TOELICHTING OP DE VERORDENING OP DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TOELICHTING OP DE VERORDENING OP DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG"

Transcriptie

1 TOELICHTING OP DE VERORDENING OP DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG

2 Gemeente Utrecht Pagina 2

3 Inhoudsopgave 1. Algemene toelichting archeologiebeleid (nota archeologiebeleid) Aanleiding Doel Leeswijzer 7 2. Beleid Inleiding Behoud ex situ te beschouwen als goed alternatief voor behoud in situ De veroorzaker betaalt de kosten voor onderzoek en opgraven De wettelijke norm van 100 m2 aanpassen aan de hand van de archeologische waardenkaart Rol als bevoegd gezag Continuering gemeentelijke opgravingsbevoegdheid en gebruik Archeologisch onderzoek gebruiken ten dienste van het publiek Conclusie 13 3 Toelichting op de verordening Inleiding Bestemmingsplan Verordening 15 Hoofdstuk 4: Artikelsgewijze toelichting 17 Hoofdstuk 5: Het wettelijke kader Herziening van de Monumentenwet Relevante artikelen Monumentenwet Het Verdrag van Valletta (Malta) Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Wet milieubeheer Ontgrondingenwet Tracéwet De Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) 23 Gemeente Utrecht Pagina 3

4 Gemeente Utrecht Pagina 4

5 1. Algemene toelichting archeologiebeleid (nota archeologiebeleid) 1.1 Aanleiding Al sinds 1972 wordt in Utrecht systematisch archeologisch en bouwhistorisch onderzoek verricht. Dat is geen overbodige luxe in een stad die meer dan tweeduizend jaar geschiedenis kent. Zeker als het gaat over de eerste elf, twaalf eeuwen is het eigenlijk alleen de archeologie die iets over de geschiedenis van de stad kan vertellen. Deze betrokkenheid tot de geschiedenis van Utrecht is niet ontstaan omdat het moet, maar vanuit de wil om de geschiedenis een plek te geven in het stedelijke beleid. Als reactie op de grote veranderingen die er in de stad plaatsvonden door de bouw van Hoog Catharijne is vanuit de bevolking het Utrechtse Monumenten- en Archeologiebeleid ontstaan. De gemeente heeft daartoe bij de Rijksoverheid een opgravingbevoegdheid aangevaagd en verkregen. Het hiermee samenhangende beleid is breder dan alleen archeologie. Bouw- en stedenbouwhistorie behoren daar ook bij. De gemeente heeft archeologen, bouwhistorici en stedenbouwhistorici in dienst. Op het gebied van de regelgeving met betrekking tot archeologie is de afgelopen jaren veel veranderd. In de negentiger jaren heeft de Nederlandse overheid steeds meer oog gekregen voor het beheer van archeologische resten in onze bodem. Aan de basis daarvan staat de ondertekening van het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologische erfgoed kortweg Het Verdrag van Malta. 1 Sindsdien is het beleid gericht op het streven om archeologische waarden volwaardig mee te wegen bij beslissingen over de ruimtelijke inrichting van ons land. Na vele jaren van voorbereiding is het verdrag op 1 september 2007 wettelijk verankerd in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz), een herziening en uitbreiding van de Monumentenwet 1988 (MW). Het doel van deze wet is het reguleren van bodemverstorende activiteiten. Parallel daaraan heeft de rijksoverheid de laatste jaren een aantal initiatieven genomen om de plaats van de cultuurhistorie binnen de ruimtelijke ontwikkeling te versterken. De resultaten daarvan zijn onder andere terug te vinden in de Nota Ruimte, de Nota Belvedère en opeenvolgende Cultuurnota s. De archeologie is daarmee integraal onderdeel geworden van het rijksbeleid op het gebied van de kwaliteit van de leefomgeving. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) met ingang van1 juli 2008 is het sluitstuk van het wetgevingstraject waarbij de verschillende wetten op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu, natuur en cultuur nauwer op elkaar worden aangesloten. Eenzelfde tendens is waar te nemen in het provinciale beleid. Via het Streekplan (provinciale structuurvisie), de Cultuurhistorische Hoofdstructuur en de provinciale richtlijnen en toetsingskaders voor ruimtelijke plannen bestaat ook bij de provincie steeds meer aandacht voor het behoud van archeologische waarden, bijvoorbeeld als onderdeel van de kwaliteit van de leefomgeving. Bovendien leidt het adagium 'centraal wat moet, decentraal wat kan' tot een verschuiving van de verantwoordelijkheid voor het archeologisch erfgoed. Waar voorheen de provincie een wettelijke toetsende taak had op het gebied van de archeologie in bestemmingsplannen, is met de nieuwe Wro deze toetsing komen te vervallen. Bovendien moeten provincies zich in hun archeologiebeleid beperken tot die zaken die een direct provinciaal belang vertegenwoordigen. De gemeenten krijgen daardoor meer ruimte (en verantwoordelijkheid) ten aanzien van het gemeentelijke archeologiebeleid. 1 Ook wel aangeduid als het Verdrag van Valletta (de hoofdstad van Malta). Gemeente Utrecht Pagina 5

6 De nieuwe Monumentenwet en de genoemde toegenomen aandacht voor de archeologische zorg binnen het ruimtelijke beleid hebben grote gevolgen voor de gemeente. Gezien de geleidelijke decentralisatie van overheidstaken, die het rijksbeleid op het gebied van ruimtelijke ordening en monumenten sinds de negentiger jaren kenmerkt, wordt de gemeente steeds meer de centrale spil bij het streven naar versterking van de kwaliteit van de leefomgeving en de daaraan gekoppelde zorg voor het culturele erfgoed. Vanwege het feit dat in Nederland het grootste deel van de ruimtelijke ingrepen op gemeentelijk niveau plaatsvindt, zijn gemeenten in de Wro en de Monumentenwet 1988 aangewezen als bevoegd gezag betreffende de zorg voor archeologische waarden. Bij ruimtelijke planvorming zal onze gemeente dan ook zelf nadrukkelijk rekening moeten houden met de bekende en te verwachten cultuurhistorische (waaronder archeologische) waarden binnen het eigen grondgebied. Aan besluitvorming en vergunningverlening kunnen zonodig voorwaarden worden verbonden. De gemeente dient zelf toezicht te houden op de uitvoering van archeologisch onderzoek bij bodemverstorende activiteiten en - indien het gaat om gemeentelijke (bouw)projecten eventueel fungeren als opdrachtgever voor de noodzakelijke archeologische werkzaamheden. De provincie heeft op grond van artikel 44 in de Monumentenwet 1988 de bevoegdheid de gemeente achteraf te corrigeren. Voor zover bij de vaststelling van geldende bestemmingsplannen onvoldoende rekening is gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten, kunnen provinciale staten binnen het grondgebied van de provincie gebieden die archeologisch waardevol zijn of naar verwachting archeologisch waardevol zijn, aanwijzen als archeologische attentiegebieden. Gezien het bovenstaande staat de gemeente van nu af aan voor de taak een verantwoorde afweging te maken tussen wat in de bodem bewaard moet blijven, onderzocht dient te worden of verloren mag gaan. De gemeentelijke organisatie dient te worden ingericht op het maken van dit soort afwegingen en de uitvoering van de bijbehorende taken. Voor gemeenten met een eigen opgravingbevoegdheid, zoals Utrecht, spelen nog andere vraagstukken. Bijvoorbeeld welke opgravingen de gemeente zelf uitvoert en in welke gevallen particuliere bureaus opgravingen uitvoeren. 1.2 Doel De gemeente stelt zich tot doel steeds een verantwoorde afweging te maken tussen wat in de bodem bewaard moet blijven, onderzocht dient te worden of verloren mag gaan. Voorkomen moet worden dat waardevolle delen van het bodemarchief ongezien verdwijnen. Daarnaast biedt de Monumentenwet 1988 ruimte aan gemeenten om op een eigen manier de archeologische waarden te beschermen. Deze nota is het benodigde beleidskader om aan te geven op welke manier de gemeente Utrecht de ruimte benut die de Monumentwet biedt. Het doel van deze nota is het ontwikkelen en concretiseren van een eigen gemeentelijk archeologiebeleid. De gemeente streeft daarbij naar een juiste balans tussen het provinciale en rijksbeleid op het gebied van archeologie en de eigen invulling daarvan via het behoud van representatieve delen van het landschap en de archeologische vindplaatsen die daarin verborgen liggen. De gemeente Utrecht heeft echter van oudsher al laten zien verder te willen gaan dan wat het Rijk in de Monumentenwet 1988 heeft geregeld. Het erfgoedbeleid van de gemeente Utrecht gaat verder voor wat betreft: het publieksbereik, het toegankelijk maken van de verworven kennis en het integreren van de onderzoeksresultaten ten behoeve van nieuwe historische beeldvorming. Dat betekent dat de formulering van het archeologiebeleid nauw verweven is met de eigen ruimtelijke ambities en andere voornemens op het gebied van ruimtelijke ordening, infrastructuur, landbouw, cultuur, monumenten en toerisme. Gemeente Utrecht Pagina 6

7 1.3 Leeswijzer Na deze inleiding komen in het volgende hoofdstuk de beleidslijnen aan de orde. Daarna volgt de uitleg over de verordening op de archeologische monumentenzorg. Voor meer achtergrondinformatie over het wettelijk kader wordt verwezen naar Hoofdstuk 3 waarin het wettelijk kader is opgenomen. De nota sluit in paragraaf 2 af met een conclusie. Gemeente Utrecht Pagina 7

8 Gemeente Utrecht Pagina 8

9 2. Beleid 2.1 Inleiding In deze paragraaf staan de beleidsuitgangspunten. Er zijn zes hoofdlijnen geformuleerd die in samenhang het gemeentelijk beleid vormen. Bij het opstellen van deze hoofdlijnen heeft de bescherming van archeologische waarden centraal gestaan. Er is echter ook nadrukkelijk gezocht naar een beleid dat publieksgericht is met zo min mogelijk regeldruk voor de burgers. 2.2 Behoud ex situ te beschouwen als goed alternatief voor behoud in situ Het Verdrag van Malta is uitgangspunt geweest voor de wetgeving. Dit verdrag spreekt de voorkeur uit voor behoud van de archeologische waarden in de bodem (in situ) en streeft ernaar om, indien mogelijk, door planafwegingen verstoring van het bodemarchief te voorkomen. De achtergrond hiervan is dat verwacht wordt dat de onderzoeksmethoden in de toekomst zullen verbeteren en toekomstige generaties met andere vraagstellingen het bodemarchief moeten kunnen raadplegen. Archeologisch materiaal blijft het beste bewaard in de bodem en blijft op deze manier beschikbaar voor eventueel toekomstig onderzoek. Er zijn twee vormen van behoud van archeologische waarden: behoud in de bodem, ofwel in situ, of behoud nadat het materiaal uit de bodem is gehaald, ofwel ex situ. Het Verdrag van Malta streeft naar behoud in situ. Mocht er echter sprake zijn van belangen die erom vragen dat de bodem verstoord wordt, dan kan het materiaal uit de bodem (ex situ) worden gehaald. In een verstedelijkt gebied, zoals in de stad Utrecht, is het niet reëel om in alle gevallen uit te gaan van behoud in situ. Bij ruimtelijke ontwikkelingen spelen altijd meerdere belangen een rol, bijvoorbeeld volkshuisvesting of economische belangen. Archeologie vormt één van de belangen waar in een vroeg stadium van de planvorming rekening mee moet worden gehouden. Daarbij staat uiteraard wel het behoud van de archeologische waarden voorop, maar dit hoeft niet perse in situ te zijn, het kan ook behoud ex situ zijn. 2.3 De veroorzaker betaalt de kosten voor onderzoek en opgraven In de Monumentenwet is het verdrag van Malta vertaald naar de Nederlandse praktijk. De Monumentenwet biedt de mogelijkheid voor behoud ex situ, maar verbindt daar de voorwaarde aan dat de veroorzaker betaalt. Oftewel de partij die het initiatief neemt tot het verstoren van de bodem is verantwoordelijk voor de kosten die zijn gemoeid met een eventuele opgraving. Uitgangspunt hiervoor is dat deze financiële lasten het verstoren van het bodemarchief zullen ontmoedigen. De gemeente dient deze wettelijke lijn door te voeren in het eigen beleid. Ten eerste wordt hiermee bereikt dat er een afweging wordt gemaakt of het gewenst is om de bodem te verstoren. Zijn de belangen voldoende groot om tot behoud ex situ over te gaan? Ten tweede komen de kosten van onderzoek en opgraving terecht bij degene die profijt heeft bij het verstoren van de bodem. Gemeente Utrecht Pagina 9

10 2.4 De wettelijke norm van 100 m2 aanpassen aan de hand van de archeologische waardenkaart Bij de totstandkoming van de wet is door een amendement vrijstelling gegeven aan "bodemingrepen op huis- tuin- en keukenniveau". Dit wordt vertaald in artikel 40 waardoor bouwwerkzaamheden waar geen of lichte bouwvergunning voor nodig is buiten het wetsvoorstel vallen en artikel 41a waarin staat dat artikel 39, 40 en 41 niet van toepassing zijn op projecten kleiner dan 100 m2. Ook geeft artikel 41a gemeenten de vrijheid deze begrenzing naar eigen inzicht zowel naar beneden als naar boven bij te stellen. Afwijken van de wettelijke 100 m2 norm kan uitsluitend door de gemeenteraad worden bepaald. De motivatie van de gemeente om af te wijken is gebaseerd op de bekende en/ of de te verwachten archeologische resten in de bodem. De bekende en/ of te verwachten archeologische resten zijn terug te vinden op de gemeentelijke archeologische waardenkaart, die behoort bij de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg. Deze kaart is een verfijning van de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Cultuurhistorische kaart van de Provincie Utrecht op basis van gemeentelijke kennis en onderzoeksresultaten. Op de archeologische waardenkaart staan met verschillende kleuraanduidingen gebieden binnen de gemeente aangegeven waar archeologische resten aanwezig zijn of verwacht kunnen worden. Er zijn ook gebieden in de gemeente waarvan bekend is dat de bodem verstoord is of waar geen archeologische resten verwacht worden. Deze gebieden staan zonder kleuraanduiding op de archeologische waardenkaart. De archeologische waardenkaart vormt dus de basis om beslissingen te nemen ten aanzien van de 100 m2 norm. In de op de archeologische waardenkaart genoemde gevallen dient een archeologievergunning te worden aangevraagd en is de initiatiefnemer verantwoordelijk voor de kosten die hieruit voortvloeien. In de legenda van de archeologische waardenkaart staat per gebied aangegeven vanaf welke te verstoren oppervlakte een vergunning noodzakelijk is op basis van het gemeentelijk beleid. Daarnaast staat op de archeologische waardenkaart met een streeparcering de diepte vermeld waar de resten zich bevinden. Hier geldt een vergunningsplicht vanaf 0,30 meter diepte ten opzichte van het maaiveld in de met een arcering aangegeven gebieden en een vergunningplicht voor een diepte vanaf 0,50 meter ten opzichte van het maaiveld in de gebieden zonder streeparcering. Bij de bouw- en andere werkzaamheden (waartoe ook sloopwerkzaamheden worden gerekend) wordt gekeken naar de daadwerkelijke bodemverstoring. In de archeologievergunning wordt aangegeven welke stappen moeten worden genomen om vast te stellen of er archeologische resten aanwezig zijn en welke acties moeten worden genomen om deze eventuele resten ex situ te behouden en aan welke eisen moet worden voldaan. Oppervlakte te verstoren Hoge archeolo- Hoge archeologische Archeologische Geen verwachting gische waarde verwachting verwachting m 2 Vergunning Geen vergunning Geen vergunning Geen vergunning Vergunning Vergunning Geen Geen m 2 vergunning vergunning > m 2 Vergunning Vergunning Vergunning Geen vergunning Tabel 1: vergunningplicht in de verschillende gebieden Gemeente Utrecht Pagina 10

11 Binnen de gemeente Utrecht geldt dat in sommige gebieden in Utrecht de norm van 100 m 2 kan worden verlaagd en in sommige gebieden verhoogd. In gebieden met een hoge archeologische verwachting is de100 m 2 norm verruimd en wordt pas bij initiatieven groter dan m 2 een archeologievergunning verplicht gesteld. Voor andere delen van Utrecht, de gebieden met hoge archeologische waarde geldt dat het bekend is dat hier veel archeologische resten in de bodem aanwezig zijn. In deze gebieden bevat het bodemarchief veel waardevolle informatie. Daarom wordt in de gebieden met een hoge archeologische waarde de algemene norm van 100 m 2 verlaagd en ook voor de initiatieven tussen 50 m 2 en 100 m 2 een archeologievergunning verplicht gesteld. Dit betekent dat voor (bouw)werkzaamheden beneden de 50 m 2 in de daartoe aangewezen gebieden op de archeologische waardenkaart geen archeologievergunning nodig is. Bij de voorgestelde werkwijze kan het voorkomen dat er archeologische vondsten gedaan worden zonder dat er een vergunningsplicht geldt. In de Monumentenwet staat dat grondeigenaren en vinders van archeologische vondsten deze direct bij een gemeente moeten melden. In die gevallen draagt de gemeente de kosten die voortvloeien uit de gemelde vondsten. Zij heeft immers als bevoegd gezag de terreinen vrijgegeven om werkzaamheden in de bodem toe te staan. Dit kan voorkomen in de volgende gevallen: 1. ingrepen < 50 m 2 in gebieden met een hoge archeologische waarde 2. ingrepen < 100 m 2 in gebieden met hoge archeologische verwachting 3. ingrepen van < 1000 m 2 in gebieden met een archeologische verwachting 4. ingrepen in gebieden zonder archeologische verwachtingswaarde. De gemeente wil voor deze gevallen toch een borging voor het behoud van het archeologisch bodemarchief ex situ inbouwen door middel van een eigen gemeentelijke brandweerdienst die snel en flexibel kan reageren en onderzoeken conform de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). De archeologische waardenkaart is een dynamische kaart. Uit onderzoek en opgravingen kunnen nieuwe feiten en gegevens naar voren komen. Gelet op het belang dat wordt toegekend aan deze kaart, is het belangrijk om hem actueel te houden. Het college past de archeologische waardenkaart aan indien uitgevoerd onderzoek hiertoe aanleiding geeft. Tot slot is er nog een categorie van gevallen, waarbij op basis van andere wet-en regelgeving (de m.e.r. regelgeving en het Tracébesluit) een archeologische afweging gemaakt moet worden. In die gevallen geldt altijd een wettelijke onderzoeksplicht. Ook voor aangewezen archeologische gemeentelijke- en rijksmonumenten geldt in alle gevallen een wettelijke onderzoeksplicht. Op de archeologische waardenkaart is het Beschermde archeologische Rijksmonument op Utrechts grondgebied aangegeven. De verordening heeft hierbij meer een signalerende dan een regulerende werking. De Monumentenwet is op Beschermde archeologische Rijksmonumenten van toepassing. 2.5 Rol als bevoegd gezag De gemeente heeft in de nieuwe wet een belangrijke rol als bevoegd gezag waaruit verschillende taken voortvloeien. De gemeente Utrecht wil met haar archeologiebeleid zorg dragen voor de volgende taken: 1. de gemeente ontwikkelt en onderhoudt archeologische beleidsinstrumenten 2. de gemeente stelt een onderzoeksagenda op en onderhoudt deze Gemeente Utrecht Pagina 11

12 3. de gemeente houdt bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten (art. 38a Monumentenwet) 4. de gemeente houdt met bekende en te verwachten archeologische waarden rekening in bestemmingsplannen 5. de gemeente brengt archeologische belangen in bij ruimtelijke ontwikkelingsplannen 6. de gemeente toetst bouwplannen en andere plannen (waaronder sloopplannen) met bodemingrepen groter dan de op de archeologische waardenkaart vermelde oppervlakten en de op deze kaart en in de artikelen 3 en 4 van de verordening vermelde diepten op archeologie 7. de gemeente informeert/adviseert derden over het bodemarchief en het archeologiebeleid 8. de gemeente voert bureauonderzoek uit of beoordeelt bureauonderzoek dat door derden is uitgevoerd 9. de gemeente stelt Programma s van Eisen (PvE s) op of beoordeelt PvE s die door derden zijn opgesteld 10. de gemeente stelt Plannen van Aanpak (PvA's) op of beoordeelt PvA's die door derden zijn opgesteld. 11. de gemeente voert regie en opdrachtgeverschap uit bij door derden uitgevoerd onderzoek 12. de gemeente beheert de bodemvondsten en de onderzoeksdocumentatie van de uitgevoerde onderzoeken 13. de gemeente stelt archeologische voorwaarden bij m.e.r.-procedures 14. de gemeente stelt voorwaarden bij een archeologievergunning. 2.6 Continuering gemeentelijke opgravingsbevoegdheid en gebruik De gemeente Utrecht beschikt al decennia over een opgravingsbevoegdheid en voert zelf ook actief onderzoek uit. In het kader van de Monumentenwet heeft de gemeente opnieuw bij de Rijksdienst een opgravingsvergunning moeten aanvragen en inmiddels verkregen. Binnen de gemeentelijke organisatie is archeologie ondergebracht bij Stadsontwikkeling, Afdeling Stedenbouw en Monumenten, team Cultuurhistorie. De gemeente vindt het belangrijk om ook zelf actief onderzoek te doen en dit niet alleen door derden te laten plaatsvinden. In de volgende gevallen voert de gemeente zelf onderzoek uit: a. op belangrijke historische locaties die aansluiten op de onderzoeksagenda en geschikt zijn voor een groot publieksbereik. De gemeente offreert dan mee als marktpartij. b. bij gemeentelijke projecten. Opdrachten voor archeologisch onderzoek blijven in eerste instantie binnen de gemeente. c. bij privaatrechtelijke overeenkomsten. Met private partijen (bijvoorbeeld woningbouwverenigingen e.d.) worden privaatrechtelijke overeenkomsten gesloten met de bepaling dat de gemeente het archeologisch onderzoek uitvoert. 2.7 Archeologisch onderzoek gebruiken ten dienste van het publiek Hoewel deze nota vooral ingaat op het beleid naar aanleiding van gewijzigde wetgeving, bestaat er in Utrecht reeds lang een breder cultuurhistorisch beleid waarvan archeologie onderdeel uitmaakt. Een belangrijk onderdeel hiervan, het publieksbereik, is ook voor het archeologiebeleid van belang. Gemeente Utrecht Pagina 12

13 Archeologisch onderzoek levert een belangrijke bijdrage aan de bewoningsgeschiedenis van Utrecht en haar inwoners. De gemeente Utrecht heeft er de afgelopen decennia altijd veel waarde aan gehecht om deze verworven kennis uit te dragen aan een breed publiek. Dit heeft geresulteerd in verschillende publieksproducten in de vorm van jaarkronieken, boekpublicaties en archeologische rapporten. Ook worden burgers en andere geïnteresseerden geïnformeerd door middel van lezingen, exposities, rondleidingen, open dagen en dergelijke. Jongeren wordt geprikkeld door middel van lessen op school, rondleidingen en cursussen. Tevens onderhoudt de gemeente contacten met de media. Dit publiekselement vergroot het draagvlak voor archeologisch onderzoek en de betrokkenheid van de burgers bij hun stad. Dit element van publieksbereik maakt onderdeel uit van het archeologiebeleid. 2.8 Conclusie Naar aanleiding van de gewijzigde Monumentenwet zijn gemeenten het bevoegd gezag voor wat betreft de zorg voor archeologische waarden. Het bodemarchief van Utrecht bevat vele resten en sporen die veel vertellen over de geschiedenis in het algemeen en over het ontstaan van de stad Utrecht in het bijzonder. Utrecht neemt een bijzondere positie in op het gebied van archeologie en archeologisch onderzoek. Daarnaast is Utrecht een dynamische stad met een grootstedelijke opgave waar gebouwd wordt. Bouwactiviteiten gaan bijna altijd gepaard met bodemverstoringen en hebben dus ook bijna altijd te maken met archeologie. Het Utrechtse archeologiebeleid, zoals beschreven in dit hoofdstuk, zoekt daarom naar evenwicht tussen de archeologie en de dagelijkse bouwpraktijk. Gemeente Utrecht Pagina 13

14 Gemeente Utrecht Pagina 14

15 3 Toelichting op de verordening 3.1 Inleiding Het beleid zoals beschreven in hoofdstuk 1 wordt juridisch geregeld via de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg. Archeologie zal ook een onderwerp blijven dat in ieder bestemmingsplan aan de orde komt. 3.2 Bestemmingsplan Op grond van artikel 38a van de Monumentenwet 1988 moet een bestemmingsplan rekening houden met de archeologische resten in de grond. Om te kunnen bepalen op welke wijze de bestemmingsregeling rekening moet houden met de archeologie (artikel 38a Monumentenwet 1988), wordt onderzoek (veelal archiefonderzoek) gepleegd. De resultaten daarvan worden beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan, waarbij wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan bij moet dragen aan de bescherming van de archeologie. Aan de hand van het onderzoek en van de archeologische waardenkaart wordt bezien of het nodig is om in het bestemmingsplan een dubbelbestemming Waarde- archeologie op te nemen. Dat is doorgaans het geval op plaatsen die op de archeologische waardenkaart gemarkeerd zijn als waarde of verwachting. De bestemmingsregeling, met een bestemmingsaanduiding op de plankaart (verbeelding) en een specifieke gebruiksbepaling in de regels (voorschriften) is erop gericht om werking van de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg te versterken en waar nodig aan te vullen. Door op deze manier in bestemmingsplannen rekening te houden met archeologie wordt voldaan aan de Monumentenwet en wordt tevens bereikt dat handelen in strijd met de specifieke gebruiksbepaling een handelen is dat in strijd is met de bestemming. Op plaatsen waar de archeologie planologisch gezien als het hoogste belang moet worden aangemerkt, zal de bestemmingsregeling nog meer bescherming bieden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de Beschermde archeologische Rijksmonumenten. In die gevallen zal het bestemmingsplan maximale bescherming bieden door middel van een daarop toegesneden bestemmingsregeling. 3.3 Verordening In de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg is een vergunningenstelsel opgenomen voor archeologie. Door de verordening en de daarbij behorende archeologische waardenkaart is de bescherming van de archeologische waarden en verwachtingen in de bodem van de gemeente Utrecht gewaarborgd. In de op de archeologische waardenkaart aangewezen gevallen dient een archeologievergunning te worden aangevraagd, tenzij uit artikel 3 lid 2 of artikel 4lid 2 volgt dat er geen vergunning nodig is. Gemeente Utrecht Pagina 15

16 Gemeente Utrecht Pagina 16

17 Hoofdstuk 4: Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsbepalingen Van de in de verordening voorkomende begrippen zijn definities opgenomen. Bij de verordening hoort een kaart waarop de in de gemeente gelegen gebieden met de verschillende archeologische waarden en verwachting zijn aangegeven. Ook hiervan is een definitie opgenomen. Artikel 2 Reikwijdte van de verordening Deze bepaling spreekt voor zich. Artikel 3 Archeologievergunning bouwwerkzaamheden Dit artikel regelt de voorwaarden waaronder bepaalde bouwwerkzaamheden mogen worden uitgevoerd in de verschillende gebieden die op de archeologische waardenkaart zijn aangeduid. Alleen bouwwerkzaamheden die vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing betreffen waarbij de oppervlakte op en onder peil niet wordt vergroot en bouwwerkzaamheden zonder graafwerkzaamheden en bouwwerkzaamheden zonder heiwerkzaamheden zijn uitgezonderd van de vergunningplicht. Voor alle andere bouwwerkzaamheden is, afhankelijk van de te bouwen oppervlakte en diepte zoals die per gebiedsaanduiding op de archeologische waardenkaart is aangegeven, een archeologievergunning nodig. De vergunningplicht wordt beschreven in lid 1. Onder verwijzing naar de archeologische waardenkaart geeft dit lid aan dat er een archeologievergunning nodig is, als er bouwwerkzaamheden plaatsvinden op gronden die volgens de archeologische waardenkaart archeologische waarde hebben. In lid 2 wordt aangegeven wanneer bouwwerkzaamheden zonder archeologievergunning zijn toegestaan. In eerste instantie kan uit de legenda en de matrix op de archeologische waardenkaart worden afgelezen of er een vergunningplicht is (lid 2 onder a, b en c). Als de bouwwerkzaamheden in een gebied met een archeologische verwachting plaatsvinden is bij kleine verstoringen geen archeologievergunning nodig (lid 2 onder a in combinatie met de matrix). Er is ook geen archeologievergunning nodig als de bouwwerkzaamheden de grond verstoren tot een diepte van 30 cm of, als er geen arcering op de archeologische waardenkaart staat op de locatie van de werkzaamheden, tot een diepte van 50 cm (lid 2 onder b en c). De overige bepalingen spreken voor zich. In lid 3 is aangegeven in welke gevallen het college afziet van archeologisch onderzoek of het opleggen van daartoe strekkende verplichtingen. Daarmee geeft de verordening uitvoering aan artikel 38 lid 1 sub b van de Monumentenwet. Artikel 4 Archeologievergunning werkzaamheden Dit artikel regelt de voorwaarden waaronder bepaalde werkzaamheden (waartoe ook worden gerekend sloopwerkzaamheden), die geen bouwwerkzaamheden zijn, mogen worden uitgevoerd in de gebieden die op de archeologische waardenkaart zijn aangeduid. In lid 1 wordt aangegeven welke werkzaamheden vergunningplichtig zijn. Het gaat om grondwerkzaamheden zoals ophogen, afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, van andere wateren en het aanleggen van drainage). Ook verlagen of verhogen van het waterpeil, aanleggen of rooien van bos of boomgaarden waarbij stobben worden verwijderden het aanleggen van ondergrondse leidingen en de daarmee verband houdende constructies vallen onder de vergunningplichtige werkzaamheden. De uitwerking van dit artikel is verder gelijk aan die van artikel 3. De toelichting van artikel 3 is daarom ook hier van toepassing. Gemeente Utrecht Pagina 17

18 Artikel 5 Voorwaarden aan de vergunning In dit artikel is vastgelegd dat aan een archeologievergunning voorwaarden kunnen worden verbonden. Dat kan bijvoorbeeld door de stappen aan te geven die moeten worden genomen om vast te stellen of er archeologische waarden of verwachtingen in het geding zijn en welke acties moeten worden ondernomen om de eventuele waarden vast te leggen. Ook kan als voorwaarde worden gesteld dat de gemeente een plan van aanpak moet goedkeuren. Op deze manier heeft de gemeente een regiefunctie bij archeologisch onderzoek binnen het gemeentelijke grondgebied. Artikel 6 Wijziging waardenkaart In dit artikel is de bevoegdheid opgenomen voor het college van burgemeester en wethouders om de archeologische waardenkaart te wijzigen indien daartoe aanleiding bestaat. Het vaststellen van de verordening op de Archeologische Monumentenzorg is een raadsbevoegdheid. De wijziging van de archeologische waardenkaart kan door het college gebeuren omdat het een uitvoeringshandeling betreft. Uit archeologisch onderzoek kan blijken dat voor een gebied een andere kwalificatie zou moeten gelden. Ook kan het voorkomen dat uit uitgevoerd archeologisch onderzoek blijkt dat een nog niet op de waardenkaart opgenomen gebied alsnog moet worden opgenomen in een bepaalde categorie. In al deze gevallen is uitgevoerd archeologisch onderzoek de basis voor een wijziging. Het ligt dan ook voor de hand om het college ter uitvoering van het uitgevoerde onderzoek de bevoegdheid te verlenen om de waardenkaart te wijzigen. Artikel 7 Intrekking vergunning Er zijn omstandigheden denkbaar waarin het wenselijk is dat een verleende archeologievergunning wordt ingetrokken door het college. Te denken valt aan een vergunning die is verleend voor een bepaalde oppervlakte terwijl bij een later ingediende bouwaanvraag een grotere oppervlakte blijkt te worden aangevraagd. Ook zouden de omstandigheden bij de vergunninghouder kunnen wijzigen ( de start van de onderzoekswerkzaamheden blijft langdurig uit of de vergunninghouder gaat failliet) waardoor een nieuwe belangenafweging wenselijk is. In die gevallen moet het college de mogelijkheid hebben om de vergunning in te trekken. Artikel 8 Toezicht Deze bepaling spreekt voor zich en behoeft geen toelichting. Artikel 9 Strafbepaling Artikel 154 lid 1 van de Gemeentewet laat de keuzemogelijkheid aan de raad om op overtreding van verordeningen straf te stellen, maar geen andere of zwaardere dan hechtenis voor ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de 2 e categorie. De geldboetecategorieën staan vermeld in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht. Het boetebedrag in de tweede categorie is (juni 2009). Lid 2 van dit artikel wil voorkomen dat de vergunningplicht met een truc ontdoken wordt, bijvoorbeeld door de (bouw-)werkzaamheden zo te faseren dat per fase steeds onder de drempelwaarde van de archeologische waardenkaart wordt gewerkt, terwijl het hele project de drempelwaarde overschrijdt. Artikel 10 In werking treding en toepassing, artikel 11 Citeertitel Deze artikelen spreken voor zich en behoeven daarom geen toelichting. Gemeente Utrecht Pagina 18

19 Hoofdstuk 5: Het wettelijke kader De Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten zijn aangepast met het oog op het Verdrag van Valletta (Malta, 1992). Per 1 september 2007 is de nieuwe Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) van kracht. De Wamz bestaat uit een wijziging van de monumentenwet 1988, de Wet Millieubeheer, de Ontgrondingenwet en de Woningwet. 5.1 Herziening van de Monumentenwet 1988 Met de herziening van de Monumentenwet in 2007 hebben gemeenten een eigen verantwoordelijkheid voor het bodemarchief (veelal aangeduid als archeologische zorgplicht ). De kern daarvan is dat archeologische waarden en verwachtingen van meet af aan volwaardig moeten worden meegewogen in ruimtelijke plannen. Hiermee wordt het Verdrag van Malta/Valletta (zie onder) verankerd in de Nederlandse wetgeving. Daarmee is archeologie geïntegreerd in de systematiek van de ruimtelijke ordening in Nederland. Gecombineerd met de recente Wet ruimtelijke ordening is daarmee het wetgevingstraject voltooid waarin de wetgeving op het gebied van ruimtelijke ordening, leefkwaliteit (milieu, natuur) en cultuur nauw met elkaar verbonden zijn. Op die manier stimuleert het rijk dat ruimtelijke ingrepen als integrale culturele opgave worden uitgevoerd. De basis hiervoor is gelegd in diverse rijksnota s. Met de herziening van de Monumentenwet 1988 is de decentralisatie van overheidstaken op het gebied van de archeologie wettelijk verankerd. Gemeenten krijgen een sleutelrol in de uitvoering van het nieuwe beleid. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen drie taken of rollen die in elkaars verlengde liggen: bevoegd gezag opdrachtgever van archeologisch onderzoek uitvoerder van archeologisch onderzoek. De gemeentelijke rol van bevoegd gezag betekent: archeologie is een primaire gemeentelijke verantwoordelijkheid, waarvoor de gemeente beleid moet ontwikkelen de gemeente ontwikkelt en onderhoudt archeologische beleidsinstrumenten de gemeente stelt een onderzoeksagenda op en onderhoudt deze de gemeente houdt bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten (art. 38a) de gemeente neemt bekende en te verwachten archeologische waarden op in bestemmingsplannen de gemeente brengt archeologische belangen in bij ruimtelijke ontwikkelingsplannen de gemeente toetst bouwplannen en andere plannen (waaronder sloopplannen) met bodemingrepen groter dan de vermelde oppervlakten en diepten de gemeente stelt archeologische voorwaarden bij mer-procedures en bij de vergunningverlening, de gemeente informeert/adviseert aan derden over het bodemarchief en het archeologiebeleid de gemeente voert bureauonderzoek uit of beoordeelt bureauonderzoek dat door derden is uitgevoerd Gemeente Utrecht Pagina 19

20 de gemeente stelt Programma s van Eisen (PvE s) op of beoordeelt PvE s die door derden zijn opgesteld de gemeente voert regie en opdrachtgeverschap uit bij door derden uitgevoerd onderzoek de gemeente beheert de bodemvondsten en de onderzoeksdocumentatie van de uitgevoerde onderzoeken de gemeente is verantwoordelijk voor, en aanspreekbaar op, haar archeologische beslissingen en keuzes. De gemeentelijke rol van opdrachtgever betekent: de gemeente zorgt voor de tijdige inpassing van archeologische waarden en eventueel noodzakelijke archeologische werkzaamheden bij ruimtelijke inrichtingsprojecten de gemeente ziet toe op de kwaliteit van de uitvoering van archeologische werkzaamheden conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) de gemeente houdt rekening met de uitkomsten van archeologische werkzaamheden en de consequenties daarvan voor het verdere inrichtingsplan De gemeentelijke rol van uitvoerder betekent: de gemeente voldoet aan de eisen die in art. 45 van de Monumentenwet en de Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) worden gesteld aan aanvragers van een opgravingsvergunning de gemeentelijke dienst of afdeling is qua capaciteit en deskundigheid toegerust voor het uitvoeren van archeologische opgravingen. De gemeente voert archeologische werkzaamheden uit volgens een vastgesteld (wettelijk verplicht) Programma van Eisen (PvE) en conform de vigerende versie van de KNA. Een gemeente die zelfstandig opgravingen wil uitvoeren dient te beschikken over een opgravingsvergunning. Met de inwerkingtreding van de Wamz zijn zowel de procedure als de eisen voor het verkrijgen van een vergunning gewijzigd. Voor gemeenten die al over een opgravingsvergunning op grond van de Monumentenwet 1988 beschikken (zoals Utrecht) geldt een overgangsregeling van twee jaar. Daarna zullen zij, net als nieuw aanvragende gemeenten, dienen te voldoen aan de volgende (bekwaamheids)eisen, die zijn vastgelegd in het Besluit op de Archeologische Monumentenzorg: 2 een inrichting van de organisatie van de aanvrager die een goed kwaliteitsniveau voor opgravingen waarborgt; een organisatieplan waaruit blijkt dat de organisatie beschikt over voldoende leidinggevenden die qua opleiding en ervaring in staat zijn voorbehouden handelingen uit te voeren zoals vastgelegd in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA); bewijsstukken waaruit blijkt dat de organisatie voorziet in voldoende faciliteiten om waarden tijdelijk op te slaan en te conserveren; getuigschriften en diploma s van de leidinggevenden; een opleidingsplan waaruit blijkt dat de organisatie zich inspant om de deskundigheid van de leidinggevenden op peil te houden; het voorschrift dat de vergunninghouder zich zal houden aan de normen die in de archeologische beroepsgroep gelden voor het doen van opgravingen; 2 AmvB, Staatsblad , 9 augustus. Gemeente Utrecht Pagina 20

21 een depot voor archeologische waarden en vondstdocumentatie dat voldoet aan de eisen van de KNA. Dit kan ofwel het provinciaal archeologisch depot zijn, ofwel een zelfstandig gemeentelijk depot. Provincies zijn verplicht een provinciaal depot in te richten en in stand te houden; daarnaast zijn zij bevoegd gemeentelijke depots aan te wijzen. 5.2 Relevante artikelen Monumentenwet Artikel De gemeenteraad kan in het belang van de archeologische monumentenzorg bij verordening onder meer: a. regels vaststellen met betrekking tot de eisen die burgemeester en wethouders kunnen stellen aan onderzoek in het kader van het doen van opgravingen; of b. gevallen vaststellen waarin burgemeester en wethouders kunnen afzien van nader archeologisch onderzoek of het opleggen van daartoe strekkende verplichtingen. 2. Indien een verordening als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een gebied waarvoor een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 38a is vastgesteld blijft die verordening van kracht voor zover zij niet met dat bestemmingsplan in strijd is. 3. Op de voorbereiding van een verordening als bedoeld in het eerste lid ia afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Artikel 38a 1. De gemeenteraad houdt bij de vaststelling van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond, rekening met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. 2. Voor zover de verplichting, bedoeld in het eerste lid, voor de gemeente tot kosten leidt als gevolg van het doen van opgravingen, kunnen die kosten worden verhaald op degenen ten behoeve van wie medewerking wordt verleend als bedoeld in artikel 42, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening volgens bij de exploitatieverordening, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, te stellen voorschriften. Artikel Het doen van opgravingen zonder of in afwijking van een opgravingsvergunning van Onze minister is verboden. 2. De opgravingsvergunning wordt verleend, indien de aanvrager aantoont bekwaam te zijn tot het doen van opgravingen. 3. De opgravingsvergunning kan onder beperkingen worden verleend. 4. In verband met de verlening van een opgravingsvergunning kunnen door Onze minster kosten in rekening worden gebracht volgens door hem vast te stellen tarieven. Gemeente Utrecht Pagina 21

22 5.3 Het Verdrag van Valletta (Malta) Aan de basis van de Malta-archeologie ligt de constatering dat de ruimtelijke inrichting van Europa ingrijpend aan het veranderen is. Door economische groei, mobiliteit en schaalvergroting zijn de bestaande cultuurlandschappen op vele plaatsen drastisch van aanzien veranderd. Door grote infrastructurele werken zijn er inmiddels al vele sporen van samenlevingen uit het verleden, die overal in de bodem verborgen liggen, ongezien verdwenen. De kern van Malta is dat cultuurhistorische en archeologische waarden als gemeenschappelijk Europees erfgoed beschermd en beheerd moeten worden en daarom een volwaardige plaats moeten krijgen in de besluitvorming over de ruimtelijke inrichting. Om de zorg voor archeologische waarden te garanderen geeft het Verdrag aan dat: archeologische waarden van meet af aan in de plannen voor ruimtelijke inrichting moeten worden meegewogen; archeologische resten zoveel mogelijk in de bodem bewaard moeten blijven ( behoud in situ ); initiatiefnemers van bodemverstorende activiteiten verplicht kunnen worden om de kosten van archeologisch vooronderzoek te dragen en alleen als behouden niet mogelijk is verantwoordelijk zijn voor de kosten van een opgraving. Dit is het zgn. veroorzakerprincipe ofwel de verstoorder betaalt. Vanuit de gedachte dat het historisch besef van de eigen leefomgeving een belangrijke kwaliteit is, legt het verdrag daarnaast nadruk op het beleefbaar en beschikbaar maken van de resultaten van archeologisch onderzoek aan het publiek. 5.4 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geeft de kaders aan van de nieuwe omgevingsvergunning die per 2008 in werking moet treden. Daarmee maken de bouwvergunning, de milieuvergunning en diverse vergunningen op basis van gemeentelijke verordeningen plaats voor één integrale omgevingsvergunning. 5.5 Wet milieubeheer In de Wet milieubeheer is ondermeer de procedure rond Milieueffectrapportages (MER s ) en de Strategische Milieubeoordelingen (SMB s) geregeld. De RCE krijgt de positie van wettelijk adviseur, wat betekent dat deze dienst bij nieuwe MER s verplicht om advies gevraagd dient te worden. 5.6 Ontgrondingenwet Op grond van de aangepaste Ontgrondingenwet kan het bevoegd gezag bij vergunningaanvragen voor ontgrondingen nadere voorwaarden verbinden aan de vergunningverlening om archeologische waarden te identificeren en zonodig mitigerende maatregelen of aanvullend onderzoek voor te schrijven. 5.7 Tracéwet De Tracéwet blijft op zich onveranderd. Wel is in de Tracéwet de procedure rond Ontwerp Tracébesluiten (OTB) en Tracébesluiten (TB) opgenomen. Binnen de OTB en TB procedure is ruimte ingebouwd voor de MER. In deze MER s dient een archeologische effectrapportage te worden opgenomen. Gemeente Utrecht Pagina 22

23 5.8 De Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) De Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) is op 1 juli 2007 van kracht geworden. Een nieuw registratiestelsel moet ervoor zorgen dat alle geldende beperkingen en voorschriften die van toepassing zijn op een stuk onroerend goed zijn vastgelegd. Daarbij valt te denken aan beperkingen die voortvloeien uit een bestemmingsplan (bijvoorbeeld een aanlegvergunning op grond van een archeologische verwachting), een toegekende monumentenstatus (een terrein van archeologische waarde), een bodemsaneringsplicht, enz. Gemeente Utrecht Pagina 23

VERORDENING OP DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG

VERORDENING OP DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG VERORDENING OP DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG 2 Verordening op de archeologische monumentenzorg Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: 1. Archeologisch onderzoek: Onderzoek verricht

Nadere informatie

Bestemmingsplan Archeologie

Bestemmingsplan Archeologie Bestemmingsplan Archeologie 2 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 2 Waarde - Archeologie 1 6 Artikel 3 Waarde - Archeologie

Nadere informatie

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed blad -1- Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed 17.1 Bestemmingsomschrijving 17.1.1 Algemeen De voor 'Waarde - Maastrichts Erfgoed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en),

Nadere informatie

Bijlage 7 Model-planregels

Bijlage 7 Model-planregels Bijlage 7 Model-planregels Doel van de planregels De planregels vormen het juridisch-planologisch kader voor de bescherming van belangrijk archeologische waarden, door de aanvrager van een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W) Voorschriften Artikel 3 Woondoeleinden (W) Artikel 7 Erven (E) Artikel 8 Tuinen (T) Artikel 5 Waarde Archeologie 1B Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W) DOELEINDENOMSCHRIJVING 1. De gronden op de kaart aangewezen

Nadere informatie

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting In deze bijlage zijn voorbeeld planregels met betrekking tot archeologie en cultuurhistorie opgenomen voor nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente

Nadere informatie

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013 Erfgoedbeleid Ridderkerk Archeologieverordening Ridderkerk 2013 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013 Gemeentestukken: 2013-267 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 3 juli 2014 Status definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, N.Landsman Telefoon 088 7972502 Email contractenbuffet@rws.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen: 1. zaak,

Nadere informatie

Toelichting Archeologieverordening Almere 2016

Toelichting Archeologieverordening Almere 2016 Toelichting Archeologieverordening Almere 2016 Algemene toelichting De Archeologieverordening Almere 2016 geeft uitwerking aan de in de Nota Archeologische Monumentenzorg 2016 van de gemeente Almere genoemde

Nadere informatie

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen F. Kortlang en A. Van de Water 30 mei 2012 www.archaeo.nl Inhoud Archeologiebeleid: Waarom? Aanpak Verwachtingenkaart Beleidskaart Uitgangspunten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemeen

Hoofdstuk 1. Algemeen Erfgoedverordening gemeente Geldermalsen 2013 De raad van de gemeente Geldermalsen, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2012, nummer 9, gelet op artikel

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366; CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR75288_1 23 februari 2016 Erfgoedverordening Dordrecht De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. Lijst agendapunten nummer: 8b Kenmerk: 11150 Afdeling: Vergunningen en Handhaving VERORDENING Datum: 9 oktober 2008 Onderwerp: Erfgoedverordening Terneuzen 2008 De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen

Nadere informatie

INT09.0031/MB. Oriëntatienota Archeologie

INT09.0031/MB. Oriëntatienota Archeologie INT09.0031/MB Oriëntatienota Archeologie 2 Inhoudsopgaaf 1. Inleiding... 4 2. Archeologiebeleid... 4 3. Archeologische verwachtingenkaart... 4 4. Wat gebeurt er als de gemeente geen beleid opstelt?...

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief 3 Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 6 april 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat DI-IMG Informatie Contractenbuffet IMG, N. Landsman Telefoon 088 7972502 Fax contractmanagement.img@rws.nl

Nadere informatie

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. GEMEENTE LOPIK Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik 2010 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2010; gelet op artikel 149

Nadere informatie

Evaluatie Archeologiebeleid. Gemeente Dalfsen

Evaluatie Archeologiebeleid. Gemeente Dalfsen Evaluatie Archeologiebeleid 2012 Gemeente Dalfsen Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Bijwerken beleidskaart... 3 3. Inventariseren uitgevoerd onderzoek... 4 4. Inventariseren vergunningplicht en ondergrenzen...

Nadere informatie

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument. ERFGOEDVERORDENING HEERENVEEN 2010 HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode

Nadere informatie

Brede Afspraak Archeologie

Brede Afspraak Archeologie Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum Status 7 oktober 2016 definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, Nico Landsman Telefoon 088 7972502 Email

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE I TOEPASSINGSBEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsbereik 2 Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen 3 II DUBBELBESTEMMINGEN Artikel 3 Waarde Archeologie 1 [Terrein van archeologische

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie

Archeologie en cultuurhistorie Archeologie en cultuurhistorie Archeologie Toetsingskader Verdrag van Valetta Monumentenwet 1988 Interimbeleid archeologie gemeente Terneuzen De onderste steen boven? Europees beleid Verdrag van Valetta

Nadere informatie

Thematische herziening archeologie

Thematische herziening archeologie Bestemmingsplan Thematische herziening archeologie Gemeente Brunssum Datum: 23 juli 2015 Projectnummer: 130510 ID: NL.IMRO.0899.BPPPArcheologie-OW01 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2

Nadere informatie

Handleiding voor de Archeologische Monumentenkaart

Handleiding voor de Archeologische Monumentenkaart Handleiding voor de Archeologische Monumentenkaart Pagina 1 van 7 Colofon Bron voor AMK gegevens: ARCHIS De AMK is tot stand gekomen in samenwerking met de Provincies Redactie teksten: A. Sloos Redactie

Nadere informatie

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Erfgoedverordening Nissewaard 2016 Raadscasenr. Erfgoedverordening Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2016; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet,

Nadere informatie

Erfgoedverordening Tynaarlo 2010

Erfgoedverordening Tynaarlo 2010 Raadsbesluit nr.7 Betreft: Erfgoedverordening Tynaarlo 2010 De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het collegeadvies Erfgoedverordening Tynaarlo 2010 van 14 september 2010; overwegende dat hiermee de

Nadere informatie

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven) Administratieve gegevens Advies Archeologie NAW-gegevens plan: Plan: Oppervlakteplangebied: RO-procedure: Smidsvuurke 5 te Veldhoven Realisatie van een woning. De totale oppervlakte van het plangebied/perceel

Nadere informatie

p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. CVDR Officiële uitgave van Druten. Nr. CVDR50463_3 17 oktober 2017 Erfgoedverordening gemeente Druten 2010 De Raad van de gemeente Druten, Gelezen het voorstel van het college van 31 augustus 2010; Gelet

Nadere informatie

Erfgoedverordening gemeente Houten

Erfgoedverordening gemeente Houten Erfgoedverordening gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2017 met nummer BWV17.0228; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van

Nadere informatie

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. Nr. 18715 3 april 2014 Erfgoedverordening Stadsdeel Zuidoost 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat

Nadere informatie

Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed

Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed Informatiemiddag Erfgoedwet, 17 juni 2016 Frank Altenburg Inhoud Omgevingswet en Erfgoedwet Wat vindt u waar? Wat is nieuw? Cultureel

Nadere informatie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status

Nadere informatie

UITTREKSEL CONCEPT-ARCHEOLOGIEBELEID

UITTREKSEL CONCEPT-ARCHEOLOGIEBELEID UITTREKSEL CONCEPT-ARCHEOLOGIEBELEID 1. Inleiding Op 16 januari 1992 werd in Valletta, de hoofdstad van Malta, op initiatief van de Raad van Europa het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologische

Nadere informatie

De Omgevingswet: kansen en bedreigingen voor het Erfgoed

De Omgevingswet: kansen en bedreigingen voor het Erfgoed De Omgevingswet: kansen en bedreigingen voor het Erfgoed SIKB Jaarcongres 27 september 2012 Thomas van den Berg Senior beleidsmedewerker Rijksdienst voor het cultureel erfgoed Inhoud - Waarom een nieuwe

Nadere informatie

Toelichting 3. Regels 9

Toelichting 3. Regels 9 Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding 3 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 4 Hoofdstuk 3 Kostenverhaal 5 Hoofdstuk 4 Wijze van bestemmen 6 Hoofdstuk 5 Procedure 8 Regels 9 Hoofdstuk 1 Inleidende

Nadere informatie

Erfgoedverordening Amsterdam

Erfgoedverordening Amsterdam Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. archeologisch monument: monument, als bedoeld in onderdeel r, onder 2; b. archeologisch onderzoek: werkzaamheden

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - REGELS TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - REGELS TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE I TOEPASSINGSBEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsbereik 2 Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen 2 II DUBBELBESTEMMINGEN Artikel 3 Waarde Archeologie 1 [Terrein van archeologische

Nadere informatie

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK 1. Wettelijk kader In 1992 werd het Verdrag van Valletta ( Malta ) opgesteld. Dit Verdrag stelt

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Certificering in de nieuwe erfgoedwet

Certificering in de nieuwe erfgoedwet Certificering in de nieuwe erfgoedwet SIKB jaarcongres, 25 september 2014 Vevita Eichberger-Zandee Directie Erfgoed en Kunsten Thomas van den Berg Rijksdienst Cultureel Erfgoed Inhoud Overzicht van de

Nadere informatie

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand) Afbeelding.. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand). WET- EN REGELGEVING Rijksbeleid Archeologie Monumentenwet (Rijk, 988, gewijzigd 007) Het Verdrag van Malta werd in 99 ondertekend

Nadere informatie

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel. Fokko Kortlang 27 september

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel. Fokko Kortlang 27 september Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel Fokko Kortlang 27 september 2012 www.archaeo.nl Inhoud 1. Archeologiebeleid: Waarom? 2. Archeologie in Boxtel 3. Aanpak 4. Verwachtingenkaart 5.

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2011;

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2011; RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Nota archeologiebeleid gemeente Asten en de Erfgoedverordening Asten 2011 6 juni 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van

Nadere informatie

Bestemmingsplan 1 e herziening Noorderpolder II Regels, 16 oktober 2009

Bestemmingsplan 1 e herziening Noorderpolder II Regels, 16 oktober 2009 REGELS Regels herziening Noorderpolder II (twee) in de ge- Deel uitmakende van het bestemmingsplan 1 e meente Schouwen-Duiveland De voorschriften van het bestemmingsplan Noorderpolder II (twee), vastgesteld

Nadere informatie

Archeologiebeleid op Walcheren

Archeologiebeleid op Walcheren Archeologiebeleid op Walcheren Netwerkbijeenkomst Erfgoed en Ruimte RCE 12 december 2012 Walcherse Archeologische Dienst, december 2012 Archeologie op Walcheren Verdrag van Malta 1992: bescherming archeologie

Nadere informatie

urn i min min uig SC Artikel 21 Waarde - Archeologie 2 de griffier, ivbťnn bij hot besluit ļ \ ;«i i de raad van O /l l ' I

urn i min min uig SC Artikel 21 Waarde - Archeologie 2 de griffier, ivbťnn bij hot besluit ļ \ ;«i i de raad van O /l l ' I Artikel 21 Waarde - Archeologie 2 SC12.10880 urn i min min uig ivbťnn bij hot besluit ļ \ ;«i i de raad van O 6-1 1 -/l l ' I de griffier, 21.1 Bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen

Nadere informatie

Vrijwilligers in de archeologie en de Erfgoedwet

Vrijwilligers in de archeologie en de Erfgoedwet Vrijwilligers in de archeologie en de Erfgoedwet Inhoud Vrijwilligers pag. 1 Detector-amateurs pag. 2 Maritieme archeologie pag. 4 Universiteiten, hogescholen en dienstverleners pag. 4 Hoe we in Nederland

Nadere informatie

Toelichting 3. Regels 9

Toelichting 3. Regels 9 Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding 3 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 4 Hoofdstuk 3 Kostenverhaal 5 Hoofdstuk 4 Wijze van bestemmen 6 Hoofdstuk 5 Procedure 8 Regels 9 Hoofdstuk 1 Inleidende

Nadere informatie

Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen

Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen Omgevingswet 2018? De overheid wil regels voor ruimtelijke plannen vereenvoudigen en samenvoegen Doel: makkelijker maken om bouwprojecten te starten

Nadere informatie

Bedrijventerrein Fase 5 Gemeente Urk vastgesteld Projectnr Revisie 01 Datum 29 januari 2018

Bedrijventerrein Fase 5 Gemeente Urk vastgesteld Projectnr Revisie 01 Datum 29 januari 2018 Bedrijventerrein Fase 5 vastgesteld Projectnr. 431037 Revisie 01 Datum 29 januari 2018 Inhoudsopgave Regels Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 7 Artikel 1 Begrippen 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - TOELICHTING

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - TOELICHTING 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOELICHTING INHOUD 1. INLEIDING 2 1.1 Achtergrond 2 1.2 Doel 2 1.3 Situering en begrenzing plangebied 3 2. BELEIDSKADER 4 2.1 Wet op de Archeologische Monumentenzorg

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 259 Wijziging van de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten ten behoeve van de archeologische monumentenzorg mede in verband met de implementatie

Nadere informatie

Archeologieverordening Gemeente Gemert-Bakel gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2009;

Archeologieverordening Gemeente Gemert-Bakel gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2009; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR457888_1 1 mei 2018 Archeologieverordening Gemeente Gemert-Bakel 2010 DE RAAD VAN DE GEMEENTE GEMERT-BAKEL, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Waarde Maastrichts erfgoed

Waarde Maastrichts erfgoed Waarde Maastrichts erfgoed Indien gewenst kan in de doeleindenomschrijving van de desbetreffende bestemmingen, waarvan de gronden tevens zijn aangewezen als Waarde Maastrichts erfgoed, een verwijzing worden

Nadere informatie

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Met de ondertekening van het Verdrag van Malta in 1992 door bijna alle Europese landen (waaronder Nederland), werd archeologie steeds meer een onderdeel

Nadere informatie

PRAKTIJKPRESENTATIE ERFGOEDHUIS ZUID-HOLLAND BELANGENBEHARTIGING ARCHEOLOGIE EN HANDHAVING DOOR BEVOEGD GEZAG

PRAKTIJKPRESENTATIE ERFGOEDHUIS ZUID-HOLLAND BELANGENBEHARTIGING ARCHEOLOGIE EN HANDHAVING DOOR BEVOEGD GEZAG PRAKTIJKPRESENTATIE ERFGOEDHUIS ZUID-HOLLAND BELANGENBEHARTIGING ARCHEOLOGIE EN HANDHAVING DOOR BEVOEGD GEZAG AWN 22 SEPTEMBER 2012 Opgraving Nieuw Rijngeest- Zuid Oegstgeest 2009 Een nieuwe kijk op de

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gelezen het voorstel van het college van 22 oktober 2010 (2010-14369); gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de

Nadere informatie

Dit document bevat modellen voor archeologische voorschriften die kunnen worden verbonden aan bouw- en sloopvergunningen.

Dit document bevat modellen voor archeologische voorschriften die kunnen worden verbonden aan bouw- en sloopvergunningen. Modellen bouwvergunning en sloopvergunning Dit document bevat modellen voor archeologische voorschriften die kunnen worden verbonden aan bouw- en sloopvergunningen. A. Modellen bouwvergunning Uitgangspunt

Nadere informatie

Archeologie Bouwen en verbouwen. www.sudwestfryslan.nl

Archeologie Bouwen en verbouwen. www.sudwestfryslan.nl Archeologie Bouwen en verbouwen www.sudwestfryslan.nl Archeologie Heeft u bouwplannen of moet u voor andere werkzaamheden graven in de grond? Dan bent u soms verplicht om vooraf archeologisch onderzoek

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; ERFGOEDVERORDENING 2010 GEMEENTE NIEUWKOOP De raad van de gemeente Nieuwkoop; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2009, 09/35; raadsstuk ;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2009, 09/35; raadsstuk ; Archeologieverordening Rotterdam De raad van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2009, 09/35; raadsstuk 2009-2840; gelet op artikel 38 van de Monumentenwet

Nadere informatie

Omgevingswet en Erfgoedwet: een nieuw kader voor cultureel erfgoed

Omgevingswet en Erfgoedwet: een nieuw kader voor cultureel erfgoed Omgevingswet en Erfgoedwet: een nieuw kader voor cultureel erfgoed 2 oktober 2014 Monique Krauwer Directie Erfgoed en Kunsten Inhoud Omgevingswet en Erfgoedwet Cultuurhistorie in de Omgevingswet Wat vindt

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - TOELICHTING

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - TOELICHTING 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOELICHTING INHOUD 1. INLEIDING 2 1.1 Achtergrond 2 1.2 Doel 2 1.3 Situering en begrenzing plangebied 3 2. BELEIDSKADER 4 2.1 Wet op de Archeologische Monumentenzorg

Nadere informatie

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed gemeente Eindhoven Raadsnummer 13R5269 Inboeknummer 13bst00467 Beslisdatum B&W 15 januari 2013 Dossiernummer 13.02.451 RaadsvoorstelWijziging Erfgoedverordening Inleiding Op 10 april jl. heeft de Raad

Nadere informatie

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

Erfgoedverordening Roosendaal 2017 Erfgoedverordening Roosendaal 2017 De raad van de gemeente Roosendaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van.; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening De Ronde Venen 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening De Ronde Venen 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente De Ronde Venen Nr. 138105 8 augustus 2017 Erfgoedverordening De Ronde Venen 2017 De raad van de gemeente De Ronde Venen; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

De raad van de gemeente Grave

De raad van de gemeente Grave ** Documentnr 28070.: zaaknr.: Z/G/16/36278 De raad van de gemeente Grave gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016. gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 42 Wet van 21 december 2006 tot wijziging van de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten ten behoeve van de archeologische monumentenzorg

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Plantekst conditie archeologie t.b.v. omgevingsvergunning Zoetermeer Laan van Mathenesse deel 3. The Missing Link Notitie TML416

Plantekst conditie archeologie t.b.v. omgevingsvergunning Zoetermeer Laan van Mathenesse deel 3. The Missing Link Notitie TML416 Plantekst conditie archeologie t.b.v. omgevingsvergunning Zoetermeer Laan van Mathenesse deel 3 The Missing Link Notitie TML416 THE MISSING LINK NOTITIE TML416 Plantekst conditie archeologie t.b.v. omgevingsvergunning

Nadere informatie

Erfgoedkaart Drimmelen. deelkaart archeologie

Erfgoedkaart Drimmelen. deelkaart archeologie Erfgoedkaart Drimmelen deelkaart archeologie Programma 1) Wat is Erfgoed? 2) Waarom Archeologie? 3) Landelijk kader 4) Gemeentelijke uitwerking 5) De weg naar een kaart 6) Praktisch: historische bebouwing

Nadere informatie

Omgevingsvergunning voor de activiteit uitvoeren van een werk

Omgevingsvergunning voor de activiteit uitvoeren van een werk Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit uitvoeren van een werk Locatie Hoensbroek kavel A 5193 te Heerlen Zaaknummer: 2012-0812 Kenmerk 2013/569 d.d. 3 januari

Nadere informatie

Evaluatie archeologiebeleid. Gemeente Montfoort

Evaluatie archeologiebeleid. Gemeente Montfoort Evaluatie archeologiebeleid Gemeente Montfoort September 2013 Inleiding Het archeologisch erfgoed wordt binnen Nederland als waardevol beschouwd. De Monumentenwet legt de verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

Archeologische waarden Hoogezand-Sappemeer

Archeologische waarden Hoogezand-Sappemeer 782 2 147 16 147 24 147 14 147 12 147 23 896 0 147 11 896 1 879 2 Arheologishe waarden Hoogezand-Sappemeer Bijgewerkt 27 april 2011 W N S E Bestemmingsplan Wonen Waarnemingen HS Vrijgave (verstoord/onderzoek)

Nadere informatie

Monitor. Erfgoedinspectie. Monumenten en Archeologie

Monitor. Erfgoedinspectie. Monumenten en Archeologie Monitor Erfgoedinspectie 2015 2016 Monumenten en Archeologie Inleiding In deze kleurrapportage treft u een overzicht aan van de prestaties van alle gemeenten op geselecteerde onderdelen van de gemeentelijke

Nadere informatie

RAAP-NOTITIE 3694. Archeologiebeleid. Gemeente Uitgeest

RAAP-NOTITIE 3694. Archeologiebeleid. Gemeente Uitgeest RAAP-NOTITIE 3694 Archeologiebeleid Gemeente Uitgeest Colofon Opdrachtgever: Gemeente Uitgeest Titel: Archeologiebeleid, gemeente Uitgeest Status: eindversie Datum: april 2011 Auteur: drs. P. Kloosterman

Nadere informatie

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016 Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp Gemeente Goeree-Overflakkee Regels Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016 Planidentificatie: NL.IMRO.1924.ODPGroenedijk1-BP30 Inhoud 1 Inleidende

Nadere informatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit uitvoeren van een werk

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit uitvoeren van een werk Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit uitvoeren van een werk Locatie Nieuwenhagen kavel A 1299, 3879 en 2725 te Landgraaf Zaaknummer 2012-0814 Kenmerk 2013/3889

Nadere informatie

Jurisprudentie Archeologie en Ruimtelijke Ordening

Jurisprudentie Archeologie en Ruimtelijke Ordening Jurisprudentie Archeologie en Ruimtelijke Ordening Niels van de Kamer, 2012-2014 Jurisprudentie Archeologie en Ruimtelijke Ordening Inhoud SAMENVATTING... 3 INLEIDING... 5 DE RAAD VAN STATE... 5 DE WAMZ

Nadere informatie

Archeologische Beleid

Archeologische Beleid Archeologische Waarden- en Beleidskaart Rotterdam Archeologisch Beleid. Toelichting. Colofon. Archeologische Beleid 1. Archeologisch Belangrijke Plaatsen 2. Gebieden met een zeer hoge archeologische verwachting.

Nadere informatie

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Erfgoedverordening Boxtel 2010 Pagina 1 van 5 Erfgoedverordening Boxtel 2010 gezien het voorstel van het college van 18 mei 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12 en 15 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen

Nadere informatie

Erfgoedverordening Heemskerk 2009

Erfgoedverordening Heemskerk 2009 Erfgoedverordening Heemskerk 2009 Januari 2009 Inhoudsopgave Erfgoedverordening Heemskerk 2009 5 Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen 5 Artikel 1: Begripsbepalingen 5 Artikel 2: Het gebruik van het beschermd

Nadere informatie

Archeologieverordening 2010

Archeologieverordening 2010 Archeologieverordening 2010 Archeologieverordening 2010 1 van 9 De raad van de gemeente Roerdalen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 oktober 2010; gelet op artikel 149 van de

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kom Schore Gemeente Kapelle

Bestemmingsplan Kom Schore Gemeente Kapelle Bestemmingsplan Kom Schore Gemeente Kapelle Identificatie Planstatus Datum Status Identificatiecode NL.IMRO.-0678.schore-vast Juli 2009 Oktober 2009 December 2009 CONCEPT VOOONTWERP Projectnummer Oktober

Nadere informatie

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: 24-3-2017 Notitie: Motivering archeologie Motivering aspect archeologie bij aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuw horecagebouw op de locatie Goirlesedijk

Nadere informatie

Bijlage 2: Bestemmingen

Bijlage 2: Bestemmingen Bijlage 2: Bestemmingen Artikel 1 Verkeer - Verblijfsgebied 1.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. straten en paden met hoofdzakelijk een

Nadere informatie

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2 Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 2 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 4 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Leiding - Gas 5 Hoofdstuk 3 Algemene regels 7 Artikel 4

Nadere informatie

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Brielle Nr. 103010 19 juni 2017 Erfgoedverordening 2017 De raad van de gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 03-01-2017,

Nadere informatie

Archeologische Begeleiding

Archeologische Begeleiding Protocol 4007 Archeologische Begeleiding Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), is op 09-12-2013

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

ARCHEOLOGIE BIJ DE PROVINCIE UTRECHT. ROMA 30 januari 2014 Ivonne de Jongh

ARCHEOLOGIE BIJ DE PROVINCIE UTRECHT. ROMA 30 januari 2014 Ivonne de Jongh ARCHEOLOGIE BIJ DE PROVINCIE UTRECHT ROMA 30 januari 2014 Ivonne de Jongh INHOUD TAKEN ARCHEOLOGIE VAN DE PROVINCIE UTRECHT Advisering bestemmingsplannen Archeologische attentiegebieden Depotbeheer Bevoegd

Nadere informatie

provinciet)renthe imi-'hhii'i'-'ln'l-llim Gemeente NOÖTOENVÈLDJ 2 2 FEB. 2012 112.01374 lllllilllfliiiiuililllllllll Class.nr. Nr. kop!

provinciet)renthe imi-'hhii'i'-'ln'l-llim Gemeente NOÖTOENVÈLDJ 2 2 FEB. 2012 112.01374 lllllilllfliiiiuililllllllll Class.nr. Nr. kop! Provinciehuis Westerbrink i, Assen Postadres Postbus 122, 9400 AC Assen www.drenthe.nl 112.01374 lllllilllfliiiiuililllllllll T (0592)36 55 55 F (0592) 36 5777 provinciet)renthe Gemeente NOÖTOENVÈLDJ Aan:

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; immun um G10.0711 ^ nieuwkoop ^ ERFGOEDVERORDENING 2010 GEMEENTE NIEUWKOOP De raad van de gemeente Nieuwkoop; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; gelet

Nadere informatie

De Omgevingswet: nieuwe regels voor cultureel erfgoed

De Omgevingswet: nieuwe regels voor cultureel erfgoed De Omgevingswet: nieuwe regels voor cultureel erfgoed Studiedag KNOB, 8 juni 2018 Frank Altenburg Wat komt aan de orde? Erfgoedwet versus Omgevingswet Betekenis van Omgevingswet voor cultureel erfgoed

Nadere informatie

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 RB 2004/11-A MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: 1 monument: a zaak die van algemeen belang is

Nadere informatie

MONUMENTENVERORDENING 2006

MONUMENTENVERORDENING 2006 MONUMENTENVERORDENING 2006 Vastgesteld in de raad van 20 december 2005 Inwerkingtreding: 1 januari 2006 De raad van de gemeente Houten, gezien het voorstel van het college van 1 november 2005, gelet op

Nadere informatie