Hoofdstuk 5 Omtrek, oppervlakte en inhoud

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 5 Omtrek, oppervlakte en inhoud"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 5 Omtrek, oppervlakte en inhoud Opstap Omtrek, oppervlakte en inhoud O-1a d e f 8 km = = 8000 m m = 2500 : 10 : 10 : 10 = 25 km 6 m = = 600 m 500 m = 500 : 10 = 50 dm 4 dm = 4 10 = 40 m 20 dm = 20 : 10 = 2 m O-2a De omtrek van het vierkant is 5 m + 5 m + 5 m + 5 m = 20 m. De oppervlakte van het vierkant is 5 5 = 25 m 2. De omtrek van de rehthoek is 8 m + 3 m + 8 m + 3 m = 22 m. d De oppervlakte van de rehthoek is 8 3 = 24 m 2. O-3a 4 CM 5 CM De oppervlakte van de rehthoek is 5 4 = 20 m 2. De oppervlakte van de driehoek is 20 : 2 = 10 m 2. O-4 Van parallellogram kun je een rehthoek maken met oppervlakte 5 3 = 15 m 2. De oppervlakte van het parallellogram is dan ook 15 m 2. O-5a d Van parallellogram kun je een rehthoek maken met oppervlakte 8 2 = 16 m 2. De oppervlakte van het parallellogram is ook 16 m 2. Van parallellogram kun je een rehthoek maken met oppervlakte 7 4 = 28 m 2. De oppervlakte van het parallellogram is ook 28 m 2. De diameter van irkel A is 5 m. 5 = 15,7 De omtrek van irkel A is 15,7 m. De straal van irkel B is 3 m. De diameter van irkel C is 2 3 m = 6 m. 6 = 18,8 De omtrek van irkel B is 18,8 m. O-6a 40 m 2 = = 4000 dm 2 d 3000 m 2 = 3000 : 100 = 30 dm dm 2 = 500 : 100 = 5 m 2 e 9 dm 2 = = 900 m 2 6 m 2 = = 600 dm 2 f 2000 dm 2 = 2000 : 100 = 20 m 2 O-7a 8 liter = 8 10 = 80 dl d 400 ml = 400 : 10 = 40 L 400 L = 400 : 10 = 40 dl e 800 dl = 800 : 10 = 80 liter 60 L = = 600 ml f 540 L = 540 : 10 = 54 dl 55

2 O-8a 4 m 3 = = 4000 dm 3 8, = 8500 m m 3 = 6000 : 1000 = 6 dm 3 d dm 3 = : 1000 = 15 m 3 e 4500 m 3 = 4500 : 1000 = 4,5 dm 3 f 980 dm 3 = 980 : 1000 = 0,98 m 3 O-9a De oppervlakte van de odem van het gat is 9,4 7,9 = 74,26 m 2. De diepte van het gat is 50 m = 0,5 m. Er moet 74,26 0,5 = 37,13 m 3 grond worden uitgegraven. 37,13 : 8 = 4,64... Er zijn vijf vrahtwagens nodig om de grond af te voeren. O-10a De oppervlakte van de odem van de kuus is = 100 m 2. De inhoud van de kuus is = 1000 m 3. De oppervlakte van de odem van de alk is 11 6 = 66 m 2. De inhoud van de alk is 66 5 = 330 m 3. O-11a De ruimtefiguren 1, 2 en 4 zijn prisma s Omtrek 1a De omtrek van het weiland is = 140 m. De diameter van de kikkerpoel is 15 m. De omtrek van de kikkerpoel is diameter = 15 = 47,1 m. 2a De omtrek van de irkel met een diameter van 12 m is 12 = 37,7 m. Als de straal 4 m is, is de diameter 2 4 = 8 m. De omtrek van een irkel met een straal van 4 m is 8 = 25,1 m. 3 De omtrek van de eerste figuur is 5 m + 3 m + 2 m + 2 m + 3 m + 1 m = 16 m. De tweede figuur heeft omtrek 8 m + 12 m + 12 m + 2 m + 8 m + 7 m + 4 m + 3 m = 56 m. De omtrek van de driehoek is 11 m + 6 m + 9 m = 26 m. 4a Boog DA is de helft van een irkel. De diameter van de irkel is 2 meter. 56

3 De omtrek van de hele irkel is 2 = 6,28... meter. De lengte van oog DA is 6,28... : 2 = 3,1 meter. d De omtrek van de kippenren is AB + BC + CD + DA = ,1 = 11,1 m. 5a 6a 7a d De lengte van de halve irkeloog is 3 : 2 = 4,7 m. De omtrek van figuur A is , = 15,7 m. De omtrek van figuur B is = 18 m. Bij figuur C zit een kwart irkel. De diameter van de irkel is 4 m. De omtrek van het stukje irkel is 4 : 4 = 3,1 m. De omtrek van figuur C is ,1 + 1 = 11,1 m. De omtrek van één ring is 11 = 34,6 m. Marhien kan twee ringen maken uit één staafje. Ze heeft 12 : 2 = 6 staafjes nodig. De ringen gaan 6 2,40 = 14,40 kosten. Het veld is een vierde deel van een irkel. De hele irkel heeft een straal van 90 meter. De diameter is 2 90 = 180 meter. De lengte van de irkeloog is 180 : 4 = 141,4 meter. Jim moet in totaal ,4 + 27,5 + 27,5 = 376,4 meter shilderen. ICT Omtrek I-1a - De omtrek van de irkel is ongeveer 31 m. d 10 = 31,4 m De antwoorden van en d zijn ongeveer gelijk. I-2a d De omtrek is ongeveer 22 m. De omtrek is 7 = 22,0 m. Een irkel met straal 3 m heeft diameter 6 m De omtrek van deze irkel is 6 = 18,8 m. I-3 Controleer je antwoorden op de omputer. I-4 Controleer je antwoorden op de omputer. I-5a - De omtrek van één ring is 10 = 31,4 m. 80 : 31,4 is ongeveer 2,5, dus ze kan twee ringen maken. d Ze maakt een armand van aht ringen en heeft dus vier staafjes nodig. Dit kost 4 1,80 = 7,20. I-6a - Het veld is een vierde deel van een irkel. De hele irkel heeft een straal van 90 meter. De diameter is 2 90 = 180 meter. d De lengte van de irkeloog is 180 : 4 = 141,4 meter. e Jim moet in totaal ,4 + 27,5 + 27,5 = 376,4 meter shilderen. 57

4 5-2 Oppervlakte van driehoek en parallellogram 8a De oppervlakte van de rehthoek is 7,2 2,5 = 18 m 2. De oppervlakte van de muur is 18 : 2 = 9 m 2. 9a C Z 10a 11a A 5 m B 3 m G I 6 m 15 m De oppervlakte van de rehthoek om driehoek ABC is 5 3 = 15 m 2. De oppervlakte van driehoek ABC is 15 : 2 = 7,5 m m De oppervlakte van de rehthoek om driehoek GHI is 15 6 = 90 m 2. De oppervlakte van driehoek GHI is 90 : 2 = 45 m 2. De oppervlakte van de rehthoek om driehoek XYZ is 6 4 = 24 m 2. De oppervlakte van driehoek XYZ is 24 : 2 = 12 m 2. 0,5 m, = 0, = 50 m De oppervlakte van de rehthoek is = 3000 m 2. De oppervlakte van de haaientand is 3000 : 2 = 1500 m 2. H X 4 m 6 m 5 m Y 4 m 10 m De rehthoek heeft oppervlakte 10 4 = 40 m 2. d De oppervlakte van het parallellogram is ook 40 m 2. 58

5 12a De rehthoek gemaakt van parallellogram A heeft zijden van 12 m en 5 m. De rehthoek gemaakt van parallellogram B heeft zijden van 5 m en 8 m. De rehthoek gemaakt van parallellogram C heeft zijden van 20 m ij 10 m. De oppervlakte van de rehthoek gemaakt van parallellogram A is 12 5 = 60 m 2. De oppervlakte van parallellogram A is 60 m 2. De oppervlakte van de rehthoek gemaakt van parallellogram B is 5 8 = 40 m 2. De oppervlakte van parallellogram B is 40 m 2. De oppervlakte van de rehthoek gemaakt van parallellogram C is = 200 m 2. De oppervlakte van parallellogram C is 200 m 2. 13a 14a Van het rode parallellogram kun je een rehthoek maken van 3 meter ij 2,5 meter. De oppervlakte van de rehthoek is 3 2,5 = 7,5 m 2. De oppervlakte van het rode parallellogram is 7,5 m 2. Om de lauwe driehoek kun je een rehthoek maken van 4 meter ij 2,5 meter. De oppervlakte van deze rehthoek is 4 2,5 = 10 m 2. De oppervlakte van de lauwe driehoek is 10 : 2 = 5 m 2. Om driehoek ABG kun je een rehthoek tekenen van 2 meter ij 1,7 meter. De oppervlakte van de rehthoek is 2 1,7 = 3,4 m 2. De oppervlakte van driehoek ABG is 3,4 : 2 = 1,7 m 2. De zeshoek estaat uit zes even grote driehoeken. De oppervlakte van de zeshoek is 6 1,7 = 10,2 m 2. 15a De oppervlakte van de hele tangrampuzzel is = 100 m 2. Om de lauwe driehoek kun je een rehthoek maken van 10 m ij 5 m. De oppervlakte van deze rehthoek is 10 5 = 50 m 2. De oppervlakte van de lauwe driehoek is 50 : 2 = 25 m 2. Van het parallellogram kun je een rehthoek maken van 5 m ij 2,5 m. De rehthoek heeft een oppervlakte van 5 2,5 = 12,5 m 2. De oppervlakte van het parallellogram is 12,5 m Oppervlakte irkel 16a - Binnen de irkel passen ongeveer 50 hokjes van 1 m = 50,3 De oppervlakte van de irkel is ongeveer 50,3 m 2. d Ja. 17a De straal van irkel A is 25 m. De straal van irkel B is 20 m. De straal van irkel C is 30 : 2 = 15 m. Oppervlakte irkel A = = 1963,5 m 2 Oppervlakte irkel B = = 1256,6 m 2. Oppervlakte irkel C = = 706,9 m 2. 59

6 18a De straal van de grote trommel is 27 : 2 = 13,5 m. De oppervlakte voor het vel voor de grote trommel 13,5 13,5 = 572,6 m 2. De straal van de kleine trommel is 22 : 2 = 11 m. De oppervlakte voor het vel voor de kleine trommel = 380,1 m 2. 19a 360 m = 360 : 10 : 10 = 3,6 m De straal van de irkel is 3,6 : 2 = 1,8 m. De oppervlakte van het terras wordt 1,8 1,8 = 10,2 m 2. d De klant moet 10,2 45 = 459,- etalen voor de stenen voor het terras. 20a Het veld is een rehthoek van 2,10 meter ij 1,40 meter. De oppervlakte van het veld is 2,10 1,40 = 2,94 m 2. De straal van een rondje is 19 : 2 = 9,5 m. De oppervlakte van een rondje is 9,5 9,5 = 283,5 m 2. Er zijn vier keuren met elk zes rondjes. In totaal zijn er 4 6 = 24 rondjes. d De oppervlakte van 24 rondjes is ,5 m 2 = 6804 m 2. Dat is gelijk aan 6804 : 100 : 100 = 0,6804 m 2. Afgerond op één deimaal is de oppervlakte van de 24 rondjes 0,7 m 2. 21a De rehthoek is 50 m lang en 17 m reed. De oppervlakte van de rehthoek is = 850 m 2. Van de twee halve irkels kun je een hele irkel maken met diameter 17 m. De straal van de irkel is 17 : 2 = 8,5 m. De oppervlakte van de irkel is 8,5 8,5 = 227,0 m 2. d De oppervlakte van de zwarte stof is = 1077 m 2. 22a De straal van het hele verkeersord is 80 : 2 = 40 m. De oppervlakte van het hele verkeersord is = 5026,5 m 2. De straal van de irkel van het witte deel is 60 : 2 = 30 m. De oppervlakte van het witte deel is = 2827,4 m 2. Oppervlakte rode rand = oppervlakte hele verkeersord oppervlakte witte deel Oppervlakte rode rand = 5026,5 2827,4 = 2199,1 m Inhoud 23a De oppervlakte van de odem van de doos is = 4000 m 2. De hoogte van de doos is 3 dm = 3 10 = 30 m. De inhoud van de doos is = m 3. 24a De odem is 0,5 dm = 5 m lang en 1 dm = 10 m reed. oppervlakte odem = 5 10 = 50 m 2 inhoud alk = 50 4 = 200 m 3 oppervlakte odem is 6 6 = 36 m 2 inhoud kuus = 36 6 = 216 m 3 oppervlakte odem is 6 4 : 2 = 12 m 2 inhoud prisma = 12 4 = 48 m 3 60

7 25a De hoogte van het zand is 40 m. Dat is 40 : 10 : 10 = 0,4 meter. De oppervlakte van de odem is 4,5 3 = 13,5 m 2. De inhoud van de laag zand is 13,5 0,4 = 5,4 m 3. Harry heeft 5,4 kuu zand nodig. 26a De maten van de ouwtekening zijn in mm. De maten van de vloer van de garage zijn 6400 mm ij 4400 mm mm = 6400 : 10 : 10 : 10 = 6,4 m en 4400 mm = 4400 : 10 : 10 : 10 = 4,4 m De oppervlakte van de odem van de garage is 6,4 4,4 = 28,16 m 2. De inhoud van de garage is 28,16 2,5 = 70,4 m 3 = 70,4 kuu. 27 De straal van de irkel is 10 m : 2 = 5 m. De oppervlakte van de odem is 5 5 = 78,5 m 2. De inhoud van de linkerilinder is 78,5 3 = 235,5 m 3. Afgerond op hele m 3 is de inhoud 236 m 3. De straal van de irkel is 10,6 m : 2 = 5,3 m. De oppervlakte van de odem is 5,3 5,3 = 88,2 m 2. De inhoud van de rehterilinder is 88,2 11,7 = 1031,94 m 3. Afgerond op hele m 3 is de inhoud 1032 m 3. 28a 3,1 km = 3, = 3100 m De straal van een uis is 7 : 2 = 3,5 m. De oppervlakte van een irkel is 3,5 3,5 = 38,5 m 2. De inhoud van één tunneluis is 38, = m 3. Er moet m 3 zand worden uitgegraven. 1,5 jaar = 1,5 12 = 18 maanden Er worden twee tunnels geoord, dus in totaal = 6200 m. Per maand kan er : 18 = 344,4 meter worden geoord. Extra oefening E-1a 3,6 m = 3, = 360 m De diameter van het terras is 360 m. Omtrek terras = 360 = 1130,97 m Dat is ongeveer gelijk aan 1131 m : 15 = 75,4 Er zijn 76 stenen nodig voor de rand van het terras, E-2 Omtrek figuur = = 160 m of 16 dm Figuur estaat uit twee rehte stukken lijn van 30 m en twee halve irkels met een diameter van 20 m. De twee halve irkels vormen samen een irkel met omtrek 20 = 62,8 m. De omtrek van figuur is ,8 = 122,8 m. Figuur estaat uit twee lijnstukken van 26 m elk en een kwart irkel met straal 26 m. De diameter van de kwart irkel is 2 26 = 52 m. De kwart irkel heeft lengte 52 : 4= 40,8 m. De omtrek van figuur is ,8 = 92,8 m. 61

8 E-3 De rehthoek om driehoek ABC heeft oppervlakte = 504 m 2. De oppervlakte van driehoek ABC is 504 : 2 = 252 m 2. De rehthoek, die je kunt maken van parallellogram DGFE heeft oppervlakte 2,1 3 = 6,3 dm 2. Dan is oppervlakte parallellogram DGFE ook 6,3 dm 2. De rehthoek om driehoek LKJ heeft oppervlakte = 238 m 2. De oppervlakte van driehoek LKJ is 238 : 2 = 119 m 2. De rehthoek, die je kunt maken van parallellogram QPNM heeft oppervlakte 2 2 = 4 dm 2. Dan is oppervlakte parallellogram QPNM ook 4 dm 2 ofwel 400 m 2. E-4a - De rehthoek om de driehoek heeft oppervlakte 6 3 = 18 m 2. Dan is de oppervlakte van de driehoek 18 : 2 = 9 m 2. De oppervlakte van de rehthoek is 6 4,4 = 26,4 m 2. d Iris moet 26,4 + 9 = 35,4 m 2 shilderen. E-5a De diameter is 120 m. De straal van het lad is 120 : 2 = 60 m = 60 : 10 = 6 dm. De oppervlakte van het lad wordt 6 6 = 113 dm 2. Het vierkant heeft zijden van 120 m = 120 : 10 = 12 dm. De oppervlakte van het vierkant is = 144 dm 2. Ewald moet = 31 dm 2 van de plaat als afval weggooien. E-6a De oppervlakte van de odem van de garage is 10 5 = 50 m 2. De inhoud van de garage is 50 3,5 = 175 m 3. De zolder is een prisma. De odem is de driehoek aan de voorkant. De rehthoek om de driehoek heeft oppervlakte 10 3,5 = 35 m 2. De driehoek heeft oppervlakte 35 : 2 = 17,5 m 2. De inhoud van de zolder is 17,5 12 = 210 m 3. De rest van het huis heeft de vorm van een alk. De oppervlakte van de odem is = 120 m 2. De inhoud van de alk is = 840 m 3. De inhoud van het hele huis is = 1225 m 3. E-7a De oppervlakte van de rehthoek om ABS heeft oppervlakte = 2150 m 2. Dan is de oppervlakte van driehoek ABS is 2150 : 2 = 1075 m 2. De odem estaat uit zes driehoeken. De oppervlakte van de odem is m 2 = 6450 m 2. De hoogte is 38 m. De inhoud is = m 3. d De inhoud is m 3 = : 1000 = 245,1 dm 3 = 245,1 liter. 245,1 : 85 = 2,88... Er zijn drie zakken tuinaarde van 85 liter nodig om de ak te vullen. 62

9 E-8 De straal van de irkel is 12 : 2 = 6 meter. De odem van het assin heeft oppervlakte 6 6 = 113,1 m 2. De inhoud van het assin is 3,4 113,1 = 384,5 m 3. Er gaat ongeveer 385 kuu water in het assin. Verwerken en toepassen V-1a De stippellijn estaat uit twee rehte delen van 121,45 meter en twee halve irkels met straal 25 meter. De diameter van de irkel is 50 meter. De omtrek van de irkel is 50 = 157,1 meter. De lengte van de stippellijn is 121, , ,1 = 400 meter. Een innenoht is 157,1 : 2 = 78,55 meter. De irkel van de uitenoht heeft diameter 2 30 = 60 meter. Een uitenoht is 60 : 2 = 94,25 meter. De uitenoht is 94,25 78,55 = 15,7 meter langer dan een innenoht. V-2a De middenpilaar is een irkel met diameter 1,4 m. De straal is dan 1,4 : 2 = 0,7 m. De oppervlakte van de middenpilaar is 0,7 0,7 = 1,5 m 2. De rehthoek om driehoek ABS is 2 2,4 = 4,8 m 2. De oppervlakte van driehoek ABS is 4,8 : 2 = 2,4 m 2. De ahthoek estaat uit aht driehoeken. De oppervlakte van de ahthoek is 8 2,4 = 19,2 m 2. d De oppervlakte van het lauwe geied is 19,2 1,5 = 17,7 m 2. V-3a De lengte van het diepste deel is 4 m 0,5 m 0,5 m = 3 m. De reedte van het diepste deel is 2,4 m 0,5 m 0,5 m = 1,4 m. De vijver kun je opsplitsen in twee alken. De onderste alk is 3 meter lang, 1,4 meter reed en 60 m = 0,6 m hoog. De oppervlakte van de odem van deze alk is 3 1,4 = 4,2 m 2. De inhoud van het onderste deel is 4,2 0,6 = 2,52 m 3. De ovenste alk is 4 meter lang, 2,4 meter reed en 20 m = 0,2 meter hoog. De oppervlakte van de odem van deze alk is 4 2,4 = 9,6 m 2. De inhoud van de ovenste alk is 9,6 0,2 = 1,92 m 3. De totale inhoud van de vijver is 2,52 + 1,92 = 4,44 m 3. V-4a De straal van de irkel is 4,2 : 2 = 2,1 m. De oppervlakte van de irkel is 2,1 2,1 = 13,85 m 2. Dat is ongeveer 13,9 m 2. De diepte van de kuil is 80 m = 0,8 m. De inhoud van de kuil is 13,9 0,8 = 11,12 m 3. Theo moet 11,12 kuu zand graven. 11,12 m 3 = 11, = dm 3 = liter : 75 = 148,27 Theo moet 149 kruiwagens zand wegrengen. 63

10 Rekenen 6 R-1 a d 9 e i k f g 5 2 j 0 0 m R-2a m 2 = : 100 : 100 = 2,3 m 2 39 m 2 = = 3900 dm 2 4 are = = 400 m 2 d 7,2 ha = 7,2 100 = 720 are e 960 m 2 = 960 : 100 = 9,6 dm 2 f 450 m 2 = 450 : 100 = 4,5 are g m 2 = : 100 : 100 = 3,5 ha h dm 2 = : 100 = 66 m 2 R-3a = 152 Er zijn 9 getallen. Het gemiddelde is 152 : 9 = 16, = 55 Er zijn 10 getallen. Het gemiddelde is 55 : 10 = 5, = 307 Er zijn 6 getallen. Het gemiddelde is 307 : 6 = 51,2. l R-4a Het getal 19 komt het meest voor. De modus is 19. Het getal 5 komt het meest voor. De modus is 5. Er zijn twee getallen, die het meest voorkomen. Er is geen modus. R-5a = 49 g 9 7 = = 25 h 48 : 6 = = 60 i = 82 d 44 : 22 = 2 j 6 15 = 90 e = 209 k 220 : 20 = 11 f = 26 l = 61 Oefenopdrahten ij hoofdstuk 5 h Omtrek figuur = = 28 m. Omtrek figuur = = 28 m. Omtrek figuur = : : 4 = 20,6 m 64

11 2 Oppervlakte rehthoek = 8 12 = 96 m 2. Oppervlakte rehthoek om driehoek = = 160 m 2 Oppervlakte driehoek = 160 : 2 = 80 m 2. Maak van het parallellogram eerst een rehthoek. De oppervlakte van deze rehthoek is 12 8,2 = 98,4 m 2. De oppervlakte van het parallellogram = 98,4 m 2. De laatste figuur kun je verdelen in een rehthoek en een vierkant. De oppervlakte van de rehthoek is 12 8 = 96 m 2. De oppervlakte van het vierkant is 4 4 = 16 m 2. De oppervlakte van het laatste figuur is = 112 m 2. 3a De oppervlakte van de rehthoek is = m 2. De twee halve irkels vormen samen en hele irkel met diameter 120 m, dus de straal 60 m. De oppervlakte van de twee halve irkels is straal straal = = m 2. De oppervlakte van het hele tafellad is = m 2. 4a De rehthoek om de driehoek heeft oppervlakte 5 3,2 = 16 m 2. De oppervlakte van de driehoek is 16 : 2 = 8 m 2. De inhoud is oppervlakte odem hoogte = 8 8 = 64 m 3. 5a De straal van de odem is 28 : 2 = 14 m. De oppervlakte van de odem is straal straal = = 616 m 2. De inhoud is oppervlakte odem hoogte = = 3696 m 3. Ongeveer 3,5 liter, omdat 3696 m 3 = 3696 : 1000 = 3,696 dm 3 = 3,696 liter. Er kan dus zeker geen 4 liter in de pan. 65

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren Voorkennis V-1a De oppervlakte van ABC is 12 5 : 2 = 0 m 2. zijde kwadraat AB = 12 144 AC = 5 BC = 25 169 d BC = 169 = 1 m De omtrek van ABC is 5 12 1 = 0 m. BD = 12 4 = 8 m De oppervlakte van BCD is 8

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren Voorkennis V-a De oppervlakte van ABC is 2 5 : 2 = 0 cm 2. c d AB = 2 AC = 5 BC = 44 25 + 69 BC = 69 = cm De omtrek van ABC is 5 + 2 + = 0 cm. BD = 2 4 = 8 cm De oppervlakte van BCD is 8 5 : 2 = 20 cm

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Voorkennis V-1a - Als je gedeelten van hokjes ij elkaar telt tot hele hokjes, dan passen op eiland A ongeveer 12 roosterhokjes. Op eiland B passen ijna 14 roosterhokjes. V-2a - Eiland A: ongeveer 22 m

Nadere informatie

Symmetrie en oppervlakte

Symmetrie en oppervlakte Symmetrie en oppervlakte Hoofdstuk 5 1 a logoen4 /d 1 1 1 313 414 c logo 1: 180 logo : 180 logo 3: 90 logo 4: 90 d alle logo s zijn puntsymmetrisch 6 a a lijnsymmetrisch draaisymmetrisch puntsymmetrisch

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv B-1a Extra oefening - Basis 1 2 3 4 5 De figuren 1, 2, 3 en 4 zijn draaisymmetrisch. c Figuur 1 is draaisymmetrisch over 120 en 240. Figuur 2 is draaisymmetrisch over 180. Figuur 3 is draaisymmetrisch

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 72 Voorkennis V-a Driehoek is een rehthoekige driehoek. Driehoek 2 is een gelijkenige driehoek. De oppervlakte van driehoek is 7 3 : 2 5 38,5 m 2. De oppervlakte van driehoek 2 is 8 3 7,5 : 2 5 30 m 2.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO

Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO 1 a Door een kael te spannen en daar langs te rijden. Met een kael van de juiste lengte die je evestigt aan een punt in de grond (het middelpunt) Met twee latten die je

Nadere informatie

vlieger rechthoek ruit parallellogram vierkant

vlieger rechthoek ruit parallellogram vierkant 4-1 Vlakke figuren 1a 6 5 4 3 2 A D C 1 B O 1 2 3 4 5 6 d Figuur ABCD is een vlieger. 2a B(5, 1) C(5, 6) D(2, 6) AD BC DC BC AD // BC AD AB 3a 4a d e A B C D E vlieger rehthoek ruit parallellogram vierkant

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Voorkennis V-a - Als je gedeelten van hokjes ij elkaar telt tot hele hokjes, dan passen op eiland A ongeveer roosterhokjes. Op eiland B passen ijna 4 roosterhokjes. Eiland A is dus ongeveer km groot. Eiland

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv V-1a d e 128 Voorkennis D C B N A K L Vierhoek ABCD is een vierkant. Vierhoek KLMN is een rehthoek en vierhoek PQRS is een parallellogram. De oppervlakte van vierhoek KLMN is 7 3 4 5 28 roostervierkantjes.

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv V-1a c d e 1 Voorkennis D C B N A K L Vierhoek ABCD is een vierkant. Vierhoek KLMN is een rechthoek en vierhoek PQRS is een parallellogram. De oppervlakte van vierhoek KLMN is 7 3 4 = 8 roostervierkantjes.

Nadere informatie

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1 Hoofdstuk GETALLEN EN GRAFIEKEN.0 INTRO a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz.,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten tot 0 gram:

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv -a 34 d e -2-3a -4a //d Extra oefening - asis De ruimtefiguur heeft 8 driehoeken en 5 rehthoeken als grensvlakken. De ruimtefiguur heeft 2 rien en 2 hoekpunten. Sommige rien zijn gestippeld omdat je deze

Nadere informatie

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte H5 Oppervlakte 2 BBL 5.1 Eenheden van oppervlakte 1a. Vraag aan je docent een vel met hokjes van 1 cm bij 1 cm. b. Teken op het papier een vierkant met zijden van 1 cm. c. Schrijf in het vlak 1 cm². d.

Nadere informatie

Blok 4 - Vaardigheden

Blok 4 - Vaardigheden lok - Vaardigheden Extra oefening - asis -a Het hellingsgetal is 60 = = 0,065. -a De hellingshoek is tan (0,065),6. c De hellingshoek van Raymond is tan ( 60 c 960 tan = geeft tan 6 = 600 = 600 tan 6 9

Nadere informatie

Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud

Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud 1 Een optische illusie? Welk gebied heeft de grootste oppervlakte: het gele of het donkergroene? Doe eerst een schatting en maak daarna de nodige

Nadere informatie

Hoofdstuk 12 GETALLEN EN GRAFIEKEN. d e = 1,5p ; p = 3 2 e e euro's kronen f k = 9e ; e =

Hoofdstuk 12 GETALLEN EN GRAFIEKEN. d e = 1,5p ; p = 3 2 e e euro's kronen f k = 9e ; e = Hoofdstuk 1 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1.0 INTRO 1 a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz. 1,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten

Nadere informatie

Blok 1 - Vaardigheden

Blok 1 - Vaardigheden Blok - Vaardigheden Blok - Vaardigheden Etra oefening - Basis B-a h( ) = 000 00 = 00 h( 7 ) = 000 00 7 = 0 h(, ) = 000 00, = 70 000 00t = 00 00t = 00 t = B-a Invullen van geeft f ( ) = + 0 = +, maar de

Nadere informatie

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1 Hoofdstuk GETALLEN EN GRAFIEKEN.0 INTRO a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz.,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten tot 0 gram:

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Hoofdstuk - Wortels Hoofdstuk - Wortels Voorkennis V- zijde vierkant in m oppervlakte vierkant in m 9 V- = = = = = 7 = 9 = 7 = 89 = 9 8 = = 9 8 = = 9 = 8 = 9 9 = = 0 = 00 = 0 = 00 V-a = 9 = b 7 = 9 = 9

Nadere informatie

Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren

Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 4 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren BALK EN KUBUS hoogte Figuur lengte reedte In figuur is een alk getekend. Bij een alk zijn steeds de twee tegenover elkaar liggende vlakken gelijk. Alle vlakken

Nadere informatie

8 a 250; 200; 150 b 100 cm c De hoek is kleiner dan 90. d De afstand is meer dan 100 cm. 9 a ½ 5 12 = 169 b 13, want = 169

8 a 250; 200; 150 b 100 cm c De hoek is kleiner dan 90. d De afstand is meer dan 100 cm. 9 a ½ 5 12 = 169 b 13, want = 169 H7 PYTHGORS 7.0 INTRO rehthoekszijden van 3 en 4 m is. us alle vier de zijden zijn even lang. a 7. REHTHOEKIGE RIEHOEKEN a 80 5 = 0000 m 5000 m 3 : ½ 6 4 = m : 8 m : 6 m : 9 m E: 5 m F: 7½ m 4 600 ½ 0

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Vlakke meetkunde

Hoofdstuk 2 Vlakke meetkunde Opstap Hoeken, driehoeken en vierhoeken O-1a P = 65 R O-2a O-3a O-4a P A De driehoek is een gelijkzijdige driehoek. M Q P + + N Q De lengte van OP is 3,5 m. De oppervlakte van ^MNO is MN OP : 2 5,4 3,5

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen

Hoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen Kern Prisma en cilinder a De inhoud is G h=,5 = 4,5cm. b Die inhoud is even groot. a De inhoud is G h= ( 4) 8 = 64 cm b Op iedere hoogte geldt dat de doorsnede van het rechte prisma dezelfde oppervlakte

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Ruimtemeetkunde

Hoofdstuk 8 Ruimtemeetkunde Opstap In de ruimte O-1a O-2a d O-3a links T P K L P T L K P P T T voor L L K K T P K L rehts 1 m op de kaart is in werkelijkheid 35 km, dus dan vaart hij 35 km. arrameda adiz hilana de la rontera Lerija

Nadere informatie

Symmetrie en oppervlakte

Symmetrie en oppervlakte Symmetrie en oppervlakte 1 a loo 4 /d 6 1 212 1 313 414 c loo 1: 180 loo 2: 180 loo 3: 90 loo 4: 90 d alle loo s zijn puntsymmetrisch 7 a 2 a lijnsymmetrisch draaisymmetrisch puntsymmetrisch A B nee C

Nadere informatie

de Wageningse Methode Antwoorden H25 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT VWO 1

de Wageningse Methode Antwoorden H25 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT VWO 1 H5 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT VWO 5.0 INTRO a een vierkant ; een lijnstuk ; een vierkant Bijvooreeld zo: Het laagste punt is het midden van het grondvlak. Minstens 8; zie. Hoogstens 6; zie hieronder:

Nadere informatie

25.0 INTRO. 5 a. bc minstens 8 hoogstens AANZICHTEN. 6 minstens 2 hoogstens 4

25.0 INTRO. 5 a. bc minstens 8 hoogstens AANZICHTEN. 6 minstens 2 hoogstens 4 H5 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT HAVO 5.0 INTRO 1 5 a a Meestal niet. Nee. Een asketal en een voetal wel; de rugyal en de andere twee niet. d Nee. e Ja (eide perfet rond). f Ja (nauwkeurig op shaal nagemaakt).

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv V-1a d V-2a 102 ladzijde 138 In werkelijkheid zijn er 3 rien evenwijdig aan rie. In figuur 1 zijn die rien ook evenwijdig getekend. In figuur 2 zijn deze rien zo getekend dat ze elkaar alle vier in hetzelfde

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Extra oefening - Basis B- Van ABC is de asis BC = en de hoogte AD =. De oppervlakte van ABC is : = 9. Van KLM is de asis KM = 5 + 9 = en de hoogte NL. B-a KN = 5 NL = KL = 5 + 69 NL = = De oppervlakte

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 - Tekenen en zien

Hoofdstuk 5 - Tekenen en zien avo deel 1 Uitwerkingen Moderne wiskunde oofdstuk 5 - ekenen en zien ladzijde 138 V-1a d In werkelijkheid zijn er 3 rien evenwijdig aan rie. In figuur 1 zijn die rien ook evenwijdig getekend. In figuur

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO

Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN c 1.0 INTRO 1 a Door een kael te spannen en daar langs te rijden. Met een kael van de juiste lengte die je evestigt aan een punt in de grond (het middelpunt) c Met twee latten die

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Vlakke meetkunde

Hoofdstuk 2 Vlakke meetkunde Opstap eellijn, hoogtelijn, samen 180 en samen 360 O-1a P 60º R d O-2a O-3a d P x x Q e drie deellijnen van de driehoek gaan inderdaad door één punt. M O Zie opdraht O-2a. U S V T UV is de hoogtelijn op

Nadere informatie

handleiding pagina s 956 tot 964 1 Handleiding

handleiding pagina s 956 tot 964 1 Handleiding week 32 les 1 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 956 tot 964 nuttige informatie 1 Handleiding 11 Kopieerbladen pagina s 726 en 727: oppervlakte ruimtefiguren pagina 778: tijdstip en tijdsduur

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Voorkennis V-1a 4 8 + 4 1,80 + 4 0,60 = 32 + 7,20 + 2,40 = 41,60. Ze is 41,60 kwijt. 4 (8 + 1,80 + 0,60) = 4 10,40 = 41,60. Ze krijgt hetzelfde edrag. c 8 + 1,80 + 0,60 4 = 8 + 1,80 + 2,40 = 12,20. Je

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Extra oefening - asis -1a Van trap 1 is de hellingshoek 17. Van trap is de hellingshoek 14. Van trap 1 is het hellingsgetal 60 = 0,. 00 Van trap is het hellingsgetal 0 = 0,. 10 c De tekening hiernaast

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Blok - Vwo VWO Reht, sherp of stomp? a AB 7 AC BC 8 6 6 Nee, de optelling van de kwadraten klopt niet, want 6 6 en geen 6. Nee, nabc is geen rehthoekige driehoek, want de optelling van de kwadraten klopt

Nadere informatie

7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt: , 12 Lengte schuine zijde is. 13 Bovenlangs: 14 a

7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt: , 12 Lengte schuine zijde is. 13 Bovenlangs: 14 a H7 WORTELS VWO 7.0 INTRO a Zijden grotere vierkant zijn. a Lengte kniplijn is. De oppervlakte van het grote vierkant is = 80, dus de zijden zijn 80. d ;,9 ; 7 ; 7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt:......9..0.00

Nadere informatie

7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt: , 12 Lengte schuine zijde is. 13 Bovenlangs: 14 a

7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt: , 12 Lengte schuine zijde is. 13 Bovenlangs: 14 a H7 WORTELS VWO 7.0 INTRO a Zijden grotere vierkant zijn. a Lengte kniplijn is. De oppervlakte van het grote vierkant is = 80, dus de zijden zijn 80. d ;,9 ; 7 ; 7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt:......9..0.00

Nadere informatie

15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21.

15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21. Hoofdstuk 1 OPPERVLAKTE HAVO 1.1 INTRO 15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: 1 Oppervlakte snelweg = 0 km 18 m = 0.000 m 18 m = 360.000 m. Zijde

Nadere informatie

16 a. b a. b 6a. de Wageningse Methode Antwoorden H21 OPPERVLAKTE HAVO 1

16 a. b a. b 6a. de Wageningse Methode Antwoorden H21 OPPERVLAKTE HAVO 1 Hoofdstuk OPPERVLAKTE HAVO 5 a De rechthoeken zijn bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers.. INTRO Oppervlakte snelweg = 0 km 8 m = 0.000 m 8 m = 360.000 m. Zijde vierkant = 360. 000 = 600

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 86 Verdieping Regelmatige figuren 1a e figuur heeft 12 hoekpunten. lke hoek is 150. Ja, ze zijn allemaal 150. d e zijden zijn 2,5 m. e Ja, ze zijn allemaal even lang. 2a en regelmatige driehoek is een

Nadere informatie

H27 WORTELS VWO ; 1,96 ; 7 ; INTRO. 7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt: Dan krijg je op het eind een 9.

H27 WORTELS VWO ; 1,96 ; 7 ; INTRO. 7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt: Dan krijg je op het eind een 9. H7 WORTELS VWO 7.0 INTRO a a Zijden grotere vierkant zijn. Lengte kniplijn is. De oppervlakte van het grote vierkant is = 80, dus de zijden zijn 80. d ;,9 ; 7 ; 7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt:......9..0.00

Nadere informatie

de Wageningse Methode Antwoorden H25 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT VWO 1

de Wageningse Methode Antwoorden H25 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT VWO 1 H5 Ruimtelijke figuren in het plat VWO 5.0 INTRO a een vierkant ; een lijnstuk ; een vierkant Bijvooreeld zo: Het laagste punt is het midden van het grondvlak. Snij van een kurk aan weerszijden een stuk

Nadere informatie

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

9.1 Oppervlakte-eenheden [1] 9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +

Nadere informatie

Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder.

Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder. Oefenopgaven oppervlakte en inhoud 1. Bereken de oppervlakte van de driehoeken en parallellogrammen hieronder. 2. Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder. 3. A. Bereken

Nadere informatie

Uitgevers. Noordhoff. Hoofdstuk 2 Hoeken en symmetrie. Opstap Hoeken. c /D is een rechte hoek. Zo n driehoek heet een gelijkzijdige driehoek.

Uitgevers. Noordhoff. Hoofdstuk 2 Hoeken en symmetrie. Opstap Hoeken. c /D is een rechte hoek. Zo n driehoek heet een gelijkzijdige driehoek. Hoofdstuk 2 Hoeken en symmetrie Opstap Hoeken O-1a /A en G zijn sherpe hoeken. /F en /J zijn stompe hoeken. /D is een rehte hoek. d /A 42 en /F 131 O-2 v a 30 85 Uitgevers 110 K L M d e f 168 90 180 N

Nadere informatie

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR Getallenkennis: getalbegrip 1. Noteer het getal: 5D 2H 6HD 7t 9d 2. Noteer het getal: MMXVIII Getallenkennis: werken met gegevens 3. Hoeveel maanden

Nadere informatie

5 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt:

5 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt: H7 KWADRATEN EN WORTELS HAVO 7.0 INTRO a Zijden grotere vierkant zijn. a Lengte kniplijn is 0. De oppervlakte van het grote vierkant is = 80, dus de zijden zijn 80. d ;,9 ; 7 ; a Als je onder elkaar zet

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud.

Hoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud. Hoofdstuk boek havo b Oppervlakte en inhoud.. Vlakke figuren, oppervlakte.. Het halve cirkeltje boven past precies in het halve cirkeltje onder, dan komt er een rechthoek met breedte en lengte 4 + + +

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Blok - Vaardigheden Extra oefening - Basis B-a De formules a = en s= t 8 zijn lineaire formules. Bij tael A hoort een lineair verand omdat de toename in de onderste rij steeds + is. Bij tael B hoort geen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 70 Voorkennis V-a Driehoek is een rechthoekige driehoek. Driehoek 2 is een gelijkenige driehoek. De oppervlakte van driehoek is 7 3 : 2 = 38,5 cm 2. De oppervlakte van driehoek 2 is 8 3 7,5 : 2 = 30 cm

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Oppervlakte uitwerkingen

Hoofdstuk 5 Oppervlakte uitwerkingen Kern Vlakke figuren a Rechthoek, parallellogram, driehoek Oppervlakte rechthoek = lengte reedte = d Oppervlakte parallellogram = lengte hoogte = d Oppervlakte driehoek = asis hoogte = d a Knip de parallellogram

Nadere informatie

5 ab. 6 a. 22,9 25,95 cm

5 ab. 6 a. 22,9 25,95 cm Hoofdstuk 5 GELIJKVORMIGHEID VWO 5 Vergroten en verkleinen a d 5 a 9 driehoekjes, zie plaatje: a 0,5 :,9, en :, ij 9 inh 7 0,5,57 m ij 7 5 5,9 5,95 m d 6,9 0,7 m 9 e a Die van ij Die van 0 ij 0, die van

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 118 Extra oefening - Basis B-1a Vul k = 65 in, dat geeft de vergelijking 25u + 15 = 65. 25u = 50 dus u = 2. Er is 2 uur gewerkt ij mevrouw Groen. c 25u + 15 = 58,75 25u = 43,75 u = 43,75 : 25 dus u = 1,75.

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

handleiding pagina s 678 tot 686 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde 614 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken

handleiding pagina s 678 tot 686 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde 614 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken week les toets en foutenanalyse handleiding pagina s 678 tot 686 nuttige informatie Handleiding. Kopieerbladen pagina 69: oppervlakte ruit pagina 500: kaart van België pagina 50: afstandentabel België

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 199-1993 : Tweede Ronde De Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw is een offiiële foreign oordinator voor de welekende AHSME-ompetitie (Amerian High Shool Mathematis Examination USA

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Hoofdstuk - Gelijkvormigheid Voorkennis V-1a /A = 74, /B 1 = 18 en /D 1 = 88 /A + /B 1 + /D 1 = 74 + 18 + 88 = 180 c /B = 104, /C = 55 en /D = 1 d /B = /B 1 + /B = 18 + 104 = 1 en /D = /D 1 + /D = 88 +

Nadere informatie

H24 GONIOMETRIE VWO. Dus PQ = 24.0 INTRO. 1 a 6 km : = 12 cm b. 5 a 24.1 HOOGTE EN AFSTAND BEPALEN. 2 a factor = 3

H24 GONIOMETRIE VWO. Dus PQ = 24.0 INTRO. 1 a 6 km : = 12 cm b. 5 a 24.1 HOOGTE EN AFSTAND BEPALEN. 2 a factor = 3 H GONIOMETRIE VWO.0 INTRO a 6 km : 0.000 = cm a Dus PQ = 680 = 0, dus zeilt 7 ze 0 meter in minuten. Dat is 0 0 = 800 meter in een uur. Dat is,8 km/u.. HOOGTE EN AFSTAND BEPALEN a factor = 0,6 Diepte put

Nadere informatie

6 a 22,5 gram b v = 1,5m. 7 a 1,95 kg b g = 0,78 v c 13 / 0,78 16,7 dm 3. 8 a. b p = 200d

6 a 22,5 gram b v = 1,5m. 7 a 1,95 kg b g = 0,78 v c 13 / 0,78 16,7 dm 3. 8 a. b p = 200d Hoofdstuk 1 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1. INTRO 1 a De slak klimt een uur met constante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz. 1,5 m/u c,5 m/u d 8 uur en 4 minuten

Nadere informatie

ZESDE KLAS MEETKUNDE

ZESDE KLAS MEETKUNDE ZESDE KLAS MEETKUNDE maandag 1. Het vierkant. Eigenschappen. 2. Vierkanten tekenen met passer en lat vanuit zeshoek 3. Vierkanten tekenen met passer en lat binnen cirkel 4. Vierkanten tekenen met passer

Nadere informatie

Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2

Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2 Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2 Los de twaalf vergelijkingen op. Het antwoord stelt een letter in het alfaet voor. X = 3 is een C, de derde letter. X = -5 is een V, de vijfde letter van achter. De oplossing

Nadere informatie

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010 November 2010 Wat kunnen we allemaal meten? Wat kunnen we allemaal meten? 1. Lengte / breedte / hoogte / omtrek / oppervlakte / inhoud en volume 2. Tijd 3. Gewicht 4. Geld 5. Temperatuur Wij gaan ons

Nadere informatie

Soorten lijnen. Soorten rechten

Soorten lijnen. Soorten rechten Soorten lijnen ik zeg ik teken ik noteer ik weet een punt A A een rechte a a Een rechte heeft geen begin- en eindpunt. een halfrechte [A een halfrechte heeft B] een beginpunt of een eindpunt een lijnstuk

Nadere informatie

Cirkel en cirkelsector

Cirkel en cirkelsector middellijn 3 Cirkel en cirkelsector 1 CIRKEL In figuur 1 zien we een cirkel. Het middelpunt van de cirkel duiden we meestal aan met de letter M. Verder onderscheiden we de begrippen diameter (middellijn)

Nadere informatie

04 Meetkunde. hoofdstuk. 4.1 Uitslagen

04 Meetkunde. hoofdstuk. 4.1 Uitslagen hoofdstuk 0 eetkunde bladzijde 06 e schuine muren aan de benedenkant van de woning. e vloeren en de plafonds zijn regelmatige zeshoeken of regelmatige driehoeken. ovenaanzicht:. Uitslagen bladzijde 08

Nadere informatie

1. C De derde zijde moet meer dan 5-2=3 zijn en minder dan 5+2=7 (anders heb je geen driehoek).

1. C De derde zijde moet meer dan 5-2=3 zijn en minder dan 5+2=7 (anders heb je geen driehoek). Uitwerkingen wizprof 08. C De derde zijde moet meer dan 5-=3 zijn en minder dan 5+=7 (anders heb je geen driehoek).. C De rode ringen zitten in elkaar, de groene liggen onder de rode ringen en zijn er

Nadere informatie

Blok 6B - Vaardigheden

Blok 6B - Vaardigheden B-a Etra oefening - Basis Eigenschap C is ook een definitie van een rechthoek. A: Als de diagonalen wel even lang zijn maar elkaar niet middendoor delen, is de vierhoek geen rechthoek. Denk ijvooreeld

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Exponentiële formules

Hoofdstuk 7 Exponentiële formules Opstap Mahten en proenten O-a 3 5 3 3 3 3 3 43 3 78 ( 5) 4 5 5 5 5 65 d 6 ( ) 5 6 9 O- Jak heeft het goede antwoord, want de 6 staat niet tussen haakjes. O-3a 7 4 4 g 7 3 5 7 ( ) 5 48 83 h 3 4 3 9 8 4

Nadere informatie

Blok 2 - Vaardigheden

Blok 2 - Vaardigheden B-1a Blok - Vaardigheden Blok - Vaardigheden Extra oefening - Basis De getallen 16 en 16 6 ijn asolute aantallen. De percentages ijn relatieve aantallen. c aantal mensen 16 6 000 16 60 9 686 percentage

Nadere informatie

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter. 70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Nadere informatie

7 cilinder. bol. torus. 8 a

7 cilinder. bol. torus. 8 a .0 INTRO a Een vierkant, een lijnstuk, een vierkant ijvooreeld zo: Het laagste punt is het midden van het grondvlak. Een lijnstuk nij van een kurk aan weerszijden een stuk af, zo dat je aan de ovenkant

Nadere informatie

9 6,5 + 4 is ongeveer 11, dus 7 Vlamingen en 4 Walen. 11 abcde

9 6,5 + 4 is ongeveer 11, dus 7 Vlamingen en 4 Walen. 11 abcde Hoofdstuk GELIJKVORMIGHEID HAVO. INTRO a g Nee, de gezichten zijn even groot, terwijl de lengtes verschillen. h Ja, alle lengtes van de kleine driehoek worden met,4 vermenigvuldigd. Ja, want van Nils driehoek

Nadere informatie

Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen

Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen l. e omtrek van een rechthoek is 8 m en de diagonaal 10 m. Welke afmetingen heeft deze rechthoek?. Bereken x zodat de opp van de rechthoek even groot

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. 1 maximumscore 2 De staplengte is 1600 : 2754 1 De staplengte is 0,580 meter, dit is 58 (cm) (of 0,58 meter) 1

Vraag Antwoord Scores. 1 maximumscore 2 De staplengte is 1600 : 2754 1 De staplengte is 0,580 meter, dit is 58 (cm) (of 0,58 meter) 1 Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 00 - I Beoordelingsmodel Stappenteller maximumscore De staplengte is 600 : 754 De staplengte is 0,580 meter, dit is 58 (cm) ( 0,58 meter) Als het antwoord in meters gegeven

Nadere informatie

Blok 3 - Vaardigheden

Blok 3 - Vaardigheden Havo B deel Uitwerkingen Moderne wiskunde Blok - Vaardigheden ladzijde a AB + AB AB PQ + PQ PQ PQ is diagonaal van een vierkant met zijde en AB is diagonaal in een vierkant met zijde. Dus is PQ vier keer

Nadere informatie

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] 8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] Een prisma heeft twee evenwijdige grensvlakken. Een grondvlak en een bovenvlak. De andere grensvlakken zijn rechthoeken. De hoogte van de prisma is de lengte van de opstaande

Nadere informatie

44 De stelling van Pythagoras

44 De stelling van Pythagoras 44 De stelling van Pythagoras Verkennen Pythagoras Uitleg Je kunt nu lezen wat de stelling van Pythagoras is. In de applet kun je de twee rode punten verschuiven. Opgave 1 a) Verschuif in de applet punt

Nadere informatie

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek. Bij het uitrekenen van een lengte, een oppervlakte of een inhoud moet je altijd het volgende opschrijven: de formule - de tussenstap - het antwoord - de eenheid. 1. rechthoek. Kenmerken: alle hoeken zijn

Nadere informatie

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden. Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die

Nadere informatie

Medische rekenen AJK

Medische rekenen AJK Medische rekenen AJK Herhaling Optellen, aftrekken en breuken Optellen Voorbeeld optellen 122

Nadere informatie

4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: 8

4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: 8 Hoofdstuk OPPERVLAKTE VWO 0 INTRO A: + 6 = 0 B: C: 8 D: 8 DE OPPERVLAKTE VAN EEN PARALLELLOGRAM Als voorbeeld de oppervlakte van D: De donkerblauwe rechthoek heeft oppervlakte 5 = 0 Daar gaan twee halve

Nadere informatie

de Wageningse Methode Antwoorden H15 GELIJKVORMIGHEID HAVO 1

de Wageningse Methode Antwoorden H15 GELIJKVORMIGHEID HAVO 1 Hoofdstuk5 GELIJKVORMIGHEID HAVO 5. INTRO a g Nee, de gezichten zijn even groot, terwijl de lengtes verschillen. h Ja, alle lengtes van de kleine driehoek worden met,54 vermenigvuldigd. 5 Ja, want van

Nadere informatie

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 Golfbaan 1 maximumscore 4 Een kijklijn tekenen van het putje langs de punt van de bosrand (1) 90 m in werkelijkheid komt overeen met 6 cm in de tekening

Nadere informatie

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000 Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000 VBO en MAVO Klas 3 en 4 Vragen 1 t/m 10: voor elk goed antwoord +3 punten, voor elk fout antwoord -¾ punt. 1. Hiernaast zie je drie aanzichten (voor, boven, links)

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Machtsverbanden

Hoofdstuk 4 Machtsverbanden Opstap Derdemachten O-1a I r r r 1 De inhoud van een kuus met r is 1 cm 3. Als I 7 geldt r 3 want 3 3 7. Een kuus met I 7 heeft een rie van 3 cm. c r in cm 1 3 d I in cm 3 1 7 6 1 l in cm 3 9 7 6 3 - -1-3

Nadere informatie

Hoeveel kinderen zitten er in elke groep van de Kameleonschool? Kleur het goede aantal hokjes. b 28 =

Hoeveel kinderen zitten er in elke groep van de Kameleonschool? Kleur het goede aantal hokjes. b 28 = les 23 en 24 blok 4 41 Teken de afstanden. 1 cm is in het echt 10 km. Van Amsterdam naar Alkmaar: 40 km. Controleer met je liniaal. aa Van Amsterdam naar Den Helder: 80 km. 8 cm b Van Almelo naar Utrecht:

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Oppervlakte en inhoud

Hoofdstuk 2 Oppervlakte en inhoud Hoofdstuk 2 Oppervlakte en inhoud Les 1 Aant. 2.1 Oppervlakte van vlakke figuren Theorie A: Oppervlakte van vlakke figuren Oppervlakte driehoek = ½ zijde bijbehorende hoogte Oppervlakte parallellogram

Nadere informatie

10 a A 0, 2 km b B 101, 5,1 km. 11 a A 40, 15 km b B 60, 25 km C 270, 15 km D 138, 20 km. 15 a 65 b a 60 b C. 17 a. c Q

10 a A 0, 2 km b B 101, 5,1 km. 11 a A 40, 15 km b B 60, 25 km C 270, 15 km D 138, 20 km. 15 a 65 b a 60 b C. 17 a. c Q Vlakke meetkunde a in het noorden a Oranjeplein ze loopt in westelijke richting en gaat ij het kruispunt rechtsaf de kardinaal Van Rossumstraat in a richting noord koers noord-oost 0 a 0, km 0,, km a 0,

Nadere informatie

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO Hoofdstuk OPPERVLAKTE A: +6=0 B: C: 8 D: 8.0 INTRO. DE OPPERVLAKTE VAN EEN PARALLELLOGRAM Als voorbeeld de oppervlakte van D: De donkerblauwe rechthoek heeft oppervlakte 5 = 0. Daar gaan twee halve rechthoeken

Nadere informatie

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE VWO 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE VWO 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO Hoofdstuk OPPERVLAKTE VWO.0 INTRO A: +6=0 B: C: 8 D: 8. DE OPPERVLAKTE VAN EEN PARALLELLOGRAM 5 a Als voorbeeld de oppervlakte van D: De donkerblauwe rechthoek heeft oppervlakte 5 = 0. Daar gaan twee halve

Nadere informatie

Wiskunde-onderdeel Meetkunde november Cijfer=aantal behaalde punten : 62 x Pagina 1 van 7. Vestiging Westplas Mavo

Wiskunde-onderdeel Meetkunde november Cijfer=aantal behaalde punten : 62 x Pagina 1 van 7. Vestiging Westplas Mavo Vestiging Westplas Mavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S05 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 62 punten cesuur : 31 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen :Geodriehoek,

Nadere informatie

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde 1 Junior Wiskunde Olympiade 005-006: tweede ronde Volgende benaderingen kunnen nuttig zijn bij het oplossen van sommige vragen 1,1 1,71 5,61 π,116 1 ls a a 17 a m = a 006, met a R + \{0, 1}, dan is m gelijk

Nadere informatie

Meetkunde. MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3

Meetkunde. MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3 Meetkunde MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3 LOCATIE: Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal DOMEINEN: Bouwkunde, Werktuigbouw, Research Instrumentmaker LEERWEG: BOL - MBO Niveau 4 DATUM:

Nadere informatie

Je moet nu ook met delen van eenheidskubussen rekenen. Waarom?

Je moet nu ook met delen van eenheidskubussen rekenen. Waarom? Opgave 1 Dit is een exemplaar van de kuus van Ruik, edacht door de Hongaarse architect en ontwerper Ernö Ruik. Zie ook ruiks.com. Uit hoeveel kleine kuussen estaat hij? (Let op: er is geen middelste kuus!)

Nadere informatie