Algemeen Bestuur. Veiligheidsregio Groningen. Agendapunt april Testrapport systeemtest

Transcriptie

1 Agendapunt 10 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen 10 april 2015 Testrapport systeemtest Tijdens de systeemtest op 21 november 2014 is een foto van de rampenbestrijdingsorganisatie in de Veiligheidsregio Groningen gemaakt. Hoewel de test slechts de informatie over dat moment geeft, kan er uit afgeleid worden wat de staat van de rampenbestrijdingsorganisatie is. Bijgevoegd het testrapport waarin de resultaten van de test per wetsartikel van de Wet Veiligheidsregio s en per toetspunt van de Inspectie Veiligheid & Justitie weergegeven worden. Daarnaast heeft de Inspectie toetspunten voor de koude fase - de voorbereiding op rampen en crises opgesteld. Ook de status op die toetspunten staat in dit document benoemd. Het eerste hoofdstuk is een samenvattend en concluderend hoofdstuk waarin aangegeven wordt wat de rapportage aangeeft. Hierin wordt een algemene indruk en een samenvatting van de resultaten gegeven en er worden aandachtspunten en aanbevelingen genoemd. Testen De test is in eerste aanleg bedoeld om aan de inspectie Veiligheid en Justitie (verder: de Inspectie) te laten zien hoe de organisatie er voor staat mede in vergelijking met andere regio s. De Inspectie gebruikt het rapport als input voor de volgende Staat van de rampenbestrijding. Bijzonder aan de test is dat de organisatie zichzelf onder toeziend oog van de inspectie Veiligheid en Justitie zelf toetst. Daarbij biedt de inspectie het toetsingskader waaraan de organisatie zich moet toetsen. Op basis van het toetsingskader heeft de Veiligheidsregio zelf een rapportageformat ontwikkeld dat niet alleen weergeeft of voldaan wordt aan de toetscriteria (door middel van een score ja of nee), maar ook in welke mate de Veiligheidsregio voldoet aan eigen maatstaven (door middel van een toegekende kleur). Het ontwikkelde rapportageformat van Groningen wordt door de Inspectie inmiddels onder de aandacht gebracht bij andere Veiligheidsregio s en diverse regio s hebben deze al opgevraagd om zelf ook te gaan gebruiken. Evalueren Omdat het weinig voorkomt in Groningen dat de hoofdstructuur van crisisbeheersing tegelijk en in samenwerking met elkaar aan de slag is, is de systeemtest ook aangegrepen om te oefenen. Voor de teams zijn oefendoelen opgesteld en per team is een evaluator ingezet, welke direct aansluitend plenair heeft geëvalueerd met het team. Hiervan wordt een evaluatieverslag opgesteld. Dit verslag is bijna in concept gereed: het deel van de evaluatoren is gereed en de acties daarvan worden afgestemd met de actiehouders. Daarnaast willen we het evaluatieverslag aanvullen met de leer- en verbeterpunten die op andere plaatsen gesignaleerd zijn (door deelnemers, in verslagen, door evaluatoren (punten die niet onder de oefendoelen vallen), door testwaarnemers, etc). Deze leer- en verbeterpunten gaan we ordenen, omzetten in acties en bespreken met de actiehouders. Ook willen we daarvan inventariseren wat de huidige status is van het actiepunt. Dit evaluatieverslag wordt ter kennisname aangeboden aan het MOTO en via een schriftelijke ronde ter vaststelling aangeboden aan de regiegroep. In de regiegroep van 21 mei wordt de stand van zaken op de actiepunten geagendeerd. Daarna wordt het evaluatieverslag ter kennisname aangeboden aan het Directieberaad Crisisbeheersing van 4 juni 2015.

2 2 Vergelijking uitkomsten systeemtest 2013 en 2014 De Veiligheidsregio heeft in 2014 voor de tweede keer een systeemtest gedaan. Hoewel beide testen momentopnames zijn, is het interessant om de resultaten van beide testen naast elkaar te leggen. In deze vergelijking moet meegenomen worden dat de gemeentelijke rampenbestrijding een professionaliseringsslag door heeft gemaakt tussen de beide testen in. In 2013 is nog getest in de oude structuur en in 2014 is getest in de nieuwe structuur. Beide testen laten zien dat de crisismanagementorganisatie in Groningen stevig staat. De basis van de organisatie en de randvoorwaarden van de crisisbeheersing en rampenbestrijding staan goed. De alarmering door de meldkamer verloopt correct en tijdig. Er zijn een aantal aandachtspunten die in beide systeemtesten naar voren komen: De advisering door teams en het uitzetten van en terugkoppelen op opdrachten door teams kan beter. Met name ook de registratie van de advisering en opdrachten. (zie ook art die niet gescoord kan worden omdat de waarnemers dit niet hebben kunnen waarnemen). Het behalen van de normtijden door het CoPI door tijdig te starten met multidisciplinaire samenwerking. Daarnaast zien we ook verbetering: Het Regionaal Operationeel Team heeft ten opzichte van vorige keer meer gestructureerd vergaderd en meer aandacht besteed aan het vormen van een eigen en actueel beeld. Hier wordt in het evaluatieverslag op ingegaan. Het Regionaal Operationeel Team heeft stappen gezet in de sturing en coördinatie van de rampenbestrijding (artikel lid 2) De teams binnen de hoofdstructuur stellen hun eigen beeld beschikbaar (artikel lid 4) en baseren adviezen en opdrachten op het actuele beeld (artikel 2.4.3). Hier hebben we in 2013 een nee op gescoord. En mindere scores ten opzichte van de vorige keer: Enkele functionarissen zijn niet gealarmeerd (burgemeester Slochteren. art lid 1)), niet tijdig gealarmeerd (functionarissen taakorganisatie Communicatie, toetspunt B1) en/of te laat opgekomen (artikel 2.3.1c, toetspunt E1). De taakuitvoering van de gemeentelijke actiecentra en team Bevolkingszorg (toetspunt G1) scoort minder dan in Dit punt is echter niet één op één vergelijkbaar tussen 2013 en 2014; in 2013 is Crisiscommunicatie niet meegenomen in de test. In 2014 is gestart in de nieuwe structuur van Bevolkingszorg en is de taakorganisatie Communicatie wel mee getest. De opgekomen functionarissen binnen de taakorganisatie Communicatie waren onvoldoende bekend met hun taak. Vervolgproces vaststelling en validatie testrapport, stand van zaken aanbevelingen Het testrapport is op 27 maart 2015 vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur en wordt nu ter validatie aangeboden aan de Inspectie Veiligheid & Justitie. Tijdens het vaststellingstraject zijn de aanbevelingen, die in het testrapport benoemd staan, belegd en deze worden inmiddels opgepakt. Zo zijn binnen de gemeentelijke kolom verschillende trainingen voor het team Bevolkingszorg en de taakorganisatie Communicatie geweest (4 van de 5 zijn reed gehouden). In deze trainingen zijn verschillende leer- en verbeterpunten vanuit de systeemtest expliciet aan de orde gekomen. Voor de taakorganisatie Communicatie is een aparte bijeenkomst gehouden en volgen extra opleidingsdagen. Deze liggen nu in offerte en het plan is deze nog voor de zomer uitgevoerd te hebben. Andere actiepunten vanuit de systeemtest liggen breder op het gebied van crisisbeheersing en gaan bijvoorbeeld over het juist inschatten van een incident en de passende aanpak daarvan. Hier wordt, onder andere, gekeken naar hoe planvorming aangepast kan worden en hoe dit in opleidingen en oefeningen meegenomen kan worden.

3 3 Communicatie Met betrekking tot de communicatie over de resultaten van de systeemtest wordt in overleg met team Communicatie VRG een communicatieplan opgesteld waarin zowel aandacht is voor interne (betrokken organisaties en bestuurders) en externe (publiek, media) communicatie. Hierin worden in ieder geval de volgende activiteiten opgenomen: - Via een nieuwsbrief communiceren (na de validatie door de Inspectie) over de hoofdlijnen van de uitkomsten van de test binnen het samenwerkingsverband Veiligheidsregio Groningen. - Het testrapport beschikbaar maken voor deelnemers en andere crisisfunctionarissen, dit wordt door de regiegroepleden binnen de eigen kolom gedaan (conform afspraken in plan Evalueren in Groningen). Hiervoor geldt dat het hoofdstuk Wat zegt de rapportage? gedeeld kan worden binnen de eigen kolom na instemming van het Directieberaad Crisisbeheersing. Het gehele rapport kan pas gedeeld worden na de validatie van het testrapport door de Inspectie V&J. - Bespreken van testresultaten en resultaten evaluatie op multidisciplinaire bijeenkomst. Het Algemeen Bestuur besluit: 1. Het testrapport systeemtest 2014 ter kennisgeving aan te nemen.

4 Testrapport Systeemtest 2014 De resultaten van de Veiligheidsregio Groningen Versie concept 0.4, 19 maart 2015

5 Wat zegt de rapportage? Tijdens de systeemtest op 21 november 2014 is een foto van de rampenbestrijdingsorganisatie in de Veiligheidsregio Groningen gemaakt. Hoewel de test slechts de informatie over dat moment geeft, kan er uit afgeleid worden wat de staat van de rampenbestrijdingsorganisatie is. Dit document rapporteert de resultaten per wetsartikel van de Wet Veiligheidsregio s en per toetspunt van de Inspectie Veiligheid & Justitie. Daarnaast heeft de Inspectie toetspunten voor de koude fase de voorbereiding op rampen en crises ook de status op die toetspunten staat in dit document benoemd. In dit hoofdstuk worden de algemene indruk en behaalde resultaten weergegeven, daarna wordt ingezoomd op de aandachtspunten voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Tot slot worden enkele aanbevelingen gedaan. Algemene indruk en resultaten De algemene indruk van de resultaten van de systeemtest is dat we goed voldoen aan de eisen van de wet en de toetspunten van de Inspectie. Hierin hebben we het niveau van vorig jaar vastgehouden. We zijn echter kritisch op onszelf en het complexe scenario en werken op GRIP 4 niveau laat zien dat we verbeterpunten op te pakken hebben. Deze verbeterpunten worden na de samenvatting benoemd. Samenvattend zien we de volgende resultaten: Organisatie In de basis is de organisatie van de rampenbestrijding in de Veiligheidsregio Groningen op orde. Binnen de hoofdstructuur 1 zijn de teams volledig en tijdig opgekomen en aan de slag gegaan met hun (wettelijke) taken. Alarmering De alarmering van de hoofdstructuur is correct en tijdig verlopen. Het beeld bij de deelnemers aan de systeemtest bestaat dat de alarmering niet goed verlopen is. De Operationeel Leider heeft, met argumentatie, opgeschaald naar GRIP 3 niveau. Omdat de test bedoeld was voor het testen van GRIP 4 en dit opschalingsniveau ook afgesproken is in het Incidentbestrijdingsplan Aardbevingen heeft de testleiding daarop, zonder de operationeel leider te informeren, de meldkamer verzocht door te alarmeren naar GRIP 4. Dit heeft voor verwarring en negatieve beeldvorming gezorgd. Dit is een leerpunt voor de testorganisatie. Desalniettemin kan deze snelle doorschakeling van GRIP 3 naar GRIP 4 ook in het echt gebeuren en moet de crisisorganisatie daar flexibel mee om kunnen gaan, ook dat is een leerpunt. Aandachtspunten voor de alarmering zijn het bepalen van het getroffen gebied en informeren van de betrokken burgemeesters en het tijdig alarmeren van de taakorganisatie Communicatie. Opschaling De teams zijn binnen de wettelijke gestelde opkomsttijden gestart met hun werkzaamheden. Een uitzondering hierop was het Commando Plaats Incident (CoPI). Diverse leden van het CoPI waren aanrijdend al wel gestart met hun monodisciplinaire werkzaamheden. 1 Onder de hoofdstructuur wordt verstaan: de Meldkamer, een Commando Plaats Incident (CoPI), een Regionaal Operationeel Team (ROT), een Team Bevolkingszorg (TBZ) en een Gemeentelijk of Regionaal Beleidsteam (GBT/RBT). 2

6 Informatiemanagement Het informatiemanagement kwam tijdig op gang, het totaalbeeld werd goed en gegroepeerd per thema bijgehouden. Ook was het totaalbeeld voor iedereen beschikbaar. De verschillende crisisteams hielden hun eigen tabblad in LCMS bij. Het beleidsteam (BT) hield hierin geen eigen beeld bij, enkel besluiten. Nieuwe informatie werd in vrijwel alle teams binnen tien minuten in het eigen beeld verwerkt. De advisering en terugkoppeling van opdrachten van en tussen de teams kon beter. Dat geldt ook voor de vastlegging hiervan in verslagen of het LCMS. Extra toetspunten gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie NB: Binnen de Veiligheidsregio Groningen worden het Gemeentelijk en Regionaal Beleidsteam gerekend tot de multidisciplinaire hoofdstructuur en niet tot de gemeentelijke rampbestrijdingsorganisatie. De organisatie van het team Bevolkingszorg in de Veiligheidsregio Groningen heeft het afgelopen jaar een grote verandering doorgemaakt. In de systeemtest 2014 is een deel van deze organisatie voor het eerst mee getest. Dit gaat om de deelnemers in de crisisteams van de hoofdstructuur en de taakorganisatie Communicatie. Het algemene beeld is dat de structuur en planvorming rond Bevolkingszorg op orde is en er verbeterpunten te zien zijn op het gebied van alarmering van de taakorganisatie, duidelijkheid over en het oppakken van taken en verantwoordelijkheden en de vergaderstructuur. Aandachtspunten en aanbevelingen Aan de hand van de resultaten komen een aantal aandachtspunten naar voren voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Hieronder staan deze aandachtspunten benoemd én de aanbevelingen die we van daaruit kunnen formuleren. De systeemtest 2014 laat ons zien dat de basisvereisten binnen de Veiligheidsregio goed staan. De alarmering en opschaling van de hoofdstructuur is goed 2 en tijdig verlopen, de middelen zijn voorhanden en het informatiemanagement staat goed. Aanbeveling: Behoud het goede en deel dit met collega s en andere betrokken partijen. Tijdens de systeemtest was het getroffen gebied op het moment van opschaling naar GRIP 4 nog niet helemaal duidelijk en daarmee was ook niet goed in beeld welke betrokken burgemeesters gealarmeerd moesten worden. De burgemeester van de getroffen gemeente Slochteren had op basis van het scenario gealarmeerd moeten worden, maar is niet gealarmeerd voor het RBT en geïnformeerd over het incident. De overige betrokken burgemeesters werden telefonisch voor het Regionaal Beleidsteam gealarmeerd door de Operationeel Leider. Deze manier van alarmeren is kwetsbaar en niet het meest efficiënt en snel. Aanbeveling: maak duidelijke afspraken over wie betrokken burgemeesters alarmeert en wie deze informeert. Neem hierin per opschalingsniveau op hoe dit gebeurt en wanneer. Aanbeveling: wees scherp op het getroffen gebied en welke burgemeesters hierbij betrokken zijn. Zorg voor werkafspraken hierover tussen Calamiteitencoördinator en de Operationeel Leider (welke hiervoor verantwoordelijk is). Met het alarmeren van de taakorganisatie Communicatie is te laat gestart. Op twee momenten is hierin tijd verloren gegaan. De eerste keer doordat de alarmering van de 2 Met uitzondering van ingrijpen testleiding op alarmering. 3

7 medewerkers niet direct na de opschaling naar GRIP 2 is gestart. De tweede keer door het tijdstip en de wijze waarop het middel van het alarmeren werd ingezet. Het besluit tot het alarmeren van de TO Communicatie is te laat genomen. Daarnaast bleek dat niet duidelijk was op welke wijze het middel OOV Alert snel en effectief ingezet kon worden. Dit heeft een vertraging veroorzaakt in het oppakken van hun taken en daarmee de slagkracht van Crisiscommunicatie verminderd. In het plan Bevolkingszorg staat beschreven dat een grootschalige alarmering van de taakorganisatie, zoals gewenst bij dit scenario, direct start met de opschaling van de hoofdstructuur en verloopt via OOV Alert. Dit wordt geïnitieerd door de Algemeen Commandant Bevolkingszorg (of gedelegeerd aan het hoofd Taakorganisatie). Aanbeveling: bespreek de alarmering tijdens de systeemtest na met de functionarissen in de taakorganisatie Communicatie en breng de afspraken in het plan daarbij opnieuw aan de orde. De organisatie van het team Bevolkingszorg werkt relatief kort in een nieuwe structuur waarin ook voor een deel nieuwe functionarissen zijn benoemd. In de systeemtest, waarin alleen de stafsectie Bevolkingszorg en de taakorganisatie Communicatie zijn getest, is te zien dat nog niet alle functionarissen goed op de hoogte zijn van hun verantwoordelijkheden en taken. Daarnaast verlopen de overleggen onvoldoende gestructureerd. Aanbeveling: investeer op korte termijn in het verder opleiden en oefenen van de crisisfunctionarissen binnen het team bevolkingszorg en in het bijzonder binnen de taakorganisatie Communicatie. Borg voldoende beschikbaarheid van opgeleide en ervaren functionarissen voor inzet bij een incident. De CoPI leden waren niet allemaal binnen de wettelijke normtijden ter plaatse. Dit aandachtspunt is vaker naar voren gekomen (systeemtest 2013 en de Staat van de rampenbestrijding 2013). De Veiligheidsregio Groningen accepteert dat, met de inrichting van de piketten, de Veiligheidsregio niet in z n geheel te bereiken is binnen de gestelde 30 minuten. Uiteraard houdt de Veiligheidsregio een open blik naar verbetermogelijkheden op dit gebied. Een ander aandachtspunt dat ook in 2013 uit de test naar voren is gekomen en we nu terugzien is het volgende: Het adviseren van een ander team en het uitzetten van een opdracht van een team kan nog beter. Dit gaat enerzijds om het bewustzijn van de rol die een team heeft ten opzichte van de andere teams en daarnaast om het vastleggen ( loggen ) van de adviezen en bijbehorende argumentatie. In de opleiding Informatiemanagement door het IFV/de Politieacademie, die nu (eind 2014/ begin 2015) in de Veiligheidsregio Groningen gegeven wordt aan leiders CoPI, operationeel leiders en informatiefunctionarissen wordt hier aandacht aan besteed. Aanbeveling: maak afspraken over het adviseren en het uitzetten van opdrachten van en naar teams. Neem dit mee in plannen en daarna in multidisciplinair opleiden en oefenen. Aanbeveling: train de crisisfunctionarissen in het gebruik van een logboek. Bij enkele disciplines is dit al de gebruikelijke manier van werken. 4

8 Inhoudsopgave Wat zegt de rapportage?... 1 Inhoudsopgave Inleiding Tijdsverloop test Leeswijzer en legenda testrapport Overzicht resultaten test Overzicht koude fase Deel 1 De rampenbestrijdingsorganisatie Basisvereisten: Organisatie Basisvereisten: Alarmering Basisvereisten: Opschaling Basisvereisten: Informatiemanagement Eisen voor een oefening Aanvullende toetspunten Inspectie Veiligheid en Justitie Deel 2 De gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie Bijlage 1 Totaallijst bronnen en documenten Bijlage 2 Afkortingen en verklaringen

9 1. Inleiding Voor u ligt het testrapport van de systeemtest op 21 november Het testrapport geeft weer in hoeverre de crisisbeheersings en rampenbestrijdingsorganisatie van de Veiligheidsregio Groningen tijdens de systeemtest voldeed aan de eisen van de Wet Veiligheidsregio s. Ook gaat het in op de status van de koude fase de voorbereiding op rampen en crises op enkele toetspunten van de Inspectie. Dit testrapport wordt gevalideerd door de Inspectie Veiligheid & Justitie (hierna: Inspectie) na vaststelling door het bestuur van de Veiligheidsregio. De Inspectie gaat voor het opstellen van het regiobeeld van een Veiligheidsregio in de Staat van de Rampenbestrijding steeds meer gebruik maken van zelfevaluatie door de regio. Een belangrijke input daarvoor is de evaluatie van de jaarlijkse systeemtest. De Inspectie stelt daarbij wel bepaalde randvoorwaarden aan de test en aan het testrapport. De Inspectie gebruikt zelfevaluatierapporten ter input voor de volgende Staat wanneer inzichtelijk is: in hoeverre de Veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het Besluit Veiligheidsregio s; en in hoeverre de Veiligheidsregio vooruitgang heeft geboekt op de verbeterpunten uit de vorige Staat ; en wanneer het bestuur van de desbetreffende Veiligheidsregio het zelfevaluatierapport heeft vastgesteld. Het format van het testrapport is intern gemaakt en gebaseerd op het toetsingskader van de Inspectie (versie 3.0; 12 augustus 2013). In dit toetsingskader staan zowel de artikelen van de wet Veiligheidsregio s (aangevuld met de normering van de Inspectie) als aanvullende toetspunten van de Inspectie. Per artikel en toetspunt staat aangegeven hoe de Veiligheidsregio Groningen daar, tijdens de systeemtest, op heeft gepresteerd. Wanneer relevant wordt bij een artikel/toetspunt een toelichting gegeven over hoe de crisisorganisatie in de koude fase is ingericht. 6

10 2. Tijdsverloop test Hieronder het tijdsverloop van de systeemtest. tijd team activiteit 11.06u CoPI OvD Bevolkingszorg van het gebied waarin het scenario van de systeemtest zich afspeelt heeft een no play alarmering u testleiding Start systeemtest u MkNN Calamiteitencoördinator (CaCo) schaalt op naar GRIP 1. Centralist brandweer start alarmering GRIP u MkNN Eerste beeld beschikbaar in LCMS, drie minuten later gevolgd door een update u MkNN Opschaling naar GRIP 2, start alarmering GRIP u MkNN Opschaling naar GRIP 3, direct bekend bij CaCo. Start alarmering GRIP u Testleiding Geeft aan MkNN door dat opgeschaald moet worden naar GRIP 4 Start alarmering GRIP u ROT Operationeel Leider neemt contact op met CaCo voor situatiebeeld u CoPI 1 e vergadering Commando Plaats Incident (CoPI). Nog zonder CoPI bak u TO Crisiscommunicatie Start alarmering Taakorganisatie Communicatie u ROT 1 e vergadering Regionaal Operationeel Team (ROT) u CoPI 2 e vergadering CoPI u RBT 1 e vergadering Regionaal Beleidsteam (RBT) u CoPI 3 e vergadering CoPI u CoPI 4 e vergadering CoPI u ROT 2 e vergadering ROT u CoPI 5 e vergadering CoPI u RBT 2 e vergadering RBT u ROT 3 e vergadering ROT. 7

11 3. Leeswijzer en legenda testrapport Bij de beoordeling van de vraag: Is tijdens de systeemtest voldaan aan de eisen die de wet stelt/die in het toetsingskader staan voor dat type incident? is gebruik gemaakt van twee maatstaven : de maatstaf van de Inspectie V&J en de maatstaf van de Veiligheidsregio Groningen. Beide worden per toetspunt aangegeven en weergegeven in de kolom De maatstaf van de IV&J geeft aan: ja (voldoet wel) of nee (voldoet niet). Dit gaat om het voldoen in de strikte letter van de wet. Dit staat in woorden (ja/nee) in de kolom aangegeven. De maatstaf van de Veiligheidsregio Groningen geeft aan in welke mate er voldaan wordt aan de eisen van de wet, maar ook aan eigen gestelde eisen (wanneer deze afwijken van de wettelijke eisen). Dit staat aangegeven in de onderstaande kleurcodering. Er is voor deze tweede maatstaf gekozen, omdat er groot verschil is tussen bijna voldoen en volledig niet voldoen, terwijl deze in de maatstaf van de Inspectie V&J beide nee (voldoet niet) meekrijgen. De nuance in de kleurcodering geeft voor de Veiligheidsregio Groningen een beter beeld van de stand van zaken van de rampbestrijdingsorganisatie in de Veiligheidsregio Groningen. Kleurcodering maatstaf VR Groningen = volledig voldaan = driekwart voldaan = deels voldaan = kwart voldaan = niet voldaan = onbekend = niet van toepassing/ niet getest 8

12 4. Overzicht resultaten test In dit overzicht is aangegeven in welke mate voldaan is aan de maatstaven van de Inspectie bij de systeemtest op 21 november 2014 in de Veiligheidsregio Groningen. Deel 1 De rampenbestrijdingsorganisatie Basisvereisten Organisatie Artikel korte omschrijving Pag Inrichting hoofdstructuur ja lid 1 Samenstelling CoPI ja lid 2 Taken CoPI ja lid 1 Samenstelling team bevolkingszorg ja lid 2 Taken team bevolkingszorg ja lid 1 Samenstelling ROT ja lid 2 Taken ROT ja lid1 Samenstelling BT n.v.t lid 2 Taken BT n.v.t. 20 Basisvereisten Alarmering Artikel korte omschrijving Pag lid 1 Aansturing meldkamer ja lid 1 Tijdigheid alarmering nee lid 2 Alarmering overige functionarissen ja Tijdigheid informatiebeeld ja 25 Basisvereisten Opschaling Artikel korte omschrijving Pag a Start CoPI nee b Start hoofden secties ROT ja c Start voorlichter ROT nee d Start sectie informatiemanagement ja 28 ROT 2.3.1e Start secties ROT ja f Start team bevolkingszorg ja g Start BT n,v,t 30 Basisvereisten Informatiemanagement Artikel korte omschrijving Pag lid 1 Bijhouden totaalbeeld ja lid 2 Samenstelling totaalbeeld ja lid 3 Totaalbeeld beschikbaar stellen ja lid 1 Bijhouden eigen beeld teams ja lid 2 Samenstelling eigen beeld teams Nee lid 3 Tijdigheid verwerking informatie in ja 37 beeld lid 4 Eigen beeld teams beschikbaar stellen ja Adviezen en opdrachten gebaseerd op ja 39 actueel beeld Terugkoppeling niet/deels uitgevoerde n.v.t.* 39 opdracht *Niet waargenomen tijdens de test Eisen voor een oefening Systeemtest gehouden? ja 40 9

13 Deel 2 Extra toetspunten Gemeentelijke Rampenbestrijdingsorganisatie De gemeentelijke taakorganisaties, met uitzondering van de taakorganisatie Crisiscommunicatie, zijn niet meegenomen in de test. De toetspunten met betrekking tot de andere taakorganisaties zijn daarom niet van toepassing. Artikel korte omschrijving Pag. B1 Alarmering gemeentelijke actiecentra nee 49 D1 Opkomstlocatie en toegang nee 51 E1 Opkomst actiecentrum Voorlichting nee 52 F1 Terugkoppeling adviezen en ja 54 opdrachten actiecentra G1 Taken gemeentelijke actiecentra en het nee 54 Team Bevolkingszorg H1 Toegang actiecentra tot totaalbeeld ja 55 10

14 5. Overzicht koude fase In dit overzicht is aangegeven in welke mate de Veiligheidsregio Groningen voldoet aan de toetspunten van de Inspectie die gaan over de koude fase de voorbereiding op rampen en crises. Deel 1 De rampenbestrijdingsorganisatie Basisvereisten Alarmering Artikel korte omschrijving Pag Criteria grootschalige alarmering ja lid 2 Afhandeling overige meldingen ja Voorziening uitval meldkamer ja 25 Basisvereisten Opschaling Artikel korte omschrijving Pag Continuïteit hoofdstructuur ja 31 Deel 2 Extra toetspunten Gemeentelijke Rampenbestrijdingsorganisatie Artikel korte omschrijving Pag. A1 Borgen cruciale functies ja 48 A2 Beschrijving minimale bezetting en ja 49 taken teams C1 Continuïteit gemeentelijke actiecentra ja 50 E2 Opkomst actiecentrum Opvangen & n.v.t. 53 Verzorging E3 Opkomst actiecentrum CRIB n.v.t. 53 Aanvullende toetspunten Inspectie Veiligheid en Justitie korte omschrijving Pag. Risicoprofiel overzicht risicovolle ja 41 landsgrensoverschrijdende situaties Risicoprofiel informatieoverzicht bovenregionale ja 41 risico s Beleidsplan planmatige beschrijving nee 42 bovenregionale risico s Beleidsplan MOTO aanwezig en vastgesteld nee 43 Beleidsplan MOTO oefenfrequentie en functionaris nee 44 volgsysteem Beleidsplan MOTO aansluiting risicoprofiel en ja 44 financiële, personele en uitvoeringsparagraaf Jaarplan MOTO jaarlijks inclusief oefenkalender ja 45 Convenanten afgesloten met vitale partners nee 45 Evaluatiesystematiek voor oefeningen en incidenten ja 46 11

15 Deel 1 De rampenbestrijdingsorganisatie Basisvereisten: Organisatie Artikel Het bestuur van de Veiligheidsregio draagt zorg voor de inrichting van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing die bestaat uit de volgende onderdelen: a. de Meldkamer, b. één commando plaats incident of afhankelijk van de aard van de ramp of crisis en de wijze waarop deze zich ontwikkelt meerdere commando s plaats incident, c. indien er meer dan één commando plaats incident is, het commando met de coördinerende taak, d. één team bevolkingszorg of afhankelijk van de aard van de ramp of crisis en de wijze waarop deze zich ontwikkelt meerdere teams bevolkingszorg, e. een regionaal operationeel team en f. een gemeentelijk beleidsteam bij een lokale ramp of crisis of een regionaal beleidsteam bij een bovenlokale ramp of crisis. ja c. niet van toepassing in deze test Onderdeel a. b. d. e, en f. zijn in de regio Groningen georganiseerd (doc 9 en 14). Zijn alle onderdelen van de hoofdstructuur zoals beschreven in artikel opgenomen in een regionale opschalingsregeling? ja/nee Zijn, gezien het scenario/incident, alle onderdelen van de hoofdstructuur opgekomen zoals beschreven in artikel 2.1.1? ja/nee Geen toelichting. bron 2 Presentielijst CoPI (fysiek en in LCMS) bron 3 Presentielijst ROT (fysiek en in LCMS) bron 4 Presentielijst RBT (fysiek en in LCMS) bron 5 Presentielijst stafsectie Bevolkingszorg (fysiek) bron 10 Waarneming MK bron 11 Waarneming CoPI bron 12 Waarneming ROT bron 13 Waarneming BT In de test zijn de volgende onderdelen opgekomen/aan het werk gegaan (bron 2 t/m 5 en 10 t/m 14) de meldkamer een commando plaats incident een team bevolkingszorg een regionaal operationeel team een regionaal beleidsteam Dit zijn ook de teams die naar aanleiding van het gebruikte scenario aan het werk zouden moeten gaan. 12

16 bron 14 Waarneming Stafsectie Bevolkingszorg De regio Groningen kent nog het opschalingsniveau GRIP Voorbereidend, waarbij het Regionaal Voorbereidingsteam wordt gealarmeerd (doc 9). De Veiligheidsregio voorziet niet in een op voorhand klaarstaand tweede CoPI. Wanneer een tweede CoPI nodig is, dan is daar op basis van vrije instroom voldoende personeel voor. Faciliteiten (zoals een commandocontainer) zullen ad hoc geregeld worden, bijvoorbeeld in overleg met de politie of buurregio s. Als meerdere CoPI s actief zijn bij hetzelfde incident, dan wordt opgeschaald naar GRIP 2 en ligt de coördinatie bij het Regionaal Operationeel Team. (doc 9). In het incidentbestrijdingsplan Aardbevingen benoemen we wel een tweede CoPI (doc 30), hiermee is ook geoefend in de CoPI week doc 9 Regionaal crisisplan ( ) doc 14 Kaders voor de GRIP ( ) versie 1.5 (definitief) doc IBP aardbevingen versie 1 0 pdf Artikel Een commando plaats incident bestaat uit: a. een leider commando plaats incident; b. een officier van dienst van de brandweer; c. een officier van dienst van de geneeskundige hulpverlening; d. een officier van dienst van de politie of van de Koninklijke Marechaussee; e. een informatiemanager commando plaats incident en f. een voorlichtingsfunctionaris commando plaats incident. ja Het CoPI bestond tijdens de test uit (bron 2): Leider COPI Officier van Dienst Brandweer Officier van Dienst Politie Officier van Dienst Geneeskundig Officier van Dienst Bevolkingszorg Voorlichter Informatiemanager CoPI Bestaat het commando plaats incident uit alle functionarissen zoals omschreven in artikel lid 1? ja/nee - Heeft aan het CoPI een liaison Vitaal CoPI deelgenomen? ja/nee Bij afwezigheid van een informatiemanager, wordt in het commando plaats incident voorzien in de functionaliteit informatiemanagement? n.v.t. Fungeert de leider commando plaats incident als een discipline overstijgend (ontkleurd) leider? ja/nee bron 2 Presentielijst CoPI (fysiek en in LCMS) bron 7 LCMS tabblad CoPI + plot CoPI bron 11 waarneming CoPI Alle onderdelen zijn georganiseerd (doc 9 en voor de informatiemanager CoPI doc 2). 13

17 Officier van Dienst Bevolkingszorg (namens gemeenten) en de waterschappen zijn vast lid van het CoPI (doc 9). Daarnaast is een plotter vast lid van het CoPI. (doc 2). De leider CoPI wordt in VR Groningen ingevuld door de HOVD/AGS van de brandweer en door leiders CoPI van Politie. Bij incidenten met gevaarlijke stoffen wordt een tweede AGS gealarmeerd. doc Handboek informatiemanagement crisisbeheersing.pdf d.d. 22 januari 2013 doc 9 Regionaal crisisplan ( ) Artikel Een commando plaats incident is belast met de operationele leiding ter plaatse, de afstemming met andere betrokken partijen als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de wet en het adviseren van het regionaal operationeel team. Ja In de COPI vergadering /LCMS is niet vastgelegd welke adviezen aan het ROT worden meegegeven. Gezien de besluiten (bijv. bron en effectgebied) is het wel aannemelijk dat adviezen zijn uitgewisseld. De besluiten van het COPI zijn vertaald naar operationele inzet in het veld (bron 11) Er is contact geweest tussen leider CoPI en de OL. De COPI leden hebben regelmatig contact gehad met ROT. De afstemming heeft telefonisch plaatsgevonden. (bron 11, bron 12). Bij navraag geeft de leider CoPI aan in de telefonische contacten gesproken te hebben over te nemen acties en de status daarop. Er is afstemming met andere betrokken partijen waargenomen: diverse deskundigen bouwen en wonen aanwezig (2 teams) (bron 7) en cdt. COPI heeft hulp gevraagd: USAR en THW (bron 15) Advies aan ROT is uitgebracht over bron en effectgebied: Er is een bron en effectgebied benoemd (bron 12). Is er bij de taakuitvoering van het commando plaats incident sprake van sturing en coördinatie van de operationele inzet? ja/nee Is er bij de taakuitvoering van het commando plaats incident sprake van afstemming met andere betrokken partijen? ja/nee Is er bij de taakuitvoering van het commando plaats incident sprake van advisering van het regionaal operationeel team? - Is er contact tussen het commando plaats incident en het regionaal operationeel team? ja/nee - Worden vanuit het commando plaats incident adviezen gecommuniceerd richting het regionaal operationeel team, die tijdens de commando plaats incident vergadering naar voren zijn gebracht? ja/nee 14

18 Aandachtspunt is het explicieter vastleggen van gegeven adviezen van het CoPI aan het ROT. Dit kan in LCMS, of in een eigen verslag of actielijst. bron 2 Presentielijst CoPI (fysiek en in LCMS) bron 7 LCMS tabblad CoPI bron 11 Waarneming CoPI bron 15 notulen ROT doc 9 Regionaal crisisplan ( ) Artikel Een team bevolkingszorg bestaat uit de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen functionarissen, van wie één functionaris is belast met de leiding van het team, één functionaris met het informatiemanagement, en één functionaris met de coördinatie van de voorlichting. ja Het team bevolkingszorg bestond uit (bron 14) - Algemeen Commandant Bevolkingszorg - HTO Informatie & Ondersteuning - HTO Communicatie - Informatiecoördinator Bevolkingszorg - Adviseur Crisisbeheersing - HTO publieke zorg en omgevingszorg Bestaat het team bevolkingszorg uit de functionarissen zoals is opgenomen in artikel 2.1.3, lid 1? ja/nee bron 5 Presentielijst stafsectie Bevolkingszorg (fysiek) bron 14 Waarneming Stafsectie Bevolkingszorg bron 26 LCMS tabblad Bevolkingszorg De beschrijving van een team bevolkingszorg in art komt overeen met wat in de VRG heet stafsectie Bevolkingszorg. De term Team Bevolkingszorg staat voor het geheel aan medewerkers voor Bevolkingszorg. In de VRG wordt gewerkt met een regionaal Team Bevolkingszorg. De stafsectie Bevolkingszorg is een regionale staf bij het ROT. Alle (gemeentelijke) medewerkers zijn door het college van B&W aangewezen voor de regionale functie. 15

19 doc 3 plan Bevolkingszorg Artikel Een team bevolkingszorg heeft de volgende taken: a. het geven van voorlichting aan de bevolking; b. het voorzien in opvang en verzorging van de bevolking; c. het verzorgen van nazorg voor de bevolking; d. het registreren van de slachtoffers, e. het registreren van schadegevallen, en f. het adviseren van het regionaal operationeel team. ja De taken a. b. c. d. e. en f. zijn gestart. (bron 14): Toelichting: b. De medewerkers Preparatie Nafase zijn gealarmeerd en starten werkzaamheden (bron 26) d. De opdracht om SIS op te starten is gegeven (bron 26) f. Contact met ROT is verlopen via de AC (bron 14) Advies aan ROT voor inzetten noodverordening is gegeven (bron 26), behandeld in vergaderronde 1 (bron 14) Neemt team bevolkingszorg de taken op zich zoals omschreven in lid 2 van het artikel? ja/nee Worden afhankelijk van het scenario de benodigde deelprocessen gestart zoals: - Voorlichting? ja/nee - Opvang & Verzorging? ja/nee - CRIB? ja/nee Is er bij de taakuitvoering van het team bevolkingszorg sprake van advisering van het regionaal operationeel team? - Is er contact tussen het team bevolkingszorg en het regionaal operationeel team? ja/nee - Worden er vanuit het team bevolkingszorg adviezen richting het regionaal operationeel team gecommuniceerd, die tijdens de vergadering van het team bevolkingszorg naar voren zijn gebracht? ja/nee bron 5 Presentielijst stafsectie Bevolkingszorg (fysiek) bron 14 Waarneming Stafsectie Bevolkingszorg bron 17 Notulen TBZ bron 26 LCMS tabblad Bevolkingszorg De term CRIB wordt niet meer gehanteerd, het SIS (slachtofferinformatiesystematiek) is opgestart. doc 1 Draaiboek stafsectie bevolkingszorg 16

20 doc 3 Plan Bevolkingszorg doc 15 Draaiboek taakorganisatie Communicatie doc 16 Draaiboek TO Informatie en Ondersteuning 1.0 Doc 18 Draaiboek TO Omgevingszorg versie 1.0 Doc 19 Draaiboek TO Publieke zorg versie 1.0 Artikel Een regionaal operationeel team bestaat uit: a. een regionaal operationeel leider; b. een sectie brandweer; c. een sectie GHOR; d. een sectie politie; e. een sectie bevolkingszorg; f. een sectie informatiemanagement, en g. een voorlichtingsfunctionaris regionaal operationeel team. ja De volgende functionarissen waren aanwezig (bron 3): Regionaal operationeel leider Sectie brandweer Sectie GHOR Sectie politie Sectie bevolkingszorg Sectie informatiemanagement ROT voorlichter Er is in het ROT besloten dat vitale partners en NAM opgeroepen moeten worden (bron 8, bron 15) Bestaat het regionaal operationeel team uit alle onderdelen zoals omschreven in artikel lid 1? ja/nee Bestaat een sectie minimaal uit een hoofd sectie (welke zitting neemt in de plenaire sessie) en één medewerker? ja/nee Heeft aan het ROT een liaison Vitaal ROT deelgenomen? ja/nee In de organisatie van de systeemtest hebben we besloten de vitale partners niet daadwerkelijk mee te testen, deze zijn ingevuld via het tegenspel (Enexis, NAM) (bron 29). bron 3 Presentielijst ROT bron 8 LCMS tabblad ROT + plot ROT bron 12 Waarneming ROT bron 29 Notitielijst van acties tegenspel check Secties en functies aanvullend op wettelijke bezetting (doc 9): o Officier Veiligheidsregio van Defensie (doc 6) o Vertegenwoordiger Openbaar Ministerie (niet aanwezig) o Vertegenwoordiger Waterschappen o Notulist 17

21 doc 15 Draaiboek taakorganisatie communicatie doc 6 Samenwerkingsconvenant tussen Regionaal Militair Commando Noord en Veiligheidsregio Groningen (samenwerkingsconvenant Defensie.pdf)) doc 7 crm sectie plan ondersteuning als deel OT plan doc Doc 9 regionaal crisisplan ( ).pdf Artikel Een regionaal operationeel team is belast met de operationele leiding, de afstemming met andere betrokken partijen en het adviseren van het gemeentelijk of regionaal beleidsteam. ja Sturing en coördinatie: Er is sturing en coördinatie op het effectgebied. Er is o.a. gesproken over de begaanbaarheid van de wegen, de dijken, de aanvraag van USAR, het weer (storm), noodverordening, rioolwaterzuivering en communicatie. (bron 12) Is er bij de taakuitvoering van het regionaal operationeel team sprake van sturing en coördinatie van de rampenbestrijding? ja/nee Is er bij de taakuitvoering van het regionaal operationeel team sprake van afstemming met andere betrokken partijen? ja/nee Is er bij de taakuitvoering van het regionaal operationeel team sprake van advisering van het regionaal beleidsteam? - Is er contact tussen het regionaal operationeel team en het regionaal beleidsteam / gemeentelijk beleidsteam? ja/nee - Worden er vanuit het regionaal operationeel team adviezen richting het regionaal beleidsteam gecommuniceerd? ja/nee bron 12 Waarneming ROT bron 15 notulen ROT Afstemming andere betrokken partijen: afstemming met partijen naast basisbezetting (waterschappen en provincie), tevens zijn NAM en vitale partners opgeroepen om deel te nemen aan het ROT. (bron 12, bron 15) Er is op verschillende manieren contact tussen ROT en RBT; de OL heeft telefonisch contact met voorzitter RBT, de OL neemt deel aan RBT. Er is advies aan RBT geformuleerd (noodverordening). (bron 12, bron 15) 18

22 Verantwoordelijkheden en taken Operationeel Team benoemd in het Regionaal Crisisplan (doc 11) Afstemming met andere betrokken partijen als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de wet: deze partijen nemen waar mogelijk plaats in het CoPI en/of het Operationeel Team. Voor afstemming met deze partijen in de koude fase is binnen de organisatie Veiligheidsregio een accountmanager aangesteld. Deze is o.a. verantwoordelijk voor het afsluiten van de (landelijk opgestelde) convenanten met vitale partijen. doc 9 Regionaal Crisisplan ( ) doc 11 Regionaal Crisisplan Plan Regionaal Operationeel Team ( ) Artikel Een gemeentelijk beleidsteam bestaat uit leidinggevenden van de brandweer, de GHOR, de politie en de bevolkingszorg. n.v.t. - Aanwezig waren: Voorzitter Veiligheidsregio Operationeel Leider Directeur Publieke Gezondheidszorg (adviseur geneeskundig) Hoofd Officier van Justitie Adviseur Politiezorg Locoburgemeester Appingedam Locoburgemeester Delfzijl Notulist Coördinerend Functionaris (adviseur bevolkingszorg) Commandant Brandweer (adviseur brandweer Dijkgraaf (Noorderzijlvest en Hunze en Aa s) Communicatieadviseur Vertegenwoordiger Defensie Informatiemanager Bestaat het gemeentelijk beleidsteam uit de functionarissen zoals omschreven in artikel lid 1? ja/nee - Heeft aan het GBT een liaison Vitaal GBT deelgenomen? ja/nee Aanwezigen zoals beschreven in art 39 in wet VR waren aanwezig. Daarnaast te toetsen aan Regionaal Crisisplan VR Groningen (doc 9, doc 13) 19

23 Waar in de grondslag gesproken wordt over gemeentelijk beleidsteam is in de uitwerking uitgegaan van het regionaal beleidsteam. Omdat in het toetskader van de Inspectie geen toetspunten voorkomen met betrekking tot het regionaal beleidsteam is het toetspunt niet van toepassing. bron 4 Presentielijst RBT bron 13 Waarneming BT doc 9 Regionaal crisisplan ( ) doc 14 Kaders voor de GRIP ( ) versie 1.5 (definitief) doc 13 Regionaal Crisisplan Plan Regionaal Beleidsteam ( ) Artikel Een gemeentelijk beleidsteam ondersteunt de burgemeester bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing. n.v.t. Beleidsteam wordt voorgezeten door de plaatsvervangend voorzitter Veiligheidsregio (bron 13) Leden beleidsteam geven vanuit eigen vakkennis adviezen aan de voorzitter (bron 13) Normering Inspectie V&J (ingevuld voor het RBT): Wordt een opgekomen beleidsteam voorgezeten door een burgemeester of diens plaatsvervanger? ja/nee Geven de opgekomen leden van een beleidsteam vanuit hun eigen vakkennis ondersteuning aan de voorzitter (burgemeester) bij het nemen van beleidsbeslissingen en besluiten? ja/nee Waar in de grondslag gesproken wordt over gemeentelijk beleidsteam is in de uitwerking uitgegaan van het regionaal beleidsteam. Omdat in het toetskader van de Inspectie geen toetspunten voorkomen met betrekking tot het regionaal beleidsteam is het toetspunt niet van toepassing. bron 13 Waarneming BT De (plaatsvervangend) voorzitter maakt deel uit van het regionaal beleidsteam en wordt daarin ondersteund door de andere leden van het Regionaal Beleidsteam (doc 9). doc 9 Regionaal crisisplan ( ) doc 13 Regionaal Crisisplan Plan Regionaal Beleidsteam ( ) 20

24 Basisvereisten: Alarmering Artikel Het bestuur van de Veiligheidsregio stelt criteria vast voor de situaties waarin de meldkamer tot grootschalige alarmering overgaat. ja Is beschreven in documenten 9 en 14. Dit toetspunt gaat volledig over de koude fase en de informatie hiervoor kan daarom niet uit de systeemtest gehaald worden. doc 9 Regionaal crisisplan ( ) doc 14 Kaders voor de GRIP ( ) versie 1.5 (definitief) Artikel Zodra is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering, wordt de meldkamer door één leidinggevende aangestuurd. ja Deze leidinggevende is de calamiteitencoördinator (CaCo). Deze functionaris is benoemd in het Crisisplan van de VR Groningen (doc 9). De CaCo was aanwezig op de meldkamer en de functie is daarmee vanaf het moment van grootschalige alarmering ingevuld (bron 10). De CaCo heeft het eerste element van zijn taakomschrijving uitgevoerd (bron 10): de CaCo heeft informatie gehaald en gebracht bij de diensten. Voorbeelden: bijv. de OVD OC wordt gevraagd aanrijroutes te bepalen en te verkennen i.r.t. berijdbaarheid (wegen/bruggen etc). Bepaalt samen met centralisten de situatie en laat deze door RTICfunctionaris plotten (bron 10) De CaCo heeft het tweede element van zijn taakomschrijving als volgt uitgevoerd (bron 10): De 21

25 CaCo bewaakt het opschalingsniveau. Voorbeelden de CaCo schaalt zelf op naar GRIP 1 (11:17u) en GRIP 2 (11:22); door de CaCo zijn de GRIP niveaus goed gecommuniceerd. Zover gehoord is naar de CaCo geen berichtgeving geweest met betrekking tot ondeugdelijke alarmering. CaCo deelt dit (opschaling) direct met alle tafels en vraagt een ieder actief mee te kijken in GMS. (bron 10) De CaCo heeft derde element goed uitgevoerd (prioriteiten stellen, knopen doorhakken, afstemmen) CaCo is zeer actief; hoefde niet echt knopen door te hakken omdat dit gewoon liep. Deelt actief informatie met alle tafels m.b.t. bron en effectgebied, wegstremmingen door aardbeving, windrichting, waarschuwing dat verbindingen in bepaalde gebieden slecht zijn en dat bij geen verbinding men terug moet om dit te melden. Zoekt contact met NAM en KPN m.b.t. verbindingen. (bron 10) Is deze functionaris benoemd in een multidisciplinair vastgesteld document? ja/nee Is deze functie vanaf het moment van grootschalige alarmering ingevuld? ja/nee Voert de functionaris de volgende drie elementen van zijn taakomschrijving uit: 1. informatie vragen, halen en brengen? ja/nee 2. bewaken van het opschalingniveau. I.c. er voor zorgen dat elke dienst van het juiste opschalingsniveau op de hoogte is? ja/nee 3. prioriteiten stellen in de (meldkamer)besluiten van de drie diensten, knopen doorhakken in geval van tegenstrijdige belangen tussen de drie diensten en afstemmen van de besluiten van de drie diensten? ja/nee(afhankelijk van scenario) bron 10 Waarneming MK doc 9 Regionaal crisisplan ( ) doc 14 Kaders voor de GRIP ( ) versie 1.5 (definitief) 22

26 Artikel Het bestuur van de Veiligheidsregio stemt met het regionale college, bedoeld in artikel 22 van de Politiewet 1993, af op welke wijze de meldingen die geen verband houden met een ramp of crisis worden afgehandeld. ja In de meldkamer zijn een opschalingsruimte en een belcel ingericht voor extra benodigde capaciteit. De CaCo kan hierover beslissen. Dit toetspunt gaat volledig over de koude fase en de informatie hiervoor kan daarom niet uit de systeemtest gehaald worden. Artikel Binnen twee minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering, begint de meldkamer met de alarmering van de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing, bedoeld in artikel 2.1.1, onderdelen b tot en met e, en wordt de burgemeester of in het geval artikel 39 van de wet van toepassing is, de voorzitter van de Veiligheidsregio en de betrokken burgemeesters geïnformeerd. Nee De burgemeester van Slochteren is niet gealarmeerd en opgekomen in het RBT. De CaCo heeft bij elke ophoging van het opschalingsniveau direct de alarmering doorgegeven aan de tafels. Vanuit de tafels is direct gealarmeerd (bron 10, bron 18) Bij GRIP 1 is burgemeester (BM) geïnformeerd via MKNN (bron 18) De burgemeester van Delfzijl (GRIP 3) is geïnformeerd door de Operationeel Leider. Bron 10 geeft aan dat GRIP 3 is gemaakt door RCVD [Red: dit is de Operationeel Leider] na afstemming burgemeester (bron 10). Na opschaling naar GRIP 4 trad deze zelfde burgemeester op als voorzitter VR. Betrokken burgemeesters. Volgens scenario zouden burgemeesters Delfzijl, Appingedam en Slochteren betrokken zijn. De locoburgemeester van Delfzijl heeft deelgenomen in het RBT namens gemeente Delfzijl. De locoburgemeester van Appingedam heeft deelgenomen in het RBT. (bron 13) Start de meldkamer na elke ophoging van het opschalingsniveau binnen twee minuten de alarmering? ja/nee Wordt de burgemeester of in het geval artikel 39 van de wet van toepassing is, de voorzitter van de Veiligheidsregio en worden de betrokken burgemeesters geïnformeerd? ja/nee/deels 23

27 Conform het scenario had de burgemeester van Slochteren gealarmeerd en geïnformeerd moeten worden. Aandachtspunt is het bepalen van het getroffen gebied en de betrokken burgemeesters en het informeren van deze burgemeesters. bron 1 Alarmerings en opkomstanalyse bron 10 Waarneming MK bron 13 Waarneming BT bron 18 GMS rapportage doc 9 Regionaal crisisplan ( ) Artikel Afhankelijk van de aard en omstandigheden van de ramp of crisis, alarmeert de meldkamer andere functionarissen en eenheden die nodig zijn voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing. ja - Operationele hoofdstructuur is gealarmeerd conform het Regionale Crisisplan (doc 9). Hierin worden ook waterschappen in COPI en ROT gealarmeerd. Naar aanleiding van het scenario is in het ROT en RBT geïnventariseerd welke overige partijen opgeroepen moeten worden. Wordt tegelijkertijd met of aansluitend aan de alarmering van de operationele hoofdstructuur de andere functionarissen en eenheden die nodig zijn voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing gealarmeerd? ja/nee Bron 12 Waarneming ROT Bron 13 Waarneming BT bron 18 GMS rapportage bron 27 OOV Alert logging doc 9 Regionaal crisisplan ( ) 24

28 Artikel Binnen vijf minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering geeft de meldkamer, op grond van de beschikbare gegevens een zo volledig mogelijke beschrijving van het incident aan de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en aan andere functionarissen of eenheden bedoeld in artikel , tweede lid. Heeft de Meldkamer een beschrijving van het incident gereed? ja/nee Is deze beschrijving schriftelijk beschikbaar? ja/nee Worden sleutelfunctionarissen voorzien van deze beschrijving? ja/nee bron 6 LCMS tabblad MK bron 10 Waarneming MK bron 19 waarneming Informatiemanagement ja Beschrijving van het incident was gereed en schriftelijk beschikbaar binnen 5 minuten in journaal politie (bron 10) Eigen meldkamerbeeld was beschikbaar via politiejournaal en beeldschermen MKNN (bron 10) Binnen 2 minuten na opschaling (11.20) was eerste beeld beschikbaar in LCMS door MK CaCo, gevolgd door update om (bron 19) Artikel Het bestuur van de Veiligheidsregio draagt zorg voor een voorziening waardoor in het geval dat de Meldkamer uitvalt, de functie en taken van de meldkamer worden gecontinueerd. ja Staat in doc 20 beschreven. Gezien de veranderingen met betrekking tot de meldkamers op landelijk gebied neemt de Inspectie VenJ dit punt niet mee in de Staat van de Rampenbestrijding In de opmaat naar de Staat van de Rampenbestrijding 2015 zal overleg worden gevoerd met de beleidsafdelingen van het departement en wordt de huidige stand van zaken omtrent de ontwikkelingen van de meldkamer in kaart gebracht. Overigens heeft de MkNN een uitwijk en fall back procedure waarbij wordt samengewerkt met de Meldkamer Oost Nederland (MON). 25