GEOGRAFIE EN SOCIOGRAFIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEOGRAFIE EN SOCIOGRAFIE"

Transcriptie

1 GEOGRAFIE EN SOCIOGRAFIE ' DOOR J. CH. W. VERSTEGE. In de Maart-aflevering van dit tijdschrift heeft een Amsterdamsch socioloog zich verweerd tegen eenige uitspraken, die een jong geograaf in zijn proefschrift1) heeft durven plaatsen en die zouden getuigen van geografischen haat 2). In bedoeld artikel somt de heer Kruyt eenige beweringen op, die naar zijn meening tegenspraak vragen. Met een enkel woord wil ik op zijn bestrijding reageeren, niet gedreven door de zucht om gelijk te hebben, maar slechts tot nadere toelichting van de door hem tot zeven stellingen verheven passages. 1. W ij willen Dr. Kruyt in zijn beschouwingen volgen en beginnen met zijn eerste bezwaar, nl. dat ik de sociografen ervan zou beschuldigen het specifiek geografische niet te behandelen. Ik zal de laatste zijn de sociografen te verwijten, dat zij iets niet zouden behandelen! Er is slechts geconstateerd, dat de socioloog Steinmetz meende het oude probleem van den mensch in de geografie te kunnen oplossen, door de schaar er in te zetten en de geografie tot een physiografie te reduceeren. De sociografie zou zich wel over den mensch ontfermen. De geografie had nog slechts recht van bestaan als schoolvak en was als zelfstandige wetenschap van de relatie mensch-natuur overbodig geworden. Terwijl de geograaf in deze relatie het ideologisch criterium voor de wetenschapssystematiek ziet, meent de sociograaf in het geheel geen behoefte te hebben aan een specifiek eigen criterium. Dat deze laatste echter het bestaan van een relatie tusschen den mensch en de natuur zou ontkennen, is niet waar en wordt hem ook niet verweten. De sociograaf wil het sociale in de meest ruimen zin des woords, dus met inbegrip van het geografische, behandelen. Hierover kan geen twijfel bestaan. De geograaf acht deze 'handelwijze methodologisch niet verantwoord en wenscht, dat de sociograaf zich tot het sociologisch kenobject beperkt, m.a.w. de sociale werkelijkheid individualiseerend behandelt vanuit de gezichtshoek van^den socioloog. In dit verband is het interessant Max Weber te citeeren: Es gibt keine schlechthin objektive wissenschaftliche Analyse des Kulturlebens oder der sozialen Erscheinungen unabhängig von speziellen und einx) J. Ch. W-. Verstege: Georgrafie, regionaal onderzoek en geografische ordening. Een- systematologische studie. Utrecht ) J. P. Kruyt: Odium geographicum. Mensch en Maatschappij. 20e Jrg. Nr. 2. (15 Maart 1944)

2 328 GEOGRAFIE EN SOCIOGRAFIE seitigen Gesichtspunkten, nach denen sie ausdriicklich oder stillschweigend, bewuszt oder unbewuszt als Forschungsobjekt ausgewahlt, analysiert und darstellend gegliedert werden.3). Dr. Kruyt begeeft zich ongaarne in methodologische beschouwingen en geeft dan ook de voorkeur aan de gezonde natuur boven de gekunstelde leer. De gezonde natuur moet dan zijn het behandelen van nietgeografische onderwerpen in geografische monografieën. Ik kan deze natuur moeilijk gezond vinden en ben bovendien van meening, dat de leer niet zoo erg gekunsteld is. Het door Dr. Kruyt geconstateerde verschil tusschen de opvattingen van Keuning en mij ten aanzien van de geografische begrenzing is slechts schijnbaar en uitsluitend te wijten aan een onjuist interpreteeren van de leer. In de sociale wetenschappen is het nl. niet mogelijk aan de hand van een concreet geval twee wetenschappen onderling te begrenzen. De wetenschappen trekken geen grenzep door de werkelijkheid, zij bezien dezelfde werkelijkheid slechts van verschillende standpunten en concipiëeren daarmede elk hun eigen kenobject. Een uit de occupatie voortvloeiend concreet verschijnsel kan dus zoowel door den sociologisch georiënteerden sociograaf als door den geograaf vermeld worden, aangezien niet de mensch-natuurverschijnselen als zoo-. danig het object van de geografie vormen, maar deze relatie slechts als richtsnoer dient bij de bepaling van het kenobject. Het geografisch aspect van een overigens sociologisch verschijnsel zullen beiden kunnen vermelden. De geograaf zal het immers niet verzwijgen, indien hij de menschnatuurrelatie ziet doorwerken in niet-geografische verschijnselen, de sociologisch georiënteerde sociograaf zal op zijn beurt van zijn menschmensch-verschijnselen o.a. ook het geografisch aspect moeten vermelden. Hier is dus sprake van een overlapping van twee wetenschappen, die in een bepaald geval het zelfde aspect van een verschijnsel behandelen. Voor den een behoort alleen dat aspect tot zijn kenobject, voor den ander het geheele verschijnsel met inbegrip van alle aspecten. De Amsterdamsche sociograaf kent slechts concrete verschijnselen als object en zal zich dientengevolge moeilijk in boven weergegeven gedachte kunnen verplaatsen. 2. Het tweede punt betreft de volstrekte causaliteit. Te dien aanzien constateert Dr. Kruyt, dat al dat praten over het ongeoorloofde van de, causale beschouwingswijze wijst op het doorbreken van een nieuwe levens- en wereldbeschouwing, maar om dan ook Steinmetz methode van onderzoek in verband te brengen met zijn levensbeschouwing, die sporen van een materialistische metaphysica vertoonde, schijnt hoogst 3) Max Weber: Gesammelte Aufsätze zur Wissenschaftslehre. Tübingen 1922, pg. 170.

3 J. CH. W. V E R S T E G E 329 ongepast en niet van goeden smaak te getuigen. Het proces van het doorbreken van een nieuwe levensbeschouwing, lezen we, vindt plaats in de geheele wetenschap, bij alle vakken, maar een paar regels verder wordt met klem betoogd, dat de opvattingen over de sociografie onveranderd zijn gebleven. Daar ik moeilijk kan aannemen, dat Dr. Kruyt de sociografie niet tot de wetenschappen rekent, moet ik hier toch wel concludeeren tot een zekere verstarring. Terecht wordt voorts geconstateerd, dat Steinmetz den mensch niet behandeld wenschte te zien in een natuurwetenschappelijke geografie; het natuurwetenschappelijk determinisme in de oude anthropogeografie verving hij slechts door een positivistische determinisme in de sociografie. Schreef Steinmetz niet, dat alle bezwaren tegen het determinisme gevolg zijn van vergissing, verkeerd begrijpen en gebrek aan doordenken? 4) Toch waagt de Utrechtsehe school het dit determinisme te bestrijden! W ij hebben overigens het feit, dat de sociografie zich riog steeds een beschrijvende en verklarende wetenschap noemt, aangegrepen om er op te wijzen, dat het in de sociale wetenschap beter is de vraag naar het waarom te vervangen door de vraag naar het hoe, zulks in verband met de algemeene interdependentie der sociale verschijnselen, die Steinmetz als één der zg. regels van de sociologie beschouwde. 5) Woorden als oorzaak, gevolg, verklaren, enz. behoeven niet uit het spraakgebruik in de sociale wetenschap gebannen te worden, maar zij zijn in dezen tijd anachronismen in methodologische definities. 3. Het derde punt betreft de beperking van de sociografie tot het sociologische in engeren zin. Dr. Kruyt klampt zich vast aan een opsomming van onderwerpen in de hoop hiermede te suggereeren, dat ook de Duitsche sociografie allesomvattend is. Bij Steinmetz lezen we, dat de sociografie niet zooals de ethnografie het heele zijn van een volk kan beschrijven, maar zich moet beperken tot het sociale in ruimen zin. De wetenschap en de techniek der landen bv. behoeven slechts daarin betrokken te worden, wanneer daarbij typisch nationale Verschillen zijn te constateeren. 6) De serieuze sociograaf heeft echter wel gevoeld, dat men er met opsommigen of dergelijke algemeenheden niet is en heeft gezocht naar een toetssteen om te bepalen, wat tot zijn terrein behoorde. Als zoodanig is het groepsleven naar voren gekomen. Alles wat met het groepsleven samenhangt, wordt thans tot het terrein der sociografie gerekend. Gebruikt men dit begrip groepsleven als een beperking in den zin van het..sociologisch zijn, dus het eigenlijke groepsleven, dan neemt dit de plaats 4) Inleiding tot de Sociologie. V.U B. Haarlem pg. 69. Ibidem pg. 82. Ibidem pg. 43

4 330 J. CH. W. VERSTEGE in van het ideologisch criterium der sociologie: de sociale mensch-mensctirelatie en kan men spreken van een surrogaat. 4. Vat men daarentegen het begrip groepsleven in den ruimen zin op als het geheele sociale zijn, met inbegrip bv. van het bedrijfsleven, dan geldt het volgende onder 4 genoemde bezwaar, dat de sociografie een te groote verscheidenheid van verschijnselen van schapenschurft tot Christian Science 7) als haar object meent te moeten beschouwen. Steinmetz noemt zelf als eersten eisch veelzijdigheid. De laatste jaren is weliswaar.een strooming tot specialisatie te onderkennen, maar men handhaaft de groote verscheidenheid in de zg. synthetische sociografie. Zoolang het synthetisch sociogram blijft bestaan, is het gevaar voor dilettantisme niet denkbeeldig. Volledigheidshalve wordt alles behandeld, ook indien men slechts gemeenplaatsen kan vermelden. In de sociale wetenschap is geen plaats meer voor synthese, deze hoort thuis in de toegejjaste wetenschap en moet dan gericht zijn op een practisch doel. Ook bij de bespreking van dit punt geeft Dr. J. Kruyt wederom blijk niet te hebben begrepen, dat de geografie niet alleen de relatie mensclinatuur uit het interdependent complex van betrekkingen licht, maar dat zij met deze relatie haar kenobject vormt. Dit /cenobject wordt dan in al zijn betrekkingen onderzocht. De geograaf is immers geenszins huiverig om b.v. den invloed van politieke of godsdienstige factoren binnen zijn gezichtsveld te betrekken, maar daarom rekent hij nog niet de geheele politiek en den godsdienst tot zijn kenobject. Om dergelijke samenhangen vast te stellen zal de geograaf inderdaad kennis moeten nemen van de feitelijke constateeringen van andere aangrenzende wetenschappen of hulpwetenschappen, echter zonder dat hem daarbij de lust tot annexatie of liefhebberen bekruipt. Van een principiëele fout, n.1. de miskenning van de algemeene interdependentie, is dus geen sprake. De opvattingen der sociografen over het differentiatieproces in de sociale wetenschap kan ik niet deelen. Volgens Dr. Kruyt hebben alle individualiseerende sociale wetenschappen het groepsleven tot object en is specialisatie mogelijk voor verschillende soorten van samenhangen. Ik ben daarentegen van meening, dat een dergelijke specialisatie slechts kan leiden tot velerlei,,grens wetenschappen tusschen de bestaande hoofden nevenwetenschappen. Alle sociale wetenschappen hebben wel dezelfde concrete object: de sociale werkelijkheid, maar elk der hoofdwetenschappen geschiedenis, geografie, economie en sociologie neemt daarvan slechts een deel voor zijn rekening. 5. Het vijfde punt heeft betrekking op de afkomst der sociografie. De sociografie is 'hoogstens een ondergeschoven kind van de geografie. Toen 7) Zooals eens bij een openbare promotie werd gezegd.

5 GEOGRAFIE EN SOCIOGRAFIE 331 Steinmetz als ethnoloog en socioloog met een leeropdracht in de aardrijkskunde belast werd, heeft hij een nieuw vak geconcipiëerd, omdat hij tegen de bestaande aardrijkskunde terecht ernstige bezwaren had. De opbouwende gedachten heeft hij daarbij geheel ontleend aan de ethnografie en de positivistische sociologie, ten opzichte van de bestaande geografie had hij slechts critiek. Het wetenschappelijk verleden van den grondlegger der sociografie is uiteraard bepalend geweest voor haar karakter. Het is de behoefte aan een individualiseerende sociologie geweest, die Steinmetz tot zijn sociografie gebracht heeft, min of meer als pendant van de historische economie en de ethnografie. De uitbreiding, die hij er aan gegeven heeft tot algemeene individualiseerende sociale wetenschap, was onjuist en te wijten aan het feit, dat men in de ethnografie eveneens geen beperking kende. De geringe differentiatie in de cultuurwetenschap had niet mogen leiden tot een miskenning van de bestaande differentiatie in de sociale wetenschap. Men ziet dit thans ook wel gedeeltelijk in en spreekt nu van de sociografische familie of sociografisch wetenschapscomplex, waartoe ook de geografie en de economische beschrijving zouden moeten behooren. In plaats van zich als individualiseerende sociologie naast deze wetenschappen te plaatsen, matigt zij zich aan hen alle te omvatten: de geografie mag niet vergeten op sociografischen grondslag te staan, zegt Dr. Kruyt. In dezen gedachtengang zou men ook verwachten, dat de economie een onderdeel van de sociologie zou zijn, een consequentie, die voor de generaliseerende wetenschappen niet getrokken schijnt te worden. De geografie is zich volkomen bewust'een individualiseerende sociale wetenschap te zijn; zou Dr. Kruyt hiermede niet tevreden kunnen zijn? Bovendien wordt gewezen op de eischen van de practijk, die den geograaf zouden moeten dwingen ook de criminaliteit, de mentaliteit, het gezins- en vereenigingsleven, enz. enz. in zijn studieveld te betrekken, omdat de differentiatie nog niet zoover is voortgeschreden en omdat, indien hij deze onderwerpen buiten beschouwing laat, een ander er zich niet zoo gauw toe aangetrokken zal gevoelen. Dus liever eenige oppervlakkige beschouwingen ter wille van de veelzijdigheid, dan een specialisatie van deskundigen, die in principe blijkbaar ook mogelijk wordt geacht. Laat ons hopen, dat eens de tijd zal komen, dat deze differentiatie wel zoover zal zijn voortgeschreden, dat men zich tot het eigen terrein zal mogen beperken. 6. Het zesde punt betreft de kwalificatie der sociografie als toegepaste wetenschap, indien zij betrekking heeft op concrete objecten, die bestudeering vragen in verband met voorgenomen practische maatregelen. Dr. Kruijt is van meening, dat ook de zuivere wetenschap betrekking kan hebben op concrete objecten, omdat hij zijn sociografie nu eenmaal als

6 332 GEOGRAFIE EN SOCIOGRAFIE een wetenschap beschouwt. Ik heb echter de oude tegenstelling abstracte sociologie tegenover concrete sociografie willen vervangen door de onderscheiding generaliseerende sociologie en individualiseerende sociografie. Daarbij is de abstractiegraad van de generaliseerende wetenschap uiteraard hooger dan van de individualiseerende, maar ook deze laatste abstraheert haar eigen kenobject uit de concrete werkelijkheid. De zuivere wetenschap kent zoowel binnen de individualiseerende als binnen de generaliseerende wetenschap twee graden van abstractie. Ik wees in mijn proefschrift reeds op het typische verschil tusschen geschiedenis als sociale wetenschap en cultuurgeschiedenis, dat nl. de laatste o.a. minder namen noemt en vager is in de tijdsbepaling; een zelfde gradueel verschil treffen we aan tusschen de generaliseerende sociologie en de sociale philosophie. In de toegepaste wetenschap zijn de onderzoekingsobjecten concreet en wordt onderscheid gemaakt tusschen vooronderzoek (survey) en doelonderzoek (research), al naar gelang men speciale of algemeene maatregelen op het oog heeft. De individualiseering en de generaliseering worden hier dus door het doel bepaald. Bij 'het research tast men nog in het duister over den aard der te nemen maatregelen (b.v. migratie-onderzoek met het oog op een te voeren migratiepolitiek), bij het survey is de aard der maatregelen volkomen bepaald en komt het slechts op de uitwerking aan (b.v. een streekplan of een grenswijziging). Het is inderdaad juist, dat de Amsterdamsche sociografie niet past in een wetenschapssysteem, dat de wetenschappen naar verschillende logische gezichtspunten groepeert. De waarde van de wetenschapssystematiek is échter mede hierin gelegen, dat zij ten aanzien van dat stuk gecompliceerde werkelijkheid, dat deze sociografie vormt, kan vaststellen uit welke essentiëele bestanddeelen zij is samengesteld. In drie vormen doet de sociografie zich aan ons voor: 1. als individualiseerende sociologie (Soziographie van Heberle en von Wiese); 2. als synthetische sociografie (Steinmetz); 3. als toegepaste sociale wetenschap ( social research, bv. Booth, Seebohm Rowntree). Dr. Kruyt meent, dat deze vormen kunnen samengaan zonder schade voor de begripsvorming. W ij zijn daarentegen van meening, dat elk dezer vormen zijn eigen methodologische eischen stelt, in het bijzonder ten opzichte van de objectbepaling. Bij de sociografie als individualiseerende sociologie is dit het sociologisch kenobject, bij de synthetische sociografie het sociaal-wetenschappelijk concreet object, bij het sociale doelonderzoek wordt het concreet object door het doel bepaald. Houdt men met deze methodologische feiten geen rekening, dan moet men in compilatie vervallen.

7 J. CH. W. VERSTEGE Wanneer Dr. Kruyt bij punt 7 tegenstrijdigheden in het betoog meent te constateeren, is dat uitsluitend te wijten aan het feit, dat het hem ontgaan is, dat een synthese, die op een practisch doel is gericht, vruchtbaar kan zijn, een synthese binnen de sociale wetenschap bij het voortschrijden van de noodzakelijke specialisatie steeds onvruchtbaarder zal worden. Hiermede zij ook het blijkbaar onbegrijpelijke futurum verklaard, dat de synthetische sociale monografieën, die niet op een doel gericht zijn, onvruchtbaar zullen blijken te zijn. W ij willen het hierbij laten en eindigen met een enkel woord ten aanzien van de samenwerking in het Instituut voor Sociaal Onderzoek van het Nederlandsche Volk. In dit research-instituut is wel gebleken, dat zooals ik trouwens reeds schreef sociografen en geografen elkander kunnen vinden in de toegepaste wetenschap en daar van elkander kunnen leeren. De methode-strijd, die zich dus in de eerste plaats richt tegen de handhaving van de synthetische sociografie als wetenschapscomplex, zal in deze samenwerking niets behoeven te veranderen, tenzij Dr. Kruyt persoonlijke animositeit verwacht. De slotpassages van zijn artikel zouden dit doen vermoeden. Ik zou zulks ernstig betreuren. Het zijn juist mijn ervaringen in het concreet sociaal onderzoek geweest, die mede aanleiding waren in een systematologische studie te onderzoeken, waarom geografie en sociografie elkander in de toegepaste wetenschap zoo nabij kwamen, terwijl in de wetenschap een duidelijk verschil bleef te onderkennen. De zg. onverzoenlijken onder de jongeren zoeken de verzoening dus elders, niet in een beginsellooze wetenschap. Nadat bovenstaand antwoord aan Dr. Kruyt was ingezonden verscheen een gelijkgestemd artikel in dit tijdschrift van Dr. van Heek.8) W ij willen ons bepalen tot de behandeling van zijn beschouwingen aangaande het eigenlijke probleem, dat ons hier bezig houdt en voorbijgaan aan de verschillende argumenten ad hominem. In menig opzicht kan ik volstaan met te verwijzen naar bovenstaande puntsgewijze behandeling van Dn Kruyt s artikel, maar op enkele punten zal een nadere toelichting niet kunnen worden gemist. In de eerste plaats schijnt het noodig te zijn nog eens scherp tegenover elkaar te stellen de interne methodiek en de z.g. externe methodiek of systematiek. De eerste houdt zich bezig met de verschillende methodologische opvattingen binnen de wetenschap, de laatste met verhoudingen tusschen de wetenschappen onderling. Zoo zoekt de beoefenaar van de interne methodiek zijn weg tuschen de opvattingen van Hettner, Banse, 8) F. van Heek: Eenige opmerkingen omtrent de plaats van de sociografie en de sociale geografie binnen het kader der sociale wetenschappen. Mensch en Maatschappij. 20e Jrg. Nr. 4. (15 Juli 1944)

8 334 J. CH. W. V ERST E G E Schlüter, Vidal de la Blache, Brunhes, Demangeon e.a. De systematicus daarentegen scheert hen allen over één kam en noemt hen allen beoefenaren van een en dezelfde wetenschap, de geografie. Hij zoekt dus niet naar hetgeen hen van elkaar onderscheidt, maar juist naar datgene wat zij gemeen hebben. W a t is het grondthema voor al deze wetenschappelijke werkers, dat zij zich allen tooien met den naam geograaf? Als grondthema klinkt in al hun werk het feit door, dat de mensch op aarde leeft, m.a.w. dat er een betrekking is tusschen de menschen en de hen omringende natuur. De wijze, waarop ieder geograaf tot zijn probleemstelling komt, laat deze grondrelatie van zijn wetenschap onaangeroerd. Bij de sociologie en de economie is het niet anders. Er is geen sprake van dat ik de Beziehungslehre van von Wiese heb uitverkoren als de sociologie bij uitnemendheid. Zijn formeele sociologie kan ook mij geenszins bevredigen, maar met het ideologisch criterium, dat zoo algemeen mogelijk moet worden gesteld, is nog niets vastgelegd omtrent de wijze, waarop de verschillende sociologen hun wetenschap opbouwen. Heeft Dr. van Heek er zoo gezien nog bezwaar tegen, wanneer als grondthema van de sociologie wordt aangewezen het feit, dat de mensch in groepsverband leeft en dus systematologisch de mensch-mensch-betrekking het ideologisch criterium is van eiken vorm van sociologie? W a t de economie betreft, is geen beperking tot de studie van de bevrediging van stoffelijke behoeften bepleit. Ook de bevrediging van geestelijke behoeften kam tot haar studieterrein behooren, doch alleen met deze beperking, dat er sprake moet zijn van een ver goed ing. Een behoeftebevrediging, die niet voor vergoeding in aanmerking komt, valt buiten het gezichtsveld van den econoom. De mensch-goed-relatie beperkt den econoom dus geenszins tot de stoffelijke behoeften. Het tweede punt betreft de tegenstelling tusschen synthetisch en analytisch onderzoek. A l kan de natuurwetenschappelijke research als toegepaste wetenschap zoowel analytisch als synthetisch zijn, de zuivere natuurwetenschap is steeds analytisch. Ik verwerp dan ook een z.g. synthetisch landschapsonderzoek of physiografie, zoodat Dr. van Heek een slag in de lucht doet, wanneer hij schrijft, dat ik daarbij bepaalde physische verschijnselen zou willen verwaarloozen en deze synthese in de natuurwetenschap door sociaalwetenschappelijke onderzoekers zou willen doen uitvoeren. De op zichzelf physische verschijnselen, die sociale beteekenis hebben, worden in de sociale wetenschap sociale verschijnselen. Deze gedachte heeft Dr. van Heek niet kunnen volgen, zoodat hij de vraag stelt, of de geograaf zich b.v. niet meer zou mogen bezighouden met den invloed van het klimaat op het groepsleven. Ons antwoord luidt: Het zijn de mogelijkheden, die het klimaat aan de menschelijke groepen in hun welvaartsstreven

9 GEOGRAFIE EN SOCIOGRAFIE biedt, die als zuiver sociale verschijnselen in de sociale wetenschap, de geografie, thuis hooren. Dr. Van Heek vindt de voor de geografie als analytische wetenschap opgeëischte autonomie getuigen van een misplaatste zelfverzekerdheid. De geografie zou wel degelijk de synthese brengen van andere wetenschappen, maar alleen de fout begaan in de synthese halverwege te blijven steken. Ik heb daartegenover de stelling verkondigd, dat de geografie onverschillig kan staan ten opzichte van de resultaten van andere wetenschappen. W ant wat verstaat men onder resultaten? M.i. niet de arbeidsmethoden, niet de feitelijke constateeringen, maar de uit een bepaalden gezichtshoek vastgestelde samenhangen. De geograaf beziet de sociale werkelijkheid vanuit een anderen gezichtshoek dan de socioloog en de econoom. De door hen geconstateerde samenhangen vallen dus geheel buiten zijn gezichtsveld. en van een synthese kan geen sprake zijn. De geografie beschrijft dus ook niet synthetisch physische, economische en sociologische verschijnselen, maar slechts zuiver geografische verschijnselen, die uitsluitend tot haar A:enobject behooren. Immers de bedoeling, waarmede een zelfde concreet verschijnsel door verschillende wetenschappen wordt gereleveerd, is verschillend. De roep om synthese in de wetenschap is aan de geografen geenszins voorbij gegaan. Integendeel, zij hebben getracht in het regionaal onderzoek hunnerzijds aan deze groote behoefte te voldoen. Naast deze synthese in de toegepaste wetenschap, waaraan een practisch doel richting geeft, is binnen de wetenschap zelve nog plaats voor de synthese in de cultuurwetenschap, die de verschijnselen naar hun waarde voor de cultuur waardeert, Een synthese binnen de eigenlijke sociale wetenschappen acht ik onaanvaardbaar, doordat de keuze en behandeling van de sociale verschijnselen niet gericht en aan waarden getoetst kan worden. Zoo is Lynd s Middletown het voorbeeld van een zinvolle- synthese, omdat hierin een typische gemeenschap in zijn cultureele beteekenis wordt geschetst. Den cultuurhistoricus met concreet sociaal onderzoek te belasten is verre van mij! Volgens Dr. van Heek zou de Utrechtsche geografie misbruik maken van de geringe beoefening der regionale physische geografie en economische geografie door zich thans autonoom te verklaren! Naarmate deze toestand zou veranderen, zouden de geografen toch in de richting van de synthese gedrongen worden. W ij zien den opbloei van sociale grens- en nevenwetenschappen zonder angst tegemoet, in tegendeel wij zullen ons hierin slechts kunnen verheugen, niet omdat wij dan met synthese van andermans vindingen kunnen volstaan, maar omdat een algemeene opbloei der sociale wetenschappen aan de geografie en het regionaal onderzoek slechts ten goede kan komen.

10 336 GEOGRAFIE EN SOCIOGRAFIE Eigenaardig is het ten slotte te lezen, dat de Nederlandsche geograhe gedoemd is ten onder te gaan door gebrek aan onderzoekingsobjecten! Nederland staat de. urbanisatie te wachten en waar blijft dan de geograaf met zijn mensch-natuur-relatie? Voor dit z.g. toekomstbeeld is de geograaf evenmin bevreesd. W el voelt hij zich geenszins geroepen een arbeiderswijk in een groote stad tot onderwerp te maken van een geografische monografie, aangezien dit niet zou strooken met zijn geografische kenobject, maar daarom zullen de groote stedelijke agglomeraties als zoodanig nog niet buiten zijn kenobject vallen. De geografische monografie laat zich bij haar terreinkeuze leiden door andere beginselen dan saamhoorigheidsgevoel en economische positie, die voor concrete menschelijke groepeeringen beteekenis hebben. Tegenover de uitspraak van Steinmetz, dat het object van een wetenschap bepaald wordt door de intensiteit van de samenhangen in een bepaald verschijnselengebied, moge wederom Max Weber worden geciteerd:,,nicht die sachlichen Zusammenhänge der Dinge, sondern die gedanklichen Zusammenhänge der,,probleme liegen den Arbeitsgebieten der Wissenschaften zugrunde. De lezer, die de discussie geheel heeft willen volgen, moet wel tot de conclusie zijn gekomen, dat bijna alle geschilpunten terug zijn te brengen tot het kennisprobleem en wel in het bijzonder tot deze twee diepgaande controversen: 1. concreet object kenobject; 2. analyse synthese. Zoolang men ten aanzien van deze twee tegenstellingen op een verschillend standpunt blijft staan, is het volmaakt onmogelijk tot overeenstemming te geraken en is een verdere gedachtenwisseling eigenlijk onvruchtbaar. Ik heb dan ook slechts op beide artikelen in dit tijdschrift willen reageeren, juist om aan te toonen, dat de tegenstelling zeer principieel is en uitsluitend gefundeerd is in de wetenschapsleer. 9) Ibidem, pg. 166

Sociografie en Sociale Geografie*

Sociografie en Sociale Geografie* 249 verschaften voor de topografie van het oude land Palestina?.n met groote belangstelling ziet daarom de geograaf de toekomstige opgravingen tegemoet. Dr. A. VAN DEURSEN. Sociografie en Sociale Geografie*

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden.

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden. ONDERWIJSRAAD. nkis 2 N". 'S-GRAVENHAGE, WÊÊËÈÈiM ) 9 2 Bericht op schrijven van ^ ^ Ä e n gelieve bij het antwoord n ä$&p dagteekening en 'nummer van Betreffende: MÀ?..?.Ï.Y...Y an 2,KXC, dit schrijven

Nadere informatie

f ONDERWIJSRAAD. N. 1642 A. 'S-GRAVENHAGE, 2jT-Apr.il 1923.

f ONDERWIJSRAAD. N. 1642 A. 'S-GRAVENHAGE, 2jT-Apr.il 1923. f ONDERWIJSRAAD. N. 1642 A. 'S-GRAVENHAGE, 2jT-Apr.il 1923. Bericht op schrijven van.24februari»23 No.699 Frankenstraat 39. Afd.H.O., 11 ir.,a» 4inn laj» ~ ^en g e l ieve bij het antwoord dagteekening

Nadere informatie

«JNIDERWIJSRAAD. S-GRAVENHAGE,.0. Juli N A..

«JNIDERWIJSRAAD. S-GRAVENHAGE,.0. Juli N A.. «JNIDERWIJSRAAD. ' N....7.354... A.. L. Bericht op schrijven van...1 Juni 192.7...No.l702,Afd.H.O. ^ ~ Betreffende : Techni sehe herz i en ing..aca.d.e.mis.cji...s.t.a.t.uu.t.» S-GRAVENHAGE,.0. Juli 192

Nadere informatie

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk G. Dekker Aan het kerkelijk gemengde huwelijk wordt vanuit de sociale wetenschappen niet zo bijzonder veel aandacht geschonken. De belangstelling

Nadere informatie

Prof. Doekes over de kerk (1)

Prof. Doekes over de kerk (1) Prof. Doekes over de kerk (1) Onderstaand het eerste artikel van prof. Doekes met als titel Afscheiding. AFSCHEIDING Is afscheiding alleen geoorloofd wanneer wij durven verklaren: deze gemeente is een

Nadere informatie

VOORWAARDELIJKE VEROORDEELING

VOORWAARDELIJKE VEROORDEELING VOORWAARDELIJKE VEROORDEELING DOOR MR. O. E. G. GRAAF VAN LIMBURG STIRUM Nu bij de behandeling van de begrooting voor 1925 (o. m. in het Voorloopig Verslag van de Commissie van Rapporteurs) wederom de

Nadere informatie

met de historische denkvvijze, die

met de historische denkvvijze, die DE GEVAREN DER MODERNE SOCIOLOGIE. (Samenvatting van het referaat, te houden door Pro/ Dr H. Dooyeweerd op het C.S.B.-Congres van 7 6 Sept. a.s.). I - De grondlegging van de mo derne sociologie als zelfstandige

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands

Examen HAVO. Nederlands Nederlands Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 20 juni 13.30 16.30 uur 20 06 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 47 punten te behalen; het examen bestaat uit 22 vragen

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL

Examenopgaven VMBO-GL en TL Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30 15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID CSE GL EN TL NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID VBO-MAVO-D Bij dit examen hoort een tekstboekje. Dit examen

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2014 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 18 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 48 punten

Nadere informatie

ontladingsverschijnselen. Bij den Heer P. Noordhoff te Groningen is een boekje uitgekomen samengesteld

ontladingsverschijnselen. Bij den Heer P. Noordhoff te Groningen is een boekje uitgekomen samengesteld 180 TIJD EN KALENDER Boekbeoordeeling. samengesteld Bij den Heer P. Noordhoff te Groningen is een boekje uitgekomen»beveiliging tegen bliksemschade door Dr. D. van Gulik maatschappij van en uitgegeven

Nadere informatie

GELOOF&WETENSCHAP KUNNEN WE WETEN OF GOD BESTAAT? Gerard Nienhuis

GELOOF&WETENSCHAP KUNNEN WE WETEN OF GOD BESTAAT? Gerard Nienhuis GELOOF&WETENSCHAP KUNNEN WE WETEN OF GOD BESTAAT? Gerard Nienhuis De natuurwetenschap levert ons de meest betrouwbare kennis die voor ons toegankelijk is. Geen andere kennisbron levert dezelfde mate van

Nadere informatie

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876.

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. A A (Extract). EXTRACT nit het Register der Resolutien van den Minister van Financien. In- en uitgaande regteu en accijnsen. N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. Dc Minister, enz. Heeft goedgevonden

Nadere informatie

OMffiRWIJSRAAD. 'S-GRAVENHAGE, mjttbbjçgassamigqi Stat 125.

OMffiRWIJSRAAD. 'S-GRAVENHAGE, mjttbbjçgassamigqi Stat 125. OMffiRWIJSRAAD. Bericht op schrijven van.,...: i 13. ff ebruari 1930»Nr.436» Af d.h.o» Betreffende: eer-s-toexes.--vo-or de moderne...talen aim de Ri jksuniversi t ei t en# 'S-GRAVENHAGE, mjttbbjçgassamigqi

Nadere informatie

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN 10.2.9 Andere verbanden Soms worden ook nog de volgende verbanden onderscheiden: 1 toelichtend verband (komt sterk overeen met het uitleggend verband) 2 argumenterend verband 3 verklarend verband Deze

Nadere informatie

degelijk boek lijn wordt aangegeven, Boekbeoordeeling. Volgens leerling eerst eenige chemie geleerd moet hebben, voor hij met dit

degelijk boek lijn wordt aangegeven, Boekbeoordeeling. Volgens leerling eerst eenige chemie geleerd moet hebben, voor hij met dit Boekbeoordeeling. Wilhelm Ostwald. Grondslagen der chemie. Een inleiding tot alle chemische leerboeken, vertaald door Dr. W. P. Jorissen, Groningen, J. B. Wolters 1908. Voor korten tijd is een vertaling

Nadere informatie

Proefboerderijen in de provincie Groningen,

Proefboerderijen in de provincie Groningen, Proefboerderijen in de provincie Groningen, door Dr. D. J. Hissink, In de Algemeene Vergadering van de Groninger Maatschappij van Landbouw en Nijverheid, gehouden te Groningen op 24 Juni 1913, diende de

Nadere informatie

instellingen, maar al is de beteekenis van den invloed dier bijzondere personen groot, na eene periode van belangstelling en enthousiasme voor

instellingen, maar al is de beteekenis van den invloed dier bijzondere personen groot, na eene periode van belangstelling en enthousiasme voor 27 wensch om eene nieuwe regeling te scheppen, maar niet van de gedachte, of men meer voelt voor de openbare school of de bijzondere school of omgekeerd. De Minister CORT VAN DER LINDEN zeide nog in de

Nadere informatie

KENNIS OF VAARDIGHEDEN, EEN SCHIJNDISCUSSIE

KENNIS OF VAARDIGHEDEN, EEN SCHIJNDISCUSSIE KENNIS OF VAARDIGHEDEN, EEN SCHIJNDISCUSSIE J.M. Praamsma Universiteit Utrecht 2000 In Geografie Educatief eerste kwartaal van dit jaar is een oude discussie nieuw leven ingeblazen: moet de aardrijkskundeles

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht

2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht 2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht Aanleiding De Commissie Wetenschappelijke Integriteit UM heeft op (..) 2014 een door (..) (klager) ingediende klacht ontvangen.

Nadere informatie

CHINEESCHE IMMIGRANTEN

CHINEESCHE IMMIGRANTEN PUBLICATIES VAN HET GEOGRAFISCH EN SOCIOGRAFISCH SEMINARIUM DER UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM F. VAN HEEK CHINEESCHE IMMIGRANTEN IN NEDERLAND N. V. DRUKKERIJ,,'T KOGGESCHIP" - AMSTERDAM CHINEESCHE IMMIGRANTEN

Nadere informatie

SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet#

SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# 162 30. SJb Mei 8. 19 Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# De Berste Af deeling van den Onderwijsraad heeft de eer hierbij ter kennis van Uwe Excellentie te brengen

Nadere informatie

w SCHETSKAARTEN UITGEGEVEN DOOR DE NATIONALE UNIE

w SCHETSKAARTEN UITGEGEVEN DOOR DE NATIONALE UNIE i OU MALAIS V. r;b,aparxy w SCHETSKAARTEN UITGEGEVEN DOOR DE NATIONALE UNIE 1. Tracé van het Eendrachtskanaal met zeehaven Bergen op Zoom. 2. Uitmonding van voormeld kanaal en haven in de Open Westerschelde.

Nadere informatie

BEZUINIGING OP MARINE

BEZUINIGING OP MARINE '1^^ BEZUINIGING OP MARINE }:J' -'.iuircr^^i ' -V " UITGAVE VAN ÓE CE t]^ate êömmissie VOOR BEZUINIGING DER NEDERLANDS CHE MAAT SCHAPPIJ VOOR NIJVERHEID EN HANDEL.^^Jy I ^ "^mm Overdruk uit Maatschappij-Belang-en"

Nadere informatie

HEGEL S LOGICA. door Mr Drs A.Börger

HEGEL S LOGICA. door Mr Drs A.Börger HEGEL S LOGICA door Mr Drs A.Börger HEGEL S LOGICA door Mr Drs A.Börger Het begin is het abstracte Zijn, dat niets is. Dit Zijn in dus tevens Niet-Zijn. Eenheid: Worden. Zijn is negatie van Niet-Zijn;

Nadere informatie

I. Probleemstelling. a b blz TOEPASSING VAN STEEKPROEVEN B IJ DE ACCOUNTANTSCONTROLE door R. de Koning

I. Probleemstelling. a b blz TOEPASSING VAN STEEKPROEVEN B IJ DE ACCOUNTANTSCONTROLE door R. de Koning TOEPASSING VAN STEEKPROEVEN B IJ DE ACCOUNTANTSCONTROLE door R. de Koning Aan het onderwerp steekproeven bij de accountantscontrole werden enkele jaren geleden in dit blad verschillende artikelen gewijd.

Nadere informatie

Onze geestelijke werkelijkheid. uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956

Onze geestelijke werkelijkheid. uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956 uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956 Wanneer je leeft en je zoekt naar hogere krachten, dan vind je veel verbluffende verschijnselen. Je vindt de grote goden en de kleine goden als werkzame krachten

Nadere informatie

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4.1 Het prestige van de kerken De kerken zijn niet meer de gezaghebbende instanties van vroeger. Dat is niet alleen zo in Nederland. Zelfs in uitgesproken godsdienstige

Nadere informatie

Eindexamen havo filosofie II

Eindexamen havo filosofie II Opgave 2 Het geval Phineas Gage 9 maximumscore 2 een uitleg hoe vanuit de fysiologische benadering van emoties het veranderde gedrag kan worden verklaard: de lichamelijkheid van de hersenschade kan tot

Nadere informatie

- 2 - Wij deelen iets aan elkander mede. Gij aan ons, die hier de ongezienen zijn, en wij aan U.

- 2 - Wij deelen iets aan elkander mede. Gij aan ons, die hier de ongezienen zijn, en wij aan U. 29 Maart 1954 Welkom, goede vrienden, in deze zaal, die wij de opperkamer genoemd hebben; de opperkamer in de herinnering aan de opperzaal, waar zij, die hun Meester in de aardsche sfeer verloren hadden

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

LEI Plagiaat ongegrond

LEI Plagiaat ongegrond CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie

Nadere informatie

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst (Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

OVER HET WARMTETHEOREMA VANNERNST DOOR H. A. LORENTZ.

OVER HET WARMTETHEOREMA VANNERNST DOOR H. A. LORENTZ. OVER HE WARMEHEOREMA VANNERNS DOOR H. A. LORENZ. De thermodynamische stelling die eenige jaren geleden door Nernst werd opgesteld, komt hierop neer dat de entropieën van twee gecondenseerde, b.v. vaste

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

HET BEROEPSGEHEIM VAN DEN MEDICUS

HET BEROEPSGEHEIM VAN DEN MEDICUS HET BEROEPSGEHEIM VAN DEN MEDICUS d o o r M. P. VRIJ. Niet zoozeer een medische kwestie en niet zoozeer een recht tot zwijgen, doch veeleer een m oreel-m aatschappelijk probleem. Krachtens de functie van

Nadere informatie

EN AARDRIJKSKUNDE AARDRIJK REDE DR.J. I. S. ZONNEVELD J. B. WOLTERS / GRONINGEN /1958 UITGESPROKEN BIJ DE AANVAARDING

EN AARDRIJKSKUNDE AARDRIJK REDE DR.J. I. S. ZONNEVELD J. B. WOLTERS / GRONINGEN /1958 UITGESPROKEN BIJ DE AANVAARDING AARDRIJK EN AARDRIJKSKUNDE REDE UITGESPROKEN BIJ DE AANVAARDING VAN HET AMBT VAN GEWOON HOOGLERAAR IN DE NATUURKUNDIGE AARDRIJKSKUNDE, DE GEOMORFOLOGIE EN DE LANDBESCHRIJVING AAN DE RIJKSUNIVERSITEIT TE

Nadere informatie

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten,

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten, 2714 De Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Assen, Gezien het beroepschrift, ingediend door X te Z, d.d. 6 November 1925 tegen de uitspraak van den Inspecteur der directe belastingen te Y op

Nadere informatie

LOWI Advies 2014, nr. 11

LOWI Advies 2014, nr. 11 LOWI Advies 2014, nr. 11 Advies van 28 november 2014 van het LOWI ten aanzien van de klacht van Verzoeker, ingediend op 2014 en gericht tegen het besluit van het Bestuur van 2014. 1. De klacht De klacht

Nadere informatie

BIJLAGE I BIJ NOTULEN 1992-2 af d. 1 Adv.es niet-ambtelyke adviescommissie WOB. Uw kenmerk WJZ 92020104/3223 d.d. 30 maart 1992

BIJLAGE I BIJ NOTULEN 1992-2 af d. 1 Adv.es niet-ambtelyke adviescommissie WOB. Uw kenmerk WJZ 92020104/3223 d.d. 30 maart 1992 BIJLAGE I BIJ NOTULEN 1992-2 af d. 1 Adv.es niet-ambtelyke adviescommissie WOB. Onderwijsraad Aan de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, de heer drs. J. Wallage Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands 2006-2007 Samenvatting door een scholier 1526 woorden 1 mei 2007 7,5 102 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting examenbundel Nederlands 2006-2007 1.

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.0351 (005.03) ingediend door: hierna te noemen klaagster', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlandsch Burgerlijk Recht: Algemeen deel Scholten, Paul

Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlandsch Burgerlijk Recht: Algemeen deel Scholten, Paul UvA-DARE (Digital Academic Repository) Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlandsch Burgerlijk Recht: Algemeen deel Scholten, Paul Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

DE VOLKENBOND INHOUDSOPGAVE

DE VOLKENBOND INHOUDSOPGAVE / \ Exc. ZEVENDE JAARGAWG Mo. 2 OCTOBER IWI DE VOLKENBOND MAANDELIJKSCH TIJDSCHRIFT VOOR INTERNATIONALE VRAAGSTUKKEN OFFICIEEL ORGAAN VAN DE VEREENIGING VOOR VOLKENBOND EN VREDE < ; 7S ABONNEMENT: F $.

Nadere informatie

Medewerkers aan dit nummer

Medewerkers aan dit nummer Medewerkers aan dit nummer H. A. M. Wilke studeerde sociale psychologie van 1963-1967 te Utrecht. Hij promoveerde op een onderwerp over koalitie-formatie in 1968 bij prof. dr. M. Mulder. Na een post-doct.

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

PPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée. met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee.

PPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée. met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee. PPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée klassee UÏI de tesgere faupppieiioai met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee. (Strekkende m voldoening aan de voorlaatste

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7. ,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!.

Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7. ,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!. Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!. L. S. Het is velen in Holland wellicht bekend, hoe ik, eerst onlangs uit Zuid-Afrika teruggekeerd, den langen en b'!ngen

Nadere informatie

University of Groningen. Statica en dynamica Kool, Cornelis

University of Groningen. Statica en dynamica Kool, Cornelis University of Groningen Statica en dynamica Kool, Cornelis IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version

Nadere informatie

Tolstoj als pedagoog CAHIER. Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond

Tolstoj als pedagoog CAHIER. Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond Tolstoj als pedagoog CAHIER 3h Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs

Nadere informatie

I n l e i d i n g. 1 He t b e g r i p a r m o e d e

I n l e i d i n g. 1 He t b e g r i p a r m o e d e DEEL C ARMOEDE 1 Het b e g r i p a r m o e d e I n l e i d i n g Dit deel is enigszins afwijkend van de voorgaande twee, in die zin dat het intellectuele debat over armoede en de oorzaken daarvan niet

Nadere informatie

Vereniging van leraren in de Economisch/maatschappelijke vakken

Vereniging van leraren in de Economisch/maatschappelijke vakken Vereniging van leraren in de Economisch/maatschappelijke vakken Schelluinen, 5 juli 2018 Feedback vanuit Vecon voor het ontwikkelteam M&M Geacht ontwikkelteam M&M, Hierbij een reactie van de Vecon. Inleiding

Nadere informatie

- voldoet het manuscript als proeve van bekwaamheid tot het zelfstandig beoefenen van wetenschap;

- voldoet het manuscript als proeve van bekwaamheid tot het zelfstandig beoefenen van wetenschap; LOWI-advies 2009, nr. 02 Advies inzake de klacht van ir.. tegen het aanvankelijke oordeel van het College van Bestuur van. van.2008, op de klacht van klager inzake de schending van wetenschappelijke integriteit

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 07-06 Datum : 13 november 2007 Partijen : de cliëntenraad , vertegenwoordigd door zijn voorzitter, ,

Nadere informatie

meer vereenigbaar met de kennis, die vereischt wordt om

meer vereenigbaar met de kennis, die vereischt wordt om MIJNE HEEREN CURATOREN, PROFESSOREN EN LECTOREN, DAMES EN HEBREN PRIVAATDOCENTEN, DOCTOREN EN STUDENTEN EN GIJ ALLEN, DIE DOOR UW TEGENWOORDIGHEID UW BELANGSTELLING TOONT meer vereenigbaar met de kennis,

Nadere informatie

Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl)

Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl) Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 16 mei 9.00 12.00 uur 20 01 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

ECLI:NL:OGEAM:2016:86 ECLI:NL:OGEAM:2016:86 Instantie Datum uitspraak 19-12-2016 Datum publicatie 12-01-2017 Zaaknummer Lar 78/2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Nadere informatie

Redactiestatuut Geestgronden

Redactiestatuut Geestgronden Redactiestatuut Geestgronden 1. Uitgave 1.1. Geestgronden is een uitgave van de Stichting Historisch Egmond (SHE), in deze vertegenwoordigd door het bestuur. 1.2 Geestgronden verschijnt drie maal per jaar

Nadere informatie

PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN

PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN No. 146 28-3-'36 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN OMTRENT DE BEBAKENING VOOR SPOORBAAN OVERWEGEN

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

De Heer DE SAVORNIN LOHMAN zou wenschen, dat voor de exploitatie-uitgaven een gemiddelde genomen werd over een zeker aantal jaren.

De Heer DE SAVORNIN LOHMAN zou wenschen, dat voor de exploitatie-uitgaven een gemiddelde genomen werd over een zeker aantal jaren. 133 ontwikkeld, n.1. in dezen gedachtengang, dat de uitgaven voor de openbare scbool zouden worden verdeeld tusschen de gemeente, de provincie en bet Rijk. Daar kwam dus bij de viaag, over wie en in welke

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S20-06 Datum uitspraak: 26 oktober 2012 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER in het geschil tussen: R.J. Kok te Enkhuizen verder te noemen: Kok, tegen: Bindend Advies Stichting Woondiensten

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER)

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER) SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER) UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 1973, no. 14-19

Nadere informatie

ANTWOORD AAN PROF. DR, J. H. GUNNING JE.

ANTWOORD AAN PROF. DR, J. H. GUNNING JE. ANTWOORD AAN PROF. DR, J. H. GUNNING JE. Hooggeleerde Heer, liooggachte Broeder, Vergun mij nog eenmaal, een oogenblik Uwe welwillende aandacht te vragen voor een kort antwoord op Uwe geëerde letteren.

Nadere informatie

Enjoy your symptom! Woord vooraf door Arnon Grunberg

Enjoy your symptom! Woord vooraf door Arnon Grunberg Enjoy your symptom! Woord vooraf door Arnon Grunberg 1) Freud omschreef zichzelf tegenover Romain Rolland als een man die een groot deel van zijn leven heeft besteed aan het vernietigen van zijn eigen

Nadere informatie

De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft de eer aan de e erste... afdeeling van..tax

De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft de eer aan de e erste... afdeeling van..tax MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. Met twee bijlagen of N 202881 AFDEELING Ho.oger onderwijs«181 De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft de eer aan de e erste... afdeeling

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Zaaknummer : 2014/150 Rechter(s) : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 Partijen : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid College Bekostiging

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

Betreffende: Exa^ag j de psychologie Zijne Excellentie de Minister 3 " van Onderwijs, Kunsten en wetenschappeet te 's-gbavbnhage

Betreffende: Exa^ag j de psychologie Zijne Excellentie de Minister 3  van Onderwijs, Kunsten en wetenschappeet te 's-gbavbnhage ONDERWIJSRAAD No 05HÛ s-gravenhage, 5 Maart 19 52 ]f( Ajlft(^ T" U.V. Statenlaan 125 B ifct op schrijven van ÖJ AUfiUStUS 1951«M "" 9e ' ieve * het "" wocrd d '9,ekenln 9 1 Äl*»3»*» **** -y., en nummer

Nadere informatie

^3> MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN NR. 128168 4FD. H.O.W. Betreffende Studie in de sociale Wetenschappen. 25 November Î949 '

^3> MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN NR. 128168 4FD. H.O.W. Betreffende Studie in de sociale Wetenschappen. 25 November Î949 ' MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN % Bericht op schrijven van NR. 128168 4FD. H.O.W. Betreffende Studie in de sociale Wetenschappen. 's-gravenhage, M.n gelieve bij het antwoord nauwkeurig

Nadere informatie

De zienswijze is op de OPTA website onder thema interconnectie te vinden.

De zienswijze is op de OPTA website  onder thema interconnectie te vinden. Inleiding Bij brief van 17 december 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202957, heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) de markt op de hoogte gebracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

Advies van 2014 van het LOWI inzake de klacht van tegen het voorgenomen besluit van het Bestuur van 2014

Advies van 2014 van het LOWI inzake de klacht van tegen het voorgenomen besluit van het Bestuur van 2014 LOWI Advies 2014, nr. 07 Advies van 2014 van het LOWI inzake de klacht van tegen het voorgenomen besluit van het Bestuur van 2014 1. De klacht Klager heeft op 2014 een klacht bij het LOWI ingediend tegen

Nadere informatie

Ethica van Spinoza. (vertaald door D. Burger)

Ethica van Spinoza. (vertaald door D. Burger) Ethica van Spinoza (vertaald door D. Burger) Deze tekst is uitsluitend voor persoonlijk gebruik. Commercieel gebruik is niet toegestaan. Evenmin is het toegestaan de tekst te wijzigen, bewerken, geheel

Nadere informatie

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds Advies over het verschil van mening tussen Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds en FNV (Zorg en Welzijn) en CNV (Zorg & Welzijn) anderzijds, hierna gezamenlijk

Nadere informatie

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!!

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!! Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen

ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & Statenlaan 125. Bericht op schrijven van Meiv^gsèïieve bij het antwoord dagteekening 17. JU\XJ

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2013 tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 47 punten

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie vwo II

Eindexamen Filosofie vwo II 3 Antwoordmodel Opgave 1 De empirische werkelijkheid 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een goede uitleg van wat het verificatie- en het confirmatieprincipe inhouden 2 een goede uitleg dat

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer Dossiernummer 32-2009 OORDEEL Verzoeker de heer E. namens mevrouw O. te Almelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Nadere informatie

Zijne.Excellentie don Minister van Onderwijs, Kunst en en Wetenschappen. .'..s-gravenhaga» leden -ß en 3der 1» O» we t %

Zijne.Excellentie don Minister van Onderwijs, Kunst en en Wetenschappen. .'..s-gravenhaga» leden -ß en 3der 1» O» we t % ONDERWIJSRAAD. * ' r^téfë^ 0 ' : \' ' ' t '' &$ ^* N./128 70. 'S-GRAVENHA^E,*. + /f Maart 1934 Staten laan 125. Bericht op schrijven van fift***e e l' eve bü het antwoord dagteekening 24 AUgUStUS 1933»Nr»

Nadere informatie

land. We zijn hiertoe gedwongen. De ligging van ons land aan den mond der groote rivieren, het geheel of gedeeltelijk ontbreken van verschillende

land. We zijn hiertoe gedwongen. De ligging van ons land aan den mond der groote rivieren, het geheel of gedeeltelijk ontbreken van verschillende 84 Adres in zake Reisbelasting, Aan Zijne Excellentie den Minister van Financiën. Geven met verschuldigden eerbied te kennen Prof. Mr. Dr. S. R. Steinmetz en E. W. Hofstee, onderscheidenlijk Voorzitter

Nadere informatie

Sint-Jozefscollege: studierichtingen 3 de graad ASO

Sint-Jozefscollege: studierichtingen 3 de graad ASO Economie-Moderne Talen Economie Moderne Talen natuurwetenschappen 2 2 Duits 3 3 Engels 3 3 Frans 4 4 economie 5 5 wiskunde 3 3 In deze studierichting wordt inzicht in het economisch gebeuren gecombineerd

Nadere informatie

Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1

Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1 Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1 Beslissing van het LOWI van 24 november 2015 ten aanzien van de klacht van A, bij het LOWI ingediend op 22 april 2015 betreffende de verzoekschriftenprocedure

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 3 0 2 van (de voorzitter van) het van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van [naam] appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten

Nadere informatie

SLACHTOFFERSCHAP EN AGENCY IN DE PROSTITUTIE

SLACHTOFFERSCHAP EN AGENCY IN DE PROSTITUTIE Samenvatting SLACHTOFFERSCHAP EN AGENCY IN DE PROSTITUTIE Ervaringen en gezichtspunten van tienermeisjes van het platteland op West-Java Dit proefschrift gaat over tienermeisjes die afkomstig zijn van

Nadere informatie