1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Transcriptie

1 Bijlage uitruil en afkoop pensioenen gelijkblijvend ouderdomspensioen gelijkblijvend of 3% stijgend partnerpensioen Geldend vanaf 1 januari 2017 Als gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van uitruil, vervroegen, uitstellen, variatie in de hoogte van de uitkering van ouderdomspensioen of afkoop van (kleine) pensioenen, dan wordt gebruik gemaakt van de factoren die in deze bijlage zijn opgenomen. Voor deze mogelijkheden gelden de voorwaarden en grenzen zoals verwoord in het pensioenreglement en in deze bijlage. Voor definitieve vaststelling van de pensioenen na toepassing van de gekozen mogelijkheden dient een offerte aangevraagd te worden. Alleen aan de opgaven in de offerte kan een deelnemer rechten ontlenen. De actuariële factoren kunnen jaarlijks door worden herzien. 1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst In het pensioenreglement staat vermeld of het partnerpensioen gelijkblijvend is of dat het na ingang jaarlijks met 3% stijgt. Dit is van invloed op de hoogte van het uit te ruilen pensioen. Gelijkblijvend partnerpensioen Uitruilfactor 0,8316 0,8317 0,8317 0,8318 0,8319 0,8319 0,8319 0,8319 0,8319 0,8319 0,8317 0,8316 0,8314 0,8312 0,8310 0,8308 0,8304 Uitruilfactor 0,8301 0,8297 0,8292 0,8288 0,8283 0,8277 0,8272 0,8266 0,8260 0,8253 0,8248 0,8242 0,8235 0,8230 0,8225 0,8220 0,8215 Uitruilfactor 0,8212 0,8209 0,8207 0,8207 0,8207 0,8208 0,8212 0,8217 0,8222 0,8230 0,8239 0,8250 0,8263 0,8278 3% stijgend partnerpensioen na ingang Uitruilfactor 0,7786 0,7788 0,7792 0,7795 0,7799 0,7802 0,7804 0,7807 0,7809 0,7810 0,7811 0,7811 0,7810 0,7809 0,7808 0,7806 0,7803 Uitruilfactor 0,7799 0,7796 0,7792 0,7788 0,7783 0,7778 0,7773 0,7767 0,7762 0,7757 0,7753 0,7748 0,7744 0,7741 0,7739 0,7738 0,7737 Uitruilfactor 0,7738 0,774 0,7743 0,7748 0,7755 0,7763 0,7774 0,7786 0,7800 0,7817 0,7835 0,7857 0,7880 0,7906 Uitruil van ouderdomspensioen in ouderdomspensioen en levenslang partnerpensioen bij leeftijd x na beëindiging van de arbeidsovereenkomst in verhouding 100%/70%, per 1 ouderdomspensioen (met pensioenleeftijd 65). Het ouderdomspensioen na uitruil is gelijk aan het ouderdomspensioen voor uitruil vermenigvuldigd met de ruilvoet. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen na uitruil. Postbus

2 Als een deelnemer op 45-jarige leeftijd de arbeidsovereenkomst beëindigt en ouderdomspensioen uitruilt voor de combinatie ouderdomspensioen en partnerpensioen (gelijkblijvend), wordt het ouderdomspensioen verlaagd naar ( * 0,8248). Het partnerpensioen wordt (70% van 8.248). In geval van een na ingang 3% stijgend partnerpensioen wordt het ouderdomspensioen verlaagd naar ( * 0,7753). Het partnerpensioen wordt (70% van 7.753). Het partnerpensioen stijgt na ingang jaarlijks met 3%. 2. Uitruil gelijkblijvend ouderdomspensioen in partnerpensioen op pensioendatum In het pensioenreglement staat vermeld of het partnerpensioen gelijkblijvend is of dat het na ingang jaarlijks met 3% stijgt. Dit is van invloed op de hoogte van het uit te ruilen pensioen. Gelijkblijvend partnerpensioen Leeftijd Uitruilfactor 5,120 4,830 4,648 4,467 4,285 4,103 3,956 3,808 3,661 3,513 3,366 3,247 3,128 3,010 2,891 2,772 2,678 2,584 3% stijgend partnerpensioen na ingang Leeftijd Uitruilfactor 3,768 3,644 3,519 3,395 3,270 3,146 3,045 2,945 2,844 2,744 2,643 2,562 2,480 2,399 2,317 2,236 2,171 2,106 ) Uitruil van gelijkblijvend ouderdomspensioen in partnerpensioen bij leeftijd x op de pensioendatum, per 1 ouderdomspensioen De verhoging van het partnerpensioen op de pensioendatum is gelijk aan het uitgeruilde deel van het ouderdomspensioen vermenigvuldigd met de ruilvoet. Als een deelnemer op de pensioendatum ouderdomspensioen uitruilt, wordt zijn partnerpensioen (gelijkblijvend) met verhoogd ( x factor 3,366 bij leeftijd 65 op de pensioendatum). 3. Uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen op pensioendatum In het pensioenreglement staat vermeld of het partnerpensioen gelijkblijvend is of dat het na ingang jaarlijks met 3% stijgt. Dit is van invloed op de hoogte van het uit te ruilen pensioen. Gelijkblijvend partnerpensioen Leeftijd Uitruilfactor 0,145 0,151 0,157 0,163 0,169 0,175 0,182 0,189 0,196 0,203 0,210 0,219 0,228 0,237 0,246 0,255 0,265 0,275 3% stijgend partnerpensioen na ingang Leeftijd Uitruilfactor 0,192 0,199 0,206 0,213 0,220 0,227 0,235 0,243 0,251 0,259 0,267 0,276 0,285 0,294 0,303 0,312 0,323 0,334 Uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen bij leeftijd x op de pensioendatum, per 1 partnerpensioen De verhoging van het ouderdomspensioen op de pensioendatum is gelijk aan het uitgeruilde deel van het partnerpensioen vermenigvuldigd met de ruilvoet. Postbus

3 Als een deelnemer, voor wie het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 65 e verjaardag valt, op de pensioendatum gelijkblijvend partnerpensioen uitruilt, wordt zijn ouderdomspensioen met 210 verhoogd ( x factor 0,210 bij leeftijd 65 op de pensioendatum). 4. Vervroegen van de pensioendatum voor het ouderdomspensioen Ingeval van vervroegen van de pensioendatum wordt alleen de aanspraak op ouderdomspensioen verlaagd; de aanspraak op partnerpensioen blijft ongewijzigd. Leeftijd Vervroegingsfactor 0,638 0,664 0,691 0,720 0,752 0,785 0,822 0,861 0,904 0,950 1,000 Vervroegen ouderdomspensioen van leeftijd 65 op de pensioendatum naar vervroegingsleeftijd x per 1 ouderdomspensioen Voorbeeld 1, vervroegen ten opzichte van de leeftijd 65: Als een deelnemer, voor wie het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 65 e verjaardag valt, ouderdomspensioen vervroegt naar leeftijd 63, wordt ouderdomspensioen verlaagd naar 904 ( x factor 0,904). Voorbeeld 2, vervroegen ten opzichte van andere leeftijden: Als een deelnemer, voor wie het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 62 e verjaardag valt, ouderdomspensioen vervroegt naar leeftijd 60, wordt ouderdomspensioen verlaagd naar 912 ( x factor 0,785 gedeeld door factor 0,861). 5. Vervroegen van de pensioendatum van prepensioen of overbruggingspensioen Vervroegen van de pensioendatum van prepensioen of overbruggingspensioen (tijdelijk ouderdomspensioen) is mogelijk vanaf de 55-jarige leeftijd. Overbruggingspensioen en ouderdomspensioen moeten gelijktijdig ingaan en samen worden vervroegd. De factoren voor vervroegen worden toegepast op de verworven aanspraken op het moment waarop de deelnemer het vervroegde ouderdomspensioen wil laten ingaan, zoals verwoord in het pensioenreglement. De factoren voor vervroegen van een vorm van tijdelijk ouderdomspensioen zijn opgenomen in onderstaande tabel. Leeftijd Vervroegingsfactor 0,272 0,306 0,349 0,406 0,481 0,585 0,741 1,000 Vervroegen van tijdelijk ouderdomspensioen leeftijd naar vervroegde ingangsdatum op leeftijd x 65 per 1 tijdelijk ouderdomspensioen Als een deelnemer, voor wie het tijdelijk ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 62 e verjaardag valt (uitkering van 62 tot 65), tijdelijk ouderdomspensioen vervroegt naar leeftijd 58 (uitkering van 58 tot 65), wordt tijdelijk ouderdomspensioen verlaagd naar 406 ( x factor 0,406). 6. Uitstellen van de pensioendatum van ouderdomspensioen In geval van uitstellen van de pensioendatum wordt alleen de aanspraak op ouderdomspensioen verhoogd; de aanspraak op partnerpensioen blijft ongewijzigd. Leeftijd Uitstelfactor 1,000 1,044 1,093 1,146 1,203 1,267 1,337 1,415 Uitstel van ouderdomspensioen van leeftijd 65 op de pensioendatum naar uitgestelde leeftijd x per 1 ouderdomspensioen Postbus

4 Als een deelnemer, voor wie het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 65 e verjaardag valt, ouderdomspensioen uitstelt naar leeftijd 67, wordt ouderdomspensioen verhoogd naar ( x factor 1,093). 7. Uitstellen van de pensioendatum van prepensioen of overbruggingspensioen Het is mogelijk de pensioendatum van prepensioen of overbruggingspensioen (tijdelijk ouderdomspensioen) uit te stellen. Overbruggingspensioen en ouderdomspensioen moeten gelijktijdig ingaan en samen worden uitgesteld. De factoren voor uitstellen worden toegepast op de verworven aanspraken op de oorspronkelijke pensioendatum van het tijdelijk ouderdomspensioen, zoals verwoord in het pensioenreglement. De factoren voor uitstellen van een vorm van tijdelijk ouderdomspensioen uitgaande van de reglementaire pensioenleeftijd zijn opgenomen in onderstaande tabel. Leeftijd Uitstelfactor 1,000 1,505 3,006 Uitstel van tijdelijk ouderdomspensioen leeftijd naar uitgestelde ingangsdatum op leeftijd x - 65 per 1 tijdelijk ouderdomspensioen Als een deelnemer, voor wie het tijdelijk ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 62 e verjaardag valt (uitkering van 62 tot 65), tijdelijk ouderdomspensioen uitstelt naar leeftijd 64 (uitkering van 64 tot 65), wordt tijdelijk ouderdomspensioen verhoogd naar ( x factor 3,006). 8. Variatie in de hoogte van de uitkering van ouderdomspensioen (Hoog/laag constructie) Hoog/laag constructies worden gerealiseerd door een levenslang direct ingaand ouderdomspensioen te combineren met een direct ingaand tijdelijk ouderdomspensioen. De uitkering van het tijdelijke ouderdomspensioen eindigt op de overgangsdatum van de hogere pensioenuitkering in de aanvangsperiode naar de lagere pensioenuitkering in de vervolgperiode. Leeftijd Duur hoog deel Factor hoog deel Factor laag deel Hoog:laag 67 3 jaar 1,264 0, : jaar 1,224 0, : jaar 1,268 0, : jaar 1,232 0, : jaar 1,152 0, :75 Uitkering van het ouderdomspensioen in een hoog-laag -constructie Als een deelnemer, voor wie het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 65 e verjaardag valt, uitgekeerd wenst te krijgen in een hoog-laag constructie, waarbij de gewenste verhouding tussen het hoge en het lage deel van de uitkering van het ouderdomspensioen 100:75 en de duur van de uitkering van het hoge deel 5 jaar is: De uitkering van het ouderdomspensioen is dan 5 jaar lang ( x factor 1,232). De uitkering van het ouderdomspensioen wordt na 5 jaar verlaagd naar 924 ( x factor 0,924). Postbus

5 9. Variatie in de hoogte van de uitkering van ouderdomspensioen (Laag/hoog constructie) Laag/hoog constructies op de pensioendatum worden gerealiseerd door een deel van het ouderdomspensioen uit te stellen. De hoogte van het uitgestelde ouderdomspensioen wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in het onderdeel uitstellen van de pensioendatum van ouderdomspensioen. Laag/hoog constructies vóór de pensioendatum worden gerealiseerd door een deel van het ouderdomspensioen te vervroegen middels de factoren voor vervroegen. De hoogte van het vervroegde ouderdomspensioen wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in het onderdeel vervroegen van de pensioendatum van het ouderdomspensioen. 10. Afkoop klein uitgesteld ouderdomspensioen en klein uitgesteld (bijzonder) partnerpensioen Indien gebruik maakt van het wettelijk recht om kleine pensioenaanspraken van een gewezen deelnemer af te kopen, wordt de restitutiewaarde vastgesteld door de pensioenaanspraak te vermenigvuldigen met de afkoopvoet die hoort bij de leeftijd van de gewezen deelnemer op het moment dat de pensioenaanspraken worden afgekocht. Gelijkblijvend ouderdomspensioen Afkoopvoet 5,805 5,908 6,013 6,120 6,230 6,341 6,454 6,569 6,686 6,806 6,928 7,052 7,178 7,307 7,439 7,573 7,710 Afkoopvoet 7,849 7,992 8,137 8,286 8,438 8,594 8,753 8,916 9,083 9,255 9,431 9,612 9,798 9,991 10,190 10,396 10,610 Afkoopvoet 10,831 11,061 11,301 11,550 11,810 12,082 12,368 12,668 12,985 13,320 13,676 14,054 14,459 14,893 Restitutiewaarde ouderdomspensioen bij leeftijd x per 1 ouderdomspensioen In deze tabel is uitgegaan van pensioenleeftijd 65. Indien een andere pensioenleeftijd van toepassing is, geldt een andere tabel. De restitutiewaarde van het ouderdomspensioen is gelijk aan de aanspraak op ouderdomspensioen vermenigvuldigd met de afkoopvoet. Als voor een gewezen deelnemer op 42-jarige leeftijd 1.000,-- ouderdomspensioen wordt afgekocht, dat ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 65 e verjaardag valt, wordt afgekocht, bedraagt de restitutiewaarde ( * 8,916). Gelijkblijvend partnerpensioen Afkoopvoet 2,532 2,576 2,620 2,664 2,708 2,752 2,796 2,840 2,884 2,927 2,970 3,012 3,055 3,097 3,140 3,182 3,225 Afkoopvoet 3,268 3,311 3,353 3,395 3,436 3,476 3,515 3,554 3,591 3,628 3,663 3,696 3,726 3,753 3,777 3,797 3,813 Afkoopvoet 3,827 3,836 3,841 3,842 3,840 3,832 3,820 3,802 3,777 3,746 3,708 3,662 3,609 3,539 Postbus

6 3% stijgend partnerpensioen * Afkoopvoet 3,546 3,607 3,667 3,726 3,784 3,841 3,898 3,953 4,008 4,062 4,114 4,165 4,215 4,265 4,314 4,363 4,413 Afkoopvoet 4,462 4,510 4,558 4,604 4,648 4,691 4,732 4,771 4,809 4,845 4,878 4,907 4,932 4,952 4,966 4,975 4,978 Afkoopvoet 4,976 4,968 4,955 4,937 4,913 4,883 4,846 4,801 4,749 4,688 4,619 4,540 4,453 4,344 Restitutiewaarde partnerpensioen bij leeftijd x per 1 partnerpensioen De restitutiewaarde van het (bijzonder) partnerpensioen is gelijk aan de aanspraak op partnerpensioen vermenigvuldigd met de afkoopvoet. Als voor de (gewezen) partner van een (gewezen) deelnemer op 42-jarige leeftijd van de (gewezen) deelnemer 1.000,-- gelijkblijvend partnerpensioen wordt afgekocht, bedraagt de restitutiewaarde ( 1000 * 3,554). Bij een na ingang 3% stijgend partnerpensioen bedraagt de restitutiewaarde ( 1000 * 4,771). 11. Afkoop klein uitgesteld wezenpensioen Indien gebruik maakt van het wettelijk recht om kleine pensioenaanspraken van een gewezen deelnemer af te kopen, wordt de restitutiewaarde vastgesteld door de pensioenaanspraak te vermenigvuldigen met de afkoopvoet behorende bij de leeftijd van de gewezen deelnemer op het moment dat de pensioenaanspraken worden afgekocht. Gelijkblijvend wezenpensioen met eindleeftijd uitkering 18 jaar Pensioenleeftijd 65 jaar Afkoopvoet 0,633 0,624 0,614 0,605 0,596 0,586 0,576 0,566 0,556 0,546 0,535 0,525 0,514 0,503 0,492 0,480 0,469 Afkoopvoet 0,457 0,445 0,433 0,421 0,408 0,395 0,382 0,369 0,356 0,342 0,329 0,315 0,300 0,286 0,271 0,257 0,242 Afkoopvoet 0,226 0,211 0,195 0,179 0,163 0,146 0,129 0,112 0,094 0,076 0,058 0,039 0,020 0,000 Restitutiewaarde wezenpensioen bij leeftijd x per 1 wezenpensioen In deze tabel is uitgegaan van een eindleeftijd van de uitkering van 18 jaar. Als er een andere eindleeftijd van toepassing is, geldt een andere tabel. De restitutiewaarde van het wezenpensioen is gelijk aan de aanspraak op wezenpensioen vermenigvuldigd met de afkoopvoet. Als een gewezen deelnemer op 42-jarige leeftijd 100 wezenpensioen afkoopt, bedraagt de restitutiewaarde 36,90 ( 100 * 0,369). Postbus

7 Gelijkblijvend wezenpensioen met eindleeftijd uitkering 21 jaar Pensioenleeftijd 65 jaar Afkoopvoet 0,965 0,951 0,937 0,923 0,908 0,894 0,879 0,864 0,848 0,832 0,816 0,800 0,784 0,767 0,750 0,732 0,715 Afkoopvoet 0,697 0,679 0,660 0,641 0,622 0,603 0,583 0,563 0,543 0,522 0,501 0,480 0,458 0,436 0,414 0,391 0,368 Afkoopvoet 0,345 0,321 0,297 0,273 0,248 0,223 0,197 0,171 0,144 0,117 0,089 0,060 0,030 0,000 Restitutiewaarde wezenpensioen bij leeftijd x per 1 wezenpensioen In deze tabel is uitgegaan van een eindleeftijd van de uitkering van 21 jaar. Als er een andere eindleeftijd van toepassing is, geldt een andere tabel. De restitutiewaarde van het wezenpensioen is gelijk aan de aanspraak op wezenpensioen vermenigvuldigd met de afkoopvoet. Als een gewezen deelnemer op 42-jarige leeftijd 100 wezenpensioen afkoopt, bedraagt de restitutiewaarde 56,30 ( 100 * 0,563). 12. Afkoop klein levenslang pensioen bij ingang van het pensioen Indien of een pensioengerechtigde gebruik maakt van het wettelijk recht om kleine pensioenrechten af te kopen, wordt de restitutiewaarde vastgesteld door het pensioenrecht te vermenigvuldigen met de afkoopvoet behorende bij de leeftijd van de pensioengerechtigde op het moment dat het pensioenrecht wordt afgekocht. Ingegaan gelijkblijvend levenslang pensioen Leeftijd Afkoopvoet 37,301 36,955 36,604 36,248 35,886 35,518 35,143 34,761 34,373 33,978 33,576 33,169 32,755 32,335 31,908 31,475 Leeftijd Afkoopvoet 31,034 30,587 30,133 29,673 29,206 28,733 28,254 27,768 27,276 26,778 26,274 25,764 25,249 24,729 24,205 23,678 Leeftijd Afkoopvoet 23,147 22,612 22,074 21,532 20,987 20,439 19,888 19,335 18,780 18,224 17,667 17,110 16,554 15,998 15,445 14,893 Leeftijd Afkoopvoet 14,343 13,796 13,252 12,710 12,171 11,636 11,108 10,588 10,078 9,580 9,094 8,619 8,158 7,707 7,270 6,848 Leeftijd Afkoopvoet 6,442 6,051 5,678 5,324 4,984 4,656 4,341 4,039 3,750 3,473 3,216 2,983 2,761 2,547 2,355 2,177 Restitutiewaarde ingegaan pensioen bij leeftijd x per 1 ingegaan pensioen De restitutiewaarde van het pensioen is gelijk aan het recht op pensioen vermenigvuldigd met de afkoopvoet. Postbus

8 Ingegaan 3% stijgend levenslang pensioen Leeftijd Afkoopvoet 92,172 90,099 88,053 86,035 84,039 82,069 80,121 78,196 76,294 74,416 72,561 70,729 68,922 67,138 65,376 63,637 Leeftijd Afkoopvoet 61,921 60,226 58,553 56,903 55,276 53,671 52,090 50,530 48,992 47,477 45,984 44,513 43,066 41,643 40,244 38,870 Leeftijd Afkoopvoet 37,521 36,195 34,894 33,616 32,362 31,131 29,923 28,739 27,578 26,443 25,332 24,245 23,184 22,148 21,137 20,151 Leeftijd Afkoopvoet 19,191 18,255 17,343 16,454 15,588 14,747 13,933 13,147 12,389 11,663 10,966 10,297 9,657 9,042 8,455 7,898 Leeftijd Afkoopvoet 7,369 6,867 6,395 5,952 5,531 5,131 4,753 4,393 4,054 3,732 3,437 3,171 2,920 2,681 2,468 2,272 Als voor een pensioengerechtigde op 65-jarige leeftijd 100 gelijkblijvend levenslang pensioen afkoopt, bedraagt de restitutiewaarde 1.489,3 ( 100 * 14,893). 13. Afwijkende pensioenleeftijden en combinaties van mogelijkheden Als de pensioenleeftijd genoemd in het pensioenreglement afwijkt van 65, wordt allereerst de factor voor vervroegen berekend overeenkomstig het bepaalde in het onderdeel vervroegen van de pensioendatum van ouderdomspensioen. Vervolgens wordt de factor voor uitstellen berekend overeenkomstig het bepaalde in het onderdeel uitstellen van de pensioendatum van ouderdomspensioen. De hierboven genoemde mogelijkheden kunnen gecombineerd worden. Bij combinaties van vervroegen of uitstellen, uitruilen en variatie in de hoogte van ouderdomspensioen wordt eerst vervroegd of uitgesteld met de betreffende factoren en vervolgens uitgeruild met de genoemde uitruilvoeten en ten slotte wordt een eventuele variatieconstructie toegepast. Naast de verschillende combinaties kan ook de gewenste pensioendatum verschillen van de in deze bijlage opgenomen gegevens. Ook de verhouding hoog/laag of laag/hoog en de duur van deze variatie kunnen anders worden gekozen dan in deze bijlage weergegeven. Niet al deze combinaties kunnen worden opgenomen en worden berekend op basis van bovenstaande tabellen. U kunt hiervoor een offerte opvragen bij uw relatiebeheerder. Postbus