EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING. Het energiebeleid van de Europese Unie en Latijns-Amerika

Transcriptie

1 EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING RESOLUTIE: Het energiebeleid van de Europese Unie en Latijns-Amerika op basis van het verslag van de Commissie politiek, veiligheid en mensenrechten Corapporteur EP: Corapporteur LA: Godelieve Quisthoudt-Rowohl (PPE-DE) Camilo Brenes (Parlacen) donderdag 1 mei Lima (Peru) DV\ doc AP v01-00

2 EUROLAT - Resolutie van 1 mei Lima (Peru) [op basis van het verslag van de Commissie politiek, veiligheid en mensenrechten] Het energiebeleid van de Europese Unie en Latijns-Amerika De Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering, gezien de verklaringen van de vier topbijeenkomsten van staatshoofden en regeringsleiders van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en van de Europese Unie, die tot dusver werden gehouden in achtereenvolgens Rio de Janeiro (28 en 29 juni 1999), Madrid (17 en 18 mei 2002), Guadalajara (28 en 29 mei 2004) en Wenen (12 en 13 mei 2006), gezien het gezamenlijk communiqué van de dertiende ministeriële bijeenkomst van de Groep van Rio en de Europese Unie, die op 20 april 2007 in Santo Domingo (Dominicaanse Republiek) is gehouden, gezien het gezamenlijk communiqué van de ministeriële bijeenkomst van de Dialoog van San José tussen de EU-trojka en de ministers van de landen in Midden-Amerika, die op 19 april 2007 in Santo Domingo (Dominicaanse Republiek) is gehouden, gezien haar verklaring van 9 november 2006, aangenomen ter gelegenheid van haar constituerende zitting van 8 en 9 november 2006 in Brussel, onder verwijzing naar haar resoluties over de betrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika in het vooruitzicht van de vijfde topbijeenkomst in Lima, met bijzondere aandacht voor democratisch bestuur, gezien de conclusies van de topbijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders die op 8 en 9 maart 2007 in Brussel is gehouden, gelet op artikel 16 van haar Reglement, gezien het verslag van de Commissie politiek, veiligheid en mensenrechten, A. overwegende dat zowel de Europese Unie als Latijns-Amerika, en de internationale gemeenschap in haar geheel, te maken hebben met problemen en uitdagingen in de energiesector als gevolg van globalisering, de stijgende vraag naar energiebronnen (vooral aardolie), milieuvervuiling en de daaruit voortvloeiende klimaatverandering, en stijgende olieprijzen, B. overwegende dat de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie en Latijns- Amerika op hun topbijeenkomsten in Guadalajara (2004) en Wenen (2006) de noodzaak van nauwere regionale en internationale samenwerking in de energiesector hebben erkend, C. overwegende dat de Europese Unie en Latijns-Amerika op hun vijfde Top EU-Latijns- Amerika, die op 16 en 17 mei 2008 in Lima gehouden wordt, bijzondere aandacht zullen schenken aan samenwerking op gebieden zoals duurzame ontwikkeling, energie, klimaatverandering en andere milieuproblemen, D. overwegende dat de Euro-Latijns-Amerikaanse Vergadering voorgesteld heeft van energie een van de voornaamste te behandelen thema's van het Euro-Latijns-Amerikaanse Partnerschap en van de dialoog tussen zijn leden te maken, DV\ doc 1/5 AP v01-00

3 E. overwegende dat de Europese Unie en Latijns-Amerika op het gebied van energie overeenkomsten en verschillen vertonen, aangezien: de Europese Unie een netto-importeur van energie is. Meer dan 50% van de in de Europese Unie verbruikte energie wordt geïmporteerd, zodat de Europese Unie sterk afhankelijk is van haar leveranciers. Om deze afhankelijkheid te beperken, moet de Europese Unie haar energie-uitgaven drastisch beperken en daarnaast een beleid ter bevordering van hernieuwbare energiebronnen voeren; Latijns-Amerika een continent is dat momenteel rijk is aan energiebronnen en in principe minder kwetsbaar is voor externe energiediplomatie. Zo zijn Venezuela, Mexico, Colombia, Ecuador en Trinidad en Tobago olie-exporteurs, terwijl Argentinië en Bolivia voldoende olie produceren om te voorzien in de behoeften van hun nationale markten. Bolivia is bovendien een belangrijke producent en exporteur van aardgas, terwijl Peru, Brazilië, Chili, Paraguay, Uruguay en alle andere landen in Midden- Amerika en het Caribisch gebied netto-importeurs van ruwe olie zijn; de energiemarkt in de Europese Unie relatief volwassen is. Hoewel verwacht wordt dat de vraag naar geïmporteerde energie zal stijgen door uitputting van binnenlandse bronnen, kan ervan worden uitgegaan dat de totale vraag naar energie van de Europese Unie in de toekomst relatief stabiel zal blijven. Een grotere energie-efficiëntie is evenwel wenselijk, teneinde de afhankelijkheid van aardolie te verminderen; het interne energieverbruik (ruwe olie, gas en elektriciteit) in Latijns-Amerika ongetwijfeld zal stijgen. Om te voldoen aan deze vraag en de bestaande verbintenissen na te leven zullen aanzienlijke investeringen noodzakelijk zijn, F. overwegende dat de samenwerking tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika een belangrijke factor voor de ontwikkeling van energietechnologieën kan zijn, G. overwegende dat de Europese Unie energie als eerste punt op haar politieke agenda heeft geplaatst en vastbesloten is een geïntegreerde benadering toe te passen om het probleem van de opwarming van de aarde aan te pakken, de energieveiligheid te vergroten en het concurrentievermogen van de bedrijven te verbeteren, zonder dat de consumentenprijzen stijgen, H. overwegende dat de Europese Unie zichzelf ambitieuze doelstellingen heeft opgelegd om haar afhankelijkheid van olie-import en haar CO 2 -emissies te beperken, en een duurzaam gebruik te maken van natuurlijke hernieuwbare energiebronnen, I. overwegende dat het instabiele klimaat en de daaruit voortvloeiende extreme verschijnselen het Latijns-Amerikaanse continent zwaar hebben getroffen, maar dat dit de laatste jaren ook voor Europa geldt en dat, zoals blijkt uit wetenschappelijke studies op dit gebied, extreme weers- en klimaatverschijnselen de komende jaren waarschijnlijk steeds vaker zullen voorkomen, J. overwegende dat milieuvervuiling en de daaruit voortvloeiende klimaatverandering een serieuze bedreiging vormen voor duurzame ontwikkeling en de verwezenlijking van de zevende millenniumontwikkelingsdoelstelling een duurzamer milieu tot stand te brengen, K. overwegende dat het van essentieel belang is dat adequate instrumenten worden gecreëerd om technologische veranderingen en overdracht van technologie in de energiesector te bevorderen en investeringen te stimuleren, 1. is verheugd over de verbintenis die de Europese Unie op de Europese Raad van 8 en 9 maart 2007 is aangegaan om op zijn minst: AP v /5 DV\ doc

4 de broeikasgasemissies uiterlijk in 2020 met 20% te verminderen ten opzichte van de niveaus van 1990, het aandeel van hernieuwbare energie in het totale energieverbruik van de Europese Unie uiterlijk in 2020 op 20% te brengen, te komen tot een aandeel van biobrandstoffen in het totale brandstofverbruik voor vervoer (benzine en diesel) in alle lidstaten, uiterlijk tegen uiterlijk tegen 2020 de totale energie-efficiëntie in alle lidstaten te verhogen ten opzichte van 2005; 2. is ervan overtuigd dat nauwere biregionale samenwerking en investeringen in energieefficiëntie en hernieuwbare energiebronnen de externe energieafhankelijkheid zullen verminderen, werkgelegenheid zullen creëren en de innovatie en de kenniseconomie zullen bevorderen; 3. onderstreept dat om het huidige niet-duurzame model te verbeteren een plan voor de rationalisering van het energieverbruik, waarbij het accent wordt gelegd op onderzoek, grotere energie-efficiëntie en duurzame ontwikkeling, van vitaal belang is om de toename van de broeikasgasemissies tegen te gaan, met name in de sectoren vervoer, bouw en industrie; 4. onderstreept het belang van het ontwikkelen van en investeren in energie-infrastructuur, teneinde de beschikbaarheid van en de toegang tot veilige en economisch levensvatbare energiesystemen die uit milieuoogpunt duurzaam zijn en het maatschappelijk welzijn bevorderen, te waarborgen; 5. beklemtoont het belang van de erkenning van de potentiële risico's van biobrandstoffen ten aanzien van problemen zoals ontbossing, overexploitatie van landbouwgronden, een toenemend gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen en de omvorming van bepaalde zones in monoculturen; stelt voor een algemene analyse te maken van de kosten en baten van de productie van biobrandstoffen en de levenscyclus ervan voor het milieu, en van de mogelijke risico's voor de veiligheid van de voedselvoorziening; verwelkomt wat dat betreft het voorstel van de Commissie duurzaamheidscriteria op te leggen voor de productie van en de handel in biobrandstoffen; 6. beklemtoont dat energie-integratie een beslissende bijdrage kan leveren aan de integratie en de ontwikkeling van het Latijns-Amerikaanse continent; 7. spreekt nogmaals haar overtuiging uit dat het nodig is te investeren in de modernisering en ontwikkeling van de energiesector; 8. wenst dat in de politieke agenda van de Europese Unie en de landen in Latijns-Amerika rekening wordt gehouden met de bezorgdheden van de internationale gemeenschap en prioriteit wordt gegeven aan samenwerking op energiegebied ten aanzien van de klimaatverandering, de milieuvervuiling en de strategieën om de opwarming van de aarde te voorkomen, en dat duurzame ontwikkeling en bescherming van de biodiversiteit worden bevorderd; 9. pleit ervoor dat een stabiel, transparant en regelgevend beleid wordt bevorderd ten aanzien van de verbetering van de handel in energieproducten (inclusief het stimuleren van handelsbevorderende systemen die compatibel zijn met de WTO-normen), de energieproductie, energiebesparingen en de toegang tot energiediensten, met name voor de armste bevolkingen, die belangrijke factoren zijn voor het garanderen van de energieveiligheid van beide partners; DV\ doc 3/5 AP v01-00

5 10. acht het van essentieel belang dat concrete en tastbare resultaten worden bereikt in het kader van de dialoog op energiegebied tussen beide continenten, het overleg voorafgaand aan de topbijeenkomsten waaraan wordt deelgenomen door de ministers van Energie, en het overleg in internationale fora, en dat de internationale verdragen op het gebied van energie, milieu, klimaatverandering en biodiversiteit worden toegepast; 11. stelt voor dat in alle overeenkomsten tussen de Europese Unie en andere regio's in Latijns- Amerika (Midden-Amerika, de Andes-gemeenschap en de Mercosur) een hoofdstuk wordt opgenomen over samenwerking op het gebied van energie, teneinde te komen tot een intelligenter gebruik van hernieuwbare energiebronnen, zoals zonne- en windenergie, hydraulische energie en andere hernieuwbare energieën, die op korte en middellange termijn de mogelijkheden om duurzame ontwikkeling te garanderen zullen vergroten; 12. beklemtoont dat deze regio's zich bij hun samenwerking op energiegebied moeten concentreren op het ontwikkelen van gedecentraliseerde hernieuwbare energiebronnen, omdat dit de minst kostbare en meest efficiënte en duurzame weg is om de energievoorziening te garanderen, met name in afgelegen gebieden; 13. beklemtoont dat het Latijns-Amerikaanse continent baat kan hebben bij de overdracht van kennis, technologie en technische en technologische samenwerking; stelt voor programma's te bevorderen voor wetenschappelijke, technische en technologische samenwerking op het gebied van energie, overdracht van technologie en uitwisselingen tussen wetenschappers, ingenieurs en studenten aan beide zijden van de Atlantische Oceaan, alsmede samenwerking tussen industrie, onderzoek en opleidingsorganisaties in de landen van de regio en de Europese Unie; 14. is van mening dat Latijns-Amerika lering kan trekken uit de ervaring met trans-europese netwerken en de communautaire richtlijnen inzake de totstandbrenging van een gemeenschappelijke energiemarkt; 15. beklemtoont dat de bevoegde instanties in de Europese Unie en Latijns-Amerika een voorlichtings- en opleidingscampagne moeten lanceren over energie-efficiëntie en de mogelijkheden om hernieuwbare energiebronnen te gebruiken in het dagelijkse leven; 16. is van mening dat nauwere samenwerking tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika, inclusief een wederzijdse verlaging van douanerechten met volledige inachtneming van de WTO-normen, de dialoog over het energiebeleid ten goede zal komen en het mogelijk zal maken de onderlinge banden aan te halen, van gedachten te wisselen over belangrijke internationale ontwikkelingen op energiegebied en beleidsmaatregelen te bevorderen die gericht zijn op grotere energieveiligheid, energie-efficiëntie en energieduurzaamheid; -o0o- 17. verzoekt haar covoorzitters deze resolutie te doen toekomen aan het voorzitterschap van de vijfde Top EU-Latijns-Amerika, de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie, de parlementen van alle lidstaten van de Europese Unie en van alle landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, het Latijns-Amerikaanse parlement, het Midden-Amerikaanse parlement, het Andes-parlement en het parlement van de Mercosur. AP v /5 DV\ doc