De juichende kinderschaar. Liederen voor Christelijke scholen, zondagsscholen, enz.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De juichende kinderschaar. Liederen voor Christelijke scholen, zondagsscholen, enz."

Transcriptie

1 De juichende kinderschaar. Liederen voor Christelijke scholen, zondagsscholen, enz. Adolf Jacob Hoogenbirk bron Adolf Jacob Hoogenbirk, De juichende kinderschaar. Liederen voor Christelijke scholen, zondagsscholen, enz.. Hollandsch-Afrikaansche uitgeversmaatschappij voorheen Jacques Dusseau & Co., Amsterdam / Kaapstad ca (5de druk) Zie voor verantwoording: dbnl i.s.m.

2 III Voorbericht. Aangenaam is het mij dezen bundel met een woord te mogen inleiden, nu hij in nieuw gewaad verschijnt. Was reeds bij vorige uitgaven aan de keus der liederen en de verbetering van den tekst bepaald de aandacht gewijd, thans betreft de verbetering in hoofdzaak de muziek welke tot nog toe bij de liederen geheel ontbark. Op uitnemende wijs heeft de heer J. VISSER zich van zijn taak gekweten, en daarmee de Zondagsscholen aan zich verplicht, welke zijn degelijke arbeid ten goede komt. De melodieën der liederen zij bijna alle zóó bewerkt, dat ze even goed geschikt zijn voor het eenvoudig gezang der Zondagsscholen, als voor Gemengd Koor. Het gezang tot eer des Heeren, het lied dat Zijn naam prijst, is en blije bij ons, onder oud en jong, in eere. Hoe menig goed zaad wordt alzoo gestrooid, hoeveel kwaads voorkomen, hoe menig hart verkwikt. God make dezen arbeid voorspoedig en geve dat deze bundel in zijn nieuw en fraai uiterlijk door nog meerderen dan vroeger gezocht, den samenstellers voldoening schenke en velen ten zegen zij! A.J. HOOGENBIRK.

3 1 1. De Juichende Kinderschaar. Vroolijk. 1. Daar bo-ven juicht een groo-te schaar. Van kind-ren voor Gods 1. troon, Ver - lost van zon-de en van ge-vaar; Tot eer van 's Va-ders 1. Zoon. {Nu klink hun lied: Den Heer zij prijs, Die aan het kruis-hout 2. Hoe kwa-men ze in dat heer-lijk oord? Zij hoor-den Je - zus' 2. stem, Ge - loof-den in Zijn dier-baar Woord, En ga - ven 't hart aan 2. Hem. {Nu klink hun lied: Den Heer zij prijs, Die aan het kruis-hout 3. Zij hoor-den hier op aar-de reeds, Den lie-ven Hei - land 3. toe, Zij min-den Hem en vroe-gen steeds: Wat wilt Gij dat ik 3. doe? {Nu klink hun lied: Den Heer zij prijs, Die aan het kruis-hout 4. Zij wa - ren zon - dig en on-rein, Be - dor-ven van ge- 4. moed. Maar Je - zus nam hen jong en klein En wiesch-hen in Zijn 4. bloed. {Nu klink hun lied: Den Heer zij prijs, Die aan het kruis-hout 5. Wij wen-schen ook daar-heen te gaan, Naar 't oord van vreugd en 5. vreê, Och, lie - ve Hei - land, neem ons aan, Dan zin-gen we eeu-wig 5. meê: Het he-melsch lied: Den Heer zij prijs, Die aan het kruis-hout

4 stierf. En in het he-melsch Pa-ra-dijs, Een plaats voor ons ver - wierf. 2. Een lied op het Pinksterfeest. Levendig. Muziek van J. Visser. 1. Hal - le - lu - ja, looft den Heer! Pink-ster-zan - gen. 1. stijgt naar bo - ven; Al - les ge - ve Je - zus eer; 2. Mij is al - le macht op aard En in 't he - mel- 2. hof ge - ge - ven. Sprak Hij bij Zijn he - mel - vaart: 3. Za - lig, die naar Je - zus' Woord, Zoo een-drach-tig 3. sa - men wa - ren; Daar werd wind-ge - druisch ge - hoord, 4. 't Groo - te werk van Gods ge - nâ Mel-den zij in 4. vreem-de ta - len, Eerst aan Is - rel; maar wel - dra 5. Lie - ve Je - zus, trou - we Heer! Die nu ze - telt 5. in den Hoo - ge, o, Giet nog eens als wel - eer, 6. Ze - gen mild de pre - di - king, 't On-der - wijs, de 6. zon - dags - scho - len; Ie - d're po - ging, hoe ge - ring,

5 3 1. Mocht wel - dra heel de aard Hem lo - ven, Die naar Zijn be- 1. lof - te - nis, Een - wig met de Zij - nen is. 2. 'k Blijf daar bo - ven voor u le - ven, 'k Ben u el - ken 2. dag na - bij, Tot de tijd vol - ein - digd zij. 3. De aan - we - zi - gen ont - wa - ren Ton - gen vuurs op 3. ie - ders hoofd; 't Is de Geest aan hen be - loofd. 4. Gaan zij 't Woord al - om ver - ha - len, 't Heer-lijk E - van- 4. ge - lie - woord: Za - lig die naar Je - zus hoort. 5. Gees - tes-stroo-men op het dro - ge; Dat nog ve - len 5. zich te saâm Bui - gen in Uw heil' - gen naam. 6. Zij uw in - vloed aan - be - vo - len; Al wat in Uw 6. kracht ge - schiedt, Heil' - ge Geest, be - schaam ons niet. 3. Heer, geleid mij. Opgewekt. 1. Hun, die vroeg den Hei-land zoe-ken wacht het rijkst ge - na - de- 2. Laat uw eng-len mij om-rin-gen. Als ver - zoe - king mij ge- 3. Van mijn jeugd tot 's le-vens ein-de Leer me U vol - gen door Uw

6 4 1. loon, Zij be - wand-len 't pad der wijs-heid. Waar-heid wordt hun schat en 1. kroon. Geef mij, Hei - land Geef mij, Hei-land, Dat die lust in mij ook 1. woon! Geef mij, Hei - land, Geef mij, Hei - land, Dat die 1. lust in mij ook woon! 2. naakt, Als de we - reld, als de zon - de Mij den strijd nog zwaarder 2. maakt. Toon dan Hei - land, Toon dan Hei-land, Dat Uw lief-de mij be 2. waakt! Toon dan, Hei - land, Toon dan, Hei - land, Dat Uw 2. lief - de mij be - waakt! 3. kracht, Trek mij, schraag mij, waar ik wan - kel, Door Uw' heil'gen Geest met 3. macht, Heer, van wien ik, Heer, van wien ik Al mijn heil al - léé ver- 3. wacht, Heer, van wien ik, Heer, van wien ik Al mijn 3. heil al - léén ver - wacht. Uit In het land der Vreemdelingschap.

7 5 4. Klopt. 1. Al is eng ook de poort, Ziet, toch siert haar een woord, Ge- 1. schre-ven in let-ters van goud, En de moe-de, die 't leest, Hoort ver- 1. kwikt naar den geest. Een woord van ge - na-de en be - houd. 2. Komt ver-moei-den, spoedt voort, Zoo de rust u be - koort, Uw 2. Je - zus heeft plaats u be - reid. Komt, ge-brook'-nen van kracht, Waar Zijn 2. vre - de u ver-wacht. Als voor-smaak der rust die u beidt. 3. Komt, o zon-daars met spoed In het spoor, door het bloed Vam 3. Je - zus voor al - len ge-baand: 't Is nu tijd van ge - nâ, En zoo 3. spoe - dig te spa! Komt, komt nu de Heer u ver-maant. 4. Ziet, reeds wach-ten bij God U, tot feest en ge - not, Ver- 4. los - ten, ge-schaard om Zijn troon, Spoedt, spoedt al - len te saâm En klopt 4. aan in Zijn naam, Die recht geeft op le - ven en kroon. Klop, klop, 1-4. klop! is des Hei - lands ge - bod, Klop in ge-loo-ve hier aan!

8 6 Klop, klop, klop! en wie klopt in ge-loof, Ziet de deu-re zich o-pen-ge-daan. Uit In het land der Vreemdelingschap. 5. De Morgenster. 1. Waar - om, o krijgs-knecht, dus ver-vaar, Waar vlood uw moed, uw 1. kracht, dat u een vij - and vree - ze baart, Die 's Hee - ren vrees niet 1. acht? Waak op! Als gij op Je - zus ziet, Is 2. Vlei niet on - tij - dig u ter rust, Laat van uw werk niet 2. af; Wees van uw roe - ping u be - wust. En wie die taak u 2. gaf. De vreugd kwam steeds na bang ver - driet. In 3. Voor - uit dan hoe de vij - and dreigt. Zij u de wor - st'ling 3. bang; Schoon 't dag-licht zelfs ten ein - de neig' Straks ruischt uw ze - ge- 3. zang. Hoe zwart uw oog het lucht - ruim ziet. Uw 4. Ban dan uw vrees; ga Chris-ten, ga Uw broe - d'ren steeds voor- 4. aan, Gij kunt, ver-trouwt ge op Gods ge - nâ, Ten bloe-de toe weêr- 4. staan; Het of - fer Gods, voor u ge - schied. Zij

9 7 1. 't licht der hoop niet ver, Ja, is Hij zelf, die sterk-te biedt, Uws 1. har - ten Mor - gen - ster, Uws har - ten Moe - gen - ster. 2. rouw is troost niet ver, Zie op tot Hem, die kracht u biedt, Hij 2. is de Mor - gen - ster, Hij is de Mor - gen - ster. 3. Hel - per is nooit ver. Zijn ko - men doet den nacht niet, Hij 3. is de Mor - gen - ster, Hij is de Mor - gen - ster. 4. nim-mer van u ver. Dan zingt g'in strijd een ze - ge - lied, Den 4. Heer Uw Mor - gen - ster, Den Heer Uw Mor - gen - ster. Uit In het land der Vreemdelingschap. 6. Opwaarts naar Sion. 1. Ik wor - stel op naar Si - ons top, Want, Volg mij, spreek mijn 1. Ko-ning. En graat hier 't spoor woes-tij - nen door. Om-hoog ligt 's Va-ders 2. Nog gansch ge - zind als 't zwak-ste kind Ken ik mijn on - ver- 2. mo-gen. Maar Je - zus' hand houdt mij in stand, Zijn macht zal mij ver- 3. Komt, vrien-den, meê, maar 't land van vreê! Laat ons te sa - men 3. trek-ken, En wie ook vlied', door woord en lied, Tot trouw el-kan-der

10 8 1. wo-ning. Maar ook hoe meer ik na - der kom Aan 't oord van vre - de en 1. schoon-heid, Hoe meer van 't he-melsch hei-lig-dom De licht-glans zich ten 1. toon spreidt. 2. hoo-gen, Met Hem zet ik mijn reis-weg voort. En voel mijn kracht ver- 2. meê - ren. In 't fluis-tren van Zijn tee-der woord: Geen on-heil zal u 2. de - ren. 3. wek-ken. Komt hand in hand, het en - ge spoor Be - treên naar Si - ons 3. wa - len; Der en-g'len-lied, der zaal'-gen koor Zal haast in 't oor ons 3. schal-len. Ons hart dorst naar Si - on, Naar Si - on dorst ons 1-3. hart, Naar Si - on, Si - on, Si - on dorst ons hart. Uit In het land der Vreemdelingschap.

11 9 7. Kinderbede. Niet te langzaam. 1. O Je - zus, die door 't bit-terst lij-den. Voorzon-daars 't le-ven 1. hebt ver-diend. Wel mag ook ons hart zich ver-blij-den. Om-dat Uw naam is 1. Kin-der-vriend! Ja, uit den mond der zui - gen - lin - gen, Hebt 1. Ge u de lof - spraak toe - be - reid! Leer ons dan blij - de 2. Om U te prij - zen, die-nen, ee-ren, Ver-nieuw ons kin-der- 2. lijk ge-moed! Schenk ons een ze - gen bij het lee-ren; Blijv' die ons wel-doen, 2. mild en goed! Be - kwaam ons een - maal hier be - ne - den, Elk 2. voor 't hem toe - be - deel - de werk. Voor - al tot le - ven- 3. Gij vondt in 't zwak-ke een wel-be - ha-gen, O, zie ook ons ont- 3. fer-mend aan! En 't geen wij zin-gend van U vra-gen, O, doe Gij zelf ons 3. dat ver-staan! Ons staam'lend bid - den heeft geen waar-den; Toch 3. hebt Ge ons gun - sten toe - ge - zeid, Gij, zelf een kind voor

12 10 1. me - de - zin - gen Van Uw ge - na - de en heer - lijk - heid. 2. di - ge le - den Van U - we vrij - ge - koch - te Kerk! 3. ons op aar - de, Gij, God met ons, in eeu - wig - heid. Uit de Liederbundel van de Liefde. 8. Heb de wereld niet lief. 1. Vraag, o mijn hart, naar geen vreugd van een dag: 't Ju-b'len der 1. we - reld, haar scha - t'ren-de lach. Wat zij als vrij - heid en 1. blijd-schap u toon', Brengt u ge - vaar slechts voor le - ven en 1. kroon. } Bouw op het schijn-sel van we - reld-glans nooit; 2. Dorst, o mijn hart, naar geen rijk - dom of roem; Schoon is de 2. kleur vaak der gif - tig - ste bloem. Rijk - dom en macht, zoo u 2. God ze niet gaf. Ke - te - nen zijn ze en een voor-boô van 2. straf. } Bouw op het schijn-sel van we - reld-glans nooit; 3. Za - lig, mijn hart, als ge in een - voud en stil Nee - drig u 3. voegt tot Gods hei - li - gen wil, En ge in uw stre - ven aan 3. Je - zus ver - pand. Rijpt voor Zijn le - ven in 't be - te - re 3. land. } Bouw op het schijn-sel van we - reld-glans nooit;

13 Als om het goud en ju - weel dat haar tooit, Arg-loos uw 1-3. hart in haar strik-net-ten viel, Wat kan ze ge - ven in 1-3. ruil voor uw ziel? Uit In het land der Vreemdelingschap. 9. De Godsrivier. Enk. stemmen. 1. Zou-den wij ook een-maal ko-men. Waar de le - vens-stroom ont- 2. Za - lig, heer-lijk zal 't ons we - zen, Daar ver - lost van zon - de en 3. Laat ons in die ho - pe le - ven! God, die ons haar vreug - de 4. Haas-tig spoedt ons le - ven he - nen, Maar het uur breekt spoe - dig

14 12 1. springt, En aan al - toos groe - ne zoo - men, Chris - tus' 1. Kerk Zijn lof steeds zingt? 2. pijn, Rein, van al - le smet ge - ne - zen, Meer dan 2. d'en - g'len Gods te zijn. 3. biedt, Wil Zijn Geest als pand ons ge - ven, Dat ge- 3. na - de ons is ge - schied. 4. aan, Dat, van he - mel - glans om - sche - nen, Saam voor 4. Je - zus' troon wij staan. Laat ons stre-ven eens te ko-men. Aan de 1-4. zil - v'ren, zil - v'ren stroo-men. Waar aan hun bloem - rij - ke 1-4. zoo - men, Chris - tus' kerk 't Ho - san - na zingt. Uit In het land der Vreemdelingschap. 10. Engelen wachten. Duet. 1. En-g'len wach-ten ons bij 't komen Aan het heer - lijk, he-melsch strand. 2. De en-gel wacht daar kind en grij-ze, Die in 's Hee-ren we-gen ging, 3. De en-gel wacht daar Je - zus' bo - den. Vre-de-boôn voor 't Heiden-land, 4. In der heem-len blij-de za-len. Door de Gods - ri - ver be - sproeid,

15 13 1. Lei-den langs de le - vens-stroo-men Ju-blend ons in 't va-der - land, 1. Ju-blend wach - ten en - g'len - ko - ren! Met hun har - pen in de 1. hand, Doen ze in vol - le to - nen hoo-ren: 't Wel-komst-lied in 't va - der- 1. land. 2. Wacht d'een-vou-di - ge en den wij-ze, Die aan Je - zus' woorden hing. 2. Wie voor 's Hee-ren naam hier le - ven. Strij-dend om de le - vens- 2. kroon. Zal in en-g'len - zang om-zwe-ven: 't Vre-de zij u, van Gods 2. troon. 3. Die er zon - daars bid-dend noo-den Tot den tocht naar 't beet're strand. 3. Zend'ling en be - keer - de Hei - den, Van hoe ver - re en woes - te 3. kust, 's He-mels feest-lied zal hen lei-den In des Hee - ren vreug-de en 3. rust. 4. Waar in eeuw'ge zon - ne-stra - len Rijk de boom des le - vens bloeit; 4. Daar wacht rust ons, rust en vre - de. Door geen zon-de of zorg ge- 4. stoor, En ons hart stemt luid' er me-de In der en - g'len vreugd-ak- 4. koord. Ziet, zij wach-ten, wach-ten, wach-ten Ons aan 't heer-lijk, he-melsch

16 strand, Lei - den langs de le - vens-stroo-men, Ju-b'lend 1-4. ons in 't va - der - land. Uit In het land der Vreemdelingschap. 11 Huiswaarts. Opgewekt maar ernstig. Eenige stemmen. 1. Voor al - tijd met den Heer! Ja a - men! zeg-ge ons hart. Dat 1. troost-woord geeft in nacht en smart De hoop en 't le-ven weêr. }Ons 2. Des Va - ders huis ligt hoog; Maar aan mijn Je - zus' zij Wordt 2. mijn te - huis reeds hier na - bij, En zicht-baar voor mijn oog. }Ons 3. O, uur van za - lig - heid, Als ik dat Gods-ge - bouw In 3. Je - zus als het huis aan-schouw, Waar plaats mij is be - reid. }Ons 4. Voor al - tijd met den Heer! Ons hart, dat U be - hoort, Leeft 4. God en Va - der, in dat woord En geeft U eeuw'ge eer. }Ons

17 roept des Her - ders stem, En vol - gen-de op Zijn woord, Gaan 1-4. we ie-d'ren dag meer één met Hem Eenschre-de huis-waarts voort, huis-waarts 1-4. voort, huis-waarts voort, Een schre - de huis - waarts voort. Uit Voor huis en school. 12 Rots der eeuwen. Met gevoel. Harmonie van J. Visser. 1. Rots der eeu - wen, Man van smart, Toe - vlucht 2. In mij zelf woont niets dan schuld, Plicht bij 3. Heer! Die naak - ten kleedt en voedt, Blin - den 4. Rots der eeu - wen, aan Uw voet, Als met

18 16 1. voor mijn schul - dig hart, Laat Uw bloed, voor 1. mij ge - plengd, Als het, Je - zus, mij be- 1. sprengt, Van Uw hei - lig schuld - rant - soen 1. Al de kracht mij ken - nen doen! doen! 2. plicht bleef on - ver - vuld; Niets werd naar Gods 2. wil vol - bracht: Waar ik staar, 'k zie schrik en 2. nacht! Waar, mijn Rots, dan in Uw schoot, 2. Vind ik uit - komst in den dood! dood! 3. 't licht aan - schou - wen doet, Die den slaaf in 3. vrij - heid zet, Wasch ook mij van schuld en 3. smet, Laat Uw kruis, Uw ster - vens - pijn, 3. 't Keer-punt van mijn le - ven zijn! zijn! 4. god - lijk schild be - hoed, Wacht mijn zie - le 4. 't mor - gen - rood! 't Graf zij don - ker, bang de 4. dood; Dood noch graf ver-schrik - ken mij. 4. Want mijn hoop, mijn heil zijt Gij! Gij!

19 De arke des behouds. Met opgewektheid. Eenige stemmen. 1. 't scheep-ken on-der Je-zus hoe-de, Met zijn kruis-vlag hoog in 1. top, Neemt als ar - ke der ver - los-sing, Al - len die in nood zijn op. 1. En }sta de zee al hol en hoog, En zweep' de storm ons voort, Wij 2. Zon-ne, bied dat scheep-jeuw' glan-sen, Koel-tjes, stuwt het zacht voor- 2. uit, Gol-ven, steunt ge-bed en psalm-zang Met uw zilv'-ren maat-ge - luid. 2. Maar }sta de zee al hol en hoog, En zweep' de storm ons voort, Wij 3. Ar-me zon-daar, zie de kruis-vlag, Wapp'-rend langs den o - ce- 3. aan! Kom tot Je-zus! wie Hem vol-gen, Kang een nood-storm doen ver-gaan: 3. Dies klinkt als psalm tot God om-hoog Ons vroo-lijk dank - ak-koord: Wij 1-3. heb - ben 's Va-ders Zoon aan boord En 't vei-lig strand voor oog. Uit Voor Huis en School.

20 Zendingslied. Met gevoel. Muziek van J. Visser. 1. Van Je - zus' lief-de mag ik zin-gen, Wijl Hij zich in den 1. dood be - gaf, Op - dat nu elk der ster - ve - lin-gen Niet 1. meer zou vree - zen voor het graf. Wie op Zijn woord Hem 2. Want Hij wil al - len za - lig ma-ken, Ver-geet ook de ar-me 2. Heid'-nen niet, Hen als een Her-der trouw be - wa-ken, Wijl 2. Hij hun Zij - ne hul - pe biedt; Geen af - god kan het 3. En Is - rel, hoe ook diep ge - zon-ken, Door zij - nen Chris-tus- 3. haat en moord, Hoe ook van 's we-relds wel - lust dron-ken, Zal 3. eens ver - vuld zien 's Hee-ren woord: Je - ru - za - lem zal 4. O, welk een heil, door Je - zus' lief-de Voor zon - daars thans tot 4. stand ge - bracht! Hoe on - ze zon - de Hem ook grief-de, Hij 4. zocht ons op bij dag en nacht; En nog, Hij zoekt wie 5. Laat, Heer! Uw lief-de me al - tijd drin-gen Tot ij - ver voor Uw 5. dienst en eer; Uw ze - gen da-le op zen - de - lin-gen, Op 5. al Uw trou - we knech-ten neêr. 'k Zal U, mijn Hei - land!

21

22 19 1. wil ge - loo - ven, Dien zal geen dui-vels-macht ooit roo - ven. 2. ooit ver-hin-d'ren, Dat Hij hen maakt tot Zij - ne kin - d'ren. 3. weêr her-bloei - en, Van melk en ho - nig o - ver - vloei - en. 4. zijn ver - lo - ren, Hun nood-kreet wil Hij gaar-ne hoo - ren. 5. eens daar-bo - ven, Hal - le - lu - ja! voor eeu-wig lo - ven! 15. Tevredenheid. Opgewekt. 1. Waar - om ge - haakt naar geld en goed? Te - vre - den - heid is 1. meer. Een vroo - lijk hart en krach - tig bloed Geeft mij de lie - ve 2. Hoe me - nig leeft in o - ver - daad, Heeft geld en huis en 2. hof, En toont al - tijd een droef ge - laat, Ge - bukt in kla - gens- 3. De zon heeft voor mij gouds ge - noeg, En 't maan-tje zil - ver- 3. glans; Als 't oog bij 't wer-ken laat en vroeg Zich heft naar 's he-mels 4. Ja, eind'-loos meer, want in Zijn Zoon En Dien ge - kruist voor 4. mij, Wacht pries-ter-kleed en ko - nings-kroon Mij in der zaal'-gen

23 20 1. Heer. Hem prijz', waar ik zoo - veel ont - vang, Mijn mor - gen- 1. lied en a - vond - zang. 2. stof. Wie bo - ven God de we - reld koos, Hij leeft in 2. pijn en zorg al - toos. 3. trans, Dan zing ik: Dit en eind'-loos meer, Schiep tot mijn 3. vreugd' en troost de Heer. 4. rij. Daar - om, wien 't lust, hij kiez' den schijn, Maar mij zal 4. God mijn al - les zijn! Uit Voor School en Huis. 16. Het betere land. Niet langzaam en met gevoel. Enk stemm. 1. {Waar-heen. Pel - grim, waar - heen gaat gij, 't Oog om- And.stemm. 1. {Wij gaan op des Ko - nings roep - stem Naar ons Enk stemm. 2. {Storm en duis-ter-nis be-dreigt u; Zijt gij And.stemm. 2. {Waar - om zou ons har - te vree - zen, Wan - d'lend Enk.stemm. 3. {Zegt ons, Pel - grims, wat ver - wacht gij. Als uw And.stemm. 3. {Ko - nings-kroon en pries - ter - klee - ding Wacht ons Enk stemm. 4. {Pel - grims, zegt ons, mo - gen wij ook Met u And.stemm. 4. {Komt. weest wel - kom, volgt ons al - len, 't Oog om-

24 21 1. {hoog en hand in hand? }O - ver ber - gen en door 1. {huis en va - der - land. }O - ver ber - gen en door 1. da - len Gaan wij naar de blij - de za - len, Gaan wij 1. naar de blij - de za - len Van Gods huis in 't va - der - land. Gaan wij 1. naar de blij - de za - len Van Gods huis in 't va - der - land. 2. {voor 't ge - vaar be - stand? }Je - zus zelf zal voor ons 2. {aan des Hee - ren hand? }Je - zus zelf zal voor ons 2. strij - den, Hij in storm en nacht ons wij - den, Hij in 2. storm en nacht ons wij - den Voor Gods huis in 't va - der - land. Hij in 2. storm en nacht ons wij - den Voor Gods huis in 't va - der - land. 3. {deel aan 't beet' - re strand? }God, den Heil - ge, On - ge- 3. {uit des Hei - lands hand. }God, den Heil - ge, On - ge- 3. zie-ne, Zul - len wij met de en - g'len die - nen, Zul - len 3. wij met de eng'len die - nen In der en-g'len huis en land. Zul - len 3. wij met de en - g'len die - nen In der en - g'len huis en land. 4. {trek - ken naar dat land? }Bij der en - g'len vreug - de- 4. {hoog en hand aan hand. }Bij der en - g'len vreug - de- 4. zan - gen Zal ons Je - zus zelf ont - van - gen, Zal ons 4. Je - zus zelf ont - van - gen In Gods huis in 't va - der - land. Zal ons 4. Je - zus zelf ont - van - gen In Gods huis in 't va - der - land. Uit Voor School en Huis.

25

26 Zondagslied. Opgewekt. Harmonie van J. Visser. 1. {Als de dag met gou-den glans, Zon-dags aan-licht aan den trans, 1. {Geen ge-druisch de stil - te breekt, Al - les ons van rus-te spreekt, 1. Trekt om naar Gods huis te gaan. Oud en jong het feest-kleed aan; 1. Zin-gend aan den voet van 't kruis }Reeds 't lied van 't Va - der - huis. Psalm en lied, 2. {Rijz' met eer - bied ook ons lied Tot den Heer, die op ons ziet. 2. {God, die ons heeft wel - ge - daan, Neemt ons kin -der-dank-lied aan. 2. Spreekt tot ons ook in Zijn woord; 't Hart wan-neer 't naar Je-zus hoort, 2. Leert, hoe jong, bij Je-zus' kruis, }Reeds 't lied van 't Va - der - huis. Psalm en lied, 1-2. Psalm en lied, Psalm en lied prijst Gods ge-nâ, In 't blij Hal-le - lu - ja!

27 De beste Vriend. Met opgewektheid. 1. Hoe heb ik U van noo-de, Heer Je - zus, 't één en al, 1. Voor mij, ge - doemd ten doo - de In die - pen zon-den - val. D.S. Hoe - ve - len tot U ko - men, Uw bloed maakt al-len rein. 1. Bij U zijn le - vens-stroo-men, Bij U de heilsfon - tein; 2. Hoe heb ik U van noo-de, Heer Je - zus, op mijn pad. 2. Gij leidt als vre - de - bo-de, Mij naar Gods vre-de - stad. D.S. Ik ken er en - kel vre - de, In U van doods-angst vrij. 2. Gaat gij maar met mij me - de, Hoe bang de weg dan zij. 3. Hoe heb ik U van noo-de, Heer Je - zus, le - vens - zon, 3. Die voor mij, boo - ze en snoo-de, De kroon des le-vens won. D.S. Uw lief - de in 't of - fer prij-zen, Aan 't kruis voor ons ge - schied. 3. O! op hoe blij - de wij - zen, Zal voor uw troon ons lied 19. Kloppend - wie is daar? Met gevoel. 1. Klop - pend, klop - pend! - Wie is daar? Wa - kend, wach - tend - 2. Klop - pend, klop - pend! - Hij staat daar! Wach-tend, wa - kend - 3. Klop - pend, klop - pend! - Hoe? steeds daar? Wa - kend, wach - tend -

28

29 24 1. won - der - baar! 't Is een Pel - grim, vreemd en vorst' - lijk, 1. Als op aar - de nooit ver-scheen. O, ont - sluit voor 1. Hem uw har - te, O, zend Hem niet wei - grend heen. 2. vreemd voor - waar. Maar de deur is toe - ge - slo - ten, 2. Door de dis - t'len dicht be - groeid, En de gren - d'len 2. on - be - weeg-lijk Door het klim - op vast ge - boeid. 3. o, 'tis waar! De door-boor - de hand blijft klop - pen, 3. En in 't wreed ge - kroond ge - laat Stra-len d'oo-gen, 3. zacht en tee - der. Van uw Heer, die wach - tend staat. Uit de Liederen van Sankey 20. Volkslied. Harmonie van J. VISSER. 1. De blij-de juicht-oonklin-ke in 'trond. Gods groo-ten naam ter eer! Het 2. Ver - lost van Spaan-sche heer-schap-pij. O - ran - je 't hoofd van 't land. Ons 3. Dat steeds O - ran - je en Ne-der - land In U ver - ee - nigd zij. En 4. O, werdeens Ne - der - land be - vrijd Van zon-de - last en schuld. Elks

30 25 1. feest-lied gal-meuit al - ler mond: Komt, lo - ven wij den Heer! Zwaar 1. druk-te op ons dervreem-den hand. Er was geen Neê-land meer; Maar 1. God ge - dacht ons Va - der - land, En Neê-land was er 1. weêr! En Neê - land was er weêr! 2. volk van twist en twee-dracht vrij: Her - bo - ren Ne - der - land! Dit 2. is, o Heer! Door U ge-schied, Wij sta - ren 't dank-baar aan. O, 2. Ne - der - land, ver - geet het niet: God heeft u wel - ge- 2. daan! God heeft u wel - ge - daan! 3. Neê-lands volk, in el - ken stand, Uw groo-ten Naam be - lij! O, 3. Va-der, Zoon en Heil'-ge Geest, Vol-heer-lijk, wel-doend God, 3. Gij voor Neêr-land God ge - weest, Laat ons dat za - lig 3. lot! Laat ons dat za - lig lot! 4. hart aan Je - zus' dienst ge - wijd! Dan was ons heil ver - vuld. Gij. 4. groo-te God, die won-dren doet! Strek uit uw ster- ke hand! En 4. schenk 't ge-loof in Je - zus' bloed Aan Vorst en Va - der- 4. land! Aan Vorst en Va - der - land!

31 Die wil, die kome! Vroolijk. 1. Wie het hoort, die roe-pe: Kom, zon-daar, kom! Breng dit E - van-ge-lie 1. aan het volk ron-dom. Roep de blij-maar uit, ver - kon-dig haar al - om, 2. Wie dan wil, die ko - me, Ko - me tot Hem! Zie de deur ge - o-pend, 2. hoornaar Je - zus' stem! Je - zus is de deur: kom, zon-daar, kom tot Hem! 3. Wie dan wil, die ko-me! Vast staat dit woord Wie dan wil, die kome! 3. klinkt de roep-stem voort. Wie dan wil, die ko - me! Wie de stem dan hoort, 1-3. Wie dan wil, die ko - me vrij! Kom, wie wil, ja kom, 1-3. kom, wie wil, ja kom! Zend dit troost-woord aan het gan-sche 1-3. hei - den-dom; Hoor het woord des Hee - ren, pre - dik het al - om.

32 Zeg: die wil, die ko - me vrij! 22. Ook mij. Klagend. 1. Heer, ik hoor van rij - ken ze - gen, Dien Gij uit - stort, { 1. Laat ook van dien mil - den re - gen, Drop - p'len val - len 1. keer op keer; { 1. op mij neêr! Ook op mij, ook op mij. 2. Ga mij niet voor - bij, o Va - der! Zie hoe mij mijn { 2. Trek mij met uw koor-den na - der, Stort uw lief-de ook 2. zon - de smart: { 2. in mijn hart; Ook in mij, ook in mij, 3. Heil' - ge Geest, daal in mij ne - der, Gij geeft blin-den { 3. Leid mij tot den Va - der we - der, Werk in mij met 3. de oo - gen weêr: { 3. kracht, o Heer! Ook in mij, ook in mij, 4. Lief - de Gods, zoo rein en drach-tig, Bloed van Je - zus, { 4. Gods ge - na - de, sterk en mach-tig, O, ver - heer-lijk 4. rijk en vrij. { 4. U in mij! Ook in mij, ook in mij, 5. Ga mij niet voor-bij, o Her-der, Maak mij gansch van { 5. Vloeit de stroom van ze - gen ver - der, Ze - gen an - d'ren, 5. zon - de vrij; { 5. maar ook mij! Ja ook mij, ja ook mij,

33

34 28 1. Drop - p'len val - len ook op mij! 2. Stort Uw lief - de ook uit in mij! 3. Werk ook door Uw kracht in mij! 4. O, ver - heer - lijk U in mij! 5. Ze - gen an - d'ren, maar ook mij! Uit de Opwekkingsliederen van Sankey 23. Jezus mijn Herder. Muziek van J. Visser. 1. Je - zus is mijn goe - de Her - der, Die Zijn schap-je 1. niet ver-laat, Die mij steeds op al mijn we - gen Met Zijn hulp ter 2. Je - zus is mijn goe - de Her - der, Die me op goe - de 2. we - gen leidt, En mij na vol - bracht-te rei - ze Zij - ne schaaps-kooi 3. Wil Uw schaap-je, lie - ve Je - zus! Toch ge - trouw ter 3. zij - de staan, En wan-neer het mocht gaan do - len, Weêr doen kee - ren, 4. Leer Uw schaap-je toch U dan - ken, Daar Gij een - maal 4. aan het kruis Voor hem stierft, en nu be - reid hebt Ee - ne plaats in

35 29 1. zij - de staat. Je - zus is mijn goe - de Her - der, 1. Die mij voor ge - vaar be - hoedt, Die be - waart mijn 1. zwak-ke schre-den En voor wan-ke - len mijn voet. 2. bin - nen - leidt; Zou ik met dien Her - der vree - zen 2. Voor des vij - ands boos ge - weld? Neen, mijn Je - zus 2. zal mij we - zen Tot een on - ver - win - b'ren Held. 3. op Uw paân. Leer Uw schaap - je, goe - de Her - der, 3. Steeds ge - hoor - zaam zijn Uw stem, En ge - du - rig 3. dan-kend den-ken Aan den stal van Beth - le - hem. 4. 't Va - der - huis, Om daar op vol - maak-te wij - ze 4. Met de schaap-jes van Uw stal, U te lo - ven, 4. U te prij - zen, En te dan - ken bo - ven - al. 24. Hemelzangen. Vroolijk. 1. Hoort de he - mel - zan - gen! Daar is he - den vreugd, 2. Hoort de he - mel - zan - gen! Daar is he - den vreugd, 3. Hoort de he - mel - zan - gen! In tri - umf- ge - schal

36

37 30 1. Nu een zon-daar weêr-keert tot Gods troon. Ziet, de Va - der drukt hem 1. aan Zijn hart, ver - heugd, En be-groet Zijn eens ver - lo - ren zoon. 2. Vij - and wordt thans door ge - na - de vrind; Ja, hij keert nu we - der, 2. d'en-g'len zijn ver - heugd, En de Va - der noemt hem weêr Zijn kind. 3. Prij-zend'en-g'len nu der hee-ren Heer. Klink' het heug-lijk feest-lied 3. door het gansch heel - al; Want een zon-daar leeft nu God ter eer. Glo - rie, glo - rie! hoort der en-g'len stem! Glo-rie, glo-rie! Hoort, zij lo - ven Hem! De ver - los - ten jui-chen met der en-g'len-heir, En den weer-klank hoort men hein-d'en veer' Uit, de Opwekkingslied ven van Sankey

38 Des herders trouwe. Harmonie van J. Visser. 1. In gra - zi - ge wei-den, bij 't kab - b'len der beek, Leidt 1. zacht-kens de Her-der in lief-lij-ke streek, Een hon - derd-tal 1. scha-pen, met zorg en vol trouw, Tot 's a-vonds zij kee - ren om 2. Maar één keert des a-vonds niet we - der met hem; Ver- 2. geefs roept vol angst het zijn lief-d'rij-ke stem... Waar zal het toch 2. dwa-len? Licht is 't reeds verscheurd!!!... Dus klaagt hij; maar hier mag niet 3. In 't eind... O wat blijd-schap! Of iets hem be-droog? Neen, 3. 't is wel het bla - ten. Daar ziet het zijn oog. Ver-moeid van al 3. 't dwa-len, viel 't ein-d'lijk ter neêr. Hij beurt het, en streelt her, en 4. Komt vrien-den, zoo heet het, weest met mij ver - blijd, En 4. juicht om het voor-recht dat mij werd be - reid! Zóó jui - chen ook 4. d'en-g'len en zaal' - gen te zaam Den Op - per-sten Her - der; Zijn 5. O, Je - zus! ge - leid mij in 'tvei - li - ge spoor, En 5. ga met ge - na - de en goed-heid mij voor. O, leer m'u te 5. vol - gen, in vreugd en in smart, Maar dwaal ik, zoo neem Gij mijn

39 32 1. nacht' - lij - ke kou; Vol gend, vol-gend Naar war - mer 1. stal, Den Her - der wiens trouw hen ook daar hoe-den zal. 2. en - kel ge-treure: Zoe - kend, zoe-kend Spoedt hij zich 2. voort, Steeds ho - pend dat 't ein-d'lijk zijn roep-stem nog hoort. 3. koes - tert het teêr. Ziet hem, ziet hem Huis-waarts daar 3. treên, Het lam op zijn schou-d'ren met haas - ti - ge schreên. 4. goed - heid, Zijn naam Prij - zend, prij-zend Gods won - d're 4. macht Voor el - ken ver-dwaal - de, door Hem weêr-ge-bracht. 5. hand en mijn hart. Dwaal - ziek, dwaal-ziek Is steeds mijn 5. aard, Geef Heer, dat toch im - mer Uw trouw mij be-waart. 26. Veilig in Jezus' armen. Langzaam. 1. Vei - lig in Je - zus' ar - men, Vei - lig aan Je - zus' 2. Vei - lig in Je - zus' ar - men. Vrij bij mijn Heer en 3. Je - zus, mijn dier - b're toe-vlucht, Je - zus, gij stierft voor KOOR Vei - lig in Je - zus' ar - men, Vei - lig aan Je - zus'

40 33 1. hart; Dáá, in Zijn teêr er - bar - men, Dáár rust mijn ziel van 1. smart! Hoor! 'tis het lied der eng'-len, Zin-gend van liefd' en 1. vreê. Rui-schend uit 's he-mels za-len, O - ver de gla-zen zee. 2. Borg, Vrij van 't ge-woel der we - reld, Vrij van ver-driet en 2. zorg, Vrij van de vrees en twij-fel, Vrij van der zon-den 2. macht; Nog slechts een wei-nig lij-den. Nog slechts een kor-te nacht. 3. mij! Dat op die Rots der eeu - wen Eeu - wig mijn ho - pe 3. zij! Heer, laat mij lijd-zaam wach-ten, Tot-dat het duis-ter 3. vliedt, En 't oog, aan gind-schekus-ten, Uw heil-licht glo-ren ziet. KOOR hart: Dáár in zijn teer er - bar-men, Dáár rust mijn ziel van 27. Hosanna! Enkele stemmes Ho - san - na, ho - san - na, ho - san --

41 34 1. na! Ho - san - na, ju - b'len blij te moe, Uit vooll' en dank-bre 1. borst. De kin-der-scha-ren Je - zus toe, Der kin-d'ren Vriend en 1. Vorst. 2. na! Ho - san na stem - men o - ver - al En knaap êb meis-jes 2. saam; Hun zin-gen is een lof - ge-schal Voor Ko-ning Je - zus' 2. naam. 3. na! Ho - san - na klinkt eens 't lof-ge-schal Van al wie Je - zus 3. mint; Van elk, die als Hij ko - men zal Een eeuw'-ge vreug-de 3. vindt! 4. na! Ho - san - na! Dat dan on - ze beê Op aar - de nooit ver- 4. stomm': Zoo ve - ler har-ten bid-den meê: Kom, Koning Je - zus, 4. kom! Ho - san - na klink', roll' luid en schoon Ho-san-na 't lucht-ruim 1-4 door, En smelt' als kin-der - ju - bel-toon Uw galm in 't En-glen-

42 koor, En smelt' als kin-der - ju - bel-toon Ju - bel-toon 1-4 Ju-bel-toon En smelt' als kin-der-ju - bel-toon Uw galm in 't Eng'-len-koor. 28. Kom tot uw Heiland. Ernstig. 1. Kom tot uw Hei - land, toef lan-ger niet, Kom nu tot Hem, die 1. red - ding u biedt; Die ook voor u den he - mel ver - liet, 2. Laat kin-d'ren ko - men zoo klonk Zijn stem; Spring op van vreugd, ver- 2. blijd u in Hem; o, luis - ter naar die lief' lij - ke stem: 3. Wil toch be-den - ken, Hij is na - bij! Volg dan Zijn stem, zoo 3. maakt Hij u vrij; Luis - ter, Hij spreekt tot u en tot mij:

43 36 1. Hoor naar Zijn roep-stem: Kom! 2. Toef lan-ger niet, maar Kom! 3. Komt tot Mij, zon-daars, Komt! Heer-lijk, heer-lijk, klinkt de vreug-de-toon 1-3. Van de zaal'-gen, jui-chend voor Gods Zoon, Als zij ver-gaad'-ren 1-3. ron - dom den troon, Waar ook de en - g'len staan. 29. Mij oog zal op u zijn. Met gexoel. 1. Hoort het troost-woord, gij Gods kin - d'ren, Rei - zend 2. In be - proe - ving en in lij - den, Als de 3. Is de straal der hoop ver - dwe - nen, Als het 4. Wordt het don - ker om u he - nen, Richt uw

44 37 1. naar de stad om - hoog, 't Is Gods Woord - wie zal 'tver- 1. hin-d'en - 2. nood klimt he - mel - hoog, Laat Zijn troost - woord u ver- 2. blij - den: 3. licht van 's he-mels boog? Ziet op Mij, houdt op met 3. wee - nen, 4. blik dan naar om - hoog; Is uw ster - vens - uur ver- 4. sche - nen, Eeu - wig rust op u Mijn oog! Eeu - wig 1-4. rust het, eeu - wig rust het, eeu - wig rust op u Mijn oog! 1-4. 't Is Gods Woord-wie zal 't ver-hin-d'ren?- Eeu-wig rust op u Mijn oog! Uit de Opwekkingsliederen van Sankey.

45 Onze Hemelsche woning. Vroolijk. 1. O, denk aan het Huis, ver van hier, Waar ver-los-ten on-sterf-lijk en 1. schoon, Aan de boor-den van Gods heil-ri - vier Be- 1. kleed staanmet licht voorden troon. 2. De zaal'-gen zijn nu ver van hier, Zij be-tra-den ook een-maal deez' 2. aard, Maar thans staan z' on-der Gods heil-ba - nier, Waar 2. nin-mer-mer leed hen be-zwaart. 3. Ik zoek nu mijn heil ver van hier, In het land van die heer-lij - ke 3. rust. Och, dat een-maal ook d'eer-kroon mij sier', Daar 3. ginds aan de za - li - ge kust! 4. Wel-dra ben ik ook ver van hier, Ja, ik zie reeds het eind van de 4. reis; En zo me - ni - ge vriend, mij zoo dier, Die 4. mij wacht in 't he-melscha pa - leis. Ver van heir, ver van hier, ver van 1-4. hier O, denk aan het huis van hier, ver van hier, Ver van

46 hier, ver van hier, ver van hier, Ver van hier, O, denk aan het Huis ver van hier! Uit de Opwekkingsliederen van Sankey. 31. Gods Voorzienigheid. 1. Weet gij hoe - veel ster-ren kle-ven Aan den blau-wen he-mel- 1. boog? Weet gij hoe-veel woo-ken zwe-ven Bo-ven al - le ber-gen 1. hoog? Al die dui-zen-den te za-men, Roept de Heer bij hun-ne 2. Weet gij hoe - veel mug-jes dart'-len In den hee-ten zon-ne- 2. gloed? Weet gij hoe - veel visch-jes spart'-len I den zilv'-ren wa - ter- 2. vloed? Al die dui-zen-den te za-men, Roept de Heer bij hun-ne 3. Weet gij hoe - veel kind'-ren rij - zen, Uit hun bed - jes keer op 3. keer? Op - dat zij hun dank be - wij - zen Aan dien trou-wen He - mel- 3. heer! Aan die dui-zend, dui-zend-tal-len, Heeft die God een wel - ge-

47 40 1. na-men, Roept de Heer bij hun-ne na-men, En niet één ont-glipt Zijn oog. 2. na-men, Roept de Heer bij hun-ne na-men, 't Is de Heer-re die ze voedt. 3.val-len, Heeft die God een wel-ge-val-len, En ook mij be-mint Hij teêr. 32. Zie en leef. Moderato. 1. Door een blik op het kruis is er le - ven en heil, Is er 1. le - ven voor u en voor mij; Zie ge - loo-vig op Hem, word be- 1. hou-den en leef, Want ver - los - sing biedt Je - zus u vrij. 2. Neem nu aan in 't ge - loof en met blijd-schap het heil, Neem het 2. le - ven dat Je - zus u geeft! Wees ver - ze-kerd, dat nim - mer de 2. dood u meer treft, Daar de Heer, uw ge - rech - tig - heid, leeft. 3. Weg dan twij - fel en vrees, want Gods Woord heeft ver-klaard, Dat uw 3. Hei-land het werk heeft vol-bracht; In de vol- heid der tij - den kwam 3. Je - zus, de Heer, Als het Lam, voor de zon-de ge-slacht.

48 Zie, zie, zie en leef! Door een blik op het kruis is er 1-3. le - ven en heil, Is er le - ven voor u en voor mij. Uit de Opwekkingsliederen van Sankey 33. Het hemelsche Land. Vroolijk. 1. 'k Zie het land, waar de zon nim-mer daalt, Waar de 1. wo-ning des Va-ders ons wacht. In 't ge-loof zien wij 't licht, dat daar 2. In dat land zin - gen wij eeu - wig voort 't Heer - lijk 2. lied van ver-los-sing en vreê; In dat land waar green zucht wordt ge- 3. Tot den Va - der, zoo mild en zoo goed, Rijst ons 3. lof-lied op dank-ba-ren toon; Ja wij prij-zen Hem voor Je - zus'

49 42 1. straalt; In dat land heerscht geen zon - de, geen nacht. 2. hoord, Zijn wij vrij van ver - druk - king en wee. 3. bloed, Voor het hiel, ons ge - wrocht door Goods Zoon In het land van Gods heil, Zul - len 1-3. wij voor Gods troon jui - chend staan, In het 1-3. land, van Gods heil, Zul - len

50 wij voor Gods troon jui - chend staan. Uit de Opwekkingsliederen van Sankey. 34. Kerstlied. Zacht en met gevoel. 1. Veer - tig eeu-wen van te vo - ren Was de Mid - d'laar 1. ons be - loofd; Eid - d'lijk werd Hij toch ge - bo - ren, 1. Hij, der En - g'len Heer en Hoofd! Hij, de Red - der 2. En Ma - ri - a, diep be - wo - gen, Zat daar bij haar 2. zui - g'ling neêr. Heil' - ge vreugd straal-d' uit haar oo - gen, 2. En haar ziel ver - hief den Heer. Ginds, in 't veld van 3. Her-ders, die hun vee be - waak - ten, Hoor - den naar der 3. En - g'len stem, En met dank - b're vreugd ge - naak - ten 3. Zij de krib van Beth - le - hem. Wij - zen brach - ten 4. Al - zoo lief had God de we - reld, Dat Hij zelfs Zijn 4. ei - gen Zoon, Voor die af - ge - val - len we - reld, 4. O - ver - gaf aan smaad en hoon. Kind, hoor toch naar

51 44 1. van 't Heel-al, Kwam ter we - reld in een' stal; Als een kind - je, 1. zwak en tee - der, Lag Hij in de krib - be ne - der. 2. E - phra - ta, Zon - gen En - g'len God ge - nâ; De - den zij deez' 2. lof - zang hoo - ren: Je - zus Chris - tus is ge - bo - ren! 3. schat-ten aan, Door de ster - ren voor - ge - gaan; Wij, wat zul - len 3. wij Hem ge - ven? Al den dank van hart en le - ven! 4. Je - zus' stem, Die u roept naar Beth - le - hem. Loof uw Hei-land 4. vroeg en spa - de En ver - heer - lijk Zijn ge - na - de. Uit De Lofstem. 35. Kerstlied. Harmonie van J. Visser. 1. Deez' feest-dg zij Gods Zoon ge - wijd, Die neêr-kwam op be- 2. Komt, zin - gen wij ver - heugd te zaam Een lied tot eer van 3. Der Eng' - len juich-toon werd ge-hoord, En klonk zoo schoon in 4. Lof zij Hem die van 't grootst ge - vaar Ons heeft ge - red, die 5. O, welk een lief - de, on - ein - dig groot, Nu Je - zus deelt in 6. Toch is Zijn Naam Im - ma - nu - el! Die ons ver - lost van

52 45 1. loof - den tijd, En bracht weêr heil en vre - de voort, Zoo 1. snood door ei - gen schuld ver - stoord. 2. Hee - ren Naam; Hij is het, die dit feest ons schenkt, Het 2. hart ver - blijdt en aan ons denkt. 3. Beth-lems oord: Toen straal-de in 't duis-ter van den nacht, Een 3. heer - lijk licht in - he - mel - pracht. 4. won - der baar Ge - bo - ren werd in Da - vids stad, En 4. slechts een stal tot woon - steê had. 5. on - zen nood: Hij werd een zuig'-lig, zwak en teêr. Lag 5. in een schaam' - le krib - be neêr. 6. dood en hel; Hal - le - lu - jah, de he - mel juich! En 6. al - le knie zich voor Hem buig'. 36. De Bijbel. (Een lied op den hervormingsdag.) Opgewekt doch niet te snel. 1. Wij ge - ven het niet o - ver Voor geld of eer of 2. De staf is 't voor den grij - ze, De gids voor on - ze 3. Het is het Woord des Hee - ren Dat van ge - na - de 4. O, schrijf in on - ze har - ten Uw hei - lig Woord, o

53 46 1. goed; Dat licht op on - ze pa - den, Die lamp voor on - zen 1. voet, Wij la - ten ons niet ne-men: dat heet-lijk Woord van 1. God; Dien kos - te - lij - ken Bij - bel Rooft ons geen tijd of lot. 2. jeugd; Een zon, die met haar stra - len ons jong ge-moed ver- 2. heugt; Een sterk en mach-tig wa-pen In strijd met zon-de en 2. lust, en in de ster-vens-u - re Een pe - lu - we der rust. 3. spreekt; Dat als een ster-ke ha - mer De hard - ste har - ten 3. breekt; Dat als een zach-te bal - sem 't Ge-wond ge - moed ge- 3. neest. 't Is 't zaad der weêr-ge-boor - te Door d' in-vloed van Gods Geest! 4. Heer! Dan vree-zen wij geen Sa - tan, Geen dood of oor-deel 4. meer. Want ber - gen zul - len wij - ken, De we - reld zal ver- 4. gaan: Maar 't Woord - het Woord des Hee-ren! - Zal eeu-wig-lijk be-staan!

54 Pinksterlied. Bewerkt naar de melodie: O! Sanctissima. Koraalmatig. Door J. Visser. 1. Looft den Hee - re, Geeft Hem ee - re; Prijst Zijn Naam met 1. lof - ge - klank; Dat elk blij Hem noe - me, Zij - ne goed-heid 1. roe - me, En Hem bren - ge ook zijn dank. 2. Wilt niet vree - zen, 'k Laat geen wee - zen U, Mijn jon-g'ren, 2. spark de Heer, 'k Zal Mijn Geest met stroo - men U doen ne - der- 2. ko - men, Op - dat Die u wijs - heid leer'. 3. 't Hun be - loof - de, Vast ge - loof - de, Werd ook niet ver- 3. geefs ver - beid. Nauw zijn ze - ven we - ken Vol ge - beds ver- 3. stre - ken, Of reeds blijkt het 's Hee - ren tijd. 4. Rij - ken ze - gen Al - ler - we - gen Sprei-dend, daalt de 4. Troos-ter neêr; Wind en vuur ver - zel - len Zij - ne komst en 4. spel - len De na - bij - heid van hun' Heer. 5. Hoort hen spre - ken Bij hun preê - ken Ta - len door Gods 5. Geest ge - leerd, 't Feest der eer - ste - lin - gen Meldt ons groo - te 5. din - gen: Drie - maal dui - zend zij be - keerd. 6. Niets ver - hin - dert, Of ver - min - dert, Ook nog thans Uw 6. won - d're macht: Wil ons, Geest des Hee - ren, Schen-ken of ver- 6. mee - ren Het ge - loof door U - we kracht.

55

56 Ik zoek het licht omhoog. Levendig. 1. Ik zag in 't gras een groe-ne spruit Zich wor-st'len uit het 1. zand, En vroeg: wat drijft u zoo voor-uit, Gij klein' en tee-d're 1. plant? En 't was m'als-of het moe - dig kruid met fier-heid zich be- 1. woog, Mij zeg-gend, zon-der stem-ge - luid: Ik zoek het licht om- 2. Ik vroeg den a-rend voor wat buit Op d'uit-ge - sla - gen 2. vlerk, Hij, bo - ven rots en berg-top uit, Zich waag-d'in 't drei-gend 2. zwerk. En 't schet-t'ren van zijn forsch ge-luid, En 't schit-t'ren van zijn 2. oog Zei: door geen steilt' of wolk ge - stuit, Zoek ik het licht om- 3. En 'k vroeg mijn hart: wat drijft u uit, Ver bo - ven ruimt' en 3. tijd. Door vrees voor dood noch graf ge-stuit; Wat zoekt uw dorst, uw 3. strijd? En 't ant-woord klonk met blij ge-luid: Gij vraagt, wat mij be- 3. woog? Mij koos mij Je - zus tot Zijn bruid, 'k Zoek Hem, mijn Licht om-

57 49 1. hoog. Ik zoek, ik zoek het licht om - hoog. 2. hoog! Zoek ik, zoek ik het licht om - hong! 3. hoog! 'k Zoek Hem, 'k zoek Hem, mijn Licht, om - hoog! 39. Ga mij niet voorbij. Klagend. 1. Ga mij niet voor - bij. o Hei - land! Ga mij niet voor-bij! 1. Wijl Gij an - d'ren ze - gent, Hei-land! Ze-gen nu ook mij. 2. Voor Uw trong ge - knield, o Hei - land! Bid ik in 't ge - loof; 2. Doe mij troost en uit - komst vin-den, Houd u niet als doof. 3. Op Uw zoen-bloed pleit ik, Hei - land! Voordes Va - ders troon; 3. Dáár wilt Gij mijn Midd'-laar we - zen, Hoor mij, Gij, Gods Zoon. 4. Gij zijt al mij troost, o Hei - land! Ja, mij troost ge - heel; 4. In den he - mel en op aar - de Blijft Gij steeds mijn deel.

58 50 Je - zus, Hei - land, wees mij nu na - bij! Wijl Gij an-d'ren ze - gent, Hei-land! Ga mij niet voor - bij! Uit de Opwekkingsliederen van Sankey. 40. Alles van Boven. J. de Liefde. 1. Van bo - ven moet het al - les ko - men, Wat le - ven 1. wekt en le - ven voedt; Van bo - ven zijn de re - gen- 2. Van bo - ven moet het al - les vlie - ten, Wat la - ger 2. op - welt heeft geen kracht; Wat heir be - sten - dig op zal 3. Van bo - ven da - len goe - de ga - ven, Vol - maak - te 3. gif - ten naar be - neên; Ach, waar - om in den grond ge- 4. Ja! bo - ven moet het heer - lijk we - zen! Want daar komt 4. zoo - veelschoons van - daan! Die uit het graf is op - ge-

59 51 1. stroo-men, De mor-gen-dauw en zon- ne - gloed; En hoo - ger 1. nog dan dauw en re - gen, Ont-springt de Bron van eeuw'-gen 1. ze - gen, En hoo - ger nog dan dauw en re - gen, ont-springt de 2. schie-ten, Moet eerst van bo - ven zijn ge - bracht! Be - giet uw 2. bloe-men, plant uw boo - men. De was-dom moet van bo - ven 2. ko - men, Be - giet uw bloe - men, plant uw boo-men. De was-dom 3. gra - ven? Van bo - ven komt het heil al - leen! Wat wroet gein 3. 's aard-rijks in - ge - wan - den? Daar - bo - ven zijn de mil - de 3. han-den. Wat wroet gein 's aard - rijks in - ge - wan-den? Daar - bo - ven 4. re - zen Is ons naar bo - ven voor - ge - gaan! Dáár-heen dan 4. hart en hand ge - he - ven! Dáár is het vol- le, rij - ke 4. le - ven! Dáár-heen dan hart en hand ge - he - ven! Dáár is het

60 52 1. Bron van eeuw'-gen ze - gen. 2. moet van bo - ven ko - men. 3. zijn de mil - de han - den. 4. vol - le, rij - ke le - ven. 41. Bij vertrek van de Zondagsschool. (Dit lied kan ook gezingen worden op de wijze van het hernhutters avondlied.) Muziek van J. Visser. 1. 't Uurdes schei-dens is ge - ko-men, O! wat stemt het droef en 1. stil. Ja, zoo - wel tot 'tgaan als 't ko-men Is een tijd naar 2. Denkeens met mij aan't ver - le - den, Aan't ver - vlo - gen ja - ren- 2. tal, O, hoe ste - gen vaak ge - be - den Tot den Schep-per 3. Hier ter plaat-se mochtgij hoo-ren, Dat God zóó de zon-daars 3. mint, Dat Hij zelfs Zijn Een - ge - bo - ren, On - zen Heer, Zijn 4. Waar gij gaat, ver - laat toch nim-mer Je - zus, en Zijn dier-baar 4. woord; O - ver - denk toch bid - dend im - mer Wat gij hebt van

61 53 1. 's Hee-ren wil; Maar hoe nut - tig 'tis en goed, (O, zoo 1. snel treedt on - ze voet Voor-waarts), staak uw loop nog e - ven, 1. Laat mijn wensch meu me - de - ge - - ven. 2. van 'theel - al; En hoe bracht ons blij ge - klank Aan den 2. Hee - re on - zen dank Voor wat Hij. ons wil - de ge - ven, 2. Goedvoor dit en 'tvol-gend le - - ven. 3. eeu - wig Kind, Niet ge - spaard heeft, maar Hem gaf Schrik-b'ren 3. dood ten prooien 't graf, Om aan dood en hel te ont - roo - ven 3. Al - len die in Hem ge - loo - - ven. 4. Hem ge- hoord; 't Woord zij u ten staf en lamp, On - der 4. blijd-schap, on - der ramp, Wil steeds dicht bij Je - zus we - zen, 4. O, dan hebt gij niets te vree - - zen.

62 Danklied. Liefelijk. 1. Rijz' op-waarts naar bo - ven Met vroo - lijk ge-klank. Het 1. lof - lied van kin-d'ren Den Schep-per tot dank! Zijn wel-daãn om- 1. rin - gen Ons waar wij ook gaan, Zijn lief-de ver - zelt ons Op 1. al on - ze paân. 2. Hij schonk ons het le - ven, Zoo rijk in ge - not; Hij 2. kroon-de met ze - gen Ons kin-der-lijk lot. Geen dag rees ter 2. kim-me, Of rijk gaf Hij stof, Om 't lied te doen hoo-ren Zijn 2. goed-heid tot lof! 3. Zie, hoe aan den mor-gen Het vo - gel - tje springt, En 3. lus - tig en vroo - lijk Gods lief-de be - zingt, Die 't zon-licht doet 3. rij - zen, Die d'aar-de be-kleedt, En on-der Zijn schep-s'len Geen 3. en - kel ver - geet. 4. En wij zou - den zwij-gen, Die ein - de - loos meer De 4. lief - de ge - nie - ten Van God on-zen Heer? Neen, 't lof-lied moet 4. klin- ken, Hoe zwak het moog' zijn! Tot - dat ons de licht-glans Der 4. heem'-len om-schijn'. Uit het Harpje.

63

64 Psalm 146: 1, 3, 5, 8. Statig en met nadruk. 1. Prijs den Heer met blij - de gal-men; Gij, mijn ziel! hebt rij-ke 1. stof. 'k Zal, Zoo-lang ik leef, mijn psalmen Vroo-lijk wij - den aan Zijn' 1. lof; 'k Zal Zoo-lang ik 't licht ge - niet, Hem ver - hoo-gen in mijn 1. lied. Hem ver - hoo - gen in mijn lied. 2. Za - lig hij, die in dit le - ven, Ja - kobs God ter hul-pe 2. heeft! Hij, die door den nood ge - dre - ven, Zich tot Hem om troost be- 2. geeft; Die zijn' hoop in 't hach'-lijkst lot, Ves - tigt op den Heer, zijn' 2. God. Ves - tigt op den Heer, zijn' God. 3. 't Is de Heer, die 't recht der ar - men, Der ver - druk-ten gel - den 3. doet: Die, uit lief - de - rijk er - bar-men, Hon - ge - ri - gen mil-d'lijk 3. voedt; Die ge - van-g'nen vrij - heid schenkt, En aan hun el - len - de 3. denkt. En aan hun el - len - de denkt. 4. 't Is de Heer van al - le hee-ren, Zi-ons God, ge-ducht in 4. macht, Die voor eeu - wig zal re - gee-ren, Van ge-slach-te tot ge- 4. slacht. Zi - on! zing uw God ter eer, Prijs Zijn groot-heid, loof den 4. Heer! Prijs Zijn groot-heid, loof den Heer! Uit het Harpje.

65

66 Een vaste Burg is onze God. 1. Een vas - te Burg is on - ze God. Een toe-vlucht 1. voor de Zij nen! Al drukt het leed, al 1. dreigt he lot. Hij doet Zijn hulp ver - schij nen! De vij - and rukt vast aan! Met op - ge - sto - ken 2. Geen aard - sche macht be - gee - ren wij: Die gaat al- 2. ras ver - lo ren! Ons staat de ster - ke 2. Held ter zij, Dien God ons heeft ver - ko ren. Vraagt gij Zijn naam? Zoo weet, Dat Hij de Chris - tus 3. En grimt ook d'o - pen hel ons aan. Met al haar 3. dui - zend-tal len. Toch zal geen vrees ons 3. ne - - der - slaan. Toch doen wij 't krijgs - lied schal len! Hoe ook de Sa - tan woedt. Wij staan hem voet voor 4. Gods woord houdt stand in eeu - wig - heid En zal geen 4. duim - breed wij ken, Beef, Sa - tan! Hij, die 4. ons ge - leidt, Zal u de vaan doen strij ken! Delf vrouw en kin-d'ren 't graf. Neem goed en bloed ons

67 57 1. vaan; Hij draagt zijn rus-ting nog Van gru - wel 1. en be - drog, Maar zal als kaf ver - dwij nen! 2. heet, Gods Een - ge - bo - ren Zoon. Ver - win - naar 2. op den troon! De ze - ge is ons be - scho ren! 3. voet, Wij tar - ten zijn ge - weld! Zijn von - nis 3. is ge - veld! Één woord reeds doet hem val len! 4. af, Het brengt u geen ge - win: Wij gaan ten 4. he - mel in En er - ven ko - nink - rij ken! 45. Geloofsroem. 1. Wie zal mij roo - ven 't Za - li - ge lot. Dat mij daar- 2. Is mijn be - gee - ren Dik-wijls on - rein. Hijl zal mij 3. Met mijn ge - dach - ten, Woor-den en daân. Met al mij

68 58 1. bo - ven Wacht bij mijn God! Je - zus, mijn Heer, Kwam voor mij 1. neêr, Kocht door Zijn bloed Mij 't he-melsch goed. 1. Wie is zoo mach - tig, Die mij ont - rooft, Wat Hij waar- 1. ach-tig Mij heeft be - loofd! 2. lee - ren Hei - lig te zijn. Sa - tans ge - weld Heeft hij ge- 2. veld, Uit 's boo-zen net Mijn ziel ge - red; 2. Hij heef ge - le - den Voor al mijn kwaad, Den kop ver- 2. tre - den Van 't slan - gen - zaad. 3. krach-ten, Bid ik Hem aan. Hij is het waard, Dat ik op 3. aard' Al mij-nen tijd Dan - kend Hem wijd'; 3. O Heer, van bo - ven Schenk mij de kracht, Om U te 3. lo - ven, Bij dag en nacht. Uit de Liederbundel van de Liefde.

69 De Komst des Heeren. 1. Zie de Heer komt op de wol - ken, Hij, het { 1. Dui - zen - den ver - los - - te vol - ken Heb-ben 1. Lam voor ons ge - - slacht, Hal - le - lu - ja! { 1. op die komst ge - - wacht. } Hal - le - lu - ja! 1. Hal - le - lu - ja! Hal - le - lu - ja! Looft den 2. Eeu - wig zal de Heer re - gee - ren, Zijn ge- { 2. Hem zal al wat leeft ver - ee - ren, Als Hij 2. bied is 't gansch Heel - al. Hal - le - lu - ja! { 2. we - der - ko - men zal. } Hal - le - lu - ja! 2. Hal - le - lu - ja! Hal - le - lu - ja! Zoo klinkt 3. Vroe - ger aan - ge - be - - den go - den Val - len { 3. Op het woord der ver - - de - bo - den, Voegt de 3. door Zijn macht tot gruis; Hal - le - lu - ja! { 3. Hei - den zich bij 't kruis. } Hal - le - lu - ja! 3. Hal - le - lu - ja! Hal - le - lu - ja! Hier, en 4. Dan zal Is - rel za - - lig we - zen, Ein - de { 4. Als de Heer wie hier Hem vree - zen, Tot één 4. zijn aan krijg op aard. Hal - le - lu - ja! { 4. kud - de zich ver - - gaart. } Hal - le - lu - ja! 4. Hal - le - lu - ja! Hal - le - lu - ja! Prijst den

70

71 60 1. Heer die komt met macht! 2. dan het lof - ge - schal. 3. eens in 't Va - der - huis. 4. Heer, uw lof - zang waard. Uit de Liederbundel van Gerdes. 47. Danklied. Gematigd. Harmonie van J. Visser. 1. Dankt! Dankt den Heer! Wij dan-ken den Heer. Hij is ge- 1. na - dig. Zijn goe - der - tie - ren - heid Blijft in der 1. eeu - wig - heid! Blijft in der eeu - wig- 2. Looft! looft den Heer! Ja looft, looft den Heer! Gij mij - ne 2. zie - le. Ver - geet, ver - geet nooit éé Van Zijn wel- 2. da - dig - heên! Van Zijn wel - da - dig- 3. Bidt! bidt Hem aan! Bidt aan on - zen Heer! Met die - pen 3. eer - bied Wordt steeds Zijn Naam ge - noemd En eeu - wig- 3. lijk - ge - roemd. En eeu - wig - lijk ge-

72 61 1. heid! Blijft in der eeu - wig - heid! 2. heên! Van Zijn wel - da - dig - heên! 3. roemd. En eeu - wig - lijk ge - roemd. 48. Jezus, de Goede Herder. Harmonie van J. Visser. 1. Dat ik Je - zus toe - be - hoor, Dank - baar is mijn 1. hart er voor, 't Is mijn zie - le vreugd en le - ven; 2. Door Zijn zach - ten staf ge - leid, Smaak ik rust en 2. za - lig - heid, Hoop ik op der Heem' - len vreug - de; 3. Ja, mijn blijd-schap is't en roem, Dat ik Je - zus 3. Her - der noem, Een der Zij - nen mij mag we - ten;

73 62 1. Mij heeft Hij Zijn Naam ge - ge - ven, Mij Zijn hei - lig 1. bloed ten pand Van mijn komst in 't Va - der - land. 2. Wat mij ooit voor - heen ver - heug - de Is, bij 't heil-goed 2. nu ge - kend, Gees - tes - kwel - ling en el - lend. 3. Kon U, Heer! Mijn hart ver - ge - ten, Ster - ker dan mijn 3. hart zijt Gij, Gij, die woont en heerscht in mij. 49. Loflied. Vroolijk. Harmonie van J. Visser. 1. Dat ons lof - lied vroo-lijk rij - ze, Dat het klin-ke 2. Bo - ven bid - den, bo - ven den - ken, Hebt Gij aan ons 3. D'En-g'len en der zaal'-gen koo - ren Prij - zen U in

74 63 1. tot Uw eer; Dat der kin - d'ren mond U prij - ze 1. Voor Uw gunst en goed - heid. Heer! Looft den Heer! Looft, 2. wel - ge - daan. Neen, wij kun - nen U niets schen - ken. 2. Neem ons staam'-lend lied slechts aan. } Looft den Heer! Looft, 3. 't he - mel - hof. Ook naar kin - d'ren wilt Gij hoo - ren; 3. Uit hun mond be - reidt Ge U lof. } Looft den Heer! Looft, 1-3 looft den Heer! Hal - le - lu - ja, Hal - le - lu - ja, 1-3. Hal - le - lu - ja, zingt Zijn eer!

75 De naam Jezus. Harmonie van J. Visser. 1. Er ruischt langs de wol - ken een lief - lij - ke naam, Die 1. he - mel en aar-de ver - ee-nigt te zaam, Geen naam is er 1. zoe - ter en be - ter voor 't hart; Hij bal - semt de won-den en 1. heelt al - le smart, Kent gij, kent gij dien naam nog 2. Dien naam is naar waar-heid mijn Je - zus ook waard, Want 2. Hij kwam om za - lig te ma-ken op aard; Zoo lief had Hij 2. zon-daars, dat Hij voor hen stierf, Ge - na - de bij God door Zijn 2. zoen-bloed ver-wierf. Kent gij, kent gij dien Je - zus 3. Nu buigt zich ook al - les voor Je - zus in 't stof, En 3. En - ge - len zin - gen voort-du-rend Zijn lof; O, moch-ten w'om 3. Je - zus ver - heer - lijkt eens staan. Dan hie - ven wij jui-chend den 3. ju - bel - toon aan: Je - zus! Je - zus! Uw naam zij

76 65 1. niet? Dien naam draagt mijn Hei - land, mijn lust en mijn lied! 2. niet, Die om ons te red - den den He - mel ver - liet? 3. d'eer! Want Gij zijt der men - schen en En - ge - len Heer! 51. Achter Zon en Maan. Harmonie van J. Visser. 1. Als wij 't oog naar bo - ven slaan, Blik - ken wij het 1. zon - licht aan! Wat al warm-te, licht en le - ven 2. Soms is 't lucht-ruim hel - der blauw! Wat daar - ach - ter 2. we - zen zou? Wou de duif ons vleu - g'len lee - nen, 3. 's A-vonds ziet de zil - v'ren maan Ons zoo vrien-d'lijk 3. La - chend aan! En hoe flik - kert meen' - ge ster - re. 4. Heer! Wees naar die heer- lijk - heid On - ze Gids, die 4. vei - lig leidt. Leer ons vroeg U die - nen, vree - zen!

77 66 1. Kan die lie - ve zon toch ge - ven! Je - zus, Zon des 1. Heils! ver - spreid In ons hart Uw heer - lijk - heid! 2. O, dan vlo - gen wij daar he - nen! Ze - ker ach - ter 2. 't blau - we kleed Is de plaats, die He - mel heet! 3. Wen-ken - de ons toe van ver - re! Wat zal 'tach - ter 3. zulk gor- dijn Toch een heer - lijk lust - oord zijn! 4. Laat ons eeu - wig bij U we - zen! Heer, die 'tlicht van 4. zon en maan Voor Uw glans doet on - der - gaan! 52. Het Christendom. Zijt ge - ze - gend, heil der aar - de! Zijt ge - ze-gend, Chris-ten-

78 67 dom! Kent de we - reld eens uw waar-de Dan om-helst zij u alom. Dan om - helst zij u al - om. Slechts voorhout en steen gebo - gen, Zag geen ster-v'ling naar den hoo - gen, Ken - de Hem, die 'tal ge - biedt, Als ver - ge - vend Va - der niet. Chris-t'nen, doet uw lof-lied hoo-ren! Roemt en dankt den Een-ge-

79 68 bo - ren! Die des he-mels vre - de bracht Aan het men-sche-lijk geslacht. Aan het men - sche - lijk ge - slacht. 53. Pinksterlied. Met opgewektheid. 1. De Troos - ter is ge - ko-men, O heer-lijk Pink-ster - feest! 1. De Heer zond uit den He-mel Ons Zij - nen Heil-gen Geest. D.S. Wel - za - lig die ge - loo - ven In Zijn ge - tui - ge - nis. 2. Dat wind-ge-druisch ge - wel-dig, Is 't tee-ken van den Geest. 2. Die zui - v'ren komt het har-te Dat voor de zon-de vreest. D.S. Dat in ons hart de vre-de Door't bloed des Krui-ses leef. 3. Ver - deel - de vuur-ge ton-gen Zien wij op ie - ders hoofd; 3. Daar wordt in al - le ta-len De groot-heid Gods ge - loofd. D.S. Dan roe - men on - ze ton-gen, En spre-ken he - mel - taal. 4. Hal - le - lu - ja! Den Va - der. Den Zoon, den Heil-gen Geest, 4. Zij roem en prijs en Ee-re Op dit zoo heer-lijk feest! D.S. En maak, o Heil-ge Geest, ons Tot tem-plen, U ter eer.

80 69 1. Zijn Woord wordt niet ge - bro - ken, Wat Hij be-looft, komt wis; 2. Door-waai ook on - ze zie - len, O, Heil - ge Geest, en geef, 3. Dat ook in on - ze har - ten Het licht des Gees-tes straal, 4. O, zend in on - ze har - ten Ge - loof en lief-de neer, Uit de Opwekkingsliederen van Sankey. 54. Bede voor het Onderwijs. Koraalmatig. Muziek van J. Visser. 1. Zie ons in Uw naam te za-men, Dier - bre Hei-land, 1. o wil Gij Al - len tot Uw dienst be - kwa - men; 2. Wil os dooruw Woord re - gee - ren, En be - stuur ons 2. door Uw geest, Dat wij 't pad des le - vens lee - ren, 3. Welk een voor-recht, welk een ze - gen Dat G'Uw Woord ons 3. schenkt, o God! Moog het ons tot dank be - we - gen

81 70 1. Dat dit werk ge - ze - gend zij. Ze - gen, die ons 1. on - der - wij - zen, Geef hun wijs - heid, wijs hun 't spoor; 1. En den weg dien zij ons prij - zen, Ga Gij - zelf hun 1. daar - in voor. 2. En 't be-wan-dlen al - ler - meest. Dat Uw Woord niet 2. le - dig kee - re; Maar voor - spoe - dig zij in al, 2. Waar-toe Gij het zendt, o Hee - re, En in 't har - te 2. bo - ven - al. 3. Voor een zoo be - geer - lijk lot. Doe ons dan Uw 3. Woord ge - loo - ven En be - le - ven bo - ven - al; 3. Schenk daar-toe Uw Geest van bo - ven, Die het in ons 3. wer - ken zal.

82 Het is volbracht. Harmonie van J. Bastiaans. Komt, knie-len wij voor Je - zus sa - men, Met vroo - lijk uit - zicht op ons lot! Het is vol-bracht! vol-bracht, ja a - men. Het is voor ons vol - bracht bij God! Het heer - lijk werk, dat Hij aanvaard-de, Al d'eeu-wen door met smart ver-wacht, Dat is Vol-bracht! juich

83 72 he - mel, aar - de, Juicht zon - daars! 't Is voor u vol- bracht. 56. Kerstlied van Schutte. Niet te vlug. Harmonie van J. Visser. 1. O. don-k're nacht, die dui - zend da-gen In schoon-heid 1. o - ver - treft; Wie zou niet van zijn glans ge - wa - gen, Die 2. Maar welk een heil is ons be - scho - ren, Nu uit een 2. rei - ne maagd, Im - ma - nu - el ons is ge - bo - ren, Waar 3. Voor ons is 'twon - der - kind ge - bo - ren, God gaf ons 3. Zij - nen Zoon, Zijn schou-ders is 'tge-bied be - scho - ren, Hij

84 73 1. 'tgod - d'lijk heil be - seft! Hier gaat voor 1. ons de he-mel o - pen. Hier daalt de Sche-chi - na! Al 1. 't En-g'len-heir schijnt uit - ge - loo - pen, Naar 't veld van 1. E - phra - ta. Naar 'tveld van E - phra - ta. 2. Ju - da roem op draagt; Des Va - ders 2. Woord in 't vleesch ver - sche - nen. Dat on - der ons nu woont. Zal 2. God weêr met den mensch ver - eê - nen, Hoe fel door 2. hem ge - hoond. Hoe fel door hem ge - hoond. 3. treedt op Da - vids troon. Zijn Naam is: 3. Won-der, Raad, en sterk- te, God, die de we - reld torscht, Der 3. eeu - wen Va - der, die 'tal werk - te, De wa - re 3. Vre - de - vorst. De wa - re Vre - de - vorst.

85 Kinderbede. Breed en met gevoel. 1. O, Heer! Die in den he - mel woont, En Die ons 1. kin - d'ren ziet, Zie Gij in gunst op ons ter neêr, En 1. hoor ons staam' - lend lied. O, zend ons U - wen ze - gen, 2. Want toen Gij nog op aar-de waart, Zaagt Gij de 2. kin-d'ren aan, En spraakt: Ver - hin - dert de - ze niet, Maar 2. laat ze tot Mij gaan. O, leer ook ons in waar-heid 3. Die Geest leer' ons Uw' wil te doen, Die leid' ons 3. in Uw' leer, Die leer' ons bid - den, zoo 't be - hoort, Te 3. le - ven tot Uw' eer! Zoo zij Uw' Naam de roem, de,

86 75 1. Heer!Schenk ons Uw goe - den Geest, En wees voor ons, wat 1. Gij op aard' Voor kin - d'ren zijt ge - weest. 2. Heer! Zoo vroeg tot U te treên; Schenk ons daar - toe Uw 2. goe - den Geest, Die leidt ons tot U heen. 3. prijs, De aan-bid-ding en de kracht, Door hart en mond U 3. hier ge - boôn, En eeu - wig toe - ge - bracht. Uit Het Harpje. 58. Engelenzang. Moderato. Ee - re zij God! Ee-re zij God! in den hoo-ge, in den hoo - ge, in den hoo - ge. Vre - de op aar - de!

87 76 Vre - de op aar-de! In de men-schen een wel - be - hagen. Ee-re zij God in den hoo - ge! Ee-re zij God in den hoo - ge! Vre - de op aar - de! Vre - de op aar - de! Vre - de op aar - de!

88 77 Vre - de op aar - de! in de men-schen, in de men-schen een wel - be - ha - gen! in de men-schen een wel - be - ha - gen, een wel - beha - gen! Ee-re zij God! Ee-re zij God!in den hoo-ge! in den hoo-ge! in den hoo - ge! Vre-de op

89 78 aar-de! Vre - de op aar-de! men-schen een wel - be - ha - gen! A - men! A - men. a - men. a - men. Uit Het Nachtegaaltje. 59. Nieuw Wilhelmuslied. 1. Wil-hel - mus ven Nas - sau-wen, Le-ve eeu-wig 2. Toen all - les scheenver - lo - ren, En wij in 3. Leer voor Uw Woord ons be - ven, Heer. da - le 4. Gij. God der le - ger - scha - ren! Gij maak - tet

90 79 1. in ons lied! Op God was zij ver- 1. trou-wen, Ver-geet het. Neer-land, niet. Hij maak-te ons 1. vrij van Span-je. Van mut - sert 1) en scha-vot, Dien 2. Ro - me's hand, Wou God het ker - men 2. hoo -ren Van 't bloe - dend Va - der - land; Wil - hel - mus 2. van Nas-sau-wen Kwam dee - len we Uw ge-bod; Gij 3. van Uw troon Ge - rech - tig - heid en 3. le -ven Om 't bloed van U - wen Zoon! En is dat 3. Woord ver-sme-ten. Ver - tra - den we Uw ge-bod; Gij 4. Neê-land groot. Gij bracht het uit ge- 4. va -ren, Uit lijfs - en zie - le - nood! Wat ons dan 4. mo - ge drei-gen; Uw macht is niet ge - knot! Blijf. 1) Brandstapel. Het riekt naar de mutsert beteekent: het is ketterij.

91 80 1. Wil - lem van O - ran - je Ont - vin - gen 1. wij van God. 2. moed en zijn ver - tron - wen Ont-ving de 2. prins van God. 3. hebt ons nooit ver - ge - ten! Vre-geef nog 3. eens, o God. 4. Hee - re, blijf ons ei - gen. En blijf O - 4. ran - jes God. 59 a. Het oude Wilhelmuslied. Matig vlug. Harmonie van J. Visser. 1. Wil - hel - mus van Nas - sou - we, Ben ik van 2. Mijn schilt en mijn be - trou - wen Zijt ghij Co 3. Oor - lof mijn ar - me scha - pen. Die zijt in

92 81 1. duijt-sche bloet, Het Va - der - lant ge - trou-we, Blijt 1. ick tot 's Lants be - hoet. Een Prin - ce van O- 1. ran - jen Ben ick vrij on - ver - veert. Den Co - ninck 1. van His - pan - jen Ick al - tijt hebb' ge - eert. 2. God mijn Heer! Op U soo wil ick bou - wen; Ver- 2. laat mij nim-mer - meer. Op - dat ick vroom mach 2. blij - ven U die - naer t' al - ler tijt, De tij - ran- 2. nij ver - drij - ven Die me - nigth hert door - snijt. 3. groo-ten noot, U Her - der sal niet sla - pen Al 3. lijdt ghij veel' aen - stoot. Tot God wilt u be- 3. ge - ven. Sijn heijl - saem woord neemt aen En een vroom 3. Chris-ten le - ven. Want 't is hier haest ge - daen.

93 Paaschlied.. Harmonie van J. Visser. 1. Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, Die galmt door gansch Je- 1. ru - za - lem, Een heer - lijk mor-gen - licht breekt aan. De 1. Zo - ne Gods is op - ge - staam! 2. Geen graf hield Da - vids Zoon om-kneld, Hij o - ver - won, die 2. ster - ke Held, Hij steeg uit 't graf door ei - gen kracht; Want 2. Hij is God, be - kleed met macht. 3. Nu jaagt de dood geen angst meer aan, Want al - les. al - les 3. is vol- daan; Die met ge - loof op Je - zus ziet. Die 3. vreest voor dood of hel - le niet. 4. Want nu de Heer is op - ge - staan, Nu vangt het nieu - we 4. le - ven aan. Een le - ven, door Zijn dood be - reid, Een 4. le - ven in Zij heer - lijk - heid.

94 Hemelvaartslied. Met geesdrift, doch stating. Muziek van J. Visser. 1. Wees ge-groet, Gij eens ver-ach-te, Nu ge-kroon-de Im-ma-nuel. Heil-aan-bren-ger, Schuld-ver-zoe-ner, O - ver - win - naar van de Hel! Gij, die mij-ne schuld wodt boe-ten. Die mijn zon-de aan 't kruis-hout droegt, Tot den duur-sten prijs mij

95 84 vrij - kocht, En des Sa - tans macht ver - sloegt. Wees gegroet ver - hoog - de Hei - land! Eeu - wig leeft ge op 's He - mels troon; Voorden ar - beid U - wer zie-le Smaakt Gij 't voor-ge-stel-de loon. Aan Gods rech-ter-hand ge - ze-ten, neen, ver-geet Gij d' U-wen

96 85 niet. Bidt Gij voor Uw vrij - ge - koch - ten. Die G'op aar-de Iets lecendige. ach - ter - liet. Ee-re. aan-bid-ding machten glo-rie, Zijn Gij waard t' ont-van-gen, Heer! Lui-de Hal - le - lu - ja's rij-zen On-oprecitatief - hou-d' lijk tot Uw eer; Ee-g'len. Se - rafs, Che-ru-bij-nen! Stemt uw

97 86 hooge-ste lof - ak - koord; Zingt dien Hei-land on - zer zie - len, Wien uw schoon-ste lof be-hoort! 62. Jezus, mijn alles. Liefelijk. Harmonie van J. VISSER. 1. Je - zus is het brood des le - vens! Uit den He - mel 2. Je - zus is de de Weg, die zon- daars. Af - ge - dwaald van 3. Je - zus is de Bron, die wa - ter Aan het dor - stend 4. Je - zus is de goe - de Her- der! Lij - dend on - der 5. Je - zus is het vlek'- loos Gods-lam! 't Is al - leen Zijn 6. Je - zus is de Rots der eeu - wen, Die geen wan - kling

98 87 1. neer-ge-daald, Schenkt Hij krach-ten, geeft Hij vreug -de Waar geen 1. an - d're vreugd bij haalt. Waar geen an - d're vreugd bij haalt. 2. 't rech-te pad, Voert uit zon - den en el - len - den Naar de 2. heil'-ge he - mel - stad. Naar de heil'-ge he - mel - stad. 3. har - te schenkt; Wie van Hem ver-troos-ting smeek-ten Heeft Hij 3. im - mer mild ge - drenkt. Heeft Hij im - mer mild ge - drenkt. 4. 't snoost ge-weld, Heeft Hij voor Zijn zwak-ke scha - pen Tot een 4. of - fer zich ge - steld. Tot een of - fer zich ge - steld. 5. dier-baar bloed. Dat ge-meen-shap met den Va - der Ons in 5. waar-heid ken-nen doet! Ons in waar-heid ken - nen doet! 6. vreest of val, En wat hier be-zwijk', Gods kin-dren Tot een 6. toe-vluch we - zen zal. Tot een toe-vlucht we - zen zal. 63. Des Christens Optochtslied. Langzaam. 1. O wan-neer! O wan-neer! Zal ik zijn bij mij-nen 2. Heer-lijk licht! Heer-lijk licht! Voor welks gloed de ne-vel 3. O hoe schoon! O hoe schoon! Klinkt der en-g'len har-pen- 4. Hoe zal 't zijn! Hoe zal 't zijn! Als in Si - on ik ver- 5. Pa - ra - dijs! Pa - ra - dijs! U - we vrucht is he - mel-

99 88 1. Heer! Vrij - ge - kocht door Zijn er - bar - men, Wensch ik 1. eeu-wig Hem t'om - ar - men, En te zin-gen tot Zijn eer! 2. zwicht! Wan - neer zal ik daar - toe ko - men, Dat ik 2. eens, met al - le vro - men, Zie Gods vrien-d'lijk aan - ge - zicht. 3. toon! Had ik vleu - g'len, 'k vloog nog he - den, O - ver 3. berg en dal naar E - den, Aan de voe - ten van Gods Zoon! 4. schijn, In die stad met gou - den tro - nen. Heer, mijn 4. God! Bij U te wo - nen, Wat zal dat een vreug-de zijn! 5. spijs! On - der U - we le - vens - boo - men, Zal 't ons 5. zijn als - of wij droo-men; Breng ons, Heer, in 't Pa - ra - dijs! Uit Sieveking 1e Stukje. 64. Zij zullen het niet hebben. Marschtempo. 1. Zij zul - len het niet heb - ben, Ons ou - de Ne - der- 2. Zij zul - len het niet heb - ben Zoo-lang de IJ - stad 3. Met al - hun schoo-ne woor - den, Met al hun stout ge-

100 89 1. land! Het bleef bij al - le el - len - den God en der Vaad'-ren 1. pand! Zij zul - len het niet heb - ben, De go - den van den 1. tijd! Niet om hun erf te we - zen Heeft God het ons be- 1. vrijd! Niet om hun erf te we - zen Heeft God het ons be - vrijd! 2. staat, Zoo-lang in Neêr-land-sche aad'-ren Eén pols-slag Neêr-landsch 2. slaat; Zoo-lang er hel - den - ziels-gloed In Nas-sau's Tel - gen 2. blaakt; Zoo-lang de geest des Zwij - ger Op 't Delft-sche praal-graf 2. waakt. Zoo-lang de geest des Zwij-gers Op 't Delft-sche praal-graf waakt. 3. schreeuw, Zij zul-len ons niet heb-ben, De go - den de - zer 3. Eeuw. Ten-zij het woord des Zwij-gers Moed-wil - lig werd ver- 3. zaakt: 'k Heb met den Heer der Hee - ren Een vast ver - bond ge- 3. maakt! 't Heb met den Heer der hee-ren Een vast ver - bond ge-maakt! Uit De Lofstem.

101 Psalm 136: 1-3 Canon voor vier stemmen. 1. Looft den Heer, want Hij is goed; Looft Hem met een blij ge-moed: 2. Looft den groo - ten God, wiens troon Hoo - ger rijst dan die der goôn; 3. Looft der hee - ren Op-per-heer! Buigt u nee-drig voor Hem neer! 1-3. Want Zijn gunst al - om ver-speid, Zal be-staan in eeu-wig-heid. Uit die Liederenbundel van de Liefde. 66. Mijn Heiland stierf voor mij. Vroolijk. 1. Mijn Hei-land heeft Zijn bloed ge-plengd Voor zon-daars, snood als 1. wij; En met dat dier-baar bloed be-sprengd, Zijn wij van zon-den 2. Nog heeft, o Heer, Uw kost-baar bloed De - zelf-de waar-d'en 2. kracht; Nog wordt er elk on - rein ge - moed Tot rein-heid door ge- 3. Die op U bouwt, in U ge-looft, Zijn oog zal eens, U 3. zien; Door niets wordt hem het heil ont-roofd, Dat Gij hem aan zult 4. O, neem mjin hart: het is on-rein, En wasch het in Uw 4. bloed, En maak mij in de boos-heid klein: Ja, hei - lig mijn ge-

102 91 1. vrij! 2. bracht! 3. biên! Dies juich' mijn hart, en klink' mijn lied: Mijn 4. moed! Dan juicht mijn hart, dan klinkt mijn lied: Mijn 1-4. Hei-land Stierf voor mij, Mijn Je - zus maakt mij 1-4. door Zijn bloed Van zon-den rein en vrij! 67. Berusting. 1. Zwijg stil, mijn zie - le. Wacht op den Heer! Wat u ont- 2. Rust, o mijn zie - le, In 's Hee-ren hand! Wat u ont-

103 92 1. vie-le, U blijft veel meer. Wees on-ver-saagd; Zie, de mor-gen 1. daagt, En een nieu-we len - te brengt al wat gij vraagt. 1. In al-le stor - men, bij ie-d'ren nood Zal God u 1. lei-den, Zijn trouw is groot! 2. vie-le, Zijn trouw hould stand. Wie ons ver - liet, On - ze Hel - per 2. niet, God schenkt steeds ver-troos-ting in al-le ver-driet. 2. O, man van smar-te, die helpt in nood, Red on-ze 2. zie-len, Uw trouw is groot! Uit Voor School en Huis 1e Stukje.

104 Blijf ons nabij. Matig Langzaam. 1. Ach, blijf met Uw ge - na - de, Heer Je - zus ons na - bij; 1. Op - dat ons nim-mer scha - de Des vij-ands heer-schap-pij. 2. Woon met Uw le-vens-woor-den, Ver - los - ser! bij ons in, 2. En trek ons met de koor - den Van U-we zon-daars-min. 3. Ach, licht ons met uw stra-len, Gij, licht der we-reld, voor, 3. Op-dat wij nim-mer dwa - len Of struik'-len op ons spoor. 4. Ach, blijf Gij met Uw ze - gen Na - bij ons, rij - ke Heer! 4. En zend op on-ze we - gen Uw kracht en goed-heid neêr. 5. Ach, neem ons in Uw hoe - de, Gij, on - ver - win - bre Held! 5. En weer des boo-zen woe - de, En 's we-relds boos ge-weld. 6. Ach, blijf ons met Uw trou-we Na - bij, God! goed en groot, 6. Op Wien ons har-te bou - we, In al - len nood en dood. 69. Slotzang. (Voor drie kinderstemmen.) Vroolijk. 1. Aan on - zen God en Va - der, Den eeuw'-gen Le - vens- 2. Ver - ge - ving al - ler zon - den, Zij ook voor ons ge-

105

106 94 1. a - der, Zij dank en eer en prijs; Zijn Zijn lie - fe- 1. lie - fe - lij - ke ze - gen Be-sproei'ge-lijk de re - gen 't Gelij - - ke ze - gen Be-sproei' als re - gen, 1. no-ten on - der - wijs. 't Ge - no - ten on-der - wijs. 2. von-den In 't bloed van Je - zus' kruis; Zijn Zijn goe-de 2. goe-de Geest ge - leid' ons, Be - keer' ons en be - reid' ons Voor Geest ge - leid' ons, Zijn Geest be - reid' ons. 2. 't Va-der - lij - ke huis. Voor 't Va-der - lij - ke huis. Uit de Liederenbundel van de Liefde. 70. Amen. Harmonie van J. VISSER. 1. A - men, A - men! Al - te - za - men Lo - ven we U, o 2. A - men! Bo - ven! al - le na - men, Ee - re, Heer - lijk-

107 95 1. He - mel - Heer! Die ons wil-det tot Uw eer, 1. Naar Uw woord be - kwa - men, A - men! 2. heid en Kracht, Wor-de U eeu-wig toe-ge-bracht! 2. Hal - le - lu - ja! A - men, A - men!

Psalm 31. Driestemmig gemengd koor. Tekst: Joh. Eus. Voet Melodie: Louis Bourgeois, 1551 Bewerking: Roelof Elsinga (*1945) son. son. Gij, mijn.

Psalm 31. Driestemmig gemengd koor. Tekst: Joh. Eus. Voet Melodie: Louis Bourgeois, 1551 Bewerking: Roelof Elsinga (*1945) son. son. Gij, mijn. Psalm 31 Driestemmig gemengd koor Nr. 10.031.002 Tekst: Joh. Eus. Voet Melodie: Louis Bourgeois, 1551 Bewerking: Roelof Elsinga (*1945) Ky - ri - e e - - - lei - - - son, e - - - le - - - - - - i - son.

Nadere informatie

2. JESAJA 9: 1 EN 5 1. O KOM, O KOM IMMANUEL. Kopiëren verboden. SATB SATB. sopr/alt. ten/bas. ten/bas

2. JESAJA 9: 1 EN 5 1. O KOM, O KOM IMMANUEL. Kopiëren verboden.  SATB SATB. sopr/alt. ten/bas. ten/bas 1. O KOM, O KOM IMMANUEL noe (t/m maat 21) Tekst muziek: sopr/alt 2. JESAJA 9: 1 EN Tekst muziek: noe (t/m maat 21) Het volk dat in duisternis rond doolt zieteschit te rd licht. O Zij 13 6 kom, o kom Im

Nadere informatie

Morgen breekt aan. 1 Naar de he mel op ge gaan, le lu ja! E. Linger. hal le lu ja! 1 Mor gen breekt aan als nieuw ont staan

Morgen breekt aan. 1 Naar de he mel op ge gaan, le lu ja! E. Linger. hal le lu ja! 1 Mor gen breekt aan als nieuw ont staan 81 80 NAAR DE HEMEL OPGEGAAN vervolg 2 O - pen wijd he - mel - poort, 1 Naar he mel op ge gaan, lu ja! Morgen breekt aan voor tot Gods troon Zoon, ons als mens voor door ge - gaan, boord, lu ja! die Hij,

Nadere informatie

INKIJKEXEMPLAAR. Ó œ j œ œ. œ œ. œ œ œ œ. œ J. œ œ. ?# œ œ œ œ œ œ œ. œ œ. œ œ œ œ œ Œ # œ j J. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

INKIJKEXEMPLAAR. Ó œ j œ œ. œ œ. œ œ œ œ. œ J. œ œ. ?# œ œ œ œ œ œ œ. œ œ. œ œ œ œ œ Œ # œ j J. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ 41 10 Exit cue: Daar leeft Thomas. 2. Liz+Gina 10 Zorg dat e 10 54 58 D 10 Zorg dat Zorg dat Zorg dat al - le re-gels kent van dit groots ex per-i- ment, dan draag e i aan on-ze maat-schap- pi. Geen al

Nadere informatie

5 twee- en driestemmige schoolfeestliedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode)

5 twee- en driestemmige schoolfeestliedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode) 5 twee- en driestemmige schoolfeestliedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode) E.J. Boneschanscher bron E.J. Boneschanscher, 5 twee- en driestemmige schoolfeestliedjes, in noten- en cijferschrift

Nadere informatie

Zien en zingen. Een bundel oude kinderliedjes

Zien en zingen. Een bundel oude kinderliedjes Zien en zingen. Een bundel oude kinderliedjes Hugo de Groot bron. Met illustraties van Corina. A.J.G. Strengholt, Amsterdam 1945 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/groo172zien01_01/colofon.php

Nadere informatie

A 7 8. Dit is de stad van 't leed. Allegro Moderato q. = 63 SOPRANO ALTO TENOR BASS. Mm mp. Componist: Erika Budai Leuven, 12 januari 2014

A 7 8. Dit is de stad van 't leed. Allegro Moderato q. = 63 SOPRANO ALTO TENOR BASS. Mm mp. Componist: Erika Budai Leuven, 12 januari 2014 Tekst: Emile Verhaeren Vertaling: Frans Boenders SOPRANO A Dit is de stad van 't leed Allegro Moderato q. = 63 Coonist: Erika Budai Leuven, 1 januari 01 ALTO TENOR BASS 6 11 B q=63 16 Tra nen, kwel ling

Nadere informatie

Als ik aan mijn werk wil gaan

Als ik aan mijn werk wil gaan Als ik aan mijn werk wil gaan 1. Als 2. Zien ik wij de aan gou mijn werk wil den zon ne gaan,sint baan, Micha el zie ik daar staan, die to nen wil en zien wij met lichtend ster re wij zen waar ik moet

Nadere informatie

1 Jehovah s eigenschappen

1 Jehovah s eigenschappen 1 Jehovah s eigenschappen (Openbaring 4:11) Je - ho - vah God, ge - wel - dig in macht, U hebt uw troon op recht ge - fun - deerd, Uw lief - de zet ons hart echt in gloed. le - ven en licht zijn ont -

Nadere informatie

Wij zingen voor de dienst: De grote dag breekt weldra aan. ( Melodie: Gezang 463)

Wij zingen voor de dienst: De grote dag breekt weldra aan. ( Melodie: Gezang 463) Wij zingen voor de dienst: De grote dag breekt weldra aan ( Melodie: Gezang 463) Gezang 463:1 Aangepaste tekst 1. De gro - te dag breekt wel dra aan het ein - de van de tijd Wees nuch - ter hier in uw

Nadere informatie

Tweestemmige liedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode)

Tweestemmige liedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode) Tweestemmige liedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode) E.J. Boneschanscher bron. Erven B. van der Kamp, Groningen 1895 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/bone007twee01_01/colofon.php

Nadere informatie

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen Ons eerste boek plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert W.F. Oostveen bron. A.W. Sijthoff, Leiden 1880-1890 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oost080onse01_01/colofon.php

Nadere informatie

10. Zout is goed (Scheveningse kuren, een opera over 200 jaar badplaats)

10. Zout is goed (Scheveningse kuren, een opera over 200 jaar badplaats) 10. goed (Scheveningse kuren, een opera over 00 jaar badplaats) Moderato (q = 10) 6 L'istesso teo (q = q.) student Johan 6 8 Da-mes en he-ren ook, luis-ter goed naar wat ik u ver-tel! Is je 13 le-ven een

Nadere informatie

Psalm 1. œ œ. zich door de bo - zen niet ver-lei-den

Psalm 1. œ œ. zich door de bo - zen niet ver-lei-den & Psalm melodie Straatsburg 539/Genève 55 œ œ ij is ge - ze - gend die de zon - de haat, Œ œ œ œ œ œ zich door de bo - zen niet ver-lei-den laat, œ œ œ œ œ œ geen deel heeft aan de kwa-lij-ke prak-tij

Nadere informatie

Het boekje van Tante An

Het boekje van Tante An Het boekje van Tante An Anna Lambrechts-Vos bron. Muziekuitgevers Mij., Rotterdam 1910-1920 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/lamb084boek01_01/colofon.php 2010 dbnl 2 Die stoute schildpad.

Nadere informatie

KERST. t Is geboren het Goddlijk kind. Nu zijt Wellekome. Stille Nacht & # 4 3 œ. œ œ œ. œ œ w. œ œ & # œ œ œ œ. Œ œ & # # # 2.

KERST. t Is geboren het Goddlijk kind. Nu zijt Wellekome. Stille Nacht & # 4 3 œ. œ œ œ. œ œ w. œ œ & # œ œ œ œ. Œ œ & # # # 2. KERST 2 # # # 1 0 0 2 0 0 1 0 3 4 3.. 1 3 2 0 2 1 2 3.. gle # # # Bells 2 0 0 2 3 1 4 # # # 2 2 3 > 0 t Is gebor het Goddlik kd # # c # #. Nu zit Wellekome # # c. # #... # #., w. Stille Nacht # 4 3....

Nadere informatie

Liedsuggesties. Lied 165 Heer, ik kom tot U Dit lofprijzingslied gaat ook over persoonlijke verandering en het leren van Gods wil.

Liedsuggesties. Lied 165 Heer, ik kom tot U Dit lofprijzingslied gaat ook over persoonlijke verandering en het leren van Gods wil. Liedsuggesties Lierenbunl Leger s Heils Lied 43 Voor al uw kind ren is min gebed Een lied waarin ook aandacht wordt gegeven aan kinren. Voor weg van discipelschap is kracht en levensmoed (couplet 1) nodig.

Nadere informatie

Zondag 30 juni Liederen en lezingen tijdens deze dienst: Lied 848 Lied 221 Lied 299J Lied 416 Lied 304

Zondag 30 juni Liederen en lezingen tijdens deze dienst: Lied 848 Lied 221 Lied 299J Lied 416 Lied 304 Voorganger: ds. G.H. Olsman Ouderling van dienst:? Zondag 30 juni 2019 Organist: Erik Nijzink KND: Hilde Rotmensen Liederen en lezingen tijdens deze dienst: Lied 848 Lied 221 Lied 299J Lied 416 Lied 304

Nadere informatie

Vereniging. NFV Skandinavië Statuten en reglementen 2009

Vereniging. NFV Skandinavië Statuten en reglementen 2009 NF ë vi V Skandina Vereniging NFV Skandinavië Statuten en reglementen 2009 Reg le ment rond zend ver keer Skandinavië NFV Vereniging Artikel 1 Algemene bepalingen a. Alle ar ti ke len in dit re gle ment,

Nadere informatie

Welkom in deze dienst

Welkom in deze dienst Welkom in deze dienst Voorganger is ds. A. Stijf (Ede) Schriftlezing: Lukas 24 vers 13 t/m 35 Psalm 47 vers 3 (Schoolpsalm) Psalm 84 vers 1 en 4 Lied 150 vers 1, 2, 3 en 4 (Op Toonhoogte) Psalm 147 vers

Nadere informatie

Als t zonlicht gaat verdwijnen

Als t zonlicht gaat verdwijnen Als t zonlicht gaat verdwijnen Als t zon licht gaat ver dwij nen, ga dan, mijn lamp je, schij nen. Mijn licht, doordring don k re nacht. O, lamp je, schijn en de houd de wacht. Elf november Elf no dat

Nadere informatie

Vereniging. NFV Skandinavië Statuten en reglementen 2009

Vereniging. NFV Skandinavië Statuten en reglementen 2009 NF ë vi V Skandina Vereniging NFV Skandinavië Statuten en reglementen 2009 Vei ling re gle ment Skandinavië NFV Vereniging Arti kel 1 Inzend voor waar den a. Ma te ri aal kan, des ge wenst na voor over

Nadere informatie

De spreeuw en de musch

De spreeuw en de musch De spreeuw en de musch Een boek voor een kind dat al leest W. Haanstra bron. Mej. L. Hardenberg, Leiden 1890-1900 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/haan040spre01_01/colofon.php 2011 dbnl

Nadere informatie

de gevolgeen der snoeqzucht

de gevolgeen der snoeqzucht de gevolgeen der snoeqzucht de gevolgeen der snoeqzucht "\Vic,yil klock zijn en g ezond 11oud' yan snoeperij zijn mond! A.-.J. W. l\1(~inü Mina k l('('

Nadere informatie

Het wegje in het koren

Het wegje in het koren Het wegje in het koren W.G. van de Hulst bron. G.F. Callenbach, Nijkerk z.j. [1948] (8ste druk) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/huls013wegj01_01/colofon.htm 2004 dbnl / erven W.G. van

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Psalm 2 vers 7 Schriftlezing Johannes 8:30-59 (Liedboek) Gezang 470 vers 1 t/m 4 Psalm 9 vers 9 en 10 Psalm 9 vers 11, 12, 14 en 20 Gezang 305 vers 1 en

Nadere informatie

LILLIE LOLLIE IN DE SNOEPJES TOVERTUIN Geschreven en geïllustreerd door PetraLouise Muris.

LILLIE LOLLIE IN DE SNOEPJES TOVERTUIN Geschreven en geïllustreerd door PetraLouise Muris. LILLIE LOLLIE IN DE SNOEPJES TOVERTUIN Geschreven en geïllustreerd door PetraLouise Muris. Leesboek voor kinderen 6+ Voorlezen vanaf 4 jaar Kleine zinnen, grote letters met lettergrepen. Alle werken van

Nadere informatie

LET-TER-GRE-PEN. De paas-haas heeft het op 1 A-pril zo druk met grap-jes ma-ken dat hij Pa-sen ver-geet.

LET-TER-GRE-PEN. De paas-haas heeft het op 1 A-pril zo druk met grap-jes ma-ken dat hij Pa-sen ver-geet. 1 De paas-haas ver-geet Pa-sen. geschreven en geïllustreerd door PetraLouise Muris. (Petronella Louise Muris) Voor de kleintjes. LET-TER-GRE-PEN. Waarom ergens lid worden of betalen? Alle geschreven kinderboeken

Nadere informatie

Protestants Kralingen. Witte Donderdag 17 april 2014, 19 uur Hoflaankerk. viering maaltijd van de Heer. Jean Vanier. Gij wordt ons brood

Protestants Kralingen. Witte Donderdag 17 april 2014, 19 uur Hoflaankerk. viering maaltijd van de Heer. Jean Vanier. Gij wordt ons brood Protestants Kralingen Witte Donderdag 17 april 2014, 19 uur Hoflaankerk viering maaltijd van de Heer Jean Vanier Gij wordt ons brood orgelspel voor de dienst: Jesus Christus unser Heiland Samuel Scheidt

Nadere informatie

Thema: Gaandeweg Hem tegemoet

Thema: Gaandeweg Hem tegemoet Orde van (zang)dienst Thema: Gaandeweg Hem tegemoet Zondag 7 december 2014, 19.00 uur Orgel: Dhr. Rein van Leeuwen Voorganger: Ds. Jaap Hansum Zingen voor de dienst: Ik zie een poort wijd open staan (JdH

Nadere informatie

Liedteksten groep 3 en

Liedteksten groep 3 en Liedteksten groep 3 en 4 2018-2019 Week 36: Psalm 121: 1a ( 04-09 ) 'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen, Vanwaar ik dag en nacht Des Hoogsten bijstand wacht. Week 37: Psalm 121: 1b (11-09) Mijn hulp is

Nadere informatie

Muziek: G. Jellesma Bewerking: Louwe Kramer Nr œ œ. œ œ. Heer', roert de. œ J. # œ œ œ œ # lo - ven gaat al.

Muziek: G. Jellesma Bewerking: Louwe Kramer Nr œ œ. œ œ. Heer', roert de. œ J. # œ œ œ œ # lo - ven gaat al. Loflied Cantate naa Psalm 147 voo TTBB Muziek: G ellesma Beeking: Loue Kame N 50147001 4 oospel 4 A 8 Hal - le - R lu - a, zingt R Hee', oet R sna - en tot Zin R R ee Hi is R 1 Lief - Hem te lo - ven gaat

Nadere informatie

Bij la ge 1 Ver keers bor den met om schrij ving

Bij la ge 1 Ver keers bor den met om schrij ving Bij la ge 1 Ver keers bor den met om schrij ving........................................................................ Snelheid A1 Maxi mum snel heid A2 Einde maxi mum snel heid A3 Maxi mum snel heid

Nadere informatie

œ œ œ œ W ( & # # c Œ & # # j j œ œ j œ œ œ & # # W W J j œ W j œ & # # W Ps. 22 (21), komt V.: Wan-neer de komt, A.

œ œ œ œ W ( & # # c Œ & # # j j œ œ j œ œ œ & # # W W J j œ W j œ & # # W Ps. 22 (21), komt V.: Wan-neer de komt, A. Ps. 22 (21), 23-24.26-27.28.31.32 c Œ V.: Wan-neer de A.: Wan-neer de V.: Zult Gi ge - af - leg - gen Troos- ter Troos - ter o - ver tui. Mi.. komt. komt, ge - nis Ó W W W ( W W U Naam zal ik verheerliken

Nadere informatie

Heer ik kom tot u Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart.

Heer ik kom tot u Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart. Toon mijn liefde Aan de maaltijd wordt het stil, als de meester knielen wil, en vol liefde als een knecht, elk apart de voeten wast en zegt: Dit is wat Ik wil dat jullie doen, dit is waarom Ik bij jullie

Nadere informatie

Deel 1 van de viering

Deel 1 van de viering Deel 1 van de viering Welkom Mededelingen Wij zingen: Psalm 24 : 1 en 3 Nieuwe Liedboek (Tekst van nieuwe psalmberijming) 1. De he - le we - reld om ons heen is van de HEER, van Hem al - leen, met al

Nadere informatie

Welkom bij deze jeugddienst met als thema: Echt of onecht. Fijn dat je er bent!

Welkom bij deze jeugddienst met als thema: Echt of onecht. Fijn dat je er bent! Welkom bij deze jeugddienst met als thema: Echt of onecht Fijn dat je er bent! Welkom Zingen: Opw. 123 Groot is uw trouw, o Heer Votum en groet Zingen: Opw. 221 vers 1 en 5 Prijst de Heer met blijde galmen

Nadere informatie

Johannes de Heer dienst 5 november 2017 om Voorganger: Ds. Hoekman. Thema: De kennis van onze ellende

Johannes de Heer dienst 5 november 2017 om Voorganger: Ds. Hoekman. Thema: De kennis van onze ellende Johannes de Heer dienst 5 november 2017 om 17.00. Voorganger: Ds. Hoekman Thema: De kennis van onze ellende - Welkom en afkondigingen - Zingen: JDH 21 Ere zij aan God de Vader Ere zij aan God, de Vader,

Nadere informatie

Voor de dienst zingen: Lied 132:1, 4,6 uit Joh. de Heer en Lied 32 uit Opwekking

Voor de dienst zingen: Lied 132:1, 4,6 uit Joh. de Heer en Lied 32 uit Opwekking IN DE ICHTHUSKERK Zangdienst 25 augustus 2019 Aanvang:19.00 uur Thema: Ik heb je nodig Voorganger: ds. M. Schut Organist: Jurjan Lipke Mmv. Beert van Oene uit Wezep Voor de dienst zingen: Lied 132:1, 4,6

Nadere informatie

welkom moment van stilte

welkom moment van stilte Er is genoeg! welkom moment van stilte bemoediging en drempelgebed v: Onze hulp is in de naam van de heer allen: die hemel en aarde gemaakt heeft v: God van liefde, vol verlangen zijn wij samengekomen.»

Nadere informatie

Zo kennen we Hem niet!

Zo kennen we Hem niet! 16 maart 2014, Hoflaankerk Protestants Kralingen Zo kennen we Hem niet! verwelkoming door de ouderling aanvangslied (allen gaan staan): lied 217: 1, 2, 3 stilte, bemoediging en drempelgebed: voorganger:

Nadere informatie

Als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie het is alles nieuw geworden.

Als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie het is alles nieuw geworden. Als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie het is alles nieuw geworden. 2 Korinthe 5 : 17 Afscheidsdienst Toos Kraayenhof 6 maart 2015 Intochtslied: U zij de

Nadere informatie

God is mijn Herder, die mij weidt in groene velden vind ik rust Hij gaat mij voor naar stille wateren. Zijn goedheid verkwikt mijn ziel.

God is mijn Herder, die mij weidt in groene velden vind ik rust Hij gaat mij voor naar stille wateren. Zijn goedheid verkwikt mijn ziel. Lied 01 Titel: God is mijn Herder Arrangement: Martin Zonnenberg Eerste componist: Stuart Townend (Nederlandse) Harold ten Cate God is mijn Herder, die mij weidt in groene velden vind ik rust Hij gaat

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Schriftlezingen: Spreuken 15 vers 13 t/m 17 Spreuken 16 vers 8 Spreuken 17 vers 1 Psalm 100 vers 3 (Schoolpsalm) Psalm 128 vers 1, 2, 3 en 4 Gezang

Nadere informatie

IN DE ICHTHUSKERK. Zangdienst 27 januari Aanvang:19.00 uur. Thema: Gods goedheid houdt ons staande

IN DE ICHTHUSKERK. Zangdienst 27 januari Aanvang:19.00 uur. Thema: Gods goedheid houdt ons staande IN DE ICHTHUSKERK Zangdienst 27 januari 2019 Aanvang:19.00 uur Thema: Gods goedheid houdt ons staande Voorganger: ds. M. Schut Organist: Bert Gelderman M.m.v. Interkerkelijk Gemengd Koor t Harde o.l.v.

Nadere informatie

IN DE ICHTHUSKERK. Zangdienst 26 mei Een compleet ander mens. Thema: Aanvang:19.00 uur

IN DE ICHTHUSKERK. Zangdienst 26 mei Een compleet ander mens. Thema: Aanvang:19.00 uur IN DE ICHTHUSKERK Zangdienst 26 mei 2019 Aanvang:19.00 uur Thema: Een compleet ander mens Voorganger: ds. M. Schut Organist: Jan Willem van der Maaten M.m.v. Gitaargroep Kithara uit Oldebroek Voor de dienst

Nadere informatie

Maria Wiebenga-van Staal

Maria Wiebenga-van Staal Liturgie voor de dienst van woord en gebed bij de begrafenis van Maria Wiebenga-van Staal * Maasdriel, 10 juli 1923 Wieringerwerf, 30 april 2016 in de Ontmoetingskerk te Middenmeer op 6 mei 2016 Voorganger:

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Schriftlezing: Ezechiël 11 vers 14 t/m 25 Lied 214 vers 1, 2, 3 en 4 (Op Toonhoogte) Psalm 46 vers 6 (Schoolpsalm) Psalm 86 vers 6 en 8 Lied 54 vers

Nadere informatie

Ps. 129 : 1, 2 en 6 Ps. 115 : 1, 2 en 3

Ps. 129 : 1, 2 en 6 Ps. 115 : 1, 2 en 3 Ps. 129 : 1, 2 en 6 OB 1. Men heeft mij fel benauwd van jongs af aan. Zegg' Isrel nu: men juichte, toen wij vielen. Men heeft mij reeds van jongs af leed gedaan; Geen overmacht kon m' echter ooit vernielen.

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar Schriftlezing: Exodus 14 vers 1 t/m 22 Gezang 343 vers 1 t/m 5 (Liedboek) Psalm 130 vers 3 (Schoolpsalm) Psalm 65 vers 1 en 2 (Nieuwe Psalmberijming)

Nadere informatie

AAN DE LEIDER(STER) T E K E N I N G E N V A N Sj. K U P E R U S. JEUGDCOMMISSIE VAN -HET NEDEHjANDKH P ^ IG E N»?

AAN DE LEIDER(STER) T E K E N I N G E N V A N Sj. K U P E R U S. JEUGDCOMMISSIE VAN -HET NEDEHjANDKH P ^ IG E N»? AAN DE LEIDER(STER) JEUGDCOMMISSIE VAN -HET NEDEHjANDKH P ^ IG E N»? A M S T E R D A M - 1938 T E K E N I N G E N V A N Sj. K U P E R U S r/. CO O-TJE AL-LEEN OP REIS Op het dak van een hoog huis zit een

Nadere informatie

Paasviering. Sing-in 2017

Paasviering. Sing-in 2017 Paasviering Sing-in 2017 Welkom en gebed Psalm 100:1 Juich, aarde, juich alom den HEER; Dient God met blijdschap, geeft Hem eer; Komt, nadert voor Zijn aangezicht; Zingt Hem een vrolijk lofgedicht. Wij

Nadere informatie

Johannes de Heer dienst 12 februari 2017 om Voorganger: Ds. Hoekam. Thema: Probeer God niet te begrijpen, maar probeer God te vertrouwen!

Johannes de Heer dienst 12 februari 2017 om Voorganger: Ds. Hoekam. Thema: Probeer God niet te begrijpen, maar probeer God te vertrouwen! Johannes de Heer dienst 12 februari 2017 om 17.00. Voorganger: Ds. Hoekam Thema: Probeer God niet te begrijpen, maar probeer God te vertrouwen! - Welkom en afkondigingen - Zingen: JDH 150 Welk een vriend

Nadere informatie

ORDE VAN DIENST. voor zaterdag 26 december. 2e kerstdag in de Hervormde kerk te Onstwedde. Aanvang uur

ORDE VAN DIENST. voor zaterdag 26 december. 2e kerstdag in de Hervormde kerk te Onstwedde. Aanvang uur ORDE VAN DIENST voor zaterdag 26 december 2e kerstdag 2015 in de Hervormde kerk te Onstwedde. Aanvang 09.30 uur Voorganger: ds. J.M. Viergever Organist : dhr. H. de Leede Muziekgroep: Genesis Inleidend

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.W. Smelt (Voorthuizen)

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.W. Smelt (Voorthuizen) Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.W. Smelt (Voorthuizen) Schriftlezingen: Mattheüs 6 vers 19 t/m 34 1 Timotheüs 6 vers 17 t/m 19 Lied 376 vers 1 en 2 (Op Toonhoogte) Psalm 24 vers 4 (Schoolpsalm)

Nadere informatie

15 twee- en driestemmige liedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode)

15 twee- en driestemmige liedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode) 15 twee- en driestemmige liedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode) E.J. Boneschanscher bron. Erven B. van der Kamp, Groningen 1895 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/bone00715tw01_01/colofon.php

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Schriftlezing: Psalm 40 Lied 234 (Op Toonhoogte) Psalm 117 vers 1 Psalm 118 vers 12 en 14 Psalm 119 vers 1 en 3 Lied 444 (Op Toonhoogte) Psalm 40 vers

Nadere informatie

Liturgie voor de ochtenddienst van zondag 26 november

Liturgie voor de ochtenddienst van zondag 26 november Liturgie voor de ochtenddienst van zondag 26 november Gezang 1 [LB 1973] 1.God heeft het eerste woord. Hij heeft in den beginne het licht doen overwinnen, Hij spreekt nog altijd voort. 2.God heeft het

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Schriftlezing: Openbaringen 3 vers 14 t/m 22 Gezang 7 vers 1 en 2 (Bundel 1938) Psalm 121 vers 4 (Schoolpsalm) Psalm 130 vers 1 en 2 Lied 186 vers 1,

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Schriftlezing: Johannes 19 vers 1 t/m 15 Lied 250 (Op Toonhoogte) Psalm 95 vers 1 (Schoolpsalm) Psalm 22 vers 1 en 12 (Nieuwe Berijming) Psalm 119 vers

Nadere informatie

E.B Zing met ons mee uit alle macht, zing met ons mee te middernacht;

E.B Zing met ons mee uit alle macht, zing met ons mee te middernacht; E.B. 8. Zing met ons mee uit alle macht, zing met ons mee te middernacht; al zien wij nog de morgen niet, wij zingen toch dit vrolijk lied! 5. Hier straalt, nog voor de zon opgaat, het licht dat nimmer

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. H.E. Veldhuijzen (Schelluinen)

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. H.E. Veldhuijzen (Schelluinen) Welkom in deze dienst Voorganger is ds. H.E. Veldhuijzen (Schelluinen) Schriftlezing: Lukas 18 vers 35 t/m 43 Psalm 139 vers 1 (Schoolpsalm) Psalm 95 vers 1 en 4 Psalm 51 vers 1 (Nieuwe Berijming) Psalm

Nadere informatie

Welkom Zingen: Komt allen tezamen : 1 en 2 Gebed Zingen Psalm 98 : 1 en 2

Welkom Zingen: Komt allen tezamen : 1 en 2 Gebed Zingen Psalm 98 : 1 en 2 Welkom Zingen: Komt allen tezamen : 1 en 2 Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: Komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu de Vorst der eng len hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten

Nadere informatie

1 6 0 m e e z i n g l i e d e r e n

1 6 0 m e e z i n g l i e d e r e n AL MIJN VERLANGEN 6 0 m e e z i n g l i e d e r e n Frits Heijtg A L M I J N V E R L A N G E N 60 meezglier uitgever gelobele.nl ISBN: 978-90-8860-7-8 onle, ook als E-book, verkrijgbaar bij www.lulu.com/sh

Nadere informatie

Kinderliedjes voor Trompet

Kinderliedjes voor Trompet Krlieds voor Trompet Mie lam & c Mie lam me t, lam me t, lam me t. & Mie lam me t, lam me t ol. Mie ho vast & c Mie Mie Mie, ho maak vast, los, valt, aan dan tak tak val bo bo a... & Mie Mie Mie ho maak

Nadere informatie

Liturgie voor de kerkdienst in de Dorpskerk op zondag 2 april 2017

Liturgie voor de kerkdienst in de Dorpskerk op zondag 2 april 2017 Liturgie voor de kerkdienst in de Dorpskerk op zondag 2 april 2017 Deze dienst is in het bijzonder gericht op mensen met een verstandelijke beperking. Het thema is: Hé, je wordt geroepen! Voorganger: Ds.

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Schriftlezing: Filippenzen 4 vers 10 t/m 20 Psalm 9 vers 1 en 2 (Schoolpsalm) Psalm 100 vers 1, 2, 3 en 4 Lied 256 vers 1, 2, 3 en 4 (Johannes de Heer)

Nadere informatie

Liturgie , br R. van Swetselaar

Liturgie , br R. van Swetselaar Liturgie 19-11-2017, br R. van Swetselaar Welkom en afkondigingen Votum en Groet Zingen Hemelhoog 232 Laat het huis gevuld zijn Laat het huis gevuld zijn met wierook van aanbidding Laat het huis gevuld

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Schriftlezing: Ezechiël 11 vers 14 t/m 25 Lied 214 vers 1, 2, 3 en 4 (Op Toonhoogte) Psalm 46 vers 6 (Schoolpsalm) Psalm 85 vers 1 en 4 Psalm 86 vers

Nadere informatie

Lied van de maand 2014-2015

Lied van de maand 2014-2015 Sept. God die alles maakte God die alles maakte de lucht en t zonlicht blij de hemel zee en aarde zorgt ook voor mij God die t gras gemaakt heeft de bloemen in de wei de bomen, vruchten, vogels zorgt ook

Nadere informatie

Welkom in deze dienst

Welkom in deze dienst Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M. van Leeuwen (Hierden) Schriftlezing: Romeinen 5 vers 1 t/m 11 Psalm 105 vers 3 (Schoolpsalm) Psalm 23 vers 1, 2 en 3 Psalm 73 vers 13 en 12 Psalm 46 vers 1, 5

Nadere informatie

Liedsuggesties. Liedsuggesties

Liedsuggesties. Liedsuggesties Liedsuggesties Afkortingen van liedbundels LbK Liedboek voor de Kerken DB deel I Dienstboek een proeve, Schrift Maaltijd Gebed ZG Zingend Geloven GvL Gezangen voor Liturgie OKG Oud-Katholiek Gezangboek

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K Timmerman

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K Timmerman Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K Timmerman Schriftlezing: Zacharia 14 vers 1 t/m 21 Psalm 97 vers 7 (Schoolpsalm) Gezang 126 vers 1, 2 en 3 (Liedboek) Psalm 96 vers 5 en 6 Psalm 116 vers 10 Psalm

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Psalm 111 vers 1 Schriftlezing Psalm 25 Psalm 119 vers 1 en 3 Lied 214 vers 1 t/m 4 (Op Toonhoogte) Psalm 25 vers 5, 6 en 7 Psalm 103 vers 6 en 7 Gezang

Nadere informatie

Welkom in deze dienst

Welkom in deze dienst Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Schriftlezing: Jesaja 11 vers 1 t/m 12 Lied 188 vers 1, 2 en 3 () Psalm 143 vers 8 (Schoolpsalm) Lied 99 vers 1 en 2 () Psalm 119 vers 39 en 40 (Weerklank)

Nadere informatie

Liedteksten groep 3 en De genoemde weken zijn de weken waarin de psalm of het lied overhoord wordt.

Liedteksten groep 3 en De genoemde weken zijn de weken waarin de psalm of het lied overhoord wordt. Liedteksten groep 3 en 4 2019-2020 De genoemde weken zijn de weken waarin de psalm of het lied overhoord wordt. Week 36-03/09 : Eerste schoolweek Week 37-10/09 : Psalm 75: 1 U alleen, U loven wij; Ja wij

Nadere informatie

Zang. bewerkt door: Bram Soentjens

Zang. bewerkt door: Bram Soentjens Zang erklaas, goed heiligman Zie ginds komt stoomboot Zie maan schijnt door bom Zachtjes gaan paarvoetjes aar wordt aan ur klopt e zak erklaas bewerkt door: ram Sotjs In dit boekje staan zes erklaasliedjes,

Nadere informatie

Een HAN DEL S Pand kopen of huren?

Een HAN DEL S Pand kopen of huren? Een HAN DEL S Pand kopen of huren? 22 oktober 2016 00:00 Tekst: Ellen Cleeren Als u een zaak op richt, be kijkt u na tuur lijk wat de beste lo ca tie zou zijn. Droomt u van een ex clu sie ve kle ding -

Nadere informatie

Liturgie voor de morgendienst op zondag 22 september Lied vóór de dienst: Lied 287: 1,2,5 287:1

Liturgie voor de morgendienst op zondag 22 september Lied vóór de dienst: Lied 287: 1,2,5 287:1 Liturgie voor de morgendienst op zondag 22 september 2019 Lied vóór de dienst: Lied 287: 1,2,5 287:1 Rond het licht dat leven doet groeten wij elkaar met vrede; wie in voor- of tegenspoed zegen zoekt,

Nadere informatie

Welkom in deze dienst

Welkom in deze dienst Welkom in deze dienst Voorganger is ds. S.J. Verheij Schriftlezing: 1 Koningen 4 vers 20 t/m 28 Lied 272 vers 1 en 3 (Op Toonhoogte) Psalm 2 vers 7 (Schoolpsalm) Psalm 24 vers 4 en 5 (Nieuwe Berijming)

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. S.J. Verheij

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. S.J. Verheij Welkom in deze dienst Voorganger is ds. S.J. Verheij Schriftlezing: Lukas 1 vers 57 en 58 Lukas 2 vers 1 t/m 15 Lied 42 vers 1 en 3 (Uit aller Mond) Lied 48 vers 1, 2 en 4 (Uit aller Mond) Psalm 29 vers

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.P.D. Barth

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.P.D. Barth Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.P.D. Barth Schriftlezing: Jesaja 8 vers 23 t/m 9 vers 6 Gezang 8 vers 1, 2, 3 en 4 (Bundel 1938) Psalm 143 vers 8 (Schoolpsalm) Psalm 8 vers 1 en 2 Gezang 127

Nadere informatie

SAMEN BIJ ÉÉN. Liturgie aangepaste kerkdienst op zondag 30 oktober 2016 om uur in de Elimkerk te t Harde.

SAMEN BIJ ÉÉN. Liturgie aangepaste kerkdienst op zondag 30 oktober 2016 om uur in de Elimkerk te t Harde. ! SAMEN BIJ ÉÉN Liturgie aangepaste kerkdienst op zondag 30 oktober 2016 om 14.30 uur in de Elimkerk te t Harde. Voorganger: ds. D. Dekker Organist: dhr. G.G. Kunst Medewerking: het mannenkoor Groot Schuylenburg

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. F. van Roest (Zeist)

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. F. van Roest (Zeist) Welkom in deze dienst Voorganger is ds. F. van Roest (Zeist) Schriftlezing: Mattheüs 16: 21 t/m Mattheüs 17: 13 2 Petrus 1: 16 t/m 21 Psalm 138 vers 1 Psalm 62 vers 1 en 5 Psalm 25 vers 2 en 7 Lied 434

Nadere informatie

Liederenbundel Toerustend Weekend

Liederenbundel Toerustend Weekend 1 Opwekking 123 Groot is uw trouw, o Heer Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde die Gij steeds waart, dat bewijst

Nadere informatie

Mijn herder is de Here God, in Hem is al mijn lust; in groene weiden voert Hij mij aan wateren der rust

Mijn herder is de Here God, in Hem is al mijn lust; in groene weiden voert Hij mij aan wateren der rust Lied 01 Titel: Leid mij Heer, o machtig Heiland Arrangement: Martin Zonnenberg Eerste componist: John Hughes (Nederlandse) T. M. Everaarts Leid mij, Heer, o machtig Heiland door dit leven aan uw hand.

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Schriftlezing: Psalm 23 Psalm 103 vers 7 (Schoolpsalm) Psalm 79 vers 4 en 7 Lied 150 vers 1, 2, 3 en 4 (Op Toonhoogte) Psalm 105 vers 5 Psalm 134 vers

Nadere informatie

Joopie op het strand.

Joopie op het strand. 1 Joopie op het strand. Geschreven en geïllustreerd door PetraLouise Muris. Let-ter-gre-pen! Voorleesverhaal voor de kleintjes of zelf lezen rond 7 jaar. Waarom ergens lid worden of betalen? Alle geschreven

Nadere informatie

Welkom in deze dienst

Welkom in deze dienst Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M. Aangeenbrug (Apeldoorn) Schriftlezing: Lukas 22 Psalm 138 vers 3 Psalm 129 vers 1, 2 en 3 Psalm 126 vers 2 Psalm 22 vers 1, 6 en 7 Gezang 49 vers 1, 3 en 4 (Herv.

Nadere informatie

IN DE ICHTHUSKERK. Zangdienst 25 juni Aanvang:19.00 uur. Thema: Op reis.. Waar heen

IN DE ICHTHUSKERK. Zangdienst 25 juni Aanvang:19.00 uur. Thema: Op reis.. Waar heen IN DE ICHTHUSKERK Zangdienst 25 juni 2017 Aanvang:19.00 uur Thema: Op reis.. Waar heen Voorganger: ds. E.P. van der Veen uit Emmeloord Organist: Jan Willem van der Maaten M.m.v. Muziekgroep De Marimba

Nadere informatie

Mo na co Zien en Ster ven

Mo na co Zien en Ster ven Mo na co Zien en Ster ven Meer en meer Bel gi sche za ken men sen geven een ap par te ment in Mo na co op als thuis adres. Maar wonen ze er echt? De Tijd brengt de zon ni ge adres sen in kaart. Op val

Nadere informatie

Lied 01 Titel: Psalm 108 Eerste componist: Traditional Uitvoering: Samenzang Opname: Bolsward - Martinikerk Tekst:

Lied 01 Titel: Psalm 108 Eerste componist: Traditional Uitvoering: Samenzang Opname: Bolsward - Martinikerk Tekst: Lied 01 Titel: Psalm 108 Eerste componist: Traditional Mijn hart is, Heer, in U gerust. Uw lof te zingen is mijn lust. Maakt, harp en luit, den Heere groot. Mijn lied begroet het morgenrood. Ik breng mijn

Nadere informatie

in de Hoeksteen te Numansdorp

in de Hoeksteen te Numansdorp Voor de aangepaste Aangepaste zangdienst op zondag zangdienst 18 januari 2015 op om zondag 15.00 uur in de 18 Hoeksteen januari te Numansdorp 2015 om 15.00 uur in de Hoeksteen te Numansdorp Koor en band

Nadere informatie

Er is een roos ontloken

Er is een roos ontloken Er is een roos ontloken SA en orgel Uit: Vier Kerstliederen voor hoge stemmen en orgel (opus 64) Tekst: Jan Wit (1914-1980) vrij naar 'Es ist ein Ros entsprungen' Melodie: 16e eeuw / Michaël Praetorius

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Schriftlezing: Ezechiël 18 vers 1 t/m 20 30 t/m 32 Lied 182 (Op Toonhoogte) Psalm 91 vers 5 (Schoolpsalm) Lied 345 vers 1, 2 en 3 (Op Toonhoogte) Psalm

Nadere informatie