Planstudie Versterken Omringkade Marken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Planstudie Versterken Omringkade Marken"

Transcriptie

1 Planstudie Versterken Omringkade Marken Zaaknummer Variantenafweging Rijkswaterstaat Noord-Holland februari 2011 Concept

2

3 Planstudie Versterken Omringkade Marken Zaaknummer DHV Interne controle Naam: R. Koning (projectleider) Paraaf Rijkswaterstaat Noord-Holland Geaccepteerd Naam: J. v Grondelle (contractmanager) Paraaf Datum Vrijgegeven Naam: T. Louters (projectmanager) Paraaf Datum Datum Variantenafweging dossier : C registratienummer : versie : 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland februari 2011 Concept DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

4

5 INHOUD BLAD 1 Op weg naar een veilige en passende Omringkade Van Startnotitie m.e.r. tot Nota variantenafweging Het planproces: Nota variantenafweging, DO, MER en DVP Risico gestuurde aanpak Leeswijzer 8 2 De bagage: variabelen, randvoorwaarden en uitgangspunten Algemene uitgangspunten Het vertrekpunt: randvoorwaarden voor een veilige dijk Het gereedschap: uitgangspunten vanuit het gebied 12 3 Werkwijze: de trechtering Systematiek van het trechteren In deze nota De multi criteria analyse (MCA) 21 4 Van oplossingsrichtingen naar voorkeursvariant: de beoordeling Van oplossingsrichtingen naar realistische varianten: belangrijke keuzes Beschrijving realistische varianten Beoordeling realistische varianten (MCA) Nader detaillering van de voorkeursvarianten 51 5 Het vervolg 53 6 Colofon 55 Bijlage 1 Risicotabel Bijlage 2 Kaarten ruimtelijke kwaliteit Bijlage 3 Multi criteria analyse: beoordeling secties 1 en 3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

6

7 1 OP WEG NAAR EEN VEILIGE EN PASSENDE OMRINGKADE Rijkswaterstaat Noord-Holland heeft het voornemen een dijkversterking uit te voeren aan de primaire waterkering op Marken in de gemeente Waterland (dijkring 13b volgens de Waterwet). Tijdens de 2de toetsronde in 2005 in het kader van de toenmalige Wet op de Waterkering is gebleken dat delen van de primaire waterkering Omringkade Marken niet voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. De Omringkade is dus niet veilig genoeg en dient dan ook versterkt te worden. Het project is in 2007 opgenomen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), dat ondergebracht is bij de Waterdienst van Rijkswaterstaat. Voor de versterking van de Omringkade komen diverse oplossingen in aanmerking afhankelijk van de problematiek die ter plaatse speelt, de locatie waar de ingreep plaatsvindt, de technische haalbaarheid en kosten. In deze nota variantenafweging worden beargumenteerd oplossingen met elkaar afgewogen en wordt uiteindelijk een Voorkeursalternatief gepresenteerd. Om te beginnen wordt in dit eerste hoofdstuk toegelicht hoe de Nota Variantenafweging gezien moet worden in het gehele planproces dat zal leiden tot een Dijkversterkingsplan. 1.1 Van Startnotitie m.e.r. tot Nota variantenafweging Voor het versterken van de Omringkade op Marken dient een Dijkversterkingsplan (DVP) opgesteld te worden, dat voor de uitvoering goedgekeurd dient te zijn door het bevoegd gezag voor de Waterwet, de provincie Noord-Holland. Gezien de belangrijke landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden van het eiland Marken, is in overleg met het bevoegd gezag en het HWBP besloten om een (vrijwillige) Milieu-effectrapportage (MER) op te stellen ter onderbouwing van de besluitvorming over het dijkversterkingsplan. De eerste stap in de m.e.r. procedure is het opstellen van de Startnotitie MER. In 2008 is de Startnotitie opgesteld waarin de dijkversterking formeel is aangekondigd en is aangegeven welke oplossingsrichtingen de problematiek zouden kunnen oplossen. Ook is een eerste aanzet gedaan tot het beschrijven van de gebiedskenmerken en kwaliteiten. Volgend op de Startnotitie zijn de richtlijnen voor het MER opgesteld en begin 2009 vastgesteld door de provincie. De provincie heeft daarvoor gebruik gemaakt van inspraakreacties van belanghebbenden. Voor het opstellen van die richtlijnen heeft de provincie advies gekregen van de onafhankelijke commissie m.e.r. Sinds de totstandkoming van de Startnotitie en de richtlijnen is er nader onderzoek gedaan naar de verschillende oplossingsrichtingen en naar de gebiedskwaliteiten. En ook zijn er diverse onderzoeken gedaan: Geotechnische beschouwing (in de vingers krijgen) waarbij de varianten verder zijn uitgewerkt/gedetailleerd ten behoeve van werksessies waarin de effecten zijn beoordeeld; Nader bureau onderzoek omgevingskwaliteiten; Nadere analyse consequenties zettingsprognose voor integraal versterken; Beeldkwaliteitsplan (in nauw overleg met de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en de provincie Noord Holland); Historische zettingsanalyse d.m.v. radarsatelietmetingen ( Hansje Brinker ); Cultuurhistorisch en Archeologisch bureauonderzoek (door Vestigia); Verder overleg gevoerd met belangenpartijen; Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

8 Doel Nota variantenafweging De voor u liggende nota variantenafweging is een tussenstap in het planproces tussen de Startnotitie en MER/ Dijkversterkingsplan. Het doel is om het trechteringsproces (om van oplossingsrichtingen tot een voorkeursvariant te komen) inzichtelijk te maken en duidelijk te maken hoe de genoemde onderzoeken daar een rol bij hebben gespeeld. In deze nota worden de varianten beschreven op zo n detailniveau dat een gedegen keuze gemaakt kan worden voor een voorkeursvariant per dijksectie. De keuzes en afwegingen die gemaakt worden om tot een voorkeursvariant te komen worden beargumenteerd beschreven. De nota variantenafweging komt voor een belangrijk deel terug in het MER, ook daar zal immers beschreven worden hoe tot een voorkeursvariant per sectie is gekomen. In de volgende paragraaf wordt nader ingegaan op de plek van de nota variantenafweging in het gehele planproces. 1.2 Het planproces: Nota variantenafweging, DO, MER en DVP Zoals vermeld in paragraaf 1.1 beschrijft de Nota variantenafweging het trechteringsproces van oplossingsrichtingen naar een voorkeursvariant per dijksectie. Het is een stap tussen Startnotitie en MER. Naast deze documenten is er nog een tweetal andere belangrijke documenten dat daarmee in nauw verband staat: het Definitief Ontwerp (DO) en het Dijkversterkingsplan (DVP). In figuur 1.1 is het gehele planproces en de plek van de Nota variantenafweging en het MER weergegeven. Daarna wordt beschreven hoe de stappen samenhangen februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

9 Figuur 1.1 Het planproces Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

10 Beschrijving op hoofdlijnen Ter onderbouwing van de besluitvorming over het Dijkversterkingsplan door het bevoegd gezag (Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland) wordt een m.e.r.-procedure doorlopen, waarbij een Milieueffectrapport (MER) wordt opgesteld. De procedure bestaat uit het opstellen van een startnotitie, het vaststellen van de richtlijnen die in het MER moeten worden gebruikt en vervolgens het opstellen van het MER. Het MER zorgt ervoor dat de milieuaspecten een volwaardige plaats krijgen in het besluitvormingsproces over het Dijkversterkingsplan. In het MER wordt onderscheid gemaakt in de milieueffecten tijdens de aanleg en na realisatie van de dijkversterking. De verschillende alternatieven en varianten worden daarin besschreven en beoordeeld en kunnen worden vergeleken. Het MER wordt, zodra het gereed is ter inzage gelegd samen met het ontwerp Dijkversterkingsplan. Deze Nota variantenafweging kan voor een belangrijk deel gezien worden als een voorloper van het uiteindelijke MER. In deze Nota variantenafweging wordt het proces tot aan het Voorkeursalternatief beschreven en de keuzes die hierbij zijn gemaakt. Beschrijving per stap Stap 1 Startnotitie (juni 2008 ) In de Startnotitie wordt het voornemen van RWS voor het dijkversterkingsplan beschreven. Het is de formele start van de m.e.r. procedure. De dijkversterking wordt primair aangelegd voor een verbetering van de veiligheid van het achterland. RWS wil dat hierbij zoveel mogelijk het huidige tracé van de dijk wordt gevolgd. De landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het gebied zijn van groot belang en zijn sturend voor de visievorming en de inpassing van de nieuwe dijkversterking. Het is vanuit technisch oogpunt mogelijk om op verschillende manieren aan de randvoorwaarden voor een veilige dijk te voldoen. Voor verschillende oplossingsrichtingen (buitenwaarts, binnenwaarts en constructief) zijn diverse variaties denkbaar. Theoretisch denkbare oplossingsrichtingen zijn, uitgaande van integraal versterken, in de startnotitie benoemd en zijn in algemene zin beschreven. In de startnotitie is het gehele traject ingedeeld in dijksecties. Binnen een sectie heeft de dijk veelal dezelfde kenmerken en hebben de dijk en de omgeving veelal dezelfde (landschappelijke en ruimtelijke) kwaliteiten. Over het algemeen zijn er binnen een dijksectie gelijksoortige faalmechanismen 1 vastgesteld. De Startnotitie beschrijft tot slot ook beknopt de plek waar de ingreep plaatsvindt. Er is ingegaan op verschillende thema s als Natuur, Landschap, Cultuurhistorie, Recreatie, Wonen en Werken, Verkeer enz Vanuit de beschrijving van deze thema s is een aanzet gegeven voor een beoordelingskader voor het MER. Dat beoordelingskader komt terug in de multicriteria analyse in deze nota variantenafweging. De Startnotitie is ter inzage gelegd zodat eenieder daarop kon inspreken. Stap 2 Richtlijnen, Commissie voor de m.e.r. en inspraakreacties (augustus 2009) De Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben de richtlijnen vastgesteld die gehanteerd dienen te worden voor het MER. Bij het vaststellen van de richtlijnen voor het MER hebben de Gedeputeerde Staten rekening gehouden met de startnotitie, de daarop volgende inspraakreacties en het advies van de onafhankelijke Commissie voor de m.e.r. 1 Faalmechanisme: een van de veiligheidsaspecten waarop de dijk wordt beoordeeld zoals hoogte en stabiliteit februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

11 Stap 3 Variantenafweging (voorliggend document) De variantenafweging beschrijft de trechtering na de Startnotitie van oplossingsrichtingen via varianten naar een voorkeursvariant per dijksectie. Een uitgebreide beschrijving van de systematiek van deze stap volgt in hoofdstuk 3. Stap 4 DO Na de afronding van de Nota Variantenafweging, en zodra bekend is wat het VKA is, wordt het Definitief Ontwerp gemaakt. Het DO is een nadere, technische, uitwerking van het VKA dat is gebaseerd op de vigerende (ontwerp)leidraden. Het DO beschrijft daarbij meer in detail wat de afmetingen en opbouw van de versterkte waterkering zijn en hoe deze gerealiseerd moeten worden. Uitkomsten van diverse onderzoeken en studies t.b.v. de dijkversterking worden daarbij meegenomen om het ontwerp zo goed mogelijk in te passen en aan te laten sluiten bij de uitkomst van de variantenafweging. Het DO dient als basis voor het Dijkversterkingsplan. Het DO levert tevens informatie voor de kwantitatieve effectbeoordeling in het MER. In het MER zal gedetailleerder dan in de nota variantenafweging worden beschreven wat effecten zijn op de milieuthema s voor de voorkeursvariant. Stap 5 Milieueffectrapportage (MER) en Ontwerp dijkversterkingsplan De volgende stap is het opstellen van het MER parrallel aan het Ontwerp dijkversterkingsplan (zie hierna). Het MER beschrijft: Waarom de dijkversterking nodig is; De waarden van het gebied waar de ingreep plaatsvindt (Marken, de dijk en de directe omgeving daarvan); Het voornemen / de ingreep (de dijkversterking) ; Alternatieven en varianten die daartoe zijn onderzocht; De effecten van de ingreep in de omgeving; Het voorkeursalternatief en het Meest Milieuvriendelijke Alternatief. Het MER maakt onderscheid in milieueffecten tijdens de aanleg, het gebruik en het beheer van de dijkversterking. Op deze wijze worden de milieuaspecten volwaardig meegewogen in het besluitvormingsproces op weg naar het definitieve dijkversterkingsplan. Gedeputeerde Staten gebruikt de objectieve milieu-informatie (het MER) bij het goedkeuren van het Dijkversterkingsplan. Het MER maakt voor een belangrijk deel gebruik van gegevens uit de nota variantenafweging. De trechtering van oplossingsrichtingen naar een voorkeursvariant per dijksectie wordt ook in het MER beschreven. Daarnaast volgt in het MER een beschrijving van de huidige situatie en autonome ontwikkeling van de verschillende milieuthema s. Zo wordt er bijvoorbeeld ingegaan op de belangrijke natuurwaarden (o.a. EHS, Natura2000), de recreatieve waarde van het eiland en de dijk als fiets en wandel route, de belangrijke cultuurhistorische waarden enz. Stap 6 Dijkversterkingsplan Het Dijkversterkingsplan komt in twee stappen tot stand. Het ontwerp dijkversterkingsplan dat gezamenlijk met het MER ter inzage wordt gelegd in het kader van de m.e.r. procedure. En het definitief Dijkversterkingsplan dat opgesteld wordt nadat de procedure voor het MER is doorlopen. Allereerst wordt parallel aan het MER het ontwerp Dijkversterkingsplan opgesteld. Het Ontwerp Dijkversterkingsplan beschrijft hoe de dijk eruit komt te zien na de versterking en hoe het beheer van de dijk na realisatie is. Het ontwerp Dijkversterkingsplan maakt voor een belangrijk deel gebruik van de gegevens uit het DO. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

12 Tenslotte wordt na de m.e.r. procedure het definitieve dijkversterkingsplan vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Hierin zijn alle zienswijzen meegenomen die op het MER en Ontwerp dijkversterkingsplan zijn ingediend. 1.3 Risico gestuurde aanpak Voor het project is een aantal risico s geformuleerd, deze zijn te vinden in de risicotabel (zie bijlage 1). De belangrijkste risico s of toprisico s zoals die bij de start van het project zijn geformuleerd zijn: Omgeving Aantasting van beschermd stads-/dorpsgezicht Technisch ontwerp conflicteert met lokale belangen Veiligheid(-sbeleid) De robuustheid van het uitgewerkt ontwerp is niet gewaarborgd [HHNK] Beheer/Financiën Het uitgewerkte ontwerp in het OVDP voldoet niet aan de vereiste planperiode van 50 jaar Huidig gereserveerde budget binnen HWBP is niet toereikend Tijd Planning Planstudie niet haalbaar (1 juli vastgesteld DVP) HWBP onder druk; Realisatie wordt uitgesteld Planning wordt niet gehaald, door Bestuurlijk Traject De manier waarop wordt toegewerkt naar een voorkeursalternatief dat als basis dient voor het Dijkversterkingsplan is er op gericht met passende beheersmaatregelen de kans van optreden van deze risico s tot een minimum te beperken. Gedurende de variantenafweging is risicobeheersing dan ook steeds aan de orde geweest: In het RWS-DHV kernteam, waarin ook HHNK participeert In de overleggen met projectgroep en klankbordgroep; Als aanleiding voor aanvullende onderzoeken (onderzoeken bieden meer inzicht en reduceren daarmee onzekerheid); Verweven in de multicriteria analyse (de varianten worden gescoord op het oplossen/ beperken van risico s); Door voortschrijdend inzicht zijn risico s aangevuld en bijgesteld. Meer hierover in paragraaf Leeswijzer In dit eerste hoofdstuk is de achtergrond beschreven en is ingegaan op het proces dat leidt tot een dijkversterkingplan, de nota variantenafweging is daarin een belangrijke stap. In hoofdstuk 2 wordt de uitgangspositie beschreven, er wordt daar ingegaan op de inhoud. Er wordt ingegaan op de randvoorwaarden voor een veilige dijk en daarna op de uitgangspunten vanuit het (unieke) gebied waar de ingreep plaatsvindt. In hoofdstuk 3 wordt het proces van variantenafweging, ook wel trechteringsproces, beschreven. Daar wordt duidelijk welke methodiek er gehanteerd is om tot een voorkeursvariant per dijksectie te komen. Hoofdstuk 4 beschrijft vervolgens die trechtering, het gaat daarop inhoudelijk in. Dit is de beoordeling. Het laatste hoofdstuk 5 beschrijft kort het vervolg van het dijkversterkingsproject februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

13 2 DE BAGAGE: VARIABELEN, RANDVOORWAARDEN EN UITGANGSPUNTEN In dit hoofdstuk worden de algemene en de inhoudelijke randvoorwaarden en uitgangspunten voor de variantenafweging besproken, of te wel de bagage waarmee de voorkeursvariant uiteindelijk tot stand kan komen. Het gaat om randvoorwaarden voor een veilige dijk en uitgangspunten vanuit het gebied. 2.1 Algemene uitgangspunten Bij de totstandkoming van het Dijkversterkingsplan en dus ook bij de afweging van varianten geldt een aantal algemene uitgangspunten. Deze komen onder andere voort uit de Startnotitie, de daaropvolgende onderzoeken en gesprekken met belangenorganisaties en bewoners. De inhoudelijke uitgangspunten worden in de overige paragrafen van dit hoofdstuk beschreven. Hieronder volgt een opsomming van de algemeen geldende uitgangspunten. Bij de start van het project geformuleerd: Het project is in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) opgenomen. Hierbij dient binnen het gereserveerde budget de veiligheid van de waterkering op een sobere en doelmatige wijze verbeterd te worden; Er wordt gestreefd naar een brede onderzoek-insteek, die ruimte biedt voor optimale benutting van de markt mede voor het vinden van de optimale oplossing (o.a. kosteneffectief, integraal en duurzaam), waarin win-win combinaties met andere partijen mogelijk zijn; Draagvlak bij meerdere omgevingspartijen is van belang voor goede en snelle besluitvorming; Het eiland Marken is een beschermd dorpsgezicht (nationaal monument); de richtlijnen zijn hiervoor door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap danwel de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) vastgesteld; ook dient er rekening te worden gehouden met de ijsbrekers ter bescherming van de Rozewerf als provinciaal monument zijnde; Om de omvang van de versterking mogelijk te kunnen beperken (i.v.m. de zettingsgevoelige ondergrond) moeten verschillende scenario s ten aanzien van de planperiode en het overslagdebiet beschouwd worden. Gedurende het project zijn door voortschrijdend inzicht diverse uitgangspunten en risico s aangevuld en bijgesteld. De Rozewerf dient vanwege de nabijheid tot op de dijk en de unieke cultuurhistorische waarde als aparte dijksectie te worden behandeld; De hoge verwachtte kruindaling conform de Startnotitie gaf aanleiding om in de variantenstudie ook een niet-integrale dijkversterking 2 te onderzoeken. In eerste instantie (o.b.v. info Startnotitie) bood dit alleen realistische kansen voor de Rozewerf. Na uitvoeren van aanvullende deformatieen zettingsanalyses bleek dat een niet-integrale versterking voor de hand ligt voor de Rozewerf (50 jaar veilig) en een optie zou kunnen zijn voor de Westkade (ca. 20 jaar veilig, uit het oogpunt van kruinhoogte). Vereiste planperiode van 50 jaar of 25 jaar. De uitkomst van aanvullende deformatie-analyses wijzen uit dat het uitgangspunt voor de verwachte kruindaling vanuit de Startnotitie zodanig bijgesteld moet worden (meer dan gehalveerd) dat versterken voor 50 of 25 jaar weer een realistische orde grootte krijgt. 2 Onder niet-integrale versterking verstaan wij een versterking waarbij slechts de elementen waarvoor in de tweede toetsronde een tekortkoming is geconstateerd worden aangepakt. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

14 De planstudie voor de versterking van de Omringkade wordt uitgevoerd door de huidige beheerder; Rijkswaterstaat Noord-Holland. Na afronding van de planstudie, maar voor de start van de uitvoeringswerkzaamheden zal de Omringkade Marken worden overgedragen naar het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Integraal versterken versus alleen de geconstateerde tekortkomingen aanpakken Het vertrekpunt: randvoorwaarden voor een veilige dijk De eerste randvoorwaarde en de aanleiding voor de dijkversterking (zie paragraaf 1.1) is het maken van een dijk die voldoet aan de veiligheidseisen. Om deze veiligheidseisen te kunnen inwilligen zijn technische uitgangspunten opgesteld. Deze worden hieronder besproken. Het dijkontwerp moet uiteindelijk aan al deze uitgangspunten voldoen om de projectdoelstelling, het maken van een veilige dijk, te kunnen behalen. Deze oplossingen staan globaal beschreven in de startnotitie (Arcadis, juni 2008) en zijn het vertrekpunt van de variantenafweging (Hoofdstuk 4). Het probleem: omringkade voldoet niet aan veiligheidseisen Uit de tweede toetsronde is gebleken dat de west- en zuidzijde van de primaire waterkering rond Marken op meerdere plaatsen niet voldoet aan de wettelijke norm. Globaal kan gesteld worden dat bijna overal de steenbekleding op het buitentalud een probleem vormt (afgekeurd dan wel gedeformeerd). Daarnaast is er een drietal plaatsen waar sprake is van stabiliteitsproblemen aan de binnenzijde van het talud of een probleem met de kruinhoogte. Figuur 2.1 Dijk voldoet niet aan veiligheidseisen februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

15 Hieronder is per dijksectie het specifieke veiligheidsprobleem beschreven: Dijkdeel Dijksectie van dp tot dp veiligheidstekort Westkade 8a 75,0 78,0 Steenbekleding (onvoldoende) 1a 1,0 9,0 Steenbekleding (lokaal onvoldoende) 1b 9,0 12,0 Steenbekleding (lokaal onvoldoende) en macrostabiliteit binnenwaarts Zuidkade 2a 12,0 13,0 Steenbekleding (onvoldoende) 2b 13,0 16,0 Steenbekleding (onvoldoende) 2c 16,0 20,5 Steenbekleding (gedeformeerd) 3 20,5 27,0 Steenbekleding (gedeformeerd) en macrostabiliteit binnenwaarts 4a 27,5 34,0 Steenbekleding (gedeformeerd) 4b 34,0 38,0 Steenbekleding (onvoldoende) en kruinhoogte 4c 38,0 41,0 Steenbekleding (onvoldoende) 4d 41,0 42,0 Steenbekleding (onvoldoende) 4e 42,0 46,0 Steenbekleding (lokaal (onvoldoende)) De technische variabelen en de uitgangspunten De belangrijkste randvoorwaarde voor de dijkversterking is dat een dijk wordt gerealiseerd die voor langere tijd veilig is en daarom voldoet aan de huidige vigerende leidraden. Om tot een uniforme aanpak en interpretatie van de leidraden en technische rapporten te komen, hanteert Rijkswaterstaat voor de dijkversterking van Marken de nota Uitgangspunten Markermeerdijken van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier die zij gebruiken voor hun dijkversterkingen rond het Markermeer. De te hanteren planperiode (en daarmee samenhangend de zettingen) en het overslagdebiet zijn bepalend voor de vorm en omvang van dijkversterking. De planperiode en het overslagdebiet bepalen bijvoorbeeld hoe hoog de dijk moet worden en hoe flauw de taluds moeten worden. De keuze voor een bepaalde planperiode, voor een bepaald overslagdebiet en voor een bepaalde mate van zettingen is dus ook van invloed op de beoordeling en de afweging van de varianten. Dit zijn dan ook de eerste variabelen waarvoor bepaalde varianten worden beoordeeld (zie hoofdstuk 4 paragraaf 4.1, 1 e beoordeling). De ingreep Het binnenwaarts versterken, buitenwaarts versterken en vierkant versterken 3 zijn het vertrekpunt voor de variantenafweging. Deze drie oplossingsrichtingen komen deels voort uit de Startnotitie (ARCADIS, 2008) en deels uit de eerder uitgevoerde variantenafwegingen voor versterking Omringkade Marken. Aan de hand van de eerste beoordeling worden de oplossingsrichtingen verder uitgewerkt tot varianten. In paragraaf 4.2 wordt beschreven hoe de oplossingen er per sectie uitzien en wat de ingreep precies behelst. In paragraaf 4.3 worden deze oplossingsrichtingen met elkaar vergeleken en afgewogen (1 e kwalitatieve beoordeling). Bij de versterking wordt, conform de startnotitie, in principe uitgegaan van het integraal versterken van de dijk. Dit betekent dat de dijk, die op één of meer faalmechanismen is afgekeurd, bij versterking zodanig wordt verbeterd dat de dijk voor de gehele planperiode op alle faalmechanismen veilig is. Dit kan 3 Vierkant versterken betekent dat de kruin van de dijk op dezelfde plek blijft als in de huidige situatie. De dijk wordt hierbij zowel naar buiten als naar binnen in grond versterkt. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

16 betekenen dat bijvoorbeeld delen wel worden opgehoogd terwijl uit de veiligheidstoets geen kruinhoogtetekort was geconstateerd. Dit aangehaalde voorbeeld speelt op Marken een belangrijke rol in de dijkversterking. Uit de veiligheidstoets is gebleken dat er op dit moment slechts op één locatie een kruinhoogtetekort is geconstateerd. Het is echter zo dat de dijk voor een langere planperiode van 50 of 25 jaar versterkt moet worden. Dit betekent dat de kruinhoogte van de versterkte dijk ook aan het eind van deze planperiode nog moet voldoen aan de norm. Aangezien de ondergrond van Marken zettingsgevoelig is kent de huidige dijk jaarlijks al zekere autonome kruindaling. Voor het ontwerp betekent dit dat in de nieuwe ontwerphoogte deze jaarlijkse zetting al verdisconteerd moet worden. In de praktijk betekent dit dat de dijk op nagenoeg alle secties, naast het aanpakken van het geconstateerde veiligheidstekort, ook opgehoogd zal moeten worden als een planperiode van 50 of 25 jaar in ogenschouw wordt genomen. Als een kortere periode van ca. 20 jaar of minder wordt bekeken zou een belangrijk deel van de Westkade niet opgehoogd hoeven te worden. 2.3 Het gereedschap: uitgangspunten vanuit het gebied De dijkversterking Marken wordt in een zeer karakteristiek en waardevolle plek in Nederland. De provincie, als bevoegd gezag en het RCE stellen eisen aan die versterking uit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit. Deze zijn in het Beeldkwaliteitsplan nader uitgewerkt. De samenhang tussen verschillende bijzondere eigenschappen, zoals bijvoorbeeld de werven met de karakteristieke bebouwing, de open weidegebieden met weidevogels, de smalle, kronkelende dijk en het contrast met het open water, maakt het eiland tot een uniek esemble in Nederland. De karakteristieke eigenschappen van het eiland en de functie van het eiland in de regio kunnen de uiterlijke verschijningsvormen van het dijkontwerp beïnvloeden en vice versa. Zo is het bijvoorbeeld van belang dat belangrijke natuurwaarden behouden blijven en dat de dijkversterking deze niet vernietigd. Naast technische uitgangspunten (paragraaf 2.1) worden daarom hieronder uitgangspunten vanuit het projectgebied geformuleerd. Allereerst worden hiervoor kort de eigenschappen van het gebied per thema besproken. De huidige situatie is ook beschreven in de Startnotitie (Arcadis, 19 maart 2008) en zal later uitgebreid aan bod komen in het MER. De thema s die hieronder worden beschreven vormen ook (samen met andere thema s zoals kosten) de criteria voor de multicritria analyse (zie 3.2) en het beoordelingskader in het MER. Het Beeldkwaliteitsplan beschrijft de landschappelijke en cultuurhistorische waarden waarmee bij de dijkversterking rekening moet worden gehouden (DHV, januari 2011). In het Beeldkwaliteitsplan vindt een verdiepingslag en/of uitwerkingslag plaats met betrekking tot de landschappelijke en de cultuurhistorische waarden. Aan de hand van een grondige analyse worden de uitgangspunten verder verfijnd en concreet gemaakt in ontwerpprincipes. Er wordt uiteindelijk op het niveau van het dijkprofiel aangegeven hoe de dijk vanuit ruimtelijke kwaliteit eruit zou moeten zien. Zo kunnen de landschappelijke en cultuurhistorische waarden sturing gaan geven aan het dijkontwerp. Deze uitgangspunten zijn tot stand gekomen in overleg met vertegenwoordigers van de provincie en het RCE. De resultaten en conclusies uit het Beeldkwaliteitsplan worden meegenomen bij de afweging van de varianten (hoofdstuk 4). De karakteristieke eigenschappen van de dijk en het eiland De Omringkade van Marken is de begrenzing van een karakteristiek stukje Nederland. De fysiek ruimtelijke kenmerken van het eiland en de dijk geven de plek een bijzonder karakter. Omdat de karakteristieke eigenschappen zo goed zichtbaar en beleefbaar zijn, is ook het verhaal achter de plek (de ontstaansgeschiedenis en de strijd tegen het water) voelbaar. Het eiland lijkt een plek waar de tijd even stil heeft gestaan en waar de bewoners de geschiedenis levend houden: de bewoners dragen nog klederdrachten en de huizen hebben nog hun authentieke vormen en kleuren. Wanneer men van de dijk af februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

17 gaat, het eiland op, belandt men in een andere wereld. Een sprookjesachtig decor waar tegelijkertijd het leven van alledag plaatsvindt. De dijk is de begrenzing van dit bijzondere ensemble. In het Beeldkwaliteitsplan voor Marken zijn onderstaande kernkwaliteiten van het eiland benoemd. Het zijn de kwaliteiten van het eiland die in de directe omgeving van de dijk zijn gelegen en die dus beïnvloed kunnen worden door de dijkversterking. Onder andere aan de hand van onderstaande kwaliteiten wordt de MCA uitgevoerd. Kernkwaliteiten cultuurhistorie Verhaal van de strijd tegen het water nog zichtbaar Rijke cultuurhistorie: beschermd dorpsgezicht. Historische en archeologische waarden/elementen in relatie tot de dijk: de Rozewerf en de ijsbrekers, de onbewoonde werven en Reynseswerf, de Heuvel en de Noorderwerf, de verdronken werven buitendijks, de karakteristieke blokverkaveling en de vuurtoren van Marken. Kernkwaliteiten landschap Kleinschalige dijk om kleinschalig landschap Dijk en dijksloot als begrenzing van aparte belevingswereld: openheid, lage kom met karakteristieke opvallende elementen, natuur. Beleving van dijk én water vanaf het eiland Rozewerf als onderdeel van de dijk Continuïteit dijkprofiel Steil binnentalud Kernkwaliteiten gebruik Aan beide zijden van de dijk ligt waardevolle natuur Winterverblijfplaatsen ringslang in de omringkade Belangrijk gebied voor vogels: weidevogels (zomer), watervogels en doortrekkende steltlopers langs dijk (herfst), ganzen (winter) Vismigratie in dijksloot binnendijks, beschermde vissoorten buitendijks Wandel- en fietspad op de dijk: het rondje rond Marken. De dijk om op te recreëren (zonnebaden, zwemmen, surfen etc.) Zwemsteigers en strandjes naast de dijk Dijk niet toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer Woningen naast/op de dijk. Bovenstaande waarden van het eiland Marken zijn tevens weergegeven in figuur 2.2 en 2.3 en in bijlage 2. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

18 Figuur 2.2 Landschap en cultuurhistorie februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

19 Figuur 2.3 Ruimtelijke kwaliteit Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

20 De uitgangspunten en visie Zoals eerder beschreven is Marken een uniek stukje Nederland met een wettelijke bescherming. Bovengenoemde kwaliteiten van het eiland en de dijk moeten daarom zoveel mogelijk behouden blijven. In het Beeldkwaliteitsplan zijn hiervoor bouwstenen geformuleerd. Dit zijn de verschillende onderdelen van de dijk die samen het totale uiterlijk van de dijk vormen. Deze zogenaamde bouwstenen bepalen samen de karakteristieke eigenschappen zoals maat en schaal en de verhoudingen met het landschap en/of de bebouwing. Dit zijn eveneens de variabelen die door de technisch ontwerpers moeten worden ingevuld bij het maken van het dijkontwerp. Voor elke bouwsteen is een uitgangspunt geformuleerd. Dit zijn de zogenaamde ontwerpprincipes. De ontwerpprincipes zijn weergegeven in het principeprofiel in figuur 2.4. De ontwerpprincipes (de totstandkoming ervan) zijn nader toegelicht in het Beeldkwaliteitsplan. Ze moeten in het kader van deze variantenafweging gezien worden als een wens vanuit het Beeldkwaliteitsplan. Het Beeldkwaliteitsplan is opgesteld in nauw overleg met de provincie Noord Holland en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed. In welke mate de wensen overeind blijven hangt af van de technische haalbaarheid en de wensen vanuit beheer. Bouwstenen: 1. Kruinhoogte: maximaal + 0,5 m 2. Kruinbreedte: maximaal 4,0 m 3. Taludhelling binnenwaarts: zo steil mogelijk, maximaal 1: 2 4. Taludhelling buitenwaarts: zo steil mogelijk, maximaal 3 x binnen 5. Positie van de sloot: maximaal 1x breedte binnentalud 6. Bekleding: gras binnenwaarts, basalt buitenwaarts 7. Voorland: op maximaal 2 plekken mogelijk 8. Positie gebruiker/gebruik: op de dijk, meer ruimte gewenst dan momenteel beschikbaar Figuur 2.4 Het principeprofiel (Bron: Beeldkwaliteitsplan, DHV januari 2011) februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

21 3 WERKWIJZE: DE TRECHTERING Het proces dat wordt doorlopen om tot een voorkeursalternatief (VKA) te komen noemen we ook wel het trechteringsproces. Dat trechteringsproces volgt een systeem waarbij varianten onderling worden afgewogen en waarbij wordt gewerkt van grof naar fijn (verschijningsvorm) en van groot naar klein (schaalniveau). In dit hoofdstuk wordt deze systematiek beschreven. 3.1 Systematiek van het trechteren Gedurende het proces krijgen mogelijke oplossingen voor de dijkversterking in een nieuwe fase een andere vorm en een ander detailniveau (1): er wordt gewerkt van oplossingsrichtingen in de Startnotitie, via varianten naar het Voorkeursalternatief in de Nota Variantenafweging en het MER, naar een ontwerp in het Dijkversterkingsplan. Gedurende het proces worden mogelijk oplossingen in een nieuwe fase onderzocht en toegepast binnen een ander omgeving en op een ander detailniveau (2): er wordt gewerkt van dijktracé en dijksecties in de Startnotitie, naar dijkprofielen in de Nota variantenafweging, naar bouwstenen in het in het DO. Om te komen tot een goed onderbouwd en weldoordacht dijkontwerp passeren alle mogelijke oplossingen de revu en worden in elke fase de beste oplossingen geselecteerd en verder meegenomen in het proces. We doen dat steeds op een dusdanig detailniveau passend bij de fase waarin het project verkeert en de bijbehorende schaalniveaus van de ontwerpen. Zo hebben we het allereerst bijvoorbeeld over binnenwaarts versus buitenwaarts voordat we het hebben over het type bekleding. Na elk selectie-/keuzemoment worden de gekozen oplossingen verder uitgewerkt aan de hand van analyses en onderzoeksresultaten zodat in een volgende fase steeds specifiekere, realistischere en representatievere oplossingen ontstaan. Voor oplossingen die in een bepaalde fase afvallen wordt de argumentatie opgeschreven. Het trechteringsproces is schematisch weergegeven in figuur 3.1. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

22 Figuur 3.1 Het terchteringsproces Van grof naar fijn: Oplossingsrichting: principeoplossing voor veiligheidsprobleem (toepasbaar op hele dijktracé) Variant: oplossing voor veiligheidsprobleem voor specifieke plek (dijksectie) Voorkeursalternatief: een aaneenschakeling van (best passende) voorkeursvarianten Definitief Ontwerp: uitgewerkt en op maat gemaakt Voorkeursalternatief met bijbehorende maatregelen op een specifieke plek Van groot naar klein: Dijktracé: alle delen van de dijk die versterkt moeten worden Dijksectie: deel van het dijktracé met (locatie) specifieke ruimtelijk samenhang en herkenbaarheid (en daardoor specifieke oplossingen) Dijkprofiel: dwarsdoorsnede/zijaanzicht van de dijk Bouwstenen: onderdelen van de dijk die variabel zijn en die het uiterlijk en de verschijningsvorm van de dijk bepalen februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

23 3.2 In deze nota Het trechteren van oplossingsrichtingen naar een vookeursalternatief gebeurd in deze nota in 3 stappen. Hierna beschrijven we hoe we die stappen inzetten, in hoofdstuk 4 worden ze inhoudelijk beschreven. De stappen zijn tevens in figuur 3.2 schematisch weergegeven. Figuur 3.2 De drie stappen van het beoordelingsproces Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

24 Stap 1: 1 e trechtering: van oplossingsrichtingen uit de Startnotitie naar realistische varianten per dijksectie, belangrijke keuzes! In de eerste stap is een afweging gemaakt tussen de oplossingsrichtingen uit de Startnotitie. Deze beoordeling is tweedelig: 1) Welke oplossingsrichtingen zijn realistisch? En vervolgens 2) Welke keuzes maken we binnen die oplossingsrichtingen die dan overblijven en worden meegenomen als variant?. Het gaat in deze eerste stap om een beargumenteerde selectie uit de oplossingsrichtingen en nog niet om een nadere verdieping ervan. De realistische varianten zijn tot stand gekomen door middel van het beoordelen van meerdere oplossingsrichtingen uit de Startnotitie op basis van een aantal belangrijke keuzes. Het is in de trechtering naar een voorkeursalternatief belangrijk eerst deze belangrijke keuzes te maken alvorens verder te gaan. Deze keuzes zijn namelijk van grote invloed op de maatvoering van het dijkontwerp en dus op de effecten die dat heeft op de omgeving. Het gaat om: De keuze tussen 1,0 l/m/s versus 0,1 l/m/s overslagdebiet De keuze tussen een planperiode van 50 jaar versus een planperiode van 25 jaar De keuze voor realistische varianten. In het licht van bovenstaande keuzes en een eerste idee van de maatvoering vallen bepaalde varianten af. Bij het maken van een keuze voor bovengenoemde punten speelt een aantal criteria een rol. Deze criteria zijn behandeld op een passend (abstract) niveau om een keuze te kunnen maken, het gaat dan om: Maatvoering; Wat is het verschil in maatvoering tussen de keuzes. Kosten; Wat is het verschil in kosten voor de aanleg en beheer in de keuzes en wat vinden de belangrijkste partijen daarvan. Beheersbaarheid, uitvoerbaarheid, uitbreidbaarheid, technische toepasbaarheid. Risico s; wat is het verschil in de mate van beheersbaarheid van risico s. Kwalitatieve milieueffecten, de belangrijke keuzes hebben een effect op diverse milieuthema s vooral vanwege het verschil in ruimtebeslag. Deze spelen een rol bij het maken van de keuze. Nadat de belangrijke keuzes gemaakt zijn is het mogelijk de realistische varianten voor de dijkversterking te presenteren. De keuzes en de realistische varianten worden beschreven in paragraaf 4.1, daar komen dus ook de criteria aan bod. Stap 2: 2 e trechtering van varianten naar een voorkeursvariant per dijksectie (effectbeoordeling via MCA) Het doel van deze fase is om vanuit de realistische varianten uit de eerste stap te komen tot een voorkeursvariant per dijksectie. De afweging van deze varianten is gedaan met behulp van een Multicriteriaanalyse (zie ook hierna). Dit houdt in dat de varianten per dijksectie zijn beoordeeld op de effecten die ze hebben op verschillende milieuthema s. De beoordeling vond plaats in een ontwerpsessie en de daarop volgende uitwerking van de resultaten door specialisten (ecoloog, landschapsarchitect, adviseur geotechniek enz..). Bij de beoordeling van de varianten is gebruik gemaakt van diverse gegevens: De Startnotitie voor de m.e.r. waarin een beoordelingskader is gegeven en waarin de eerste beschrijving is gegeven van de waarden in het gebied. De richtlijnen voor het MER van het Bevoegd Gezag de provincie Noord Holland. Omgevingsanalyse in het kader van de Startnotitie. Onderzoek naar de zettingsproblematiek (o.a. Hansje Brinker) Het Beeldkwaliteitsplan met daarin een beschouwing over de ruimtelijke kwaliteit van de dijk en de directe omgeving. Er is met name ingegaan op landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden. Cultuurhistorisch en archeologisch onderzoek door bureau Vestigia. Overleggen met Projectgroep en Klankbordgroep februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

25 Ervaring uit andere dijkversterkingen en specifiek de dijkversterking tussen Edam en Amsterdam De uitkomsten van deze beoordeling per variant zijn vervolgens met elkaar vergeleken. Uit de vergelijking is een voorkeur voor een variant per dijksectie gekomen, de variant die de minste negatieve effecten heeft/ de meeste positieve effecten heeft. De beschrijving van de effecten per variant en de keuze voor de voorkeursvariant wordt gegeven in hoofdstuk 4. Stap 3: Van voorkeursvariant per dijksectie naar Voorkeursalternatief Om te komen tot een Voorkeursalternatief dat kan dienen als basis voor het DO en MER is een laatste slag nodig. In deze stap worden de voorkeursvarianten per dijksectie met oog voor het geheel als het ware aan elkaar geknoopt. Uit de MCA is duidelijk geworden wat de effecten zijn, daarom worden in deze stap ook uitgangspunten geformuleerd ten behoeve van het DO. De aaneenschakeling van voorkeursvarianten met de lijst aan uitgangspunten voor het ontwerp vormen het vertrekpunt voor het DO. 3.3 De multi criteria analyse (MCA) De Multi Criteria Analyse (MCA) is een methode om varianten met elkaar af te wegen en het trechteringsproces te doorlopen. (In MER terminologie wordt gesproken over effectbeoordeling op basis van een beoordelingskader). Oplossingsrichtingen en Varianten worden aan de hand van diverse criteria beoordeeld en gescoord. Het gaat daarbij om criteria die zijn opgesteld vanuit allerlei disciplines (zie hierna). De MCA zal in dit project op verschillende momenten en in verschillende detailniveaus worden ingezet. Hoe eerder in het traject van variantenafweging hoe abstracter en kwalitatiever de MCA (ten tijde van de start van de nota variantenafweging), hoe later in het proces hoe gedetailleerder en kwantitatiever (in het MER). Gevoeligheid van de criteria Door het toepassen van de MCA kunnen keuzes worden gemaakt voor bepaalde varianten en uiteindelijk het VKA aan de hand van de gevoeligheid die men toekend aan een criterium. Deze gevoeligheid is een waarde die wordt toegekend aan het criterium zodat de score van het criterium voor die bepaalde variant meer of minder kan worden meegewogen in de totale beoordeling. Deze waarde/gevoeligheid van een criterium is altijd onderwerp van discussie. Het gaat er om dat bij de afweging van varianten verschillende criteria toch met elkaar kunnen worden gewogen. Hoe vergelijken we de landschappelijke impact aan de ene kant van de dijk met de impact op natuur aan de andere kant? Dat is niet in getallen weer te geven. De gevoeligheid van de criteria komt in dit project tot uiting in de beschrijving van de effecten en variantenafweging (zie hoofdstuk 4). In die beschrijving zijn de nuances gegeven. De gevoeligheid van een bepaalde keuze wordt bepaald door: Wet- en regelgeving Beleid (rijks, provinciaal, en gemeentelijk) Gesprekken met belanghebbenden Gesprekken met projectgroep en klankbordgroep Onderzoeken Bureaustudie naar beleidsdocumenten Expert judgement; Uitgangspunten en risico s die in het project zijn geformuleerd Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

26 Beoordelingscriteria De MCA gebeurd zoals aangegeven aan de hand van beoordelingscriteria. Deze komen voort uit: 1. Startnotitie en daarop volgende Richtlijnen; Formeel is dit de belangrijkste input omdat de provincie (het Bevoegd Gezag) het uiteindelijke MER beoordeeld en daarbij gebruik maakt van de startnotitie, de richtlijnen en het advies van de commissie m.e.r. 2. Inbreng van de Projectgroep en Klankbordgroep: In het projectgroepoverleg van 19 mei 2010 is met de projectgroepleden besproken welke criteria meegewogen moeten worden; hetzelfde is op 17 mei gebeurd met de klankbordgroep. 3. Inbreng onderzoek/inventarisatie belangrijke waarden: zie paragraaf 2.2 en Beeldkwaliteitsplan, archeologische onderzoek (Vestigia). De criteria voor de MCA (en voor het beoordelingskader in het MER) zijn ingedeeld per milieuthema. Dat is de gebruikelijke indeling om te komen tot een voorkeursalternatief in milieueffectrapportages: Landschap o Landschapsbeleving o Landschapsidentiteit o Elementen, patronen en structuren Cultuurhistorie o Historische geografie o Historische bouwkunde o Archeologie Natuur o Natura 2000 o EHS o Flora- en Faunawet o Overige natuur Woon/werk/leefmilieu o Hinder (door geluid en stof) o Huizen en bedrijven (bedrijfsvoering) o Verkeer (langzaam verkeer, bereikbaarheid) Recreatie Bodem en water o Bodemkwaliteit/verontreiniging o Bodemverzet o Oppervlaktewater (kwaliteit en kwantiteit) o Grondwater (kwaliteit en kwantiteit) Beheer en onderhoud Kosten o Aanleg o Beheer en onderhoud o Verwerving Risico s, beheersbaarheid, uitvoerbaarheid, uitbreidbaarheid en technische toepasbaarheid Naast bovengenoemde lijst betrekken wij ook de risico s in de beoordeling. De risico s op aantasting van het beschermd dorpsgezicht en de unieke waarde van het eiland zijn geborgd via de thema s landschap en cultuurhistorie. De criteria beheersbaarheid, uitvoerbaarheid, uitbreidbaarheid en technische toepasbaarheid komen zoals gezegd vooral aan de orde in stap 1 van het trechteringsproces, in stap 2 zijn ze minder onderscheidend. Deze criteria zijn van een andere orde, ze hebben meer te maken met het doelbereik van het project. Het februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

27 zijn dus niet de formele milieucriteria maar ze zijn uiteraard wel belangrijk bij de beoordeling van varianten. Het criterium uitvoerbaarheid is meegenomen in de afweging binnenwaarts/buitenwaarts waarbij overigens voor beide alternatieven geldt dat het de voorkeur heeft om de werkzaamheden vanaf de waterzijde uit te voeren. De criteria technische toepasbaarheid en beschikbaarheid van materialen hebben meegespeeld in de afweging voor constructieve oplossingen en zijn overigens bij het bepalen van het voorkeursalternatief niet onderscheidend c.q. relevant. Genoemde criteria zijn belangrijk bij de verdere detaillering van het VKA in het DO. De betekenis van de variantenafweging voor de beheersing van de toprisico s van het project kan als volgt worden beschreven: Omgeving Aantasting van beschermd stads-/dorpsgezicht De nieuwe inzichten over de te verwachten zetting leiden tot een relatief bescheiden ingreep voor de dijkversterking. Daarmee is de kans van optreden van dit risico aanmerkelijk beperkt. Verdere fine-tuning vindt plaats door het hanteren van de eisen en aanbevelingen uit het Beeldkwaliteitsplan, -opgesteld in samenspraak met Provincie en RCE- en het bureauonderzoek van Vestigia naar de archeologische en cultuurhistorische waarden. Technisch ontwerp conflicteert met lokale belangen Vanaf mei 2010 zijn de belanghebbenden, inclusief de bewoners van de Rozewerf, verenigd in de Klankbordgroep meegenomen in het proces. Het concept VKA wordt ook met deze groep besproken. De kade ter plaatse van de Rozewerf is volgens de huidge inzichten voor de komende 50 jaar nog op orde. Overigens lijkt de omvang van de ingreep niet tot ontwerptechnisch onoplosbare conflicten te leiden. Bij de criteria woon/werk/leefmilieu en recreatie worden deze kwesties beschouwd. Veiligheid(-sbeleid) De robuustheid van het uitgewerkt ontwerp is niet gewaarborgd [HHNK] Met de nieuwe inzichten over de te verwachten zetting wordt een ontwerpperiode van 50 jaar weer realistisch. De vigerende ontewrprichtlijnen worden gehanteerd. Daarmee is de kans van optreden van dit risico beperkt geworden. Beheer/Financiën Het uitgewerkte ontwerp in het OVDP voldoet niet aan de vereiste planperiode van 50 jaar Zie hierboven bij veiligeheid. Huidig gereserveerde budget binnen HWBP is niet toereikend Rijkswaterstaat Noord-Holland, opdrachtgever en huidige beheerder, is in gesprek met het HWBP over de te verwachten kosten voor de dijkversterking. Daarbij wordt de in juli 2011 door DHV geactualiseerde SSK raming gehanteerd. De beschikbaarheid van middelen voor de dijkversterking wordt daarmee niet meer als een toprisico voor de realisatie van het projcet beschouwd. Tijd Oorspronkelijke planning Planstudie niet haalbaar (1 juli vastgesteld DVP) Het verkrijgen van een betrouwbaar beter beeld van de te verwachten zetting en van de beeldkwaliteitseisen heeft een aantal extra maanden gekost. Dat levert per saldo een Voorkeursalternatief op dat op alle andere toprisico s aanmerkelijk beter scoort dan verwacht aan de hand van de Startnotitie. Het betekent wel dat het definitief dijkversterkingplan naar verwachting niet eerder dan in het voorjaar 2012 beschikbaar zal zijn. HWBP onder druk; Realisatie wordt uitgesteld [PM/ in te vullen op basis van actuele informatie van RWS/NH] Planning wordt niet gehaald, door Bestuurlijk Traject Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

28 Naar verwachting zal de bestuurlijke besluitvorming over het dijkversterkingsplan bij de bescheiden ingreep die in dit Voorkeursalteratief besloten ligt niet tot vertraging leiden. Wijze van scoren van effecten Om een goede beoordeling van, en keuze tussen de verschillende realistische varianten te kunnen maken wordt elke variant gescoord op de genoemde criteria. De score wordt gegeven ten opzichte van de huidige situatie (de situatie waarin geen dijkversterking plaatsvindt). Tevens wordt er een onderscheid gemaakt tussen effecten tijdens de aanleg (bijvoorbeeld hinder van werkzaamheden voor bewoners) en permanente effecten. De scoring gebeurd aan de hand van een beoordeling op een 7-puntschaal die er als volgt uit ziet: /- 0 0/ = groot negatief effect - = negatief effect 0/- = beperkt negatief effect 0 = geen effect 0/+ = beperkt positief effect + = positief effect ++ = groot positief effect Het resultaat is een overzicht van de effecten per variant, per dijksectie. Als dat overzicht bekend is kan vervolgens worden gekozen voor een voorkeursvariant per dijksectie. (zie hiervoor paragraaf 4.3 en 4.4) Scores in perpectief Zoals wordt toegelicht in paragraaf 4.1 gaat het bij de dijkversterking op Marken om een relatief (ten opzichte van andere dijkversterkingen) geringe ingreep. De maatvoering van de verschillende varianten is zodanig dat effecten op de beoordeelde waarden klein zijn. Die relatief geringe impact is nog van groter betekenis als we vooral inzichtelijk willen maken wat de verschillen zijn tussen de varianten. Denk bijvoorbeeld aan het effect op het Natura 2000 gebied of het effect op recreatie. Figuur 3.3 maakt dit duidelijk. Toch wordt de MCA gebruikt om de (kleine) verschillen tussen de varianten weer te geven. Vervolgens zal een keuze worden gemaakt voor een voorkeursvariant (per sectie). Figuur 3.3 Het silhouet van Marken: een kleine dijk met een kleine ingreep februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

29 Voor een aantal thema s is hieronder een definitie van de begrippen gegeven om te kunnen begrijpen wat en hoe er precies wordt beoordeeld. Voor diverse thema s gelden bovendien randvoorwaarden en/of aandachtspunten. Landschap: landschapsbeleving gaat over de manier waarop gebruikers het landschap (de dijk en de directe omgeving) ervaren. De beleving heeft te maken met een waardeoordeel van de gebruiker. Termen die met de beleving te maken hebben zijn bijvoorbeeld stilte/drukte, mooi/lelijk, vol/leeg. De beleving heeft dus ook te maken met de (mogelijkheid tot) interactie met overige gebruikers. Landschapsidentiteit heeft te maken met de beleving van de fysiek ruimtelijke kenmerken van de dijk en de directe omgeving. Termen die hier een rol spelen zijn: grootschaligheid/kleinschaligheid, wijdsheid, de mate waarin het uiterlijk van de dijk aansluit bij het landschap (en andersom), uitzicht van de gebruiker. Elementen structuren en patronen: meer kwantitatieve aspect van landschap. Verdwijnen er kenmerkende landschappelijke lijnen en of objecten? Natuur: De scores voor natuur zijn gegeven onder de volgende randvoorwaarden: de dijkversterking vindt plaats buiten het stormseizoen (als je buitendijks wat doet), dus in het voortplantingseizoen, groeiseizoen. Dat is de meest ongunstige tijd om in de natuur zonder schade te werken. alle ingrepen vinden vanaf de buitenzijde van de dijk plaats. Een aandachtspunt bij het scoren van de effecten op natuur is dat men feitelijk slechts een zeer klein deel van de totale natuur beoordeelt en niet de natuur (alle soorten en hun leefgebied) als geheel. De effecten worden namelijk beoordeeld op de natuurwetgeving en de beschermde soorten en habitats, met de aan te vragen vergunningen in het achterhoofd. Verreweg de meeste soorten (en hun leefgebied) vallen zodoende buiten beschouwing omdat deze niet volgens de wet zijn beschermd, of niet als wezenlijke kenmerken of waarden worden meegenomen in de effectbeoordelingen. Voor deze categorie wordt een score toegekend onder de kop overige natuur. Hierbij moet ook in acht worden genomen dat de score voor N2000 gebieden zwaarder weegt dan de score voor de EHS. De Flora- en faunawet kent haar eigen, eenvoudig te beoordelen verbodsbepalingen. Voor natuur is het belangrijk om onderscheid te maken tussen tijdelijke effecten en permanente effecten. Werkzaamheden ten behoeve van de dijkversterking (de tijdelijke effecten) kunnen namelijk grote tijdelijke effecten hebben op diverse soorten (bijvoorbeeld verstoring tijdens voortplantingseizoen), maar op termijn kan de situatie weer neutraal worden. Het is ook mogelijk dat de tijdelijke effecten gering zijn (bijvoorbeeld verstoring van ringslangen), maar de nieuw ontstane, permanent blijvende situatie desastreus is (vernietiging winterverblijfplaatsen ringslangen in dijklichamen). Cultuurhistorie: Cultuurhistorie is de verzamelnaam voor alle sporen (in het landschap) uit het verleden die verwijzen naar menselijke activiteit. Cultuurhistorie is te verdelen in drie onderdelen: Historisch geografische en landschappelijke waarden. Dit zijn zichtbare elementen in het landschap zoals deze in de loop van vele eeuwen door mensen zijn gevormd. Denk hier aan dijken, terpen, kavelpatronen, nederzettingsvormen, wegen en de opbouw van dorpen en steden. Archeologische waarden. Hieronder vallen de sporen uit het verleden die zich onder de grond bevinden, zoals potscherven, vuursteentjes, sieraden, resten van nederzettingen. Resten met Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

30 een hoge/zeer hoge waarde kunnen worden benoemd tot archeologische monument en vallen dan onder de Monumentenwet. Historisch bouwkundige waarden. Dit zijn oude gebouwen zoals, molens, kerken, bunkers, forten, burchten, kastelen, sluizen, etc. Hieronder vallen ook gebouwen met een monumentale status (Rijks- of gemeentelijk monument). De Rijksmonumenten vallen onder de Monumentenwet. Woon-, werk-, leefmilieu De scores voor dit thema zijn gegeven onder de aanname dat de werkzaamheden plaatsvinden vanaf de buitenzijde van de dijk. Recreatie Bij het thema recreatie gaat het om de effecten van de dijkversterking op de recreatieve waarde van de dijk en de directe omgeving. Er is gekeken naar de effecten op routes (de dijk is een belangrijke recreatieve (wandel- en fietsroute) en op de effecten op recreatieve voorzieningen. Ook is gekeken naar de recreatieve beleving. Dat laatste aspect hangt sterk samen met het thema landschap. Bodem en Water Bij dit thema gaat het in de MCA met name om de effecten van de varianten op mogelijke bodemverontreiningingen (als die er zijn), het aantasten van oppervlaktewater zoals sloten, kanalen of ander openwater en de vraag of de varianten daarin onderscheidend zijn. Ook wordt er bij dit thema aandacht besteed aan grondwaterstromen. Dat kan relevant zijn voor funderingen van gebouwen of in andere gevallen bijvoorbeeld voor kwel. Ook hier gaat het er weer om of de varianten op dit punt onderscheidend zijn. In de beoordeling in hoofdstuk 4 zal blijken dat dat nauwelijks het geval is. De effecten op de grondwaterstand- en stroming zijn voor de beschouwde varianten niet onderscheidend. Zowel de permanente effecten van de dijkversterking op het grondwater als de tijdelijke effecten tijdens de uitvoering, zijn vanwege de beperkte omvang van de ingreep naar verwachting verwaarloosbaar, in aanmerking genomen dat constructieve oplossingen als damwanden waarschijnlijk niet zullen worden toegepast Kabels en Leidingen Er kunnen zich effecten voordoen op de ligging van Kabels en leidingen door een dijkversterking. Dat is bijvoorbeeld duidelijk het geval bij de dijkversterking tussen Edam en Amsterdam waar op korte afstand van de dijk dorpen zijn gelegen. In dat geval kunnen ook de varianten daar onderscheidend op scoren. In het geval van de dijkversterking Marken gaat het slechts om een paar locaties waar leidingen de dijk kruisen. De effecten op kabels en leidingen zijn daardoor ten eerste voor deze fase van het project te verwaarlozen en ten tweede gezien de marginale ingreep niet onderscheidend. Het thema kabels en leidingen is in deze nota dan ook verder niet meegenomen. Bij de uitwerking van het DVP zal aandacht worden besteed aan de effecten op kabels en leidingen die door het plan eventueel moeten worden verplaatst. Beheer en Onderhoud Ook bij dit thema gaat het vooral om de mate waarin de varianten onderscheidend zijn op de manier waarop ze beheerd kunnen worden. Voor een binnenwaartse en buitenwaartse variant is dat weinig onderscheidend. Wel is er bij constructieve oplossingen een effect te verwachten, omdat constructies minder goed te onderhouden zijn februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

31 Kosten De kosten voor de verschillende varianten zijn in deze nota ingeschat op basis van expert judgement. Er zijn geen kostenberekeningen per variant uitgevoerd. Dat is op dit punt in het planproces ook nog niet relevant en onderscheidend het gaat nu om de grote verschillen. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

32 4 VAN OPLOSSINGSRICHTINGEN NAAR VOORKEURSVARIANT: DE BEOORDELING Om van de oplossingsrichtingen uit de startnotitie tot een voorkeursalternatief (VKA) te komen zijn achtereenvolgens de oplossingsrichtingen, de varianten en de maatwerkoplossingen beoordeeld en aangescherpt (zie vorige hoofdstuk voor werkwijze). In dit hoofdstuk wordt de beoordeling per fase beschreven. Zo wordt inzichtelijk hoe van grof naar fijn is gewerkt en welke overwegingen ten grondslag liggen aan de voorkeursvariant en uiteindlijk aan het voorkeursalternatief. 4.1 Van oplossingsrichtingen naar realistische varianten: belangrijke keuzes In de Startnotitie is per dijksectie (zie figuur 4.1) een aantal oplossingsrichtingen beschreven voor de versterking van de Omringkade Marken. Hieruit is in de variantenafweging in eerste instantie een selectie gemaakt van realistische oplossingsrichtingen die een adequaat antwoord geven op het versterkingsvraagstuk. Naast de oplossingsrichtingen die in de Startnotitie zijn aangereikt, is vanuit Rijkswaterstaat nog een aantal aanvullende randvoorwaarden meegegeven voor de variantenafweging. Allereerst is als reactie op de hoge waarde van de prognose kruindaling gevraagd om naast de reguliere planperiode van 50 jaar ook kritisch te kijken naar de mogelijkheid om de planperiode te verkorten tot 25 jaar. Hiermee zou de omvang van de onderhavige dijkversterking door de gereduceerde kruinhoogte beperkt kunnen worden. Om deze twee planperioden tegen elkaar te kunnen afwegen is dan vanzelfsprekend de vraag aan de orde wat de keuze voor 25 jaar betekent voor de periode van 25 jaar die daarop volgt. Daarnaast is gevraagd om een afweging te maken van welk golfoverslag criterium (1,0 l/m/s of 0,1 l/m/s) bij de dijkversterking uitgegaan zou moeten worden. Een overslagdebiet van 1,0 l/m/s is veelal gebruikelijk bij dijkversterkingen en is subsidiabel door het HWBP. Een overslagdebiet van 0,1 l/m/s kan interessant zijn vanuit het oogpunt van beheer omdat dan weinig eisen aan de kruin en het binnentalud gesteld worden. Om de overslag te beperken moet de dijk echter wel hoger worden aangelegd waardoor de omvang van de versterking aanzienlijk toeneemt. Door de weinig draagkrachtige ondergrond werkt een verhoging van de dijk namelijk ook door in de stabiliteit van de rest van het grondlichaam. Deze uitgangspunten leiden tot drie belangrijke typen keuzes in de eerste trechtering: 1. keuze te hanteren overslagdebiet 2. keuze te hanteren planperiode en integraal/niet integraal versterken 3. keuze realistische en adequate oplossingsrichtingen (max. 3 per sectie) februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

33 Figuur 4.1 Overzicht indeling dijksecties Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

34 Keuze 1: overslagdebiet Het overslagdebiet is een maat om aan te geven hoeveel water er, ten tijde van maatgevende omstandigheden, per strekkende meter dijk over de dijk heen mag slaan. Het toelaatbaar overslagdebiet heeft daarmee een directe relatie met de kruinhoogte van de dijk: hoe minder water mag overslaan des te hoger moet de dijk zijn. Wordt meer overslag geaccepteerd, dan mag de dijk dus ook lager zijn. Een overslag debiet van bijvoorbeeld 1,0 l/s/m betekent dat er gemiddeld over tijd, per meter dijk, 1,0 liter water per seconde over de dijk heen mag slaan. Dit is het uitgangspunt dat het HWBP hanteert voor dijkversterkingen. Het toelaatbaar overslagdebiet is naast een criterium voor de hoogte tevens een criterium waaraan de sterkte en stabiliteit van de bekleding van het binnentalud en het binnentalud zelf van de dijk getoetst moet worden. Bij een overslagdebiet van 0.1 l/s/m worden er weinig eisen gesteld aan de binnendijkse bekleding, bij hogere overslagdebieten worden er conform de vigerende leidraden eisen gesteld aan de stabiliteit van het binnentalud en aan (het beheer van) de bekleding van dit talud om binnenwaartse erosie van de dijk te voorkomen. In een eerste variantenstudie is de mogelijkheid van een hoger overslagdebiet beschouwd (5 l/s/m); de beperkte- reductie van de ontwerpkruinhoogte die hiermee te bereiken is, was voor RWS geen reden om af te wijken van de gebruikelijke en geaccepteerde norm van 1,0 l/s/m/. Bij de versterking van de Omringkade speelt de mate van ophoging van de dijk een belangrijke rol. Door de zettingsgevoelige ondergrond van Marken (veen- en kleilagen) introduceert elke ophoging ten opzichte van de huidige situatie extra zakking en mogelijk vervorming van de dijk. Een grotere ophoging van de dijk levert meer zakking van het geheel die vervolgens weer met een extra ophoging moet worden gecompenseerd. Het is daarom zaak om de mate van ophoging zo veel mogelijk te beperken en zo dicht mogelijk bij de huidige dijk te blijven. Ook vanuit landschappelijk oogpunt is het gewenst om de omvang van de versterking zo veel mogelijk te beperken en zo dicht mogelijk bij de huidige dijk en zijn afmetingen te blijven. Inpasbaarheid en komen tot een geaccepteerd plan is immers een van de toprisico s van het project. Dit pleit er voor om uit te gaan van een regulier overslagdebiet van 1,0 l/m/s en niet te kiezen voor een lager debiet wat resulteert in een hogere benodigde kruinhoogte. Een nog hoger overslagdebiet toestaan, wat ook wel voorkomt, zal naar verwachting leiden tot een zeer flauw binnentalud wat vanuit landschappelijk oogpunt minder gewenst is. Kanttekening hierbij is dat vanuit lopende landelijke onderzoeken er indicaties zijn dat dijktaluds over het algemeen meer overslag kunnen weerstaan dan tot nu toe gedacht. Omdat dit nog niet definitief is wordt hier in de dijkversterking nog geen rekening mee gehouden. Een tweede argument om uit te gaan van 1,0 l/m/s is dat het dit het reguliere uitgangspunt voor dijkversterkingen is die door het HWBP worden gefinancierd. Vanuit dit uitgangspunt kunnen realistische versterkingen worden ontworpen volgens het uitgangspunt van een sober en doelmatig. Het toestaan van minder overslag en het aanleggen van hogere dijken is technisch gezien niet strikt noodzakelijk maar kan uit oogpunt van beheer en onderhoud gekozen worden. In dat geval zal de beheerder de meerkosten van dat deel van de versterking moeten financieren. Keuze voor overslagdebiet van 1,0 l/m/s Om de bovengenoemde redenen, het beperken van de omvang van de versterking en uit oogpunt van het realiseren van een sober en doelmatig ontwerp, heeft Rijkswaterstaat er daarom in 2010 voor gekozen om binnen het reguliere kader te blijven en voor de dijkversterking uit te gaan van een overslagdebiet van 1,0 l/m/s februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

35 Keuze 2: planperiode en integraal/niet integraal versterken De planperiode beslaat de periode waarover het nieuwe dijkontwerp moet voldoen aan de gestelde eisen. Het HWBP hanteert over het algemeen een planperiode van 50 jaar en bij hoge uitzondering en goede onderbouwing een planperiode van 25 jaar. Het doel van het uitgangspunt van 50 jaar is om daarmee voor een langere periode een veilige waterkering te hebben, (planstudie)kosten te beperken en te voorkomen dat binnen afzienbare tijd opnieuw overlast wordt veroorzaakt. Het streven is om maximaal 1x per generatie een dijkversterking uit te hoeven voeren. Het feit dat voor deze versterking gevraagd is om naast de reguliere planperiode van 50 jaar voor een versterking in grond ook een periode van 25 jaar mee te nemen, hangt samen met de bij aanvang van het project vanuit de Startnotitie beschikbare prognose voor de kruindaling gedurende de planperiode. Deze prognose ging uit van een jaarlijkse daling voor de Zuid- en Westkade van 20 mm respectievelijk 25 mm per jaar. Bij deze forse jaarlijkse daling betekent halvering van de planperiode ook een beperking van de benodigde kruinhoogte met ca. 50 tot 60 cm. Bij het hanteren van deze jaarlijkse daling bleek bovendien dat de dijk nagenoeg overal fors opgehoogd zou moeten worden als gevolg van compensatie van de daling gedurende de planperiode. Dit terwijl er op dit moment helemaal geen kruinhoogtetekort is. Deze constatering heeft in de loop van het project geleid tot het besluit om ook na te gaan in hoeverre een versterking die alleen gebaseerd is op het aanpakken van de actuele veiligheidsproblemen een haalbaar alternatief zou kunnen zijn. In overleg met de omgeving, de Provincie, HHNK en HWBP is besloten om deze zogenaamde niet integrale oplossingsrichting mee te nemen in het trechteringsproces. Deze oplossingsrichting is in de startnotitie niet aan de orde geweest. De niet integrale oplossingsrichting kijkt slechts naar het aanpakken van de geconstateerde tekortkomingen. Dit betekent dat daar waar bijvoorbeeld de steenbekleding van de dijk onvoldoende is, alleen de steenbekleding wordt aangepakt. De dijk wordt dan niet integraal versterkt en verhoogd voor een planperiode van 25 tot 50 jaar, zoals dat gebruikelijk is in overige dijkversterkingprojecten binnen het HBWP. De omvang van de huidige dijk verandert hiermee niet of nauwelijks. De niet integraal oplossingsrichting is echter alleen een realistische oplossing indien de huidige kruinhoogte gedurende een bepaalde tijdsduur voldoende hoog is om de autonome zettingen op te vangen. Wanneer de dijk namelijk niet lang genoeg na versterking van enkele onderdelen voldoet is het mogelijk dat de dijk in het uiterste geval al binnen een paar jaar niet meer voldoet terwijl de uitvoering van deze dijkversterking nog bezig is of kort na de afronding. Op alle trajecten (exclusief de Rozewerf) zou de kruinhoogte, afhankelijk van de locatie, binnen enkele jaren tot ca. tien jaar niet meer voldoen aan de toetshoogte volgens het VTV. Uit deze analyse van de relatie ontwerpkruinhoogte prognose kruindaling met de bijbehorende benodigde ophoging van de huidige kade werd steeds meer duidelijk dat de beschikbaar gestelde prognose kruindaling een cruciale rol speelde in de beheersing van een van de belangrijkste toprisico s van het project, de (landschappelijke) inpassing van de versterking in het beschermde dorpsgezicht van Marken en het realiseren van een door de omgeving geaccepteerd plan. Uit nadere analyse door DHV bleek dat de aangeleverde basisgegevens onvoldoende zekerheid gaven om de aangeleverde prognose te reproduceren en bovendien gaven nieuw gevraagde inmetingen een ander, lager, beeld van de kruindaling. Om de actuele kruindaling beter in beeld te krijgen is een deformatie-onderzoek uitgevoerd waarna DHV een analyse heeft uitgevoerd op deze en andere later beschikbaar gekomen data. Deze analyse onderschrijft het eerdere vermoeden dat de prognose uit de Startnotitie te conservatief is en waarschijnlijk is gebaseerd op een periode direct na de laatste dijkversterking. De nieuwe prognose van de kruindaling varieert tussen de 3 mm en 7 mm per jaar. Hiervan uitgaande spreken we bij Marken niet meer over een Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

36 zeer omvangrijke kruinverhoging bij een planperiode van 50 jaar. Mocht deze informatie bij de start van het project of al bij de Startnotitie bekend zijn geweest dan was een afweging tussen 50 of 25 jaar waarschijnlijk niet zo prominent meegegeven. Versterking voor een planperiode van 25 jaar geeft een ophoging van de kruin van slechts 10 tot 45 cm tegenover 40 tot 75 cm voor 50 jaar. In dat licht wordt het aanpassen van een dijk en het ophogen van de kruin voor slechts 10 cm in het geval van de Westkade over het algemeen niet als efficiënt en doelmatig gezien. Dan kan beter meteen voor de volle planperiode van 50 jaar 45 cm worden opgehoogd. Wordt nu naast deze twee planperiodes de niet-integraal variant gezet dan blijkt dat voor de Westkade de kruindaling dusdanig laag is dat de dijk, uitgaande van de huidige hoogte, nog zeker 20 jaar voldoet aan de toetsnorm conform het VTV. Voor de Zuidkade geldt dit niet, daar zakt de kruinhoogte al binnen enkele jaren onder de toetsnorm hoogte. Uitzondering hierop vormt de Rozewerf, daar voldoet de kruinhoogte nog meer dan 50 jaar aan de toetshoogte conform het VTV. Ophogen is hier daarom niet noodzakelijk. Voor de Westkade zou de dijk nog zeker 20 jaar vooruit kunnen zonder kruinophoging terwijl uitgaande van een planperiode van 25 jaar er voor de ontwerphoogte maar 10 cm opgehoogd zou moeten worden. Voor een beperkte extra kruinhoogte en winnen van slechts een paar jaar zou in verhouding veel aanpassing aan de dijk noodzakelijk zijn. Daarom zou niet integraal versterken voor de Westkade eventueel een optie kunnen zijn naast de reguliere planperiode van 50 jaar. Versterken voor een planperiode van 25 jaar levert weinig extra veiligheid op maar kost in verhouding veel meer. Om die reden is 25 jaar voor de Westkade geen realistische optie. Bij de niet-integraal oplossingsrichting moet wel gerealiseerd worden dat de dijk binnen een aanzienlijk kortere periode dan de reguliere planperiode van 50 jaar weer versterkt moet worden. Gezien het feit dat overal de steenbekleding de aanleiding voor de versterking is zal er in elk geval een nieuwe harde bekleding op het buitentalud aangebracht moeten worden. De aanleg hiervan beperkt direct de speelruimte rond de versterkingsmogelijkheden van de volgende versterking. Onder andere om die reden zal bij het versterken voor de niet-integraal variant vanuit de beheerder ook al gevraagd worden om de versterking toekomstbestendig/uitbreidbaar te maken. In de praktijk betekent dit dat de basis van de dijk al gereed gemaakt moet worden voor de eerstvolgende kruinverhoging. Voor de Westkade zou dit inhouden dat de dijk bij de niet-integraal oplossing dan wel niet opgehoogd zou moeten worden, maar dat toch aan de basis van de dijk het nodige grondwerk verzet moet worden terwijl dan nog steeds binnen enkele tientallen jaren een versterking nodig is. Gezien de slechts beperkte ophoging om direct voor een planperiode van 50 jaar de dijk in 1x te versterken is niet-integraal versterken met een tweede versterking binnen 20 jaar niet efficiënt. Om die reden wordt voor de Westkade gekozen voor een integrale versterking voor een planperiode van 50 jaar en wordt een niet-integraal oplossing niet verder meegenomen. Voor de Zuidkade is niet-integraal versterken geen optie maar valt integraal versterken voor een planperiode van 50 jaar binnen de normale omvang van dijkversterken. Eventueel kan gekeken worden naar het hanteren van een planperiode van 25 jaar, maar dit levert slechts een kleine beperking van de ophoging op terwijl al wel geanticipeerd moet worden op de volgende dijkversterking over 25 jaar. Keuze voor planperiode van 50 jaar Door het onderbouwd kunnen reduceren van de prognose van de kruindaling aan de hand van actuele data en analyses blijkt het versterken voor een reguliere planperiode van 50 jaar een realistische omvang krijgt. Omdat deze omvang voor het toprisico van het project beperkt is beschouwen wij deze planperiode als doelmatig en adequaat. Een kortere planperiode van 25 jaar levert een beperkte reductie van de ophoging op terwijl wel de gehele dijk aangepakt moet worden. Bovendien moet al geanticipeerd worden op de volgende versterking binnen één generatie wat ook weer de nodige plankosten en overlast met zich meebrengt februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

37 Keuze 3: oplossingsrichtingen uit de Startnotitie In de Startnotitie is uit een breed scala aan mogelijke oplossingsrichtingen voor dijkversterking een eerste selectie gemaakt van in dat stadium reëel geachte oplossingrichtingen. In de voorliggende variantenafweging is uit deze eerste selectie, na nadere beschouwing van de aard en omvang van het probleem, een definitieve selectie gemaakt van hooguit drie realistische en adequate oplossingsrichtingen om de dijk op een sober en doelmatige wijze te versterken. Bij het maken van deze tweede selectie is sterk gekeken hoe de te nemen maatregel zich verhoudt tot het geconstateerde probleem. Door de in de aanloop naar de variantenstudie uitgevoerde aanvullende onderzoeken is hiervoor nieuwe informatie met nieuwe inzichten beschikbaar gekomen. Een belangrijke constatering is dat de benodigde verhoging van de dijk, variërend van ca. 0,4 m tot 0,75 m voor 50 jaar niet tot buitensporige proporties van de dijk zal leiden wat mogelijk om bijzondere oplossingsrichtingen zou vragen. Hieronder zijn kort de oplossingsrichtingen uit de startnotitie behandeld waarbij is beschreven om welke reden deze al dan niet in de verdere variantenafweging is meegenomen. De oplossingsrichtingen zijn ook schematisch weergegeven in figuur 4.2. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken 28 februari 2011, versie

38 Vierkant versterken in grond Binnenwaarts versterken in grond Buitenwaarts versterken in grond Voorland Constructie Figuur 4.2 Oplossingsrichtingen (Bron: Startnotitie, Arcadis juni 2008) februari 2011, versie 0.3 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Planstudie Versterken Omringkade Marken

Dijkversterking Omringkade Marken

Dijkversterking Omringkade Marken Dijkversterking Omringkade Marken Het ontwerp Projectgroep/klankbordgroep 19 juni 2012 Welkom! Doel van deze bijeenkomst: Toelichting geven op ontwerp dijkversterking Gedachten wisselen over dilemma s

Nadere informatie

: zaaknummer ; Versterken Omringkade Marken. : toelichting en consultatie concept Voorkeursalternatief

: zaaknummer ; Versterken Omringkade Marken. : toelichting en consultatie concept Voorkeursalternatief NoLogo VERSLAG DHV B.V. Vergadering : Klankbordgroepoverleg Datum vergadering : 7 maart 2011, 19.30 21.30 Plaats : Dorpshuis Het Trefpunt, Marken Opdrachtgever : RWS-NH Project : zaaknummer 31024771; Versterken

Nadere informatie

: zaaknummer ; Versterken Omringkade Marken

: zaaknummer ; Versterken Omringkade Marken NoLogo VERSLAG DHV B.V. Vergadering : Projectgroepoverleg Datum vergadering : 7 maart 2011 Plaats : Marken Opdrachtgever : RWS-NH Project : zaaknummer 31024771; Versterken Omringkade Marken Dossier : C9783-07.001

Nadere informatie

Dijkversterking Marken

Dijkversterking Marken Dijkversterking Marken Tussentijds advies 8 september 2016 / projectnummer: 2170 1. Hoofdpunten van het advies Rijkswaterstaat West-Nederland Noord heeft het voornemen een versterking uit te voeren aan

Nadere informatie

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Bewonersbijeenkomst 05-07-2016 Sterke dijken, veilige toekomst In 2006 is in totaal circa 33 kilometer van de Markermeerdijken van

Nadere informatie

VERSLAG 20 januari 2016

VERSLAG 20 januari 2016 VERSLAG 20 januari 2016 Vergadering Omgevingsbijeenkomst Uitdammerdijk (module 15) en (module 16) Aanwezig Genodigden en Uitdammerdijk Afwezig Van Klaas Oudman, Alliantie Markermeerdijken Datum vergadering

Nadere informatie

Memo. Figuur 1: dijk ter hoogte van de Molenstraat conform variantenstudie

Memo. Figuur 1: dijk ter hoogte van de Molenstraat conform variantenstudie Aan Waterschap Limburg Van Mattijs Hehenkamp Telefoon 06 23 02 54 47 RM193121 Aanpassing dijkontwerp ter hoogte van de Molenstraat te Neer Datum 9 juni 2017 Projectnummer Onderwerp Inleiding In het ontwerpprojectplan

Nadere informatie

Memo. aan. Leden van de gemeenteraad Gouda Voorkeursalternatief IJsseldijk. van. Wendy Ruwhof. memo

Memo. aan. Leden van de gemeenteraad Gouda Voorkeursalternatief IJsseldijk. van. Wendy Ruwhof. memo Memo aan onderwerp van Leden van de gemeenteraad Gouda Voorkeursalternatief IJsseldijk Wendy Ruwhof datum 2 maart 2011 memo Het project verbetering IJsseldijk Gouda doorloopt momenteel de MER-fase. De

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem 5 maart 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Programma Welkom Stand van zaken project Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) De procedure Alternatieven

Nadere informatie

Welkom! Dijkdenkersbijeenkomst VI Masterclass Besluitvorming & MER

Welkom! Dijkdenkersbijeenkomst VI Masterclass Besluitvorming & MER Welkom! Dijkdenkersbijeenkomst VI Masterclass Besluitvorming & MER Welkom! Programma Welkom en Introductie Doel van de masterclass Korte terugblik Vooruitblik volgende bijeenkomst Masterclass door Patrick

Nadere informatie

Toelichting keuze principe oplossing versterking Durgerdam

Toelichting keuze principe oplossing versterking Durgerdam Toelichting keuze principe oplossing versterking Durgerdam Inleiding In december 2016 heeft de Alliantie Markermeerdijken een keuze gemaakt voor een principe oplossing voor de versterking van de Markermeerdijk

Nadere informatie

De heer F. van der Lee Norbertusplein EE Vlijmen. Geachte heer Van der Lee,

De heer F. van der Lee Norbertusplein EE Vlijmen. Geachte heer Van der Lee, De heer F. van der Lee Norbertusplein 2 5251 EE Vlijmen ONS KENMERK: 00503647 UW KENMERK: HT2017011 UW BRIEF VAN: 7 maart 2017 Lucien Kuijsters ONDERWERP: Artikel 61 vragen GOL 2 (waarvan 1 vertrouwelijk

Nadere informatie

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 juli 2015 / rapportnummer 2313-75 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak

Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Van Projectmanager Klaas Sloots Aan Directieteam en Dagelijks Bestuur van waterschap Brabantse Delta Document Memo met bestuurlijke samenvatting van de "Nota

Nadere informatie

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 8 oktober 2009 / rapportnummer 2313-28 1. HOOFDPUNTEN VAN HET MER Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Dijkversterking Capelle aan den IJssel

Dijkversterking Capelle aan den IJssel Dijkversterking Capelle aan den IJssel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 oktober 2014 / rapportnummer 2681 36 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap van Schieland

Nadere informatie

VERKENNING EN PLANUITWERKING DIJKVERSTERKING MARKEN

VERKENNING EN PLANUITWERKING DIJKVERSTERKING MARKEN VERKENNING EN PLANUITWERKING DIJKVERSTERKING MARKEN 1 Inhoud presentatie Introductie: Bijzonder eiland met veel cultuurhistorie Geschiedenis van Marken Dijkversterkingsopgave Opgave Specials Participatieproces

Nadere informatie

Verslag. van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr.

Verslag. van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr. Verslag van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr. aanwezig Leden van de Omgevingswerkgroep Vanuit waterschap: Sjoerd Haitsma, Bibi Bregman,

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Zevenbergen Terheijden Overzichtskaart met uitsnede van het deelgebied (dijkvak B100b) en vogelvlucht foto (Google Earth) Sectie Dijkvakken

Nadere informatie

LANDSCHAP WATERLAND Adviescommissie 2 april 2012 (mededeling) agendapunt 5. Algemeen bestuur 28 juni 2012. Aantal bijlagen 2

LANDSCHAP WATERLAND Adviescommissie 2 april 2012 (mededeling) agendapunt 5. Algemeen bestuur 28 juni 2012. Aantal bijlagen 2 LANDSCHAP WATERLAND Adviescommissie 2 april 2012 (mededeling) agendapunt 5 Dagelijks bestuur 12 april 2012 (mededeling) Algemeen bestuur 28 juni 2012 Aantal bijlagen 2 Onderwerp Uitwerking meekoppelingsprojecten

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

Meteren-Boxtel. Klankbordgroep Vught - 29 augustus Martijn de Ruiter - ARCADIS. Imagine the result

Meteren-Boxtel. Klankbordgroep Vught - 29 augustus Martijn de Ruiter - ARCADIS. Imagine the result Meteren-Boxtel Klankbordgroep Vught - 29 augustus 2013 Martijn de Ruiter - ARCADIS Imagine the result Toelichting Beoordelingskader MER Afweging varianten Ontwerp s-hertogenbosch-vught Toelichting varianten

Nadere informatie

Versterking Markermeerdijk. Edam-Amsterdam. Marja van Hezewijk Omgevingsmanager Markermeerdijken

Versterking Markermeerdijk. Edam-Amsterdam. Marja van Hezewijk Omgevingsmanager Markermeerdijken Versterking Markermeerdijk Edam-Amsterdam Marja van Hezewijk Omgevingsmanager Markermeerdijken Dijkversterking Edam - Amsterdam 5-jaarlijkse toetsing 2006: 16 van de 29 km tussen Edam en Amsterdam voldoet

Nadere informatie

SAMENVATTING. Witteveen+Bos/Grontmij LEU36-1 MER Veiligheid Zuidelijke Randmeren definitief 2 d.d. 31 januari 2007

SAMENVATTING. Witteveen+Bos/Grontmij LEU36-1 MER Veiligheid Zuidelijke Randmeren definitief 2 d.d. 31 januari 2007 SAMENVATTING inleiding Waterschap Vallei & Eem, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en Rijkswaterstaat IJsselmeergebied onderzoeken de mogelijkheden om de veiligheid van de binnendijkse gebieden rond

Nadere informatie

Milieueffectrapportage

Milieueffectrapportage Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER Rijkswaterstaat Noord-Holland juli 2012 Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER dossier : BA1469-101-100 registratienummer : LW-AF20121545

Nadere informatie

Houtskoolschets Windstreek 2011

Houtskoolschets Windstreek 2011 Windenergie in Fryslân, voorgeschiedenis Bij de evaluatie van Windstreek 2000 in 2008 hebben Provinciale Staten Gedeputeerde Staten gevraagd om nieuw beleid voor windenergie op te stellen. Houtskoolschets

Nadere informatie

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Dijkversterking Spui Oost Gemeente Korendijk Waterschap Hollandse Delta 1 oktober 2013 definitief Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Dijkversterking Spui Oost Gemeente

Nadere informatie

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F Dijkvak F 3 juli 2018 Ouderkerk aan den IJssel D2017-12-000411 Programma voor vanavond o 19.00 Inloop o 19.15 Presentatie voorgenomen dijkversterking

Nadere informatie

Versterking Markermeerdijken Overzicht milieueffecten van alternatieven in het MER

Versterking Markermeerdijken Overzicht milieueffecten van alternatieven in het MER Bijlagenboek 1.19 Versterking Markermeerdijken Overzicht milieueffecten van alternatieven in het MER Projectomschrijving Versterking Markermeerdijken Verantwoordelijk cluster PPV Werkpakket MER Object

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

Deltawerken. Watersnood. Dijkversterking Dorpsstraat Capelle aan den IJssel. Bewonersavond Capelle aan den IJssel Woensdag 29 augustus 2012

Deltawerken. Watersnood. Dijkversterking Dorpsstraat Capelle aan den IJssel. Bewonersavond Capelle aan den IJssel Woensdag 29 augustus 2012 Bewonersavond Capelle aan den IJssel Woensdag 29 augustus 2012 Dijkversterking Dorpsstraat Capelle aan den IJssel Informatieavond 29 augustus 2012 Programma: 20:00-20:05 Welkom wethouder Jouke van Winden

Nadere informatie

Informatieavond Waterveiligheid. Griendencollege 22 januari 2018

Informatieavond Waterveiligheid. Griendencollege 22 januari 2018 Informatieavond Waterveiligheid Griendencollege 22 januari 2018 Programma 19:00 Inloop 19:30 Opening door Bram van Hemmen, Burgemeester Sliedrecht en voorzitter Gebiedsraad MIRT A5H 21:00 Einde Presentatie

Nadere informatie

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer Windvisie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 21 augustus 2014 / rapportnummer 2934 28 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De provincie Gelderland

Nadere informatie

Marker alternatief Dijkversterking. Doel: Vaststellen draagvlak onder de bevolking

Marker alternatief Dijkversterking. Doel: Vaststellen draagvlak onder de bevolking E-mail : info@eilandraad.nl Website www.eilandraad.nl Marker alternatief Dijkversterking Doel: Vaststellen draagvlak onder de bevolking Deze presentatie komt ook op de site van de Eilandraad 1. Technische

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Deze samenvatting hoort bij de rapportage Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen (NKO) voor het project Dijkversterking Tiel Waardenburg en Rivierverruiming Varik - Heesselt. Werken

Nadere informatie

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016)

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid Westelijk van de veerdam is 2,3 km betonblokkenbekleding in de teen van de dijk afgetoetst

Nadere informatie

Naar veilige Markermeerdijken

Naar veilige Markermeerdijken Naar veilige Markermeerdijken Naar veilige Markermeerdijken Hoogheemraadschap Hollands Noorder kwartier versterkt 33 kilometer afgekeurde dijk tussen Hoorn en Amsterdam. Tijdens de toetsronde in 2006 zijn

Nadere informatie

Uw kenmerk. zaaknummer Registratienummer

Uw kenmerk. zaaknummer Registratienummer De heer W.A. de Herder Varkensgrasweg 3-5 1778JE Westerland Uw kenmerk zaaknummer 219496 Contactpersoon M. Hoeve Onderwerp Beantwoording zienswijze ontwerp projectplan Hoogwaterkering Den Oever Registratienummer

Nadere informatie

19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE

19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT DIJKVERSTERKING OOSTELIJK FLEVOLAND 19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN AANBEVELINGEN VOOR DE BESLUITVORMING...2 2.1 Algemeen...

Nadere informatie

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Toelichting bij het Auteur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Registratienummer 15.18021 Datum April 2015 1. AANLEIDING PEILBESLUIT Het dient herzien te worden vanwege

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen 19 april 2017 Met de omgeving, voor de omgeving Programma 1) Welkom en kennismaking 2) Korte terugblik en vooruitblik op proces 3) Formatie omgevingswerkgroep en

Nadere informatie

Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november

Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november 2018 1 21 november 2018 2 Onderwerpen 1. Welkom en introductie klankbordgroep 2. Voorstelrondje en verwachtingen 3. Status van project/proces 4. Toelichting

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Informatieavond Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak

Informatieavond Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Informatieavond Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Informatieavond 15 december 2016 Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Programma 1. Welkomstwoord bestuurder Louis van der Kallen 19.30 19.35

Nadere informatie

Dijkvaksessies 2017 augustus - oktober 2017

Dijkvaksessies 2017 augustus - oktober 2017 Dijkvaksessies 2017 augustus - oktober 2017 Doel Doel van de dijkvaksessies zijn: Bespreken van de kansrijke alternatieven Bespreken van de zogenoemde zeef 2, de criteria waarop de kansrijke alternatieven

Nadere informatie

Informatieavond. Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o.

Informatieavond. Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o. Informatieavond Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o. 30 juni 2015 Programma Programma van de avond 19:30 21:00 uur Welkom Aanleiding voor de dijkverbetering; Ontwerpopgave; Korte Pauze;

Nadere informatie

E-mail : info@eilandraad.nl Website www.eilandraad.nl

E-mail : info@eilandraad.nl Website www.eilandraad.nl E-mail : info@eilandraad.nl Website www.eilandraad.nl E-mail : info@eilandraad.nl Website www.eilandraad.nl Agenda voor vanavond: 1. Opening en mededelingen van de voorzitter 2. Presentatie marker alternatief

Nadere informatie

Verbinding A8/A9. Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten. 27 november 2014 / rapportnummer

Verbinding A8/A9. Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten. 27 november 2014 / rapportnummer Verbinding A8/A9 Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten 27 november 2014 / rapportnummer 2977 07 1. Oordeel over de afbakening van alternatieven Verbinding A8-A9 Gedeputeerde

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Reactienota Notitie Reikwijdte en Detailniveau Dijkversterking Stadsdijken Zwolle. 23 juni 2016

Reactienota Notitie Reikwijdte en Detailniveau Dijkversterking Stadsdijken Zwolle. 23 juni 2016 Reactienota Notitie Reikwijdte en Detailniveau Dijkversterking Stadsdijken Zwolle 23 juni 2016 Deze reactienota is opgesteld door waterschap Drents Overijsselse Delta in samenwerking met de Provincie Overijssel.

Nadere informatie

Provincie Noord-Brabant. Aanvulling. bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk. april 2005 / Definitief

Provincie Noord-Brabant. Aanvulling. bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk. april 2005 / Definitief Provincie Noord-Brabant Aanvulling bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk april 2005 / Definitief Provincie Noord-Brabant Aanvulling bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk dossier D0582A1001

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Baarlo - Hout-Blerick

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Baarlo - Hout-Blerick Omgevingswerkgroep Dijkversterking Baarlo - Hout-Blerick 6 maart 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Programma Welkom Stand van zaken Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) De procedure Bouwstenen

Nadere informatie

Startnotitie procedure bestemmingsplan Brediusgronden

Startnotitie procedure bestemmingsplan Brediusgronden Startnotitie procedure bestemmingsplan Brediusgronden Startnotitie procedure bestemmingsplan Brediusgronden 1. Inleiding Het college heeft op 17 juli 2013 besloten om een intentieoverkomst met Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017)

Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017) Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017) Inleiding Het Rijk en TenneT zijn voornemens om de Zuid-West 380 kv hoogspanningsverbinding van Borssele naar Tilburg

Nadere informatie

Robuustheidsanalyse MER. Versterking Markermeerdijken. Documentnummer AMMD / Verantwoordelijk cluster Planproces en vergunningen

Robuustheidsanalyse MER. Versterking Markermeerdijken. Documentnummer AMMD / Verantwoordelijk cluster Planproces en vergunningen Bijlagenboek 1.9 Versterking Markermeerdijken: Robuustheidsanalyse MER Projectomschrijving Versterking Markermeerdijken Verantwoordelijk cluster Planproces en vergunningen Werkpakket m.e.r. Object [Object]

Nadere informatie

Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen

Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen Plan van Aanpak POV Auteur: Datum: Versie: POV Macrostabiliteit Pagina 1 van 7 Definitief 1 Inleiding Op 16 november hebben wij van u

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010. Oostelijke randweg; afronding mer-procedure

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010. Oostelijke randweg; afronding mer-procedure Aan de raad AGENDAPUNT 3 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010 Oostelijke randweg; afronding mer-procedure Voorstel: 1. Het toetsingsadvies van de Commissie voor de mer over het milieueffectrapport (mer) oostelijke

Nadere informatie

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick. Plaats/datum bespreking: Baarlo, Voorzitter: mevr. Cals, dhr.

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick. Plaats/datum bespreking: Baarlo, Voorzitter: mevr. Cals, dhr. Verslag Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick Plaats/datum bespreking: Baarlo, 12-04-2017 Voorzitter: mevr. Cals, dhr. Spaans 1. Inleiding Marita Cals, omgevingsmanager Waterschap Limburg,

Nadere informatie

Nieuwe aanpak voor planstudie Hoevelaken

Nieuwe aanpak voor planstudie Hoevelaken Nieuwe aanpak voor planstudie Hoevelaken Vervroegd betrekken van de markt December 2011 Nieuwe aanpak voor planstudie Hoevelaken Aanleiding Knooppunt Hoevelaken heeft een vaste plaats in de file top-25.

Nadere informatie

Havenkwartier Zeewolde

Havenkwartier Zeewolde Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure

Nadere informatie

Hoogwaterkering Den Oever

Hoogwaterkering Den Oever Hoogwaterkering Den Oever Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 juni 2016 / projectnummer: 2396 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.).

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.). Hoe vindt de trechtering van groot concept zoekgebied naar voorkeursalternatief plaats? Om tot een voorkeurslocatie voor het station en voorkeurslocatie voor de kabelcircuits te komen worden een aantal

Nadere informatie

Wolferen - Sprok Dijkversterking en mogelijke dijkverlegging. Atelier Oosterhout 7 september 2017

Wolferen - Sprok Dijkversterking en mogelijke dijkverlegging. Atelier Oosterhout 7 september 2017 Wolferen - Sprok Dijkversterking en mogelijke dijkverlegging Atelier Oosterhout 7 september 2017 Agenda Welkom namens het Waterschap Doel van vandaag Het project o Aanleiding en terugblik o Projectgebied

Nadere informatie

Startnotitie Initiatieffase partiële verdubbeling N34 Emmen de Punt

Startnotitie Initiatieffase partiële verdubbeling N34 Emmen de Punt 2017-2026 Startnotitie Initiatieffase partiële verdubbeling N34 Emmen de Punt a Startnotitie Initiatieffase partiële verdubbeling N34 Emmen de Punt Gedeputeerde Staten van Drenthe Juni 2018 Colofon Dit

Nadere informatie

Integrale MIRT / HWBP verkenning Meer Maas Meer Venlo

Integrale MIRT / HWBP verkenning Meer Maas Meer Venlo Integrale MIRT / HWBP verkenning Meer Maas Meer Venlo Raadinformatiemarkt 4 april 2018 Opgave MMMV komen tot één integraal besluit over een integraal voorkeursalternatief voor de opgave voor hoogwaterveiligheid

Nadere informatie

De waterbestendige stad

De waterbestendige stad De waterbestendige stad Samenvatting plan van aanpak Zeedijk in 2100 januari 2011 definitief De waterbestendige stad Samenvatting plan van aanpak dossier : BA1963-101-100 versie : 1.0 januari 2011 definitief

Nadere informatie

MIRT-verkenning Varik-Heesselt

MIRT-verkenning Varik-Heesselt MIRT-verkenning Varik-Heesselt Toetsingsadvies over de notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen 12 mei 2017 / projectnummer: 3137 1. Advies over notitie kansrijke oplossingsrichtingen De provincie Gelderland,

Nadere informatie

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Deze samenvatting bevat de hoofdlijn van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) van de MIRT Verkenning

Nadere informatie

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 november 2012 / rapportnummer 2019 75 1. Oordeel over het MER De gemeente Utrecht wil Golfclub

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 28 augustus 2018 Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen Versterking Markermeerdijken Kenmerk: 1072963 Bijlagen: Motivering vvgb

Nadere informatie

Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering

Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Zijpkade 3 Beste lezer, Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor veilige dijken, zodat u goed beschermd bent tegen het rivierwater. Het

Nadere informatie

Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu?

Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu? Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu? In 2013 is de planstudie voor het project Duinpolderweg gestart. Na een tussenstap in 2015 en 2016 hebben de provincies Noord- en Zuid-Holland onlangs besloten

Nadere informatie

Integrale verkenning Wolferen - Sprok. Informatieavond Oosterhout

Integrale verkenning Wolferen - Sprok. Informatieavond Oosterhout Integrale verkenning Wolferen - Sprok Informatieavo Oosterhout 8 mei 2018 Informatieavo Oosterhout dijksecties 8 t/m 12 Programma 19.00 Inloop 19.15 Welkom - Jos IJkhout 19.20 Sta van zaken dijkteruglegging

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen 5 maart 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Programma 1) Welkom + terugblik vorige bijeenkomst 2) Waar staan we nu in het proces? 3) Resultaten draagvlakmeting

Nadere informatie

Revisie Omgevingsvisie Drenthe

Revisie Omgevingsvisie Drenthe Revisie Omgevingsvisie Drenthe Tussentijds toetsingsadvies over het op te stellen milieueffectrapport 5 december 2017 / projectnummer: 3212 Tussentijds advies over het plan-mer voor de revisie van de

Nadere informatie

MIRT VERKENNING DIJKVERSTERKING MARKEN

MIRT VERKENNING DIJKVERSTERKING MARKEN MIRT VERKENNING DIJKVERSTERKING MARKEN Rapportage Alternatieven Datum 3 juni 2016 Status D.2 Colofon Uitgegeven door Sweco Nederland B.V. Informatie Telefoon Fax Uitgevoerd door Opmaak Sweco ref.nr. SWNL-0179703

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R-11208 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 26 juli 2011 075616050:A.1 - Definitief C03011.000173.0100

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies

Nadere informatie

Datum 16 april 2012 Onderwerp aanbieding ter goedkeuring van het vaststellingsbesluit projectplan Perkpolder

Datum 16 april 2012 Onderwerp aanbieding ter goedkeuring van het vaststellingsbesluit projectplan Perkpolder I lillil 11111111111111111111 1111111111 lillillil 1111 12009448 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres: Postadres: Postbus 5014 4330 KA Middelburg Gedeputeerde Staten van

Nadere informatie

Bewonersbijeenkomst. Dijkversterking Tiel-Waardenburg

Bewonersbijeenkomst. Dijkversterking Tiel-Waardenburg Bewonersbijeenkomst Dijkversterking Tiel-Waardenburg Welkom 1. Wie zijn er aanwezig? Projectorganisatie Dijkbewoners programma Middag Avond Onderwerp Wie 15:30 18:30 Welkom Wat kunt u verwachten? Wat verwachten

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel Opbouw gefaseerde besluitvorming Purmerend

Onderzoeksvoorstel Opbouw gefaseerde besluitvorming Purmerend Onderzoeksvoorstel Opbouw gefaseerde besluitvorming Purmerend 1 Opbouw 1. Aanleiding 2. Algemene toelichting aanpak PlanMER 3. Voorstel 4. Oplossingsrichtingen 5. Organisatie 2 1. Aanleiding De partners

Nadere informatie

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7april 2011 / rapportnummer 2281 61-1- 1. Voorlopig oordeel over het MER De gemeente Amersfoort en woningcorporatie

Nadere informatie

Variantenafweging Oostelijke randweg Harmelen (A12BRAVO project 8)

Variantenafweging Oostelijke randweg Harmelen (A12BRAVO project 8) Variantenafweging Oostelijke randweg Harmelen (A12BRAVO project 8) Opgesteld : S. ten Hove Datum : 16 juni 2008 Versie : 3.2 1 Inleiding Het project Oostelijke randweg Harmelen is onderdeel van het A12BRAVO

Nadere informatie

MER Windpark Den Tol. 13 april Pondera Consult Eric Arends

MER Windpark Den Tol. 13 april Pondera Consult Eric Arends MER Windpark Den Tol 13 april 2011 Pondera Consult Eric Arends 1 Inhoud 1. Waarom een milieueffectrapportage? 2. Wat wordt onderzocht in een milieueffectrapport (MER) 3. Beoordeling van de mogelijke effecten

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Bijlage A. Begrippenlijst Begrippenlijst dijkverbeteringsplan Aanleghoogte Kruinhoogte van de dijk onmiddellijk na het gereedkomen ervan. Beheer Berm Beroep Beschoeiing Binnendijks Binnentalud Boezem Boezempeil

Nadere informatie

Waterbeheerplan Aa en Maas

Waterbeheerplan Aa en Maas Waterbeheerplan Aa en Maas Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 25 februari 2015 / rapportnummer 2871 26 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) Het Waterschap Aa en Maas stelt een nieuw

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Dijkversterking Tiel-Waardenburg. Voorkeursvariant Oktober 2018

Dijkversterking Tiel-Waardenburg. Voorkeursvariant Oktober 2018 Dijkversterking Tiel-Waardenburg Voorkeursvariant Oktober 2018 Waar staan we in het proces? MIRT-Verkenning 2016-2018: MIRT verkenning 15 juni 2018: Voorkeursbeslissing minister Dijkversterking met natuur-

Nadere informatie

Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2. Juli 2019

Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2. Juli 2019 Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2 Juli 2019 Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe fase 2 Inleiding Beter Bereikbaar Gouwe (BBG) is een grote gebiedsontwikkeling waarin de gemeenten

Nadere informatie

ADVIES. Randweg ligt op het grensgebied met Noordwijk) en Noordwijkerhout. 1. Opgave

ADVIES. Randweg ligt op het grensgebied met Noordwijk) en Noordwijkerhout. 1. Opgave ADVIES Onderwerp: Advies aansluiting Noordelijke Randweg Voorhout en Leidsevaart op de provinciale weg N444 Datum: 27 mei 2013 1. Opgave In de Raadsvergadering van 13 december 2012 heeft de Gemeenteraad

Nadere informatie

De software kent beperkingen en mogelijkheden waarvan een aantal onderstaand wordt genoemd.

De software kent beperkingen en mogelijkheden waarvan een aantal onderstaand wordt genoemd. Zuiderwagenplein 2 8224 AD LELYSTAD Postbus 17 8200 AA LELYSTAD T 0320 298411 F 0320 249218 www.rijkswaterstaat.nl Toepassingskader Koswat Contactpersoon Thomas van Walsem functioneel beheerder Koswat

Nadere informatie

N266, Randweg Nederweert

N266, Randweg Nederweert N266, Randweg Nederweert Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 oktober 2014 / rapportnummer 2718 74 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Limburg wil samen met onder meer

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten kiezen voor voorkeursalternatief Bundeling Noord

Gedeputeerde Staten kiezen voor voorkeursalternatief Bundeling Noord Juli 2016 Dagelijks ervaart het verkeer problemen met de doorstroming op de N629 tussen Oosterhout en Dongen. Ook de leefbaarheid en veiligheid op en rond de N629 en Westerlaan vragen aandacht. De provincie

Nadere informatie

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Achtergrond De Marathonweg in Vlaardingen vormt de verbinding tussen de A20, afslag 8 Vlaardingen West, en de zuidkant van Vlaardingen (industriegebied Rivierzone)

Nadere informatie

WELKOM. Rivierdijk West Sliedrecht Nadere verkenning varianten. Workshop focusgroep 11 juni 2018

WELKOM. Rivierdijk West Sliedrecht Nadere verkenning varianten. Workshop focusgroep 11 juni 2018 WELKOM Rivierdijk West Sliedrecht Nadere verkenning varianten Workshop focusgroep 11 juni 2018 INHOUD 19:15 Inloop 19:30 Opening & Terugblik vorige bijeenkomst Thamar Tax, gemeente Sliedrecht 21:30 Einde

Nadere informatie

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Belfeld. Plaats/datum bespreking: Belfeld, Voorzitter: Marita Cals en Adriaan Berkhof. 1.

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Belfeld. Plaats/datum bespreking: Belfeld, Voorzitter: Marita Cals en Adriaan Berkhof. 1. Verslag Onderwerp: Omgevingswerkgroep Belfeld Plaats/datum bespreking: Belfeld, 11-04-2017 Voorzitter: Marita Cals en Adriaan Berkhof 1. Inleiding Marita Cals, omgevingsmanager Waterschap Limburg, opent

Nadere informatie

N279 Veghel-Asten 11 juni 2018 Bijeenkomst 4 werkateliers: terugkoppeling en vooruitkijken

N279 Veghel-Asten 11 juni 2018 Bijeenkomst 4 werkateliers: terugkoppeling en vooruitkijken N279 Veghel-Asten 11 juni 2018 Bijeenkomst 4 werkateliers: terugkoppeling en vooruitkijken Aanleiding bijeenkomst Terugkoppeling geven van de oogst uit de werkateliers Aangeven wat wel/niet met suggesties

Nadere informatie

Uitwerking Meekoppelingsproject Recreatie ikv Dijkversterking Hoorn-Amsterdam

Uitwerking Meekoppelingsproject Recreatie ikv Dijkversterking Hoorn-Amsterdam Toelichting Uitwerking Meekoppelingsproject Recreatie ikv Dijkversterking Hoorn-Amsterdam Concept 14-06-2012 Uitgebracht op verzoek van: Recreatie Noordholland NV t.a.v. Henk Wijkhuisen Postbus 2571 2002

Nadere informatie

Dijkverbetering Zuidelijke Randmeren en Eem. Aanpak ontwerp en uitvoering Kern Spakenburg

Dijkverbetering Zuidelijke Randmeren en Eem. Aanpak ontwerp en uitvoering Kern Spakenburg Dijkverbetering Zuidelijke Randmeren en Eem Aanpak ontwerp en uitvoering Kern Spakenburg Doel bijeenkomst Bewoners informeren over de aanpak ontwerp en uitvoering waterkering in de kern van Spakenburg

Nadere informatie