HC 11, , levering vorderingen op naam en derdenbescherming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HC 11, , levering vorderingen op naam en derdenbescherming"

Transcriptie

1 HC 11, , levering vorderingen op naam en derdenbescherming De vorderingen zijn debiteuren. Op de balans staan de vorderingen op de activa. De debiteuren zijn geld waard, maar je kan er niks mee doen. Het is een onwerkzaam deel van het vermogen. Er zijn mogelijkheden om die vorderingen om te zetten in liquiditeit. Daar zijn verschillende manieren voor. Zo heb je de gewone cessie. Hierbij draag je de vordering over tegen een bedrag. Dat bedrag zal dan lager zijn dan het bedrag dat later is in te vorderen, omdat er het risico is dat de debiteur failliet gaat. Door de vordering over te dragen heb je meteen cash. Een andere manier is factoring. Dat is een financieringsstructuur die inhoudt dat je je vordering overdraagt aan een factoringmaatschappij. Zij kijken naar de vorderingen, wanneer ze betaald zullen worden en schatten in wat het insolventierisico is. Zo heeft het bedrijf sneller geld en verdwijnen de vorderingen van de balans. Een andere structuur is securisatie. Hierbij heb je een bedrijf dat bijvoorbeeld debiteuren heeft van een miljoen. Ze dragen al de vorderingen over aan een ander bedrijf. Ze zullen er iets minder voor terug krijgen. Er wordt een obligatielening uitgeschreven en op de markt gebracht. Er zijn dan bedrijven of particulieren die de obligaties kopen, waar een bepaalde rente op zit. Ten slotte kan er nog verpand worden. Je gaat dan naar de bank en vraagt een lening. Er wordt dan een pandrecht op de vorderingen gevestigd. Plaatsbepaling vorderingen In art. 3:1 BW staan dat zaken en vermogensrechten goederen zijn. Vorderingen zijn geen zaken, dus het zijn vermogensrechten. Vorderingen kunnen weer worden onderscheiden in order- en toondervorderingen en vorderingen op naam. De laatste categorie gaan we het vooral over hebben. Een vordering is een persoonlijk recht; het is een tegen één of meer personen uit te oefenen recht op een bepaalde prestatie. Dat maakt het vorderingsrecht tot een verbintenisrechtelijk recht. Het is ook een object in het goederenrecht. Een vordering behoort ook tot iemands vermogen, want het is een goed. Degene die schuldeiser is, is ook rechthebbende op die vordering en hij kan als zodanig over de vordering beschikken. Overdracht vordering Even een voorbeeld van de gewone cessie: stel dat A 1000 euro te vorderen heeft op X. A is dan rechthebbende op de vordering. A heeft de vordering en kan erover beschikken. De vordering is in beginsel overdraagbaar. Als A de vordering liever overdraagt voor 900 euro, is A de cedent. Als hij overdraagt aan B, is B de cessionaris. X noemen we dan debitor cessus. De vordering gaat van het vermogen van A naar het vermogen van B. X heeft dan dus een nieuwe schuldeiser. Dit heeft dus ook een verbintenisrechtelijke betekenis. Na de cessie is er namelijk geen vordering meer tussen A en X. De vordering is nu tussen B en X. De overdracht heeft dus twee aspecten. Ten eerste een goederenrechtelijk aspect, namelijk de overgang van het vermogensrecht. Het tweede aspect is verbintenisrechtelijk, namelijk de vervanging van de schuldeiser. In boek 3 en deels in boek 6 is dit geregeld. De relatie tussen de schuldenaar en de schuldeiser wordt geregeld in boek 6 en de goederenrechtelijke hoek staat in boek 3. Bij de overdracht van een vordering gaat de vordering ongewijzigd over. Soms gaat de vordering over met rechten en bevoegdheden die zodanig verband houden met de vordering, dat deze mee over gaan. Gaat dan zelfs mee over als je het niet los overdraagt. Dit zijn afhankelijke rechten, art. 3:7 BW. Voorbeelden hiervan zijn het pand- en hypotheekrecht. In art. 3:82 BW staat dat afhankelijke rechten het recht volgen waarmee ze verbonden zijn. Overige nevenrechten (pand- en hypotheekrecht zijn ook nevenrechten) staan in art. 6:142 BW. Dit zijn bijvoorbeeld borgtocht, rente en een boete. Art. 3:84 lid 1 BW is van toepassing bij de overdracht van vorderingen, want het betreft de overdracht van een goed. Hiervoor zijn vereist: een levering (cessie), een titel en beschikkingsbevoegdheid. Bij vorderingen is er nog een voorvereiste dat bij vorderingen relevanter is dan bij andere goederen. Deze voorwaarde is dat het goed overdraagbaar is. Is

2 een goed niet overdraagbaar, maar voldoe je wel aan de drie vereisten van art. 3:84 lid 1 BW, komt er toch geen overdracht tot stand. Wat onoverdraagbaar is, kan je niet overdragen. Dit vereiste staat in art. 3:83 lid 1 BW: uitgangspunt is dat vorderingen overdraagbaar zijn, tenzij de wet of de aard van het recht zich tegen een overdracht verzet. Dit geldt ook voor eigendom en beperkte rechten. In lid 2 staat dat partijen de overdraagbaarheid van vorderingsrechten kunnen uitsluiten door middel van een beding. Het kan zijn dat partijen ervoor kiezen om door zo n beding te verzekeren dat je altijd met dezelfde schuldeiser te maken hebt. Daarvoor heeft de wetgever gezegd: als er toch al contractsvrijheid is, moeten we hier ook maar ruimte voor maken. Dat was het onderwerp van het arrest Oryx/Van Eesteren. Oryx/Van Eesteren hierin zei de HR voor het eerst duidelijk hoe je de overdraagbaarheid moest zien en in het systeem van de overdracht moet plaatsen. De vordering had een onverpandbaarheidsbeding. Dit was een beding in de zin van art. 3:83 lid 2 BW. Toch werd er een pandrecht op gevestigd ten behoeve van Oryx. Alle vereisten van 3:84 BW werden vervuld. De vraag was of het pandrecht tot stand kwam. Dat was niet het geval. Oryx wist niet van het beding en hoopte beschermt te worden. Het onoverdraagbaarheidsbeding (geldt hetzelfde voor het onverpandbaarheidsbeding) leidt niet tot beschikkingsonbevoegdheid. De reden waarom de overdracht mislukt is niet omdat de cedent onbevoegd is. Het probleem zit in de vordering zelf, namelijk de nietoverdraagbaarheid van de vordering. Oryx kon zich hierdoor zich niet op bijvoorbeeld 3:88 BW beroepen. 3:88 BW beschermt namelijk niet tegen niet-overdraagbaarheid. Oryx werd dus niet beschermd. Elands is degene die vertrouwen heeft gewekt bij Oryx en niet EVN. Oryx heeft dus pech. Coface/Intergamma in dit arrest was de vraag hoe je kan bepalen wanneer een vordering onoverdraagbaar is. Het ging hier om een vordering van AFK Holland op Intergamma. In de algemene voorwaarden stond een cessieverbod. De afspraken worden overgenomen door AFK Duitsland. AFK Duitsland cedeert de vorderingen aan Coface. Dat is een financieringsbedrijf in Duitsland. Deze cessie loopt tot 1 maart Na deze data moet er weer aan AFK Holland worden betaald. Er gaat iets fout. Intergamma betaalt aan AFK Holland, maar de vordering die betaald werd was nog een oude vordering van voor 1 maart 2009 en moest dus eigenlijk naar Coface. Coface vordert betaling. Coface stelt dat het een verbintenisrechtelijk beding is en geen goederenrechtelijke werking heeft. De HR komt niet terug op de beslissing in Oryx; dat er door het beding geen cessie/verpanding tot stand komt en dat er geen derdenbescherming mogelijk is. De HR zei dat een dergelijk beding naar de objectieve maatstaven moet worden uitgelegd. Je moet hier niet kijken naar wat partijen hebben bedoeld en gezegd, maar ook naar de woorden van het beding. Die woorden moet je objectief uitleggen, want zo n beding is mede bedoeld om de rechtspositie van derden te beïnvloeden die de bedoeling van de contracterende partijen niet kennen en strekt ertoe hun rechtspositie op uniforme wijze te regelen. Dat betekent dat je alleen maar moet kijken naar de woorden en niet wat is verklaard tussen de partijen. Als uitgangspunt moet je uitgaan van een verbintenisrechtelijke werking, tenzij uit de formulering blijkt dat er goederenrechtelijke werking is beoogd. Ingeval van twijfel dus verbintenisrechtelijk. Als het verbintenisrechtelijk is, mag er geen pandrecht gevestigd worden, maar het kan wel. Komt dan wel tot stand, maar dan is er sprake van wanprestatie. De docent denkt dat het beding in dit arrest verbintenisrechtelijke werking heeft. Dit komt door het woord zal. Dat duidt op een belofte. Als je het goederenrechtelijk wil maken zal je bijvoorbeeld het woord kan gebruiken. Levering (cessie) vordering op naam De eerste mogelijkheid is de openbare cessie. Volgens art. 3:94 lid 1 BW moet je een akte hebben en een mededeling doen aan de debitor cessus. Als je aan beide vereisten voldoet, is de cessie compleet. Daarnaast moet je ook nog beschikkingsbevoegd zijn. Als de cedent al failliet is verklaard, dan komt de overdracht toch niet tot stand. De cedent is dan namelijk beschikkingsonbevoegd.

3 De tweede mogelijkheid is de stille cessie. Dit is een cessie zonder mededeling. Een vereiste is dan een authentieke of geregistreerde onderhandse akte. Een authentieke akte moet door een bevoegde ambtenaar zijn opgemaakt. Is vaak een notaris. Bij een registreerde akte ondertekenen partijen en wordt het ingeschreven bij de belastingdienst. De mededeling is niet constitutief, maar de levering werkt pas tegen de debitor cessus na mededeling, art. 3:94 lid 3 BW. Als er al betaald is en er nog geen mededeling is gedaan van de cessie, dan heeft de debitor cessus bevrijdend betaald. Het geld is dan door de verkeerde geïncasseerd. Degene die het heeft ontvangen moet het dan betalen aan degene die het geld hoorde te krijgen. De cessieakte Een akte is een ondertekend geschrift bestemd om tot bewijs te dienen. Uit het arrest Meijs q.q./bank of Tokyo bleek dat de vereisten erg soepel zijn. Er hoeft niet zo veel in te staan. De verklaring dat je verpand/cedeert hoeft niet eens met zoveel woorden uit de akte te blijken, als de bedoeling maar kan worden vastgesteld. In het arrest World Online heeft de Hoge Raad beslist dat bij een openbare cessie je de naam van de cedent moet noemen. Hoe moet de cessieakte worden uitgelegd? En hoe werkt het bepaaldheidsvereiste (art. 3:84 lid 2 BW) bij cessie van vorderingen? Op deze vragen wordt antwoord gegeven in vele arresten. In het arrest De Liser de Morsain/Rabobank komen beide vragen aan de orde en blijkt hoe soepel de Hoge Raad is in dit soort gevallen. De Liser de Morsain/Rabobank het bepaaldheidsvereiste is te vinden in art. 3:84 lid 2 BW. Hierin staat dat het goed bij de titel met voldoende bepaaldheid omschreven moet staan. In de rechtspraak is duidelijk geworden dat de titel slaat op het bepaaldheidsvereiste in het stadium van de levering. Dit gaat dus over het goederenrecht. Het bepaaldheidsvereiste is een fundamenteel beginsel van het goederenrecht. Het moet duidelijk zijn waarop een goederenrecht betrekking heeft. Bij vorderingen is dat lastiger, want die kan je niet vastpakken. In dit arrest had Rabobank Rijswijk een overeenkomst met De Liser de Morsain. Er was een overeenkomst van achterstelling gesloten, waarbij Rabobank voorrang zou krijgen op een vordering. De Liser de Morsain had die afspraak geschonden, want ze hadden toch geld geïncasseerd. Rabobank Rijswijk zei: je hebt de overeenkomst geschonden, ik heb een vordering op jou. Rabobank Rijswijk droeg alles over aan Rabobank Den Haag. De vorderingen werden ook overgedragen, maar dat gebeurde op een onduidelijke manier. Zo werden overige activa en overige debiteuren overgedragen. Is er dan wel voldaan aan het bepaaldheidsvereiste? Algemene zekerheden werden uitgezonderd. De overeenkomst van achterstelling is een vorm van zekerheid van algemene strekking. Na de overdracht werd De Liser aangesproken door Rabobank Den Haag. De Liser stelde dat ze niet konden worden aangesproken door Rabobank Den Haag, want niet aan bepaaldheidsvereiste voldaan en algemene zekerheden zijn uitgezonderd. De HR oordeelde over het bepaaldheidsvereiste dat het voldoende is dat de desbetreffende akte zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld, om welke vordering(en) het gaat. Dit is opmerkelijk, want de HR zegt hier eigenlijk dat de duidelijkheid er nog niet hoeft te zijn op het moment dat je de rechtshandeling verricht, maar dat het ook later uit de gegevens van de akte kan blijken. De HR zegt verder dat de cessieakte uitgelegd moet worden aan de hand van Haviltex arrest. In Coface zei de HR dat je een overdraagbaarheidsbeding objectief moest uitleggen. Dat is meer in de lijn met het goederenrecht dan Haviltex, want de woorden die op tafel komen kunnen door iedereen worden bekeken. Wat Rijswijk en Den Haag hebben bedoeld bij de overdracht is niet te zien door De Liser. Positie debitor cessus Er zijn veel gevolgen bij het feit dat de schuldeiser een andere schuldenaar krijgt. Dit zijn vooral gevolgen die ertoe strekken de debiteur te beschermen. Zo kan de debitor cessus op grond van art. 3:94 lid 4 BW een uittreksel van de akte en titel verlangen. Als de debitor

4 cessus bij betaling aan de verkeerde betaalt, is de betaling toch bevrijdend indien hij op redelijke gronden heeft aangenomen dat aan die partij moest worden betaald, art. 6:34 BW. Op grond van art. 6:37 BW heeft de debitor cessus opschortingsrecht indien hij op redelijke gronden twijfelt aan wie de betaling moet geschieden. Op basis van art. 6:130 BW kan hij verrekenen en op basis van art. 6:145 BW behoudt hij zijn verweermiddelen. Derdenbescherming De derdenbescherming van 3:88 BW is veel beperkter dan die van art. 3:86 BW. Art. 3:88 BW beschermt namelijk alleen tegenover een gebrek in de titel- of levering bij eerdere overdracht. Er moet ook sprake zijn van goede trouw. Het peilmoment is bij de stille cessie niet het moment dat de cessie plaatsvindt, maar op het moment van de mededeling, art. 3:94 lid 3 BW. Beperkingen levering bij voorbaat De mogelijkheid om toekomstige goederen te leveren geldt ook voor vorderingen. Deze mogelijkheid staat in art. 3:97 BW. Let op de beperkingen die gelegen zijn in de leveringsformaliteiten. Een akte en mededeling zullen lastig zijn. Je hebt dan namelijk een debiteur die nog geen debiteur is. Je kan dan dus nog geen mededeling doen. De akte kan al wel. Maar in art. 3:94 lid 3 BW staat het vereiste dat de vorderingen wel al moeten bestaan of rechtstreeks moeten worden verkregen uit een rechtsverhouding. Dat is een beperking. Meervoudige levering bij voorbaat Ook bij vorderingen geldt dat de oudste (eerste) levering bij voorbaat prioriteit krijgt. De regel van wie het als eerst in handen krijgt geldt hier niet, want een vordering krijg je nooit in handen. HC 12, , gemeenschap De gemeenschap is een situatie waarin meer partijen samengerechtigd zijn tot een of meer goederen, art. 3:116 BW. Dat betekent dat je een verhouding hebt tussen een persoon en een goed, maar je ook onderlinge betrekkingen hebt doordat meerdere personen samengerechtigd zijn tot een goed. Dit kan tot conflicten leiden. De samengerechtigdheid is geregeld in titel 3.7 BW, maar ook elders. Sommige vormen van gemeenschap worden namelijk door zelfstandige regelingen beheerst, bijvoorbeeld de huwelijksgemeenschap. De structuur van titel 3.7 bestaat uit drie afdelingen. Afdeling 1 zijn de algemene bepalingen. In afdeling 2 staan de bijzondere gemeenschappen. Afdeling 3 ziet op de eindfase van de gemeenschap, het moment dat de gemeenschap wordt verdeeld en wat er allemaal fout kan gaan. Dus als je geconfronteerd wordt met een probleem heb je al veel aan de structuur. Voor de gemeenschap geldt ook een regeling voor de zaaksvervanging, namelijk art. 3:167 BW. Hier maakt de rechter met grote terughoudendheid gebruik van. Je moet hierbij denken aan bijvoorbeeld een auto die aan twee personen gezamenlijk toebehoort. Stel dat een ander een deuk in de auto rijdt, dan neemt de vordering de plaats in van de auto en hetzelfde geldt voor de verzekeringsuitkering. Dus het geld wat daaruit komt neemt de plaats in van de auto en zal dus op dezelfde manier tot de gemeenschap behoren. Maar wat betekent het dan als een of meer goederen toebehoren aan verscheidene deelgenoten? Er is dan één eigendomsrecht waar meerdere personen de bevoegdheden over kunnen uitoefenen. Een gemeenschap kan op vele manieren ontstaan. Soms is het de keuze van twee partijen. Soms is het ook een bijeffect van andere keuzes. Bijvoorbeeld als je gaat trouwen onder gemeenschap van goederen. De gemeenschap kan ook ontstaan bij toeval, bijvoorbeeld als iemand overlijdt. Een ander voorbeeld van gemeenschap is appartementsrechten. Zolang het appartementsrecht nog bestaat zal het onder afdeling 2 vallen. De maatschap die wordt aangegaan kan iets kleins of iets groots zijn. Dit kan gaan om het delen van een grasmaaier,

5 maar ook C&A is een maatschap. Er wordt ook vaak gas van vele partijen in een veld gepompt, ook dan ontstaat er een gemeenschap. Interne betrekkingen; wie mag wat wanneer? Op het niveau van de deelgenoten heb je interne betrekkingen. De deelgenoten moeten zich tegenover elkander redelijk en billijk gedragen, art. 3:166 lid 3 BW. De redelijkheid en billijkheid is een open norm. De wetgever heeft daarom ook wat meer regels gegeven over wat welke deelgenoot mag doen in welke situatie. Daarvoor hebben we de regeling van art. 3:169 e.v. BW. In art. 3:169 BW staat dat iedere deelgenoot bevoegd is tot het gebruik tot het gemeenschappelijk goed, mits het gebruik met het recht van de overige deelgenoten te verenigen is. Ze hebben dus in beginsel allemaal recht op gebruik. Er kan dan het probleem ontstaat dat deelgenoten op hetzelfde moment willen gebruiken. Daar zijn dan extra regels voor nodig. In een bepaalde zaak hield een VOF ermee op. Een van de deelgenoten trok een pand naar zich toe en ging het gebruiken. De ander wilde er geld voor zien. De deelgenoot die gebruikte zei: je lijdt geen schade, het is nog een gemeenschappelijk goed en ik gebruik het nu. HR: partijen hebben beide het recht op gebruik, als een partij uitsluitend gebruik heeft, dan moet hij betalen aan de andere partij. Het maakt dan niet uit of de ander schade loopt of niet. In art. 3:170 lid 1 BW staat dat iedere deelgenoot zo nodig gewoon onderhoud mag verrichten en doen wat geen uitstel kan lijden. Dus de dingen die noodzakelijk zijn. Deze handelingen mogen zelfstandig worden verricht. Als het kan moet je wel even overleggen. Dat kan worden afgeleid uit de woorden zo nodig. Voor het overige wat betreft beheer, wat niet valt onder gewoon onderhoud en dringend noodzakelijke dingen, geldt dat je het allemaal samen moet doen. Dat is het uitgangspunt, art. 3:170 lid 2 BW. Met een beheersregeling kan je (door middel van een overeenkomst) het genot, het gebruik en het beheer regelen, art. 3:168 lid 1 BW. Het beheer is meer dan alleen maar gebruiken, het kan ook gaan om beschikkingshandelingen; bijvoorbeeld iets verkopen. In beginsel moet je dat samendoen, maar je kan er afspraken over maken. Als het niet gaat om de normale exploitatie, dan moeten de deelgenoten samen handelen. Dan gaat het om andere handelingen dan beheer, art. 3:170 lid 3 BW. Daarover kan je geen nadere afspraken maken. Op grond van art. 3:171 BW kan iedereen een procedure starten (rechtsvordering instellen) ten behoeve van de gemeenschap. Hierbij moet je denken aan de situatie dat twee mensen samen een huis hebben en de buurman de schutting op hun grond zet. Dan is het in het belang van de gemeenschap dat wordt gevorderd dat hij van de grond afblijft. Daarvoor ben je zelfstandig bevoegd als deelgenoot. Als je zelfstandig bevoegd bent, wordt aangenomen dat het ook een grondslag is voor vertegenwoordigend handelen. Op grond van art. 3:172 BW deel je ook de lasten naar evenredigheid van de aandelen. Als partijen er zelf uitkomen en afspraken maken en die naleven is alles in orde. Soms lukt dat niet. Dan kan je zo n regeling laten vaststellen door de rechter, art. 3:168 lid 3 BW. De beheersregeling heeft goederenrechtelijke werking! Ze binden niet per se alleen zichzelf, soms worden deelgenoten vervangen en dan geldt de regeling ook voor die nieuwe deelgenoot, art. 3:168 lid 4 BW. Met de beheersregelingen reguleer je de bepalingen. Je geeft je bevoegdheden nader vorm. De positie die je hebt kan je overdoen en ook in die vorm. Zo n contractueel figuur krijgt hierdoor dus derdenwerking. Het feit dat de regeling goederenrechtelijke werking heeft, betekent dat het ook van belang is voor derden. Als zo n gemeenschap een registergoed betreft, dan is het logisch dat het een inschrijfbaar feit is, art. 3:17 lid 1 sub d BW. Als het geen registergoed betreft, dan kan je het dus nergens opzoeken. Beschikken over een aandeel

6 Het kan zijn dat de positie van een deelgenoot wordt overgedragen. Het is niet per se zo dat de oorspronkelijke deelgenoten tot het einde in de gemeenschap moeten zitten. Ze kunnen over hun aandeel beschikken. Hier loopt de regeling voor de algemene en de bijzondere gemeenschap uiteen. Voor afdeling 1, de algemene afdeling, geldt dat je altijd van je aandeel af kan. Je kan het aandeel dan overdragen aan een rechtsopvolger. Daar heb je in beginsel niet de toestemming van de andere deelgenoot voor nodig. Daardoor kan je met iemand anders in de gemeenschap komen, terwijl je dat misschien helemaal niet wilt. Uit de rechtsverhouding kan wel wat anders voortvloeien. Hierbij kan je denken aan een liefdesverhouding, waarbij je samen een inboedel hebt. Dan is de gemeenschap zo ingekaderd in de persoonlijke relatie dat je het niet zomaar kan overdragen. Een ander voorbeeld is een zaak waarin een relatie stuk ging en de man tegen de vrouw zei dat ze niet voor de hond kon zorgen. Hij gaf de hond gratis aan een vriendin die goed voor de hond zou zorgen. De vrouw was het er niet mee eens en de vraag was of hij zo mocht handelen. Dat mocht niet. De vrouw had een beroep gedaan op art. 3:175 lid 1 BW. Hij liet niet zijn aandeel overgaan, maar de hele hond. Toch grondde de rechter het beroep op dat artikel. Deze rechtsverhouding bracht met zich mee dat de man zich niet zomaar mocht laten vervangen door iemand anders. Als het aandeel overgaat gelden dezelfde beperkingen voor de verkrijger, art. 3:175 lid 2 BW. Schuldeisers kunnen door deze beperkingen de dupe zijn. Daarom heeft de wetgever geregeld dat een schuldeiser niet aan de beperkingen is gebonden. Het aandeel kan dan gewoon worden vervreemd. In art. 3:176 lid 2 BW staat dat kosten die gemaakt zijn, maar nog niet betaald zijn, op de verkrijger verhaald kunnen worden. In een bepaald arrest ging het om de toepassing van art. 3:170 BW. Hier was een stuk grond dat toebehoorde aan drie personen. Een ander persoon had een stuk grond ernaast en had een stukje op de grond van de buren gebouwd. Twee van de drie wilde hun aandeel in het stukje verkopen. Hij was toen voor twee derde eigenaar van de grond. De derde wilde dat niet en deed zijn aandeel over aan iemand anders. Hij wilde dat de grond aan hem werd toegedeeld, want hij had nu maar twee derde. De HR zei dat het een eenvoudige gemeenschap was, dus art. 3:175 BW was van toepassing. Ze konden dus allemaal over hun eigen aandeel beschikken. Toch ging het fout, omdat de HR zei dat je wel over je aandeel kan beschikken, maar dan over het hele aandeel in de grond. Hier werd niet het hele aandeel overgedragen, maar een stukje. Voor dat stukje gold art. 3:175 lid 3 BW. Dat was geen gewone beheershandeling, maar een beschikkingshandeling. Daaraan moest dus iedereen meewerken. Dat was niet gedaan, dus was het hele perceel nog in de handen van de drie gebleven. Bij percelen moet je dus uitkijken als je het perceel gaat opsplitsen. Er moet ook nog geleverd worden. Voor levering van een aandeel geldt hetzelfde als voor de levering van het goed zelf, art. 3:96 BW. Je moet dus kijken naar de levering die vereist is bij dat goed. Bijzondere regels voor bijzondere gemeenschappen In afdeling 2 van titel 3.7 staat dat de hele titel niet van toepassing is zolang de gemeenschap van huwelijkspartners, geregistreerd partnerschap, maatschap, vennootschap, rederij, voormalige appartementseigenaren nog niet ontbonden is. Zodra deze wel ontbonden is, maar nog niet verdeeld, is op de gebonden gemeenschap de titel wel van toepassing. Voor wat betreft het beschikken gelden er afzonderlijke bepalingen. Deze bijzondere gemeenschappen zijn vaak complexer. Ze bestaan namelijk uit een geheel vermogen. Het bestaat meestal uit meerdere goederen. Deze deelgenoten kunnen niet zelfstandig beschikken over een aandeel in afzonderlijke goederen, art. 3:190 lid 1 BW. Een deelgenoot kan dus niet een aandeel in een afzonderlijk goed overdragen. Dit geldt dan ook voor de schuldeisers van de deelgenoten. Zo n deelgenoot kan wel zelfstandig zijn aandeel verpanden of verhypothekeren, art. 3:190 lid 2 BW. Je kan het alleen niet executeren, tenzij de deelgenoten hiermee instemmen.

7 Een deelgenoot kan ook in zo n bijzondere gemeenschap zijn hele aandeel overdragen, tenzij de rechtsverhouding iets anders meebrengt, art. 3:191 lid 1 BW. Wanneer in dat geval het aandeel overgaat, gelden dezelfde beperkingen voor de verkrijger, art. 3:191 lid 2 BW. Positie schuldeisers De positie van de schuldeisers is complex, omdat je verschillende situaties kan hebben. Stel dat je een ontbonden VOF hebt. Zo n VOF is gedurende de looptijd van de VOF allerlei schulden aangegaan. Die zijn bevoegd aangegaan en dus sprake van gemeenschapschuldeisers. Er zijn misschien ook privéschuldeisers van de deelgenoot. Voor beide geldt een ander statuut. De privéschuldeiser kan zich niet verhalen op afzonderlijke goederen zagen we in art. 3:190 lid 1 BW. Dat kan wel op het aandeel als zodanig (het hele aandeel), tenzij uit de rechtsverhouding anders voortvloeit. Gemeenschap-schuldeisers kunnen zich wel op afzonderlijke goederen verhalen. Ze hebben dus een groot voordeel. Stel dat twee deelgenoten, A en B, samengerechtigd zijn tot een ontbonden VOF. Er zit een pand in van euro en een schuld in van euro. Er is een persoonlijke schuldeiser genaamd X die een vordering heeft op B. Er is een gemeenschap-schuldeiser Y. Y kan zich dus verhalen op de afzonderlijke goederen. Y legt dus beslag op het pand. X kan zich alleen verhalen op het aandeel van B. De waarde van het aandeel is geen euro, maar de helft. De zakelijke schuldeiser heeft de facto voorrang op de privéschuldeiser. De waarde van het aandeel van B na de zakelijke schuldeiser is nog euro. Daar kan X zich op verhalen. Het einde van de gemeenschap: verdeling De regel van de gemeenschap is dat je niet gedwongen kan worden om in de gemeenschap te blijven. Gemeenschap verlaten kan door overdracht, maar ook door vragen om een einde aan de gemeenschap te maken door verdeling te vorderen. Ook iemand die een beperkt recht heeft op een aandeel kan dit doen, art. 3:178 BW. Er zijn uitzonderingen, maar die zijn altijd tijdelijk. De verdeling kan op twee manieren. Dit kan goedschiks of kwaadschiks. Bij goedschiks kan je nog afspraken maken hoe je de verdeling doet, art. 3:183 BW. Het is dan aan partijen zelf om te regelen hoe je dit doet. Kom je er niet uit, dan is het kwaadschiks. Dan moet de rechter beslissen, art. 3:185 BW. De wijzen voor kwaadschiks verdelen staan in art. 3:185 lid 2 BW. Dat kan door toedeling, overbedeling of verdeling van de opbrengst. Het moet niet altijd zo blijkt uit het arrest Van der Star/Beuving c.s. Van der Star/Beuving c.s. Beuving kocht een woonhuis genaamd Brakenstijn op Texel. Van der Star was buurman en beste vriend. Er zat een bestemming op dat huis, namelijk iets met landbouw. Beuving deed niks met landbouw en Van der Star wel. Ze kochten samen het huis en er werd een contract opgesteld waarin stond dat Beuving voor de koeien van Van der Star zou zorgen als hij er niet was. Beuving betaald al het geld. Samen waren ze gerechtigd tot de woning. Ze krijgen ruzie. Van der Star wil de helft van de opbrengst van het pand. Hij wilde niet een van de opties van art. 3:185 lid 2 BW. De rechter zei dat er sprake was van een bijzondere situatie. Ze waren beide gerechtigd, maar de bijzondere relatie maakt dat hij niet de helft van de opbrengst van het huis kon vorderen. Er werd een vierde optie toegepast. Het werd vanuit goederenrechtelijk opzicht overbedeeld aan Beuving, maar Van der Star kreeg geen overbedelingsvordering vanwege de bijzondere relatie. Problemen bij verdeling Als je verdeeld hebt is het niet zo dat het goed al verkregen is. Hiervoor is een levering noodzakelijk, art. 3:186 BW. Het is geen overdracht, maar wel een andere vorm van overgang. De levering geschiedt op dezelfde wijze als voor overdracht is voorgeschreven. Een deelgenoot verkrijgt onder dezelfde titel als waaronder de deelgenoten gezamenlijk hielden, art. 3:186 lid 2 BW. Stel dat een erfgenaam deelgenoot wordt door toedeling van een nalatenschap en de erflater bezitter te kwader trouw was, krijgen ze dezelfde positie. Hij krijgt het goed onder dezelfde titel.

8 In de derde afdeling van 3.7 staan een aantal bepalingen voor als er wat misgaat met de verdeling. Indien niet alle deelgenoten betrokken waren (indien dit nodig was) is de verdeling nietig of vernietigbaar, art. 3:195 lid 1 BW. Als er iemand heeft meegedaan die niet gerechtigd was, is er geen sprake van nietigheid, maar het verkregene kan teruggevorderd worden, art. 3:195 lid 2 BW. In art. 3:196 BW staat een bijzondere dwalingsregeling: de deelgenoot die te weinig heeft gekregen kan vernietigen, indien hij voor meer dan een vierde gedeelte is benadeeld. Als het minder is, kan je niet alsnog bij dwaling terecht. Je moet het dan met dit artikel doen.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken XIX XXVII XXIX Hoofdstuk 1 - Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

H4 Verkrijging van goederen

H4 Verkrijging van goederen Samenvatting Vermogensrecht Sharon. D 15-10-17 H4 Verkrijging van goederen Er is een verschil in het verkrijgen van goederen, zo kun je goederen verkrijgen onder algemene titel en goederen verkrijgen onder

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers

Nadere informatie

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding F.E.J. Beekhoven van den Boezem KLUWER Deventer-2003 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur XV XIX INLEIDING

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige Afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 Hoofdstuk 2 - Onderscheidingen van vermogensrechten

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE 1-1-2010 Bij deze algemene voorwaarden horen: - Koopovereenkomst Grond voor eengezinshuizen, versie 1-1-2010 Definities

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Genoteerd. Uitleg van overdrachtsverboden. September nummer 101

Genoteerd. Uitleg van overdrachtsverboden. September nummer 101 Genoteerd Uitleg van overdrachtsverboden September 2014 - nummer 101 In deze uitgave Inleiding Relevantie Wettelijke basis Oryx/Van Eesteren: gevolgen van een onoverdraagbaarheidsbeding Coface/Intergamma:

Nadere informatie

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod M r. A. E. G o o s s e n s * Inleiding In de literatuur is de vraag opgeworpen naar de wenselijkheid van de goederenrechtelijke werking die een

Nadere informatie

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ;

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ; PANDAKTE VORDERINGEN DE ONDERGETEKENDEN, 1. LITIFUND 2 B.V., een besloten vennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Breda en kantoorhoudende aan de Ceresstraat 4, 4811 CC Breda, Nederland,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 70 Wet van 25 februari 2008, houdende regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten,

Nadere informatie

College 1: Algemene inleiding:

College 1: Algemene inleiding: College 1: Algemene inleiding: Het vak goederenrecht omvat veel stof; deze kan vanwege de beschikbare tijd niet uitvoerig in de lessen behandeld worden. Ook de jurisprudentie zal niet uitvoerig aan de

Nadere informatie

Levering van vorderingen op naam: over openbare en stille cessie

Levering van vorderingen op naam: over openbare en stille cessie Levering van vorderingen op naam: over openbare en stille cessie Aanvulling op de 11 e druk van het deel Goederenrecht uit de Pitlo-serie Door Prof. mr. W.H.M. Reehuis Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit

Nadere informatie

ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2

ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2 ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2 Onderstaande puntenverdeling per vraag is een indicatie. Bij concrete toekenning van punten is mede bepalend in hoeverre een juiste, logisch weergegeven formulering

Nadere informatie

Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk

Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk 28 februari 2017 Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk prof. mr J.B. Spath Zekerheden Opzet 1. Goederenrechtelijke zekerheid a. Pand- en hypotheek b. Eigendomsvoorbehoud (incl.

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning - OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning DE ONDERGETEKENDEN De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V., statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan de, te (.), te dezer zake

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

Het verpandingsverbod uitgelegd: feitenrechtspraak na Coface/Intergamma

Het verpandingsverbod uitgelegd: feitenrechtspraak na Coface/Intergamma Het verpandingsverbod uitgelegd: feitenrechtspraak na Coface/Intergamma mr. W.J.G. Smits 1 1. Inleiding Het arrest Coface/Intergamma heeft zich mogen verheugen op grote aandacht. Inmiddels heeft de praktijk

Nadere informatie

A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N

A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N van: Stichting Jubileumfonds 1948 en 2013 voor het Concertgebouw statutair gevestigd te Amsterdam d.d. 1 september 2011 Definities. Artikel 1. In deze administratievoorwaarden

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 878 Wijziging van artikel 94 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het mededelingsvereiste C NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere gemeenschap

Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere gemeenschap HOOFDSTUK 1 Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere gemeenschap 1.1 De regeling van de gemeenschap in ons wetboek. Maatschappelijk belang [1] De regeling van de gemeenschap

Nadere informatie

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

Registergoederen Openbare registers Wat is inschrijfbaar in de openbare registers?

Registergoederen Openbare registers Wat is inschrijfbaar in de openbare registers? werkelijke overdracht mag wel. Je moet dus zorgen dat je alles goed opschrijft. Als je jezelf alle bevoegdheden geeft, is het geen zekerheid, maar een volwaardig recht. HC 9, 12-12-2016, levering registergoederen

Nadere informatie

Rechtskundig Bureau Vincam

Rechtskundig Bureau Vincam 1 Rechtskundig Bureau Vincam Overeenkomst van cessie U bent zelf verantwoordelijk voor schrijf en/of type fouten, controleer zorgvuldig alle gegevens voor dat u deze overeenkomst in gaat vullen en ondertekenen,

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting -- Deel 1

Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

SAMENLEVINGSOVEREENKOMST

SAMENLEVINGSOVEREENKOMST SAMENLEVINGSOVEREENKOMST @. De comparanten geven te kennen en stellen bij deze vast: Keuze: - zij wonen sinds datum samen en voeren sindsdien een gemeenschappelijke huishouding; OF - zij wonen sinds vandaag

Nadere informatie

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten.

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten. 14.1 Verhaal en voorrang algemeen Een schuldeiser wiens vordering niet betaald wordt kan zijn vordering verhalen op de goederen van zijn schuldenaar (artikel 3:276 e.v. BW). Voor verhaal is een geldvordering

Nadere informatie

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend

Nadere informatie

Notariële M&A issues. Notariële aspecten van een M&A-traject 8 november 2018

Notariële M&A issues. Notariële aspecten van een M&A-traject 8 november 2018 Notariële M&A issues Notariële aspecten van een M&A-traject 8 november 2018 Vanuit de praktijk en praktisch 4 Welke onderwerpen? Voor de closing ontbrekende verkrijgingstitels missende of incomplete aandeelhoudersregisters

Nadere informatie

HC 7A, , Appartementsrecht

HC 7A, , Appartementsrecht HC 7A, 09-01-2017, Appartementsrecht Appartementsrecht Het appartementsrecht is een jong recht (ongeveer 70 jaar). Het appartementsrecht is een goederenrechtelijk recht. Bij eigendom heeft de eigenaar

Nadere informatie

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP In deze leidraad vind je een aantal praktische wenken met betrekking tot de juridische gang van zaken bij je vennootschap. Deze leidraad is niet diepgaand. In het voorkomende

Nadere informatie

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN Samenlevingsovereenkomst: Gemeenschappelijke huishouding In de overeenkomst staat vermeld dat je de kosten van de gemeenschappelijke huishouding

Nadere informatie

(MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN

(MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN F364/F555/31004733 Versie 28 juni 2017 (MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN Heden, [passeerdatum], is voor mij,

Nadere informatie

Werkgroepopdrachten Relatievermogensrecht DEEL A

Werkgroepopdrachten Relatievermogensrecht DEEL A Werkgroepopdrachten Relatievermogensrecht DEEL Voorwoord este student(e), Voor u liggen de uitwerkingen van de voorgeschreven werkgroepopdrachten (week 1 t/m week 4) voor het vak vak hier. Onthoud echter

Nadere informatie

MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT GOEDERENRECHT ALGEMEEN GOEDERENRECHT VIJFTIENDE DRUK BEWERKT DOOR

MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT GOEDERENRECHT ALGEMEEN GOEDERENRECHT VIJFTIENDE DRUK BEWERKT DOOR MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT GOEDERENRECHT ALGEMEEN GOEDERENRECHT VIJFTIENDE DRUK BEWERKT DOOR MR. F.H.J. MIJNSSEN VOORMALIG VICE-PRESIDENT VAN DE HOGE

Nadere informatie

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel Conclusie 1. Inleiding De samenvatting en conclusies in deze paragraaf beperken zich hoofdzakelijk tot het laatste hoofdstuk waarin het huidige Nederlandse recht is besproken in vergelijking met de andere

Nadere informatie

ARW 1 HC 6A, , Burgerlijk recht: goederenrecht

ARW 1 HC 6A, , Burgerlijk recht: goederenrecht ARW 1 HC 6A, 8-10-2018, Burgerlijk recht: goederenrecht Inleiding In het Sleepboot Egbertha-arrest heeft Van Gelderen een nieuwe motor nodig voor zijn boot. Hij gaat naar het bedrijf Stork en ziet een

Nadere informatie

8. Vormerkung definitie

8. Vormerkung definitie 8. Vormerkung 8.1. definitie Vormerkung houdt in dat de koper van een woning (althans zijn notaris) zijn uit de koopovereenkomst voortvloeiende recht om de woning te kopen, kan laten inschrijven in de

Nadere informatie

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht ARTIKEL I De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: Tekst voorontwerp Artikel 2 1.

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Land- en Tuinbouwbulletin De een is failliet en de ander niet Kluwer Online Research Auteur: Mr. M.J. Tolsma[1] Regelmatig vraagt de ondernemer zich af of hij vermogen op naam van zijn/haar echtgenoot

Nadere informatie

VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.)

VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.) 1 HJP/cm/5125039/40036078 2623783-v6 VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.) Op tweeduizend acht zijn voor mij, mr. Hendrikus Johannes Portengen, notaris met plaats van vestiging Rotterdam, verschenen:

Nadere informatie

Zwaartepunten Reehuis, Willem

Zwaartepunten Reehuis, Willem Zwaartepunten Reehuis, Willem Published in: Aanvulling op zevende druk Zwaartepunten van het vermogensrecht IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish

Nadere informatie

Intitulé : LANDSVERORDENING bevattende de tekst van de titels 3.7, 3.8 en 3.9 voor een nieuw Burgerlijk Wetboek

Intitulé : LANDSVERORDENING bevattende de tekst van de titels 3.7, 3.8 en 3.9 voor een nieuw Burgerlijk Wetboek Intitulé : LANDSVERORDENING bevattende de tekst van de titels 3.7, 3.8 en 3.9 voor een nieuw Burgerlijk Wetboek Citeertitel: Geen Vindplaats : AB 2000 no. 62 (inwtr. 2001 no. 138) Wijzigingen: AB 2009

Nadere informatie

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27ste april 2005 tot wijziging van de Boeken 5 en

Nadere informatie

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ;

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ; PANDAKTE VORDERINGEN DE ONDERGETEKENDEN, 1. DBS2 NEDERLAND B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Katwijk, Nederland en kantoor

Nadere informatie

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Drie stellingen M.L. Tuil Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Postdoc Erasmus Universiteit Rotterdam (tuil@law.eur.nl). 1 Abstract In dit

Nadere informatie

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 428 Beschikking van de Minister van Justitie van 16 augustus 2002, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de wet van

Nadere informatie

Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht

Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht Mr. L.RA. Steffens 1997 Kluwer - Deventer INHOUDSOPGAVE LUST VAN AFKORTINGEN XVI INLEIDING 1 1 Algemeen 1 2 Het object

Nadere informatie

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: [ ]. 2. De vennootschap heeft haar zetel in de gemeente [ ]. Doel Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: a. [ ]; b. het oprichten

Nadere informatie

2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden?

2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden? 2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden? 2015: De Hoge Raad heeft gesproken: DLL/Van Logtestijn 16 oktober 2015 en Ingwersen/ING 16

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend als schriftelijk

Nadere informatie

Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap

Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap Prof. dr. S. Perrick* 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat een erfgenaam procedeert ten behoeve van de gemeenschap van een

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit REGLEMENT STICHTING BEWAARINSTELLING CAPTIN 1. DEFINITIES 1.1 In dit Reglement wordt verstaan onder: "Account" "AFM" "Bestedingsruimte" (i) een Ledenaccount als bedoeld in het Handelsreglement, (ii) een

Nadere informatie

OBLIGATIEOVEREENKOMST DIVAS BAD LANGENSALZA VASTGOED I B.V. Winstdelend. : ja, resultaatafhankelijk

OBLIGATIEOVEREENKOMST DIVAS BAD LANGENSALZA VASTGOED I B.V. Winstdelend. : ja, resultaatafhankelijk OBLIGATIEOVEREENKOMST DIVAS BAD LANGENSALZA VASTGOED I B.V. Uitgevende instelling Obligatievorm : DIVAS Bad Langensalza Vastgoed I B.V. : Winstdelend Leningomvang : maximaal 400.000 Nominaal bedrag : 25.000

Nadere informatie

DOORLOPENDE TEKST VAN DE ADMINISTRATIEVOORWAARDEN VAN: STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR PROPERTUNITY NL. Concept d.d.

DOORLOPENDE TEKST VAN DE ADMINISTRATIEVOORWAARDEN VAN: STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR PROPERTUNITY NL. Concept d.d. DOORLOPENDE TEKST VAN DE ADMINISTRATIEVOORWAARDEN VAN: STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR PROPERTUNITY NL Concept d.d. 17 oktober 2011 - 2 - ADMINISTRATIEVOORWAARDEN: Begripsbepalingen. In deze administratievoorwaarden

Nadere informatie

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling 1. Inleiding Wanneer men de problematiek van aansprakelijkheid voor en verhaalbaarheid van schulden van de nalatenschap bij

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 6

Burgerlijk Wetboek Boek 6 Burgerlijk Wetboek Boek 6 Kernbeschrijving Boek 6 bevat het algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht. Verbintenissen zijn rechtsplichten van de een, de schuldenaar, om een prestatie te verrichten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 308 Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de versterking van de positie van de auteur en de uitvoerende

Nadere informatie

68759zyk.mandeligheid parkeerhof Blad 1

68759zyk.mandeligheid parkeerhof Blad 1 68759zyk.mandeligheid parkeerhof Blad 1 ZWART & PARTNERS NETWERK NOTARISSEN Postbus 1019 2260 BA Leidschendam-Voorburg T: 070-3200500 F: 070-3201101 E-mail: kantoor@zpnn.nl ONTWERP Wilt u, indien er onjuistheden

Nadere informatie

Rechtspersoon = Dat is aansprakelijk dus niet de mensen die erachter zitten.

Rechtspersoon = Dat is aansprakelijk dus niet de mensen die erachter zitten. Recht les 1 Verplichtingen van de ondernemer - Publicatieplicht - Administratieplicht - Instellen OR Rechtspersoon = Dat is aansprakelijk dus niet de mensen die erachter zitten. Ondernemingsvormen zonder

Nadere informatie

Bijlage * Modelakte derde recht van hypotheek 2014 HYPOTHEEK

Bijlage * Modelakte derde recht van hypotheek 2014 HYPOTHEEK HYPOTHEEK Heden, *, verschenen voor mij, *, notaris te *: 1. * hierna te noemen: hypotheekgever; 2. * hierna te noemen: hypotheekhouder. De verschenen personen, handelend als gemeld, verklaarden als volgt:

Nadere informatie

Hypotheekstelling. Offertenummer: *** Zaaknummer: ***

Hypotheekstelling. Offertenummer: *** Zaaknummer: *** Ondergetekende, Mr. Frederik Isaac Cornelis Tief, notaris te Apeldoorn, verklaart: - dat dit afschrift inhoudelijk een volledig en juiste weergave is van de inhoud van het stuk waarvan het een afschrift

Nadere informatie

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... 2. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen'

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... 2. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen' Voorbeeld samenlevingscontract met verblijvingsbeding Dit samenlevingscontract is slechts een voorbeeld. U mag de inhoud van de overeenkomst natuurlijk inrichten zoals u wilt. Let op: als er sprake is

Nadere informatie

College Vertegenwoordiging en. tegenstrijdig belang

College Vertegenwoordiging en. tegenstrijdig belang College Vertegenwoordiging en tegenstrijdig belang Mr. K. Frielink Universiteit van de Nederlandse Antillen Dinsdag 9 februari 2010 van 19.00-20.30 uur Vertegenwoordiging en tegenstrijdig belang 1. Bestuur

Nadere informatie

-OVEREENKOMST - INZAKE GELDLENING. 2. De heer., BSN, geboren op. 19, te, wonende. te (.. ) aan de..nader te noemen: Geldnemer.

-OVEREENKOMST - INZAKE GELDLENING. 2. De heer., BSN, geboren op. 19, te, wonende. te (.. ) aan de..nader te noemen: Geldnemer. -OVEREENKOMST - INZAKE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. B.V., statutair gevestigd te., kantoorhoudende aan, te, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-685 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 april 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Hoor- en werkcollegeverslag Goederenrecht Collegejaar 2015-2016

Hoor- en werkcollegeverslag Goederenrecht Collegejaar 2015-2016 Goederenrecht week Inhoudsopgave 7. Inleiding.2 7.1 Eigendom als meest omvattende recht, welke implicaties heeft dat?...2 7.2 Betere rechten van derden die voorgaan 3 7.3 Is eigendom op te delen?...9 1

Nadere informatie

FORMULIER AANDELENOVERDRACHT. 2. Achternaam : Burgerlijke staat : gehuwd / ongehuwd / geregistreerd partner *

FORMULIER AANDELENOVERDRACHT. 2. Achternaam : Burgerlijke staat : gehuwd / ongehuwd / geregistreerd partner * FORMULIER AANDELENOVERDRACHT blad 1 De ondergetekenden: 1. Achternaam Voorna(a)m(en) voluit Adres Postcode/woonplaats E-mail adres Geboortedatum en -plaats Houder van : paspoort / rijbewijs / identiteitskaart

Nadere informatie

N.C. van Oostrom-Streep, 'De kwalitatieve verplichting' Woord vooraf Lijst van afkortingen

N.C. van Oostrom-Streep, 'De kwalitatieve verplichting' Woord vooraf Lijst van afkortingen Inhoudsopgave Woord vooraf Lijst van afkortingen v xv Hoofdstuk 1 Inleiding op het onderwerp, presentatie van de onderzoeksvraag 1 1.1 Inleiding 1 1.2 De mogelijkheden 2 1.3 De vraag 4 1.4 De methode 5

Nadere informatie

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11 INHOUD I. VERMOGENSRECHTEN / 1 1.1. Inleiding / 1 1.1.1 Goed, zaak, registergoed / 1 1.2. Eigendom en vorderingsrecht / 2 1.2.1 Absolute en relatieve rechten / 2 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur

Nadere informatie

Hieronder staan enkele begrippen die we in deze voorwaarden en in de koopovereenkomst gebruiken. Erachter staat wat we met deze begrippen bedoelen.

Hieronder staan enkele begrippen die we in deze voorwaarden en in de koopovereenkomst gebruiken. Erachter staat wat we met deze begrippen bedoelen. Algemene voorwaarden (Geldend per 18 juni 2018) 1. INLEIDING 1.1 Met de koopovereenkomst regelen u en wij de aankoop van uw vorderingen. Wij betalen u het bruto factuurbedrag, of het bedrag dat wij afspreken.

Nadere informatie

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011 3.1 Kay Horsch 18 januari 2011 Taak 1 Verbintenissenrecht 1. Absoluut (!!!) 2. Exclusief 3. Zaaksgevolg (Droit de Suite) 4. Prioriteit 5. Separatisme Boek 3, Titel 1, Afdeling 1 Bijvoorbeeld Goederen :

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT DINSDAG 23 JUNI UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT DINSDAG 23 JUNI UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel INLEIDING RECHT DINSDAG 23 JUNI 2015 14.00 16.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Inleiding recht Dinsdag 23 juni 2015 B / 6 2015 NGO - ENS B / 6 Opgave 1 Totaal te

Nadere informatie

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober 2015 12.30-13.30 uur Mr A.A.M. Ruys-van Essen Gerechtshof s-hertogenbosch, 24 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3736 EERDERE SCHENKINGEN GEEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan

Nadere informatie

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodem(voor)recht fiscus De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodemvoorrecht art. 21 lid 1 IW 1990: s Rijks schatkist heeft een voorrecht op alle goederen van de belastingschuldige art. 3:279 BW: pand en

Nadere informatie

casus Wessel Rotterdam

casus Wessel Rotterdam Casus VNG-cursus Grondzaken en verjaring oktober 2008 Wessel is eigenaar van een huis met tuin in Rotterdam. Aan de achterkant van de tuin grenst een groenstrook van ongeveer 2 meter breed die eigendom

Nadere informatie

12-03- 2014. Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014

12-03- 2014. Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014 Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014 HUWELIJK ZONDER HUWELIJKSVOORWAARDEN GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN BOEDELMENGING OPVOLGING ONDER

Nadere informatie

Over de verpanding van onoverdraagbare vorderingen

Over de verpanding van onoverdraagbare vorderingen Over de verpanding van onoverdraagbare vorderingen Staat een onoverdraagbaarheidsbeding aan verpandbaarheid in de weg? april 2015 Romy Smit Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Master

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-217 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op : 17 november 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

WET van 14 april 1978, betreffende huurkoop van onroerend goed (Wet Huurkoop Onroerend Goed) (G.B. 1978 no. 32).

WET van 14 april 1978, betreffende huurkoop van onroerend goed (Wet Huurkoop Onroerend Goed) (G.B. 1978 no. 32). WET van 14 april 1978, betreffende huurkoop van onroerend goed (Wet Huurkoop Onroerend Goed) (G.B. 1978 no. 32). Artikel 1 1. Huurkoop in de zin van deze wet is de koop en verkoop van onroerend goed, waarbij

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind - OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw, geboren op. 19 te, wonende aan de.., ( ).., hierna ook te noemen "de Schenker", en

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT DINSDAG 23 JUNI UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT DINSDAG 23 JUNI UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel INLEIDING RECHT DINSDAG 23 JUNI 2015 14.00 16.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Inleiding recht Dinsdag 23 juni 2015 B / 6 2015 Nederlandse Associatie voor voor

Nadere informatie

BURGERLIJK WETBOEK BW 5 De wettelijke bepalingen in zake het appartementsrecht, zijn als volgt in de wet neergelegd: Afdeling 1: Algemene bepalingen Artikel 106: splitsing in appartementsrechten Artikel

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? 18 november 2014 Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze "gescheiden" zien? 1 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek

Nadere informatie

OVEREENKOMST VAN (NIET-PARTICULIERE) BORGTOCHT DATUM: 10 MAART tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS SCHULDEISER)

OVEREENKOMST VAN (NIET-PARTICULIERE) BORGTOCHT DATUM: 10 MAART tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS SCHULDEISER) OVEREENKOMST VAN (NIET-PARTICULIERE) BORGTOCHT DATUM: 10 MAART 2016 tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS SCHULDEISER) en DE HEER ADRIANUS JACOBUS BERNARDUS SCHRAMA (ALS BORG) DE ONDERGETEKENDEN,

Nadere informatie

KOOPOVEREENKOMST OP GROND VAN ARTIKEL 3:268 LID 2 BURGERLIJK WETBOEK

KOOPOVEREENKOMST OP GROND VAN ARTIKEL 3:268 LID 2 BURGERLIJK WETBOEK CONCEPT Dossiernummer: Mk/kp 16069 KOOPOVEREENKOMST OP GROND VAN ARTIKEL 3:268 LID 2 BURGERLIJK WETBOEK Lloydtoren te Rotterdam De ondergetekenden: 1. FGH Bank N.V., een naamloze vennootschap, gevestigd

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 297 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

RCR 2016/61. 1 Essentie. 2 Samenvatting. 3 Verwant oordeel. 4 Zie ook:

RCR 2016/61. 1 Essentie. 2 Samenvatting. 3 Verwant oordeel. 4 Zie ook: RCR 2016/61 1 Essentie Overdraagbaarheidsverbod in algemene voorwaarden. Rechtszekerheid. Legaliteit. Geldt de door de Hoge Raad in het arrest Coface/Intergamma bepaalde uitlegregel voor overdraagbaarheidsverboden

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-073 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op : 2 april 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Verpanding van merken

Verpanding van merken Verpanding van merken M.W. Wiegerinck 1 1. Inleiding Tijdens mijn studie was ik student-assistent van Wim Reehuis. Ik assisteerde hem bij de herziening van het boek Goederenrecht ten behoeve van de twaalfde

Nadere informatie