Infobrochure EPIDURALE INFILTRATIE

Transcriptie

1 Infobrochure EPIDURALE INFILTRATIE

2 Geachte meneer, mevrouw U laat binnenkort een epidurale infiltratie uitvoeren om uw pijnklachten te behandelen of te verminderen. Met deze brochure willen wij u wat meer uitleg geven over deze pijnbehandeling. Indien u nog vragen zou hebben na het doornemen van deze brochure, aarzel dan niet om ons, uw verwijzende arts of behandelende arts aan te spreken. OMSCHRIJVING Een epidurale infiltratie is een inspuiting met een lokaal verdovend product en een krachtige ontstekingsremmer (cortisone) ter hoogte van de geïrriteerde ruggenmergzenuw. Afhankelijk van de klachten kan de injectie plaatsvinden ter hoogte van de nek (cervicaal), borstkas (thoracaal) of onderrug (lumbaal). De oorzaak kan een hernia, artrose of spinaal kanaalstenose zijn, waardoor er druk, zwelling, ontsteking of irritatie op een zenuwwortel ontstaat, met pijnklachten tot gevolg. De pijn kan tevens van de rug uitstralen tot in de benen/voeten of van de nek tot in de armen/handen. De geïnjecteerde medicatie vermindert de ontsteking en de zwelling van de zenuwwortels en het ruggenmergvlies, waardoor de pijn afneemt en er meer beweeglijkheid ontstaat.

3 VERLOOP Na ruime ontsmetting wordt de huid plaatselijk verdoofd. Daarna prikt de arts met een naald door de huid, eventueel met behulp van echotoestel, de epidurale ruimte aan (dit is de ruimte rond het ruggenmerg en de zenuwen die omsloten worden door de wervelkolom). Via de naald wordt het ontsteking werend geneesmiddel ingespoten, dat in de epidurale ruimte rechtstreeks in contact komt met de pijnlijke zenuw. Dit kan gepaard gaan met een zekere druk in de rug of nek, en een warmtegevoel in de benen of armen. Het is zeer belangrijk dat u tijdens de procedure rustig en ontspannen blijft zitten en dat u elke prikkeling of pijnsensatie zo nauwkeurig mogelijk aan de arts beschrijft. Na de infiltratie blijft u nog even bij ons in observatie, waarna u terug naar huis mag. VOORBEREIDING Gelieve steeds uw identiteitskaart, verwijsbrief, relevante medische documenten (RX-foto s, scans ) en lijstje van uw huidige medicatie mee te brengen. U dient ook een korte vragenlijst in te vullen en te ondertekenen. Hiermee bevestigt u uw toestemming om de afgesproken behandeling te laten uitvoeren en uw akkoord met onze veiligheidsvoorwaarden (geen voertuig besturen). U hoeft niet nuchter te zijn voor de behandeling. U hoeft geen nachtkleed of toiletgerief mee te brengen.

4 U mag uw medicatie innemen, met uitzondering van bepaalde bloedverdunners. Als u koorts heeft of ziek bent, gelieve ons te verwittigen. Verwittig ons en uw huisarts op voorhand indien: U bloed verdunnende geneesmiddelen gebruikt. (zie verder) U allergisch of overgevoelig bent aan bepaalde soorten geneesmiddelen, latex, jodium, cortisonen, contrast- of verdovingsmiddelen, kleefpleisters, ontsmettingsstoffen. U diabetes hebt. U (mogelijks) zwanger bent. NAZORG!! Aangezien de pijnbehandeling duizeligheid of tijdelijke krachts- en gevoelsvermindering kan geven, mag u 24 uur na de behandeling geen voertuig besturen. U voorziet dus best een begeleider/ chauffeur voor uw vervoer naar huis na de behandeling. De dag van de behandeling en de dag erop is het aangeraden geen rugof nek belastende inspanningen uit te voeren. Wandelen en bewegen mag, bedrust hoeft niet. Het is mogelijk dat u de eerste dagen na de infiltratie wat meer last ondervindt. Dit is volkomen normaal en is een gevolg van de prik zelf en/of van de reactie van het lichaam op het geïnjecteerde geneesmiddel. U mag uw pijnstillers verder nemen zoals u dat gewoon bent.

5 MOGELIJKE NEVENWERKINGEN Een epidurale infiltratie is een weinig invasieve procedure en kan als veilig beschouwd worden indien rekening gehouden wordt met de voordien vermelde praktische richtlijnen. Complicaties komen zelden voor. Er zijn echter aan elke procedure risico s en nevenwerkingen verbonden. De meest voorkomende zijn: Pijn op de plaats van de inspuiting, als gevolg van de prik zelf. Dit verdwijnt na enkele dagen. Reactie op de cortisone en/of lokale verdoving: verhoging van de bloedsuikerspiegel bij diabetici, hoofdpijn, sporadisch spierzwakte, daling van de bloeddruk, allergische symptomen (roodheid, zwelling en jeuk), blozen, zweten, maaglast, lichte ontregeling van de vrouwelijke cyclus, vocht ophouding. Hoofdpijn is normaal na het prikken. Contacteer echter uw arts als deze aanhoudt. In zeldzame gevallen is hoofdpijn bij rechtkomen een gevolg van het accidenteel doorprikken van het vlies dat het ruggenmerg omringt. Uw arts zal in dit geval gepaste maatregelen nemen. Een kleine bloeding door het raken van een bloedvaatje. Dit vormt geen probleem wanneer u geen bloedverdunners neemt of deze tijdig hebt stopgezet. Een extreem zeldzame kans op een bloeding ter hoogte van het ruggenmerg, infectie of beschadiging van zenuwstructuren. Bij infiltraties ter hoogte van de borstwervels kan het longvlies geraakt worden, waardoor zelden een klaplong kan ontstaan.

6 Contacteer steeds spoedgevallen bij plots optredende ademhalingsproblemen. Deze lijst is niet-limitatief. Indien u in de uren of dagen na een infiltratie toenemende last krijgt van hevige pijnklachten in rug/nek of krachtsvermindering in benen/armen, hoge koorts, eventueel met hoofdpijn en nekstijfheid, aanhoudend krachtsverlies, urineverlies en/of plasproblemen, dient u een arts te raadplegen. RESULTATEN Als na enkele uren de plaatselijke verdoving is uitgewerkt, kan uw pijn opnieuw toenemen. U mag hiervoor gerust een pijnstiller nemen. Meestal begint de medicatie na ongeveer vier dagen te werken, met een te beoordelen resultaat na zeven à tien dagen. Vaak worden epidurale infiltraties in een serie van twee of drie gegeven, steeds met een tussentijd van minstens een week. Door een tweede of derde infiltratie stabiliseert de reeds bereikte verbetering of neemt deze nog toe. Indien u na de behandeling geen pijn meer ervaart, dient er geen tweede of derde epidurale infiltratie uitgevoerd te worden, zelfs als deze gepland stond (gelieve ons in dat geval te verwittigen zodat we de afspraak aan iemand anders kunnen doorgeven). Door een afname van de pijnklachten kan u beter functioneren of revalideren. Toch blijft het zo dat een aantal patiënten geen baat vindt bij een epidurale infiltratie en kunnen we u niet garanderen dat deze of andere behandelingen uw pijn voldoende zal verminderen.

7 Het kan nuttig zijn kinesitherapie te volgen of verder te zetten, afhankelijk van uw concreet probleem. Dit kan bijkomend pijnstillend werken en vooral meehelpen om de spieren te ontspannen. Best wordt er geen kinesitherapie gegeven op de dag van de infiltratie. Psychologische bijstand kan nodig zijn bij patiënten die angststoornissen vertonen of depressief dreigen te worden door de pijnklachten. Praat erover met uw huisarts of het pijnteam. BLOEDVERDUNNERS Indien u één van de volgende bloed verdunnende geneesmiddelen neemt, dient u vooraf contact op te nemen met uw huisarts of met ons voor verdere richtlijnen. Sommige bloedverdunners moeten gestopt worden of moeten tijdelijk omgeschakeld worden naar een ander geneesmiddel. Deze bloedverdunners moeten vooraf gestopt en eventueel vervangen worden (de arts zal bepalen hoe lang vóór de procedure deze dienen te worden gestopt): Marcoumar, Ticlid, Efient, Plavix, Marevan, Sintrom, Brilique, Arixtra, Pradaxa, Xarelto, Eliquis, Fraxodi, Clexane, Fraxiparine, Innohep, Fragmin. Wanneer de bloedverdunner vervangen wordt door onderhuidse injecties (Clexane, Fraxiparine, Fraxodi ) dan mogen deze NIET worden toegediend op de dag van de behandeling. Deze lichte bloedverdunners hoeven niet te worden gestopt: ASA, Asaflow, Cardio-aspirine, Cardegic, Aggrenox, Persantine.

8 CONTACT Indien u niet kan aanwezig zijn op de afspraak of deze wenst te verplaatsen of te annuleren, gelieve tijdig contact op te nemen met het secretariaat van de Pijnkliniek. Indien u nog vragen heeft omtrent de epidurale pijnbehandeling, kunt u ons steeds contacteren: Dolores Curatio Pijnkliniek Torhout Aartrijkestraat Torhout info@pijnkliniektorhout.be