerste plaats gevolgen hebben voor de vergroeningspremie die u uitbetaald zal krijgen. In functie van de tekorten zal u voor een kleiner areaal de vergroeningspremie krijgen. Pas vanaf 2017 kunnen er bijkomende sancties opgelegd worden waardoor u ook een deel van uw basisbetaling moet inleveren. Bijkomende vraag: dus als je geen betalingsrechten aanvraagt, moet je niet voldoen aan de vergroening? Inderdaad, als je geen betalingsrechten aanvraagt, moet je ook niet voldoen aan de vergroening. Kan een landbouwer die in orde is voor vergroening en zelfs nog meer heeft, kiezen welke percelen hij waarvoor aanmeldt (ihkv de premies)? Inderdaad, hier is maximale flexibiliteit mogelijk zolang er maar aan de vergroening is voldaan. Ik heb 45 hectare tijdelijk grasland en 2 hectare permanent grasland. Wat moet ik doen? Dat tijdelijk grasland is bouwland. Je moet aan gewasdiversificatie voldoen (immers meer dan 10 hectare bouwland) en aan ecologisch aandachtsgebied (immers meer dan 15 hectare bouwland). Echter wanneer uw bedrijf enkel tijdelijk grasland of permanent grasland heeft, komt het eveneens in aanmerking voor vrijstelling van gewasdiversificatie en ecologisch aandachtsgebied. Is de vergroeningspremie te combineren met de beheersovereenkomst Water? De vergroeningspremie krijgt u uitbetaald voor het totaal subsidiabel areaal waarvoor u over betalingsrechten beschikt. Wanneer u in het kader van de BO Water maatregelen moet toepassen die ook in aanmerking komen voor het voldoen aan de vergroeningsverplichtingen, dan kan u kiezen of u die al dan niet voor vergroening laat meetellen. Wanneer u ze wel laat meetellen voor vergroening, dan kan dat wel gevolgen hebben voor de premie die u voor de BO Water krijgt uitbetaald. Hoe moet je het oplossen als je teveel blijvend grasland hebt en bouwland moet aanhouden? Wanneer je over veel blijvend grasland beschikt, dan zal dit invloed hebben op de andere vergroeningsverplichtingen. Zo zijn landbouwers waarvan het subsidiabele landbouwareaal voor meer dan 75% bestaat uit blijvend grasland, vrijgesteld van zowel de verplichting gewasdiversificatie als ecologisch aandachtsgebied, voor zover het resterende gedeelte niet meer dan 30 hectare beslaat.

10 Valt erosie onder de randvoorwaarden? Ja Ik heb 20 hectare bouwland met drie teelten en één perceel blijvend grasland dat momenteel wordt verhuurd. Ben ik in orde als ik dat perceel blijvend grasland terug zelf beheer? Niet noodzakelijk, want u heeft meer dan 15 hectare bouwland dus u moet ook voldoen aan 5% EAG. Kan ik op het e-loket nu al de info rond EAG zien? Nee, dit wordt pas in de verzamelaanvraag voor 2015 opgenomen. Kan blijvend grasland ook meetellen voor gewasdiversificatie? Neen. Wat gebeurt er met de rotatieplicht voor aardappelen in het kader van de randvoorwaarden? De nieuwe randvoorwaarden in 2015 nemen deze rotatieplicht niet meer op als randvoorwaarde, maar dit is wel een verplichte goede praktijk. Op sterk erosiegevoelige percelen kan dit wel nog opgelegd worden. Hoe wordt een weide met meer dan 50 bomen per hectare beschouwd? Dit wordt gezien als permanent grasland, en is dus geen bouwland. Hoe moeten fruittelers omgaan met de teeltdiversificatie? De percelen voor fruitteelt worden meegeteld als blijvende teelten en zijn dus geen bouwland, hierop moet dus geen gewasdiversificatie en EAG gebeuren. Kan er nog een tijdelijke overdracht van percelen in de loop van het jaar gebeuren (ikv mestrechten)? Dit kan, maar houd er wel rekening mee dat de betalingsrechten en vergroeningspremie naar degene gaan die het perceel op 21/4 in eigendom had, en dat die ook verantwoordelijk blijft voor het voldoen aan alle voorwaarden tijdens het volledige jaar. Hetzelfde geldt als je in een teeltrotatie-systeem met je buren zit. 2.2 Gewasdiversificatie Mbt gewasdiversificatie: wat zijn verschillende gewassen? Voor de indeling in gewassen wordt uitgegaan van de botanische gewasclassificatie: teelten die tot hetzelfde geslacht behoren worden als één gewas beschouwd, behalve voor de kruisbloemigen, de nachtschaden en de komkommerachtigen, voor deze families zullen teelten die tot dezelfde soort behoren als eenzelfde gewas beschouwd worden. Daarnaast tellen braak en grasland elk als een verschillend gewas. Een uitzondering geldt voor zomer-

11 en winterteelten, ook al behoren ze tot hetzelfde geslacht, ze worden als verschillende gewassen beschouwd. Korrel- en silomaïs bijvoorbeeld worden wel als één gewas geteld. Kan één gewas ook als derde teelt? Eenmaal u meer dan 30 hectare bouwland hebt, moet u minstens drie verschillende gewassen aanhouden. Dus wanneer de derde teelt een verschillend gewas is van de twee andere teelten is er geen probleem. Ik heb meer dan 30 hectare en meer dan drie teelten, aan welke percentages moet ik voldoen? De percentages gelden enkel voor de eerste twee teelten (grootste max 75%, grootste twee samen max 95%), voor de volgende teelten gelden geen percentages. Is het maximale aandeel van 75% van de eerste teelt strikt te nemen? Ja, is strikt dus bereken dit goed! Kan grasklaver als derde teelt bij gewasdiversificatie? Ja, maar grasklaver behoort tot de gewasgroep grassen dus houd daar rekening mee. Waarom de uitzondering bij gewasdiversificatie voor landbouwers met meer dan 50% nieuwe percelen? Dit is voor bedrijven die zich gespecialiseerd hebben in één teelt maar in de praktijk wel roteren, namelijk zij moeten bewijzen dat op elk perceel geen twee jaar na elkaar dezelfde teelt wordt ingezaaid. Een landbouwer valt in de regeling waarbij hij verplicht is twee gewassen te hebben. Na de maïs is het heel nat, het land is verwoest en het is een natte winter dus er kan geen tarwe gezaaid worden. Is de landbouwer dan verplicht om in het voorjaar een andere teelt (waar hij niets van kent) te verbouwen, bijvoorbeeld aardappelen voor de vrije markt of groenten? Het weer houdt hem niet aan data of regels. Wanneer de landbouwer tussen de 10 en 30 hectare bouwland heeft, moet hij minstens twee verschillende teelten aanhouden. Dit wordt bekeken op basis van de hoofdteelt van het betrokken jaar. Wanneer de landbouwer in zijn teeltplan wintertarwe ingepland heeft, en de weersomstandigheden laten niet toe om die wintertarwe in te zaaien in de herfst van het voorgaande jaar, dan zal hij toch voor een alternatief moeten zorgen in het voorjaar, zodat hij voor het betrokken jaar kan aantonen dat hij over minstens twee teelten beschikt waarbij de belangrijkste teelt niet meer dan 75% van het areaal bouwland inneemt. Zijn bos en een bufferstrook een aparte teelt in het kader van gewasdiversificatie? Voor gewasdiversificatie wordt enkel gekeken naar het bouwland. Bos valt daar dus niet onder en telt dus niet mee als aparte teelt. Een bufferstrook kan ofwel deel uit maken van het bouwlandperceel en het areaal telt dan mee met de teelt op het betrokken perceel; ofwel apart ingetekend als blijvend grasland en grenzend aan een bouwlandperceel. In dat

12 geval zal de bufferstrook niet meetellen als bouwland en komt de teelt niet in aanmerking als aparte teelt voor gewasdiversificatie. Wat als je enkel grasland (tijdelijk en permanent) hebt? Dan ben je vrijgesteld van gewasdiversificatie, ook al bedraagt je bouwland (tijdelijk grasland) meer dan 30 hectare. Wat als er twee jaar na elkaar vlas op hetzelfde perceel staat? Bij gewasdiversificatie is er in een uitzondering voorzien indien er op alle percelen een andere teelt is dan het jaar daarvoor, dit is hier niet het geval. Men kan wel 2 jaar na elkaar hetzelfde telen op eenzelfde perceel indien de landbouwer afziet van de vrijstelling om te voldoen aan de gewasdiversificatie. 2.3 Blijvend grasland Wordt tijdelijk grasland na 5 jaar nu permanent grasland? Hier is er jammer genoeg nog steeds geen definitief antwoord op. Kan permanent grasland als teelt binnen gewasdiversificatie? Neen, want niet op bouwland. Kan permanent grasland tijdelijk overgedragen worden? Momenteel valt het behoud van blijvend grasland onder de randvoorwaarden waarbij de opvolging gebeurt op bedrijfsniveau (ira). Vanaf 2015 wordt het behoud van blijvend grasland grasland onder vergroening opgestart. De regeling onder de randvoorwaarden blijft wel als overgangsmaatregel van toepassing in 2015 en In 2017 wordt het ira-systeem opgedoekt en geldt enkel nog de regeling onder vergroening. In de regeling behoud blijvend grasland onder vergroening gebeurt de opvolging op de eerste plaats op Vlaams niveau zodat het tijdelijk overdragen van blijvend grasland niet langer aan de orde is. Een landbouwer heeft een tijdelijke overdracht blijvend grasland afgesloten. Wordt hiermee rekening gehouden bij vaststellen IRA van 2012? Wat als de overdracht eindigt in 2014 en in VA 2014 het BG nog een laatste keer wordt aangegeven? Wat als de overdracht afloopt in 2015 en het BG wordt in VA2015 de laatste keer aangegeven? Onder behoud blijvend grasland onder vergroening zal niet langer met een individueel referentieareaal gewerkt worden. De opvolging zal voor gans Vlaanderen gebeuren, zodat het effect van overdrachten daar geen rol speelt. In het kader van de overgangsregeling voor het behoud van blijvend grasland onder de randvoorwaarden speelt het ira nog wel een rol. Kan blijvend grasland verplaatst worden in 2015?

13 Ja, dat kan, voor zo ver het geen ecologisch kwetsbaar blijvend grasland betreft of er geen andere beperkingen gelden op het omzetten van dat blijvend grasland op basis van de natuurwetgeving. Kan grasklaver (via AMM Vlinderbloemigen) op permanent grasland? Ja, en ook op tijdelijk grasland. Hoe zal blijvend grasland onder vergroening aangeduid worden? Dit is nog niet gekend. Tot nog toe werkte men met code 61 onder de randvoorwaarden, hoe dit in de toekomst zal zijn is nog onduidelijk. De EC ziet dit als een nieuwe maatregel en dus nieuwe voorwaarden. 2.4 Ecologisch aandachtsgebied Algemeen Wie wordt vrijgesteld van EAG? Dat zijn de bio-landbouwers (volledig of deels), de bedrijven met minder dan 15 hectare bouwland en de bedrijven met meer dan 75% grasland. Telt grasklaver mee voor het ecologisch aandachtsgebied? Grasklaver is een mengsel van een stikstofbindend met een niet-stikstofbindend gewas, dus kan dit niet meetellen als stikstofbindend gewas in het kader van EAG. Grasklaver kan wel meetellen als groenbemester na de hoofdteelt (ook EAG). Voor de link tussen grasklaver en BO water neemt u best contact op met de bedrijfsplanner van VLM. Telt moerasland mee als EAG? Natte graslanden zijn niet geschikt om als bouwland te gebruiken en zijn dan ook als blijvend grasland te beschouwen. Voor het ecologisch aandachtsgebied wordt gekeken naar het bouwland: de elementen die kunnen meetellen moeten ofwel gelegen zijn op bouwland ofwel er direct aan grenzen (landschapselementen, bufferstroken). Elementen gelegen op blijvend grasland, alsook blijvend grasland op zich tellen dus niet mee. Grasland in gebieden met nulbemesting tellen deze mee als ecologisch aandachtsgebied (natuurgebieden, ecologisch waardevolle gebieden)? Het zal dan gaan om blijvend grasland en dit komt niet aanmerking als ecologisch aandachtsgebied gelet op de koppeling aan bouwland. Wat met distelbestrijding? In het kader van de randvoorwaarden moeten haarden van akkerdistel bestreden worden. Kan er op een perceel met agromilieumaatregel of beheerovereenkomst ook EAG liggen?

14 Ja, cumulatie is mogelijk maar indien het om 2x dezelfde actie gaat, zal dat een invloed hebben op de vergoeding die u voor AMM of BO krijgt. Er komt een combinatietabel van alle mogelijkheden, waar ook de BO s van VLM op zullen vermeld zijn. Telt perceelsrandenbeheer mee voor vergroening? Dat kan, indien het op bouwland wordt toegepast. Wat wordt uitbetaald hangt af van de situatie op zich. Kan BO water gecombineerd worden met EAG (met name groenbemester)? Wanneer u in het kader van de BO water een nateelt moet inzaaien, dan kan die meetellen als EAG wanneer deze nateelt voldoet aan de EAG-voorwaarden voor de groenbedekkers Kan men in 2015 de vergroeningspremie krijgen indien in 2014 niet genoeg volggewassen ingezaaid werden? Voor de uitbetaling van de vergroeningspremie zal naar het jaar zelf gekeken worden. Voor 2015 zal u dus in het najaar over voldoende groenbedekker moeten beschikken wanneer u op die manier uw EAG wenst in te vullen. Naar 2014 wordt niet teruggekeken Bufferstroken Wat met akkerdistelhaarden in de bufferstrook? Akkerdistelhaarden moeten bestreden worden. Wanneer deze voorkomen in bufferstroken mag de landbouwer pleksgewijs gewasbeschermingsmiddelen inzetten. Wat met bufferstroken naast weiland? De EAG moeten op of direct grenzend aan akkerland gelegen zijn, kan naast tijdelijk grasland als de bufferstrook duidelijk te onderscheiden is bij controle (bvb met lint). Kan een bufferstrook tussen een waterloop en tijdelijk grasland? Ja, als duidelijk afgescheiden wanneer je wil maaien of laten begrazen. Bufferstrook waterloop: waar wordt gemeten? Oppervlakte water of grasboord tot grasboord? Bufferstroken komen in aanmerking wanneer ze gelegen zijn langs waterlopen die ingetekend zijn op de fotoplannen. Dit zijn alle waterlopen die minstens 2 meter breed zijn van de ene bovenste knik van de talud tot de andere bovenste knik van de talud. Ook de breedte van de bufferstrook (minimaal 5 meter) wordt gemeten vanaf de bovenste knik van de talud. Waarom kan de overheid niet instaan voor het inzaaien van de bufferzones? Indien de overheid dit zou doen en bekostigen, kan de landbouwer de bufferstroken niet valoriseren via de verzamelaanvraag en tellen ze dus niet mee voor de betalingsrechten en vergroening. Mag er op de bufferstroken gereden worden?

15 Ja, maar het mag ook niet als weg beginnen dienen. Hoe tellen bufferstroken mee? Bufferstroken kunnen zowel meetellen als deel van het bouwland als aparte strook die direct grenst aan het bouwland. De oppervlakte wordt forfaitair berekend aan de hand van de lengte van het perceel langs een waterloop die op de fotoplannen is ingetekend. Per lopende meter langs de waterloop zal 9 m² als EAG in rekening gebracht worden. Om mee te kunnen tellen moet de bufferstrook wel minstens 5 meter breed zijn. Wat telt bij bufferstroken: de breedte van de waterloop of het ingetekend zijn op de fotoplannen? De fotoplannen Groenbedekker Kan de beheerovereenkomst fauna voedselgewas meetellen voor vergroening? Dit kan als de voorwaarden voor groenbedekker en de voorwaarden van de BO elkaar niet tegenspreken, maar dit kan wel inhouden dat de premie voor de BO verminderd wordt indien hetzelfde perceel ook voor EAG meetelt. Wanneer moet de groenbedekker er liggen? Afhankelijk van de regio, tussen 1 oktober en 1 februari van het daaropvolgende jaar. Kan groenbedekker (mengsel) in het kader van ecologisch aandachtsgebied? Ja, als aan de modaliteiten wordt voldaan. Maar dit mag het jaar nadien niet geoogst, gemaaid of begraasd worden want het doel is om het in te werken. Kan er nog gewisseld worden tussen agromilieumaatregel en groenbedekker, bvb naargelang het weer? Dit kan maar onder strikte voorwaarden. Zo is 1 oktober een vaststaande datum voor inzaai van groenbedekkers. Houd rekening met risico s en zorg voor voldoende reserve in het aantal EAG. De verzamelaanvraag kan nog gewijzigd worden tot 31 oktober. Alle groenbedekkers, als gras na maïs, zullen voor 1 oktober gezaaid moeten worden in de Zandleemstreek. Praktisch is dit niet haalbaar daar in oktober de meeste maïs geoogst/gehakseld wordt. Wat nu? U zal dan geen groenbedekker kunnen gebruiken om uw EAG-verplichting in te vullen. Wenst u van groenbedekkers gebruik te maken, dan moet u de uiterste inzaaidatum respecteren. Als het gebruik van vroegrijpende rassen geen optie is, dan zal u andere keuzes moeten maken. Kan een mengsel van groenbedekkers en vanggewassen meetellen voor EAG? Er moeten minstens twee gewassen uit de lijst ingezaaid worden. Dit kan inderdaad praktische problemen met zich meebrengen, zoals bij verschillende grootte van zaden. Neem contact op met de buitendienst hiervoor.

16 Ik heb al groenbedekker op 17 hectare en heb 5 hectare EAG nodig. Kan ik voor die EAG die 17 hectare gebruiken? Dit kan mits die groenbedekker voldoet aan de nieuwe voorwaarden (inzake mengsel, gewasbescherming, bemesting, niet oogsten, ) Kan een mengsel van gele mosterd en sarepta? Dit kan inderdaad, staan beide in de lijst van mogelijke mengsels. Inzake ecologisch aandachtsgebied moet er een mengsel van twee soorten gezaaid worden. Een perceel volledig gele mosterd (vb als akkerbouwer na gras) en een perceel Italiaans raaigras (als veehouder en dan later gras maïs te doen en a) kan niet? Het mengsel moet effectief op één perceel ingezaaid te worden om als groenbedekker te kunnen meetellen als EAG. Als de groenbedekker niet hoeft mee te tellen als EAG is de landbouwer vrij in de keuze om al dan niet een zuivere of gemengde teelt in te zaaien Stikstofhoudende gewassen, vanggewassen, vlinderbloemigen, akkerranden, braakland Mbt stikstofhoudende gewassen: ik zet op een perceel een groenbedekker na voedererwten of bonen: kan men op deze groenbedekker een snede gras oogsten? Dat kan, maar eenzelfde perceel kan slechts 1x als EAG worden aangegeven, dus ditzelfde perceel kan dan niet worden aangemeld voor vanggewas of groenbedekker als het al eerder als stikstofhoudend gewas werd aangegeven. Kunnen groenten en fruit een uitzondering krijgen op de verplichting van mengsels voor vanggewassen, ihkv de bestrijding van aaltjes? Neen, Europees bepaald dat dit steeds een mengsel moet zijn. Moeten de vanggewassen ook verschillen? De oppervlakte telt, dit mag allemaal eenzelfde type vanggewas zijn op de verschillende percelen, zolang het steeds over een mengsel gaat. Kan gele mosterd als vanggewas na graan? De vanggewassen moeten een mengsel zijn (zie lijst), dus enkel gele mosterd kan niet. Wat vanggewassen betreft: deze moeten ingezaaid worden voor 1 oktober van het campagnejaar. Hierop zijn geen uitzonderingen mogelijk, ook niet bij slechte(re) klimatologische omstandigheden. Houd hier dus zeker rekening mee. Kan een combinatie van voedererwten en zomergerst als vlinderbloemige meetellen? Neen. Kan wikke als een vlinderbloemige? Ja.

17 Gesubsidieerde akkerranden van 12m breed; Wat in de toekomst: 6 m² x 1,5= 9 m² ecologisch aandachtsgebied. Wat met de subsidies? Is er nog premie voor de eerste 6 m²? en hoeveel premie voor de overige meters buiten het EAG? Als u over een akkerrand beschikt van 12 m breed, dan kan u de volledige oppervlakte van de akkerrand in rekening brengen voor uw EAG. Voor akkerranden geldt een wegingsfactor van 1,5, met andere woorden elke lopende meter akkerrand van 12 m breed telt mee voor 18 m² EAG. Als u de gesubsidieerde akkerrand inbrengt als EAG, dan zal dat gevolgen hebben voor de premie die u voor die beheersovereenkomst ontvangt en kan u nog enkel vergoed worden voor de extra-inspanningen die u in de beheersovereenkomst krijgt opgelegd. Kan braakland roteren? Dit kan inderdaad jaarlijks wijzigen, maar houd rekening met de voorwaarden (bvb geen grasland in het voorgaande jaar op hetzelfde perceel). Kan een perceel een aantal jaren na elkaar braak liggen? Ja en als het als EAG wordt aangeduid, zal het bouwland blijven, ook al zou er gedurende vijf jaar of meer grasvegetatie aanwezig zijn Kleine landschapselementen Wat verstaan jullie onder een poel? Hoe tellen jullie die mee? Kan een boomgaard (laagstamfruit - bij waterput) in aanmerking komen voor vergroening? Een poel kan meetellen als landschapselement voor EAG wanneer deze groter is dan 1 are maar niet groter dan 10 are. Hij moet gelegen zijn in bouwland of er direct aan grenzen. Betonnen of plastieken reservoirs komen niet in aanmerking. Een laagstamboomgaard is een blijvende teelt en wordt daarom niet meegeteld bij het bouwland, noch in aanmerking genomen als EAG. Kunnen poelen en hagen meetellen? Enkel vlakvormige kleine landschapselementen (houtkanten, poelen, ), gelegen op of aangrenzend aan bouwland, tellen mee voor vergroening.

18 3 Zoogkoeien 3.1 Referentiegegevens Wordt een landbouwer die nu geen zoogkoeienquotum heeft, ook geïnformeerd over de referentiegegevens? Deze zullen sowieso voor iedereen consulteerbaar zijn via het e-loket. Welke rassen worden uitgesloten van de nieuwe zoogkoeienpremie? De lijst van uitgesloten rassen zal opgenomen zijn als bijlage van het MB en betreft vooral rassen van melk en gemengd type. Wat met koeien die vleestype zijn maar als gemengd type in sanitel zitten? Rechtzetting is mogelijk na bezwaar en na controle ter plaatse. Wat met verwerpingen in 2012 en 2013? Deze worden meegerekend indien ze gemeld en gemerkt zijn. Bekijk zeker je overzicht en dien bezwaar indien dit niet correct of onvolledig is. Als er geen melding geweest in het veeportaal, is er steeds officieel bewijs nodig van doodgeboorte met vermelding van de moederkoe. Is overdracht van referentiegegevens het enige dat mogelijk is? Vanaf eind begin 2016 zal het ook mogelijk zijn om zoogkoeienquotum over te dragen onder bepaalde voorwaarden. Hoe gebeurt de afronding van het aantal kalvingen bij zoogkoeien? Stel 2012: 19 en 2013: 20 -> gemiddelde = 19,5 Er wordt naar boven afgerond, dus dit wordt 20. Hoe kunnen wij, als adviesbureau, weten hoeveel zoogkoeien onze klanten in 2012 en 2013 gehad hebben? Als wij het aantal kalveren Type 2 willen optellen op het veeportaal dan lukt dit niet aangezien de reeds verkochte dieren niet meer op veeportaal staan. Ma.w. dit is moeilijk na te gaan via veeportaal. De gegevens kunnen wel via veeportaal gecheckt worden maar dan door verschillende tabbladen/lijsten te combineren. De details van de dieren die mee geteld hebben voor de berekening van de referentie, staan op het eloket en zijn dus ook door de volmachthouder te consulteren. In 2012 en 2013 hadden wij gemiddeld 17 kalvingen; in 2014 hebben we tem vandaag 19 kalvingen maar momenteel geen hoogdrachtige vaarzen of koeien op het bedrijf. Wat moet ik doen om zoogkoeienpremie te kunnen genieten?

19 Als u reeds voldoende moederdieren heeft in 2014 die voldoen aan de 8-maanden voorwaarde dan kan u, om aan de 20 te komen, een dier bij kopen dat dit jaar nog kalft op uw bedrijf. Gebeurt de berekening voor 2015 op basis van het aantal geboren kalveren? Moeten de koeien na het kalven nog aangehouden worden? Nee, de periode voor het kalven is van belang. Minstens 90% van de moederdieren moet minstens 8 maanden voorafgaand aan de kalving aanwezig geweest zijn op uw bedrijf. Hoe kan je meldingen van type 3 overzetten naar type 2? De referentie werd bepaald op basis van de oorspronkelijke meldingen. Wijzigingen die erna werden ingediend werden niet meegenomen. Er kan bezwaar ingediend worden, waarna na controle ter plaatse een eventuele herrekening kan gebeuren. Kan het zoogkoeienquotum worden overgedragen? Dit kan vanaf eind 2015 mits minimaal 70% van het quotum 1x werd benut. Er zullen in bepaalde gevallen wel afhoudingen gebeuren. Wat met doodgeboren kalveren? Deze worden enkel meegeteld in de referentie indien ze werden gemerkt en tijdig gemeld. Hier kan bezwaar tegen ingediend worden, waarbij er voldoende bewijs moet voorgelegd worden. Wat zijn overmacht en uitzonderlijke omstandigheden? Dit gaat om een beperkt aantal categorieën, die in de Vlaamse wetgeving uitgewerkt zullen worden. In oktober ontvangen de landbouwers een brief met de zoogkoeienpremies die ze vanaf 2015 zullen ontvangen. Zouden die zoogkoeienpremies in 2015 al onmiddellijk verkoopbaar zijn of moeten die eerst geactiveerd worden? De premierechten die per 1/1/ 2015 worden toegekend, zullen pas kunnen verhandeld worden eind 2015 en pas nadat ze voor minstens 70% benut zijn. Er zullen in bepaalde gevallen wel afhoudingen gebeuren. Op de provinciale voorstellingen van het nieuwe GLB vernam ik dat bij transferten van zoogkoeien quotum, altijd minimum 20 rechten moeten behouden blijven. Betekent dit dat iemand die zijn bedrijf stop zet ( zonder overname) geen quotum kan verkopen, gezien hij na verkoop nul ( minder dan 20) rechten behoudt? Is overdracht al mogelijk in 2015? Iemand kan wel zijn rechten verkopen en op 0 uitkomen. (je moet dus minimaal 20 of 0 overhouden) (een landbouwer die ouder is dan 65 kan wel niet aan een derde zijn quotum verkopen). Overdrachten zullen mogelijk zijn eind 2015 met effect op campagne Vanaf wanneer zijn er overdrachten mogelijk?

20 Vanaf eind 2015, het quotum wordt per 1 januari 2015 toegekend en kan aan het einde van een campagne overgedragen worden. Wat bij een gemengd bedrijf (melkvee en vleesvee), waarbij het vleesvee wordt overgelaten maar het melkvee wordt behouden? Indien de overname voor 1/1/2015 plaats vindt, gaat het om referentie en die is niet overdraagbaar vermits er geen overname van het volledige rundveebeslag plaats vond. Na 1/1/2015 gelden andere regels voor overdracht van quota. Hoe tellen doodgeboren kalveren mee? Deze tellen mee indien ze gemerkt en gemeld zijn. Op de berekening van de referentiegegevens is bezwaar mogelijk, bvb wanneer deze doodgeboren kalveren wel gemeld waren op het veeportaal of als er een beproevingsverslag van DGZ aanwezig is. Een bewijs van Rendac en/of een handgeschreven attest van de veearts is niet voldoende. Wat met een moederdier dat in eenzelfde jaar tweemaal kalft, of dat een tweeling krijgt? Dit moederdier wordt slechts 1 maal in rekening gebracht zowel voor het bepalen van de referentie als voor het toekennen van de premie. Wordt er nog rekening gehouden met de vaarzen? Er wordt enkel nog rekening gehouden met de dieren die kalven in de loop van het jaar. 3.2 Bedrijfsstructuur en overnames ikv quota, incl. installatiedatum Een landbouwer gaat van natuurlijk persoon naar een vennootschap, en de zoon stapt hierbij in. Wat telt dan? Dit kan aanzien worden als een jonge starter (mits leeftijdsgrens in acht genomen). De datum van instap in de vennootschap is dan de datum van eerste installatie. Waarom werken met de datum van 2 januari 2010? Keuze gemaakt om de grens te leggen tussen 2/1/2010 en 1/1/2015. Wat met overnames en Sanitel? De link tussen de iden-databank van LV en de Saniteldatabank wordt continu bijgehouden, bij een overname blijft het beslag gelinkt aan de exploitatie. Wat met zoogkoeienpremie bij bedrijfsovername op 01/01/2015 door een jonge landbouwer? De bedrijfsovername moet vooraf en zo snel mogelijk gemeld worden, er moet een overdracht van referentie gebeuren (via het daartoe bestemde formulier) en de 15 extra rechten zullen daarna automatisch toegekend worden. Wat met de referentiegegevens bij overname door jonge veehouder op 1 juli 2014?

21 Hierbij gaat de referentie berekend worden bij de overlater (gemiddelde van 2012 en 2013), de referentie moet worden overgedragen via het daartoe bestemde formulier en de jonge veehouder krijgt 15 rechten uit de reserve. Welke datum telt voor de installatie van een jonge veehouder? De eerste datum dat die persoon begonnen is met landbouwactiviteit. Dit is hetzelfde bij de bepaling jonge landbouwer voor de reserve van de betalingsrechten of de premie jonge landbouwer. 3.3 Varia Wat met autonoom beheer? Verhaal blijft hetzelfde als nu. Komt er ooit nog een nieuwe ooienpremie? De Europese Commissie komt terug van alle koppelingen, dus dat zal er niet van komen. Via de agromilieumaatregelen kunnen ooien wel vergoed worden. Een gespecialiseerde landbouwer moet in Vlaanderen min. 20 zoogkoeien hebben, in Wallonië is dit minimum drie. Vanwaar dit verschil? Er is geen enkele overeenstemming tussen de nieuwe regeling in Wallonie en in Vlaanderen.

22 4 Investeringen (VLIF) Wanneer komt het nieuwe VLIF eraan? Zo rap mogelijk. De administratie doet de nodige voorbereidingen om implementatie vlot te laten verlopen. Hoelang blijft de overgangsregeling nog van kracht? Tot het nieuwe PDPO in werking treedt. Hoelang moet je wachten om een aanvraag opnieuw in te dienen? Vanaf VLIF 3 maximaal een drietal maanden. Na indiening van de aanvraag krijg je ten laatste binnen de week na het afsluiten van de blokperiode (= een periode van drie maanden waarbinnen aanvragen kunnen worden ingediend) een antwoord welke deelinvesteringen (per code) wel en niet voor betoelaging in aanmerking zullen komen. Dan kan men kiezen om opnieuw in te dienen, met het gegunde deel te starten of de aanvraag te wijzigen. Wat is de link tussen vergroening en niet-productieve investeringen voor kleine landschapselementen? Is er geen gevaar voor dubbelfinanciering? De KLE s worden meegenomen als niet-productieve investeringen, kunnen dan ook geactiveerd worden in het vergroeningsverhaal. Kunnen er nog investeringen met gemengd nut (bedrijf en privé) gebeuren? Bvb micro-wkk met gebruik van elektriciteit voor het bedrijf waarbij de restwaarde voor de woning kan dienen? Dit kan niet, want elektriciteit is niet aanzien als een landbouwproduct. Deze investering zal dus niet via het VLIF gesubsidieerd kunnen worden. Kan vervanging tractor nog binnen het VLIF? Dti is moeilijk in te passen in het verhaal van duurzaamheid (economisch, ecologisch, sociaal), indien er geen productieverhoging is of afdoend nieuwe technologie is.

23 5 Agromilieumaatregelen, boslandbouw en biologische landbouw 5.1 Maatregelgebonden informatie Waarom komt dubbeldoelhennep niet in aanmerking voor de subsidie verminderde bemesting? Het doel van de beperking tot 'vezelhennep' is dat koolstof langdurig gefixeerd wordt. Als hennep geteeld wordt voor de productie van veevoeder (schroot) enerzijds, en olie anderzijds, dan gaan we aan de doelstelling voorbij vermits bij de vervoedering de koolstof relatief snel weer in de omgeving terechtkomt. Daarom ook de eis om een aankoop- / verkoopcontract of een verwerkingsverbintenis te hebben. Hoe kunnen we voor 30 november beslissen over onze verbintenis met Vlinderbloemigen gezien alle onzekerheid? De subsidie voor de teelt van vlinderbloemigen wordt niet uitbetaald voor percelen aangegeven in het kader van de vergroeningsvereiste voor ecologisch aandachtsgebied voor stikstofbindende gewassen. Deze percelen tellen wel mee voor de verbintenisoppervlakte van de verbintenis voor de teelt van vlinderbloemigen. De mengsels met gras (grasklaver en luzerne-gras) komen niet in aanmerking als stikstofbindend gewas (EAG). Voor vlinderbloemigen wordt de mogelijkheid opengehouden om in samenspraak met de minister de inschrijvingsperiode (1 oktober tot uiterlijk 30 november 2014) te verlengen. Wat zijn de zaaidichtheden van de verschillende vlinderbloemigen? Een grasklavermengsel in een zaaihoeveelheid van minimaal 30 kg/ha, met een minimaal aandeel van één van volgende teelten: 1) witte klaver van minimaal 10 gewichtsprocent; 2) rode klaver van minimaal 20 gewichtsprocent; 3) een combinatie van witte en rode klaver van minimaal 20 gewichtsprocent; luzerne in een zaaihoeveelheid van minimaal 25 kg/ha; rode klaver in een zaaihoeveelheid van minimaal 12 kg/ha; een luzerne-grasmengsel in een zaaihoeveelheid van minimaal 30 kg/ha, met een aandeel luzerne van minimaal 40 gewichtsprocent; erwten in een minimale zaaidichtheid van 75 korrels/m 2. Erwten voor menselijke consumptie zijn niet toegestaan; veldbonen in een minimale zaaidichtheid van 40 korrels/m 2 ; Hoe gebeurt de controle bij de maatregel lokale veerassen (per schapenras apart of over schapenrassen heen)? Het Agentschap voor Landbouw en Visserij zal blijven controleren op het aantal ingeschreven lammeren, over de verschillende rassen heen. De controle gebeurt per contract en dus ook per schapenras. Hierbij wordt voornamelijk gecontroleerd of de dieren geregistreerd staan in het stamboek. Indien niet geregistreerd is er geen subsidie mogelijk. Voordeel van dit soort controle is dat niet de hele kudde afgestraft wordt door vermindering of wegvallen van subsidie, maar enkel de dieren van één enkel ras waarbij de fout waargenomen werd.

24 Maatregel Genetische diversiteit: Minimaal aantal schapen is te hoog. Dit zal het einde van de hobbyfokkerij zijn. Indien men een lopende verbintenis heeft met een lager aantal en men kiest voor verderzetting van zijn huidige verbintenis mag men dit lagere aantal wel aanhouden tot het einde van de looptijd van de verbintenis. Het minimum aantal wordt geteld over de schapenrassen heen. De verhoging is een beleidskeuze. Wat kan gecombineerd worden? Een combinatietabel zal beschikbaar zijn, die is nu in opmaak. Vlinderbloemigen en hectaresteun biologische landbouw is een voorbeeld van een combinatie die is toegestaan, net als de combinatie tussen bio en een aantal beheerovereenkomsten. Wat niet zal kunnen is een combinatie van mechanische onkruidbestrijding en biologische landbouw, of verwarringstechniek en biologische landbouw. In de vorige programmaperiode waren deze laatste 2 combinaties ook al uitgesloten. 5.2 Link met vergroening en betalingsrechten Komen oppervlaktes met beheerovereenkomsten vb. perceelsranden, bloemenranden enz ook in aanmerking voor ecologisch aandachtsgebied? Zo ja, zijn de premies combineerbaar? Ja, bepaalde BO s komen in aanmerking als EAG, en in bepaalde gevallen is er sprake van dubbele financiering en zal de BO niet volledig uitbetaald worden. Voor meer info over welke BOs: zie VLM. Is de Groenbedekker-premie afgeschaft? Ja. Is eigenlijk opgenomen in de vergroeningspremie. Kan een groenbedekker als derde of vierde teelt? Neen, dat kan niet. Een stikstofbindend gewas kan bvb wel als derde of vierde teelt (let wel: grasklaver is geen stikstofbindend gewas). Zijn de betalingsrechten en VLI-premie combineerbaar? Ja, de uitbetaling van de basis betaalrechten en VLI zijn cumuleerbaar. Enkel de uitbetaling van de vergroeningspremie en de VLI-premie zijn niet cumuleerbaar indien het VLI-perceel gebruikt wordt als EAG (als stikstofbindend gewas). In dat geval zal de VLI-premie niet betaald worden (kan enkel bij klaver, luzerne, erwten en bonen want mengsels met gras kunnen niet als EAG). 5.3 Varia Overal staat er onder voorbehoud, de keuze wordt niet gemakkelijker en we moeten kiezen tegen 1 oktober zonder alle aspecten van de vergroening al te kennen. Inschrijven voor de agromilieumaatregelen kan inderdaad vanaf 1 oktober, maar dan schrijf je je in volgens de voorwaarden zoals die op datum van inschrijving gekend zijn. Als die gewijzigd worden, nemen we contact met je op en kan je beslissen om te blijven of om eruit te stappen.