Masterplan Dyscalculie - Utrecht

Transcriptie

1 voor wie JA zegt tegen actief en inspirerend onderwijs Hoe ziet dat er volgens jou uit? Wat heb jij nodig om dat te kunnen? Geringe motivatie Grote vaardigheid INSPIREREN DELEGEREN Vergroot de motivatie Moedig aan tot durf te experimenteren en Wek interesse fouten te maken Onderzoek reden verloren motivatie Bied uitdagingen aan maar regel niet te veel Stimuleer tot kortdurende activiteiten Houd de interesse vast Benadruk positieve kwaliteiten Moedig aan anderen te coachen Werk eraan om zowel motivatie als Werk aan het vergroten van de vaardigheden te vergroten vaardigheden Stel korte-termijndoelen Bied perspectief op het effect als die Structureer het leerproces door vaardigheden beheerst worden opeenvolgende korte taken Stel de mogelijkheden om te leren veilig Houd nauw contact Maak gebruik van feedback en reflectie Volg de vorderingen Laat meer los als het vertrouwen in het resultaat groeit Grote motivatie Dolf Janson STUREND BANEND Geringe vaardigheid Dolf Janson - naar: Claxton, Chamber, Powell & Lucas (2011) The Learning Powered School informeel leren betekenisvol ruimte voor eigen invulling: differentieert niet vooraf gepland of voorzien vraagt om reflectie - bewustwording formeel leren afgebakend gepland en bedoeld differentiatie vooraf geregeld leren is - neurale verbindingen maken en versterken - verbinden met voorkennis - nadenken en reflecteren - eigen wiel uitvinden Het gebruik van voorkennis is nadrukkelijk aanbevolen! Successen uit het verleden kunnen garantie geven voor de toekomst. nadruk op antwoorden kant- en klare werkbladen sterk voorgestructureerde opdrachten aanbieden van de oplossing geloof in directe instructie Carol Dweck: fixed mindset growth mindset JansonAdvies - 1

2 Een T-shirt en een broek kosten samen 110,= De broek is 100,= duurder dan het T-shirt. Wat kost het T-shirt? Welk getal ligt er precies midden tussen 4,9 en 4,11? Spreek de getallen maar uit en geef dan het antwoord! systeem 1: Direct reageren op basis van eerste indruk. systeem 2: Eerst de gegevens goed lezen / doordenken en op basis daarvan een oordeel / antwoord geven. (Daniel Kahneman: Thinking Fast and Slow) Samsung UE40B6000 Full HD LED tv Er kan maar één televisie de slankste, helderste en elegantste zijn. Dat is overduidelijk de Samsung tv-serie 6. Doordat er efficiëntere lampen zijn toegepast en de optische structuur is verbeterd, verbruikt de... Meer informatie of 20.- per maand Bestelnr: Kredietlimiet Effectieve rente Totale prijs per jaar van het krediet 1000,- 15% 1513,35 Beelddiagonaal (in cm):102 Levertijd: Direct leverbaar Theoretische Termijn bedrag Laatste looptijd in mnd termijnbedrag 76 20,- 13, Integreren Toepassen Vieren Delen Generaliseren Evalueren Bewijzen Oriënteren Ontdekken Verwonderen Problematiseren Oefenen Systematisch onderzoeken of waarnemen 1 2 vergelijken ordenen manipuleren/veranderen voorstellen beredeneren samenvoegen erbij doen aanvullen weghalen verschil bepalen voortzetten / herhalen verdelen opdelen JansonAdvies - 2

3 samen er zijn 18 jongens + 14 meisjes = toevoegen er zijn 28 kinderen; 4 komen erbij aanvullen = eerst 15 kleuters, aan het eind zijn er 27 kleuters over eerst 40 koeken we eten er 12 op = verschil Mo heeft 65 plaatjes en Ab = (of 65 + = 80) minder eerst lagen er 40 en nu nog maar = 3 a. elk begrip of concept uit de rekenwiskunde b. elke handeling c. elke conclusie d. elke context van a-c vraagt zorgvuldig gebruik van woorden 15 + = 27 Hoe spreek je het tweede cijfer uit? aantal telgetal (volgorde) meetgetal 5 dagen 5e dag 5 uur cijfers (tekens) naamgetal lijn 5 Welk cijfer komt in alledrie de getallen voor? rekengetal 5 is evenveel als 2+3 getallen (bv. hoeveelheden) opbouw tientallig stelsel = = = = = = = = JansonAdvies - 3

4 optellen/aftrekken herkennen als oplossing (voor veel tellen) herkennen van getalstructuur (5 en 10) benutten van getalstructuur (=niet tellen) automatiseren van gebruik structuur weten (memoriseren) getallencombinaties herhaald optellen Ik koop 24 pakken meel van 0,90 verkorten tot 24 x 0,90 (mag alleen bij gelijke aantallen) breuk is (ver)deling ¼ is één gedeeld door vier ¾ is drie gedeeld door vier handeling ¼ van twaalf is drie (¼x12) verhouding ¼ is één van (elke) vier ¾ is drie van (elke) vier breken - gebroken - breuk teller tellen getal noemer noemen - naam half halve helft kwart kwartier (kwartje) heel - hele helen- geheel Is halfvol hetzelfde als halfleeg? Wanneer kan je breuken niet optellen of aftrekken? Wat moet je doen om dat probleem op te lossen? Wanneer moet je één noemer en wanneer moet je beide noemers veranderen (gelijknamig = gelijknoemerig )? ½ 1 / 1 pro cent = per 100 (van elke honderd) 5 procent = 5 van elke 100 5% van 400 = 4 x 5 = 20 5% van 80 = minder dan 5! (want 80/100) 0,8 x 5 = 4 30 : 4 = 7 30 : 4 = 7 rest 2 30 : 4 = 7 ½ (7,5) 30 : 4 = 8 2 x 2 = = 4 3 x 3 = = 9 4 x 4 = = 16 Gaat dit ook zo bij 25 x 25? JansonAdvies - 4

5 Flexibel toepassen en verdiepen Ontwikkeling concepten en begrip van samenhang Hoofdlijnen leren rekenen Procedures ontwikkelen en in stand houden Fase Rol leraar Rol leerlingen Begripsvorming Procedure / strategie aanleren Vlot uitrekenen Toepassen Aard van de activiteiten Aandachtspunten mij aanmoedigt fouten te durven maken maakt dat ik volhoud, ook als het moeilijk lijkt feedback geeft op werkwijze en inzet mij stimuleert samen te werken met een maatje mij korte taken geeft, maar vaker op een dag mij niet voorzegt, maar zelf laat denken taalvaardigheid/woordenschat helpt vergroten systematisch werken ondersteunt Vlot rekenen en dat onderhouden Een manier van lesgeven waarbij de leraar niet doet wat de leerlingen moeten doen. Kwalificaties als mooi beter veel Werkwoorden als proberen oefenen leren Waarom niet? Waarover gaat deze opdracht? Wat wil ik daarna (beter/anders) kunnen / weten / begrijpen? Wanneer ben ik tevreden? Hoe ga ik het aanpakken? Welk hulpmiddel gebruik ik? Met wie werk ik samen? Wanneer (en waar) werk ik hieraan? Ik maak de sprongen op de lgl zo groot mogelijk. Ik weet van elk getal waarmee ik het moet aanvullen tot het volgende 10-tal. Ik herken wat handiger is: aanvullen of aftrekken. JansonAdvies - 5