Ontwikkeling en integratie van gevoeligheidskaarten voor verzuring en vermesting van ecosystemen in Vlaanderen
|
|
- Ferdinand de Kooker
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ontwikkeling en integratie van gevoeligheidskaarten voor verzuring en vermesting van ecosystemen in Vlaanderen ir. J. Meykens 1, ir. H. Vereecken 2 1 Katholieke Universiteit Leuven, Bodemkundige Dienst van België vzw 2 Katholieke Universiteit Leuven, Labo Bos, Natuur en Landschap Studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA MIRA/2001/04 februari 2001
2 Dit rapport verschijnt in de reeks MIRA Ondersteunend Onderzoek van de Vlaamse Milieumaatschappij. Deze reeks bevat resultaten van onderzoek gericht op de wetenschappelijke onderbouwing van het Milieu- en natuurrapport Vlaanderen. Dit rapport is ook beschikbaar via Contactadres: Vlaamse Milieumaatschappij MIRA Van Benedenlaan Mechelen tel. 015/ Wijze van citeren: Meykens J., Vereecken H. (2001), Ontwikkeling en integratie van gevoeligheidskaarten voor verzuring en vermesting van ecosystemen in Vlaanderen, studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA, MIRA/2000/01, K.U. Leuven en Bodemkundige Dienst van België.
3 Colofon Titel: Ontwikkeling en integratie van gevoeligheidskaarten voor verzuring en vermesting van ecosystemen in Vlaanderen Datum: 9 februari 2001 Promotoren: Prof. dr. ir. Geypens M. 1 en Prof. dr. Hermy. M. 2 Wetenschappelijke medewerkers: ir. Meykens J. 1 en ir. Vereecken H. 2 1 Katholieke Universiteit Leuven, Bodemkundige Dienst van België vzw ² Katholieke Universiteit Leuven, Labo Bos, Natuur en Landschap Financiering en ondersteuning: Vlaamse Milieumaatschappij - MIRA 3
4 Inhoud 1 Inleiding Statisch Massabalans model () Kritische lasten voor nutriënt-stikstof Kritische lasten voor verzuring van en en heidesystemen Kritische last functie Maximale kritische last voor zwavel CLmax(S) Minimale kritische last voor stikstof Clmin(N) Maximale kritische last voor stikstof CLmax(N) Kritische lasten voor verzuring en eutrofiëring gecombineerd beschouwen Criterium ANC le(crit) Al-concentratie of kritische ph-waarde BC * /Al ratio Ca/Al ratio Kritische aluminiummobilisatiesnelheid Beschrijving van de input data Receptoren: selectie van de ecosysteemreceptoren Bodem Aardewerk (Van Orshoven en Maes, 1987) Verweringsparameter N-componenten Criterium ANC leaching Opname door de vegetatie Opname van N en basische kationen (BK) Klimaat Weerstations Interceptie door het gewas Neerslagoverschot Depositie Stikstof- en zwaveldepositie Basische kationendepositie Overzicht van de gebruikte vergelijkingen en parameters Kritische last voor nutriëntstikstof Kritische last voor verzuring Maximale kritische last voor stikstof Minimale kritische last voor stikstof Maximale kritische last voor zwavel Kritische lasten en hun overschrijding in Europa Resultaten Inhoud CD-ROM Bespreking en duiding van de berekende kritische lasten Onzekerheden en mogelijkheden voor verder onderzoek Referenties
5 Berekening kritische lasten voor en en heidegebieden Meykens J. 1, Vereecken H.², Geypens M. 1 en Hermy M.² 1 Bodemkundige Dienst van België vzw ² KUL, Labo Bos, Natuur en Landschap 1 Inleiding Het onderzoek in Vlaanderen naar kritische lasten en hun overschrijdingen is relatief beperkt. Craenen et al. (1996) hebben voor 652 bosplots de statische massabalans methode () gebruikt om de kritische waarde te bepalen voor verzuring (zwavel, stikstof en totale verzuring) en eutrofiëring (nutriënt stikstof) van bosecosystemen (naald- en loofbossen). Vereecken en Hermy (2000) hebben in een eerste empirische studie ook aandacht geschonken aan kritische lasten voor andere ecosystemen dan bossen. Een kritische last is gedefinieerd als zijnde een kwantitatieve schatting van een blootstelling aan de depositie of de concentratie van één of meerdere polluenten waaronder geen significante schadelijke effecten optreden aan bepaalde milieureceptoren volgens de huidige kennis (Nilsson en Grennfelt, 1988). Binnen de United Nations Economic Comission for Europe (UNECE) Convention on Long Range Transboundary Air Pollution (CLTRAP) werden verschillende protocols ontwikkeld gericht op de bestrijding van verzuring, eutrofiëring en vervuiling door troposferisch ozon. In december jongstleden werd een nieuw protocol ondertekend waarbij men uitgaat van een multi-effect, multi-pollutant benadering. Hierbij werden aan België emissieplafonds opgelegd voor NO X, SO X en NH 3. Naast deze wettelijke aspecten werden er ook talrijke wetenschappelijke workshops gehouden waarbij kritische lasten en niveaus voor receptoren en methoden om deze te bepalen werden gedefinieerd. Hieruit vloeide de Manual on methodologies and criteria for Mapping Critical Loads/Levels and geographical areas where they are exceeded (UBA, 1996) uit voort. Deze handleiding voorziet in een wetenschappelijke basis voor het verwerven en analyseren van data op basis waarvan het mogelijk is om gevoelige receptoren en locaties te definiëren en lokaliseren, kritische lasten kaarten te genereren en overschrijdingen van deze kritische lasten te karteren voor geografische gebieden. In deze voorliggende studie wordt getracht om in eerste fase het toe te passen op heidegebieden en en. Hierbij kan een vergelijking gemaakt worden met de uit deze studie voortgekomen resultaten en deze van de empirische (Vereecken en Hermy, 2000) benadering. 5
6 2 Statisch Massabalans model () 2.1 Kritische lasten voor nutriënt-stikstof De massabalans benadering gaat uit van een steady-state equilibrium bij het berekenen van kritische lasten. Aan de hand van een balansvergelijking worden er een input-output budget opgesteld. Hierbij worden korte termijn veranderingen zoals seizoenale, jaarlijkse of oogst-veranderingen, niet rechtstreeks opgenomen in de vergelijking maar indirect beschouwd door middel van de lange termijn fluxen. De massabalans benadering kan gebruikt worden om kritische lasten van nutriënt-n te berekenen voor alle ecosystemen om zo N-ophoping te vermijden, N-uitspoeling tegen te gaan en een onevenwichtige nutriëntenlevering te voorkomen. De benadering verwaarloost ecosysteem interactie en processen zoals competitie, ziektes, begrazing, e.d.. Managementimpact op de N-input en output kan in de vergelijking geïncorporeerd worden. De N-balans kan als volgt opgesteld worden (UBA, 1996): N dep + N fix = N i + N u + N de + N ad + N fire + N eros + N vol + N le Waarbij N dep :stikstof depositie N fix :stikstof input door biologische fixatie N i :immobilisatie van stikstof N u :netto verwijdering van stikstof via het gewas N de :denitrificatieflux naar de atmosfeer toe N ad :adsorptie van stikstof N fire :stikstofverliezen door vuur N eros :stikstofverliezen door erosie N vol :stikstofverliezen door ammoniakemissie N le :aanvaardbaar niveau van totale N-uitspoeling waarbij geen schade optreedt aan de ecosystemen. Stikstofverliezen door vuur, erosie of ammoniakemissie van gewassen zijn te verwaarlozen in vergelijking met de andere factoren. Ook de input door biologische fixatie is beperkt. Stikstof adsorptie van NH 4 + door bv. kleimineralen wordt verwaarloosd omdat tijdelijk er wel grotere hoeveelheden N kunnen opgeslagen worden maar verder in de tijd zal deze N weer vrijgezet worden. De ad- en desorptie kan alleen maar beschreven worden in dynamische modellen. Onder steady-state condities worden ad- en desorptie niet beschouwd. Samenvattend komt men dan tot volgende vergelijking van de kritische last voor nutriënt stikstof: CL nut (N) = N i + N u + N de + N le 6
7 2.2 Kritische lasten voor verzuring van en en heidesystemen Bij de afleiding van de formule voor de kritische last van verzuring vertrekt men van volgende ladingsbalans: H + le + Al 3+ le + BC le + NH 4 + le = SO 4 2- le + NO 3 - le + Cl - le+ HCO 3 - le + RCOO - le (a) Waarbij Subscript le BC RCOO - Al 3+ = leaching (uitspoeling) = Ca 2+ + Mg 2+ + K + + Na + (basische kationen) = som van de organische ionen = alle positief geladen alumnium-ionen De concentraties van OH - en CO 3 2- worden verondersteld nul te zijn wat redelijk is zelfs voor kalkrijke gronden (UBA, 1996). De ANC (anion neutralisation capacity) wordt gedefinieerd als zijnde: ANC le = HCO 3 - le + RCOO - le - H + le - Al 3+ le (b) Door vergelijking (a) met vergelijking (b) te combineren komt men tot: ANC le = BC le + NH 4 + le - SO 4 2- le - NO 3 - le - Cl - le (c) Zo komt men tot een alternatieve definitie van ANC als de som van de kationen min de som van anionen van de sterke zuren. Chloride is een tracer. Hiermee wordt bedoeld dat er geen bronnen of sinks zijn van chloride in de bodem. Bijgevolg kan de uitgespoelde chloride gelijk gesteld worden met de depositie van chloride. Cl - le = Cl - dep (d) In een steady-state situatie moet de uitgespoelde hoeveelheid basische kationen gelijk zijn aan de netto-input. BC le = BC dep + BC w - BC u (e) Waarbij BC dep BC w BC u = depositie van basische kationen = verwering van basische kationen = netto-opname van kationen noodzakelijk voor groei over lange termijn. Basische kationen input via bladval en verwijdering via onderhoudsopname zijn niet beschouwd omdat verondersteld wordt dat beide fluxes mekaar opheffen in een steady-state situatie. Ook worden de uitwisselbare basen op de bodemcomplexen niet opgenomen (CEC, cation exchange capacity). Ze kunnen zuurheid bufferen voor 7
8 verscheidene decennia maar dit is een tijdelijk fenomeen vergeleken met de lange termijn beschouwingen. De uitspoeling van sulfaat en nitraat wordt bepaald aan de hand van massabalansen voor S en N. Voor zwavel verkrijgt men dan: S le = S dep - S ad - S u - S i - S re S pr (f) Waarbij S dep S ad S u S i S re S pr = zwaveldepositie = zwaveladsorptie = netto-opname van zwavel door de planten = immobilisatie van zwavel = reductie van zwavel = neerslag van zwavel Er wordt gesteld dat opname, immobilisatie en reductie van S onbelangrijk zijn in bossen (UBA,, 1996). Adsorptie van zwavel en in sommige gevallen ook complexatie en neerslag met Al, kan tijdelijk een sterke accumulatie van veroorzaken maar onder lange termijn steady-state condities worden adsorptie/desorptie- en neerslag/mobilisatie-processen niet beschouwd. Omdat zwavel helemaal geoxideerd wordt in de bodem bekomt men dan uit vergelijking (e): S le = SO 4 le = S dep (g) De massabalans voor stikstof is: N le = N dep + N fix -N i - N u - N de - N ad - N fire - N eros - N vol (h) De uitspoeling van ammonium kan verwaarloosd worden omwille van preferentiële opname en complete nitrificatie in de wortelzone. Stikstofverliezen omwille van brand, erosie en ammoniakvervluchtiging zijn klein. Onder deze voorwaarden komt men tot volgende vergelijking: N le = NO 3,le = N dep N i N u - N de (i) Strikt genomen zouden we het rechterdeel van de vergelijking moeten vervangen door max[n dep N i N u - N de, 0] aangezien de uitspoelingsterm niet negatief kan zijn. Echter, de vergelijking zou dan moeilijk bruikbaar worden. Als men de vergelijkingen (c), (d), (e), (f), (g) en (i) samenvoegt, verkrijgt men: Sdep + Ndep BCdep + Cldep = BCw - BCu + Ni + Nu + Nde ANCle 8
9 De kritische last voor potentiële verzuring wordt bepaald door een ANC le(crit), dit is een criterium dat chemische status verbindt met schadelijke effecten op receptoren, te definiëren in volgende vergelijking: CL(Ac pot ) = BC w BC u + N i + N u + N de ANC le(crit) De term potentiële verzuring wordt gebruikt omdat ammoniak verzurend kan werken indien het in de bodem genitrificeerd wordt. Verder kan men het onderscheid maken tussen langs de ene kant verzuring als gevolg van landgebruik, N i + N u + N de - BC u, en langs de andere kant verzuring als gevolg van bodemverzuring BC w - ANC le. Dit leidt tot een definitie van de actuele verzuring: CL(Ac act ) = BC w ANC le(crit) (j) De reden voor dit onderscheid tussen potentiële en actuele verzuring is dat men een kritische last wou afleiden die een intrinsieke eigenschap was van het ecosysteem en die niet zou veranderen in de tijd (UBA, 1996). Daarom werd getracht de inputtermen die wel kunnen veranderen in de tijd zoals (1) BC depositie als gevolg van reductiemaatregelen (2) de opname van BC en N als gevolg van management en (3) N immobilisatie en denitrificatie als gevolg van een veranderend hydrologisch regime, uit te sluiten. Echter, de termen in vergelijking (j) zijn ook onderhevig aan verandering. Bij de berekening van ANC worden BC dep en BC u gebruikt. En ook de verwering is uiteindelijk afhankelijk van temperatuur en vochtconditie die kunnen veranderen als gevolg van klimaatswijzigingen en verlaging van de grondwatertafel. De gebruikte waarden zouden dan ook best lange termijn gemiddelden zijn alhoewel het best mogelijk dat de onzekerheid hiervan groter is dan deze als gevolg van de veranderingen (UBA, 1996). 2.3 Kritische last functie Om het verzurend effect van stikstof en zwavel tezamen te bekijken werd het concept van de kritische last functie ontwikkeld. Deze benadering laat toe om de verzurende depositie te vergelijken met een kritische last voor totale verzuring. In de meest eenvoudige vorm kan men de kritische lastfunctie grafisch als volgt voorstellen: een diagonaal van 45 op een zwavel-stikstof-depositie diagram (figuur 2.1). De intercept op de x-as en de y-as stelt respectievelijk de N-depositie en de S-depositie voor die de kritische last van beide agentia afzonderlijk definieert. Elk punt langs de lijn stelt een kritische last voor als een combinatie van N- en S-depositie. 9
10 Figuur 2.1: de kritische last functie in zijn meest eenvoudige vorm (Hall et al., 1998) Om N-uitlogingsprocessen in de bodem in rekening te brengen wordt de diagonaal verschoven over een bepaalde afstand langs de x-as, zijnde de N-depositie as (figuur 2.2). Op deze manier kan de N-depositie hoger zijn zonder dat de kritische last wordt overschreden. Voor zwavel zijn er geen zulke processen. Daarom wordt er geen verschuiving langs de y-as gedaan. Zo bekomt men een minimum kritische last voor stikstof. Figuur 2.2: verschoven kritische last functie (UBA, 1996) Maximale kritische last voor zwavel CLmax(S) De maximale kritische last voor zwavel is de kritische last voor verzuring waarbij alleen zwavel bijdraagt tot verzuring en waarbij er geen N-depositie is. Deze kritische last wordt op volgende wijze weergegeven: CL max (S) = BC dep Cl dep + BC w - BC u ANC le(crit) 10
11 of CL max (S) = CL(Ac) + BC dep - Cl dep - BC u Niet-mariene afzettingen van chloride worden verondersteld verzurend te zijn omwille van associatie tot waterstofcloride en de depositie daarvan. Omdat alleen zwavel en stikstof worden beschouwd in emissiereductie scenario s en opties, wordt deze term afgetrokken van de niet-mariene basische depositie (Hall et al., 1998) Minimale kritische last voor stikstof Clmin(N) De minimale kritische last voor stikstof is onafhankelijk van de N-depositie en wordt volledig bepaald door de N-opname processen in de bodem. Deze kritische last wordt dan ook gedefinieerd als: CL min (N) = N i + N u Maximale kritische last voor stikstof CLmax(N) De maximale kritische last voor stikstof gaat ervan uit dat alleen stikstof bijdraagt tot de verzurende depositie. De uitdrukking is equivalent met deze van zwavel maar houdt ook rekening met de N-opname processen in de bodem. CL max (N) = CL(S+N) = CL min (N) + CL max (S) Aangezien het onwaarschijnlijk is dat de termen in het rechterdeel van de N-balans onafhankelijk zijn van S- of N-depositie, wordt voorgesteld om een depositieafhankelijke formule te gebruiken, geformuleerd als volgt. CL max (N) = CL min (N) + CL max (S)/(1-f de ) 2.4 Kritische lasten voor verzuring en eutrofiëring gecombineerd beschouwen Bij het gecombineerd beschouwen van de kritische lasten voor verzuring en vermesting kunnen zich twee gevallen voordoen namelijk: 1. CLnut(N) > CLmax(N) In dit geval is de kritische last voor vermesting van geen belang en kan deze verwaarloosd worden. De maximaal toelaatbare N-depositie wordt gegeven door CLmax(N). 2. CLnut(N) < CLmax(N) 11
12 In dit geval limiteert CLnut(N) de maximaal toelaatbare N-depositie. De toegelaten S- depositie wordt gegeven door: CL min (S) = CL max (S) - N le Figuur 2.3: Kritische last functie voor verzurende en vermestende stikstof (UBA, 1996) Figuur 2.4: Kritische last functie voor gecombineerd effect van verzuring en vermesting (UBA, 1996) 2.5 Criterium ANC le(crit) De kritische ANC le wordt gedefinieerd als zijnde: ANC le(crit) = - Al le(crit) H le(crit) = -Q ([Al] crit + [H] crit ) (2.5) Waarbij 12
13 Al le(crit) H le(crit) Q [Al] crit [H] crit = kritische aluminiumhoeveelheid die mag uitspoelen = kritische waterstofhoeveelheid die mag uitspoelen = neerslagoverschot (m³/ha jaar) = kritische aluminiumconcentratie = kritische ph-waarde In deze vergelijking werden RCOO - en HCO 3 - verwaarloosd. Dit is redelijkerwijs aan te nemen omdat de HCO concentratie verwaarloosbaar klein is bij kritische phwaarden. De concentratie RCOO - is niet verwaarloosbaar. Echter, het aluminiumconcentratie criterium heeft enkel betrekking op de niet-organisch gebonden aluminium. Zo kan de concentratie van RCOO - ook verwaarloosd worden in de veronderstelling dat RCOO - volledig geassocieerd is met Al 3+ (Craenen et al., 1996). Het neerslagoverschot wordt berekend als neerslag minus de som van de actuele interceptie en de evapotranspiratie. Waarbij P = neerslag (mm/jaar) Q = (P - I a - ET a ) * 10 I a = actuele interceptie (mm/jaar) ET a = actuele evapotranspiratie (mm/jaar) 10 = conversiefactor voor van mm/jaar naar m³/ha jaar te gaan De relatie tussen de [H] en [Al] wordt beschreven door het gibbsietevenwicht: Waarbij [Al] = K gibb * [H]³ of [H] = ([Al] / K gibb ) 1/3 K gibb =gibbsiet evenwichtsconstante Craenen et al. (1996) stellen dat ondanks het feit dat gibbsiet niet aanwezig is in Vlaamse bodems toch met deze vergelijking gewerkt werd bij het bepalen van de kritische lasten omdat er geen goed alternatief voorhanden is bij de berekening van de kritische ph-waarde en omdat deze methodiek beschreven staat in de Mapping Manual (UBA, 1996). De gibbsietevenwichtsconstante is afhankelijk van het type bodem. Met afnemende hoeveelheid koolstof in de grond zal ook K gibb dalen. In tabel 2.1 en 2.2 zijn een aantal waarden voor K gibb weergegeven. K gibb =300m 6 /eq². Tabel 2.1: K gibb -waarden voor minerale gronden (UBA, 1996) Een veel gebruikte waarde is log 10 (K gibb [(l/mol)²] = -pk gibb 8,0 8,2 8,5 8,7 9,0 K gibb (m 6 /eq²)
14 Tabel 2.2: K gibb en pk gibb in relatie met het organische stof-gehalte (UBA, 1996) organisch stof-gehalte (%) type bodem -pk gibb K gibb (m 6 /eq²) vennen, venige bodems, organische bodems, organische lagen bodems met een bepaalde hoeveelheid organisch materiaal; A/E lagen bodems met lage hoeveelheden organisch materiaal; B/C lagen minerale bodems; C lagen 6,5 7, ,5 9,5 9, Om de kritische ANC leaching te bepalen zijn er aantal mogelijkheden. Deze zijn hieronder opgesomd Al-concentratie of kritische ph-waarde Om ANC le(crit) te bepalen volstaat het om een kritische Al-concentratie of een kritische ph-waarde in te vullen in vergelijking (2.5). De andere concentratie kan dan uit deze vergelijking gehaald worden. Als kritische aluminiumconcentratie wordt voor bosecosystemen in de literatuur 0,2 eq/m³ naar voren geschoven. Voor de phwaarde een waarde van 4 of een concentratie [H] krit = 0,1 eq/m³ BC * /Al ratio Veel gebruikt is ook het criterium waarin de bodemchemie en de plantrespons via een kritische basische kationen tot aluminium ratio, [BC * /Al] krit verbonden worden met mekaar. Onder BC * verstaat men BC * = Ca + Mg + K. Natrium wordt uit deze vergelijking gehouden aangezien dit element de plant geen bescherming geeft tegen aluminiumtoxiciteit. De factor 1,5 is een omrekeningscoëfficiënt tussen mol en equivalent. Voor de kritische basische kationen-aluminium verhouding hebben Sverdrup en Warfvinge (1993) een aantal waarden gegeven. De uitspoeling van basische kationen komt uit volgende massabalans: Al le( crit) = 1 *,5 ( * BC le BC / Al) crit BC * le = BC * w + BC * dep BC * u De verwering van basische kationen is gekend voor elke component afzonderlijk of wordt berekend uit volgende formule: 14
15 BC * w = x CaMgK BC w Waarbij BC * w x CaMgK = verwering van de basische kationen Ca, Mg en K = fractie van de totale verwering; standaardwaarden zijn voor een zandige bodem 0,7, voor een rijkere gronden 0,85 BC w = verwering van alle basische kationen inclusief Na Ca/Al ratio De Mapping Manual beveelt het gebruik van de BC*/Al ratio aan. Echter, Hall et al. (1998) stelden voor het Verenigd Koninkrijk vast dat het gebruik van dit criterium aanleiding gaf tot hoger kritische lasten ook in gebieden voor er zeker sprake was van verzuringsgevoeligheid. Ze pleitten er dan ook voor om in plaats van BC*/Al de verhouding Ca/Al te gebruiken. Reden hiervoor is dat in de eerste benadering ervan uit gegaan wordt dat Mg in dezelfde mate bijdraagt aan de bescherming tegen Altoxiciteit als Ca. Hieromtrent bestaat twijfel. Daarenboven heeft het wetenschappelijk onderzoek zich vooral op de Ca/Al verhouding toegespitst. Zeker in gebieden met een hoge depositie van zeezout is het gebruik van de Ca/Al verhouding te verkiezen boven de BC*/Al verhouding. Cronan en Grigal (1995) kwamen tot het besluit dat als chemische limiet een Ca/Al ratio van 1 gerechtvaardigd is. Indien men dit criterium gebruikt moeten in de vergelijkingen alle termen van BC aangepast worden voor alleen Ca. Falkengren-Grerup et al. (1995) stellen echter dat de Ca/Al ratio niet geschikt is als criterium voor aluminiumtoxiciteit Kritische aluminiummobilisatiesnelheid Een ander criterium wat kan gebruikt worden is dat er geen uitputting mag zijn van secundaire aluminiumcomplexen. Deze kunnen structurele veranderingen veroorzaken aan de bodem omdat ze mede de stabiliteit van de bodem bepalen. Verder veroorzaakt een aluminium vrijzetting een ph-daling. Aluminiumuitputting komt voor als onder invloed van zure depositie meer aluminiumionen uitspoelen dan er geproduceerd worden door verwering van primaire mineralen. Het criterium werd dan ook in die zin bepaald namelijk dat de maximale kritische aluminiumuitspoeling gelijk moet zijn aan de verwering van aluminium: Al le(crit) = Al w 15
16 3 Beschrijving van de input data 3.1 Receptoren: selectie van de ecosysteemreceptoren Bij de selectie van mogelijke receptorpunten werd uitgegaan van de Biologische Waarderingskaart (BWK) (Instituut voor Natuurbehoud, versie , 1997). Dit is de recentste versie die gebiedsdekkend beschikbaar is voor Vlaanderen. Via een herklassificatie naar en en heidegebieden kunnen we de basisreceptorkaarten opstellen. Hierbij wordt geopteerd om voorlopig nog kalk (Festuco-Brometea), zuur (Nardetalia), neutraal-zuur (Molinio-Arrhenetheratea, Corynephoretalia, Festuco-Sedetalia) en cultuur van elkaar te onderscheiden. Bij de cultuuren houden we enkel rekening met deze die volgens MAP2bis (decreet van 3 maart 2000) vallen onder de zogenaamde '0-bemestingsnorm'. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de codes van het MAP2bis die in deze studie onder de noemer '0-bemesting' werden genomen. Bij de heidegebieden maken we een onderscheid tussen droge (Calluno-Genistion) en natte heidegebieden (Ericion tetralices). Tabel 3.1: Codes MAP2bis van de gebieden met een '0-bemestingsnorm' (Vlaamse Land Maatschappij) 0-bemesting Betekenis MAPklasse natuur 1 Groengebieden (geen ontheffing mogelijk) + combinatie met GEN, GEI, GEO, H, V 2 Groengebieden met potentiële intermediaire ontheffing + combinatie met GEI, GEO, H, V 3 Groengebieden met potentiële ontheffing tot algemeen + combinatie met GEO, H, V 4 Bosgebieden (geen ontheffing mogelijk) + combinatie met GEN, GEI, GEO, H, V 5 Bosgebieden met potentiële intermediaire ontheffing + combinatie met GEI, GEO, H, V MAPklasse water/fosfaat 1 Beschermingszone 1 voor de grondwaterwinning + alle combinaties hiermee GEN: geelgroengebieden met verstrenging tot nulbemesting met 2GVE (grootveeeenheden) GEI: geelgroengebieden met verstrenging tot 2 GVE (of 170 kg Norg) + 100kg N CM GEO: geelgroengebieden zonder verstrenging H: habitat + bufferzone V: vogelrichtlijngebied Bij de herleiding van de BWK werd enkel rekening gehouden met de eerste 5 karteringseenheden, al dan niet als complex geformuleerd. Peymen et al. (2000) concluderen immers dat minder dan 1% van de vlakjes in Vlaanderen een invulling hebben voor de zesde karteringseenheid en dus geen significante bijdrage meer leveren. Tabel 3.2 geeft een overzicht van de karteringseenheden gebruikt bij de herleiding. 16
17 Tabel 3.2: Herleiding BWK (IN, versie , 1997) ECOTOOP NAAMGEVING INFO NIEUW Cd gedegradeerde heide met dominatie van Bochtige smele DRHE Cd+ DRHE Cd- DRHE Cdb door Bochtige smele gedomineerde heide met struik- of boomopslag DRHE Cdb+ DRHE Cdb- DRHE Ce vochtige tot natte dopheidevegetatie Ericetum tetralicis NAHE Ce+ dopheidegemeenschap NAHE Ce- NAHE Ceb vochtige tot natte dopheidevegetatie met struik- of boomopslag NAHE Ceb+ NAHE Ceb- NAHE Ces vochtige of natte dopheidevegetaties met elementen uit de hoogveenflora NAHE Ces+ NAHE Ces- NAHE Cg droge struikheidevegetatie Calluno-Genistetum DRHE Cg+ struikheidegemeenschap DRHE Cg- DRHE Cgb droge struikheidevegetatie met struik- of boomopslag DRHE Cgb+ DRHE Cgb- DRHE Cm gedegradeerde heide met dominatie van Pijpenstrootje DRHE Cm+ DRHE Cm- DRHE Cmb door Pijpenstrootje gedomineerde heide met struik- of boomopslag DRHE Cmb+ DRHE Cmb- DRHE Hazelaar Corylus avellana DRHE Cp gedegradeerde heide met dominatie van Adelaarsvaren DRHE Cp+ DRHE Cp- DRHE Cpb door Adelaarsvaren gedomineerde heide met struik- of boomopslag DRHE Cpb+ DRHE Cpb- DRHE Cra meidoorn Crataegus sp. DRHE Cv droge heide met bosbes DRHE Cv+ DRHE Cv- DRHE Ha struisgrasvegetatie op zure bodem Buntgras- en Struisgras-orde ZUGR Ha+ en verwante gemeenschappen ZUGR Ha- ZUGR Hab struisgrasvegetatie op zure bodem met struik- of boomopslag ZUGR Hab+ ZUGR Hab- ZUGR Had droog, zuur duin ZUGR Had+ ZUGR Had- ZUGR Hc vochtig, licht bemest ("dotterbloemhooiland") Calthion NZGR Hc+ Hc- NZGR NZGR 17
18 Hd kalkrijk duin KAGR Hd+ KAGR Hd- KAGR Hf natte ruigte met Moerasspirea Filipendulion NZGR Hf+ NZGR Hf- NZGR Hfb natte moerasspirearuigte met struik- of boomopslag NZGR Hfb+ NZGR Hfb- NZGR Hfc natte moerasspirearuigte met Moesdistel NZGR Hfc+ NZGR Hfc- NZGR Hft natte moerasspirearuigte met Poelruit NZGR Hft+ NZGR Hft- NZGR Hj vochtig, licht bemest gedomineerd door russen Pitrus en Zeegroene rus; geen Veldrus NZGR Hj+ NZGR Hj- NZGR Hjb door russen gedomineerd met boom- of struikopslag NZGR Hjb+ NZGR Hjb- NZGR Hk kalk Festuco-Brometea KAGR Hk+ KAGR Hk- KAGR Hkb kalk met struik- of boomopslag KAGR Hkb+ KAGR Hkb- KAGR Hm onbemest, vochtig pijpenstrootjes Molinion ZUGR Hm+ Hm- Hme onbemest, vochtig pijpenstrootjes - eutroof type, basiclien kalkrijk Molinion ZUGR ZUGR NZGR Hme+ NZGR Hme- NZGR Hmm onbemest, vochtig pijpenstrootjes - mesotroof type neutroclien Molinion ZUGR Hmm+ ZUGR Hmm- ZUGR Hmo onbemest, vochtig pijpenstrootjes - oligotroof type zuur Molinion ZUGR Hmo+ ZUGR Hmo- ZUGR Hn zure borstelgrasvegetatie Nardetea ZUGR Hn+ ZUGR Hn- ZUGR Hnb zure borstelgrasvegetatie met struik- of boomopslag ZUGR Hnb+ ZUGR Hnb- ZUGR Hp soortenarm permanent cultuur OOK HOOILANDEN CUGR Hp+ soortenrijk permanent cultuur met relicten van halfnatuurlijke en OOK HOOILANDEN NZGR Hpr weilandcomplex met veel sloten en/of microrelïef OOK HOOILANDEN CUGR Hpr+ weilandcomplex met veel sloten en/of microreliëf en met relicten van halfnatuurlijke en OOK HOOILANDEN NZGR Hpr- polder met weinig sloten en/of microrelïef OOK HOOILANDEN CUGR Hpr + Da polder met zilte elementen OOK HOOILANDEN CUGR 18
19 Hpr+ + Da soortenrijk polder met zilte elementen OOK HOOILANDEN NZGR Hpu+ weinig bemeste kalkrijke en van de Maasuiterwaarden KAGR Hr verruigd CUGR Hr+ CUGR Hr- CUGR Hrb verruigd met struik- of boomopslag CUGR Hrb+ CUGR Hrb- CUGR Hu mesofiel hooiland Arrhenatherion / OOK NZGR GRAASWEIDEN! Hu+ glanshaververbond / OOK NZGR GRAASWEIDEN! Hu- OOK GRAASWEIDEN! NZGR Hub mesofiel hooiland met struik- of boomopslag OOK GRAASWEIDEN! NZGR Hub+ OOK GRAASWEIDEN! NZGR Hub- NZGR Hx zeer soortenarme, ingezaaide en vaak tijdelijk CUGR Hx+ CUGR Hx- CUGR K(Cd) bermen, perceelsranden,... gedomineerd door Bochtige smele DRHE K(Cd+) DRHE K(Cd-) DRHE K(Ce) bermen, perceelsranden, met dopheidevegetatie NAHE K(Ce+) NAHE K(Ce-) NAHE K(Cg) bermen, perceelsranden,.. met droge struikheidevegetatie DRHE K(Cg+) DRHE K(Cg-) DRHE K(Cm) bermen, perceelsranden,... gedomineerd door Pijpenstrootje DRHE K(Cm+) DRHE K(Cm-) DRHE K(Cp) bermen, perceelsranden,... gedomineerd door Adelaarsvaren DRHE K(Cp+) DRHE K(Cp-) DRHE K(Ha) bermen, perceelsranden, met elementen van struisgrasvegetatie ZUGR K(Ha+) ZUGR K(Ha-) ZUGR K(Hc) bermen, perceelsranden, met elementen van dotterbloemhooiland NZGR K(Hc+) NZGR K(Hc-) NZGR K(Hd) bermen, perceelsranden, met elementen van kalkrijk duin KAGR K(Hd+) KAGR K(Hd-) KAGR K(Hf) bermen, perceelsranden, met elementen van moerasspirearuigte NZGR K(Hf+) NZGR K(Hf-) NZGR K(Hfc) bermen, perceelsranden, met elementen van moerasspirearuigte met Moesdistel NZGR K(Hfc+) NZGR K(Hfc-) NZGR K(Hj) bermen, perceelsranden, met veel russen NZGR K(Hj+) K(Hj-) NZGR NZGR 19
20 K(Hk) bermen, perceelsranden, met elementen van kalk KAGR K(Hk+) KAGR K(Hk-) KAGR K(Hm) bermen, perceelsranden, met elementen van pijpenstrootjes ZUGR K(Hm+) ZUGR K(Hm-) ZUGR K(Hn) bermen, perceelsranden, met elementen van zure borstelgrasvegetatie ZUGR K(Hn+) ZUGR K(Hn-) ZUGR K(Hp+) soortenrijke, grazige bermen, perceelsranden, NZGR K(Hr) Verruigde bermen, perceelsranden, CUGR K(Hr+) CUGR K(Hr-) CUGR K(Hu) bermen, perceelsranden, met elementen van mesofiel hooiland NZGR K(Hu+) K(Hu-) DRHE: droge heide; NAHE: natte heide; ZUGR: zuur ; NZGR: neutraal-zuur ; KAGR: kalk; CUGR: cultuur vallend onder de 0-bemesting NZGR NZGR 3.2 Bodem Aardewerk (Van Orshoven en Maes, 1987) Het bodemdatabestand Aardewerk is gebaseerd op gegevens die de systematische bodemprofielstudie voor het gebied ten noorden van Samber en Maas opleverde. In het bestand zijn horizonten en 8962 profielen opgenomen en beschreven voor 53 variabelen. Deze variabelen zijn localisatie- en identificatiekenmerken van de profielen en horizonten evenals profiel- en horizontkenmerken. Localisatie- en identificatiegegevens van het profiel ASSOC_NR ZONE_NR KAART_NR PROF_NR KOORD_O KOORD_N HOOGTE BOGEBR PERSOON DATUM referentienummer van de bodemassociatie referentienummer van de bodemzone volgnummer van het bodemkaartblad volgnummer van het profiel per kaartblad lambertcoördinaat (m) voor de oost-west as lambertcoördinaat (m) voor de noord-zuid as hoogteligging van het profiel (m) bodemgebruik/vegetatie naam van de profileerder jaar en maand van de profilering Profielkenmerken SUBSTR TEXTUUR DRAINAGE PROF_ONT BIJMENG FASE VAR_PROF geologisch af granulometrisch afwijkend substraat textuurklasse drainageklasse profielontwikkeling aard van de stenige bijmenging bij stenige textuurklassen dieptekarakteristieken zoals gespecifiëerd in de typebenaming variante van de profielontwikkeling 20
Analyse van een aantal eenheden van de Biologische waarderingskaart
Analyse van een aantal eenheden van de Biologische waarderingskaart Nummer: INBO.A.2013.128 128 Datum advisering: 10 december 2013 Auteurs: Contact: Steven De Saeger, Carine Wils Lon Lommaert (lon.lommaert@inbo.be
Nadere informatieWaterkwaliteit 2: Natuur/chemie
Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Prof. ir. Hans van Dijk 1 Afdeling Watermanagement Sectie Gezondheidstechniek Inhoud hydrologische kringloop kwalitatief 1. regenwater 2. afstromend/oppervlaktewater. infiltratie
Nadere informatieMeten en modelleren: vaststellingen en toekomstperspectief. Bo Van den Bril en David Roet
Meten en modelleren: vaststellingen en toekomstperspectief Bo Van den Bril en David Roet Overschrijding kritische last 2/05/2016 2 Afname vermestende deposities 50 45 Vermestende depostie (kg N/(ha.jaar)
Nadere informatieBIJLAGE 3: BAGRAB BEREKENING BUFFEREND VERMOGEN
BIJLAGE 3: BAGRAB BEREKENING BUFFEREND VERMOGEN Uit: Van Orshoven, J., Verbeke, P., Meylemans, B., Faes, L., Deckers, J.A., Feyen, J., (1992). BAGRAB Beoordeling Agrarisch Bodemgebruik Een geografisch
Nadere informatieMILIEUCHEMIE: OEFENINGEN
MILIEUCHEMIE: OEFENINGEN OEFENZITTING 1 1. De reactie tussen calciet (vaste stof; alkalisch) en (gas; zuur) is: Waarvoor bij en totale druk; is de in de atmosfeer die in evenwicht staat met de oplossing,
Nadere informatieBerekening van de saturatie-index
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Berekening van de saturatieindex Versie november 2018 WAC/III/A/011 Inhoud INHOUD 1 Doel 3 2 Toepassingsgebied 3 3 Werkwijze 3 3.1 Doel van
Nadere informatieZelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.
Cursus Chemie 4-1 Hoofdstuk 4: CHEMISCH EVENWICHT 1. DE STERKTE VAN ZUREN EN BASEN Als HCl in water opgelost wordt dan bekomen we een oplossing die bijna geen enkele covalente HCl meer bevat. In de reactievergelijking
Nadere informatieOrganische stof: stof tot nadenken
Wereld Bodemdag Organische stof: stof tot nadenken Steven Sleutel Universiteit Gent Vakgroep Bodembeheer Bodem organische stof (BOS) O,H C S P N Landbouwgrond organische koolstof (OC) voorraad 0-30cm Bron:
Nadere informatieGroenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek
Groenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek Bram Van Nevel Bram.van.nevel@inagro.be 051/27.33.47 Waarom groenbedekkers? 1. Restnitraat 2. Verhogen bodemvruchtbaarheid 3. Verlagen
Nadere informatieActualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart i.h.k.v. het GRUP 'Uitbreiding transportbedrijf H.
Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart i.h.k.v. het GRUP 'Uitbreiding transportbedrijf H. Essers' Adviesnummer: INBO.A.3365 Datum advisering: 30 oktober 2015 Auteur(s):
Nadere informatieHoe komen de annual air quality kaarten tot stand?
Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand? De annual air quality kaarten tonen het resultaat van een koppeling van twee gegevensbronnen: de interpolatie van luchtkwaliteitsmetingen (RIO-interpolatiemodel)
Nadere informatieIs spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?
Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? J. Bonnast (BDB), W. Odeurs (BDB) Samenvatting Het optimaliseren van de teelttechniek is een uitdaging voor iedere
Nadere informatiePlaggen ten behoeve van natuurontwikkeling. Fosfaatverzadiging als uitgangspunt
Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling Fosfaatverzadiging als uitgangspunt fosfaatverzadigingsindex (PSI) Plaggen en fosfaatverzadiging van de grond Plaggen is een veelgebruikte methode om de voedingstoestand
Nadere informatieEffecten van verhoogde N- depositie op natuur: is herstel nog nodig? Roland Bobbink, Leon van den Berg, Hilde Tomassen, Maaike Weijters & Jan Roelofs
Effecten van verhoogde N- depositie op natuur: is herstel nog nodig? Roland Bobbink, Leon van den Berg, Hilde Tomassen, Maaike Weijters & Jan Roelofs Opbouw presentatie Inleiding - atmosferische depositie
Nadere informatieNota. Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit. Inhoudstafel. Datum: 19/12/17 0. INLEIDING STATISTISCHE ANALYSE...
Nota Datum: 19/12/17 Aan: VLM Auteur: TFR Nazicht: MVR Documentref: I/NO/11504/17.375/TFR Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit Inhoudstafel 0. INLEIDING... 2 1. STATISTISCHE ANALYSE...
Nadere informatieIonenbalans. Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016
Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie december 2006 CMA/7/A.4 ontwerp INHOUD Inhoud 1 Toepassingsgebied 3 2 Principe 3 3 Opstelling
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Chapter 7 Nederlandse samenvatting 7.1 Introductie Dit proefschrift behandeld de globale patronen van de koolstof en water balans van het land oppervlak bepaald met eddy co-variantie data. Observaties
Nadere informatieStudiedag 17 maart 2011 Starters in het bosonderzoek. Inhoud
Studiedag 17 maart 2011 Starters in het bosonderzoek Het boomsoorteffect op regenwormpopulaties in Deense en Vlaamse bossen Stephanie Schelfhout An De Schrijver, Jan Mertens, Lars Vesterdal, Kris Verheyen
Nadere informatieKPS_0120_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken
Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Duin- en kreekgebieden Oostvlaamse polders Kust- en Poldersysteem Schelde Karakteristieken
Nadere informatieDe Bodemkartering in België en informa5e m.b.t. het frea5sch grondwaterpeil. Frank Elsen. Bodemkundige Dienst van België
en informa5e m.b.t. het frea5sch grondwaterpeil Frank Elsen De Bodemkartering in België Ø Bodemkartering in België Ø Focus op de bodemwaterhuishouding, de draineringsklasse en de grondwaterpeilbeweging
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT
ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied
Nadere informatieEcologische Monitoring Kustverdedigingsproject Oostende. (t 0 -situatie, fase 3) AANVULLENDE STUDIE:
Ecologische Monitoring Kustverdedigingsproject Oostende (t 0 -situatie, fase 3) AANVULLENDE STUDIE: KWANTIFICERING EN KWALIFICERING VAN ORGANISCH MATERIAAL IN MARIENE SEDIMENTEN: HUN ONDERLINGE RELATIES
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Bodemvocht regime en evapotranspiratie aan de rand van de Botswaanse Kalahari, in het bijzonder met betrekking tot diep wortelende vegetatie Het grootste deel van de Botswaanse
Nadere informatieMaatregelen voor bosherstel
Veldwerkplaats Voedselkwaliteit en biodiversiteit in bossen Maatregelen voor bosherstel Gert-Jan van Duinen Arnold van den Burg Conclusie OBN-onderzoek bossen Te hoge atmosferische stikstofdepositie Antropogene
Nadere informatieph-dynamiek Noordzee
Royal Netherlands Institute for Sea Research ph-dynamiek Noordzee historische metingen, inzichten en perspectief dr. Steven van Heuven (NIOZ) prof.dr. Gert-Jan Reichart (NIOZ) met bijdragen van: prof.dr.
Nadere informatieBAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof
- Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatieCVS_0160_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken
Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Pleistocene Afzettingen (freatisch) Centraal Vlaams Systeem Schelde Karakteristieken
Nadere informatieCVS_0400_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken
Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Oligoceen Aquifersysteem (gespannen) Centraal Vlaams Systeem Schelde Karakteristieken
Nadere informatieVERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE
Rapport aan isterie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen AFDELING WATERWEGEN KUST VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE
Nadere informatieUitdagingen bij de opbouw van massabalansen voor het beheer van ecosysteemdiensten. Dirk Vrebos, Jan Staes & Patrick Meire
Uitdagingen bij de opbouw van massabalansen voor het beheer van ecosysteemdiensten. Dirk Vrebos, Jan Staes & Patrick Meire Inleiding De vraag naar waterkwaliteitsverbetering in Vlaanderen blijft hoog.
Nadere informatieDeel 2. Basiskennis chemie
Deel 2. Basiskennis chemie Achteraan vind je een periodiek systeem van de elementen. Gebruik dit waar nodig. Vraag 21 Koolstofmonoxide (C) kan gesynthetiseerd worden door stoom met methaan (CH4 ) te laten
Nadere informatieMineraalgift als maatregel tegen verzuring. Leon van den Berg (Bosgroep Zuid Nederland) Maaike Weijters (onderzoekcentrum B-WARE)
Mineraalgift als maatregel tegen verzuring Leon van den Berg (Bosgroep Zuid Nederland) Maaike Weijters (onderzoekcentrum B-WARE) Inleiding Mineralen Verzuring Wat is er bekend? Onderzoek Resultaten Wat
Nadere informatieNOORDZEE SYMPOSIUM 2007
NOORDZEE SYMPOSIUM 2007 Kustduinbodems : bodemvorming in een extreem milieu Carole Ampe Vlaamse Landmaatschappij West-Vlaanderen UGent Laboratorium voor Bodemkunde Inhoud Milieufactoren Geologie - moedermateriaal
Nadere informatieCompostontleding Haal méér uit je thuiscompost!
Compostontleding Haal méér uit je thuiscompost! Compostdoosje Wat zit er in het doosje? Compostboekje Staalnamezak Staalenveloppe Tuinkerszaadjes Hoe neem ik een compoststaal? Rijpe deel compost Representieve
Nadere informatieFauna in de PAS. Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen
Fauna in de PAS Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen De Programatische Aanpak Stikstof Natuurdoelen en economische ontwikkelingsruimte 1600
Nadere informatieBemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar 1-2-2016.
Even Voorstellen Pascal Kleeven Akkerbouw/vollegrondgroentebedrijf Sinds1999 in dienst bij Vitelia-Agrocultuur Bemesting Wie teelt er maïs? Vragen Wie heeft er een mestmonster? Wie heeft er actuele grondmonsters?
Nadere informatieAdvies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Zwinpolders in uitvoering van het Mestdecreet
Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Zwinpolders in uitvoering van het Mestdecreet Adviesnummer: INBO.A.3265 Datum advisering: 9 maart 2015 Auteur(s): Contact: Lieve Vriens
Nadere informatie5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen
Opmerking: We gaan ervan uit, dat bij het mengen van oplossingen geen volumecontractie optreedt. Bij verdunde oplossingen is die veronderstelling gerechtvaardigd. 5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren
Nadere informatieEen bodemkoolstofkaart. als ondersteuning voor het internationale klimaat- en duurzameontwikkelingsbeleid
Een bodemkoolstofkaart als ondersteuning voor het internationale klimaat- en duurzameontwikkelingsbeleid Context Martien Swerts Vlaams Planbureau voor Omgeving Organische koolstof in de bodem Proxy voor
Nadere informatieStructuur tot de bodem uitgezocht. Gjalt Jan Feersma Hoekstra Christiaan Bondt
Structuur tot de bodem uitgezocht Gjalt Jan Feersma Hoekstra Christiaan Bondt Betere Benutting Bodem Mineralisatie NLV Temperatuursom Betere Benutting Bodem Fosfaat (P2O5) Koude grond= traag bodemleven.
Nadere informatieOrganische stof in de bodem
Organische stof in de bodem Theorie C1 Wat is organische stof in de bodem? Organische stof in de bodem bestaat uit materiaal zoals bv. oogst- en plantenresten, compost en mest, maar ook het bodemleven
Nadere informatie1. Algemene meteorologische situatie
Koninklijk Meteorologisch Instituut Wetenschappelijke Dienst meteorologische en klimatologische Inlichtingen Ringlaan, 3 B-1180 Brussel Tél.: +32 (0)2 373 0520 Fax : +32 (0)2 373 0528 Vlaamse Overheid
Nadere informatieMS_0100_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken. Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas.
Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas Karakteristieken oppervlakte (km²) 876
Nadere informatieLiteratuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding
Vlaanderen is milieu Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding Eindrapport VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be V Management samenvatting Deze studie geeft een overzicht van de effectieve
Nadere informatieStarters in het bosonderzoek 2011. Gorik Verstraeten Bart Muys, Jakub Hlava, Kris Verheyen. Margot Vanhellemont. Inleiding
Starters in het bosonderzoek 2011 Veranderingen in bodem- en strooiselkenmerken bij de omvorming van gemengd loofhout naar fijnspar. Gorik Verstraeten Bart Muys, Jakub Hlava, Kris Verheyen Margot Vanhellemont
Nadere informatieMesdag Zuivelfonds NLTO
Onderwerpen Mesdagfonds Actuele thema s die keuze vragen Onderzoek uitspoeling stikstof (WUR) Onderzoek vastlegging CO2 (AEQUATOR) Conclusie en aanbevelingen Mesdag Zuivelfonds NLTO Ontstaan: fonds kwaliteit
Nadere informatieKenmerken van de Reference Soil Groups van het Vlaamse gewest 1
Kenmerken van de Reference Soil Groups van het Vlaamse gewest 1 Stefaan Dondeyne, Karen Vancampenhout, Seppe Deckers en Eric Van Ranst Organische bodems Histosols Dit zijn bodems met een dikke organische
Nadere informatieAccumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen
Veldwerkplaats, 16 juni2015 1 Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen Yuki Fujita & Camiel Aggenbach 2 Overzicht Wat zijn Grijze duinen? Atmosferische N-depositie en
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35907 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Yang Liu Title: Quantifying the toxicity of mixtures of metals and metal-based
Nadere informatieHerstelbeheer van natte heiden en natte heischrale graslanden. Roland Bobbink B-WARE Research Centre
Herstelbeheer van natte heiden en natte heischrale graslanden. Roland Bobbink B-WARE Research Centre Opbouw Presentatie Inleiding - heide landschap - karakterisering natte heiden en heischrale graslanden
Nadere informatieSchraal schraler schraalst
Schraal schraler schraalst Van landbouwgrond naar natuur. Maakt het uit hoe we dit aanpakken? Rudy van Diggelen Camiel Aggenbach Matty Berg Jan Frouz Tjisse Hiemstra Leo Norda Jan Roymans 2 Voorwaarden
Nadere informatiePA 9623PB 9623PC 9623PE 9623PG 9623PH 9623PJ 9623PK 9623TH PA 9624PB
1 9616 9616TC 9616TH 9616TM 9617 9617AA 9617AN 9617AR 9617AT 9617AV 9617TB 9617TC 9618 9618PA 9618PB 9618PC 9618PD 9618PE 9618PG 9618PH 9619 9619PA 9619PD 9619PL 9619PM 9619PR 9619PS 9619PT 9619TA 9619TB
Nadere informatieSchraal schraler schraalst
Schraal schraler schraalst Van landbouwgrond naar natuur. Maakt het uit hoe we dit aanpakken? Rudy van Diggelen Camiel Aggenbach Matty Berg Jan Frouz Tjisse Hiemstra Leo Norda Jan Roymans Opmerking vooraf:
Nadere informatieAdvies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle in uitvoering van het Mestdecreet
Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle in uitvoering van het Mestdecreet Nummer: INBO.A.2012.155 Datum advisering: 26 november 2012
Nadere informatieBUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding
BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van
Nadere informatieOnderzoek naar mogelijkheden voor natuurontwikkeling in de depressie van de Moervaart in relatie tot fosfor
Onderzoek naar mogelijkheden voor natuurontwikkeling in de depressie van de Moervaart in relatie tot fosfor Doelstelling Onderzoek naar geschiktheid van bodem voor natte natuur te creëren 72 ha open water
Nadere informatieReferentiewaarden grondwaterpeilen grondwaterafhankelijke habitats volgens dataset van NICHE
Referentiewaarden grondwaterpeilen grondwaterafhankelijke habitats volgens dataset van NICHE 4010 4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix
Nadere informatieOptimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische
Nederlandse samenvatting Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische farmacokinetische modellen Algemene inleiding Klinisch onderzoek
Nadere informatieHoutoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden
Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Wim de Vries, Anjo de Jong, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en
Nadere informatieN-index: wat zeggen de cijfers?
Beste klant, N-index: wat zeggen de cijfers? U heeft een analyse ontvangen van de Bodemkundige Dienst met bepaling van de N-index en met het bijhorend N-bemestingsadvies. Hieronder vindt u een verduidelijking
Nadere informatieEco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden
Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden Ab Grootjans, Rijksuniversiteit Groningen/ Radboud Universiteit Nijmegen E-mail; A.P.Grootjans@rug.nl Groenknolorchis
Nadere informatieStudie-avond spuiwater. Inhoud 11/03/2015
Studie-avond spuiwater Viooltje Lebuf Geel 11 maart 2015 Inhoud Wat is spuiwater en waarvoor wordt het gebruikt? Rekenvoorbeeld Luchtwassers: wettelijke verplichtingen Bemesting met spuiwater 2 VCM = Vlaams
Nadere informatieMIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR
Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N
Nadere informatiemet andere modellen voor gas- en substraatdiffusie zijn zeer waardevol voor het bestuderen van de aërobe microbiële activiteit in bodems.
Samenvatting Door een toename van het milieubewust zijn, is bodemverontreiniging een groot probleem voor besturen wereldwijd. Minerale olie is één van de meest voorkomende bronnen van bodemverontreiniging.
Nadere informatiePACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters
PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal
Nadere informatieCCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt
CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt Doelstelling: Inzicht in nutriëntenbehoefte en analyses (bodem, blad, plantsap, nitraatresidu) bij de biologische teelt van kleinfruit
Nadere informatieToestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid van tuinen en openbaar groen in Vlaanderen.
Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid van tuinen en openbaar groen in Vlaanderen. Voor het eerst de resultaten van jaar bodemanalyse van Vlaamse tuinen met een schat aan informatie voor elke
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieTOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.
TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk
Nadere informatieToediening van steenmeel: een concept plan van aanpak voor beheerders
Toediening van steenmeel: een concept plan van aanpak voor beheerders Wim de Vries Anjo de Jong, Jaap Bloem (WENR) Maaike Weijters, Roland Bobbink (BWARE) Samenvatting resultaten steenmeel in bos Steenmeel
Nadere informatieInformatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Strabrechtse Heide
Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Strabrechtse Heide Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied
Nadere informatieBemestingsproef snijmaïs Beernem
Bemestingsproef snijmaïs Beernem 1. Context Het onderzoek richt zich op het bereiken van innovatieve strategieën om agro- en bio-industriële nutriëntenrijke stromen te recycleren. Het agronomische en ecologische
Nadere informatieVlaanderen is milieu VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ
Vlaanderen is milieu Opstellen van richtlijnen voor het meten van de infiltratiecapaciteit en het modelmatig onderbouwen voor de dimensionering van infiltratievoorzieningen VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ 4.5
Nadere informatieFosfor in de landbouw
Fosfor in de landbouw Fien Amery Bart Vandecasteele 9 oktober 2014 CriNglooP-Collectief Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid Plant www.ilvo.vlaanderen.be ortho-p concentratie (mg P/l)
Nadere informatieSKB Project. Kunnen δ 18 O-PO 4 gebruikt worden om fosfaatbronnen te herkennen. Marc Verheul
SKB Project Kunnen δ 18 O-PO 4 gebruikt worden om fosfaatbronnen te herkennen Marc Verheul Indeling Inleiding wat zijn isotopen? gedrag van fosfaat Fosfaatbronnen karakteriseren Pilotgebieden Conclusies
Nadere informatiePAS-Gebiedsgerichte analyse versie lente 2015: Deel XXIV: BE2100016 Klein en Groot Schietveld
Verspreiding: Beperkt Eindrapport PAS-Gebiedsgerichte analyse versie lente 2015: Deel XXIV: BE2100016 Klein en Groot Schietveld Wouter Lefebvre, Felix Deutsch Opmaak + aanmaak kaarten en rapporten: Wouter
Nadere informatie6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.
6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost
Nadere informatierijksuniversiteit gent
rijksuniversiteit gent laboratorium voor toegepaste geologie en hydrogeologie VERBAND TUSSEN DE BODEMGESTELDHEID EN DE AARD EN HET TYPE VAN DE MINERALE SUBSTANTIE VAN HET TOSS-WATER (WORTEGEM-PETEGEM)
Nadere informatieAangenomen dat alleen de waarde voor natrium niet gemeten is, is de concentratie natrium in mg/l van het bovenstaande water.
Page 1 of 9 CT011 INLEIDING WATERMANAGEMENT (20082009 Q1) (9805080901) > TEST MANAGER > TEST CANVAS Test Canvas Add, modify, and remove questions. Select a question type from the Add dropdown list and
Nadere informatieAdvies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Poelberg - Meikensbossen in uitvoering van het Mestdecreet
Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Poelberg - Meikensbossen in uitvoering van het Mestdecreet Adviesnummer: INBO.A.3166 Datum advisering: 18 juli 2014 Auteur(s): Contact:
Nadere informatie7.2 Bijlage 2: bijlagen bij de habitats
7.2 Bijlage 2: bijlagen bij de habitats 7.2.1 Bijlage 2-1 Aanvulling bij de SWOT-analyse van de BWK, deel relevante zwakten van de BWK (uit Paelinckx et al. 2009, in voorbereiding). Een foutloze en gebiedsdekkende
Nadere informatieLMM e-nieuws 9. Inhoud. Modelleren van grondwateraanvulling. Neerslag vult vanaf de herfst het grondwater aan
LMM e-nieuws 9 Juli 2009 Heruitgave november 2017 Inhoud Modelleren van grondwateraanvulling - Astrid Vrijhoef, RIVM Greppelwaterbemonstering in de veenregio - Arno Hooijboer, RIVM Ook de Engelsen meten
Nadere informatieTabel 1. Huidige concentratieschalen voor de berekening van de luchtkwaliteitsindex. NO 2. (uurgemiddelde)
IRCEL CELINE Berekening en implementatie van een nieuwe luchtkwaliteitsindex naar aanleiding van de nieuwe EU dochterrichtlijn betreffende grenswaarden voor SO 2, NO 2, PM10 en lood in de lucht en de toekomstige
Nadere informatieWaterplanten en Waterkwaliteit
Waterplanten en Waterkwaliteit Leon van den Berg Moni Poelen Monique van Kempen Laury Loeffen Sarah Faye Harpenslager Jeroen Geurts Fons Smolders Leon Lamers Platform Ecologisch Herstel Meren Vrijdag 11
Nadere informatieOrganische stof what else? Marjoleine Hanegraaf
Organische stof what else? Marjoleine Hanegraaf Vraagstelling Aanleiding: Vuistregel voor de afbraak: 2% per jaar (range 1.6 2.4%) 1 Ervaringsfeit veel telers: variatie in de afbraak, mogelijk >2% Onderzoeksvraag:
Nadere informatieNatuurverkenning 2030
Natuurverkenning 2030 Aanpak Terrestrische verkenning Scenario s Verlies en versnippering van leefgebied Vermesting Klimaatverandering Aquatische verkenning Scenario s Verontreiniging Versnippering van
Nadere informatieHoutoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden
Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Anjo de Jong, Wim de Vries, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en
Nadere informatieDeze fiche legt uit wat een nitraatresidu is, waarom het bepaald wordt, en hoe het beoordeeld wordt.
NITRAATRESIDU Deze fiche legt uit wat een nitraatresidu is, waarom het bepaald wordt, en hoe het beoordeeld wordt. Wat is het nitraatresidu? 1 Wat is de aanleiding voor een nitraatresidubepaling? 2 Perceelsevaluatie
Nadere informatie(Ver)ken je tuinbodem. Annemie Elsen Stan Deckers
(Ver)ken je tuinbodem Annemie Elsen Stan Deckers Tuinbodems in Vlaanderen ZUURTEGRAAD (ph) 2/3 tuinen = overbekalkt 3/4 gazons = overbekalkt voedingselementen minder beschikbaar voor planten nooit blindelings
Nadere informatieSS_1300_GWL_4. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken
Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Sokkel+Krijt Aquifersysteem (gespannen deel) Sokkelsysteem Schelde Karakteristieken
Nadere informatieBepaling van de elektrische geleidbaarheid
Bepaling van de elektrische geleidbaarheid april 2006 Pagina 1 van 8 WAC/III/A/004 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 DEFINITIES... 3 2.1 SPECIFIEKE GELEIDBAARHEID, ELEKTRISCHE GELEIDBAARHEID (γ)... 3 2.2
Nadere informatieEmissieloos Telen 2017 Update 31/08/2017 nummer 4
Emissieloos Telen 17 Update 31/8/17 nummer 4 De overheid en de sector hebben afspraken gemaakt over het verminderen van de lozingen van drainwater, met als eindpunt een (nagenoeg) emissieloze glastuinbouw
Nadere informatieuniversele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 Avogadroconstante: N A = 6,022 x 10 23 mol -1 normomstandigheden:
Nuttige gegevens: universele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 vogadroconstante: N = 6,022 x 10 23 mol -1 normomstandigheden: θ = 0 p = 1013 hpa molair volume van een ideaal gas onder normomstandigheden:
Nadere informatieAardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw
Aardappelen Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan 48-3001 Heverlee Tel 016/310922 Fax 016/224206
Nadere informatieAdvies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Volvo Trucks Gent wijziging deelplan 18 in uitvoering van het Mestdecreet
Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Volvo Trucks Gent wijziging deelplan 18 in uitvoering van het Mestdecreet Adviesnummer: INBO.A.3260 Datum advisering: 23 februari 2015
Nadere informatieANORGANISCHE ANALYSEMETHODEN/WATER GELEIDBAARHEID
1 TOEPASSINGSGEBIED GELEIDBAARHEID Deze procedure beschrijft de bepaling van de elektrische geleidbaarheid in water (bijvoorbeeld grondwater, eluaten, ). De beschreven methode is bruikbaar voor alle types
Nadere informatieEindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest
eindrapport : BIM-2005 aantal blz. : 5 blz : 1 Eindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest - 2005 1. Staalname Staaknames werden uitgevoerd op: 19/05/05;
Nadere informatieBAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof
- Bemonsterings- en analysehodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof VERSIE 3.1 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/04 1 PRINIPE Voor de bepaling van nitraatstikstof
Nadere informatie