CO 2 Prestatieladder. Inhoud. 1. Introductie Energieaspecten. 3. Toekomstig energieverbruik Gebruikte Processen en Systemen 11

Transcriptie

1 Inhoud blz. 1. Introductie 4 2. Energieaspecten 2.1 Energieverbruik locaties Elektriciteitsverbruik Gasverbruik Energieverbruik lease auto s en eigen vervoer Wagenpark (eigen en lease) Vliegverkeer 3. Toekomstig energieverbruik 7 4. Gebruikte Processen en Systemen 11. 1

2 1. Introductie Rexel Nederland B.V. heeft een inventarisatie over alle energiestromen, voortkomend uit haar bedrijfsvoering, uitgevoerd. Dit document geeft de resultaten van de energie audit die is uitgevoerd en een invulling aan de punten 2.A.3 en 1.B.2 van de CO 2 -prestatieladder. De energie audit is opgenomen in de standaardprocedures van Rexel Nederland B.V. en zal jaarlijkse een inventarisatie geven van alle energiestromen. Basis voor de energie audit zijn de documenten opgesteld per vestiging en bedrijf met betrekking tot het energieverbruik op het gebied van elektriciteit, gas en de gegevens onderliggend aan het CFA rapport, waarin het brandstoffenverbruik is vermeld. De volgende documenten hebben als basis gediend voor onderliggend rapport welke te vinden zijn op de volgende link: Energie inventarisatie.xls EMS2010.xls Reductiedoelstellingen.docx Voortgangsrapportage.docx 2

3 2. Energieaspecten Het energieverbruik (gas en elektriciteit) van Rexel is geheel terug te leiden naar de huisvesting van de in gebruik zijnde locaties. Vastgesteld is dat de totale inventaris, zoals opgesteld in de brondocumenten, de significante Energie verbruiken en energieverbruikers bevat. Het onderhouden van de inventarislijsten is geborgd door de implementatie van de verschillende procedures in de organisatie. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de uitgevoerde inventarisatie over de periode november 2010 t/m februari 2011 en worden aanbevelingen gedaan voor toekomstige inventarisaties en verder uitwerkingen van het EMS. 2.1 Energieverbruik panden en locaties Het verbruik in de panden bestaat uit elektriciteitsverbruik voor verlichting, verwarming, klimaatbeheersing, machinepark, ICT en overige middelen (zoals koffieapparaten, koelkasten, waterkokers etc.) en het verbruik van gas ten behoeve van verwarming. In een aantal gevallen maken de locaties deel uit van een gebouwen complex en wordt gebruik gemaakt van gedeelde gas/ elektriciteitsmeters. Het verbruik wordt in die gevallen herleid naar het gehuurde oppervlak. Voor het EMS is wel een analyse gemaakt, omdat Rexel vindt dat zij invloed heeft op het verbruik van deze locaties. Zij heeft dit gedaan door de locaties te inventariseren De vraag is of de reductiedoelstelling voor deze locaties uiteindelijk zichtbaar zullen zijn, omdat er een afhankelijkheid van de medehuurders is Elektriciteitsverbruik Voor elke vestiging is een uitgewerkte inventaris aanwezig van de grootste energieverbruikers. Daarbij is van elke vestiging de elektriciteitsinventaris gemaakt en is het verbruik naar een jaarlijks verbruik toegerekend. Het geïnventariseerde totaalverbruik met de belangrijkste energieverbruikers over alle Rexel (incl. Busbroek) locaties staat hieronder vermeld. 3

4 Voor een aantal locaties is een trendanalyse gemaakt vanaf 2008, maar door het ontbreken van betrouwbare gegevens voor alle locaties is er geen trendanalyse voor het totale verbruik. Vanuit het gebruik over 2010 is gekeken naar de mogelijkheden tot besparing. De mogelijkheid tot besparing is uitgewerkt naar acties per vestiging. Omdat verlichting met 64% het grootste aandeel in het elektriciteitsverbruik heeft, zullen reductiemaatregelen zich daarop concentreren in het bijzonder waar de inventarisatie grote verschillen laat zien met het in rekening gebracht gebruik. Aanbevelingen: Onderzoek naar locaties waar inventarisatie een te grote afwijking laat zien met het in rekening gebracht verbruik. (zie bijlage 1) Opzetten KPI s ten behoeve van sturing in energieverbruik. Hierbij valt te denken aan het aantal printers per p.c., maar ook voor de verhouding dagnachtstroom. Invoeren van nieuwe lichttechnieken in bijzonder voor de CM s waar relatief grote reducties te realiseren zijn. Oude energie onvriendelijke huisvesting afstoten. Bewustwording proces bij personeel vanuit alle stafafdelingen blijven stimuleren Gasverbruik Het gasverbruik is voor elke vestiging bekend en bepaald. Dit is gedaan aan de hand van meterstanden en/of rekeningen. Er is geen analyse van het pand gedaan. EPA s van panden zijn niet beschikbaar. Verwarmingsplannen zijn niet expliciet onderzocht. Aanbevelingen: opzetten trendanalyse en opzetten kpi s (m3 verbruik/m2); opzetten meerjaren reductieplan ten behoeve van monitoring en actiegericht opzetten besparingen; opzetten monitoring van delen van gebouwen (magazijnen/winkels scheiden van kantoren) ten behoeve van het meer inzicht krijgen van mogelijkheden tot reductie; uitvoeren van onderzoek naar warmte verlies en warmtelekken (mogelijke) in gebouwen waar verbruik boven gemiddeld is; oude energie onvriendelijke huisvesting afstoten. uitvoeren van onderzoek naar inregeling gebouwverwarming in combinatie met airco en tocht. 4

5 2.2 Energieverbruik lease auto s en eigen vervoer. Een grote verbruiker in energie en daarmee ook een grote veroorzaker van CO2 emissie is het verbruik van brandstoffen voor transport. Het eigen vervoer wordt gebruik voor distributie van de goederen, lease auto s voor personen vervoer (privé en zakelijk) Wagenpark (eigen en lease) Opgaven van het verbruik van brandstof wordt geregistreerd a.d.h.v. opgaven van het gebruik van tankpasjes van de Shell en Travelcard. Omdat niet door een ieder de kilometerstand bij tankbeurten wordt ingevoerd, is het niet mogelijk om nadere analyses te maken. Wel berekend is dat indien de totale lease vloot door hybride auto s vervangen zou worden, dit op jaarbasis, een besparing van 400 ton CO 2 zou kunnen opleveren. Door de huidige ontwikkelingen in de markt wordt het zwaartepunt van het eigen vervoer steeds verder verlegd naar uitbesteed vervoer. Een vergelijking van de KPI heeft uitgewezen dat door de specialisatie van de externe vervoerder een reductie van 500 ton CO 2 op basis van stops gerealiseerd kan worden. Aanbevelingen: zorg voor een volledig overzicht van alle auto s met daarbij een vervangplan (overzicht van alle auto s is reeds bekend, alleen vervanging nog niet volledig inzichtelijk); bepaal kpi s (verbruik per km, verbruik per medewerker) en maak een actieplan om de kpi s te monitoren; introduceer Het nieuwe rijden en promoot dit actief om te zorgen dat het verbruik per km naar beneden gaat; ga na welke middelen er zijn om het aantal te rijden km s te verminderen (meerdere mensen in 1 auto, planning etc.) Vliegverkeer Rexel is een bedrijf dat voor haar public relations veel vliegverkeer heeft. Een aantal regio s organiseert jaarlijks reizen naar F1 wedstrijden, vaak op grote afstand van Nederland. Daarnaast zijn er nog de internationale company bijeenkomsten die, voornamelijk in Europa, door MT-leden bijgewoond moeten worden. Reizen moeten centraal worden aangemeld, ook al i.v.m. de af te sluiten reisverzekering. Aanbevelingen: Instrueer de mensen die vluchten boeken zodanig dat zij vluchten boeken met zomin mogelijk tussenstops; Stel beleid vast met restricties aan hoeveelheid CO2 uitstoot per klanten actie. 5

6 3. Toekomstig energieverbruik Aan de hand van de bovengenoemde aanbevelingen is de volgende prognose voor energieverbruik geformuleerd (zie voor verder informatie Reductievoorstellen en Voortgangsrapportage): Scope I Alkmaar Almelo Almere Amsterdam Barendrecht Bergschenhoek Breda Capelle Den Bosch Deventer Diemen Doetinchem Eindhoven Gouda Groningen Haarlem Harderwijk Heerenveen Huizen Kerkrade Meppel Nieuwegein Nijmegen Rijswijk Venlo Zoeterwoude Busbroek Subtotaal Dieselolie (verw) leaseauto's eigenvervoer Totaal ton CO

7 Scope II Elektra Alkmaar Almelo Almere Amsterdam Barendrecht Bergschenhoek Breda Capelle Den Bosch Deventer Diemen Doetinchem Eindhoven Gouda Groningen Haarlem Harderwijk Heerenveen Huizen Kerkrade Meppel Nieuwegein Nijmegen Rijswijk Venlo Zoeterwoude Busbroek Stadsverwarming Subtotaal Gedeclareerde km Vliegreizen Totaal ton CO

8 4. Gebruikte processen en systemen Het proces van Energie Management is dit jaar ingevoerd. De processen en procedures ten behoeve van beheer zijn ingevuld. Het geheel wordt gemanaged en beheerd door Herman Luksen. Hij zorgt dat significante wijzigingen worden doorgevoerd in de inventarisatiesheets en zorgt voor een halfjaarlijkse evaluatie van de voortgang. Jaarlijks wordt een energie audit uitgevoerd. De mogelijkheden tot continue verbeteringen zijn opgenomen in het actieplan energiebesparing. In dit actieplan is beschreven dat er een werkgroep is samengesteld onder leiding van Karina Stevense die op kwartaalbasis bijeenkomt om de verschillende acties door te nemen en na te gaan welke verbeteringen mogelijk zijn. Dit wordt per kwartaal vastgelegd. De gebruikte methoden en parameters zijn afkomstig van typeplaatjes, informatie van leveranciers en van algemeen geaccepteerde normen en externe methoden. De betrouwbaarheid wordt voldoende geacht voor de inventarisatie en het doel van het energiemanagement systeem. Ten behoeve van het EMS is voornamelijk gebruik gemaakt van MS-Excel. Het gebruik van Excel heeft het risico dat door foutief gebruik er foutieve waarden ontstaan. Dit is tegen gegaan door resultaten te laten controleren en sommaties op verschillende wijzen uit te voeren. 8