De meest vergelijkbare dienstbetrekking

Transcriptie

1 2018 staat voor de deur, wat verandert er? #11 december 2017 De meest vergelijkbare dienstbetrekking De nieuwe gebruikelijk-loonregeling verplicht de directeur-grootaandeelhouder (DGA) om zijn salaris uit de B.V. te vergelijken met (75%) van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Voor DGA s, die hun onderneming of praktijk samen met anderen in een maatschap of een ander samenwerkingsverband drijven, is dat vaak het salaris dat de mede-beroepsbeoefenaren bij hun B.V. opnemen. In veel gevallen is dat de best vergelijkbare dienstbetrekking: de maten verrichten dezelfde werkzaamheden, voor dezelfde groep cliënten, bij ziekte etc. nemen ze elkaars werkzaamheden over, etc. Als de maten uit het samenwerkingsverband eenzelfde winstaandeel ontvangen, of bij dat samenwerkingsverband dezelfde managementfee declareren, is een verschil in salaris voor de afzonderlijke DGA s uit de persoonlijke B.V. niet te verklaren. Als een of meer van de DGA s een veel hoger salaris bij de eigen B.V. opnemen dan de andere maten kan de inspecteur met de nieuwe gebruikelijk-loonregeling alle DGA s datzelfde hogere salaris opleggen. Zorg ervoor dat u als DGA/maten de salarissen uit de persoonlijke B.V. s zodanig op elkaar afstemt dat de inspecteur u niet tegen elkaar kan uitspelen. Met de WKR is ook het fiscale loonbegrip aangepast. Tot het loon behoren ook alle kostenvergoedingen, of de DGA/de werknemer, die nu belast of onbelast heeft genoten. Dus de kostenvergoeding, die een DGA belastingvrij kan incasseren omdat die onder een gerichte vrijstelling valt, denk aan een vergoeding voor reiskosten, studiekosten, een mobiele telefoon, internet, maaltijden onderweg, etc. behoort tot het gebruikelijk loon. De Belastingdienst heeft dat ook bevestigd. De DGA die deze vergoedingen meeneemt in de gebruikelijk-loonregeling kan het salaris in geld desgewenst met hetzelfde bedrag

2 verminderen. Overleg met uw adviseur, welke mogelijkheden u hebt om uw gebruikelijke loon te verminderen. Nieuwe bepaling verplichting tijdig betalen salaris In de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) wordt per 2018 een nieuwe bepaling opgenomen, die werkgevers verplicht het loon tijdig te betalen. Dit is het gevolg van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waaruit bleek dat het te laat betalen van het wettelijk minimumloon geen overtreding van de WML inhoudt. Door de link, die er nu met artikel 623 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt gemaakt, kan er bij het te laat betalen van het minimumloon een bestuurlijke boete worden opgelegd. Dat geldt ook voor het betalen van een lager loon dan het wettelijk minimum. Wijziging opvragen doelgroepverklaring en uitstel Lageinkomensvoordeel Per 1 januari zijn er wijzigingen omtrent het opvragen van een doelgroepverklaring door werkgevers en uitstel Lage-inkomensvoordeel. Opvragen doelgroepverklaring door Werkgever Per 1 januari 2018 kan een werknemer zijn werkgever machtigen om de doelgroepverklaring voor hem aan te vragen. Voor het ontvangen van het loonkostenvoordeel moet de werkgever in de meeste gevallen binnen drie maanden na

3 indiensttreding de verklaring in de salarisadministratie opnemen. Werkgevers hebben met deze nieuwe mogelijkheid meer grip op het tijdig en op de juiste wijze aanvragen van de doelgroepverklaring. Uitstel Lage-inkomensvoordeel 2018 Werkgevers, die recht hebben op het lage-inkomensvoordeel (LIV) over het jaar 2017, moeten in 2018 rekening houden met maximaal twee maanden uitstel. Dit uitstel geldt voor meerdere deadlines: Het UWV levert uiterlijk 15 mei een overzicht met de werknemers en bijbehorende bedragen aan voor wie de werkgever LIV ontvangt (i.p.v. uiterlijk 15 maart) De werkgever kan aanpassingen melden uiterlijk 1 juli (i.p.v. uiterlijk 1 mei) De werkgever ontvangt van de Belastingdienst de beschikking LIV voor 1 oktober (i.p.v. voor 1 augustus) De Belastingdienst betaalt uiterlijk zes weken na de beschikking het LIV over 2017 uit. Door het uitstel zou dit in november 2018 kunnen worden. Cafetariaregeling meer- en overuren 2018 Per 1 januari 2018 moet voor extra uren gemiddeld minstens het minimumloon worden betaald. Extra uren zijn de uren, die meer worden gewerkt dan in de arbeidsovereenkomst staan of meer uren per week dan in de branche of organisatie gebruikelijk is. Met deze wijziging is het niet meer mogelijk om extra uren in een cafatariastelsel in te zetten. Ook niet als in de CAO andere afspraken zijn vastgelegd. Afwijken van de nieuwe regels kan alleen per CAO én als de werknemer zijn loon voor overuren en meeruren omzet in extra vakantie-uren. Wat wel mag is loon over overuren en meeruren dat hoger is dan het wettelijk minimumloon inzetten voor een cafatariaregeling. Voor het jaar 2018 geldt een overgangsregeling, waarbij een schriftelijke overeenkomst tussen werkgever en werknemer voldoende is.

4 BTW van kassabonnen aftrekbaar? Voor het terugvragen van BTW dient u als BTW plichtige een factuur beschikbaar te hebben. In de praktijk zal het voorkomen dat u kleine bedragen pint, waardoor er geen factuur beschikbaar is. Wat zijn nu eigenlijk de regels voor pintransacties en betalen per kas? En wanneer is pinnen verstandig? Kassabonnen beneden de 100 die via zakelijke pintransactie worden voldaan, mogen wel in de BTW aftrek worden meegenomen, ook al voldoen deze niet aan de factuurvereisten. Kassabonnen beneden de 100 die per kas worden betaald en via het kasboek worden uitgeboekt, mogen ook in de BTW aftrek worden meegenomen, echter maakt de wet hierbij een uitzondering voor brandstofbonnen: u moet als ondernemer aannemelijk maken dat het een zakelijke transactie betreft en dat u als afnemer traceerbaar bent. Het advies dan ook om brandstof niet per kas te betalen, maar te pinnen. Uiteten op kosten van de zaak Iedere ondernemer neemt wel eens een zakelijke relatie mee uiteten. De betaling van deze kosten wilt u graag op de zaak boeken. Indien u met een zakenrelatie uiteten gaat op kosten van de zaak, is het van belang dat u de zakelijkheid van de uitgaven kunt onderbouwen.

5 Daarbij is het belangrijk om goed vast te leggen met wie en waarvoor u dineert: vraag om een nota (i.p.v. alleen een kassabon) bij het restaurant waar u eet en schrijf hierop wie u tafelgenoten waren en hun zakelijke connectie met u. Indien u zelfs de besproken onderwerpen noteert, dan is er geen speld meer tussen te krijgen. Uiteraard dient u de nota s goed te bewaren. Een ondernemer die de kosten van uiteten op verkoopkosten had geboekt, is recentelijk teruggefloten door het Gerechtshof. Een concrete onderbouwing ontbrak en daarom mocht hij maar 25% van de kosten zakelijk boeken. Met de aftrekbeperking voor gemengde kosten was uiteindelijk maar 73,5% van deze 25% als kosten aftrekbaar. Contact De Molen AW Houten Opties Aanmelden Afmelden Marshoek Portal Disclaimer