Handhaving van voorschriften in de Engelse taal met inachtneming van het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handhaving van voorschriften in de Engelse taal met inachtneming van het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel"

Transcriptie

1 224 wetgeving JULI 2013 TVCR Handhaving van voorschriften in de Engelse taal met inachtneming van het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt* 1 Inleiding * Mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt BA is werkzaam bij de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en als gastdocent en -onderzoeker verbonden aan de VU Amsterdam. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel. 1 Kamerstukken II 2012/13, , nr.1-3. Op 5 oktober 2012 heeft het kabinet het wetsvoorstel tot wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal ingediend bij de Tweede Kamer. 1 Dit wetsvoorstel maakt een uitzondering mogelijk op de regel dat strafbepalingen in de Nederlandse taal moeten zijn gesteld, welke regel de Hoge Raad blijkens zijn jurisprudentie afleidt uit art. 16 van de Grondwet waarin het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel is verankerd. Sommige wetten op het terrein van verkeer en vervoer, telecommunicatie, kernenergie en voedselstandaarden verwijzen soms naar regels op internationaal niveau die in een andere taal zijn opgesteld. Het betreft dan regels met een in hoge mate technisch karakter bestemd voor een doelgroep die gewend is in die vreemde taal, vaak het Engels, te communiceren. In die uitzonderlijke gevallen acht in elk geval de regering als medewetgever het gerechtvaardigd dat ook de handhaving, via een strafvervolging of een bestuurlijke boete, kan geschieden op basis van de originele taalversie. De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft verslag uitgebracht op 18 januari 2013 en daarbij opgemerkt dat zij, onder voorbehoud dat de daarin gestelde vragen en gestelde opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, de openbare behandeling van het voorstel genoegzaam voorbereid acht. Het wetsvoorstel is vanuit constitutioneel perspectief interessant vanwege (a) de interpretatie van het constitutioneel verankerde strafrechtelijke legaliteitbeginsel en (b) de vraag welke ruimte de wetgever toekomt om een grondwetsinterpretatie te geven die afwijkt van een door de Hoge Raad gegeven interpretatie in een hem voorliggend geval.

2 TVCR JULI 2013 wetgeving Aanleiding: arrest Hoge Raad 1997 Het wetsvoorstel vindt zijn aanleiding in een arrest van de Hoge Raad uit Daarin oordeelde de Hoge Raad dat de strekking van de grondwettelijke waarborg van art. 16 van de Grondwet, inhoudende dat geen feit strafbaar is dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke strafbepaling, mee brengt dat het begrip wettelijke strafbepaling in art. 1, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht (WvSr) - dat overeenstemt met art. 16 Gw - aldus moet worden verstaan dat daarmee uitsluitend wordt gedoeld op van een strafbedreiging voorziene normen die in de Nederlandse taal zijn gesteld en bekend gemaakt (r.o. 5.6.). Op grond van voornamelijk deze overweging verwierp de Hoge Raad het beroep van de procureur-generaal bij het hof Arnhem tegen een arrest van dat hof van 1 april 1996, waarin het hof een verdachte vennoot van een internationaal transportbedrijf - had ontslagen van alle rechtsvervolging ter zake van overtreding van art. 17, tweede lid aanhef en onder b, van het Rijtijdenbesluit. Op grond van die bepaling dient een bemanningslid dat buitenlands vervoer verricht waarop de AETR 3 van toepassing is, te handelen overeenkomstig de artt. 6 tot en met 9 (rij- en rusttijden) van de AETR; overtreding van dit krachtens de Rijtijdenwet 1936 gestelde voorschrift is strafbaar op grond van art. 1 van de Wet op de Economische Delicten (WED). Volgens de Hoge Raad was het oordeel van het hof Arnhem dus juist: wil er sprake zijn van strafbaarstelling naar Nederlands recht van overtreding van in de AETR neergelegde voorschriften, dan dienen die voorschriften in de Nederlandse taal te zijn bekend gemaakt (vgl. r.o. 5.7 jo. 5.4). Indien dat niet is gebeurd, kan niet worden geconcludeerd dat een juiste kwalificatie van het strafbare feit aanwezig is en volgt ontslag van rechtsvervolging ingevolge art. 352, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Behalve dat de Hoge Raad met zijn oordeel het beroep van de procureurgeneraal bij het hof Arnhem verwerpt, gaat het voorbij aan de conclusie van advocaat-generaal Machielse bij de Hoge Raad. Deze achtte het oordeel van het hof onjuist, omdat het niet ter beoordeling aan de rechter is om te beoordelen of in Rijkswetgeving 4 al dan niet terecht met zoveel woorden is voorzien in de mogelijkheid een vertaling van een internationale overeenkomst in het Staatsblad achterwege te laten. Verplichting tot een dergelijke vertaling werd destijds niet gewenst geacht, omdat men, immers rekening (dient) te houden met het bestaan van een aantal in hoofdzaak technische overeenkomsten, veelal van aanzienlijke omvang, waarbij enerzijds aan publikatie van een vertaling zeer weinig behoefte bestaat, omdat zodanige overeenkomsten hoofdzakelijk bestemd zijn voor een kleine kring van deskundigen, terwijl anderzijds het maken en doen 2 HR 24 juni 1997, NJ 1998/70, m.nt. t Hart. 3 Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg, Trb. 1972, nr. 97. wetgeving 4 Art. 3 van de (toen geldende) Rijkswet van 22 juni 1961, houdende regeling inzake de bekendmaking van internationale overeenkomsten en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties, Stb. 1961, 207. Deze wet is vervangen door de Rijkswet van 7 juli 1994, Stb. 1994, 542 (Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen), die op 20 augustus 1994 in werking trad. Art. 18 van die wet lijkt minder dwingend te zijn geformuleerd dan art. 3 van de Rijkswet van 1961: bepaald wordt slechts dat een vertaling in het Nederlands in het Tractatenblad kán worden geplaatst.

3 226 wetgeving JULI 2013 TVCR afdrukken van een vertaling, gezien aard en omvang van die overeenkomsten, onevenredig hoge kosten zou vorderen. 5 Waar het volgens de advocaat-generaal om gaat, is dat de verdachte begrijpt wat hem wordt verweten. Verdachte begreep dat uitstekend, blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg, aldus de advocaat-generaal. Kortom, rechtbank Almelo, de procureur-generaal bij het hof Arnhem en de advocaat-generaal bij de Hoge Raad zitten op de ene lijn (anderstalig voorschrift moet kunnen onder omstandigheden), het hof Arnhem en de Hoge Raad op de andere lijn (anderstalig voorschrift moet niet kunnen). Annotator t Hart sluit zich in een uitvoerige beschouwing en in expliciete bewoordingen aan bij deze laatste lijn. Concluderend stelt hij dat, zolang de fictie geldt dat ieder wordt geacht de wet te kennen, die wet ook in een voor ieder begrijpelijke taal gepubliceerd dient te zijn. Hij vervolgt: De Franse en Engelse taal kunnen, binnen de nationale Nederlandse rechtsgemeenschap, ook feitelijk nog niet als zodanig worden beschouwd. Veroordeling door de Nederlandse strafrechter op grond van niet tevoren in het Nederlands gepubliceerde regelgeving zou inderdaad een ernstige inbreuk op de nulla poena-regel betekenen. Niettegenstaande deze stevige slotbewoordingen, lijkt de beschouwing evengoed aanknopingspunten te bieden voor een andersluidende, minder absoluut geformuleerde, conclusie. 3 Inhoud van het wetsvoorstel 5 Bijl. Handelingen II 1959/60, 5784 (R 168), nr. 3, p. 5. In aansluiting op het hiervoor besproken arrest van de Hoge Raad is in de Aanwijzingen voor de regelgeving voorgeschreven dat in geval van normen waarop een strafsanctie is gesteld en die niet in de Nederlandse taal zijn gesteld, deze normen in het Nederlands worden vertaald (Aanwijzing 92a). Deze Aanwijzing strekt zich ook uit tot bestraffende bestuursrechtelijke sancties. Het wetsvoorstel verlaat deze strikte lijn. Voorgesteld wordt om bij wijze van uitzondering op de algemene regel een wettelijke basis te scheppen voor de strafrechtelijke handhaving van specifieke categorieën van voorschriften die in een vreemde taal vooralsnog alleen het Engels zijn gesteld. Daartoe wordt voorgesteld een aantal wetten te wijzigen: de Arbeidstijdenwet, de Kernenergiewet, de Luchtvaartwet, de Scheepvaartverkeerswet, de Telecommunicatiewet, de Warenwet, de Wet luchtvaart en de Wet voorkoming verontreiniging door schepen. Zo wordt in art. 10:1 van de Arbeidstijdenwet, onder toevoeging van de aanduiding «1.» voor de tekst, een lid toegevoegd, luidende: 2. Ingeval een artikel of voorschrift, bedoeld in het eerste lid, verwijst naar het AETR-verdrag, kan overtreding daarvan ook worden bestraft met een

4 TVCR JULI 2013 wetgeving 227 bestuurlijke sanctie indien dat verdrag in de Engelse taal is gesteld en bekend gemaakt. Aan art. 11:3 van die wet wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Ingeval bij of krachtens deze wet wordt verwezen naar het AETR-verdrag, kan overtreding daarvan ook als strafbaar feit worden aangemerkt indien dat verdrag in de Engelse taal is gesteld en bekend gemaakt. In de andere hiervoor genoemde wetten worden vergelijkbare bepalingen opgenomen, waarbij de mogelijkheid van strafbaarstelling en bestuurlijke boete veelal tezamen in één bepaling wordt vermeld. Zo wordt in de Kernenergiewet een artikel ingevoegd, luidende: Ingeval bij of krachtens deze wet regels worden gesteld met gebruikmaking van door het Internationaal Atoomenergieagentschap vastgestelde veiligheidsnormen, kan overtreding van die regels ook als strafbaar feit worden aangemerkt dan wel worden bestraft met een bestuurlijke sanctie indien deze regels in de Engelse taal zijn gesteld en bekend gemaakt. Het wetsvoorstel geeft aan dat niet wordt uitgesloten dat in de toekomst in andere wetten of rijkswetten ook behoefte aan zo n basis voor sanctionering van voorschriften in een vreemde taal wordt gevoeld. Die wetten moeten in dat geval worden aangepast. Daarbij zal de wetgever steeds nauwkeurig moeten aangeven om welke (categorieën) voorschriften het gaat en in de memorie van toelichting welke bijzondere omstandigheden rechtvaardigen dat een uitzondering op de hoofdregel wordt gemaakt. Daarbij zal steeds aan de volgende twee criteria moeten worden getoetst en voldaan: (a) de doelgroep is gewend in de betrokken vreemde taal te communiceren, en (b) het betreft voorschriften met een in hoge mate technisch karakter, die moeilijk vertaalbaar zijn met de kans op discrepanties met de authentieke versie en dus op verwarring bij de doelgroep en in de handhaving. Ter rechtvaardiging van deze mogelijkheid tot afwijking van het nulla poena beginsel zoals geïnterpreteerd door de Hoge Raad, voert de regering een aantal argumenten aan. In de eerste plaats acht de regering sinds de uitspraak van de Hoge Raad in 1997 de omstandigheden in sommige sectoren van het maatschappelijk leven nogal gewijzigd als gevolg van een toenemende technologisering (de opkomst van ICT en internet) en internationalisering. Dat heeft gevolgen voor de toepassing van het recht in die sectoren: het komt regelmatig voor dat een andere taal dan het Nederlands, zoals het Engels, de voertaal is en dat ook de toepasselijke voorschriften in die taal zijn gesteld, bijvoorbeeld omdat ze afkomstig zijn van een internationale organisatie. In deze omstandigheden zou de eis dat door strafsancties te handhaven voorschriften in het Nederlands moeten worden vertaald, niet steeds gerechtvaardigd zijn en soms zelfs

5 228 wetgeving JULI 2013 TVCR contraproductief in het licht van de door art. 16 van de Grondwet beoogde rechtsbescherming van de burger. Als neveneffect van dit wetsvoorstel wordt gepresenteerd een niet nader te specificeren bescheiden besparing voor de overheidsfinanciën. Immers, aldus de toelichting, hoeft het betrokken ministerie, voor zover de wet handhaving op basis van een authentieke taalversie toestaat, dan niet te voorzien in een Nederlandse vertaling van het verdrag of besluit; een eventuele toekomstige uitbreiding tot andere wetten of rijkswetten kan zelfs leiden tot een verdere besparing. Het is de vraag of dit neveneffect ook is bedoeld als tweede (neven) argument voor het voorstel. De presentatie lijkt dit enigszins te doen vermoeden, in het bijzonder in het licht van de hiervoor onder paragraaf 2 weergegeven passage uit de memorie van toelichting bij de Rijkswet Toch is dit niet noodzakelijkerwijs het geval. Immers kan de vermelding van de kostbesparing ook worden gelezen als slechts een feitelijke en descriptieve weergave van het (neven)effect van het voorstel. Het nader rapport op het advies van de Raad van State heeft enige onduidelijkheid hierover echter klaarblijkelijk niet kunnen wegnemen, 6 getuige het verslag van de Tweede Kamer, waarin de leden van de fracties van de SP en de VVD vragen om enige nadere toelichting op dit punt. 4 Grondwettelijke en mensenrechtelijke aspecten 6 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 4, p. 4. Daarin staat onder andere: De bescheiden besparing die dit wetsvoorstel oplevert is een neveneffect en geen doel van het voorstel. De regering motiveert haar voorstel nader door expliciet in te gaan op de betekenis van het nulla-poena beginsel zoals dat is vastgelegd in art. 16 van de Grondwet en art. 1, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht en zijn pendant kent in art. 7 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), art. 15 van het Verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten en art. 49 van het EU- Grondrechtenhandvest. Deze artikelen beschermen de belangen van rechtszekerheid, voorzienbaarheid en rechtsbescherming. Rechtszekerheid en het in de artikelen besloten liggende bepaaldheidgebod eisen dat de burger moet kunnen weten terzake van welke gedragingen hij kan worden gestraft. In het licht van de hiervoor genoemde ontwikkelingen (toenemende technologisering en internationalisering) en de (mede) na 1997 tot stand gekomen EHRM-jurisprudentie laten de tekst en de strekking van art. 16 Gw en art. 1 WvSr naar het oordeel van de regering de ruimte, bij wijze van uitzondering en onder nauwkeurig gedefinieerde omstandigheden, voor sanctionering (via het strafrecht of de bestuurlijke boete) van anderstalige normvoorschriften; ook, of juist, het belang van de verdachte is daarmee gediend. Hetzelfde geldt volgens de regering voor het EVRM, dat in art. 6, derde lid, onder a, aangeeft dat het

6 TVCR JULI 2013 wetgeving 229 erom gaat dat de vervolgde onverwijld, in een taal die hij verstaat en in bijzonderheden, op de hoogte (wordt) gesteld van de aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldiging. Voorts blijkt uit de EHRMjurisprudentie dat de noodzakelijke wettelijke basis van voorschriften die strafrechtelijk gehandhaafd worden, toegankelijk en voorzienbaar dient te zijn. 7 De regering vervolgt dat de vereiste voorzienbaarheid in aanzienlijke mate afhankelijk is van de inhoud van de betreffende wet, het terrein waarop ze betrekking heeft en het aantal en de positie van degenen tot wie het voorschrift zich richt. Daar komt bij dat A law may still satisfy the requirement of «foreseeability» where the person concerned has to take appropriate legal advice to assess, to a degree that is reasonable in the circumstances, the consequences which a given action may entail. 8 Voorts wijst de regering er in de memorie van toelichting op dat het bepaaldheidgebod van art. 16 Gw in zijn algemeenheid niet wordt opgevat als een rigide norm, noch door de wetgever, noch door de rechter. Zij wijst daarvoor op de opvatting van De Hullu, die constateert dat klachten van de strekking dat een strafbaarstelling in strijd is met het bepaaldheidgebod in concrete strafzaken eigenlijk nooit [worden] gehonoreerd. 9 Illustratief in dit verband in het bijzonder terzake de vaagheid van strafrechtelijk gesanctioneerde normen is het zgn. Krulsla-arrest, 10 waarvan de argumentatielijn ook in de rechtspraak van het EHRM herkenbaar is. 11 Tegelijkertijd zijn de marges voor de aanvaarding van een beroep op rechtsdwaling uiterst klein; een dergelijk beroep lijkt alleen te worden gehonoreerd indien de burger zich daadwerkelijk op de hoogte heeft laten stellen van de geldende normen, maar daarbij onjuist is geïnformeerd door personen of instanties met een zodanig gezag dat de burger in redelijkheid op de deugdelijkheid van het advies mocht vertrouwen. 12 Terecht constateert de regering dat theorie en rechtspraktijk zich veelal uitstrekken tot de betekenis van het nulla poena-beginsel in relatie tot ruime en vage (straf)bepalingen, 13 en niet zozeer tot de toegankelijkheid vanwege de taal, maar dat doet naar het oordeel van de regering niet af aan de toepasbaarheid ervan in onderhavige context. Wettekst en toelichting bij art. 16 Gw, noch literatuur, melden iets over anderstalige bepalingen en sluiten aldus evenmin uit dat anderstalige bepalingen mogelijk zijn. Strakke inperking van de uitzondering is dan evenwel noodzakelijk, aldus de toelichting. De memorie van toelichting benadrukt tot slot dat de taal waarin de tenlastelegging is gesteld en het belang van de individuele verdachte daarbij los staan van de taal die op de zitting wordt gesproken. De procestaal in een Nederlandse rechtszaal is het Nederlands (behalve in de provincie Friesland, waarin ook het Fries is toegelaten in de rechtszaal). Dit is in het belang van de externe openbaarheid van de rechtspraak en sluit aan bij 7 EHRM 17 september 2009 (Scoppola t. Italië), LJN BK6009, onder verwijzing naar o.a. EHRM 25 mei 1993 (Kokkinakis t. Griekenland), 40 41; EHRM 15 november 1996 (Cantoni t. Frankrijk), 29; EHRM 22 juni 2000 (Coëme e.a. t. België), 145; EHRM 7 februari 2002 (E.K. t. Turkije), EHRM 17 september 2009 (Scoppola t. Italië), 102, onder verwijzing naar EHRM 29 maart 2006 (Achour t. Frankrijk), De Hullu 2009, p HR 31 oktober 2000, NJ 2001, EHRM 25 mei 1993 (Kokkinakis t. Griekenland), par. 40; EHRM 17 september 2009 (Scoppola t. Italië). 12 Ook wel verontschuldigbare onbewustheid, zie: De Hullu 2009, p en Borgers Zie in dit verband bijvoorbeeld ook het arrest van de Hoge Raad van 31 januari 2012 en in het bijzonder de conclusie van de AG bij de Hoge Raad (par ) over de vraag of virtuele voorwerpen een amulet en masker in online-spel Runescape kunnen worden aangemerkt als een goed dat vatbaar is voor diefstal in de zin van art. 310 WvSr, LJN BQ9251, NJ 2012, 536, m.nt. Keijzer.

7 230 wetgeving JULI 2013 TVCR het belang dat de overheid hecht aan het gebruik van de Nederlandse taal in het openbare leven. Dat de procestaal het Nederlands is, laat onverlet dat in bepaalde gevallen ten behoeve van individuele procesdeelnemers mededelingen zullen worden vertaald of vertolkt naar een andere taal. Omgekeerd, zo licht de regering toe, zal ook een in het Engels gestelde tenlastelegging door de officier van justitie mondeling naar het Nederlands kunnen worden vertaald, zoals het ook in de huidige praktijk gebruikelijk is dat de officier van justitie zeer technische tenlasteleggingen in «gewoon» Nederlands verwoordt. 5 Interpretatie van de Grondwet 14 Hiervan valt te onderscheiden de uitwerking die de wetgever kan geven aan een grondwetsbepaling op grond van een in de Grondwet opgenomen regelingsopdracht. Deze opdracht wordt in art. 16 van de Grondwet echter niet gegeven. 15 Van der Pot 2006, p In dit handboek heet deze benadering in constitutionele zaken wijzer te zijn. 16 Bijvoorbeeld kan de vraag worden opgeworpen of, en zo ja in welke zin de uitleg van art. 113 van de Grondwet waarin tot het begrip rechterlijke macht ook een internationale rechter is gerekend van interpretatieve betekenis kan zijn voor de onderhavige kwestie. Zoals in de inleiding geschetst, is het wetsvoorstel behalve vanwege het materiële interpretatievraagstuk ten aanzien van art. 16 van de Grondwet, ook interessant voor wat betreft de formele kant daarvan: hoe verhouden verschillende interpretaties van de Grondwet door verschillende organen zich tot elkaar? Voorop staat dat het primair de grondwetgever zelf is die de interpretatie geeft waaraan ook andere organen zijn gehouden. Een interpretatie van de gewone wetgever, dat wil zeggen de wetgever die niet volgens de grondwetsherzieningsprocedure op grond van art. 137 van de Grondwet wetgeving tot stand laat komen, kan daarvan in beginsel niet afwijken. Wel kan hij er een nadere invulling aan geven. 14 Niettemin wordt een al te historische interpretatie van de Grondwet, dus conform de bedoeling van de grondwetgever, ook wel gerelativeerd en wordt aangemoedigd liever de tekst op zich zelf te nemen en die te confronteren met de problemen van het ogenblik, 15 een interpretatiewijze die ik grammaticaal zou noemen. Ter toelichting daarop wordt wel gesteld dat het vaak niet zo gaat zoals de grondwetgever het zich had voorgesteld, maar de problemen hun eigen loop nemen en de onder de waterspiegel gelegen constitutie verschuift. De aanvaardbaarheid van het laten prevaleren van deze (grammaticale) interpretatiewijze boven de historische interpretatiewijze, zal mede afhangen van de mate waarin de grondwetgever een bepaalde (deel)kwestie (expliciet) voor ogen heeft gehouden en de mate waarin daarvoor relevante omstandigheden sindsdien zijn gewijzigd. Daarnaast zou een systematische interpretatiewijze ondersteunend kunnen zijn aan de grammaticale uitleg. 16 Wat nu echter, indien de rechter een expliciete uitleg geeft aan de Grondwet, waarvan de wetgever wenst af te wijken? Is de wetgever dan niet gehouden die uitleg van de rechter te eerbiedigen en is het dan niet de koninklijke weg dat niet de wetgever, maar de grondwetgever aan zet is indien een andere uitleg wordt gewenst? Wiens uitleg prevaleert? In dit kader is natuurlijk relevant

8 TVCR JULI 2013 wetgeving 231 de voor Nederland bijzondere omstandigheid dat de rechter wetgeving in formele zin niet kan of mag toeten aan de Grondwet (art. 120 Gw): de rechter kan derhalve evenmin de door de wetgever gegeven afwijkende interpretatie toetsen aan zijn eigen oordeel over de betekenis en interpretatie van de Grondwet. Het is dus niet ondenkbaar dat de wetgever door vaststelling van wettelijke voorschiften een andere bijvoorbeeld beperkter uitleg afdwingt. 17 Dat zelfs opzettelijke strijd met de Grondwet zo niet gecorrigeerd kan worden, wordt gezien als een noodzakelijk gevolg van het feit dat in ieder staatsbestel ten minste een orgaan aanwezig moet zijn, dat geen ander orgaan boven zich heeft ter controle van zijn beslissingen. 18 De vraag is echter of dat de rechter of wetgever moet zijn, en meer nog of de kwestie wel zo dichotoom ligt en er niet veeleer een dialoog tussen beide kan zijn, waarbij de rechter en wetgever elke vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid in het staatsbestel tot een interpretatie en oordeel kan komen. De voor- en nadelen van het constitutioneel toetsingsverbod laat ik hier echter verder rusten. Feit is dat voor wat betreft de interpretatie van de Grondwet de wetgever een begrensde doch vergaande interpretatiebevoegdheid heeft. De eenduidigheid van de Grondwet van 1814 ontbeert evenwel. Die Grondwet bevatte in art. 146 een bepaling over de authentieke uitleg die in de Grondwet van 1815 noch in latere versies meer voorkwam en waarin de wetgever als hoogste uitlegger van de Grondwet was aangewezen: De authentieke uitlegging en verklaring der twijfelingen, welke in de toepassing van een of ander gedeelte dezer grondwet mogten gevonden worden, wordt gedurende de drie eerste jaren na derzelver aanneming opgedragen aan de Commissie tot het ontwerpen dezer grondwet benoemd geweest. Indien, na verloop van gemelde drie jaren, zulk eene uitlegging of verklaring noodig ware, wordt daartoe door den Souvereinen Vorst eene vergadering beschreven, bestaande in een getal van leden gelijk aan die van de vergadering van de Staten Generaal, en benoemd op dezelfde wijze door de Staten der Provinciën of Landschappen. De regering toont zich bewust van dit formele interpretatievraagstuk door aan het einde van haar memorie van toelichting op te merken dat met dit wetsvoorstel een nadere interpretatie wordt gegeven aan een bepaalde grondwetsbepaling, hetgeen zij niet bezwaarlijk acht, zeker nu de grondwetsgeschiedenis de betreffende kwestie onbesproken laat. Wel doet zich hier de meer bijzondere situatie voor, aldus de regering, dat de voorgestelde interpretatie afwijkt van degene die is gehanteerd door de hoogste rechter. Daar staat echter tegenover, aldus eveneens de regering, dat die interpretatie vijftien jaren geleden is gegeven in een concreet geval en het de wetgever ook overigens vrij staat daar een andere interpretatie tegenover te plaatsen, zolang die niet strijdig is met de Grondwet of met 17 Dit betekent niet dat de wetten onschendbaar zijn, zoals in art. 131, lid 2, van de Grondwet 1972 als voorloper van 120 Gw nog was vermeld. 18 Van der Pot 2009, p. 203.

9 232 wetgeving JULI 2013 TVCR eventuele internationale verdragsbepalingen. De passage leest als een uitnodiging aan de Afdeling Advisering van de Raad van State haar licht hier eens over te laten schijnen. De Afdeling advisering houdt het (echter) kort: Zoals de toelichting aangeeft, staat het de wetgever vrij om een nadere interpretatie te geven aan een bepaalde Grondwetsbepaling, ook als deze interpretatie afwijkt van die van de Hoge Raad. 19 De leden van de fracties van de Tweede Kamer laten het punt, blijkens het verslag, rusten. 6 Uitleiding 19 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 4, p Kamerstukken II 2010/11, , nr Zie over dit wetsvoorstel: Van den Eijnden Evenals (in elk geval) de regering als medewetgever acht de Raad van State het mogelijk dat de wetgever een grondwetsinterpretatie geeft die afwijkt van die van de Hoge Raad, indien een dragende motivering van de noodzaak van die wijziging wordt gegeven. De Raad van State zag die motivering onvoldoende aanwezig in de toelichting, reden waarom hij adviseerde het voorstel te zenden aan de Tweede Kamer nadat met zijn overwegingen rekening zal zijn gehouden ( te zenden nadat ). Het wetsvoorstel is daarop aangescherpt. Blijkens het verslag van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer lijkt de Tweede Kamer niet om het voorstel te zitten springen, maar zich wel met het voorstel te kunnen verenigen. Daarbij wordt van belang geacht en benadrukt dat het om een uitzondering op de hoofdregel van het gebruik van de Nederlandse taal in strafbepalingen moet blijven gaan. Dat het voorstel voornamelijk voor de leden van de VVD-fractie overigens weer eens wat anders is, mag blijken uit de bewoordingen dat zij met fascinatie hebben kennis genomen van het voorstel. De leden van de fracties van de PVV en van D66 hebben kennisgenomen met, respectievelijk, belangstelling en instemming; de leden van de fractie van de SP hebben kennisgenomen van het voorstel. Trouwe lezers van dit tijdschrift zullen zich mogelijk nog afvragen hoe dit wetsvoorstel zich verhoudt tot het voorstel strekkende tot opneming van een bepaling over de Nederlandse taal in de Grondwet. 20 Indien dat voorstel na twee lezingen het Staatsblad zou halen, waar het vooralsnog niet naar uitziet, zal het in de huidige bewoordingen voor het onderhavige voorstel geen beletsel zijn. Immers voorziet het derde lid van het voorgestelde art. 23a van de Grondwet weliswaar in een subjectief recht om in het verkeer met de overheid het Nederlands te gebruiken en door de overheid in het Nederlands te worden benaderd, maar daarvan kan worden afgeweken in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald.

10 TVCR JULI 2013 wetgeving 233 Literatuur Borgers 2011 M.J. Borgers, De communicatieve strafrechter, Preadvies NJV 2011 Van den Eijnden 2011 P.M. van den Eijnden, De Nederlandse taal in de Grondwet, TvCR 2011, p De Hullu 2009 J. de Hullu, Materieel strafrecht, Deventer: Kluwer 2009 Van der Pot 2006 Van der Pot, Handboek van het Nederlandse staatsrecht, bew. door D.J. Elzinga, R. de Lange, m.m.v. H.G. Hoogers, Deventer: Kluwer 2006

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 202 203 33 427 Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Nadere informatie

Strafrechtelijke bepalingen in de Engelse taal

Strafrechtelijke bepalingen in de Engelse taal Strafrechtelijke bepalingen in de Engelse taal De Wet Handhaving voorschriften Engelse taal en de betekenis van het loslaten van de vertaalplicht door de wetgever voor het lex certa-beginsel Masterthesis

Nadere informatie

CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS

CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS Conferentie de responsieve rechtsstaat 22.09.2016 CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS Mr. Paul van Sasse van Ysselt BA Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Constitutionele

Nadere informatie

internationaal vervoer, niet heeft gehandeld overeenkomstig artikel 7 van genoemde

internationaal vervoer, niet heeft gehandeld overeenkomstig artikel 7 van genoemde NJ 1998, 70: Europese regelgeving / wettelijke strafbepaling cfm. 1 lid 1 Sr ziet op in Nederlands gestelde en bekend gemaakte strafbepaling / toereikend bewijs dat verdachte vennoot v.o.f. werkgever was

Nadere informatie

Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal

Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL. 1. Inleiding

WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL. 1. Inleiding WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL 1. Inleiding In het regeerakkoord dat is gesloten tussen CDA en VVD staat op bladzijde 6: In een taalwet worden de gelijke rechten van de Nederlandse taal en de Friese

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING DE GRONDWET - ARTIKEL 140 - HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 241 Besluit van 19 juni 2014 tot wijziging van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht in verband met het laten vervallen van een

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Adviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Adviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. bezoekadres Postadres 2500 EA Den Haag aan Postbus 20018 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van het associatierecht EEG-Turkije ACVZ/ADV/20 16/010 datum 7juni 2016 06-4684 0910 Mr. D.J.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 871 Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855,

Nadere informatie

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake ADVIES inzake Voorstel van wet van het Tweede-Kamerlid Halsema, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van

Nadere informatie

33427 Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal

33427 Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal 33427 Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal Nota naar aanleiding van het verslag Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Grondwettelijke en mensenrechtelijke

Nadere informatie

Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in een vreemde taal

Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in een vreemde taal U~~ t~ t c~ti&vi~ Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in een vreemde taal MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Doel en redenen van het voorstel Dit wetsvoorstel maakt een uitzondering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 244 Wijziging van de Arbeidstijdenwet in verband met de nadere aanduiding van enige begrippen uit deze wet en enige andere wijzigingen Nr. 6

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 427 Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal Nr.3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Doel en redenen

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 3 juni 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 377747 Voorlichting@rechtspraak.nl Advies Wetsvoorstel

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten. Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000669-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de

Nadere informatie

Camera-toezicht op de werkplek

Camera-toezicht op de werkplek Camera-toezicht op de werkplek december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie

De inkoop van Bijlage II B diensten onder de Aanbestedingswet 2012

De inkoop van Bijlage II B diensten onder de Aanbestedingswet 2012 De inkoop van Bijlage II B diensten onder de Aanbestedingswet 2012 mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, maart 2013 De praktijk van vóór 1 april 2013 laat zien, dat het in voorkomende gevallen voor een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 542 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie

Nadere informatie

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek. R e g i s t r a t i e k a m e r Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid..'s-Gravenhage, 19 januari 1999.. Onderwerp AMvB informatieplicht banken Bij brief van 8 oktober 1998 heeft u de Registratiekamer

Nadere informatie

College van Procureurs-Generaal

College van Procureurs-Generaal Openbaar Ministerie College van Procureurs-Generaal Voorzitter U' Postbus 20B05 2500 EH Den Haag Prins Olauslaan IB D' 2505 AJ Den Haag, Minister van Veiligheid en Justitie Telefoon+31 (0)70 233 3B 00

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigd vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie

Nadere informatie

No.W /I/Vo 's-gravenhage, 20 februari 2018

No.W /I/Vo 's-gravenhage, 20 februari 2018 ... No.W04.18.0031/I/Vo 's-gravenhage, 20 februari 2018 Bij brief van 16 februari 2018 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op de voet van artikel 21a, eerste lid, van de Wet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 344 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 761 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het mogelijk maken van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 980 Uitvoering van het op 19 oktober 1996 te s-gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning,

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon Vertrouwelijk/Aangetekend Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 F 070 8888 501

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 489 Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21221 Algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht) Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 17 december 1990 Het voorstel van wet wordt

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt.

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt. R e g i s t r a t i e k a m e r Minister van Justitie..'s-Gravenhage, 30 april 1999.. Onderwerp Wijziging van het Wetboek van Strafvordering Bij brief met bijlage van 9 maart 1999 (uw kenmerk: 750136/99/6)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/16/ / HA RK

ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/16/ / HA RK ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 03-07-2015 Datum publicatie 06-07-2015 Zaaknummer C/16/393610 / HA RK 15-129 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

*PDOC01/85346* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

*PDOC01/85346* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Directie juridische Zaken Prins Clauslaan 8 2595 AJ DEN HAAG Postbus

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 321 Besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken?

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? K. Engel, LLM, BA ACIS Symposium 20 maart 2015 Inleiding (1/2) Inleiding verzwijging. Oud recht:

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 158 (R 2048) Voorstel van rijkswet van het lid Taverne tot wijziging van de rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen in verband met het

Nadere informatie

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT ALGEMENE WET BESTUURSRECHT Besluitvorming Toezicht Sancties Rechtsgebied bestuursrecht oktober 2011 Rechtsgebied bestuursrecht Verhoudingen tussen bestuursorgaan/belanghebbende - stelt het bestuur is staat

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Inleiding Op 24 november 2014 heeft de CRvB de eerste uitspraak gedaan over boetes

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar.

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 15 april 2019 Betreft beslissing op uw bezwaar tegen het Wob-besluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 427 Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 99 Wet van 13 maart 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 3192 Vragen van het lid

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale Verzekeringen Nr. SV/GSV/01/52463 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 721 Wijziging van de Wet wapens en munitie in verband met de implementatie van richtlijn 2008/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van

Nadere informatie

Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek.

Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek. Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek Maart 2013 Vastgesteld door de algemene raad op 4 maart 2013 1 Voorwoord

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

De voorgestelde wijziging in artikel I B geven het CBP aanleiding tot het maken van de volgende op- en aanmerkingen.

De voorgestelde wijziging in artikel I B geven het CBP aanleiding tot het maken van de volgende op- en aanmerkingen. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM 26

Nadere informatie

Advies W /III

Advies W /III Advies W12.18.0366/III Datum: woensdag 28 november 2018 Soort: Voorlichting Ministerie: Sociale zaken en Werkgelegenheid Vindplaats: Kamerstukken I 2018/19, 34934, nr. E Verzoek om voorlichting van de

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 616 Wet van 13 december 2000 tot herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2015 P.14.1739.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1739.F I. E. V. D., II. A. A. Mr. Patricia Vanlersberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie