Pleegzorg onder de loep. Anne Maaskant
|
|
- Joost Meyer
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Pleegzorg onder de loep Anne Maaskant
2 De Horizon Academieprijs is een initiatief van Horizon te Rotterdam. Horizon is een instituut voor jeugdzorg en speciaal onderwijs. Het doel van de prijs is het stimuleren van de wetenschappelijke ondersteuning van de hulpverlening en het onderwijs aan jeugdigen met psychosociale problemen. De prijs wordt jaarlijks toegekend aan de beste proefschriften op het gebied van de jeugdzorg en het speciaal onderwijs. De gepromoveerden zorgen voor een bewerking van hun proefschrift. Daarmee hoopt Horizon de onderzoeksresultaten toegankelijk te maken voor een breder publiek Aan de prijs is een geldbedrag verbonden én de uitgave van het proefschrift in de Horizon Publicatie-reeks. De beoordelingscommissie bestaat uit: Dhr. J.J. du Prie (Horizon), prof. dr. M. Dekovic (Universiteit Utrecht), prof. dr. J.M.A.M. Janssens (Radboud Universiteit Nijmegen), prof. dr. E.M. Scholte (Universiteit Leiden), dr. J. Knot-Dickscheit (Rijksuniversiteit Groningen), dr. F.A. Goossens (Vrije Universiteit Amsterdam), dr. A.M. Meijer (Universiteit van Amsterdam). Het secretariaat en voorzitterschap van de jury worden gevoerd door prof. dr. J.D. van der Ploeg, emeritus hoogleraar Universiteit Leiden. Pleegzorg onder de loep Anne Maaskant ISBN NUR B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j het Besluit van 20 juni 1974, Stbl. 351, zoals gewijzigd bij het besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot Uitgeverij SWP (Postbus 12010, 1100 AA Amsterdam-Zuidoost) te wenden.
3 Inhoud Inleiding 7 1 Hoe gaat het met pleegkinderen in Nederland? 13 2 Afgebroken plaatsingen in de pleegzorg 27 3 Effectiviteit van Parent Management Training Oregon (PMTO) in de pleegzorg 37 4 Praktische implicaties 55 5 Werken aan effectiviteit in de pleegzorg 63 Referenties 73 Bijlage 1 Studie naar het welbevinden van pleegkinderen 79 Bijlage 2 Onderzoek naar emotionele en gedragsproblemen van pleegkinderen en de invloed van risicofactoren 85 Bijlage 3 Dossieronderzoek naar afgebroken plaatsingen in Nederland 89 Bijlage 4 Gerandomiseerd onderzoek met controlegroep PMTO in de pleegzorg 97
4 Inleiding Een kind dient, voor de volledige ontplooiing van zijn of haar persoonlijkheid, op te groeien in een gezinsomgeving en in een sfeer van geluk, liefde en begrip. Dat staat in het Verdrag inzake de rechten van het kind (1989). Het betekent dat een kind een veilig thuis nodig heeft, waar het zich kan hechten aan ten minste één betrouwbaar ouderfiguur. Als een kind, tijdelijk of voorgoed, niet veilig bij de eigen biologische ouder(s) kan wonen, heeft plaatsing in een pleeggezin de voorkeur boven een plaatsing in een residentiële setting. Met een totaal van bijna kinderen is het aantal pleegkinderen in de laatste tien jaar meer dan verdubbeld (Pleegzorg Nederland, 2016). Eerst een korte introductie in de pleegzorg. Als een kind niet meer thuis kan wonen, wordt het bij voorkeur opgevangen door eigen familie of bekenden. Er is dan sprake van netwerkpleegzorg. Als dat niet kan, komt een kind in een zogeheten bestandspleeggezin. Pleegzorg kan vrijwillig plaatsvinden, of binnen een gedwongen kader als er door de rechter een uithuisplaatsing wordt uitgesproken en er een (gezins)voogd is aangesteld. Pleegzorg in Nederland maakt onderscheid tussen pleegzorg als hulpverleningsvariant en pleegzorg als opvoedvariant. Pleegzorg als hulpverleningsvariant is in principe tijdelijk. De verwachting is dat na intensieve begeleiding van de ouders en/of het kind de situatie dusdanig verbetert dat het kind weer thuis kan wonen. Pleegzorg als opvoedvariant wordt ingezet als duidelijk is dat het kind niet terug kan naar huis en is dus bedoeld als een langdurige vervangende opvoedsituatie. Naar schatting betreft 7
5 Pleegzorg onder de loep dit twee derde van alle plaatsingen. In de praktijk duurt het vaak lang voordat het perspectief van een plaatsing duidelijk is en er een definitief besluit over het type plaatsing genomen is. Veel pleegkinderen wisselen in de tussentijd meerdere malen van pleeggezin. In Nederland maakt twee derde van de pleegkinderen twee of meer pleegzorgplaatsingen mee (Strijker, Knorth, & Knot-Dickscheit, 2008). Een verplaatsing kan vooraf gepland zijn, bijvoorbeeld als een kind eerst in een crisisgezin is opgenomen en overgaat naar een pleeggezin waar het langdurig kan blijven. Maar vaak gaat het ook onbedoeld mis, bijvoorbeeld omdat het kind niet goed klikt met de andere (pleeg)kinderen in het pleeggezin, of de gedragsproblemen te ingewikkeld zijn voor de pleegouders om mee om te gaan. Uit internationaal onderzoek blijkt dat 20-50% van de plaatsingen onbedoeld vroegtijdig wordt afgebroken (Minty, 1991). Gedrags problemen van het pleegkind die leiden tot conflicten met de pleegouders blijken hierbij een belangrijke voorspeller. De achtergrond van deze gedragsproblemen kan verschillen. Vaak is er een samenhang van genetische factoren, temperament en intelligentie van het kind, gevolgen van mishandeling en verwaarlozing. Pleegkinderen kennen per definitie een belaste voorgeschiedenis. De impact van wat zij hebben meegemaakt op hun ontwikkeling is meestal groot. Het kind is getraumatiseerd, heeft hechtingsproblemen of zit klem tussen verschillende loyaliteiten (Van den Bergh & Weterings, 2010). We weten dat pleegkinderen veel meer dan andere kinderen problemen hebben met hun gedrag, hun emoties, het aangaan van hechte relaties of hun prestaties op school (Burns et al., 2004). De ernst van deze problemen op het moment dat een kind in pleegzorg terechtkomt, lijkt toe te nemen. Ook weten we inmiddels dat deze problemen na plaatsing in een pleeggezin niet vanzelf overgaan (Goemans, Van Geel, & Vedder, 2015). 8
6 Inleiding Pleegouders staan dus vaak voor een intensieve taak in de opvoeding van een pleegkind. Zo goed en zo kwaad als het gaat, lukt dat vaak aardig of goed. Maar het kan ook, ondanks ieders goede intenties en inzet, te zwaar zijn. De druk neemt vooral toe als er meer dingen tegelijk spelen die stress geven. Breekt een plaatsing uiteindelijk af, dan heeft dat voor alle partijen vaak grote, negatieve gevolgen. De pleegouders zijn afgemat en gedesillusioneerd, de pleegzorgwerker heeft gefaald, de gezinsvoogd moet het kind met man en macht weer ergens anders geplaatst zien te krijgen. De biologische ouders snappen er niks van: blijkbaar kunnen andere semiprofessionals hun kind ook niet opvoeden, waarom mogen zij het dan zelf niet doen? Met alle frustraties van dien. Uiteraard ondervindt het kind zelf de meeste schade. Het afbreken van een plaatsing, ongeacht de reden ervan, vergroot de kans dat ook volgende plaatsingen mislukken en heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van het kind. Hoe meer plaatsingen een pleegkind meemaakt, hoe ernstiger de gevolgen voor hem of haar zijn. Een pleegkind krijgt bijvoorbeeld meer gedragsproblemen, heeft meer moeite in het aangaan van hechte relaties, valt vaker uit op school en/of komt vaker in aanraking met justitie. Tot in de volwassenheid zijn deze negatieve effecten nog merkbaar. Het afbreken van een plaatsing is dus onwenselijk, zéker als het juist de bedoeling is dat een pleegkind tot het volwassen is in een pleeggezin zal opgroeien. Een belangrijke vraag om het risico op afbreuk te verkleinen is daarom hoe we pleegouders kunnen ondersteunen in het omgaan met ernstig probleemgedrag van hun pleegkind. Kennis hierover is hard nodig. Gelukkig vindt er steeds meer onderzoek plaats, maar we staan nog aan het begin. In Nederland zijn studies met uiteenlopende onderzoeksvragen vaak te klein van opzet of van onvoldoende kwaliteit om de resultaten onderling goed te vergelijken. Er is nog maar weinig bekend over welke hulp en be- 9
7 Pleegzorg onder de loep handelingen nou echt helpen voor pleegouders (Turner, Macdonald, & Dennis, 2009). Wel is bekend dat een voorbereidende training van pleegouders vóórdat zij een pleegkind in huis krijgen, tekortschiet als het pleegkind flinke gedragsproblemen heeft. Daarnaast zijn interventies die voor gewone ouders effectief zijn, dat niet zonder meer ook voor pleegouders (Dorsey et al, 2008). Intensieve en individueel op maat gesneden interventies gericht op het aanleren van specifieke opvoedvaardigheden nádat een pleegkind in huis is geplaatst lijken nodig. De afgelopen jaren werden dergelijke evidence-based programma s (bijvoorbeeld Parent Management Training Oregon, video-interactiebegeleiding, Parent Child Interaction Therapy, therapeutische gezinsverpleging) in de Nederlandse pleegzorg geïmplementeerd, maar het onderzoek naar de effectiviteit ervan staat nog in de kinderschoenen. Om de kwaliteit van pleegzorg te verbeteren, is goed onderzoek nodig, waarbij de effectiviteit van interventies onderzocht wordt binnen de weerbarstige praktijk van de pleegzorg. Via wetenschappelijk onderzoek dat in dit boek staat beschreven, probeerden we te achterhalen welke factoren het voortijdig afbreken van pleegzorgplaatsingen voorspellen en hoe we risico s op deze afbreuk kunnen verkleinen. We keken daarbij naar drie dingen: 1) Hoe gaat het eigenlijk met pleegkinderen in Nederland (hoofdstuk 1)? 2) Hoe stabiel, of instabiel, zijn de pleegzorgplaatsingen in Nederland? (hoofdstuk 2)? 3) Helpt Parent Management Training Oregon (PMTO) pleegouders beter om te gaan met ernstig probleemgedrag van hun pleegkind? (hoofdstuk 3). Als dat namelijk zo is, zouden we daarmee het risico op vroegtijdig afgebroken pleegzorgplaatsing kunnen verkleinen. 10
8 Inleiding In hoofdstuk 4 bespreken we de praktische implicaties van het onderzoek: wat kan de professional in de praktijk nu eigenlijk met de bevindingen? Wetenschappelijk onderzoek zonder de inzet van collega s is in de praktijk niet mogelijk. Het betekent echter vaak extra werk, zonder dat de meerwaarde daarvan direct duidelijk is. Het is de taak van onderzoekers om duidelijk te maken wat het belang is van onderzoek. In hoofdstuk 5 leggen we daarom uit wat er in de praktijk eigenlijk allemaal komt kijken bij wetenschappelijk onderzoek. We delen de ervaringen en feedback die we vanuit de praktijk gedurende ons onderzoek hebben gekregen. Deze kennis helpt hopelijk toekomstige onderzoeksprojecten weer verder te verbeteren. Referentie van het proefschrift dat is beschreven in dit boek Maaskant, A.M. (2016, September, 9). Placement breakdown in foster care. Reducing risks by a foster parent training program? (University of Amsterdam, Amsterdam, Nederland). 11
9 1 Hoe gaat het met pleegkinderen in Nederland? Introductie Pleegkinderen laten op veel gebieden meer problemen zien dan kinderen die bij hun eigen ouders opgroeien. Ze zijn vaak getraumatiseerd, hebben emotionele en gedragsproblemen, moeite in het aangaan van hechte relaties en/of meer moeite om op school mee te komen. Deze problemen gaan vaak niet vanzelf over in het pleeggezin en kunnen tot in de volwassenheid aanhouden. Wat we weten komt vaak uit internationaal onderzoek. In hoeverre spelen deze problemen ook bij Nederlandse pleegkinderen? Wat bepaalt eigenlijk hoe het gaat met een pleegkind? Daarover gaat dit eerste hoofdstuk. In de begeleiding van pleegkinderen en hun pleeggezinnen gaat het vaak over thema s als gedragsproblemen, hechting en loyaliteit. Als een pleegkind gedragsproblemen heeft, kunnen daar verschillende redenen voor zijn. De problemen kunnen op zichzelf staan ( een moeilijk temperament ), of bijvoorbeeld ontstaan doordat een pleegkind onveilig gehecht is of klem zit in een loyaliteitsconflict tussen zijn of haar pleegouders en biologische ouders. Vaak is er sprake van een combinatie. Eigenlijk ongeacht de oorzaak, kunnen gedragsproblemen zo zwaar worden dat pleegouders het niet meer volhouden of geen uitweg meer zien. De druk kan zo hoog oplopen dat het pleegkind uiteindelijk niet meer in het pleeggezin kan blijven en weer ergens anders heen moet. Om dit te voorkómen, is het belangrijk om meer kennis te hebben over (de achtergrond van) gedragsproblemen van pleegkinderen. Zo komen we te weten hoe 13
10 Pleegzorg onder de loep we deze problemen het beste kunnen aanpakken. Door middel van twee onderzoeken die we in dit hoofdstuk beschrijven, probeerden we te achterhalen hoe het gaat met pleegkinderen in Nederland. We keken daarbij vooral naar de drie belangrijke onderwerpen: gedragsproblemen, hechting en loyaliteit. We onderzochten de aanwezigheid (of afwezigheid) van problemen, maar ook welke factoren daarop met name van invloed zijn. Vanuit de theorie (Het transactioneel ontwikkelingsmodel, Sameroff, 2009) weten we dat de ontwikkeling van een kind beïnvloed wordt door een voortdurende wisselwerking tussen het kind en zijn opvoeders en de sociale omgeving. Factoren in de directe omgeving van het kind (zoals de interactie tussen het kind en zijn of haar opvoeders), of factoren in de wijdere context (zoals de sociaaleconomische status van de (pleeg)ouders) kunnen een risico vormen voor de ontwikkeling, of juist als buffer werken tegen negatieve invloeden. We spreken meestal over de zogeheten risicofactoren en beschermende factoren. Vaak is het zo dat met name een optelsom van verschillende factoren een negatieve invloed heeft op de ontwikkeling van een kind (het risicocumulatie-effect). Onderzoek naar de invloed van risico factoren op de ontwikkeling van pleegkinderen neemt gestaag toe, maar er is nog weinig specifiek bekend over de Nederlandse situatie. Daarom hebben wij daar onderzoek naar gedaan. Als we beter weten welke factoren bepalen dat het ene pleegkind veel problemen heeft en het andere juist niet, kunnen we daar de hulpverlening beter op aanpassen. Iedereen die te maken heeft met pleegkinderen zal de dilemma s en afwegingen vast kennen. Moeten we bijvoorbeeld met name pleegouders opvoedkundige ondersteuning bieden bij hoe zij om kunnen gaan met het probleemgedrag, of moeten we het contact met de biologische ouders beëindigen (of juist niet) omdat het kind er te veel last van heeft? Moeten we therapie bieden waarbij de 14
11 1 Hoe gaat het met pleegkinderen in Nederland? hechting tussen het pleegkind en de pleegouders versterkt wordt, of heeft het pleegkind traumatherapie nodig? Of misschien wel allemaal? Zomaar een greep uit de vele vragen die binnen de zorg voor pleegkinderen naar voren kunnen komen. We bespreken nu de twee onderzoeken die we hielden onder pleegkinderen en pleegouders. Het welbevinden van pleegkinderen en de relatie met hun biologische ouders en pleegouders We onderzochten allereerst hoe pleegkinderen de relatie met hun biologische ouders en pleegouders ervaren en hoe dit samenhangt met hun welbevinden. We wilden meer weten over de hechting en loyaliteit. Omdat het meten van de hechting een complexe taak is die veel meer nauwkeurigheid vraagt dan wij konden waarmaken, hebben wij alleen gekeken naar de gehechtheidsrepresentaties van pleegkinderen naar hun (pleeg)ouders. Dat zijn ideeën en gedachten die zij hebben over de hechtingsrelatie met hun (pleeg)ouders. Wij hadden vier onderzoeksvragen: 1) Wat is de samenhang tussen gehechtheidsrepresentaties en loyaliteitsgevoelens van pleegkinderen ten opzichte van pleegouders en biologische ouders? 2) Zijn er verschillen in de gehechtheidsrepresentaties en loyaliteitsgevoelens van pleegkinderen ten opzichte van pleegouders en biologische ouders? 3) Is er samenhang tussen het welbevinden van pleegkinderen en hun gehechtheidsrepresentaties en loyaliteitsgevoelens ten opzichte van pleegouders en biologische ouders? 4) Is er een verschil in het welbevinden van pleegkinderen die sterk verschillende relaties, of juist dezelfde relaties ervaren met hun pleegouders en biologische ouders? 15
12 Pleegzorg onder de loep Om een antwoord te krijgen op deze onderzoeksvragen vulden 59 pleegkinderen (tussen de 10 en 18 jaar) vragenlijsten in. Gemiddeld waren zij 14,8 jaar oud en woonden ze 8,3 jaar in hun huidige pleeggezin. Binnen de groep was 31% een jongen, had 34% in één of meer eerdere pleeggezinnen gewoond en 46% ook in een residentiële setting. In bijlage 1 van dit boek zijn meer precieze details over dit onderzoek te vinden. Resultaten 1) Wat is de samenhang tussen gehechtheidsrepresentaties en loyaliteitsgevoelens van pleegkinderen ten opzichte van pleegouders en biologische ouders? Wij vonden dat hoe sterker de gehechtheidrepresentaties van pleegkinderen naar hun pleegouders waren, hoe sterker deze ook waren naar hun biologische ouders. Dit gold ook voor de loyaliteitsgevoelens. Hoe loyaler de pleegkinderen waren naar hun pleegouders, hoe loyaler zij zich ook uitten naar hun biologische ouders. 2) Zijn er verschillen in de gehechtheidsrepresentaties en loyaliteitsgevoelens van pleegkinderen ten opzichte van pleegouders en biologische ouders? Pleegkinderen rapporteerden over het algemeen sterkere gehechtheidrepresentaties ten opzichte van hun pleegouders dan ten opzichte van hun biologische ouders. Wat betreft de loyaliteitsgevoelens vonden we wisselende resultaten. Gevoelens als mijn (pleeg) ouders zijn rechtvaardig of ik voel mij verbonden met mijn (pleeg) ouders, verschilden bijvoorbeeld niet. Maar we vonden wel dat pleegkinderen meer vertrouwen hadden in hun pleegouders en hen als minder kwetsbaar zagen dan hun biologische ouders. 16
13 1 Hoe gaat het met pleegkinderen in Nederland? 3) Is er samenhang tussen het welbevinden van pleegkinderen en hun gehechtheidsrepresentaties en loyaliteitsgevoelens ten opzichte van pleegouders en biologische ouders? De pleegkinderen gaven hun gevoel van welbevinden gemiddeld een 7,9, iets lager dan het gemiddelde van 8,3 voor alle kinderen in Nederland (Ter Bogt, 2003). We vonden dat hoe hoger het welbevinden van pleegkinderen was, hoe sterker hun gehechtheidrepresentaties naar hun pleegouders en biologische ouders. Wat betreft de loyaliteitsgevoelens vonden we dat naarmate pleegkinderen meer vertrouwen hadden in hun pleegouders, hen als rechtvaardig zagen en zich erkend voelden, zij hoger scoorden op hun welbevinden. Naarmate zij hun pleegouders als meer kwetsbaar en normerend ervoeren, scoorden zij lager op hun welbevinden. We vonden geen samenhang tussen het welbevinden van pleegkinderen en hun relatie ten opzichte van de biologische ouders, behalve op één punt: naarmate pleegkinderen hun biologische ouders als meer kwetsbaar zagen, scoorden zij lager op hun welbevinden. 4) Is er een verschil in het welbevinden van pleegkinderen die sterk verschillende relaties, of juist dezelfde relaties ervaren met hun pleegouders en biologische ouders? Om deze vraag te beantwoorden vergeleken we de pleegkinderen met de sterkste gevoelens met de pleegkinderen met de minst sterke gevoelens naar hun pleegouders en biologische ouders. We vonden een aantal verschillen. Het welbevinden van pleegkinderen met de sterkste gehechtheidrepresentaties naar pleegouders en biologische ouders was significant hoger dan het welbevinden van pleegkinderen met de minst sterke gehechtheidsrepresentaties. Pleegkinderen die zowel hun pleegouders als biologische ouders als meer kwetsbaar zagen, rapporteerden een lager welbevinden dan pleegkinderen die 17
14 Pleegzorg onder de loep hun pleegouders en biologische ouders niet als kwetsbaar zagen. Tot slot: pleegkinderen die het gevoel hadden minder strenge regels vanuit hun pleegouders te krijgen, gaven over het algemeen een hoger cijfer voor hun welbevinden dan pleegkinderen die hun pleegouders juist als heel streng zien. Emotionele en gedragsproblemen van pleegkinderen en de invloed van risicofactoren Vervolgens onderzochten we in een nieuw onderzoek in welke mate pleegouders emotionele en gedragsproblemen ervaren bij hun pleegkind. We stelden drie onderzoeksvragen op: 1) In welke mate laten pleegkinderen emotionele en gedragsproblemen zien en wat is daarvan de impact op de pleegouders? 2) Welke risicofactoren hangen samen met deze problemen van pleegkinderen? 3) Welke combinatie van risicofactoren voorspelt deze problemen van pleegkinderen het best? We onderscheidden daarbij factoren die te maken hebben met het kind en met het pleeggezin. Ook keken we wat er gebeurt als er meerdere factoren meespelen (het risicocumulatie-effect). Om antwoord te krijgen op deze vragen vroegen we pleegouders een vragenlijst in te vullen. Omdat we juist binnen de langdurige pleegzorg willen weten hoe we het risico op het afbreken van de plaatsing kunnen verkleinen, was een voorwaarde om mee te doen dat het pleegkind minimaal één jaar bij de pleegouders zou blijven. We richtten ons op pleegkinderen in de basisschoolleeftijd (4-12 jaar), omdat met name voor deze leeftijdsgroep nog weinig interventies onderzocht zijn. De pleegouders van 239 pleegkinderen vulden de vragenlijst in. De gemiddelde leeftijd van de pleegkinderen in 18
15 1 Hoe gaat het met pleegkinderen in Nederland? deze groep was 7,9 jaar en gemiddeld verbleven zij 4,5 jaar in het huidig pleeggezin. 48% was een jongen en gemiddeld zaten zij in 1,2 eerdere pleeggezinnen. De gemiddelde leeftijd van hun pleegouders was 49,7 jaar en hun gemiddelde ervaring als pleegouder 6,6 jaar. In bijlage 2 van dit boek zijn meer details over dit onderzoek te vinden. Resultaten 1) In welke mate laten pleegkinderen emotionele en gedragsproblemen zien en wat is daarvan de impact op de pleegouders? We vonden dat ongeveer de helft van de pleegouders (49,2%) geen noemenswaardige problemen rapporteerden bij hun pleegkind. Een klein deel van de pleegouders (13,4%) gaf aan middelmatige problemen te ervaren. Het percentage pleegouders dat ernstige problemen bij hun pleegkind rapporteerde (37,4%) lag echter ruim drie keer zo hoog als het gemiddelde van alle ouders in Nederland. We keken ook naar de impact van deze problemen op het dagelijkse gezinsleven. Ouders kunnen immers problemen ervaren bij hun kind zonder dat ze hier heel veel last van hebben. We vonden ook hier dat pleegouders, vergeleken met het gemiddelde van alle ouders in Nederland, ruim drie keer zo vaak aangaven ernstige hinder van probleemgedrag van hun pleegkind te ervaren. 2) Welke risicofactoren hangen samen met deze problemen van pleegkinderen? De risicofactoren van het pleegkind die wij in kaart brachten waren: geslacht, leeftijd, culturele achtergrond (Nederlands/niet- Nederlands), leeftijd bij de start van de pleegzorgplaatsing, duur van de huidige plaatsing en het aantal eerdere plaatsingen. De risicofactoren van het pleeggezin die we in kaart brachten waren: type pleeggezin (netwerk versus bestand), leeftijd van pleegouders, cul- 19
16 Pleegzorg onder de loep turele achtergrond, jaren ervaring als pleegouders, aanwezigheid van andere (pleeg)kinderen in het gezin. Wat betreft de kindfactoren vonden we méér emotionele en gedragsproblemen naarmate het pleegkind: 1) ouder was; 2) een hogere leeftijd had bij plaatsing in het huidig pleeggezin; en 3) meer eerdere pleegzorgplaatsingen had meegemaakt. Wat betreft de gezinsfactoren vonden we dat hoe hoger het aantal jaar ervaring als pleegouders, hoe meer emotionele en gedragsproblemen bij het pleegkind werden gerapporteerd. Ook vonden we meer problemen bij pleegkinderen in een bestandsgezin, vergeleken met pleegkinderen uit een netwerkgezin. Voor de overige risicofactoren vonden we geen significante samenhang met de mate van emotionele en gedragsproblemen van pleegkinderen. 3) Welke combinatie van risicofactoren voorspelt deze problemen van pleegkinderen het best? Van alle risicofactoren die we in deze studie onderzochten, bleek het aantal jaren ervaring van de pleegouders het beste de mate van problemen bij het pleegkind te voorspellen. Hoe langer de ervaring van pleegouders, hoe meer problemen zij bij hun pleegkind rapporteerden. Dit kan echter verschillende dingen betekenen. De meer ervaren pleegouders zijn misschien zelfverzekerder, meer getraind of minder onbevangen, waardoor zij meer of sneller problemen signaleren. Of misschien worden de meest lastige pleegkinderen bij de meest ervaren pleegouders geplaatst. Dat weten we op basis van ons onderzoek niet. Wat we tot slot wel vonden is dat een toename van het aantal aanwezige risicofactoren positief samenhangt met de mate van emotionele en gedragsproblemen. Dus: hoe meer risicofactoren, hoe meer problemen. In een figuur ziet dat er zo uit: 20
Hulpverlening voor kinderen na partnergeweld
Hulpverlening voor kinderen na partnergeweld Wat werkt? Hoe? Voor wie? Mathilde Overbeek De Horizon Academieprijs is een initiatief van Horizon te Rotterdam. Horizon is een instituut voor jeugdzorg en
Nadere informatieHoe gaat het met pleegkinderen in Nederland?
Hoe gaat het met pleegkinderen in Nederland? Pleegzorgsymposium 19 juni 2014 Em. prof. dr. Jo Hermanns, dr. F.B. van Rooij, M. Arntz MSc, drs. A.M. Maaskant (spreker) Introductie In Nederland ruim 20.000
Nadere informatiePlacement breakdown in foster care: Reducing risks by a foster parent training program? Maaskant, A.M.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Placement breakdown in foster care: Reducing risks by a foster parent training program? Maaskant, A.M. Link to publication Citation for published version (APA): Maaskant,
Nadere informatieDe zorg voor pleegkinderen
De zorg voor pleegkinderen reeks kind in zicht De zorg voor pleegkinderen is het tweede deel van de reeks Kind in zicht. In deze reeks beschrijven psychologen, (ortho)pedagogen en kinderpsychiaters in
Nadere informatieSchool en echtscheiding
School en echtscheiding Alledaagse begeleiding binnen een schoolbreed beleid Angelique van der Pluijm en Margit Grevelt School en echtscheiding Alledaagse begeleiding binnen een schoolbreed beleid Angelique
Nadere informatieHandleiding Gezinsvragenlijst (GVL)
Handleiding Gezinsvragenlijst (GVL) Handleiding Gezinsvragenlijst (GVL) Prof. dr. J.D. van der Ploeg Prof. dr. E.M. Scholte Bohn Stafleu van Loghum Houten, 2008 Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel
Nadere informatieKinderen met gedragsproblemen in het speciaal onderwijs. Regina Stoutjesdijk
Kinderen met gedragsproblemen in het speciaal onderwijs Regina Stoutjesdijk De Horizon Academieprijs is een initiatief van Horizon te Rotterdam. Horizon is een instituut voor jeugdzorg en speciaal onderwijs.
Nadere informatieOuderschap in Ontwikkeling
Ouderschap in Ontwikkeling Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap
Nadere informatieWerken met het beste bewijs
Pleegzorg in 2020 Werken met het beste bewijs Jeugd-in-Onderzoek 13 maart 2017 Carolien Konijn en Ellen Schulze (Spirit te Amsterdam) Inhoud workshop 1. Meta-analyse risicofactoren instabiliteit in pleegzorgplaatsingen
Nadere informatiePsychosociale problemen
Psychosociale problemen Reeks Kinderen en Adolescenten. Problemen en risicosituaties Psychosociale problemen is het tweede deel van de tiendelige reeks Kinderen en Adolescenten - Problemen en risicosituaties.
Nadere informatieHet delict als maatstaf
Het delict als maatstaf Methodiek voor werken in gedwongen kader Anneke Menger Lous Krechtig Hoofdstuk 1 Wat is methodiek? Begeleidingscommissie: Mw. A. Andreas Beleidsmedewerker, Reclassering Nederland
Nadere informatieMinder angstig in sociale situaties
Minder angstig in sociale situaties Dit boek, Minder angstig in sociale situaties, Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in
Nadere informatieNiet meer depressief
Niet meer depressief Dit boek, Niet meer depressief; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor de
Nadere informatieZorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders
Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders Handboek voor trainers Redactie: Leony Coppens Carina van Kregten Houten 2012 2012 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
Nadere informatieWerkboek voor ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen
Werkboek voor ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen Kind en Adolescent Praktijkreeks Dit Werkboek voor ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen hoort bij de handleiding Integrale
Nadere informatiegroep Computerprogramma woordenschat
Taal actief G e b r u i k e r si n st r u c t i e C o m pu te rpro gra m m a w o o rde n s c ha t 214088_OM.indd 1 gro ep 6 22-06-2009 12:22:50 telefoon: 073-628 87 22 e-mail: helpdesk.bao@malmberg.nl
Nadere informatieCompetent talent in de praktijk
Competent talent in de praktijk Competent talent in DE PRAKTIJK CURSISTENBOEK Talent ontdekken, ontwikkelen & inzetten Competent talent in de praktijk Cursistenboek Talent ontdekken, ontwikkelen & inzetten
Nadere informatiePsychosociale hulpverlening voor naasten van traumapatiënten
Psychosociale hulpverlening voor naasten van traumapatiënten Psychosociale hulpverlening voor naasten van traumapatiënten Doorbreken van de cirkel van verdriet Psychosocial assistance for relatives of
Nadere informatieDenken + Doen = Durven
1 Denken + Doen = Durven Werkboek voor jezelf Dit werkboek is van: Houten Bohn Stafleu van Loghum, 2008 2 Denken + Doen = Durven Kind en Adolescent Praktijkreeks Dit Denken + Doen = Durven, Werkboek voor
Nadere informatieDenken + Doen = Durven
1 Denken + Doen = Durven Werkboek voor ouders Houten Bohn Stafleu van Loghum, 2008 2 Denken + Doen = Durven Kind en Adolescent Praktijkreeks Dit Denken + Doen = Durven, Werkboek voor ouders, is onderdeel
Nadere informatieOmgaan met hechtingsproblemen
Omgaan met hechtingsproblemen Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag
Nadere informatieHelpen bij partnerrelatieproblemen
Helpen bij partnerrelatieproblemen Helpen bij partnerrelatieproblemen Het praktijkboek Alfons Vansteenwegen Derde, herziene druk Bohn Stafleu van Loghum Houten 2005 2005 Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Nadere informatieZorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders
Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders MIJN BSL Aan ieder exemplaar van Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders Werkboek voor deelnemers is een unieke
Nadere informatiemet een breakdown. Hierbij is het onderzoek specifiek gericht op langdurige pleegzorgplaatsingen van adolescente pleegkinderen. Naast de continuïteit
Het doel van een pleegzorgplaatsing is doorgaans gericht op het zo snel mogelijk herstellen van de oorspronkelijke opvoedingssituatie of het op korte termijn verkrijgen van duidelijkheid omtrent de haalbaarheid
Nadere informatieStichting Overijsselse Pleegouders
STICHTINGSPLAN Stichting Overijsselse Pleegouders Huidige naam is: Stichting Pleegouders Overijssel Pagina 1/8 Inhoudsopgave 0. Inleiding... 3 1. Uitgangspunten Overijsselse Pleegouders... 4 1.1. Problematiek
Nadere informatieGroenengrijs. Jong en oud met elkaar in gesprek. Karen van Kordelaar. Astrid Vlak. Yolande Kuin. Gerben Westerhof
Groenengrijs Groenengrijs Jong en oud met elkaar in gesprek Karen van Kordelaar Astrid Vlak Yolande Kuin Gerben Westerhof Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van
Nadere informatieKerncompetenties fysiotherapeuten in ontwikkeling
Kerncompetenties fysiotherapeuten in ontwikkeling Kerncompetenties fysiotherapeuten in ontwikkeling Pieternel Dijkstra en Remco Coppoolse Houten 2011 2011 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer
Nadere informatieIn gesprek met de palliatieve patiënt
In gesprek met de palliatieve patiënt In gesprek met de palliatieve patiënt Anne-Mei The Cilia Linssen Bohn Stafleu van Loghum Houten ª 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle
Nadere informatieNeem de regie over je depressie
Neem de regie over je depressie Dit boek, Neem de regie over je depressie. Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks
Nadere informatieWie heeft de regie? Kwaliteit van bestaan in de praktijk. John Sijnke
Wie heeft de regie? Wie heeft de regie? Kwaliteit van bestaan in de praktijk John Sijnke Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij 2009 Alle rechten
Nadere informatieSystemisch werken Een relationeel kompas voor hulpverleners
Systemisch werken Anke Savenije, Justine van Lawick en Ellen Reijmers Systemisch werken Een relationeel kompas voor hulpverleners De Tijdstroom, Utrecht De Tijdstroom uitgeverij, 2018 Omslagontwerp: Michiel
Nadere informatieDe sociale ontwikkeling van het schoolkind
De sociale ontwikkeling van het schoolkind De sociale ontwikkeling van het schoolkind J.D. van der Ploeg Houten 2011 2011 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle rechten voorbehouden.
Nadere informatieSociale psychologie en praktijkproblemen
Sociale psychologie en praktijkproblemen Sociale psychologie en praktijkproblemen van probleem naar oplossing prof. dr. A.P. Buunk dr. P. Veen tweede, herziene druk Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem
Nadere informatieDe wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling
De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties
Nadere informatieZorg om mensen met dementie
Zorg om mensen met dementie Voor Ries en Myrthe Zorg om mensen met dementie Een handleiding voor verzorgenden Bère Miesen Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer
Nadere informatieDit boek, Stop met piekeren; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ.
Stop met piekeren Dit boek, Stop met piekeren; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor de GGZ geven
Nadere informatieOmgaan met lichamelijke klachten
Omgaan met lichamelijke klachten Dit Werkboek omgaan met lichamelijke klachten is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor de
Nadere informatieWat beantwoordt. De Pleegouder Pleegkind Interventie. (Over stress en reactie) Door H.W.H. van Andel; GGZ Dimence
Wat beantwoordt De Pleegouder Pleegkind Interventie (Over stress en reactie) Door H.W.H. van Andel; GGZ Dimence Symposium Pleegzorg 12-06-2012 1 Risico s voor jonge kinderen die in pleegzorg komen Life
Nadere informatieMet sorry maak je dit niet ongedaan
Met sorry maak je dit niet ongedaan Ervaringen en adviezen van als kind mishandelde vrouwen Fiet van Beek Met sorry maak je dit niet ongedaan werd geschreven in opdracht van Stichting Alexander en financieel
Nadere informatieGrafische dossieranalyse Een leven in beeld
Grafische dossieranalyse Een leven in beeld Martine F. Delfos Grafische dossieranalyse Een leven in beeld PICOWO-serie deel 9 Martine F. Delfos Informatie over publicaties van Martine F. Delfos: www.mdelfos.nl
Nadere informatieMijn kind een Kanjer!
Mijn kind een Kanjer! Mijn kind een Kanjer! Help je kind bij het ontwikkelen van sociale vaardigheden Herberd Prinsen Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer
Nadere informatieETEN EN DRINKEN BIJ DEMENTIE. Jeroen Wapenaar Lisette de Groot
ETEN EN DRINKEN BIJ DEMENTIE Jeroen Wapenaar Lisette de Groot Eerste druk, Reed Business, Amsterdam 2013 Tweede (ongewijzigde) druk, Bohn Stafleu van Loghum, Houten 2016 ISBN 978-90-368-1557-4 DOI 10.1007/978-90-368-1558-1
Nadere informatieHandleiding bij Beter beginnen
Handleiding bij Beter beginnen Handleiding bij Beter beginnen Trudy Mooren en Maartje Schoorl Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle
Nadere informatieImaginatie- en rescriptingtherapie voor nachtmerries
Imaginatie- en rescriptingtherapie voor nachtmerries Dit boek, Imaginatie- en rescriptingtherapie voor nachtmerries, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Bij deze titel is tevens een werkboek
Nadere informatieEffectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn
Communiceren met ziel en zakelijkheid Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn Copyright: Uitgeverij Boom Nelissen, Amsterdam & Silvia Blankestijn, 2012 Omslag: Bart van den Tooren, Bureau
Nadere informatieHelping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans
Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document
Nadere informatieIn gesprek met de palliatieve patiënt
In gesprek met de palliatieve patiënt In gesprek met de palliatieve patiënt Anne-Mei The Cilia Linssen Bohn Stafleu van Loghum Houten ª 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle
Nadere informatieMarike van der Schaaf Juultje Sommers. Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care
Marike van der Schaaf Juultje Sommers Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care Marike van der Schaaf Juultje Sommers Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care ISBN 978-90-368-0903-0
Nadere informatieAanvullen of aanvallen?
Aanvullen of aanvallen? M E T H O D I S C H W E R K E N Methodisch werken is het kenmerk bij uitstek van de professionele beroepsbeoefenaar, dat wil zeggen: doelgericht, planmatig, systematisch gebruikmaken
Nadere informatieINFORMATIE VOOR ASPIRANT PLEEGOUDERS. Pleegzorg bij De Rading
INFORMATIE VOOR ASPIRANT PLEEGOUDERS Pleegzorg bij De Rading Ieder kind heeft het recht om op te groeien in een gezin. Soms zijn de problemen thuis zo groot, dat het beter is als een kind tijdelijk of
Nadere informatieWerken aan je zelfbeeld
Werken aan je zelfbeeld Kind en Adolescent Praktijkreeks Dit werkboek Werken aan je zelfbeeld, COMET voor kinderen en jongeren (individuele training) hoort bij de handleiding Zelfbeeldtraining voor kinderen
Nadere informatieESAT- Screening van ASS op jonge leeftijd
ESAT- Screening van ASS op jonge leeftijd ESAT- Screening van ASS op jonge leeftijd Praktische handleiding voor signalering, screening en diagnostiek prof. dr. J. Buitelaar drs. E. van Daalen dr. C. Dietz
Nadere informatieOmgaan met ziekelijke jaloezie
Omgaan met ziekelijke jaloezie Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag
Nadere informatieOver de transformatie van ex-partners in collega-ouders en de kindermomenten in bemiddeling. Cees van Leuven en Annelies Hendriks
Over de transformatie van ex-partners in collega-ouders en de kindermomenten in bemiddeling Cees van Leuven en Annelies Hendriks Kind in bemiddeling Eerste druk van deze titel werd uitgegeven door Jabalis
Nadere informatieWerkboek voor kinderen en jongeren van ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen
Werkboek voor kinderen en jongeren van ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen Kind en Adolescent Praktijkreeks Dit Werkboek voor kinderen en jongeren van ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen
Nadere informatieBurgerschapsvorming op weg naar volwassenheid
Burgerschapsvorming op weg naar volwassenheid Burgerschapsvorming op weg naar volwassenheid Leo Pauw Burgerschapsvorming op weg naar volwassenheid Leo Pauw ISBN 978 90 8850 878 3 NUR 840 2018 B.V. Uitgeverij
Nadere informatieBijlagen bij het ecologisch krachtenveld
Professioneel pedagogisch handelen Omgaan met probleemgedrag in opvoedingssituaties Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld Gerbert Sipman u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014 Deze bijlagen horen
Nadere informatieOverprikkeling voorkomen
Overprikkeling voorkomen Overprikkeling voorkomen Vaardigheden en technieken voor (jong)volwassenen met autisme (ASS) en/of ADHD Barbara de Leeuw Eerste druk 2015 t/m derde druk 2016 (ISBN 978 90 8850
Nadere informatieOmgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag
Omgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord
Nadere informatieAnouk Goemans THE DEVELOPMENT OF CHILDREN IN FOSTER CARE
Anouk Goemans THE DEVELOPMENT OF CHILDREN IN FOSTER CARE Samenvatting SAMENVATTING 10 Chapter 10 SAMENVATTING Pleegzorg is een unieke vorm van jeugdhulpverlening waarbij kinderen die, al dan niet tijdelijk,
Nadere informatieJuridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering
Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire
Nadere informatieVeiligheid in de ggz
Veiligheid in de ggz Alette Kleinsman en Nico Kaptein VEILIGHEID IN DE GGZ Leren van incidenten en calamiteiten ISBN 978-90-368-2039-4 ISBN 978-90-368-2040-0 (ebook) DOI 10.1007/978-90-368-2040-0 Bohn
Nadere informatieMentale training in de sport
Mentale training in de sport Voor Linda, Roman en Orson Mentale training in de sport Toepassing en effecten Rico Schuijers Eerste druk, eerste en tweede oplage, Elsevier, Maarssen, 2004-2006 Eerste druk,
Nadere informatieDoorbreek je depressie
Doorbreek je depressie Doorbreek je depressie Werkboek voor de cliënt Drs. P.J. Molenaar Drs. F.J. Don Prof. dr. J. van den Bout Drs. F. Sterk Prof. dr. J. Dekker Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó
Nadere informatieVan je nachtmerries af
Van je nachtmerries af 2 van je nachtmerries af Dit boek, Van je nachtmerries af, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor
Nadere informatieEinstein en de kunst van... Conflictmanagement. Een zoektocht. Jannie Lammers & Elise Luijcx. Onder redactie van Anne de Graaf & Klaas Kunst
Einstein en de kunst van... Conflictmanagement Een zoektocht Jannie Lammers & Elise Luijcx Conflictmanagement Een zoektocht Jannie Lammers & Elise Luijcx ISBN 978 90 8850 064 0 NUR 808 2010 B.V. Uitgeverij
Nadere informatieDe wondere wereld van dementie
Bob Verbraeck Anneke van der Plaats De wondere wereld van dementie Vanuit nieuwe inzichten omgevingszorg bieden aan dementerenden Houten, 2016 Eerste druk, eerste t/m zevende oplage, Reed Business, Amsterdam
Nadere informatieStoppen met roken Cursus
Stoppen met roken Stoppen met roken Cursus F.A. Willemsen Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave
Nadere informatieSamenwerkingsperikelen in de huisartspraktijk
Samenwerkingsperikelen in de huisartspraktijk Samenwerkingsperikelen in de huisartspraktijk Annette Berendsen Jan Schuling Houten 2011 2011 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle rechten
Nadere informatieWerkboek klinische schematherapie
Werkboek klinische schematherapie Werkboek klinische schematherapie Redactie: Eelco Muste Anoek Weertman Anne-Marie Claassen Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel
Nadere informatieEerste hulp bij faalangst
Eerste hulp bij faalangst Eerste hulp bij faalangst Faalangsttraining voor jongeren van 10 tot 18 jaar drs. Petra Lahr drs. Daphne Rijkée Houten 2017 2017 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer
Nadere informatieZelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie
Zelfstandig werken Ajodakt Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie 9 789074 080705 Informatieverwerking Groep 7 Antwoorden Auteur P. Nagtegaal ajodakt COLOFON Illustraties
Nadere informatiePerspectief in Pleegzorg:
Perspectief in Pleegzorg: hoe lang zoekend en hoe snel biedend? Peter van den Bergh Pleegzorg Laatste 20 jaar populair Verdubbeling van het aantal plaatsingen Weinig onderzoek naar effectiviteit Veel retrospectief
Nadere informatieAntwoorden op de meerkeuzevragen
Antwoorden op de meerkeuzevragen bij Dit is marketing! Loek ten Berge Johan van Kooten met medewerking van Esther de Berg Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Deze antwoorden
Nadere informatieDe aansprakelijkheidsverzekering
De aansprakelijkheidsverzekering Dit boek is het achtste deel van een boekenreeks van Uitgeverij Paris: de ACIS-serie. ACIS staat voor het UvA Amsterdam Centre for Insurance Studies. Dit multidisciplinaire
Nadere informatieKwaliteitsstandaarden Jeugdzorg Q4C
Kwaliteitsstandaarden Jeugdzorg Q4C Kwaliteitsstandaarden Jeugdzorg Q4C Wat kinderen en jongeren belangrijk vinden als ze niet thuis wonen Fiet van Beek en Leo Rutjes (red.) met medewerking van Mirjam
Nadere informatieCognitieve therapie bij sociale angst
Cognitieve therapie bij sociale angst Dit boek, Cognitieve therapie bij sociale angst, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Bij deze titel is tevens het werkboek voor cliënten te bestellen:
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieWerkbladen. Wat werkt in de pleegzorg?
Werkbladen www.nji.nl/watwerkt Wat werkt in de pleegzorg? Wat werkt in de pleegzorg? Het Nederlands Jeugdinstituut beschrijft in de publicatie Wat werkt in de pleegzorg? wat er uit wetenschappelijk onderzoek
Nadere informatieDe meest gestelde vragen over: cholesterol
De meest gestelde vragen over: cholesterol De meest gestelde vragen over: cholesterol Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle rechten voorbehouden.
Nadere informatieOmgaan met bloosangst
Omgaan met bloosangst Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag hoe men
Nadere informatieProf. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn
Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,
Nadere informatieDe (h)erkenning van jongeren met een lichte verstandelijke beperking Dr. M. van Nieuwenhuijzen
De (h)erkenning van jongeren met een lichte verstandelijke beperking Dr. M. van Nieuwenhuijzen ISBN 978 90 8850 154 8 NUR 847 2010 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam Rede (in verkorte vorm) uitgesproken bij
Nadere informatieStotteren. Handboek Stem, Spraak en Taalpathologie 17
Stotteren Stotteren Handboek Stem, Spraak en Taalpathologie 17 Houten 2014 Ó 2014 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
Nadere informatieEmoties in de zorg Emot.zorg A5-1kzm dyn.indb :49:16
Emoties in de zorg Spinoza lijkt gelijk te hebben als hij zegt dat het verkrijgen van inzicht in je eigen pijn een van de meest opbeurende activiteiten ter wereld kan zijn. Martha Nussbaum in: Oplevingen
Nadere informatieOefeningen bij hoofdstuk 2
Schrijfgids voor economen Scripties, papers en rapporten in business, finance en management Oefeningen bij hoofdstuk 2 Susanne van Hoek-Gerritsen u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze oefeningen
Nadere informatie[UNAWARENESS VOOR ] HYPOGLYKEMIE
[UNAWARENESS VOOR ] HYPOGLYKEMIE Dr.Th.F. Veneman [ UNAWARENESS VOOR] HYPOGLYKEMIE Bohn Stafleu van Loghum Houten 2012 2012 Bohn Stafleu van Loghum, Houten, onderdeel van Springer Media Alle rechten voorbehouden.
Nadere informatieMicrosoft Security Essentials downloaden
Wegwijs in internet Thuis in Windows Vista Thuis in Windows 7 Microsoft Security Essentials downloaden Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2011 Deze handleiding Microsoft Security
Nadere informatieDe eerste 1000 dagen
De eerste 1000 dagen De eerste 1000 dagen Het fundamentele belang van een goed begin vanuit biologisch, medisch en maatschappelijk perspectief Tessa Roseboom De Tijdstroom, Utrecht De Tijdstroom uitgeverij,
Nadere informatieToetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid
bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje
Nadere informatiePersoonsgerichte zorg
Persoonsgerichte zorg C.J.M. van der Cingel J.S. Jukema Persoonsgerichte zorg Praktijken van goede zorg voor ouderen Houten 2014 ISBN 978-90-368-0448-6 DOI 10.1007/978-90-368-0449-3 ISBN 978-90-368-0449-3
Nadere informatieHypertensie en 24-uursbloeddrukmeting
Hypertensie en 24-uursbloeddrukmeting Hypertensie en 24-uursbloeddrukmeting Een toegevoegde waarde voor de praktijk F.T.J. BOEREBOOM, INTERNIST-NEFROLOOG D. TAVENIER, HUISARTS Houten 2010 2010 Bohn Stafleu
Nadere informatieVoorlezen gaat zó. Tips en ervaringen uit de praktijk van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, gastoudergezinnen en buitenschoolse opvang
Voorlezen gaat zó Tips en ervaringen uit de praktijk van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, gastoudergezinnen en buitenschoolse opvang Margriet Chorus en Irma van Welzen Deze uitgave werd mede mogelijk
Nadere informatieONDERSTEUNEND COMMUNICEREN BIJ DEMENTIE
ONDERSTEUNEND COMMUNICEREN BIJ DEMENTIE ISBN 978-90-368-1699-1 ISBN 978-90-368-1700-4 (ebook) 2017 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave
Nadere informatieDe patiënt als partner
De patiënt als partner De patiënt als partner De zoektocht van het UMC St Radboud Onder redactie van Lucien Engelen Houten 2012 Ó 2012 UMC St Radboud Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag
Nadere informatieREHABILITATIE DOOR EDUCATIE
REHABILITATIE DOOR EDUCATIE ONDERZOEK NAAR EEN BEGELEID LEREN-PROGRAMMA VOOR MENSEN MET PSYCHIATRISCHE PROBLEMATIEK Lies Korevaar 3 Rehabilitatie door educatie Onderzoek naar een Begeleid Leren-Programma
Nadere informatieSamenspel en samenklank
Samenspel en samenklank Samenspel en samenklank De besturingsfilosofie en organisatiestructuur van het UMC Utrecht Geert Blijham en Ernest Müter Skipr is een crossmediaal communicatieplatform voor beslissers
Nadere informatie18-11-2013. Even voorstellen. Inhoud. De visual cliff experiment. Pleegzorg voor jonge kinderen, meer dan opvoeden alleen. De aanleiding tot de PPI
Even voorstellen Pleegzorg voor jonge kinderen, meer dan opvoeden alleen De waarde van de Pleegouder Pleegkind Interventie (PPI) Hans van Andel Kinder- en Jeugdpsychiater Dimence Directeur GGZ, eerste
Nadere informatieDe morele intuïtie van kinderen
De morele intuïtie van kinderen Respect en verantwoordelijkheid, vrijheid en geweten Tom Kroon Eerder publiceerde Tom Kroon de theoretische toelichting bij een methode morele vorming en een brochure voor
Nadere informatie